Regiorapport Achterhoek
Regiorapport Achterhoek
POA Achterhoek
Jan Dirk Gardenier Hans van Rijn
Maart 2013
CAB, Groningen
1
Inhoud Regiorapport Achterhoek
1
Inhoud
2
Inleiding
3
Samenvatting en analyse
4
De Achterhoek in vogelvlucht Conclusies Aanbevelingen
4 10 11
Hoofdstuk 1
12
Een schets van de economische ontwikkelingen
12
Hoofdstuk 2
13
Schets economie en arbeidsmarkt in de Achterhoek 13 2.1 Demografische ontwikkeling 2.2 Beroepsbevolking en participatiegraad 2.3 Werkgelegenheid 2.4 Pendel 2.5 Spanningsindicator UWV 2.6 Vacatures 2.7 Niet-werkende werkzoekenden 2.8 Uitkeringen 2.9 Afstand tot de arbeidsmarkt 2.10 Onderwijs
13 14 16 18 19 21 22 25 26 28
Hoofdstuk 3
31
Discrepantieanalyse
31
3.1 Achterhoek t/m middelbaar niveau 3.2 Gelderland 3.3 Kwalitatieve vertaling
31 32 33
Bijlage 1
41
Begrippenlijst
41
Bijlage 2
43
POA- en COROP-gebieden
43
2
Inleiding De website Arbeidsmarktgelderland.nl is een initiatief van SER Gelderland en mede mogelijk gemaakt door de provincie Gelderland en andere arbeidsmarkt en onderwijs partijen. Het doel van deze site is het ontsluiten van kennis en informatie over arbeidsmarkt en arbeidsmarktbeleid in Gelderland in brede zin. Op de site is informatie te vinden over de thema’s Aansluiting onderwijs- arbeidsmarkt, Regionale economische ontwikkeling, Werk en inkomen, Regionaal Beleid, Arbeidsmarkt analyse. Dit Regiorapport is een onderdeel van de informatievoorziening arbeidsmarkt Gelderland 2010-2013, in een samenwerkingsverband tussen het CAB, de Rijksuniversiteit Groningen en de provincie Gelderland, met als opdrachtgever de provincie Gelderland. In dit project worden de ontwikkelingen op de Gelderse arbeidsmarkt tot 2015 in beeld gebracht. Voor u ligt het regiorapport van de regio Achterhoek. Dit rapport bestaat uit twee delen:
De samenvatting: deze geeft in vogelvlucht een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen en kenmerken van de Achterhoek, met een aantal conclusies en aanbevelingen voor de toekomst.
Het achtergrondrapport: in dit deel wordt nader ingegaan op de cijfers en ontwikkelingen die in de samenvatting worden aangestipt. Het achtergrond rapport bevat veel tabellen en grafieken. Veel van de gegevens zijn terug te vinden in de Arbeidsmarktmonitor Gelderland (www.ammelderland.databank.nl).
De onderzoeksresultaten zijn gepresenteerd in de regio en de feedback uit deze consultatie is verwerkt in dit rapport. Leeswijzer: In het hoofdstuk Samenvatting en Analyse worden de belangrijkste ontwikkelingen en kenmerken van de Achterhoek op een rijtje gezet op basis van een analyse van de cijfers in het achtergrondrapport en geconstateerde zaken uit in andere bronnen zoals de UWV regioinformatie. Hierin worden tevens aandachtspunten voor de toekomst benoemd. In hoofdstuk 1 wordt een korte schets gegeven van de algemene economische ontwikkelingen. Daarna wordt in hoofdstuk 2 op basis van cijfers afkomstig van o.a. het Bureau Economisch Onderzoek van de provincie Gelderland, het CBS en DUO een beeld geschetst van de economie en arbeidsmarkt in de regio. In hoofdstuk 3 wordt de discrepantieanalyse, die door CAB i.s.m. de RUG in het voorjaar van 2012 is opgesteld voor de periode 2011-2015, kort weergegeven, met nadruk op de situatie voor de Achterhoek. In 2012 is aanvullend onderzoek gedaan, waarbij de beroepen uit de discrepantieanalyse zijn vertaald naar MBO-opleidingen en clusters. Dit geeft op provinciaal niveau nader uitleg over wat de geconstateerde krapte in een bepaalde beroepsgroep betekent voor MBO-opleidingen en clusters. In bijlage 1 is een omschrijving van de gehanteerde begrippen en afkortingen opgenomen.
CAB, Groningen
3
Samenvatting en analyse De regio Achterhoek staat de afgelopen jaren onder druk. Een afnemende werkgelegenheid, vergrijzende en ontgroenende bevolking en een sterke vertegenwoordiging van zogenaamde krimpsectoren zoals Industrie en landbouw. Tel daarbij de enigszins perifere ligging en er ontstaat al snel een negatief toekomstbeeld. Maar de regio heeft ook kansen, bijvoorbeeld door een innige samenwerking met buurtregio in Duitsland, of door hele specifieke nichemarkten verder door te ontwikkeling. In deze managementsamenvatting gaan we hier nader op in.
De Achterhoek in vogelvlucht De aanbodskant De bevolking van de Achterhoek kenmerkt zich door een sterke vertegenwoordiging van inwoners tussen de 45- 64 jaar oud. Net als andere regio’s heeft de Achterhoek te maken met vergrijzing en ontgroening. Opvallend is dat in de Achterhoek binnen deze ontwikkeling ook de groep inwoners tussen de 25 en 44 de komende jaren sterk zal afnemen. Het aantal jongeren blijft naar verwachting stabiel. Beroepsbevolking naar leeftijd 80.000 70.000
60.000 50.000
40.000 Achterhoek 2011
30.000
Achterhoek 2012
20.000
Achterhoek 2015
10.000 0
15-24
25-44
45-64
Bron: Raming Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland (1998-2009 o.b.v. EBB, CBS)
In de rest van Nederland en de provincie Gelderland is deze ontwikkeling veel minder sterk dan in de Achterhoek. Wanneer de vergrijzing echt toeslaat is het dan ook de vraag of er voldoende opvolgers beschikbaar zijn in de regio. De beroepsbevolking bestaat voor de helft uit mensen met een middelbaar opleidingsniveau (MBO/HAVO/VWO). Hiermee is deze groep veel sterker vertegenwoordigd in de Achterhoek dan in de provincie als geheel. Dit gaat vooral ten koste van het aandeel hoger opgeleiden dat in vergelijking met de rest van de provincie en het landelijk gemiddelde laag ligt. Deze verdeling komt wel overeen met het beeld van meer landelijke gebieden in Nederland. Uit onderzoek van het CPB blijkt dat de arbeidsmarktpositie van MBO-ers in Nederland onder druk komt te staan. Waar hoogopgeleid werk door de diensteneconomie stijgt, nemen de banen voor middelbaar opgeleiden steeds verder af. Dit wordt ondermeer veroorzaakt door
CAB, Groningen
4
outsourcing naar lagelonenlanden en het steeds grotere aanbod van hoger opgeleiden op de Nederlandse arbeidsmarkt dat de concurrentiepositie van MBO-ers verslechterd. Wanneer we kijken naar het verdere aanbod op de arbeidsmarkt dan valt op dat de het aandeel bij UWV ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (hierna te noemen nww’ers) in de regio Achterhoek iets lager ligt dan gemiddeld. Wel is de stijging in de regio sterker en kruipen ze steeds sterker naar het gemiddelde toe. Ook zijn de bewegingen in de Achterhoek sterker. Dit duidt op een sterke dynamiek in de arbeidsmarkt, de conjunctuur lijkt hier een grotere invloed te hebben. In de laatste update van de UWV landelijke arbeidsmarktprognose 2013 wordt voor de Achterhoek een sterker stijging van het werkzoekendenpercentage verwacht, nl. tot 7,2% ultimo 2013 voor de Achterhoek en 8,2% landelijk. nww’ers, indexcijfer, jan. 2007=100 120 110
100 90 80 70 60
Achterhoek
Gelderland
Nederland
Gelderland
Nederland
Bron: UWV nww’ers als % beroepsbevolking 8% 7%
6% 5%
4% 3% 2%
1% 0%
Achterhoek
Bron: UWV, CBS
De gegevens over nww’ers, als indicator voor werkloosheid worden steeds onvollediger. De definitie van nww’ers is gelijk gebleven (mensen ingeschreven bij UWV die geen werk hebben of werk voor minder dan 12 uur) maar het blijkt dat niet iedereen die aan deze definitie voldoet zich inschrijft bij het UWV. Jongeren schrijven zich lang niet altijd in omdat zij minder
CAB, Groningen
5
snel recht op een uitkering hebben en ook worden inschrijvingen van WWB- klanten die langer dan 1 jaar werkloos zijn
niet altijd verlengd. Er zijn zodoende mensen die wel
werkzoekend zijn maar nog niet staan ingeschreven bij UWV. Genoemde zaken kunnen per gemeente verschillen en er kunnen er schommelingen optreden in de NWW-cijfers. Voor een beeld van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt geeft de ontwikkeling van de WWuitkeringen op dit moment een beter beeld. Informatie van Niet-werkende Werkzoekenden geeft wel inzicht in de structuur. De stijging van het aantal nww’ers in de regio wordt voornamelijk veroorzaakt door een sterke toename van het aantal WW-uitkeringen. Sinds halverwege het tweede kwartaal van 2011 zijn er in de Achterhoek ruim 1300 WW-uitkeringen bij gekomen. Dit wijkt overigens niet af van het landelijke en provinciale beeld. Ook de Wajong laat een stijgende trend zien hoewel deze stijging beduidend langzamer gaat ligt dan elders. Op basis van landelijke cijfers is door de RUG een inschatting gemaakt van de afstand tot de arbeidsmarkt voor de doelgroepen voor de Participatiewet (WWB, WSW en Wajong). Voor de Achterhoek is op basis van dat onderzoek de inschatting dat 10% van deze doelgroep direct beschikbaar is voor de arbeidsmarkt en dat bij ongeveer 45-65% de afstand tot de arbeidsmarkt overbrugbaar is. De nieuwe Participatiewet die aanstaande is zet in op maximaal meedoen naar vermogen. Voor de doelgroep blijkt dus dat dit in de helft van de gevallen min of meer mogelijk is. Belangrijk aspect bij uitstroom naar werk voor uitkeringgerechtigden is de aanwezigheid van werk. De Achterhoek heeft met haar perifere ligging een minder goede uitgangspositie. Zo blijkt dat uitstroom naar banen aan de andere kant van de grens lastig is. UWV-WERKbedrijf geeft in haar arbeidsmarktschets aan dat er wel degelijk mogelijkheden zijn in Duitsland. De economie draait er beter en de bouw zo kansen bieden. Toto slot is er nog het toekomstige aanbod op de arbeidsmarkt. Het aantal deelnemers in het MBO is de afgelopen vier jaar met ruim 4% gestegen. Vooral het aantal studenten in de zogenaamde groenopleidingen zijn is relatief groot. De zorgopleidingen laten een stijging zien. Het aantal voortijdig schoolverlaters laat in de Achterhoek vanaf 2009/2010 een lichte stijging zien. Dit gaat geheel tegen de landelijke en provinciale trend in. Wel ligt het aandeel voortijdig schoolverlater nog een stuk lager in de regio. De vraagzijde De arbeidsmarkt van de Achterhoek kenmerkt zich door een sterke vertegenwoordiging van de sectoren industrie, handel en zorg. Daarnaast zijn de bouw en de landbouw relatief sterk vertegenwoordigd ten opzichte van de provincie. Deze structuur is kenmerkend voor de meer landelijke gebieden in Nederland. Deze opbouw laat ook zien, dat er veel werkgelegenheid is in sectoren die gevoeliger zijn voor de economie. De krimp in de industrie is een ontwikkeling die overal zichtbaar is. Toch was deze afname tot 2010 veel sterker in de Achterhoek. Een krimp in de industrie betekent niet dat er helemaal
CAB, Groningen
6
geen banen meer bijkomen. Ook in een krimpende sector als de industrie blijven er mensen in en uitstromen en op sommige plekken kan zelfs een krappe arbeidsmarkt bestaan. Het tegenovergestelde van de industrie zien we in de zorg. Hier is de stijging in de werkgelegenheid juist veel sterker in de Achterhoek.. De derde grote sector, de handel heeft zich gestabiliseerd. Werkgelegenheidsontwikkeling 2000-2012 in de grootste sectoren: Industrie, Handel en Zorg
Ontwikkeling banen Industrie (2000=100) 105 100 95 90 85 80 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Achterhoek Gelderland Nederland
Ontwikkeling banen Handel (2000=100) 115 110
105 100 95 90 85
80 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Achterhoek Gelderland Nederland
Ontwikkeling banen Zorg (2000=100) 170 160 150 140 130 120 110 100 90 80 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Achterhoek Gelderland Nederland
Bron: PWE, Provincie Gelderland, LISA
CAB, Groningen
7
De verwachte krimp van de industriële sector en de negatieve vooruitzichten voor de bouw en landbouw die uit verschillende onderzoeken, en nieuwsberichten naar voren komt maakt de arbeidsmarkt kwetsbaar. Hoewel de zorg groeit, is dit geen marktsector, maar een budgetgestuurde sector en daarmee sterk afhankelijk van het gevoerde overheidsbeleid. De aangekondigde bezuinigingen op onder meer de AWBZ en de kinderopvang zijn hierbij geen goede voortekenen en de kans is groot dat ook hier de werkgelegenheid stabiliseert, hetgeen wordt bevestigd door recente cijfers van het UWV. Wanneer we de ontwikkeling in de werkgelegenheid per sector naast de eerdere genoemde deelname aan het MBO leggen dan valt op dat de ontwikkelingen parallel lijken te lopen, met groei in Zorg en Economie en afname in Techniek. In het Gelderse coalitieakkoord (2011) is een aantal speerpuntsectoren benoemd. Het gaat daarbij om een viertal topsectoren:
Energie en Milieutechnologie (EMT)
Maakindustrie
Food
Health (life sciences)
en een drietal aandachtssectoren:
Vrijetijdsindustrie
Creatieve Industrie
Logistiek en Transport
Naast de bovengenoemde Health-sector wordt ook nog gekeken naar de veel ruimere sector Health en Medische zorg, waarin ook worden meegenomen gezondheidszorg, medisch technologische bedrijven en gezondheidszorg ondersteunende bedrijven. Top- en aandachtssectoren , aandeel in werkgelegenheid (banen >= 12 upw, 2012) en omvang vs groei per sector
40%
groei 2007-2012
30% 20% 10% 0%
-10% -20% 0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
aantal banen >= 12 upw (2012)
(bron: PWE 2012)
CAB, Groningen
8
In de Achterhoek zijn vooral de clusters Maakindustrie (20% van het aantal banen van 12 uur of meer per week) en Logistiek en Transport (11% van de banen) van belang. Het brede medische cluster biedt 13% van de grote banen. Het grootste cluster (Maak) is ook het meest gekrompen, het brede medische cluster is flink gegroeid, het kleine Health-cluster is het meest gegroeid. In de afbakening van de top- en aandachtssectoren kunnen overlappingen zitten. De banen in de regio Achterhoek worden in 87% van de gevallen door inwoners van de regio ingevuld. Voor de overige banen komen de mensen vooral uit regio Arnhem/Nijmegen, Overijssel en de regio Stedendriehoek. De pendel vanuit Duitsland, waarvan onlangs bleek dat deze in grensregio’s sterk was, blijkt beperkt in de Achterhoek. Van de mensen in de van de Achterhoek werkt driekwart ook in de Achterhoek. De regio is daarmee erg zelfvoorzienend op het terrein van arbeid. Als mensen ergens anders werken dan is dit vooral in de meer stedelijke gebieden zoals Arnhem of de Stedendriehoek. De arbeidsmarkt in de regio de Achterhoek wordt sterk beperkt door de ligging aan de grens. Barrières om in het buitenland te gaan werken zijn relatief groot. Zeker wanneer het gaat om uitstroom van uitkeringsgerechtigden met ondersteuning zitten er grote haken en ogen aan door wetgeving. Onderzoek van Atlas voor gemeenten laat zien dat de kansen voor arbeid veel groter zijn wanneer deze barrières er niet zijn. Er komen veel meer banen beschikbaar. Omdat de werkloosheid in de aangrenzende regio relatief laag is treedt er geen zogenaamd verdringingseffect op van Nederlands in Duitsland. Dit biedt zeker kansen voor de doelgroepen die nu nog buiten de arbeidsmarkt staan en geen of een kleine afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Op basis van een indicatief beeld van UWV-WERKbedrijf blijkt dat het aanbod van vacatures in de Achterhoek sterk schommelt. Wel ligt het relatief hoger dan in de rest van de provincie. In december 2012 waren er in de Achterhoek tenminste 1.013 vacatures bij UWV geregistreerd op zo’n 116.000 banen. Openstaande vacatures bij UWV, indexcijfer april 2011 = 100
Bron: UWV
De mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt blijft de komende jaren in de Achterhoek actueel. Door de recessie zal het aanbod op de arbeidsmarkt alleen maar
CAB, Groningen
9
toenemen en is er volgens UWV-WERKbedrijf zelfs sprake van een zeer ruime arbeidsmarkt. Het ruime aanbod op de arbeidsmarkt zorgt vooral voor de onderkant van de arbeidsmarkt voor problemen. Zij krijgen een nog sterkere concurrentie, van mensen die goed opgeleid zijn, recente werkervaring hebben of jong en daarmee relatief goedkoop zijn. De ruime arbeidsmarkt in de regio zal in elk geval zo lang blijven bestaan als de huidige crisis doorgaat. Pas daarna zullen de effecten van de vergrijzing ook op de arbeidsmarkt te merken zijn.
Conclusies Concluderend kunnen we stellen dat de regio de Achterhoek zich kenmerkt door een goede uitgangspositie die door de economische crisis onder druk komt te staan. Belangrijkste aandachtspunten daarbij zijn: De regio is sterk conjunctuurgevoelig: De dynamiek in de niet-werkende werkzoekenden laat ziet dat de regio sterk reageert op veranderingen in de economie. Veel sterker dan de provincie of Gelderland als geheel. Verbetering zal dan ook pas zichtbaar worden zodra de economische omstandigheden langdurig verbeteren. Sterke sectoren krimpen: De Achterhoek kent een grote industriële sector. Daarnaast zijn de landbouw en de bouw relatief sterk vertegenwoordigd. Deze sectoren staan onder meer door de crisis onder druk en zullen naar verwachting verder gaan krimpen. Ook hier geldt dat een economische opleving voor enig verbetering kan zorgen, maar terug naar de startpositie van voor 2008 lijkt niet reëel. Maar ook in een krimpende sector blijven er baanopeningen bestaan, er zullen nog steeds mensen in- en uitstromen. Ook is het heel goed mogelijk dat er binnen bepaalde onderdelen van sector sprake is van een krappe arbeidsmarkt. Specialisten kunnen altijd nodig zijn. Groei zorgsector minder zeker: de sector die volgens de prognoses sterk gaat groeien (met 10%) is de zorg. Echter wordt er op dit moment door de centrale overheid hard bezuinigd onder meer op het vlak van de AWBZ en de WMO. De thuiszorg komt hiermee onder druk te staan. Juist hier is de groei de laatste tijd sterk geweest, De zorg is geen marktsector en de afhankelijk van het rijksbeleid. Een op de regio gerichte beroepsbevolking: Een overgrote meerderheid van de banen in de regio wordt vervuld door mensen uit de regio. Ook zien we maar een kleine beweging naar andere delen van de provincie. Qua arbeidsmarkt is de regio dan ook sterk zelfvoorzienend. Een krimpende beroepsbevolking: Heel Nederland krijgt te maken met vergrijzing en ontgroening, Voor de Achterhoek geldt echter de opvallende ontwikkeling dat het aandeel jongeren gelijk blijft en vooral het aandeel 25 tot 45 jarigen daalt. Wanneer de vergrijzing toeslaat is de groep die voor vervanging moet gaan zorgen steeds kleiner aan het worden. Vooralsnog zorgt de krimpende beroepsbevolking echter voor een relatief lagere werkloosheid. Overeenkomst tussen ontwikkeling op de arbeidsmarkt en in het onderwijs: De Zorg blijft volgens prognoses nog groeien en het aantal deelnemers in het MBO dat een zorgopleiding neemt de afgelopen jaren ook toe. Een tegengestelde beweging is er in de
CAB, Groningen
10
sector techniek. De banen in de Industrie nemen af, het aantal deelnemers in de sector Techniek is de laatste 2 jaren ook afgenomen. Kansen op werk nemen toe zonder grensbarrières: De kansen op banen in de Achterhoek zijn momenteel beperkt door de ligging aan de grens. Zeker op het terrein van uitstroom vanuit de bijstand met ondersteuning zorgt deze grens voor een grote (zo niet onneembare) drempel. Wanneer deze barrières worden beslecht opent zich een grote banen markt. Doordat aan beide kanten van de grens de werkloosheid nog relatief laag is biedt uitwisseling grote mogelijkheden voor groepen die nu nog buiten het arbeidsproces staan. In een krimpende economie en arbeidsmarkt wordt het steeds belangrijker om te zoeken naar de onderdelen waar succes te halen valt. Het richten op een hele sector is veel minder effectief. Juist specialistisch beleid en maatwerk per bedrijf of subsector kunnen kansen bieden. Uniform beleid is veel minder van belang.
Trends op de arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt maakt het moeilijker om weer aan het werk te komen
Kansen door vervangingsvraag en door onvoldoende aanbod in bepaalde beroepen
Gemiddeld gevraagde opleidingsniveau neemt toe
Strikte beroepseisen in de zorg maken instroom uit andere sectoren moeilijker
Verdringingseffect: deel vacatures wordt ingenomen door mensen met te hoge opleiding
Aanbevelingen 1.
Veel werkgelegenheid in Industrie, Handel, Bouw -> conjunctuurgevoelig. Als de economie aantrekt en dus de vraag moeten mensen geschikt en beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.
Voor werkzoekenden geldt: kijk steeds om je heen (andere regio, over de grens, andere sector) en accepteer tijdelijk werk (veel uitstroom uit uitkering via flex-werk)
Voor werkgevers: bij krapte aanpassing functie-eisen + scholing in het werk; om straks te voldoen aan quotum arbeidsgehandicapten: jobcarving
2.
Goede samenwerking tussen alle betrokkenen op de arbeidsmarkt, beperk je niet tot eigen regio. Kijk naar de kansen en belemmeringen voor het werken in Duitsland en zoek naar oplossingen
3.
De beroepsbevolking vergrijst: houdt mensen daarom zo lang mogelijk in het arbeidsproces De vertrekleeftijd gaat al omhoog, maar denk ook aan deeltijdwerk, demotie
4.
Op de arbeidsmarkt is MBO-niveau groot. Houdt hier rekening mee bij het matchen van de vraag vanuit de arbeidsmarkt en het aanbod vanuit de onderwijsinstellingen.
5.
CAB, Groningen
Biedt voldoende leerwerk- en stageplaatsen
Kijk waar de krapte op de arbeidsmarkt zit en welke opleidingen daarbij passen.
School op banen die er toe doen, niet scholen op voorraad
Maak opleidingen niet te smal.
Evalueer beleid (welke instrumenten werken?)
11
Hoofdstuk 1 Een schets van de economische ontwikkelingen De economische vooruitzichten blijven onverminderd somber. Volgens de laatste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van medio februari is de economie in het vierde kwartaal van 2012 met 0,9% gekrompen ten opzichte van het voorgaande kwartaal, nadat er in de eerste twee kwartalen van 2012 nog sprake was van lichte groei. Economische groei, in % t.o..v. voorgaande periode
Daarmee belandt Nederland voor de derde keer
1
in drie jaar in een recessie. Was er vorig jaar
0,5
nog sprake van een dubbele dip, nu bereikt ons land dus een “triple dip”.
0
Oorzaken van de Nederlandse malaise liggen -0,5
enerzijds in het feit dat Nederland minder -1
profiteerde van export. Anderzijds zien we ook
-1,5
binnen onze grenzen, dat bedrijven minder investeerden
-2
en
dat
consumenten
minder
uitgaven.
-2,5 2009
2010
2011
2012
Met uitzondering van de overheid en de zorg
was de productie in alle bedrijfstakken lager dan een jaar eerder. In de bouw is de daling met 8% het grootst. De werkloosheid is in december 2012 ook weer verder gestegen tot 7,2% van de beroepsbevolking. Ruim de helft van de mensen die hun baan verloren was ouder dan 45 jaar. De jeugdwerkloosheid is opgelopen tot 13,7%. Ook springt de bouw er uit met de grootste daling van het aantal banen (het aantal WW-uitkeringen in de bouw steeg landelijk in een jaar tijd met ruim 70%). Onder jongeren tot 25 jaar nam in Gelderland en Overijssel het aantal uitkeringen relatief sterk toe. De stijging van het aantal WW-uitkeringen ten opzichte van december 2011 is in de provincie Gelderland met bijna 32%, na Overijssel met 37%, de op een na hoogste van Nederland. De gemiddelde toename was 26%. De laatste prognoses van het CPB uit december 2012 geven aan dat de Nederlandse economie ook in 2013 nog krimpt met ½%. Pas in de tweede helft van 2013 wordt enig herstel verwacht. UWV heeft op basis van die prognose haar arbeidsmarktprognose voor 2013 bijgesteld. UWV verwacht in 2013 in vrijwel alle sectoren afnemende of gelijkblijvende werkgelegenheid, met de sterkste teruggang van het aantal banen in de industrie, de bouw en het openbaar bestuur. In het onderwijs, informatie en communicatie-, vervoer- en opslagsector blijft het aantal banen op peil. Alleen de sector zorg en welzijn laat met een plus van 15 duizend banen (+1 procent) enige groei van betekenis zien. Deze groei is beduidend lager dan in de periode 1995-2012 toen de werkgelegenheid in zorg en welzijn jaarlijks meer dan dubbel zoveel toenam. Het beleid gericht op terugdringen van de zorgkosten leidt tot lagere werkgelegenheidsgroei. Daarbij zijn de vooruitzichten in de welzijnssector ongunstiger dan in de zorg.
CAB, Groningen
12
Hoofdstuk 2 Schets economie en arbeidsmarkt in de Achterhoek Dit hoofdstuk bevat een aantal kengetallen over de regio Achterhoek. Het betreft hier cijfers over de demografische ontwikkeling, de beroepsbevolking, de participatiegraad, de werkgelegenheid, de in- en uitgaande pendel, werkloosheid, uitkeringen, vacatures en onderwijs. Om de ontwikkeling van de regio in kaart te brengen, zijn daar waar mogelijk ook prognoses voor de ontwikkeling tot 2015 meegenomen. Voor een aantal onderwerpen waren deze gegevens niet voor handen. Om cijfers beter te kunnen plaatsen, is zoveel mogelijk een vergelijking gemaakt met de provincie Gelderland in zijn geheel.
2.1 Demografische ontwikkeling 1
De totale bevolking van de regio Achterhoek bedraagt in 2012 299.900 personen. Van 2012 op 2015 zal de bevolking volgens een prognose van het Bureau Economisch Onderzoek met 0,4% dalen tot 298.800 personen. In de provincie Gelderland in zijn geheel is er nog sprake van bevolkingsgroei, namelijk met 0,9%. Ontwikkeling bevolking: aandeel leeftijdsgroepen in % van de totale bevolking 100.000 90.000 80.000 70.000 60.000 50.000 Achterhoek 2011
40.000
Achterhoek 2012
30.000
Achterhoek 2015
20.000 10.000 0
0-14 15-25 25-44 45-64 65-74 75-84
85+
Bron: CBS (2011) en prognose Provincie Gelderland /Primos Prognose ABF Research (2012-2015).
1
De cijfers voor de Achterhoek hebben betrekking op de gemeenten Aalten Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk.
CAB, Groningen
, Berkelland, Bronckhorst,
13
De bevolking vergrijst en ontgroent. Dat is een trend die in de hele Westerse wereld plaats vindt. De Achterhoek heeft hier ook mee te maken. Het aantal jongeren van 0-14 daalt in de komende 5 jaar sterk, net als de leeftijdsgroep tussen 25 en 44. Het aantal 65+’ers stijgt. Het aandeel bewoners tussen 45 en 64 jaar is relatief groot in de Achterhoek.
2.2 Beroepsbevolking en participatiegraad In 2012 bedraagt de beroepsbevolking in de Achterhoek 135.900 personen. De verwachting is dat dit aantal in 2015 iets gedaald zal zijn naar 135.200 personen. De beroepsbevolking in de provincie Gelderland zal juist iets stijgen, namelijk met 1,1%. Ontwikkeling beroepsbevolking 140.000 137.500
135.000 132.500 130.000 127.500 125.000 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Bron: Raming Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland
Belangrijk aandachtspunt voor de arbeidsmarkt is dat de beroepsbevolking snel vergrijst. Uit de onderstaande grafiek blijkt dat het aantal mensen in de beroepsbevolking tussen 25 en 44 jaar daalt tot 2015 (3,4%), terwijl het aantal mensen van 45 tot 65 jaar stijgt (met 4,1%). In de provincie zijn de ontwikkelingen vergelijkbaar. Dat betekent, dat er in de komende jaren steeds meer mensen met pensioen zullen gaan, waar niet dezelfde aantallen jongeren tegenover staan die de vrijkomende banen kunnen invullen. Er gaat echter ook veel kennis en ervaring verloren met de vergrijzing. In kennisintensieve sectoren is dit net zo’n groot probleem als de kwantiteit. Beroepsbevolking naar leeftijd 80.000 70.000
60.000 50.000
40.000 Achterhoek 2011
30.000
Achterhoek 2012
20.000
Achterhoek 2015
10.000 0
15-24
25-44
45-64
Bron: Raming Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland
CAB, Groningen
14
Zoals gezegd daalt de beroepsbevolking de komende jaren, maar de potentiële beroepsbevolking (iedereen tussen 15 en 64 jaar) daalt nog iets meer. De participatiegraad neemt daardoor nog een weinig toe. Voor vrouwen die nog een achterstand hebben ten opzichte van mannen, neemt de deelname iets meer toe dan voor mannen (resp. +2,2 en 1,4 procentpunt). Daarmee wordt een deel van de krapte opgevangen die veroorzaakt wordt door de vergrijzing. Bruto participatiegraad 15-64 jaar naar geslacht 90 80 70
60 50 40
totaal
30
man
20
vrouw
10 0 2011
2012
2015
Bron: Raming Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland
De opleiding van de beroepsbevolking in de Achterhoek is in vergelijking met de provincie Gelderland als geheel lager; het aandeel “laag” is vrijwel gelijk, het aandeel midden opleidingsniveau is juist groter. In vergelijking met de situatie ruim 10 jaar geleden is de relatieve omvang van het “midden”-segment ongeveer gelijk gebleven, laag afgenomen en “hoog” navenant gestegen. Deze ontwikkeling is te zien in de hele provincie en ook landelijk. Beroepsbevolking naar opleidingsniveau
2
100%
25% 80%
34%
24%
16%
31%
60%
50%
43%
42%
40%
51%
45%
45%
24%
hoog midden laag
20%
30%
23%
31%
25%
33%
25%
0% Nederland 1997
Nederland Gelderland Gelderland Achterhoek Achterhoek 2010 1997 2010 1997 2010
Bron: CBS (driejaargemiddelde, 1996-1988, 2008-2010 resp. 2009-2011)
2
Lager onderwijs: basisonderwijs, lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, eerste 3 leerjaren havo/vwo, laagste niveau van het beroepsonderwijs mbo kwalificatieniveau 1). Middelbaar onderwijs: bovenbouw havo/vwo en opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4. Hoger onderwijs: hbo- en wo opleidingen en beroepsopleidingen die daarmee vergelijkbaar zijn
CAB, Groningen
15
2.3 Werkgelegenheid Het totaal aantal banen in De Achterhoek is in de periode 2007-2012 met 0,7% toegenomen tot 138.100. Het aantal banen van 12 uur en meer per week is in die periode in De Achterhoek met 1,4% gestegen (van 114.000 naar 115.600). De groei vond vooral van 2007 naar 2008 plaats. In de provincie Gelderland als geheel stijgt het aantal banen van 12 uur en meer per week met 2,4%. De groei van de werkgelegenheid in de regio De Achterhoek is dus kleiner. Het aantal vestigingen steeg in de beschouwde periode met 17%, met de grootste stijging in de Zorg (59%) en Onderwijs (46%). Deze grote stijging hangt mede samen met de verplichting dat ook medisch specialisten en advocaten zich moeten inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Het aantal vestigingen daalde in de Landbouw (-6%) en de Financiële Instellingen (-16%). Ontwikkeling van het aantal banen van 12 uur of meer per week, 2000-2012 (2000=100)
Ontwikkeling banen (2000=100) 115 110 105 100 95 90 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Achterhoek Gelderland Nederland
Bron: PWE 2012, Provincie Gelderland
Het aantal banen van minder dan 12 uur per week is in genoemde periode gedaald met 3,1% naar 22.500. In de hele provincie is die stijging 4,7%. De ontwikkeling van het aantal “kleine” banen is daarmee slechter dan in de provincie. Werkgelegenheidsstructuur (aandeel in de totale werkgelegenheid, banen >= 12 upw) Landbouw Industrie Bouwnijverheid Groothandel Detailhandel Transport Horeca
Financiële dienstverlening Zakelijke diensten Overheid Onderwijs Zorg Overige dienstverlening 0%
5%
Achterhoek 2007
10%
2010
2012
15%
20%
25%
Gelderland 2012
Bron: PWE 2012, provincie Gelderland
CAB, Groningen
16
Industrie is met een aandeel van ruim 20% de grootste sector in de regio. Het aantal banen van 12 uur of meer per week is na 2008 flink afgenomen, maar in 2011 en 2012 zien we een stabilisatie. Andere grote sectoren zijn Handel (17%), waar de Detailhandel afneemt en de Groothandel juist groeit, en Zorg (16%). Topsectoren In het Gelderse coalitieakkoord (2011) is een aantal speerpuntsectoren benoemd. Het gaat daarbij om een viertal topsectoren:
Energie en Milieutechnologie (EMT)
Maakindustrie (Maak)
Food
Health (life sciences)
en een drietal aandachtssectoren:
Vrijetijdsindustrie
Creatieve Industrie
Logistiek en Transport
Naast de bovengenoemde Health-sector wordt ook nog gekeken naar de veel ruimere sector Health en Medische zorg, waarin ook worden meegenomen gezondheidszorg, medisch technologische bedrijven en gezondheidszorg ondersteunende bedrijven. Werkgelegenheid in de topsectoren (banen >= 12 uur per week) Banen
Banen
Aandeel
2007
2012
2012
EMT
5.550
5.740
Maak
25.020
Food
Sector
Aandeel
Groei #
Groei %
5,0%
200
3,5%
5,6%
23.090
20,0%
-1.930
-7,7%
12,7%
6.400
7.110
6,1%
710
11,1%
5,1%
600
830
0,7%
235
39,3%
1,9%
Health/ Medische zorg
12.090
15.070
13,0%
2.980
24,7%
13,7%
Toerisme en Recreatie
4.380
4.500
3,9%
120
2,7%
4,2%
Creatief
5.880
5.500
4,8%
-380
-6,5%
6,3%
12.340
12.920
11,2%
570
4,6%
10,6%
113.970
115.600
1.620
1,4%
Health
Transport en Logistiek Totaal aantal banen
provinciaal
Bron: PWE 2012
De Maakindustrie is in de Achterhoek is met ruim 23.000 grote banen en een aandeel van 20% in de werkgelegenheid nog steeds veruit het grootst voor wat betreft de top- en aandachtssectoren, ondanks een afname met bijna 2.000 banen (8%) in de afgelopen 5 jaar. De kleine Health-sector is relatief het hardst gegroeid, “Health en Medische zorg” is het met een toename van bijna 3.000 banen het meest gegroeid.
CAB, Groningen
17
40%
30%
30%
20%
20%
groei 2007-2012
groei 2007-2012
Aandeel speerpuntsectoren in de werkgelegenheid in de Achterhoek resp. Gelderland 40%
10% 0%
-10% -20%
10% 0%
-10% -20%
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
0
20.000
aantal banen >= 12 upw (2012)
40.000
60.000
80.000
100.000
120.000
aantal banen >= 12 upw (2012)
Bron: PWE 2012
TenL Creatief TenR HenM Health Food Maak EMT
2.4 Pendel Eenmaal in de vier jaar wordt het PWE-werkgelegenheidsonderzoek uitgebreid met een vraag over de herkomst van de medewerkers bij het bedrijf. Dit levert inzicht in de pendelstromen naar Gelderse bedrijven. Het laatste pendelonderzoek dateert van 2010. Van de banen in de Achterhoek wordt 87% bezet door mensen die in de regio wonen. De inkomende
pendel
(bijna
17.000
personen)
is
vooral
afkomstig
uit
de
regio’s
Arnhem/Nijmegen (6.700 personen, 5%), Overijssel (3.600, 2,7%) en Stedendriehoek (3.100, 2,4%). Woonregio inkomende pendel Achterhoek
5%
Achterhoek
3%
Arnhem-Nijmegen Overijssel Stedendriehoek Duitsland 87% Overig
bron: PWE 2011
Vanuit de Achterhoek werken ruim 30.000 mensen in een andere regio van Gelderland, vooral in de regio’s Arnhem/De Liemers (12.800), Stedendriehoek (8.300) en Overijssel..
CAB, Groningen
18
Regio waar mensen werken die in de Achterhoek wonen
6%
Achterhoek
4%
Arnhem/ De Liemers Stedendriehoek
9%
Overijssel Utrecht Nijmegen De Vallei Zuid-Holland
79%
Rivierenland
Noord-Veluwe
bron: PWE 2011
2.5 Spanningsindicator Arbeidsmarkt UWV Sinds kort werkt UWV met de term "Spanningsindicator Arbeidsmarkt". Die geeft de verhouding weer tussen het aantal openstaande vacatures en het aantal korter dan een half jaar bij UWV ingeschreven niet-werkende werkzoekenden. UWV heeft in samenwerking met Panteia daartoe een methodiek ontwikkeld voor de bepaling van het totaal aantal ontstane vacatures per sector, beroepsgroep en regio. De eerste resultaten zijn nu bekend. Per beroepsklasse levert dat voor de arbeidsmarktregio Achterhoek3
van de beroepsklassen waarvoor een indicator berekend kon worden. Een
krappe arbeidsmarkt wil zeggen dat de personeelsvraag van werkgevers groter is dan het aantal werkzoekenden, dus er zijn dan relatief weinig kandidaten per vacatures, bij een ruime arbeidsmarkt zijn er juist veel kandidaten per vacature. Spanningsindicator Arbeidsmarkt per beroepsklasse Achterhoek
e
Bron: UWV, 3 kwartaal 2012
Bij een indicator <0,5 wordt de arbeidsmarkt als zeer ruim getypeerd. Tussen 0,5 en 1,0 is dat ruim, van 1,0 tot 1,5 gemiddeld (geel), 1,5 tot 2,0 is krap (oranje) en vanaf 2,0 zeer krap (rood). 3
Dit zijn de gemeenten: Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doesburg, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk
CAB, Groningen
19
Ook in een beroepsklasse waarvoor de arbeidsmarkt ruim is kunnen beroepsgroepen zitten waarvoor die wel krap is of omgekeerd. Volgens bovenstaand criterium is voor de volgende beroepsgroepen t/m middelbaar niveau de arbeidsmarkt (zeer) krap. Voor de rest is het gemiddeld tot zeer ruim: Er wordt alleen naar beroepen t/m middelbaar niveau gekeken omdat lager en middelbaar opgeleiden in het algemeen in hun directe woonomgeving naar werk zoeken. Spanningsindicator Arbeidsmarkt Achterhoek Openstaande Vacatures
Kort Werkzoekend
36
17
zeer krap
882
2.968
zeer ruim
lagere elektrotechnische beroepen Totaal
Typering Arbeidsmarkt
e
Bron: UWV, ultimo 3 kwartaal 2012
Naast genoemde beroepsgroep zijn op provinciaal niveau nog enkele beroepsgroepen (zeer) krap. zoals in onderstaande tabel wordt weergegeven. Spanningsindicator Arbeidsmarkt provincie Gelderland Openstaande Vacatures
Kort Werkzoekend
lagere elektrotechnische beroepen
307
63
middelbare algemene (para)medische beroepen
270
140
krap
middelbare administratieve beroepen (automatisering ed)
227
129
krap
middelbare commercieel-verzorgende beroepen ed
78
24
zeer krap
hogere elektrotechnische beroepen (automatisering ed)
74
13
zeer krap
hogere transportberoepen (excl. technisch)
21
< 10
zeer krap
wetenschappelijke technische (ongeacht specialisatie), werktuigbouwkundige beroepen
26
<10
zeer krap
wetenschappelijke (weg- en water-)bouwkundige beroepen ed
38
16
zeer krap
wetenschappelijke algemeen-economische, commerciële beroepen ed
76
14
zeer krap
wetenschappelijke (technisch-) bedrijfskundige, wiskundig-economische beroepen
38
<10
zeer krap
wetenschappelijke administratieve beroepen (automatisering ed)
77
<10
zeer krap
9.462
19.133
Zeer ruim
Totaal
Typering Arbeidsmarkt zeer krap
e
Bron: UWV, ultimo 3 kwartaal 2012
CAB, Groningen
20
2.6 Vacatures bij het UWV Deze paragraaf bevat gegevens over vacatures die aan het einde van iedere maand bij het UWV openstaan. Vergelijking met de cijfers uit de vorige paragraaf laat zien, dat over het algemeen ca. een derde van het totale aantal openstaande vacatures daar bekend is. Het marktbereik van UWVf verschilt per sector en per beroepsgroep. Zo zijn vacatures binnen de sector zakelijke dienstverlening oververtegenwoordigd. Vacatures voor hoger opgeleiden zijn bij UWV ondervertegenwoordigd. De vacatures die bij UWV geregistreerd staan geven zodoende een indicatief beeld van alle vacatures in de regio. Het startmoment van de grafiek ligt in april 2011, omdat vanaf die datum UWV ook de vacatures die rechtstreeks op werk.nl worden gepubliceerd, meetelt in de cijfers. Er waren op dat moment in de Achterhoek 1.154 vacatures op een totaal van 113.300 banen van 12 uur of meer. In de provincie Gelderland waren er toen 8.811 vacatures op 806.800 banen. Het aantal vacatures in de Achterhoek schommelt sterker dan in de provincie en ligt relatief hoger. De daling eind 2012 is veel sterker in de Achterhoek. Het gaat in december 2012 om 1.013 vacatures in de Achterhoek. In onderstaande grafiek is het aantal vacatures uitgedrukt als percentage van de beroepsbevolking . Openstaande vacatures bij UWV, als % van de beroepsbevolking 1,4% 1,2% 1,0% 0,8%
0,6% 0,4% 0,2% 0,0%
apr jun aug okt dec feb apr jun aug okt dec 2011 2011 2011 2011 2011 2012 2012 2012 2012 2012 2012 Achterhoek
Gelderland
Nederland
Bron: UWV, CBS
CAB, Groningen
21
2.7 Niet-werkende werkzoekenden Het aantal niet-werkende werkzoekenden (nww’ers) in de Achterhoek bedroeg in december 2012 9.052 personen, dit is 6,7% van de beroepsbevolking. In de hele provincie is dat percentage iets hoger, nl. 7,0%. In onderstaande figuur zien we dat de trend voor en de provincie redelijk gelijk loopt, maar vanaf november 2008 stijgt in de Achterhoek het gemiddelde boven dat van de provincie. De afgelopen maanden is de opwaartse trend een stuk steiler dan in de hele provincie. Niet-werkende werkzoekenden, indexcijfer, jan. 2007=100 130 120
110 100 90 80
70 60
Achterhoek
Gelderland
Nederland
Achterhoek
Gelderland
Nederland
140
130 120 110
100 90 80
Bron: UWV
De trend in de bovenste grafiek loopt parallel aan die voor de WW (zie 2.7), een piek begin 2010 en daarna een lichte daling. De gegevens over nww’ers, als indicator voor werkloosheid worden steeds onvollediger. De definitie van nww’ers is gelijk gebleven (mensen ingeschreven bij UWV die geen werk hebben of werk voor minder dan 12 uur) maar het blijkt dat niet iedereen die aan deze definitie voldoet zich inschrijft bij UWV. Jongeren schrijven zich lang niet altijd in omdat zij minder snel recht op een uitkering hebben en ook worden inschrijvingen van WWB- klanten die langer dan 1 jaar werkloos zijn niet altijd verlengd. Er zijn zodoende mensen die wel werkzoekend zijn maar nog niet staan ingeschreven bij UWV. Genoemde zaken kunnen per gemeente verschillen en er kunnen er schommelingen optreden in de NWW-cijfers. Voor een beeld van
CAB, Groningen
22
de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt geeft de ontwikkeling van de WW-uitkeringen op dit moment een beter beeld. Informatie van Niet-werkende Werkzoekenden geeft wel inzicht in de structuur. Het aantal WW’ers in de Achterhoek groeit ook sterk in 2012. Aantal mensen met een WW-uitkering aan het eind van het kwartaal (2007=100)
Bron: CBS
Om te laten zien of er ook regionale verschillen zijn in het aantal nww’ers is op gemeenteniveau het aantal nww’ers als percentage van de beroepsbevolking weergegeven: Aantal nww’ers als % beroepsbevolking (januari 2013)
bron: UWV
In de Achterhoek is met gemiddeld 6 tot boven de 8% van de beroepsbevolking het percentage nww’ers relatief hoog.
CAB, Groningen
23
Kenmerken niet-werkende werkzoekenden Kenmerken nww’ers (januari 2011 en januari 2013) 10.000 9.000 8.000 7.000
6.000
> 2 jaar
5.000
1-2 jaar
4.000
6-12 mnd
3.000
< 6 mnd
2.000
1.000 0 2011 I
2013 I
10.000 9.000 8.000 7.000
55-65
6.000
45-55
5.000
35-45
4.000
25-35
3.000
15-25
2.000 1.000 0 2011 I
2013 I
10.000 9.000 8.000 7.000
HBO+
6.000
MBO
5.000
Havo/VWO
4.000
VMBO
3.000
BO
2.000
1.000 0 1
2
bron: UWV
Kijkend naar de duur van de werkloosheid zien we in de hele regio dat alle groepen wat groter worden, waarbij de groep <6 maanden het meest groeit. Dit past in het beeld van de sterke toename in de laatste maanden van 2012. Bij de verdeling naar leeftijd zien we dat alle groepen proportioneel toenemen. De groepen vanaf 45 jaar groeien in aantallen het sterkst. Bij het opleidingsniveau zien we dat alle groepen proportioneel toenemen. De groep op MBOniveau is veruit het grootst, hetgeen ook past bij de samenstelling van de beroepsbevolking. ..
CAB, Groningen
24
2.8 Uitkeringen Het aantal uitkeringen als percentage van de bevolking geeft als beeld, dat de Achterhoek in vergelijking met de hele provincie lager scoort op WWB’ers, dat het aantal WW’ers, WAO’ers en WSW’ers relatief hoger ligt en dat het beeld voor de Wajong’ers ongeveer op het zelfde niveau ligt als in heel Gelderland. In deze categorieën zit een groot deel van de arbeidsreserve. De WW’ers en WWB’ers zijn daarbij het makkelijkst te bereiken, de WAO’ers en Wajong’ers vergen extra inspanning. Uitkeringen als % van bevolking 15-64 jaar 6% 5% 4%
WW 2012 IV WWB 2012 III
3%
WAO + WIA 2012 III
2%
Wajong 2012 III WSW 2011
1% 0% Achterhoek
Gelderland
Nederland
Bron: CBS
De ontwikkeling in WW- uitkeringen loopt in de Achterhoek ongeveer parallel aan die in de provincie Gelderland. Het aantal uitkeringen ligt in de Achterhoek relatief iets hoger dan in de provincie. In de regio Achterhoek waren er aan eind 2012 6.440 personen met een WWuitkering (3,4% van de potentiële beroepsbevolking). In het jaar 2009 is het aantal WWB’ers in de Achterhoek veel sterker gestegen dan in de hele provincie. Eind 2012 waren er 3.500 WWB’ers (1,8% van de potentiële beroepsbevolking). De stijging in het aantal WW’ers sinds medio 2011 is opmerkelijk. Het aantal WWB’ers is vanaf begin 2010 behoorlijk stabiel. e
Ontwikkeling WWB en WW uitkeringen (indexcijfer 1 kwartaal 2007 = 100) 160
160
140
140
120
120
100
100
80
80
60 2007 I
2008 I
2009 I
Achterhoek WW
2010 I Gelderland WW
2011 I
2012 I Nederland WW
60 2007 I
2008 I Achterhoek WWB
2009 I
2010 I Gelderland WWB
2011 I
2012 I Nederland WWB
Bron: CBS
CAB, Groningen
25
Voor de Wajong en WAO+WIA-uitkeringen zien we dezelfde trend als in de provincie, een voortdurend stijgend resp. dalend niveau. De Wajong stijgt beduidend langzamer dan in de hele provincie Gelderland. Eind 2012 waren er in de hele regio Achterhoek 4.550 personen met een Wajong-uitkering (2,4% van de potentiële beroepsbevolking). Het aantal WAO’ers + WIA’ers bedroeg in de hele regio 10.110 (5,3% van de potentiële beroepsbevolking). e
Ontwikkeling WAO+WIA en Wajong uitkeringen (indexcijfer 1 kwartaal 2007 = 100) 150
150
140 130
125
120 110
100
100 90 2007 I
2008 I
2009 I
2010 I
Achterhoek Wajong
2011 I
2012 I
Gelderland Wajong
Nederland Wajong
75 2007 I
2008 I
2009 I
Achterhoek WAO + WIA
2010 I
2011 I
2012 I
Gelderland WAO + WIA
Nederland WAO + WIA
Bron: CBS
2.9 Afstand tot de arbeidsmarkt We maken voor de verschillende doelgroepen van de Participatiewet (WWB, WSW en Wajong) een inschatting van de afstand naar de arbeidsmarkt en de mate waarin deze afstand te overbruggen is op basis van onderzoek van de RUG. Het gaat om de afstand naar reguliere, reële en algemeen geaccepteerde arbeid. Op basis van landelijke cijfers, vertaald naar regionaal niveau, geven we een indicatie van de afstand naar de arbeidsmarkt voor de verschillende doelgroepen in De Achterhoek . Wanneer er een afstand tot de arbeidsmarkt is, wordt onderscheid gemaakt tussen een overbrugbare en niet overbrugbare afstand. Bij een niet overbrugbare afstand naar de arbeidsmarkt zijn mensen aangewezen op beschut werk of een uitkering. Een overbrugbare afstand wordt veroorzaakt door een gebrek aan vaardigheden, sociaalpsychologische problemen of onvoldoende productiviteit. Het is dan zaak om deze problemen weg te nemen of in het geval van een lage productiviteit, te compenseren door middel van loondispensatie.
CAB, Groningen
26
Afstand tot de arbeidsmarkt? nee overbrugbaar
3.450
WSW
2.740
1.090
-
1.920
820
-
1.640
Wajong oud
3.950
2.370
-
3.360
590
-
1.580
Totaal
1.040
niet overbrugbaar
WWB
Wajong nieuw
4
ja
totaal 1.040
Studie
490
100
190
10.630
1.140
4.690
1.380
60 -
6.510
2.850
140 -
4.660
In totaal zijn er circa 10.600 personen in de WWB, WSW of Wajong. Van deze groep hebben circa 1.140 personen (11%) geen afstand tot de arbeidsmarkt. Bij het wegnemen van belemmeringen en voldoende werkgelegenheid kunnen zij aan het werk bij een reguliere werkgever. In de verdeling van personen met een overbrugbare en niet overbrugbare afstand maken we onderscheid in een minimale en maximale variant. In de minimale variant (minimaal voor wat betreft het aantal mensen met een niet overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt) zijn er ca. 6.500 personen met een overbrugbare en ruim 2.800 personen met een niet overbrugbare afstand naar de arbeidsmarkt. In de maximale variant zijn er bijna 4.700 personen met een overbrugbare en ook ruim 4.600 personen met een niet overbrugbare afstand naar de arbeidsmarkt. In beide varianten zien we dat een aanzienlijk deel van de doelgroep, gemiddeld ruim de helft, de mogelijkheden heeft om bij een reguliere werkgever te werken. Tussen doelgroepen bestaan hierin wel verschillen. In de Wajong zien we in vergelijking met de andere doelgroepen het grootste aandeel met een overbrugbare afstand naar de arbeidsmarkt. In de WWB is het aandeel met een overbrugbare afstand het kleinst. Daarentegen is de groep zonder afstand naar de arbeidsmarkt in de WWB het grootst in vergelijking met de WSW en Wajong. Er zijn dus veel baanopeningen nodig om de doelgroep te activeren en uit te laten stromen naar regulier werk. .
4
Onder de vernieuwde Wajong regeling vallen voor een deel ook mensen, die nog studeren. Deze worden apart genoemd, omdat zij nog niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.
CAB, Groningen
27
2.10 Onderwijs In onderstaande paragraaf worden cijfers over deelnemers aan het VMBO en het MBO genoemd. MBO-opleidingen zijn zeer relevant voor de regionale arbeidsmarkt, omdat ongeveer 60% van de mensen die de arbeidsmarkt betreedt een opleiding op MBO-niveau heeft afgerond. Deelnemers VMBO Voor het VMBO zijn gegevens beschikbaar per vestigingsplaats van de VMBO-instelling voor de verschillende leerwegen (VMBO BL, de basisberoepsgerichte leerweg, VMBO GL, de gemengde leerweg, VMBO KL, de kaderberoepsgerichte leerweg en VMBO TL, de theoretische leerweg) en dat uitgesplitst naar de leerjaren 3 en 4. De cijfers zijn dus regionaal per schoolgemeente gerangschikt en niet naar woongemeente. Aantal deelnemers in het VMBO naar instellingsgemeente 2008/2009 – 2011/2012
2011 - 2012
418
649
672
380
2010 - 2011
442
606
657
394
leerjaar 3
VMBO BL
2009 - 2010
479
575
618
VMBO GL
387
VMBO KL
VMBO TL 2008 - 2009
487
0
672
500
2011 - 2012
423
2010 - 2011
470
388
368
1.000
630
421
1.500
2.000
633
653
583
632
2.500
leerjaar 4
VMBO BL
2009 - 2010
462
2008 - 2009
473
433
607
VMBO GL
650
VMBO KL
VMBO TL
0
336
500
593
1.000
653
1.500
2.000
2.500
Bron: Bince
In het VMBO is het aantal leerlingen in leerjaar 3 met 4% achteruitgegaan, in leerjaar 4 met 2% gestegen. Per leerweg is dat meer gedifferentieerd. Het aantal leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg is met ruim 10% gedaald, in de kaderberoepsgerichte leerweg is er een stijging van ca. 7%, in de gemengde leerweg is het aantal scholieren in leerjaar 3 licht gedaald en in leerjaar 4 met ruim 15% toegenomen en in de theoretische leerweg is het aantal scholieren in leerjaar 3 met 10% gedaald en in leerjaar 4 gelijk gebleven.
CAB, Groningen
28
Deelnemers MBO In totaal volgen in het schooljaar 2011/’12 ca. 10.300 mensen in de regio Achterhoek een MBO-opleiding, een toename van bijna 5% t.o.v. 4 jaar geleden, tegen 2% in de hele provincie. Het aandeel ‘groen’ is hier relatief hoog. Het aantal leerlingen in de sectoren economie en zorg is relatief toegenomen in de afgelopen jaren, in de sector techniek juist afgenomen. Vooral in het laatste jaar is de toename in de zorg en de afname in de techniek sterk.
Achterhoek
Aantal deelnemers in het MBO naar woongemeente 2007/2008 – 2011/2012 2011 - 2012
878
2946
2756
3565
2010 - 2011
892
2885
2913
3399
2009 - 2010
932
2904
2008 - 2009
855
2007 - 2008
789 0
3029
2740
2889
2616
3286
2785
2.000
Agrarisch
4.000
Economie
Techniek
3247
3433 6.000
Zorg En Welzijn
8.000
10.000
Combinatie
Bron: DUO, bewerking Bince/CAB
Relatief aantal deelnemers MBO naar woongemeente 2011/2012
Gelderland
8%
30%
26%
33%
Achterhoek
9%
29%
27%
35%
0%
Agrarisch
20%
Economie
40%
Techniek
60%
Zorg En Welzijn
80%
100%
Combinatie
Bron: DUO, bewerking Bince/CAB
CAB, Groningen
29
Qua niveau heeft techniek ca. 40% van de leerlingen in niveau 1 en 2, in de andere sectoren zit meer dan driekwart op niveau 3 of 4. In de begrippenlijst (bijlage 1) is een nadere omschrijving van deze niveaus te vinden. Relatief aandeel per niveau per sector 2011/2012 13%
zorg
30%
55%
32%
techniek
20%
21%
economie
34%
19%
landbouw
0%
41% 44%
29%
20%
48%
40%
niveau 1
2
60%
3
80%
100%
4
Bron: CBS
Het is overigens van groot belang om onderwijs en (MKB)bedrijven zo direct mogelijk te koppelen. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door stages en leerwerkplaatsen. Maar ook door docentstages of vakdocenten die les geven op het MBO. In de provincie Gelderland als geheel zijn er relatief iets meer MBO’ers in de richtingen Economie en minder in Zorg en in Techniek in vergelijking met de Achterhoek.
Voortijdige schoolverlaters (MBO) als percentage van het aantal deelnemers 11% 10% 9% 8% 7% 6% 5% 2006/2007
2007/2008
Achterhoek
2008/2009
Gelderland
2009/2010
2010/2011
Nederland
Bron: VSV-verkenner, Ministerie van OCW
In het schooljaar 2006/07 was het percentage vroegtijdig schoolverlaters in de Achterhoek 7,1%. In de provincie Gelderland en Nederland lagen deze percentages in dat schooljaar een stuk hoger op respectievelijk 9,1% en 9,0%. In het schooljaar 2010/11 is het percentage vroegtijdig schoolverlaters in de Achterhoek 1 procentpunt lager met 6,1%. Wel is er na de daling in 2008/09 weer een stijgende trend, waar die in de provincie en landelijk juist dalend is. Het percentage vroegtijdig schoolverlaters is in de provincie Gelderland is in het schooljaar 2010/11 met 1,2 procentpunt gedaald naar 7,8%. Het percentage vroegtijdig schoolverlaters in Nederland laat de grootste daling zien met 1,6 procentpunt naar 7,4% in 2010/11.
CAB, Groningen
30
Hoofdstuk 3 Discrepantieanalyse Vorig jaar is door CAB in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen een onderzoek uitgevoerd naar de aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in Gelderland voor de jaren 2011-2015. Waar voor hogere en wetenschappelijke banen vaak een landelijke arbeidsmarkt geldt, is dat voor elementaire, lagere en middelbare beroepen juist een vrij lokale arbeidsmarkt direct rondom de woonplaats. Daarom is voor deze beroepsgroepen een discrepantieanalyse uitgevoerd op het niveau van de regio’s zoals die ook in de regiorapporten wordt gehanteerd.
3.1 Achterhoek t/m middelbaar niveau De resultaten voor de Achterhoek voor de beroepen t/m middelbaar niveau in 2012 staan kort weergegeven in onderstaande tabel. Discrepantie tussen vraag en aanbod per beroepsgroep, regio Achterhoek Vraag Aanbod Index 2012 2012 2012 1
Totaal elementaire beroepen
1270
Index 2015
2960
-
--
24
Agrarisch
360
180
++
++
26
Technisch
1030
1010
0
0
28
Transport
420
740
-
-
29
(Para)medisch
90
40
++
++
31
Administratief, commercieel e.d.
1380
1370
0
0
33
Beveiliging
90
50
++
++
37
Verzorgend
2/3
Totaal lagere beroepen
600
760
-
0
3970
4150
0
0
44
Agrarisch
480
130
++
++
46
Technisch
1650
980
++
++
48
Transport e.d.
70
30
++
++
49
(Para)medisch
660
330
++
++
51
Administratief, commercieel e.d.
1970
1710
0
0
53
Juridisch, bestuurlijk, beveiliging
120
90
+
+
55
Taalkundig, cultureel
60
80
-
-
56
Gedrag en maatschappij
240
330
-
0
57
Verzorgende e.d.
610
1010
-
-
5890
4750
+
+
11130
11860
0
0
4/5
Totaal middelbare beroepen
1/5
Totaal elem., lagere, middelbare beroepen
Uitleg:
--: zeer ruime arbeidsmarkt;
krapte-index tussen 0 en 0,4
- : ruime arbeidsmarkt;
krapte-index tussen 0,4 en 0,8
0: ‘neutrale’ arbeidsmarkt;
krapte-index tussen 0,8 en 1,2
+: krappe arbeidsmarkt;
krapte-index tussen 1,2 en 1,6
++: zeer krappe arbeidsmarkt
krapte-index hoger dan 1,6
Op een krappe arbeidsmarkt is de vraag naar arbeid dus hoger dan het aanbod.
CAB, Groningen
31
In totaal is de arbeidsmarkt in de Achterhoek voor elementaire, lagere en middelbare beroepen neutraal te noemen, met uitschieters naar beneden en boven. In aantallen gemeten is de arbeidsmarkt in de Achterhoek vooral krap in de technische en paramedische beroepen op middelbaar niveau. Aan de andere kant is de arbeidsmarkt ruim voor elementaire beroepen, lagere transport beroepen en verzorgende beroepen. Voor administratieve beroepen in de Achterhoek is de markt neutraal te noemen. Voor 2015 wordt voor de elementaire beroepen een verschuiving van ruim naar zeer ruim voorzien, en voor de lagere verzorgende beroepen en de middelbare beroepen op het gebied van gedrag en maatschappij een verschuiving van ruim naar neutraal. Verder is het beeld gelijk aan dat van 2012.
3.2 Gelderland Voor heel Gelderland zijn de cijfers voor 2012 uit de discrepantieanalyse overigens als volgt: 1
Totaal elementaire beroepen
Aanbod
Index 2012
Index 2015
25.740
-+ 0 -++ 0 ++ ++ + ++ ++ 0 + 0 + + + ++ ++ 0 0 0 + ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ 0
-+ 0 -++ 0 ++ ++ + ++ ++ 0 + 0 + + + ++ ++ 0 0 0 + ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ 0
24
Agrarisch
1.730
1.340
26
Technisch
5.960
6.970
28
Transport
2.820
6.520
29
(Para)medisch
670
.370
31
Administratief, commercieel e.d.
10.110
11.340
33
Beveiliging
850
.480
37
Verzorgend
4.420
6.540
26.560
33.560
2/3
Totaal lagere beroepen
44
Agrarisch
2.020
.780
46
Technisch
9.770
7.160
48
Transport e.d.
440
.230
49
(Para)medisch
4.970
2.580
51
Administratief, commercieel e.d.
15.070
13.030
53
Juridisch, bestuurlijk, beveiliging
1.140
810
55
Taalkundig, cultureel
56
Gedrag en maatschappij
57
Verzorgende e.d.
4/5
Totaal middelbare beroepen
460
620
1.910
2.580
4.630
8.290
40.410
36.550
62
Pedagogisch
4.170
2.710
66
Technisch
1.800
1.310
69
(Para)medisch
2.710
1.170
71
9.280
6.100
75
Administratief, commercieel, economisch e.d. Taalkundig, cultureel
1.290
1.260
76
Gedrag en maatschappij e.d.
2.660
2.610
78
Managers e.d.
480
500
22.390
15.660
1.630
830
750
420
6/7
Totaal hogere beroepen
82
Pedagogisch
86
Technisch
89
(Para)medisch e.d.
1.420
680
91
Economisch, administratief e.d.
2.570
960
93
Juridisch, bestuurlijk
1.320
520
96
Gedrag en maatschappij e.d.
1.090
630
98
Managers
1.110
750
9.890
4.790
108.060
116.300
8/9
Totaal wetenschappelijke beroepen Totaal
CAB, Groningen
Vraag 8.810
32
De confrontatie van vraag en aanbod, de discrepantieanalyse, laat zien dat de arbeidsmarkt nog vrij ruim is voor elementaire en lagere beroepen. Het gaat hierbij in 2012 om ca. 35.000 beschikbare banen en bijna 60.000 baanzoekers. Dus in grote lijnen een ruime arbeidsmarkt. Een uitzondering vormen lagere medische en lagere beveiligingsberoepen (leerlingverpleegkundigen, militairen). Voor de middelbare beroepen zijn vraag en aanbod qua aantallen goed op elkaar afgestemd. In 2012 is het aanbod zo’n 40.000 middelbare banen en de vraag ca. 37.000. In 2015 moeten ruim 45.000 middelbare banen worden vervuld maar zijn er nog steeds 37.000 middelbare baanzoekers. De arbeidsmarkt voor middelbare beroepen wordt dus steeds iets krapper. Er blijkt vooral krapte te bestaan voor middelbare agrarische en beveiligingsberoepen. De arbeidsmarkt is nog ruim voor middelbare beroepen voor taalkunde, gedrag en maatschappij en verzorging. Echt krap wordt de arbeidsmarkt voor hogere en vooral voor wetenschappelijke beroepen. De vraag naar hogere beroepen zal in 2012 uitkomen op 22.000 banen, het aanbod op bijna 16.000 baanzoekers. Voor 2015 is dat resp. een vraag bijna 25.000 en een aanbod van ruim 15.000. De vraag naar arbeid stijgt nog wel tussen 2012 en 2015, maar dat het aanbod daalt. Met andere woorden, de arbeidsmarkt voor hogere beroepen in Gelderland wordt krapper. Ditzelfde geldt in nog sterkere mate voor de wetenschappelijke beroepen. In 2012 komt de vraag naar wetenschappelijke banen uit op 10.000 en is het aanbod van dat niveau nog geen 5.000 baanzoekers. In 2015 is dit verschil nog verder opgelopen met een arbeidsvraag van 11.600 banen en een aanbod van ongeveer 4.500 baanzoekers. In de hogere beroepen zit de krapte vooral in medisch personeel en in mindere mate in docenten en administratief personeel. De krapte voor basisschooldocenten zal in de komende jaren zelfs behoorlijk afnemen door de verwachte daling in het aantal basisschoolleerlingen. De markt voor personeel met een hogere opleiding op het vlak van taalkunde en gedrag en maatschappij relatief ruim, net als voor hogere (hbo) managers. Voor vrijwel alle wetenschappelijke beroepen is de arbeidsmarkt in Gelderland zeer krap te noemen. Echter, wetenschappelijke baanzoekers van buiten de provincie komen ook in Gelderland zoeken naar werk, net als voor beschikbare wetenschappelijke banen ook buiten de provincie wordt geworven. Dus voor wetenschappelijke banen geldt eigenlijk een nationale arbeidsmarkt.
3.3 Kwalitatieve vertaling In aanvulling op de discrepantieanalyse heeft het CAB in 2012 nog een kwalitatieve vertaling gemaakt, waarin de beroepen uit de discrepantieanalyse vertaald zijn naar MBO-opleidingen en naar clusters. Daarmee wordt een antwoord gegeven op de vraag; wat betekent de geconstateerde krapte in een bepaalde beroepsgroep in de discrepantieanalyse voor MBOopleidingen en clusters in de provincie Gelderland? Het resultaat van die kwalitatieve analyse gaf op provincieniveau een indicatie voor welke opleidingen en op welke niveaus een grote vraag ontstaat in de genoemde clusters en welk aanbod daar tegenover staat. Er is daarbij vooral naar het MBO-niveau gekeken, omdat mensen met een MBO-opleiding vaak in de buurt van hun woonplaats naar school gaan en ook in die buurt naar werk zoeken, terwijl studenten aan het HBO en de universiteit vaker
CAB, Groningen
33
bereid zijn verder te reizen en te verhuizen voor studie en werk. Hun mobiliteit is dus veel groter en dit maakt het voor deze groepen lastiger om vraag en aanbod op provinciaal niveau met elkaar te vergelijken. N.B. de in deze paragraaf vermelde werkgelegenheidscijfers zijn afkomstig van het PWE onderzoek 2011 en wijken dus af van de uitkomsten zoals weergegeven in hoofdstuk 2 die gebaseerd zijn op de uitkomsten van het PWE onderzoek 2012. De volgende clusters komen achtereenvolgend aan de orde:
CAB, Groningen
Energie en Milieutechnologie (EMT)
Maakindustrie
Logistiek en Transport
Food (=Pieken in de Delta Food+WUR)
Health (zorg en life sciences)
Zorg (het zorggedeelte van de medische sector, eigenlijk geen cluster)
34
Cluster EMT De hoofdpunten uit de bevindingen voor dit cluster:
Het cluster EMT beslaat 5,4% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee niet een hele grote speler wat betreft het aantal banen;
De werkgelegenheid in het cluster EMT valt onder de technische beroepsgroep van de discrepantieanalyse.
De opleidingen die gediplomeerden leveren voor het cluster EMT, zijn opleidingen die vallen onder de bedrijfstakken:
o
‘metaal, electro- & installatietechniek’
o
‘proces-, milieu-, laboratoriumtechniek & fotonica’.
Er is nu en de toekomst sprake van grote krapte in de technische beroepsgroepen (middelbaar en hoger). Vertaald naar MBO geldt dit voor niveau 3 en 4 (deze sluiten aan bij de middelbare beroepen);
De vraag naar arbeid in de middelbare technische beroepsgroep is relatief groot;
De rol van schoolverlaters in het totale arbeidsaanbod op technisch, middelbaar niveau is relatief klein;
De relatief grote vraag tegenover het relatief kleine aandeel schoolverlaters in het aanbod biedt kansen voor aanbieders van opleidingen op middelbaar technisch niveau;
De opleidingen die aansluiten bij het cluster EMT leverden in 2011 4.686 gediplomeerden af. De meeste van hen komen uit de bedrijfstak ‘metaal, electro- & installatietechniek’.
MBO-gediplomeerden ten behoeve van cluster EMT, 2011 Niveau
Totaal
1+2
1.571
3+4
3.115
Totaal
4.686
Bron: DUO, bewerking CAB Het merendeel van de gediplomeerden, dat geschikt is voor het cluster EMT komt uit de bedrijfstak ‘metaal, electro- & installatietechniek’. Het gaat hier om ruim 89%.
CAB, Groningen
35
Cluster Maakindustrie De hoofdpunten uit de bevindingen voor dit cluster:
De maakindustrie beslaat 12% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee een grote speler wat betreft het aantal banen.
De werkgelegenheid in de maakindustrie valt vooral binnen de technische beroepsgroep van de discrepantieanalyse. Alle opleidingen uit de bedrijfstakken: o
‘carrosserie & autoschadeherstel’,
o
‘hout & interieur’,
o
‘metaal, electro- & installatietechniek’,
o
‘proces-, milieu-, laboratoriumtechniek & fotonica’ en
o
‘motorvoertuigen-, tweewielertechniek & autohandel’
vallen onder de maakindustrie plus een aantal opleidingen uit de bedrijfstakken ‘grafische beroepen’ en ‘voedsel & leefomgeving’.
Er is nu en in de toekomst sprake van grote krapte in de technische beroepsgroepen (middelbaar en hoger). Vertaald naar MBO geldt dit voor niveau 3 en 4 (deze sluiten aan bij de middelbare beroepen.
De vraag naar arbeid in de middelbare technische beroepsgroep is relatief groot.
De rol van schoolverlaters in het totale arbeidsaanbod op technisch, middelbaar niveau is relatief klein.
Ook hier geldt, dat de relatief grote vraag tegenover het relatief kleine aandeel schoolverlaters in het aanbod kansen biedt voor aanbieders van opleidingen op middelbaar technisch niveau.
De opleidingen die aansluiten bij de maakindustrie leverden in 2011 9.988 gediplomeerden af. De meeste van hen komen uit de bedrijfstak ‘metaal, electro- & installatietechniek’. Dit geldt vooral voor niveau 3+4. MBO-gediplomeerden ten behoeve van cluster maakindustrie, 2011 Niveau
Totaal
1+2
4.135
3+4
5.853
Totaal
9.988
Bron: DUO, bewerking CAB In totaal komen veruit de meeste gediplomeerden (42%) die geschikt zijn voor de maakindustrie uit de bedrijfstak ‘metaal, electro- & installatietechniek’ Verdeling gediplomeerden voor maakindustrie, 2011 11%
2% 0% 5%
3%
Niveau 1+2
35%
44%
CAB, Groningen
Carrosserie en autoschadeherstel
Grafische beroepen
Hout en interieur
Metaal, elektro- en installatietechniek
Motorvoertuigen- en tweewielertechniek en autohandel
Proces-, milieu-, laboratoriumtechniek en fotonica
Voedsel en leefomgeving
Combinatie bedrijf
36
Cluster Logistiek & Transport De hoofdpunten uit de bevindingen voor dit cluster:
Het cluster L&T beslaat 11% van de totale werkgelegenheid in de provincie en is daarmee relatief groot;
De werkgelegenheid in het cluster L&T valt zowel onder de beroepsgroep ‘transport e.d.’ als onder de beroepsgroep ‘administratief, commercieel e.d.’ van de discrepantieanalyse;
De MBO-opleidingen die gediplomeerden leveren die geschikt zijn voor het cluster L&T zijn te vinden in de bedrijfstakken
o
‘detailhandel, groothandel & internationale handel, mode & textiel’,
o
‘horeca, toerisme & voeding’,
o
‘transport & logistiek’ en
o
‘combinatiebedrijf’
Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt in de middelbare transportberoepen en in de hogere en wetenschappelijke administratieve, commerciële en economische beroepen;
De vraag naar arbeid in de middelbare transportberoepen is erg klein en in de beroepsgroep ‘administratief, commercieel e.d. juist erg groot;
De
rol
van
schoolverlaters
in
het
totale
arbeidsaanbod
in
de
middelbare
transportberoepen is redelijk groot en in de beroepsgroep ‘administratief, commercieel, e.d. juist relatief klein;
Er liggen kansen voor opleidingen in de richting administratief, commercieel e.d.
De opleidingen die aansluiten bij het cluster L&T leverden in 2011 3.170 gediplomeerden af. De meeste van hen komen uit de bedrijfstak ‘detailhandel, groothandel & internationale handel, mode & textiel’, dit geldt vooral voor niveau 3+4 van het MBO. MBO-gediplomeerden ten behoeve van cluster L&T, 2011 Niveau
Totaal
1+2
1.132
3+4
2.082
Totaal
3.170
Bron: DUO, bewerking CAB++ Verdeling gediplomeerden voor cluster L&T, 2011 2% 23%
Niveau 1+2
11%
1%
Niveau 3+4
0%
56%
32%
76%
CAB, Groningen
Detailhandel, groothandel en internationale handel, mode en textiel
Horeca, toerisme en voeding
Transport en logistiek
Combinatie bedrijf
37
Cluster Food De hoofdpunten uit de bevindingen voor dit cluster:
Het Food-cluster beslaat 4% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee relatief klein;
De werkgelegenheid in het Food-cluster valt zowel onder de technische beroepsgroep als onder de beroepsgroep ‘administratief, commercieel e.d.’ van de discrepantieanalyse;
Er
is
sprake van
een
krappe arbeidsmarkt
in
de middelbare,
hogere en
wetenschappelijke technische beroepen en in de hogere en wetenschappelijke administratieve, commerciële en economische beroepen;
De gediplomeerden die geschikt zijn voor het Food-cluster zijn afkomstig uit de bedrijfstakken
o
‘metaal, electro- & installatietechniek’
o
‘motorvoertuigen-, tweewielertechniek & autohandel’ en
o
‘proces-, milieu-, laboratoriumtechniek & fotonica’
De vraag naar arbeid in zowel de middelbare technische beroepsgroep als de beroepsgroep ‘administratief, commercieel e.d’ is relatief groot;
De rol van schoolverlaters in beide beroepsgroepen is relatief klein;
Ook hier liggen kansen voor opleidingen op middelbaar niveau in de richtingen techniek en administratief, commercieel;
De opleidingen die aansluiten bij het cluster L&T leverden in 2011 6.978 gediplomeerden af. De meeste van hen komen uit de bedrijfstak ‘metaal, electro- & installatietechniek’. MBO-gediplomeerden ten behoeve van Food-cluster, 2011 Niveau
Totaal
1+2
2.395
3+4
4.583
Totaal
6.978
Bron: DUO, bewerking CAB Verdeling gediplomeerden voor Food-cluster, 2011
CAB, Groningen
38
Cluster Health Een samenvatting van de bevindingen voor dit cluster:
Het Health-cluster beslaat 1,9% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee relatief klein;
De werkgelegenheid in het Health-cluster valt zowel onder de technische als de (para)medische beroepsgroep van de discrepantieanalyse;
De opleidingen die gediplomeerden leveren die geschikt zijn voor het Health-cluster, bevinden zich in de bedrijfstakken
o
‘gezondheidszorg, dienstverlening, welzijn & sport’ (alleen apothekersassistente),
o
‘metaal, electro- & installatietechniek’ en
o
‘proces-, milieu-, laboratoriumtechniek & fotonica’.
Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt in de middelbare, hogere en wetenschappelijke technische beroepen en op alle niveaus in de (para)medische beroepen;
De vraag naar arbeid in de middelbare technische beroepsgroep is relatief groot, in de (para)medische beroepsgroep is sprake van een gemiddelde vraag;
De rol van schoolverlaters in de middelbare technische beroepsgroep is relatief klein en in de (para)medische beroepsgroep juist relatief groot;
De relatief grote vraag tegenover het relatief kleine aandeel schoolverlaters in het aanbod biedt ook binnen dit cluster kansen voor aanbieders van opleidingen op middelbaar technisch niveau;
De opleidingen die aansluiten bij het Health-cluster leverden in 2011 3.167 gediplomeerden af. Het overgrote merendeel komt uit de bedrijfstak ‘metaal, electro- & installatietechniek’ MBO-gediplomeerden ten behoeve van Health-cluster, 2011 Niveau
Totaal
1+2
1.044
3+4
2.123
Totaal
3.167
Bron: DUO, bewerking CAB Verdeling gediplomeerden voor Health-cluster, 2011 1%
Niveau 1+2
99% Gezondheidszorg, dienstverlening, welzijn en sport
Metaal, elektro- en installatietechniek Proces-, milieu-, laboratoriumtechniek en fotonica CAB, Groningen
39
Sector Zorg Een samenvatting van de bevindingen voor dit cluster:
De zorgsector beslaat 17% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee een grote sector;
De werkgelegenheid in de zorgsector valt grotendeels onder de (para)medische beroepsgroep van de discrepantieanalyse, een deel valt onder de beroepsgroep ‘verzorgende e.d.’;
De MBO-opleidingen die gediplomeerden leveren die geschikt zijn voor de zorg bevinden zich allemaal in de bedrijfstak ‘gezondheidszorg, dienstverlening, welzijn en sport’.
Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt in de lagere, middelbare, hogere en wetenschappelijke (para)medische beroepen en van een ruime arbeidsmarkt in de verzorgende beroepen;
De vraag naar arbeid in zowel de (para)medische als de verzorgende beroepsgroep is gemiddeld te noemen;
De rol van schoolverlaters in zowel de middelbare (para)medische als verzorgende beroepsgroep is groot;
De gemiddelde vraag tegenover het relatief grote aandeel schoolverlaters in het totale aanbod maakt de krapte in de (para)medische beroepsgroepen vrij serieus. Opleidingen zouden hun rol in het aanbod verder kunnen vergroten, bijvoorbeeld door de omscholing van werklozen;
De opleidingen die aansluiten bij de zorgsector leverden in 2011 4.194 gediplomeerden af. MBO-gediplomeerden ten behoeve van zorgsector, 2011 Niveau
Totaal
1+2
2.117
3+4
2.077
Totaal
4.194
Bron: Duo, bewerking CAB
CAB, Groningen
40
Bijlage 1 Begrippenlijst Beroepsbevolking: de mensen die minstens 12 uur per week werken (de werkzame beroepsbevolking) plus de mensen die actief op zoek zijn naar een baan van minstens 12 uur per week (de werkloze beroepsbevolking). Bruto participatiegraad: het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking. MBO niveau 1: eenjarige Assistentenopleiding MBO niveau 2, tweejarige basisberoepsopleiding (startkwalificatie) MBO niveau 3, driejarige vakopleiding MBO niveau 4, vierjarige middenkader- of specialistenopleiding Netto participatie graad: het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking. Niet-werkende werkzoekenden (nww): alle werkzoekenden die ingeschreven staan bij UWV én die niet werken of minder dan twaalf uur per week werken. Participatiewet (PW): In de Participatiewet (beoogde invoerdatum 1-1-2014) voegt het kabinet Rutte 2 de Wet werk en Bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong samen. Pendel: Eenmaal in de vier jaar wordt het PWE-werkgelegenheidsonderzoek uitgebreid met een vraag over de herkomst (de woonplaats) van de medewerkers bij het bedrijf. Potentiële beroepsbevolking: de bevolking in de leeftijd van 15 tot en met 64 jaar. Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO): Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, in 2006 vervangen door de WIA. VMBO BL (Basisberoepsgerichte leerweg) De
basisberoepsgerichte
leerweg
bereidt
leerlingen
uitsluitend
voor
op
de
basisberoepsopleidingen in het mbo (niveau 2). Deze leerweg kunnen leerlingen kiezen als ze heel praktisch ingesteld zijn. Leerlingen kunnen in deze leerweg een leer-werktraject volgen (leren en werken). Een groot deel van het onderwijs volgen ze buiten school in een leerbedrijf.
CAB, Groningen
41
VMBO GL (Gemengde leerweg) Leerlingen kunnen de gemengde leerweg kiezen als ze weinig moeite hebben met studeren en zich willen voorbereiden op bepaalde beroepsopleidingen. Deze leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). VMBO KL (Kaderberoepsgerichte leerweg) De kaderberoepsgerichte leerweg is voor leerlingen die het liefst kennis opdoen in de praktijk. Deze leerweg bereidt de leerling voor op de vakopleidingen en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). VMBO TL (Theoretische leerweg) Leerlingen kunnen de theoretische leerweg kiezen als ze weinig moeite hebben met studeren en nog geen specifieke beroepsopleidingen wil kiezen. De theoretische leerweg bereidt de leerling voor op de vakopleidingen en de middenkaderopleidingen (niveau 3 en 4) in het mbo. Soms kan een leerling ook doorstromen naar de havo. Havo-scholen kunnen hiervoor zelf regels opstellen. Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong): wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd. Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn op de dag dat zij 17 jaar worden, of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden én een opleiding/studie volgen Werkloosheidswet (WW): de wet heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt Wet werk en bijstand (WWB): wettelijke sociale voorziening die op 1 januari 2004 in werking is getreden ter vervanging van de Algemene bijstandswet (ABW), de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en Doorstroombanen (ID-banen). Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA): de WAO is in 2006 vervangen door de WIA. De WAO had als doel om personen in loondienst te verzekeren van een loonvervangende uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid (langer dan een jaar). Verandering is dat bij de WIA werken naar vermogen centraal staat en ook beloond wordt.
CAB, Groningen
42
Bijlage 2 POA- en COROP-gebieden
CAB, Groningen
43
CAB, Groningen
44
CAB Martinikerkhof 30, 9712 JH Groningen T (050) 311 51 13 E
[email protected] I www.cabgroningen.nl KvK 02060926 BTW NL806242139