iVn-afdeling oost-achterhoek VERENIGING VOOR NATUUR- EN MILIEU-EDUCATIE
aPriL 2013
nr. 93
IVN-afdeling Oost-Achterhoek Voorzitter: Piet Schadee, Wolfersweg 10, 7161 WR Neede, tel: 0545-475341 , e-mail:
[email protected] Vice-voorzitter: Jacqueline Borgers-Collou, Looweg 10, 7152 AL Eibergen, tel: 0545-479997, e-mail:
[email protected] Secretaris: Gertrude Bomer, Havekortweide 9, 7152 KJ Eibergen, tel: 0545-472457, e-mail:
[email protected] Penningmeester: Henriëtte ter Braak, Tongerlosestraat 17, 7131 WH Lichtenvoorde, tel: 0544-373277, e-mail:
[email protected] Lid: Jan Dirk Focker, Hoge Boekelerweg 112, 7531 EG Enschede, tel. 053-8507382, e-mail :
[email protected] Lid: Marcel Karperien, Bronkhorstkamp 10, 7151 DJ Eibergen, tel:0545-478378, e-mail:
[email protected] Lid: André Hendriks, Dorpsstraat 85, 7136 LJ Zieuwent, tel: 0544-352043, e-mail:
[email protected] Werkgroep Cursussen: Erika Ordelman, Haaksbergseweg 103, 7161 BH Neede, tel. 0545-295327, e-mail;
[email protected] Werkgroep Jeugd: Monique Molendijk, Haarstraat 19, 7156 LM Beltrum, tel. 0544-482714, e-mail :
[email protected] Werkgroep Landschapsbeheer: Johnny Hollink, Huikert 17a, 7161GJ Neede, tel. 0545-291109, e-mail.
[email protected] Werkgroep Promotie: Ben ter Braak, Tongerlosestraat 17, 7131 WH Lichtenvoorde, tel. 0544-373277, e-mail:
[email protected] Werkgroep Thema-avonden: Gijs Verkerk, Goudsbloemstraat 15, 7151 GB Eibergen, tel. 0545-471910, e-mail:
[email protected] Werkgroep Vleermuizen: Anke Hollink, Huikert 17a, 7161GJ Neede, tel. 0545-291109, e-mail.
[email protected] Werkgroep Wandelen: André Hendriks, Dorpsstraat 85, 7136 LJ Zieuwent, tel: 0544-352043, e-mail:
[email protected] Werkgroep Website: Frans Bomer, Haverkortweide 9, 7152 KJ Eibergen, tel: 0545-472457, e-mail:
[email protected] Contributie: Leden € 21,00, Huisgenoten € 11,00, Jeugdlid € 8,00, Donateur € 11,00 (mag meer). Bankrekening: Rabobank Achterhoek-Oost, nr. 31.64.40.116 t.n.v. IVN
De Gentiaan is het afdelingsblad van de IVN-afdeling oost-achterhoek Het blad verschijnt vier maal per jaar, aan het begin van ieder kwartaal. De redactie Gentiaan bestaat uit: Vaste medewerkers: Els van Dijk, Iet Hensbroek, Marina Pruysers, Marco Boekelder, Auke Hoekstra, Kees de Rooij. Coördinator redactie: Peter Polter, Piersonstraat 10, 7103 HC Winterswijk, tel 0543-520923. E-mail redactie:
[email protected]. Sluiting volgend nummer: Het volgende nummer van de Gentiaan verschijnt half juli. De sluitdatum voor de kopij is: 15 juni. (Kopij digitaal aanleveren als platte tekst zonder opmaak. Foto’s als losse jpg-bestanden in hoge resolutie. Maximale omvang van bijdragen: ongeveer 500 woorden.)
2
VAN DE BESTUURSTAFEL
Veel activiteiten en verhoging contributie
Terwijl ik dit zit te schrijven, staat de verwarming hoog, heb ik een dikke trui aan en het sneeuwt zachtjes, oftewel het is echt voorjaar. Het is vaker koud in maart, maar deze winter lijkt langer en vooral grauwer dan anders. Toch is de natuur al dapper met de lente bezig. Er worden nesten gebouwd, knoppen staan op springen en de voorjaarsbollen bloeien al. Ik sta te popelen om weer lekker buiten aan de slag te kunnen, maar dan wel met een aangenamere temperatuur. Maar ja, dat hoor ik natuurlijk niet te zeggen als IVN’er want, ieder weer is IVN weer; toch?
sen met veel enthousiasme het traject in is gestapt. Anderhalf jaar is niet niks, maar ik heb aan den lijve ondervonden dat het voorbij vliegt en dat het door de afwisseling en de vele excursies echt de moeite waard is. In 2014 mogen Lud en ik weer twee lessen en twee excursies verzorgen en daar verheug ik me nu al op. Algemene ledenvergadering De algemene ledenvergadering is gehouden op 20 maart. Deze is door een trouwe groep mensen goed bezocht en er werd een erg boeiende film van Ben Trachter over het Haaksberger veen vertoond.
Nieuwjaarsreceptie Het nieuwe jaar is qua activiteiten al wel weer echt begonnen. Op 6 januari hebben we 2012 afgesloten en 2013 verwelkomd op een gezellige nieuwjaarsbijeenkomst.
Contributie Een verandering waarover in de algemene ledenvergadering een besluit genomen is, is de verhoging van de contributie naar 21 euro. Deze verhoging heeft te maken met het feit dat sinds de tweede helft van 2012 mensen ook rechtstreeks lid kunnen worden van de landelijke IVN. Ze betalen dan € 24,waarvan de afdeling € 12,00 ontvangt. De landelijke IVN heeft de afdelingen gevraagd de contributie op termijn te harmoniseren. We maken nu de eerste stap hierin en over enkele jaren zullen we het voorstel doen om het bedrag te verhogen naar € 24,-, omdat de afdracht aan de landelijke IVN ook zal worden verhoogd.
Programma Er staat weer een uitgebreid programma gepland met veel interessante activiteiten zoals: boeiende wandelingen en excursies, een beginnerscursus natuurfotografie, verschillende interessante thema avonden, enz. Kijk vooral op de site voor de actuele informatie. Gidsencursus De nieuwe gidsencursus is ondertussen alweer in volle gang. Ik heb het genoegen gehad om samen met Lud Overkamp een les en een excursie te mogen verzorgen over het landschap. Het is fijn om te mogen ervaren dat er weer zo’n grote groep men-
Veel leesplezier en vooral een heel veel zon toegewenst, want daar zijn we met z’n allen wel aan toe!
Jacqueline Borgers-Collou n
ivn Zomerweek Dit jaar vindt de IVN zomerweek plaats van vrijdag 2 augustus t.m. vrijdag 9 augustus. Locatie is de groepsaccommodatie en camping De Bekedamster te Nijemirdum. Het programma is weer gevarieerd. Wandelingen en fietstochten en excursies met een (IVN) gids, werken in de natuur, enz. Voor de activiteiten zoeken we contact met lokaal bekende mensen. Zij kunnen ons veel vertellen en laten zien over de streek! Voor de kinderen is een apart dagprogramma onder deskundige leiding. Meer informatie over de IVN Zomerweek op de landelijke website van IVN.
We hebben met meer dan 40 personen de doorstapwandeling gemaakt op 20 januari. Een barre tocht: snijdende oostenwind
3
en sneeuw onderweg. Maar we hebben met plezier gelopen. Auke Hoekstra n
WEER EN NATUUR
April de wreedste maand van het jaar
Wat gebeurt er klimatologisch allemaal in deze maand april? Ik vind april de wreedste maand van het jaar, omdat de verschillen zo groot kunnen zijn. Dit heeft alles te maken met de overgang van de lente naar de zomer. Laten we eens naar de temperaturen kijken. In tegenstelling tot de andere maanden is april gemiddeld niet warmer geworden. Het gemiddelde over de laatste 30 jaar (1971 – 2002) is zelfs tienden van graden lager geworden. Er zijn grote verschillen in temperatuur: van soms 27 graden tot rond het vriespunt. De hoogste • De eerste tekenen van het naderende voorjaar. temperaturen in april komen in Limburg voor. In dat gebied begint de bladontplooiing van bomen ook het eerst , soms werd het in De Bilt al 23,2 graden, en er volgden twee weken eerder dan in kop van Noord-Holland nog meer warme dagen, vanaf de 20e werd het en Waddengebied. Gemiddelde valt er deze maand zelfs een week lang rond de 25 graden. ook de minste regen: 45 mm. Dus een droge maand Je zou dan, al zittend op een warm en zonnig terrasje, bijna vergeten dat april geen zomermaand is, Koninginnedag maar dat het een overgangsmaand is. April smaakt We zijn pas op 1 april met de zomertijd begonnen. zoet! Dus profiteren we van 1 uur meer daglicht. Strijden Op Koninginnedagen merken we ook de grote verIn april strijden de warmte in het zuiden en de kou schillen op. Het kan koud en warm zijn. De warmste in het noorden om de macht De zon komt dagelijks beleefden we in jaar 1993, het werd op vele plaathoger, en de daglengte neemt elke dag met ongesen 26 tot 28 graden. Heel koud en guur met reveer vier minuten toe. gen-, hagel- en onweerbuien en harde wind kan ook plaats vinden en wel op de Koninginnedagen van Maar er kan ook nog sneeuw vallen, als er onsta1956, 1970 en 1979. Maar in 1999 was het in De biele koude Arctische lucht hier komt. Je ziet dan Bilt heel zonnig met 13,8 uur zon. Door de geringe dat de bloeiende bolgewassen bijna verdwijnen in vochtigheid van 20% konden de festiviteiten plaats de sneeuw. Soms komt het voor dat er grote tempevinden tegen een decor van diepblauwe hemel. ratuurschommelingen zitten op twee opeenvolgende dagen van wel 15 graden. We hebben wel eens een In 2011 hadden we vaak warme dagen. Op 2 april witte Pasen gehad. In het westen van het land en ook Friesland viel er op 11 en 12 april 1978 tussen de 10 en 15 cm sneeuw. Overdag werd het niet warmer dan 3 tot 4 graden. De meest recente witte Pasen was in 2008. Wat gebeurt er nog meer in deze maand april ? In Amerika is het tornado seizoen weer begonnen. Gelukkig krijgen we hier weinig mee te maken, hoewel dicht bij maakten we het mee op 10 augustus 1925, en 2 jaar later op 1 juni 1927 . Even weer terug naar de wrede maand april. Ik eindig altijd met een spreuk: Aprilletje zoet, geeft niet zelden een witte hoed.
• Na de kille winter eindelijk weer kleur in de natuur.
Auke Hoekstra n
foto Flickr.com
4
Zelf op ontdekkingstocht: kleine ijsvogelvlinder Fascinerend vind ik ze, die fladderaars. Als rups nog dikwijls als “ongedierte” beschouwd, maar als imago een welkome gast. Wist je dat sommige vlinders, zoals het heideblauwtje, in hun hele leven niet verder vliegen dan 300 meter, terwijl de atalanta wel 3.000 kilometer vliegt? De kleine ijsvogelvlinder, waar dit artikel verder over gaat, is een goede vlieger en daardoor heel goed in staat om nieuwe gebieden te koloniseren. De kleine ijsvogelvlinder (Limenitis camilla) is een vrij zeldzame dagvlindersoort, die in de Achterhoek nog een redelijk groot verspreidingsgebied heeft. De soort staat met de indicatie “bedreigd” op de Rode Lijst. Deze vermelding houdt in dat er extra aandacht nodig is vanuit het beleid en beheer van gebieden om de achteruitgang te stoppen.
deels hoog in de (zonbeschenen) bomen, maar komen ’s morgens naar beneden om te drinken van mest of vocht van de grond. Ook zijn ze aan te treffen op zonnige en windluwe plaatsen van braamstruwelen. De wilde braam is een van de belangrijkste nectarplanten van de soort.
• Kamperfoelie.
De kleine ijsvogelvlinder is niet moeilijk te herkennen. Het is een vrij grote vlinder met een relatief langzame vleugelslag. Ze gaat meestal op een zonnige plek met geopende vleugels zitten. Soms vliegt de vlinder weg en verdwijnt over de boomtoppen. Blijf dan rustig enkele minuten wachten, want de kans is groot dat de vlinder naar dezelfde plek terugkeert. Minder ervaren waarnemers verwisselen de vlinder weleens met de zomergeneratie van het landkaartje, maar op de foto is duidelijk te zien dat die een duidelijk andere tekening heeft en overigens ook beduidend kleiner is.
• Kleine ijsvogelvlinder
Sterk afgenomen In 2012 is het aantal dagvlinders in Nederland opnieuw sterk afgenomen, waarmee de vlinderstand op het laagste niveau van de laatste tien jaar is terechtgekomen. Van alle vlinders verminderen de zeldzame en bedreigde soorten het sterkst. Dit geldt ook voor de kleine ijsvogelvlinder. In de zomer van 2012 heb ik diverse terreinen in de noordelijke Achterhoek onderzocht op het voorkomen van de kleine ijsvogelvlinder. Tot mijn eigen verbazing en vreugde heb ik de vlinder op meer locaties aangetroffen, dan de laatste jaren bekend was. Ik ben daardoor gesterkt in mijn vermoeden, dat deze vlinder in nog meer gebieden aanwezig is, maar dat er helaas geen waarnemers zijn om dat te registreren. Mijn hoop is nu gevestigd op de lezers van De Gentiaan. Het zou geweldig zijn, als meer mensen in hun eigen omgeving rondkijken of zij deze dagvlinder kunnen opmerken.
• Landkaartje (zomervorm)
De kleine ijsvogelvlinder vliegt, in een generatie, vanaf 10 juni tot begin augustus. Je kunt dus ook zelf op ontdekkingstocht. Mocht je de vlinder ergens signaleren dan kunt je de waarneming, liefst vergezeld van een foto, registreren op het internet via de speciaal daarvoor opgerichte website www.waarneming.nl. Daar kun je ook andere interessante vondsten melden. Meer vlinderwetenswaardigheden van de Achterhoek vind je op mijn eigen website: www. koerselpas.nl/vlinders.
Kieskeurig De vlinder is tamelijk kieskeurig bij het selecteren van haar biotoop. De rupsen leven uitsluitend van de bladeren van de kamperfoelie. Deze plant is vooral aan te treffen in vochtige bossen, waar voldoende zonlicht de bodem bereikt. De vlinders leven
Jan W. Koerselman n
5
THEMA-AVOND
roofvogels en hun specificaties
Cees van Beinum hield voor ons in Neede op 14 januari een druk bezochte dialezing over roofvogels. Zie ook het uitgebreide verslag op onze website: ivn.nl/afdeling/oost-achterhoek Uilen geen roofvogels Hoewel uilen ook leven van geslagen prooien vallen zij niet onder het begrip roofvogels. Zij behoren tot een afzonderlijke familie. Uilen jagen ‘s nachts op hun gehoor. De ogen van uilen zijn naar voren gericht, die van roofvogels staan aan beide zijden van de kop. Roofvogels jagen uitsluitend overdag en op het zicht. Roofvogels algemeen Op het moment zijn er nogal wat roofvogels in Berkelland. Vooral veel buizerds uit Scandinavië. De roofvogels volgen hun voedsel, er zijn dan ook veel andere vogelsoorten uit het noorden in ons land. Bij roofvogels is het vrouwtje groter dan het mannetje. De poten van het vrouwtje zijn ook dikker dan van de man. Dit is ook al het geval bij jonge dieren, zodat al vroeg de sekse is vast te stellen. De havik De havik wordt het hele jaar in ons land waargenomen. Borst en buik zijn lichtgrijs met donkere dwarsstrepen. De bovenzijde is bruin. De havik jaagt op konijnen en grotere vogels. Zelfs de sperwer is niet veilig voor hem. Hij is heel erg wendbaar en jaagt met grote snelheid tussen de bomen in het bos. Hij zet in januari zijn territorium uit. Het vrouwtje bouwt het nest in de vorm van een groot wagenwiel en bebroedt zo’n 3 tot 5 eieren. In het broedterritorium wordt niet gejaagd. Het leefgebied strekt zich uit tot wel 3 km van de horst. Rond 22 mei komen de eieren uit. Moeder havik waakt over de jongen
• Bruine kiekendief
terwijl vader havik prooien aanbrengt voor vrouw en kinderen. Dit houdt in dat als het mannetje verongelukt het vrouwtje voor een duivels dilemma wordt geplaatst. Gaat zij jagen dan vallen de jongen bijna altijd ten prooi aan andere rovers. Gaat zij niet jagen dan sterven de jongen de hongerdood. De buizerd De buizerd bouwt een groot langwerpig nest. Hij heeft brede afgeronde vleugels en is daardoor zeer wendbaar. Het verenpak is vaak bruin met lichte plekken, soms helemaal licht, bijna wit. De ouders verjagen aan het eind van de zomer de jongen uit hun territorium. De buizerd zeilt bij warm weer op de thermiek naar grote hoogte van waar hij naar prooien speurt. Deze bestaan uit konijnen en andere kleine zoogdieren. Is er te weinig thermiek dan zoeken buizerds vaak lage uitkijkposten om naar een prooi te zoeken. Hij is een geweldig mollenvanger, ook eet de buizerd verkeersslachtoffers.
• De havik.
6
De wespendief De wespendief is aan de bovenzijde donkerbruin. De onderzijde is licht van kleur met donkere horizontale strepen. Deze vogel overwintert in Afrika. In de vlucht is hij nauwelijks te onderscheiden van de buizerd. De aanwezigheid van de wespendief wordt vaak onderkend aan de resten van raten van opgegraven wespennesten. Zijn er veel wespen dan zijn er ook veel wespendieven.
bedekt met een donkere tekening. Tegenwoordig nestelt de torenvalk graag in nestkasten. Alle valken hebben lange spitse vleugels en zijn daardoor snelle jagers.
Kiekendieven In ons land komen er drie soorten kiekendieven voor waarvan twee als grondbroedvogels. Zij jagen met een licht golvende vlucht op 1 à 2 meter boven de grond op konijnen, muizen, zangvogels en amfibieën waarop hij zich laat vallen. Dit is dus een heel andere manier van jagen dan die van de havik, de sperwer en de valk. De bruine kiekdief is de grootste soort in ons land en komt relatief veel voor als broedvogel. Zijn verenpak is voornamelijk bruin met ook wat grijstinten. De blauwe kiekendief is blauwgrijs van kleur soms met veel wit met een donkere borst. Hij broed praktisch niet in ons land. Mannetje en vrouwtje gooien elkaar de prooi over in de vlucht. De grauwe kiekendief is de kleinste soort in ons land. Een weinig voorkomende broedvogel. De bovenzijde van de vleugels is asgrauw de onderzijde is donkerder. In Groningen worden de jongen op praktische wijze extra beschermd door de boeren.
• De slechtvalk.
Hij vangt zijn prooi vaak uit biddende positie met een razendsnelle duik. Muizen vormen zijn hoofdvoedsel. De boomvalk broed graag in open bossen en parken in hoge bomen in de nesten van bijv. kraaien. Hij heeft een blauwige kleur en cirkelvormige gepunte vleugels en is daardoor super snel. Hij bidt niet, maar vangt in de lucht vliegende insecten die hij direct opeet. Hij vangt ook wel zwaluwen.
Valken De torenvalk is op de rug roodbruin van kleur en
De slechtvalk is de grootste valk in Nederland. De buik en borst zijn licht van kleur met donkere dwars strepen, de rug is donkergrijs. De slechtvalk is steeds meer te zien. Een slechtvalk stort zich van bovenaf op zijn prooi met een snelheid van meer dan 300 km per uur. In recht vlucht haalt de slechtvalk ook de 100 km per uur. Het smelleken is een heel kleine valk niet veel groter dan de grote lijster met een grijsblauwe rug en lichtbruine onderzijde met korte lengte strepen. Hij vliegt met snelle vleugelslag snel en vlak boven de grond en overvalt op die manier kleine vogels. Na een kort dankwoord van Ben aan Cees (het was al aan de late kant geworden) nemen wij afscheid van elkaar na een heel interessante en leerzame avond. Gijs Verkerk n
• Smelleken.
7
(advertentie)
(advertentie)
(Voormalig) Lensdragers gezocht In het kader van een onderzoek naar nieuwe contactlensmaterialen is
Hofland Optiek
op zoek naar mensen die problemen hebben gehad met hun contactlenzen. Deze problemen moeten zich vooral bevinden op het gebied van: - droge ogen(al dan niet aan het einde van de dag), - irritatie in geairconditioneerde ruimten, - werkzaamheden met beeldschermen, - rokerige ruimten. Graag willen wij mensen uitnodigen om een afspraak te maken. Aan het onderzoek zijn geen kosten verbonden. Contactlenzen en aanpassingen worden gratis ter beschikking gesteld tijdens dit onderzoek. 8
KIJK EENS NAAR
Trilzwammen
Het is eind februari en de winter is nog niet afgelopen: een gure oostenwind jaagt wolken langs de hemel en verstopt de zon. Toch maar even naar buiten. Met een dikke jas, das, muts en wanten en stevige schoenen lukt dat goed. Alles is even somber, zelfs het bos ziet er levenloos uit. Geen stromend water in de beekjes en nog weinig groen boven de grond. Tot, opeens…
“Naast al dat droge gedoe vinden we wonder boven wonder in den winter ook nog heel teere geleiachtige zwammen aan takken stammen. Kijk eens in het bladerlooze eikenhout, dan ziet ge iets geel glinsteren, een geel geleiklompje, aardig geplooid en trillend bij de minste aanraking. Dit is de Gele Trilzam (Tremella seenterica). Er is ook een Zwarte Trilzwam (Exidia glandulosa), net zoo’n geleiachtig en rimpelig gedoetje als de Gele. … Daartoe behoort ook het beroemde Judas-oor (Nirneola auricul Judae). Dat groeit op oude vlierstruiken. Ze komen eerst uit de zware takken te voorschijn als kleine bruine knopjes, dicht op elkaar. Die knopjes groeien uit tot bekertjes, die zich later weer grillig vervormen en daar komt het dikwijls uit, dat zij werkelijk veel gaan gelijken op een menschelijke oorschelp.De bruine kleur gaat langzamerhand over in donker violet, maar keert ook weer terug. Als het gaat vriezen en er waait een droge Oostenwind, dan wordt het oor eerst pimpelpaars, dan bruin en ’t schrompelt eindelijk in. Maar zoodra het gaat dooien en regenen, zuigt de oppervlaktelaag weer water op en het oor is weer even frisch als te voren. Eindelijk verdroogt het voor goed, maar in het najaar komen uit denzelfden tak weer nieuwe ooren spruiten.”
Een klein oranje zonnetje zich laat zien op oud hout. Als we dichterbij het zonnetje komen lijkt het wel een stel hersenen. En als we er aan voelen gaat het trillen als een trilpudding. Weet u het al? Het is geen zonnetje, het zijn geen hersenen, het is geen pudding, nee het is het oranje/gele trilzwammetje (Tremella mesenterica). Het leuke is, dat dit zwammetje in de winter zo gemakkelijk te vinden is en ons even wat vrolijks brengt.
Het judasoor is eetbaar en vooral geliefd in de Japanse en Chinese keuken. Hij kan worden gedroogd en dan gegeten. Durft u dat? Op eigen verantwoordelijkheid!
Vol water Als het vriest wordt het zwammetje hard, maar gaat het dooien dan pompt het zich weer vol water en wordt het weer week en zwak en voel het aan als een gelatine pudding. En het vormt direct weer nieuwe sporen. De sporen van deze zwam zitten over het hele oppervlakte verspreid. Hoe meer de zwam gelobd is hoe meer sporen. En als u goed kijkt ziet u dat er korstzwammen op hetzelfde hout zitten. Zij vormen de voedingsbodem voor de trilzwam, die vervolgens het oude hout kan opruimen. Om het duur te zeggen; de Tremella is een parasitaire saprofyt.
Ga eens het bos in en zoek naar deze zwammen, vooral op dood hout van eiken, elzen, hazelaars en voor het judasoor de vlieren. U zult dan ook de bruine en zwarte trilzwam tegenkomen. En als u dan toch aan het zoeken bent: er is ook een doorschijnende soort, de witte trilzwam. Heel wonderlijk, zo’n klein hompje doorzichtige gelatine, maar hij wordt gebruikt in thee, leest u maar mee: De theebloem Happiness is gemaakt van groene thee met in het hart een witte Trilzwam. De thee getrokken van deze theebloem is immuunsysteemversterkend en uitermate verfrissend. Nadat u de theebloem in het gekookte water heeft gegooid, komt de bloem langzaam tot bloei en verschijnt er een prachtige witte bloem. Na een paar minuten heeft u een geurige pot thee.
Wonder boven wonder Jac. P. Thijsse beschrijft het in het Verkade album als volgt:
Dat de thee immuunversterkend is komt door de witte trilzwam. Iet Hensbroek n
• De gele trilzwam.
9
Leerzame voorwandeling Brinkheurne Het was een heel gezelschap. Ik dacht dat ik samen met André en medecursist Jan een wandeling ging voorlopen, maar tot mijn verrassing waren ook nog de hoofdgids Els, haar man Lud, Jan Dirk, Ben en Marina aanwezig. Ze waren allemaal daar, omdat ze de volgende dag mee gingen gidsen op de IVN-publiekswandeling in Brinkheurne, die als thema “Cultuurgeschiedenis “ had en voor 16 februari op de wandelagenda stond. Voorlopen is nodig, vooral omdat niet iedereen het gebied kent. Bovendien is er in ieder seizoen • Een heel bijzondere boom. wel iets anders te zien. Alleen Els en Lud kennen het gebied op hun duimpje. Voor alle anderen is het nieuw, zelfs Acacia (vlinderbloemige), beuk en haagbeuk. voor degenen die in Winterswijk wonen. De grote Cultuurgeschiedenis groene EHBO-doos gaat ook onder de arm mee, Bij het Stemerd krijgen we van Lud een les in culwant die hoort bij elke IVN-wandeling. Daarnaast tuurgeschiedenis. Ik leer dat een es hetzelfde als dienen minstens twee mobiele telefoons aanwezig een kamp is en dat een 1 meter hoge es 1000 jaar te zijn en een (staf)kaart om in geval van nood 112 lang staluitmesten vertegenwoordigt. Het Stemerd is te kunnen bellen en uit te leggen waar je zit. Ergens al bewoond sinds 1300, maar wel herbouwd. Achter halverwege de wandeling wordt voor het publiek een het Stemerd ligt nog een lijkweg. Dat was een prikoffiepunt ingericht. Tegen een kleine vergoeding véroute waarover men de doden rechtstreeks naar is koffie met koek verkrijgbaar. Om te zorgen dat er de begraafplaats bracht. Dat deden de mannen; de voor iedereen koffie is moet aan het begin van de vrouwen bleven thuis wachten tot ze weer terugkwawandeling het juiste aantal deelnemers doorgegemen. ven worden aan de “koffiejuffrouw”. Mioceen Bij de brug over de (gekanaliseerde) Boven Slinge kregen we meteen weer het Mioceen te “zien”. Het schijnt dat je langs de beek gemakkelijk wat schelpjes opgraaft, omdat hier ooit een ondiepe zee was.. We deden eerst een rondje door het Beekbos. Er lag nogal wat zwerf afval, wat Els de opmerking ontlokte dat ze een vuilniszak mee had moeten nemen. Het zou me niet verbazen als ze die de volgende dag mee had. In het beekbos zie je duidelijk de oude armen van de Boven Slinge. Ze stonden vol water. Bij het kronkelende deel van de beek zag je duidelijk hoe het zand werd afgezet in de binnenbocht. We zagen en passant diverse zwammen, zoals de gladde kogelzwam (de juiste naam werd ‘s middags na de excursie per mail nog doorgegeven) en later nog Judasoren op een afgebroken vliertak (die heet zo omdat Judas zich ophing aan een Vlier). Ook nog brede stekelvaren, helemaal groen. Iedereen deed ook zijn best de kale bomen te identificeren. Het leuke van een groep is dat iedereen wel iets weet en niemand alles. Let op de stam van de
• De hazelaar in bloei.
Vlakbij het huis zien we een moerascypres, niet bepaald een inheemse boom. Het betekent dat de eigenaar rijk genoeg was om een bijzondere, nutteloze boom op zijn grond te zetten, in plaats van een appel- of een notenboom. Bij een hazelaar staan we ook even stil om de kleine
10
rode bloemetjes te fotograferen. Meestal zie ik alleen de hazelaardrolletjes, of hoe noem je die?
telein, maagdenpalm, sneeuwklokje. En ook de vogels zijn van de partij: goudhaantjes, bonte specht, spreeuwen, putter en paapje. Alleen, een waarneming telt pas als iets gezien is door tenminste twee personen, laat Ben streng weten. Of als je een foto
Het Hilbert Inmiddels lopen we bij het Hilbelt. Kleine ruitjes in de ramen (roedeverdeling) van voor 1850. Een zogenaamde ontginningsboerderij. In het weiland een betonnen waterbak. Lud liet ons raden hoe oud die was. Jaren 50, want je had een vrachtwagen nodig voor het vervoer. Grappig, er staat ook een grote plastic waterbak in hetzelfde weiland. Waarschijnlijk made in China. Welke waterbak zou milieuvriendelijker zijn? Dan spot iemand een reuzenzwam en Ben duikt meteen het struweel in voor een foto. We passeren ook een geweldige beuk. Beuken worden ongeveer 120 jaar oud leer ik. Na 100 jaar begint de boom af te takelen. Soms zie je onder de beuken de rodekoolzwam, precies • De natuur door het oog van de fotograaf. waar het water van de blaadjes druipt. Als we weer terug zijn bij de brug hebben tal van oude namen gezien. Bijvoorbeeld ook hebt gemaakt natuurlijk. Bröker, wat braakliggend betekent. Die boerderij had Het was een leerzame wandeling. Ik hoop dat er vast en zeker het slechtste stukje land gepacht. een flinke groep mensen morgen met de wandeling meegaat. Ofschoon het thema “cultuurgeschiedenis” is, wordt onderweg bij van alles even stilgestaan: winterposLidy Vrijheid n JEUGDPAGINA
naar het dierenpension
We waren naar een dierenpension geweest in Enschede. Toen we binnen waren kregen we eerst een rondleiding. Er waren katten slangen schilpadden uilen egels hagendissen soorten en papagaaien. Toen we zelf mochten kijken praten een papagaai hij zei telkens: hoi fleur. Maar eigenlijk praten ze niet ze maken klanken met hun tong en zo lijkt het dat ze praten . Het was een dag om nooit te vergeten bedankt dat we mee mochten ivn! Geschreven door Indy
11
KIJK EENS NAAR
Lieveheersbeestje (Coleoptera)
Hé, ze zijn er weer! En dan bedoel ik de lieveheersbeestjes die bij ons in huis overwinteren en zich weer laten zien. Echt een kans om te overleven hebben ze niet: ik probeer ze te pakken (is nog niet zo makkelijk!) en buiten te zetten. Waarschijnlijk dienen ze als voedsel voor bepaalde vogels of ze gaan dood van de kou. Maar ja, in huis hebben ze ook maar een korte overlevingsduur door het ontbreken van voedsel.
zen zitten. Uit de eitjes komen de larven. Dit is na ongeveer een week. De larven lijken wel een beetje op kleine rupsjes en hebben voor hun ontwikkeling tot pop zo’n 200 tot 600 bladluizen nodig. De ontwikkeling van ei tot pop duurt ongeveer drie weken. Zo’n pop ziet eruit als een bruine druppel. In twee weken tijd vindt er een gedaantewisseling binnen in de pop plaats. In die tijd groeien de vleugels en een schild met stippen. Bio-tuinbouw Een volwassen lieveheersbeestje kan wel 100 bladluizen per dag op. Ze worden o.a. gebruikt in de biotuinbouw om bladluizen op een natuurlijke manier te bestrijden. Het Zevenstippelig lieveheersbeestje is overdag actief en trekt zich ‘s nachts terug in spleten of tussen bladeren. Deze soort komt veel voor en heeft een voorkeur voor warme, zonnige plekken. Door de rode kleur is het op groene planten goed te zien. Deze kever houdt een winterslaap, aan het einde van de zomer trekt het zich terug. De overwintering vindt altijd plaats als volwassen kever, nooit als ei of larve.
• Zevenstippelig lieveheersbeestje.
Bron Wikipedia
Wist u dat er in Nederland wel 60 verschillende soorten bestaan? We beperken ons op deze bladzijde tot de 8 meest voorkomende soorten, die vallen onder het “echte lieveheersbeestje”. Dit zijn: tweestippelig-, zevenstippelig-, elfstippelig-, viervlek-, veertienstippelig-, zestienpunt-tweeentwintigstippelig- en oogvleklieveheersbeestje. Voedsel De meeste lieveheersbeestjes eten dierlijk voedsel, zoals bladluizen of insectenlarven. Er zijn ook een paar soorten die plantaardig voedsel tot zich nemen, zoals stuifmeel van grassoorten of bladgroen. Veel mensen denken dat het aantal stippen iets zegt over de leeftijd van het kevertje. Dit is niet zo, het verwijst naar het soort, dus niet naar de leeftijd. De meeste kevertjes worden niet ouder dan een jaar. De felle kleuren van deze dieren zijn bedoeld als waarschuwing voor andere soorten: ‘pas op, ik ben giftig!’. Bij aanraking of gevaar scheiden ze een geelachtige vloeistof af. Stinkt wel! Vogels eten ze daarom niet en laten ze snel weer vallen. Voortplanting In het voorjaar, bij het stijgen van de temperatuur, vindt de paring plaats. Het beestje zet zijn eitjes af onder aan een blad, op een plek waar veel bladlui-
• Het voedsel bestaat uit bladluizen.
Bron Wikipedia
Geschikte overwinteringsplaatsen zijn: spleten in hout, tussen boomwortels, achter loszittend boomschors, in rotsspleten, onder bladeren, graspollen of mos en andere plaatsen waar de kever kan schuilen tegen de kou. Net als een aantal andere lieveheersbeestjes kan het zevenstippelig lieveheersbeestje in geschikte plaatsen massaal overwinteren met tientallen tot honderden exemplaren tegelijk . Ook in menselijke bebouwing kunnen soms grote groepen worden aangetroffen(!) Bij ons thuis is dus blijkbaar zo’n geschikte plek! Els van Dijk n
12
NATUURMOMENT
Een Nieuwe Vogelatlas
Wanneer u de komende drie jaar personen met een verrekijker en pen en papier in de hand ziet struinen door het buitengebied, dan is de kans groot dat het vogelaars zijn die meewerken aan de Nieuwe Vogelatlas van Nederland. De vorige broedvogelatlas is van 2000. In deze atlas zijn de wintervogels niet verwerkt en die gegevens zijn al meer dan 30 jaar oud. Ook vinden de opstellers van de Nieuwe Vogelatlas het belangrijk om inzicht te krijgen in de nieuwe broedvogelsoorten, zoals bijvoorbeeld de Grote Canadese Gans en Cetti’s Zanger. Daarnaast zijn ze benieuwd hoe het met bijvoorbeeld de Kuifleeuwerik en Zomertortel staat, want het is al enige tijd duidelijk dat deze in aantallen aan het afnemen zijn. Atlasblokken Om de gehele vogelstand in Nederland opnieuw in beeld te brengen is gevraagd of vrijwilligers willen tellen in zogenaamde atlasblokken. De vrijwilligers kunnen hiervoor een atlasblok van 5 bij 5 kilometer claimen. In dit blok moeten ze in bepaalde periodes van het jaar tellen. Ook is er een avondtelling, zodat de soorten die in het donker actief zijn ook meegenomen worden. SOVON wil een zo compleet mogelijke lijst van de in dat blok voorkomende soorten vogels in verkrijgen. Het doel is een atlas die inzichtelijk maakt hoe de afgelopen decennia de verspreiding van onze broedvogels en overwinteraars is veranderd en dit vervolgens kwantificeren in dichtheden en populatiegroottes van de vogels in Nederland. Het project is gestart op 1 december 2012 en duurt drie jaar. Wanneer alle gegevens bekend zijn komt er een nieuwe atlas uit. Oost-Achterhoek In het gebied van de IVN Oost-Achterhoek Berkelland liggen ongeveer 14 atlasblokken. 9 Atlasblokken zijn door leden van de Vogelwerkgroep Berkelland geclaimd. Sommige personen hebben meerdere blokken geclaimd. Deze personen tellen vier maal per jaar in een bepaalde periode en volgens een bepaald systeem in het atlasblok binnen de vierkante kilometerblokken. Dit systeem heet het gouden grid. In ieder gebied (atlasblok) worden dezelfde kilometerblokken (gele blokken) geteld. Voor een blok staat een uur. Ook wordt er verwacht dat je midden in een kilometerblok tweemaal vijf minuten telt om alle vogels die je ziet en hoort in te tekenen op een kaart. Het betreft de volgende periodes: 1 dec.-15 jan. / 16 jan.-28 feb. / 1 april-15mei / 16 mei30 juni. Over een blok doe je een kalenderjaar. Rondom Rietmolen Samen met twee leden van de vogelwerkgroep
inventariseer ik een blok rondom Rietmolen. Het Teeselinkven, de Koeweidendijk en het Assinkbos zijn de mooiste stukken in dit gebied om te vogelen. Het overige is vooral akkerbouwgebied. Een van de blokken is zeer saai. Het bestaat uit één weg, een aantal boerderijen en grasland waar je normaal niet kunt komen. Op de plek waar we vijf minuten moeten tellen hebben we de eerste keer 4 vogels gehoord en de tweede keer zes vogels. De boerderij die bij het telpunt staat is zeer netjes, geen blaadje of takje te zien. Geen vogel dus die er wil zitten. Houtsnip Echte bijzonderheden hebben we tot op heden niet gezien. We hebben in de eerste twee periodes 69 soorten gespot. De leukste waarneming daarvan was voor mij de Houtsnip. Hij vloog op toen we met de fiets even stilstonden. De Dodaars, Grote Zaagbekken en Blauwe Pauwen, die we ook in de andere blokken hebben gezien, waren natuurlijk ook leuk. Jaren geleden zag ik in dit gebied tijdens het hardlopen een Grote Zilverreiger. De volgende dag stond in de krant dat dit de eerste was die in dit gebied werd waargenomen. Hoe snel kan het veranderen. Nu zien we ze bijna iedere dag. Ook de Bosuilen zijn deze winter geïnventariseerd en we hebben er 13 geteld. Dat is wel veel. Opvallend is dat we tijdens de eerste twee periodes geen enkele keer een patrijs hebben gezien. Ook van de andere tellers uit de andere blokken hoorden we dit terug (terecht dat 2013 is uitgeroepen tot het jaar van de Patrijs).
• De houtsnip.
Bron Flickr.com
In april begint de derde inventarisatie- en telperiode. De zomergasten zijn dan terug en ik ben benieuwd hoeveel soorten we dan zien. Volgend jaar gaan wij verder met een tweede atlasblok rondom Neede. Zo hebben we de komende tijd nog wat te doen en leveren we een actieve bijdrage aan het opstellen van de nieuwe vogelatlas en dat geeft toch een extra dimensie aan het vogelen, niet waar. Marina Pruysers n
13
(advertentie)
(advertentie)
14
Lezing Jaar van de Patrijs De afdeling Oost-Achterhoek van de KNNV en de Vogelwerkgroep Zuidoost Achterhoek houden op 25 april een lezing over de patrijs. De spreker is Cees Witkamp, beleidsmedewerker Akkervogels van de Vogelbescherming in Zeist. De patrijs staat al lange tijd op de Rode lijst van Nederlandse broedvogels. Vogelbescherming heeft daarom samen met SOVON Vogelonderzoek 2013 uitgeroepen tot ‘Jaar van de Patrijs’ om het onderzoek naar de patrijs een extra impuls geven. De gegevens die dat oplevert, moeten leiden tot beschermingsmaatregelen die uitsterven kunnen voorkomen. Daarnaast komen er voorbeeldprojecten die demonstreren hoe een goed patrijzengebied eruit moet zien, en hoe dit ingepast kan worden op het boerenbedrijf. Plattelandsvogel De patrijs is een zeer geliefde plattelandsvogel, een icoon van het agrarisch landschap. Maar het gaat niet goed met deze plattelandsbewoner. In het noorden, midden en westen van Nederland heeft de patrijs grotendeels het veld geruimd. In vergelijking met 1960 is er nu nog maar vijf procent over van het toenmalige aantal patrijzen: van honderdduizenden broedparen, naar zo’n tienduizend broedparen.
vos of havik voor het oprapen. Verdwenen Zonder hulp is de patrijs binnen tien tot twintig jaar verdwenen uit Nederland. Om deze prachtige vogel te behouden is een ander soort landbouw nodig. Een landbouw die de zorg voor natuur en landschap combineert met een gezonde bedrijfsvoering. Dat kan. Agrarische natuurverenigingen nemen al lovende initiatieven voor de patrijs. Met brede en natuurlijk beheerde akkerranden en ruigtes. Of herplant van heggen en houtwallen. Dat zijn prima voorzieningen voor voedsel en dekking. Zulke maatregelen plezieren de patrijs én – ruimer bezien – nog veel andere fauna en flora. De avond wordt gehouden op donderdag 25 april in de Grote zaal van de Zonnebrinkkerk, Zonnebrink 61, 7101 NB te Winterswijk. De aanvang is om 20.00 uur. Informatie bij Ed Grotenhuis (0543520714).
Wie de schets van het ideale patrijsgebied legt naast het huidige agrarische landschap, snapt meteen het probleem. In het intensief gebruikte platteland van nu kan de patrijs het niet bolwerken. Ruige plekjes waar de patrijs zijn nesten bouwde, zijn vrijwel verdwenen. De insecten die hij als voedsel nodig heeft, zijn er steeds minder. Voeg daar nog de grootschalige maai- en oogstmethodes aan toe, die dramatisch uitpakken voor eventuele nesten. Bovendien liggen na het oogsten de jongen voor de natuur in het kort n Tussen de Driemarkweg en de Vreehorstweg ten zuiden van Winterswijk ligt een kleiput van Daas Baksteen BV. De kleiput heeft een diepte van maximaal 15 meter en een oppervlakte van 7,2 hectare. In een groot deel van de put wordt momenteel niet gegraven, hier gaat de natuur haar gang. Daas Baksteen heeft Staring Advies opdracht gegeven om de aanvraag van ‘Tijdelijke Natuur’ voor deze kleiput bij Dienst Regelingen te begeleiden. Deze bestaat uit een quickscan Tijdelijke Natuur en het aanvragen van de ontheffing. Het doel van de ontheffingsaanvraag is dat de natuur zich hier optimaal kan ontwikkelen totdat het betreffende deel van de kleiput weer in gebruik wordt genomen.
Problemen met de Flora- en faunawet worden door de status ‘Tijdelijke natuur’ voorkomen. Daarnaast kan ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’ als nevendoel worden gezien. (bron: Nieuwsflits Stichting Staring Advies). n Op 3 september 2013 is het weer Duurzame Dinsdag. Die dag wordt een koffer vol duurzame initiatieven en oplossingen aangeboden aan het kabinet. IVN Gelderland organiseert Duurzame Dates voor Gelderse initiatiefnemers. De Duurzame Dates zijn erop gericht om deelnemers met opvallende innovatieve oplossingen in het zonnetje te zetten en hen te koppelen aan experts. Ben of ken je iemand die met een goed duurzaam idee rondloopt? Indienen kan op www.duurzamedinsdag.nl.
15
THEMA-AVOND
Geologie en bodemkunde rond Winterswijk
Maarten van den Bosch hield op 6 maart 2013 in een zaal van de Zonnebrinkkerk voor ons een dialezing over de geologie en bodemkunde van de regio Winterswijk. Algemeen Bodemkundig onderzoek reikt tot 1,80 m. Onderzoek naar dieper gelegen lagen valt onder de geologie. Sinds midden negentiger jaren van de vorige eeuw is voor het bodemonderzoek sprake van nauw samengaan met Alterra. De bodemkundige kaart van de omgeving van Winterwijk heeft een chaotisch aanzien en is het resultaat van circa 16 000 boringen, variërend van 1,20 tot 1,80 m diep. Om maar een paar kleuren te noemen: de essen zijn donker gekleurd, de venen paars en de beken zijn in blauw. De essen zijn natuurlijke verhogingen van stuifzand. Op deze manier is het Rommelgebergte ontstaan. Esdekken zijn in de loop van vele eeuwen nog verhoogd met een aantal decimeters potstalmest. De Ratumsebeek, de Willinkbeek en de Dambeek zijn door de mens gegraven afwateringssystemen, waarschijnlijk uit de middeleeuwen. Alleen de Boven-Slinge Vossenveldsbeek, Kottensebeek en de Stortellerbeek zijn van oorsprong natuurlijke
systemen. De hoogtelijnen op de kaart lopen op tot 50 m boven NAP. Beneden NAP is geen onderzoek gedaan. IJstijd In de ijstijd drukte er een ijskap van 200 tot 300 m dik op de ondergrond. Onder het ijs ontstonden smeltwaterstromen diep onder NAP. Bij de waterwinning bij Corle is sprake van een diepte van 120 à 130 m. Elders in de smeltwaterzones gaat het om mindere dieptes. In deze stromen zijn veel sedimenten afgezet. De sedimenten werden aangevoerd door de diverse beken. Het dalsysteem ontstaat als ondiep systeem ten noorden van Haaksbergen. Onder het Rommelgebergte voegt zich een tweede systeem erbij, dat afkomstig is uit de omgeving van Ottenstein in West-Münsterland. Vervolgens zet het zich voort als één diep dalsysteem langs Aalten richting Dinxperlo en neemt dan in diepte toe. Deze dieptes werden weer opgevuld door sedimenten bestaande uit grof grind en noordelijke zwerfstenen en later weer afgedekt door klei. De beekdalen werden door erosie steeds breder en later weer opgevuld door stuifzand. Geologisch gezien geeft het gebied net over de grens in Duitsland een volkomen ander beeld dan in de Achterhoek en Twente. Geologische orgelpijpen Geologische orgelpijpen, ook wel aardpijpen genoemd, komen in Nederland voor in de mergel in Limburg. Zij ontstaan doordat zuren in (regen)water de mergel oplossen. Dit gebeurt van bovenaf. Zo’n gat wordt weer opgevuld met aarde. Het proces gaat door over duizenden jaren. Hierdoor ontstaan “ronde” kokers in het kalkgesteente met een doorsnee van enkele centimeters tot enkele meters. Zij kunnen tientallen meters lang zijn en zorgen voor instabiliteit van de ondergrond. Wij spreken van een doline als de verzakkingen een doorsnee hebben van soms wel een paar honderd meter. Deze “zinkgaten” zijn wel tot 40 m diep en komen bijvoorbeeld voor in Karst gebieden op de Balkan. Platentektoniek Door de verschuivingen van de aardplaten waarop de continenten
16
zijn gelegen zijn er diepe breuklijnen tot duizenden meters diep in de aardlagen ontstaan. Bij compressie, het naar elkaar toe bewegen van de platen gebeurt het dat jongere lagen onder oudere lagen schuiven. Dit is de verklaring dat onder steenkoollagen, lagen uit het Krijt zijn aangetroffen. De aardkorst is altijd in beweging. Echter in een tijdbestek van duizend jaar nauwelijks waarneembaar. Door tektoniek ontstaan ook tsunamies en aardbevingen. Dat wij in ons land geen zware aardbevingen kennen komt doordat de aardlagen onder Nederland vrij zacht zijn en de verschuivingen daardoor minder schoksgewijs plaatsvinden. Klimaatbeïnvloeding De beweging van de continenten speelt zich af in het verloop van honderden miljoenen jaren. Een rechtstreeks gevolg hiervan zijn klimaatwisselingen met grote veranderingen van de temperatuur. Ons land was eens in de tropen gelegen. Temperatuurwisselingen zijn een normaal verschijnsel op de langere termijn. Het is nooit anders geweest. Geologen vinden dat de invloed van de mens op de temperatuur op aarde zeer beperkt is. In het verleden was de natuurlijke uitstoot van CO2 vaak vele malen groter dan wat de mensheid in onze tijd in de atmosfeer brengt. Waar de aarde voor het creëren van mineralen miljoenen jaren nodig had, jaagt de mens deze grondstoffen er
achteloos door in een beperkt aantal generaties. Wij gaan als mensheid uitermate uitputtend om met de aarde. Maarten heeft ons verder nog een aantal profielkaarten van de regio Winterswijk laten zien en toegelicht op een manier die je met andere ogen laat kijken naar het landschap waarin je leeft. Met dank aan Maarten, het was weer een bijzondere en vooral leerzame avond voor alle bezoekers. Nieuwsgierig geworden? Bezoek de thema avonden!
Gijs Verkerk n Agenda thema-avonden
Woensdag 8 mei: Zonnebrinkkerk Winterswijk, onderwerp klimaat/weer, speker: Gerrit Vossers. Maandag 9 september: Gem stadsmuseum Groenlo, onderwerp de roggelelie, spreker Fred Bos. Woensdag 9 oktober: De Huve Eibergen, onderwerp Steenuilen, spreker Ronald v. Harxen. Woensdag 6 november: Kantine LONGA’30 Lichtenvoorde, onderwerp Muizen, spreker Henriette v.d. Loo. De thema avonden beginnen om 20.00 uur en eindigen omstreeks 22.00 uur.
(advertentie)
VOOR KWALITEIT TEGEN BETAALBARE PRIJZEN Dagelijks verse aanvoer van aardappelen groente en fruit Wij staan op de volgende markten:
DINSDAG: EIBERGEN WOENSDAG: BORNE DONDERDAG: BELTRUM VRIJDAG: RUURLO 17
Beleef de natuur!
Tiengemeten Zaterdag 20 april 2013 Van 07:00 – 19:00 uur Met de IVN –BUS maken we een natuurtocht naar het natuurreservaat Tiengemeten. Dit eiland ligt in het Haringvliet op de grens van Zuid Holland en Zeeland. We varen met de veerpont het "Vuile Gat" over naar Tiengemeten en daar kunnen we het Rien Poortvliet- en het Landbouw museum bezoeken. Wie wil kan een wandeling maken met een gids om dit natuureiland van alle kanten te bekijken, want er is veel prachtige natuur te zien. Daarnaast is er gelegenheid om op eigen gelegenheid dit natuureiland verder te verkennen, een bezoekje te brengen aan de Herberg of het bezoekerscentrum. Neem in ieder geval goede schoenen en een verrekijker mee. Uiteraard zorgen wij er onderweg voor, dat er weer veel te beleven valt.
IVN leden
€ 40,00 p.p.
Niet leden
€ 45,00 p.p.
Incl. Bus, Boottocht, Lunchpakket, Koffie/Thee, Entrees musea en Gidsen Inlichtingen en opgave (tot 20 april) bij Ben ten Braak: 0544-373277 of
[email protected] 18
AGENDA
wandelingen, excursies, lezingen
Zondag 21 april: IVN Oost-Achterhoek wandeling in Zwillbrock. Aanvang 14.00 uur. Startplaats: Parkeerplaats 100 meter achter het kerkje.
Zondag 19 mei: IVN Oost-Achterhoek wandeling in Oost Gelre. Aanvang: 14.00 uur. Startplaats: Klooster Loreto, Kloosterstraat 5, 7137 MZ Lievelde.
Zaterdag 27 april: KNNV Oost-Achterhoek. Fietsexcursie langs de beken van Winterswijk. Aanvang: 9.00 uur. Terug ± 16.00 uur Startplaats: Balinkesstraat 4 te Winterswijk. info: Fred Bos (0543-515341)
Zondag 9 juni: IVN NMA wandeling in Ruurlo. Aanvang: 14.00 uur. Thema: Laarzenpad Startplaats: parkeerplaats van het doolhof, Hengeloseweg, 7261 LV Ruurlo.
Woensdag 8 mei: IVN en KNNV Oost-Achterhoek Thema avond: Klimaat/weer. Aanvang : 20.00 uur. Locatie: Zonnebrink 61 7101NB Winterswijk.
Zondag 16 juni: IVN Oost-Achterhoek wandeling in Winterswijk. Aanvang: 14.00 uur. Startplaats: Meenkmolenweg33 Winterswijk/Corle 7119 AH.
Zondag 12 mei: IVN NMA wandeling rondom Vorden. Aanvang: 14.00 uur. Startplaats: parkeerplaats van het Geldersch Landschap aan de Vordense Bosweg ter hoogte van de zichtlaan van Kasteel Vorden in Vorden.
Zondag 18 juli: IVN Oost-Achterhoek wandeling in Bredevoort. Aanvang: 14.00 uur. Startplaats: Vanaf Lichtenvoorde N 313 bij afslag Domme aanleg linksaf Hoeningsdijk, Kloosterdijk, zie IVN borden.
fotoimpressie nieuwjaarsreceptie 6 januari
19
(advertentie)
BURO OLLOU tuin & landschapsontwerp ●Tuinontwerp voor particulieren, instellingen en bedrijven. ●(Her)inrichting van boerenerven. ●Landschapsplannen. ●Cursussen. www.burocollou.nl ●Advies.
Buro Collou is een ontwerpbureau dat zowel grootschalig als kleinschalig werkt. Grootschalig in de vorm van bijvoorbeeld landschapsplannen en kleinschalig in de vorm van tuinen voor particulieren en instellingen. Natuur en millieu zijn in alle gevallen belangrijk voor de ontwerpkeuzes. Streekeigen beplanting, landschappelijke context en duurzame materialen zijn het uitgangspunt. Buro Collou maakt (her)inrichtingsplannen voor boerenerven, bijvoorbeeld in het kader van functieverandering, waarbij het streekeigen karakter van huis en erf voorop staat.
Looweg 10 7152AL Eibergen 0545-479765
[email protected] www.burocollou.nl Buro Collou is aangesloten bij vereniging ‘Wilde Weelde’ vakgroep natuurrijke omgeving. Buro Collou draagt het IVN een warm hart toe.
20