‘Alcoholmatiging Jeugd in de Stedendriehoek’ Evaluatie van een community-interventie: Perceptie van ouders op het alcoholgebruik van tieners Tweede meting (Maart – Juli 2012) Ellen Bakker
2
Project ‘Alcoholmatiging Jeugd in de Stedendriehoek’ Tweede meting Maart – Juli 2012
Naam: Reg. Nr.: Vakgroep: Specialisatie:
Helena Margaretha Elisabeth Bakker 890813028040 Afdeling Humane Voeding, Wageningen Universiteit MSc Epidemiology and Public Health
Datum:
6 juli 2012
Begeleiding GGD Gelre-IJssel:
Ir. C.M. de Rover, epidemioloog en beleidsadviseur Ir. J.W. Izeboud, functionaris gezondheidsbevordering Dr. Ir. A. Haveman-Nies, universitair docent
Begeleiding WUR:
Onderzoek in opdracht van: GGD Gelre-IJssel, Kennis en Expertise Centrum, Apeldoorn Het project ‘Alcoholmatiging Jeugd in de Stedendriehoek’ is mede tot stand gekomen door een subsidie van ZonMw.
3
Voorwoord Nu, medio 2012, was aan mij de eer om een evaluatie uit te voeren binnen het succesvolle Alcoholmatigingsproject van de GGD Gelre-IJssel. Dit project is er één met een lange adem. In die lange adem vanaf 2005 is veel werk verzet en veel bereikt, zowel in de Achterhoek als in de Stedendriehoek. Tijdens mijn werkzaamheden tot nu toe heb ik de sfeer en de dagelijkse praktijk bij deze stabiele en betrouwbare organisatie goed leren kennen. Vooral de uitdaging om steeds te blijven ontwikkelen, uitvoeren, evalueren en implementeren zie ik als zeer motiverend. De daarbij horende intensieve en open samenwerking met collega’s heb ik als zeer positief ervaren. Die zelfde collega’s hebben door hun optimisme, daadkracht en doorzettingsvermogen mij geënthousiasmeerd om te werken binnen zo een setting. Daarom wil ik iedereen hartelijk danken voor zijn of haar bijdrage aan het tot stand komen van deze tussenrapportage van het alcoholmatigingsproject. Een speciaal woord van dank aan mijn team van begeleiders. Annemien, dank je wel voor je feedback en de ideeën die je bracht. Cobi en Anne, dank voor de tijd die jullie vrij hebben gemaakt naast al jullie taken binnen dit project. Daarnaast wil ik de interviewers bedanken voor hun inzet, en Johnny en Els voor hun hulp met betrekking tot de organisatie rond de vragenlijsten. Carolien tenslotte, bedankt voor je enthousiasme, motivering, kritische feedback en steun en begrip tijdens deze 4 ontzettend leuke & leerzame maanden. Proost! Op een nog veel langer durende adem van dit mooie project. Ellen, Apeldoorn, juli 2012
4
Inhoud Samenvatting………………………..……………………………………………………….6 Summary…..………………………..………………………………………………………..7 Inleiding…………………………………………..………………………………………….8 Methode…..…………………….……………………………………………………….….10 Resultaten……………….………………………………………………………………….12 Discussie en conclusie….………………………………………………………………......15 Appendix…………………………………………………………………………………....17 Aanbevelingen………………………………………………………………………….…...17 Referenties……………………………………………………………………………….….18 Tabel 1 Overzicht interventieactiviteiten……………………………………..……….20 Figuur 1 Stroomschema respondenten……………….………………………...….…..21 Tabel 2 Sociaal demografische profielen van steekproeven………………...……..….22 Tabel 3 Overzicht bereik interventieactiviteiten……………………………………....23 Tabel 4 Gemiddelde score en verandering in agendasetting, sociale norm, kennis negatieve gevolgen, kennis over alcohol in de opvoeding……….……….…..24 Tabel 5 Spontaan herinnerde gevolgen van alcohol door ouders……….……...….…..26 Tabel 6 Gemiddelde scores en verandering som gevolgen alcohol………….………...26 Tabel 7 Gemiddelde scores en verandering in gedrag in de opvoeding….…..………..27 Tabel 8 Odds ratios voor verandering in gedrag in de opvoeding..……….…...………27 Tabel 9 Gemiddelde scores en verandering drankgebruik kinderen…….…..…………28 Bijlagen…………………………….……………………………….....……………29 Bijlage 1. Vragenlijst………………………………………………..………………30
5
Samenvatting Evaluatie van een community-interventie: perceptie van ouders op het alcoholgebruik van jongeren, ‘Project Alcoholmatiging Jeugd in de Stedendriehoek’ In dit artikel wordt het effect van een community-interventie in de Stedendriehoek op agendasetting, sociale norm, en kennis en gedrag van ouders ten aanzien van alcoholgebruik van jongeren beschreven. In deze studie is een pre-test post-test ontwerp gebruikt met twee onafhankelijke, cross-sectionele steekproeven. Vanuit deze steekproeven zijn met behulp van vragenlijsten interviews afgenomen bij 250 respondenten in 2010 en bij 253 respondenten in 2012. Het effect van het Alcoholmatigingsproject zal worden vastgesteld door de resultaten uit de steekproef van 2012 te vergelijken met de resultaten uit de nulmeting (2010). De effectevaluatie zal ondersteund worden door een procesevaluatie welke een gedetailleerd overzicht geeft van het bereik en de acceptatie van de interventie. Tevens zal dit artikel ook inzage bieden in het verschil tussen respondenten die zich wel en niet iets van de campagne kunnen herinneren. Omdat er geen controlegroep is fungeren de respondenten zonder herinnering binnen deze evaluatie als een interne controlegroep. Na ruim twee jaar voelen ouders in de Stedendriehoek zich meer betrokken bij het onderwerp alcohol, en zijn ze zich meer bewust van de problematiek rondom het alcoholgebruik. Deze bewustwording uit zich ook in het feit dat meer ouders het vreemd vinden als jonge kinderen (12 en 14 jaar) alcohol consumeren, en in het feit dat meer ouders vinden dat de gevolgen van alcoholgebruik bij jongeren ernstiger zijn dan bij volwassenen, zo ernstig dat er iets aangedaan moet worden. Daarnaast zien ouders vooral mogelijkheden om het drinkgedrag van hun kind te beïnvloeden als zij vroeg met voorlichting beginnen, maar ook nog als hun kind al veel alcohol drinkt. Ook in termen van de opvoedingsaspecten zijn ouders veranderd, respondenten geven aan het minder vaak goed te keuren als hun kind thuis alcohol drinkt. Meer respondenten geven zelf ook aan minder alcohol te consumeren in het bijzijn van hun kind. Opvallend is ook dat meer ouders denken dat hun kind minder alcohol drinkt ten opzichte van de nulmeting, en dat ouders meer zicht hebben op het drinkgedrag van hun kind. Ook is duidelijk geworden dat de meerderheid van de respondenten graag ziet dat de leeftijdsgrens om legaal drank te kopen verhoogd wordt naar 18 jaar, op deze leeftijd vinden de ouders het acceptabel als hun kinderen alcohol consumeren. Ruim 90% (234 van 253) van de respondenten heeft iets van de campagne gezien of gehoord. Opvallend is dat de veranderingen tussen de voormeting en de tweede meting sterker en positiever zijn onder respondenten die zich iets herinneren van de interventies. Zo is onder respondenten die geen enkele herinnering hebben de gemiddelde score lager (niet wenselijk) dan de score van respondenten met een herinnering. Een verandering in de ‘geen herinnering’ groep is vaak niet statistisch significant, behalve dat deze respondenten zich minder betrokken voelen bij het onderwerp en dat deze ouders het minder vreemd vinden als jonge kinderen alcohol drinken. Hoewel het moeilijk is de gevonden effecten volledig toe te schrijven aan de regionale activiteiten gericht op ouders (geen echte controlegroep, en aanwezigheid omgevingsfactoren), kan gezien het hoge bereik geconcludeerd worden dat dit project met zijn interventies en activiteiten een belangrijke bijdrage heeft geleverd. De resultaten van dit onderzoek ondersteunen de indruk dat een structurele positieve verandering heeft plaatsgevonden met betrekking tot de perceptie van ouders op het alcoholgebruik van jeugd.
6
Summary Evaluation of a community intervention: perception of parents about alcohol consumption of adolescents, ‘Adolescent alcohol moderation project in the Stedendriehoek’ In this paper, the effect of a community intervention in the Stedendriehoek on agenda setting, social norm, knowledge and behaviour of parents with regard to adolescent alcohol consumption is presented. Within this study a pre-test post-test design was used with two independent cross-sectional random samples. Respondents gathered from this random sample were interviewed (250 respondents in 2010, 253 in 2012). The effect of this alcohol moderation project will be accomplished by a comparison of the evaluation in 2012 and the evaluation of 2010. Moreover, a detailed overview of the reach and the acceptability of the intervention is given and will support the effect evaluation described above. Also, a difference between respondents with a memory of an intervention of this project and respondents with no memory will be clarified. As there is no control group, respondents with no memory will be used as an internal control group. After two years parents are more involved with the alcohol theme, and are more concerned with the problems around this theme. Fewer parents accept that children consume alcohol beneath the age of 16, this is primarily due to the parents that agree on the fact that the risk and harmful effect of alcohol are more severe for adolescents. Parents are also more aware of the fact that they can influence the drinking behaviour of their children, even if the child is already frequently drinking. In terms of raising the children, fewer respondents allow their children to consume alcohol before the age of 16, and to consume alcohol at home. Parents see themselves more as a roll model, since they consume less alcohol in front of their children. In comparison with 2010 more parents think their children consume less alcohol, and drink on less days per month. Outstanding is that the majority of the parents would like the age of legal alcohol purchasing to be rated up to an age of 18 years, meaning that the parents think it is acceptable to drink alcohol at this age. A vast 90% (234 of 253) of the respondents has a memory of an intervention within the alcohol moderation project. Striking is that the alteration between the first and the second evaluation (2010, 2012) are stronger and more positive among respondents with a memory of an intervention in comparison with respondents without this memory. Among respondents without a memory the mean score is lower (not desirable) in comparison with respondents with a memory. The alteration in the ‘no memory’ group is often not significant, except for the fact that these respondents feel less involved with the theme and think it is less strange that young children consume alcohol. Although it is difficult to attribute the explored effect completely to the individual activities targeting on parents (no real control group, and the presence of environmental factors), the high reach of the intervention indicated that these activities have an important contribution. As from previous evaluation is seen that this project is successful and helpful, with more certainty can be concluded that a structural positive change has been accomplished due to this alcohol moderation project.
7
Inleiding Waarom alcohol matiging? De consumptie van alcohol wordt door veel mensen in de Westerse wereld als ‘lekker en gezellig’ beschouwd, maar hoe houden we dit gezellig én verantwoord? Frequent (problematisch) drinkgedrag kan ontstaan uit gewoonte, door groepsdruk, of doordat alcohol gebruikt wordt om onzekerheid te camoufleren, om eenzaamheid op te vullen of om problemen te vergeten.[1] Jongeren drinken alcohol om zich ‘losser’ te voelen en zo sneller contact te maken met leeftijdsgenoten, en beseffen daarbij niet hoe slecht en gevaarlijk alcohol kan zijn. Probleembeschrijving Het alcoholgebruik in Nederland is nog steeds zorgwekkend, voornamelijk onder jongeren. Berichtgeving over de gezondheidsrisico’s van alcoholgebruik maar ook bingedrinken, zuipketen en overlast door alcohol neemt toe.[2] Recentelijk is onderzocht dat het alcoholgebruik bij 11- en 13jarige jongeren is gedaald, en dat Nederlandse jongeren vergeleken met tieners in de rest van Europa en VS zelfs het minst drinken.[3] Het blijft echter belangrijk te beseffen dat nog steeds vier van de tien 12-jarige scholieren al eens een glas alcohol heeft gedronken, dit percentage stijgt naar 89% op vijftienjarige leeftijd. Daarbij komt dat 58% van de zestienjarige jongens en 39% van de zestienjarige meisjes ooit wel eens dronken zijn geweest. Bij jongens komt dat vooral door de consumptie van bier, en bij de meisjes door de consumptie van wijn, mixen en likeur.[4] In 2011 is het aantal gevallen van jonge ‘comazuipers’ dat opgenomen moest worden in het ziekenhuis met zware alcoholvergiftiging explosief gestegen.[5] Het aantal meisjes tussen de 15 en 19 jaar met een alcoholvergiftiging is sinds 2005 verdubbeld, en het aantal jongens dat in het ziekenhuis belandde nam tussen 2005 en 2010 met 66 procent toe.[6] De totale maatschappelijke impact van alcoholmisbruik, van jong en van oud, wordt landelijk beraamd op 2,6 miljard euro, als gevolg van ziekenhuisopnames, verzuim, vernielschade en verslavingszorg.[7] Daarvan worden jaarlijks 24.000 jongeren tussen de 10 en 24 jaar op de spoedeisende hulp behandeld voor letsel waarbij alcohol in het spel was.[6] Monitors van de GGD Gelre-IJssel in 2007 en 2011 tonen aan dat jongeren (klas 2 en 4) in de Stedendriehoek te jong, te veel en te vaak alcohol drinken. Wel daalt het alcoholgebruik onder tweede klassers spectaculair, van ruim 50% in 2003 naar 17% in 2011. Maar eenmaal 16 jaar, drinken veel jongeren al snel en veel alcohol, de daling is daar voorzichtiger.[8] Alcoholmisbruik maar ook zeker “normaal” alcoholgebruik op jonge leeftijd heeft schadelijke gevolgen voor de gezondheid. Onderzoek heeft aangetoond dat de hersenen nog doorgroeien tot ongeveer het 23e levensjaar, alcohol verstoort die ontwikkeling en dat kan van invloed zijn op het karaker en het gedrag van een kind. [9-12] Ook is aangetoond dat school-, studie- en werkprestaties na een avond drinken dalen. Daarnaast liggen andere gevaren op de loer, zoals een grotere kans op onveilig vrijen en een toename van ongelukken en agressie.[13] Daarom is het huidige advies het alcoholgebruik zo lang mogelijk uit te stellen, in ieder geval tot het 16e levensjaar.[14] Alcoholmatigingsproject in de regio Stedendriehoek Het project ‘Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek’ is begin 2008 van start gegaan, met als doel het keren van de trend in een toename van (overmatig) alcoholgebruik onder de jeugd. [15] Dit project is opgezet omdat een soortgelijk project erg succesvol is gebleken in de Achterhoek. Ouders in de Achterhoek zijn zich steeds meer van bewust geraakt van de problematiek rond overmatig alcoholgebruik, en erkenden daarmee de negatieve gevolgen van de consumptie van alcohol. Alcohol onder de 16 werd minder normaal gevonden, en ouders maakten ook vaker duidelijke afspraken omtrent het alcoholgebruik. Geconcludeerd is toen dat er een positieve ontwikkeling heeft plaatsgevonden ten aanzien van kennis en gedrag van ouders omtrent het alcoholgebruik door jongeren. [16-17]
8
Vanaf maart 2011 zijn de 2 projecten samengevoegd tot het project ‘Alcoholmatiging Jeugd in de Achterhoek en Stedendriehoek’. De primaire doelgroep van het alcoholmatigingsproject in de Stedendriehoek zijn jongeren van 10 tot en met 18 jaar. De intermediaire doelgroep zijn volwassenen in hun omgeving, waaronder ouders, omdat zij als sleutelfiguren gezien worden om alcoholmatiging onder de jeugd te bewerkstelligen. Deze doelgroep kan het alcoholgebruik van kinderen beïnvloeden via het eigen alcoholgebruik, de beschikbaarheid van alcohol in huis, afspraken en regels en communicatie rondom alcoholgebruik. Het project binnen de Stedendriehoek kenmerkt zich door een intensieve samenwerking tussen de Stedendriehoekse gemeenten, GGD-Gelre IJssel, politie en justitie, Halt Gelderland en verslavingszorginstantie Tactus.[15] Het project kent een geïntegreerde, brede aanpak met verschillende activiteiten in een aantal settings op het gebied van regelgeving, handhaving en voorlichting. Bijvoorbeeld activiteiten binnen de gemeente (extra controles leeftijdshandhaving), op het thuisfront (radiospots en folders), op school (ouderavonden), op sportverenigingen (alcoholbeleid) en in disco’s en cafés (Go Fresh campagne). Het doel van deze eerste effectmeting is om binnen het Alcoholmatigingsproject uitgevoerd in de Stedendriehoek de effectiviteit van de activiteiten gericht op ouders na ruim 2 jaar te evalueren. Met behulp van deze eerste effectmeting trachten we door een vergelijking met resultaten van voorgaande jaren te achter halen of dit project daadwerkelijk heeft bijgedragen aan een positieve structurele verandering, ditmaal om de voorgaande positieve resultaten nog sterker en harder te maken. Er heeft namelijk al een positieve verandering plaatsgevonden in de Achterhoek.[16-17] De effectevaluatie wordt hierbij ondersteund door een procesevaluatie. De procesevaluatie bevat vragen over bereik en acceptatie van de uitgevoerde interventies. In de effectevaluatie staat de veranderingen in sociale norm, agendasetting, kennis over de negatieve gevolgen van alcohol, kennis over algemene en alcohol specifieke opvoedingskenmerken en gedrag ten aanzien van alcohol in de opvoeding ten opzichte van 2010 centraal.
9
Methode Studieontwerp In deze studie is een pre-test post-test ontwerp gebruikt met twee onafhankelijke, cross-sectionele steekproeven. In de periode tussen de steekproeven zijn activiteiten gericht op ouders uitgevoerd zoals weergegeven in tabel 1. In april 2010 heeft de voormeting plaatsgevonden. Dit artikel beschrijft de tweede meting en zal ook inzage bieden in het verschil tussen respondenten die zich wel en niet iets van de campagne kunnen herinneren. Omdat er geen controlegroep is fungeren de respondenten zonder herinnering binnen deze evaluatie als een interne controlegroep. Studiepopulatie De respondenten zijn verkregen door adressen van jongeren in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar uit de gemeentelijke basisadministratie te trekken. Bijbehorende telefoonnummers zijn handmatig opgezocht in het telefoonboek. De steekproeven bevatten ieder circa 900 respondenten. Interviews zijn afgenomen bij 250 respondenten in 2010 en bij 253 respondenten in 2012, de respons was respectievelijk 87% en 76% (figuur 1). Dataverzameling De data zijn verkregen door vragenlijsten telefonisch bij ouders af te nemen. De vragenlijst is vervaardigd in SPSS Data Entry 4.0. De antwoorden van de respondenten zijn ook digitaal geregistreerd in het zelfde software pakket. De interviews zijn uitgevoerd door vijf getrainde interviewers aan de hand van een belprotocol. De telefonische interviews zijn op doordeweekse dagen tussen 17.00 en 21.00 uur afgenomen en duurden ongeveer 15-20 minuten. Respondenten zijn tot acht keer toe gebeld alvorens zij als ‘onbereikbaar’ werden geclassificeerd. De interviews werden gemiddeld na twee belpogingen afgenomen. Er werd een belafspraak gemaakt indien op ongelegen tijdstippen werd gebeld. De vragenlijst De vragenlijst beoogt het effect en het proces te evalueren. De vragenlijst gebruikt voor de nulmeting in 2010 is met kleine aanpassingen opnieuw gebruikt. De minimale aanpassingen zijn alleen gemaakt met betrekking tot de interventieactiviteiten uitgevoerd in de periode mei 2010 tot april 2012. Omdat er slechts minimale aanpassingen zijn gedaan, zal dit geen gevolg hebben voor de vergelijking met de evaluatie uitgevoerd in 2010. De vragenlijst met belprotocol is te vinden in bijlage 1. De vragenlijst bevat 11 vragen over sociaaldemografische kenmerken en 34 vragen met betrekking tot de effectevaluatie (uitkomst van de studie, alcohol en opvoeding). Deze ‘effectevaluatie’ vragen kunnen worden gecategoriseerd in: agendasetting (6 vragen), sociale norm (5 vragen), kennis over negatieve gevolgen van alcohol (4 vragen), kennis over algemene en alcoholspecifieke opvoedingskenmerken (6 vragen), gedrag van ouders in de opvoeding (11 vragen) en drankgebruik kind (2 vragen). De meeste vragen hadden betrekking op jongeren in de Stedendriehoek in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar in het algemeen, 13 vragen op het oudste inwonende kind in de betreffende leeftijdscategorie. De vragenlijst bevat 32 vragen voor de procesevaluatie die betrekking hadden op interventies in de regio Stedendriehoek. Hierdoor kon bepaald worden wat het bereik en de acceptatie van de interventieactiviteiten zijn. Met deze vragen is zowel de spontane als de geholpen herinnering aan de interventie nagegaan.
10
Statistische analyses Voor de statistische analyses is het softwarepakket SPSS-19 gebruikt. Modellen zijn opgebouwd met de antwoorduitkomst (gedragsdeterminant) als afhankelijke variabele en jaar van meting (2010, 2012) als onafhankelijke variabele. Met gedragsdeterminant wordt bedoeld een niet-wenselijk of wenselijk gedrag per vraag per interviewthema (agendasetting, sociale norm, kennis over negatieve gevolgen van alcohol, kennis over algemene en alcoholspecifieke opvoedingskenmerken, gedrag van ouders in de opvoeding). Chi-kwadraat toetsen en student t-toetsen zijn gebruikt om verschillen in de sociaaldemografische kenmerken van de twee steekproeven te toetsen. Negatief geformuleerde vragen met betrekking tot de gedragsdeterminanten zijn omgecodeerd zodat bij alle vragen de antwoordcategorieën oplopend zijn. Hierbij geldt dat bij alle vragen een antwoord met een hogere score als positief beschouwd is. Daarna is voor iedere vraag de gemiddelde score berekend. Lineaire regressie is gebruikt om de verandering in de gemiddelde score te bepalen voor de aandachtsgebieden agendasetting, sociale norm, kennis over de negatieve gevolgen van alcohol, kennis over alcohol in de opvoeding en gedrag ouder met betrekking tot alcohol in de opvoeding. Vragen met een dichotoom antwoord zijn met behulp van logistische regressie geanalyseerd. Bij alle analyses is gecorrigeerd voor het opleidingsniveau en de leeftijd van het kind. De gedragsvragen die betrekking hadden op het oudste inwonende kind zijn afzonderlijk geanalyseerd voor kinderen ouder en voor kinderen jonger dan 16 jaar. De vragen met betrekking tot de procesevaluatie (bereik en acceptatie van de interventieactiviteiten) zijn geanalyseerd met beschrijvende statistiek.
11
Resultaten Sociaaldemografische gegevens De steekproeven uit 2010 en 2012 verschilden niet significant van samenstelling, behalve voor huishoudgrootte, religie, opleidingsniveau en geïnterviewde gemeente (p ≤ 0.05) (tabel 2). In de voormeting waren meer Rooms Katholieken, minder Protestantse en meer respondenten zonder religie vertegenwoordigd dan in de tweede meting. Ook waren meer hoog opgeleiden, maar minder middel opgeleiden vertegenwoordigd in de voormeting dan in de tweede meting. In beide steekproeven was het merendeel van de respondenten vrouw (63% resp. 64%) en 84% had een voltijd of deeltijd baan. De meeste respondenten maakten deel uit van een twee-oudergezin met een gemiddelde huishoudgrootte van 4,5 personen, in de voormeting was de spreiding van de huishoudgrootte groter dan in de tweede meting. De acht gemeenten zijn in de voormeting naar rato (niet exact) van het inwonersaantal vertegenwoordigd. Voor voldoende spreiding is in de tweede meting gekozen voor een ongeveer gelijk aantal respondenten per gemeente. Resultaten procesevaluatie Bereik: In welke mate zijn de ouders ‘blootgesteld’ aan de interventie? In tabel 3 is het bereik van de interventieactiviteiten weergegeven. In totaal had 92% (234 van de 253) van de respondenten in 2012 een spontane en/ of geholpen herinnering aan één of meer activiteiten van het Alcoholmatigingsproject (108 spontaan, 234 geholpen). Binnen de publiekscampagne werden de folders (23% spontaan versus 64% geholpen) door de meeste van deze 234 respondenten herinnerd. Ook de artikelen in huis-aan-huis kranten en ouderactiviteiten werden door veel ouders herinnerd (spontaan 11% versus geholpen 33%; 9% spontaan versus 21% geholpen, respectievelijk). Overige spontane herinneringen zoals activiteiten verspreid door middel van radio, poster, gemeentebrieven en schoolverpleegkundige werden minder genoemd. Informatiebronnen die door de meeste respondenten geholpen herinnerd werden zijn, posters (21%), ouderavond (30%) en de schoolverpleegkundige (52%). Acceptatie: Is de interventie acceptabel voor de respondenten? Een grote meerderheid van de respondenten die een spontane en/of geholpen herinnering (n=234) aan de interventie hadden voelde zich in beperkte mate of zeer aangesproken door de campagne (84%). De mate waarin andere ouders zich volgens deze respondenten aangesproken voelden was ongeveer gelijk, namelijk 80%. Resultaten effectevaluatie In tabel 4 zijn de gemiddelde scores per interviewvraag weergegeven van de voormeting in 2010 (n=250) ten opzichte van alle respondenten in de tweede meting in 2012 (groep 1, n=253), de respondenten met een spontane en/of geholpen herinnering (groep 2, n=234) en de respondenten zonder herinnering (groep 3, n=19) aan de interventie. Deze resultaten worden hieronder per interviewthema (gedragsdeterminant) besproken. Agendasetting Bijna alle ouders (96%) vinden het een probleem als jongeren veel alcohol drinken. Als verondersteld was hierbij geen stijging te zien, omdat dit percentage bijna niet meer kan toenemen. Daarnaast was in groep 1 en 2 een significante toename ten opzichte van de voormeting te zien in het aantal respondenten dat vindt dat het alcoholgebruik van jongeren in hun gemeente normaal is, in sommige gemeenten betekent dit dus dat het drinkgedrag van jongeren onderschat wordt (23% van de respondent vindt het een normale situatie). 60% van de respondenten geeft aan de laatste tijd ‘wel 12
eens’ of ‘regelmatig’ nagedacht te hebben over het alcoholgebruik van jongeren in de gemeente, 50% van de respondenten heeft hierover daadwerkelijk met anderen gepraat. Onder de respondenten zowel in groep 1, 2 als in groep 3 is een kleine daling te zien in de mensen die nadenken of praten over het alcoholgebruik van jongeren in de gemeenten (daling is significant voor groep 1 en 2). Daarnaast was opvallend dat significant meer mensen in groep 1 en 2 zich betrokken voelen bij het onderwerp alcohol. Het percentage ouders met een herinnering aan een interventie dat zich betrokken voelt is 74%, het percentage ouders zonder herinnering bedraagt 57%. Zoals verwacht zijn de gemiddelde scores dan ook het hoogst (wenselijk) in de groep met respondenten die een herinnering aan een interventie hebben (groep 2). Sociale norm De antwoorden op de stellingen over sociale norm vertoonden nauwelijks veranderingen. Alleen de stelling ‘Als een 14-jarige meer dan 1 keer per maand alcohol drinkt is dat zeker te vaak’ werd significant positiever beantwoord door respondenten in groep 1 en 2 (89% van de respondenten is het met de stelling eens). De gemiddelde scores van alle vragen binnen dit onderwerp in alle drie de groepen zijn er erg hoog (bij alle 5 de stellingen geeft meer dan 80% van de respondenten een wenselijk antwoord), waardoor er nauwelijks een toename bewerkstelligt kan worden. Bijvoorbeeld, 99% van alle respondenten vindt het vreemd als een 12-jarige alcohol drinkt, en 87% van alle respondenten vindt het een goede zaak als de gemeente zich bezighoudt met het alcoholgebruik van jongeren. De percentages zijn iets lager in groep 3 (geen herinnering), maar binnen deze groep is er wel een kleine toename te zien in score (wenselijk), deze toename is niet significant door het kleine aantal respondenten binnen deze groep. Ten slotte valt op dat in 2010 de respondenten het acceptabel vonden dat jongeren alcohol beginnen te drinken vanaf een leeftijd van gemiddeld 17 jaar, in 2012 is dit gestegen naar een leeftijd van gemiddeld18 jaar. Kennis over negatieve gevolgen van alcoholgebruik Er was een significante toename te zien in respondenten in groep 1, 2 en 3 die het eens waren (95% van alle respondenten) met de stelling ‘De gevolgen van overmatig alcoholgebruik door jongeren zijn zo ernstig dat er iets aan gedaan moet worden’. Tevens is er een significante toename te zien in het aantal ouders in groep 1 en 2 dat denkt dat de effecten van alcohol schadelijker zijn voor jongeren dan voor volwassenen. Deze toename kan echter nog meer stijgen, de gemiddelde score is relatief laag (niet-wenselijk), 93% van de respondenten denkt dat de alcohol even schadelijk is voor volwassenen als voor jongeren. Daarnaast valt op dat bijna alle ouders (92%) in groep 3 (geen herinnering) weten dat alcohol al schadelijk is voor jongeren, zélfs als ze niet aangeschoten of dronken zijn. Binnen deze stelling en groep was er ook een toename te zien, deze toename is echter niet significant door het kleine aantal respondenten in de groep. Ongeveer 70% van de ouders in groep 1 en 2 weten dat alcohol al schadelijk is voor jongeren, zélfs als ze niet aangeschoten of dronken zijn. Respondenten in groep 1, 2 en 3 schatten de frequentie waarin overmatig alcoholgebruik door jongeren leidt tot gezondheidsproblemen, alcoholverslaving, verkeersongevallen, misdragingen/agressie, onveilige seks, schoolverzuim, verminderde schoolprestaties en fitheid ongeveer hetzelfde in als in 2010 (tabel 5). Omdat de interventies gericht op ouders vaak hersenschade als gevolg alcoholgebruik op jonge leeftijd illustreren, noemen meer respondenten in 2012 de verstoring van de hersenontwikkeling of hersenschade spontaan op als gevolg (84% in 2010 versus 93% in 2012). Tabel 6 geeft een somscore weer van de gevolgen van alcoholgebruik vermeld in deze alinea. In tabel 5 is te zien dat de gemiddelde somscore van deze 10 items na correctie van opleidingsniveau licht is toegenomen in groep 1 en 2, en licht is afgenomen in groep 3. 13
Kennis over alcohol in de opvoeding De antwoorden op de stellingen over kennis van alcohol in de opvoeding vertoonden nauwelijks veranderingen (tabel 4). 62% van alle respondenten geloofd dat je als ouders kunt voorkómen dat je kind veel alcohol gaat drinken, 58% van de respondenten denkt dat als hun kind eenmaal veel alcohol drinkt, je als ouder daar nog iets aan kunt veranderen. Deze stellingen, werden ten opzichte van de nulmeting (2010) na correctie in groep 1 en 2 significant positiever beantwoord. Opvallend is dat 84% van alle respondenten denken het drinkgedrag van hun kinderen binnen te perken te houden door duidelijke afspraken te maken over het alcoholgebruik, dit percentage was ongeveer gelijk tijdens de nulmeting. Erg positief is dat ongeveer 90% van de respondenten tijdens de nulmeting en de tweede meting het eens is met feit dat je tijdig (voordat kinderen beginnen met alcohol drinken) over het alcoholgebruik en de gevolgen daarvan moet praten. Tot slot is er een stijging te zien in het aantal ouders (53% van de ouders is het ermee eens) dat denkt dat wanneer zij matig drinken, de kinderen ook matig zullen drinken. Wat opvalt is dat met betrekking tot alle stellingen, er een toename in score is te zien voor groep 1 en 2 (wenselijk) en een daling in groep 3 (niet-wenselijk). Ook zijn de gemiddelde scores van alle 3 de groepen relatief laag, wenselijk zou zijn als de ouders hier hoger scoren. Gedrag ouders in de opvoeding De stellingen binnen dit onderwerp zijn geanalyseerd met twee andere groepen; respondenten met kinderen onder de 16 jaar en respondenten met kinderen boven de 16 jaar. In de tweede meting gaven significant meer ouders aan het niet goed te keuren als hun kind van boven de 16 jaar alcohol drinkt (tabel 7). Bijna alle ouders (98%) in de voormeting en in de tweede meting met kinderen onder de 16 jaar keuren het niet goed dat hun kind alcohol drinkt. Daarbij is opvallend dat zowel ouders met kinderen onder en boven de 16 jaar (38%) significant minder of geen alcohol drinken in het bijzijn van hun kinderen. Tabel 8 illustreert dat meer ouders het niet goedkeuren dat hun kind thuis alcohol drinkt, deze stijging is significant onder respondenten met kinderen van 16 jaar of ouder. Daarnaast is het opvallend dat minder ouders in de afgelopen maand met hun kind (>16 jaar) over het alcoholgebruik en de gevolgen daarvan hebben gepraat (57% in 2010, versus 44% in 2012), de daling is niet meer significant na correctie. Tot slot is te zien dat zowel in 2010 en 2012 het percentage ouders dat duidelijke afspraken heeft over het alcoholgebruik met hun kind (> 16 jaar) rond de 91% ligt. Ouders met kinderen onder de 16 jaar hebben beduidend minder vaak afspraken gemaakt (71% in 2010, 75% in 2012) in vergelijking met ouders met kinderen boven de 16 jaar. Tabel 9 illustreert hoe ouders denken dat het alcoholgebruik van hun kind is, uitgesplitst voor kinderen onder en kinderen boven de 16 jaar. Het valt op ouders denken dat hun kinderen de afgelopen maand minder dagen hebben gedronken, deze daling is significant voor ouders met kinderen boven de 16 jaar. Ouders met kinderen boven de 16 jaar denken dat hun kind gemiddeld 3 dagen per maand alcohol drinkt, met een gemiddelde van 4 glazen drank per keer (daling ook significant). Ouders met kinderen onder 16 jaar denken dat hun kinderen niet of nauwelijks drinken (0.10 dagen per maand).
14
Discussie en conclusie Belangrijkste uitkomsten Na ruim twee jaar voelen ouders in de Stedendriehoek zich meer betrokken bij het onderwerp alcohol, en zijn ze zich meer bewust van de problematiek rond het alcoholgebruik. Deze bewustwording uit zich ook in het feit dat meer ouders het vreemd vinden als jonge kinderen (12 en 14 jaar) alcohol consumeren, en in het feit dat meer ouders vinden dat de gevolgen van alcoholgebruik bij jongeren ernstiger zijn dan bij volwassenen, zo ernstig dat er iets aangedaan moet worden. Daarnaast zien ouders vooral mogelijkheden om het drinkgedrag van hun kind te beïnvloeden als zij vroeg met voorlichting beginnen, maar ook nog als hun kind al veel alcohol drinkt. Ook in termen van de opvoedingsaspecten zijn ouders veranderd, respondenten geven aan het minder vaak goed te keuren als hun kind thuis alcohol drinkt. Respondenten geven zelf ook aan minder alcohol te consumeren in het bijzijn van hun kind. Opvallend is ook dat meer ouders denken dat hun kind minder alcohol drinkt, en dat ouders meer zicht denken te hebben op het gedrag van hun kind. Ook is duidelijk geworden dat de meerderheid van de respondenten graag ziet dat de leeftijdsgrens om legaal drank te kopen verhoogd wordt naar 18 jaar, op deze leeftijd vinden de ouders het acceptabel als hun kinderen alcohol consumeren. Ruim 90% (234 van 253) van de respondenten heeft iets van de campagne gezien of gehoord. Opvallend is dat de veranderingen tussen de voormeting en de tweede meting sterker en positiever zijn onder respondenten die zich iets herinneren van de interventies. Onder respondenten die geen enkele herinnering hebben is de gemiddelde score lager (niet wenselijk) dan onder respondenten met een herinnering. Een verandering in de ‘geen herinnering’ groep is vaak niet significant, behalve dat deze respondenten zich minder betrokken voelen bij het onderwerp en dat deze ouders het minder vreemd vinden als jonge kinderen alcohol drinken. Methodologische sterke en zwakke punten In deze studie is gekozen voor een pre-test post-test ontwerp met twee onafhankelijke steekproeven. De voordelen van dit ontwerp ten opzichte van de uitvoering van herhaalde metingen bij dezelfde steekproef zijn dat verstoring als gevolg van het herhaaldelijk afnemen van de vragenlijst, het ouder worden van het kind gedurende de interventieperiode en drop-outs worden voorkomen. Het nadeel van verminderde precisie bij twee onafhankelijke steekproeven ten opzichte van het volgen van een cohort is minimaal, omdat de sociaaldemografische kenmerken van de twee steekproeven redelijk gelijkwaardig waren. Doordat dit regionale Alcoholmatigingsproject de totale populatie in de Stedendriehoek beïnvloedt was het niet mogelijk om een controlegroep samen te stellen. Wel is geanalyseerd welke respondenten in aanraking zijn gekomen met de interventie en welke respondenten niet. Daardoor kon er toch een soort van controlegroep vast gesteld worden, namelijk de respondenten zonder herinnering aan een interventie. Deze controlegroep is echter erg klein, wat leidt tot een verminderd statisch onderscheidingsvermogen. Ook is de omgeving van de totale populatie niet te standaardiseren waardoor externe invloeden (bijvoorbeeld een landelijke campagne) een rol kunnen spelen gedurende de regionale interventie periode. Vanwege de dynamische en brede aanpak van het project is het moeilijk de effecten van afzonderlijke onderdelen van de individuele campagne-uitingen te meten. Deze brede aanpak van de interventie zorgt wel voor een betere effectiviteit.[18] Tot op heden is er nog geen standaardinstrument voor het evalueren van een dergelijke community benadering.[19-21] Daarom wordt binnen evaluatieonderzoek vaak gebruik gemaakt van minder formele meetinstrumenten, zoals vragenlijsten, (groeps)interviews en observatiemethoden. Daarnaast kunnen kwantitatieve en kwalitatieve methoden gecombineerd worden om meer duidelijkheid te verschaffen. Een voorbeeld daarvan is het gebruik van triangulatie, waarmee dezelfde onderzoeksvraag op minstens drie manieren wordt onderzocht. 15
Wanneer dit dezelfde resultaten oplevert is met meer zekerheid te zeggen dat deze ook kloppen.[22, 23] Daarom is in deze evaluatie wederom gekozen om ouders te interviewen met behulp van een vragenlijst.[24] Deze evaluatiemethode is zo min mogelijk aangepast sinds het begin van het project om de verschillende resultaten over de tijd zo goed mogelijk met elkaar te kunnen vergelijken. De oorspronkelijke vragenlijst gebruikt in de evaluatie van april 2006 is op kleine schaal getest voordat deze in gebruik is genomen. De vragenlijst gebruikt voor de huidige evaluatie is minimaal aangepast. De huidige vragenlijst is niet opnieuw getest. Door minimale verschillen tussen de vragenlijsten kan dit geleid hebben tot een kleine verandering van interpretatie. Daarnaast werd door de interviewers in 2012 opgemerkt dat respondenten kozen voor de veilige middenweg als antwoord wanneer zij moeite hadden met het beantwoorden van de vraag. Tussen de twee steekproeven ligt een periode van ongeveer twee jaar, dit betekent dat de respondenten herinneringen moeten terug halen van de interventies uitgevoerd in de afgelopen jaren. Deze ‘recall bias’ kan tot een verminderde herinnering aan de interventies hebben geleid. Naast deze vertekening, moet er ook rekening worden gehouden met de verschillen in interpretatie van antwoorden door de interviewers en verschillen in de intonatie tijdens het voorlezen van de vragen. Dit kan mogelijk de vraaguitkomst beïnvloed hebben. Deze ‘interviewer bias’ werd zoveel mogelijk beperkt door gebruik te maken van een belprotocol zodat met een gestandaardiseerd gesprek mogelijke verschillen tussen interviewers werden beperkt. Evenals bij de vorige evaluaties, is bij deze evaluatie de steekproef genomen uit de Gemeentelijke Basis Administratie, wat een goede vertegenwoordiging geeft van de gehele gemeente. Echter, de telefoonnummers moesten handmatig worden opgezocht waardoor alleen adressen geregistreerd in de telefoongids benaderd konden worden. Meer dan de helft van de adressen is door bovenstaande reden afgevallen, dit resulteerde in een selectieve onderzoeksgroep. Het blijkt dat voornamelijk laagopgeleiden geen gegevens in de telefoongids hebben. Gedurende de analyses is hiermee rekening gehouden door te corrigeren voor het opleidingsniveau. Hierdoor wordt mede getracht te corrigeren voor sociaal economische status.[25] Naast deze correcties, is ook gecorrigeerd voor leeftijd van het kind. Conclusie Het doel van het project ‘Alcoholmatiging Jeugd in de Stedendriehoek’ is het keren van de trend in een toename van (overmatig) alcoholgebruik onder de jeugd. Een antwoord op deze vraag kan niet door deze evaluatie alleen worden gegeven. Wel kan geconcludeerd worden dat ouders zich steeds meer bewust worden van de problematiek rond alcoholgebruik door jongeren. Ouders worden strenger en hebben duidelijkere afspraken met hun kinderen omtrent het alcoholgebruik. Ook zouden ouders graag een steuntje in de rug willen van de overheid, door de leeftijdgrens om alcohol te kopen te verhogen naar 18 jaar. Over het algemeen gaf de groep ouders met herinnering aan de regionale interventies vaak een significante positiever antwoord op de interviewvragen. Hoewel het moeilijk is om de gevonden effecten volledig toe te schrijven aan de regionale activiteiten gericht op ouders (geen echte controlegroep, en aanwezigheid omgevingsfactoren), kan gezien het hoge bereik geconcludeerd worden dat dit project met haar interventies en activiteiten een belangrijke bijdrage heeft geleverd. Er valt te concluderen dat er een positieve ontwikkeling heeft plaatsgevonden ten aanzien van opvoeding, kennis en gedrag van ouders omtrent alcoholgebruik door jongeren, en ditmaal in de Stedendriehoek. De resultaten van deze effectevaluatie liggen op één lijn met de resultaten van de evaluaties uitgevoerd in de Achterhoek, en ondersteunen dus de indruk dat er een structurele verandering heeft plaatsgevonden met betrekking tot de perceptie van ouders op het alcoholgebruik van de jeugd door het Alcoholmatigingsproject. 16
Appendix Aanbevelingen Borging van het Alcoholmatigingsproject De verankering van het Alcoholmatigingsproject bij jeugd in de Stedendriehoek, maar ook in andere gemeenten, is van uiterst belang. Blijven investeren, draagvlak creëren en behouden zijn hierbij essentiële onderdelen. De waargenomen positieve ontwikkelingen in het bewustzijn van de ouders omtrent de alcoholproblematiek zijn hoopgevend. Het project dient daarom te worden voortgezet; het is van belang om de positieve veranderingen te behouden en te onderhouden. Om dit te bewerkstelligen zijn de netwerken van partners essentieel. Hierbij blijft het belangrijk om als samenwerkingspartners de zelfde boodschap naar buiten te brengen. Nieuwe ouders Dit project, maar ook andere evaluaties van de GGD Gelre-IJssel en van andere instellingen in Nederland, hebben laten zien dat de alcoholconsumptie van de jeugd daalt. Deze daling is voor een groot deel gekomen doordat ouders strenger zijn geworden en het minder acceptabel vinden dat hun (jonge) kinderen alcohol consumeren. Dit benadrukt deze belangrijke doelgroep, en de voorlichting gericht op hun. Belangrijk om te beseffen is dat de ouders met kinderen in de onderzochte leeftijdscategorie momenteel redelijk verantwoord omgaan met het alcoholgebruik van hun kinderen, maar dat er “nieuwe” ouders op komst zijn. Deze evaluatie heeft laten zien dat dit project positieve ontwikkelingen heeft bewerkstelligd, nieuwe ouders zouden deze kansen ook moeten krijgen. Daarbij laat de huidige evaluatie zien dat ouders onderling minder vaak over dit onderwerp met elkaar praten, dus elkaar wellicht de positieve ontwikkeling die er nu heerst niet doorgeven. Opvoedingsondersteuning en verhoging leeftijdsgrens Naast alle positieve ontwikkelingen kan er ook nog winst behaald worden, bijvoorbeeld op het gebied van kennis van negatieve gevolgen van alcohol. Hersenschade wordt door veel ouders opgenoemd als gevolg, geïnvesteerd moet worden in de kennis van andere gevolgen zoals een verhoogde kans op alcoholverslaving, onveilige seks, schoolverzuim en een verminderde fitheid. Ook valt er winst te behalen met het onderwerp ‘kennis over alcohol in de opvoeding’, namelijk een deel van ouders is zich er nog onvoldoende van bewust dat zij wel degelijk invloed kunnen uitoefenen op het drinkgedrag van hun kind. En nog meer dan 60% van de respondenten drinkt evenveel alcohol in het bijzijn van hun kinderen als wanneer zij dit elders consumeren, dit betekent dat ze zich op dat vlak nog niet als rolmodel zien. Tot slot geven de ouders van jongeren zelf een belangrijke aanbeveling, namelijk dat de leeftijdsgrens om legaal alcohol te kopen verhoogd moet worden naar een leeftijd van 18 jaar. Gemiddeld geven de ouders binnen deze evaluatie aan dat zij 18 jaar als een leeftijd zien waarop het acceptabel is dat jongeren alcohol consumeren. Het is dus aan te bevelen om het project te borgen, en daarmee voort te zetten. Daarbij zijn evaluaties zoals deze van belang. Daarmee kan draagvlak gecreëerd en behouden worden door het aankaarten van positieve ontwikkelingen, maar ook verbeterpunten. Zo kan het nut van dit project in het verleden maar ook in de toekomst hard gemaakt worden.
17
Referenties 1. Van Gorp K, Lemmers L, Pussen T. Waarom drinken mensen? Een empirische studie naar (sociaal) psychische determinanten van alcoholgebruik. Woerden; 1998. 2. Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid. Trendanalyse Jeugd & Alcohol. Utrecht: 2009. 3. NOS. Nederlandse jongeren meer of minder aan de drank? Cited; 02-05-2012: http://nos.nl/op3/arikel/368664-nederlandse-jongeren-meer-of-minder-aan-de-drank.html 4. Laar M, Cruts A, Verdurmen J, Ooyen M, Meijer R. Nationale Drug Monitor Jaarbericht 2007. Utrecht, Trimbos-instituut; 2008. 5. AD. Aantal comazuipers weer fors gestegen. Cited; 01-06-2012: http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Binnenland/article/detail/2439595/2011/05/31/Aantal-gevallencomazuipen-weer-fors-gestegen.dhtml 6. De volkskrant, Ali H. Meisjes vaker ziek van de drank. Uitgave: 24-03-2012. 7. KPMG. Kosten en baten van alcoholzorg en -preventie: eindrapport, KPMG Bureau voor Economische Argumentatie, Hoofddorp; 2001. 8. E-MOVO: Elektronische MOnitor en Voorlichting van jongeren in klas 2 en 4 van het voortgezetonderwijs; GGD Gelre-IJssel, Apeldoorn; 2007, 2011. 9. Clark DB, Thatcher Dl, Tapert SF. Alcohol, Psychological Dysregulation, and Adolescent Brain Development. Alcoholism: Clinical and Experimental Research, 2008; 32(3):375-85. 10. Squeglia L, Jacobus J, Tapert SF. The influence of substance use on adolescent brain development. UC San Diego: retrieved from: http://www.escholarshiporg/uc/item/3tm6s556, 2009. 11. Spear L, Varlinskaya E. Adolescence. Alcohol sensitivity, tolerance, and intake. Recent Dev Alcohol, 2005; 17:143. 12. Tapert S, Schweinsburg A, Barlett V, Brown S, Frank L, Brown G. Blood oxygen level dependent response and spatial working memory in adolescents with alcohol use disorders. Multi-campus: Retrieved from: http://www.escholarshiporg/uc/item/8kf629gj , 2004. 13. NIGZ-Alcoholvoorlichting. Ouders Alcohol en opvoeding, Risico’s. Alcoholinfo 2012. Cited: 28-03-2012: http://www.alcoholinfo.nl/index.cfm?act=esite.tonen&pagina=116 14. NIGZ-Alcoholvoorlichting. Drinkadvies & tips. 2012. Cited: 28-03-2012: http://www.alcoholinfo.nl/index.cfm?act=esite.tonen&pagina=117 15. Izeboud C. Werkplan Stedendriehoek? 16. de Vlaming R. ‘Alcoholmatiging Jeugd in de Achterhoek’ Tussenrapportage 4. GGD GelreIJssel 2005. 17. Miedema M. ‘Alcoholmatiging Jeugd in de Achterhoek. GGD Gelre-IJssel 2010. 18. van de Luitgaarden J, Thush C, Wiers R, Knibbe R. Prevention of alcohol problems in Dutch youth: Missed opportunities and new developments. Evaluative & Health Professions, 2008; 31(2):167. 19. Alting D, Bouwens J, Keijsers J. Het evalueren van community interventies. Resultaten en conclusies van een reviewstudie naar onderzoeksmethoden en meetinstrumenten. NIGZ/Centrum voor Review & Implementatie; 2003. 20. Alting D, Bouwens J, Keijsers J. Adviesdocument: In het kader van het project ‘Overzicht en advisering over onderzoeksmethoden en meetinstrumenten voor de evaluatie van interventies die zijn opgezet vanuit de principes van de community benadering’. NIGZ/Centrum voor Review & Implementatie; 2003. 21. Boon H, MacPherson H, Fleishman S, Grimsgaard S, Koithan M, Norheim AJ, Walach H. Evaluating Complex Healthcare Systems: A Critique of Four Approaches. eCAM, 2007; 4(3):279-85. 18
22. Koelen M.A., van den Ban A.W. Health education and health promotion. Wageningen academic publishers, The Netherlands, 2004. 23. WHO rapport: evaluation in health promotion, principles and perspectives. WHO Regional Publication European Series no.92, 2001. 24. Verdurmen J, van de Mheen D, van Laar M. Alcoholgebruik onder jongeren: hoe vaak en met welke gevolgen? Verslaving, 2008; 4(3):4-15. 25. Spijkerman R, van den Eijnden R, Huiberts A. Socioeconomic differences in alcohol-specific parenting practices and adolescents ‘drinking patterns. European Addiction Research, 2008; 14(1):26-37.
19
Tabel 1 Overzicht van de duur en intensiteit van de interventieactiviteiten voor ouders en andere volwassenen in de Stedendriehoek 2010
na
Interventies
Jun
2011
Jul
Aug Sep
Okt
Nov Dec Jan
2012
Feb
Maa Apr Mei Jun
Jul
Aug Sep
Okt
Dec Jan
Feb
Maa Apr
Publiekscampagne volwassenen Radiospotb
40
Artikel in huis-aan-huis krant
-
Posters
-
Folders BO
c
76
Folders VO
-
Gemeentebrief
2187
Flyer (‘bierglas’)
11565
Overige ouderactiviteiten Ouderavonden BO
32
Ouderavonden VO
24
Kroegentocht
1
Tactus stand
44
PGO groep 7
d
-
Oudercursus Pubers en Alcohol 2 geregistreerd aantal deelnemers of aantallen verspreid b aantal uitgezonden spots c activiteiten georganiseerd met folders d binnen deze activiteit worden ook folders meegegeven - niet achterhaald = periode waarin de interventieactiviteit heeft plaats gevonden a
20
45007 jongeren in de Stedendriehoek, geboren tussen 1-5-1991 en 1-4-2000
2012
40065 jongeren in de Stedendriehoek, geboren tussen 1-5-1993 en 1-4-2002
917
Steekproefgrootte
854
6
Adressen uit steekproef verwijderd door dubbele huishoudens
13
526
Adressen uit steekproef verwijderd door afwezigheid van openbaar telefoonnummer
484
385
Uiteindelijke bellijst
357
35
Niet benaderde huishoudens (streefaantal interviews bereikt)
22
350
Huishoudens benaderd voor interview
335
Interviews succesvol afgerond
250
Respons 71%
2010
253
63
Huishoudens onbereikbaar binnen gestelde interviewperiode
41
3
Huishoudens niet in staat interview af te nemen door taalbarrière
8
34
Huishouden weigert deelname
33
Non-respons 29%
Non-respons 24%
Respons 76% 21
Tabel 2 Sociaaldemografische profielen van de steekproeven April 2010 n = 250
Mei 2012 n = 253
93 157 48.6
(37) (63) (4.49)
91 162 46.8
(36) (64) (4.8)
127 96 27
(51) (38) (11)
100 138 15
(40) (55) (6)
103 112 29 3 3
(41) (45) (12) (1) (1)
105 10 28 7 9
(42) (42) (11) (3) (4)
235 14 4.5
(94) (6) (1.12)
243 10 4.4
(96) (4) (0.88) *
109 141 15.2
(44) (56) (2.46)
111 142 15.4
(44) (56) (2.32)
128 122
(51) (49)
131 122
(52) (48)
35 59 2 29 124
(14) (24) (1) (11) (50)
21 94 6 21 110
(8) (37) (2) (8) (44)
* *
Gemeente (aantal inwoners 1-4-20122) n (%) Apeldoorn (156.355) 83 (33) 39 Brummen (21.252) 13 (5) 30 Epe (32.747) 55 (22) 40 Heerde (18.307) 18 (7) 38 Lochem (33.275) 17 (7) 37 Voorst (23.701) 15 (6) 39 Zutphen (47.112) 31 (3) 30 1 Opleidingsniveau (hoog: hoger of wetenschappelijk onderwijs, middel: middelbaar onderwijs, laag: geen opleiding of lager onderwijs)
(15) (12) (16) (15) (15) (15) (12)
* * * * * * *
Geslacht Man Vrouw Leeftijd in jaren
n (%)
gem. (SD) 1
Opleidingsniveau Hoog Middel Laag Arbeidspositie Voltijd betaald Deeltijd betaald Voltijd huisman/vrouw Werkeloos Anders Gezinssamenstelling Twee-ouder gezin Eénouder gezin Huishoudgrootte Leeftijdscategorie oudste inwonende kind <16 jaar 16 of >16 jaar gemiddelde leeftijd Geslacht oudste inwonende kind Jongen Meisje Religie Rooms katholiek Protestants christelijk Islam Anders Geen
n (%) *
n (%)
n (%)
gem. (SD) n (%)
n (%)
n (%)
*
2
CBS * <0.05
22
Tabel 3 Overzicht bereik van de interventie, aantallen respondenten met een spontane of geholpen herinnering aan de interventieactiviteiten in de periode 2010-2012 Interventieactiviteiten
Spontane herinnering n % van 203a
Geholpen herinnering N % van 203a
Eén of meer activiteiten
108
(46)
234
(100)
1 26 13 53 3 nvt
(0.5) (11) (6) (23) (1.3) nvt
28 77 48 149 Nvt 89
(12) (33) (21) (64) nvt (38)
21 nvt 8
(9) nvt (3.4)
48d 71 121
(21)d (30) (52)
Publiekscampagne Radiospot Artikel huis-aan-huis krant Poster Folder Gemeentebrief Flyer bierglasc Overige ouderactiviteiten Ouderactiviteit algemeen Ouderavond Schoolverpleegkundige a
203 respondenten hebben een spontane en/of geholpen herinnering Campagne-uiting niet door het project geïnitieerd c Campagne-uiting pas nagevraagd vanaf vierde interviewdag d Bevat ook respondenten die ouderavond herinneren b
23
Tabel 4 Gemiddelde scores (2010 en 2012) en β voor verandering in agendasetting, sociale norm, kennis over de negatieve gevolgen van alcohol, kennis over alcohol in de opvoeding, uitgeplitst naar groep 2010 n = 250 gem.
2012 alle respondenten n = 253 gem. β ruw
β gecor. b
2012 herinnering aan interventie n = 234 gem. β ruw β gecor. b
2012 geen herinnering aan interventie n = 19 gem. β ruw β gecor. b
4.82
4.87
0.03
0.03
4.88
0.03
0.03
4.74
-0.05
-0.04
3.03
3.44
0.21 **
0.21 **
3.48
0.21 **
0.21 **
2.37
0.13
0.26
4.19
4.18
-0.01
-0.01
4.22
-0.01
-0.02
3.00
0.01
0.08
1.91
1.82
-0.05
-0.04
1.85
-0.03
-0.03
1.37
-0.23 *
-0.19
1.86
1.63
-0.12 **
-0.11 **
1.66
-0.12 **
-0.12 **
1.32
-0.09
-0.04
2.63
2.90
0.13 **
0.14 **
2.95
0.15 **
0.15 **
2.26
-0.10
0.01
4.84
4.95
0.06*
0.06*
4.95
0.05 *
0.05
4.95
0.16
0.21
4.38
4.33
-0.02
-0.02
4.36
-0.05
-0.05
4.00
0.21
0.36
4.22
4.55
0.16 **
0.19 **
4.61
0.17 **
0.19 **
3.74
-0.03
0.18
4.41
4.53
0.06
0.05
4.53
0.05
0.03
4.47
0.17
0.27
4.77
4.82
0.03
0.02
4.83
0.03
0.02
4.74
-0.01
0.02
4.55
4.74
0.10 *
0.09 *
4.74
0.08 *
0.08 *
4.79
0.27 *
0.29 *
3.02
3.07
0.02 *
0.03 *
3.06
0.03 *
0.03 *
3.11
0.01
-0.01
4.16
4.17
0.01
0.04
4.14
-0.04
0.00
4.58
0.48 *
0.41
a
Agenda setting [1 (niet wenselijk) tot 3 of 4 of 5 (wenselijk) ] Het is een probleem als jongeren veel alcohol drinken [1-5] Het alcoholgebruik van jongeren in uw gemeente is normaal [1-5] De aandacht in de media voor overmatig alcoholgebruik van jongeren is overdreven [1-5] Heeft u de laatste tijd weleens nagedacht over alcoholgebruik van jongeren in uw gemeente [1-3] Heeft u de laatste tijd weleens met anderen gepraat over alcoholgebruik van jongeren in uw gemeente [1-3] Voelt u zich betrokken of heeft u iets met het onderwerp jongeren en alcoholgebruik [1-4] Sociale norm [1 (niet wenselijk) tot 5 (wenselijk)a] Ik zou het vreemd vinden als ik een jongen van 12 jaar oud een misdrankje met alcohol zie drinken Ik vind het normaal als ik iemand van 15 jaar oud tijdens het uitgaan 5 glazen alcohol op een avond zie drinken Als een 14-jarige meer dan 1 keer per maand alcohol drinkt is dat zeker te vaak Het is een goede zaak als de gemeente zich met het alcoholgebruik van jongeren bezighoudt Het is als ouder belangrijk om te weten hoeveel alcohol je kind drinkt Kennis negatieve gevolgen [1 (niet wenselijk) tot 4 of 5 (wenselijk)a] De gevolgen van overmatig alcoholgebruik door jongeren zijn zo ernstig dat er iets aan gedaan moet worden [1-5] Denkt u dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren even schadelijk, schadelijker of minder schadelijk zijn dan voor volwassen [1-4] Pas als jongeren zoveel alcohol drinken dat ze er aangeschoten of dronken van worden is het schadelijk voor hen [1-5]
24
Kennis alcohol in de opvoeding [1 (niet wenselijk) tot 5 (wenselijk)a] Ik geloof dat je als ouder kunt voorkomen dat je kind veel alcohol gaat drinken Als je kind eenmaal veel alcohol drinkt is het als ouder erg moeilijk daar nog iets aan te doen Als ouders matig drinken, zullen kinderen ook matig drinken Ouders kunnen het drinkgedrag van hun kinderen binnen de perken houden door duidelijke afspraken over alcoholgebruik te maken Door open met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen te praten, zullen zij verstandiger met alcohol omgaan Wanneer zou u voor het eerst met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen ervan te praten?[1-3] a b
3.43
3.65
0.11
0.13*
3.66
0.13*
0.14*
3.47
-0.10
-0.08
3.04
3.33
0.14
0.16*
3.35
0.16*
0.17*
3.11
-0.05
-0.07
3.11
3.36
0.12
0.12
3.34
0.09
0.09
3.58
0.46
0.46
4.20
4.27
0.04
0.05
4.31
0.06
0.06
3.84
-0.18
-0.13
4.39
4.41
0.01
0.02
4.46
0.03
0.04
3.84
-0.27*
-0.24
2.94
2.90
-0.02
-0.02
2.92
-0.01
-0.01
2.63
-0.14
-0.14
Wenselijk wordt gedefinieerd als het antwoord dat het meest overeenkomt met de doelen van het project 'Alcoholmatiging Jeugd in de Stedendriehoek' Gecorrigeerd voor opleidingsniveau
* p<0.05 ** p<0.01
25
Tabel 5 Spontaan herinnerde gevolgen van alcohol door ouders, uitgesplitst naar groep
Welke schadelijke gevolgen zou u zo spontaan kunnen bedenken? ...gezondheidsproblemen op latere leeftijd… …alcoholverslaving op latere leeftijd… …verkeersongevallen… …misdragen/agressie… …onveilige seks… …schoolverzuim… …verminderde schoolprestaties… …verminderde fitheid… …verstoring van de hersenontwikkeling/ hersenschade… …anders…
2010 n = 250 53 14 29 41 3 0 52 21 211 50
(%) 21 6 12 16 1 0 21 8 84 20
2012 n = 253 53 39 11 19 3 14 57 3 236 28
(%) 21 15 4 8 1 6 23 1 93 11
Tabel 6 Gemiddelde scores (2010 en 2012) en β voor verandering in de som van spontaan herinnerde gevolgen van alcohol door ouders, uitgesplitst naar groep
Som spontaan herinnerde gevolgen van ouders
2010 n = 250
2012 alle respondenten n = 253
gem.
gem. 1.85
1.89
2012 herinnering aan interventie n = 234
β ruw
β gecor. b
-0.20
0.01
gem. 1.88
β ruw
β gecor. b
0.00
0.03
a
Veel kennis wordt gedefinieerd als het antwoord dat het meest overeenkomt met de doelen van het project 'Alcoholmatiging Jeugd in de Stedendriehoek'
b
Gecorrigeerd voor opleidingsniveau
2012 geen herinnering aan interventie n = 19 gem. 1.68
β ruw
β gecor. b
-0.30
-0.25
26
Tabel 7 Gemiddelde scores (2010 en 2012) en β voor verandering in gedrag in de opvoeding, uitgesplitst naar ouders met een kind jonger of ouder dan 16 jaar Opvoedingskenmerken
Gedrag ouder [1 (stimuleert) tot 3 of 4 (remt) alcoholgebruik kind] Keurt u het goed als uw kind alcohol drinkt? [1-4] Heeft u er problemen mee als uw kind voor het uitgaan thuis alvast alcohol drinkt [1-4] Koopt u weleens alcohol speciaal voor uw kind [1-4] Als u bij uw kind bent drink u dan meer, minder of evenveel alcohol als wanneer hij/zij er niet bij is? [1-3] a
<16 Gem. 2010 n = 109
Gem. 2012 n = 141
β ruw
β gecor. a
=>16 Gem. 2010 n = 111
Gem. 2012 n = 142
β ruw
β gecor. a
3.90
3.90
0.00
0.00
2.38
2.56
0.09 *
0.11 *
3.19 3.95
3.19 3.98
-0.01 0.01
0.00 0.02
2.65 3.46
2.54 3.29
-0.06 -0.09
-0.03 -0.06
2.97
3.20
0.10 *
0.12 **
2.92
3.24
0.16 **
0.16 **
gecorrigeerd voor opleidingsniveau
* p<0.05 ** p<0.01
Tabel 8 Percentage ouders dat ‘ja’ antwoordt (2010 en 2012) en odds ratio met betrekking tot de vragen over het gedrag in de opvoeding, uitgesplitst naar ouders met een kind jonger of ouder dan 16 jaar Opvoedingskenmerken
Keurt u het goed als uw kind thuis alcohol drinkt? Maakt u zich zorgen over het alcoholgebruik van uw kind? Heeft u in de afgelopen maand open met uw kind over alcoholgebruik en de gevolgen ervan gepraat? Heeft u duidelijke afspraken met uw kind over alcoholgebruik? a
<16
=>16
% ja 2010 n = 109 6
% ja 2012 n = 141 5
OR ruw
OR gecor. a
% ja 2012 n = 142 77
OR ruw
OR gecor. a
0.78
% ja 2010 n = 111 90
0.83
0.60 *
0.57 *
1
6
2.70
2.39
14
12
0.93
0.89
67
67
0.99
0.97
57
44
0.77 *
0.83
71
75
1.11
1.11
92
90
0.92
0.92
gecorrigeerd voor opleidingsniveau
* p<0.05 ** p<0.01
27
Tabel 9 Gemiddelde scores (2010 en 2012) en β voor verandering in drankgebruik kinderen volgens ouders, uitgeplitst naar ouders met een kind jonger of ouder dan 16 jaar
Op hoeveel dagen denkt u dat uw kind in de afgelopen maand alcohol heeft gedronken? Hoeveel glazen denkt u dat uw kind toen meestal per avond heeft gedronken? a
< 16
< 16
2010
2012
gem. n= 0.13 0.61
gem. n= 0.10 0.10
> 16
> 16 2012 β ruw
2010 β ruw
β gecor. b
-0.03 -0.25 **
-0.03 -0.25 **
gem. n= 2.85 3.84
gem. n= 2.46 2.06
-0.39 * -0.89 **
β gecor. b
-0.41 * -0.89 **
gecorrigeerd voor opleidingsniveau
* p<0.05 ** p<0.01
28
Bijlagen Bijlage 1 Vragenlijst telefonische interviews
29
Bijlage 1 Vragenlijst telefonische interviews Vragenlijst tussenmeting Publiekscampagne Volwassenen Introductie gesprek aanklikken in welke gemeente de respondent woonachtig is -
Wanneer kind opneemt: Goedemiddag/avond, u spreekt met {naam}, ik bel namens de gemeente {gemeente uit bellijst} Bij twijfel (om belediging en daardoor weigering te voorkomen): Spreek ik met de heer/mevrouw {naam uit bellijst noemen}? Is een van je ouders toevallig ook thuis? nee; vragen wanneer ze wel thuis zijn en noteren als afspraak in de bellijst. ja; ga verder met onderstaande
-
Wanneer een van de ouders aan de lijn: Goedemiddag/avond, u spreekt met {naam}, ik bel namens de gemeente {gemeente uit bellijst} Wij doen momenteel in samenwerking met de gemeente {uit bellijst} een onderzoek naar de mening van ouders in de Achterhoek over alcoholgebruik van jongeren. Spreek ik met dhr/mw. {naam uit bellijst noemen}? Klopt het dat u 1 of meer kinderen in de leeftijd van 10-19 jaar heeft of verzorgd? Bij een van deze vragen ‘nee’: neem mij niet kwalijk, dan behoort u helaas niet tot de doelgroep van het onderzoek. gesprek afronden en ‘’3’’ noteren in bellijst Zou ik u een aantal vragen over jongeren en alcoholgebruik mogen stellen? Het interview duurt ongeveer 10 minuten.
nee, geen tijd: afspraak voor later tijdstip maken, datum en tijd noteren in bellijst en op agenda.
nee, andere reden: overhaalpogingen toepassen, lukt dit niet, dan gesprek afronden en bijbehorende code noteren in bellijst. (1 = weigert, 2= niet in staat)
ja: start interview
-
Start interview Het is heel erg fijn dat u mee wilt werken Ik wil er nadrukkelijk op wijzen dat uw antwoorden op de vragen hoogst vertrouwelijk zullen worden behandeld. De gegevens worden ook anoniem verwerkt. Bij veel vragen gaat het om uw eigen meningen en ervaringen. Er zijn daarbij dan ook geen goede of slechte antwoorden, maar het is wel belangrijk dat u eerlijk de mening geeft die als eerste bij u op komt.
30
Dan wil ik beginnen u acht stellingen voor te leggen waarover we graag uw mening willen weten. Ik lees telkens een stelling voor en dan wil ik u vragen na iedere stelling aan te geven of u het met de uitspraak eens bent of niet. Dit kunt u doen op een schaal van 1 tot 5; waarbij u kunt kiezen tussen of u er helemaal niet mee eens bent, een beetje mee oneens, niet mee eens/niet mee oneens, een beetje mee eens of helemaal mee eens. Wanneer u geen mening over de uitspraak heeft mag u dat natuurlijk ook aangeven. De stellingen gaan over jongeren in uw gemeente, en daarmee bedoelen we jongeren tot en met 18 jaar. Oké, dan beginnen we nu met de eerste stelling…….. 1. Het is een probleem als jongeren veel alcohol drinken
2.
3.
4.
5.
6.
7.
6
1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Het alcoholgebruik van jongeren in uw gemeente is normaal 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert De aandacht in de media voor overmatig alcoholgebruik van 1. helemaal niet mee eens jongeren is overdreven. 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Ik vind het vreemd als ik een jongen van 12 jaar oud een 1. helemaal niet mee eens mixdrankje met alcohol zie drinken 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Ik vind het normaal als ik iemand van 15 jaar oud tijdens het 1. helemaal niet mee eens uitgaan 5 glazen alcohol op een avond zie drinken 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet meeoneens (Wat bedoelt u?: vindt u dat het moet kunnen?) 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Als een 14-jarige meer dan 1 keer per maand alcohol drinkt is 1. helemaal niet mee eens dat zeker te vaak 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Het is een goede zaak als de geméénte zich met het 1. helemaal niet mee eens alcoholgebruik van jongeren bezighoudt. 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
31
8.
De gevolgen van overmatig alcoholgebruik door jongeren zijn zo ernstig dat er iets aan gedaan moet worden.
1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens (Waaraan? aan het overmatige alcoholgebruik van jongeren) 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Dit waren tot zover de stellingen, dan gaan we nu verder met een aantal vragen. 9. Wat vindt u een normale leeftijd om te beginnen alcohol te ……. jaar (range 0-99) drinken? Daarmee bedoel ik dan niet heel af en toe een slokje, maar minimaal 1 glas alcohol bij bijvoorbeeld gelegenheden zoals een feestje, kerst, oud&nieuw of gewoon thuis een glaasje meedrinken, wat vindt u een normale leeftijd om daarmee te beginnen? 10. Heeft u de laatste tijd weleens nagedacht over het 1. ja, regelmatig/ vaak alcoholgebruik van jongeren in uw gemeente ? 2. weleens 3. zelden tot nooit antwoorden opnoemen 11. Heeft u de laatste tijd weleens met anderen gepraat over het 1. ja, regelmatig/ vaak alcoholgebruik van jongeren in uw gemeente? 2. weleens 3. zelden tot nooit antwoorden opnoemen 12. Voelt u zich betrokken, of heeft u iets met het onderwerp 1. ja, zeker ‘jongeren en alcoholgebruik’? 2. tamelijk 3. een beetje antwoorden opnoemen 4. nee Dan wil ik u nu een aantal vragen met betrekking tot uw oudste inwonende kind in de leeftijd van 10 t/m 18 jaar stellen. 13. Welke leeftijd heeft uw oudste inwonende kind in de ……jaar (range 10-18) leeftijd van 10-18 jaar? 13b Wat is de rangorde van dit kind binnen het gehele gezin? 1. 1e kind 2. middelste kind (dus met in achtneming van kinderen jonger dan 10 of 3. jongste kind ouder dan 18) 14. Is het een jongen of een meisje? 1. jongen 2. meisje 15. Keurt u het goed als uw kind alcohol drinkt? Hiermee 1. ja, door de week en in het weekend bedoel ik niet zomaar een slokje, maar een heel glas 2. ja, maar alleen in het weekend 3. bij uitzondering (bv tijdens kerst) antwoorden opnoemen 4. nee, dat keur ik niet goed antwoord =4 : door naar vraag 19. 16. Heeft u er problemen mee als uw kind voor het 1. mijn kind gaat nooit uit/drinkt nooit uitgaan thuis alvast alcohol drinkt? 2. ja, dat sta ik niet toe 3. zolang het bij 1 of 2 drankjes blijft vind ik het niet antwoorden opnoemen erg 4. nee, daar heb ik geen problemen mee 17. Keurt u het goed als uw kind thuis alcohol drinkt? 1. ja, door de week en in het weekend 2. ja, maar alleen in het weekend (Dus niet alleen voor het uitgaan, maar ook in het weekend als 3. bij uitzondering uw kind een avond thuis is of op verjaardagen of feestdagen.) 4. nee, dat keur ik niet goed antwoord =4 : door naar vraag 19. antwoorden opnoemen
32
18.
19.
20. 21. 22.
Koopt u wel eens alcohol speciaal voor uw kind, bijvoorbeeld mixdrankjes? antwoorden opnoemen Denkt u dat u zicht heeft op het alcoholgebruik van uw kind? antwoorden opnoemen (Wat bedoelt u? --> denkt u dat u weet hoeveel alcohol uw kind drinkt?) Op hoeveel dagen denkt u dat uw kind in de afgelopen maand alcohol heeft gedronken? Hoeveel glazen alcohol denkt u dat uw kind toen meestal per gelegenheid heeft gedronken? Maakt u zich zorgen over het alcoholgebruik van uw kind? antwoorden opnoemen
23.
1. 2. 3. 4. 1. 2. 3.
regelmatig af en toe bij uitzondering nooit ja, veel zicht tamelijk veel zicht weinig tot helemaal geen zicht
…….. dagen (range 0-31) antwoord=0 : door naar vraag 24 ……... glazen (range 0-50) 1. 2. 3. 4.
ja, zeker tamelijk een beetje nee
Wat doet u als u zorgen heeft of zou hebben over het alcoholgebruik van uw kind?
1. bespreken met andere ouders 2. bespreken met familie 3. anders 24. Wat vindt u een geschikte leeftijd om voor het eerst met 1. tijdig, bv al op basisschool kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen ervan te praten? 2. als ze beginnen alcohol te drinken 3. als hun alcoholgebruik uit de hand antwoorden opnoemen dreigt te lopen 25. Heeft u in de afgelopen maand met uw kind over 1. ja alcoholgebruik en de gevolgen ervan gepraat? 2. nee 26. Heeft u duidelijke afspraken met uw kind over zijn/haar 1. ja, iig niet onder de 16 alcoholgebruik? 2. ja, ze mogen niet dronken worden 3. ja, anders 4. nee 27. Drinkt u wel eens alcohol? 1. Ja 2. Nee Indien nee: vraag 28 overslaan 28. Als uw kind erbij is, drinkt u dan meer, minder of evenveel 1. meer alcohol dan wanneer hij/ zij er niet bij is? 2. minder 3. even veel 4. drinkt niet in bijzijn van kind Er wordt regelmatig gezegd dat overmatig alcoholgebruik van jongeren verschillende schadelijke gevolgen kan hebben. 29 Denkt u dat de effecten op de gezondheid voor jongeren 1. even schadelijk even schadelijk, meer of minder schadelijk zijn als voor 2. schadelijker volwassenen? 3. minder schadelijk 4. weet niet 30. Welke schadelijke gevolgen zou u zo spontaan gezondheidsproblemen op latere leeftijd kunnen bedenken? alcoholverslaving op latere leeftijd (Het kan dan zowel om directe gevolgen als verkeersongevallen gevolgen op latere leeftijd gaan, u mag er even misdragen/agressie rustig over nadenken hoor….) onveilige seks schoolverzuim leerprestaties fitheid verstoring van de hersenontwikkeling/ hersenschade anders 33
Dan volgen er nu weer een aantal mee eens/ niet mee eens stellingen. Het gaat bij deze stellingen weer net zoals aan het begin. Wilt u na iedere stelling weer aangeven in hoeverre u het met de stelling eens bent? Weer op een schaal van 5; waarbij u weer kunt kiezen tussen of u er helemaal niet mee eens bent, een beetje mee oneens, niet mee eens/niet mee oneens, een beetje mee eens of helemaal mee eens. Wat vindt u van de volgende uitspraak: 31
32
33
34
35
36
37
Pas als jongeren zoveel alcohol drinken dat ze er aangeschoten of dronken van worden is het schadelijk voor hen.
1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Het is als ouder belangrijk te weten hoeveel alcohol je kind 1. helemaal niet mee eens drinkt 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Ik geloof dat je als ouder kunt voorkómen dat je kind veel 1. helemaal niet mee eens alcohol gaat drinken 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Als je kind eenmaal veel alcohol drinkt, is het als ouder erg 1. helemaal niet mee eens moeilijk daar nog iets aan te veranderen. 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Als ouders matig drinken, zullen kinderen ook matig drinken 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Ouders kunnen het drinkgedrag van hun kinderen binnen de 1. helemaal niet mee eens perken houden door duidelijke afspraken over alcoholgebruik 2. een beetje mee oneens te maken. 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert En de laatste: 1. helemaal niet mee eens Door met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen te 2. een beetje mee oneens praten, zullen zij verstandiger met alcohol omgaan. 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
34
38.
39.
40.
41.
42.
44.
46.
47.
Nu volgen enkele vragen over de activiteiten van een alcoholcampagne in uw regio van ongeveer de afgelopen 2 jaar Hebt u in de afgelopen tijd iets gehoord, gezien of 1. ja gelezen over een campagne over alcoholgebruik van 2. nee jongeren in uw regio? antwoord=2: door naar vraag 43 Wat denkt u dat de belangrijkste boodschap is van 1. Het alcoholgebruik van jongeren kan nare deze campagne? gevolgen hebben 2. Jongeren in de regio moeten minder alcohol (open vraag, antwoorden in volgende categorieën drinken indelen, meerdere antwoorden mogelijk) 3. Geen alcohol onder de 16 jaar 4. Ouders moeten hun kinderen beter opvoeden tav alcoholgebruik 5. Anders 6. Weet niet Indien 4, dan kan 1 gekozen worden bij vraag 39, vraag 40 overslaan) Had deze campagne boodschap naar uw idee iets 1. ja met alcohol en opvoeding te maken? 2. nee 3. weet niet Welke campagne-uitingen kunt u zich herinneren? 1. radiospot 2. artikel huis-aan-huis krant, op de (Ik bedoel; Op welke manieren bent u met de gemeentepagina campagne in aanraking gekomen.) 3. poster 4. folder/flyer (bv: ‘Voorkom alcoholschade bij uw Open vraag, meerdere antwoorden mogelijk opgroeiende kind’, flyer waar hersenen op staan of (=spontaan) andere folders mbt alcoholmatiging) 5. ouderactiviteit (bv: ouderavond, Tactus standje, kroegentocht) 6. go fresh actie (watergirls) 7. via schoolverpleegkundige 8. J/M ouders alcohol special 9. brief aan ouders van gemeente voor kinderen van 12 jaar in groep 8 (juni 2011) 10. anders 11. geen/ weet niet Weet u welke slogan bij de regionale campagne 1. ja, (genoemde slogan noteren) hoorde? (=spontaan) ……………………………. 2.nee Hebt u wel eens gehoord van de slogan: ‘’Minder 1. ja drank, lekker fris’’ 2.nee (= geholpen) In welke mate voelt u zich persoonlijk aangesproken 1. zeer aangesproken door het advies het alcoholgebruik van jongeren zo 2. in beperkte mate aangesproken lang mogelijk uit te stellen? 3. niet echte aangesproken 4. absoluut niet aangesproken Denkt u dat andere ouders zich aangesproken voelen 1. zeer aangesproken door het advies het alcoholgebruik van jongeren zo 2. in beperkte mate aangesproken lang mogelijk uit te stellen? 3. niet echte aangesproken 4. absoluut niet aangesproken
35
48.
49.
Hebt u in de afgelopen tijd een radiospotje over alcoholgebruik van jongeren gehoord? (Meer antwoorden mogelijk) Indien ja wordt geantwoord; ‘Weet u nog op welke zender u de spot heeft gehoord?’. Tweede vraag: ‘Denkt u dat het op radio/omroep Gelderland was, Optimaal FM, op een lokaal radiostation of op een landelijk radiostation?’ Hebt u in de afgelopen tijd een poster over alcoholgebruik van jongeren gezien? Zo ja, kunt u deze poster omschrijven? (open vraag, meer antwoorden mogelijk)
50.
Hebt u in de afgelopen tijd een artikel in één van de huis-aan-huis krantjes, op de gemeentepagina over alcohol gebruik van jongeren gelezen?
51.
Wat was het onderwerp van het artikel?
1. 2. 3. 4. 5. 6.
ja - Optimaal FM ja – Omroep/radio Gelderland ja - lokaal radiostation ja – landelijk radiostation nee weet niet
1. ja, poster met kind gevangen onder drankglas 2. ja, hersenposter met daarbij een flyer in de vorm van een bierglas 4.nee 5.weet niet 6. anders
1.ja 2.nee Indien nee, vraag 52 overslaan
1. Gebruik alcohol tijdens carnaval 2. Zomervakantie en alcoholgebruik 3. Overgang naar voortgezet onderwijs en alcoholgebruik 4. Alcoholgebruik tijdens de feestdagen 5. Anders 6. Weet niet Heeft u de folder met op de voorkant een afbeelding 1. Ja, afgehaald bij het gemeentehuis met een kind gevangen onder een alcoholglas, of 2. Ja, bij de dokter meegenomen wellicht de folder waarbij een meisje zich opmaakt 3. Ergens anders afgehaald (noteren om uit te gaan gezien? waar)……………….. (Naam folder: ‘Voorkom alcoholschade bij uw 4. Ja, gekregen bij bezoek aan opgroeiende kind’) schoolverpleegkundige 5. Ja, gekregen bij een ouder bijeenkomst Zo ja, waar heeft u deze folder verkregen? 6. Wel gezien, niet meegenomen/ alleen van gehoord 7. Nee, niet gezien/ niet van gehoord Heeft u de J/M alcoholspecial gelezen? 1. ja 2. nee Een speciale uitgave van het reguliere 3. weet niet opvoedingsblad Jonger/Meisje over alcohol en opvoeding met Anita Witzier op de voorkant. Indien nee of weet niet, vraag 55 overslaan Open vraag. Meerdere antwoorden mogelijk
52.
53.
54.
Wat vond u van deze folder?
1. Zeer interessant 2. Interessant 3. neutraal 4. Niet zo interessant 5. Zeer oninteressant
36
56.
57.
60.
61.
62.
Heeft uw zoon of dochter de flyer in de vorm van een bierglas in de bus gehad? Met de titel ‘een glashelder verhaal’
1. ja 2. nee 3. weet niet
*Vraag pas stellen vanaf 19 april ! Wat vond u van deze flyer?
Indien nee of weet niet, vraag 58 overslaan 1. Zeer interessant 2. Interessant 3. neutraal 4. Niet zo interessant 5. Zeer oninteressant
Is er bij uw kind op school dit jaar een ouderavond geweest over het thema alcohol?
1.ja 2.nee 3. weet niet
(Ouderkindavond ‘Op tijd voorbereid’, maar ook een avond van Tactus met stichting ZAD of van Tactus alleen vallen hier ook onder) Bent u naar deze ouderavond geweest?
Indien nee of weet niet, vraag 62 overslaan 1. 2.
ja nee
Is er bij u in uw buurt een ouderbijeenkomst (kroegenavond) alcohol en opvoeding georganiseerd? Gehouden in een uitgaansgelegenheid . Deze avond wordt ook wel kroegenavond of kroegentocht genoemd
1.ja 2.nee 3. weet niet
63.
Bent u naar deze bijeenkomst geweest?
1. 2.
67.
Bent u wel eens met uw kind bij het onderzoek van de schoolverpleegkundige van de GGD in groep 7 geweest?
1. 2. 3. 4. 5.
(Afbeelding hersenscan laten zien met roze vlekjes van een wel en niet drinker)
68.
69.
Indien nee of weet niet, vraag 64 overslaan
ja nee ja, alcohol en de hersenen ja, anders ja, weet niet nee, niet geweest n.v.t. (geen kinderen in groep 7)
Indien nee of n.v.t. vraag 69 en 70 overslaan Zo ja, weet u wat voor voorlichting u over alcohol heeft gekregen Heeft de voorlichting over alcohol en de hersenen 1. Ja, hoeveelheid alcoholgebruik kind die u bij de schoolverpleegkundige heeft gekregen u 2. Ja, leeftijd alcoholgebruik kind aan het denken gezet? 3. ja, anders…. Zo ja, waarover dan? (genoemde antwoord noteren) 4. nee 5. weet niet Wat vond u van de alcohol voorlichting van de 1. Zeer interessant schoolverpleegkundige? 2. Interessant 3. neutraal 4. Niet zo interessant 5. Zeer oninteressant
37
Dan wil ik tot slot nog een aantal algemene gegevens navragen, om een goed beeld te krijgen van de onderzoeksgroep 70 Wat is uw geboortejaar? …. (range 1900-1999) 71
Wat zijn de vier cijfers van uw postcode?
….(range 0000-9999)
72
Wat is uw burgerlijke staat?
73
1. gehuwd 2. samenwonend 3. ongehuwd, nooit gehuwd geweest 4. gescheiden, gescheiden levend 5. weduwe weduwnaar ……(range 1-15)
Uit hoeveel personen bestaat het huishouden waartoe u behoort? (uzelf meegerekend) Wat is uw hoogst voltooide opleiding? 1. Geen opleiding (lagere school niet afgemaakt) 2. Basisonderwijs (lagere school, special basisonderwijs) 3. Lager of voorbereidend beroepsonderwijs (zoals LTS, LEAO, LHNO, VMBO) 4. Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (zoals MAVO, (M)ULO, MBO-kort, VMBO theoretische leerweg) 5. Middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs (zoals MBO-lang, MTS, MEAO, BOL, BBL, INAS) 6. Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (zoals HAVO, VWO, Atheneum, Gymnasium, HBS, MMS) 7. Hoger beroepsonderwijs (zoals HTS, HEAO, HBO-V, kandidaats wetenschappelijk onderwijs) 8. Wetenschappelijk onderwijs (universiteit) 9. Anders Welke arbeidspositie is op u het meest van 1. voltijd betaald werk (>35) toepassing? 2. parttime betaald werk 3. fulltime huisvrouw/ huisman 4. werkeloos/werkzoekend (ww) 5. invalide/arbeidsongeschikt (wao) 6. bijstandsuitkering 7. ik studeer 8. anders Wat is uw religie? 1. Rooms Katholiek 2. Protestant Christelijk Open vraag 3. Islam 4. Anders 5. Geen Noteer het geslacht van de respondent 1. man 2. vrouw
74
75
76
77
Dit waren de vragen. Ik wil u hartelijk danken voor uw medewerking en een fijne avond toewensen.
38
39