Evaluatierapport Project ‘Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek’: Perceptie van ouders van het alcoholgebruik van tieners
Cora Knol-Bout Juli 2010
Evaluatierapport Project ‘Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek’: Perceptie van ouders van het alcoholgebruik van tieners
Naam: Reg.nr.: Vakcode: Datum:
Cora Knol-Bout 861003-112060 HNE-71424 juli 2010
Begeleiding: Ir. C.M. de Rover (GGD) I. de Wit MSc (GGD) Dr. Ir. A. Haveman-Nies (WUR) Het project ‘Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek’ is een initiatief van de samenwerkende gemeenten Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Heerde, Lochem, Voorst en Zutphen ondersteund door: - Tactus, instelling voor verslavingszorg - Politie Noord- en Oost-Gelderland, districten Apeldoorn en IJsselstreek - Halt Gelderland - Openbaar Ministerie; arrondissement Zutphen - GGD Gelre-IJssel Het project ‘Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek’ van 2008-2010 is mede tot stand gekomen door een subsidie van de provincie Gelderland.
Voorwoord Eind 2007 is het werkplan voor het project ‘Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek’ gepresenteerd. In 2008 is het daadwerkelijke project van start gegaan. Nu, twee jaar later, is het tijd voor een evaluatie. Hoeveel mensen hebben gehoord van het project? Hoe is de kennis van de bevolking over alcohol en de gevolgen? Aangezien een soortgelijk project al eerder gestart was in de Achterhoek, was het mogelijk om eenzelfde methode van gegevensverzameling te gebruiken. In april 2010 zijn, tegelijkertijd met de regio’s Achterhoek en Rivierenland, ouders in de regio Stedendriehoek gebeld om de verschillende alcoholprojecten te evalueren. Ik wil alle bellers bedanken die geholpen hebben met de gegevensverzameling en in het bijzonder Marloes Miedema die deze immense klus georganiseerd heeft. Verder wil ik mijn begeleiders Carolien de Rover, Inge de Wit en Annemien Haveman bedanken voor de ondersteuning die ze gegeven hebben bij de totstandkoming van dit rapport. Cora Knol-Bout Apeldoorn, juli 2010
5
6
Samenvatting In 2008 is het project ‘Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek’ van start gegaan. Een deel van dit project is gericht op het verbeteren van de kennis, de norm en de opvoedingsvaardigheden van ouders als het gaat om alcoholgebruik van jongeren. In de Stedendriehoek is bij 250 ouders met kinderen van 10 t/m 18 jaar een telefonische vragenlijst afgenomen. Hierin werden verschillende stellingen voorgelegd en vragen gesteld over kennis, sociale norm en agendasetting ten aanzien van overmatig alcoholgebruik van jongeren. Verder is nagegaan of de ouders zich iets van het project herinneren, zowel spontaan als geholpen door het noemen van de verschillende activiteiten. Ook sociaaldemografische kenmerken zijn nagevraagd bij de ouders. Van ouders van wie hun kind jonger dan 16 jaar was, rapporteerde 6% dat hun kind wel eens alcohol drinkt (gemiddeld 3,5 glazen per maand). Van de kinderen van 16 jaar en ouder geven de ouders aan dat 80% wel eens alcohol drinkt (gemiddeld 19 glazen per maand). Negen procent van de ouders van kinderen onder de 16 jaar keurt het goed als hun kind af en toe alcohol drinkt, terwijl van de ouders van kinderen van 16 jaar en ouder, 93% dit goedkeurt. De meeste ouders denken dat kinderen matiger gaan drinken wanneer ouders met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen praten en wanneer ouders duidelijke afspraken maken over alcoholgebruik. Gemiddeld weten ouders twee negatieve gevolgen van alcoholgebruik te noemen, waarbij de verstoring van de hersenontwikkeling het meest bekend is (86% weet dit te noemen). De meeste ouders vinden 16 of 18 jaar de meest geschikte leeftijd om te beginnen met alcoholgebruik. Het percentage ouders dat zich één of meerdere activiteiten van het project herinnert is 80%. Wanneer het percentage kinderen die onder de 16 alcohol drinkt vergeleken wordt met resultaten uit de E-MOVO 2007 (elektronisch vragenlijstonderzoek onder middelbare scholieren), blijkt dat de door ouders gerapporteerde alcoholconsumptie veel lager is. Het is een bekend fenomeen dat ouders het alcoholgebruik van hun kinderen onderschatten, met name van hun kind waarvan ze denken dat het niet drinkt. Dit maakt duidelijk dat het moeilijk is voor ouders het alcoholgebruik van hun kind in te schatten. Het verdient aanbeveling om in de komende jaren meer aandacht te geven aan de opvoeding, zodat ouders kunnen leren om het alcoholgebruik van hun kind beter in te schatten. Van de geïnterviewde ouders kan 80% minimaal één uiting van het project herinneren als de uitingen genoemd worden. Dit is een mooi resultaat van anderhalf jaar project. De folder ‘Voorkom alcoholschade bij uw opgroeiende kind’, de ouderavonden op school en de flyer in de vorm van een bierglas, met de titel ‘een glashelder verhaal’ waren het meest bekend. De kennis van ouders over de negatieve gevolgen van alcoholgebruik is vrij hoog. In het vervolg van het project zou meer aandacht besteed kunnen worden aan het verder verbeteren van de kennis en het gedrag van ouders als het gaat om alcoholspecifieke opvoeding, bijvoorbeeld hoe ze zelf het goede voorbeeld kunnen geven of regels kunnen stellen over het alcoholgebruik van hun kind.
7
8
Inhoudsopgave pagina Voorwoord .........................................................................................................................5 Samenvatting.....................................................................................................................7 Inleiding ...........................................................................................................................11 Methode ..........................................................................................................................12 Gegevensverzameling..................................................................................................12 Steekproef....................................................................................................................12 Vragenlijst ....................................................................................................................13 Gegevensverwerking....................................................................................................15 Resultaten .......................................................................................................................16 Onderzoekspopulatie ...................................................................................................16 Alcoholgebruik jongeren...............................................................................................17 Sociale normen ............................................................................................................17 Agendasetting ..............................................................................................................18 Kennis van de negatieve gevolgen...............................................................................19 Kennis en gedrag algemene en alcoholspecifieke opvoedingskenmerken ...................20 Herinnering aan project ................................................................................................23 Discussie .........................................................................................................................26 Representativiteit .........................................................................................................26 Beperkingen.................................................................................................................26 Alcoholgebruik..............................................................................................................27 Sociale norm ................................................................................................................27 Alcohol en opvoeding ...................................................................................................28 Bekendheid van project................................................................................................28 Conclusie en aanbevelingen............................................................................................30 Referenties ......................................................................................................................31 Bijlagen............................................................................................................................32 Bijlage 1: Vragenlijst tussenmeting publiekscampagne volwassenen...............................33 Bijlage 2: Belprotocol .......................................................................................................42 Bijlage 3: Associaties met herinnering aan project ...........................................................46 Bijlage 4: Herinnering aan het project naar kenmerken ouder..........................................48 Bijlage 5: Doelen project ..................................................................................................55
9
10
Inleiding Het alcoholgebruik in Nederland is zorgelijk. Jongeren drinken te jong, te vaak en te veel alcohol (Monshouwer et al., 2008). Van de jongeren in de Stedendriehoek drinkt in de tweede klas, dus op 13/14-jarige leeftijd, 46%. In de vierde klas, op 15/16-jarige leeftijd, is dit percentage 82% (E-MOVO 2007) De meeste ouders tolereren het alcoholgebruik of weten niet hoe ze er mee om moeten gaan. Uit onderzoek blijkt dat ouders een sleutelrol vervullen in het voorkomen en beperken van vroegtijdig en overmatig alcoholgebruik van jongeren (van der Vorst et al., 2006). Het is belangrijk dat ouders zich ervan bewust zijn dat ze het alcoholgebruik van hun kinderen binnen de perken kunnen houden door het stellen van strikte regels, ook als ze zelf wel alcohol drinken (van Zundert et al., 2006). Verder is ook duidelijk geworden dat ouderlijke ondersteuning en positieve communicatie gerelateerd is aan minder zwaar drinken (Barnes et al., 1994). Begin 2008 is in de Stedendriehoek een alcoholmatigingsproject gestart met als doel het stagneren van de toename van (overmatig) alcoholgebruik onder de jeugd (van Vemde & Izeboud, 2007). Drie jaar eerder was al een alcoholmatigingsproject begonnen in de Achterhoek. Aangezien het project in de Achterhoek goede resultaten liet zien, is ook in de Stedendriehoek begonnen met een soortgelijk project. Jongeren van 10 tot en met 23 jaar vormen in de Stedendriehoek de primaire doelgroep. Ouders van jongeren tussen de 10 en 18 jaar zijn de tweede doelgroep binnen het alcoholmatigingsproject, aangezien zij nog een rol kunnen spelen in het alcoholgebruik van hun kind. Voor de doelgroep ‘ouders’ zijn verschillende doelen opgesteld: a) meer dan de helft van de ouders kent de gevolgen van alcoholgebruik bij jongeren onder de 16 jaar, b) meer dan de helft van de ouders erkent dat kinderen te veel alcohol drinken en weet dat zijzelf door het goede voorbeeld te geven en grenzen te stellen het alcoholgebruik kunnen verminderen c) meer dan de helft van de ouders kent enkele handvatten die zij kunnen gebruiken om het alcoholgebruik bij jongeren onder de 16 jaar tegen te gaan en boven de 16 jaar te matigen. Nu, ruim twee jaar na de start van het project, is het tijd om te onderzoeken in hoeverre de gestelde doelen al bereikt zijn. Voor dat onderzoek zijn door middel van een telefonische enquête in totaal 250 ouders uit de Stedendriehoek geïnterviewd over hun meningen, kennis en gedragingen als het gaat om alcoholgebruik van jongeren. De volgende vragen zullen in dit rapport beantwoord worden: • Wat is het bereik van de activiteiten van het alcoholmatigingsproject in de Stedendriehoek gericht op ouders van jongeren tussen 10 en 18 jaar? • Wat is de kennis, houding en sociale norm van ouders van jongeren tussen 10 en 18 jaar ten opzichte van alcoholgebruik door jongeren in de Stedendriehoek in 2010?
11
Methode Gegevensverzameling Het onderzoek maakte deel uit van een gezamenlijk onderzoek in de regio’s Rivierenland, de Achterhoek en de Stedendriehoek. De Achterhoek en de Stedendriehoek zijn twee van de drie regio’s van de GGD Gelre-IJssel. Rivierenland is een andere GGDregio in de omgeving van Tiel. Voor deze drie regio’s werd dezelfde manier van gegevensverzameling gebruikt. Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen zijn ouders van kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar telefonisch benaderd met de vraag of zij deel wilden nemen aan onderzoek over alcoholgebruik van jongeren. Indien ze toestemden werd duidelijk gemaakt dat hun antwoorden vertrouwelijk en anoniem verwerkt zouden worden en dat er geen goede of foute antwoorden zijn. Vervolgens werd bij hen telefonisch de vragenlijst afgenomen, de interviews duurden gemiddeld 10 à 15 minuten. De lijst met te bellen ouders stond los van het programma waar de antwoorden ingevoerd werden, om een anonieme verwerking te realiseren. Het programma Data Entry van SPSS is gebruikt om de gegevens in te voeren, zodat de data direct beschikbaar waren in SPSS voor verdere analyse. De interviews voor dit onderzoek hebben plaatsgevonden in april 2010. Voor de drie regio’s hebben vijftien interviewers meegeholpen bij het afnemen van de telefonische vragenlijsten, van wie negen interviewers voor de Stedendriehoek. De interviewers waren van tevoren geïnstrueerd om zoveel mogelijk tot eenzelfde manier van interviewen te komen. Hiervoor was een uitvoerig belprotocol ontwikkeld en kregen de interviewers een training om te oefenen met het bellen. In het belprotocol stonden naast het doel en de opzet van het onderzoek, ook aanwijzingen en tips voor het afnemen van de interviews. Verder waren logistieke zaken beschreven en werd ingegaan op door respondenten veelgestelde vragen. Om de respons zo hoog mogelijk te krijgen, gaven interviewers aan te bellen namens de gemeente waarin de respondent woonachtig was, waarvoor de verschillende gemeenten ook toestemming hadden verleend. De interviews werden gehouden tussen 17 en 21 uur, tijden waarop de meeste mensen thuis zijn. Indien de ouders niet thuis waren, werd tot een maximum van acht belpogingen opnieuw geprobeerd. Na gemiddeld 2,0 pogingen was er contact met een ouder. In overleg met de respondenten werd soms een andere afspraak gemaakt, eventueel ook overdag. In eerdere telefonische onderzoeken uitgevoerd in de Achterhoek waren meer vrouwen dan mannen geïnterviewd. Om ervoor te zorgen dat meer mannen hun mening zouden geven, werd wanneer een kind opnam in eerste instantie gevraagd naar de vader. Andere manieren om de respons en betrouwbaarheid te verhogen zijn te vinden in het belprotocol (bijlage 2)
Steekproef Het kader waaruit de steekproef is getrokken, waren jongeren uit de Stedendriehoek geboren tussen 1 mei 1991 en 1 april 2000. De gegevens van deze personen komen uit de basisadministraties van 8 gemeenten uit de Stedendriehoek. De GGD Gelre-IJssel heeft van zeven van deze gemeenten autorisatie voor de Gemeentelijke Basis Administratie van 0 tot 19 jarigen. De gemeente Heerde heeft zelf de steekproef voor zijn gemeente doorgegeven, aangezien zij op dit moment nog deel uitmaakten van een andere GGD regio. In totaal is uit de populatie van deze acht gemeenten een steekproef getrokken van 917 adressen waar jongeren tussen de 10 en de 18 jaar wonen. Telefoonboeken zijn gebruikt om de telefoonnummers bij de adressen te zoeken, wat resulteerde in 385 telefoonnummers. Vooraf is berekend dat 250 respondenten nodig waren om betrouwbare uitspraken te kunnen doen op grond van de resultaten. Uiteindelijk zijn 288 huishoudens benaderd om deel te nemen aan het onderzoek, met een respons van 87% zijn precies 250 ouders geïnterviewd. Redenen waarom respondenten niet deelnamen aan het onderzoek waren: niet in staat zijn in verband met taalbarrière, weigering om deel te nemen of niet succesvolle afname van het interview. In figuur 1 zijn de precieze percentages hierbij aangegeven.
12
Populatie 45007 jongeren in de Stedendriehoek geboren tussen 1 mei 1991 en 1 april 2000
Steekproef met een grootte van 917 adressen
911 huishoudens opgenomen in de bellijst
385 huishoudens in uiteindelijke bellijst
6 adressen uit steekproef verwijderd door dubbele huishoudens in de steekproef 526 huishoudens (58%) onbereikbaar omdat geen telefoonnummer in het telefoonboek opgenomen is 35 huishoudens vielen niet binnen de doelgroep of zijn niet gebeld omdat streefaantal bereikt was 62 huishoudens onbereikbaar binnen gestelde interviewperiode
288 huishoudens uitgenodigd voor het interview 8% niet in staat interview af te nemen door taalbarrière 250 respondenten, oftewel 87% legden het interview succesvol af
38 respondenten die uitgenodigd zijn voor het interview namen niet deel aan het onderzoek, oftewel een non-respons van 13%
89% weigert deel te nemen 3% van de interviews niet succesvol afgerond door weigering of ruis op de lijn
Figuur 1 Stroomschema respondenten
Vragenlijst In de vragenlijst zijn vijftien stellingen opgenomen. Deze stellingen zijn gescoord aan de hand van een 5-punts Likert schaal, met de antwoordcategorieën ‘helemaal niet mee eens’ tot ‘helemaal mee eens’. Voor de analyses van deze nulmeting zijn deze categorieën gehercodeerd tot de drie antwoordcategorieën ‘(helemaal) niet mee eens’, ‘niet mee eens/niet mee oneens’ en ‘(helemaal) mee eens’. Naast de stellingen zijn een aantal (semi-) open vragen en meerkeuze vragen opgenomen. De vragen en stellingen zijn op te delen in een aantal thema’s die hieronder staan beschreven. De complete vragenlijst staat in bijlage 1.
13
Achtergrondgegevens Aan het eind van de vragenlijst zijn verschillende sociaal-demografische gegevens nagevraagd. Te weten: geslacht, geboortejaar, postcode, burgerlijke staat, grootte huishouden, opleidingsniveau, arbeidspositie en religie. Sociale normen In drie stellingen is nagegaan wat de sociale normen van ouders zijn ten aanzien van alcoholgebruik op jonge leeftijd. Tevens is een vraag gesteld naar wat ouders een normale leeftijd vinden om voor het eerst alcohol te drinken. Agendasetting Door middel van een aantal stellingen werd nagegaan in hoeverre ouders het alcoholgebruik van jongeren in hun gemeente een probleem vinden en of zij vinden dat er iets aan gedaan moet worden. Verder is nagevraagd hoe ouders tegenover aanpak van het probleem door de gemeente staan. Aan de hand van drie vragen is de betrokkenheid van ouders bij het alcoholgebruik van jongeren in hun gemeente nagegaan. Kennis van de negatieve gevolgen van overmatig alcoholgebruik van jongeren voor gezondheid en maatschappij Er is nagegaan hoe ouders de ernst van de gevolgen van overmatig alcoholgebruik op jonge leeftijd schatten en welke van deze gevolgen bij hen bekend zijn. Verder is hun mening gevraagd als het gaat om de aanpak van het probleem. Kennis en gedrag t.a.v. algemene en alcoholspecifieke opvoedingskenmerken Aan de hand van zes stellingen is nagegaan in hoeverre ouders weten dat zij invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen en of zij het belang kennen van de opvoedingskenmerken: voorbeeldgedrag, grenzen stellen ten aanzien van alcoholgebruik en praten over alcoholgebruik. Verder is gevraagd naar wat ouders een geschikte leeftijd vinden om voor het eerst met hun kind over alcoholgebruik en de gevolgen daarvan te praten. De gedragingen van ouders ten aanzien van algemene en alcoholspecifieke opvoedingskenmerken zijn nagegaan door middel van open- en meerkeuzevragen. Deze vragen hadden betrekking op het oudste inwonende kind in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar. Ten aanzien van alcoholspecifieke opvoedingskenmerken is nagegaan in hoeverre ouders alcoholgebruik van hun kind goedkeuren. Er is gevraagd naar het zicht dat ouders denken te hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Verder is gevraagd of ze zorgen hebben over het alcoholgebruik van hun kind en wat ze zouden doen als ze zorgen zouden hebben over het alcoholgebruik van hun kind. Alcoholgebruik jongeren Aan ouders is ook gevraagd om het alcoholgebruik van hun kind van de afgelopen maand in te schatten. Verder hebben zij de leeftijd, het geslacht en de rangorde van hun kind in het gezin aangegeven. Deze gegevens zijn, net als de sociaal-demografische kenmerken gebruikt om associaties te onderzoeken met de uitkomsten van de verschillende vragen en stellingen. Herinnering aan project In het laatste deel van het interview werd ouders gevraagd of ze in het afgelopen anderhalf jaar iets hebben meegekregen van een alcoholproject in hun regio. Het antwoord op deze vraag geeft aan of de ouder een spontane herinnering heeft aan het project. Verder is ook nagevraagd welke uitingen de ouder zich kan herinneren. Vervolgens werden vragen gesteld naar bekendheid met de verschillende onderdelen van het project, dit is de geholpen herinnering genoemd.
14
Gegevensverwerking De gegevens van dit onderzoek zijn geanalyseerd met behulp van het statistische programma SPSS/PASW versie 17. Er is hoofdzakelijk gebruik gemaakt van beschrijvende statistiek. Voor het testen van associaties is gebruik gemaakt van chi-kwadraat toetsen of ttoetsen met α=0,05.
15
Resultaten Onderzoekspopulatie Uiteindelijk is bij 250 respondenten het interview volledig afgenomen. De meerderheid van de respondenten was vrouw (63%), de meeste waren hoogopgeleid (51%) en bijna alle respondenten waren gehuwd of samenwonend (94%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten was 47 jaar, de gemiddelde leeftijd van de betreffende kinderen was 15 jaar (zie tabel 1). Tabel 1 Sociaal-demografische kenmerken van de onderzoekspopulatie (N=250). Kenmerken N Geslacht man 93 vrouw 157
Percentage 37% 63%
Leeftijdscategorie ouder
jonger dan 45 45-49 jaar 50 en ouder gemiddelde leeftijd
82 33% 108 43% 59 24% 46,6 jaar (SD 4,50)
Arbeidspositie
voltijd betaald werk parttime betaald werk fulltime huisvrouw/huisman anders
103 112 29 6
41% 45% 12% 2%
Opleidingsniveau
hoog (hoger of wetenschappelijk onderwijs) middel (middelbaar onderwijs) laag (geen opleiding of lager onderwijs)
127 96 27
51% 38% 11%
Thuissituatie
gehuwd/ samenwonend met kind(eren) alleenstaand ouder
235 14
94% 6%
Grootte huishouden
2 of 3 personen 4 personen 5 personen 6 personen of meer gemiddelde grootte huishouden
Religie
rooms katholiek protestants christelijk islam anders geen
35 59 2 29 124
14% 24% 1% 11% 50%
Geslacht kind
jongen meisje
128 122
51% 49%
Leeftijdscategorie kind
jonger dan 16 jaar 16 jaar en ouder gemiddelde leeftijd
109 44% 56% 141 15,2 jaar (SD 2,46)
Gemeente
Apeldoorn Brummen Deventer Epe Heerde Lochem Voorst Zutphen
16
31 12% 116 47% 73 29% 30 12% 4,5 personen (SD 1,12)
83 13 55 18 17 18 15 31
33% 5% 22% 7% 7% 7% 6% 13%
Alcoholgebruik jongeren Ouders uit de onderzochte populatie gaven aan dat hun kinderen in de afgelopen maand gemiddeld bijna 2 keer hebben gedronken en per keer gemiddeld bijna 2 glazen alcohol nuttigden. Gemiddeld drinken kinderen 8,5 glazen per maand. De gerapporteerde alcoholconsumptie bij jongeren van 16 jaar en ouder is beduidend hoger dan bij kinderen onder de 16. Jongeren van 16 jaar en ouder drinken volgens hun ouders gemiddeld 3 glazen per gelegenheid en dat ruim 3 keer per maand, een gemiddelde consumptie van 15 glazen per maand. Zie ook tabel 2. Het hoogste aantal gerapporteerde glazen per maand ligt op 120 glazen. Tabel 2 Door ouders gerapporteerde alcoholconsumptie in de afgelopen maand van drinkers en nietdrinkers samen; apart weergegeven voor jongeren tot 16 jaar en jongeren van 16 jaar en ouder. Jonger dan 16 jaar 16 jaar en ouder Totaal gem (sd) gem (sd) gem (sd) 3,24 (2,910) 1,90 (2,735) Gelegenheden alcohol gedronken 0,17 (0,938) Aantal glazen per gelegenheid
0,10 (0,407)
3,02 (2,907)
1,75 (2,632)
Totaal aantal glazen
0,22 (1,092)
15,06 (22,253)
8,56 (18,233)
Tabel 3 Door ouders gerapporteerde alcoholconsumptie in de afgelopen maand zonder niet-drinkers; apart weergegeven voor jongeren tot 16 jaar en jongeren van 16 jaar en ouder. Jonger dan 16 jaar 16 jaar en ouder Totaal gem (sd) gem (sd) gem (sd) Gelegenheden alcohol gedronken
2,57 (2,936)
4,08 (2,688)
3,99 (2,714)
Aantal glazen per gelegenheid
1,57 (0,535)
3,84 (2,755)
3,70 (2,728)
Totaal aantal glazen
3,43 (2,936)
18,99 (23,459)
18,07 (23,054)
Een groot deel van de ouders, van met name jongere kinderen, gaf aan dat hun kind helemaal geen alcohol drinkt. Wanneer deze respondenten niet worden meegenomen in de analyse, ligt het gemiddelde aantal glazen per maand op 18; ruim 3 glazen voor jongeren onder de 16 jaar en 19 glazen voor jongeren van 16 jaar en ouder (tabel 3). Van de jongeren onder de 16, drinkt 6% wel eens alcohol. De jongeren onder de 16 jaar die drinken zijn vooral 15-jarigen. Van de jongeren van 16 jaar en ouder, geeft 80% van de ouders aan dat hun kind wel eens drinkt.
Sociale normen Een aantal stellingen ging over de sociale normen die ouders hebben ten opzichte van alcoholgebruik onder jongeren. Bijna alle ouders waren het eens met de stelling dat het vreemd is als een jongen van 12 jaar een mixdrankje drinkt. De meeste ouders vinden het niet normaal dat iemand van 15 jaar oud 5 glazen alcohol op een avond drinkt of dat een 14jarige meer dan 1 keer per maand alcohol drinkt (figuur 2). De meeste ouders (49%) vinden 16 een normale leeftijd om te beginnen met alcohol drinken. Een ander veel genoemde leeftijd om met alcohol te beginnen is 18, deze leeftijd werd door 28% van de ouders genoemd. Het percentage ouders dat alcoholgebruik onder de 16 normaal vindt is 6%. Slechts een minderheid vindt het normaal om al op jongere leeftijd alcohol te drinken (6%). Zie ook figuur 3 . Het gemiddelde van de genoemde beginleeftijd ligt op 16,9 jaar.
17
0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%
Ik vind het vreemd als ik een jongen van 12 jaar oud een 3% 1% mixdrankje zie drinken
96%
Ik vind het normaal als ik iemand van 15 jaar oud tijdens het uitgaan 5 glazen alcohol op een avond zie drinken
Als een 14-jarige meer dan 1 keer per maand alcohol drinkt is dat zeker te vaak
0%
84%
13%
100 %
10%
76%
(helemaal) niet mee eens (helemaal) mee eens
0%
4% 13%
1%
niet mee eens/niet mee oneens geen mening
Figuur 2 Sociale normen van respondenten als het gaat om drinken van alcohol op jonge leeftijd.
100% 90% Cumulatief percentage
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
Figuur 3 Door ouders genoemde leeftijd welke zij normaal vinden om als jongere voor het eerst alcohol te drinken.
Agendasetting Bijna alle ouders (96%) ervaren het als een probleem als jongeren veel alcohol drinken (figuur 4). Ruim de helft van de ouders is het niet eens en niet oneens met de stelling dat het alcoholgebruik van jongeren in hun gemeente normaal is. Een klein deel van de ouders vindt het lastig om in te schatten of het alcoholgebruik van jongeren in hun gemeente normaal is en geeft aan geen mening te hebben. Zoals in figuur 4 weergegeven, vindt 15% van de ouders de aandacht in de media voor overmatig alcoholgebruik van jongeren overdreven. De meeste ouders vinden het een goede zaak als de gemeente zich bezig houdt met het alcoholgebruik van jongeren (84%).
18
0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Het is een probleem als jongeren veel alcohol drinken 2%2%
Het alcoholgebruik van jongeren in uw gemeente is normaal
20%
De aandacht in de media voor overmatig alcoholgebruik van jongeren is overdreven Het is een goede zaak als de gemeente zich met het alcoholgebruik van jongeren bezig houdt
96%
53%
0%
23%
78%
7%
4%
15%
8% 8%
84%
(helemaal) niet mee eens (helemaal) mee eens
niet mee eens/niet mee oneens geen mening
0%
0%
Figuur 4 Mening van ouders over de ernst en de aanpak van overmatig alcoholgebruik door jongeren.
Betrokkenheid bij alcoholgebruik van jongeren in gemeente Bijna 30% van de ouders heeft de laatste tijd wel eens nagedacht over het alcoholgebruik van jongeren, 25% heeft wel eens met anderen gesproken over het alcoholgebruik van de jeugd. Vijfenzeventig procent van de ouders voelt zich in enige mate betrokken bij het onderwerp ‘jongeren en alcoholgebruik’. Vrouwen uit de onderzochte populatie hebben vaker dan mannen nagedacht en met anderen gesproken over jongeren en alcoholgebruik, ze geven ook aan zich meer betrokken te voelen op dit onderwerp (p<0,05).
Kennis van de negatieve gevolgen Gemiddeld weten de geïnterviewde ouders twee negatieve gevolgen van alcohol te noemen (SD=0,998). De meeste ouders weten dat alcohol hersenschade kan veroorzaken (86%, tabel 4). Van de ondervraagde ouders vindt 88% de gevolgen van overmatig alcoholgebruik door jongeren zo ernstig dat er iets aan gedaan moet worden (3% is het hier niet mee eens). Van de ouders weet 20% niet dat alcohol schadelijk kan zijn in hoeveelheden waar jongeren niet aangeschoten van worden. Tabel 4 Spontaan genoemde gevolgen van overmatig alcoholgebruik van jongeren. Gevolgen Percentage ouders welke het gevolg spontaan weet te noemen Verstoring hersenontwikkeling, hersenschade 86% Gezondheidsproblemen op latere leeftijd 22% Leerprestaties 21% Anders… 20% Misdragen/agressie 17% Verkeersongevallen 12% Fitheid 9% Alcoholverslaving op latere leeftijd 6% Onveilige seks 1% Schoolverzuim 0%
19
Kennis en gedrag algemene en alcoholspecifieke opvoedingskenmerken Kennis van algemene en alcoholspecifieke opvoedingskenmerken Op de vraag wat ouders een geschikte leeftijd vinden om voor het eerst met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen ervan te praten, geeft 94% aan dat het eerste gesprek over alcoholgebruik met kinderen tijdig moet gebeuren. Dat is voordat ze beginnen met het drinken van alcohol. De rest van de ouders vindt het beter om alcoholgebruik ter sprake te brengen wanneer kinderen beginnen met het consumeren van alcohol. Bijna alle ouders zeggen het belangrijk te vinden dat ouders weten hoeveel alcohol hun kind drinkt (figuur 5). De meeste ouders denken dat door met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen te praten en door duidelijke afspraken te maken over alcoholgebruik, dit minder overmatig alcoholgebruik bij kinderen tot gevolg heeft (figuur 5). Dat ouders een voorbeeldfunctie hebben in het alcoholgebruik wordt door ongeveer de helft van de ouders onderkend. Iets meer dan de helft van de ouders gelooft dat het mogelijk is als ouder te voorkomen dat hun kind veel alcohol gaat drinken. Van de ouders denkt 44% dat als een kind eenmaal veel alcohol drinkt, daar als ouder weinig meer aan te doen valt. 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Het is als ouder belangrijk om te weten hoeveel alcohol je kind 2% drinkt 1% Ik geloof dat je als ouder kunt voorkomen dat je kind veel alcohol gaat drinken
60%
70%
80%
90% 100%
96%
27%
Als je kind eenmaal veel alcohol drinkt, is het als ouder erg moeilijk daar nog iets aan te doen
56%
16%
39%
Als ouders matig drinken, zullen kinderen ook matig drinken
0%
38%
Ouders kunnen het drinkgedrag van hun kinderen binnen de perken houden door duidelijke afspraken over alcoholgebruik te 6% 12% maken Door met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen te 4% 12% praten, zullen zij verstandiger met alcohol omgaan (helemaal) niet mee eens (helemaal) mee eens
16%
44%
13%
49%
82%
84%
0%
0%
0%
0%
0%
niet mee eens/niet mee oneens geen mening
Figuur 5 Kennis van ouders ten aanzien van algemene en alcoholspecifieke opvoedingskenmerken.
Gedragingen t.a.v. alcoholspecifieke opvoedingskenmerken Van de jongeren onder de 16 keurt slechts 9% van de ouders het goed dat hun kind alcohol drinkt (n=9). Als het gaat om jongeren onder de 16 heeft één ouder geen moeite met indrinken door het kind, zes ouders keuren het bij uitzondering of alleen in het weekend goed dat hun kind thuis alcohol drinkt. Slechts één van de ouders van kinderen onder de 16 koopt af en toe alcohol speciaal voor hun kind. Van de ouders van kinderen van 16 jaar en ouder keurt 93% het goed als hun kind alcohol drinkt (figuur 6). Ruim 30% van de ouders die alcoholgebruik door hun kind van 16 jaar of ouder goedkeuren, koopt ook wel eens alcohol speciaal voor hun kind. Thuis alcohol drinken door deze leeftijdscategorie wordt door 96% van de ouders goedgekeurd (zowel door de week als in weekend: 8%, alleen in weekend: 53%, bij uitzondering: 35%). Ruim 60% geeft aan dat hun kind nooit uitgaat of dat ze het niet toestaan dat hun kind indrinkt. Van de ouders zegt 20% geen problemen te hebben met het drinken van 1 of 2 drankjes
20
voor het uitgaan, 17% van de ouders heeft helemaal geen problemen met het zogenaamde indrinken. 100%
92%
Keurt u het goed als uw kind alcohol drinkt?
90% 80% 70% 60%
60%
Jonger dan 16 jaar 16 jaar en ouder
50% 40% 28%
30% 20% 10% 0%
0%
5%
ja, door de week en in weekend
2%
7%
7%
ja, in weekend bij uitzondering
nee
Figuur 6 Percentage ouders dat alcoholgebruik onder bepaalde omstandigheden wel of niet goedkeurt, opgesplitst voor kinderen onder en boven de 16.
Ouders hebben ongeveer even vaak afspraken over alcoholgebruik of hun kind nu jonger of ouder is dan 16. Ouders met kinderen onder de 16 hebben vaker de afspraak ‘geen alcohol onder de 16’, ouders met kinderen van 16 of ouder hebben vaker de afspraak dat ze niet dronken mogen worden (figuur 7). De ondervraagde ouders gingen de afgelopen maand vaker het gesprek aan als hun kind jonger dan 16 jaar was dan wanneer het om een kind van 16 jaar of ouder ging. Vooral vaders van jongeren van 16 jaar of ouder spraken minder vaak over alcoholgebruik en de gevolgen vergeleken met vaders van jongere kinderen (respectievelijk 44% en 62%, p<0,05). Van de ouders geeft 84% aan wel eens alcohol te drinken. Van deze alcoholdrinkende ouders houden de ouders met kinderen onder de 16 meer rekening met de aanwezigheid van hun kind bij het al dan niet drinken van alcohol dan ouders van oudere kinderen door minder (resp. 16% en 6%) of helemaal niet (resp. 12% en 1%, p<0,05) te drinken. 50%
45%
45%
40%
40% 35% 30%
33%
29%
26%
25% 15% 10%
Jonger dan 16 jaar
19%
20%
Heeft u duidelijke afspraken met uw kind over zijn/haar alcoholgebruik?
16 jaar en ouder 9%
5%
0%
0% ja, niet onder 16
ja, niet dronken worden
ja, anders
nee
Figuur 7 Afspraken die ouders met hun kinderen boven en onder de 16 hebben.
21
De mate waarin ouders aangeven zicht te hebben op het alcoholgebruik van hun kind hangt sterk samen met het aantal glazen dat het kind in de afgelopen maand heeft gedronken (p<0,05). Als het aantal glazen dat volgens de ouders gedronken is door hun kind toeneemt, neemt het zicht wat de ouders zeggen te hebben op het alcoholgebruik van het kind af (zie figuur 8). 100%
4%
90%
11%
8% 20% Denkt u dat u zicht heeft op het alcoholgebruik van uw kind?
80% 70%
48%
60% 51%
50% 40%
85%
weinig tot helemaal geen zicht tamelijk veel zicht ja, veel zicht
30% 44%
20%
29%
10% 0% Geen
1 t/m 8 glazen
9 glazen of meer
Figuur 8 De mate waarin ouders zeggen zicht te hebben op het alcoholgebruik van hun kind, uitgesplitst naar kinderen die in de afgelopen maand niet gedronken hebben, kinderen die 1 t/m 8 glazen alcohol hebben gedronken en kinderen die 9 glazen alcohol of meer hebben gedronken.
Ouders van wie de kinderen meer alcohol drinken, maken zich meer zorgen over het alcoholgebruik van hun kind (p<0,05, zie figuur 9). De ouders die zich het meeste zorgen maken, hebben kinderen die tussen de +/- 3 en 41 glazen per maand drinken. De ouders met kinderen die meer dan 50 glazen per maand drinken (n=10) maken zich een beetje zorgen of helemaal geen zorgen. 100% 90% Maakt u zich zorgen om het alcoholgebruik van uw kind?
80% 70% 74%
60% 50%
100%
nee
92%
een beetje tamelijk
40%
ja, zeker
30% 20%
14%
10% 0%
0% Geen
5% 3% 0% 1 t/m 8 glazen
7% 5% 9 glazen of meer
Figuur 9 De mate waarin ouders zich zorgen maken over het alcoholgebruik van hun kind, uitgesplitst naar kinderen die in de afgelopen maand niet gedronken hebben, kinderen die 1 t/m 8 glazen alcohol hebben gedronken en kinderen die 9 glazen alcohol of meer hebben gedronken.
22
Wanneer ouders zich zorgen maken of zorgen zouden maken om het alcoholgebruik van hun kind, geeft 15% aan dit te bespreken met vrienden, 45% met familie en 40% geeft aan op een andere manier hun zorgen te delen. Ouders van jongere kinderen lijken vaker geneigd te zijn om het met vrienden te bespreken (22%; p<0,05), terwijl ouders van kinderen van 16 jaar of ouder hun zorgen vaker met familie te bespreken (51%).
Herinnering aan project Van de ondervraagde ouders kon 47% zich spontaan het alcoholmatigingsproject herinneren. Wanneer ouders geholpen werden door het navragen van specifieke activiteiten, gaf 84% van de ouders aan zich één of meerdere activiteiten te herinneren. Slechts één iemand geeft aan de slogan van het project te kennen, maar noemt dan ‘Drank maakt meer kapot dan je lief is’. Wanneer de vraag gesteld wordt of de respondent de slogan ‘Minder drank, lekker fris’ kent, geeft 28% van de ouders aan deze slogan te herkennen. Tabel 5 Percentage van de ouders die bekend is met de verschillende activiteiten van het alcoholmatigingsproject. Activiteit % herinnering Radiospot 14% Artikel huis-aan-huis krant 28% Alcoholschade opgroeiend kind 6% Alcoholgebruik feestdagen 6% Anders 11% Weet niet 12% Poster 21% Kind gevangen in drankglas 14% Hersenposter met flyer 2% Anders 6% Folder ‘Voorkom alcoholschade bij uw opgroeiende kind’ 49% Ouderactiviteit 48% Op school 36% Bezocht (van de ouders die bekend zijn met avond) 26% Kroegenavond 25% Bezocht (van de ouders die bekend zijn met avond) 13% Via PGO groep 7 9% Van ouders die geweest zijn (18%) 30% Frisflits 3% Flyer bierglas ‘een glashelder verhaal’ 38% Andere manier 21%
De activiteiten die bij het grootste aantal respondenten bekend waren zijn de folder ‘Voorkom alcoholschade bij uw opgroeiende kind’ (49%), de ouderactiviteiten (49%) en de flyer in de vorm van een bierglas met de titel ‘een glashelder verhaal’ (38%). Zie ook tabel 5. Flyer bierglas De flyer in de vorm van een bierglas is alleen opgestuurd naar jongeren van 14 jaar en ouder, en niet naar jongeren in de gemeente Deventer. Wanneer alleen deze doelgroep werd geanalyseerd, bleek 64% van de ouders deze flyer gezien te hebben. Van de ouders die de flyer gezien hadden, was de meerderheid (60%) positief over deze flyer, slechts 7% van de ouders vond de flyer niet interessant. PGO Vierenveertig ouders geven aan in het afgelopen anderhalf jaar bij het onderzoek van de schoolarts van hun kind in groep 7 te zijn geweest. Dertien daarvan kunnen zich ook 23
herinneren dat de schoolarts voorlichting heeft gegeven over alcoholgebruik en het effect daarvan op de hersenen. Zeven van deze ouders geven aan dat ze door deze voorlichting aan het denken zijn gezet over alcoholgebruik bij kinderen. Negen van de dertien ouders (70%) vond de voorlichting van de schoolarts (zeer) interessant. Kroegenavond Wanneer de analyse voor de kroegenavond opnieuw wordt uitgevoerd, maar dan alleen voor ouders die in de doelgroep vallen, is de bekendheid met deze activiteit 42%. In totaal zijn 5 van de 250 ondervraagde ouders bij de bijeenkomst geweest, dat is 13% van de (voor de kroegenavond) benaderde ouders. Aangesproken door het project Van de ouders geeft 37% aan zich in enige mate aangesproken te voelen door het project (figuur 10). Daarnaast denken ze dat andere ouders zich vaker aangesproken zullen voelen door het project, namelijk 57%. 100% 90%
14%
22%
80% 70% 60%
49%
21%
Niet (echt) aangesproken
50% 40% 30% 20%
Weet niet
57%
In enige mate aangesproken
37%
10% 0% Respondent zelf
Andere ouders
Figuur 10 Mate waarin de respondenten zich aangesproken voelen door het project en de mate waarin de respondenten denken dat andere ouders zich aangesproken voelen.
Associaties met herinnering aan het project Wanneer gekeken wordt naar de herinnering aan het project, dan lijkt dit samen te hangen met verschillende vragen uit de vragenlijst. Onder andere met de vraag of ouders wel eens hebben nagedacht over het alcoholgebruik van jongeren in hun gemeente. Ouders die bekend zijn met het project hebben vaker nagedacht over het alcoholgebruik van jongeren in hun gemeente (zie tabel 6 in bijlage 3). De mate waarin ouders aangeven zich zorgen te maken over het alcoholgebruik van hun kind is geassocieerd met herinnering aan het project. Wanneer hier verder op ingezoomd wordt, blijkt dat ouders die zich zorgen maken minder vaak iets van het project kunnen herinneren dan ouders die zich geen zorgen maken (zie tabel 7 in bijlage 3). Deze vraag is alleen beantwoord door ouders van wie het kind al alcohol drinkt. Ouders die bekend zijn met het project zeggen vaker dat alcoholgebruik schadelijker is voor jongeren dan voor volwassenen (zie tabel 8 in bijlage 3). Ouders die bekend zijn met het project zijn het vaker oneens met de stelling dat het normaal is dat iemand van 15 jaar oud 5 glazen alcohol op een avond drinkt (zie tabel 9 in bijlage 3). Verder vinden ouders die bekend zijn met het project vaker dat overmatig alcoholgebruik van jongeren zo ernstig is dat er iets aan gedaan moet worden (zie tabel 10 in bijlage 3). Ouders die geen herinnering hebben aan het project scoren relatief vaker neutraal. Bij het opnoemen van de verschillende activiteiten die plaatsgevonden hebben in het kader van het alcoholmatigingsproject, is de herkenning in de gemeenten Voorst, Epe, Lochem, Heerde en
24
Zutphen het hoogst en in de grotere steden Apeldoorn en Deventer het minst, maar nog altijd 75% (zie tabel 11 in bijlage 3). Verder is in bijlage 4 per sociaal-demografische variabele weergegeven hoeveel procent een herinnering heeft aan de verschillende activiteiten die in het kader van het alcoholmatigingsproject hebben plaatsgevonden. Per tabel wordt daar ook een korte verklaring gegeven voor de gevonden resultaten.
25
Discussie Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat de kennis van de negatieve gevolgen van alcoholgebruik in de ondervraagde groep vrij goed is. Veel ouders weten dat alcohol hersenschade tot gevolg kan hebben (86%). In het project is veel aandacht geweest voor het effect van alcohol op de hersenen, de kennis over dit onderwerp is ook erg groot in deze populatie. Verder zien de meeste ouders in dat het alcoholgebruik van de jongeren een probleem vormt en dat daar iets aan gedaan moet worden. De meeste ouders vinden 16 of 18 jaar een geschikte leeftijd om voor het eerst alcohol te drinken. Alcoholgebruik onder de 16 jaar wordt door slechts 9% van de ouders goedgekeurd en dan meestal bij uitzondering. Wat betreft de herinnering die ouders hebben aan het project kan bijna 50% van de ondervraagde ouders zich spontaan iets herinneren van het project en ruim 80% weet zich activiteiten te herinneren wanneer deze genoemd worden.
Representativiteit Als het gaat om de representativiteit van dit onderzoek voor de gehele populatie ouders in de Stedendriehoek, dienen verschillende zaken besproken te worden. Zo zijn er in dit onderzoek meer vrouwen dan mannen aan het woord geweest. Wat verder opvalt aan de sociaal-demografische variabelen, is dat er relatief veel hoogopgeleiden hun mening hebben gegeven en dat de meeste respondenten gehuwd dan wel samenwonend waren. In de onderzochte populatie komt een lager percentage ouders uit eenoudergezinnen (6%), dan verwacht zou worden op basis van gegevens van StatLine (CBS, 2010). Volgens deze gegevens bestaat 16% van de meerpersoonshuishoudens uit eenoudergezinnen (per 1 januari 2009). Dit betekent dat er minder eenoudergezinnen in de steekproef zijn terecht gekomen en/of dat zij vaker geweigerd hebben om deel te nemen aan het onderzoek. Een groot percentage huishoudens die aanvankelijk in de steekproef zaten, konden niet geïncludeerd worden omdat er geen telefoonnummer bekend was. Het is mogelijk dat eenoudergezinnen vaker geen of een onbekend telefoonnummer hebben dan twee oudergezinnen, wat geleid zou kunnen hebben tot minder eenoudergezinnen in dit onderzoek. Mogelijk kan deze ongewilde selectie door de afwezigheid van telefoonnummer ook geleid hebben tot een lager percentage laag-opgeleiden in de uiteindelijke populatie.
Beperkingen Verder dient bij de interpretatie van de resultaten rekening te worden gehouden met het cross-sectionele karakter van het onderzoek. Alle gegevens zijn op hetzelfde moment verzameld, waardoor het niet mogelijk is om oorzakelijke verbanden aan te tonen. De resultaten zijn dan ook voornamelijk beschrijvend. Het is lastig om te zeggen of bepaalde verschillen tussen mensen die wel of geen herinnering aan het project hebben komen door het project of door de interesse en betrokkenheid die ze toch al bij het onderwerp hadden. Naast het regionale alcoholmatigingsproject is ook via landelijke kanalen aandacht geweest voor alcoholgebruik onder jongeren. Deze informatie kan ook invloed gehad hebben op de gegeven antwoorden van ouders. Bovendien is het waarschijnlijk dat er sociaal wenselijke antwoorden zijn gegeven bij het afnemen van de vragenlijst. Bij de start van het interview is wel gezegd dat er geen goede en foute antwoorden zijn en dat het echt gaat om de eigen mening van de ouder, dat sluit niet uit dat respondenten toch de neiging hebben om sociaal wenselijk te antwoorden. Op basis van dit onderzoek kunnen geen harde uitspraken gedaan worden over het bereik van het project. Er is allereerst gevraagd naar de spontane herinnering die de ouders hebben aan een project. Wanneer de ouders aangeven zich iets te herinneren wil dat nog niet zeggen dat het daarbij om het alcoholmatigingsproject gaat. Daarnaast zijn losse activiteiten genoemd en is de ouders gevraagd aan te geven of ze deze activiteiten herinneren. Doordat het om een community-interventie gaat, hebben er veel verschillende activiteiten plaatsgevonden welke niet allemaal nagevraagd zijn. De zogenaamde ‘geholpen herinnering’ kan daarmee een onderschatting geven van het bereik van het project. 26
Verder dient een kanttekening geplaatst te worden bij de vraag naar wat ouders doen als ze zich zorgen maken over het alcoholgebruik van hun kind, aangezien deze vraag voor veel respondenten onduidelijk was. Later tijdens het onderzoek werd hierop ingespeeld door de ouders te vragen waar ze heen zouden gaan voor hulp. Ook dan bleek de vraag nog lastig te beantwoorden. Het is aan te bevelen om bij later onderzoek deze vraag te herzien of helemaal weg te laten uit de vragenlijst.
Alcoholgebruik Aan de ouders is gevraagd in te schatten hoeveel ze denken dat hun kind drinkt, 9% van de ouders met kinderen onder de 16 denkt dat zijn of haar kind drinkt. Wanneer de door ouders gerapporteerde gegevens vergeleken worden met de landelijke cijfers van alcoholconsumptie onder jongeren, valt op dat de door ouders gerapporteerde alcoholconsumptie beduidend lager is (Monshouwer et al., 2008). Uit E-MOVO 2007, een onderzoek onder jongeren in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs, bleek dat 46% van de tweedeklassers drinkt en 82% van de vierdeklassers (E-MOVO 2007). Tweedeklassers zijn meestal 13/14 jaar oud, dus vallen onder de categorie 16 jaar en jonger, evenals het deel van de vierdeklassers dat nog 15 is. Het percentage van 46% ligt in ieder geval veel hoger in vergelijking met de 9% uit het huidige onderzoek. Het is mogelijk dat het percentage drinkers de laatste jaren is gedaald, maar in deze mate is onwaarschijnlijk. Meer waarschijnlijk is dat ouders het alcoholgebruik van hun kind onderschatten. Vooral het alcoholgebruik van kinderen onder de 16 jaar zou dan door ouders worden onderschat. Dit sluit ook aan bij bevindingen van het onderzoek van Engels et al. (2007), waarin zowel jongeren als hun ouders werden ondervraagd over het alcoholgebruik. Hieruit bleek dat ouders het alcoholgebruik van hun kinderen tussen 13 en 16 jaar onderschatten. Wanneer kinderen nog niet drinken, zijn ouders goed in staat om dat ook te onderkennen, maar wanneer kinderen alcohol drinken, veronderstellen veel ouders dat hun kind nog steeds niet drinkt of veel minder dan het geval is. De grootste inschattingsfouten worden door ouders gemaakt als het gaat om het alcoholgebruik van hun jongere kind (13 à 14 jaar). Ouders die duidelijke regels hebben over alcoholgebruik en weten waar hun kind mee bezig is (vrienden, waar naar toe, e.d.) kunnen meestal beter inschatten of en hoeveel hun kind drinkt (Engels et al., 2007). Het eigenlijke alcoholgebruik van de kinderen van de respondenten zal dus veel hoger liggen, met name voor de jongere kinderen waarvan de ouders denken dat deze nog niet drinken. Door de onderschatting die ouders maken, wordt het ook lastig om associaties die te maken hebben met het door ouders gerapporteerde alcoholgebruik correct te interpreteren.
Sociale norm Slechts een klein deel van de ouders vindt dat jongeren onder de 16 kunnen beginnen met alcohol (6%). Wanneer dit vergeleken wordt met gegevens uit de Achterhoek in 2007, anderhalf jaar na de start van het project in de Achterhoek, blijkt dat 30% van deze ouders aangeeft dat het normaal is als jongeren onder de 16 al beginnen met alcohol (de Vlaming, 2007). In het onderzoek dat in 2010 onder ouders in de Achterhoek is uitgevoerd, geeft 11% aan alcohol onder de 16 geen probleem te vinden (Miedema, 2010). Een drietal stellingen dat ging over de acceptatie van alcoholgebruik op jonge leeftijd, laat ten aanzien van de 6% in de Stedendriehoek een genuanceerder beeld zien. Zo vindt 3% van de ouders een 12jarige wel een mixdrankje kan drinken, 13% dat een 14-jarige één keer per maand alcohol kan drinken en 13% dat een 15-jarige best 5 glazen alcohol op een avond kan nuttigen. Kennelijk is er een groot verschil tussen wat ouders een ideale leeftijd vinden om te beginnen met alcohol drinken en hoe ze daar in concrete situaties tegenover staan. Veel jongeren hebben de afspraak dat ze tot hun 16e geen alcohol mogen drinken. Deze afspraak die in principe goed is, heeft vaak ook tot gevolg dat veel jongeren vanaf hun 16e gelijk veel alcohol gaan drinken. Enerzijds is het mooi dat steeds meer ouders inzien dat het belangrijk is om de regel ‘geen alcohol onder de 16’ te hanteren, maar dit heeft dus ook een keerzijde.
27
Alcohol en opvoeding Wat opvalt is dat ouders van kinderen onder de 16 jaar vaker met hun kind over alcoholgebruik en de gevolgen praten dan ouders van kinderen boven de 16. Uit de resultaten blijkt ook dat ouders het belangrijk vinden om op jonge leeftijd, al voordat hun kind met alcohol begint, met hun kind over alcoholgebruik te praten. Het is positief dat het grootste deel van de ouders aangeeft dat hun kind onder de 16 jaar geen alcohol mag drinken en dat slechts een enkeling alcohol koopt voor hun jonge kind. Wat betreft het kopen van alcohol dient opgemerkt te worden dat deze vraag specifiek ging om het kopen van alcohol speciaal voor hun kind. In de meeste gevallen zullen ouders wel alcohol in huis hebben waar het kind soms ook van mag drinken. Hoe hoger de gerapporteerde alcoholconsumptie, hoe minder zicht ouders zeggen te hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Van de kinderen van wie de ouders denken dat ze geen alcohol drinken, zeggen de meeste ouders veel zicht te hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Dit verband zou in werkelijkheid anders kunnen zijn, aangezien de kans groot is dat veel kinderen drinken zonder dat de ouders daar iets vanaf weten. Ouders van jongere kinderen lijken meer rekening te houden met de aanwezigheid van hun kind wat betreft hun eigen drankgebruik dan ouders van oudere kinderen. Dit kan waarschijnlijk voor een deel verklaard worden door het gegeven dat jongere kinderen vroeger naar bed gaan en daardoor niet aanwezig zijn als de ouders later op de avond drinken. Verder keuren ouders het vaak goed als hun kind van 16 jaar of ouder alcohol drinkt, dus zullen ze ook vaker alcohol drinken in de aanwezigheid van hun kind.
Bekendheid van project De bekendheid van het project onder de respondenten is vrij groot. Bijna 50% van de ondervraagde ouders kan zich spontaan iets herinneren van het project en 80% weet zich activiteiten te herinneren wanneer deze genoemd worden. In de Achterhoek was in 2007, na anderhalf jaar project, de bekendheid eveneens 80%. In 2010 had 89% van de ouders in de Achterhoek een geholpen herinnering. De activiteiten die in de Stedendriehoek bij het grootste aantal respondenten bekend waren zijn de folder ‘Voorkom alcoholschade bij uw opgroeiende kind’ (49%), de ouderactiviteiten (49%) en de flyer in de vorm van een bierglas (64% in de doelgroep). De kroegenavond was bij 42% van de doelgroep van deze avond bekend, terwijl deze ouders allemaal per brief zijn benaderd. Van de ouders die bij het PGO in groep 7 zijn geweest, kan slechts 30% zich iets herinneren van een alcoholvoorlichting. In de Achterhoek ligt dit percentage in 2010 op 69% (Miedema, 2010). Verder is ook de frisflits (nieuwsbrief over het project) bij slechts een klein aantal ouders bekend. Waarbij aangetekend dient te worden dat deze nieuwsbrief gericht is op intermediairen en niet specifiek op ouders. Van de ouders geeft 37% aan zich in enige mate aangesproken te voelen door het project, ze denken dat andere ouders zich vaker aangesproken voelen door het project. Als ervan wordt uitgegaan dat deze inschatting correct is, zou dat kunnen betekenen dat de geïnterviewde populatie niet representatief is voor de gehele bevolking. Ouders die bekend zijn met het project hebben vaker nagedacht over het alcoholgebruik van jongeren in hun gemeente. Dit kan twee dingen betekenen, ofwel dit is een resultaat van het project, of mensen die geïnteresseerd zijn in het alcoholgebruik van jongeren, worden meer aangesproken door het project en kunnen het daardoor beter herinneren. Uit de resultaten blijkt dat ouders die bekend zijn met het project een verbeterde kennis, norm en ook gevoel van urgentie hebben. Doordat deze gegevens op hetzelfde moment zijn gemeten, kan echter niet gezegd worden dat deze bevindingen een resultaat zijn van het project. Het is niet onaannemelijk dat ouders die al een goede kennis, norm en gevoel van urgentie hebben, sneller geïnteresseerd zijn in en dus ook sneller bekend raken met het alcoholmatigingsproject. Daarnaast kan het effect ook mede komen door landelijke activiteiten. Ouders die aangeven zich zorgen te maken over het alcoholgebruik van hun kind, kunnen zich minder vaak iets herinneren van het project. Daarbij dient aangetekend te worden dat in
28
de categorie ‘niet bekend met het project’ slechts 12 personen zitten. Er kunnen dus geen harde uitspraken worden gedaan aan de hand van deze gegevens.
29
Conclusie en aanbevelingen Het feit dat ouders moeite hebben met het goed schatten van het alcoholgebruik van hun kind verdient aandacht. Accurate kennis van het drinkgedrag is een belangrijk onderdeel van de erkenning van het overmatige alcoholgebruik van jongeren en daarmee de eerste stap in het ondernemen van verdere acties. Het verdient aanbeveling om bij de voorlichting over alcohol aan ouders aandacht te besteden aan de opvoeding en hoe ouders op een goede manier zicht kunnen krijgen op het alcoholgebruik van hun kind. In dit kader is het belangrijk om breder naar de opvoeding te kijken. Een combinatie van een ondersteunende en controlerende opvoedstijl kan ouders helpen om zicht te krijgen op het drinkgedrag van hun kind èn om regels te stellen waar dat nodig is. Slechts enkele van de ondervraagde ouders keuren het goed dat hun kind onder de 16 alcohol drinkt. De regel ‘geen alcohol onder de 16’ lijkt aan te slaan. Zoals beschreven in de resultaten en discussie zijn ouders als ze concrete stellingen over 13-, 14- of 15-jarigen voorgelegd krijgen vaak een andere mening toegedaan. Met name voor jongeren van 15 jaar wordt het alcoholgebruik vaak wel door de vingers gezien, ze zijn dan toch bijna 16. Er zou dus meer aandacht besteed moeten worden aan het veranderen van wat ouders in de praktijk goedkeuren of normaal vinden. Veel jongeren gaan vanaf hun 16e jaar gelijk veel alcohol drinken, omdat het dan mag. Het is daarom belangrijk om ook specifieke activiteiten te ontwikkelen voor jongeren boven de 16 jaar en hun ouders, om het alcoholgebruik onder deze jeugd te matigen. Het bereik van het alcoholmatigingsproject in de Stedendriehoek is vrij hoog, met een geholpen herinnering van ruim 80%. De flyer in de vorm van een bierglas, met de titel ‘een glashelder verhaal’ die is verstuurd naar jongeren tussen 14 en 18 jaar, was bij 64% van de ouders bekend. Dit laat zien dat het persoonlijk adresseren leidt tot een grote bekendheid van het verstuurde. De alcoholvoorlichting tijdens PGO’s was bij niet zoveel ouders bekend. Om de ouders van jonge kinderen beter te kunnen bereiken is het van belang om na te gaan waardoor het komt dat deze voorlichting niet bij alle ouders uit de doelgroep bekend is en mogelijke problemen die er zijn op te lossen. De kennis van de ondervraagde ouders over de gevolgen van alcoholgebruik en mogelijkheden om het alcoholgebruik van jongeren te matigen is op de meeste onderdelen goed. De afgelopen jaren is vooral aandacht besteedt aan het feit dat alcohol schadelijk is voor de hersenen, het grootste deel van de ouders is hiermee bekend. In het vervolg van het project is het goed om meer aandacht te besteden aan het onverantwoorde gedrag dat alcoholgebruik vaak tot gevolg heeft, zoals onveilige seks en agressie. Aan het begin van het project zijn verschillende doelen opgesteld. De meeste van deze doelen zijn gehaald, op het gebied van de kennis van de gevolgen is vooral de hersenschade die alcohol teweeg brengt goed bekend. In bijlage 5 is aangegeven in hoeverre de specifieke doelen van het project in de Stedendriehoek zijn bereikt.
30
Referenties E-MOVO 2007: GGD Gelre-IJssel. Barnes G, Farrell M & Banerjee S (1994) Family influences on alcohol abuse and other problem behaviors among Black and White adolescents in a general population sample. Journal of Research on Adolescence 4, 183-201. CBS (2010) StatLine. de Vlaming R (2007) Alcoholmatiging Jeugd in de Achterhoek - Evaluatie van een community-interventie: perceptie van ouders op het alcoholgebruik van tieners. Engels R, Van Der Vorst H, Dekovic M & Meeus W (2007) Correspondence in collateral and self-reports on alcohol consumption: A within family analysis. Addictive behaviors 32, 1016-1030. Miedema M (2010) Alcoholmatigingsproject Jeugd in de Achterhoek - Evaluatie van een community-interventie: perceptie van ouders op het alcoholgebruik van tieners. Monshouwer K, Verdurmen J, van Dorsselaer S, Smit E, Gorter A & Vollebergh W (2008) Jeugd en riskant gedrag 2007 - Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut. van der Vorst H, Engels R, Meeus W & Dekovi M (2006) The impact of alcohol-specific rules, parental norms about early drinking and parental alcohol use on adolescents' drinking behavior. Journal of Child Psychology and Psychiatry 47, 1299-1306. van Vemde M & Izeboud C (2007) Plan van aanpak 'Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek' 2007-2010. van Zundert R, van Der Vorst H, Vermulst A & Engels R (2006) Pathways to alcohol use among Dutch students in regular education and education for adolescents with behavioral problems: The role of parental alcohol use, general parenting practices, and alcohol-specific parenting practices. Journal of Family Psychology 20, 456.
31
Bijlagen Bijlage 1: Vragenlijst Bijlage 2: Belprotocol Bijlage 3: Associaties met herinnering aan project Bijlage 4: Herinnering aan activiteiten per variabele Bijlage 5: Doelen project
32
Bijlage 1: Vragenlijst tussenmeting publiekscampagne volwassenen Introductie gesprek
Aanklikken in welke gemeente de respondent woonachtig is -
Wanneer kind opneemt: Goedemiddag/avond, u spreekt met {naam}, ik bel namens de gemeente {gemeente uit bellijst} Bij twijfel (om belediging en daardoor weigering te voorkomen): Spreek ik met de heer/mevrouw {naam uit bellijst noemen}? Is een van je ouders toevallig ook thuis? o nee; vragen wanneer ze wel thuis zijn en noteren als afspraak in de bellijst. o ja; ga verder met onderstaande
-
Wanneer een van de ouders aan de lijn: Goedemiddag/avond, u spreekt met {naam}, ik bel namens de gemeente {gemeente uit bellijst} Wij doen momenteel in samenwerking met de gemeente {uit bellijst} een onderzoek naar de mening van ouders over alcoholgebruik van jongeren.
Spreek ik met dhr/mw. {naam uit bellijst noemen}? Klopt het dat u 1 of meer kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar heeft of verzorgt? o Bij een van deze vragen ‘nee’: neem mij niet kwalijk, dan behoort u helaas niet tot de doelgroep van het onderzoek. gesprek afronden en ‘’3’’ noteren in bellijst
Zou ik u een aantal vragen over jongeren en alcoholgebruik mogen stellen? Het interview duurt ongeveer 10 tot 15 minuten. o o o
-
nee, geen tijd: afspraak voor later tijdstip maken, datum en tijd noteren in bellijst en op agenda. nee, andere reden: overhaalpogingen toepassen, lukt dit niet, dan gesprek afronden en bijbehorende code noteren in bellijst. (1 = weigert, 2= niet in staat) ja: start interview
Start interview Het is heel erg fijn dat u mee wilt werken Ik wil er nadrukkelijk op wijzen dat uw antwoorden op de vragen hoogst vertrouwelijk zullen worden behandeld. De gegevens worden ook anoniem verwerkt. Bij veel vragen gaat het om uw eigen meningen en ervaringen. Er zijn daarbij dan ook geen goede of slechte antwoorden, maar het is wel belangrijk dat u eerlijk de mening geeft die als eerste bij u op komt.
Informatie interviewer: de vragenlijst wordt gebruikt in 3 regio’s, voor elke regio zijn een paar specifieke vragen gemaakt: Achterhoek specifieke vragen voor alleen deze regio Stedendriehoek specifieke vragen alleen voor deze regio Rivierenland specifieke vragen alleen voor deze regio
33
Dan wil ik beginnen u acht stellingen voor te leggen waarover we graag uw mening willen weten. Ik lees telkens een stelling voor en dan wil ik u vragen na iedere stelling aan te geven of u het met de uitspraak eens bent of niet. Dit kunt u doen op een schaal van 1 tot 5; waarbij u kunt kiezen tussen of u het helemaal mee eens bent of juist niet eens bent met de stelling of een beetje mee eens of oneens. Wanneer u geen mening over de uitspraak heeft mag u dat natuurlijk ook aangeven. De stellingen gaan over jongeren in uw gemeente, en daarmee bedoelen we jongeren tot en met 18 jaar. Oke, dan beginnen we nu met de eerste stelling…….. 1 Het is een probleem als jongeren veel alcohol drinken
1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Het alcoholgebruik van jongeren in uw gemeente is normaal 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert De aandacht in de media voor overmatig alcoholgebruik van 1. helemaal niet mee eens jongeren is overdreven. 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Ik vind het vreemd als ik een jongen van 12 jaar oud een 1. helemaal niet mee eens mixdrankje met alcohol zie drinken 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Ik vind het normaal als ik iemand van 15 jaar oud tijdens het 1. helemaal niet mee eens uitgaan 5 glazen alcohol op een avond zie drinken 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet meeoneens (Wat bedoelt u?: vindt u dat het moet kunnen?) 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Als een 14-jarige meer dan 1 keer per maand alcohol drinkt is 1. helemaal niet mee eens dat zeker te vaak 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Het is een goede zaak als de geméénte zich met het 1. helemaal niet mee eens alcoholgebruik van jongeren bezighoudt. 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert De gevolgen van overmatig alcoholgebruik door jongeren zijn 1. helemaal niet mee eens zo ernstig dat er iets aan gedaan moet worden. 2. een beetje mee oneens
2
3
4
5
6
7
8
34
3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Dit waren tot zover de stellingen, dan gaan we nu verder met een aantal vragen. 9 Wat vindt u een normale leeftijd om te beginnen alcohol te ……. jaar (range 0-99) drinken? Daarmee bedoel ik dan niet heel af en toe een slokje, maar minimaal 1 glas alcohol bij bijvoorbeeld gelegenheden zoals een feestje, kerst, oud&nieuw of gewoon thuis een glaasje meedrinken, wat vindt u een normale leeftijd om daarmee te beginnen? 10 Heeft u de laatste tijd weleens nagedacht over het ja, regelmatig/ vaak alcoholgebruik van jongeren in uw gemeente ? weleens zelden tot nooit antwoorden opnoemen 11 Heeft u de laatste tijd weleens met anderen gepraat over ja, regelmatig/ vaak het alcoholgebruik van jongeren in uw gemeente? weleens zelden tot nooit antwoorden opnoemen 12 Voelt u zich betrokken, of heeft u iets met het onderwerp ja, zeker ‘jongeren en alcoholgebruik’? tamelijk een beetje antwoorden opnoemen nee Dan wil ik u nu een aantal vragen met betrekking tot uw oudste inwonende kind in de leeftijd van 10 t/m 18 jaar stellen. 13 Welke leeftijd heeft uw oudste inwonende kind in de ……jaar (range 10-18) leeftijd van 10-18 jaar? b e 13 Wat is de rangorde van dit kind binnen het gehele gezin? 1 kind middelste kind (dus met in achtneming van kinderen jonger dan 10 of jongste kind ouder dan 18) 14 Is het een jongen of een meisje? jongen meisje 15 Keurt u het goed als uw kind alcohol drinkt? Hiermee ja, door de week en in het weekend bedoel ik niet zomaar een slokje, maar een heel glas ja, maar alleen in het weekend bij uitzondering antwoorden opnoemen nee, dat keur ik niet goed antwoord =4 : door naar vraag 19. 16 Heeft u er problemen mee als uw kind voor het 1. mijn kind gaat nooit uit/drinkt nooit uitgaan thuis alvast alcohol drinkt? 2. ja, dat sta ik niet toe 3. zolang het bij 1 of 2 drankjes blijft vind antwoorden opnoemen ik het niet erg 4. nee, daar heb ik geen problemen mee 17 Keurt u het goed als uw kind thuis alcohol drinkt? 1. ja, door de week en in het weekend (Dus niet alleen voor het uitgaan, maar ook in het weekend als 2. ja, maar alleen in het uw kind een avond thuis is of op verjaardagen of feestdagen.) weekend 3. bij uitzondering antwoorden opnoemen 4. nee, dat keur ik niet goed antwoord =4 : door naar vraag 19. 18 Koopt u wel eens alcohol speciaal voor uw kind, bijvoorbeeld regelmatig mixdrankjes? af en toe bij uitzondering antwoorden opnoemen nooit 19 Denkt u dat u zicht heeft op het alcoholgebruik van uw kind? ja, veel zicht tamelijk veel zicht antwoorden opnoemen weinig tot helemaal geen zicht (Waaraan? aan het overmatige alcoholgebruik van jongeren)
35
(Wat bedoelt u? --> denkt u dat u weet hoeveel alcohol uw kind drinkt?) Op hoeveel dagen denkt u dat uw kind in de afgelopen maand …….. dagen (range 0-31) alcohol heeft gedronken? antwoord=0 : door naar vraag 24 Hoeveel glazen alcohol denkt u dat uw kind toen meestal per ……... glazen (range 0-50) gelegenheid heeft gedronken? Maakt u zich zorgen over het alcoholgebruik van uw kind? ja, zeker tamelijk antwoorden opnoemen een beetje nee
20 21 22
23
Wat doet u als u zorgen heeft of zou hebben over het alcoholgebruik van uw kind?
bespreken met andere ouders bespreken met familie anders 24 Wat vindt u een geschikte leeftijd om voor het eerst met tijdig, bv al op basisschool kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen ervan te praten? als ze beginnen alcohol te drinken antwoorden opnoemen als hun alcoholgebruik uit de hand dreigt te lopen 25 Heeft u in de afgelopen maand met uw kind over ja alcoholgebruik en de gevolgen ervan gepraat? nee 26 Heeft u duidelijke afspraken met uw kind over zijn/haar ja, iig niet onder de 16 alcoholgebruik? ja, ze mogen niet dronken worden ja, anders nee 27 Drinkt u wel eens alcohol? Ja Nee Indien nee: vraag 28 overslaan 28 Als uw kind erbij is, drinkt u dan meer, minder of evenveel meer alcohol dan wanneer hij/ zij er niet bij is? minder even veel drinkt niet in bijzijn van kind Er wordt regelmatig gezegd dat overmatig alcoholgebruik van jongeren verschillende schadelijke gevolgen kan hebben. 29 Denkt u dat de effecten op de gezondheid voor jongeren even schadelijk even schadelijk, meer of minder schadelijk zijn als voor schadelijker volwassenen? minder schadelijk weet niet 30 Welke schadelijke gevolgen zou u zo spontaan gezondheidsproblemen op latere leeftijd kunnen bedenken? alcoholverslaving op latere leeftijd (Het kan dan zowel om directe gevolgen als verkeersongevallen gevolgen op latere leeftijd gaan, u mag er even misdragen/agressie rustig over nadenken hoor….) onveilige seks schoolverzuim leerprestaties antwoordalternatieven: rijtje antwoorden waarvan er meerdere aan te kruisen zijn fitheid In dataset: 28a t/m 28 j, allemaal ja nee vragen verstoring van de hersenontwikkeling/ van gemaakt. hersenschade anders Dan volgen er nu weer een aantal mee eens/ niet mee eens stellingen. Het gaat bij deze stellingen weer net zoals aan het begin. Wilt u na iedere stelling weer aangeven in hoeverre u het met de stelling eens bent? 5 betekend dat u het helemaal met de stelling eens bent en 1 dat u het helemaal niet met de stelling eens bent. Wat vindt u van de volgende uitspraak: 31 Pas als jongeren zoveel alcohol drinken dat ze er 1. helemaal niet mee eens aangeschoten of dronken van worden is het schadelijk voor 2. een beetje mee oneens hen. 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens
36
32
33
34
35
36
37
38
39
40 41
6. weigert 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Ik geloof dat je als ouder kunt voorkómen dat je kind veel 1. helemaal niet mee eens alcohol gaat drinken 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Als je kind eenmaal veel alcohol drinkt, is het als ouder erg 1. helemaal niet mee eens moeilijk daar nog iets aan te veranderen. 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Als ouders matig drinken, zullen kinderen ook matig drinken 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Ouders kunnen het drinkgedrag van hun kinderen binnen de 1. helemaal niet mee eens perken houden door duidelijke afspraken over alcoholgebruik 2. een beetje mee oneens te maken. 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert En de laatste: 1. helemaal niet mee eens Door met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen te 2. een beetje mee oneens praten, zullen zij verstandiger met alcohol omgaan. 3.niet mee eens/niet meeoneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Nu volgen enkele vragen over de activiteiten van een alcoholcampagne in uw regio van het afgelopen 1,5 jaar Hebt u in de afgelopen tijd iets gehoord, gezien of ja gelezen over een campagne over alcoholgebruik van nee antwoord=2: door naar vraag 43, 44 of jongeren in uw regio? 45. Wat denkt u dat de belangrijkste boodschap is van Het alcoholgebruik van jongeren kan deze campagne? nare gevolgen hebben Jongeren in de regio moeten minder (open vraag, antwoorden in volgende categorieën alcohol drinken indelen, meerdere antwoorden mogelijk) Geen alcohol onder de 16 jaar Ouders moeten hun kinderen beter opvoeden tav alcoholgebruik Anders Weet niet Indien 4, dan kan 1 gekozen worden bij vraag 39, vraag 40 overslaan) Had deze campagne boodschap naar uw idee iets met ja alcohol en opvoeding te maken? nee weet niet Welke campagne-uitingen kunt u zich herinneren? radiospot artikel huis-aan-huis krant (Ik bedoel; Op welke manieren bent u met de poster Het is als ouder belangrijk te weten hoeveel alcohol je kind drinkt
37
campagne in aanraking gekomen.) Open vraag, meerdere antwoorden mogelijk (=spontaan)
42
Weet u welke slogan bij de regionale campagne hoorde? (=spontaan)
43
Hebt u wel eens gehoord van de slogan: ‘’Minder drinken, ook in de Achterhoek!’’ (= geholpen) Hebt u wel eens gehoord van de slogan: ‘’Minder drank, lekker fris’’ (= geholpen) Hebt u wel eens gehoord van de slogan: ‘Niks mis met fris’
44 45
46
(= geholpen) In welke mate voelt u zich persoonlijk aangesproken door de campagne?
folder ‘Voorkom alcoholschade bij uw opgroeiende kind’ ouderactiviteit via schoolverpleegkundige J/M ouders alcohol special anders geen/ weet niet ja, (genoemde slogan noteren) ……………………………. nee 1. ja 2.nee 1. ja 2.nee 1. ja 2.nee zeer aangesproken in beperkte mate aangesproken niet echte aangesproken absoluut niet aangesproken
47
Denkt u dat andere ouders zich aangesproken voelen door de campagne?
1. 2. 3. 4.
48
Hebt u in de afgelopen tijd een radiospotje over alcoholgebruik van jongeren gehoord?
ja - Optimaal FM ja – Omroep/radio Gelderland ja - lokaal radiostation ja – landelijk radiostation nee weet niet
49
(Meer antwoorden mogelijk) Indien ja wordt geantwoord; ‘Weet u nog op welke zender u de spot heeft gehoord?’. Tweede vraag: ‘Denkt u dat het op radio/omroep Gelderland was, Optimaal FM, op een lokaal radiostation of op een landelijk radiostation?’ Hebt u in de afgelopen tijd een poster over alcoholgebruik van jongeren gezien? Zo ja, kunt u deze poster omschrijven? (open vraag, meer antwoorden mogelijk)
50
Hebt u in de afgelopen tijd een artikel in één van de huis-aan-huis krantjes over alcohol gebruik van jongeren gelezen?
38
zeer aangesproken in beperkte mate aangesproken niet echte aangesproken absoluut niet aangesproken
1. ja, poster met kind gevangen onder drankglas 2. ja, hersenposter met daarbij een flyer in de vorm van een bierglas 3. ja, poster met logo ‘niks mis met fris’ 4.nee 5.weet niet 6. anders 1.ja 2.nee Indien nee, vraag 52 overslaan
52
Wat was het onderwerp van het artikel? Open vraag. Meerdere antwoorden mogelijk
53
54
55
56
57
Alcoholschade opgroeiend kind Gebruik alcohol tijdens carnaval Goed voorbereid op vakantie Alcoholgebruik tijdens de feestdagen Anders Weet niet
Hebt u de folder ‘Voorkom alcoholschade bij uw opgroeiende kind’ gezien?
Ja, afgehaald bij het gemeentehuis Ja, bij de dokter meegenomen Ergens anders afgehaald (noteren waar)……………….. Zo ja, waar heeft u deze folder verkregen? Ja, gekregen bij bezoek aan (Afbeelding op de voorkant staat een kind gevangen schoolverpleegkundige onder een alcoholglas) Ja, gekregen bij een ouder bijeenkomst Wel gezien, niet meegenomen/ alleen van gehoord Nee, niet gezien/ niet van gehoord Heeft u de J/M alcoholspecial gelezen? 1. ja 2. nee Een speciale uitgave van het reguliere opvoedingsblad 3. weet niet Jonger/Meisje over alcohol en opvoeding Indien nee of weet niet, vraag 55 overslaan Wat vond u van deze folder? 1. Zeer interessant 2. Interessant 3. neutraal 4. Niet zo interessant 5. Zeer oninteressant Hebt u de frisflits, de nieuwsbrief van het project 1. ja ‘Alcoholmatiging onder jongeren in de Stedendriehoek’ 2. nee gezien? 3. weet niet Deze nieuwsbrief is in juni en december 2009 verspreid en zal ook begin april weer verspreid worden Heeft uw zoon of dochter de flyer in de vorm van een 1. ja bierglas in de bus gehad? Met de titel ‘een glashelder 2. nee verhaal’ 3. weet niet Indien nee of weet niet, vraag 58 overslaan 1. Zeer interessant 2. Interessant 3. neutraal 4. Niet zo interessant 5. Zeer oninteressant
58
Wat vond u van deze flyer?
59
Heeft u een kaart met de kreet D’RAN en op de voorkant een stripje van Dirk-Jan in de bus gehad (november 2008)?
1. ja 2. nee 3. weet niet
Op de achterkand stonden opvoedingsadviezen. Door te krassen konden ouders kaarten winnen voor De Graafschap-Willem II
Indien nee of weet niet, vraag 60 overslaan
Wat vond u van deze flyer?
1. Zeer interessant 2. Interessant 3. neutraal 4. Niet zo interessant 5. Zeer oninteressant
60
39
61
Is er bij uw kind op school dit jaar een ouderavond geweest over het thema alcohol? (Ouderkindavond ‘Alcohol een ander verhaal’ of ‘Op tijd voorbereid’ valt hier ook onder)
62
Bent u naar deze ouderavond geweest?
63
Is er bij u in uw buurt een ouderbijeenkomst (kroegenavond) alcohol en opvoeding georganiseerd? Gehouden in een uitgaansgelegenheid . Deze avond wordt ook wel kroegenavond of kroegentocht genoemd
64
Bent u naar deze bijeenkomst geweest?
65
Is er bij u in de buurt een alcoholdebat-avond georganiseerd?
66
Bent u naar deze bijeenkomst geweest?
67
Wat vond u van deze bijeenkomst?
68
Bent u in het afgelopen anderhalf jaar bij het onderzoek van de schoolarts van de GGD in groep 7 geweest? (Afbeelding hersenscan laten zien met roze vlekjes van een wel en niet drinker)
69
Zo ja, weet u wat voor voorlichting u over alcohol heeft gekregen Heeft de voorlichting over alcohol en de hersenen die u bij de schoolarts heeft gekregen u aan het denken gezet? Zo ja, waarover dan?
1.ja 2.nee 3. weet niet Indien nee of weet niet, vraag 62 overslaan ja nee 1.ja 2.nee 3. weet niet Indien nee of weet niet, vraag 64 overslaan ja nee 1.ja 2.nee 3. weet niet Indien ‘nee’ of ‘weet niet’, vraag 66 en 67 overslaan ja nee 1. Zeer interessant 2. Interessant 3. neutraal 4. Niet zo interessant 5. Zeer oninteressant ja, alcohol en de hersenen ja, anders ja, weet niet nee, niet geweest n.v.t. (geen kinderen in groep 7) Indien nee of n.v.t. vraag 69 en 70 overslaan
Ja, hoeveelheid alcoholgebruik kind Ja, leeftijd alcoholgebruik kind ja, anders…. (genoemde antwoord noteren) nee weet niet 70 Wat vond u van de alcohol voorlichting van de 1. Zeer interessant schoolarts? 2. Interessant 3. neutraal 4. Niet zo interessant 5. Zeer oninteressant Dan wil ik tot slot nog een aantal algemene gegevens navragen, om een goed beeld te krijgen van de onderzoeksgroep 71 Wat is uw geboortejaar? …. (range 1900-1999) 72
Wat zijn de vier cijfers van uw postcode?
….(range 0000-9999)
73
Wat is uw burgerlijke staat?
gehuwd
40
74 75
76
77
78
samenwonend ongehuwd, nooit gehuwd geweest gescheiden, gescheiden levend weduwe weduwnaar ……(range 1-15)
Uit hoeveel personen bestaat het huishouden waartoe u behoort? (uzelf meegerekend) Wat is uw hoogst voltooide opleiding? laag geen opleiding, lager onderwijs (basisschool of speciaal onderwijs), lager of voorbereidend beroepsonderwijs middel mavo, mulo, mbo-kort, mbo, mts, bol, bbl hoog havo, vwo, hbo, hts, heao, universiteit Welke arbeidspositie is op u het meest van voltijd betaald werk (>35) toepassing? parttime betaald werk fulltime huisvrouw/ huisman werkeloos/werkzoekend (ww) invalide/arbeidsongeschikt (wao) bijstandsuitkering ik studeer anders Wat is uw religie? Rooms Katholiek Protestant Christelijk Open vraag Islam Anders Geen Noteer het geslacht van de respondent man vrouw
Dit waren de vragen. Ik wil u hartelijk danken voor uw medewerking en een fijne avond toewensen.
41
Bijlage 2: Belprotocol De telefonische interviews worden bij ouders van jongeren in de leeftijd van 10-18 afgenomen. Het is erg belangrijk dat je je best doet hen daadwerkelijk mee te laten werken aan het onderzoek. Hoe lager de respons, des te lager is de representativiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek. Daarom zijn in dit belprotocol ook strategieën opgenomen om mensen die niet direct mee willen werken aan het onderzoek toch over te halen. Wanneer dat niet lukt is het van belang te noteren dat ze weigerden. We gaan op doordeweekse dagen, voornamelijk van 17 tot 21 uur, bellen. Dan zijn de meeste mensen thuis en kunne we de hoogste respons verwachten. Bij het bellen maak je gebruik van 2 bestanden, namelijk de bellijst en het invoerprogramma. Daarnaast heb je een uitgeprinte agenda en een urenbriefje waarop je een aantal dingen moet noteren. Het interviewen • Non-respons verlagen We hebben een steekproef uit een steekproefkader “adressen van jongeren in de Achterhoek, Stedendriehoek of Tiel in de leeftijd van 10-18 jaar” getrokken. Hun ouders worden uitgenodigd voor een interview. Zij zijn hier van tevoren nog niet van op de hoogte gesteld. Dit betekent dat we alles uit de kast zullen moeten halen hen mee te laten werken aan het onderzoek. Iedereen uit deze steekproef die uiteindelijk niet bereikt wordt of niet mee wil werken aan het onderzoek behoord tot de non-respons. Zaak is de non-respons zo laag mogelijk te houden en dus zoveel mogelijk mensen uit de steekproef ook daadwerkelijk te interviewen. Bereikbaarheid Wanneer je mensen maar één keer zou proberen te bellen, zou de bereikbaarheid maar ongeveer 38% zijn, omdat veel mensen vaak niet op het moment dat jij belt thuis zijn. Daarom moet je mensen tot 8 keer toe terugbellen. In de bellijst kun je aangeven hoe vaak en op welke tijdstippen je geprobeerd hebt te bellen. Deze registratie kun je gebruiken om ervoor te zorgen dat je mensen op verschillende tijdstippen en op verschillende dagen van de week probeert terug belt. Als een kind opneemt en beide ouders zijn niet thuis, dan kun je hem/haar vragen wanneer een van de ouders wel thuis is en dit noteren als afspraak in de agenda. Als je iemand na die acht keer proberen nog niet hebt kunnen bereiken, kun je hem als 0 (=onbereikbaar) coderen in de bellijst. •
Weigeringen Als je iedereen vaak genoeg hebt proberen te bereiken, zal de uiteindelijke non-respons grotendeels bestaan uit weigeringen. Als een respondent aangeeft niet mee te willen werken aan het onderzoek, zijn er een aantal overhaalpogingen die je toe kunt passen. Je moet laten merken dat je het argument van de respondent wel serieus neemt, en tegelijkertijd andere argumenten geven waarom het wel belangrijk is tóch mee te doen. Deze strategieën zijn hieronder toegelicht. •
42
Reden afwijzing nee, bedankt nee, daar heb ik geen zin in nee, daar doe ik niet aan mee
Wél doen Ander argument geven om tóch mee te doen: Misschien overval ik u wel een beetje, maar u zou ons enorm helpen als u mee zou willen doen, het is voor ons erg belangrijk Afspraak maken: Misschien bel ik wel ongelegen, zullen we een afspraak maken voor een andere dag of tijdstip?
Níet doen meteen accepteren: nee? Oké bedankt vragen waarom…: waarom heeft u daar geen zin in? Ze hebben vast geen zin hun gebrek aan belangstelling te motiveren. herhalen: doet u daar niet aan mee?
Nee, dat duurt me te lang
Omkeringstrategie: het duurt tegenspreken: inderdaad wel eventjes, maar we 10 minuten is helemaal vinden het dan ook erg belangrijk dat niet zo lang hoor we een zo goed mogelijk beeld krijgen van uw meningen. Ik zou het erg op prijs stellen als u toch mee zou willen doen respondent acht zich niet Persoonlijk: Aangeven dat het niet erg geschikt (bv te oud, weet er niets is als ze het antwoord op een vraag van af) niet weten, dat we juist de meningen van alle groepen willen weten. Zullen we gewoon even een aantal vragen proberen? Ik heb me aangemeld op bel-me- Als u zich daar heeft aangemeld zult u niet.nl niet gebeld worden door commerciële bedrijven of fonsenwerving. Als gemeente vallen wij hier niet onder. We vinden het erg belangrijk een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de mening van alle inwoners. Vandaar zou ik het erg op prijs stellen als u toch mee zou willen doen.
Registratie interviews afnemen De bellijst De adressen van de personen in de steekproef zijn opgenomen in de bellijst. Het is de bedoeling dat je iedereen van de bellijst opgaat bellen. Hierin staat het telefoonnummer, de achternaam en de gemeente van de te bellen respondent, welke je nodig hebt voor de introductie van het interview. Wat de uitkomst van iedere belpoging is, dien je na iedere poging aan te geven in de bellijst. Hoe je dit moet doen is aangegeven in de voorbeeld bellijst die in de bijlage van het belprotocol is opgenomen. •
Het urenbriefje Ook dien je telkens te turven op de turflijst voor responsregistratie. Iedere keer dat je een nummer belt, zet je een streepje bij ‘# mensen gebeld’. Neemt deze persoon op, dan zet je ook een streepje bij ‘# mensen bereikt’, wil deze meewerken met het interview, dan zet je ook nog een streepje bij ‘aantal interviews afgenomen’. De samenvatting hiervan kun je aan het einde van de avond op het urenbriefje noteren. Zo heb je aan het einde van de avond een overzicht van hoe het is gegaan en kunnen we evt. besluiten rondom de daarop volgende interviewdagen nemen. Let op: het is dus niet zo dat je alle interviews zo snel mogelijk af moet nemen! Deze registratie geeft alleen een beeld van hoe snel alles gaat en of we het binnen de beschikbare tijd kunnen redden en of de respons hoog genoeg is. De kwaliteit van het onderzoek blijft het
•
43
belangrijkste, dit is een hoge respons en een goede kwaliteit van het afnemen van de interviews. Invoeren gegevens Het invoerprogramma De antwoorden op de vragen voeren we tijdens het interviewen in. Daarvoor gebruiken we het invoerprogramma SPSS data entry, waarin de vragenlijst is opgenomen. Start daartoe het programma SPSS data entry station en open daarin het bestand ‘’alcoholenquete.sav’’ vanaf je m-schijf. Onder view kun je zo naar ‘’form entry’’, dan krijg je het enquêteformulier voor je. Je kunt de vragen hiervan aflezen en meteen de antwoorden die de respondent geeft met het toetsenbord invoeren. Hiervoor gebruik je de pijltjes of cijfers en de enter toets. Bovenaan in de werkbalk staat een nummer. Dit is het nummer van de respondent. In het hokje respondent nummer hoef je niks in te vullen. Wanneer je onderaan de enquête bent en alles hebt ingevoerd gaat het programma vanzelf naar een lege enquête met een volgend nummer. Deze kun je dan weer voor het volgende interview gebruiken. Druk tussendoor wel altijd even op de ‘’save’’ knop. Met het programma wordt van tevoren geoefend.
•
Veelgestelde vragen Je kunt je misschien voorstellen dat sommige mensen een beetje achterdochtig worden als ze merken dat je over hun gegevens beschikt. Of dat ze nieuwsgierig worden naar het doel van het onderzoek. Om de uniformiteit van het afnemen van de interviews te waarborgen en zodat je weet wat je op bepaalde vragen kunt reageren, worden hieronder een aantal vragen genoemd die je vaak kunt verwachten. • Hoe komt u aan mijn gegevens? --> Deze zijn afkomstig uit het bevolkingsregister. Hierin zijn alleen uw adresgegevens opgenomen. Uw telefoonnummer is gewoon afkomstig uit het telefoonboek. Uw gegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld en we kunnen uw antwoorden na het interview ook niet meer aan uw adresgegevens koppelen. • Van wie gaat het onderzoek uit? --> Het onderzoek wordt vanuit de GGD in de Achterhoek, Stedendriehoek en Tiel gedaan (gemeentelijke gezondheidsdienst, bij u misschien bekend van de schoolartsen of vaccinaties), wij doen dit in samenwerking met de gemeente {gemeente uit bellijst noemen} • Wat gebeurt er met de resultaten van dit onderzoek? --> De resultaten worden gebruikt om een beeld van de meningen over en ervaringen met alcoholgebruik van jongeren in uw regio te krijgen. Deze kan de gemeente gebruiken voor haar beleid. De resultaten worden anoniem verwerkt, dus uw antwoorden kunnen later niet meer aan uw adresgegevens of telefoonnummer gekoppeld worden. In totaal worden 250 mensen geïnterviewd, wij zullen de gemiddelden van de antwoorden van al die mensen gebruiken om het onderzoek te analyseren. • Waar gaat het onderzoek precies om/ wat is het nut? --> Pas na afloop van het interview mag je vertellen dat het onderzoek bedoeld is om het effect van de publiekscampagne gericht op volwassenen te meten. Daarom zeg je in de introductie alleen dat we een onderzoek doen naar de meningen van ouders in de regio over alcoholgebruik van jongeren. ‘’ Wij willen graag weten wat de meningen in uw regio over alcoholgebruik van jongeren zijn en welke ervaringen ouders daarmee hebben’’ . • Waarom wilt u juist mij interviewen? -->We hebben willekeurig een steekproef genomen van ouders in uw regio die wij uitnodigen voor een interview, daar bent u er een van. Op die manier hopen wij een goede afspiegeling van de meningen en ervaringen van alle ouders te krijgen. • Hoe weet ik dat dit een echt onderzoek is? --> U kunt op de website van de GGD de aankondiging zien van dit onderzoek; www.ggdgelre-ijssel.nl. Verder mag u cantact opnemen met uw gemeente. Ik kan u het nummer geven. Als u het liever eerst wilt controleren, kan ik u morgen terug bellen en dan het interview bij u afnemen.
44
•
Naam
post code
Waar kan ik terecht voor meer informatie over dit onderwerp? --> Als u internet heeft kunt u op www.alcoholvrijeomgeving.nl voor meer informatie terecht. Anders kunt u ook bellen naar de alcoholinfolijn, tel 0900-5002021. Gemee nte
Telnr
Resultaat belpogingen
1
2
03140315-
1 ib
ma;20.15 ma;20.00 di ;18.00
03140314-
5 3
03140314-
di 7/3, 20.00 0
ma;20.30 di;18.15 ma; di;19.00 18.00 ma;19.00 ma ;19.1 di ;20.00 5
3
4
5
6
7
8
Op merking en
wo ;21.0 0 verhuisd wo ;17.1 5
do ;18.30 vrij;20.30 ma;17.00 ma;21.00 di ;17.00
De bellijst In de bellijst dien je in de kolommen 1-8 na iedere contactpoging, succesvol of niet, aan te geven op welke dag en tijdstip je iemand hebt proberen te bellen. Dit is vooral voor jezelf om te zien wanneer je mensen de volgende keer het beste kunt proberen terug te bellen en zodat wij achteraf kunnen zien na hoeveel keer en wanneer de meeste mensen bereikt zijn en bereid waren mee te werken. Wanneer je iemand de volgende keer het beste terug kunt bellen, kun je na je belpoging ook in de agenda opschrijven. De kolom resultaat belpogingen geeft het resultaat op dat moment aan. Als deze cel nog leeg is, betekent het dat je de desbetreffende persoon nog niet gebeld hebt. Staat er een nummer, dan betekent het dat de respondent al afgehandeld is. Hiervoor moet je de volgende codes gebruiken: ib= In behandeling. Dit betekent dat je al wel hebt proberen te bellen, maar nog niemand of niet de juiste persoon hebt kunnen bereiken. Je kunt deze cel bijvoorbeeld roze kleuren, zodat je in één oogopslag ziet welke mensen je nog terug moet bellen. datum; tijdstip= Als iemand wel mee wil werken aan het onderzoek, maar op dat moment geen tijd heeft, kun je een afspraak maken voor een ander tijdstip en dit in deze kolom aangeven. De cel kleur je dan groen. Noteer deze afspraak ook in de speciaal daarvoor bijgevoegde agenda. 0= Onbereikbaar. Iemand codeer je pas als onbereikbaar, wanneer je deze na 8 pogingen nog niet hebt kunnen bereiken. (Er nam niemand op of de ouders waren niet thuis) 1= Weigert, dus wil niet meewerken aan het onderzoek 2= Niet in staat, bijvoorbeeld door handicap of beheerst Nederlandse taal niet, kan dus niet meewerken aan het onderzoek 3= Onjuiste doelgroep, wanneer op het adres van de respondent geen kinderen in de leeftijd van 10-19 jaar wonen. 4= Interview niet succesvol afgelegd, bijvoorbeeld door halverwege afbreken 5= Interview succesvol afgenomen
45
Bijlage 3: Associaties met herinnering aan project Tabel 6 Heeft u de laatste tijd wel eens nagedacht over alcoholgebruik van jongeren in uw gemeente, apart voor mensen met en zonder geholpen herinnering aan het project. Geen herinnering (%) Herinnering (%) Totaal (%) Ja, regelmatig / vaak 9,1 28,1 25,6 Wel eens 33,3 35,5 35,2 Zelden tot nooit 57,6 36,4 39,2
Tabel 7 Maakt u zich zorgen om het alcoholgebruik van uw kind, apart voor mensen met en zonder geholpen herinnering aan het project . Geen herinnering (%) Herinnering (%) Totaal (%) Ja, zeker 8,3 3,8 4,2 Tamelijk 16,7 1,9 3,4 Een beetje 8,3 9,4 9,3 Nee 66,7 84,9 83,1
Tabel 8 Denkt u dat de effecten op de gezondheid voor jongeren even schadelijk, meer of minder schadelijk zijn als voor volwassenen, apart voor mensen met en zonder geholpen herinnering aan het project (0,022). Geen herinnering (%) Herinnering (%) Totaal (%) Even schadelijk 9,1 3,2 4,0 Schadelijker 87,9 95,4 94,4 Minder schadelijk 0,0 1,4 1,2 Weet niet 3,0 0,0 0,4
Tabel 9 Ik vind het normaal als ik iemand van 15 jaar oud tijdens het uitgaan 5 glazen alcohol op een avond zie drinken, apart voor mensen met en zonder herinnering aan het project. Geen herinnering (%) Herinnering (%) Totaal (%) (Helemaal) niet mee 75,8 84,7 83,5 eens Neutraal 0,0 4,2 3,6 (Helemaal) mee eens 24,2 11,1 12,9
Tabel 10 De gevolgen van overmatig alcoholgebruik van jongeren zijn zo ernstig dat er iets aan gedaan moet worden, apart voor mensen met en zonder geholpen herinnering aan de. Geen herinnering (%) Herinnering (%) Totaal (%) (Helemaal) niet mee 6,1 2,3 2,8 eens Neutraal 18,2 6,9 8,4 (Helemaal) mee eens 72,7 90,8 88,4
46
Tabel 11 Geholpen herinnering aan het project in de verschillende gemeenten. Geen herinnering (%) Herinnering (%) Apeldoorn 21,7 78,3 Brummen 15,4 84,6 Deventer 25,5 74,5 Epe 5,6 94,4 Heerde 5,9 94,1 Lochem 5,6 94,4 Voorst 0 100,0 Zutphen 12,9 87,1 Totaal 16,4 83,6
47
Bijlage 4: Herinnering aan het project naar kenmerken ouder In deze bijlage zijn voor de sociaal demografische variabelen verbanden aangegeven met de herinnering aan het project. Veel associaties zijn niet significant en meestal zijn ze ook niet direct relevant voor het project. Vanuit de gedachte dat de verbanden voor sommigen interessant zijn en mogelijk ook ondersteunend zijn bij het voortzetten van oude of opzetten van nieuwe activiteiten, zijn ze in deze bijlage weergegeven. Per variabele staat een tabel met de percentages ouders die bekend zijn met een bepaalde activiteit in de betreffende categorie. Gemeente De herinnering van de afzonderlijke alcoholmatiging activiteiten verschilt per gemeente. Deze verschillen zijn significant voor de flyer in de vorm van een bierglas (‘een glashelder verhaal’) en de categorie ‘anders’. Hierbij dient aangetekend te worden dat de bierglas flyer niet is uitgedeeld in Deventer. Waarmee het belangrijkste verschil weg is (anders: 0,043; flyer bierglas: 0,000). Tabel 12 Herinnering van de verschillende activiteiten in de gemeenten. Apeldoorn Brummen Deventer Epe Heerde Lochem Radiospot 15,7% 23,1% 10,9% 27,8% 0,0% 5,6% Artikel 25,3% 30,8% 32,7% 16,7% 47,1% 33,3% huis-aanhuis krant Poster 18,1% 30,8% 12,7% 16,7% 29,4% 22,2% Folder 49,4% 46,2% 45,5% 44,4% 52,9% 55,6% alcohol– schade Ouder– 44,6% 46,2% 40,0% 44,4% 64,7% 33,3% activiteit School– 6,0% 15,4% 10,9% 16,7% 0,0% 16,7% verpleegkundige Anders 16,9% 38,5% 21,8% 22,2% 11,8% 0,0% Frisflits 3,6% 7,7% 0,0% 0,0% 0,0% 5,6% Flyer 47,0% 61,5% 3,6% 50,0% 52,9% 44,4% bierglas Geholpen 78,3% 84,6% 74,5% 94,4% 94,1% 94,4% herinnering
48
Voorst 20,0% 13,3%
Zutphen 16,1% 22,6%
Totaal 14,4% 27,6%
33,3% 80,0%
32,3% 35,5%
21,2% 48,8%
73,3%
58,1%
47,6%
13,3%
6,5%
9,2%
40,0% 0,0% 46,7%
32,2% 6,5% 38,7%
21,2% 2,8% 37,6%
100,0%
87,1%
83,6%
Geslacht kind De frisflits is meer bekend bij ouders waarbij hun oudste kind in de leeftijd van 10-18 jaar een meisje is, dan een bij ouders waarbij het gaat om een jongen. Hiervoor is niet echt een verklaring te geven (frisflits: 0,047). Tabel 13 Herinnering van de verschillende activiteiten voor ouders van jongen of meisje. Jongen Meisje Totaal Radiospot 14,1 14,8 14,4 Artikel huis-aan-huis 27,3 27,9 27,6 krant Poster 19,5 23,0 21,2 Folder alcoholschade 50,8 46,7 48,8 Ouderactiviteit 43,8 51,6 47,6 Schoolverpleegkundige 8,6 9,8 9,2 Anders 21,9 20,5 21,2 Frisflits 0,8 4,9 2,8 Flyer bierglas 41,4 33,6 37,6
Burgerlijke staat Tabel 14 Herinnering van de verschillende activiteiten voor burgerlijke staat. Gehuwd Samenwonend Ongehuwd Gescheiden Radiospot 12,9 40,0 20,0 16,7 Artikel huis-aan- 27,6 40,0 20,0 33,3 huis krant Poster 21,8 20,0 40,0 0,0 Folder alcohol– 49,3 40,0 60,0 66,7 schade Ouderactiviteit 48,9 20,0 40,0 83,3 Schoolverpleeg– 9,3 20,0 0,0 0,0 kundige Anders 20,1 20,0 0,0 16,7 Frisflits 3,1 0,0 0,0 0,0 Flyer bierglas 38,2 30,0 40,0 33,3
Weduwe/naar 0,0 0,0
Totaal 14,1 27,7
0,0 0,0
21,3 49,0
0,0 0,0
47,8 9,2
0,0 0,0 33,3
21,3 2,8 37,8
Religie Ouders die aangeven rooms katholiek te zijn, islamitisch of onder de categorie ‘anders’ vallen, zijn vaker bekend met een artikel uit een huis-aan-huis krant. (radiospot: 0,073; artikel huis-aan-huis krant: 0,048) Tabel 15 Herinnering van de verschillende activiteiten per religie. Rooms Protestant Islam Katholiek Christelijk Radiospot 17,1 11,9 50,0 Artikel huis-aan-huis 42,9 28,8 50,0 krant Poster 28,6 25,4 0,0 Folder alcohol–schade 65,7 49,2 0,0 Ouderactiviteit 62,9 39,0 0,0 Schoolverpleegkundige 17,1 8,5 0,0 Anders 22,9 23,7 0,0 Frisflits 5,7 1,7 0,0 Flyer bierglas 34,3 37,3 0,0
Anders
Geen
Totaal
0,0 37,9
17,7 20,2
14,5 27,7
13,8 51,7 51,7 6,9 27,6 3,4 44,8
19,4 44,4 47,6 8,1 18,5 2,4 37,9
21,3 49,0 47,8 9,2 21,3 2,8 37,8
49
Rangorde kind De herinnering aan een ouderactiviteit in de buurt is geassocieerd met de rangorde van het kind. Ouders waarbij het gaat om hun jongste kind zijn het minst vaak bekend met de ouderactiviteit. Mogelijk heeft dit ermee te maken dat ouders bij hun jongste kind vaak denken ‘het wel te weten’, mede ook doordat ze bij hun oudere kinderen al naar schoolavonden en dergelijke zijn geweest. (ouderactiviteit: 0,007) Tabel 16 Herinnering van de verschillende activiteiten voor de rangorde van het kind. Eerste kind Middelste kind Jongste kind Totaal Radiospot 15,3 3,4 17,1 14,2 Artikel huis-aan-huis 26,0 41,4 24,4 27,5 krant Poster 22,6 13,8 19,5 21,1 Folder alcohol–schade 50,8 41,4 43,9 48,6 Ouderactiviteit 51,4 51,7 24,4 47,0 Schoolverpleegkundige 11,3 3,4 2,4 8,9 Anders 22,0 17,2 22,0 21,5 Frisflits 3,4 0,0 2,4 2,8 Flyer bierglas 33,9 48,3 46,3 37,7
Geslacht respondent Over het algemeen kunnen vrouwen zich vaker activiteiten van de alcoholproject herinneren dan mannen. Dit verschil tussen de sexes is significant als het gaat om herinnering aan de folder over alcoholschade en informatie via de schoolverpleegkundige. Dit heeft er waarschijnlijk mee te maken dat het meestal de moeder is die met het kind meegaat naar de PGO in groep 7 (folder alcoholschade: 0,014; Schoolverpleegkundige: 0,003). Tabel 17 Herinnering aan de verschillende activiteiten voor mannen en vrouwen. Man Vrouw Totaal Radiospot 16,1 13,4 14,4 Artikel huis-aan-huis 23,7 29,9 27,6 krant Poster 20,4 21,7 21,2 Folder alcohol–schade 38,7 54,8 48,8 Ouderactiviteit 41,9 51,0 47,6 Schoolverpleegkundige 2,2 13,4 9,2 Anders 16,1 24,2 21,2 Frisflits 2,2 3,2 2,8 Flyer bierglas 33,3 40,1 37,6
50
Leeftijdscategorie kind De leeftijdscategorie van het kind hangt samen met de bekendheid via de schoolverpleegkundige en de flyer in de vorm van een bierglas. Beide bevindingen zijn logisch te verklaren, aangezien ze leeftijdsgebonden zijn. In groep 7 vindt het bezoek aan de schoolverpleegkundige plaats en de flyer in de vorm van een bierglas is bestemd voor de categorie 14-18 jarigen. (schoolverpleegkundige: 0,000; flyer bierglas: 0,000) Tabel 18 Herinnering aan de verschillende activiteiten voor leeftijdscategorie van het kind. Jonger dan 16 jaar 16 jaar of ouder Totaal Radiospot 17,4 12,1 14,4 Artikel huis-aan-huis 26,6 28,4 27,6 krant Poster 22,9 19,9 21,2 Folder alcohol–schade 48,6 48,9 48,8 Ouderactiviteit 44,0 50,4 47,6 Schoolverpleegkundige 16,5 3,5 9,2 Anders 16,5 24,8 21,2 Frisflits 2,8 2,8 2,8 Flyer bierglas 22,0 49,6 37,6
Leeftijdscategorie ouder: Als gekeken wordt naar de leeftijdscategorie van de ouder, blijkt dit samen te hangen met herinnering aan de poster. Mogelijk zijn relatief oudere ouders minder alert op posters of onthouden ze deze minder goed of komen ze minder op plekken waar posters zijn. Wat betreft de schoolverpleegkundige en de flyer in de vorm van een bierglas, deze verschillen hangen samen met de leeftijd van het kind en daarmee ook met de leeftijd van de ouder. (Poster: 0,036; schoolverpleegkundige: 0,009; flyer bierglas: 0,002) Tabel 19 Herinnering aan de verschillende activiteiten voor leeftijdscategorie van de ouder. Jonger dan 45 45-49 jaar 50 jaar en Totaal jaar ouder Radiospot 18,3 11,1 13,6 14,1 Artikel huis-aan-huis 20,7 29,6 33,9 27,7 krant Poster 28,0 22,2 10,2 21,3 Folder alcohol–schade 48,8 50,9 45,8 49,0 Ouderactiviteit 45,1 51,9 44,1 47,8 Schoolverpleegkundige 17,1 6,5 3,4 9,2 Anders 15,9 24,1 23,7 21,3 Frisflits 2,4 3,7 1,7 2,8 Flyer bierglas 24,4 49,1 35,6 37,8
51
Grootte huishouden Bekendheid met een ouderactiviteit lijkt samen te hangen met de grootte van het huishouden. Wanneer ouders meer dan 1 kind hebben, weten ze zich vaker een ouderactiviteit te herinneren. Dit is logisch te verklaren, aangezien bij meerdere kinderen de kans groter is dat bij één van de kinderen op school een ouderavond wordt georganiseerd en dat ze op een bepaalde manier in aanraking komen met de gemeentelijke ouderactiviteit (ouderactiviteit: 0,008). Tabel 20 Herinnering aan de verschillende activiteiten voor de grootte van het huishouden. 2 3 4 5 6 of meer Radiospot 0,0 13,8 18,1 12,3 6,7 Artikel huis-aan-huis 0,0 20,7 28,4 30,1 26,7 krant Poster 0,0 13,8 22,4 27,4 10,0 Folder alcoholschade 0,0 37,9 51,7 49,3 50,0 Ouderactiviteit 0,0 20,7 53,4 45,2 60,0 Schoolverpleegkundige 0,0 0,0 9,5 13,7 6,7 Anders 0,0 10,3 22,4 23,3 23,3 Frisflits 0,0 0,0 4,3 2,7 0,0 Flyer bierglas 50,0 41,4 33,6 38,4 46,7
Totaal 14,4 27,6 21,2 48,8 47,6 9,2 21,2 2,8 37,6
Opleidingsniveau Het opleidingsniveau is gerelateerd aan bekendheid met een radiospot en een artikel in een huis-aan-huis krant. De radiospot is het bekendst bij de ouders met een middelhoge opleiding. Kennelijk luisteren mensen met dit opleidingsniveau het vaakst radio. Het artikel in de huis-aan-huis krant is juist het minst bekend bij het middelhoge opleidingsniveau. (radiospot: 0,073; artikel huis-aan-huis krant: 0,043) Tabel 21 Herinnering aan de verschillende activiteiten per opleidingsniveau. Laag Midden Hoog Radiospot 11,1% 20,8% 10,2% Artikel huis-aan-huis 29,6 18,8 33,9 krant Poster 7,4 20,8 24,4 Folder alcoholschade 37,0 46,9 52,8 Ouderactiviteit 48,1 39,6 53,5 Schoolverpleegkundige 7,4 5,2 12,6 Anders 11,1 20,8 23,6 Frisflits 0,0 2,1 3,9 Flyer bierglas 40,7 42,7 33,1
52
Totaal 14,4% 27,6 21,2 48,8 47,6 9,2 21,2 2,8 37,6
Een- of tweeoudergezin Tabel 22 Herinnering aan de verschillende activiteiten voor een- en tweeoudergezin. Tweeoudergezin Eenoudergezin Totaal Radiospot 14,0 14,3 14,1 Artikel huis-aan-huis 28,1 21,4 27,7 krant Poster 21,7 14,3 21,3 Folder alcoholschade 48,9 50,0 49,0 Ouderactiviteit 47,7 50,0 47,8 Schoolverpleegkundige 9,8 0,0 9,2 Anders 22,1 7,1 21,3 Frisflits 3,0 0,0 2,8 Flyer bierglas 37,9 35,7 37,8
53
54
Bijlage 5: Doelen project De volgende doelen zijn gesteld aan het begin van het project: 1. agenda setting: ouders/opvoeders zijn zich bewust van het probleem en staan open voor meer informatie 2. kennisoverdracht: a. ouders/opvoeders weten dat het alcoholgebruik van de jeugd overmatig is b. ze weten dat het ongezond en onverantwoord is voor de jongere c. ze weten het belang van voorbeeldgedrag d. ze kennen het belang van grenzen stellen 3. informatiezoekend gedrag stimuleren: volwassenen halen de folder bij gemeentehuizen of bij andere plekken en bezoeken alcoholinfo.nl 4. meer dan de helft van de ouders kennen de gevolgen van alcoholgebruik bij jongeren onder de 16 jaar 5. meer dan de helft van de ouders erkent dat kinderen te veel alcohol drinken (a) en weet dat zijzelf door het goede voorbeeld te geven (b) en grenzen te stellen (c) het alcoholgebruik kunnen verminderen 6. meer dan de helft van de ouders kennen enkele handvatten die zij kunnen gebruiken om het alcoholgebruik bij jongeren onder de 16 jaar tegen te gaan en boven de 16 jaar te matigen Op de volgende pagina is per doel aangegeven in hoeverre dit gehaald is in de periode tot en met april 2010.
55
1 - agendasetting: bewust van probleem 2 - kennis 2a - alcoholgebruik is overmatig
2b - alcohol is ongezond en onverantwoord voor jongere
2c - belang voorbeeldgedrag
2d - belang grenzen stellen
3 - informatiezoekend gedrag stimuleren 4 - meer dan de helft kent gevolgen van alcohol
5a - meer dan de helft erkent
56
Vraag in vragenlijst Het is een probleem als jongeren veel alcohol drinken.
Uitkomst Niet mee eens: 2% Niet mee eens/niet mee oneens: 2% Mee eens: 96%
Doel gehaald? Ja, de meeste ondervraagde ouders zijn zich bewust van het probleem dat alcoholgebruik vormt.
Het alcoholgebruik van jongeren in uw gemeente is normaal.
Niet mee eens: 20% Niet mee eens/niet mee oneens: 53% Mee eens: 23% Geen mening: 4%
Denkt u dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren even schadelijk, meer of minder schadelijk zijn als voor volwassenen? Áls ouders matig drinken, zullen kinderen ook matig drinken.
Even schadelijk: 4% Schadelijker: 95% Minder schadelijk: 1% Weet niet: 0%
Ouders vinden het lastig inschatten of het alcohol in hun gemeente normaal is. De meeste zijn het niet eens en niet oneens met de stelling. Ja, de meeste ouders weten dat alcohol schadelijker is voor jongeren dan voor volwassenen.
Ouders kunnen het drinkgedrag van hun kinderen binnen de perken houden door duidelijke afspraken over alcoholgebruik te maken. Niet te evalueren op basis van dit onderzoek Welke schadelijke gevolgen van alcoholgebruik zou u zo spontaan kunnen bedenken? Geen duidelijke vraag
Niet mee eens: 38% Niet mee eens/niet mee oneens: 13% Mee eens: 49% Niet mee eens: 6% Niet mee eens/niet mee oneens: 12% Mee eens: 82%
Hersenschade: 86,1% Gezondheidsproblemen latere leeftijd: 21,6% Leerprestaties: 21,2% Zie verder tabel 4
Aanbeveling
Net niet gehaald. 49% is van mening dat het geven van het goede voorbeeld positieve gevolgen heeft voor het alcoholgebruik van hun kind. Ja, 82% denkt dat het stellen van regels positief kan bijdragen aan het binnen de perken houden van het alcoholgebruik van hun kind.
Hersenschade door alcohol is bij de meeste ouders bekend. Voor dit gevolg is het doel dus gehaald.
Mogelijk dient nog wel meer aandacht besteed te worden aan de andere gevolgen van alcohol. Zie ook opmerking discussie.
dat kinderen te veel alcohol drinken 5b - meer dan de helft weet dat het goede voorbeeld geven kan helpen 5c - meer dan de helft weet dat regels stellen kan helpen 6 - meer dan de helft kent enkele handvatten
hiernaar, zie ook 2a. Zie 2c Zie 2d Zie 2c en d. Door met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen te praten, zullen zij verstandiger met alcohol omgaan.
Niet mee eens: 4% Niet mee eens/niet mee oneens: 12% Mee eens: 84%
Zie opmerkingen bij 2c, 2d. Gehaald voor het stellen van regels en het in gesprek gaan met het kind.
57