Solidair, duurzaam en tolerant: Verkiezingsprogramma GroenLinks Amsterdam Centrum 2010 2014 Groen werkt in Amsterdam centrum! Inleiding De ambities van GroenLinks voor de binnenstad zijn voor de komende vier jaar samen te vatten in negen speerpunten. Wij sommen ze voor u op: 1. SOLIDARITEIT. In de eerste plaats wil GroenLinks dat de bewoners in de binnenstad prettig kunnen leven. Voor GroenLinks zijn solidariteit, oog hebben voor elkaar en de menselijke maat belangrijke uitgangspunten. We willen niet dat het grote geld en de markt alles regeren. 2. D UURZAM E BI N N EN STAD . De financiële crisis biedt mogelijkheden om de economie duurzaam te vergroenen. GroenLinks wil in deze periode investeren zodat Amsterdam Centrum de meest duurzame binnenstad van de westerse wereld wordt, dat betekent meer groen in de openbare ruimte en ruim baan voor voetganger en fietser. 3. SCHONE LUCHT EN MEER GROEN. GroenLinks wil dat het vuilnis wordt opgehaald en dat je op straat veilig kunt lopen, ook met een kinderwagen of rollator. Dat er leuke pleinen zijn waar je andere mensen tegenkomt en dat er parkjes zijn en bomen om van te genieten. Dat, al is het hartje stad, de lucht er schoon is en het verkeerslawaai beperkt blijft. GroenLinks wil plekken waar de lucht te vies is met spoed aanpakken. 4. EEN BRUISENDE EN GROENE ECONOMIE. Daarnaast wil GroenLinks dat de binnenstad zijn onweerstaanbare aantrekkingskracht van werelddorp behoudt en versterkt. Lef en ondernemingslust, tolerantie en nieuwsgierigheid zijn daarbij de trefwoorden. Maar ook: menselijkheid, beschaving en respect; daarbij rekening houdend met het onderscheid tussen rustiger woonbuurten en drukke centrumplekken. De binnenstad blijft een broedplaats van nationale en internationale creativiteit en ondernemerschap. Kleine en groene creatieve initiatieven worden gestimuleerd. En daar kun je van genieten: in parken, op terrassen, in culturele instellingen en in het nachtleven. 5. ZORG, SPORT & ONDERWIJS TOEGANKELIJK VOOR IEDEREEN. Voor de gewone menselijke dingen moet er in het stadsdeelbeleid veel aandacht zijn. Ervoor zorgen dat je als je hulp nodig hebt, of dat nu is van een maatschappelijk werker of van de politie, deze dan ook daadwerkelijk krijgt. Dat er goede scholen en buurtvoorzieningen zijn. Dat de voorzieningen op het gebied van zorg, sport en cultuur voor iedereen toegankelijk zijn. En dat er voldoende plek is voor kinderen om te spelen. 6. MEER RUIMTE VOOR VOETGANGER EN FIETSER. Straten en pleinen worden zo ingericht dat er meer (veilige en prettige) ruimte vrijkomt voor voetgangers en fietsers. Voor kinderen komen er meer autovrije speelplekken en kindvriendelijke routes van en naar school. GroenLinks wil dat langzaam verkeer in het Centrum voorrang krijgt. 7. EEN OPEN BESTUURSSTIJL. Raadsleden en bestuurders van het stadsdeel nemen de bewoners serieus en staan open voor hun suggesties. Volgens GroenLinks is de betrokkenheid, deskundigheid en creativiteit van iedereen nodig om het stadsdeel goed te kunnen besturen. We kunnen het niet zonder u.
1
8. GROTE PROJECTEN . De binnenstad staat de komende vier jaar nog in het teken van grote projecten: de Noord-Zuid Lijn, project 1012 en de herinrichting van het Leidseplein. De risico s en de overlast hiervan moeten zoveel mogelijk beperkt worden, zodat de leefbaarheid behouden blijft en waar nodig vergroot. 9. BETAALBARE WONINGEN. Er moeten voldoende betaalbare woningen in de binnenstad blijven. We willen een diverse bevolkingssamenstelling behouden. We willen dat kleinschalige bedrijven hun plek in binnenstad kunnen houden. Er wordt niet geëxperimenteerd met hogere huren voor sociale woningen. Iedereen, arm en rijk, moet kunnen wonen in de binnenstad. W a a r k u n j e be t er w on e n da n in de bin ne n st a d va n Am st e r da m ? I n de bin ne n st a d va n Am st e r da m w óón j e n ie t a lle e n , da a r w e r k e n ont spa n j e , da a r lé é f j e . H e t is e r nooit sa a i, h e t is e e n le ve ndig st a dsdee l w a a r va n a lle s gebeurt. De diversiteit aan mensen is er groot. Van oude Jordanezen tot jonge studentes, van artistieke ontwerpers tot snelle zakenjongens, van Chinese winkeliers tot rustige Plantage-bewoners. De binnenstad is geen nieuwbouwwijk, maar een werelddorp met een eeuwenoude geschiedenis. Met grachten en torens. Met monumenten die niet alleen mooie oude panden zijn, maar ook verwijzen naar een indrukwekkende geschiedenis. Het monument op de Dam, de Dokwerker, maar ook het beeld van Multatuli op het Singel en het Homomonument op de Westermarkt zijn hier voorbeelden van. Dat werelddorp dat de binnenstad is, werkt al eeuwen als een magneet op mensen van buiten. Zakenlui, vluchtelingen, jongeren, creatievelingen en vele anderen worden aangetrokken door de ontspannen en tolerante sfeer van de stad. Je kan er zijn wie je bent. Je kunt er doen waar je zin in hebt, maar niet ten koste van anderen. De binnenstad laat zien dat seks, drugs en rock & roll zijn om van te genieten. Die open sfeer prikkelt en stimuleert; het zindert er van de initiatieven. Geen wonder dat zoveel ondernemers en zakenlui graag in de binnenstad werken. Bewoners en bezoekers genieten van de schoonheid van de binnenstad. De grachten omzoomd door iepen, schitterend verbouwde pakhuizen en de Amstel. Op cultureel gebied is de binnenstad een eldorado, met al zijn galeries, muziektempels en boekhandels. Serieus, zoals de Balie, en met een knipoog, zoals de groetende man op de Marnixstraat. Bovendien kan je er geweldig uitgaan. Er zijn restaurants, cafés en discotheken in alle soorten en smaken. Voor dat prachtige stadsdeel wil GroenLinks zich de komende vier jaar weer vol overgave inzetten. In dit programma leest u wat GroenLinks wil met de binnenstad van Amsterdam. Daarvoor gaan onze gekozen vertegenwoordigers in de stadsdeelraad zich inspannen. Nieuwsgierig naar de toekomst met respect voor het heden en verleden. Dáár gaat het om.
2
GroenLinks kan het niet alleen. Zonder ú, bewoners, gebruikers en bezoekers van de binnenst ad, kan de st adsdeelraad de binnenst ad niet best uren. Wij zij n ervan overt uigd dat de act ieve bet rokkenheid van de m ensen onm isbaar is voor een polit iek best uur. Daarom vragen wij uw steun. Wat wij te bieden hebben zijn onze idealen, zoals verwoord in dit programma, én onze bereidheid om die samen met u waar te maken.
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
groen, water, milieu welzijn & sport wonen economie openbare ruimte onderwijs veiligheid bouwen verkeer kunst & cultuur bestuur & burger financiën
3
1. Groen, water, milieu
Een groene stad is een gezonde stad. Daarom moeten we het water, de lucht en de grond zo schoon mogelijk houden. Respect voor het leven van dieren, bomen en planten hoort daarbij. Het gebruik van fossiele brandstoffen, de uitstoot van broeikasgassen en onnodige verspilling van schaarse grondstoffen moeten worden tegengegaan. Verbetering van de luchtkwaliteit, tegengaan van de uitstoot van broeikasgassen en meer groen in de binnenstad zijn hierbij voor GroenLinks drie prioriteiten. Een groene stad is ook een schone stad. Rondslingerend huisvuil en rotzooi op straat zijn een doorn in het oog van veel mensen. GroenLinks wil dat het stadsdeel erop toeziet dat de buurten worden schoon gehouden.
Uitgangspunten
Onze groene plekken, waaronder de grachten, plantsoenen en parken, moeten we goed onderhouden. Het stadsdeel ziet erop toe dat bomen beschermd worden en in goede staat blijven, met name monumentale bomen. Daarnaast breiden we het groen waar mogelijk uit. Het stadsdeel stimuleert activiteiten die de groene ruimte ten goede komen, zoals het aanleggen van daktuinen, postzegelparkjes, geveltuinen, binnentuinen, bloembakken en het planten van toekomstbestendige bomen. Het op orde zijn en houden van het watersysteem is van vitaal belang, voor zowel wonen en werken enerzijds als voor recreatie en natuur anderzijds. De gevolgen van klimaatsverandering, zeespiegelstijging en verdergaande bodemdaling moeten worden opgevangen. Er is nog te veel sprake van technisch beheer, terwijl het hoog tijd is voor een ander waterbeleid. GroenLinks wil het energieverbruik in het Centrum verlagen. Door voorlichting aan burgers, beperking van de vele lichten die s nachts onnodig branden, LED-verlichting of het aan banden leggen van nutteloze verwarming van de buitenlucht, zoals terrasverwarming. GroenLinks wil meer investeren in isolatie van woningen, bedrijven en kantoren en waar mogelijk de opwekking van meer duurzame energie stimuleren. Bijvoorbeeld via zonnepanelen en windmolens. De grootste bron van vervuiling is het autoverkeer. De luchtkwaliteit is ver beneden de maat. Ook is het autoverkeer grotendeels verantwoordelijk voor geluidsoverlast. GroenLinks begrijpt dat noodzakelijk autoverkeer de stad in en uit moet, maar de Europese normen voor de uitstoot van verontreinigde stoffen mogen niet worden overschreden. Doorgaand verkeer moet uit het centrum worden geweerd. Het Centrum is een bijzondere biotoop waar ook veel dieren leven. In het Centrum wonen huisdieren zoals honden en katten, maar ook dieren in het wild zoals vogels en vissen. GroenLinks wil voorwaarden scheppen voor een beter welzijn van de in de binnenstad levende dieren en waardevol ongeregeld groen behouden.
Actiepunten Groenstructuurplan 1.1 Er komt een groenstructuurplan dat wordt uitgevoerd en betaald vanuit een versneld aangevuld groenfonds. Bomen 1.2 Wanneer kappen van bomen onvermijdelijk is, komt er voor elke gekapte boom een volwassen boom terug op zo kort mogelijke afstand. Deze wordt in een goede uitgangspositie geplant om uit te kunnen groeien tot monumentale boom. Er wordt een stadsdeelbomenbalans bijgehouden.
4
Water 1.3 In die delen van het stadsdeel met een gemengd rioolstelsel (regenwater en afvalwater in één buis), wordt door afkoppeling het schone regenwater buiten het riool gehouden en direct naar het oppervlaktewater afgevoerd. De zuivering wordt daardoor ontlast. Boten 1.4 Rondvaartboten en ander personen- en goederenvervoer over water is binnen vier jaar geheel elektrisch of klimaatneutraal. Overlast van pleziervaart wordt ook vanaf de wal bestreden en krijgt in de handhaving een grotere prioriteit. Straatverlichting 1.5 Er wordt LED-verlichting of andere energiebesparende verlichting standaard als straatverlichting gebruikt. Bedrijven 1.6 Bedrijven die zich milieuvriendelijk gedragen of investeren in groene maatregelen worden beloond door de lasten en regeldruk te verminderen. Energie 1.7 Gemeente en stadsdeel moeten met de woningcorporaties scherpe afspraken maken over duurzame energieopwekking en energiebesparende maatregelen in woningen. Monumenten- en welstandsregels mogen geen beletsel zijn om te investeren in isolatie of groene daken. Schoolgebouwen worden energieneutraal. Duurzaam 1.8 Duurzaamheidsleningen voor energiebesparende maatregelen, zoals isolatie van oude en nieuwe huizen, zonnecollectoren en warmte/koudeopslag, worden voor eigenaren van woningen en bedrijven tegen een lage rente aangeboden. Vissen 1.9 Sportvissen is dieronvriendelijk. Het stadsdeel verstrekt daarom geen vergunning voor hengelactiviteiten en faciliteert evenmin speciale voorzieningen zoals visplekjes. Artis 1.10 Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn heeft Artis niet genoeg ruimte voor het houden van groot wild. Het stadsdeel zet zich samen met Artis en dierenwelzijnsorganisaties in voor een stadsdierentuin met een educatief karakter en een goede ambassadeursfunctie voor beschermde dieren. Vogels 1.11 Duivenoverlast wordt aangepakt op een manier die het welzijn van duiven zo min mogelijk aantast, met name door het plaatsen van duiventillen. Voor mussen en gierzwaluwen worden nestkasten geplaatst. Geluid 1.12 Het stadsdeel doet alles dat in het vermogen ligt, om voor de woningen in de binnenstad die te lijden hebben van overmatig verkeerslawaai, een oplossing van de problemen te realiseren. Biologisch 1.13 Het stadsdeel stimuleert de consumptie en het gebruik van biologische en fairtrade producten. Het stadsdeel bevordert uitbreiding van biologisch en fairtrade aanbod op markten, in winkels en de eigen catering.
5
Inzameling afval 1.14 De inzameling van klein chemisch afval, textiel, blik, plastic en kunststof wordt verbeterd. Dit gebeurt onder andere door de plaatsing van meerdere containers. Het hergebruik van oude spullen zal worden bevorderd in overleg met de middenstand. Afvalbakkenplan 1.15 Soms lijkt het alsof afvalbakken willekeurig in de openbare ruimte geplaatst zijn. Om te voorkomen dat mensen hun afval op straat gooien wil GroenLinks een gestructureerd stelsel van afvalbakken. Afvalbakken moeten op een logische plek in de openbare ruimte staan, gezien vanuit de gebruiker. Afvalbakken worden voorzien van asbakken en de mogelijkheid plastic te scheiden. Smog 1.16 Bij extreme concentraties smog wordt het autoverkeer rondom en in Amsterdam Centrum stilgelegd. Elektrisch 1.17 Een grachtenrak wordt bij de eerstvolgende walkantvernieuwing als experiment ingericht en gereserveerd voor elektrisch vervoer. Er komen aansluitpunten voor elektrische auto s en boten aan `groene` kade s en daar mogen alleen elektrische voertuigen parkeren of aanmeren. Bij overige herinrichtingen wordt alvast rekening gehouden met toekomstige invoering van elektrisch vervoer. Brommers 1.18 Er komen oplaadpunten voor elektrische brommers. Koeriersbedrijven en restaurants met brommerbezorging krijgen steun als zij overgaan van gewone naar elektrische brommers.
6
2. Leven en welzijn/ welzijn en zorg
Iedereen moet mee kunnen doen in de binnenstad. GroenLinks wil niet dat mensen aan de kant zitten. Voor het welzijn van de stadsdeelbewoners is participatie, naast goede voorzieningen voor welzijn en zorg, belangrijk. Daar moet voldoende geld voor zijn. Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in werking getreden. Voor het stadsdeel betekent dit dat het takenpakket fors is uitgebreid en dat er met veel meer partijen moet worden samengewerkt. Samenwerking en goede communicatie tussen de verschillende partijen zijn hierbij essentieel. Het stadsdeel faciliteert, coördineert en zorgt ervoor dat de juiste ondersteuning op de juiste plek wordt geboden. Voorkomen moet worden dat bewoners verdwaald raken in een woud van instanties en regels. Belangrijk is dat de jeugd meer aandacht krijgt. Jongeren moeten voldoende vrijetijdsvoorzieningen krijgen, ook op straat. Hangjongeren worden nu te veel gelijkgesteld aan herrieschoppers. Hangen doen we allemaal wel eens. Een balletje trappen op straat, op de stoep eten en drinken met de buren, picknicken in het park, het zijn allemaal manieren om sociaal contact te onderhouden.
Uitgangspunten
De kloof tussen arm en rijk groeit en steeds meer huishoudens leven onder de armoedegrens. Voor GroenLinks is dit onaanvaardbaar. Er wordt gezorgd voor voldoende ondersteuning, zoals de formulierenbrigade, schuldhulpverlening en informatie over uitkeringen, extra steunmaatregelen en dergelijke. Het diversiteitbeleid blijft gericht op emancipatie en verengt zich niet tot integratiebeleid. Zo worden zelforganisaties van emanciperende groepen financieel ondersteund en actief betrokken bij het beleid. De vermarkting van de zorg mag niet leiden tot bezuinigingen op het aanbod en de kwaliteit van de voorzieningen. Mensen die zorg behoeven, hebben het recht deze te krijgen. Gezamenlijk sporten, bewegen en spelen vergroot de sociale cohesie. Dit is goed voor de gezondheid en voor de onderlinge sociale contacten. Iedereen moet kunnen sporten in het stadsdeel. Omdat we in de binnenstad weinig ruimte hebben om buiten te sporten, moeten de mogelijkheden om binnen te sporten worden uitgebreid en optimaal worden benut. Waar mogelijk moet buiten spelen worden gefaciliteerd.
Actiepunten Meerjarige subsidieovereenkomsten 2.1 GroenLinks wil dat het stadsdeelbestuur de komende vier jaar meerjarige subsidie- overeenkomsten met de door het stadsdeel gesubsidieerde welzijninstellingen sluit. Dat leidt én tot een betere afrekenbaarheid van én tot een grotere zekerheid en onafhankelijkheid voor de welzijnsinstellingen. Daarbij geeft het stadsdeel prioriteit aan kleinschalige organisaties die gericht in het stadsdeel werken. Zorgverzamelgebouwen 2.2 Om de toegankelijkheid en de regie van welzijns- en zorgvoorzieningen te versterken heeft het ontwikkelen van zorgverzamelgebouwen, waar mogelijk in combinatie met brede scholen, in buurten en wijken prioriteit.
7
Duidelijke informatie zorgaanbod 2.3 Het stadsdeel verplicht zich goede en duidelijke informatie te verstrekken over het zorgaanbod. Per buurt komen er toegankelijke zorgloketten, waar iedereen goede begeleiding krijgt bij een zorgvraag. Vrijwilligers 2.4 Vrijwilligers en mantelzorgers zijn van levensbelang voor het draaiend houden van de samenleving. Zij en hun organisaties krijgen van het stadsdeel zoveel mogelijk ondersteuning. GroenLinks pleit voor de oprichting van een steunpunt mantelzorg in de binnenstad. Bewonersondersteuning 2.5 Mensen die zich actief inzetten voor het welzijn en de sfeer in hun omgeving krijgen ondersteuning van het stadsdeel; in wijken waar dat nodig is wordt wijkopbouwwerk ingezet om meer samenhang en zelfredzaamheid te creëren. Jongeren 2.6 Voor jongeren is het belangrijk dat buurthuizen en tienerhuiskamers goede digitale voorzieningen hebben, voldoende faciliteiten voor het uitvoeren van culturele activiteiten én oefenruimten voor bandjes. Daarnaast wil GroenLinks uitwisselingsprogramma s stimuleren met jongeren uit andere stadsdelen, zodat de Amsterdamse jongeren elkaar beter leren kennen. Ouderen 2.7 De vergrijzing neemt toe en dus zal ook de vraag naar zorg toenemen. Voorzieningen als klussenhulp, boodschappendienst, maaltijden en ouderenadviesraad dienen aan te sluiten op de vraag die hiervoor bestaat. Ook op het gebied van huisvesting worden de voorzieningen uitgebreid: mogelijkheden voor woongroepwonen en meer wibo-woningen. Anti- discriminatiebeleid 2.8 Het stadsdeel formuleert een actief anti-discriminatiebeleid. Van discriminerende horecagelegenheden kan de vergunning worden ingetrokken. Het stadsdeel draagt er zorg voor dat het eigen personeelsbestand en dat van de door het stadsdeel gesubsidieerde instellingen zoveel mogelijk een afspiegeling betreft van de samenleving. Opvang druggebruikers en daklozen 2.9 Het stadsdeel zet zich, samen met de centrale stad, in voor een goede opvang, begeleiding en activering van druggebruikers en daklozen. Aangezien de financiële middelen beperkt zijn, concentreert het stadsdeel diens bijdrage in eerste instantie op het beschikbaar stellen van geschikte ruimtes voor opvang en dagbesteding. Steunpunt prostitutie 2.10 GroenLinks hecht aan goede werkomstandigheden en arbeidsvoorwaarden van prostituees, en zet zich in voor een steunpunt voor prostituees in de binnenstad. Speelmogelijkheden 2.11 Het stadsdeel maakt een plan voor de realisatie van meer openbare en veilige speelmogelijkheden voor kinderen. Zo nodig worden (delen van) pleinen en straten afgesloten voor autoverkeer en speciaal als speelgebied ingericht. Sport 2.12 Het stadsdeel zet zich actief in voor de terugkeer van een jaarlijkse Grachtenloop in de binnenstad. In elke buurt komt een speel-, voetbal- of basketbalveldje. Eventuele problemen met hangjongeren lossen we samen met die jongeren en omwonenden op.
8
Denksportcentrum 2.13 Samen met andere stadsdelen wordt een denksportcentrum (schaken, dammen, bridge, go enz.) gerealiseerd. Sport op scholen 2.14 Scholen bieden alle leerlingen een kennismakingsprogramma aan bij de verschillende sportverenigingen in het stadsdeel. Bovendien gaan meer scholen sport aanbieden als naschoolse activiteit. Sportverenigingen 2.15 Sportverenigingen die zich willen vestigen in de binnenstad worden daarbij ondersteund door het stadsdeel. Jongerenbeleid 2.16 We betrekken jongeren actief bij het jongerenbeleid en bij het vaststellen van de buitenschoolse programma s. Er komt een jongerendenktank, waar jongeren van verschillende scholen en achtergronden in zitten. Energiezuinige/gezonde gebouwen 2.17 Alle gebouwen van welzijns-, zorg- en onderwijsorganisaties worden energiezuinig gemaakt en het binnenklimaat wordt verbeterd, eventueel door het ophangen van luchtverversingsinstallaties. Reïntegratie 2.18 Het stadsdeel stimuleert dat mensen met een uitkering zich actief voor anderen inzetten. Verder komen er participatiebanen voor mensen die (nog) niet toe zijn aan reïntegratie op de arbeidsmarkt.
9
3 . Wonen
Diversiteit is het uitgangspunt voor de binnenstad. GroenLinks wil dat het stadsdeel ervoor zorgt dat in de binnenstad voldoende betaalbare woningen blijven; de binnenstad mag niet verworden tot het exclusieve woondomein van de rijken. Voor jongeren, woongroepen en ouderen, voor wie nu te weinig geschikte woningen zijn, verricht het stadsdeelbestuur een extra inspanning. GroenLinks meent dat we alles op alles moeten zetten om de juiste middenweg te vinden tussen het voldoen aan de grote vraag naar woon- en bedrijfsruimte en het behoud van groen, lucht en ruimte.
Uitgangspunten
GroenLinks wil een binnenstad. Dat betekent dat dit te waarborgen maakt het en ontwikkelaars en voert het
diverse bevolkingssamenstelling in de Amsterdamse er een diverse woningvoorraad beschikbaar moet zijn. Om stadsdeelbestuur afspraken met woningbouwverenigingen een actief stimuleringsbeleid.
Het stadsdeelbestuur moet in het woonbeleid speciale aandacht besteden aan doelgroepen voor wie er op dit moment te weinig woningen in de binnenstad beschikbaar zijn. Hierbij gaat het om: jongeren en studenten, woongroepen, huishoudens met kinderen, starters op de betaalbare koopwoningmarkt en ouderen. Duurzame stadsontwikkeling en duurzaam bouwen zijn leidend. Dit betekent dat nieuwbouwprojecten uitgaan van klimaat- en energieneutraal en dat levensbestendige woningen gestimuleerd worden.
Actiepunten Voldoende sociale huurwoningen 3.1 Het stadsdeel moet ervoor zorgen dat er voldoende sociale huurwoningen in de binnenstad blijven. De plannen en experimenten om kleine sociale huurwoningen in delen van de stad duurder te maken kunnen slecht uitwerken voor de balans tussen wonen en werken in de binnenstad en zijn voor GroenLinks niet acceptabel. Sociale kernvoorraad 3.2 Er moeten voldoende betaalbare woningen in de binnenstad beschikbaar zijn. Daarom vindt GroenLinks dat minstens 40% van alle woningen in de binnenstad betaalbare huren moet hebben, d.w.z. tot de sociale kernvoorraad moet horen. Daarvan is 30% regulier en 10% voor speciale groepen, zoals ouderen, jongeren en bijzondere woonvormen. Als blijkt dat de centraal stedelijk gemaakte aanbiedingafspraken met woningcorporaties onvoldoende voorzien in sociaal aanbod zet GroenLinks alles op alles om deze afspraken bij te stellen, direct en indirect. Stopzetting van de verkoop 3.3 Het stadsdeelbestuur moet bij de centrale stad pleiten voor stopzetting van de verkoop van sociale huurwoningen teneinde ongewenste inkrimping van de sociale kernvoorraad te voorkomen. De controle op het weglekken van sociale woningen moet worden versterkt. Splitsing en verkoop 3.4 De splitsing en verkoop van particuliere huurwoningen wordt niet toegestaan. Kleine huurwoningen moeten behouden blijven, want zij zijn heel geschikt voor jongerenen studentenhuisvesting. Huurteam/wijksteunpunt wonen. 3.5 Het stadsdeel verhoogt de subsidie aan het huurteam/wijksteunpunt wonen. Immers, het huurteam staat huurders met raad en daad terzijde en vervult een zinvolle
10
waakhondfunctie in de volkshuisvestingswereld. De taken beperken zich niet alleen tot woningen van particuliere eigenaren, maar richten zich ook op woningen van woningbouwverenigingen en kleinschalige bedrijfspanden. Illegale onderverhuur 3.6 Illegale onderverhuur van sociale huurwoningen wordt actief bestreden. Commerciële bemiddelingsbureaus op deze illegale markt worden hard aangepakt. De signalerende rol van het huurteam/wijksteunpunt wonen is hierbij van onmisbaar belang. Tijdelijke woningen 3.7 Het stadsdeel voert een actief beleid om tijdelijke woningen (voor jongeren en studenten) in leegstaande kantoren en andere grote gebouwen te realiseren. Samen met eigenaren, ontwikkelaars en woningbouwverenigingen worden hiertoe initiatieven ontplooid. Toegankelijkheid 3.8 Bij nieuwbouw- en renovatieprojecten wordt ervoor gezorgd dat een deel van de woningen geschikt gemaakt wordt voor bewoning door ouderen en mensen met een handicap. Daarbij gaat het onder andere om het vermijden van traplopen (liften, begane grond) en het aanbrengen van brede en drempelloze deuren (rollator- en rolstoelvriendelijk). Er wordt zoveel mogelijk levensloopbestendig gebouwd en verbouwd. Bijzondere woonvormen 3.9 Het stadsdeel ondersteunt bijzondere woonvormen zoals woon(-zorg)projecten van homoseksuele ouderen en migrantenouderen, die bij elkaar willen wonen en ondersteunt ook nieuwe ontwikkelingen zoals het zogenaamde kangoeroe-wonen1. Bestaande woongroepen moeten hun eigen toewijzingsregeling behouden zodat de woongroep in stand blijft. Het stadsdeel koopt zo nodig panden op om deze geschikt te maken voor bewoning door woongroepen. Menging 3.10 Ten behoeve van de levendigheid en de leefbaarheid bevordert het stadsdeel de menging van wonen, werken en recreëren. (Ver)bouw en herontwikkeling van eenheden en panden waarin zowel gewoond als gewerkt kan worden (bijvoorbeeld atelierwoningen en broedplaatsen), wordt gestimuleerd. Wonen in de buurt van het werk wordt verder aangemoedigd. Het Oostenburgereiland wordt herontwikkeld als zo n gemengd woon- en werkgebied. Wonen boven winkels 3.11 Het stadsdeel intensiveert het beleid om woningen boven winkels te realiseren. Dat leidt tot meer woningen én tot aangenamere en veiliger winkelstraten. Daarbij bevordert het stadsdeelbestuur dat er ook goedkopere, voor de lagere inkomens betaalbare woningen boven winkels komen. Er komt een onderzoek naar de mogelijkheid voor het inzetten van aanvullende overheidsinstrumenten om wonen boven winkels af te dwingen in de binnenstad van Amsterdam, in het geval van onwelwillende eigenaren. Kraken 3.12 Bij panden en woningen die een jaar of langer leeg staan blijft kraken voor GroenLinks een legitiem middel om leegstand te bestrijden.
1
Kangoeroewonen is een woonformule waarbij jong en oud bij elkaar in een woning wonen. Tenminste twee gezinnen hebben hun eigen woning, doen wat ze willen, maar kunnen wel op elkaar rekenen waar nodig.
11
4. Economie
De komende jaren zullen de gevolgen van de financiële crisis zichtbaar worden. GroenLinks vindt dat we de crisis het hoofd kunnen bieden wanneer we kiezen voor groen en maatschappelijk verantwoord ondernemen, de zogenaamde green deal. We gaan zorgvuldig om met de middelen die ons ter beschikking staan en nemen geen onverantwoorde risico s, integendeel, we grijpen de kans die juist de crisis ons biedt om het centrum van Amsterdam om te vormen tot een bruisende en meest duurzame binnenstad van West-Europa.
Uitgangspunten
Groen en duurzaam ondernemen wordt extra gestimuleerd. Daarbij is er speciale aandacht voor groene en duurzame bedrijfsmogelijkheden. GroenLinks wil komende jaren extra investeren in welzijn en zorg, groene economie en werkgelegenheid. Ondernemers worden, evenals bewoners, actief betrokken bij de totstandkoming van het beleid van het stadsdeel; met name kleine zelfstandige ondernemers. Het stadsdeel zet zich ervoor in dat meer arbeidsintensieve bedrijven zich in het centrum vestigen. Kwaliteitstoerisme wordt gestimuleerd. De horeca is gebaat bij ruimere openingstijden en een minder rigide terrasbeleid. Coffeeshops zijn gebaat bij een gereguleerde achterdeur .
Actiepunten Informatiepunt 4.1 Er komt een informatiepunt waar startende nationale én internationale ondernemers over duurzame en groene bedrijfsmogelijkheden worden geïnformeerd. Bovendien komt er een stimuleringssubsidie om dit daadwerkelijk uit te voeren. Dienstverlening 4.2 Het stadsdeel verbetert de dienstverlening aan ondernemers. Zo moeten ondernemers sneller weten waar ze aan toe zijn wanneer ze een vergunning hebben aangevraagd. Strategieproject 1012 4.3 Het strategieproject 1012 krijgt een groen randje door groene ondernemingen voorrang te geven bij vestiging. Autovrije winkelgebieden 4.4 In de gehele binnenstad worden waar mogelijk meer autovrije winkelgebieden ontwikkeld, naast gebied 1012 valt te denken aan delen van de westelijke grachtengordel, de Haarlemmerstraat en Haarlemmerdijk en de Jordaan. Oostelijke Eilanden 4.5 Het nieuwe masterplan voor Oostenburg krijgt als extra uitgangpunt dat het helemaal energieneutraal wordt ingericht. Het stadsdeel onderzoekt of een wekelijkse biologische en ambachtelijke markt op de Oostelijke Eilanden een goede stimulans voor de economie van de Oostelijke Eilanden kan betekenen.
12
Horeca 4.6 GroenLinks is in verband met de klimaatverandering tegen verwarming van de buitenlucht, dus tegenstander van terrasverwarming. Openingstijden in de horeca worden verruimd als sprake is van weinig overlast op de terrassen en geen openbare dronkenschap voorkomt. Coffeeshops 4.7 Als Den Haag nalaat de achterdeur van de coffeeshops te reguleren, zal GroenLinks het stadsdeelbestuur vragen hierin pro-actief beleid te maken door zelf de kweek van wiet ter hand te nemen. Eventuele sluiting van coffeeshops kan alleen onder de conditie van spreiding hiervan naar andere stadsdelen. GroenLinks weigert uit principe mee te werken aan sluiting zolang Den Haag stuurt op verdere afkalving van het gedoogbeleid. Openingstijden 4.8 In een bruisende binnenstad moet het mogelijk zijn om openingstijden vrij te geven. De horecaondernemer neemt de verantwoordelijkheid op zich om overlast te voorkomen en het stadsdeel steunt hem hierin door heldere en duidelijke toezichtmaatregelen en gebiedsgericht beleid. WIFI- Hotspots 4.9 Internet is een goedkope en laagdrempelige motor van de economie, het stadsdeel stimuleert gratis internet door o.m. subsidies en meer hotspots in openbare verblijfsruimten te creëren. Unesco 4.10 Delen van het Centrum staan op de nominatie voor aanwijzing tot Werelderfgoed door de Unesco. Deze mogelijke aanwijzing kan een impuls zijn voor meer kwaliteitstoerisme en extra onderhoud aan monumenten. Ongewenste bij-effecten als verdere afkalving van de sociale woningvoorraad door verhoging van huurprijzen en onbetaalbare ver- of nieuwbouw zijn echter niet acceptabel voor GroenLinks en moeten worden tegengegaan. Duurzaam stadsdeelkantoor 4.11 Het stadsdeelkantoor wordt verduurzaamd, het wagenpark van de reiniging wordt elektrisch en de ambtelijke papierwinkel wordt zoveel mogelijk digitaal. Raadsleden krijgen de beschikking over een digitaal leestablet waarop alle stukken van de raad kunnen worden ge-upload en gelezen. Bij voorkeur met mobiele internetverbinding. Dit voorkomt onnodig printen van stukken.
13
5 . Openbare ruimte
Op straat komen mensen elkaar tegen. Een overzichtelijk en ruime inrichting van straten en pleinen bevordert het contact tussen bewoners, bezoekers en passanten. Openbare ruimte die er overzichtelijk uitziet, veilig, aangenaam en praktisch ingericht is, nodigt uit om er een poosje te verblijven. Bomen en zitbanken, autovrije gebieden, speelplekken voor de kinderen, ruimte voor terrassen, groen en kunstwerken zijn hierbij onmisbaar. Een goede openbare ruimte wordt zo ingericht dat het bewoners, gebruikers en kinderen uitnodigt met elkaar te spelen en een praatje met elkaar te maken. De straat is van iedereen. Het stadsdeel ziet erop toe dat openbare ruimte zo wordt ingericht en onderhouden, dat het aan zoveel mogelijk wensen tegemoet komt. Dit vergroot de verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Uitgangspunten
Langs wegen, straten en pleinen moet voldoende groen aanwezig zijn. Parken en plantsoenen worden zoveel mogelijk schoon en veilig gehouden. Speelplaatsen zijn voor kinderen eenvoudig en veilig te bereiken en worden ingericht met duurzame en groene speelaanleidingen. Verder moet er ruimte zijn voor sport en ontspanning. Te denken valt aan het realiseren van mooie fiets-, skate-, wandel- en hardlooproutes. GroenLinks wil dat het stadsdeel de mogelijkheden versterkt om elkaar buiten te ontmoeten. Ook bedrijvigheid, speelplekken, terrassen, groen, fonteinen en kunstwerken dragen bij aan een prettige verblijfsomgeving. Openbare ruimte wordt overzichtelijk ingericht. Voor gebruikers moet duidelijk zijn wat wel en niet is toegestaan in delen van de openbare ruimte. Borden, markeringen en objecten in de openbare ruimte worden zo geplaatst dat ze duidelijk zichtbaar en herkenbaar zijn voor iedereen. Bij de inrichting van de openbare ruimte staan veiligheid, duurzaamheid en de bruikbaarheid of toegankelijkheid centraal. Pleinen omringd met parkeerplaatsen zijn onoverzichtelijk en worden opnieuw ingericht. Bij de herinrichting van de openbare ruimte krijgen voetgangers de hoogste prioriteit, waarbij het hoofdnet fiets en openbaar vervoer in acht wordt genomen. Daarna volgen de fietsers, vervolgens het openbaar vervoer en tenslotte de auto. Voetgangers en fietsers moeten zich overal in de binnenstad veilig en comfortabel kunnen voortbewegen. De vele grachten dragen in belangrijke mate bij aan de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte in de binnenstad. De kansen van het water moeten nog beter worden benut. Het gaat daarbij vooral om meer mogelijkheden voor transport van goederen en personen en om op en langs het water te genieten en te recreëren.
Actiepunten Pleinen 5.1 Pleinen in het stadsdeel worden gekoesterd. Er komt geen parkeerplein op de Appeltjesmarkt; dit wordt ontwikkeld tot een groen verblijfsplein. De taxistandplaats op het Leidseplein wordt verplaatst. Het Leidseplein wordt autovrij en voetganger- en fietsvriendelijk ingericht. Elk plein krijgt een plasvoorziening (voor mannen én vrouwen), voetgangers- en fietservriendelijke bestrating evenals voldoende fietsparkeerplekken in de directe omgeving. Duurzame materialen 5.2 Bij de herinrichting van grachten in de middeleeuwse kern en de grachtengordel (met uitzondering van de grachten in de Jordaan en Plantagebuurt) wordt uitgegaan van het standaard grachtenprofiel. Duurzaamheid en betaalbaarheid zijn voor GroenLinks kernbegrippen bij de keuze van materialen, zoals trottoirbanden.
14
Zitbanken 5.3 In de binnenstad komen meer zitbanken op pleinen en (op aanlegsteigers) aan het water, waarop mensen zonder consumptiedwang kunnen genieten van elkaar en van de stad. Buurtbewoners kunnen plaatsing van een bank aanvragen bij het stadsdeel dat daarvoor een jaarlijks budget beschikbaar heeft. Afgesloten straatjes 5.4 De noodzaak om vergrendelde stegen en straatjes afgesloten te houden is verminderd door de afnemende criminaliteit en overlast. Waar mogelijk worden deze weer teruggegeven aan de openbaarheid zodat iedereen hier weer gebruik van kan maken. Doorgaande loop- en fietsroutes 5.5 Het stadsdeel controleert bestaande loop- en fietsroutes op abrupte en soms ook gevaarlijke onderbrekingen. Er komen minimaal twee nieuwe doorgaande loop- en fietsroutes door de binnenstad bij. Opschoondag 5.6 Het stadsdeel doet mee aan de jaarlijkse Landelijke Opschoondag. Samen met bewoners, scholen en organisaties, houden we een opruimactie in de eigen buurt. Ook het zwerfvuil in de natuur wordt dan verzameld. Historische inrichting 5.7 Eén stuk gracht (rak) wordt als experiment historisch ingericht. Dus zonder parkeerplaatsen, zonder bomen, maar met fraaie verlichting. Op deze manier wordt op attractieve wijze duidelijk gemaakt hoe Amsterdam er vroeger uitzag. Vergroening 5.8 Openbare ruimte die vrijkomt omdat parkeerplekken worden opgeheven, bijvoorbeeld door de bouw van ondergrondse parkeergarages, wordt zoveel mogelijk groen ingericht en waar mogelijk worden bomen in de volle grond geplaatst. Ook kunnen voet- en fietspaden aangelegd of verbreed worden en bankjes geplaatst. Speelplaatsen 5.9 In overleg met buurtbewoners worden voor kinderen nieuwe en groene speelplaatsen gecreëerd. Deze speelplaatsen zijn voor kinderen veilig te bereiken. Hier worden in overleg met buurtbewoners groene en duurzame speeltoestellen geplaatst. Verantwoordelijkheid 5.10 Het stadsdeel begint een campagne waarin bewoners en bezoekers gewezen worden op hun medeverantwoordelijkheid voor de openbare ruimte waarin zij zich begeven. Bewoners krijgen op aanvraag een groene stadsdeel bezem om hun eigen straatje te helpen schoonvegen. Groene Loper 5.11 De Rode Loper2 wordt ook een Groene Loper. Met voldoende groene oases, water, prettige parkjes, terrasjes en flaneergebieden met stedelijke allure.
2
De Rode Loper is het gebied van het Centraal station tot en met het Weteringcircuit.
15
6. Onderwijs
In onderwijs ligt de toekomst. Kinderen moeten ongeacht herkomst, sekse of sociaaleconomische positie, alle en eerlijke kansen krijgen om zich binnen het onderwijs in elk opzicht te ontplooien. Schooluitval moet worden voorkomen en de voor- en naschoolse opvang verbeterd en uitgebreid, ook voor leerlingen in de leeftijd 12 tot 16 jaar. Het stadsdeel is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen. Een goede huisvesting is een belangrijke arbeidsvoorwaarde voor de leerkrachten, maar is ook een belangrijke conditie voor een goed leerklimaat voor de leerlingen. Er wordt ingezet op verbetering van de luchtkwaliteit en het binnenmilieu van scholen. GroenLinks streeft ernaar dat iedere jongere het onderwijs met een diploma op zak verlaat. Goed basisonderwijs is daarvoor een noodzakelijke voorwaarde. Schooluitval en spijbelen moeten actief worden bestreden.
Uitgangspunten
Voor kinderen is het belangrijk dat zij genoeg mogelijkheden hebben om hun talenten te ontwikkelen. Voor- en naschoolse opvang van kinderen moet worden verbeterd en beter afgestemd worden op onderwijs en diverse activiteitenaanbieders. GroenLinks vindt dat het stadsdeel de samenwerking tussen de verschillende partijen, waaronder school, naschoolse opvang en activiteiten van sportaanbieders, moet stimuleren en faciliteren. Scholen gaan samenwerken met zorgteams, deze worden opgericht op stadsdeelof buurtniveau. Vertegenwoordigers van scholen, maatschappelijk werk en jeugdhulpverlening bundelen hierin hun krachten om spijbelen en/of schooluitval tegen te gaan. Door professionals binnen deze sectoren in te zetten in plaats van handhavende krachten, wil GroenLinks opvangen in plaats van opjagen. Praktische oefening in het bedrijfsleven is belangrijk voor leerlingen in alle lagen van het onderwijs. Niet alleen moeten er meer stageplekken gecreëerd worden maar het midden- en kleinbedrijf moet praktische ondersteund worden bij de begeleiding van stagiairs. GroenLinks wil toegankelijker volwassenenonderwijs, speciaal toegesneden op groepen in kwetsbare sociaal-economische posities. Zowel voor zwakke als hoogbegaafde leerlingen moet voldoende ondersteuning voorhanden zijn. Initiatieven ten behoeve van deze groepen moeten gestimuleerd en ondersteund worden. Zodat iedereen op zijn eigen niveau wordt uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen en zijn talent te ontwikkelen. Naast cognitieve vakken moet er voldoende aandacht zijn voor creatieve en sportieve vakken. Wereldoriëntatie en filosofie zijn vakken die in het curriculum van scholen thuishoren.
Actiepunten Conciërges en klassenassistenten 6.1 Het stadsdeel zorgt dat conciërges, klassenassistenten en ondersteunende diensten deel uit maken van de vaste structuur van scholen. Zij maken het mogelijk dat de school een veilige omgeving biedt voor kinderen en dat er meer tijd en aandacht is voor het individuele kind. Voor- , tussen- en naschoolse opvang 6.2 De kwalitatieve verbetering van de voor-, tussen- en naschoolse opvang op de scholen wordt verder uitgebreid.
16
Brede school 6.3 Elke school in het stadsdeel wordt omgevormd tot een brede school, waar kinderen gestimuleerd worden het beste uit zichzelf te halen. Met hulp van het stadsdeel worden de schoolgebouwen hiervoor geschikt gemaakt. De brede school kan uitgroeien tot een kindercentrum waar onderwijs, ondersteuning en vrije tijd samenkomen. Vooren naschoolse activiteiten worden afgesteld op de wensen en behoeften van het kind. Warme maaltijden en keukens 6.4 Er wordt onderzocht of het mogelijk is warme maaltijden op school te serveren en het plaatsen van een keuken teneinde kinderen te leren hoe om te gaan met voedsel en voedselbereiding. Waar mogelijk wordt dit gestimuleerd. Onderwijsvernieuwing stimuleren 6.5 Vernieuwingen in het onderwijs die het kind ten goede komen, experimenten met schooltijden en continue onderwijs worden gestimuleerd. De school is meer dan een leerfabriek. Schaduwrijke schoolpleinen 6.6 Elke school heeft recht op een schoolplein waarop kinderen in schaduwrijke plekken kunnen spelen. In deze periode wordt elk schoolplein voorzien van een groene rand of bomen. Groen en spelaanleidingen 6.7 Het stadsdeel draagt zorg voor voldoende groen op de schoolpleinen. Er wordt gekeken naar meer speelaanleidingen in plaats van speeltoestellen. Kinderen worden uitgedaagd de eigen omgeving te verkennen, groen hoort daar uitdrukkelijk bij. Zomerspelen en zomerschool 6.8 De mogelijkheden voor deelname aan de zomerspelen en zomerschool worden uitgebreid. Vrijwilligers worden ondersteund. Het stadsdeel ondersteunt groene initiatieven waarbij kinderen uit de stad de natuur verkennen. Sportactiviteiten 6.9 Het stadsdeel stimuleert extra sportactiviteiten en sportinitiatieven voor kinderen en jongeren. Sportverenigingen worden uitgenodigd om de sportzalen in en rond scholen actiever te gebruiken. Kunst en cultuur 6.10 Zowel binnen als buiten schooltijd is aandacht voor kunst en culturele vorming belangrijk. Waar mogelijk ondersteunt het stadsdeel museumbezoek, culturele uitjes en culturele en kunstzinnige talentontwikkeling van kinderen. Gelijke schooltijden 6.11 Gelijke schooltijden voor alle basisscholen kan voor ouders de combinatie van werk en zorg vergemakkelijken. In overleg met de scholen wordt nagegaan hoe dit te realiseren is.
17
7. Sociaal en veilig
GroenLinks wil dat het stadsdeel inzet op verdere afname van onveiligheid, criminaliteit en overlast. Overal en altijd moeten bewoners, gebruikers en bezoekers van de binnenstad veilig over straat kunnen. Hoewel het waarborgen van veiligheid primair een taak is van de overheid, is de inbreng van bewoners hierbij van groot belang, terwijl ook privacy een groot goed is. Alleen met en door buurtbewoners kan de veiligheid daadwerkelijk worden vergroot.
Uitgangspunten
Iedere burger heeft behoefte aan veiligheid, aan bescherming tegen agressie, geweld en criminaliteit. Iedere burger moet in de binnenstad altijd (ook s nachts) en overal (ook in nauwe steegjes) veilig over straat kunnen. Prioriteit wordt gegeven aan het tegengaan van intimidatie, zakkenrollerij, beroving, geweld in de openbare ruimte en delicten met een discriminatoir karakter. De overheid heeft een belangrijke taak om de veiligheid van de burgers te bewerkstelligen. Burgers en gebruikers kunnen zelf ook bijdragen aan het vergroten van de veiligheid en het veiligheidsgevoel. Het stadsdeel draagt daaraan bij door het nemen van preventieve maatregelen, het vergroten van de zelfredzaamheid van mensen, de handhaving van regels en repressief op te treden tegen misdrijven. Voorkomen is beter dan genezen. Cameratoezicht, mosquito s, preventief fouilleren, gebiedsontzeggingen en samenscholingsverboden worden slechts onder strikte voorwaarden toegepast. Het zijn laatste redmiddelen als alle andere instrumenten falen. Sociale uitsluiting moet voorkomen worden. Tegen discriminatie moet streng worden opgetreden. Strak handhaven leidt er in combinatie met een helder diversiteitsbeleid toe dat Amsterdam een fijne plek is voor iedereen. Mensenhandel is één van de ergste vormen van criminaliteit die ook in de Amsterdamse binnenstad voorkomt. Het stadsdeel kan daarvoor de ogen niet sluiten en beziet een eigen rol in het bestrijden daarvan.
Actiepunten Wijkveiligheidsplannen 7.1 Het stadsdeel gaat door met de lokale wijkveiligheidsplannen in de zeven buurten. Nu de basis daarvoor is gelegd, hoeven deze plannen niet meer jaarlijks, maar kunnen zij tweejaarlijks worden vastgesteld. Bereikbaarheid politie 7.2 Het stadsdeelbestuur zet zich via het driehoeksoverleg in voor verbetering van de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de politie voor bezoekers, burgers en bedrijven. Er komen meer locaties voor het doen van aangifte; de mogelijkheid om elektronisch aangifte te doen wordt uitgebreid. De agent moet weer een aanspreekpunt worden. Wijkagenten moeten de buurt en de bewoners kennen en een netwerk tot stand brengen, waarin zij met bewoners, scholen en jeugdhulpverlening (preventief) samenwerken. Training sociale vaardigheden 7.3 Het stadsdeel stimuleert trainingen sociale vaardigheid en zelfredzaamheid om het veiligheidsgevoel en de weerbaarheid van burgers te vergroten.
18
Rampoefeningen 7.4 Er vinden regelmatig rampenoefeningen plaats, waarbij ook de bewoners en bezoekers van de binnenstad worden betrokken. Bij deze oefeningen wordt ook rekening gehouden met mogelijke terreuraanslagen. Integraal handhaven 7.5 Het concept van bestuurlijk tegengaan van de (georganiseerde) criminaliteit wordt geïntensiveerd. Integrale handhavinginspanningen door multidisciplinaire teams met onder andere het Bibob/Van Traateam moeten illegale praktijken van ondernemers helpen voorkomen. Kleinschalige 24- uurs opvang 7.6 Om overlast en kleine criminaliteit van druggebruikers tegen te gaan worden kleinschalige 24-uurs opvang en zorg in de buurten/wijken gerealiseerd. Cameratoezicht 7.7 Pas als preventieve maatregelen, zelfredzaamheid van mensen en reguliere handhaving van regels niet effectief zijn om criminaliteit te voorkomen, kan cameratoezicht als uiterste middel worden ingezet. Tegengaan mensenhandel 7.8 Het stadsdeel neemt het voortouw en ontwikkelt beleid om mensenhandel binnen het stadsdeel actief te bestrijden. De bescherming van mannen en vrouwen die slachtoffer zijn van mensenhandel en die werkzaam zijn in de (illegale, maar soms ook in de legale) prostitutie staat daarbij voorop. Trainingen 7.9 Trainingen die de zelfredzaamheid van burgers vergroten, bijvoorbeeld de trainingen gericht op het omgaan met hangjongeren, worden voortgezet en waar mogelijk uitgebreid met trainingen die bestaan uit omgaan met drugsverslaafden of overlastplegers. Dagbesteding 7.10 Dak- en thuislozen en verslaafden moeten een betere opvang en dagbesteding krijgen. Deze opvang dient onderdeel te zijn van de activiteiten in een buurt. Woonruimte 7.11 Het stadsdeel biedt woonruimte aan voor vrouwen die om welke reden dan ook wachten op een zelfstandige verblijfsvergunning. 1012 7.12 Hoofddoeleinden van het 1012-project zijn het doorbreken van criminele infrastructuur, het verminderen van de omvang en concentratie van criminogene en overlastgevende functies en herstel van de functiebalans. De reductie van het aantal ramen hierbij op de Wallen ziet GroenLinks als een middel, niet als een doel. Als blijkt dat de hoofddoeleinden van het project 1012 behaald zijn, bestaat er voor GroenLinks geen reden meer om door te gaan met het sluiten van ramen.
19
8. Bouwen en stedelijke ontwikkeling
Diversiteit is het uitgangspunt voor de binnenstad. GroenLinks meent dat we alles op alles moeten zetten om de juiste middenweg te vinden tussen het voldoen aan de grote vraag naar woon- en bedrijfsruimte en het behoud van groen, lucht en ruimte. De stedenbouwkundige structuur en het aanzien van de binnenstad zijn in de loop van vele eeuwen ontstaan. De menging van functies wonen, werken, winkels, recreëren is bepalend voor het succes van de binnenstad. Die ontwikkeling moet doorgaan, want de binnenstad is geen museum. GroenLinks vindt dat er ook op een eigentijdse, moderne manier gebouwd kan worden in de stad, maar met respect voor de cultuurhistorische erfenissen uit het verleden.
Uitgangspunten
De binnenstad is een compacte stad verbouw komt vaker voor dan nieuwbouw. Ook bij verbouw wordt er gestreefd naar duurzaamheid en energiebesparende maatregelen. Bij (her)ontwikkeling en nieuwbouw worden bewoners en gebruikers vanaf het begin actief betrokken bij planvorming. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van moderne participatiemethodes zoals interactieve besluitvorming. In de compacte binnenstad zijn onbebouwde terreinen een schaars goed, daar waar deze terreinen er zijn of ontstaan, wordt niet automatisch gekozen voor bebouwing en wordt eerst bezien of het terrein geschikt is voor groenvoorzieningen. Het bestrijden van geluidsoverlast, luchtvervuiling en lichthinder moet voortvarend worden aangepakt. Daarnaast moet meer worden ingezet op verticaal groen: daktuinen op huizen en kantoren, bloembakken aan kozijnen, geveltuinen en planten op balkons en terrassen. De stedenbouwkundige structuur van en de vele monumenten in de binnenstad zijn waardevol cultuurhistorisch erfgoed. Het stadsdeelbestuur beschermt dit erfgoed. Verdere verdichting en hoogbouw liggen niet voor de hand. De binnenstad is echter geen museum. Zij moet zich kunnen vernieuwen, met respect voor het verleden. Het garanderen van de kwaliteit van woningen en monumenten is van groot belang. Goed onderhouden panden dragen bij aan het aanzien en de sfeer van de stad. Verloedering en verval moeten actief worden tegengegaan. Adequaat onderhoud van panden is ook van vitaal belang voor het woongenot van de bewoners. Duurzaam behoud en herstel genieten de voorkeur boven sloop en nieuwbouw. De druk op het vastgoed in de binnenstad is groot, het vastgoed in het bezit van het stadsdeel zelf moet worden gekoesterd en niet verkocht. Het stadsdeel voert een actief vastgoedbeleid ten behoeve van zwakke functies in de binnenstad.
Actiepunten Duurzaam bouwen 8.1 Duurzaam bouwen wordt het standaardbeleid bij renovatie en nieuwbouw. Het gaat daarbij vooral om het gebruik van milieuvriendelijke materialen en energiebesparing. De inzet van het stadsdeel is minimaal het afsprakenpakket dat de centrale stad hierover maakt met de woningbouwcorporaties. Het stadsdeel zorgt ervoor, samen met andere stadsdelen en de centrale stad, dat informatie en adviezen over duurzaam bouwen makkelijk toegankelijk zijn voor mensen die hun oude huis willen opknappen.
20
Bouwaanvragen 8.2. Het stadsdeel helpt particulieren en ondernemers actief bij het formuleren van een bouwaanvraag, omdat dat vanwege de vele regels vaak een ingewikkelde zaak is. Het stadsdeel spant zich er voor in de doorlooptijd van de aanvraag te verkorten. Vergunningen 8.3 Bij bouwaanvragen wordt het gebruik van duurzame materialen energiebesparende middelen bepalend voor het verlenen van de vergunning.
en
Aanschrijvingen 8.4 Voor het aanzien van de binnenstad en het woongenot van de bewoners bevordert het stadsdeelbestuur dat woningen en monumenten in goed onderhouden staat verkeren. Om eigenaren te manen hun panden adequaat te onderhouden voert het stadsdeel een actief aanschrijvingenbeleid. Betaalbare huren van monumenten 8.5 Om te voorkomen dat alle monumenten uit de sociale huursector verdwijnen, ontwerpt het stadsdeel een subsidieregeling (bijvoorbeeld een fonds voor bewoners) om de huren van woningen in monumenten betaalbaar te houden. Marineterrein 8.6 Wat GroenLinks betreft vertrekt de marine uit de binnenstad en wordt het Marineterrein veranderd in een aantrekkelijke gemengde en groene woonwijk met kleinschalige bedrijvigheid en een strand. Oostenburgereiland 8.7 Overeenkomstig de wens van de buurt wordt Oostenburg herontwikkeld met een gemengde bestemming, evenwichtig verdeeld over wonen en werken, met voldoende groen en leefruimte, water, zichtlijnen en mogelijkheden tot (re)creatie. Bijzonder erfgoed wordt opgenomen in het nieuwe masterplan. Raadsconferentie welstand 8.8 De raad van het stadsdeel organiseert jaarlijks een raadsconferentie Welstand. Bewoners kunnen hun mening geven over wat zij wel en niet mooi vinden op het gebied van architectuur en inrichting van de openbare ruimte in de binnenstad. Dit debat tussen bewoners, gebruikers, bestuurders en deskundigen evalueert het gevoerde welstandsbeleid van het afgelopen jaar en doet voorstellen voor het komende jaar. Vastgoedontwikkelingsbedrijf 8.9 Het stadsdeel zet het eigen vastgoed in om zwakke functies in de binnenstad te kunnen huisvesten en koopt wanneer nodig zelf vastgoed aan ter ontwikkeling. Meerjarenonderhoud 8.10 Het stadsdeel ontwikkelt een subsidieregeling voor meerjarenonderhoud aan panden in gebruik door aan het stadsdeel gebonden sociaal-maatschappelijke instellingen. Daarbij is er speciaal aandacht voor het binnenklimaat en duurzaam gebruik van de panden.
21
9 . Verkeer
In de beschikbare openbare ruimte verplaatsen mensen zich om uiteenlopende redenen. Voetgangers, fietsers, bussen, trams en auto s moeten veilig naast elkaar, maar ook met en door elkaar heen zich kunnen verplaatsen. Veilig betekent dat alle verkeersdeelnemers deel moeten kunnen nemen aan het verkeer. Dit geldt voor kinderen, die via veilige routes van en naar school moeten kunnen lopen of fietsen. Ouderen en minder validen moeten zich veilig kunnen voortbewegen door de aanleg van ruime voetpaden, overzichtelijke oversteekplaatsen en door meer tijd te bieden aan voetgangers om over te steken. Duidelijke wegmarkering, plaatsing van borden, overzichtelijke indeling van drukke verkeerssituaties en waar nodig snelheidsverminderende maatregelen zijn van wezenlijk belang voor een vlotte en veilige deelname aan het verkeer. Van alle vervoersmiddelen nemen de auto en geparkeerde fietsen de meeste ruimte in. Er moeten meer fietsparkeerplekken gecreëerd worden en tegelijkertijd dient het aantal autoparkeerplekken af te nemen. Voor noodzakelijk autoverkeer moet ruimte blijven, maar voor het overige geldt: liever lopen of fietsen dan gemotoriseerd vervoerd worden.
Uitgangspunten
Elektrisch vervoer heeft de toekomst; maar zelfs als de hele stad overstapt op elektrische auto s komen er geen nieuwe parkeerplaatsen bij! De druk op de openbare ruimte laat meer blik niet toe.
Voetgangers en fietsers krijgen topprioriteit. Voetgangers en mensen met kinderwagens of in rolstoelen krijgen meer ruimte. Zij moeten zich veilig en op hun gemak voelen. Fietsers moeten zich, al naar gelang ze willen, snel of rustig door de binnenstad kunnen bewegen. Het openbaar vervoer wordt waar mogelijk gestimuleerd en gefaciliteerd. De binnenstad wordt autoluw, zodat zij schoner en veiliger wordt en er meer ruimte voor de zachte weggebruiker ontstaat. Voor noodzakelijk autoverkeer blijft de binnenstad goed bereikbaar. Op een aantal straten wordt eenrichtingsverkeer ingevoerd, het aantal parkeerplaatsen wordt verminderd en er komen meer autovrije plekken in de binnenstad. Autodelen wordt aangemoedigd, onder andere door het toewijzen van meer parkeerplekken en stimuleringsmaatregelen voor mensen die overstappen van een eigen auto naar een deelauto. Het gebruik van elektrische en milieuvriendelijke auto s moet worden gestimuleerd. Het stadsdeel geeft zelf het goede voorbeeld. Stadsbussen gaan rijden op aardgas, waterstof of elektriciteit. Er komt een net van oplaadpunten om elektrische auto s van stroom te voorzien. Een goede bereikbaarheid van het centrum is van belang voor bewoners, bezoekers en bedrijfsleven. De nadruk ligt de komende jaren op kleinschalig openbaar vervoer, op verkeersveiligheid en op meer ruimte voor voetgangers en fietsers.
Actiepunten Stadshart wordt wandelgebied 9.1 Het stadshart wordt een op voetgangers en fietsers afgestemd gebied. Kwaliteitsimpuls voor wandelroutes 9.2 Er wordt een netwerk ontwikkeld van kwalitatief goede wandelroutes door de binnenstad. Met voorrang worden wandelroutes gecreëerd naar het Vondelpark en de Jordaan. Het is belangrijk dat deze wandelroutes ook geschikt zijn voor mensen in een
22
rolstoel. De Vijzelstraat en gracht worden met de komst van de Noord-Zuidlijn omgetoverd van een sombere verkeersader in een vrolijke flaneerstraat. Het stadsdeel controleert bestaande loop- en fietsroutes op abrupte en soms ook gevaarlijke onderbrekingen. Aanleg fietsroutes 9.3 De aanleg van veilige fietsroutes wordt geïntensiveerd, onder meer langs het water van de Herengracht, Prinsengracht en Dijksgracht en langs doorgaande autostraten. Op het Hoofdnet Auto worden vrijliggende fietspaden gerealiseerd en zo mogelijk ook in drukke straten waar de veiligheid van de fietser dat vereist. Sommige fietsroutes, zoals de (Nieuwe) Kerkstraat en de Reguliersgracht, worden vormgegeven als herkenbare fietsstraat, waar de fiets voorrang geniet en de auto te gast is. Groene rails 9.4 De doorstroming van tram en bus wordt bevorderd. Waar wenselijk wordt het asfalt van de tramrails vervangen door gras ( groene rails ), onder meer in de Plantage Middenlaan/ Muiderstraat. Dat leidt bovendien tot minder geluidsoverlast en verfraaiing van de straat. Uitbreiding kleinschalig OV 9.5 Kleinschalig openbaar vervoer krijgt uitbreiding. De vernieuwde en zo mogelijk gratis Opstapper wordt uitgebreid naar de Oostelijke binnenstad en het Haarlemmerplein. Mogelijkheden voor een betere exploitatie door combinatievervoer (Opstapper, WVGvervoer, schoolbus etc) worden onderzocht. Alternatieve vervoersmogelijkheden (zoals buurtbussen, smarttaxi s, motortaxi s en riksja s) krijgen een stimulans. Vervoer over water wordt gestimuleerd. Distributie over water 9.6 Milieuvriendelijke distributie en personenvervoer over water wordt speerpunt van beleid. Ondernemers die aan de slag willen met milieuvriendelijk waterstransport krijgen steun. Het aantal aanlegsteigers wordt daartoe uitgebreid. Collectief goederenvervoer: 9.7 In die winkelgebieden die niet dicht bij water liggen wordt onderzocht of kleinschalig collectief elektrisch goederenvervoer kan worden gestimuleerd. Parkeergarages 9.8 Het stadsdeel maakt zich hard voor het medegebruik door vergunninghouders in bestaande parkeergarages. In nieuwe garages rond de Singelgracht wordt tenminste zeventig procent van het aantal parkeerplaatsen bestemd voor vergunninghouders. Realisering parkeergarages 9.9 Nieuwe openbare parkeergarages worden gerealiseerd dicht bij verkeersknooppunten aan de rand van de binnenstad, danwel langs de A10. Parkeerplaatsen op straat worden binnen een jaar één op één opgeheven met de nieuwe plekken. Parkeergarages worden gefinancierd met parkeergelden en niet uit de algemene middelen. Voorwaarden parkeergarages 9.10 Parkeergarages mogen alleen gebouwd worden als ze voldoen aan de milieuwetgeving, stedenbouwkundig inpasbaar zijn, geen verkeersaantrekkende werking hebben en wanneer er bovengronds evenveel parkeerplekken worden opgeheven. De vrijkomende ruimte komt ten goede aan voetgangers of fietspaden of wordt omgezet in speelplekken, groen of fietsparkeerplaatsen.
23
Vergunninghoudersparkeren 9.11 Een aantal straten wordt voor vergunninghoudersparkeren gereserveerd. Hiermee worden parkeeroverloopgebieden vermeden en kunnen de bestaande parkeeroverloopgebieden opgeheven worden. Nieuw verkeerscirculatieplan binnenstad 9.12 Er wordt een nieuw verkeerscirculatieplan voor de binnenstad gemaakt, dat vooral doorgaand autoverkeer tegengaat. Geen enkele straat maakt op termijn meer onderdeel van het Hoofdnet Auto uit. Meerbaans autostraten als de Weesperstraat en de Prins Hendrikkade worden versmald. Het doorgaand verkeer over de Haarlemmer Houttuinen moet worden omgeleid achter het CS zodra de weg daar gereed is. De versmalling van de Weesperstraat-Wibautstraat moet met spoed worden gerealiseerd. De Rozengracht, de Vijzelstraat en andere radialen krijgen eenrichtingsverkeer. Zo ontstaat er op hoofdroutes naast de tram, ruimte voor een brede fietsstrook, brede trottoirs en laad- en losplaatsen. Handhaving 9.13 Handhaving op foutparkeren en de opsporing van illegaal aangelegde inpandige garages worden verscherpt. In dertig kilometer zones wordt de maximumsnelheid strikt gehandhaafd. Kindlinten 9.14 Elke school in het stadsdeel krijgt een kindlint3 in deze periode. Het stadsdeel maakt samen met elke school een plan voor het verbeteren van de verkeersveiligheid naar, van en rond de school. Ouders, kinderen, omwonenden en school werken samen aan het ontwerp van een veilige omgeving. Autoverkeer tijdens in- en uitgaan van scholen moet worden vermeden. Veilig verkeer 9.15 In samenwerking met DIVV worden alle straten in het Centrum doorgelopen op onduidelijke plaatsing van verkeersborden, onduidelijke of onoverzichtelijke verkeerssituaties, hinderlijke wachttijden bij verkeerslichten voor fietsers en voetgangers, verkeerd geplaatste objecten in de openbare ruimte en andere verkeersonveilige situaties. Bewoners worden opgeroepen verkeersonveilige situaties in hun buurt te melden. In een plan van aanpak worden alle gesignaleerde punten binnen vier jaar aangepakt en verbeterd. Straten rondom scholen en speelpleinen krijgen hierbij prioriteit. Maandelijkse autovrije zondag binnen Singelgracht 9.16 Er komt een maandelijkse autovrije zondag binnen de Singelgracht, zodat in ieder geval éénmaal per maand rust en ruimte de boventoon voeren in de binnenstad en de ontmoetingsfunctie van de straat wordt benadrukt. Autovrije (zon)dagen kunnen ook bijdragen aan het naleven van de wettelijke normen voor luchtkwaliteit, namelijk dat niet vaker dan 35 dagen per jaar de fijnstofnorm mag worden overschreden; iets wat nu op veel plaatsen in de binnenstad wel het geval is. Woonerf 9.17 In buurten waar dat mogelijk is, wordt het woonerfregime ingevoerd. Gedacht wordt aan de oostelijke en westelijke delen van het centrum. Onderzocht wordt of straten, buurten en zelfs wijken autoluw kunnen worden en later zelfs autovrij.
3
Een kindlint is een verkeersveilig, sociaal veilig én speelvriendelijk lint door de buurt of wijk met zo min mogelijk 'conflictsituaties' met andere weggebruikers.
24
Experiment zonder markering 9.18 In het centrum is vooralsnog geen ruimte voor een experiment zonder markering. De invoering van het woonerfregime in bepaalde delen van de stad is wel een stap in die richting. Gemeentelijk taxibedrijf 9.19 Het stadsdeel richt, samen met de centrale stad en omringende stadsdelen, een eigen taxibedrijf op totdat de problemen met de geliberaliseerde taximarkt zijn opgelost. NoordZuidlijn 9.20 De NoordZuidlijn wordt voordat de Beurs instort stilgelegd. Fietsparkeren 9.21 Het aantal gratis fietsparkeerplekken (rekken, nietjes) wordt verder uitgebreid, bij voorkeur bovengronds. Behalve deze ruimte voor het snel en kort parkeren van fietsen moeten ook de (bewaakte) stallingsmogelijkheden voor de langere duur worden uitgebreid om diefstal, overlast en vernieling tegen te gaan. Bij knooppunten van openbaar vervoer en bij parkeergarages komen fietsverhuurplekken. Touringcars 9.22 Aan de rand van de binnenstad worden overstappunten voor touringcars gemaakt. Sightseeing door de binnenstad per touringcar wordt niet langer toegestaan.
25
10. Kunst en cultuur
Cultuur prikkelt de geest en bevredigt de zinnen. Daarom wil GroenLinks een bloeiend cultureel klimaat in de binnenstad, dat interessant en toegankelijk is voor bewoners en bezoekers. Een bloeiend cultureel leven draagt bij aan een prettig leefklimaat en aan onderlinge verbondenheid. Het stadsdeelbestuur moet daarom een actief en stimulerend cultuurbeleid voeren.
Uitgangspunten
GroenLinks vindt het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen kennis kunnen nemen van en plezier beleven aan kunst en cultuur. Dit betekent dat GroenLinks zich inzet om kunst en cultuur voor iedereen bereikbaar te maken. De instellingen binnen de culturele sector worden gestimuleerd meer samen te werken om zo meerwaarde te creëren. Het stadsdeel voert een beleid om cultureel talent aan te trekken en vast te houden, bevordert het cultureel ondernemerschap en de culturele bedrijvigheid in de binnenstad. Dat kan door het beschikbaar stellen van relatief goedkope bedrijfsruimte en het verstrekken van startersubsidies. GroenLinks wil een bruisende nachtcultuur bevorderen. Mensen, en zeker stadsmensen, leven niet alleen overdag maar ook s avonds en s nachts. In de nachtelijke binnenstad moet je niet alleen de horeca kunnen bezoeken, maar ook kunst en cultuur kunnen proeven. Waardevolle panden, interieurs en landschapselementen gesloopt, maar beschermd en goed onderhouden.
worden
niet
Scholen kunnen meedoen aan het kunstmenu , waarbij culturele activiteiten worden bezocht. Scholen kunnen kunstenaars in de klas halen en betrekken bij voor- en naschoolse activiteiten. Dit stimuleert de creativiteit. Kinderen leren dat je op heel veel manieren naar de wereld kunt kijken en deze kan ervaren. In een tijd van informatieovervloed is het belangrijk dat vooral jongeren kritisch en verantwoord omgaan met internet en andere media-uitingen. Samen met het onderwijs maakt de bibliotheek daarom programma s ter bevordering van mediawijsheid. De bibliotheek moet voor iedereen bereikbaar zijn, zowel in fysieke zin, als in digitale zin.
Actiepunten Eén procent 10.1 Eén procent (1%) van de stadsdeelbegroting moet bestemd worden voor een breed scala van culturele uitingen en initiatieven. GroenLinks wil meer cultuur in het nachtleven en meer kunst in de openbare ruimte. Een ruimer budget voor kunst in de wijken en voor programmering van de buurttheaters en aankomende groepen is hiervoor nodig. Betaalbaar cultureel vastgoed 10.2 Bedrijfsruimtes en ateliers moeten betaalbaar zijn. Stadsdeelpanden waarin ateliers gevestigd zijn dienen daarom een lage huurprijs te hebben. Panden die leeg staan, kunnen tijdelijk verhuurd worden als atelier en als repetitieruimte. Dubbelgebruik van scholen en kantoren wordt gestimuleerd.
26
Kunstroute 10.3 Er komt een looproute vanaf Nemo naar de Oostelijke eilanden, met accent op de daar aanwezige architectuur, kunst en groen. De Oostelijke eilanden kunnen daarmee verder worden ontsloten. Denkers 10.4 Samen met de universiteit organiseert het stadsdeel een campagne De denkers van Amsterdam om het filosofisch erfgoed van onze vroegere inwoners onder de aandacht te brengen. Openingstijden 10.5 Het stadsdeel ondersteunt initiatieven die tot doel hebben dat bibliotheken, theaters, restaurants en filmzalen s avonds en s nachts open zijn. Nachtburgermeester 10.6 Een levendig nachtleven hoort bij een spannende binnenstad. Horeca en culturele instellingen worden gestimuleerd om samen te werken. Initiatieven van de nachtburgermeester worden ondersteund. Bibliotheekvoorzieningen 10.7 Evenwichtig verdeeld over het stadsdeel komen kleinschalige bibliotheekvoorzieningen en leestafels met goede internetverbindingen. Het stadsdeel zelf creeert in haar kantoor een laagdrempelige leesruimte voor het raadplegen van eigen stadsdeelmateriaal. Rafelrandjes 10.8 Culturele activiteiten rond en bij de rafelranden van de binnenstad worden gestimuleerd, zoals bijvoorbeeld de zomeractiviteiten op het Stenen Hoofd. Geen geld geen bezwaar 10.9 Voor bewoners en bezoekers die aantoonbaar moeten rondkomen van een laag inkomen wordt geregeld dat sommige evenementen en voorstellingen gratis bezocht kunnen worden. Indien nodig stelt het stadsdeel hiervoor subsidie ter beschikking. Buurten straatcultuur, buurt- en straatfeesten, culturele initiatieven door individuen en straatperformances van allerlei soorten worden door het stadsdeel gestimuleerd. Behoud bijzondere collecties 10.10 Het stadsdeel zet zich in voor het behoud van collecties en gebouwen van musea in de binnenstad, zoals het museum Energetica.
27
11. Bestuur en burger
Politici kunnen alleen goed besturen als ze dicht bij de burgers staan. Het stadsdeelbestuur moet bewoners en anderen invloed geven op de politieke agenda. Daarom wil GroenLinks bestuurlijke transparantie en democratie. De binnenstad verdient een slagvaardig en doelmatig bestuur dat probeert het maken van fouten te voorkomen, maar eerlijk is als er toch iets mis is gegaan.
Uitgangspunten
Het stadsdeelbestuur staat dicht bij de bewoners en komt op voor hun belangen. Het bestuur onderhoudt goede contacten met bewoners en maatschappelijke organisaties. Beleid wordt niet van bovenaf bepaald, maar ontwikkeld in samenspraak tussen deelraad en inwoners. Stads(deel)gesprekken en buurtconferenties laten zien waar burgers aan hechten. GroenLinks wil uitbreiding van zeggenschap van burgers en directe democratie. Het burgerinitiatief en het referendum geven burgers al de mogelijkheid de plannen van het bestuur van een alternatief te voorzien. Besluitvorming door bewoners en gebruikers over hun directe fysieke omgeving wordt mogelijk gemaakt. Zelfbeheerprojecten van buurtbewoners verdienen ondersteuning en uitbreiding. Informatie- en communicatietechnologie draagt bij aan een transparant, democratisch bestuur. De transparantie van het bestuurlijk proces wordt vergroot, zodat burgers weten wat er wordt besloten en welke afwegingen daarbij een rol hebben gespeeld. De inzet van ict gaat niet ten koste van de fysieke bereikbaarheid en informatievoorziening van het stadsdeel.
Actiepunten Inspraak op maat 11.1 Het bestuur streeft naar contact en overleg met de burgers. Het stadsdeel treedt bij de start van elk project met de bewoners en gebruikers in overleg en maakt met hen concrete en bijzondere afspraken over de vorm en inhoud van de inzet en inbreng van de bewoners. Beroep en bezwaar 11.2 Indien door een bewoner bezwaar wordt gemaakt of beroep wordt ingesteld, treedt het stadsdeel eerst met deze bewoner in overleg om te bezien of het geschil niet alsnog kan worden opgelost. Bij langlopende conflicten wordt eventueel gebruik gemaakt van mediation. Bewonersbudget 11.3 Bewoners die hun buurt willen inrichten, verschonen, vergroenen, beveiligen of anderszins leefbaarder maken, worden gesteund door het stadsdeel en kunnen daarvoor een budget krijgen. Burgerinitiatief 11.4 Het recht van burgerinitiatief wordt gestimuleerd. Bewoners moeten zelf een kwestie op de agenda van de stadsdeelraad kunnen plaatsen. Vrijwilligerswerk 11.5 Het stadsdeel stimuleert dat inwoners wat doen voor elkaar en de samenleving door maatschappelijke dienstverlening en vrijwilligerswerk. De jaarlijkse vrijwilligersdag wordt voortgezet.
28
Wijkcentra en de huizen van de buurt 11.6 In de buurten krijgen de wijkcentra en de huizen van de buurt een heldere en onafhankelijke rol in het signaleren van wensen die in de wijk leven en het faciliteren van bewoners die hun stem willen laten horen. Kaders 11.7 De kaderstellende rol van de volksvertegenwoordiging (de stadsdeelraad) ten opzichte van het dagelijks bestuur wordt versterkt, zowel beleidsmatig als financieel. Voorafgaand aan concrete beleidsvoorstellen legt het dagelijks bestuur de stadsdeelraad een startnotitie voor met een keuze uit meerdere opties. Kaderstellende notities zoals nota's van uitgangspunten en stedenbouwkundige programma's van eisen, worden ter vaststelling voorgelegd aan de raad. De stadsdeelraad krijgt de mogelijkheid zelfstandig onderzoek te doen naar het gevoerde of te voeren beleid. Centrale stad/stadsdeel/stadsdelen 11.8 De verschillen in de verantwoordelijkheden van de centrale stad en het stadsdeel worden duidelijk gecommuniceerd aan de bewoners en bezoekers. Bij samenwerkingsprojecten zoals De Rode Loper (inrichting openbare ruimte vanaf centraal station tot Weteringrotonde), 1012 (structuurplan oude binnenstad/de wallen) en de metrobouw worden tevoren op verantwoordelijkheden inzichtelijk benoemd en verdeeld. Met de nieuwe stadsdelen wordt een goede samenwerking gezocht. Stadsdeelkantoor 11.9 Het stadsdeelkantoor krijgt openbare ruimtes voor politieke partijen om het contact tussen politiek en bewoners en gebruikers te versterken.
29
12. Financiën
Het stadsdeelbestuur moet zorgvuldig omgaan met financiën en goed controleerbaar zijn. Het is tenslotte geld dat door de burgers is opgebracht. Geen geldsmijterij naar overdreven luxe of prestigeobjecten, maar ook geen bekrompen zuinigheid en gebrek aan vertrouwen. Je kunt niet meer uitgeven dan je hebt en lastenverhoging voor de burger is ongewenst. De gevolgen van de crisis zullen zich ook gaan vertalen in het voor het stadsdeel beschikbare geld voor de komende periode. Daarom wil GroenLinks zijn extra wensen op het gebied van welzijn, onderwijs, cultuur, werkgelegenheid, groen en duurzaamheid realiseren door binnen de stadsdeelbegroting verschuivingen aan te brengen.
Uitgangspunten
Het stadsdeel werkt met een sluitende begroting. Met het beschikbare geld wordt sober en doelmatig omgegaan. Aan dood geld op de plank heeft niemand wat. Algemene reserves kunnen tot een noodzakelijk minimum worden beperkt. Financiële reserveringen voor specifieke activiteiten moeten daadwerkelijk tot uitvoering komen of ingezet worden voor een ander doel. Tenzij maatschappelijke en milieu overwegingen een andere keuze noodzakelijk maken, is kostendekkendheid het uitgangspunt bij de vaststelling van de hoogte van heffingen. Het gaat hierbij om diverse zaken als reclamebelasting, precario, liggelden van woonschepen, bouwen sloopvergunningen en de kosten van een huwelijksvoltrekking. De zwakste schouders dragen de lichtste lasten. Bij het vaststellen van de lokale lasten houdt het stadsdeel rekening met het inkomen van de bewoners. De schuldhulpverlening aan mensen in de schulden wordt uitgebreid.
Actiepunten Leges en heffingen 12.1 Het stadsdeel initieert een debat om te bepalen welke leges en heffingen behoren bij het basisvoorzieningenpakket dat het stadsdeel haar bewoners biedt. GroenLinks is voorstander van heffingen naar draagkracht. Subsidiebeleid 12.2 Helderheid over het gevoerde subsidiebeleid is gewenst. Het gaat onder meer om eenduidige regelgeving voor subsidieontvangers, richtlijnen ten aanzien van subsidiebeschikkingen en wederzijdse controle bij verstrekking of afwijzing van subsidies. GroenLinks wil jaarlijks een overzicht van alle door het stadsdeel verstrekte subsidies en welke reserveringen voor bepaalde subsidies niet zijn uitgegeven. Nieuw geld 12.3 Om ons nieuwe beleid te financieren is nieuw geld nodig. GroenLinks wil daartoe onder meer: bezuinigen op overbodige luxe; bezuinigen in het eigen apparaat; pas op de plaats maken met nieuwe projecten in de openbare ruimte; ondernemers en bewoners stimuleren om met eigen initiatieven bij te dragen aan verbeteringen in de openbare ruimte; overbodige reserves aanwenden voor speerpunten van beleid. Reserves 12.4 De (omvang van de) financiële reserves van het stadsdeel worden doorgelicht op hun nut, noodzaak en effectiviteit.
30