Socius in
beweging Dit is de printversie van het digitale jaarbericht 2011 van Socius maatschappelijk dienstverleners. © Socius 2012
De omgeving is in beweging en Socius beweegt mee: volgend én sturend. In 2011 moeten alle hens aan dek om de vraag van cliënten te kunnen beantwoorden en wachtlijsten te voorkomen. Tegelijkertijd dient een nieuwe weg uitgestippeld te worden om ervoor te zorgen dat cliënten ook in de toekomst niet tevergeefs een beroep op Socius doen. Socius ziet 2011 als een enerverend tussenjaar: de gemeenten voeren bezuinigingen door terwijl de middelen behorend bij de transities nog niet zijn overgedragen. Intern bereidt Socius zich voor op de transities die in 2012 actueel zijn, zoals de afslanking van de AWBZ, de keten van jeugdzorg en de Wet werken naar vermogen (in 2013). Ook sorteert de organisatie voor op aangekondigde bezuinigingen per 2012. Veel energie steekt Socius in 2011 in het ontwikkelen van een lokale strategie die antwoord biedt op de vraag van cliënten die door die veranderingen in een lastige positie geraken. Steeds vaker wordt verwezen naar de eigen kracht van mensen, naar de hulp die het eigen netwerk kan bieden. Echter, zo is de visie van Socius, daarmee wordt van een groot aantal mensen gewoonweg teveel
verwacht: netwerken ontbreken of zijn uitgeput. Dat gaat schuren,’ aldus directeur Van der Neut. ‘We hebben dus te maken met een veranderingen in financiering én in de wijze van ondersteuning. Dit zijn ontwikkelingen waarvan we de uitkomsten nog niet weten. Hierover zijn wij in dialoog met alle gemeenten in ons werkgebied. Ook zij worstelen met de vraag hoe ze hun verantwoordelijkheden kunnen invullen. Elke gemeente doet dat anders, zo blijkt in de praktijk.’ In 2011 blijkt op verschillende terreinen dat armoede een groeiend probleem is. In Velsen bijvoorbeeld, verdubbelt het aantal aanvragen voor de Voedselbank terwijl Schuldhulpverlening de vraag maar ternauwernood aankan. Uit de cijfers blijkt een groeiend aantal cliëntcontacten en meer contacten per cliënt door de complexere zorgvraag. In 2011 ontstond soms een wachtlijst. Een oorzaak zijn de beleidswijzigingen die diverse sectoren raken, zoals bezuinigingen waardoor cliëntenstromen anders lopen. Een eerstelijns voorziening als Socius merkt dat direct in de omvang en aard van de vraag.
1 9
Heemskerk in beeld ne g a W r houde
rk e k s m r, Hee
aar n Z B n AW a v e i t i s aar n d a s r i t k e r ske l is d e m e e en e u t e H c n e A t a v n r e eme s daa i g e S e D Z . alie WMO B s nu . e g t i z n e e b e gem mee e g i n d d, a e n l l e e t a k s a e t b l Vee l uit . a j d i l e w e n nd, bbe e voorb e v h e , r t n s e ruit ebb o h o f l V e . z d l nog bee r o oor o d v j i n b e g s ciu won d e g k aan So We o . o k r r a e a k s er, m eem k H e z n i t we a g d n n i e z j b i b r erg t he v a d e k n r e e len m e de st a d a n z a d h e elfr snel z n e e d t s n e mo wildere j i r r o v v e r b o Wij l, do . a n g a a n i d v nd le ge e n k e e r m p a es elfs d z n n a a V v . d els k a k hei n i o w i t s n ofes ze o r e p d f t ó e s ar m liger a eg, l k w t p e i o n d nog l ein e e e w h n j n i z we ee u l e i a n l t e n he ar w a a a m n , e g lin oldo v m o t gaa t e h s l a er. d a k k j wetteli
Wet
Het aantal langdurende trajecten bij Maatschappelijk werk daalt licht in 2011, terwijl het aantal kortdurende contacten gelijk blijft. Net als in de andere gemeenten neemt het aantal complexe en meervoudige problemen toe. Ook het aantal cliënten met materiele problemen in combinatie met een psychiatrische beperking stijgt. De invoering in 2012 van een eigen bijdrage voor hulp van GGZ zal dit verder versterken. Meer mensen wenden zich tot het Maatschappelijk Werk met huisvestingsproblemen. Huurachterstand is vaak een reden voor deze aanmelding, net als echtscheiding. In 2011 voorkomt Preventie Huisuitzetting in twaalf situaties een huisuitzetting en dat is een lichte daling ten opzichte van het jaar daarvoor. Uit het grote aantal aanvragen voor de Voedselbank en hulpvragen rondom schulden en budgetteren blijkt een groter wordende armoedeproblematiek. Toch laat het aantal aanmeldingen voor Schuldhulpverlening een daling zien. Dat komt door een andere wijze van registreren: de werkelijke omvang van de problematiek is groter. De coördinatoren van Socius die de vrijwilligers van Financiële Administratie Thuis aansturen zien een grotere toeloop van nieuwe cliënten, terwijl het aantal cliënten van de Sociaal Raadslieden in Heemskerk gelijk blijft. Problemen heeft men vooral met belastingen en sociale zekerheid. Nieuw is de integrale werkwijze bij de Sociaal Raadlieden als het gaat om schuldhulpverlening: de intake wordt standaard gedaan door een Sociaal Raadsman of – vrouw en een maatschappelijk werker. Voordeel is dat niet gebruikte voorzieningen sneller aan het licht komen. Gevolg hiervan is een hogere aflossingscapaciteit en dus betere mogelijkheden om de problemen op te lossen. Ouderen wenden zich vooral tot Socius met vragen over de Wet maatschappelijke ondersteuning en de
Wet voorzieningen gehandicapten, huisvesting en psychische gezondheidsproblemen. Met de themabijeenkomsten voor ouderen worden in 2011 450 inwoners bereikt. Thema’s zijn onder andere: voltooid leven, klinische geriatrie, regel je zaken en levenskunst voor ouderen. Verder wordt de seniorenwijzer geactualiseerd en gemoderniseerd en worden mantelzorgers van mensen met dementie ondersteund in themabijeenkomsten. Balie Zes, gericht op cliëntondersteuning, zorg en welzijn, blijkt een laagdrempelig loket. In 2011 neemt ook het Centrum voor Jeugd en Gezin zijn intrek. Het in mei geopende inlooppunt van het CJG heeft direct aanloop. Er is een samenwerkingsconvenant opgesteld als voorbereiding op het Voorportaal Maatschappelijke Begeleiding. Het voorportaal is een samenwerkingsverband van maatschappelijke partners in Heemskerk dat is opgericht om gezamenlijk arrangementen te realiseren als alternatief voor de lichte begeleiding die vanuit de AWBZ is overgeheveld naar de gemeenten. Socius en Stichting MEE Noordwest-Holland implementeren de nieuwe werkwijze in hun interne primaire processen. In 2011 is het Schoolmaatschappelijk Werk naast het begeleiden van individuele trajecten actief met het geven van Sociale Vaardigheidstrainingen aan kinderen op de basisscholen. Door de aanwezigheid op de scholen zelf vormen de Schoolmaatschappelijk Werkers een laagdrempelige toegang voor zowel leerlingen als hun ouders. Zij werken intensief samen met de Intern Begeleiders en de docenten op de diverse scholen. De Heemskerkse basisscholen ervaren het aanbod als zeer waardevol.
2
Aandacht voor
Uitgeest
In de eerste maanden van 2011 daalt het aantal aanmeldingen voor Maatschappelijk werk licht, maar de laatste drie maanden is de stijging significant. Meer cliënten komen met financiële problemen of schulden naar het spreekuur, terwijl de complexiteit van de vragen toeneemt. Het in 2011 gestartte project Preventie Huisuitzetting helpt in dat jaar direct al zes gezinnen. Doel is de financiële problemen van mensen in een eerder stadium te signaleren en huisuitzetting te voorkomen. Het aantal cliënten dat een beroep doet op de Sociaal Raadslieden stijgt fors, net als het aantal contactmomenten. De meest vragen betreffen schulden/budgetteren, huurtoeslag en bijzondere bijstand.
3
Beverwijk aan het woord
Zowel bij Maatschappelijk werk als bij Schuldhulpverlening stijgt het aantal cliënten. De problematiek van cliënten is complexer en er spelen vaak meerdere problemen. Daardoor zijn er meer contacten per cliënt. Om binnen de huidige bezetting zoveel mogelijk cliënten op efficiënte wijze optimaal te helpen is nadrukkelijk naar de eigen organisatie gekeken. Resultaten daarvan zijn onder andere de pilot netwerkgericht werken, waarbinnen medewerkers cliënten ondersteunen bij het inschakelen van het eigen netwerk. Ook zijn medewerkers via scholing voorbereid op de toestroom van een nieuwe doelgroep met psychiatrische ziekten. Tegen de verwachting in loopt het project Preventie Huisuitzetting niet optimaal. Er worden 21 gezinnen geholpen, maar dat blijkt het topje van de ijsberg: crises komen niet altijd tijdig en via de goede route binnen bij het project. Dankzij tijdelijke subsidie kan de formatie Sociaal Raadslieden
uitgebreid worden en worden cliënten sneller geholpen. Dit vormt een belangrijke ondersteuning van het schuldhulpverleningsproces. De belangrijkste probleemgebieden zijn belastingen, zorg en welzijn, sociale zekerheden, de overheid en schulden. Slechts eenderde van de cliëntenpopulatie is van Nederlandse afkomst. Steeds vaker bemoeilijken taalproblemen de hulpverlening. Bij ouderenadvisering daalt het aantal cliënten, maar stijgt het aantal cliëntcontacten. Veel voorkomende problemen zijn schulden, de Wet maatschappelijke ondersteuning, psychische gezondheidsproblemen en huisvesting. De huisbezoeken bij ouderen blijken ook in 2011 waardevolle informatie op te leveren en een preventieve werking te hebben. De naamsbekendheid van het Jeugd Interventie Team (JIT) groeit en al in het derde kwartaal van 2011 wordt het aantal aanmeldingen uit 2010 overschreden.
4
over
Castricum Peter van d er Linden, procesregis seur gemee nte Castri
cum ‘Ik ontmoet Socius voor al op het be matige terr leidsein van Sch uldhulpverl en dat loop ening t prima. De gemeente v inwoners n erwijst aar Socius voor een zo voorschake genoemd ltraject als er sprake is problemati van sche schuld en. Dat geb in 2011 in c eurde a. 30 gevall en. Dat de g te Castricum emeenin 2012 and ere keuzes maken inza zal ke Schuldh ulpverlenin dan ook nie g heeft ts te maken met de kwa van de dien liteit stverlening .
Binnen het Maatschappelijk Werk ligt de productie in 2011 hoger dan de landelijke norm. Binnen Schuldhulpverlening worden goede resultaten geboekt. Ook daar stijgt het aantal cases ten opzichte van het jaar daarvoor. In afwachting van wijziging in de wet- en regelgeving besluit de gemeente in de eerste zes maanden van 2012 extra budget beschikbaar te stellen voor deze dienst. Verder is op basis van een positieve evaluatie besloten het pro-
ject Preventie Huisuitzetting in 2012 te continueren. De Sociaal Raadslieden zien meer cliënten dan voorheen, vooral met vragen over belastingen, de overheid, sociale zekerheid en de Voedselbank. Het aantal aanvragen voor de Voedselbank verdubbelt, een belangrijk signaal over de toenemende armoede. Voor 2012 is de vraag hoe de lokale verankering van de hulpverlening plaatsvindt nu beleidsontwikkelingen meer op Alkmaar georiënteerd blijken.
5
meer over
Velsen...
Eind 2011 is de formatie voor het Schoolmaatschappelijk werk uitgebreid met één formatieplaats ten behoeve van het Voortgezet Onderwijs. Dit is een positieve ontwikkeling omdat juist bij jongeren in preventieve zin veel te bereiken is. Het Schoolmaatschappelijk werk binnen het Basisonderwijs verloopt tot tevredenheid van alle partijen. Het groepswerk voor leerlingen blijkt uiterst effectief. De vestiging van het Centrum voor Jeugd en Gezin aan het Marktplein in IJmuiden blijkt een juiste keuze: de samenwerking loopt goed en er is aardig wat aanloop. De vraag naar Maatschappelijk Werk is stabiel, maar de vragen waarmee cliënten bij Socius komen zijn complexer en daarmee bewerkelijker. Dit leidt tot meer regelwerk, meer contacten per cliënt en meer contacten met andere organisaties. Het stijgend aantal cliënten met psychiatrische problemen zorgt voor verzwaring van de begeleiding. Ondanks de grotere drukte kon het jaar 2011 toch zonder wachtlijst afgesloten worden. De samenwerking binnen Preventie Huisuitzetting is effectief: minder mensen zijn uitgezet en minder vaak ontstaan crises. De contacten met de woning-
corporaties lopen goed. Dankzij de inzet van vrijwilligers loopt de Financiële Administratie Thuis goed. De helft van de aangemelde cliënten kan helaas niet worden toegelaten omdat hun problematiek te zwaar is. Deze worden verwezen naar het Maatschappelijk werk van Socius of naar MEE Noordwest-Holland. De brigadiers van de Formulierenbrigade begeleiden 630 cliënten, waaronder 300 nieuwe. De grote drukte bij de Sociaal Juridische Dienstverlening leidt ondanks de inzet van extra uren tot ongewenst lange wachttijden van twee tot drie maanden. Door die grote drukte komen andere diensten in het gedrang. Dat geldt bijvoorbeeld voor Preventie Huisuitzetting, waar ook inzet van Sociaal Raadslieden nodig is. Opvallend is de verdubbeling van het aantal aanvragen voor de Voedselbank. De gevolgen van de economische crisis worden hiermee duidelijk zichtbaar. Bij veel cliënten die bij Socius komen met psychosociale problemen blijken schulden een belangrijke rol te spelen. Sinds 2010 biedt Socius digitale hulpverlening aan: via een beveiligde verbinding kan men zijn of haar probleem voorleggen aan een hulpverlener. Het gebruik van deze internethulpverlening stijgt licht.
6
Centrale
toegang tot
hulpverlening
Er is een samenwerkingsconvenant opgesteld als voorbereiding op het Voorportaal Maatschappelijke Begeleiding. Op initiatief van de gemeente Heemskerk en uitgevoerd door Socius en MEE Noord-West Holland zijn lokale en regionale aanbieders van ondersteuning en zorg om tafel gegaan met als doel een goede samenwerking tot stand te brengen. Het is een samenwerkingsverband dat is opgericht om gezamenlijk arrangementen te realiseren als alternatief voor de lichte begeleiding die vanuit de AWBZ is overgeheveld naar de gemeenten. Doel is integrale samenwerking met minder verschillende hulpverleners, meer preventie en minder doorverwijzingen naar de duurdere gespecialiseerde zorg. Hierin is belangrijk het versterken van eigen regie door de burger, het ontwikkelen van trajectbegeleiding, het bevorderen van ketensamenwerking, het aanbieden en ontwikkelen van specifieke des-
7
kundigheidsbevordering aan de netwerkpartners en een vraaggestuurde benadering. Kortom: de overstap wordt gemaakt van ‘verzorging’ naar ‘ondersteuning om te kunnen participeren’. Om zover te komen is gekozen voor een centrale toegang: het Voorportaal. Inhoudelijk krijgt deze ontwikkeling door casuïstiekbespreking, netwerkbijeenkomsten met ketenpartners en deskundigheidsbevordering de nodige impulsen. Dit is ook nodig met het oog op de toekomstige transitie van via de AWBZ gefinancierde vormen van extramurale hulp. Naast investeren in de keten en samenwerking zijn er binnen het Voorportaal 18 personen en of gezinnen begeleid door Socius en MEE Noordwest-Holland. Er is in deze trajecten met meer nadruk gekeken naar de vaardigheden en mogelijkheden van de persoon zelf, zijn of haar netwerk en omgeving bij het oplossen van de problemen.
Vrijwilligers doen nuttig werk (FAT) er, h c s l e eW t a i k s Sa p e o r g g r o hun f l e z n ViVa! Z ille w n e t oeken iën
erz e cl d g n i o m e m ‘So n. W e o dig d n a e t i t s f a l r st t ze i d t n ë admini i eucl t e s r d e f d o rst t on e e e m n n a a d ms at k o d s f n o e n e erk w t e n blijft do n pen ige l e e t h e n h a n ons k T ning va A F De de . f r o e g e i l w l rijwi v kijken e De d . n g e n s i s n a e np erl e v t e s t n e e i m en d ad i e m l i r e p g be een d e s i o g T A F en. rden v o e g w n s a r ige en a z n e r g vrijwill hun a m i r p kunnen
Vanwege de stijgende vraag is het aantal vrijwilligers in 2011 uitgebreid. Kwam de vraag eerst vooral van ouderen, nu komen er ook steeds meer vragen van mensen van middelbare leeftijd. Als oorzaken worden gezien de complexere administratie, slecht bereikbare organisaties en het gebrek aan informele hulp door familie en vrienden. Soms is de vraag van cliënten te complex en zoekt de vrijwilliger samen met de coördinator naar een oplossing, binnen of buiten Socius. Steeds vaker blijkt dat het cliënten met schulden ontbreekt aan basisvaardigheden en dat zij graag hulp willen bij het aanleren van die vaardigheden. ‘Socius beraadt zich hierop, terwijl vrijwil-
8
ligers hiermee al af en toe ervaring opdoen,’ zo legt Marlinda Langerak uit. ‘Soms is de noodzaak zo groot, dat we het toch, onder begeleiding van een maatschappelijk werker, wenselijk vinden dat een vrijwilliger alvast aan de slag gaat en het leerproces start.’ Marlinda spreekt van een mooie dienstverlening, zowel voor cliënten als voor vrijwilligers, ‘en het is mooi om de wederzijdse verwachtingen goed af te stemmen. Soms verwachten de vrijwilligers te veel van hun cliënten. Een administratie voor 100% op orde hebben is mooi, maar de praktijk is anders. Daar leren alle partijen van.’
Ouderen
Tekst op deze hoogte? Tekst op deze hoogte?
inspireren
elkaar
Een groeiende groep kwetsbare ouderen doet een beroep op de ouderenadviseurs van Socius. Vaak verkeren zij in complexe situaties die veel creativiteit en samenwerking met andere organisaties vragen. Zo mogelijk wordt daarin ook de familie betrokken. Soms is de dienstverlening heel praktisch, soms heel inhoudelijk. Het raakvlak met de dienstverlening van Sociaal Juridische Dienstverlening en Maatschappelijk werk is groot. De ouderenadviseurs onderscheiden zich van andere zorg- en dienstverleners door hun onafhankelijkheid. Zij ondersteunen ouderen bij het organiseren van die oplossingen die het best bij hen passen. Het valt ouderenadviseur Josephine Hooyschuur op dat vooral ouderen boven de 80 jaar toch vaak kwetsbaar zijn. Dit blijkt ook uit de preventieve huisbezoeken. ‘En juist deze generatie trekt niet makkelijk aan de bel als er iets aan de hand is. Daarom zijn die laagdrempe-
lige huisbezoeken door vrijwilligers ook zo nuttig.’ Nieuw, en vrijwel meteen populair, is de cursus ‘levenskunst voor ouderen’, waarin ouderen gedurende zes bijeenkomsten met elkaar praten over thema’s als “waar vind ik inspiratie”, “gezond ouder worden hoe doe je dat?”, “bezigheden en tijdsbesteding”, “ontspanning” en “mijn sociale contacten”. Het doel van deze cursus is van elkaars ervaringen te leren en elkaar te inspireren, zelf het heft in handen houden en nieuwe contacten te maken. De cursus past prima binnen het nieuwe werken: mensen met elkaar in contact brengen en de netwerken versterken. ‘Leuk is dat de leeftijd van de deelnemers varieert van 65 tot 95. Dat geldt eigenlijk ook voor de themabijeenkomsten die eenmaal per maand in Heemskerk worden georganiseerd, samen met de ouderenbonden en Welschap.’
9
Een sterk
netwerk
is van groot belang Ines Ho ogland , verplee gkundi ge GGD
‘Tijden s het in loopsp zitten w reekuu e in he r t z e lfde pa maakt nd en d snel sc at hakele Dat doe n mogeli n we da jk. n ook v even ov eelvuld erlegg ig: en, doo feedba rverwij ck vrag zen, e n . . . de mee Dat is a rwaard bsoluu e t v an het voor Je Centru ugd en m Gezin. ‘
Het Maatschappelijk werk heeft in 2011 te maken met meer cliënten, vaak met complexere problematiek. In gesprekken wordt een cliënt de weg gewezen en steeds vaker wordt daarin het belang van het eigen netwerk van een cliënt benadrukt. Zo kan de professionele zorg van bijvoorbeeld Socius aangevuld worden met de informele zorg van familie en vrienden. Dit past binnen het beleid van de overheid en is uiteraard ook ingegeven door de behoefte aan ’meer doen voor minder geld’. Ook een rol speelt dat het inschakelen van het eigen netwerk een grotere kans biedt op structurele verbetering van de situatie van een cliënt. Een deel van de gesprekken zijn relatie- en systeemgesprekken: via een speciale methodiek worden kwesties tussen man en vrouw, tussen ouders en kinderen of tussen kinderen onderling ter hand genomen. Waar mogelijk worden cliënten gewezen op de mogelijkheden van groepswerk. Belangrijk daarin is de herkenning bij andere deel-
nemers en het uitwisselen van ervaringen. Soms wordt ook het netwerk versterkt met contacten die men opdoet in de cursus. Door de complexere problematiek werken de maatschappelijk werkers nauwer samen met collega’s van andere onderdelen van Socius en met andere organisaties. Maatschappelijk werker Annie Huisman noemt als voorbeeld de gezinnen waar het overzicht kwijt is. ‘In deze gezinnen help ik om zaken weer op de rails te krijgen: structuur aanbrengen, schema’s maken, prioriteiten stellen, financiën ordenen en indien nodig schuldsanering regelen. Allemaal zaken die noodzakelijk zijn om een huishouden te laten draaien. Ik werk dan samen met de gemeente, de Sociaal Raadslieden, de Financiële Administratie Thuis, Schoolmaatschappelijk werk, consultatiebureau en Sociaal.nl. Daarnaast wordt het Centrum voor Jeugd en Gezin steeds meer een plek waar we onze samenwerkingspartners makkelijk kunnen vinden en hulpverlening afstemmen.’
10
Effectieve
begeleiding door ‘praatjuf’ ol , o s t h r c a s s A u le isc c n a r Mariël F er d i e l e g e intern b ijnen
el t r o k e jn d i z lo g i o t t h e c r S het n ‘Heel p e l o ius. ho c c o s S e n d va k r e tussen W k ij tig. l t e e r p p p a t h oop l r e v maatsc g n sten i e k p r e n a w en s: v r e v i d s De sam ki roe i p t a n e m s e bl der u o e De pro d van g n i ers d i d e u h o c n s a tot n. V e r e l ve e t i e t i s m o n p e w n bleme e g j i r van k g n n e i r n e e erl v t s én kind n e i .’ d k e r d e w p o k s elij p p a h reactie c ats a m l o o het Sch
2011 laat een constante vraag zien vanuit het Basisonderwijs. Schoolmaatschappelijk werk bewijst steeds meer zijn nut. Veel vragen komen voort uit echtscheidingssituaties met conflicten rondom de omgangsregeling. Daaruit vloeien steeds vaker verzoeken om mediation voort. Ook het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling komt regelmatig met dergelijke vragen bij Socius. Om die reden zijn de medewerkers recent geschoold in mediation. Heel effectief blijken de klassentrainingen op maat, bijvoorbeeld over faalangst of pestgedrag. Zichtbaar en merkbaar is dat de maatschappij verhardt en dat niet alle kinderen daartegen bestand zijn. Pestgedrag, ook via de social media, komt veel voor. Verder is het grote aantal ouders met opvoedvragen opvallend:
11
vragen over het stellen van grenzen, over het op één lijn zitten met de (ex) partner en onzekerheid of ze het wel goed doen. ‘Ons werk is vooral preventief en daarom juist zo effectief. Tijdig signaleren dat een kind niet goed in z’n vel zit, meestal door de leerkracht, leidt ertoe dat we nog veel kunnen bereiken. Vaak blijkt dat er in de thuissituatie iets aan de hand is. Als ouders vervolgens na onze interventie hun gedrag veranderen zien we dat terug in het gedrag van het kind. Het is dankbaar werk. Met kleine middelen boeken we grote resultaten en dat is mooi om te zien,’ aldus Marjan Boneschansker. ‘Uiteraard komt dat ook door de goede relatie die wij onderhouden met de scholen. Schoolmaatschappelijk werk is een belangrijke schakel in de keten van jeugdzorg.’
Samenwerken
cruciaal André de Haa s, accountmana ge
r Belastingdie
nst
André roemt de goede wer kafspraken: ‘Als er zaken ‘in brand staa n’ zoeken wij met de Sociaa l Raadslieden naar een oplossing. Wij kunnen heel g oed samen door een deu r. Bijzonder é n efficiënt is ook dat de So ciaal Raadlied en in de systemen van de Belastingd ienst, onderdeel toe slagen, kunne n kijken. Zij zijn de eer ste die dat ku nnen. Een echte, en verdiende, op steker.’
De Sociaal Raadslieden zien dagelijks dat het leven voor grote groepen mensen complexer wordt. De economische crisis speelt hierin uiteraard een rol. Ook de ingrijpende besluiten van de overheid en de complexe wet- en regelgeving zorgen voor veel vragen. De vragen waarmee cliënten bij de Sociaal Raadslieden komen hebben vaak een praktische insteek, zoals het invullen van formulieren of het onderhandelen met instanties. Echter, in veel gevallen zitten achter die praktische vraag meerdere, complexe problemen. Mede daarom hebben de Sociaal Raadslieden in 2011 het succesvolle voorbeeld van de Schuldhulpverlening gevolgd en zijn gaan werken met integrale intakes. Dit is een cliëntvriendelijke werkwijze waarin een Sociaal Raadslid en een Maatschappelijk Werker samen met de cliënt
de vraag en het mogelijke hulpverleningstraject in kaart brengen. Dit blijkt met name bij cliënten met een complexe hulpvraag heel effectief. ‘Voor ons zijn goede relaties met andere partijen – zowel intern als extern - heel belangrijk’, aldus Sociaal Raadslid Monicque de Smit, ‘want daardoor kunnen we onze cliënten sneller en beter helpen. Gelukkig hebben we daarover niets te klagen: een ieder heeft het beste voor met de cliënt.’ Veel cliënten van Socius komen binnen via de Sociaal Raadslieden. Mede daarom bekwamen de Sociaal Raadslieden zich in 2011 op de methodiek die noodzakelijk is binnen het project ‘sociale netwerkstrategieën‘. Dit houdt in dat met de cliënt en diens omgeving gekeken wordt wat professionals en wat het netwerk kan betekenen in de beantwoording van de vraag van de cliënt.
12
Aantal huisuitzettingen
daalt
Wendy Schuch art, WOONo pMAAT
‘Wij sc hakele n Sociu moede s in als n dat e wij ver r meer dan hu a a n uracht de han e d is r s tand,’ a Schuch ldus W art van endy WOONo ‘De huu pMAAT rders h . ebben en inte baat bi rventie j preve van So ntie spelen cius, w er ook ant vaa andere k Maar o problem ok WOO en. NopMA baat bi AT hee j, want ft er wij zien huursc toch da huld af t de betaald wordt.’
De inzet van Socius en WOONopMAAT binnen het project Preventie Huisuitzetting zorgt in 2011 voor een daling van het aantal huisuitzettingen. ‘En daar zijn we trots op,’ aldus Marlinda Langerak. WOONopMAAT meldt cliënten aan bij Socius en vervolgens gaat een hulpverlener van Socius onaangekondigd op huisbezoek. Tijdens dat bezoek worden de consequenties van het niet betalen van de huur duidelijk gemaakt en treedt men bemiddelend op. Ook vindt tijdens het traject controle op de afspraken plaats. Vanzelfsprekend is er ook aandacht voor de achterliggende problemen: waarom ontstaat er huurschuld en kan hulp door Socius daarbij soelaas bieden? ‘Het gaat vaak om zogenoemde zorgmijders. Interventie van het project verlaagt de drempel tot hulpverlening en vooral: toont aan dat het nodig is.’
13
‘Ook mensen die een goed
inkomen hadden’
Schuldhulpverlening maakt een druk jaar door. Opvallend is dat steeds meer mensen met een goed inkomen in de problemen raken, bijvoorbeeld na een echtscheiding of na het verlies van een baan. Gemeenten verwijzen door naar Schuldhulpverlening als een schuldhulptraject nodig is. Meestal lukt het in drie gesprekken wel om zaken weer op de rails te krijgen. ‘Veel mensen willen dat ook: de boel weer op orde brengen en dan weer zelfstandig verder. Maar soms is toch echt een gedragswijziging nodig, zoals een ander uitgavenpatroon. Dat lukt natuurlijk niet in drie gesprekken. Soms zijn er andere hulpvragen en verwijzen wij naar een organisatie voor budgetbeheer of bewindvoering. Of we verwijzen door naar een andere organisatie als er sprake is van bijvoorbeeld psychische en/of psychiatrische problematiek,’ aldus Charlotte Bierman. ‘Wij willen natuurlijk voorkomen dat cliënten weer in een zelfde situatie geraken.’
14
Vicieuze cirkel van
Tekst op deze hoogte? Tekst op deze hoogte?
geweld
In 2011 krijgt het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) ruim 2.000 aanmeldingen over de hele Veiligheidsregio Zuid- en Midden-Kennemerland en Haarlemmermeer, een sterke stijging ten opzichte van het jaar daarvoor. Een goede ontwikkeling want meer mensen worden bereikt met het aanbod vanuit SHG. Ruim 1500 meldingen komen voor rekening van Politie Kennemerland. Uiteraard heeft ook de campagne ‘Meld huiselijk geweld nu’ – met folders, posters en een website, geleid tot meer aanmeldingen. Op 1 juli start het SHG met de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod. Voor de dienstverlening vanuit het SHG betekent dit dat crisismedewerkers binnen 2 uur na een melding ter plekke zijn en gesprekken voeren met beide partijen en dat zij gedurende de 10 dagen van het huisverbod hulpverlening op maat op gang brengen. Deze termijn van 10 dagen kan verlengd worden. Werken binnen het SHG vergt een specifieke aanpak. Veel aanmelders hebben meerdere malen met geweld te maken, verlaten hun partner en keren weer terug. Vaak keren ze weer terug naar het geweld. Het is zaak een vicieuze cirkel te doorbreken door betrokkenen het patroon te la-
ten herkennen. Juist in deze situaties is een sterk netwerk belangrijk. Vanuit het SHG wordt gebruik van het netwerk dan ook gestimuleerd: de oude contacten herstellen, de familie weer opzoeken. Dat vraagt soms dat zaken uitgesproken worden: ook daarbij kan het SHG ondersteunen. Verder gaat medio 2011 een nieuw SHG-team aan de slag, dat vanuit één plek werkt voor de gehele regio. De samenwerking met Bureau Jeugdzorg komt in 2011 goed op gang. Als er minderjarigen betrokken zijn, meldt Politie Kennemerland huiselijk geweld bij zowel SHG als Bureau Jeugdzorg. Beide organisaties trekken daarna in veel gevallen samen op. Het vermelden waard is ook de ontwikkeling van het Multi Disciplinair Centrum Kindermishandeling. Dit centrum start in 2011 met een wekelijks casusoverleg en wordt de komende jaren verder ontwikkeld. Het succesvolle project ‘Kennemer-eer’, dat inzet op eergerelateerd geweld, wordt gecontinueerd in het Veiligheidshuis. Context, Meerwaarde en Socius geven gezamenlijk vorm aan het SHG binnen de Veiligheidsregio Midden- en Zuid-Kennemerland en de Haarlemmermeer.
15
‘Wij helpen mensen
elkaar
te vinden’
Het groepswerk van Socius is een effectieve vorm van dienstverlening. Cliënten met eenzelfde vraag ontmoeten elkaar in een groep en leren van elkaars ervaringen. Bepaalde lastige gebeurtenissen, zoals een rechtszaak of een lastig gesprek, kunnen in een groep geoefend worden. ‘Mensen zijn altijd verbaasd over de kracht waarover ze toch blijken te beschikken. Dat besef komt vaak als ze aan een groep deelnemen. Ze kunnen als voorbeeld dienen voor anderen en dat maakt ze sterker.’ Aan het woord is Hansje Veen, coördinator cursussen en maatschappelijk werker. Een neveneffect van de cursussen is dat er contacten ontstaan, dat het eigen netwerk wordt uitgebreid. Nieuw in een 2011 is de website digitale ondersteuning van de cursussen. Men kan zich via deze site aanmelden voor een cursus
16
en er is een gesloten forum waar cursisten met elkaar in contact kunnen treden en waar cursusleiders soms aanvullende opdrachten geven.
In geval van rouwverwerking is deelname aan een groep heel nuttig, juist ook vanwege de herkenning die men ervaart in de problemen van andere deelnemers. ‘Laatst hoorde ik terug van een deelnemer die aan de cursus twee vriendinnen had overgehouden. Dat is mooi.’ Deze cursus is niet alleen nuttig na verlies van een familielid, of bij een chronische ziekte, maar ook na echtscheiding. Dan kunnen problemen ontstaan op het gebied van inkomen, woonruimte en werk. Vaak wordt ook doorverwezen naar de Sociaal Raadslieden met als doel een goed gebruik van de beschikbare voorzieningen.
Gelukkig nauwelijks wachtlijsten
Ondanks de toenemende, complexere vraag ontstaan in 2011 slechts incidenteel wachtlijsten. Dit is volgens directeur Bart van der Neut te danken aan de inzet van de medewerkers. ‘Zij zijn altijd bereid om een tandje harder te werken voor hun clienten. Maar daarin schuilt ook een gevaar. Op langere termijn gaat die hoge productiviteit ten koste van methodiekontwikkeling en deskundigheidsbevordering en uiteindelijk ook van het werkplezier.’ Dominant in 2011 is de zoektocht naar integraliteit in dienstverlening: in samenwerking met andere diensten van Socius en andere organisaties een effectief antwoord bieden op de vraag van de cliënt. Dit sluit aan bij de visie van Socius, maar het overheidsbeleid maakt het
nog meer noodzakelijk. Medewerkers ervaren dat de cliënt beter en sneller geholpen kan worden als instanties goed samenwerken. En zoals zo vaak loopt de theorie achter op de praktijk: men weet elkaar in de praktijk al heel goed te vinden. ‘ Aantal medewerkers (incl. stagiaires) Aantal arbeidsplaatsen Gemiddelde leeftijd in jaren Aandeel 50+ Aandeel vrouw Ziekteverzuim (excl. zwangerschap)
72 53,84 42 40,28% 80,56% 6,44%
17
In 2011 onderstreept Socius zijn plek in de samenleving met een nieuwe naam en een nieuwe huisstijl. Dit gaat gepaard met een professionaliserings slag binnen de administratieve processen en de interne en externe communicatie. Socius biedt maatschappelijk werk, ouderenadvisering, schuldhulpverlening en sociaaljuridische dienstverlening in de gemeentes Beverwijk, Castricum, Heemskerk, Uitgeest en Velsen. Het aanbod verschilt per gemeente en is afhankelijk van de vraag. Daarnaast neemt Socius deel of geeft uitvoering
aan regionale projecten, zoals Steunpunt Huiselijk Geweld, de rampenopvang, het Jeugd Interventie Team en Preventie Huisuitzetting. Socius werkt voor zover dit binnen haar doelstelling valt ook voor andere opdrachtgevers, zoals scholen, woningcorporaties en zorginstellingen. De kernactiviteiten van de organisatie kenmerken zich als laagdrempelig, vrij toegankelijk en eerstelijns, en begeven zich op de terreinen informatie en advies, probleemverkenning en –definiëring, begeleiding en monitoring, signalering, casemanagement en training en voorlichting voor diverse doelgroepen.
18
•
609
Socius
93
629
239
• • • • • • •
316
364
in cijfers
Aard van de hulpvraag Sociaal Juridische Dienstverlening
Aard van de hulpvraag Ouderenadvisering
29
414
Wet- en regelgeving/belastingen
6999
• • • • • • •
2721 Financiën/administratie Maatschappelijke problemen Psychische problemen Huisvesting
2102 1309 1266 339
Gezondheid
44
Overig 0
111
88 71
168 209
1073
355
657
• • • • • • • •
Schuldhulpverlening Relatie Psychische problemen Huisvesting Maatschappelijke participatie/werk Geweld Overig Gezondheid
Aantal cliënten 2011
94
1212
Bestaand
1143
82
Bron van inkomsten Algemeen Maatschappelijk Werk en Schuldhulpverlening
120 605
609
Nieuw
• • • • •
Werk Uitkering Zonder inkomen Onbekend/overig AOW/pensioen
Aard van de hulpvraag
Sociale zekerheid Zorg en welzijn Schulden Voedselbank Huisvesting Overig
Aantal cliënten 2011 Nieuw Bestaand
160 148
Aard van de hulpvraag Algemeen Maatschappelijk Werk
Belastingen
1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000 8000
Aantal cliënten 2011 Nieuw Bestaand
AOW/pensioen
1356 1674
Overige werksoorten
Financiële administratie thuis
Nieuw 114
Afgesloten Bestaand 119
Anoniem
19
Jeugd Interventie Team Schuldhulpverlening Formulierenbrigade Preventie huisuitzetting
105 434 300 84
104 428
330
48
54