Sociale Barometer Sociale EffectenRapportage
1 september 2011
Dennis Peeters Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie Velleke 220, 2440 GEEL 014 56 73 24
[email protected] www.samenlevingsopbouw.be
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding
5
2. Begripsvorming
7
2.1.
Wat is armoede?
7
2.2.
Armoedemeting
7
2.3.
Armoedebarometer Decenniumdoelen 2017
8
2.3.1. Decenniumdoelen 2.3.2. Armoedebarometer 2.3.3. Gegevens 2.4.
8 8 8
Interfederale armoedebarometer
9
3. Cijfergegevens 3.1. 3.1.1. 3.1.2. 3.1.3. 3.1.4. 3.2.
10
Demografie
10
Bevolkingsloop Leeftijd Huishoudens Vreemde nationaliteit
10 13 15 18
Gezondheid
19
3.2.1. Rusthuizen en serviceflats / Kortverblijf en dagverzorging 3.2.2. Derdebetalersregeling 3.2.3. OCMW-dossiers hulp bij betalen medische kosten 3.3.
Werk
21
3.3.1. Werkzoekenden/werkloosheidsgraad 3.4. 3.4.1. 3.4.2. 3.4.3. 3.4.4. 3.4.5. 3.4.6. 3.5.
21
Inkomen
22
Jaarlijks inkomen Personen ten laste van voorkeurregeling ziekteverzekering Tegemoetkomingen personen met een handicap en zorgverzekering Leefloon Schuldhulpverlening Gewaarborgd Inkomen Bejaarden (GIB) en Inkomensgarantie Ouderen (IGO)
22 23 23 24 24 25
Wonen
27
3.5.1. Sociale huurwoningen 3.5.2. Kandidaat-huurders sociale huurwoningen (Geelse Huisvesting en Sociaal Verhuurkantoor Zuiderkempen) 3.5.3. Aantal gedomicilieerden kamerwoningen en camping (Netevallei) 3.6.
19 19 19
27 27 27
Onderwijs & Vorming
29
3.6.1. Basisonderwijs 3.6.2. Secundair onderwijs 3.6.3. Ongekwalificeerde uitstroom
29 30 31 3
3.7.
Vrijetijdsparticipatie
32
3.8.
Voorlopige conclusie
33
4. Ervaringen en aanbevelingen wonen en gezondheid 4.1. 4.1.1. 4.1.2. 4.1.3. 4.1.4. 4.1.5. 4.2.
Situatieschets wonen
35
Kamerwonen Sociale huisvesting Lokaal woonbeleid Premies Noodopvang
35 35 36 36 37
Ervaringen en aanbevelingen wonen
38
4.2.1. Ervaringen 4.2.2. Aanbevelingen 4.3.
38 39
Situatieschets gezondheid
42
4.3.1. Geestelijke gezondheidszorg 4.3.2. Lokaal (preventief) gezondheidsbeleid 4.4.
34
Ervaringen en aanbevelingen gezondheid
4.4.1. Ervaringen 4.4.2. Aanbevelingen
42 42 43 43 43
5. Sociale effectenrapportage
47
6. Bronnenlijst
49
7. Bijlagen
50
7.1.
Bijlage 1: dashboard domeinen en indicatoren Geel
50
7.2.
Bijlage 2: schema SB-SER
50
7.3.
Bijlage 3: stroomdiagram SER LT
50
7.4.
Bijlage 4: tijdlijn totstandkoming nieuw beleidsplan 2014-2020
50
7.5.
Bijlage 5: stroomdiagram SER KT
50
4
1. Inleiding ‘Anderhalf miljoen Belgen leeft in armoede’ (De Morgen, 22/04/10). Niet zomaar een krantenkop, maar 1 een harde vaststelling. Op 22 april 2010 presenteerde Decenniumdoelen 2017 de (Vlaamse) armoedebarometer waarvan de indicatoren een tweede maal geactualiseerd werden. De vaststellingen op vlak van gezondheid, inkomen, arbeid, wonen, onderwijs en samenleven zijn zorgwekkend. Zo blijkt uit de cijfers in het laatste opvolgingsrapport dat het voorbije jaar op geen enkel van de 6 domeinen vooruitgang is geboekt. Daarnaast geven de cijfers waarschijnlijk een té optimistisch beeld vermits de beschikbare gegevens de financiële crisis nog niet volledig in beeld brengen. Decenniumdoelen 2017 doet dan ook een oproep aan de nationale politici om dringend werk te maken van de verhoging van de uitkeringen. Vanuit de federale en Vlaamse regering kunnen er heel wat structurele maatregelen genomen worden ter bestrijding van armoede met het oog op een duurzaam resultaat. Ook op het lokale niveau kunnen er echter significante maatregelen genomen worden. Zo werd in het Strategisch Plan Geel 2007-2012, alsook in het Lokaal Sociaal Beleidsplan vooropgesteld om naar analogie van De Vlaamse armoedebarometer, een sociale barometer te ontwikkelen voor Geel. Daarbij heeft het lokale bestuur de intentie om de sociale situatie in Geel in kaart te brengen, zowel in cijfers als in beleving. Dit ook met oog op periodieke opvolging, zodat een zekere evolutie op vlak van welbepaalde domeinen opgetekend kan worden. Daarnaast wil het lokale bestuur ruchtbaarheid geven aan de bestrijding van het armoedefenomeen door sociale effectenrapportage te hanteren. Bij de totstandkoming van deze effectenrapportage, zullen de ervaringen en de stem van kansengroepen een belangrijke plaats innemen. Vanuit Samenlevingsopbouw zullen we dan ook de klemtoom leggen op het in beeld brengen van deze ervaringen. In het eerste deel van dit rapport staan we stil bij de begripsvorming. Wat is armoede? Hoe kan armoede gemeten worden en welke methode verkiezen we te hanteren bij de ontwikkeling van de sociale barometer voor Geel? We duiden de Vlaamse armoedebarometer. De gegevens uit het opvolgingsrapport 2010 worden opgenomen als bijlage. Daarnaast benoemen we de interfederale armoedebarometer van de staatssecretaris voor armoedebestrijding Philippe Courard. In een tweede deel wordt de Geelse sociale barometer uitgewerkt. Beschikbare gegevens worden hier verzameld en toegelicht. De lokale gegevens zullen vergeleken worden met Mol en Turnhout. Daarnaast worden gegevens waar mogelijk afgezet tegen het Vlaams gemiddelde en de provinciale mediaan. Vervolgens verdiepen we de lokale context voor wonen en gezondheid. Vanuit de cijfergegevens en op basis van signalen die we opvangen binnen de Dienst Samenlevingsopbouw (DSO), stellen we namelijk vast dat er op vlak van deze domeinen heel wat noden leven bij kansengroepen. De lokale context zal verdiept worden in focusgroepen waar de ervaringen en aanbevelingen van mensen op vlak van wonen en gezondheid in kaart gebracht worden. In het derde deel wordt de procedure ter uitvoering van de sociale effectenrapportage toegelicht. Daarbij benoemen we het verband tussen de sociale barometer en de sociale effectenrapportage en geven we er duiding bij.
1
‘Decenniumdoelen 2017’ is een samenwerkingsverband van twaalf organisaties die de krachten bundelen om de leefsituatie van mensen in armoede structureel te verbeteren.
5
Sociale Barometer Geel Cijfers, Ervaringen en Aanbevelingen
2. Begripsvorming 2.1. Wat is armoede? Over het begrip armoede werd de voorbije jaren in wetenschappelijke kringen veel geschreven. Toch ontbreekt het nog steeds aan een algemeen aanvaard begrippenkader. Bijgevolg worden er meerdere definities en uiteenlopende termen gehanteerd. In de Vlaamse context (in beleid, praktijk en onderzoek) is er echter een ruime eensgezindheid omtrent twee inzichten die we als uitgangspunt nemen. Ten eerste stellen we dat armoede relatief is. Dit betekent dat armoede tijd- en plaatsgebonden is. Met andere woorden dienen we rekening te houden met de algemene levensstandaard die in een bepaalde samenleving gangbaar is. Ten tweede erkennen we dat armoede multidimensioneel is. Dit betekent dat armoede betrekking heeft op meerdere levensdomeinen zoals huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg… Deze twee inzichten worden vervat in de definitie van armoede geformuleerd door Vranken: ‘Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemene leefpatronen van de samenleving.’ Naast deze twee inzichten erkennen we dat armoede gradueel is. Dit wil zeggen dat armoede zich kan voordoen in verschillende gradaties. Grosso modo onderscheiden we drie groepen van mensen in armoede: de bestaansonzekere (levend in een financieel moeilijke situatie), de echte armen (levend in financieel ontoereikende omstandigheden) en de inframarginalen (volkomen uitgesloten van het maatschappelijk bestaan, bijvoorbeeld mensen zonder papieren).
2.2. Armoedemeting Het feit dat er geen eenduidigheid bestaat over het begrip armoede, maakt dat er ook geen consensus bestaat over de manier waarop we armoede meten. We spreken van een directe of indirecte meting. Voorstanders van de indirecte meting kijken in hoofdzaak naar de middelen die noodzakelijk zijn om deel te nemen aan het maatschappelijk leven. In dit geval is het beschikbaar inkomen de belangrijkste indicator. Voorstanders van een directe meting van armoede kiezen voor deprivatie-indicatoren die rechtstreeks peilen naar de levensstandaard en het consumptieniveau. Daarnaast kan de meting van armoede kwantitatief en kwalitatief benaderd worden. Bij een kwantitatieve benadering leggen we ons toe op de armoede in cijfers. Een kwalitatieve benadering brengt de leefwereld van armoede in kaart. Bij de ontwikkeling van de Geelse armoedebarometer willen we ons vooral toeleggen op het in kaart brengen van het multidimensionele karakter en het kwalitatieve aspect van armoede in Geel. Daarom zullen we in hoofdzaak directe indicatoren selecteren om Geelse armoede in kaart te brengen.
7
2.3. Armoedebarometer Decenniumdoelen 2017 2
Op 3 april 2007 lanceerde een platform van armoedeorganisaties en sociale bewegingen de ‘Decenniumdoelen 2017. Geef armoede geen kans.’ Vanuit de vaststelling dat in België 1,5 miljoen mensen in armoede leven en de inkomensongelijkheid blijft toenemen, roepen deze organisaties de overheden op om voorrang te geven aan de strijd tegen armoede.
2.3.1. Decenniumdoelen Decenniumdoelen 2017 schuift zes beleidsdoelstellingen voor de komende tien jaren naar voren: 1. Een halvering van de gezondheidsongelijkheid tussen arm en rijk. 2. Een halvering van het aantal gezinnen waar niemand werkt. 3. Voor elk gezin, ongeacht de samenstelling, minstens een inkomen dat de Europese armoederi3 sicodrempel bereikt. 4. Een toename van het aantal goede en betaalbare huurwoningen met 150.000 eenheden, waarvan minstens de helft sociale woningen zijn. 5. Een daling tot 3% van laaggeletterdheid en laaggecijferdheid bij jongeren, in alle onderwijsvormen en voor alle jongerengroepen. 6. Mensen in armoede verbreden hun netwerken.
2.3.2. Armoedebarometer De ontwikkeling van de zes doelen wordt jaarlijks opgevolgd via de armoedebarometer. Het gaat over meetbare indicatoren die de evolutie van de armoedesituatie in Vlaanderen opvolgt. De zes barometers hebben dus betrekking op de domeinen gezondheid, arbeid, inkomen, wonen, onderwijs en samenleven. De armoedebarometer is samengesteld uit primaire en secundaire indicatoren. De primaire indicatoren geven vooral de sociale toestand van subpopulaties weer. De secundaire indicatoren geven meer inzicht in de aard van de problematiek en ondersteunen de primaire indicatoren.
2.3.3. Gegevens De nulmeting van de gegevens vond plaats in 2008. In 2009 vond een eerste meting plaats. In 2010 volgde de tweede actualisering. Voor de meest recente gegevenstabellen en een beleidsaanbevelende 4 analyse verwijzen we naar het opvolgingsrapport van onderzoeksgroep OASeS . In het tweede deel van dit rapport zal bij de vergelijking en toetsing van gegevens dieper ingegaan worden op de lokale context in Geel.
2
ABVV, ACV, ACW, Minderhedenforum, Samenlevingsopbouw Vlaanderen, Socialistische Mutualiteiten en socio-culturele verenigingen, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, Verbruikersateljee, Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, Vlaams Minderhedencentrum, Welzijnszorg en Cera 3 De Europese armoedegrens is de EU-SILC-norm (Statistics on Income and Living Conditions). Deze ligt op 60% van het mediaan equivalent inkomen. Voor een alleenstaande bedraagt deze 899 EUR per maand. Voor elke bijkomende volwassene wordt dat bedrag met 50% verhoogd, en voor elk kind met 30%. 4 http://www.decenniumdoelen.be/documenten/DCD_rapport_A4_2011.pdf
8
2.4. Interfederale armoedebarometer De interfederale armoedebarometer werd voor het eerst voorgesteld in 2009 in opdracht van de toenmalige staatssecretaris voor Armoedebestrijding Jean-Marc Delizée. Dit instrument heeft als voornaamste doel om het verschijnsel armoede beter bekend te maken in België. De Armoedebarometer toont aan hoe wijdverspreid armoede wel niet is en verduidelijkt enkele essentiële kenmerken ervan. Één burger op zeven in ons land leeft onder de armoedegrens. Armoede wordt vaak gekarateriseerd door onvoldoende inkomsten. In werkelijkheid betekent armoede meer dan louter geldgebrek en heeft zij betrekking op alle aspecten van het leven van onze armste medeburgers. Door hun kwetsbaarheid liggen grondrechten en basisbehoeften zoals gezondheidszorg, werk, onderwijs, huisvesting, enz., voor hen immers vaak ver buiten hun bereik. De interfederale armoedebarometer is net als de Vlaamse armoedebarometer onderverdeeld in domeinen. Deze domeinen lopen grotendeels gelijk: inkomen en schuld, gezondheidszorg, werk, onderwijs, wonen en deelname. De barometer wordt jaarlijks gepubliceerd. Voor met de recentste re5 sultaten verwijs ik naar de interactieve editie van de interfederale armoedebarometer .
5
http://enquete.mi-is.be/armoedebarometer/pages_nl/startMenu.html
9
3. Cijfergegevens De Geelse sociale barometer is net als de Vlaamse en interfederale barometer onderverdeeld in domeinen. Deze domeinen zijn gezondheid, werk, inkomen, wonen, onderwijs & vorming en vrijetijdsparticipatie. Deze domeinen lopen gelijk met de domeinindeling binnen de Dienst Samenlevingsopbouw (DSO). Dit zal verder van belang zijn bij de implementatie van de sociale effectenrapportage, waar we in het derde deel dieper op ingaan. Per domein werden een aantal indicatoren met bijhorende gegevens opgenomen. De gegevens werden verzameld op basis van verschillende databanken. Heel wat gegevens uit deze databanken werden geïntegreerd in het Sociaal Kompas van het steunpunt Sociale Planning van de provincie Antwerpen. Daarnaast werd de gemeentelijke profielschets van lokale statistieken geconsulteerd. Waar mogelijk werden er gegevens aangeleverd door lokale stadsdiensten en OCMW. Naast de indicatoren en gegevens over de zes domeinen, werden er een aantal demografische gegevens opgenomen om de lokale situatie beter te duiden. Als bijlage (bijlage 1) werd een dashboard opgenomen dat de zes domeinen en bijhorende indicatoren visualiseert. Daarbij kan in een oogopslag de vergelijking gemaakt worden met Mol en Turnhout. Daarnaast worden de gegevens weergegeven over verschillende jaren.
3.1. Demografie 3.1.1. Bevolkingsloop
INWONERS(EVOLUTIE) gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 33.597 31.264 38.412
[2] 36.014 33.400 40.070
[3] 2.417 2.136 1.658
[1] Aantal inwoners (1 jan 1998) [2] Aantal inwoners (1 jan 2008) [3] Aantal inwoners: absolute evolutie (1998…2008) [4] Aantal inwoners: gemiddelde evolutie per jaar (1998...2008) [5] Aantal inwoners (31 dec 2009) Inwonersevolutie (1998-2009)
40.000 38.000 36.000 34.000
37.087
36.014 33.597
32.000 30.000 1998
2008 GEEL
M OL
2009 10TURNHOUT
[4] 107 107 104
[5] 37.087 34.113 40.765
NATUURLIJKE BEVOLKINGSAANGROEI Gemeente GEEL
[1] 67
[2] 93
[3] 42
[1] Natuurlijke bevolkingsaangroei 2007 [2] Natuurlijke bevolkingsaangroei 2008 [3] Natuurlijke bevolkingsaangroei 2009
MIGRATIESALDO Gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 445 308 174
[2] 48,0 14,6 -28,0
[3] 1,36 0,45 -0,71
[1] Migratiesaldo: inwijking-uitwijking (2007) [2] Migratiesaldo: gemiddeld (2003...2008) [3] Migratiesaldo: gemiddeld aantal per jaar per 1000 inwoners (2003...2008)
TOELICHTING Tussen 1 januari 1998 en 1 januari 2008 stijgt het bevolkingsaantal van 33 597 naar 36 014. In absolute cijfers betreft het een stijging van 2 417, die zich vertaalt in een relatieve stijging van 8%. Op 31 december 2009 betreft het bevolkingsaantal 37 087, tegenover 36 014 in januari 2008. Daarmee overschrijdt Geel reeds de vooropgestelde bevolkingsprognoses (36 705 per 1 jan 2018), waaruit kan geconcludeerd worden dat het bevolkingsaantal in Geel aanzienlijk snel stijgt. Zelfs in vergelijking met Turnhout, kleinste centrumstad en spiegelingsmetropool voor de Kempen, stijgt het bevolkingsaantal in sterke mate. Als we deze bevolkingsloop verder analyseren, kunnen we stellen dat de bevolkingsgroei eerder een migratoire dan een natuurlijke groei betreft. Zo is de natuurlijke bevolkingsaangroei beperkt. Het migratiesaldo ligt echter significant hoger dan in vergelijkbare gemeentes. Tussen 2003 en 2008 bestaat de gemiddelde bevolkingsevolutie per 1000 inwoners voor meer dan 2/3 uit migratoire groei.
11
Mediaan Provincie Antwerpen: 4,68 Vlaanderen: 4,22 Essen Hoogstraten Ravels Baarle-Hertog
Kalmthout
Wuustwezel Merksplas Rijkevorsel
Stabroek
Brecht
Kapellen
Turnhout Oud-Turnhout
Beerse
Brasschaat
Arendonk
Vosselaar
Malle
Mol Retie
-4,88 - 0,00
Schoten
Antwerpen
0,01 - 3,00
Zoersel
Schilde
Lille Kasterlee
3,01 - 4,22 4,23 - 4,68 4,69 - 7,00
Mortsel
7,01 - 10,00
Ranst Grobbendonk
Boechout
Herentals
Edegem Hove Hemiksem Aartselaar Kontich Schelle Lint
Meerhout
Lier
Puurs
Duffel
Rumst
Balen
Herenthout
Berlaar Boom
Geel
Olen
Nijlen
Niel Bornem
Vorselaar
Zandhoven
Wommelgem Borsbeek
10,01 - 14,41
Dessel
Wijnegem
Zwijndrecht
Westerlo
Heist-op-den-Berg
Laakdal
Hulshout
Willebroek
Sint-Katelijne-Waver
Sint-Amands
Putte Mechelen
Herselt
Bonheiden
Aantal inwoners: gemiddelde jaarlijkse evolutie per 1000 inwoners (1998...2008)
Mediaan Provincie Antwerpen: 0,28 Vlaanderen: -0,02 Essen Hoogstraten Ravels Baarle-Hertog
Kalmthout
Wuustwezel Merksplas Rijkevorsel
Stabroek
Brecht
Kapellen
Turnhout Oud-Turnhout
Beerse
Brasschaat
Arendonk
Vosselaar
Malle
Mol Retie
-4,56 - -3,64
Schoten
Antwerpen
-2,88 - -1,08
Schilde
Zoersel
Lille Kasterlee
-0,92 - -0,01 0,08 - 0,28
Zandhoven
Wommelgem
Mortsel
1,03 - 2,70
Grobbendonk Boechout
Herentals
Edegem
Lint
Puurs
Duffel
Rumst
Willebroek
Westerlo
Heist-op-den-Berg
Laakdal
Hulshout Sint-Katelijne-Waver
Sint-Amands
Putte Mechelen
Balen
Meerhout
Lier Berlaar
Boom
Geel
Herenthout
Niel Bornem
Olen
Nijlen
Hove
Hemiksem Aartselaar Kontich Schelle
Vorselaar
Ranst
Borsbeek
0,28 - 0,94
2,70 - 5,05
Dessel
Wijnegem
Zwijndrecht
Herselt
Bonheiden
Migratiesaldo: gemiddeld per 1000 inwoners (2003...2007)
12
3.1.2. Leeftijd LEEFTIJDSKLASSEN (20 JAAR) / LEEFTIJDSKLASSEN (AANDEEL) Gemeente GEEL MOL TURNHOUT Gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 7.330 6.905 8.081 [6] 20,35 20,55 21,19
[2] 9.533 8.483 10.554 [7] 26,47 24,49 24,74
[3] 11.043 10.217 11.726 [8] 30,66 31,04 28,57
[4] 6.572 6.439 8.019 [9] 18,25 19,28 19,87
[5] 1.536 1.356 1.690 [10] 4,27 4,64 5,63
[1] 0-19 jarigen: aantal (1 jan 2008) [2] 20-39 jarigen: aantal (1 jan 2008) [3] 40-59 jarigen: aantal (1 jan 2008) [4] 60-79 jarigen: aantal (1 jan 2008) [5] 80+ jarigen: aantal (1 jan 2008) [6] 0-19 jarigen: in procent van de inwoners (1 jan 2008) [7] 20-39 jarigen: in procent van de inwoners (1 jan 2008) [8] 40-59 jarigen: in procent van de inwoners (1 jan 2008) [9] 60-79 jarigen: in procent van de inwoners (1 jan 2008) [10] 80+ jarigen: in procent van de inwoners (1 jan 2008) Relatief aandeel leeftijdsklassen (2008) 30 20
20,35
18,25
10 0
4,27 0-19
60-79
80+
GEEL
GRIJZE DRUK Gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 36,71 37,51 38,05
[2] 39,41 41,68 43,58
[3] 53,24 52,87 52,99
[4] 13,83 11,18 9,42
[1] Grijze druk: 60+ jarigen, in procent van 20-59 jarigen (1 jan 1998) [2] Grijze druk: 60+ jarigen, in procent van 20-59 jarigen (1 jan 2008) [3] Grijze druk: 60+ jarigen, in procent van 20-59 jarigen (1 jan 2018) [4] Grijze druk: lange termijn evolutie (2008...2018)
TOELICHTING Geel vertoont qua leeftijdsklassen geen deviante scores tegenover de vergelijkende gemeentes. Dit geldt tevens voor de huidige grijze druk. Het cijfer over de lange termijn evolutie geeft echter aan dat het aandeel 60-plussers in de toekomst zal stijgen. 13
Mediaan Provincie Antwerpen: 22,44 Vlaanderen: 22,08 Essen Hoogstraten Ravels Baarle-Hertog
Kalmthout
Wuustwezel Merksplas Rijkevorsel
Stabroek
Brecht
Kapellen
Turnhout Oud-Turnhout
Beerse
Brasschaat
Arendonk
Vosselaar
Malle
Mol Retie
Schoten
Antwerpen
19,59 - 20,74
Zoersel
Schilde
Lille Kasterlee
21,04 - 22,08 22,14 - 22,44
Ranst
Borsbeek
22,45 - 23,00
Mortsel
23,04 - 23,97
Grobbendonk Boechout
Herentals
Edegem
Lint
Meerhout
Lier Berlaar
Boom Puurs
Duffel
Rumst
Balen
Herenthout
Niel Bornem
Geel
Olen
Nijlen
Hove
Hemiksem Aartselaar Kontich Schelle
Vorselaar
Zandhoven
Wommelgem
24,07 - 25,52
Dessel
Wijnegem
Zwijndrecht
Westerlo
Heist-op-den-Berg
Laakdal
Hulshout
Willebroek
Sint-Katelijne-Waver
Sint-Amands
Putte Mechelen
Herselt
Bonheiden
0-19 jarigen: percentage inwoners (1 jan 2008)
Mediaan Provincie Antwerpen: 4,27 Vlaanderen: 4,69 Essen Hoogstraten Ravels Baarle-Hertog
Kalmthout
Wuustwezel Merksplas Rijkevorsel
Stabroek
Brecht
Kapellen
Turnhout Oud-Turnhout
Beerse
Brasschaat
Arendonk
Vosselaar
Malle
Mol Retie
2,54 - 2,97
Schoten
Antwerpen
3,03 - 3,89
Schilde
Zoersel
Lille Kasterlee
3,95 - 4,27 4,27 - 4,69
Zandhoven
Wommelgem
Mortsel
5,00 - 5,99
Grobbendonk Boechout
Herentals
Edegem
Lint
Meerhout
Puurs
Duffel
Rumst
Willebroek
Westerlo
Heist-op-den-Berg
Laakdal
Hulshout Sint-Katelijne-Waver
Sint-Amands
Putte Mechelen
Balen
Herenthout
Berlaar Boom
Geel
Lier
Niel Bornem
Olen
Nijlen
Hove
Hemiksem Aartselaar Kontich Schelle
Vorselaar
Ranst
Borsbeek
4,77 - 5,00
6,06 - 6,25
Dessel
Wijnegem
Zwijndrecht
Bonheiden
80+ jarigen: percentage inwoners (1 jan 2008)
14
Herselt
3.1.3. Huishoudens PRIVATE EN COLLECTIEVE HUISHOUDENS6 Gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 13.895 13.061 17.527
[2] 33.558 32.041 39.024
[3] 2,42 2,45 2,23
[4] 886 315 431
[1] Private huishoudens: aantal (1 jan 2004) [2] Personen in private huishoudens: aantal (1 jan 2004) [3] Gemiddeld aantal personen per privaat huishouden (1 jan 2004) [4] Personen niet verblijvend in private huishoudens: aantal (1 jan 2004)
ALLEENSTAANDEN ZONDER KINDEREN Gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 1.972 1.652 2.887
[2] 2.056 1.917 3.274
[1] Alleenstaande mannen zonder kinderen: aantal (1 jan 2006) [2] Alleenstaande vrouwen zonder kinderen: aantal (1 jan 2006)
ALLEENSTAANDEN MET KINDEREN Gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 60 60 107
[2] 355 324 608
[1] Alleenstaande vader met max 5 kinderen: aantal (1jan 2006) [2] Alleenstaande moeder met max 5 kinderen: aantal (1jan 2006)
ALLEENSTAANDEN ZONDER KINDEREN + ALLEENSTAANDEN MET KINDEREN Gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 4.443 3.953 6.876
[2] 31,00 29,48 38,60
[1] Alleenstaande mannen en vrouwen, alleenstaande vaders en moeders met max 5 kinderen: aantal (1 jan 2006) [2] Alleenstaande mannen en vrouwen, alleenstaande vaders en moeders met max 5 kinderen, in procent van de huishoudens (1 jan 2006)
6
Kloostergemeenschappen, rusthuizen, weeshuizen, verplegingsinrichtingen, gevangenissen
15
TOELICHTING Bij de analyse van de cijfers van private en collectieve huishoudens, valt het hoog aantal personen verblijvend in collectieve huishoudens op. Het gaat over 886 personen, wat ongeveer het dubbel is van het aantal in de vergelijkende gemeentes. Dit valt uiteraard te kaderen vanuit de talrijke aanwezigheid van residentiële sociale hulpverlening in Geel. Bij het aantal alleenstaanden en alleenstaande ouders met kinderen, valt het hoog aantal alleenstaande mannen en vrouwen, alleenstaande vaders en moeders met kinderen, in procent van de totale huishoudens op (31%). Het gaat om een significant cijfer vermits deze groep een verhoogd armoederisico draagt (cfr. armoedebarometer Decenniumdoelen).
16
Mediaan Provincie Antwerpen: 2,52 Vlaanderen: 2,40 Essen Hoogstraten Ravels Baarle-Hertog
Kalmthout
Wuustwezel Merksplas Rijkevorsel
Stabroek
Brecht
Kapellen
Turnhout Beerse
Brasschaat
Arendonk Oud-Turnhout
Vosselaar
Malle
Mol Retie
Schoten
Antwerpen
Zoersel
Schilde
Lille Kasterlee
2,04 - 2,30 2,30 - 2,40
Mortsel
2,51 - 2,60
Ranst Grobbendonk
Boechout
Herentals
Edegem Hove Hemiksem Aartselaar Kontich Schelle Lint
Meerhout
Lier
Puurs
Duffel
Rumst
Balen
Herenthout
Berlaar Boom
Geel
Olen
Nijlen
Niel Bornem
Vorselaar
Zandhoven
Wommelgem Borsbeek
2,40 - 2,51
2,60 - 2,79
Dessel
Wijnegem
Zwijndrecht
Westerlo
Heist-op-den-Berg
Laakdal
Hulshout
Willebroek
Sint-Katelijne-Waver
Sint-Amands
Putte Mechelen
Herselt
Bonheiden
Gemiddeld aantal personen per privaat huishouden (1 jan 2004)
Mediaan Provincie Antwerpen: 26,30 Vlaanderen: 32,70 Essen Hoogstraten Ravels Baarle-Hertog
Kalmthout
Wuustwezel Merksplas Rijkevorsel
Stabroek
Brecht
Kapellen
Turnhout Beerse
Brasschaat
Arendonk Oud-Turnhout
Vosselaar
Malle
Mol Retie
Schoten
Antwerpen
20,35 - 22,76
Schilde
Zoersel
Lille Kasterlee
23,07 - 24,66 25,12 - 26,30
Zandhoven
Wommelgem
Mortsel
32,79 - 39,44
Grobbendonk Boechout
Herentals
Edegem
Lint
Puurs
Duffel
Rumst
Willebroek
Westerlo
Heist-op-den-Berg
Laakdal
Hulshout Sint-Katelijne-Waver
Sint-Amands
Putte Mechelen
Balen
Meerhout
Lier Berlaar
Boom
Geel
Herenthout
Niel Bornem
Olen
Nijlen
Hove
Hemiksem Aartselaar Kontich Schelle
Vorselaar
Ranst
Borsbeek
26,34 - 32,70
50,64
Dessel
Wijnegem
Zwijndrecht
Herselt
Bonheiden
Percentage huishoudens met geringere bestaanszekerheid (2006)
17
3.1.4. Vreemde nationaliteit gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 372 974 1.519
[2] 52 102 97
[3] 213 367 202
[4] 122 163 265
[5] 131 168 214
[6] 206 143 537
[1] Inwoners met vreemde nationaliteit (HDI > 0.9, Nederland): aantal (1 jan 2007) [2] Inwoners met vreemde nationaliteit (HDI > 0.9, Zuid-Europa): aantal (1 jan 2007) [3] Inwoners met vreemde nationaliteit (HDI > 0.9, andere landen): aantal (1 jan 2007) [4] Inwoners met vreemde nationaliteit (HDI < 0.9, Marokko, Turkije): aantal (1 jan 2007) [5] Inwoners met vreemde nationaliteit (HDI < 0.9, Europa excl. Turkije): aantal (1 jan 2007) [6] Inwoners met vreemde nationaliteit (HDI < 0.9, andere landen): aantal (1 jan 2007) De selectie van landen met een (zeer) hoge sociale ontwikkeling steunt op de Human Development Index van de Verenigde Naties. In 2005 hadden 29 landen een index hoger dan 0,9 en wel alle vroegere West-Europese landen en negen andere landen. Het aandeel van die landen in de wereldbevolking bedroeg 15 %. [2]: Zuid-Europa betreft de vier landen met vroegere sterke inwijking: Italië, Spanje, Portugal en Griekenland. [5:] De Oost-Europese landen die toetraden tot de Europese Unie hadden in 2004 een HDI tussen 0,8 en 0,9.
Gemeente GEEL 2007 2008 2009
[1] 1309 1427 1554
[2] 36 020 36 704 37 087
[3] 3,63 3,89 4,19
[1] Aantal vreemdelingen [2] Aantal inwoners [3] Aantal vreemdelingen, in procent van het aantal inwoners
TOELICHTING Cijfers met betrekking tot vreemde nationaliteit geven slechts een zeer beperkt beeld over de aanwezige etnisch-culturele diversiteit en het armoederisico van bepaalde etnisch-culturele minderheden.
18
3.2. Gezondheid 3.2.1. Rusthuizen en serviceflats / Kortverblijf en dagverzorging gemeente GEEL MOL TURNHOUT gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 455 399 489 [7] 14 13 17
[2] 382 272 406 [8] 10 3 0
[3] 83,96 68,17 83,03 [9] 71,43 23,08 0,00
[4] 180 166 206 [10] 14 13 17
[5] 6 0 145 [11] 0 15 0
[6] 3,33 0,00 70,39 [12] 0,00 115,38 0,00
[1] Rusthuizen: programma (2007) [2] Rusthuizen: capaciteit (2007) [3] Rusthuizen: capaciteit in procent van programma (2007) [4] Serviceflats: programma (2007) [5] Serviceflats: capaciteit (2007) [6] Serviceflats: capaciteit in procent van programma (2007) [7] Centra voor kortverblijf: programma (2007) [8] Erkende Centra voor kortverblijf: capaciteit (2007) [9] Centra voor kortverblijf: capaciteit erkenning in procent van programma (2007) [10] Dagverzorgingscentra: programma (2007) [11] Erkende dagverzorgingscentra: capaciteit (2007) [12] Dagverzorgingscentra: capaciteit erkenning in procent van programma (2007)
TOELICHTING Het programma van de rusthuizen betreft het aantal bedden dat decretaal gesubsidieerd wordt. De capaciteit betreft het aantal bedden dat effectief aangeboden wordt. Deze cijfers zijn interessant om op te volgen in functie van de grijze druk.
3.2.2. Derdebetalersregeling De toepassing van de derdebetalersregeling laat mensen toe om enkel het remgeld te betalen bij een doktersbezoek. Het overige bedrag wordt door de dokter rechtstreeks geïnd via het ziekenfonds. Geel telt 35 huisartsen. Volgens de cijfers van de Christelijke Mutualiteit passen 6 van de 35 huisartsen de derdebetalersregeling toe (17%). In Mol bedraagt dit respectievelijk 60 %, in Retie 50 % en in Balen 100 %.
3.2.3. OCMW-dossiers hulp bij betalen medische kosten In 2009 waren er 401 OCMW-dossiers waarbij steun verleend werd in het kader van medische kosten. Het gaat hier dan over farmaceutische (198) en hospitalisatiekosten (35) en kosten van medische ver19
zorging (168). In 2008 en 2007 waren er dit respectievelijk 400 en 468. In de periode januari tot oktober 2010 telden we vooralsnog 326 dossiers.
20
3.3. Werk 3.3.1. Werkzoekenden/werkloosheidsgraad gemeente GEEL MOL TURNHOUT gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 1.170 1.097 2.076 [6] 6,56 6,92 10,65
[2] 1.362 1.289 2.307 [7] 7,84 8,27 11,87
[3] -14,10 -14,90 -10,00 [8] -1,28 -1,35 -1,22
[4] 824 781 1.636 [9] 5,92 5,91 10,18
[5] 70,40 71,20 78,80 [10] 7,35 8,17 11,21
[1] Aantal NWWZ (dec 2010) [2] Aantal NWWZ (dec 2009) [3] Verschil [1] en [2] (%) [4] NWWZ in een kansengroep (dec 2010) [5] NWWZ in een kansengroep, in procent van aantal NWWZ (dec 2010) [6] Werkloosheidsgraad (dec 2010) [7] Werkloosheidsgraad (dec 2009) [8] Verschil [6] en [7] [9] Werkloosheidsgraad mannen (dec 2010) [10] Werkloosheidsgraad vrouwen (dec 2010) [4], [5]: Ouderen (+50 jaar), laaggeschoolden, allochtonen en arbeidsgehandicapten De werkloosheidsgraad betreft de procentuele verhouding tussen de niet-werkende werkzoekenden tot de beroepsbevolking. Evolutie NWWZ (2010-2009) 2.500 2.000 1.500
1.362
1.170
1.000
2010
2009 GEEL
MOL
TURNHOUT
NWWZ in een kansengroep, in procent van aantal NWWZ (dec 2010) 78,8 80 75
70,4
GEEL
71,2
MOL TURNHOUT
70 65
21
3.4. Inkomen 3.4.1. Jaarlijks inkomen Gemeente GEEL Inkomen lager dan 10 000 EUR Inkomen hoger dan 50 000 EUR
[1] 13,3 8,2
[2] 17,3 11,2
[3] 16,6 11,2
[4] 17,8 11,5
[5] 17,4 11,8
[1] 2000 (%) [2] 2007 (%) [3] Arrondissement Turnhout (2007) (%) [4] Provincie Antwerpen (2007) (%) [5] Vlaams Gewest (2007) (%) Gemeente GEEL Gemiddeld inkomen per inwoner Mediaan inkomen
[1] 11.653 19.751
[2] 15.835 20.757
[3] 15.358 20.894
[4] 15.535 20.295
[5] 15.607 20.482
[1] 2000 Geel (euro) [2] 2007 Geel (euro) [3] Arrondissement Turnhout (2007) (euro) [4] Provincie Antwerpen (2007) (euro) [5] Vlaams Gewest (2007) (euro)
TOELICHTING Het mediaan equivalent inkomen (Europese armoedegrens) ligt op 899 euro per maand, 10 788 op jaarbasis (deze ligt op 60 % van het mediaan equivalent inkomen, cfr. armoedebarometer Decenniumdoelen). Dit betekent dat een alleenstaande met een inkomen lager dan 10 788 euro volgens de Europese armoedegrens in armoede verkeert. Wetende dat in 2007 17,3 procent van de inkomens lager ligt dan 10 000 euro, dat het hier niet noodzakelijk enkel om alleenstaanden gaat (voor elke bijkomende volwassene wordt dat bedrag met 50 % verhoogd, voor elk kind met 30 %) en dat Geel 31% alleenstaanden met of zonder kinderen telt, gaat het hier om cijfers die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een groep met een verhoogd armoederisico. Daarnaast hebben fiscale gegevens hun beperking. Zo is niet iedereen belastingplichtig. Ten tweede is een fiscaal huishouden niet hetzelfde als een feitelijk huishouden. Ten derde moeten bepaalde onderdelen van het beschikbare (gezins-) inkomen niet opgegeven worden in de aangifte. Naast de Europese armoedegrens die arbitrair vastgelegd wordt, is er de Vlaamse budgetstandaard ontwikkeld door Storms en Van den Bosch (2009). Volgens deze budgetstandaard bedraagt het totaal budget om menswaardig deel te nemen aan de (Vlaamse) samenleving 976 euro voor een alleenstaande per maand. Voor een koppel bedraagt dit 1 296 euro. Op jaarbasis gaat het respectievelijk over 11 712 euro en 15 552 euro. Ook hier kunnen we concluderen dat een inkomen van 10 000 euro niet toereikend is om menswaardig deel te nemen aan de samenleving.
22
Ten slotte stellen we vast dat de inkomensongelijkheid tussen 2000 en 2007 toegenomen is in Geel. Dit leiden we af uit het feit dat het aantal inkomens lager dan 10 000 euro met 4% gestegen zijn. Het aantal inkomens hoger dan 50 000 euro zijn gestegen met 3%.
3.4.2. Personen ten laste van voorkeurregeling ziekteverzekering gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 393 286 624
[2] 1.277 971 1.596
[3] 1.226 897 1.261
[4] 1.455 1.027 1.213
[1] 0-19 jarigen titularis of ten laste voorkeurregeling ziekteverzekering: aantal (2007) [2] 20-59 jarigen titularis of ten laste voorkeurregeling ziekteverzekering: aantal (2007) [3] 60-74 jarigen titularis voorkeurregeling ziekteverzekering of persoon ten laste: aantal (2007) [4] >=75 jarigen titularis voorkeurregeling ziekteverzekering of persoon ten laste: aantal (2007)
TOELICHTING De oorspronkelijke omschrijving WIGW (Weduwen, Invaliden, Gepensioneerden en Wezen) werd progressief uitgebreid en omvat anno 2005 ook trekkers van basisinkomens (leefloon, inkomensgarantie ouderen, tegemoetkoming personen met een handicap) en oudere langdurig werklozen.
3.4.3. Tegemoetkomingen personen met een handicap en zorgverzekering gemeente GEEL MOL TURNHOUT gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 760 370 489 [6] 794 464 455
[2] 527 458 434 [7] 1.106 849 968
[3] 1.287 828 923 [8] 1.900 1.313 1.423
[4] 29.461 27.240 32.885 [9] 6.007 5.743 7.296
[5] 4,37 3,04 2,81 [10] 31,63 22,86 19,50
[1] Tegemoetkoming personen met een handicap, integratietegemoetkoming en/of vervangingsinkomen (recht ontstaan voor 65 jaar): aantal (2008) [2] Tegemoetkoming hulp aan bejaarden (recht ontstaan na 65 jaar): aantal (2008) [3] Tegemoetkoming personen met een handicap: aantal (2008) [4] >=18 jarigen: aantal (1 jan 2008) [5] Tegemoetkoming personen met een handicap, in procent van >=18 jarigen (2008) [6] >=65 jarige begunstigden tegemoetkoming aan personen met een handicap: aantal (2007) [7] >=65 jarigen met een lopende dossier Vlaams Zorgfonds: aantal (2007) [8] >=65 jarigen met tegemoetkoming aan personen met een handicap of lopend dossier Vlaams Zorgfonds: aantal (2007) [9] >=65 jarigen: aantal (1 jan 2007) [10] >=65 jarigen met tegemoetkoming aan personen met een handicap of lopend dossier Vlaams Zorgfonds, in procent van >=65 jarigen (2007)
23
3.4.4. Leefloon gemeente GEEL MOL TURNHOUT gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 74,4 18,2 59,3 [5] 209 70 212
[2] 74,4 18,0 58,9 [6] 209,0 59,7 222,0
[3] 2.981,0 2.789,5 3.495,0 [7] 22.808 20.895 25.383
[4] 2,50 0,65 1,68 [8] 0,92 0,29 0,87
[1] 18-24 jarige leefloontrekkers: gemiddeld aantal per maand (2008) [2] 18-24 jarige leefloontrekkers: gemiddeld aantal per maand (2006-2008) [3] 18-24 jarigen: gemiddeld aantal (2005-2008) [4] gemiddeld aantal 18-24 jarige leefloontrekkers,in % van gemiddeld aantal 0-24 jarigen (2006-2008) [5] Leefloners: aantal (2007) [6] Leefloners: gemiddeld aantal per jaar (2005...2007) [7] 18-64 jarigen: aantal (1 jan 2006) [8] Gemiddeld aantal leefloners, in procent van 18-64 jarigen (2005...2007) gemeente GEEL
[1] 377
[2] 375
[3] 192
[4] 53
[1] Leefloners: aantal (2010) [2] Uitgekeerde cliënten: gem aantal per maand (2010) [3] Cliënten leefloon: gem aantal per maand (2010) [4] Cliënten equivalent leefloon: gem aantal per maand (2010) [2]: het gaat over het aantal cliëntsystemen dat in 2010 gemiddeld per maand een of andere vorm van financiële uitkering genoot, zijnde leefloon en/of aanvullende steun. [4]: equivalent leefloon betreft de steun die vreemdelingen genieten. [2], [3], [4]: het gaat hier over gemiddelde aantallen per maand, deze cijfers zeggen niets over het aantal verschillende cliënten dat leefloon en/of aanvullende steun of equivalent leefloon genoot in 2010.
3.4.5. Schuldhulpverlening DE CENTRALE VOOR KREDIETEN AAN PARTICULIEREN De Centrale voor kredieten aan particulieren van de Nationale Bank van België registreert alle kredieten die door natuurlijke personen voor privé-doeleinden worden afgesloten alsook de eventuele wanbetalingen met betrekking tot deze kredieten. Kredietgevers dienen haar verplicht te raadplegen voordat ze een krediet toekennen. De Centrale voor kredieten aan particulieren is een instrument in de strijd tegen de overmatige schuldenlast. Uit het algemeen rapport 2010 van de Centrale voor kredieten blijkt dat het uistaand achterstallige bedrag in België veel sneller groeit dan het aantal achterstallige betalingen. Met andere woorden: er zijn meer mensen met grotere betalingsmoeilijkheden. Daarbij doen steeds meer mensen beroep op collectieve schuldenregeling (+ 11,5 % in 2010)
24
SCHULDHULPVERLENING OCMW In 2010 noteerde het OCMW van Geel 436 dossiers schuldbemiddeling, budgetbegeleiding of budgetbeheer. 7
Voor wat betreft het aantal dossiers van de Lokale Adviescommissie (LAC), werden 346 dossiers overgemaakt door de distributiemaatschappij (Eandis) in 2010.
3.4.6. Gewaarborgd Inkomen Bejaarden (GIB) en Inkomensgarantie Ouderen (IGO) gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 269 199 349
[2] 254,7 167,3 319,3
[3] 5.957,0 5.678,7 7.202,7
[4] 4,28 2,95 4,43
[1] Gewaarborgd inkomen bejaarden of inkomensgarantie ouderen : aantal (2007) [2] Gewaarborgd inkomen bejaarden of inkomensgarantie ouderen: gemiddeld aantal (2005...2007) [3] >=65 jarigen: gemiddeld aantal (2005...2007) [4] Gemiddeld aantal >=65 jarigen met gewaarborgd inkomen bejaarden of inkomensgarantie ouderen, in % van gemiddeld aantal >=65 jarigen (2005...2007)
7 De Lokale AdviesCommissie (kortweg LAC) beslist of electriciteit, gas en water mogen afgesloten worden bij huishoudelijke abonnees. Hiervoor moeten strikte procedures gevolgd worden. Het LAC wordt georganiseerd in de schoot van het OCMW. Het is de leverancier die vraagt om te mogen afsluiten en het OCMW doet een onafhankelijk onderzoek om uit te maken of de abonnee niet wil of niet kan betalen en of er hulp kan en moet geboden worden of dat afsluiting gerechtvaardigd is. Er wordt in elk geval steeds onderzocht of afsluiting kan vermeden worden.
25
Mediaan Provincie Antwerpen: 9,07 Vlaanderen: 11,35 Essen Hoogstraten Ravels Baarle-Hertog
Kalmthout
Wuustwezel Merksplas Rijkevorsel
Stabroek
Brecht
Kapellen Brasschaat
Arendonk
Turnhout Oud-Turnhout
Beerse
Vosselaar
Malle
Mol
4,91 - 5,75 Retie
6,01 - 7,98
Schoten
Antwerpen
8,10 - 9,07
Zoersel
Schilde
Lille Kasterlee
9,07 - 9,97 10,55 - 11,12
Ranst
Borsbeek
11,61 - 11,91
Mortsel
12,25 - 12,36
Grobbendonk Boechout
Herentals
Edegem
Lint
Meerhout
Lier Berlaar
Boom Puurs
Duffel
Rumst
Balen
Herenthout
Niel Bornem
Geel
Olen
Nijlen
Hove
Hemiksem Aartselaar Kontich Schelle
Vorselaar
Zandhoven
Wommelgem
13,11 - 13,76
Dessel
Wijnegem
Zwijndrecht
Westerlo
Heist-op-den-Berg
Laakdal
Hulshout
Willebroek
Sint-Katelijne-Waver
Sint-Amands
Putte Mechelen
Herselt
Bonheiden
Titularissen + personen ten laste voorkeurregeling in de ziekteverzekering: percentage inwoners (2007)
Mediaan Provincie Antwerpen: 0,25 Vlaanderen: 0,59 Essen Hoogstraten Ravels Baarle-Hertog
Kalmthout
Wuustwezel Merksplas Rijkevorsel
Stabroek
Brecht
Kapellen
Turnhout Oud-Turnhout
Beerse
Brasschaat
Arendonk
Vosselaar
Malle
Mol
0,09 - 0,15 Retie
0,15 - 0,20
Schoten
Antwerpen
0,20 - 0,25
Schilde
Zoersel
Lille Kasterlee
0,25 - 0,39 0,40 - 0,59
Zandhoven
Wommelgem
Mortsel
0,81 - 0,92
Grobbendonk Boechout
Herentals
Edegem
Lint
Puurs
Duffel
Rumst
Willebroek
Westerlo
Heist-op-den-Berg
Laakdal
Hulshout Sint-Katelijne-Waver
Sint-Amands
Putte Mechelen
Balen
Meerhout
Lier Berlaar
Boom
Geel
Herenthout
Niel Bornem
Olen
Nijlen
Hove
Hemiksem Aartselaar Kontich Schelle
Vorselaar
Ranst
Borsbeek
0,59 - 0,72
1,07 - 1,59
Dessel
Wijnegem
Zwijndrecht
Herselt
Bonheiden
Leefloners: percentage van de 18-64 jarigen (2005...2007)
26
3.5. Wonen 3.5.1. Sociale huurwoningen gemeente GEEL MOL TURNHOUT
[1] 146 486 909
[2] 515 97 345
[3] 661 583 1.254
[4] 14.330 13.411 17.813
[5] 4,61 4,35 7,04
[6] 734 603 1.305
[1] Sociale huurhuizen: aantal (2006) [2] Sociale huurappartementen: aantal (2006) [3] Sociale huurwoningen (huis of appartement): aantal (2006) [4] Huishoudens: aantal (2006) [5] Huishoudens in sociale woning, in procent van huishoudens (2006) [6] Sociale huurwoningen: aantal (2009)
3.5.2. Kandidaat-huurders sociale huurwoningen (Geelse Huisvesting en Sociaal Verhuurkantoor Zuiderkempen) gemeente GEEL
[1] 1.153
[2] 455
[3] 43
[4] 32
[1] Aantal kandidaat-huurders op wachtlijst GH voor Geel (2010) [2] Aantal kandidaat-huurders op wachtlijst SVK voor volledig werkingsgebied (Dessel, Geel, Meerhout, Herenthout, Grobbendonk, Laakdal, Mol, Balen, Vorselaar, Herselt, Hulshout, Westerlo) (2010) [3] Aantal alleenstaande kandidaat-huurders op wachtlijst SVK (%) (2010) [4] Aantal alleenstaande kandidaat-huurders met kdn op wachtlijst SVK (%) (2010)
TOELICHTING Er is een verschil tussen de wachtlijsten van de GH en het SVK, in die zin dat het cijfer voor de GH aangeeft hoeveel mensen op zoek zijn naar een betaalbare woning in Geel. Bij de wachtlijsten van het SVK gaat het over mensen op zoek naar een betaalbare woning over hun ganse werkingsgebied. Daarnaast dienen we er rekening mee te houden dat mensen zich vaak inschrijven zowel bij de GH als bij het SVK, waardoor de wachtlijsten dubbels bevatten.
3.5.3. Aantal gedomicilieerden kamerwoningen en camping (Netevallei) gemeente GEEL
[1] 309
[1] Gedomicilieerden kamerwoningen: aantal (2010) [2] Gedomicilieerden camping: aantal (2010) 27
[2] 108
TOELICHTING Kamerbewoners en/of campingbewoners zijn mensen die hun toevlucht zoeken tot betaalbare alternatieve huisvesting omwille van uiteenlopende redenen. Veel kamerbewoners delen de gemeenschappelijke achtergrond van een verstoorde (psycho)sociale situatie of financiële moeilijkheden. Het aantal inschrijvingen zegt iets over het aantal mensen dat in aanraking komt met deze woonvorm en de aspecten die eraan verbonden zijn. Het cijfer is geen juiste indicator voor het aantal effectieve bewoningen.
Proce ntue e l aande e l alle e ns taande n (m e t k inde re n) onde r k andidaat-huurde r s SV K (2010)
Aantal kandidaat-huurders (2010) 1.500
60
1.153
43 32
40
1.000 455
500
GEEL
20
0 GH
0
SV K
Allns tnd
Allns tnd m e t k dn
Mediaan Provincie Antwerpen: 3,66 Vlaanderen: 5,50 Essen
Hoogstraten Ravels Baarle-Hertog
Kalmthout
Wuustwezel Merksplas Rijkevorsel
Stabroek
Brecht
Kapellen
Turnhout Oud-Turnhout
Beerse
Brasschaat
Arendonk
Vosselaar
Malle
Mol Retie
0,00 - 0,50
Schoten
Antwerpen
0,80 - 1,90
Schilde
Zoersel
Lille Kasterlee
2,05 - 3,66 3,78 - 5,50
Zandhoven
Wommelgem
Mortsel
10,17 - 13,78
Grobbendonk Boechout
Herentals
Edegem Hove Hemiksem Aartselaar Kontich Schelle Lint
Puurs
Willebroek
Westerlo
Heist-op-den-Berg
Laakdal
Hulshout Sint-Katelijne-Waver
Sint-Amands
Putte Mechelen
Balen
Meerhout
Lier Duffel
Rumst
Geel
Herenthout
Berlaar Boom
Olen
Nijlen
Niel Bornem
Vorselaar
Ranst
Borsbeek
5,81 - 9,65
16,21
Dessel
Wijnegem
Zwijndrecht
Bonheiden
Huishoudens in sociale woning: percentage (2006)
28
Herselt
3.6. Onderwijs & Vorming 3.6.1. Basisonderwijs KLEUTERPARTICIPATIE gemeente GEEL (totaal) 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar
[1] 1.204 64 379 393 368
[2] 99,7 97,0 99,7 99,7 100,0
[3] 4 2 1 1 0
[4] 0,3 3,0 0,3 0,3 0,0
[5] 1.208 66 380 394 368
[1] Aantal ingeschreven kleuters (schooljaar 2009-2010) [2] Aantal ingeschreven kleuters van die leeftijd, in % van het aantal kleuters van die leeftijd (schooljaar 2009-2010) [3] Aantal niet-ingeschreven kleuters (schooljaar 2009-2010) [4] Aantal niet-ingeschreven kleuters van die leeftijd, in % van het aantal kleuters van die leeftijd (schooljaar 2009-2010) [5] Aantal kleuters (schooljaar 2009-2010)
ALGEMENE AANTALLEN gemeente GEEL
[1] 1.911
[2] 1.859
[3] 1.919
[1] 160
[2] 169
[3] 182
[1] Leerlingen lager onderwijs: aantal (2007) [2] Leerlingen lager onderwijs: aantal (2008) [3] Leerlingen lager onderwijs: aantal (2009)
SCHOOLVERTRAGING gemeente GEEL
[1] Leerlingen lager onderwijs met schoolvertraging: aantal (2007) [2] Leerlingen lager onderwijs met schoolvertraging: aantal (2008) [3] Leerlingen lager onderwijs met schoolvertraging: aantal (2009)
TOELICHTING De wijze waarop jongeren instromen in het secundair onderwijs heeft een belangrijke impact op hun latere schoolcarrière. Een intrede in de B - stroom en vooral een laattijdige intrede in het secun8 dair onderwijs beperken de kansen op het latere afstuderen sterk
8 Duquet N., Glorieux I., Laurijssen I., Van Dorsselaer Y. (2006) Wit krijt schrijft beter: Schoolloopbanen van allochtone jongeren in beeld. Antwerpen – Apeldoorn: Garant
29
GELIJKE ONDERWIJSKANSEN gemeente GEEL (totaal)
[1] 3.246
[2] 519
[3] 16
[1] Aantal leerlingen in basisonderwijs (lager- en kleuteronderwijs) (2008) [2] Aantal GOK-leerlingen in basisonderwijs (2008) [3] Aantal GOK-leerlingen, in % van het aantal leerlingen in basisonderwijs (2008)
3.6.2. Secundair onderwijs ALGEMENE AANTALLEN gemeente GEEL
[1] 4.290
[2] 4.720
[3] 4.373
[1] 1.089
[2] 1.099
[3] 1.106
[1] Leerlingen secundair onderwijs: aantal (2007) [2] Leerlingen secundair onderwijs: aantal (2008) [3] Leerlingen secundair onderwijs: aantal (2009)
SCHOOLVERTRAGING gemeente GEEL
[1] Leerlingen secundair onderwijs met schoolvertraging: aantal (2007) [2] Leerlingen secundair onderwijs met schoolvertraging: aantal (2008) [3] Leerlingen secundair onderwijs met schoolvertraging: aantal (2009)
GELIJKE ONDERWIJSKANSEN gemeente GEEL (totaal)
[1] 4.720
[2] 1.730
[3] 37
[1] Aantal leerlingen secundair onderwijs (2008) [2] Aantal GOK-leerlingen secundair onderwijs (2008) [3] Aantal GOK-leerlingen, in % van het aantal leerlingen secundair onderwijs (2008)
TOELICHTING GOK staat voor Gelijke Onderwijskansen. Dankzij het decreet over Gelijke Onderwijskansen uit 2003 krijgen scholen met relatief veel kansarme leerlingen extra begeleiding. Of een school GOK-uren krijgt, hangt samen met de kenmerken van de leerlingen van een school. Anno vandaag worden in het basis- en secundair onderwijs dezelfde indicatoren gehanteerd. Het gaat over socio-economische indicatoren zoals het hoogste diploma van de moeder en de taal die thuis gesproken wordt.
30
3.6.3. Ongekwalificeerde uitstroom Deze indicator zou zeer relevant zijn om op te nemen vermits het al dan niet hebben van een diploma een belangrijke hefboom is voor jongeren op de arbeidsmarkt. De dienst Onderwijs van de stad geeft aan dat gegevens inzake ongekwalificeerde uitstroom voor handen zijn, maar dat het geen evidente zaak is om ze te verkrijgen. Het zou een sterke meerwaarde zijn als het bestuur de opdracht zou geven aan de dienst Onderwijs om deze gegevens op te halen en op te volgen. Voorlopig nemen we hier enkele algemene cijfers op uit het onderzoeksrapport van G. Van Lan9 deghem en J. Van Damme van het steunpunt 'Studie- en schoolloopbanen'. Uit de samenvatting van dit rapport lezen we uit de tabel inzake ongekwalificeerde uitstroom in een reeks kalenderjaren af dat in 2007 maar liefst 14,7 % ongekwalificeerd uitstroomde (kwalificatiecriterium: ASOdiploma, KSO/TSO-diploma, BSO-getuigschrift, DBSO-getuigschrift of SYNTRA-getuigschrift). Dit tegenover 13,3 % in 2000. Deze cijfers geven aan dat de ongekwalificeerde uitstroom in Vlaan10 deren gestaag toeneemt, niettegenstaande dat één van de streefdoelen in het Pact van Vilvoorde was om het aantal jongeren dat de school verlaat zonder voldoende startkwalificaties voor de arbeidsmarkt en de samenleving is tegen 2010 minstens te halveren. Voor een meer uitgebreide analyse en cijfers verwijs ik naar het onderzoeksrapport van Van Landeghem en Van Damme.
9 Het steunpunt ‘Studie- en schoolloopbanen’ is een Vlaams multidisciplinair expertisecentrum, gefinancierd door de Vlaamse Regering, met als opdracht het volgen van groepen jongeren van bij het basisonderwijs tot hun intrede op de arbeidsmarkt. Het steunpunt onderzoekt in welke mate en in welk opzicht de schoolloopbanen, alsook de paden van school naar werk verschillen tussen jongeren, o.a. naargelang hun sociale achtergrond. 10 Op 22 november 2001 ondertekenden de Vlaamse Regering, de sociale partners en de milieu-organisaties het Pact van Vilvoorde, een set van ambitieuze doelstellingen, te bereiken tegen 2010. Met de 21 doelstellingen wilden de ondertekenaars een antwoord bieden aan de oproep van de Europese Commissie tot de ontwikkeling van een concurrentile en dynamische kenniseconomie tegen 2010.
31
3.7. Vrijetijdsparticipatie gemeente GEEL (totaal)
[1] 487
[2] 617
[3] 711
[1] Aantal vrijetijdspassers (2008) [2] Aantal vrijetijdspassers (2009) [3] Aantal vrijetijdspassers (2010) gemeente GEEL (totaal) 6 tot 18 jaar 18 tot 60 jaar 60 jaar of ouder
[1] 711 194 390 127
[1] Aantal vrijetijdspassers (2010)
TOELICHTING Om een vrijetijdspas aan te vragen, dient men te voldoen aan een aantal voorwaarden. De vrijetijdspas kan enkel aangevraagd worden voor de persoon zelf en zijn of haar gezinsleden. De persoon moet tevens inwoners zijn van Geel. Één van de volgende attesten dienen voorgelegd te worden: een attest verhoogde tegemoetkoming ziekteverzekering (omniostatuut of WIGW) van het ziekenfonds; een attest van het OCMW waarin staat dat je in budgetbeheer bent en over een minimum aan leefgeld beschikt; een attest van je advocaat dat je in schuldbemiddeling bent; een attest van het OCMW dat je een leefloon of een daarmee overeenkomende steun ontvangt.
32
3.8. Voorlopige conclusie Geel: ‘Je komt er, je blijft er’. Uit de cijfers blijkt dat Geel haar slagzin waardig is. Zo neemt het bevolkingsaantal noemenswaardig toe, in hoofdzaak ingegeven door een migratiore groei. Geel is een stad in ontwikkeling, een aantrekkingspool voor bewoners van omliggende gemeentes en verder. Geel staat sinds mensenheugenis bekend als ‘barmhartige stede’. Deze titel moest je vroeger vooral schetsen in het kader van de gezinsverpleging. Vandaag dankt het die naam aan meerdere elementen. Zo bevindt er zich heel wat sociale hulpverlening in Geel. Daarnaast is het Hoger Instituut Kempen (HIK) er gevestigd, wat Geel tot een studentenstad maakt. Geel vervult dus een centrumfunctie op vlak van gezondheid, onderwijs en ontmoeting. De groei van de stad versterkt haar (sociale) centrumfunctie op deze vlakken. Het toenemend bevolkingsaantal en de gezinsverdunning die hier mee gepaard gaan, impliceren een stijging van het aantal mensen met een verhoogd armoederisico. Deze vaststellingen zetten de relevantie van de sociale barometer en effectenrapportage kracht bij, om zo nog beter te kunnen bouwen aan een slagkrachtig en duurzaam sociaal beleid.
33
4. Ervaringen en aanbevelingen wonen en gezondheid Naast het verzamelen van de naakte cijfergegevens, vinden we het belangrijk om de ervaringen van de mensen zelf in beeld te brengen. Op die manier verdiepen we de lokale situatie en destilleren we aanbevelingen waar we in de sociale effectenrapportage in samenspraak met het bestuur mee aan de slag kunnen. De ervaringen en aanbevelingen van kansengroepen werden in het najaar 2010 in beeld gebracht via focusgroepen. Vanuit de Dienst Samenlevingsopbouw (DSO) hebben we ervoor gekozen om in eerste instantie de lokale situatie te verdiepen voor wonen en gezondheid. Binnen de DSO vangen we reeds lange tijd signalen op dat er op vlak van deze domeinen heel wat noden leefden bij kansengroepen. De twee focusgroepen vonden plaats in twee sessies, in totaal namen er 40 mensen deel. De deelnemers uit verschillende kansengroepen werden toegeleid door de partners van het Welzijnsoverlegplatform (WOP). Op het overlegplatform van 9 november 2010 werden de domeinen wonen en gezonheid voorgelegd aan het WOP. Daarnaast werd de verfijnde procedure ter implementatie van de sociale effectenrapportage toegelicht. Na afloop van deze presentatie gaf het WOP een positief advies om aan de slag te gaan met de domeinen wonen en gezondheid via de vooropgestelde procedure. Hieronder volgt het relaas van deze focusgroepen, voorafgegaan door een verdiepende situatieschets voor wonen en gezondheid. In de sociale effectenrapportage zal in samenspraak met het bestuur verdere gevolg gegeven worden aan deze ervaringen en aanbevelingen. Daarbij maken we met kansengroepen en het bestuur de vertaalslag naar mogelijke concrete aanknopingspunten om samen beleidsinitiatieven te ontplooiien.
34
4.1. Situatieschets wonen In het opvolgingsrapport 2010 geeft de Vlaamse armoedebarometer voor wonen zwaar weer aan. Zowel voor eigenaars als voor huurders wordt het steeds moeilijker om de eindjes aan mekaar te knopen. Algemeen zijn de problemen op de huurmarkt het grootst. Kansengroepen zijn vaak noodgedwongen op huurwoningen aangewezen omdat de aankoop van een eigen woning te hoog gegrepen is. De armoedecijfers bij huurders liggen dan ook fors hoger dan bij eigenaren van woningen. Daarnaast zijn de prijzen voor elektriciteit en gas aanzienlijk gestegen. Dit maakt dat mensen steeds meer uitgeven aan deze essentiële levenskosten.
4.1.1. Kamerwonen De woonproblematiek manifesteert zich in eerste instantie het sterkst in de centrumsteden waaronder Antwerpen. Zo betalen huurders een hoge huurprijs voor een woning van slechte kwaliteit. De problematiek dringt echter ook door in Geel. Kamerwonen kan omschreven worden als een alternatieve woonvorm die de veruiterlijking is van de onderkant van de woonmarkt. Vooral alleenstaanden verliezen immers het gevecht tegen de armoede. Wie slechts over één (relatief laag) inkomen beschikt, kan zich geen regulieren woning veroorloven. Anno vandaag telt Geel circa 45 kamerwoningen, goed voor circa 300 kamers. In maart 2009 deed het gemeentelijk kamerreglement haar intrede. Met dit reglement wil het lokale bestuur paal en perk stellen aan de schrijnende woonkwaliteit en onveiligheid in de kamerwoningen. Tot op heden zijn er slechts 10 panden vergund conform dit reglement. Voor wat betreft de overige 35 panden is het dus niet zeker of dit aanbod zal blijven. Een werkgroep van lokale stadsdiensten en actoren volgt de implementatie van het reglement op. De grootste uitdaging voor deze werkgroep zal erin bestaan om een aanbod te realiseren dat voldoet aan de kwaliteits- en veiligheidsnormen zonder afbreuk te doen aan de betaalbaarheid en de garantie van een voldoende aanbod aan kamers en/of andere betaalbare en haalbare huisvesting.
4.1.2. Sociale huisvesting De Geelse Huisvesting is actief in Geel, Grobbendonk, Herentals, Hulshout, Kasterlee, Laakdal, Meerhout en Westerlo. In Geel beschikt ze over een patrimonium van 703 wooneenheden. In het kader van het grond- en pandendecreet werd Geel een ‘sociaal bindend objectief’ opgelegd. Dit wil zeggen dat Geel naargelang haar reeds gerealiseerde sociale woonprojecten en in verhouding tot haar capaciteit een objectief opgelegd krijgt om mee bij te dragen tot de doelstelling van de Vlaamse overheid om 64 000 bijkomende sociale woningen te bouwen. Het gaat over 43 000 bijkomende sociale huurwoningen en 21 000 sociale koopwoningen. Daarnaast komen er nog eens 1000 sociale kavels bij. Het sociaal bindend objectief voor wat betreft het aantal bijkomende sociale huurwoningen voor Geel bedraagt 246. Geel zal dit objectief kunnen afleveren, de bouwprojecten gepland tot 2020 zullen immers 256 extra sociale woningen realiseren. Daarnaast staan er publiek-private samenwerkingen op stapel waar11 in een sociale last opgenomen werd. De wooneenheden die hier gerealiseerd worden tellen ook mee voor het bindend objectief. De doelstelling van de Vlaamse overheid om 64 000 bijkomende sociale woningen te bouwen zal echter niet tegemoet komen aan het vooropgestelde decenniumdoel van 75 000 extra sociale huurwoningen tegen 2017! Daarnaast zijn er ellenlange wachtlijsten. Met andere woorden is het zeker interessant om te bekijken of er in de toekomst eventueel bijkomende projecten
11Als een bouw- of verkavelingsproject onderworpen is aan een norm sociaal woonaanbod, wordt aan de stedenbouwkundige vergunning, respectievelijk de verkavelingsvergunning van rechtswege een sociale last verbonden. Die sociale last verplicht de bouwheer of verkavelaar ertoe het opgelegde percentage sociaal woonaanbod te realiseren.
35
kunnen gerealiseerd worden in functie van de noden die we optekenen uit wachtlijsten maar ook uit signalen van partners in het middenveld. Geel werkte ook reeds een lokaal toewijzingsreglement uit waarbij de zogenaamde lokale binding uitgebreid werd. Voordien was het zo dat kandidaat-huurders die de laatste 6 jaar, 3 jaar in Geel gewoond hadden, voorgingen op andere kandidaat-huurders. Deze lokale binding werd uitgebreid met de laatste 6 jaar, 3 jaar in Geel gewoond hebben OF ooit 15 jaar in Geel gewoond hebben. Daarnaast is er de mogelijkheid om een doelgroepenplan op te stellen. In Geel werd reeds een doelgroepenplan uitgewerkt voor seniorenwoningen. Het is de bedoeling om in de toekomst binnen de woonraad in functie van de noden die we optekenen vanuit de wachtlijsten eventueel andere doelgroepen te favoriseren. Toch dient op voorhand duidelijk afgelijnd te worden welk contingent we hiervoor reserveren. Uiteindelijk is het immers de bedoeling om in eerste instantie te bouwen in functie van de noden, zodoende is een doelgroepenplan overbodig. Daarnaast plaatsen we een kanttekening bij een eenzijdige analyse van wachtlijsten. Zo wordt er vanuit de Kleine Landeigendom aangegeven dat er veel alleenstaanden op een wachtlijst staan, maar dat die niet steeds op zoek zijn naar een kleine woning (met een uitbreiding van het gezin in het vooruitzicht). De Geelse Huisvesting geeft aan dat de nood aan woningen voor personen met een handicap geformuleerd in het Lokaal Sociaal Beleidsplan niet echt tot uiting komt in de wachtlijsten. Het provinciaal objectief voor wat betreft het aantal sociale koopwoningen bedraagt 100. De Kleine Landeigendom Zuiderkempen realiseert sociale koopwoningen in deze regio. Voorlopig werden er vanuit de Kleine Landeigendom geen nieuwbouw-projecten meer gepland, op de samenwerking met de Geelse Huisvesting in het kader van het bouwproject Wijdbosch na. Dit nieuwbouwproject voorziet in 218 woongelegenheden, waarvan 54 koopwoningen en 164 sociale huurwoningen. De Kleine Landeigendom heeft in Geel nog enkele gronden in woonuitbreidingsgebied. Het grond- en pandendecreet biedt de mogelijkheid om deze gronden aan te snijden. Daarnaast zullen er tegen 2020 in Geel 5 nieuwe sociale kavels bijkomen. Het sociaal verhuurkantoor Zuiderkempen verhuurt eveneens sociale woningen in de regio. In 2007 verhuurde het SVK 34 woningen in Geel. Momenteel beschikt het SVK nog steeds over 34 woningen in Geel (van het totale patrimonium van 87 woningen). Het gaat hier niet over een status quo. Zo werden er 5 verhuringen stopgezet door eigenaars. Intussen werden er echter 5 nieuwe panden ingehuurd door het SVK.
4.1.3. Lokaal woonbeleid In het kader van het grond- en pandendecreet heeft Geel reeds een leegstandsreglement uitgewerkt gekoppeld aan een heffing. Er werd nog geen standpunt ingenomen betreffende de sociale last en de activeringsheffing. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan staat wel reeds ingeschreven om 25% sociale woningbouw op te leggen bij nieuwe verkavelingsprojecten. Het lokaal woonbeleid wordt opgevolgd door de huisvestingsambtenaar en de woonraad. Daarnaast is de stad aangesloten bij het project ‘Kempisch woonplatform’ ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid.
4.1.4. Premies De stad Geel kende een lokale premie toe voor hernieuwbare energie, deze premie werd evenwel afgeschaft. Daarnaast is er de premie voor de aanpassing van de woning voor senioren en hulpbehoevenden.
36
4.1.5. Noodopvang Er is geen crisisopvang om mensen in noodsituaties tijdelijk te herhuisvesten.
37
4.2. Ervaringen en aanbevelingen wonen 4.2.1. Ervaringen Bij de ervaringen rond wonen hebben we expliciet gepeild naar de ervaringen rond informatieverstrekking en dienstverlening. In het kader van het woonplan werd er een SWOT-analyse gemaakt van de woonsituatie in Geel en daarbij bleek de doeltreffendheid van info en dienstverlening immers een blinde vlek te zijn.
INFORMATIEVERSTREKKING EN DIENSTVERLENING Infocel Technische Dienst
‘Je kan er terecht voor informatie over renovatie, isolatie… Er is dus veel voor eigenaars maar weinig voor huurders en mensen met een laag inkomen.’ De mensen zijn op de hoogte van het bestaan van de Infocel TD. Ze denken er echter niet met al hun vragen (bijv. huursubsidie) terecht te kunnen. Huisvestingsambtenaar
‘De huisvestingsambtenaar zit verstopt op het stadhuis. Sowieso is het al niet gemakkelijk om de stap te zetten naar het stadhuis’ Niet alle mensen weten dat er een huisvestingsambtenaar is in Geel. Mensen die weten dat er een huisvestingsambtenaar is, vinden dat ze makkelijker bereikbaar moet zijn. OCMW
‘Je kan er je verhaal doen over je huisvestingsprobleem. De maatschappelijk assistente kan de lijst van het CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk, nvdr) afprinten met woningen die te huur staan.’ ‘Vast cliënteel wordt goed geholpen, als nieuwe cliënt heb ik het gevoel minder goed ondersteund te worden.’ Het OCMW heeft een aantal instrumenten in handen zoals de installatiepremie en de verwarmingstoelage. Daarnaast kan de Vlaamse tegemoetkoming in de huur (huursubsidie) eventueel voorgeschoten worden indien een dossier ontvankelijk werd verklaard. De huurwaarborg kan eventueel ook voorgeschoten worden. Mensen duurzaam (her)huisvesten vergt echter intensieve begeleiding. Het lijkt dan ook meer dan nodig dat maatschappelijk assistenten van het OCMW hier tijd voor hebben. Andere diensten Huurders helpen huurders (huurdersbond)
‘Je kan er terecht voor juridische vragen en ze kunnen acties ondernemen in naam van huurders. Het nadeel is wel dat er lidgeld gevraagd wordt.’
Sociaal Verhuurkantoor (SVK) Zuiderkempen
‘Een woning van het SVK is een goede tijdelijke oplossing tot je in een sociale woning (van de sociale huisvestingsmaatschappij, nvdr) kan, want die is nog steeds goedkoper.’ 38
‘Het SVK is te weinig gekend door private eigenaars.’ Geelse Huisvesting
‘Goede oplossing!’ ‘Sociale huurders worden goed geïnformeerd door de huisvestingsmaatschappij en er is een goede dienstverlening. Ze dragen de betrokkenheid van sociale huurders hoog in het vaandel.’ ‘Geplande renovatiewerken en nieuwbouwprojecten brengen wel leegstand met zich mee wat nadelig is voor de wachtlijsten.’ Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW, Begeleid Wonen)
‘Ze kunnen mensen op meerdere vlakken begeleiden (integrale benadering is cruciaal, nvdr). Mensen kunnen zich steeds aanmelden of kunnen aangemeld worden door organisaties.’
PRIVATE HUURMARKT ‘Een private eigenaar of immobiliënkantoor vraagt veel gegevens (loonfiches, al dan niet een job?, identiteitsnummer…). Nochtans is dit wettelijk niet toegestaan.’ ‘De discriminatie op de private huurmarkt stijgt (er rusten stigma’s op mensen met een leefloon, mensen die niet werken, waarborg via OCMW, jongeren, allochtonen…).’ ‘Een betaalbare woning op de private huurmarkt is vaak van slechte kwaliteit wat hoge energiekosten met zich meebrengt. Mensen worden op die manier in de armen van huisjesmelkers gedreven. Zij vragen minder huur, maar té veel in verhouding tot de kwaliteit van de woning.’ ‘De woonzekerheid op de private huurmarkt is gering.’ ‘Mensen staan in rijen aan te schuiven voor een betaalbare, conforme woning.’ ‘De wooncultuur van sommige mensen is onaangepast. Ze kunnen niet aarden in een appartement waarvan ze verwacht worden het netjes te onderhouden.’ ‘Het aanbod voor grote gezinnen is zeer beperkt. Woningen met 4 of 5 slaapkamers zijn zeldzaam, zowel op de private huurmarkt als in sociale huisvesting.’ ‘Als je de zoekregio verruimt, heb je meer kans om een woning te vinden.’ ‘Een eigenaar is inschikkelijker dan een immobiliënkantoor. Een immobiliënkantoor daarentegen zet alles wel goed op papier, wat beter is als er een geschil is.’ De mensen geven een duidelijk signaal dat de discriminatie op de huisvestingsmarkt toeneemt. Wie geen werk heeft en dus geen loonfiches kan voorleggen of een waarborg via het OCMW wil regelen wordt vaak de laan uitgestuurd. Mensen geven aan dat ze op deze manier in de armen van huisjesmelkers worden gedreven. Huisjesmelkers vragen minder huur, maar té veel in verhouding tot de kwaliteit van de woning. Maar ze vinden vaak enkel bij deze mensen nog enig onderdak. Daarnaast geven mensen het signaal dat het relevant is om na te denken over alternatieve woonvormen (zoals kamerwonen). Er zijn immers mensen die niet kunnen aarden in een appartement of huis.
4.2.2. Aanbevelingen Voor de (beleids)aanbevelingen inzake wonen, spitsen we ons ook toe op informatieverstrekking en dienstverlening en grotendeels op de private huurmarkt. Bij de verdere opvolging van de sociale effectenrapportage zal het belangrijk zijn om deze aanbevelingen in samenspraak te prioriteren. Deze aan39
bevelingen werden ook reeds naast de doelstellingen vervat in het actieplan gekoppeld aan het woonplan gelegd. Op die manier kunnen doelstellingen in dit actieplan die bijdragen tot de aanbevelingen uit de focusgroepen samen met de kansengroepen en het bestuur uitgewerkt en opgevolgd worden via de sociale effectenrapportage.
INFORMATIEVERSTREKKING EN DIENSTVERLENING Uit de ervaringen inzake informatieverstekking en dienstverlening, blijkt een duidelijk nood aan een laagdrempelig aanspreekpunt inzake wonen en een goede doorverwijzing. Hieronder lijsten we eerst op wat de mensen vonden dat de verschillende diensten hierin zouden kunnen doen. Infocel Technische Dienst
‘Meer informatieverspreiding voor huurders in streekkrant, INFO Geel…’ Via de Streekkrant, INFO Geel, DSO-krantje… zou de informatie omtrent wonen beter bij de mensen kunnen komen. Ook voor wat betreft de dienstverlening van de Infocel TD. Huisvestingsambtenaar
‘Dient een aanspreekpunt te zijn voor wonen.’ Mensen geven aan nood te hebben aan een duidelijk aanspreekpunt inzake wonen. De huisvestingsambtenaar zou deze rol kunnen opnemen. Uiteraard dient de huisvestingsambtenaar in dit geval goed bereikbaar en gekend te zijn. OCMW
‘Meer tijd en personeel voor woonbegeleiding.’ ‘OCMW zou moeten beschikken over een transitwoning om mensen in noodsituaties/problematische huisvestingssituaties op te vangen. Goede begeleiding is onontbeerlijk.’ ‘OCMW zou borg kunnen staan voor huurders gekoppeld aan budgetbeheer.’ ‘OCMW of stad zouden een bijkomende huursubsidie kunnen toekennen.’ Er is reeds sprake van een vraagbaak Huisvesting binnen het OCMW. De tijd die deze persoon kan investeren in huisvesting is beperkt. Mensen geven duidelijk aan dat goede (intensieve) begeleiding onontbeerlijk is. Daarnaast wijzen mensen op het belang van een transitwoonst om mensen in noodsituaties op te vangen. Daarnaast zouden OCMW en/of stad kunnen overwegen om een lokale huursubsidie te verstrekken. Andere diensten
‘Goede doorverwijzing is belangrijk.’ ‘Goede samenwerking tussen verschillende diensten actief op vlak van wonen.’
PRIVATE HUURMARKT ‘Kwaliteit en betaalbaarheid dienen hand in hand te gaan. Misschien moeten we nadenken over alternatieve woonvormen.’ 40
‘Er is nood aan conforme, goedkope kamers.’ ‘Duidelijke bouwreglementeringen waar ook effectief op toegezien wordt.’ ‘Leegstaande panden in Geel zouden door het OCMW of stad kunnen aangewend worden als transitwoonst.’ ‘Leegstaande woningen kunnen tevens ingehuurd worden door GH en/of SVK om meer betaalbare woningen te realiseren.’ ‘Er is een nieuw leegstandsreglement van kracht, de boete op de leegstand kan opgetrokken worden of sneller opgelegd zodat er meer aanbod is.’ ‘Schriftelijke referentie ‘goede huurder’ van vorige verhuurder kan helpen om sneller een nieuwe woning te vinden.’ ‘Er is nood aan woningen voor grote gezinnen (4 of zelfs 5 slaapkamers), zowel op de private huurmarkt als in sociale huisvesting.’ ‘Er is nood aan woningen voor alleenstaanden in sociale huisvesting.’ ‘Huurder moet ook verantwoordelijkheid nemen: zelf actief zoeken naar woonst en ook aan problemen op andere levensdomeinen willen werken om zo de kans op het vinden van een goede woonst te verhogen.’ ‘Er moet strenger gecontroleerd worden op huisjesmelkerij. Sommige mensen willen wel klagen maar durven niet omdat ze anders op straat komen te staan. Bij garantie op crisisopvang, begeleiding en huursubsidie zouden mensen sneller klagen en kan huisjesmelkerij door de stad aan banden gelegd worden.’ ‘OCMW en/of stad moet eigenaars stimuleren om hun woonst te verhuren via het SVK.’ Het lokale bestuur (stad en OCMW) heeft tools nodig om haar woonbeleid te kunnen sturen. Het grond- en pandendecreet wil enkele tools aanreiken. Zo is er het Bindend Sociaal Objectief (BSO), de sociale last, activeringsheffing… Daarnaast beschikt het OCMW over het zogenaamd ‘sociaal beheersrecht’ om leegstand en verkrotting tegen te gaan. Daarnaast kan een lokaal bestuur subsidies verstrekken aan mensen met een inkomen onder een bepaalde grens om de situatie draaglijk te maken. Het actieplan gekoppeld aan het woonplan bevat heel wat doelstellingen die hefbomen bieden om deze tools in te zetten. In de verdere sociale effectenrapportage zullen kansengroepen samen met het bestuur deze dit actieplan verder uitwerken en opvolgen.
41
4.3. Situatieschets gezondheid In het opvolgingsrapport van Decenniumdoelen 2017 lezen we dat steeds meer mensen gezondheidszorgen moeten uitstellen omwille van financiële redenen. De onderhoudskosten zijn voor iedereen gestegen en steeds meer mensen hebben moeite om rond te komen. In het overheidsbeleid zien we geen significante koerswijziging. Gezondheidsongelijkheid wordt voornamelijk via preventie aangepakt. Daarnaast zijn ook de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de gezondheidszorg belangrijke doelstellingen van het beleid. Gezondheid is een domein dat diverse domeinen bestrijkt. In functie van de sociale effectenrapportage zal hier toegespitst worden op psychiatrische gezondheidszorg en lokaal (preventief) gezondheidsbeleid. Dit zonder de intentie te hebben andere organisaties in Geel met lokaal en regionaal werkingsgebied die bijdragen tot het welzijn en de gezondheid van mensen te onderbelichten.
4.3.1. Geestelijke gezondheidszorg OPENBAAR PSYCHIATRISCH ZORGCENTRUM (OPZ) OPZ Geel is een openbaar psychiatrisch zorg- en kenniscentrum dat voor mensen met een psychiatrische problematiek professionele zorg organiseert. OPZ Geel bestaat uit 4 divisies, met name volwassenen, ouderen, jongeren en rehabiliatie.
BESCHUT WONEN KEMPEN Beschut wonen Kempen is actief in Geel, Turnhout en Herentals. In totaal beschikt de organisatie over 48 erkende plaatsen. Hiervan zijn er 39 in groepswonen en 9 in individueel wonen. Daarnaast doen zij nog een 15-tal begeleidingen bovenop deze erkenning. Op die manier trachten ze zo veel mogelijk mensen te helpen met de beschikbare middelen.
CENTRUM GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG (CGG) GEEL CGG Kempen biedt professionele begeleiding en behandeling aan mensen met een ernstige psychosociale, psychische of een psychiatrische problematiek en aan hun omgeving. De begeleiding/behandeling bestaat uit regelmatige consultaties bij één van de medewerkers. Over het algemeen kan gesteld worden dat het aantal (globale) dossiers die behandeld worden in bovenvermelde instellingen toeneemt.
4.3.2. Lokaal (preventief) gezondheidsbeleid Gezondheid wordt binnen de stad onder andere opgevolgd vanuit de preventiedienst. Een halftijdse medewerker zet preventieve projecten op inzake gezondheid (bijv. campagne ‘Fit in ons hoofd’). Sinds enige tijd werd de preventieraad in het leven geroepen. Hier zetelen onder andere actoren die actief zijn in de welzijns- en gezondheidssector. Dit maakt de preventieraad tot een potentieel orgaan dat in de toekomst initiatieven kan ontplooien inzake toegankelijkere (eerstelijns) gezondheidszorg.
42
4.4. Ervaringen en aanbevelingen gezondheid 4.4.1. Ervaringen Gezondheid is een zeer ruim domein. Niet alle aspecten van gezondheidsbeleid zijn even relevant voor kansengroepen. Zo hebben we ons bij de bevraging toegespitst op de toegankelijkheid van het dienstenaanbod, met de nadruk op de toegankelijkheid van eerstelijnszorg.
INFORMATIEVERSTREKKING EN DIENSTVERLENING ‘Het is niet duidelijk voor wat je bij welke diensten terecht kan.’ “Een duidelijk aanspreekpunt is belangrijk: een vertrouwenspersoon die tevens gericht kan doorverwijzen. Deze persoon moet op maat van de patiënt kunnen communiceren.” ‘Een doorverwijzing moet voorbereid worden door vertrouwenspersoon (bijv. huisdokter). De eerste stap zetten is vaak het moeilijkst. Een eventuele ontgoocheling moet opgevangen worden.’ ‘Wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg werpen drempels op. Daarnaast is er in de wachtperiode vaak een gebrek aan begeleiding.’ ‘Te weinig wachtdokters en lange wachtlijsten werken een oneigenlijk gebruik van de spoeddienst van het ziekenhuis in de hand.’ ‘Veel huisdokters hebben een patiëntenstop ingevoerd.’ ‘Het is vandaag veel moeilijker om een afspraak te maken bij de dokter.’ ‘Er bestaat veel onduidelijkheid over kosten en terugbetalingen.’ ‘Duurdere behandelingen zoals bijv. kinesist: mensen stoppen behandeling omdat het te veel kost. Alternatieve geneeskunde wordt vaak niet vergoed.’ Mensen geven aan dat het voor hen lang niet duidelijk is waarvoor je bij verschillende diensten terecht kan. Daarnaast merken we dat de toegankelijkheid van de eerstelijnszorg toch wel wat in het gedrang komt door wachtlijsten, onduidelijkheid over kosten en terugbetalingen…
4.4.2. Aanbevelingen De aanbevelingen hebben tevens veelal betrekking op het verhogen van de toegankelijkheid van de eerstelijnszorg. Zo werd er gesproken over de nood aan goede informatie en dienstverlening. Daarnaast werd het idee geopperd om de derdebetalersregeling breder te laten toepassen en de oprichting van een wijkgezondheidscentrum.
INFORMATIEVERSTREKKING EN DIENSTVERLENING ‘Goede informatieverstrekking vanuit verschillende diensten, inzonderheid het ziekenfonds en OCMW.’
43
‘Diensten moeten goed op de hoogte zijn van de verschillende tegemoetkomingen (belang van sociale dienst bij mutualiteiten, nvdr)’ ‘Genoeg wachtdokters. Voor mensen met beperkte mobiliteitsmogelijkheden is het soms moeilijk als je maar op één plaats terecht kan.’ ‘Wachtdokter dient op de hoogte te zijn van apotheker van wacht of dit alleszins uit te hangen.’ ‘Onderzoek naar dienstverlening mutualiteiten bijv. maken zij al dan niet gebruik van de mogelijkheid om verhoogde tegemoetkomingen te geven, goed uitgebouwde sociale dienst, kantoor in de buurt…’ ‘Dokters kunnen gestimuleerd worden om generische geneesmiddelen voor te schrijven.’ ‘Dokters moeten zeker huisbezoeken blijven doen. Op die manier kan de dokter ook de situatie in z’n geheel onder de loep nemen.’ ‘Meer toezicht of een dokter effectief uithangt of hij al dan niet geconvensioneerd is.’ ‘Initiatief nemen tot samenaankoop medicijnen (bijv. in buitenland).’ ‘Meer informatieverspreiding over de verschillende diensten en hun aanbod (via INFO Geel, DSOkrantje…)’ ‘Goede informatiedoorstroming tussen hulpverleners bijv. via welzijnsoverlegplatform.’
DERDEBETALERSREGELING ‘Kan er in kaart gebracht worden welke dokters de derdebetalersregeling reeds toepassen? (eventueel verspreiden via INFO Geel, DSO-krantje…)’ ‘Kunnen meer dokters gestimuleerd worden op dit toe te passen?’ ‘Huisartsen zouden weinig nadeel mogen ondervinden van derdebetalersregeling, dan zullen ze meer gemotiveerd zijn om dit toe te passen.’ De derderbetalersregeling laat mensen toe om enkel het remgeld te betalen. Het lokale bestuur zou een partner kunnen zijn om meer huisartsen te stimuleren om deze regeling in te voeren.
WIJKGEZONDHEIDSCENTRUM ‘Gezondheidszorg samenbrengen.’ ‘Multidisciplinair team (dokter, psycholoog, verpleegkundige, ervaringsdeskundige, Kind & gezin met onthaalbalie waar ruimte is voor informatieverspreiding en doorverwijzing).’ ‘Ruimte voor preventie Werken met vrijwilligers.’ ‘De stad kan de oprichting van een Wijkgezondheidscentrum steunen.’ ‘Wordt door hogere overheid gesubsidieerd.’ ‘Via leegstandsreglement pand opvorderen om WGC uit te bouwen?’ ‘Dokter moet vertrouwenspersoon zijn, moeilijk om bij verschillende dokters te gaan.’ 44
‘Niet enkel toegankelijke gezondheidszorg nastreven in wijkgezondheidscentrum, dokters moeten ook toegankelijk blijven (bijv. via breder toepassen van derdebetalersregeling).’ ‘Één centrale plaats: moeilijk bereikbaar voor sommige mensen? Eventueel koppelen aan minder mobiele centrale of belbus’ Een wijkgezondheidscentrum (vroeger ook wel dispensarium genoemd) verhoogt de toegankelijkheid van eerstelijnszorg. De mensen geven aan hier veel kansen in te zien.
45
Sociale EffectenRapportage Gezondheid, Werk, Inkomen, Wonen, Onderwijs & Vorming, Vrijetijdsparticipatie
5. Sociale effectenrapportage In navolging van de sociale barometer ontwikkelden we een beleidsprocedure om aan de slag te gaan met de cijfers, ervaringen en aanbevelingen. Het doel van deze (participatieve) beleidsprocedure is tweeledig: Enerzijds kan zij gehanteerd worden om kansengroepen te betrekken bij beleidsvoering (beleidsvoorbereiding, -implementatie en –evaluatie) om sociaal beleid beter af te stemmen op de noden van kansengroepen. Anderzijds wil de procedure kansengroepen (meer) inzicht doen verwerven in beleidsvoering. Om dit te bewerkstelligen, is het wezenlijk dat zowel het lokale bestuur (stad en OCMW) als de kansengroepen zich oprecht engageren om met elkaar in gesprek te gaan. Het kernwoord in deze procedure is dan ook DIALOOG. De ervaringen en aanbevelingen die we optekenen vanuit de focusgroepen kennen geen finaliteit op zich. Het gaat dus niet enkel over het benoemen van knelpunten maar ook over het zoeken naar oplossingen. Deze mogelijke oplossingen vormen het startpunt om in dialoog te gaan met het bestuur om zo in samenspraak concrete beleidsmaatregelen uit te werken. Als bijlage (bijlage 2) het schema SB-SER. Dit schema geeft grof de procedure weer, alsook de link met de sociale barometer. De sociale barometer bevat 6 (levens)domeinen, de procedure SER 6 gelijklopende beleidsdomeinen. We kozen er aanvankelijk voor om te pionieren met de domeinen wonen en gezondheid bij wijze van try-out. Niettemin ambiëren we om op termijn met de sociale effectenrapportage te werken rond alle domeinen. Een slagkrachtig armoedebestrijdingsbeleid zal immers een integrale benadering vergen. Door te werken rond alle domeinen in samenspraak met verschillende partners streven we dergelijke integrale benadering na. Binnen de Dienst Samenlevingsopbouw (DSO) werden reeds domeinverantwoordelijken benoemd die de effectenrapportage over de verschillende domeinen zullen uitvoeren. De procedure kan zowel gehanteerd worden om in samenspraak beleid te ontwikkelen op lange termijn als het aftoetsen van beleidsvoorstellen op korte termijn. Zo kunnen kansengroepen betrokken worden in een proces van totstandkoming van (nieuwe) strategische planning, in concreto de ontwikkeling van een nieuw Strategisch Plan of Lokaal Sociaal Beleidsplan of een ander richtingaangevend beleidsplan. Daarnaast kunnen ad hoc beleidsvoorstellen die het wekelijkse schepencollege passeren afgetoetst worden. Hier is het zinvol om een onderscheid te maken tussen participatie en inspraak. Participatie vergt een proces van betrokkenheid, coproductie. Mensen worden van meet af aan meegenomen in de ontwikkeling van een (nieuw) beleidsinitiatief, het resultaat is een gedeeld gegeven. Inspraak daarentegen gaat veeleer over kortstondige bevraging, aftoetsing. Mensen mogen zonder meer hun zeg doen over een bepaalde kwestie. Afhankelijk van het beleidsvoorstel, de vraag of het domein in kwestie, zal de afweging gemaakt worden of een participatieproces aan de orde is of kortstondige bevraging.
47
Als bijlage (bijlage 3) werd een stroomdiagram opgenomen dat weergeeft hoe de procedure SER voor langetermijnplanning er concreet zal uitzien. Om de nodige ervaringen en aanbevelingen aan te leveren, zal de domeinverantwoordelijke gebruik maken van participatiemethodieken die aansluiten bij zijn of haar domein en doelgroep(en). Tevens als bijlage (bijlage 4) een tijdlijn die de totstandkoming van het nieuw beleidsplan 2014-2020 weergeeft en de plaats die SER daarbij reeds zal innemen. De totstandkoming van dit beleidsplan zal geschieden binnen de contouren 12 van de nieuwe ‘Beleids- en BeheersCyclus’ . Daarnaast werd een stroomdiagram opgenomen dat de procedure SER op korte termijn weergeeft (bijlage 5). Dit schema voorziet in bevraging via klankbordgroepen binnen de DSO, al dan niet in samenspraak met adviesraden. Met de eventuele aanpak via adviesraden willen we de sociale effectenrapportage enten op bestaande, formele structuren. Voor het domein wonen opteren we om samen te werken met de woonraad. Voor de andere domeinen zal de eventuele samenwerking met een adviesraad bekeken worden in functie van het domein op zich, de (samenstelling van) adviesraad en de concrete vraagstelling. Het welzijnsoverlegplatform (WOP) fungeert als een soort ‘reflectiekamer’. Zaken die besproken werden in functie van de sociale effectenrapportage zullen op dit overleg steeds teruggekoppeld worden.
12
Op 25 juni 2010 heeft de Vlaamse Regering haar definitieve goedkeuring gehecht aan de beleids- en beheerscyclus van de
gemeenten, de provincies en de OCMW's. Dit besluit van de Vlaamse Regering komt er in uitvoering van titel IV, planning en financieel beheer, van het Gemeente-, Provincie- en OCMW-decreet. Het bevat de inhoud van de beleidsrapporten (meerjarenplan, budget en jaarrekening), evenals de regels voor de boekhouding.
48
6.
Bronnenlijst
Storms B., Van Den Bosch K., Wat heeft een gezin minimaal nodig? Een budgetstandaard voor Vlaanderen, 2009 Campaert G., prof. dr. Dierckx D., prof. dr. Vranken J. (onderzoeksgroep OASeS), Armoedebarometer 2010 (opvolgingsrapport), april 2010 Marynissen R., Bottu G., Steunpunt Sociale Planning, Sociaal Kompas deel I, 2009 Kesteloot C., Atlas van achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel, 2007 Van Landeghem G., Goos M. & Van Damme J., Vroege schoolverlaters in Vlaanderen. Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007, 2010 (samenvatting) Woonplan Geel (beleidsdocument) Visie op lokaal gezondheidsbeleid (visienota ACW Geel) http://arvastat.vdab.be/arvastat/index.htm (Arvastat) http://aps.vlaanderen.be/lokaal/lokale_statistieken.htm (Lokale statistieken) http://www.ksz-bcss.fgov.be/ (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) http://www.mi-is.be/be-nl/doc/algemeen/barometerprint-nl2010pdf (Interfederale armoedebarometer) http://www.geel.be/file_uploads/5992.doc (Lokaal Sociaal Beleidsplan Geel) http://www.cggkempen.be/ (Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Geel) http://www.opzgeel.be/nl/home/htm/intro.asp (Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel) http://www.beschutwonenkempen.be/ (Beschut Wonen Geel)
49
7. Bijlagen 7.1. Bijlage 1: dashboard domeinen en indicatoren Geel 7.2. Bijlage 2: schema SB-SER 7.3. Bijlage 3: stroomdiagram SER LT 7.4. Bijlage 4: tijdlijn totstandkoming nieuw beleidsplan 2014-2020 7.5. Bijlage 5: stroomdiagram SER KT
50
BIJLAGE 1: DASHBOARD DOMEINEN EN INDICATOREN GEEL
G1 G E Z O N D H E I D
G3
a
b
c
d
Rusthuizen: capaciteit (2007)
Serviceflats: capaciteit (2007)
Kortverblijf: capaciteit (2007)
Dagverzorging: capaciteit (2007)
Toepassing derdebetalersregeling (%)
OCMW-dossiers MH (jan-okt 2010)
382
6
10
0
17
326
406
382
326
272 145 6
10
0 Geel
W E R K
G2
Mol
3
0
0
60
0
17 Geel
Turnhout
Geel
Mol
a
WE1 b
c
Werkzoekenden (dec 2010)
NWWZ in kansengroep (dec 2010)
Werkloosheidsgraad (dec 2010) (%)
1.170
824
6,56
2.076 1.170
15
1.636
1.097 824
Geel
Mol
781
Turnhout
10,65 6,56
Geel
51
6,92
Mol
Turnhout
I N K O M E N
17,3
I1
I2
I3
I4
I5
I6
Jaarlijks ink < 10 000 EUR (2007) (%)
Voorkeurreg ziekteverz (2007)
Tegemoetkoming PMH (2008)
Leefloon (2007)
Schuldhulpverl OCMW (2010)
GIB of IGO (2007)
17,3
4.351
1.287
209
782
269
17,9
16,1
17,4
4.351
4.694
3.181
1.287 828 923
782 269 199 349
209 70 212
Geel
W O N E N
Mol
Turnhout
Vl gewest
Geel
Mol
Turnhout
WO1
WO2
WO3
Aantal sociale huurwoningen (2009)
Kandidaat-huurders sociale woning GH + SVK (2010)
Gedomicilieerden kamers + camping (2010)
734
1.608
417
1.608 1.305 734
Geel
603
Mol
417
Turnhout
Geel
52
O N D E R W IJ S & V O R M I N G
O&V1 a
b
c
d
a
O&V2 b
O&V3
Aantal lln LO (2008)
SVT LO (2008)
Aantal lln BO (2008)
GOK BO (2008)
Aantal lln SO (2008)
SVT SO (2008)
GOK SO (2008)
OGK uitstroom Vlaanderen (2007) (%)
1.859
169
3.246
519
4.720
1.099
1.730
14,7
c
4720 3246 1.859
1730 1099
519
169
Vlaanderen
Geel
V1 V R IJ E T IJ D S P P T
a Totaal VTP (2010) 711
b VTP 6-18j (2010) 194
c VTP 18-60j (2010) 390
VTP =>60j (2010) 127
711 390 194
127 Geel
53
BELEIDSVOORBEREIDING EN BELEIDSEVALUATIE
SOCIALE BAROMETER (analyse-instrument) Cijfergegevens gezondheid, werk, inkomen, wonen, onderwijs en vorming, vrijetijdsparticipatie (kwantitatief) Ervaringen en aanbevelingen kansengroepen (kwalitatief) DOEL: momentopname sociale situatie Geel met mogelijkheid tot periodieke opvolging
BESTUUR EN DIENSTEN (BELEIDSIMPLEMENTATIE) BOTTOM-UP
SOCIALE EFFECTENRAPPORTAGE (beleidsprocedure) Beleidsdomeinen gezondheid, werk, inkomen, wonen, onderwijs en vorming, vrijetijdsparticipatie DOEL: kansengroepen proactief betrekken bij beleidsvoering om sociaal beleid beter af te stemmen op sociale noden en kansengroepen inzicht te doen verwerven in beleidsvoering WOP
DSO Via coördinator Structureel & Preventief werk en domeinverantwoordelijken DSO Bevraging van kansengroepen (klankbordgroepen, focusgroepen)
BIJLAGE 2: SCHEMA SB-SER
ADVIESRADEN
DIENST SAMENLEVINGSOPBOUW (DSO) = BEWAARDER SB EN SER
TOP-DOWN
BIJLAGE 3: STROOMDIAGRAM SER LT
SER bij opmaak van lange termijn plan
SPKZ
Betrekken adviesraden Actualiseren omgevingsanalyse Geel
Uitwerken participatietraject
Opmaak verslag
Voorbereiden kader beleidsdoelstellingen
Voorstel SP
Coördinator structureel & preventief werk
Actualiseren Lokale Sociale Barometer
Uitwerken van participatietraject kansengroepen
Rapport SER
Uitwerken actieplannen/ acties
Input DSO
Domeinverant woordelijke DSO
Rechtstreeks betrekken burgers
Input gegevens Lokale Sociale Barometer
Betrekken kansengroepen
Opmaak verslag per domein
Toetsing met kansengroepen
Opmaak verslag per domein
BIJLAGE 4: TIJDLIJN TOTSTANDKOMING NIEUW BELEIDSPLAN 2014-2020
Naar een nieuw beleidsplan 2014 - 2020 september ’11 oktober 2011
Omgevingsanalyse met input vanuit sectoren/diensten
november 2011 Opstart samenwerking adviesraden
december 2011 Communicatie ‘foto van Geel’ - situatie ‘as is’ naar alle sectoren/diensten
januari 2012 februari 2012 maart 2012
april 2012
Opstart algemeen participatietraject: - enquête - focusgroepen - adviesraden - SER Voor het extern participatietraject wordt externe ondersteuning gezocht
mei 2012 juni 2012 Verwerken resultaten
juli 2012 augustus 2012
september 2012 Communicatie resultaten vs ‘situatie as is’ naar alle sectoren en diensten
oktober 2012 november 2012
Krijtlijnen meerjarenplan – incl. keuze integratie van Vlaamse beleidsprioriteiten
december 2012
januari 2013 februari 2013
Opmaak van doelstellingenboom Bepalen van prioritaire beleidsdoelstellingen Uitwerken actieplannen Fasering van actieplannen ifv budgettaire mogelijkheiden
maart 2013 april 2013 mei 2013 Goedkeuring nieuw MJP
juni 2013 juni ’13
Voorbereiding beleidsnota 2014
Domeinverant woordelijke DSO
Coördinator structureel & preventief werk Beleid
BIJLAGE 5: STROOMDIAGRAM SER KT