DG Sociale Inspectie
1
DG Sociale Inspectie
DG Sociale Inspectie
2
1 VOORSTELLING A. Doelstellingen en opdrachten
Directie Generaal
De belangrijkste doelstelling van de Directie-generaal (DG) Sociale Inspectie is de bestrijding van sociale fraude en zwartwerk. Ze heeft als opdracht de controle van en het toezicht op de correcte toepassing van de sociale wetgeving door de werkgevers. Het gaat om de aangifte aan de RSZ (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid), het jaarlijks vakantieverlof (de toekenning van vakantiedagen, de berekening en de betaling van het vakantiegeld), de arbeidsongevallen (de afsluiting van een verzekering tegen arbeidsongevallen en de aangifte van de gebeurde ongevallen), de kinderbijslag, de ziekte– en invaliditeitsverzekering, de tewerkstelling van vreemde werknemers en de deeltijdse arbeid. Bovendien oefent de DG Sociale Inspectie een dienstverlenende rol uit door het informeren van werkgevers over de wettelijke en reglementaire bepalingen. Ze zorgt er ook voor dat de werknemers en de sociaal verzekerden kunnen genieten van de voordelen die door de wet voorzien zijn. Naast de dagdagelijkse controles bij werkgevers en in de werkplaatsen, is de DG Sociale Inspectie actief in de strijd tegen mensenhandel. Het gaat hierbij om moderne vormen van slavernij waarbij de arbeid van een persoon uitgebuit wordt en er geen of een onvolledige betaling van socialezekerheidsbijdragen is. Daarnaast richt de DG zich op de sociale spitstechnologie. Dit zijn gesofistikeerde constructies waarbij bedragen ten onrechte worden onttrokken aan de inning van socialezekerheidsbijdragen. De toegepaste methodes worden steeds verfijnder. Ten slotte houdt de DG zich bezig met de onregelmatige of onrechtmatige detacheringen. Het gaat om internationaal georganiseerde sociale dumpingpraktijken waarbij bonafide bedrijven nadeel ondervinden doordat de concurrentie geen of slechts gedeeltelijk socialezekerheidsbijdragen betaalt.
146
DG Sociale Inspectie
B. Organogram Directie-generaal Sociale Inspectie Secretariaat DG Beleidsondersteuning
Coördinator
Legistieke cel
Brus. Hoofds(fr) Regio 8b
Luik Regio 7
Namen, Luxemburg Waals-Brabant Regio 6
Limburg Regio 4
Informatica & Statistieken
Brus. Hoofds(nl) Vlaams-Brabant Regio 8a
Communicatie
Antwerpen Regio 3
Logistiek
Oost-Vlaanderen Regio 2
Budget en Beheerscontrole
West-Vlaanderen Regio 1
Stafdiensten FOD (P&O, B&B, ICT, LOG)
Personeel en Organisatie
Henegouwen Regio 5
Administratieve controlecel
Strategische cel
Directie Ondersteuning
DG Sociaal Beleid
Afdeling Controle der werkgevers
147
De Directie-generaal Sociale Inspectie bestaat uit het hoofdbestuur, een logistieke afdeling en
• Regio 8:
een afdeling Controle der werkgevers.
- Directie A: provincie Vlaams-Brabant en Brussel-Hoofdstad (controle van de
Het Hoofdbestuur bestaat uit:
- Directie B: Brussel-Hoofdstad (controle van de Franstalige werkgevers)
Nederlandstalige werkgevers) • het Secretariaat van de directie; • de directie Administratieve ondersteuning:
De zetel van elke regio is gelegen in de hoofdstad van de provincie. De zetel van regio 6 bevindt
- de cel Personeel & Organisatie;
zich in Namen en die van regio 8 in Brussel.
- de cel Budget & Beheerscontrole; - de cel Logistiek;
Enkele jaren geleden werd een reorganisatie doorgevoerd die leidde tot de vorming van
- de cel Communicatie.
gespecialiseerde onderzoekscellen binnen iedere regio: • Cel Grote ondernemingen
De afdeling Logistieke steun bestaat uit:
• Cel Mensenhandel
• de Strategische cel;
• Cel Grensoverschrijdende tewerkstelling
• de cel Administratieve controle;
• Cel Transport
• de Legistieke cel;
• Cel Basiswerking
• de cel Informatica & Statistieken;
• Coördinatiecel
De afdeling Controle der werkgevers wordt ondersteund en aangestuurd door het hoofdbestuur. Ze bestaat uit 9 regio’s: • Regio 1: provincie West-Vlaanderen • Regio 2: provincie Oost-Vlaanderen • Regio 3: provincie Antwerpen • Regio 4: provincie Limburg • Regio 5: provincie Henegouwen • Regio 6: provincies Namen, Luxemburg en Waals-Brabant • Regio 7: provincie Luik
148
DG Sociale Inspectie
C. De samenwerking tussen de federale inspectiediensten Naast de DG Sociale Inspectie zijn er nog drie andere federale inspectiediensten: de dienst Toezicht op de Sociale Wetten (TSW) van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de inspectiedienst van de RSZ en de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling). De federale inspectiediensten werken regelmatig samen. Deze samenwerking werd uitgebreid en geïnstitutionaliseerd door de oprichting van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) in 2006. De SIOD stelt een jaarlijks actieplan op dat gebaseerd is op het beleid van de regering voor de strijd tegen de sociale fraude en de illegale arbeid. In 2004 voerde de DG Sociale Inspectie een herpositionering door ten opzichte van de andere sociale inspectiediensten. De opdrachten die tot haar core business behoren, werden afgebakend (zie punt A). Faillissementen, dienstverleners en sociale secretariaten (behalve voor wat betreft erkenning en waarborg) vallen niet binnen het gewone takenpakket. Verder biedt de DG Sociale Inspectie ondersteuning bij controles van transport en werkt ze samen met de openbare instellingen van sociale zekerheid.
149
2 REALISATIES A. Controle van de correcte toepassing van de sociale wetgeving 1) Aantal dossiers afgesloten per werkgever
2) Inhoud van de dossiers
Uit de onderstaande tabel blijkt dat in de loop van het jaar 2008 17.475 controledossiers
De DG Sociale Inspectie controleert bij de werkgevers de volgende aspecten:
werden afgesloten, die betrekking hadden op 14.882 werkgevers. Verschillende dossiers
• de inschrijving als werkgever en de juistheid van de ingediende aangiften van
kunnen betrekking hebben op dezelfde werkgever tijdens hetzelfde jaar. Dit komt omdat
personen, lonen en dagen (RSZ-wetgeving). Het gaat hier om de bestrijding van
meerdere vragen tot controle of klachten door diverse organisaties of werknemers tegen
zwartwerk;
dezelfde werkgever kunnen worden ingediend.
• de naleving van de bepalingen voor de deeltijds tewerkgestelde werknemers; • de naleving van de wetgeving rond DIMONA (Onmiddellijke aangifte van de tewerkstelling) en het correct bijhouden en bewaren van de verplichte sociale
Aantal afgesloten dossiers per werkgever
Aantal gecontroleerde werkgevers
Daadwerkelijk aantal dossiers
% in verhouding tot het totaal aantal dossiers
1
13.055
13.055
74,71
2
1.421
2.842
16,26
3
267
801
4,58
4
77
308
1,76
5
34
170
0,97
documenten; • de naleving van de wetgeving van de jaarlijkse vakantie; • de aansluiting van de werkgever bij een kinderbijslagfonds en de naleving van de regelgeving op dit vlak; • het verplicht afsluiten door de werkgever van een verzekering tegen arbeidsongevallen bij een erkende verzekeringsmaatschappij en de aangifte door de werkgever van de arbeidsongevallen en de ongevallen op de weg van en naar het werk; • de aflevering door de werkgever van het inlichtingenblad voor de berekening van de uitkeringen in geval van ziekte (regelgeving voor de ziekte- en invaliditeitsverzekering). Er wordt ook nagegaan of deze documenten correct ingevuld zijn;
6
9
54
0,31
• de tewerkstelling van werknemers van vreemde nationaliteit. Een illegale
7 of meer
19
245
1,40
bevoegdheid behoren van de DG Sociale Inspectie. Ze doet bijvoorbeeld onderzoek
TOTAAL
14.882
17.475
100
tewerkstelling houdt meestal ook inbreuken in op andere wetten, die tot de naar de naleving van de wetgeving over de toelating om zich op het grondgebied te bevinden, over het verblijf, het zich vestigen en de uitoefening van een zelfstandige activiteit.
150
DG Sociale Inspectie
Volgende tabel geeft een overzicht van de inhoud van de 17.476 dossiers die in 2008 Inhoud van de opdrachten
werden afgesloten. Bij een controle moeten verschillende zaken onderzocht worden. Een klacht kan bijvoorbeeld gaan over het niet aangeven van prestaties bij de sociale zekerheid,
Sociale Zekerheid
het niet afgeven van sociale documenten, het niet betalen van het vakantiegeld,…
Artikel 30bis1 Artikel 17 – sociaal-culturele sector
DG Sociale Inspectie
74,92
98
0,56 0,51 51,63
Sociale zekerheid buitenlanders
528
3,02
Aansluiting sociaal secretariaat
2
0,01
2.699
15,44
Ziekte- en invaliditeitsverzekering
480
2,75
Kinderbijslag
203
1,16
Sociale documenten
8.089
46,29
Arbeidsongevallen
5.689
32,55
Deeltijds werk
4.906
28,07
Arbeidsvergunning
1.230
7,04
Illegaal verblijf
99
0,57
Buitenlandse zelfstandigen – wet 19653
186
1,06
Voorlegging verweermiddelen – administratieve geldboete
2
0,01
Werking Sociale Inspectie
0
0,00
Diverse (pensioenen, personen met een handicap…)
2
0,01
Jaarlijkse vakantie
3
13.093 89
Onmiddellijke aangifte tewerkstelling
2
% in verhouding tot het totaal aantal dossiers
9.023
2
1
Aantal dossiers
Art. 30 bis van de wet van 27 juni 1969 betreft geregistreerde aannemers Art. 17 van het KB van 28 november 1969 betreft de vrijstelling van leiders en monitoren gedurende de schoolvakanties (25 dagen) Wet van 19 februari 1965 betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen
151
3) Oorsprong van de afgehandelde opdrachten De controles die de DG Sociale Inspectie uitvoert, kunnen van verschillende oorsprong Aantal dossiers
% in verhouding tot het totaal aantal dossiers
3.073
17,58
Andere gerechtelijke overheden
43
0,25
Beleidscel van Sociale zaken
3
0,02
6.133
35,09
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
689
3,94
FOD Financiën
68
0,39
Registratiecommissie der aannemers
66
0,38
• de vragen tot controle van de openbare instellingen van sociale zekerheid: de RSZ,
RSZ
87
0,50
het RIZIV (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering), de RKW (Rijksdienst
RVA
220
1,26
voor Kinderbijslag voor werknemers),….;
Openbare instellingen van sociale zekerheid: vakantiekassen, kinderbijslagfondsen, het RIZIV, het RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen)
35
0,20
Coöperatieve instellingen van sociale zekerheid: mutualiteiten, sociaal secretariaten, verzekeringsinstellingen voor arbeidsongevallen, Fonds voor bestaanszekerheid,…
6
0,03
4.700
26,89
678
3,88
1.156
6,61
Andere Administraties
217
1,24
zekerheid als oorsprong. Het aandeel van de dossiers betreffende de onregelmatige
Anoniem
302
1,73
tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten bedraagt 26,89%. De parketten van de
TOTAAL
17.476
100
zijn: • de controleopdrachten afkomstig van de gerechtelijke overheden en dan vooral van de Arbeidsauditoraten. Dit gebeurt via een kantschrift: een schriftelijke opdracht die aanleiding kan geven tot een controle of een aanvulling op een reeds uitgevoerde controle; • de controleopdrachten afkomstig van de beleidscel van de Minister, de voorzitter en de Directies van de FOD Sociale Zekerheid;
Auditoraat generaal Arbeidsauditoraat
FOD Sociale Zekerheid
• de controleopdrachten in het kader van de samenwerkingsprotocollen tussen de verschillende inspectiediensten om de controles te coördineren. Een voorbeeld van een samenwerkingsprotocol is MERI (MEnsenhandel en RIsicofactoren); • de vragen tot controle van de provinciale registratiecommissies voor aannemers;
• de vragen tot controle afkomstig van meewerkende instellingen van sociale zekerheid zoals de mutualiteiten; • de klachten van werknemers en hun raadslieden en van vakbonden; • de talrijke inlichtingen die aan de DG Sociale Inspectie worden doorgegeven door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de FOD Financiën, het ex-
MERI (Mensenhandel en RIsicofactoren)
Ministerie van Openbare Werken, de openbare of meewerkende instellingen van
Vakbonden
sociale zekerheid, diverse instellingen of particulieren;
Particulieren en anderen
• de initiatieven van de DG Sociale Inspectie zelf. Voor de in 2008 afgehandelde controleopdrachten heeft ruim 1/3 de FOD Sociale
arbeidsgerechten vertegenwoordigen een aandeel van 17,58%. 152
Oorsprong van de afgehandelde opdrachten
DG Sociale Inspectie
4) Overzicht van de gecontroleerde activiteitensectoren Uit de onderstaande tabel met het overzicht van de activiteitensectoren blijkt dat in 2008 de meeste werkgevers werden gecontroleerd in de horecasector, de bouwsector, de groot- en kleinhandel en het herstel van voertuigen en andere persoonlijke artikelen.
Activiteitensectoren landbouw; jacht; bosbouw; visserij en aquacultuur winning van delfstoffen, steenkool, aardolie, aardgas, ertsen, stenen en zand; ondersteunende activiteiten voedingsindustrie; dranken; tabak
Aantal controles
% in verhouding tot het totaal aantal controles
611
3,71
3 510
0,02 3,10
vervaardiging van textiel, kleding, bont, leer, lederwaren, schoeisel; vervaardiging van artikelen van hout, van papier en karton; drukkerijen, reproductie van opgenomen media
142
0,86
petroleumindustrie; chemie; farmaceutica; rubber en kunststof; pesticide; detergent; lijm
102
0,62
groot- en kleinhandel (brandstoffen inbegrepen); onderhoud en herstel van voertuigen en andere persoonlijke artikelen
3230
19,60
vervoer; opslag; posterijen en koeriers; goederenbehandeling
824
5,00
3.673
22,29
informatie, communicatie, persagentschap, uitgeverij, bioscoop, radio, televisie, telecommunicatie, informatica
332
2,02
financiële bemiddelaars, verzekeringen, krediet- en vastgoedactiviteiten, verwante activiteiten
284
1,72
gespecialiseerde activiteiten: juridisch, boekhouding, architectuur, engeneering, speurwerk, publiciteit, fotografie, marktonderzoek, dierenarts, vertaler; activiteiten inzake administratieve dienstverlening: reisbureau, bijstand aan ondernemingen, verhuur van voertuigen en machines, schoonmaak
1.339
8,13
openbaar bestuur; onderwijs; gezondheidszorg; sociale actie; vakverenigingen; religieuze organisaties; kunst, spektakel, recreatie; sport, ontspanning en recreatie; herstelling aan huis van apparaten; andere persoonlijke diensten: haarverzorging, begrafeniswezen
1.185
7,19
activiteiten van huishoudens; diensten van huishoudelijk personeel
174
1,06
72
0,44
16.476
100
hotels, restaurants, traiteurs, cafés, discotheken
staalindustrie, metaalindustrie, vervaardiging en herstelling van machines, voertuigen, motoren, elektrische apparaten, informatica, optische- en medische instrumenten, uurwerken, metaalschrijnwerk, meubelen, sportartikelen en speelgoed, nucleair materiaal, wapens
646
productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom, water; inzameling, verwerking en verwijdering van afval; terugwinning
52
0,32
extraterritoriale organisaties en lichamen; onvoldoende omschreven activiteiten
bouwnijverheid; slopen; boring; projectontwikkeling
3.297
20,01
TOTALEN
3,92
DG Sociale Inspectie
153
B. Uitvoering van de samenwerkingsprotocollen In 2001 sloten de ministers van Tewerkstelling en Arbeid en van Sociale Zaken een miniprotocol af voor de samenwerking op vlak van de mensenhandel. Dit miniprotocol
Het kader van de opdracht
voorziet in gemeenschappelijke controles van de DG Sociale Inspectie en de dienst Toezicht
% in verhouding tot het totaal aantal afgesloten opdrachten
op de Sociale Wetten (van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg) op vlak van
Geen protocol
12.269
70,20%
de illegale tewerkstelling van buitenlandse werknemers. Op 1 januari 2005 werden deze
Protocol MERI
69
0,39%
controles geïntegreerd in de arrondissementscellen. Deze cellen voeren aanvullende controles
Protocol sociale fraude
4.954
28,35%
uit in bepaalde risicosectoren voor de mensenhandel: prostitutie, land- en tuinbouw, exotische
Protocol transport
184
1,05%
restaurants, naaiateliers, lompenbedrijven en schoonmaakondernemingen. Er worden gerichte
TOTAAL
17.476
100 %
acties gevoerd waarbij de inspectiediensten, de federale politie en de Dienst Vreemdelingenzaken nauw samenwerken. In 2003 sloten de DG Sociale Inspectie en de RSZ een samenwerkingsprotocol. De bedoeling is om de samenwerking tussen de twee diensten transparanter te laten verlopen en de activiteiten van beide duidelijk af te bakenen. Dit leidt tot beter gerichte controles en een grondigere expertise op het terrein. Ten slotte bestaat er sinds 2001 een samenwerkingsprotocol om de controles te coördineren van het personen- en goederenvervoer over de weg. De DG Sociale Inspectie werkt op aanvraag mee met de federale politiediensten bij controles op de weg van bestuurders van vrachtwagens, autobussen en autocars. De volgende tabel toont aan dat 2/3 van het aantal afgesloten dossiers buiten het kader van een van deze protocollen werden behandeld. 1/3 van het aantal afgesloten dossiers werd behandeld binnen het protocol sociale fraude.
154
Aantal afgesloten opdrachten
DG Sociale Inspectie
C. Vertaling van doelstellingen in regionale actieplannen
D. Project OASIS OASIS is een programma voor datamining, ontwikkeld met de stafdienst ICT van de FOD. Het
Sinds 2004 moet elke regio van de DG Sociale Inspectie een regionaal actieplan (RAP)
maakt een risicoanalyse mogelijk in verschillende activiteitensectoren (bouw, schoonmaak
opstellen voor het volgende kalenderjaar. De sociaal inspecteur-directeur stelt een ontwerp
en transport).
van het RAP op in overleg met de sociaal inspecteurs en legt dit voor aan de directeur-
OASIS laat toe om op een geautomatiseerde manier patronen en relaties te ontdekken in
generaal.
grote hoeveelheden gegevens. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van vooraf gedefinieerde Het RAP past binnen het strategisch plan van de dienst en houdt rekening met de vastgelegde
“alarmen” en scenario’s. Wanneer deze zich voordoen zou er sprake kunnen zijn van fraude.
prioriteiten en doelstellingen, de verwachtingen van andere diensten en de betrokken instellingen (vb. Arbeidsauditoraat, Federaal Coördinatiecomité, …) en met de specifieke
De RVA, de RSZ en de dienst voor het Toezicht op de Sociale Wetten maken ook gebruik van
kenmerken van de regio.
dit programma.
Het RAP vertaalt deze strategische doelstellingen en verwachtingen in operationele
OASIS wordt nog verder ontwikkeld en richt zich ook naar andere activiteitensectoren.
doelstellingen en concrete acties voor de algemene cel, de thematische cellen en de
Momenteel is het project Agora ermee verbonden. Deze studie wordt gefinancierd door
coördinatiecel.
de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid en heeft als doel de performantie van OASIS te verbeteren.
Bepaalde doelstellingen worden geëvalueerd na een periode van drie jaar, andere na één jaar. Het RAP vermeldt ook steeds de middelen die nodig zijn (op vlak van personeel, informatica…) en de indicatoren om de resultaten te beoordelen.
DG Sociale Inspectie
155
E. Project GENESIS
F. Elektronische aangifte tewerkstelling van monitoren
In 2008 ging het project GENESIS in onderhoudsfase. GENESIS is een software die de DG Sociale Inspectie ontwikkelde in samenwerking met de SMALS. Deze tool maakt het mogelijk om een
In 2008 werd een project opgestart om de procedure te vergemakkelijken voor het aangeven van
synthetisch kadaster te ontwikkelen waarin alle nuttige informatie staat over de controles door
een tewerkstelling van monitoren in de socio-culturele sector tijdens de vakantieperiodes.
de verschillende inspectiediensten. GENESIS maakt het voor de vier inspectiediensten mogelijk om in een netwerk te werken.
Het gaat om artikel 17 van het koninklijk besluit van 28 november 1969. Tot nu toe moest de inrichter of de inrichtende macht via een gestandaardiseerd formulier de DG Sociale Inspectie op
Bovendien kunnen ze via het programma op een gebruiksvriendelijke manier verschillende
de hoogte brengen van deze tewerkstelling. Dit formulier werd dan per brief of fax doorgestuurd,
databanken consulteren (DIMONA, DMFA, DUC, LIMOSA, het Rijksregister, de Kruispuntbank van
en de gegevens werden door een medewerker van de DG Sociale Inspectie manueel ingevoerd
Ondernemingen (KBO), …).
in een computerprogramma. In de toekomst zou het mogelijk moeten zijn om deze procedure volledig via internet te laten verlopen.
156
DG Sociale Inspectie
G. Provinciale registratiecommissies De DG Sociale Inspectie is op verschillende manieren betrokken bij de werking van de provinciale
De FOD Sociale Zekerheid kan de schrapping vragen van aannemers die niet meer voldoen aan
registratiecommissies voor de registratie van aannemers. Drie van de tien registratiecommissies
de registratievoorwaarden. Het gaat hier vooral om aannemers-werkgevers die achter zijn met
(die van Limburg, Henegouwen en Oost-Vlaanderen) hebben een ambtenaar van de DG Sociale
het betalen van de bijdragen aan de RSZ, die geen afbetalingsplan hebben gekregen of dit
Inspectie als voorzitter. In de zeven andere commissies, die worden voorgezeten door een
niet hebben nageleefd. Een schrapping kan ook worden aangevraagd wanneer de DG Sociale
ambtenaar van de FOD Financiën, vertegenwoordigt een ambtenaar van de DG Sociale Inspectie
Inspectie zware of herhaaldelijke inbreuken heeft vastgesteld.
de FOD Sociale Zekerheid. Een aanvraag tot schrapping kan beschouwd worden als een drukkingsmiddel op de aannemerDe provinciale registratiecommissies gaan na of de aanvrager aan de wettelijke voorwaarden
4
voldoet. Hierbij wint ze ook het advies in van de DG Sociale Inspectie. Aangezien de commissie
werkgever die socialezekerheidsbijdragen verschuldigd is of die niet-aangegeven arbeiders of arbeiders zonder arbeidskaart in dienst heeft.
meestal een beperkte termijn heeft van twee maanden om over de aanvraag te beslissen, is 5
het voor de DG Sociale Inspectie in de praktijk niet haalbaar om een onderzoek in te stellen.
De onderstaande tabel toont aan dat aannemers gevoelig zijn voor het feit dat ze geschrapt
Alle adviezen worden dan ook verleend op basis van gegevens uit bestaande dossiers. De
kunnen worden. Het aandeel effectieve schrappingen bedraagt 15% van het aantal
registratiecommissies kunnen steeds aan de DG Sociale Inspectie vragen om onderzoek uit te
schrappingsvoorstellen.
voeren naar bijkomende elementen die noodzakelijk zijn voor het nemen van een correcte
Aantal betrokken werkgevers
Bedrag van de verschuldigde socialezekerheidsbijdragen
Schrappingsvoorstellen
1243
36.760.238,95 €
Schrappingen
455
13.951.264,68 €
beslissing. De volgende tabel geeft aan hoeveel positieve en negatieve adviezen de DG Sociale Inspectie verleende, en hoeveel werkgevers hierbij betrokken waren.
4
5
Aard van het advies
Aantal
Aantal betrokken werkgevers
Positief
13.155
12.774
Negatief
37
36
TOTAAL
13.192
12.810
De tien provinciale registratiecommissies worden aangestuurd door een stuurgroep. De stuurgroep wordt voorgezeten door een ambtenaar van de DG Sociale Inspectie. Ze is zoals de commissies samengesteld uit leden-ambtenaren en uit vertegenwoordigers van zowel de werknemers- als de werkgeversorganisaties. De stuurgroep waakt over de uniformiteit van de toepassing van de reglementering door de verschillende commissies.
KB 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400 tot 404 en 408 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 en van de artikelen 30bis en 30ter van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders. In uitzonderlijke gevallen kan deze termijn éénmalig met één maand worden verlengd mits de nodige motivering.
DG Sociale Inspectie
157
Vanaf 1 januari 2008 werd de hoofdelijke aansprakelijkheid en de inhoudingsplicht volledig losgekoppeld van de registratie als aannemer. De wijziging in de reglementering6 was noodzakelijk na de veroordeling door het Europese Hof van Justitie van de Belgische staat (arrest van 9 november 2006). Vóór 2008 diende al wie een contract afsloot met een niet-geregistreerde aannemer, een bepaald percentage van de factuur in te houden en door te storten aan de RSZ en de fiscus. Wie deze verplichting niet nakwam en de factuur zonder meer betaalde aan de nietgeregistreerde aannemer, riskeerde hoofdelijk aansprakelijk te worden gesteld voor de sociale en fiscale schulden van de betrokken aannemer die verzuimde deze schulden te betalen tot beloop van de prijs van de uitgevoerde werken. Naast een bijslag en eventueel verwijlinteresten, kwam dit er in het ergste geval op neer dat de opdrachtgever of de hoofdaannemer twee keer het bedrag van de factuur moest betalen. De hoofdelijke aansprakelijkheid en inhoudingsplicht zijn sinds 1 januari 2008 gekoppeld aan het hebben van sociale schulden. Vanaf 1 januari 2009 geldt hetzelfde systeem voor de fiscale schulden.
6
158
Wet van 27 juni 1969 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
DG Sociale Inspectie
3 TRANSVERSALE ASPECTEN A. Valorisaties
B. Balanced Scorecard
1) Publicaties
In 2005 ging de DG Sociale Inspectie van start met een Balanced Scorecard (BSC). Hiermee kan het management nagaan of de sociale inspectiedienst er in slaagt om via een bepaalde strategie
De DG Sociale Inspectie is wettelijke verplicht om ieder jaar een jaarverslag op te stellen.
de doelstellingen te behalen.
Het jaarverslag richt zich tot de Internationale Arbeidsorganisatie, de voogdijminister en andere politieke overheden, de gerechtelijke overheden, de representatieve werkgevers-
Bij de ontwikkeling van de BSC werd uitgegaan van de traditionele assen (resultaten, kwaliteit,
en werknemersorganisaties en de instellingen van sociale zekerheid.
interne processen en innovatie). De laatste as werd vervangen door een meer algemene benadering (“strategische indicatoren”).
2) Verspreiding en beheer van informatie
In een eerste fase werden kritische succesfactoren geïdentificeerd en een aantal indicatoren • Regelmatig brengt de DG Sociale Inspectie verslag uit aan de politieke overheden
uitgeschreven in technische fiches. Op basis hiervan ontwikkelde de stafdienst ICT van de
om hen op de hoogte te houden van de tendensen en moeilijkheden op vlak van de
FOD Sociale Zekerheid de eigenlijke KPI’s (Key Performance Indicators). Na het uitvoeren van
(voornamelijk nieuwe) wetgeving over mensenhandel, bedrijfswagens, schijnzelf-
uitgebreide tests naar de betrouwbaarheid van de resultaten werd de BSC ter beschikking gesteld
standigen, grensoverschrijdende fraude, economische immigratie en registratie van
van de gebruikers.
aannemers. • Sinds februari 2005 is een nieuwe databank operationeel, PEGASIS. Hierin zijn de gegevens
De BSC van de Sociale Inspectie is voortdurend in ontwikkeling. Door het dagdagelijks gebruik
van de gecontroleerde werkgevers opgenomen en de resultaten van deze controles.
ervan wordt het immers duidelijk welke indicatoren werkelijk van belang zijn en welke bijkomende
PEGASIS maakt een stelselmatige analyse mogelijk.
indicatoren noodzakelijk of nuttig kunnen zijn om de resultaten van de activiteiten te meten.
• Binnen het hoofdbestuur werd in 2005 een legistieke cel opgericht. Deze houdt zich bezig met studies, analyses en documentatiebeheer. • De informatie wordt beheerd en regelmatig verspreid, bijvoorbeeld voor parlementaire vragen, genadeverzoeken, vragen van openbare instellingen naar statistieken,…
DG Sociale Inspectie
159
1) Wat wordt gemeten?
In een “cockpit” worden de resultaten geprojecteerd op vier muren. Elke muur heeft een kleur en staat voor een bepaalde benadering:
De BSC is ingedeeld in zes grote thema’s en bevat 33 indicatoren. Er is een belangrijk
• Zwarte muur: operationele performantie van de DG Sociale Inspectie
verband tussen het regionaal actieplan (RAP) en de behaalde resultaten. De DG Sociale
• Rode muur: externe factoren en cliënten
Inspectie heeft steeds de meest recente gegevens ter beschikking over het aantal
• Blauwe muur: interne factoren, namelijk interne processen en medewerkers
behandelde dossiers, de regularisaties en de bedragen ervan en de Pro Justitia’s.
• Witte muur: innovaties
Enerzijds wordt het aantal controles en regularisaties op vlak van de sociale bijdragen
In de eerste plaats worden de doelstellingen opgevolgd met betrekking tot de kerntaken
gemeten. Anderzijds zijn ook gegevens over de kwaliteit van belang: de vaststellingen,
van de DG Sociale Inspectie (zwarte muur). Hierbij gaat vooral aandacht uit naar de
de gevolgen die hieraan werden gegeven, de juridische kwaliteit van de Pro Justitia’s en
bedragen (het totale bedrag en het gemiddelde bedrag per voltijds equivalent) van de
de verbeterende aangifteformulieren bij de RSZ.
regularisaties van de sociale bijdragen die slechts gedeeltelijk of niet werden betaald, het aantal controles en regularisaties, de dienstverlening voor de gebruikers en de
De kwaliteit van de interne processen wordt gemeten aan de hand van de termijnen
deelname aan de protocollen.
waarbinnen het onderzoek wordt ingesteld na ontvangst van de opdracht of informatie. Hierbij wordt rekening gehouden met de werklast en de verplichtingen die voortvloeien
Er werden echter ook belangrijke indicatoren opgesteld voor de externe (rode muur)
uit de samenwerkingsprotocols.
en interne (blauwe muur) factoren. Hierbij wordt enerzijds gemeten in welke mate de dienst op een adequate manier tegemoetkomt aan vragen en verwachtingen. Anderzijds
De strategische indicatoren meten de marge voor eigen initiatieven van de DG Sociale Inspectie, de behandelingsduur per type van onderzoek (activiteitssector, protocol, thematische cel, oorsprong van het dossier) en de werklast voor mededelingen aan
wordt de doeltreffendheid nagegaan van de gehanteerde werkprocessen.
3) Visuele voorstelling
derden. Om een globale visie te hebben op de verschillende metingen, wordt gebruik gemaakt
2) Naar de ontwikkeling van een “cockpit”
van verschillende grafische voorstellingsvormen. Hierin zijn telkens meerdere variabelen tegelijk verwerkt.
Om de indicatoren aan elkaar te koppelen en een globale visie te hebben op de resultaten, ging de DG Sociale Inspectie in 2007 van start met de ontwikkeling van een “cockpit”. In 2009 werd een eerste versie in gebruik genomen.
160
DG Sociale Inspectie
Een aantal mogelijke voorstellingswijzen worden op de volgende pagina’s aangegeven.
Regularisaties sociale zekerheid: Situatie gewogen en extrapolatie op 31/12/2009 (over 3 jaar) 1
0.85
0.5
1.5 129 %
Evolutie van de bedragen van de regularisaties per regio Gerealiseerd € 30.000.000
R1 - West-Vlaanderen R2 - Oost-Vlaanderen R3 - Antwerpen R4 - Limburg R5 - Henegouwen R6 - Namen, Luxemburg en Waals-Brabant R7 - Luik R8a - Brussel-Hoofdstad (Nl) + Vlaams-Brabant R8b - Brussel-Hoofdstad (Fr)
€ 20.000.000
€ 10.000.000
2007 2008 2009
2007 2008 2009
2007 2008 2009
2007 2008 2009
2007 2008 2009
2007 2008 2009
2007 2008 2009
2007 2008 2009
2007 2008 2009
€0
R1
R2
R3
R4
R5
R6
R7
R8a
R8b
DG Sociale Inspectie
161
Aantal Pro Justitia’s per VTE
Positie van de regio’s ten opzichte van het gemiddelde, volgens 2 criteria (2008) 0.21 0.20 0.19 0.18 0.17 0.16 0.15 0.14 0.13 0.12 0.11 0.10 0.09 0.08 0.07 0.06 0.05
R8b
R7
R3
R6
R5
R4
R2
R8a
R1 - West-Vlaanderen R2 - Oost-Vlaanderen R3 - Antwerpen R4 - Limburg R5 - Henegouwen R6 - Namen, Luxemburg en Waals-Brabant R7 - Luik R8a - Brussel-Hoofdstad (Nl) + Vlaams-Brabant R8b - Brussel-Hoofdstad (Fr)
R1
0.12 0.14 0.16 0.18 0.20 0.22 0.24 0.26 0.28 0.30
Aantal regularisaties per VTE
Behandelingstermijn van dossiers (afgesloten) (2008)
> 3 jaar 55
Voor de dossiers “klacht” gebruiken we volgende regels:
Voor de dossiers “anderen” gebruiken we volgende regels:
69
Groen = binnen de termijn = 0 tot 6 maand Oranje = met een matige termijn = 6 tot 9 maand Rood = met een aanzienlijke vertraging => 9 maand
Groen = binnen de termijn = 0 tot 33 maand Oranje = met een matige termijn = 33 tot 36 maand Rood = met een aanzienlijke vertraging => 3 jaar
Klacht Rechterlijk 529
Anderen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Binnen de termijn Met een aanzienlijke vertraging
162
Met een matige termijn
Uitleg over de behandelingstermijn van dossiers
Voor de dossiers “rechterlijk” gebruiken we volgende regels: Groen = binnen de termijn = 0 tot 9 maand Oranje = met een matige termijn = 9 tot 12 maand Rood = met een aanzienlijke vertraging => 12 maand
DG Sociale Inspectie
C. Documentatiebeheer Naar aanleiding van de verhuis van de FOD Sociale Zekerheid (in januari 2009) werden uniforme regels opgesteld voor de naamgeving van de verschillende documenten en bestanden, met bijzondere aandacht voor de achterliggende “metagegevens” (het project NoVo-record). De DG Sociale Inspectie heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt om een nieuwe wijze van documentatiebeheer in te voeren. Er werd overgestapt van Frontpage naar een moderner Document Management System (DMS). Vanaf 2009 wordt deze nieuwe wijze van documentatiebeheer operationeel. Dankzij een doeltreffend documentatiebeheer beschikken de sociaal inspecteurs op het terrein altijd over de meest recente informatie, de geactualiseerde wetgeving en rechtspraak. De intranetsite van de Sociale Inspectie wordt ook dagelijks geactualiseerd.
DG Sociale Inspectie
163