Werkboek Basiscoach
September 2010
Sociaal Team Gemeente Rotterdam
Voorwoord
Welkom bij het Sociaal Team X! Voor je ligt het werkboek. Dit werkboek is samen met het handboek bedoeld als uitgangspunt voor de trainingen tijdens de introductietraining. Daarnaast is het een belangrijk naslagwerk gedurende je werkzaamheden als basiscoach. In dit werkboek zijn specifieke zaken besproken die uitgangspunt zijn voor het werken in het Sociaal Team waar jij deel van uit maakt. Het gaat om informatie zoals werkafspraken, wijkinformatie, jaarplanning etc.
Succes! NAMEN TEAM
Let op voor stagiaires : De tekst die je in dit werkboek vindt mag in geen geval worden ‘gekopieerd’; je kunt wel citaten gebruiken maar dan moet je wel een goede bronvermelding maken.
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
2
Inhoud
Belangrijke (contact)gegevens Deel 1 Rol van de Basiscoach Deel 2 Overzicht taakverdeling binnen Sociaal Team X Deel 3 Werkafspraken Deel 4 Jaarplanning Deel 5 Informatie over de wijk Deel 6 Netwerkpartners in de wijk Deel 7 Opdrachten Bijlage
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
3
Belangrijke (contact)gegevens
Wie?
E-mailadres
Namen van teamleden
Telefoonnummer Vast en mobiel
Functieverdeling
Sociaal Team X
Teamchef naam Interventie Specialist naam Basiscoach naam Teamfoto
Foto’s invoegen!
Belangrijke contactgegevens: Wie?
E-mailadres
Telefoonnummer
ICT Huismeester Schoonmaak etc
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
4
Deel 1 – Rol van de basiscoach Functie en taken in teamverband
In dit hoofdstuk lees je over de rol van de basiscoach binnen het Sociaal Team. We bespreken het functieprofiel van de basiscoach, maar gaan we ook in op andere functies binnen het team. Daarnaast bespreken we concrete zaken als; weekroutine, dagindeling, het onderwijsprogramma, de casusoverleggen en de reflectieoverleggen en ten slotte ook de tijdsregistratie en verlofaanvraag. Voor stagiaires: in bijlage 1 (Knipselkrant van ervaringen bij ‘Meegroeien van Achterstandsgroepen’) staan de ervaringen van basiscoach-stagiaires die stage liepen bij Bureau Frontlijn/de Sociale Teams. Als je dit leest krijg je een informeler beeld over wat je te wachten staat in je tijd bij het Sociaal Team. 1.1
De basiscoach binnen het Sociaal Team
Het overzicht hieronder geeft aan welke functies er voorkomen binnen de Sociale Teams. Bij elke functie hoort een korte omschrijving van de hoofdtaken. De uitgebreide functieomschrijving vindt je in bijlage 2. Functie
Hoofdtaken
Teamchef
De teamchef beheerst de methodiek, bewaakt de toepassing van de methodiek en draagt deze uit naar buiten. De teamchef stuurt de medewerkers aan en is eindverantwoordelijk voor het Sociaal Team. Onderhoudt tevens de contacten (op operationeel-tactisch niveau) met de opdrachtgevers (deelgemeente, corporaties en eventueel gemeentelijke diensten).
Interventiespecialist
De interventiespecialisten begeleiden de basiscoaches in hun werkzaamheden, en vormen een continue factor binnen de gezinsbegeleiding. Zij bewaken de voortgang van de gezinnen, ondersteunen waar nodig, vangen signalen op, zijn streng en zakelijk maar met begrip, leggen verbinding naar andere organisaties en schakelen de teamchef tijdig in (opschalen). De interventiespecialisten organiseren de weekstructuur en werkomgeving.
Basiscoach
De basiscoaches begeleiden de gezinnen door naast hen te gaan staan. In de thuissituatie pakken ze eerst de urgente problemen op en brengen vervolgens structuur aan in het huishouden, omgang met kinderen en financiën. De zelfredzaamheid van gezinnen dient op een dusdanig niveau te worden gebracht dat de gezinnen in staat zijn een goed lopende huishouding te runnen, waarbinnen de randvoorwaarden voor opgroeiende kinderen op een goede manier worden geboden. De basiscoach kan schakelen tussen verschillende werelden (de wereld van de cliënt, en de wereld van de instanties en organisaties). Op die manier worden verbindingen gelegd tussen de gezinnen en de betrokken instellingen.
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
5
De opbouw van het team ziet er als volgt uit:
Sociaal Team X
Teamchef Naam
Interventiespecialist Naam
1.2
Interventiespecialist Naam
Interventiespecialist Naam
3 BC
3 BC
3 BC
3 BC (stagiaire)
3 BC (stagiaire)
3 BC (stagiaire)
Functie van de Basiscoach
De volgende taken worden van een basiscoach verwacht: -
Contact leggen en onderhouden met de doelgroep Begeleidingsproces van gezinnen monitoren en bijsturen Rapporteren en plan van aanpak opstellen Coachen van samenwerkingspartner en andere basiscoaches Opzetten en uitvoeren van subprogramma’s in lijn met de visie van het de methodiek ‘Meegroeien van Achterstandsgroepen’ (denk aan: voorlichting/activiteiten met gezinnen)
De functie van basiscoach wordt vervuld door stagiaires en door ervaren professionals. In het laatste geval worden onder de vaste basiscoaches ook specifieke ondersteunende taken verdeeld. De uitgebreide functiebeschrijving ziet er als volgt uit: Functie:
Hoofdtaken
Takenpakket
Kennis
Vaardigheden
Gedrag & Houding
1.
Contact leggen en onderhouden met de doelgroep
Kennis rondom de doelgroep
Kunnen reflecteren
Professionele houding (grenzen, normen, loyaliteit)
Begeleidingsproces van gezinnen monitoren en bijsturen; dit communiceren via rapportage en casusoverleg
Specifieke opleidingskennis
Begeleidingsplan opstellen
Visie op eigen toekomst
Basiscoach 2.
3.
Begeleiding van gezinnen Organiseren en uitvoeren van projecten Specifieke ondersteu-
Sociale Kaart
Coachen van andere basiscoaches
Feedback vragen; geven en ontvangen
Kritisch Gezond Boeren Verstand
Initiatiefrijk
Meervoudig Kijken
(Psychisch) stabiel
Voor jezelf
Pro-actief
Kennis van Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
6
nende taken
(samenwerkingspartner)
methodiek
Opzetten en evalueren van subprogramma’s in lijn met de visie van het programma (denk aan: voorlichting/activiteiten met gezinnen) Deelname aan briefings, voorlichtingsmomenten, introductieperiode, casus- en reflectieoverleggen
opkomen
Sociaal bewust
Coachen van samenwerkingspart ner
Enthousiast
Meedenken met methodiekontwikke ling
Vragen stellen
Helicopterview
Flexibel
Communicatief vaardig
Creatief
Meedenken
Doelgericht
Lerende houding Overzicht scheppen in complexe situaties Initiatieven ontplooien
1.2
Differentiatie tussen vaste basiscoach en basiscoach stagiair
De functie van basiscoach wordt vervuld door stagiaires en door vaste teamleden. Uitgangspunt is dat een koppel basiscoaches bestaat uit een vaste basiscoach en een basiscoach stagiair. In de praktijk zal deze samenstelling niet altijd mogelijk zijn maar wordt hier wel zoveel mogelijk naar gestreefd. De interventiespecialist heeft naast functionele begeleiding per basiscoach, bij de basiscoach als stagiaire een extra taak. De stagiaire ontwikkelt zich tijdens zijn of haar stage als professional en zit dus in een leerproces. De interventiespecialist biedt hierbij ondersteuning en monitort dit proces. Daarnaast leert de stagiaire van de ervaring van de vaste basiscoach. De interventiespecialist is samen met de basiscoach stagiair eindverantwoordelijk voor het leerproces gedurende het stagejaar. De interventiespecialist is officiële praktijkbegeleider en voert namens de stage-instelling de gesprekken met de stagebegeleider vanuit de hogeschool. De vaste basiscoach en de basiscoach stagiair begeleiden ieder 5 gezinnen tegelijk. De vaste basiscoach heeft daarnaast vaak ook specifieke ondersteunende taken binnen het team. Ten opzichte van de basiscoach als stagiair zorgt de vaste basiscoach voor continuïteit in het team en bij de gezinnen. Daarnaast heeft de vaste basiscoach ervaring op agogisch gebied en speelt hij of zij vanuit deze expertise een belangrijke rol in de coaching van de basiscoach als stagiair. In het volgende onderdeel wordt dieper ingegaan op deze vorm van samenwerking tussen basiscoaches.
1.3
Samenwerking tussen koppel basiscoaches
De basiscoaches werken samen in vaste koppels van twee personen. Dit heeft verschillende redenen. Bij onverwachte situaties ben je niet alleen en dat geeft vaak vertrouwen. Bovendien kun je, wanneer je huisbezoeken samen aflegt elkaar aanvullen, ondersteunen en ook samen reflecteren op de opstelling en handelswijze. De basiscoaches coachen elkaar dus ook. Het uitgangspunt is dat huisbezoeken altijd in tweetallen plaatsvinden. Als dit in specifieke gevallen niet mogelijk is; wordt dit altijd met de interventiespecialist besproken. Voor het gezin is het belangrijk dat er niet te veel verschillende gezichten over
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
7
de vloer komen. Het is daarom erg belangrijk dat je je afspraken altijd waar mogelijk met je vaste samenwerkingspartner inplant. Bij aanvang van de samenwerkingsperiode wordt expliciet aandacht besteed aan kennismaking en samenwerkingsafspraken tussen basiscoaches onderling. Je bespreekt elkaars persoonlijke eigenschapen en sterke en zwakke punten. Als stagiaire geef je duidelijk aan waar je ontwikkelpunten zitten. Vervolgens bekijk je samen hoe je daar het komende jaar aan wilt gaan werken en wat je daarbij van je collega-basiscoach (vast of ook stagiaire) en interventiespecialist verwacht. Tijdens de reflectiegesprekken die je maandelijks hebt met de interventiespecialist, kom je hierop terug door de voortgang binnen je leerproces te bespreken.
1.4
Weekroutine
Met ‘weekroutine’ wordt gedoeld op de dagelijkse briefings en contactmomenten. De weekroutine is een belangrijk instrument dat rust en structuur in het werkproces brengt. We houden met het gehele team vast aan deze weekroutine omdat we dan weten wat we van elkaar kunnen verwachten. Door de hectiek van het werk is het belangrijk om vaste tijdstippen te hebben waarop belangrijke zaken besproken en geventileerd kunnen worden. We verwachten dus van je dat je rekening houdt met deze weekstructuur; dit mag je ook van anderen verwachten. Doel weekroutine: -
-
Het delen van belangrijke en bruikbare informatie: tijdens de briefings kun je met anderen informatie delen waar anderen ook iets aan zullen hebben tijdens hun dagelijkse bezigheden (bijvoorbeeld belangrijke telefoonnummers van contactpersonen, succesverhalen, positieve en negatieve ervaringen, informatiemateriaal) Sluitende planning: de basiscoach en de interventiespecialist houden elkaar op de hoogte van de planning van die dag en van de week Informatiedeling rondom casussen: vragen rondom de hulp aan de gezinnen worden besproken
Weekroutine in hoofdlijnen: -
Op elke werkdag vindt er een briefing en een de-briefing plaats. Deze briefings vinden plaats per team van de interventiespecialist, of plenair met alle interventiespecialisten en basiscoaches samen Over het algemeen geldt dat de briefings plaatsvinden per team van de interventiespecialist; maar eenmaal in de week is er in de ochtend een plenaire briefing, en eenmaal in de week is er tegen het einde van de dag een plenaire briefing.
Coördinator Weekroutine:
Interventiespecialist X
Invulling weekroutine: NB: de lichtgrijs gearceerde blokken zijn plenair, d.w.z. samen met alle basiscoaches en alle interventiespecialisten Wanneer?
Wat?
Doel:
Maandag 8.30
Algemene Briefing
•
Algemene mededelingen; centrale kennisdeling
•
• •
Moment van informeel contact onderling Interventiespecialisten hebben een overzicht van te-laat-komers en absenten Planning wordt in hoofdlijnen besproken Korte bondige mededelingen worden besproken
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
Aanwezig: Alle interventiespecialisten en basiscoaches Teamchef
8
• 9.00
Briefing met interventiespecialist
• • •
16.45
Debriefing met interventiespecialist
• • •
Dinsdag 8.30
Briefing met interventiespecialist
• •
• • • • •
16.45
Debriefing met interventiespecialist
• • •
Woensdag 8.30
Briefing met interventiespecialist
•
• • • • •
Een gezamenlijk begin aan een nieuwe week Check op sluitende planning casusreflectiegesprekken en huisbezoeken Informatiedeling op casusniveau Kennisdeling tussen basiscoaches (onderling) en interventiespecialisten (best practices). Daarbij worden knelpunten besproken die bij noodzaak van escaleren, verder worden doorgezet naar het casusoverleg (team).
Per team van interventiespecialist en basiscoaches
Check op sluitende planning casusreflectiegesprekken en huisbezoeken Informatiedeling op casusniveau Kennisdeling tussen basiscoaches (onderling) en interventiespecialisten (best practices). Daarbij worden knelpunten besproken die bij noodzaak van escaleren, verder worden doorgezet naar het casusoverleg (team).
Per team van interventiespecialist en basiscoaches
Moment van informeel contact onderling Interventiespecialisten hebben een overzicht van te-laat-komers en absenten Planning wordt in hoofdlijnen besproken Korte bondige mededelingen worden besproken Check op sluitende planning casusreflectiegesprekken en huisbezoeken Informatiedeling op casusniveau Kennisdeling tussen basiscoaches (onderling) en interventiespecialisten (best practices). Daarbij worden knelpunten besproken die bij noodzaak van escaleren, verder worden doorgezet naar het casusoverleg (team).
Per team van interventiespecialist en basiscoaches
Check op sluitende planning casusreflectiegesprekken en huisbezoeken Informatiedeling op casusniveau Kennisdeling tussen basiscoaches (onderling) en interventiespecialisten (best practices). Daarbij worden knelpunten besproken die bij noodzaak van escaleren, verder worden doorgezet naar het casusoverleg (team).
Per team van interventiespecialist en basiscoaches
Interventiespecialisten hebben een overzicht van te-laat-komers en absenten Planning wordt in hoofdlijnen besproken Korte bondige mededelingen worden besproken Check op sluitende planning casusreflectiegesprekken en huisbezoeken Informatiedeling op casusniveau Kennisdeling tussen basiscoaches (onderling) en interventiespecialisten (best practices). Daarbij worden knelpunten besproken die bij noodzaak van escaleren, verder worden doorgezet
Per team van interventiespecialist en basiscoaches
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
9
naar het casusoverleg (team). 16.45
Debriefing met interventiespecialist
• • •
Donderdag 8.30
Algemene Briefing
•
Algemene mededelingen; centrale kennisdeling
•
• • 8.45
Debriefing met interventiespecialist
• • •
16.45
Debriefing met interventiespecialist
•
• •
•
Check op sluitende planning casusreflectiegesprekken en huisbezoeken Informatiedeling op casusniveau Kennisdeling tussen basiscoaches (onderling) en interventiespecialisten (best practices). Daarbij worden knelpunten besproken die bij noodzaak van escaleren, verder worden doorgezet naar het casusoverleg (team).
Per team van interventiespecialist en basiscoaches
Moment van informeel contact onderling Interventiespecialisten hebben een overzicht van te-laat-komers en absenten Planning van volgende week wordt in hoofdlijnen besproken Korte bondige mededelingen worden besproken Check op sluitende planning casusreflectiegesprekken en huisbezoeken Informatiedeling op casusniveau Kennisdeling tussen basiscoaches (onderling) en interventiespecialisten (best practices). Daarbij worden knelpunten besproken die bij noodzaak van escaleren, verder worden doorgezet naar het casusoverleg (team).
Alle interventiespecialisten en basiscoaches
Check op sluitende planning volgende week (staan bij alle gezinnen een nieuwe afspraak gepland?) Informatiedeling op casusniveau Kennisdeling tussen basiscoaches (onderling) en interventiespecialisten (best practices). Daarbij worden knelpunten besproken die bij noodzaak van escaleren, verder worden doorgezet naar het casusoverleg (team). Gezamenlijke afsluiting van de week
Per team van interventiespecialist en basiscoaches
Teamchef
Per team van interventiespecialist en basiscoaches
Toelichting van belangrijke begrippen: Algemene (de-)Briefing: Om 8.30 gaat de deur dicht, basiscoaches die later komen, moeten wachten totdat de algemene briefing afgelopen is. Wanneer basiscoaches hierdoor informatie missen, hebben zij zelf de verantwoordelijkheid om alsnog deze informatie te achterhalen. Tijdens deze briefing worden aandachtspunten voor alle basiscoaches en interventiespecialisten besproken. Uitgangspunt hierbij is het rooster waarin de planning van alle basiscoaches en het projectteam in staan vermeld. De algemene planning wordt besproken. De individuele planning wordt in de briefing door de interventiespecialist besproken (9.00 uur). Tijdens de uitgebreide algemene briefing is er ook de mogelijkheid dat basiscoaches aandachtspunten inbrengen. Hiertoe kunnen zij op individueel niveau worden aangemoedigd door hun interventiespecialist. Tenslotte is er mogelijkheid om relevante artikelen of andere nieuwsitems te bespreken.
o o
§ DOEL: Interventiespecialisten hebben een overzicht van te-laat-komers en absenten Basiscoaches weten wat de planning van die week in hoofdlijnen is Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
10
o o
Basiscoaches en Interventiespecialisten delen belangrijke mededelingen en actiepunten met elkaar Een gezamenlijk begin aan een nieuwe week
Briefing door interventiespecialist: Interventiespecialisten lopen per koppel basiscoaches de planning van die dag door. Wanneer er absenten zijn kan dit op individueel niveau binnen de groep worden opgelost. Daarnaast wordt geïnventariseerd of met alle gezinnen afspraken staan voor de komende week. Ook wordt de planning van casus- en reflectiegesprekken doorgenomen. Interventiespecialisten doen mededelingen op casusniveau en zorgen ervoor dat de basiscoaches op de hoogte zijn van de laatste updates rondom de casussen. Als interventiespecialist bereidt je dit overleg voor door overzichtelijk mededelingen per gezin inzichtelijk te maken, daarbij is het ook handig om de algemene mededelingen op een mededelingenbord te zetten zodat dit later op de dag en later in de week geëffectueerd kan worden. Deze voorbereiding vindt plaats op basis van ervaringen uit huisbezoeken, doorlezen van casusdossier/begeleidingsplannen en tenslotte door eventuele telefoontjes/mails van externen of gezinnen zelf.
o o o
o
§ DOEL: Check op sluitende planning casus- reflectiegesprekken en huisbezoeken Informatiedeling op casusniveau Kennisdeling tussen basiscoaches (onderling) en interventiespecialisten (best practices). Daarbij worden knelpunten besproken die bij noodzaak van escaleren, verder worden doorgezet naar het team-brede casusoverleg. Inbreng van basiscoaches bewerkstelligen (binnen werkproces, planning en casuïstiek)
De-briefing door interventiespecialist. De werkgroep zit bij elkaar en bespreekt het verloop van de dag (negatieve maar ook positieve ervaringen delen). Werkbegeleiding zorgt voor effectuering van de planning (is het vandaag gelukt je plannen te behalen?). Het overzicht wat in de ochtend is besproken wordt geëvalueerd (zijn afspraken inderdaad gemaakt? Zijn actiepunten aangepakt?). Er vindt een inventarisatie plaats van belangrijke plenaire mededelingen. Er wordt ook kort bekeken of de planning van de rest van de week sluitend is. Tenslotte is er ook ruimte voor bespreken van complexe casussen of rollenspellen bij bepaalde thema’s (afhankelijk van de behoefte van de basiscoaches).
1.5
Werkplanning van de basiscoach
Per koppel basiscoaches heb je ongeveer 10 gezinnen tegelijkertijd in begeleiding. Dit betekent dus dat je 2 tot 3 afspraken per dag moet plannen zodat je al je gezinnen iedere week kunt bezoeken. Een huisbezoek heeft geen vaste tijdsduur. Met name tijdens de A-fase van de begeleiding, kunnen de huisbezoeken soms erg uitlopen. Als je bijvoorbeeld bezig bent met het op orde krijgen van de administratie is het soms nodig dat je hier een dagdeel voor uittrekt. Probeer bij de planning van je huisbezoeken ook rekening te houden dat je een beeld kunt krijgen van het gezinsleven. Je kunt voorstellen om een keer mee te lunchen, of samen met moeder of vader de kinderen uit school halen. De huisbezoeken hebben enerzijds een redelijk zakelijk karakter doordat je aan de slag bent met concrete actiepunten, houd tegelijkertijd in de gaten dat je anderzijds ook aandacht en energie steekt in informeler contact. Het kan zijn dat je tijdens de acute fase (de A-fase) twee keer per week op huisbezoek moet gaan, terwijl je later eenmaal per week kunt gaan. Een belangrijk aspect binnen je planning is dat je zelf verantwoordelijk bent elke week nieuwe afspraken te plannen met je gezinnen. We verwachten van je dat je tegen het einde van je werkweek voor al je gezinnen nieuwe afspraken voor de volgende week hebt gepland. Deze planning wordt tegen het einde van de week nagelopen tijdens de briefings met je interventiespecialist. Noteer de
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
11
afspraken in je agenda. Agenda Je deelt je agenda met de andere basiscoaches en je eigen interventiespecialist. Ook de andere interventiespecialisten in het Sociaal Team hebben toegang tot je agenda. Zo ben je binnen het team op de hoogte van elkaars werkplanning en kunnen collega’s zaken overnemen als je afwezig bent, of als er spoedgevallen tussendoor komen. Je kunt je eigen interventiespecialist via de agenda ook inplannen indien hij of zij mee gaat op huisbezoek. In je (digitale outlook) agenda plan je de volgende zaken in: - Huisbezoeken en afspraken met cliënten - Casusoverleg (per 2 weken) - Vrije dagen/afwezigheid - Persoonlijke planning (administratie e.d.) - Stagiaires: Reflectiegesprek (maandelijks) - Stagiaires: Schoolverplichtingen Stagiaires: indien je interventiespecialist schoolopdrachten (verslagen) moet nakijken, zorg dan dat dit materiaal uiterlijk 5 werkdagen voordat het nagekeken moet zijn in het bezit van je interventiespecialist is. Breng de interventiespecialist van tevoren op de hoogte van deze planning zodat hij of zij weet wanneer hier tijd voor vrij gehouden moet worden.
Gezamenlijke weekplanning
1.6
Intern onderwijsprogramma
Naast de introductietraining wordt ook een intern onderwijsprogramma voor de basiscoaches verzorgd. In principe is er om de 6 weken een ‘onderwijsmoment’. Door vakanties en dergelijke komt dit in de praktijk neer op ongeveer 8 onderwijsmomenten per jaar. Het onderwerp van de onderwijsmomenten wordt ingegeven door bepaalde lacunes in kennis waar we in de praktijk tegen aan lopen. De lessen worden verzorgd door basiscoaches en andere teamleden (interne kennisdeling), of door externe instanties (voorlichting door GGD/BJZ/SoZaWe etc.). Een gedeelte van het aanbod zal binnen het eigen Sociaal Team worden opgezet. Een ander gedeelte zal ook vanuit alle Sociale Teams samen worden aangeboden. Als de lessen intern worden verzorgd; dan is er sprake van kennisuitwisseling. Vanuit de verschillende agogische invalshoeken worden onderwerpen besproken die binnen de gezinsbegeleiding boven komen drijven. Denk hierbij aan: budgettering, opvoedingskwesties, assertiviteitsvergroting bij moeders, omgaan met agressie etc. Het bespreken van deze onderwerpen vindt plaats in verschillende vormen (intervisie, rollenspellen, stellingen etc.). Als de lessen worden verzorgd door externe instanties komt dat veelal doordat we in de praktijk geconfronteerd worden met onwetendheid rondom bepaalde zaken. Hierbij valt te denken aan: informatie over huiselijk geweld door de GGD; hoe herken je huiselijk geweld, welke procedures zijn er en wat voor mogelijkheden hebben moeders die slachtoffer zijn van huiselijk geweld? Informatie over Bureau Jeugdzorg: Welke taken vervult Bureau Jeugdzorg nog meer naast de beruchte uithuis zettingen? Met welke vragen kan je bij Bureau Jeugdzorg terecht? Voorlichting vrouwenbesnijdenis: In welke culturen komt vrouwenbesnijdenis voor? Wat zijn de consequenties van vrouwenbesnijdenis? Als je ideeën hebt over onderwerpen waarvan je meer wilt weten dan kun je dit aankaarten bij je interventiespecialist. Als je ideeën hebt over hoe je zelf over bepaalde thema’s voor voorlichting of verdieping kunt verzorgen dan kun je dit ook aan je interventiespecialist doorgeven.
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
12
Coördinator onderwijsprogramma 1.7
IVS (evt. i.s.m. BC of andere IVS)
Projecten
Van de basiscoaches wordt gevraagd om in lijn met de methodiek ‘Meegroeien van Achterstandsgroepen’ projecten te ontwikkelen. Deze projecten hebben alles te maken met de verschillende doelen van de gezinsbegeleiding; meestal zijn het projecten in de vorm van trainingen of voorlichtingen met educatieve doeleinden. Daarnaast is een doelstelling om via ‘uitjes’ of ‘bijeenkomsten’ de sociale participatie te vergroten en de gezinnen af en toe een ontspannende activiteit te bieden. Als stagiaire participeer je tijdens je stageperiode minstens in opzet en uitvoering van één van deze projecten. Aan het begin van het stagejaar moet duidelijk worden wie welke projecten gaat doen. De projecten worden direct begeleid door één van de interventiespecialisten. Er is tevens één interventiespecialist die de planning van de projecten coördineert zodat iedereen een project kan organiseren en niet iedereen hetzelfde project gaat doen: Coördinator Projecten
IVS
Zorg dat bestaande projectplannen en ander projectmateriaal (getuigschriften, presentaties, handleidingen etc.) goed worden bewaard zodat er het jaar erop weer gebruik van kan worden gemaakt. Of binnen een ander Sociaal Team. Alle verdere informatie over het opzetten en uitvoeren van de projecten vindt je in bijlage 3. Voorbeelden van eerder ontwikkelde projecten zijn: - Sinterklaasviering - Training over Gezonde Voeding - Training over ‘administratie en budgetteren’ - Het ‘boodschappenproject’ (voorlichting en samen boodschappen doen) - Uitje naar de dierentuin in de zomervakantie - Het ‘kledingproject’ - Het organiseren van vakantiekampen - Assertiviteitstraining
1.8
Overlegmomenten
Er zijn verschillende structurele contactmomenten tussen interventiespecialist en basiscoach: 1.
2.
Casusoverleg: eenmaal in 2 weken vindt een uitgebreid casusoverleg plaats tussen een koppel basiscoaches en de interventiespecialist. Tijdens dit overleg wordt de voortgang van de casussen besproken. Het inhoudelijke uitgangspunt tijdens deze besprekingen zijn de actiepunten binnen de gezinsbegeleiding en de bijbehorende tijdslijnen. Daarbij wordt kritisch in de gaten gehouden of de gezinsbegeleiding op de goede koers ligt wat betreft standaard begeleidingsaspecten en tijdslijnen/deadlines (zie bijlage 1,2,3 ‘criteria binnen gezinsbegeleiding’). Wanneer zaken ‘vastlopen’ wordt dit geëscaleerd naar de teamchef (tijdens casusoverleg of in de wandelgangen). Tenslotte kunnen interventiespecialist en basiscoach tijdens dit gesprek het probleem áchter het probleem bespreken en daarbij de verschillende theoretische invalshoeken (agogische methodieken) die tijdens de begeleiding hierbij kunnen worden aangewend. Stagiaires: Reflectiegesprek: eenmaal per maand vindt er een reflectiegesprek plaats. Dit gesprek vindt plaats tussen interventiespecialist en basiscoach (stagiaire). Als stagiaire lever je eenmaal per maand een reflectieverslag in; dit vormt tegelijkertijd het uitgangspunt van het reflectiegesprek.
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
13
3.
Stagiaires: Gesprekken met stagedocent: drie tot vier maal per jaar vinden gesprekken plaats met de stagedocenten van de basiscoaches. De basiscoach bereidt dit gesprek voor en faciliteert agendapunten; vaak moet de basiscoach ook opdrachten inleveren ter voorbereiding van het gesprek (zoals een begeleidingsplan). De interventiespecialist geeft commentaar vanuit voortgang van de basiscoach op de stageplaats. Daarnaast vindt tijdens deze gesprekken een ‘check’ plaats op basis van het behaalde aantal stage-uren en mogelijke inhaaluren. Dagelijkse briefings: via de algemene weekstructuur met briefings en debriefings onderhoud je contact met je eigen team per interventiespecialist; en met alle teams gezamenlijk in de algemene briefing. Direct contact: indien je vragen hebt over dringende zaken kun je de interventiespecialist hier ook direct over om advies vragen. Je kunt ook bij andere interventiespecialisten of bij de teamchef terecht.
4. 5.
1.9
Reflectie Informatie bedoeld voor stagiaires
Eenmaal in de maand vindt een reflectiegesprek plaats tussen interventiespecialist en stagiaire. Maandelijks schrijft de stagiaire een reflectieverslag over zijn of haar persoonlijke voortgang en voortgang binnen het eigen leerproces. Ter voorbereiding van dit gesprek leest de interventiespecialist de reflectieverslagen door. Als uitgangspunt van een reflectieverslag kan een bepaalde competentie binnen het BPV-plan dienen. Daarnaast kan onderwerp van de verslagen en gesprekken de te ontwikkelen competenties zijn die binnen de Sociale Teams centraal staan (zie figuur onderaan deze pagina). De interventiespecialist kan één van de beschreven competenties of gedrag- en houdingsaspecten uitkiezen zodat de basiscoach zich daar een bepaalde periode op focust in de praktijk en daarop reflecteert. De basiscoach kan een dergelijk aspect ook zelf uitkiezen. Voor de ontwikkeling van de basiscoach in lijn met het gedachtegoed achter frontlijnwerk is het van belang dat dit soort punten in ieder geval op enige manier worden meegenomen tijdens het leerproces van de basiscoach. Figuur: competenties en gedrag- en houdingsaspecten als uitgangspunten tijdens reflectiegesprekken met basiscoaches:
Competenties
Vaardigheden
Gedrag & Houding
Vaardigheden
Frontlijnwerker
Frontlijnwerker
Frontlijnwerker
Basiscoach
Neutrale categorisatie
koppeling makken tussen praktijk en beleid
‘Voor elk probleem is een oplossing’
Kunnen reflecteren
Persoonlijke Benadering ‘Doorpakken’ Verbinden Vertalen
schakelen
out-of-the-box denken
communicatie met verschillende doelgroepen
flexibel/loslaten van eigen denkwijze
breed denken
Feedback vragen; geven en ontvangen
Gedrag & Houding Basiscoach
Professionele houding (grenzen, normen, loyaliteit) Kritisch
Gezond Boeren Verstand
Initiatiefrijk
Meervoudig Kijken
(Psychisch) stabiel
onconventioneel
Voor jezelf opkomen
Pro-actief
initiatief nemen
creatief
Sociaal bewust
proactief denken
inspirerend/entho usiasmerend
Coachen van samenwerkingspartn er Meedenken met methodiekontwikkeli
Meedenken
grijs gebied opzoeken; buiten
positief ingesteld
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
Enthousiast
14
ng
Vragen stellen
doorpakken
Helicopterview
Doelgericht
verbinden
Communicatief vaardig
Flexibel
assertief
geijkte paden
Creatief
kritisch kijken mogelijkheden zien en zoeken
Overzicht scheppen in complexe situaties
Lerende houding
Initiatieven ontplooien
Tijdens het maken van je reflectieverslag maak je gebruik van reflectietechnieken die je vanuit je eigen onderwijsinstelling hebt geleerd. Je kunt dit verslag uieraard ook voor andere doeleinden gebruiken (zoals voor schoolverslagen). De reflectie zal niet alleen gaan over dingen waar je tegen aan loopt, maar juist ook over het probleem áchter het probleem. Het is dus zaak dat je hier als basiscoach goed over nadenkt. In je reflectieverslag kies je minstens één verdiepend onderwerp vanuit je opleiding (bijvoorbeeld een specifieke methodiek) of een specifieke competentie waar je tijdens het gesprek met je interventiespecialist dieper op in gaat. Beschrijf hierbij gedrag, gevoel, gedachten gekoppeld aan een geselecteerd leerdoel of competentie. Je kunt hierbij gebruik maken van de STAR-methode. STAR staat voor Situatie – Taak – Actie – Resultaat. Hieronder een voorbeeld hiervan: Situatie
Wat speelde er?
Taak
Wat waren je taken?
Activiteiten
Wat heb je concreet gezegd of gedaan?
In 2005 was ik als verkoper werkzaam in een doe-het-zelfwinkel. Ik stond die dag achter de servicebalie. Een klant kwam terug met een rolgordijn, dat voor hem op maat was gemaakt. Hij wilde het terug brengen want de afmetingen waren niet correct. Mijn taak was om de klant duidelijk te maken dat maatwerk nooit wordt terug genomen. Dat was hem ook verteld toen hij het rolgordijn bestelde. Toen ik hem dit vertelde, werd hij heel kwaad en wilde mij met het rolgordijn slaan. Ik bleef kalm en heb de klant op een rustige en vriendelijke toon duidelijk gemaakt dat ik begrip had voor zijn probleem en het ook heel vervelend vond, maar dat ik er graag op een normale manier over wilde praten.
Resultaat
Wat gebeurde er daarna?
Ik maakt duidelijk dat ik de politie zou bellen, als hij niet zou kalmeren. De klant werd rustig en het gesprek kon op een redelijk normale toon worden voortgezet.
Onderstaande vragen vormen de leidraad waarop je het reflectieverslag baseert. • • • • • • • • •
Hoe heb je de afgelopen periode ervaren? Aan welke leerdoelen heb je de afgelopen periode gewerkt? Hoe is dit gegaan en noem hier een voorbeeld bij Hoe is de samenwerking met je koppelgenoot? Hoe is het contact met andere medewerkers van Bureau Frontlijn? Hoe is het contact met de werkbegeleider, mis je dingen? Wat gaat nog niet goed en wat wel? Hoe gaan de huisbezoeken? Hoe is het contact met je cliënten? Waar loop je tegenaan (in het algemeen, noem een vb.)? Wat gaat goed? (in het algemeen, noem een vb.)
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
15
•
Wat zijn je leerdoelen voor de komende periode en hoe ga je hier aan werken?
Op de eerste dag van de maand mail je je reflectieverslag naar je interventiespecialist. Let goed op dat je gedurende maand je reflectieverslag bijwerkt en niet begint net voorafgaand aan de inleverdatum. Je houdt zelf opmerkingen van of afspraken met je interventiespecialist uit de gesprekken bij zodat je daar in de volgende gesprekken op terug kunt komen.
1.10
Verlofaanvraag en stage-uren
Vanwege de planning binnen het team is het belangrijk elkaar ruim van tevoren op de hoogte te houden van vrije dagen. Iedere basiscoach geeft daarom verlofdagen ruim van tevoren schriftelijk aan bij de interventiespecialist. Voor stagiaires gelden aanvullende spelregels omdat hier sprake is van een verplicht aan stage-uren die behaald moeten worden om aan de eis van je opleiding te voldoen:
Informatie bedoeld voor stagiaires Wanneer je buiten de vakantieweken om, verlof op wilt nemen dan doe je dit altijd in overleg met je interventiespecialist. Je mailt je verlofaanvraag naar je interventiespecialist. Geef afspraken bij de dokter of tandarts in de week voorafgaand aan je bezoek schriftelijk bij de interventiespecialist aan. Verlof voor langere tijd dient ruimschoots van te voren worden ingediend bij je interventiespecialist. Je moet gedurende het jaar zelf ook goed opletten dat je genoeg stage-uren maakt omdat je, als je te weinig uren maakt, niet zult voldoen aan de stage-eis vanuit school. Het bijhouden van je uren is je eigen verantwoordelijkheid en wordt 4 keer per jaar besproken met de interventiespecialist (tijdens het reflectieoverleg). Je zorgt er zelf voor dat je 4 keer per jaar een overzicht hebt van het aantal behaalde stageuren zodat bekeken kan worden of je op de goede koers ligt. Deze peilmomenten vinden plaats op:
MAAND November Februari Mei Juni
Inventarisatie stage-uren stagiaires februari-instroom (peilmoment 3) Inventarisatie stage-uren stagiaires septemberinstroom (peilmoment 1) Inventarisatie stage-uren stagiaires septemberinstroom (peilmoment 2) Inventarisatie stage-uren septemberinstroom (peilmoment 3) Inventarisatie stage-uren februari-instroom (peilmoment 1) Inventarisatie stage-uren februari-instroom (peilmoment 2)
In bijlage 4 zijn de officiële contractuele afspraken rondom je stage-uren bij het Sociaal Team opgenomen.
1.11
Proefperiode
Informatie bedoeld voor stagiaires De proefperiode bij het Sociaal Team duurt 3 maanden. Na 3 maanden krijg je een officiële ‘go’ om verder te gaan met je stage bij ons. De proefperiode werkt twee kanten uit; aan de ene kant kan je interventiespecialist Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
16
verbeterpunten noemen die moeten plaatsvinden om je stage te kunnen vervolgen. Aan de andere kant verwachten we ook van jou als basiscoach dat je aan ons aangeeft wanneer de stage niet aan je (professionele) eisen voldoet. Dit kan het geval zijn wanneer je je bijvoorbeeld onvoldoende kunt ontwikkelen in je leerdoelen; of je BPV-eisen niet kunt halen bij ons. Het is niet zo dat je na 3 maanden ineens zult horen dat je moet stoppen met je stage: je krijgt voortijdig te horen welke punten je eventueel moet verbeteren. We vragen je ook aan ons tijdig aan te geven wanneer je verbeteringen wilt zien in je stage-omgeving. Op die manier komt niemand voor verrassingen te staan. Als het zo is dat er dit soort zaken spelen dan kan dit besproken worden in een reflectieoverleg of in een aangevraagd gesprekje met je interventiespecialist. Tijdens dit gesprek worden verbeterpunten geformuleerd en wordt een tijdspad aangegeven waarop verbeteringen te zien moeten zijn. Concreet betekent het dat als je in september start met je stage; je uiterlijk op 1 december een ‘go’ zult krijgen, start je in februari dan ligt die datum op 1 mei.
1.12
Computergebruik en de ‘P-schijf’
Coördinator ICT & werkplekken
IVS (evt. i.s.m. BC of andere IVS)
Spelregels en achtergrondinformatie algemeen registratiesysteem! à afhankelijk van registratiesysteem!! Iedere interventiespecialist heeft een eigen ruimte. Dit betekent dat je met ca. 7 mensen dagelijks een ruimte moet delen. Er zijn per ruimte 6 vaste werkplekken. Dit zijn zogenaamde ‘flexplekken’. Omdat jullie veel op huisbezoek zullen zijn heb je de computer slechts een beperkt deel van de dag nodig. Omdat niemand een vaste werkplek heeft moeten we rekening met elkaar houden en flexibel zijn in het gebruik van de computerplekken. Enkele belangrijke aanwijzingen ten aanzien van de computers: -
We werken op de Baarlandhof via een Citrixomgeving. We zijn niet direct aangesloten op het netwerk van de gemeente omdat we niet in een officieel gemeentelijk gebouw zitten. Via citrix krijgen we tóch toegang tot het gemeentelijke netwerk. Hierdoor kunnen we gebruik maken van gemeenschappelijke schijven met informatie daarop (de ‘p-schijf’).
-
Je krijgt een eigen inlognaam en een eigen e-mailbox. We verwachten dat je dagelijks je mail checkt. Je kunt je mail checken door in te loggen op de computers; je kunt je mail ook buiten het systeem om checken via: https://webmail.sdr.rotterdam.nl.
-
Per interventiespecialist is er een USB-stick beschikbaar. Dit is een beveiligde stick. We hebben hier bewust voor gekozen omdat we te maken hebben met gevoelige informatie die alleen voor intern gebruik bestemd is. Zorg dat je een wachtwoord op je USB-stick zet voordat je deze gaat gebruiken.
-
Probeer zoveel mogelijk dubbelzijdig en zwart-wit af te drukken. Soms verspringen de instellingen hiervan; check dit altijd even, zeker als je grote documenten gaat uitprinten!
-
Gevoelige informatie (documenten met ‘namen’ en andere informatie over gezinnen erop) moet altijd worden versnipperd wanneer het wordt weggegooid. Doe dit meteen even indien dit nodig is; anders wordt de berg voor de versnipperaar steeds groter!
-
Wanneer je vragen hebt over de ICT-voorziening; kun je contact opnemen met de servicedesk via: 0102676543.
De gezamenlijke P-schijf Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
17
De p-schijf is een schijf waar iedereen van het Sociaal Team op kan komen. Hierop staat belangrijke informatie zoals de casusinformatie, allerlei formats die in dit handboek worden genoemd en nog veel meer! Als je inlogt via Citrix en Windows Verkenner opent; dan vindt je daar op de p-schijf de gezamenlijke map ‘basiscoaches Baarlandhof 21’ (locatie: P:\Bureau Frontlijn\projecten\Basiscoaches Baarlandhof 21).
Korte uitleg van de mappen: -
-
-
-
-
Archief: hierin zitten oude mappen van basiscoaches/gezinnen Brondocument: hierin zit een document waarin alle kerngegevens van de gezinnen (actief en afgerond) worden bijgehouden. Als je afwezig bent kunnen je collega’s hier belangrijke informatie vinden over je gezinnen: zorg dus dat je de gegevens van je gezinnen in dit document compleet hebt en goed bijhoudt! Casussen: hierin zit alle casusinformatie. Het is geordend op adres. Zorg dat je hier op overzichtelijke wijze de aangegeven documenten (intakeverslag; casusdossier etc.) in hebt staan. Foto’s: hierin vindt je allerlei foto’s van activiteiten en bijeenkomsten Informatievoorziening: hierin vindt je allerlei formats en registratieformulieren die te maken hebben met je stage (tijdsregistratie, reflectie). Ook staat er allerlei handige praktische informatie in. De informatie in deze map heeft géén directe betrekking op de gezinsbegeleiding, maar meer om alles daaromheen. Methodiekbeschrijving: hierin vindt je relevante achtergrondinformatie over de methodiek, te gebruiken als naslagwerk voor opdrachten voor school e.d. (let op dat je geen letterlijke informatie kopieert; tenzij met voetnoot!). Projecten: hierin worden draaiboeken en plannen voor projecten opgeslagen. Daarnaast worden hier ook de onderzoeksverslagen (door basiscoaches gemaakt) opgeslagen. Roosters: hierin vindt je het rooster. Gedurende de week sla je hier je afspraken meteen in op. Sociale Kaart: hierin vindt je per leefgebied allerlei relevante informatie; als je zelf informatie hebt gevonden dan kun je dit bijvoegen. Stel het team hiervan bij voorkeur op de hoogte via de mail of in de briefing zodat iedereen weet wat je hebt ‘uitgevonden’. Systematiek van Intake tot Afronding: hierin vindt je alle formats en lege dossiers die je nodig hebt voor rapportage tijdens de gezinsbegeleiding Werkmappen Basiscoaches: hierin kun je je eigen werkdocumenten opslaan.
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
18
Om de p-schijf werkbaar en overzichtelijk te houden zijn er een paar spelregels: -
Maak niet zomaar een nieuwe map in het beginscherm (indien nodig; overleg dit met je interventiespecialist)
-
Wis geen mappen of documenten (alleen de documenten in je eigen map)
-
Let goed op dat je je gegevens niet opslaat in een origineel bestand. Maak altijd eerst een kopie van het bestand (format) dat je nodig hebt. Vul vervolgens je gegevens in dit kopie-bestand in.
-
Er zijn maar enkele mappen waar je écht in werkt en waar je dus in bepaalde documenten wijzigingen in aanbrengt. Dit zijn de volgende mappen: Projecten, Casussen, Brondocument, Foto’s, Sociale Kaart, Rooster en Werkmappen Basiscoaches. In de volgende mappen maak je nooit wijzigingen aan: ‘informatievoorziening’, ‘systematiek van intake tot afronding’ en ‘methodiekbeschrijving en naslagwerk’.
-
Je hebt een persoonlijke map waar anderen niet in kunnen komen. Als je inlogt dan zie je via verkenner waar die persoonlijke map staat. Daarnaast heb je een eigen map op de p-schijf: ‘werkmappen basiscoaches’.
-
Zorg dat je af en toe de casusinformatie ‘opruimt’; oude documenten kunnen weg. Ook wanneer je de gezinnen overdraagt na je stageperiode zorg je dat de relevante informatie over de gezinnen op de juiste plaats terechtkomt en dat alle andere informatie wordt verwijderd.
1.13
Digitale omgeving
Enkele belangrijke aanwijzingen ten aanzien van de computers:
1.14
-
We werken op de Baarlandhof via een Citrixomgeving. We zijn niet direct aangesloten op het netwerk van de gemeente omdat we niet in een officieel gemeentelijk gebouw zitten. Via citrix krijgen we tóch toegang tot het gemeentelijke netwerk. Hierdoor kunnen we gebruik maken van gemeenschappelijke schijven met informatie daarop (de ‘p-schijf’).
-
Je krijgt een eigen inlognaam en een eigen e-mailbox. We verwachten dat je dagelijks je mail checkt. Je kunt je mail checken door in te loggen op de computers; je kunt je mail ook buiten het systeem om checken via: webmailadres!
-
Per interventiespecialist is er een USB-stick beschikbaar. Dit is een beveiligde stick. We hebben hier bewust voor gekozen omdat we te maken hebben met gevoelige informatie die alleen voor intern gebruik bestemd is. Zorg dat je een wachtwoord op je USB-stick zet voordat je deze gaat gebruiken.
-
Probeer zoveel mogelijk dubbelzijdig en zwart-wit af te drukken. Soms verspringen de instellingen hiervan; check dit altijd even, zeker als je grote documenten gaat uitprinten!
-
Gevoelige informatie (documenten met ‘namen’ en andere informatie over gezinnen erop) moet altijd worden versnipperd wanneer het wordt weggegooid. Doe dit meteen even indien dit nodig is; anders wordt de berg voor de versnipperaar steeds groter!
-
Wanneer je vragen hebt over de ICT-voorziening; kun je contact opnemen met de servicedesk via: 0102676543.
Werkomgeving
Iedere interventiespecialist heeft een eigen ruimte. Dit betekent dat je met ca. 7 mensen dagelijks een ruimte moet delen. Er zijn per ruimte 6 vaste werkplekken. Dit zijn zogenaamde ‘flexplekken’. Omdat jullie veel op Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
19
huisbezoek zullen zijn heb je de computer slechts een beperkt deel van de dag nodig. Omdat niemand een vaste werkplek heeft moeten we rekening met elkaar houden en flexibel zijn in het gebruik van de computerplekken. We houden samen onze werkplek zelf schoon, opgeruimd en gezellig. Naast reguliere schoonmaak van de werklocatie; wordt de werkplek dagelijks even kort nagelopen en gefatsoeneerd. Dit betekent dat we een schoonmaakrooster hebben. Ieder samenwerkingskoppel basiscoaches heeft een vaste week waarin zij verantwoordelijk zijn voor het schoonmaken.
Coördinator schoonmaakrooster
BC
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
20
Deel 2 – Overzicht taakverdeling binnen Team
Intakeplanning & dossiervorming
IVS/Teamchef
Coördinator Weekplanning
IVS-team X: BC naam IVS-team X: BC naam IVS-team X: BC naam
Coördinator schoonmaakrooster
BC/IVS
Coördinator onderwijsprogramma
IVS (evt. i.s.m. BC of andere IVS)
Coördinator Projecten
IVS
Vertrouwenspersoon
IVS
Teambrede stage-evaluatie
IVS
Werving nieuwe stagiaires
IVS
Werkomgeving en bestellingen
IVS
Coördinator plenaire briefings
IVS
Teambrede contactpersoon stage-instellingen/P&O SoZaWe
Teamchef
Financiën (intern)
Teamchef
Werving vaste teamleden
Teamchef
Overzicht alle casussen (in Teamchef behandeling, afgerond, nazorg), communicatie actieve caseload Teamoverleg & teambrede kennisdeling: teamchef
Teamchef
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
21
Deel 3 - Werkafspraken
1. Outlook-agenda: je deelt je agenda met alle teamleden binnen het team van interventiespecialisten. Daarnaast deel je je agenda met alle interventiespecialisten in het gehele Sociaal Team. Houd de planning van afspraken goed bij en plan ook tijd in wanneer je bijvoorbeeld de administratie gaat bijwerken. 2. Afsluiten van het pand: de interventiespecialisten en teamchef zijn verantwoordelijk voor afsluiting van het pand. Van alle teamleden wordt bij vertrek verwacht te kijken of ramen en deuren gesloten zijn. 3. Dagelijkse schoonmaak: het pand wordt regelmatig schoon gemaakt door vaste schoonmakers. Daarnaast worden dagelijks door een vaste koppel basiscoaches (per week in te delen) de algemene ruimtes nagelopen. Let hierbij op kleine schoonmaakwerkzaamheden zoals een doekje over de tafels, prullenbakken legen, toiletpapier aanvullen etc. De coördinator dagelijkse schoonmaak maakt het rooster hiervoor. 4. Koelkast: De spullen die je erin zet, moet je voorzien van een naam. Zorg dat je spullen niet over datum raken, gooi ze weg indien dit wel het geval is. 5. Alleen de telefoonnummers van de interventiespecialist (vast en mobiel) worden verstrekt aan cliënten en betrokken organisaties. Alle andere telefoontoestellen behoren ingesteld te staan op ‘anoniem bellen’ en deze telefoonnummers worden niet verstrekt aan derden. 6. Dossiers van cliënten gaan het gebouw niet uit (dus niet meer naar huis nemen!). Gebruik voor eventuele digitale opslag van gegevens een beveiligde USB-stick 7. OV-chipkaarten: er zijn per interventiespecialist 2 OV-chipkaarten beschikbaar. Deze worden gebruikt voor vervoer van cliënten wanneer zij zelf niet in staat zijn dit te betalen. Deze kaarten moeten tijdig worden opgeladen. Het is daarom belangrijk dat wanneer je ze gebruikt, je er altijd duidelijk opschrijft welk saldo er nog op stond toen je de OV-chipkaart weer inleverde (dus bedrag en datum vermelden). Geef op tijd aan wanneer het saldo laag is; dan kan je interventiespecialist zorgen dat de kaart wordt opgeladen. 8. Fototoestel: er is per interventiespecialist 1 fototoestel (met batterijen en SD-kaart) beschikbaar. Wanneer je dit toestel gebruikt is het belangrijk dat je na gebruik de foto’s eraf haalt (en op de p-schijf zet); en dat je zorgt dat de batterij na gebruik zijn opgeladen. 9. Fietsen: er zijn fietsen beschikbaar die je tijdens huisbezoeken kunt gebruiken. De sleutels hangen in *** 10. Ziekmelding: ziekmelding vindt telefonisch plaats (niet via sms) vóór aanvang van je werktijd. In principe moet je je iedere dag ziek melden als de ziekte langer dan een dag duurt, tenzij je andere afspraken met je interventiespecialist hebt gemaakt. Indien betrokken interventiespecialist afwezig is, dien je afwezigheid door te geven aan één van de andere interventiespecialisten of aan de teamchef. 11. Te laat komen: Omdat we werken met briefings en debriefings is op tijd komen een zeer belangrijk issue. De interventiespecialist houdt ‘te-laat-komen’ per persoon bij. Wanneer je te laat dreigt te komen, stel je je interventiespecialist hiervan telefonisch op de hoogte. Voor stagiaires - Wanneer je meer dan drie keer (ongeoorloofd) te laat bent, krijg je een gesprek met interventiespecialist en waar nodig met school. 12. Verlofaanvraag: zie 1.10 13. Pauze: je hebt een half uur pauze per dag. Je bent in principe vrij om deze pauze voor jezelf te plannen, houd hierbij wel rekening met algemene planning en de planning van je samenwerkingspartner. 14. Gebruik computers en (mobiele) telefoons: laptops en mobiele telefoons worden niet voor privédoeleinden gebruikt. 15. Vertrouwelijk materiaal: wanneer je stuit op vertrouwelijk materiaal dat jij niet geacht wordt te lezen; dan lees je dit ook niet en meldt je dit bij je interventiespecialist. Het kan hierbij gaan om vertrouwelijke persoonlijke rapportage. 16. Vertrouwenspersoon: NAAM is de vertrouwenspersoon. Hij/zij is het aanspreekpunt voor zaken die je in vertrouwen wilt bespreken. 17. Tijdsregistratie: je werkt iedere week je tijdsregistratie bij.
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
22
Deel 4 - Jaarplanning
MAAND
ACTIVITEIT
Juli
-
Introductieperiode voor stagiaires september-instroom vindt plaats Welkomsborrel september-instroom Eind oktober: peilmoment proefperiode stagiaires september-instroom Kennismakingsgesprekken met stagedocenten van stagiaires september-instroom Start intern onderwijsprogramma Start werving stagiaires februari-instroom Jaarplanning en taakverdeling projecten door basiscoaches definitief Inventarisatie stage-uren stagiaires februari-instroom (peilmoment 3) Start overdracht en afronding gezinnen van stagiaires februari-uitstroom Inventarisatie stage-uren stagiaires septemberinstroom (peilmoment 1) Start voorbereiding introductietraining februari-stagiaires Kerstactiviteit met het team 1 december: einde proefperiode stagiaires september-instroom Stagiaires februari-uitstroom dragen gezinnen over Eindbeoordelingsgesprekken met stagedocenten van stagiaires februari-instroom Werving stagiaires februari-instroom definitief Tussenevalutie met stagedocenten van stagiaires september-instroom Afscheid stagiaires februari-uitstroom Introductieprogramma stagiaires februari-instroom vindt plaats Inventarisatie stage-uren stagiaires septemberinstroom (peilmoment 2) Welkomsborrel met nieuwe stagiaires februari-instroom Start werving vakantiekampen voor gezinnen Start werving stagiaires september-instroom Kennismakingsgesprekken met stagedocenten van stagiaires februari-instroom Eind maart: peilmoment proefperiode stagiaires februari-instroom Start overdracht/afronding gezinnen in verband met zomerperiode en septemberuitstroom Start voorbereiding zomeractiviteit (dierentuin) 1 mei: einde proefperiode stagiaires februari-instroom Inventarisatie stage-uren septemberinstroom (peilmoment 3) Inventarisatie stage-uren februari-instroom (peilmoment 1) Inventarisatie Rotterdampassen voor alle gezinnen (i.v.m. zomer) Plenaire evaluatie stagejaar per Sociaal Team en gezamenlijk met alle Sociale Teams Evaluatiemoment stagejaar met scholen (gezamenlijk met alle Sociale Teams) Werving stagiaires september-instroom definitief Eindbeoordelingsgesprekken met stagedocenten van stagiaires septemberinstroom Tussenevaluatie met stagedocenten van stagiaires februari-instroom Overdracht en afronding gezinnen van basiscoaches die in september uitstromen Afscheidsactiviteit voor september-stagiaires met het gehele team Februari-stagiaires maken vakantieoverdracht voor alle actieve gezinnen Inventarisatie stage-uren februari-instroom (peilmoment 2) Start voorbereiding introductietraining september-stagiaires Geen stagiaires aanwezig
Augustus
-
Geen stagiaires aanwezig
September Oktober
November
December Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
-
Coördinator jaarplanning
IVS Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
23
Deel 5 - Informatie over de de Wijk Informatie over wijk
Binnen dit hoofdstuk de volgende onderwerpen: -
geografische ligging sociale index achtergronden wijk historische achtergronden wijk eigen invulling! Foto’s?
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
24
Deel 6 - Netwerkpartners in de wijk
Binnen dit hoofdstuk de volgende onderwerpen: Uiteenzetting over specifieke netwerkpartners in de wijk en o o o
korte uitleg van functie van eventuele partners afspraken die gemaakt zijn met tussen partners en ST eventueel samenvatting van Plan van Aanpak in betreffende Deelgemeente
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
25
Deel 7 - Werkopdrachten
Algemeen
Opdracht 1
SWOT-Analyse
Maak een met behulp van de onderstaande matrix een SWOT analyse. Neem hierin alleen de bijzonderheden op die onderscheidend zijn ten opzichte van anderen, of die bepalend zijn voor jouw toekomst mogelijkheden. Probeer de punten in te vullen naar aanleiding van je nieuwe stageplaats of je plaats binnen het Sociale Team.
STERKTE
ZWAKTE
•
•
•
•
•
•
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
26
KANS
BEDREIGING
•
•
•
•
•
•
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
27
Opdracht 2 Opdracht
Functieprofiel Functieprofiel Wijkverkenning
2 3
Welke kennis, vaardigheiden en gedragingen heeft een stagiaire nodig binnen het Sociaal Team? Probeer zo goed mogelijk te omschrijven wat voor kennis je nodig hebt als stagiair, welke vaardigheden behoren bij het uitvoeren van deze stage en welk gedrag gevraagd wordt . Dus leef je uit en veel succes!!! Functie:
Kennis
Vaardigheden
Gedrag & Houding
Stagiair Basiscoach
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
28
1.
Het tien jarige zoontje van je cliënt wil op sport. Zoek minstens één sportvereniging in de wijk. Maak van deze verenging een foto.
2.
Stel het kindje van je cliënt wil boeken lenen, maar is niet lid van de bibliotheek. Waar is de bibliotheek in de wijk? Hoe meld je hem/haar aan en zijn daar regels aan verbonden? Maak een foto van de bibliotheek.
3.
Stel er is een jongere die problemen heeft (bedenk zelf een probleem). Waar zou hij/zij allemaal terecht kunnen in deze wijk? Maak een foto van deze instelling.
4.
Waar kun je in de wijk terecht voor het aanvragen van een Rotterdampas? Maak een foto.
5.
Waar kun je goedkoop boodschappen doen in de wijk? Maak een foto.
6.
Je wil het kind van je cliënt aanmelden voor een kinderdagverblijf. Zoek minstens één kinderdagverblijf uit, die in de wijk is gevestigd. Maak een foto.
7.
Welke activiteiten worden aangeboden in de wijk? Zoek er minstens drie uit en maak foto(s) waar ze deze activiteiten kunnen ondernemen.
8.
Zoek een plek uit waar de mensen samen komen om hun geloof te uiten (bijvoorbeeld kerk, moskee, synagoge, tempel etc.) Maak foto’s van deze gebouwen.
9.
Interview drie personen met verschillende achtergronden (Somalisch, Marokkaans, Antiliaans, Turks, etc.). Verzin zelf vragen en vraag door over hoe ze de wijk vinden. Het zou leuk zijn als jullie op de foto gaan met deze personen.
10. Hoe hebben jullie het in de wijk ervaren (denk aan veiligheid, vertrouwd, gevoelens, structuur, kindvriendelijk, etc.)
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
29
Opdracht 4
Debat: “Armoede in Nederland is een keuze”
Er worden 2 groepen gevormd. De ene groep is tégen de stelling; de andere groep is vóór de stelling. De stelling luidt: ‘Armoede in Nederland is een keuze’ Voorbereidingstijd: 15 minuten. Bedenk samen met je groepje argumenten waarom je tegen of voor deze stelling bent. Noteer ze gezamenlijk zodat jullie tijdens het debat veel te zeggen hebben. Ter inspiratie kun je onderstaande quotes doorlezen om op ideeën te komen. Quotes: Armoede is een keuze. Zelfredzaamheid ook. 4 kinderen nemen met een bijstandsuitkering is een keuze. Geen opleiding hebben is een keuze. Tuurlijk zou mijn vriendin ook kunnen werken maar de kosten van de kinderopvang trekken dan alle winst die we maken weg en je levert je kinderen aan een ander over. Tuurlijk zou mijn vriendin ook kunnen werken maar de kosten van de kinderopvang trekken dan alle winst die we maken weg en je levert je kinderen aan een ander over. Armoede kies je niet voor... armoede overkomt je. Wie kiest er nou voor om zijn kinderen niet voldoende voeding, kleding e.d. te kunnen geven. Het jaareinde nadert en ik ben benieuwd of ook nu weer in januari blijkt dat de helft van de uitkering en toeslagen geheel opging aan vuurwerk. Bijstandsuitkeringen gaan op aan scooters, auto’s, sigaretten, mobieltjes, tatoeages, flatscreens en gokschulden. De meest elementaire zaken als huur, gas, water, licht, kleding, eten (zaken waar de bijstand ooit voor bedoeld was) kunnen niet worden betaald Als je maar echt wilt dan krijg je een baan. Als je wil kan je alles dus ja, armoe is een keuze als ‘t allemaal zo makkelijk was zou iedereen een ideaal leven hebben, sommige dingen OVERKOMEN je, daar kies je zelf niet eens voor Armoede is een keuze; berusten of vechten Als je dat maar vaak genoeg hoort of leest ga je het vanzelf geloven is de hoop dan van bovenaf ... laten ze maar eens bij de mensen thuis kijken Armoede betekent dat je niet normaal in de samenleving kunt functioneren, omdat je bent uitgerangeerd, omdat je te weinig geld hebt, of omdat (goede) voorzieningen voor jou niet bereikbaar zijn. Sociaal-economische gezondheidsverschillen, groeien naarmate de kloof tussen arm en rijk groter wordt Ieder mens is in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leven en geluk. Maar dat is slechts één kant van de zaak. Armoede gaat vaak samen met machteloosheid. Ik zie mensen met een gewone werkweek maar nog niet te eten hebben. Geen auto,televisie of mobiel maar wel krom liggen om de school voor hun kinderen te kunnen betalen. Armoede is een keuze. Niet van de armen maar van de politiek.
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
30
De keuze tussen een maatschappij met kansen voor iedereen of een maatschappij waarin alleen de persoonlijke prestatie en het persoonlijke gewin telt. In Nederland leeft slechts 11% onder de armoede grens. Maar dat is een op de negen. En nog eens 9% op de grens en 9 % er net boven! Dat is een kwart van de bevolking. Of zie ik het verkeerd? Slechts 11% !! Ik zag van de week een foto van een scène van “de minima”: getatoeëerde man (jaar of 30), zittend voor zijn tv, pakje shag op tafel naast een mobieltje, kind liggend op de bank ernaast. Waarschijnlijk bij te komen van zijn wekelijkse boodschappen bij de plaatselijke voedselbank. Armoede heeft met kansen te maken, of beter gezegd met een gebrek aan kansen. Wie in armoede geraakt, blijft makkelijk hangen in een vicieuze cirkel, in een van generatie tot generatie doorgegeven leefpatroon waarin armoede een centrale rol speelt. Armoede is een hardnekkig verschijnsel waarvan je maar moeilijk los kunt komen, je weet op een gegeven moment echt niet meer hoe dat kan en óf dat wel kan. “je moet mensen geen visje geven, maar hengels zodat ze leren vissen”. “Don’t blame the victim”, dat heeft geen zin en het is ook onrechtvaardig. Armoede is géén vrije keuze. Het gaat deels om mensen voor wie vroeger werk zat was. Hun werk is wegbezuinigd, al dan niet door machines vervangen. Een keuze maar van wie?
Opdracht 5
Wat hoort waar bij?
Welke van de onderstaande begrippen horen bij de afgebeelde plaatjes of uitspraken? Je kunt ze in de tabel invullen.
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
31
Begrip Vroegtijdige Interventie Pyramide van Maslow De Zone van Naasten Ontwikkeling (Vygotsky) Model van Poiesz Model van Bronfenbrenner
1.
Loesje
2.
De Marathon
Nummer
Lisa doet mee met de marathon. Ze is erg benieuwd of ze dit jaar harder zal lopen dan vorig jaar. Ze twijfelt: Ik ben erg gemotiveerd. Heb een weddenschap afgesloten met mijn broer, dus als ik verlies moet ik een half jaar voor hem de afwas doen. Maar mijn conditie is niet zo goed. Twee maanden geleden een blessure gehad dus ik kán het gewoon niet zo lang volhouden… Daarbij heb ik gehoord dat er dit jaar grappenmakers zijn die van plan zijn de bordjes die de uitgestippelde route aanwijzen de verkeerde kant op te draaien… 3.
Jurk
Ik heb een jurk. Als ik de jurk aan wil trekken moet ik heel veel knopen dichtdoen. Van boven tot beneden zitten er aan de voorkant 45 knoopjes. Ik begin altijd bovenaan. Laatst was ik verkeerd begonnen. Maar ik kwam er pas beneden achter. Ik had een knoop over en mijn jurk zat scheef. Ik kon weer helemaal opnieuw beginnen…. 4.
Samen of alleen?
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
32
5.
Uitgangspunt ‘Meegroeien van Achterstandsgroepen’
Om de doelstellingen van het programma te bereiken in de ontwikkeling van zowel moeder als kind is het van groot belang dat de ‘bestaansbasis’ ingevuld is. Een moeder die niet in staat is om haar kind voldoende te eten te geven, die in een slechte woonsituatie verkeert, die stress heeft vanwege schulden, zal zichzelf niet kunnen motiveren. Ze zal, als de basissituatie niet verbeterd, ook niet door allerlei maatregelen te motiveren zijn. Sociaal Team is er van overtuigd dat het invullen van de basisbehoeften, als mensen dit zelf niet kunnen, een plicht is van de overheid en dat daarover niet onderhandeld moet worden. Wanneer de basis is ingevuld kan daarna wél een beroep op de moeder worden gedaan om zich actief in te zetten voor haar ontwikkeling en die van haar kind. De moeder kan via vaardigheden die ze ontwikkeld bij het doen van het huishouden en de opvoeding van de kinderen de stap naar (arbeids)participatie te zetten. 6.
Steen in het water…
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
33
Opdracht 6
My Place on the P-schijf
1. Inloggen via Citrix: . Open Internet Explorer . Log in via Citrix . Wachtwoord (eerste keer): welkom25 . Inlognaam: eerste 6 letters achternaam en eerste letter voornaam (vb: daamens) . Open programma’s (word/exel/powerpoint/outlook -mail) via inlogscherm citrix
2. . . . . .
Gebruik maken van Outlook (e-mail) E-mailadres:
[email protected] Open outlook via Citrix inlogscherm Maak gebruik van je agenda in outlook (zo kun je ook in de agenda van je interventiespecialist) Deel je agenda met je interventiespecialist en medebasiscoaches Check tijdens je stagedagen dagelijks je mail
3. Indeling P-schijf - Locatie P-schijf: P:\BureauFrontlijn\Projecten\BasiscoachesBaarlandhof 21 - Open de p-schijf; open map ‘Bureau Frontlijn’ à open map ‘projecten’ à open map ‘Basiscoaches Baarlandhof 21’ - Maak een snelkoppeling op je bureaublad van ‘Basiscoaches Baarlandhof 21’ - Je hebt ook een map waar je persoonlijke informatie kunt opslaan; let goed op dat je hier geen casusinformatie opslaat; als je afwezig bent kan je interventiespecialist niet in deze map komen! - Bekijk alle mappen op de p-schijf en lees 7.14 (p. 61 van de syllabus) goed door. - Bekijk in welke mappen wijzigingen mogen worden toegevoegd en in welke mappen dit niet kan (brondocument, casussen (voorbeeldmap), foto’s (overleg WB) etc.
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
34
BIJLAGE
Bijlage 1:
‘Knipselkrant: ervaringen van stagiaires’
Onderstaande tekst is afkomstig uit verslagen van basiscoaches die bij ons stage hebben gelopen (2007-2010). Het is de bedoeling dat het jullie een beeld geeft van de stage die je bij ons gaat lopen. Werkzaamheden… • • • • • • • • • • •
Gezinnen begeleiden door het uitvoeren van standaard begeleidingsaspecten en actiepunten Knel en verbeterpunten voor het programma en de instanties die werken met de gezinnen aangeven Casusbeschrijvingen opzetten van eerste huisbezoeken Activiteiten organiseren voor gezinnen Trainingen geven en projecten opzetten Het stimuleren van ontwikkelen van de capaciteiten bij de moeders Afronden van hulpverlening aan gezinnen Gezin leren zelfstandig te zijn Gezin leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun gekozen keuzes Het maken van overdrachtdossiers voor nieuwe collega’s Het maken van hulpverleningsplannen
De Beginperiode… In het begin van de stageperiode had ik erg het idee dat ik in het diepe werd gegooid. Wel hebben we tijdens de eerste twee introductie weken verschillende trainingen gehad, rollenspellen, hoe je de casusdossiers bijhoudt, afspraken plant, met welke organisaties en instanties we samen werken. Hier heb ik vooral geleerd wat het doel is van bureau Frontlijn. Namelijk capaciteiten ontwikkelen bij de ouders en nieuwe methodieken ontwikkelen om de samenwerking tussen overheidsinstanties en burger te verbeteren. De reden waarom ik aangeef dat ik in het diepe werd gegooid is omdat je samen met je collega huisbezoeken aflegde bij gezinnen. Je komt bij de mensen thuis. Als iemand de deur voor je open doet en je mag een kijkje binnen nemen, kan dit behoorlijk heftig zijn. Ik probeer goed op te letten, dus hoe is de staat van de woning, hoe gaat het met de cliënten, hoe is het met de kinderen, moet er meteen iets veranderen voor het gezin, en wat hebben de ouders mij te vertellen. Tijdens de eerste huisbezoeken in het begin van mijn stageperiode is het van belang om kennis te maken. Nadat we even gepraat hebben, legde ik uit dat ik werk bij bureau Frontlijn als stagiaire. Samen met de cliënten bespreek ik de actiepunten. De belangrijke actiepunten zoals gezondheid en inkomen pakken we als eerst aan. Ik moet eerlijk toegeven dat ik in de eerste weken van mijn stageperiode op de bank zat bij cliënten en ik soms gewoon niet wist was ik kon doen om de situatie van mijn cliënt te veranderen. Er was een keer een cliënt die mij een stapeltje brieven gaf met schulden en achterstanden. Ik dacht dat ik dat wel even kon regelen als ik weer terug was op kantoor. Terwijl dat vaak niet het geval was. Dit is ook geen goed idee. Ik kwam erachter dat de cliënt juist moet meekijken zodat hij/zij het zelf leert en op deze manier ook zijn capaciteiten ontwikkeld. Er zijn ook cliënten geweest die een slachtofferrol aangenomen hadden. De cliënten hebben allemaal hun eigen verhaal. Zij hebben veel meegemaakt. Ik geloof ook dat wat je allemaal meemaakt in je verleden, je hierdoor uiteindelijk gevormd wordt door alle ervaringen. Dit kunnen goede en slechte ervaringen of gebeurtenissen zijn. Ik probeer dan wel aan te geven dat de cliënten ontzettend veel hebben meegemaakt, maar dat zij ook moeten kijken naar wat ze tot nu toe bereikt hebben. Een cliënt voedt als alleenstaande moeder drie kinderen op, waarvan een kind gehandicapt is. Hiernaast werkte zij ook nog fulltime. Ik geef vaak aan bij mijn cliënten dat ik trots op hun ben. Ik vertel ook dat we allemaal fouten maken, verkeerde keuzes, maar dat op dat moment misschien gedacht werd dat het de goede keuze was. Als dit niet het geval was, dat we de scherven moeten opruimen en ervan moeten leren. Proberen door te gaan en het in de toekomst anders te doen. Omdat dit weer erg belangrijk is voor hun kinderen. Mijn functie is basiscoach bij bureau frontlijn. Je hebt hier een uitvoerende functie. Je begeleidt gezinnen. Dit kan op verschillende gebieden zijn, bijvoorbeeld op financieel gebied, gezondheid, hygiëne, opvoeding, ontwikkelen van capaciteiten, werk enzovoorts. De werkzaamheden die ik nog steeds heb gedaan in de laatste fase zijn: • • • • • • • • •
Bellen voor de cliënt met de instantie Brieven schrijven Uitleggen welke rechten de cliënt heeft Uitleggen welke plichten de cliënt heeft Formulieren invullen Betalingsregelingen aanvragen Uitkering aanvragen Bijzonder Bijstand aanvragen Inschrijven voor scholing Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
35
• • • •
Het begeleiden van cliënt naar vinden van een baan Gezin motiveren voor sociale participatie Brieven lezen voor cliënt Informatie opzoeken voor cliënt
In de laatste fase van mijn stageperiode is er wel een groot verschil met betrekking tot de eerste fase van mijn stage. In de laatste fase laat ik cliënten ook zelf bellen naar instanties, formulieren invullen, brieven lezen en zelfs brieven schrijven. In de laatste fase ben ik bezig met het afronden van mijn werk bij de cliënten. Er zijn cliënten die overgedragen worden aan nieuwe collega’s. Er zijn ook gezinnen van wie het dossier wordt gesloten. In de laatste fase heb ik mij ook bezig gehouden met cliënten van mijn nieuwe collega Mellinda. De samenwerking verliep goed. Het was ook weer een uitdaging om nieuwe cliënten te begeleiden. Nieuwe cliënten begeleiden haalde mij uit mijn sleur Leerproces… Ik merk dat cliënten van bureau Frontlijn, Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien als een instelling die je tegenwerkt, beslist over het inkomen van de cliënt, beslist over het leven van een cliënt. Cliënten zijn niet positief over Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De cliënten hebben verschillende klantmanagers. Er zijn klantmanagers die over werk en inkomen gaan. De cliënt heeft dus in vele gevallen vier klantmanagers. De een beslist over werk, de ander beslist over inkomen, er is nog iemand die beslist over de bijzonder bijstand. Zo gaat het maar door. Het is de vraag of de klantmanagers die de cliënt begeleiden, wel een keer in de zoveel tijd samen komen om het dossier van deze cliënt te bespreken. Ik heb ook gemerkt dat het moeilijk is om een afspraak te plannen met de klantmanagers. Ik wil dan een afspraak met hun plannen om samen met mijn cliënt daar een gesprek te voeren. De klantmanagers geven in de meeste gevallen aan dat ze het liever telefonisch willen doen. Ik heb een cliënt gehad die dolgraag voltijd wou werken. Zij had hier begeleiding bij nodig. Ik vond dat ze geen genoeg begeleiding kreeg van haar klantmanager die over werk ging. Ik neem aan dat het de bedoeling is dat deze haar ook begeleidt en hierin ondersteunt, in het vinden van een baan. Het is soms een cirkel. De cliënt dwarrelt dan op deze manier makkelijk circa tien jaar door en blijft een uitkering krijgen. Terwijl als er ook vanuit het Sozawe meer actie en begeleiding is van de klantmanager, zou de kans groot zijn dat de cliënt eerder werkt, of begint met een opleiding om zijn huidige situatie te veranderen. Zelf vind ik dat de cliënten die een uitkering hebben, deze een soort loopbaanbegeleider horen te hebben vanuit het Sozawe. De klantmanager zou zich dan kunnen bezig houden met het dossier en de administratie. En de loopbaanbegeleider zou zich kunnen bezig houden met de cliënt inschrijven voor een opleiding, vinden van een baan, samen met cliënt opvang regelen voor de kinderen enzovoorts. Cliënten hebben al jaren dezelfde structuur omdat zij niet beter weten. Voor een groot Deel zit er natuurlijk ook een verantwoordelijkheid bij de cliënten zelf. Door de stage bij bureau Frontlijn heb ik gezien dat er nog een keiharde wereld is die niet voor iedereen te zien is. Het is een wereldje dat misschien ontkend word, of de maatschappij sluit zijn ogen ervoor. Het is in ieder geval een donker wereldje. Met donker wereldje bedoel ik dat de woningen donker zijn van de cliënten. Cliënten hebben vaak hun gordijnen dicht omdat zij niet willen dat de buren naar binnen kunnen kijken. Dit kan zijn omdat er geen vloerbedekking ligt, of geen bank staat, de muren niet zijn behangen enzovoorts. In dit wereldje gaat het om ouders en alleenstaande moeders die in armoede leven. Moeders met drie kinderen die wekelijks van een voedselpakket en misschien 35 euro moeten leven. Moeders die al jaren niet op vakantie zijn geweest met hun kinderen. Als een gezin een uitkering heeft en zij bijvoorbeeld te laat een formulier bij het Sozawe hebben ingeleverd zij meteen een sanctie krijgen, er word dan in sommige gevallen gekort op hun uitkering. Er is een grote onwetendheid van de maatschappij voor deze doelgroep. Dus de groep die een uitkering ontvangt en tijdelijk niet kan werken. Zelf had ik in het begin ook vooroordelen over de cliënten. Maar als je uiteindelijk toch de achtergrond leert kennen dan heb je meer begrip voor deze doelgroep. Het is een doelgroep die in armoede leeft. In veel gevallen is dit door onmacht, bijvoorbeeld door ziekte. Het is absoluut niet de keuze van deze groep om in armoede te leven. Ik heb voor de opleiding maatschappelijk werk gekozen, omdat (hoe cliché het ook klinkt) ik graag mensen wil helpen. Ik haal veel voldoening uit als ik mensen hulp kan bieden bij het helpen oplossen van hun problemen. Ik leg de nadruk bewust bij het helpen oplossen van mensen hun problemen, omdat ik persoonlijk vind dat dit het meest effectieve manier is om mensen zelfredzaam te maken. Binnen de instelling waar ik nu stage loop heb ik kunnen meemaken, dat je snel geneigd bent, om dingen van cliënten over te nemen, om de ‘reddende engel’ uit te hangen. Bureau Frontlijn heeft als doel om cliënten zelfredzaam te maken om zodat ze hun capaciteiten kunnen vergroten en mee kunnen doen in de maatschappij. In het begin van mijn stage wilde ik zoveel mogelijk cliënten helpen en de dingen uit handen van cliënten nemen, omdat ik dacht dat het bij maatschappelijk werk hoort. Totdat ik besefte dat het niet werkt. Ik wilde juist zien, dat cliënten kunnen zeggen; bedankt voor je hulp, ik ben nu in staat om mijn zaken zelf te regelen. Op een gegeven moment kreeg ik ook het gevoel, dat ik alleen praktische zaken voor cliënten aan het regelen was, terwijl ik een HBO opleiding volg. Ik begon mezelf af te vragen of het regelen van praktische zaken alleen uit maatschappelijk werk bestaat, terwijl ik heel goed weet dat maatschappelijk werk een breed werkveld is met vele mogelijkheden. Als ik een voorbeeld moet benoemen; is dat maatschappelijk werkers gauw geneigd zijn, om cliënten door te verwijzen naar een specialist zoals een psycholoog of een psychiater, terwijl je eigenlijk ook tegelijkertijd je ‘eigen beroep’ onderuit haalt. Wie zegt dat wij cliënten met persoonlijke problemen niet kunnen helpen? Daar leren wij toch juist voor? Ik ben erachter gekomen dat het ontzettend belangrijk is om jezelf te profileren. Het laten zien van wat ik kan en wat ik te bieden heb, zal mij de kracht geven om mezelf te ontwikkelen als een volwaardig professional. Je bent pas in staat om iemand iets te leren, als je het zelf ook kan. Dat is mijn motto voor in de toekomst.
Terugblik…. Ik heb nu inmiddels bijna tien maanden stage gelopen. De stage bij bureau Frontlijn vind ik nog steeds erg divers. Ik heb me de afgelopen tien maanden bezig gehouden met verschillende leerprocessen op verschillende gebieden. Deze gebieden zijn wonen, werk, inkomen, gezondheid en hulpverlening. Ik heb absoluut geen eentonig werk. Omdat ik met verschillende instanties werk. De ene keer bel ik voor een cliënt, Ik lees een brief voor, vul formulieren in, motiveer gezinnen, begeleid cliënten naar scholing enzovoorts. Hiernaast combineer ik Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
36
mijn taken en opdrachten op mijn werkzaamheden op mijn BPV. Ik houd mijn competenties goed in de gaten zodat ik mijn taken en opdrachten goed uitvoer op mijn BPV. Tijdens de stage heb ik geleerd om grenzen aan te geven, de sociale kaart leren kennen, professioneel zijn, formele gespreken voeren, samenwerken met collega’s, hoe je vergaderd, hoe ik brieven schrijf, cliënten motiveren, capaciteiten ontwikkeld bij cliënten, cliënten zelfstandig laten zijn en hoe ik een gezin kan begeleiden. Ik vond het erg bijzonder om een gezinnen te mogen begeleiden. Het is een hele verantwoordelijkheid om een echt gezin te begeleiden. Bij de begeleiding van de gezinnen heb ik rekening proberen te houden met de onderstaande actiepunten: • • • • • • • •
Laat zien dat je trots bent op je cliënt wanneer hij/zij iets heeft bereikt Houd een open houding tegenover je cliënten Geef complimenten aan cliënt over bijvoorbeeld hoe schoon het huis is, of hoe netjes de administratie is geordend, als cliënt geen schulden meer heeft enz. Vraag door bij cliënt als je ziet dat zij verdrietig is Blijf positief bij de cliënt, wanneer je als basiscoach positief blijft, zal de cliënt dit waarderen, hierdoor wil cliënt ook haar thuissituatie veranderen Het woord probleem probeer ik te vermijden, omdat het woord probleem negatief is. Ik gebruik liever woorden als incident, voorval, situatie Ik neem mijn cliënten altijd serieus, ongeacht in wat voor positie of situatie zij zich bevinden Door mijn cliënt te respecteren, krijg ik wederzijds respect terug
Omdat je bij de begeleiding helemaal onderaan begint ken je de gezinsituatie goed. Door te bellen of brieven te schrijven voor cliënten leer je de belangen te behartigen voor de hen. En bijvoorbeeld uitwerken van sociale netwerken. Ik stimuleer mijn cliënten erg veel om meer buitenshuis te zijn, om sociale contacten te zoeken. Door bijvoorbeeld een sport of hobby. Ik ben door het stage lopen ook veel scherper. Ik signaleer punten veel sneller. Ik vind dat ik ook sneller punten oppik. Dit kan bijvoorbeeld een actiepunt zijn op de stageplek of bij een gezin thuis. In het begin moest ik eerst helemaal uitzoeken bij welke instantie ik moest zijn of uitzoeken welke formulieren ik nodig heb. Nu weet ik meestal meteen bij welke instelling ik moet zijn en wie ik moet bellen. En ik weet sneller welke formulieren ik nodig heb. Ik heb erg veel geleerd. Ik heb verder geleerd mijn cliënten meer los te laten.(competentie samenwerken, verantwoorden en professionaliseren). Het eerste half jaar heb ik erg moeite gehad om sommige situaties en problemen van cliënten los te laten als ik naar huis ging. Als er iets heel heftigs gebeurde in een gezin, vond ik het lastig om zodra ik bij Bureau Frontlijn wegging, dit uit mijn hoofd te zetten. Ik heb hiervoor een manier gevonden, namelijk een stuk lopen en ik geef mezelf een half uur om nog even te analyseren wat er precies gebeurd is die dag en wat ik aan de problemen heb gedaan, vooral ook wat de cliënt eraan heeft gedaan en had kunnen doen en dan sluit ik het af. Ik heb de gedachte namelijk dat het nog veel erger had gekund als wij niet in het gezin gekomen waren om te helpen, was er aan de situatie waarschijnlijk niets verbeterd, maar eerder verslechterd. Verder kan ik door het schrijven van reflecties voor mezelf op een rijtje zetten wat er precies gebeurd is, wat mijn handelen was en hoe ik dat kan verantwoorden, maar vooral ook wat de cliënt zelf aan het probleem had kunnen doen en heeft gedaan. Dit werkt voor mij in 99 procent van de gevallen heel goed en anders schrijf ik het van me af, want ik wil mijn werk niet mee naar huis nemen. Ik heb ook geleerd om mijn cliënten meer los te laten wat betreft de problemen. Ik had erg de neiging om de problemen van de cliënt over te nemen en op me te nemen en hier vooral zelf hard aan te werken, terwijl de cliënt lui op haar stoel zat af te wachten wat ik ging regelen of ging doen. Dit kostte me erg veel energie en ik besefte dat de cliënt hier niets van leerde. Het doel van het project is dat de cliënt capaciteiten ontwikkeld om zichzelf te kunnen redden. Als ik alles voor de cliënt blijf doen, weet de cliënt nog niet hoe ze bijvoorbeeld een telefoontje kan plegen of formulieren aan moet vragen en in moet vullen. Toen ik dit besefte is er eigenlijk een knop omgegaan en heb ik met mijn cliënten besproken dat mijn werkwijze ging veranderen, omdat ik wilde dat de cliënten het zelf leerden. Dit ging niet vanaf het begin af aan goed, maar met vallen en opstaan, maar van elke situatie waarin het mis ging, heb ik weer geleerd. Op dit moment gaat het goed, ik leer de cliënten door het eerst voor te doen, het dan samen te doen en het de cliënt uiteindelijk zelf te laten doen. Hierin kan ik de cliënt natuurlijk nog ondersteunen, maar de cliënt mag ook fouten maken en leren van haar eigen fouten, zodat ze zelf weet wat er mis ging en ze weet hoe het de volgende keer beter kan. (competentie verantwoorden en samenwerken, maar ook methodisch werken) Daarnaast heb ik dit jaar een project opgezet, naar aanleiding van wat ik heb gezien op stage wat verbeterd kon worden of wat nog ontbrak. Het leek me een goed idee een cursus op te zetten voor de moeders die we begeleiden, waarin zij een basis krijgen in het doen van de administratie en budgetteren. Het voordeel hiervan kan zijn dat we alle moeders niet bij elk huisbezoek dit helemaal opnieuw uit moeten leggen en dit kan veel tijd schelen. Tijdens dit project heb ik geleerd om te ondernemen en te innoveren, omdat ik iets nieuws op heb gezet, wat nog wel past binnen het maatschappelijk werk. Ik heb leren nadenken over hoe ik een project op kan zetten en hierin heb ik ook weer methodisch gewerkt. (competentie methodisch werken, innoveren, legitimeren, ondernemen, samenwerken, verantwoorden). Allereerst vind ik de doelgroep een hele goede keus voor dit project, omdat dit een kansarme en vaak wat weggestopte groep is, vaak alleenstaande moeders, met een minimuminkomen, met jonge kinderen, moeders zonder opleiding en werk die leven in een achterstandswijk. Het is zo belangrijk juist deze doelgroep te begeleiden, omdat zij kinderen hebben die de toekomst zijn voor dit land, maar die opleven in een achterstandswijk met een moeder als voorbeeld die leeft van zeer weinig geld, vaak schulden heeft en geen opleiding of baan heeft. Deze kinderen die vaak nog jong zijn, zijn nu nog vormbaar. Kinderen in de leeftijd van 0-10 jaar zijn nog in de ontwikkelingsfase en zij hebben een veilige omgeving nodig om zich goed in te kunnen ontwikkelen. De kans is groot dat zij in een vicieuze cirkel terecht komen, omdat zij het gedrag van de moeder vaak over gaan nemen. Het is juist daarom zo belangrijk dat de moeder een goed voorbeeld geeft en dat zij Nederlands leert, een baan vindt door eventueel een opleiding te volgen, uit de bijstand komt, uit de schulden komt en dat zij capaciteiten ontwikkelt, om zelfstandig te kunnen leven zonder schulden.
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
37
Wat ik echt enorm sterk vindt aan het project is dat dit project zich richt op alle problemen die spelen binnen een gezin. Er wordt niet maar naar één probleem gekeken, zoals veel hulpverlenende instanties doen, maar er wordt naar alle problemen gekeken en aan de hand hiervan wordt een begeleidingsplan geschreven in samenwerking met de moeder. Het nadeel hiervan is echter wel dat er zoveel problemen zijn, dat het erg lastig is om ergens te beginnen, maar als hiervoor het ABC-model gebruikt wordt en er duidelijke afspraken worden gemaakt, zal ook dit goed kunnen lopen. Ik vind het heel positief dat juist naar alle basiszaken als het huis schoonmaken, de administratie etc. gekeken wordt en dat van daaruit gewerkt wordt. Het is namelijk belangrijk dat er een goede basis is en als deze basis goed is, kan er verder gewerkt worden. Wat een valkuil bij dit project is, is dat moeders gemakzuchtig worden en te lang doen alsof ze het zelf niet weten/kunnen en zo profiteren van onze hulp. Daarnaast leggen veel moeders het probleem ook echt bij het begeleidende koppel van Bureau Frontlijn en dit is niet de bedoeling. De cliënten zullen zelf op moeten staan en zelf ook iets moeten doen. Het is dus zaak de moeders te motiveren om initiatief te nemen en de moeders ook de ruimte geven om zichzelf hierin te kunnen ontwikkelen. Ook zullen de moeders moeten beseffen dat de problemen hun verantwoordelijkheid zijn en dat wij er zijn om hen te ondersteunen en te begeleiden, zodat ze meer capaciteiten ontwikkelen om een huishouden te runnen en hun kinderen goed op te voeden. Daarnaast vind ik de wijze waarop de organisatie met haar cliënten omgaat goed. Er is voldoende afstand en nabijheid. Cliënten krijgen de ruimte om zichzelf te zijn en om te leren, maar zijn geen nummertje. Wat ik heel positief vind van Bureau Frontlijn is dat we op huisbezoek gaan. Het voordeel hiervan is dat de cliënt zich al meer op zijn gemak voelt, omdat deze in zijn eigen omgeving is. Ook kan ik bekijken hoe het huis eruit ziet, hoe een cliënt met zijn kinderen omgaat etc. Het nadeel ervan vind ik is dat cliënten de hulp in de schoot geworpen krijgen en zelf niet op stap hoeven te gaan, terwijl dit bij eigenlijk alle andere instanties waarmee ze te maken hebben, wel nodig is. Ik denk dat hiermee ook de gemakzucht een beetje in de hand gewerkt wordt. Daarnaast vind ik het zelf lastiger om als ik in iemands thuissituatie ben, echt zakelijk te blijven en me als professional op te stellen en niet als de buurvrouw die even komt buurten. Ik vind het heel goed dat er casusoverleggen zijn eens in de twee weken, zodat duidelijk wordt gekeken naar wat er nu speelt en hoe de begeleiding gaat en wat goed gaat en wat beter kan. Daarnaast vind ik het prettig om elke dag een briefing te doen en met elkaar te beginnen en de dag door te spreken. Ook de evaluatie aan het eind van de dag vind ik prettig, omdat er ruimte is om dingen te vragen of casussen in te brengen etc. Overdag kunnen we ook dingen aan elkaar vragen, maar tijdens zo’n briefing kan het centraal en zo kunnen er ook discussies ontstaan over bijvoorbeeld hoever mag een cliënt gaan voordat de begeleiding gestopt wordt. Ik zie het ook als meerwaarde om op deze stage heel breed te hebben gekeken naar een diversiteit aan problemen. Op school merk ik dat er echt een kloof is tussen Ede en het werken in Rotterdam. Ik heb gezien wat er wel werkt en wat absoluut niet bij de doelgroep van Bureau Frontlijn. Het heeft er ook voor gezorgd dat ik breder heb leren kijken en niet precies de officiële regels in het maatschappelijk werk exact in de gaten hou. Ik heb geleerd om out of the box te denken en te handelen. Wat ik goed aan de organisatie vind is de manier van ‘outreachend’ werken en dat het effectief is om problemen bij gezinnen die in achterstandswijken wonen, worden aangepakt. Ik vind dat ‘outreachende’ aanpak nodig is bij gezinnen waar veelvoudige problematiek aan de orde is, die hun problemen negeren, niet herkennen of de weg niet weten te vinden naar hulpinstanties. Door de manier van werken van Bureau Frontlijn vind ik persoonlijk dat gezinnen met hun neus op de feiten worden gedrukt, zodat zij inzien dat er actie ondernomen moet worden en daarnaast zelf leren hoe ze hun problemen kunnen oplossen. Juist door ‘het samen te doen’ en hen vervolgens aan te leren hoe ze dat in de toekomst alleen kunnen doen, wordt er veel bereikt. Zoals bijv. cliënten minder afhankelijk van instanties maken of dat cliënten leren hoe ze hun geld op een verantwoordelijke manier kunnen besteden om niet in de schulden te raken. Daarnaast vind ik het ook goed dat Bureau Frontlijn de basiscoaches zoveel mogelijk zelfstandig laat werken. Uit eigen ervaring weet ik dat het een positieve effect op mijn ontwikkeling heeft gehad. Als student krijg je binnen de instelling ‘de ruimte’ om je zelf te ontwikkelen en dit een vaardigheid is die voor het goed functioneren in onze maatschappij noodzakelijk is. Ook leren basiscoaches op een creatieve manier, zelf oplossingen te bedenken voor problemen waar zij eventueel tegen aan lopen en oplossingen te bedenken hoe ze samen met cliënten bepaalde zaken kunnen oplossen. Ik vind het mooi om te zien dat wij actief bezig zijn met het helpen verhelpen van de problemen. Wij zijn overal bij betrokken. Wij hebben een dubbele rol. Aan de ene kant zijn wij er om de cliënten te ondersteunen in hun hulpvraag. En aan de andere kant zijn wij er om de maatschappelijke problemen te signaleren. Hiermee laat je zien dat er wat wordt gedaan aan de ontevredenheid over hulp- en dienstverlening. Ik hoop dat hiermee de vertrouwen in hulp- en dienstverleners hersteld. Welke tips zou je aan de nieuwe stagiaires mee willen geven? • • • • • • • •
Standvastigheid; je moet niet over je heen laten lopen Grenzen stellen Afspraken nakomen; empathie tonen Onderzoekend karakter Consequent blijven Structuur in je huisbezoeken Veel vragen aan de moeders Duidelijk zijn naar de cliënten
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
38
Bijlage 2:
Functiebeschrijvingen
Functie:
Takenpakket • •
Teamleider
•
• • •
• • • • • •
• •
Functie:
Zorgt voor de dagelijkse operationele aansturing van de unit Is aanspreekpunt voor alle ketenpartners in de deelgemeente Vormt met de DOSA-regisseur, coördinator LZN en –CJG, een collegiaal (deelgemeentelijk) team waarin de inzet van de unit van het Sociale team wordt afgestemd Zorgt voor werving en selectie van gezinnen Zorgt i.o.m. ketenpartners voor het stellen van juiste prioriteiten Doet intakes bij bijzondere (ingewikkelde) casussen en autoriseert verzoeken om directe ondersteuning vanuit de backoffice (noodzaak code rood) Bewaakt de voortgang van de werkprocessen binnen de unit Is verantwoordelijk voor monitoring en verslaglegging, kwartaal- jaarrapportages Is verantwoordelijk voor de gesprekkencyclus en personele zorg Eindverantwoordelijk voor de voortgang en kwaliteit van de begeleiding van de gezinnen Aansturing van de interventiespecialisten Maakt sluitende afspraken met ketenpartners over vervolgacties, samenwerking, eindverantwoordelijkheid m.b.t. interventies binnen het gezin, Zorgt i.o.m. Stedelijk projectleider voor tijdige werving en selectie van medewerkers/stagiaires Zorgt i.o.m. KIC voor verdere ontwikkeling van de werkmethode door terugkoppeling van ervaringen van de medewerkers en later voor implementatie van nieuwe werkmethode
Takenpakket • •
Interventie-
Eigenschappen
• •
• • • • • • • • • •
• • • • • • •
Onafhankelijk kunnen optreden Heeft doorzettingsvermogen/vasthoudend Gaat uit van het belang van de burger Opereert zelfstandig Leidinggevende ervaring/capaciteiten Streng en rechtvaardig, zakelijk en sociaal Analytisch Communicatieve vaardigheden Coachende vaardigheden Kennis van het (Rotterdamse) netwerk (hulpverlening/instanties/sociale kaart etc.) Werkt actief samen met het netwerk Kennis van regelgeving en daar creatief gebruik van maken Oog voor privacy Kunnen opschalen/escaleren Urgentie kunnen herkennen Buiten regels om durven denken Creatief
Eigenschappen
Zorgt voor een goede werkplanning Zorgt samen met basiscoaches voor een volledige intake van nieuwe gezinnen Maakt, met gezin, plan van aanpak en zorgt voor accorderen van dit plan door teamchef Begeleiding basiscoaches bij dagelijkse inzet in
• • • • •
Initiatiefrijk Open houding naar zowel gezinnen, als naar collega’s Kritisch Innovatief denken Creatief
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
39
specialist • • • •
• • • • • •
•
gezinnen door feedback, coaching en sturing Eerste aanspreekpunt voor basiscoaches en gezinnen Onderhoudt contacten met partners op operationeel niveau Doorgeven knelpunten aan teamchef/opschalen Primair verantwoordelijk voor voortgang gezinnen (afleggen huisbezoeken en voeren evaluatiegesprekken, nagaan nakoming afspraken met partners etc.) Verantwoordelijk voor dossiervorming Verantwoordelijk voor inzet basiscoaches (vormt koppels, planning etc.) Leidt intervisiebijeenkomsten Intervisie met eigen functiegroep (andere units) Is verantwoordelijk voor een goede stagebegeleiding i.o.m. opleidingsinstituut Autoriseert verzoeken voor snellere afhandeling/ondersteuning door back-office (code oranje), spreekt waar nodig instanties hierop aan Zorgt voor eindrapportage/overdracht van het gezin
• • • • • • • •
• • •
• • •
• •
Functie:
Takenpakket
• •
Basiscoach
• • • • • •
•
Meedenken Grenzen stellen Out-of-the-box denken: Buiten regels om durven denken Een zakelijke én sociale instelling Communicatief vaardig Gaat uit van het belang van de burger Urgentie kunnen herkenning (prioritering) Gericht op samenwerking (met partners en gemeentelijke diensten (afspraken maken en nagaan nakomen afspraken) Coördinerende vaardigheden (diensten en partners) Aansturende vaardigheden (aansturen basiscoaches) Kan acties faseren (plan van aanpak, inzet basiscoaches met deelopdrachten) Stimuleert zelfredzaamheid (niet overnemen maar aanleren) Coachende vaardigheden Weet gebruik te maken van bestaande structuren (geen uitzonderingen creëren (m.u.v. urgentie)). Vertrouwenwekkend Doortastend
Eigenschappen
Contact leggen en onderhouden met geselecteerde gezinnen Zorgt samen met de interventiespecialist voor een juiste intake en opstellen van het behandelplan van het gezin Zorgt samen met collega basiscoach voor de stapsgewijze uitvoering van het behandelplan Rapporteert dagelijks aan de interventiespecialist over activiteiten en voortgang Zorgt samen met het gezin dat het huishouden op orde komt en blijft Zorgt samen met het gezin voor structuur in de opvoedsituatie Zorgt voor ruimte om mee te kunnen doen in Rotterdam (werk, activiteiten buitens huis etc) Schakelt (via interventiespecialist) overige instanties in waar dit noodzakelijk is voor een juiste uitvoering van het behandelplan Levert actieve bijdrage aan collegiale reflectie overleggen
• • • • • •
• • • • • • • • • •
Onbevangen en onbevooroordeeld Gaat naast gezin staan Kritisch Pragmatisch Creatief Coachende vaardigheden (overbrengen van vaardigheden en bevorderen van het zelf doen) Kan stap voor stap werken Gericht op samenwerken, samen doen Vertoont voorbeeldgedrag Heeft enig pedagogisch inzicht Communicatief vaardig Kan hoofd- en bijzaken scheiden Durft aan te spreken op gedrag/feedback kunnen geven Kan omgaan met bureaucratie Geduldig Zakelijk en sociaal
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
40
• •
Is samen met het gezin verantwoordelijk voor de eindevaluatie Organiseert ‘projecten’ in lijn met de methodiek (bv. voorlichting)
• • • •
Bijlage 3:
Betrokken met voldoende afstand Stabiel, stevig in schoenen staan Kan meedenken en heeft lerende houding Flexibel
Mijn project bij het Sociaal Team
Gedurende het komende jaar ga je een project uitvoeren. De bedoeling hiervan is dat je project de methodiek en werkwijze ondersteunt en versterkt. Qua onderwerpen kun je breed denken: voorlichting, educatieve uitjes, sociale participatie etc. Voorbeelden van projecten die eerder bij Bureau Frontlijn/Sociaal Team zijn uitgevoerd: -
voorlichting over gezonde voeding het kledingproject (winkel & voorlichting) assertiviteitstraining training administratie & budgetteren boodschappenproject dans workshop
Je project moet uitvoerbaar en toepasbaar zijn. Dit houdt in dat we het in de dagelijkse praktijk moeten kunnen uitvoeren (met de gezinnen). Daarnaast moet het project ook op zo’n manier worden opgezet; dat het door anderen ook nog eens uitgevoerd kan worden (bijvoorbeeld door andere basiscoaches). Je kunt een bestaand project gaan organiseren (en verbeteren!) en je kunt er ook voor kiezen iets nieuws te gaan organiseren. Criteria: -
-
-
-
je werkt met maximaal 4 mensen aan een project (mag ook met minder dan 4 mensen). Groepssamenstelling en groepsgrootte wordt met interventiespecialist en de ‘coördinator projecten’ (naam) overlegd. je maakt een Plan van Aanpak (met tijdslijn, taakverdeling, inhoudelijke opzet, doel) je bent tijdens het uitvoeren van het project de ‘uitvoerende coördinator’. Dit betekent dat jij op de dag zelf (met je groepje) een coördinerende rol hebt. Je zorgt bijvoorbeeld dat alle mensen die mee helpen met het project goed op de hoogte zijn; je zorgt dat er een draaiboek is; je zorgt dat jij het programma in je hoofd hebt en gedurende dag in de gaten houdt of alles goed verloopt. Je organiseert de communicatie naar andere basiscoaches en de rest van het team. Je organiseert communicatie naar de gezinnen (brieven/nabellen etc.). Tenslotte communiceer je (indien van toepassing) de communicatie naar deelnemende projecten of samenwerkingspartners in de wijk. Begin tijdig met het uitnodigen van gezinnen! Alles basiscoaches kunnen een uitnodiging geven tijdens een huisbezoek, maar dan dient dit wel ruim van tevoren klaar te liggen. Let goed op dat alle actieve gezinnen een uitnodiging krijgen of worden nagebeld. Zorg er ook voor dat afgeronde gezinnen (maximaal een half jaar uit begeleiding) ook worden uitgenodigd. Je bespreekt de voortgang van de organisatie van je project regelmatig met je interventiespecialist (maak hiervoor van tevoren afspraken). Bij eerder uitgevoerde projecten: maak gebruik van materiaal dat eerder is gemaakt door andere basiscoaches (vraag je interventiespecialist)
MAAND September
Start voorbereiding
Uitvoering project Sinterklaasfeest
Oktober
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
41
November
Boodschappenproject
Sinterklaasfeest (woensdagmiddag vóór Sinterklaas)
December Boodschappenproject
Januari Februari
Paasproject
Maart
Vakantiekampen (zomervakantie)
April
Zomeractiviteit (dierentuin)
Mei
Activiteitengids voor in de zomer (‘uitjesgids’)
Paasproject
Inventarisatie Rotterdampassen voor alle gezinnen (i.v.m. zomer) Vakantiegids wordt uitgereikt aan alle gezinnen Zomeractiviteit (dierentuin)
Juni Juli Augustus Projecten waarbij tijdstip niet uitmaakt
Beautyproject Assertiviteitstraining Training Administratie & Budgetteren
Bijlage 4:
Officiële afspraken rondom stage-uren en vakantiedata
Als basiscoach bij het Sociaal Team teken je een contract voor 10 maanden stage. Er zijn 2 soorten contracten: -
28 uur per week 32 uur per week
Je ontvangt een stagevergoeding die past bij het aantal uren dat je stage loopt. Deze stagevergoeding bedraagt ca. 540 euro p/m per 36-urige werkweek. Als je 10 maanden stage loopt dan krijg je dus over 10 maanden stagevergoeding uitbetaald. Dit komt neer op het volgende aantal uren: -
28 uur per week: 1232 uur 32 uur per week: 1408 uur
De betaalde uren werk je niet volledig; je mag 10 verlofdagen opnemen (in overleg met je interventiespecialist). Dit betekent dat je (contractueel) minimaal het volgende aantal uren dient stage te lopen: -
28 uur per week: 1152 uur 32 uur per week: 1328 uur
Naast deze 10 verlofdagen zijn er enkele dagen waarop we gesloten zijn en waarop je geen verlof hoeft op te nemen. Dit zijn ‘vaste vrije dagen’ en deze vallen op de volgende feestdagen:
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
42
-
Kerst: 24 t/m 1 januari Koninginnedag Goede vrijdag Bevrijdingsdag Hemelvaart: 13 mei Pinksteren: 23-24 mei Pasen: 5 april
Bijlage 5:
Protocol huisbezoek externen
Uitgangspunten: de gezinnen zijn goed voorbereid en weten wat hen te wachten staat de basiscoaches zijn altijd in koppelvorm aanwezig tijdens het huisbezoek (of vergezeld door interventiespecialist) bij onstabiele gezinnen geen huisbezoek met externen vanwege de kwetsbaarheid van het contact Gezinnen worden benaderd door medewerkers van het sociaal team (door
Minimaal
interventiespecialisten en/of basiscoaches). Er wordt een afspraak gepland voor een
1 week voor het bezoek
voorbereidingsgesprek (kan ook telefonisch). Bij grote omvang van bezoek (meer dan 2 bezoeken): er worden zogenaamde ‘reservegezinnen’ benaderd. Aan hen wordt duidelijk gecommuniceerd dat we in geval van uitval bij hen op bezoek komen. Verantwoordelijke interventiespecialist van Het sociaal team maakt een plan en bij grote
Minimaal 1 week voor het
omvang van bezoek een draaiboek. Hierin staan de gezinnen die benaderd zijn en hebben
bezoek.
aangegeven mee te werken (óók: een lijst met ‘reservegezinnen’). Deze lijst wordt doorgestuurd naar alle medewerkers (ook basiscoaches!) die bij het bezoek betrokken zijn. Voorbereidingsgesprekken vinden plaats met gezinnen en basiscoaches.
Minimaal een dag voor het
Qua gezinnen: verwachtingen m.b.t. het gesprek worden uitgesproken. Verder worden er
bezoek
concrete afspraken gemaakt met moeder. (Hoe laat? Wie komt er? Hoe lang zal het gesprek duren?). Qua betrokken basiscoaches: besproken wordt wie komen, wat het doel is van het bezoek, waar de mogelijke meerwaarde van het bezoek voor ons project zit. Daarnaast wordt de inhoud van het bezoek besproken (wat gaat er gebeuren? Wat wordt er besproken? Is nog voorbereiding benodigd?) Een laatste ‘check’ vindt plaats (door student of interventiespecialist). Idealiter bij moeder
De (vroege) ochtend op de
thuis anders telefonisch. Nagevraagd wordt of moeder echt thuis is en weet wat er gaat
dag van het huisbezoek
gebeuren. Op basis hiervan worden (eventueel) reservegezinnen gebeld. Het huisbezoek vindt plaats.
Tijd en datum te bepalen.
Er vindt een korte evaluatie tussen moeder en medewerker plaats. Gevraagd wordt hoe
Of op dezelfde dag als het
moeder het vond. Ook wordt de vraag gesteld of moeder vaker bezoek wil ontvangen/ haar
bezoek, of een dag/ twee
verhaal wil doen. Een klein presentje wordt overhandigd.
dagen erna.
Werkboek Basiscoach – Sociaal Team X – september 2010
43