SOCIAAL PLAN
NDC mediagroep 2015 (versie 5, 10-02--2015)
Partijen,
•
FNV, KIEM,
•
CNV Dienstenbond handelend onder de naam CNV Media,
•
NVJ
verder te noemen ‘vakorganisaties’
en
anderzijds NDC mediagroep BV, verder te noemen: “NDC”
Overwegende dat:
•
NDC bestaat uit de werkmaatschappijen NDC mediagroep BV, Friesch Dagblad BV, FD/Periodieken BV, F.D. Holding BV en NDC grafisch bedrijf BV;
•
NDC op 11 februari 2013 weer een zelfstandige groep van ondernemingen is geworden door de overname van de aandelen door drie partijen, te weten Stichting FB Oranjewoud, Stichting Je Maintiendrai en Entero BV;
•
zowel de directie van NDC als de nieuwe aandeelhouders tot de conclusie zijn gekomen dat ingrijpende wijzigingen in de organisatie en strategie nodig zijn om de continuïteit van de onderneming te waarborgen;
•
NDC te maken heeft met zeer sterk teruglopende markten voor haar dag- en weekbladen, zowel wat betreft de oplage van de dagbladen als de verkoop van advertenties;
•
de vooruitzichten voor zowel de advertentiemarkt als de oplage geen stijging in volume laat zien;
•
de onderneming in februari 2016 een lening van 15 miljoen euro dient af te lossen aan de ING bank;
•
NDC niet anders kan dan haar organisatie ingrijpend hervormen ten einde de continuïteit van de onderneming en daarmee de vrije pers in het Noorden van Nederland te waarborgen;
2 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
•
NDC haar voornemen tot reorganisatie waarbij arbeidsplaatsen komen te vervallen heeft gemeld in overeenstemming met artikel 3 van de Wet Melding Collectief Ontslag aan het UWV en de bij dit sociaal plan betrokken vakorganisaties;
•
NDC vroegtijdig overleg heeft gezocht met de vakorganisaties ten einde met hen te spreken over de ingrijpende gevolgen voor medewerkers die door deze reorganisatie van de organisatie hun functie zien wijzigen of hun baan verliezen;
•
NDC en de vakorganisaties dit wensen vast te leggen in een Sociaal Plan met het uitgangspunt om medewerkers van werk naar werk te begeleiden;
•
Partijen hebben kennis genomen van wijzigingen in het arbeidsrecht welke per 1 juli 2015 in werking zullen treden, maar hebben vastgestelde dat gelet op het feit dat voor 1 juli een collectieve ontslagaanvraag bij het UWV zal zijn ingediend de wijzigingen van 1 juli 2015 nog niet van toepassing zullen zijn op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst vallende onder de reikwijdte van het hierna af te spreken sociaal plan;
•
NDC de beperkte middelen die beschikbaar zijn in wenst te zetten voor medewerkers die hun baan verliezen met als inzet zo snel mogelijk weer een betaalde baan buiten de organisatie te vinden;
•
Partijen één sociaal plan willen afspreken voor alle medewerkers;
•
Partijen dit sociaal plan als CAO zullen aanmelding bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
zijn een sociaal plan overeengekomen met de volgende inhoud:
3 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
INHOUDSOPGAVE 2. Definities
7
3. Algemene Bepalingen
12
3.1.
Werkgssfeer
12
3.2.
Uitzonderingen
12
3.3.
Uitsluiting CAO bepalingen
13
3.4.
Samenloop met de Transitievergoeding
13
3.5.
Begeleidingscommissie
14
3.6.
Contactfunctionaris
14
3.7.
Transitieworkshop
15
3.8.
Wettelijke inhoudingen
15
3.9.
Hardheidsclausule
15
4.
Afspiegelingsprocedure
4.1.
16
Inleiding
16
4.2.
De eigen functie komt te vervallen
16
4.3.
Een deel van de functies vervalt
16
4.4.
Het werk wordt uitbesteed
16
4.5.
Benoeming op beschikbare functies
17
5. Wijziging van standplaats
19
5.1.
19
Inleiding
5.2.
Acceptabele reisafstand
19
5.3.
Compensatie toegenomen reisafstand
19
5.4.
Geen verhuisplicht
20
6. Wijze van beëindigen van de arbeidsovereenkomst
21
6.1.
Inleiding
21
6.2.
De arbeidsovereenkomst wordt beëindigd middels een Beeindigingsovereenkomst
21
6.3.
Ontslag na opzegging door NDC na toestemming UWV
22
6.4
Ontbinding door de (kanton)rechter
22
7. Vrijwillige regelingen 7.1.
Inleiding
23
7.2
Arbeidsmarktanalyse
23
4 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
7.3.
Vrijwillig vertrek in plaats van boventallige collega
7.4.
Plaatsmakersregeling
7.5.
Regelingen bij vrijwillig vertrekregeling en
23 23
plaatsmakersregeling
24
7.6.
Formele beëindiging
24
7.7.
Datum van beëindiging
24
7.8.
Overige voorwaarden
24
8. Regeling bij boventalligheid
26
8.1.
Inleiding
26
8.2.
Afzien van hoofdstuk 8 sociaal plan
26
8.3.
Uitgangspunten
8.4.
25
Aanzegging tot boventallige en einde dienstverband
25
8.5.
Doorwerken tot einde dienstverband
27
8.6.
Het van-werk-naar-werktraject
27
8.6.1.
Activiteiten in de oriëntatiefase/periode van vrijstelling in Het van-werknaar-werktraject
27
8.6.2.
Rolverdeling HRM- en contactfunctionaris in deze periode
28
8.6.3.
Verlof tijdens de begeleidingsperiode
28
8.6.4.
Vinden van ander werk voor einde dienstverband
28
8.6.5.
Aanvulling lager salaris bij een nieuwe werkgever
28
8.7.
De begeleidingsperiode in het van-werk-naar-werktraject
29
8.7.1.
Uitgangspunten
29
8.7.2.
Duur van de begeleiding
29
8.8.
Toeslag op de WW-uitkering
29
8.8.1.
Bijzondere situaties tijdens de WW-periode
31
8.9.
Regeling voor medewerkers van 60 jaar en ouder
32
8.10.
Begeleidingsbureau
32
8.11.
Contactfunctionaris
33
8.12.
Kosten begeleiding en scholing
34
8.13
Wijze van betaling toeslagen
34
9.
Afbouw salaris bij herplaatsing in een interne functie
10. Slotbepaling
35 36
Handtekeningen Bijlagen:
36
5 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
6 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
1.
Reglement begeleidingscommissie
37
2.
Reiskostenregeling NDC
40
4.
Lijst van begeleidingsbureaus
42
7 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
2. DEFINITIES In dit Sociaal Plan worden de volgende definities gehanteerd: Aanvullende toeslag
De maandelijkse aanvulling op de werkloosheidsuitkering die door NDC wordt betaald aan medewerkers die in het kader van een van-werk-naar-werktraject aansluitend aan het dienstverband een uitkering krachtens de Werkloosheidswet (WW) ontvangen of een aanvulling op een lager te ontvangen salaris bij een nieuwe werkgever.
Afspiegelingsbeginsel
Bij afspiegeling wordt het personeel dat werkzaam is in een uitwisselbare functie in 5 leeftijdsgroepen ingedeeld (van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 jaar tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder). Het bepalen van boventalligheid binnen elke categorie zal zodanig plaatsvinden dat de procentuele leeftijdsopbouw vóór en ná de reorganisatie zo veel mogelijk gelijk blijft. Vervolgens wordt binnen elke leeftijdsgroep de medewerker met het kortste dienstverband als eerste boventallig (conform UWV/wettelijke regels).
Arbeidsmarktanalyse
Een door een van de door NDC geselecteerde begeleidingsbureaus uitgevoerde analyse waarin de sterke en zwakke kanten van de positie van de medewerker op de
arbeidsmarkt
inzichtelijk worden gemaakt en waarbij gekeken wordt naar mogelijkheden op de arbeidsmarkt, een en ander vergezeld van aanbevelingen over vacatures, benodigde scholing, trainingen en overige aanbevelingen ter verbetering van de positie van de medewerker op de arbeidsmarkt. Arbeidszaken
De afdeling salarisadministratie van NDC (Postadres: NDC mediagroep BV, t.a.v. de afdeling Arbeidszaken, Postbus 394, 8901 BD Leeuwarden).
Beëindigingsovereenkomst
Overeenkomst waarbij op initiatief van NDC met wederzijdse instemming het dienstverband wordt beëindigd onder vermelding van de gemaakte afspraken (een voorbeeld van een
8 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
beëindigingovereenkomst is opgenomen als bijlage bij dit sociaal plan) Begeleidingsbudget
Bedrag dat beschikbaar kan worden gesteld als de medewerker niet kiest voor een van de door NDC geselecteerde begeleidingsbureaus.
Begeleidingsbureau
Bureau dat boventallige medewerkers begeleidt en ondersteunt bij het vinden van een passende (externe) functie of ander passend werk.
Begeleidingscommissie
Een op basis van dit Sociaal Plan ingestelde paritaire commissie die tot taak heeft toe te zien op en mee te werken aan een zodanige toepassing van dit Sociaal Plan, dat de belangen van de betrokken medewerkers zowel naar de letter als in de geest van dit Sociaal Plan zo goed mogelijk zullen worden behartigd.
Begeleidingsplan
Door de medewerker geaccepteerd en ondertekend plan waarin de acties (inclusief benodigde scholing) en termijnen staan beschreven die door de medewerker op basis van de uitkomst van de arbeidsmarktanalyse en met het begeleidingsbureau zijn overeengekomen en als basis dient voor de begeleiding van– werk-naar-werk.
Begeleidingstijd
De periode waarin de medewerker wordt ondersteund door een begeleidingsbureau bij de uitvoering van het plaatsingsplan.
Beleidsregels Ontslagtaak UWV
Regels waaraan ingediende ontslagaanvragen dienen te voldoen en op welke wijze door het UWV in ontslagzaken de ingediende aanvragen worden beoordeeld.
Bruto maandsalaris
Het vast overeengekomen brutoloon op basis van de voor medewerker geldende CAO (functie schaal en de vaste toeslagen, inclusief ploegen- en persoonlijke toeslagen), vermeerderd met een pro rato deel van:
•
de vakantietoeslag,
•
een eventuele 13e maand
•
eventuele jaarlijkse vaste gratificatie of uitkering
9 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
Boventalligheid
Een werknemer wordt als boventallig aangemerkt als de baan van de medewerker bij NDC is of komt te vervallen.
Boventalligheidsdatum
Datum waarop de medewerker formeel boventallig wordt.
Buitengewoon Besluit
Wet die het aangaan en beëindigen van arbeidsverhoudingen
Arbeidsverhoudingen(BBA)
regelt.
CAO
De vigerende CAO die op de arbeidsovereenkomst van de medewerker van toepassing is.
Contactfunctionaris
Door NDC aangestelde of aangewezen persoon die tijdens de begeleidingsperiode belast is met het onderhouden van de contacten met de boventallige medewerker, de begeleidingsbureaus en de Begeleidingscommissie.
Gewijzigde functie
Er worden andere functie-eisen gesteld en de Werkzaamheden en/of taken en vereiste competenties wijzigen voor meer dan 80% zoals opgenomen in de Beleidsregels van het UWV behorende bij het Ontslagbesluit
Maandsalaris
Het vast overeengekomen brutoloon op basis van de voor medewerker geldende CAO (functie schaal en de vaste toeslagen, inclusief ploegen- en persoonlijke toeslagen), vermeerderd met een pro rato deel van:
Medewerker
•
de vakantietoeslag,
•
de eventuele 13e maand
•
eventuele jaarlijkse vaste gratificatie of uitkering
Een natuurlijk persoon die op de ingangsdatum van dit Sociaal Plan in dienst is bij NDC op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Mobiliteitadviesgesprek
Een gesprek van medewerker met de Contactfunctionaris van maximaal één uur naar aanleiding van de uitkomst van de Arbeidsmarktanalyse waarin medewerker advies kan inwinnen over het te kiezen begeleidingsbureau.
10 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
Nieuwe functie
Een functie die voor de reorganisatie nog niet voorkwam binnen de organisatie
NDC
NDC mediagroep BV of een van haar dochtermaatschappijen en bedrijven waarbij een van deze hier genoemde besloten vennootschappen ten minste 50% van het aandelenkapitaal bezit.
Onmisbaarheid
De individuele medewerker kan gelet op zijn individuele
`
bijzondere kennis of bekwaamheid niet worden gemist voor de continuïteit van de werkzaamheden, conform Ontslagbesluit en Beleidsregels Ontslagtaak UWV.
Ontslagbesluit
Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met regels voor het UWV hoe moet worden gehandeld bij aanvragen voor collectief ontslag op grond artikel 1, lid 2, van het Buitenwoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA).
Opzegtermijn
De opzegtermijn zoals bedoeld in artikel 7:672 Burgerlijk Wetboek.
Passende functie
Een functie die op hoofdlijnen overeenstemt met de arbeidsduur, ervaring, capaciteiten en competenties van de betreffende medewerker of waarvan vaststaat dat de medewerker zich de functie binnen zes maanden eigen kan maken en de functie maakt structureel onderdeel uit van de organisatie.
Peildatum
Datum die bepaalt of van een regeling uit dit sociaal plan gebruik gemaakt kan worden, tenzij anders in de tekst aangegeven is de peildatum 30 januari 2015.
Plaatsmaker
Medewerker die op eigen initiatief NDC verlaat en wiens functie direct naar het oordeel van de directie van NDC kan worden overgenomen door een boventallige medewerker van NDC.
Plaatsingsplan
Door de medewerker geaccepteerd en ondertekend plan waarin de acties (inclusief benodigde scholing) en termijnen staan
11 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
beschreven die door de medewerker op basis van de uitkomst van de arbeidsmarktanalyse en met het begeleidingsbureau zijn overeengekomen en als basis dient voor de begeleiding van– werk-naar-werk. Systeemhouder
Bureau dat de functies zoals genoemd in de CAO voor CAO partijen toetst of in het verleden bij de totstandkoming heeft getoetst.
Transitieworkshop
Dag waarop medewerker wordt geïnformeerd over het Vanwerk-naar-werktraject en waarbij ruimte is om met collega’s en deskundigen te spreken over de gevolgen van het ontslag.
Toeslag
Zie aanvullende toeslag
Uitwisselbare functies
Functies die naar functie-inhoud, vereiste kennis, benodigde vaardigheden en vereiste competenties vergelijkbaar en naar niveau en beloning gelijkwaardig zijn.
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen
Vakorganisaties
CNV Dienstenbond, (handelend onder de naam CNV Media) FNV KIEM (Kunsten, Informatie en Media) NVJ (Nederlandse Vereniging van Journalisten
Van-werk-naar-werktraject
Het traject dat door de boventallige medewerker wordt ingezet om, met ondersteuning van een begeleidingsbureau, nieuw werk te vinden.
WW-beslissing/beschikking
De brief van het UWV waarin aan medewerkers het recht op een WW-uitkering, de duur en de hoogte of de wijziging van de hoogte van de uitkering wordt meegedeeld.
12 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
3. ALGEMENE BEPALINGEN Daar waar de mannelijke vorm (hij, zijn, etc.) is vermeld, wordt ook de vrouwelijke vorm (zij, haar, etc.) bedoeld. 3.1. Werkingssfeer Het Sociaal Plan treedt in werking op 1 februari 2015 en heeft een looptijd tot en met 31 december 2015. Rechten voortvloeiend uit dit sociaal plan blijven van kracht ook nadat de werkingsduur van dit sociaal plan is verstreken. Er kan niet ten nadele van de werknemer van dit sociaal plan worden afgewezen. De uitvoering van maatregelen zoals benoemd in hoofdstuk 8 (Regelingen bij boventalligheid) kunnen doorlopen na 2015 indien dit in de betreffende regeling is opgenomen of uit de regeling voortvloeit. Het Sociaal Plan is van toepassing op medewerkers die bij NDC of een van haar dochtermaatschappijen een dienstverband hebben voor onbepaalde tijd en die als gevolg van reorganisatie te maken krijgen met het vervallen, of wijzigen van hun functie of overplaatsing. Conform de ontslagregels zoals neergelegd in het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen worden contracten met uitzendkrachten als eerste beëindigd, tenzij aannemelijk is dat voor geen van de boventallige medewerkers deze functie(s) als passend zijn aan te merken. Arbeidsovereenkomsten van bepaalde tijd worden na afloop van de afgesproken periode niet verlengd, tenzij de medewerker aantoonbaar niet binnen afzienbare tijd door een werknemer met een dienstverband voor onbepaalde tijd vervangen kan worden. Indien naar het oordeel van de directie een medewerker met een dienstverband voor bepaalde tijd toch in aanmerking zou moeten komen voor verlenging of een vaste aanstelling, dan zal zij dit gemotiveerd voor advies voor leggen aan de Begeleidingscommissie.
3.2. Uitzondering Dit Sociaal Plan is niet van toepassing indien:
-
de medewerker nog in een proeftijd zit;
-
de medewerker heeft opgezegd voordat de directie definitief een besluit over de voorgenomen maatregelen heeft genomen, tenzij het duidelijk is dat de opzegging verband houdt met de voorgenomen maatregelen en het initiatief hiertoe bij de NDC lag;
-
met de medewerker met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is overeengekomen;
-
uitzendkrachten;
-
opdrachtnemers die buiten dienstbetrekking op basis van een ‘overeenkomst van opdracht’ opdrachten voor NDC vervullen (freelancers of zzp-ers);
13 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
-
de medewerker ontslagen wordt wegens een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW;
-
de medewerker wordt ontslagen of indien het dienstverband eindigt als gevolg van een andere reden dan bedoeld in dit Sociaal Plan;
-
de medewerker een aanbod van NDC voor een passende functie weigert;
-
de medewerker werkzaam is bij een bedrijfsonderdeel dat wordt verkocht of verzelfstandigd en die op grond van de bepalingen van de wet ’overgang van onderneming’ (artikel 7:662 BW) het werk volgt;
-
de medewerker die voor of direct na de arbeidsmarktanalyse kiest voor de regelingen zoals opgenomen staat in de voor hem van toepassingzijnde CAO en door middel van het tekenen van een beëindingingsovereenkomst uitdrukkelijk afstand doet van zijn rechten op grond van dit sociaal plan (met uitzondering van een eventuele inkoop van begeleiding in het van-werknaar-werktraject, zie 8.2);
-
de medewerker ten tijde van tenuitvoerlegging van dit plan pensioengerechtigd is/wordt.
3.3. Uitsluiting CAO bepalingen De volgende hoofdstukken en/of artikelen worden bij toepassing van dit sociaal plan buiten toepassing verklaard:
•
Hoofdstuk 13 CAO voor het Dagbladuitgeverijbedrijf
•
Hoofdstuk 9 grafimedia CAO
•
Artikel 4.10 en hoofdstuk 10 Cao voor Dagbladjournalisten, tenzij de journalist nadrukkelijk afstand doet van de rechten uit dit sociaal plan en kiest voor de voor hem geldende CAO bepalingen.
•
De artikelen 29 tot en met 34 CAO voor huis-aan-huisbladjournalisten.
3.4. Samenloop met de Transitievergoeding Partijen zijn op basis van artikel XXII, lid 7 van het overgangsrecht betreffende de hervorming van het ontslagrecht ervan uitgegaan dat de Transisitievergoeding die vanaf 1 juli 2015 verschuldigd is bij opzegging door de werkgever nog niet verschuldigd is op afspraken die in een sociaal plan tussen werkgever en vakorganisaties voor deze datum zijn overeengekomen. Indien echter onverhoopt komt vast te staan dat de transitievergoeding wel is verschuldigd, dan zullen de aanvullingen, vergoedingen van opleidingen, kosten van begeleidingsbureaus en andere kosten zoals bedoeld in hoofdstuk 8 alsmede een eventuele smartegeld uitkering op grond van bepalingen uit een van de journalistieke CAO’s door NDC in mindering gebracht mogen worden op de dan verschuldigde Transitievergoeding. Indien een eventueel verschuldigde Transitievergoeding hoger is
14 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
dan de uit dit sociaal plan voortvloeiende aanspraken voor een werknemer dan vervalt het recht op enige vergoeding uit dit Sociaal Plan. 3.5 Begeleidingscommissie Ten behoeve van dit overleg wordt een Begeleidingscommissie ingesteld. Partijen betrokken bij dit Sociaal plan zullen bij elkaar komen om de voortgang te bespreken als een van de partijen hierom verzoekt. De Begeleidingscommissie heeft voorts tot taak de performance van de begeleidingbureaus en de voortgang van de boventallige medewerkers te bewaken, NDC te adviseren over maatwerk ten aanzien van scholing en begeleiding en het behandelen van bezwaren van medewerkers. In bijzondere situaties kunnen over individuele kwesties aanvullende afspraken gemaakt worden die het van werk naar werk traject kunnen bevorderen, zoals individuele scholingsbudgetten en/of maatwerkoplossingen ten behoeve van extra steun voor groepen moeilijk plaatsbare medewerkers. De begeleidingscommissie bestaat uit zes leden. Drie leden aangewezen door de gezamenlijke vakorganisaties, waarbij elke vakorganisatie één lid zal aanwijzen, en drie leden aangewezen door NDC. Werkwijze en bevoegdheden van de Begeleidingscommissie zijn geregeld in het Reglement Begeleidingscommissie, die als bijlage 1 bij dit Sociaal Plan is opgenomen. 3.6. Contactfunctionaris Ten behoeve van een goede uitvoering van het Van-werk-naar-werktraject wordt door NDC een onafhankelijke functionaris ingehuurd die belast wordt met het adviseren van medewerkers in het Vanwerk-naar-werktraject en het onderhouden van de contacten met de bij het Van-werk-naarwerktraject betrokken partijen. De Contactfunctionaris is voor de medewerker na het einde dienstverband het eerste aanspreekpunt met betrekking tot vragen over het Van-werk-naar-werktraject en de uitvoering van Hoofdstuk 8 van dit sociaal plan. De Contactfunctionaris is onafhankelijk van NDC en beschikt over de voor het doel van de functie geëigende ervaring en deskundigheid. De Contactfunctionaris zal zonder instemming van de medewerker geen inhoudelijke informatie verstrekken aan de werkgever met betrekking tot de medewerker, anders dan de status in het Van-werk-naar-werktraject. De Contactfunctionaris zal nadat een medewerker de uitslag van de Arbeidsmarktanalyse heeft besproken met een afgevaardigde van het bureau dat de analyse heeft afgenomen de medewerker in
15 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
een mobiliteitadviesgesprek adviseren welke bureaus hem het beste kunnen ondersteunen. Het mobiliteitadviesgesprek en het advies zijn geheel vrijblijvend en is bedoeld de medewerker te helpen een juiste keuze te maken uit de door NDC geselecteerde begeleidingsbureaus. 3.7. De Transitieworkshop Doel van de workshop is de medewerker gelegenheid te geven met collega’s ervaringen uit te wisselen en met deskundigen te spreken over de persoonlijke situatie naar aanleiding van het aangekondigde ontslag. Naast verwerking zal de dag ook in het teken staan van het vooruit kijken naar de toekomst. De Transitieworkshop wordt in opdracht van HRM georganiseerd door een extern bureau en zal buiten de kantoren van NDC in een rustige omgeving worden gehouden. De medewerker kan deze bijeenkomst onder werktijd volgen.
De medewerker kan zich inschrijven voor één van de nader bekend te maken data. De bijeenkomst zal in kleine groepen plaatsvinden. 3.8. Wettelijke inhoudingen op vergoedingen en tegemoetkomingen De in het Sociaal plan genoemde vergoedingen en tegemoetkomingen worden, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven, bruto uitgekeerd. NDC zal op uit te keren bedragen, voor zover van toepassing, de reguliere loonheffing en premies inhouden. 3.9. Hardheidsclausule In gevallen waarin het Sociaal plan niet voorziet, dan wel toepassing hiervan tot een individueel evident onbillijke situatie zou leiden, kan NDC hiervan voor de medewerker in positieve zin afwijken. De medewerker kan tegen een besluit van NDC beroep in stellen bij de begeleidingscommissie. Ook een weigering van de NDC om een verzoek op de hardheidsclausule in behandeling te nemen valt hieronder.
16 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
4. AFSPIEGELINGSPROCEDURE 4.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt besproken op welke wijze een functie kan komen te vervallen en de betreffende medewerker boventallig wordt. Door wijziging in de organisatie van afdelingen zullen naast het vervallen van functies in slechts een klein aantal gevallen ook nieuwe functies ontstaan. Het leidende principe bij deze reorganisatie is nadrukkelijk afspiegeling. Dit geldt zowel voor het ontstaan van boventalligheid als voor het invullen van andere functies. Daar waar in onderstaande paragrafen wordt gesproken van afspiegeling za als peildatum 1 februari 2015 worden aangehouden.
4.2. De eigen functie komt te vervallen Op een afdeling kan ook de specifieke functie van de medewerker komen te vervallen. In dat geval wordt de betreffende medewerker boventallig. In dit geval zal in overeenstemming met de bepalingen van artikel 4.2 van het Ontslagbesluit gekeken worden of er binnen de onderneming uitwisselbare functies bestaan. Indien dit laatste het geval is dan zal over deze uitwisselbare functies op basis van het afspiegelingsbeginsel de medewerker worden aangewezen die uiteindelijk boventallig wordt verklaard. 4.3. Een deel van de functies vervalt Indien een specifieke functie op een afdeling in aantal wordt verminderd, dan vindt aanwijzing van de boventallige(n) plaats op basis van het afspiegelingsbeginsel. Ook hier zal voordat de afspiegeling zal plaatsvinden volgens de regels van artikel 4.2 van het Ontslagbesluit eerst alle uitwisselbaren functies samen worden gebracht en zal afspiegeling plaatsvinden over deze uitwisselbare functies. In uitzonderlijke situaties is het mogelijk dat hiervan wordt afgeweken als er sprake is van het zogenaamde ‘onmisbaarheidcriterium’. Bij afspiegeling en bepaling van een eventueel onmisbaarheidcriterium worden de bepalingen van het Ontslagbesluit en de Beleidsregels Ontslagtaak UWV gevolgd. 4.4. Het werk wordt uitbesteed Op bedrijfseconomische gronden kan besloten worden werk op een afdeling uit te besteden. Indien de werkzaamheden van de werknemer door een andere onderneming worden overgenomen dan volgt de werknemer zijn werk op grond van artikel 7:662 Burgerlijk Wetboek (overgang van onderneming) en kan geen beroep gedaan worden op dit sociaal plan. Indien het werk gedeeltelijk wordt uitbesteed dan is er geen sprake is van overgang van onderneming en wordt de werknemer boventallig.
17 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
4.5 .Benoeming op beschikbare functies In geval er op een afdeling functies vervallen of medewerkers boventallig worden en er op de zelfde afdelingen vacatures ontstaan dan zal in eerste instantie gekeken worden of de functie als passend kan worden aangemerkt voor een of meerdere van de boventallig geworden (of te worden) medewerkers van deze afdeling De werkgever zal trachten hierbij zoveel mogelijk medewerkers in een passende functie te herplaatsen, daar waar mogelijk zal zij rekening houden met de voorkeuren van de betreffende medewerkers. Ingeval er tijdens de reorganisatie of in 2015 vacatures ontstaan door het vertrek van medewerkers, tijdelijke dienstverbanden aflopen of er nieuwe functies ontstaan op afdelingen waar geen boventallig verklaarde medewerkers werkzaam zijn voor wie de functie als passend kan worden beschouwd, dan worden deze functies in eerste instantie aangeboden via de site Wendbaar aan medewerkers die boventallig zijn verklaard in deze reorganisatie en in de reorganisatie Klaar om te Wenden (op basis van afspraken in het sociaal plan Klaar om te Wenden). Voorgaande procedure is ook van toepassing op functies waar nu uitzendkrachten werken. Een medewerker uit een van deze groepen worden benoemd indien de functie als passend kan worden beschouwd. Indien voor meerdere kandidaten uit deze groep de functie als passend kan worden gezien, dan benoemt de werkgever die kandidaat met het langste dienstverband binnen NDC (inclusief eventuele rechtsvoorgangers). Pas als de vacante functie voor geen van de aangemelde kandidaten als passend kan worden gezien, wordt de vacature opengesteld voor overige interne- en eventueel externe kandidaten. Een beoordeling van de passendheid van de medewerker op basis van het uitgewerkte nieuwe functieprofiel wordt door de leidinggevende in samenwerking met HRM uitgevoerd. Een besluit om een functie al of niet als passend aan te merken voor een boventallige medewerker kan ter toetsing aan de Begeleidingscommissie worden voorgelegd.
18 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
5.WIJZIGING VAN STANDPLAATS 5.1. Inleiding Als NDC besluit tot samenvoegingen van afdelingen of het verplaatsen van de werkzaamheden naar een van de andere vestigingsplaatsen van NDC, dan geldt dat de medewerker in principe het werk volgt. Indien er sprake is van een van de situaties zoals in hoofdstuk 4 (gedeeltelijk vervallen of wijzigen van de functies), dan geldt de standplaats nooit als een selectiecriterium. 5.2. Acceptabele reisafstand Een standplaatswijziging is passend indien de reistijd woon-werkverkeer niet meer bedraagt dan één uur en dertig minuten enkele reis per auto in overeenstemming met de snelste route volgens de ANWB-routeplanner vanaf de postcode van de eigen woning naar de postcode van het nieuwe kantoor. Indien de medewerker in de nieuwe situatie minder ver van de nieuwe standplaats komt te wonen is bovenstaande richtlijn niet van toepassing en wordt de nieuwe standplaats als passend gezien. Voor parttimers zal per individuele situatie, in relatie tot wat hiervoor is vermeld, worden gekeken wat nog een redelijke reistijd is, voornamelijk in relatie tot het aantal uren dat per dag gewerkt wordt. Desgewenst kan een toetsing aan de Begeleidingscommissie worden voorgelegd. 5.3. Compensatie toegenomen reiskosten De medewerker heeft recht op een vergoeding van de reiskosten woon-werkverkeer volgens de tabel woon-werkvergoeding of volledige vergoeding van reizen per openbaar vervoer (de betreffende regeling uit de personeelsregelingen is als bijlage bij dit sociaal plan gevoegd). Extra reiskosten gedurende de eerste twaalf maanden Indien de medewerker ten gevolge van een standplaatswijziging geconfronteerd wordt met een toename van de reisafstand, dan geldt bij een enkele reisafstand boven de twintig km per dag dat over de toename van de reisafstand in kilometers ten opzichte van de situatie vóór de overplaatsing over de toegenomen kilometers € 0,19 per km als vergoeding wordt ontvangen. Deze extra reiskosten worden als ‘extra reiskosten’ woon-werk per maand uitbetaald volgens de formule: 214 x 0,19 x extra afstand (retour) boven twintig km gedeeld door twaalf maanden. Voor medewerkers met een kortere werkweek dan gemiddeld vijf dagen per week zal deze extra reiskosten pro rato worden toegekend. Indien de medewerker gebruik maakt of gaat maken van het openbaar vervoer dan worden de volledige kosten hiervan conform de bij NDC geldende regelingen vergoed en is bovenstaande niet van toepassing.
19 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
Bij tussentijdse verhuizing van de medewerker worden de reiskosten aangepast indien de medewerker dichter bij de nieuwe standplaats komt te wonen. Indien de medewerker op een grotere afstand van de nieuwe standplaats gaat wonen, worden de reiskosten niet aangepast. De reiskosten kunnen ook worden aangepast als het deeltijdpercentage wordt verminderd of de medewerker op minder dagen naar de nieuwe standplaats hoeft te reizen. 5.4. Geen verhuisplicht Aan medewerkers wordt geen verhuisverplichting opgelegd.
20 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
6.
WIJZE VAN BEEINDIGEN VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST
6.1. Inleiding De arbeidsovereenkomst kan op de volgende wijzen worden beëindigd: 1.
Via een beëindigingsovereenkomst.
2.
Door opzegging door NDC na verkregen toestemming van het UWV
3.
Door ontbinding door de kantonrechter.
NDC zal voor de reorganisatie 2015 collectief ontslag aanvragen voor de boventallig verklaarde werknemers en na verkregen toestemming van het UWV overgaan tot opzeggen van de arbeidsovereenkomst. Medewerkers wordt op het moment dat zij worden geïnformeerd over hun boventalligheid de mogelijkheid geboden via een beëindigingovereenkomst hun arbeidsovereenkomst te beëindigen.
6.2. De arbeidsovereenkomst wordt beëindigd via een beëindigingovereenkomst. Bij de mededeling dat de medewerker boventallig wordt ontvangt hij een informatie pakket, waarbij eveneens een voorstel van de werkgever is gevoegd om de arbeidsovereenkomst via een beëindigingsovereenkomst te beëindigen. Voor de medewerker die door ondertekening van de beëindigingovereenkomst ingaat op het voorstel van de NDC zijn vanaf dat moment de bepalingen van Hoofdstuk 8 van toepassing en wordt hij vanaf het moment van ondertekening voor één dag in de week vrijgesteld van zijn werkzaamheden om deze dag te gebruiken voor het Van-werk-naarwerktraject.
De einddatum in geval de medewerker de Beëindingingsovereenkomst tekent voor 1 maart 2015 zal 1 juni 2015 zijn, tenzij de wet een langere opzegtermijn voorschrijft. De medewerker die ingaat op het aanbod van de werkgever voor beëindigen via de aangeboden beëindigingovereenkomst ontvangt hiervoor een bonus van € 1.500 bruto die bij de eindafrekening wordt uitbetaald.
De werknemer die na ondertekening van de Beëindingingsovereenkomst zelf het dienstverband eerder beëindigt dan 1 juli (dus al per 1 april, 1 mei of 1 juni heeft recht op de helft van het maandsalaris (+ VT en pro rato deel 13e mand) over de nog resterende maanden tot 1 juli 2015.
21 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
De medewerker kan voor een eventueel advies en uitleg over de Beëindingingsovereenkomst zich wenden tot zijn vakbond. Een medewerker die geen lid is van een vakbond en juridische kosten maakt dient deze kosten zelf te voldoen. In het geval de medewerker een keuze wil maken tussen het sociaal plan of de reorganisatievergoedingen uit de op hem van toepassing zijnde CAO, dan levert de afdeling HR op verzoek de hiervoor benodigde berekeningen ten aanzien van de aanspraken uit de betreffende CAO. Indien de medewerker kiest voor het doen van afstand van de rechten uit hoofdstuk 8van dit sociaal plan , dan wordt in de beeindigingsovereenkomst het bedrag van een eventuele smartegeld of eenmalige afkoop vermeld. 6.3. Ontslag na opzegging door NDC na verkregen toestemming door het UWV In het geval de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd door opzegging van NDC na verkregen toestemming van het UWV wordt door NDC een maand in mindering gebracht op de geldende opzegtermijn. De medewerker kan vanaf het moment dat de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk is beëindigd gebruik maken van de regelingen van hoofdstuk 8. Wel kan de medewerker alvast gebruik maken van de Transitieworkshop en alvast de Arbeidsmarktanalyse maken. 6.4.Ontbinding door de kantonrechter In principe zal NDC niet van deze ontslagmogelijkheid gebruik maken tenzij wettelijke bepalingen dit noodzakelijk maken.
22 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
7.
VRIJWILLIGE REGELINGEN 7.1. Inleiding
In dit hoofdstuk staan de regelingen beschreven waar medewerkers van wie de functie niet komt te vervallen een beroep kunnen doen. Medewerkers die niet boventallig zijn verklaard kunnen op overige onderdelen van dit sociaal plan geen beroep doen. 7.2.
Arbeidsmarktanalyse
Een medewerker die niet boventallig is verklaard kan binnen de looptijd van dit Sociaal plan vrijwillig een Arbeidsmarktanalyse laten maken door een van de begeleidingsbureaus. De uitkomsten van deze analyse zullen alleen door het begeleidingsbureau met de medewerker worden besproken. Boventallig verklaarde medewerkers hebben voorrang bij de Arbeidsmarktanalyses ten opzichte van medewerkers die zich hiervoor vrijwillig aanmelden. 7.3. Vrijwillig vertrek in plaats van een boventallige collega Een medewerker die zelf niet is aangewezen als boventallig kan aanbieden de plaats in te nemen van de medewerker met de zelfde functie die als laatste op de lijst van boventalligen staat. 7.4 Plaatsmakersregeling Een medewerker werkzaam op een afdeling waar geen arbeidsplaatsen vervallen, kan bij NDC ook een verzoek doen om in aanmerking te komen voor de vrijwillige plaatsmakersregeling. De voorwaarden om in aanmerking te komen voor deze regeling zijn: a.
de functie van de medewerker kan daadwerkelijk worden ingenomen door een boventallig verklaarde medewerker;
b.
medewerker en leidinggevenden in onderling overleg tot een beeindigingsdatum komen rekening houdende met overdracht/inwerken van de medewerker die de functie overneemt;
c.
de medewerker dient het verzoek schriftelijk bij de afdeling HRM in.
Voor de bepaling of de functie kan worden ingenomen door een boventallig verklaarde collega of door een collega van een met boventalligheid bedreigde afdeling geldt de voorwaarde dat de vervangende medewerker voldoet aan de functie- en competentie-eisen van de functie die vrijkomt (passende functie). Ook indien aannemelijk is dat de medewerker door aanvullende scholing binnen zes maanden gekwalificeerd kan zijn voor de functie kan er sprake zijn van een passende functie. Een en ander is ter beoordeling van de directie van NDC. NDC wijst een verzoek af als niet kan worden voldaan aan· bovenstaande vereisten. 7.5.
Regelingen bij vrijwillig vertrekregeling en Plaatsmakersregeling
23 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
De medewerker die op grond van het in 7.3 of 7.4. genoemde vrijwillig de organisatie verlaat, heeft recht op toepassing van de bepalingen van Hoofdstuk 8 van dit sociaal plan, met uitzondering van de keuze zoals benoemd in artikel 8.2.
7.6. Formele beëindiging De beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt vastgelegd in een Beëindingingsovereenkomst (zie 6.1.).
7.7. Datum van beëindiging De medewerker ondertekent de Beëindingingsovereenkomst binnen twee weken nadat de NDC deze hem heeft toegestuurd. De medewerker wordt geacht het verzoek te hebben ingetrokken indien hij de beeindigingsovereenkomst niet binnen twee weken na ontvangst heeft teruggestuurd. Bij de beëindigingovereenkomst zal door NDC minimaal de wettelijke opzegtermijn in acht worden genomen. 7.8. Overige voorwaarden Op verzoek van de medewerker stelt NDC een positief getuigschrift op.
NDC zal in de beëindigingovereenkomst opnemen dat het initiatief van beëindiging van de arbeidsovereenkomst is gelegen in de noodzaak tot reduceren van het aantal werknemers en dat de werknemer geen enkel verwijt van het ontslag gemaakt kan worden. De medewerker die vrijwillig vertrekt of plaatsmaakt heeft recht op een bonus van € 1.500 die wordt betaald bij de eindafrekening. .
24 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
8.
REGELINGEN BIJ BOVENTALLIGHEID 8.1. Inleiding
Indien de medewerker tot boventallige wordt aangewezen, gelden de in dit hoofdstuk afgesproken fasen, procedures, rechten en verplichtingen. 8.2 Afzien van Hoofdstuk 8 Sociaal Plan Nadat de medewerker de uitkomst van de persoonlijke arbeidsmarktanalyse (8.4.1.) heeft ontvangen en besproken kan binnen heeft hij zeven kalenderdagen (één week) de tijd om aan NDC per brief of email mee te delen of hij afziet van de rechten uit dit hoofdstuk 8 van het sociaal plan en daarmee kiest voor de reorganisatie bepalingen uit de voor de medewerker geldende CAO. Deze keuze van de medewerker wordt schriftelijk vastgelegd in de beëindigingsovereenkomst. Na ondertekening daarvan kan de medewerker op geen enkele wijze rechten meer ontlenen aan dit hoofdstuk uit het sociaal plan. De medewerker kan er voor kiezen wel gebruik te maken van de van-werk-naar-werk faciliteiten van paragraaf 8.6.1. Op de uit te betalen vergoeding op grond van de voor medewerker geldende CAO bepalingen wordt een bedrag van € 2.500 in mindering gebracht voor de kosten. Indien de medewerker van deze mogelijkheid gebruik wenst te maken dan deelt hij dit mee voorafgaande aan het opstellen van de beeindigingsovereenkomst.
8.3. Uitgangspunten Het uitgangspunt van partijen is om medewerkers die boventallig worden verklaard, te begeleiden naar ander passend werk op basis van het principe ‘van-werk-naar-werk’.
NDC draagt er zorg voor dat betrokken medewerkers door gespecialiseerde bureaus worden ondersteund, geschoold en begeleid bij het zoeken naar een andere werkkring. Van de medewerker wordt eveneens uiterste inzet en inspanning verlangd om een voor hem passende nieuwe baan of werkkring te vinden. De medewerker kan pas een begin maken met het van werk-naar-werktraject indien hij of de beeindigingsovereenkomst heeft getekend of aansluitend aan het einde dienstverband indien de arbeidsovereenkomst is opgezegd na verkregen toestemming van het UWV. 8.4. Aanzegging tot boventalligheid en einde dienstverband
25 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
Een medewerker die boventallig wordt verklaard, zal dit bij voorkeur in een persoonlijk gesprek van de leidinggevende horen. De aanzegging van boventalligheid zal vervolgens schriftelijk worden bevestigd binnen vijf tot tien werkdagen na het hiervoor genoemde gesprek. De medewerker ontvangt het aanbod van de NDC om de arbeidsovereenkomst via een beëindigingovereenkomst te beëindigen (hoofdstuk 6.1). Op verzoek van de medewerker wordt door HR een berekening gemaakt van de aanspraken op grond van de voor medewerker geldende CAO regeling. Tegelijk met dit aanbod zal er een verzoek tot (collectief) ontslag bij het UWV worden ingediend. In het geval de medewerker de beëindigingovereenkomst tekent zal NDC het verzoek voor de medewerker bij het UWV intrekken. Het is de verantwoordelijkheid van de leidinggevende, ondersteund door HRM, dat de afbouw, eventuele overdracht van werkzaamheden en het afscheid op een juiste wijze in het belang van zowel medewerker als NDC plaatsvindt. 8.5. Doorwerken tot einde dienstverband De medewerker blijft na aanzegging van boventalligheid zijn werkzaamheden verrichten. De medewerker die instemt met de beeindigingsovereenkomst wordt vanaf ondertekening van deze overeenkomst vanaf dit moment zo snel mogelijk ten minste één dag in de week vrijgesteld van het werk om zich te richten op de activiteiten zoals genoemd onder 8.6. Indien noodzakelijk, afhankelijk van de uitkomst van de arbeidsanalyse bijvoorbeeld t.b.v. scholing, kan in overleg dit aantal dagen worden uitgebreid. De medewerker wordt zoveel mogelijk in de gelegenheid gesteld naast zijn werkzaamheden te werken aan het van-werk-naar-werktraject. 8.6 Het van-werk-naar-werktraject 8.6.1 Activiteiten in het Van-werk-naar-werktraject Het van werk-naar-werktraject omvat de volgende fasen: a.
De medewerker neemt contact op met een van de begeleidingsbureaus en maakt de arbeidsmarktanalyse.
b.
De medewerker bespreekt de uitkomsten van de arbeidsmarktanalyse in een arbeidsmarktanalysegesprek met medewerkers van het begeleidingsbureau1.
c.
De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld met de Contactfunctionaris een mobiliteitsadviesgesprek te hebben (zie ook 3.6)
d.
Op basis van b. en c. wordt het voor de medewerker op basis van de arbeidsmarktanalyse, het mobiliteitsadviesgesprek en kennismakingsgesprekken met één of meerdere bureaus het
1
Bij dit gesprek wordt de medewerker in de gelegenheid gesteld de partner mee te nemen
26 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
meest geschikte begeleidingsbureau uitgezocht uit de door NDC gemaakte shortlist van geselecteerde bureaus2. e.
De medewerker maakt afspraken met het bureau van zijn keuze. 8.6.2 Rolverdeling HRM- en contactfunctionaris in deze periode
De HRM-functionaris is belast met al die zaken die betrekking hebben op het lopende dienstverband en afhandelen van het einde van het dienstverband. De contactfunctionaris is belast met alle zaken die betrekking hebben op het begeleiden van de medewerker in het vanwerk-naar-werktraject. 8.6.3. Verlof tijdens de begeleidingsperiode of opzegtermijn De boventallig verklaarde medewerker zal in de gelegenheid worden gesteld om zijn verlof op te nemen voor het einde van het dienstverband. Tijdens de opzegtermijn ontvangt de medewerker zijn normale salaris en wordt ook verlof opgebouwd. 8.6.4. Vinden van ander werk voor einde dienstverband De boventallig verklaarde medewerker die tijdens de opzegperiode, maar voor de datum van het formele einde van het dienstverband een andere baan vindt, kan aanspraak maken op een uitkering ineens bij einde van het dienstverband bestaande uit de helft van het salaris over de resterende maanden van de opzegtermijn. Het formele dienstverband zal in dit geval altijd eindigen op de laatste dag van de maand waarin de medewerker opzegt of daadwerkelijk bij een andere werkgever gaat werken. De medewerker die op deze wijze zijn dienstverband verkort, heeft ondanks de uitkering van de maanden waarop het dienstverband eerder is beëindigd ook recht op een eventuele aanvulling bij een lager betaald salaris bij een nieuwe werkgever. 8.6.5. Aanvulling lager salaris bij een nieuwe werkgever NDC vult een lager bruto salaris bij een nieuwe werkgever de eerste zes (6) maanden aan tot het laatst verdiende salaris bij NDC, echter deze aanvulling zal nooit meer bedragen dan 30% van het laatst verdiende maandsalaris. De zes (6) maanden daarop volgend ontvangt de medewerker nog een toeslag van maximaal 20% en de volgende twaalf maanden is deze toeslag nog maximaal 10% echter ook tot maximaal het nivo van het laatst verdiende bruto maandsalaris bij NDC. Deze aanvulling op het lager verdiende salaris vindt plaats gedurende de periode waarop de 2
Selectie vindt plaats op basis van kwaliteitscriteria en aantoonbare successen in eerdere begeleidingsprocessen. De lijst van bureaus is als bijlage 5 bij dit sociaal plan gevoegd.
27 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
medewerker bij ontslag recht zou hebben gehad op een WW-uitkering. Deze periode wordt bepaald aan de hand van regels die door het UWV worden gehanteerd. De medewerker moet om voor deze toeslag in aanmerking te komen hiervoor zelf een aanvraag bij NDC indienen, voorzien van een afschrift van de arbeidsovereenkomst en de eerste salarisstrook van de nieuwe werkgever. Indien het lager verdiende salaris in de periode dat er recht bestaat op een toeslag wordt aangepast, dan zal de aanvulling welke door NDC wordt betaald niet worden aangepast, tenzij het nieuw salaris en de door NDC uitbetaalde toeslag meer gaat bedragen dan het laatst verdiende salaris bij NDC.
In het geval de nieuwe baan van de medewerker wordt beëindigd gedurende de periode dat er recht op de aanvulling bestaat en de medewerker aansluitend een WW-uitkering krijgt toegekend, dan zal NDC gedurende de resterende periode dat er recht bestaat op een aanvulling (gerekend vanaf de datum einde dienstverband bij NDC) een toeslag van 15% van het laatst bij NDC verdiende bruto maandsalaris betalen. Bovenstaande geldt in geval bij de nieuwe werkgever het zelfde deeltijdpercentage of aantal uren wordt gewerkt. In geval het aantal te werken uren per week minder zijn dan bij het einde dienstverband bij NDC, dan wordt de vergoeding pro rato toegekend. Voor de resterende uren behoudt de werknemer het recht op de aanvulling op de WW. De toeslag wordt maandelijks uitbetaald aan de medewerker op het laatst bij NDC bekende bankrekeningnummer van de medewerker. De medewerker is verder verplicht om bij elke wijziging van het salaris bij de nieuwe werkgever de afdeling Arbeidszaken van NDC hierover te informeren en verder de Informatie te verstrekken die NDC nodig acht om het recht op en de hoogte van de toeslag te bepalen. De afdeling Arbeidszaken kan medewerkers ook zelf vragen om nadere informatie, zoals salarisstroken, arbeidsverleden en andere zaken die zij van belang acht om de duur en hoogte van de aanvulling te kunnen bepalen. De afdeling Arbeidszaken kan hier zowel gericht als steekproefsgewijs om vragen. Bij het niet voldoen aan de voorwaarden zoals hierboven benoemd is NDC gerechtigd de aanvulling niet toe te kennen, op te schorten of te stoppen.
28 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
8.7 De begeleidingsperiode in het van-werk-naar-werktraject 8.7.1. Uitgangspunten Van een medewerker die het ‘van-werk-naar-werk traject’ ingaat, wordt volledige inzet verwacht om het traject tot een goed einde (een nieuwe baan of goede kansen op de arbeidsmarkt) te brengen. Het slagen van het traject is de eigen verantwoordelijkheid van de medewerker, alleen met zijn volledige inzet zal het traject kunnen slagen. In de begeleidingsperiode wordt gewerkt aan de hand van arbeidsmarktanalyse van Aob Compaz en het door de medewerker en begeleidingsbureau opgesteld plan van aanpak. De inspanningen van de NDC zijn er in deze fase op gericht om de medewerker begeleiding en eventuele scholing ter beschikking te stellen om zijn plan van aanpak uit te kunnen voeren.
8.7.2. Duur van de begeleiding De duur van de begeleiding wordt opgenomen in het plan van aanpak dat door de medewerker en het begeleidingsbureau wordt ondertekend. Indien aan het eind van de begeleidingstermijn naar het oordeel van medewerker en begeleidingsbureau een verlengde begeleiding of begeleiding door een ander bureau gewenst is, dan wordt hiertoe een verzoek bij NDC ingediend. NDC zal eventueel de Begeleidingscommissie om een advies met betrekking tot de noodzaak vragen. De begeleidingscommissie zal in haar advies de mate van het te verwachten succes en het advies van de contactfunctionaris laten meewegen. 8.8. Toeslag op de WW-uitkering De medewerker die er niet in slaagt om voor het einde van het dienstverband een nieuwe werkgever te vinden ontvangt een toeslag op een te ontvangen WW-uitkering. Deze toeslag wordt maandelijks uitbetaald aan de medewerker op het laatst bij NDC bekende bankrekeningnummer van de medewerker. De toeslag bedraagt: 17,5% van het laatst verdiende bruto maandsalaris over de eerste zes maanden van de WW en 15% over de overige maanden waarin de medewerker een WW-uitkering ontvangt. Voorwaarde om voor de aanvulling in aanmerking te komen is dat door de medewerker binnen één maand nadat de WW-uitkering is toegekend een afschrift van de beslissing (beschikking) van het UWV over de toekenning van de uitkering wordt toegestuurd aan de afdeling Arbeidszaken Indien de medewerker niet voldoet aan deze voorwaarde dan is NDC gerechtigd de aanvulling
29 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
stop te zetten en eventueel reeds betaalde aanvulling terug te vorderen. 8.8.1. Bijzondere situaties tijdens de WW-periode In de aanvullingsperiode kunnen zich diverse bijzondere situaties voordoen, zoals: a.
De medewerker kan door ziekte niet actief zijn in het van-werk-naarwerktraject. De toeslag op de WW- of ziektewetuitkering loopt in dit geval door gedurende de periode waarop er recht op een WW-uitkering had bestaan.
b.
In het geval de medewerker een nieuwe baan vindt met een lager salaris dan hij bij NDC verdiende. Dan is artikel 8.6.5 van toepassing. Deze aanvulling op het lager verdiende salaris vindt plaats gedurende de periode waarop er anders recht had bestaan op aanvulling van de WW.
c.
De medewerker vindt een vaste baan met een gelijkwaardig of hoger salaris dan bij NDC werd verdiend. In dit geval heeft de boventallige geen recht meer op een toeslag.
d.
De medewerker vindt een tijdelijke baan met een salaris gelijk of hoger dan het laatst verdiende bruto maandsalaris bij NDC. De medewerker heeft in dit geval geen recht meer op een toeslag. Als de tijdelijke baan binnen de termijn waarop bij aanvang van de WW recht op een toeslag bestond weer stopt en de WW uitkering door het UWV wordt voortgezet dan heeft de medewerker gedurende de resterende maanden waarop hij anders recht had gehad op een aanvulling, weer recht op aanvulling van 15% van het laatst verdiende salaris bij NDC (de termijn wordt dus niet verlengd met de periode waarop geen recht bestond op de toeslag)3.
e.
Indien de medewerker voor minder uren gaat werken dan hij bij NDC werkte, wordt de 15% aanvulling pro rato doorbetaald echter het nieuwe salaris en de toeslag samen kunnen nooit meer bedragen dan het oude maandsalaris bij NDC.
f.
Bij een wijziging van de hoogte van de WW-uitkering of accepteren van een nieuwe baan dient dit zo snel mogelijk te worden aangegeven aan de afdeling Arbeidszaken en contactfunctionaris en zal – eventueel met terugwerkende kracht – de aanvulling worden aangepast. Ingeval er sprake is van sterk wisselende inkomsten, is NDC gerechtigd om de aanvulling op te schorten en pas uit te betalen nadat van de medewerker gespecificeerde inkomstenbewijzen zijn gekregen, inclusief de over die periode daadwerkelijk ontvangen WW.
g.
Ook ingeval de medewerker een eigen bedrijf of als ZZP-er start, zal de aanvulling op WWuitkering worden doorbetaald zolang deze uitkering door het UWV wordt verstrekt. Indien de boventallige gedurende de aanvullingsperiode opdrachten van NDC verwerft dan zal dit
3
Voorbeeld: medewerker heeft recht op aanvulling WW-uitkering van 1 juni 2015 tot 1 juni 2017. Op 1 januari
2016 accepteert de medewerkerj een tijdelijke baan van één jaar, na dit jaar (1 januari 2017) wordt dit contract niet verlengd. De medewerker heeft vervolgens weer recht op een aanvulling op zijn WW over de periode van 1 januari 2017 tot 1 juni 2017.
30 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
geen gevolgen hebben voor de aanvulling voor zover het bij NDC in rekening gebrachte honorarium niet meer bedraagt dan het laatst verdiende salaris bij NDC. De aanvulling stopt op het moment dat het recht op een WW uitkering vervalt. h.
Indien NDC van mening is dat de medewerker onvoldoende inspanningen pleegt om tot een nieuwe baan of een betere positie op de arbeidsmarkt te komen dan kan zij, na te hebben gewaarschuwd, de aanvullingsuitkering stopzetten. De medewerker kan tegen dit besluit bezwaar aantekenen bij de Begeleidingscommissie.
i.
Indien de WW uitkering wordt gekort of beëindigd door het UWV dan doet de medewerker hiervan melding bij NDC. De aanvulling loopt in dat geval als zelfstandige uitkering door, tenzij er naar het oordeel van NDC sprake is van een van de hiervoor genoemde situaties. De medewerker is verplicht NDC alle informatie te verstrekken die zij nodig is om dit te toetsen. Indien naar oordeel van NDC er overwegende bezwaren zijn om de uitkering toch niet voort te zetten, dan zij zij dit voor een bindend advies voorleggen aan de Begeleidingscommissie.
8.9. Regeling voor medewerkers van 60 jaar en ouder Ten aanzien van de medewerker die op de datum waarop het dienstverband wordt beëindigd 60 jaar of ouder is geldt in afwijking van bovenstaande de volgende regeling: de boventallig verklaarde medewerker ontvangt gedurende de periode waarin een WW-uitkering wordt ontvangen een aanvulling tot 85% van het laatst verdiende bruto maandsalaris gedurende de periode waarin een WW-uitkering wordt ontvangen. NDC vult een eventueel door de medewerker te ontvangen IOW uitkering niet aan. In plaats daarvan ontvangt de medewerker voorafgaande voor ingangsdatum IOW een eenmalige aanvullende uitkering over de te verwachten IOWperiode, berekend over 100% van het minimumloon verdiende salaris minus de IOW uitkering over de te verwachten IOW- periode (conform artikel 13.5 lid 1 CAO voor het Dagbladuitgeverijbedrijf) tot het moment dat de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt 8.10. Begeleidingsbureau Vanaf de start van de begeleidingstermijn is het begeleidingsbureau belast met de begeleiding van de medewerker. Het begeleidingsbureau maakt hiertoe in overeenstemming met haar eigen methoden afspraken met de medewerker. NDC zal zich gedurende de begeleidingsperiode niet direct met de begeleiding inlaten. NDC zorgt voor een lijst met gespecialiseerde begeleidingsbureaus die zijn geselecteerd op basis van kennis, vaardigheden, ervaring en resultaten met vergelijkbare trajecten. Deze lijst is als bijlage 5 bij dit sociaal plan gevoegd. De medewerker dient in de oriëntatiefase een van de bureaus van deze lijst te kiezen. In individuele situaties kan van deze lijst worden afgeweken en in overleg met de contactfunctionaris gekozen worden voor een ander gespecialiseerd bureau. De contactfunctionaris zal de kwaliteit van het gespecialiseerde bureau beoordelen. Indien de
31 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
medewerker het niet eens is met een eventuele afwijzing door de contactfunctionaris dan kan hiertegen beroep worden ingesteld bij de Begeleidingscommissie. 8.11. Contactfunctionaris NDC benoemt een contactfunctionaris, die tot taak heeft te bewaken dat de begeleiding in het van-werk-naar-werktraject zoals benoemd in dit hoofdstuk zo optimaal mogelijk verloopt, onder andere door:
-
Contacten te onderhouden met de medewerker
-
Contacten te onderhouden met het begeleidingsbureau
-
Het verzorgen van rapportages naar de begeleidingscommissie en de directie van NDC over de voortgang van het traject
-
Op verzoek van begeleidingsbureau en/of medewerker verzoeken in te dienen bij NDC voor extra opleidingsmiddelen
-
Te zorgen dat eventuele zaken die nog met NDC geregeld moeten worden het begeleidingsproces niet verstoren
-
Te bewaken dat de afspraken over de aanvullingsuitkering door beide partijen juist worden nageleefd
-
Te fungeren als aanspreekpunt voor medewerker en/of bureau in het geval de samenwerking of het nakomen van afspraken niet optimaal verloopt
-
Draagt tevens zorg voor het zo nodig faciliteren van aanvragen voor extra budgetten ten behoeve van begeleiding of scholing of andere voor het slagen van het van-werk-naarwerktraject essentiële zaken.
De contactfunctionaris stelt zich ook zelfstandig op de hoogte van de voortgang van het begeleidingstraject en zal al datgene doen wat naar zijn inzicht in het belang is van het van-werknaar-werktraject. Bij NDC wordt een van de HRM-functionarissen het aanspreekpunt voor de contactfunctionaris. De Contactfunctionaris is een onafhankelijke partij (of partijen) die met instemming van de partijen betrokken bij dit sociaal plan wordt benoemd en die buiten dienstbetrekking bij een van de partijen de opdracht zal aanvaarden. De kosten voor deze Contactfunctionaris(sen) komen voor rekening van NDC. De Contactfunctionaris rapporteert aan de afdeling HRM van NDC en aan de Begeleidingscommissie. Nadat de medewerker de Arbeidsmarktanalyse heeft gemaakt zal op verzoek de contactfunctionaris de uitkomsten met de medewerker in een mobiliteitsadviesgesprek doornemen met het doel een begeleidingsbureau te kiezen die het beste aansluit bij de uitkomsten/adviezen
32 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
uit de Arbeidsmarktanalyse. Het staat de medewerker vrij om met meerdere bureaus kennis te maken en zelfstandig een keuze te maken, het advies van de contactfunctionaris zal zich echter beperken tot één of twee van de door NDC geselecteerde bureaus.
8.12. Kosten begeleiding en scholing Ten behoeve van de boventallige medewerker wordt bij de start van het van-werk-naarwerktraject eventueel een scholingsbudget vastgesteld op basis van het opgestelde loopbaanplan. Indien gedurende de begeleidingsperiode aanvullende opleidingsactiviteiten zijn geïndiceerd, wordt hiervoor door medewerker en begeleidingsbureau via de contactfunctionaris een gemotiveerd verzoek ingediend. Indien de NDC dit verzoek afwijst dan kan de medewerker hiertegen bezwaar aantekenen bij de Begeleidingscommissie. De kosten van het door de medewerker geselecteerde bureau zijn voor rekening van NDC. Indien met instemming van de contactfunctionaris niet voor een van de door de NDC voorgestelde bureaus wordt gekozen, is voor betaling van een ander – erkend – bureau een budget van maximaal € 2.500 (exclusief BTW) beschikbaar.
8.13. Wijze van betaling toeslagen De toeslagen genoemd in dit hoofdstuk worden zoveel mogelijk maandelijks uitbetaald op de datum waarop NDC aan haar medewerkers het salaris uitbetaald. Deze betalingen vormen voor de medewerker loon uit vroegere dienstbetrekking waarop NDC loonheffing zal inhouden (groene tabel).
33 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
9.
AFBOUW SALARIS BIJ HERPLAATSING IN INTERNE FUNCTIE
Wanneer een boventallige medewerker op een andere functie wordt aangesteld, geldt dat indien een medewerker wordt geconfronteerd met een achteruitgang in zijn feitelijk salaris, hij hiervoor een afbouw of compensatie ontvangt conform de betreffende regeling in de op hem van toepassing zijnde cao. Indien de betreffende cao geen regeling kent betreffende de afbouw van een lager salaris dan geldt de volgende regeling:
•
het eerste jaar ontvangt hij bovenop het nieuwe schaalsalaris een toeslag gelijk aan 75% van het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris,
•
gedurende het tweede jaar ontvangt de medewerker nog een toeslag gelijk aan 35% van het verschil tussen zijn oude en nieuwe salaris,
•
Voor het overige zal het normale arbeidsvoorwaardenpakket dat geldt voor de nieuwe passende functie van toepassing zijn.
Indien de medewerker na begeleiding in het van-werk-naar-werktraject weer terugkeert in de organisatie, geldt het laatstverdiende maandsalaris bij NDC als het referte salaris voor bepaling van de afbouw.
34 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
10.
SLOTBEPALINGEN
Gedurende de looptijd van dit Sociaal plan zullen betrokken partijen in de Begeleidingscommissie wanneer nodig de voortgang met elkaar bespreken. Indien de overheid wettelijke maatregelen treft die tussen partijen overeengekomen afspraken raken, dan zullen partijen zo spoedig mogelijk ter zake overleg plegen en vaststellen welke bepalingen dan zullen gelden. Indien nodig zullen partijen tussentijds tijdelijke voorzieningen treffen totdat overeenstemming is bereikt over de nieuwe bepalingen.
35 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
HANDTEKENING LIJST PARTIJEN
Aldus opgemaakt en ondertekend te
op
NDC mediagroep Leeuwarden,
Dina Boonstra
CNV Dienstenbond/Media, Hoofddorp,
D. Swagerman en
G.F. van Linden
FNV KIEM, Amsterdam,
Bernard van Iren
NVJ, Amsterdam,
Annabel de Winter
36 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
Bijlagen: 1.
Reglement begeleidingscommissie
2.
Reiskostenregeling NDC
3.
Lijst van begeleidingsbureaus
37 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
BIJLAGE 1
De begeleidingscommissie
Bijlage 1: REGLEMENT BEGELEIDINGSCOMMISSIE 1. Werkingssfeer De begeleidingscommissie treedt in werking direct na de totstandkoming van het Sociaal Plan en houdt in ieder geval op te bestaan op het moment dat de werking van dit plan eindigt. 2. Taken a. het uitoefenen van toezicht op de naleving van het Sociaal plan naar letter en geest. b. het gevraagd en ongevraagd adviseren van NDC over de toepassing van het Sociaal plan in het bijzonder in gevallen waarin dit plan niet voorziet, dan wel waarin de toepassing van dit plan zou leiden tot individueel onbillijke situaties. c. het op verzoek van boventalligen behandelen van klachten over de kwaliteit van de uitvoering van het Sociaal plan door leidinggevende, HRM, contactfunctionaris of een extern bureau en het adviseren van NDC in dezen. d. het adviseren van de NDC over de hardheidsclausule bij het nemen van aanvullende maatregelen die de kansen op het vinden van een nieuwe werkkring met aan grote zekerheidgrenzende kans vergrootten. d. Het behandelen van vragen/geschillen over de wijze van vaststelling van boventalligheid en benoeming in nieuwe passende functies. e. het doen van uitspraken over het al of niet passend zijn van een interne of externe functie. f. het doen van uitspraken betreffende geschillen over stoppen of toekennen van de aanvullingen op de WW of nieuwe banen aan boventalligen g. Speciale taak van de begeleidingscommissie is het periodiek bespreken van de voortgang van de diverse individuele bemiddeling/begeleidingstraject. h. Het treffen van speciale maatregelen in individuele gevallen. 3. Status uitspraak Het advies aan NDC is in principe bindend, tenzij NDC zwaarwegende argumenten heeft om hiervan af te wijken. Indien NDC afwijkt van het door de commissie aan NDC uitgebrachte advies, zal de uitvoering van het besluit niet eerder geschieden dan nadat er een gesprek tussen NDC en de begeleidingscommissie heeft plaatsgevonden, waarin kenbaar is gemaakt welke belangen uitvoering van het gegeven advies verhinderen. NDC zal zijn beslissing schriftelijk aan de betrokkene motiveren. Een en ander laat onverlet het recht van betrokkene om eventueel daarna juridische stappen te nemen.
38 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
4. Recht op informatie De begeleidingscommissie heeft het recht binnen NDC alle informatie in te winnen die voor haar oordeelsvorming van belang is. De gevraagde informatie kan slechts worden geweigerd als het verstrekken daarvan inbreuk maakt op de privacy van één of meer medewerkers. 5. Geheimhouding De leden van de begeleidingscommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle particuliere en zakelijke gegevens die hen bij de uitoefening van hun taak ter kennis kan komen, voor zover zij kunnen aannemen dat bekendmaking van deze gegevens hetzij de betrokken medewerker, hetzij NDC nadeel kan berokkenen. 6. Klachtenbehandeling Klachten, voortvloeiend uit geschillen over de naleving en uitvoering van het Sociaal plan kunnen worden voorgelegd aan de begeleidingscommissie. Deze commissie adviseert bij voorkeur binnen dertig dagen aan de betrokken medewerker en NDC. Een klacht kan uitsluitend schriftelijk worden ingediend. De klager kan zich laten bijstaan door een door hem te kiezen vertrouwenspersoon. Door de begeleidingscommissie wordt zoveel mogelijk het principe van ‘hoor en wederhoor’ toegepast. Het is aan de begeleidingscommissie ter beoordeling op welke wijze dit plaatsvindt. 7. In- en externe adviseurs De begeleidingscommissie kan één of meer deskundigen uitnodigen met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp. Wanneer daaraan kosten zijn verbonden, zullen deze kosten in verhouding dienen te staan tot de problematiek van het onderwerp. Over de kosten zal vooraf overleg plaatsvinden met NDC. In dit kader wordt/worden de contactfunctionaris ook als adviseur gezien. 8. Samenstelling van de begeleidingscommissie De begeleidingscommissie bestaat uit zes leden.
•
drie leden worden aangewezen door de vakbonden
•
drie leden worden aangewezen door de NDC
De begeleidingscommissie krijgt een vaste notulist/ambtelijk secretaris toegewezen. Deze neemt niet deel aan de beraadslagingen en heeft geen stemrecht.
39 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
De begeleidingscommissie benoemt uit haar midden een voorzitter. Correspondentie voor de begeleidingscommissie wordt gestuurd aan de notulist/ambtelijk secretaris van de begeleidingscommissie. De begeleidingscommissie neemt haar besluit op basis van meerderheid van stemmen. 9. Werkwijze De begeleidingscommissie vergadert zo vaak als de commissie noodzakelijk acht, De voorzitter is verantwoordelijk voor het opstellen van de agenda. De vergaderingen kunnen slechts doorgaan als ten minsten vier leden aanwezig zijn. Elk commissielid heeft één stem. Besluiten worden in principe genomen op basis van meerderheid van het aantal aanwezige commissieleden.
40 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
Bijlage 2
Reiskostenregeling NDC
(bron: Intranet NDC > werken > Personeelsregelingen)
Vergoeding woon-werkverkeer Eigen vervoer Openbaar vervoer Procedure
Medewerkers die op meer dan 10 kilometer afstand van de standplaats wonen hebben recht op één van onderstaande vergoedingen voor het woon-werkverkeer. Standaard wordt de vergoeding voor eigen vervoer verstrekt, maar er kan gekozen worden voor vergoeding van een openbaar vervoer trajectkaart. Eigen vervoer De medewerker ontvangt voor het vervoer van woonplaats naar de standplaats een woonwerkvergoeding conform onderstaande tabel (tabel per 1 juni 2008).
Minder dan 10 km
Geen vergoeding
Vanaf 10 tot en met 14,99 km
€ 67,77 per maand
Tussen 15 tot en met 19,99 km
€ 101,65 per maand
Meer dan 20 km
€135,53 per maand
Bij het bepalen van het aantal kilometers wordt uitgegaan van de ANWB-routeplanner, snelste route op postcode. Parttimers De genoemde bedragen gelden voor het reizen op 5 dagen per week. Bij parttimers wordt het bedrag pro rato naar het aantal werkdagen aangepast.
41 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
meerdere standplaatsen In het geval er sprake is van meerdere standplaatsen of werken over meerdere vaste kantoren wordt de vergoeding berekend pro rato per dag per kantoor. voorbeeld: 3 dagen per week Groningen, 2 dagen per week Leeuwarden. De vergoeding bedraagt dan: 3/5 x de vergoeding woonplaats/Groningen en 2/5 x vergoeding woonplaats/Leeuwaren. Verhuizing Bij een verhuizing of wijziging standplaats wordt de reiskostenvergoeding aangepast. Een wijziging gaat altijd in op de 1ste dag van de maand. Indien de verhuizing/standplaatswijziging gedurende de maand plaats vindt wordt de reiskostenvergoeding aangepast per eerste van de volgende maand. Reiskosten bij ziekte Na een volledige kalendermaand ziekte worden de reiskosten woon-werkvergoeding stopgezet. Vanaf de datum van (gedeeltelijk) herstel of aanvang reïntegratie wordt de vergoeding weer uitbetaald. Openbaar vervoer Voor medewerkers die met het openbaar vervoer van en naar het werk reizen, worden NSabonnementen en/of streekvervoerabonnementen tweede klas (OV-jaar- of -trajectkaarten) verstrekt via het secretariaat HRM services. Parttimers Parttimers die minder dan vier dagen per week werken komen niet in aanmerking voor de regeling. Zij kunnen maandelijks hun kosten declareren door het inleveren van het abonnement na afloop van de maand en krijgen de kosten vergoed. Einde dienstverband Bij uitdiensttreding dient het abonnement op de laatste werkdag bij HRM te worden ingeleverd. Zakelijke reiskosten Indien voor een incidentele zakelijke reis met de eigen auto naar het werk moet worden gereden, dan zijn de kilometers woon-werkverkeer als zakelijke kilometers te declareren zonder dat dit gevolgen heeft voor de vergoeding voor het openbaar vervoer. Vergoeding fietsenstalling (alleen in combinatie met OV-trajectkaart) De medewerker die de afstand van het woonadres naar de opstapplaats van het openbaar vervoer en/of de afstand van het punt van aankomst openbaar vervoer naar kantoor met de fiets aflegt, komt in aanmerking voor een vergoeding van (een deel) van de gemaakte kosten voor het stallen van de fiets. De vergoeding bedraagt ten hoogste € 10 per maand per stalling (maximaal twee stations).
42 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
Om voor deze vergoeding in aanmerking te komen moet je aantonen dat voor de stalling(en) een abonnement voor minimaal een maand is aangeschaft. In het geval van een jaarabonnement kan naar keuze per maand of eens per jaar (achteraf) worden gedeclareerd. Bij (elke) declaratie dient een kopie van het abonnement te worden bijgesloten. Procedure
•
De vergoeding reiskosten woon-werkverkeer eigen vervoer wordt maandelijks met het salaris uitbetaald.
•
Een aanvraag voor vergoeding van openbaar-vervoerskosten moet worden ingediend bij bij HRMService.
•
Een medewerker kan slechts voor één van beide regelingen kiezen (parttimers die kiezen voor de vergoeding openbaar vervoer moeten dit aangeven bij HRM services). Er kan slechts één keer per kalenderjaar van vorm van vergoeding worden gewisseld.
•
Mutaties worden bij officiële standplaatswijzigingen en verhuizingen automatisch doorgevoerd per eerste van de volgende maand.
•
Alle bepalingen betreffende dichterbij en verder weg gaan wonen van de standplaats zijn per 1 oktober 2007 komen te vervallen; vanaf deze datum is voor het recht op vergoeding alleen nog de afstand woonplaats-standplaats van belang.
43 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ:
Bijlage 3 Bijlage 3.
Lijst van Begeleidingsbureaus
•
Workforce Holland
•
Randstad HR Solutions
•
50+ Carriere
•
Media Movers
•
C3 werkt
•
Project I
44 NDC:
CNV:
FNV KIEM:
NVJ: