Versie 2: 10.11.2005
SOCIAAL PLAN De ondergetekenden, 1. Stichting Lindenhof te Schiedam, voor deze de heer L. Koppejan, zijnde oude werkgever 2. Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam, voor deze de heer J.J.G. Bovens, zijnde nieuwe werkgever; enerzijds en de Vereniging ABVAKABO FNV gevestigd te Zoetermeer, en de CNV Publieke Zaak gevestigd te Den Haag anderzijds, komen volgend sociaal plan overeen.
HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN 1.
2.
Werkingssfeer Dit sociaal plan is van toepassing op de werkgevers genoemd in de aanhef en de werknemers en vrijwilligers werkzaam bij “De Kindertelefoon”. Het sociaal plan regelt de personele gevolgen van het besluit tot overdracht van “De Kindertelefoon” Rotterdam naar Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam, waarmee de werknemers en vrijwilligers werkzaam bij “De Kindertelefoon” overgaan van Stichting Lindenhof naar Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam d.d. 1 januari 2006. Begripsbepalingen In dit sociaal plan wordt verstaan onder: a. werkgever: de rechtspersoonlijkheid bezittende privaatrechtelijke organisatie, als bedoeld in artikel 2 van de CAO Jeugdzorg, genoemd in de aanhef. oude werkgever: de ondergetekenden onder 1 nieuwe werkgever: de ondergetekenden onder 2 b. werknemer: degene die als werknemer in de zin van het Boek VII van het Burgerlijk Wetboek een arbeidsovereenkomst met de werkgever is aangegaan; c. vrijwilliger: degene die een op basis van de ‘Overeenkomst vrijwilligerswerk Kindertelefoon Rotterdam’ werkzaamheden verricht; d. salaris: het tussen werkgever en werknemer overeengekomen bruto maandloon, exclusief vergoedingen en/of toeslagen en exclusief de vakantietoeslag; e. ondernemingsraad: een ondernemingsraad zoals deze is ingesteld op grond van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR), dan wel, bij gebreke daaraan, de in de CAO geregelde werknemersvertegenwoordiging; f. overdracht instellings( of bedrijfs)onderdeel: een overdracht van zeggenschap over een deel van een instelling aan een andere rechtspersoon; g. CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst Jeugdzorg.
3.
Artikel 662 e.v. van het Burgerlijk Wetboek De bepalingen van dit sociaal plan laten onverlet de verplichtingen van de nieuwe werkgever ex artikel 662 e.v. van het Burgerlijk Wetboek.
4.
Overdracht instellings(of bedrijfs)onderdeel De bepalingen van dit sociaal plan laten onverlet de verplichtingen ex artikel 4 van uitvoeringsregeling R van de CAO Jeugdzorg
5.
Plichten van werkgever, werknemer en vrijwilliger De werkgevers, werknemers en vrijwilligers, op wie dit sociaal plan van toepassing is, zijn gehouden volledig medewerking te verlenen aan de uitvoering van dit sociaal plan.
6.
Voorkoming onbillijkheid 1. In gevallen, waarin deze overeenkomst leidt tot een onbillijke situatie voor de werknemer en/of vrijwilliger, zullen partijen bij deze overeenkomst in een voor de werknemer en vrijwilliger gunstige zin van dit sociaal plan afwijken. 2. Indien tussen werkgever en werknemer verschil van mening bestaat over de getroffen regeling als bedoeld in lid 1 of over het ontbreken van een dergelijke regeling, zal dit verschil uitsluitend door één der partijen bij deze overeenkomst ter beslissing worden voorgelegd aan gezamenlijke partijen bij deze overeenkomst. 3. Het bepaalde in lid 2 laat onverlet de mogelijkheid het geschil voor te leggen aan de burgelijke rechter.
7.
Beschikbaarstelling sociaal plan De oude werkgever zal er voor zorgdragen dat elke werknemer en vrijwilliger een exemplaar ontvangt van dit sociaal plan, onmiddellijk nadat het door partijen definitief is vastgesteld.
8.
Inwerkingtreding Dit sociaal plan treedt in werking met ingang van 1-1-2006 en eindigt op 30-6-2006 met dien verstande dat individuele rechten, die voor of gedurende de looptijd van dit sociaal plan zijn ontstaan, ook na deze datum voor die werknemers en vrijwilligers van toepassing blijven.
9.
Binding nieuwe werkgever De nieuwe werkgever is aan dit sociaal plan gebonden door medeondertekening.
HOOFDSTUK II:
INDIVIDUELE EN ALGEMENE WERKGELEGENHEID
10. Geen gedwongen ontslagen Als gevolg van de overdracht van de “Kindertelefoon” zullen geen gedwongen ontslagen plaatsvinden.
HOOFDSTUK III:
MEDEZEGGENSCHAP
11. Organisatie- en personeelsformatieplan 1. De oude en nieuwe werkgever zullen uiterlijk 1 maand voor de beoogde datum van overdracht schriftelijk aan de OR van Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de OR van Stichting Lindenhof een personeelsformatieplan van het over te dragen project voorleggen, dat tenminste omvat: een concreet stappenplan met tijdsfasering voor de effectuering van de overdracht; een organisatieschema van de nieuwe werkgever; een overzicht van eventuele personele knelpunten op grond van de verschillen tussen de oude en nieuwe werkgever; 2. Dit plan dient betrokken te worden bij het advies dat de OR van Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de OR van Stichting Lindenhof uitbrengt op basis van hun reglement respectievelijk op basis van het gestelde in artikel 25, lid 1 van de WOR.
HOOFDSTUK IV: 12.
INDIVIDUELE RECHTEN
Behoud individuele rechtspositie 1. Alle werknemers en vrijwilligers zullen overgaan van de oude werkgever naar de nieuwe werkgever, met volledig behoud van rechten, waaronder tenminste te verstaan: functie, salaris, salarisuitloop, datum van indiensttreding, arbeidsduur, werktijden en verworven rechten. 2. In de individuele arbeidsovereenkomst van de werknemers wordt een artikel opgenomen dat luidt: "Deze arbeidsovereenkomst is een voortzetting van de arbeidsovereenkomst tussen de
werknemer en Stichting Lindenhof met als aanvangsdatum: 1-1-2006. Voor alle wettelijke en CAO-bepalingen geldt de datum van indiensttreding bij de oude werkgever als datum van indiensttreding bij de nieuwe werkgever". 13.
Verworven rechten 1. Indien de werknemer op het moment van overgang van het dienstverband verworven rechten boven of naast de CAO heeft tegenover de oude werkgever, behoudt de werknemer deze rechten bij de nieuwe werkgever. Deze rechten worden geïnventariseerd door de werkgever en met instemming van de werknemer vastgesteld. 2. Regelingen waaraan individuele werknemers rechten kunnen ontlenen, blijven voor die werknemers eveneens van kracht bij de nieuwe werkgever. Deze regelingen worden door de werkgever geïnventariseerd en met instemming van de ondernemingsraad vastgesteld. Alle onder 1 en 2 genoemde rechten en regelingen worden in de individuele arbeidsovereenkomst vastgelegd.
14. Functiewijziging Als gevolg van de overdracht instellings(of bedrijfs)onderdeel vinden geen functiewijzigingen plaats van de bij de overdracht betrokken werknemers en vrijwilligers zonder nadrukkelijke instemming. 15. Bezwarencommissie 1. Partijen bij deze overeenkomst stellen een bezwarencommissie in, binnen zes weken nadat het eerste bezwaar is ingediend. 2. De samenstelling van de bezwarencommissie geschiedt als volgt: - een lid wordt benoemd door de nieuwe werkgever; - een lid wordt benoemd door AbvaKabo en CNV-publieke zaak gezamenlijk; - de voorzitter wordt benoemd door beide eerder benoemde leden gezamenlijk. Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door de nieuwe werkgever. 3. De werknemer kan zich, binnen 6 maanden ná effectuering van het sociaal plan of de toedeling van de individuele functiewijziging schriftelijk wenden tot de bezwarencommissie met bezwaren inzake: a. de inhoud van de hem toebedeelde functie en de plaats van deze functie binnen de nieuwe organisatie; b. de individuele toepassing van dit sociaal plan op de bezwaarde. 4. a. De mondelinge behandeling van het bezwaar vindt plaats binnen 6 weken na indiening van het bezwaarschrift. b. Tijdens de behandeling worden de bezwaarde en de werkgever in elkaars tegenwoordigheid gehoord, waarbij zij zich door een raadsman kunnen doen bijstaan. c. De mondelinge behandeling geschiedt niet in het openbaar, tenzij de bezwarencommissie anders besluit, gehoord hebbend de bezwaarde en de werkgever. d. De beraadslagingen van de bezwarencommissie geschieden in een voltallige vergadering, welke niet openbaar is. 5. Werkgever en bezwaarde zijn verplicht alle gevraagde medewerking aan de bezwarencommissie te verlenen. 6. a. De bezwarencommissie doet een uitspraak over het al dan niet gegrond zijn van het door de werknemer ingediende bezwaar. b. De uitspraak wordt zo spoedig mogelijk - doch uiterlijk binnen 4 weken na de beraadslagingen - met redenen omkleed - bij aangetekend schrijven aan de bezwaarde en de werkgever medegedeeld. 7. De werkgever is verplicht, indien het bezwaar gegrond is verklaard, met inachtneming van die uitspraak een nieuw besluit te nemen. 8. De werknemer die zich tot de bezwarencommissie heeft gewend, wordt in zijn bezwaar nietontvankelijk verklaard, indien het bezwaar vóór de aanmelding bij de bezwarencommissie bij de rechter aanhangig is gemaakt. 9. Indien tijdens de behandeling van het bezwaar door de werkgever en/of de werknemer het bezwaar aanhangig wordt gemaakt bij de rechter, ziet de bezwarencommissie af van verdere
behandeling. 10. De leden van de commissie zijn tot geheimhouding verplicht.
16. Inwerkingtreding Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van 1 januari 2006 en eindigt op 30 juni 2006, op voorwaarde dat alle werknemers zijn geplaatst en bezwaren door de bezwarencommissie zijn afgehandeld. Dit laat onverlet dat na het verstrijken van deze termijn rechten kunnen voortvloeien uit de artikelen 6 en 12 van dit sociaal plan.
Aldus overeengekomen te Schiedam, op 30 november 2005
1) Stichting Lindenhof, ten deze vergenwoordigd door L. Koppejan
2) Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam, ten deze vertegenwoordigd door J.J.G. Bovens
3) De Vereniging ABVAKABO FNV, ten deze vertegenwoordigd door …….
4) CNV Publieke Zaak, ten deze vertegenwoordigd door …..
BIJLAGE 1: 1. Overzicht werknemers en formatie Kindertelefoon: o o o o o
Mevr. T. Hendriks, Coordinator training en begeleiding, 21,6 uur per week Mevr. M. Franquinet, Trainer/begeleider, 19 uur per week Mevr. R. Jager, secretariaatsmedewerker, 15,2 uur per week Dhr. W. Post, manager, 18 uur per week Huishoudelijk medewerker, 3 uur per week, vacant.
Aantal vrijwilligers Kindertelefoon: 40 vrijwilligers
BIJLAGE 2:
Overeenkomst vrijwilligers Kindertelefoon Rotterdam 1 Ondergetekenden: (Naam:) ......................................, geboren: ........................., te .............................., hierna te noemen: de vrijwilliger en De Stichting Lindenhof te Schiedam in deze vertegenwoordigd door: . . . . . . . . . ., coördinator Kindertelefoon hierna te noemen: de stichting verklaren een overeenkomst aan te gaan betreffende het verrichten van vrijwilligerswerk bij de Kindertelefoon onder de volgende condities: 1. De vrijwilliger is werkzaam op het gebied van telefonische hulpverlening en verricht daarnaast organisatorische taken verband houdende met het werk van de Kindertelefoon. 2. De vrijwilliger richt zich naar de afspraken die binnen de Kindertelefoon gemaakt zijn/worden en die zijn/worden vastgelegd in het huishoudelijk reglement. 3. De vrijwilliger neemt deel aan activiteiten ten behoeve van deskundigheidsbevordering aangaande de door hem/haar verrichte taken. 4. De vrijwilliger betracht tijdens en na beëindiging van zijn/haar werkzaamheden geheimhouding aangaande alle vertrouwelijke zaken waarvan hij/zij kennis heeft genomen in het kader van zijn/haar werk voor de stichting.
5. Wanneer een vrijwilliger zijn werkzaamheden wenst te beëindigen meldt hij/zij dit aan de coördinatoren en in de Algemene Vergadering, waarna hij/zij een opzegtermijn van minimaal een maand in acht neemt. 6. De stichting draagt zorg voor ondersteuning en begeleiding van de vrijwilliger aangaande de door hem/haar verrichte werkzaamheden. 7. De stichting garandeert de medezeggenschap van vrijwilligers in het beleid van de Kindertelefoon en legt de afspraken hieromtrent vast in een huishoudelijk reglement. 8. De stichting draagt zorg voor verzekering van de vrijwilligers voor wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen. 9. De stichting vergoedt de onkosten die de vrijwilliger maakt ten behoeve van het woon-werk verkeer op basis van de tarieven openbaar vervoer tot een vastgesteld maximum per reis. Andere onkosten worden vergoed in overleg met de verantwoordelijke coördinator.
10. De stichting draagt zorg voor een huishoudelijk reglement waarin de geldende afspraken binnen de Kindertelefoon vastgelegd zijn. Dit reglement wordt op aanvraag ter beschikking gesteld en ligt ter inzage op het kantoor van de Kindertelefoon. 11. De stichting kan deze overeenkomst ontbinden wanneer de vrijwilliger weigert zich aan gemaakte afspraken te houden. Wanneer de stichting hiertoe overgaat kan de vrijwilliger binnen een maand beroep aantekenen volgens de geldende klachtenprocedure.
12. De stichting voorziet in een klachtenregeling. 13. Het eerder genoemde huishoudelijk reglement zoals dat thans is vastgesteld, respectievelijk gedurende deze overeenkomst zal worden gewijzigd, wordt geacht met deze overeenkomst één geheel uit te maken. Aldus overeengekomen te Rotterdam, op .....................
................................................ De vrijwilliger.
........................................... Namens de stichting: