Schrijf Vaardig 3 Methode met grammaticale opbouw voor anderstaligen
Sleutels bij de oefeningen
Marilene Gathier
u i t g e v e r ij coutinho bussum 2012
c
Deze sleutels horen bij deel 3 van Schrijf Vaardig – Methode met grammaticale opbouw voor anderstaligen van Marilene Gathier.
© 2012 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden. Het is docenten die deel 3 van Schrijf Vaardig voorschrijven als verplichte literatuur, toegestaan om deze sleu tels te verveelvoudigen. Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum
[email protected] www.coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN 978 90 469 0318 6 NUR 114
Inhoud
algemene opmerking | 4
correctiecodes | 6
Grammatica en schrijfopdrachten Staatsexamen II
1 woordvolgorde | 8
2 verbindingswoorden | 16
3 lidwoorden | 17
4
5 het | 19
6
voorbeeldopdrachten Staatsexamen II | 21
7
fouten van anderen verbeteren | 22
bijvoeglijke bijzin | 18
Aanvulling Meijerink 3F
8 leesbaarheid | 24
9 briefconventies | 26
10
formulieren invullen | 29
11
aantekeningen maken | 30
12
advertenties schrijven | 33
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 3/33
algemene opmerking Bij veel oefeningen moet je zinnen maken met woorden die al gegeven zijn, of moet je zinnen verbe teren. In de sleutels bij die oefeningen vind je alleen de mogelijkheden die correct Nederlands zijn. De varianten die minder gebruikelijk of eigenlijk krom Nederlands zijn, geef ik hier niet. Net zoals de varianten die misschien grammaticaal wel kunnen, maar niet in de context passen of inhoudelijk onzin zijn. Een voorbeeld Bij een oefening staan de volgende woorden. Hiervan moet je een zin maken:
toen – een jaar of twaalf – mijn zusje – een kat – was – wilde – ze – hebben – graag Je hebt een aantal mogelijkheden: • Toen mijn zusje een jaar of twaalf was, wilde ze graag een kat hebben. Goede zin. • Toen ze een jaar of twaalf was, wilde mijn zusje graag een kat hebben. Goede zin. • Mijn zusje wilde graag een kat hebben, toen ze een jaar of twaalf was. Goede zin. • Toen mijn zusje graag een kat wilde hebben (… hebben wilde), was ze een jaar of twaalf. Goede zin. • Mijn zusje wilde graag, toen ze een jaar of twaalf was, een kat hebben. / Mijn zusje wilde, toen ze een jaar of twaalf was, graag een kat hebben. Deze constructie heb je niet geleerd in het boek, maar de zinnen zijn wel goed, daarom staan deze varianten ook in de sleutels. • Graag wilde mijn zusje een kat hebben, toen ze een jaar of twaalf was. Iets minder gebruikelijk dan de vorige varianten, maar toch goed Nederlands. Deze variant staat dus ook in de sleutel. • Een jaar of twaalf was mijn zusje toen ze graag een kat wilde hebben. Ook iets minder gebruikelijk dan de vorige varianten, maar wel goed Nederlands. Deze vari ant staat dus ook in de sleutel. • Ze wilde graag een kat hebben, toen mijn zusje een jaar of twaalf was. Deze zin kan wel, maar past niet in de context van het verhaal (het gaat niet over een ‘ze’ die een kat wil hebben als mijn zusje twaalf is, maar over ‘mijn zusje’ die een kat wil hebben als ze twaalf is). Deze variant is dus niet goed en staat niet in de sleutels. • Toen mijn kat een jaar of twaalf was, wilde ze graag een zusje hebben. Deze zin is grammaticaal goed, maar inhoudelijk onzin. Deze variant is dus niet goed en staat niet in de sleutels.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 4/33
• Een kat wilde mijn zusje graag hebben, toen ze een jaar of twaalf was. Deze zin kan wel, als je veel nadruk legt op ‘een kat’ (dus niet ‘een hond’), maar in eerste instantie lees je dat er een kat was (als onderwerp) die mijn zusje wilde hebben. Deze zin is dan ook zo ongebruikelijk dat hij niet goed wordt gerekend en dus niet in de sleutels staat. Bij het maken van zinnen is dus steeds de inhoud het belangrijkst. Ook op het Staatsexamen krijg je geen punten als de inhoud niet klopt. Op deze manier word je gedwongen om na te denken over een gebruikelijke variant. Als je twijfelt over een zin, kun je hem het beste even laten nakijken door de docent.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 5/33
correctiecodes
Oefening 1
De uitwerking met codes
De verbeterde tekst De woorden die veranderd zijn, zijn in kleur gedrukt. Een onderzoek in het ziekenhuis Voor een maagonderzoek ben ik in het Muresmas ziekenhuis geweest. Het was een vervelende ervaring. Ik lag erg lang onder het apparaat. Ik had veel pijn. Ik vroeg de specialist om te stoppen. Hij luisterde niet naar mij en ging rustig verder met zijn uitleg aan een geneeskundige student en liet hem een paar keer oefenen. Op dat moment had ik een ellendig gevoel. Het gevoel dat je een buitenlander bent en je bent zelf geen baas over je eigen lichaam. Je wordt niet met respect behandeld. Ik ga dus nooit meer naar dat ziekenhuis.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 6/33
Oefening 2
Criterium
Punten per criterium
Punten bij oefening 1
Adequaatheid
0–1–2–3
3 punten – De cursist voldoet aan de 3 criteria en maakt alles goed duidelijk.
Grammatica
0–1–2
1 punt (maximaal) – De cursist vergeet 5 keer een lidwoord en gebruikt 1 keer te te veel, maar maakt verder geen grammati cafouten in de vormen en zinsvolgorde.
Samenhang
0–1
1 punt – De cursist gebruikt een paar verbindingswoorden.
Woordgebruik 0 – 1
1 punt – Er staan wel 2 woordfouten, maar deze zijn niet ern stig. Verder sluit het woordgebruik goed aan.
Spelling
0–1
0 punten – Er staan 6 spelfouten in de tekst.
Opbouw
0–1
1 punt – De tekst heeft een logische volgorde.
Totaal
Max. 9
7 punten
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 7/33
1 woordvolgorde Oefening 1
1 waar 2 waar 3 niet waar 4 waar
5 niet waar 6 waar 7 niet waar 8 niet waar
9 waar 10 niet waar
Oefening 2 8 b 9 c 10 b 11 a 12 c 13 c 14 b
1 b 2 c 3 a 4 a 5 b 6 a 7 b
15 b 16 b 17 c 18 b 19 b 20 b
Oefening 4 1 Volgens een onderzoek naar vrijetijdsbesteding besteden Nederlanders de meeste tijd aan media. / Volgens een onderzoek naar vrijetijdsbesteding besteden Nederlanders aan media de meeste tijd. 2 Dat betekent dat Nederlanders in hun vrije tijd veel tv kijken. / Dat betekent dat Nederlanders veel tv kijken in hun vrije tijd. 3 Nederlanders besteden 18,9 uur per week aan mediagebruik. / Nederlanders besteden aan mediagebruik 18,9 uur per week. 4 Het onderhouden van sociale contacten komt bij Nederlanders op de tweede plaats. / Het onderhouden van sociale contacten komt op de tweede plaats bij Nederlanders. 5 Dat doen Nederlanders gemiddeld 9,1 uur per week. / Dat doen Nederlanders per week gemiddeld 9,1 uur. 6 Aan diverse hobby’s besteden Nederlanders 6,1 uur per week. / Aan diverse hobby’s beste den Nederlanders per week 6,1 uur. 7 De minste tijd besteden Nederlanders aan vrijwilligerswerk, kerkgang en mantelzorg. 8 Mantelzorg betekent dat je voor iemand zorgt. / Mantelzorg betekent dat je zorgt voor iemand. 9 Bijvoorbeeld voor je zieke moeder die niet goed voor zichzelf kan zorgen. (… zorgen kan.) / Bijvoorbeeld voor je zieke moeder die voor zichzelf niet goed kan zorgen. (… zorgen kan.) 10 Kerkgang is de laatste jaren steeds minder geworden. / Kerkgang is steeds minder geworden de laatste jaren.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 8/33
Oefening 7
1 b 2 a 3 a 4 a 5 b
Oefening 8 1 We hebben gisteren een nieuwe docent gekregen. / We hebben een nieuwe docent gekre gen gisteren. 2 Ik had hem al vaker bij de andere groep gezien. / Ik had hem bij de andere groep al vaker gezien. / Ik had hem al vaker gezien bij de andere groep. 3 Ik vind hem wel een goede docent. 4 Onze vorige docent heeft voor de vakantie een andere baan gekregen. / Onze vorige docent heeft een andere baan gekregen voor de vakantie. 5 De nieuwe docent heeft zelf een Turkse vrouw. 6 Hij heeft die Turkse vrouw in een lesgroep ontmoet. / Hij heeft die Turkse vrouw ontmoet in een lesgroep. / Hij heeft in een lesgroep die Turkse vrouw ontmoet. 7 Onze docent spreekt nu ook een beetje Turks. / Onze docent spreekt ook een beetje Turks nu. 8 Hij heeft dat van zijn vrouw geleerd. / Hij heeft dat geleerd van zijn vrouw. 9 Zijn vrouw kon natuurlijk eerst geen Nederlands spreken. / Zijn vrouw kon natuurlijk geen Nederlands spreken eerst. / Zijn vrouw kon eerst geen Nederlands spreken natuurlijk. / Zijn vrouw kon eerst natuurlijk geen Nederlands spreken. 10 Zij heeft vooral thuis spreekvaardigheid van haar Nederlandse man geleerd. / Zij heeft van haar Nederlandse man vooral thuis spreekvaardigheid geleerd. / Zij heeft vooral thuis spreekvaardigheid geleerd van haar Nederlandse man. / Zij heeft vooral thuis van haar Nederlandse man spreekvaardigheid geleerd.
Oefening 10 De tijd komt in principe voor de plaats. 1 Mijn dochtertje en ik zijn gisteren in Utrecht geweest. 2 Ze gaat volgende week naar de brugklas. 3 Je krijgt de schoolboeken sinds een paar jaar van de overheid. / Je krijgt sinds een paar jaar de schoolboeken van de overheid. 4 Je moet de rest van de spullen op de middelbare school wel zelf aanschaffen. / Je moet op de middelbare school de rest van de spullen wel zelf aanschaffen. / Je moet de rest van de spullen wel zelf aanschaffen op de middelbare school. / Je moet wel zelf de rest van de spul len aanschaffen op de middelbare school. / Je moet wel zelf op de middelbare school de
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 9/33
5 6
7
8 9
10
rest van de spullen aanschaffen. / Je moet op de middelbare school wel zelf de rest van de spullen aanschaffen. We zijn daarom eerst naar V&D gegaan. Je kunt in de zomervakantie op de schoolcampus allerlei schoolspullen kopen. / Je kunt in de zomervakantie allerlei schoolspullen kopen op de schoolcampus. / Je kunt in de zomer vakantie allerlei schoolspullen op de schoolcampus kopen. / Je kunt allerlei schoolspul len kopen in de zomervakantie op de schoolcampus. / Je kunt allerlei schoolspullen in de zomervakantie kopen op de schoolcampus. / Je kunt allerlei schoolspullen in de zomerva kantie op de schoolcampus kopen. Je moet voor die schoolspullen overal veel geld betalen. / Je moet overal voor die schools pullen veel geld betalen. / Je moet overal veel geld betalen voor die schoolspullen. / Je moet voor die schoolspullen veel geld betalen overal. / Je moet veel geld betalen voor die school spullen overal. / Je moet veel geld betalen overal voor die schoolspullen. Een tas van een goed merk kost in de meeste winkels wel € 40,–. / Een tas van een goed merk kost wel € 40,– in de meeste winkels. Kinderen willen de eerste lesdag graag met goede spullen naar school gaan. / Kinderen wil len graag de eerste lesdag met goede spullen naar school gaan. / Kinderen willen de eerste lesdag graag naar school gaan met goede spullen. / Kinderen willen graag de eerste lesdag naar school gaan met goede spullen. / Kinderen willen graag met goede spullen de eerste lesdag naar school gaan. Ik heb dus gisteren bij V&D veel geld uitgegeven. / Ik heb gisteren dus bij V&D veel geld uit gegeven. / Ik heb dus gisteren veel geld uitgegeven bij V&D. / Ik heb gisteren dus veel geld uitgegeven bij V&D. / Ik heb dus veel geld uitgegeven gisteren bij V&D. / Ik heb gisteren bij V&D dus veel geld uitgegeven. / Ik heb gisteren bij V&D veel geld uitgegeven dus.
Oefening 12 4 Welke conclusie kun je trekken? Wat je het belangrijkste vindt, komt meestal het eerst in de zin.
Oefening 13 De nadruk ligt op de onderstreepte zinsdelen. Ik moet naar de tandarts morgen. Vroeger vond ik dat echt vreselijk. Ik zag er altijd tegen op om te gaan. Het ergste vond ik dat ik zo afhankelijk was. Maar nu vind ik het niet zo erg meer. Onze nieuwe tandarts is veel vriendelijker dan de vorige. Ik heb veel meer invloed op de behandeling nu. Bij het boren bijvoorbeeld, kun je niet praten.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 10/33
Als ik het dan echt niet meer kan uithouden, kan ik de tandarts een klopje op zijn hand geven. Hij stopt dan meteen met de behandeling.
Oefening 14
… hebben we een nieuwe docent gekregen. … had ik hem al vaker gezien. … vind ik wel een goede docent. … heeft onze vorige docent een andere baan gekregen. … heeft hij een Turkse vrouw. … heeft hij in een lesgroep ontmoet. / … heeft hij ontmoet in een lesgroep. … spreekt onze docent ook een beetje Turks. … heeft hij van zijn vrouw geleerd. / … heeft hij geleerd van zijn vrouw. … kon zijn vrouw natuurlijk geen Nederlands spreken. / … kon zijn vrouw geen Nederlands spreken natuurlijk. 10 … heeft zij vooral thuis van haar Nederlandse man geleerd. / … heeft zij vooral thuis geleerd van haar Nederlandse man. / … heeft zij van haar Nederlandse man vooral thuis geleerd. 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Oefening 15 1 Gisteren zijn mijn dochtertje en ik in Utrecht geweest. / In Utrecht zijn mijn dochtertje en ik gisteren geweest. 2 Volgende week gaat ze naar de brugklas. / Naar de brugklas gaat ze volgende week. 3 Sinds een paar jaar krijg je de schoolboeken van de overheid. / Sinds een paar jaar krijg je van de overheid de schoolboeken. / De schoolboeken krijg je sinds een paar jaar van de overheid. / De schoolboeken krijg je van de overheid sinds een paar jaar. / Van de overheid krijg je sinds een paar jaar de schoolboeken. / Van de overheid krijg je de schoolboeken sinds een paar jaar. 4 Op de middelbare school moet je de rest van de spullen wel zelf aanschaffen. / Op de mid delbare school moet je wel zelf de rest van de spullen aanschaffen. / De rest van de spullen moet je op de middelbare school wel zelf aanschaffen. / De rest van de spullen moet je wel zelf aanschaffen op de middelbare school. 5 Daarom zijn we eerst naar V&D gegaan. / Eerst zijn we daarom naar V&D gegaan. 6 In de zomervakantie kun je op de schoolcampus allerlei schoolspullen kopen. / In de zomervakantie kun je allerlei schoolspullen op de schoolcampus kopen. / In de zomerva kantie kun je allerlei schoolspullen kopen op de schoolcampus. / Op de schoolcampus kun je in de zomervakantie allerlei schoolspullen kopen. / Op de schoolcampus kun je allerlei schoolspullen kopen in de zomervakantie. / Allerlei schoolspullen kun je in de zomerva kantie op de schoolcampus kopen. / Allerlei schoolspullen kun je in de zomervakantie kopen op de schoolcampus. / Allerlei schoolspullen kun je op de schoolcampus kopen in de zomervakantie. / Allerlei schoolspullen kun je op de schoolcampus in de zomervakantie kopen.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 11/33
7 Overal moet je veel geld betalen voor die schoolspullen. / Overal moet je veel geld voor die schoolspullen betalen. / Voor die schoolspullen moet je overal veel geld betalen. / Voor die schoolspullen moet je veel geld betalen overal. / Veel geld moet je overal voor die school spullen betalen. / Veel geld moet je overal betalen voor die schoolspullen. / Veel geld moet je voor die schoolspullen betalen overal. / Veel geld moet je betalen voor die schoolspullen overal. 8 In de meeste winkels kost een tas van een goed merk wel € 40,–. 9 De eerste lesdag willen kinderen graag met goede spullen naar school gaan. / De eerste lesdag willen kinderen graag naar school gaan met goede spullen. / Graag willen kinderen de eerste lesdag met goede spullen naar school gaan. / Graag willen kinderen de eerste les dag naar school gaan met goede spullen. / Graag willen kinderen met goede spullen naar school gaan de eerste lesdag. / Graag willen kinderen met goede spullen de eerste lesdag naar school gaan. 10 Gisteren heb ik dus bij V&D veel geld uitgegeven. / Gisteren heb ik dus veel geld uitgegeven bij V&D. / Gisteren heb ik bij V&D dus veel geld uitgegeven. / Gisteren heb ik bij V&D veel geld uitgegeven dus. / Gisteren heb ik veel geld uitgegeven dus bij V&D. / Bij V&D heb ik dus gisteren veel geld uitgegeven. / Bij V&D heb ik dus veel geld uitgegeven gisteren. / Bij V&D heb ik gisteren dus veel geld uitgegeven. / Bij V&D heb ik gisteren veel geld uitgege ven dus. / Dus heb ik gisteren bij V&D veel geld uitgegeven. / Dus heb ik gisteren veel geld uitgegeven bij V&D. / Dus heb ik veel geld uitgegeven bij V&D gisteren. / Dus bij V&D heb ik gisteren veel geld uitgegeven. / Dus bij V&D heb ik veel geld uitgegeven gisteren. / Dus ik heb gisteren bij V&D veel geld uitgegeven. / Dus ik heb gisteren veel geld uitgegeven bij V&D. / Dus ik heb veel geld uitgegeven bij V&D gisteren. / Dus ik heb veel geld uitgegeven gisteren bij V&D. / Dus ik heb bij V&D gisteren veel geld uitgegeven. / Dus ik heb bij V&D veel geld uitgegeven gisteren.
Oefening 16 Het tweede werkwoord staat niet achteraan in de volgende zinnen: Van oefening 8 ■ We hebben een nieuwe docent gekregen gisteren. ■ Ik had hem al vaker gezien bij de andere groep. ■ Onze vorige docent heeft een andere baan gekregen voor de vakantie. ■ Hij heeft die Turkse vrouw ontmoet in een lesgroep. ■ Hij heeft dat geleerd van zijn vrouw. ■ Zijn vrouw kon natuurlijk geen Nederlands spreken eerst. ■ Zijn vrouw kon eerst geen Nederlands spreken natuurlijk. ■ Zij heeft vooral thuis spreekvaardigheid geleerd van haar Nederlandse man.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 12/33
Van oefening 10 ■ Je moet de rest van de spullen wel zelf aanschaffen op de middelbare school. ■ Je moet wel zelf de rest van de spullen aanschaffen op de middelbare school. ■ Je kunt in de zomervakantie allerlei schoolspullen kopen op de schoolcampus. ■ Je kunt allerlei schoolspullen kopen in de zomervakantie op de schoolcampus. ■ Je kunt allerlei schoolspullen in de zomervakantie kopen op de schoolcampus. ■ Je moet overal veel geld betalen voor die schoolspullen. ■ Je moet voor die schoolspullen veel geld betalen overal. ■ Je moet veel geld betalen voor die schoolspullen overal. ■ Je moet veel geld betalen overal voor die schoolspullen. ■ Kinderen willen de eerste lesdag graag naar school gaan met goede spullen. ■ Kinderen willen graag de eerste lesdag naar school gaan met goede spullen. ■ Ik heb dus gisteren veel geld uitgegeven bij V&D. ■ Ik heb gisteren dus veel geld uitgegeven bij V&D. ■ Ik heb dus veel geld uitgegeven gisteren bij V&D. ■ Ik heb gisteren bij V&D veel geld uitgegeven dus. Van oefening 15 ■ De rest van de spullen moet je wel zelf aanschaffen op de middelbare school. ■ In de zomervakantie kun je allerlei schoolspullen kopen op de schoolcampus. ■ Op de schoolcampus kun je allerlei schoolspullen kopen in de zomervakantie. ■ Allerlei schoolspullen kun je in de zomervakantie kopen op de schoolcampus. ■ Allerlei schoolspullen kun je op de schoolcampus kopen in de zomervakantie. ■ Overal moet je veel geld betalen voor die schoolspullen. ■ Voor die schoolspullen moet je veel geld betalen overal. ■ Veel geld moet je overal betalen voor die schoolspullen. ■ Veel geld moet je voor die schoolspullen betalen overal. ■ Veel geld moet je betalen voor die schoolspullen overal. ■ De eerste lesdag willen kinderen graag naar school gaan met goede spullen. ■ Graag willen kinderen de eerste lesdag naar school gaan met goede spullen. ■ Graag willen kinderen met goede spullen naar school gaan de eerste lesdag. ■ Gisteren heb ik dus veel geld uitgegeven bij V&D. ■ Gisteren heb ik bij V&D veel geld uitgegeven dus. ■ Gisteren heb ik veel geld uitgegeven dus bij V&D. ■ Bij V&D heb ik dus veel geld uitgegeven gisteren. ■ Bij V&D heb ik gisteren veel geld uitgegeven dus. ■ Dus heb ik gisteren veel geld uitgegeven bij V&D. ■ Dus heb ik veel geld uitgegeven bij V&D gisteren. ■ Dus bij V&D heb ik veel geld uitgegeven gisteren. ■ Dus ik heb gisteren veel geld uitgegeven bij V&D. ■ Dus ik heb veel geld uitgegeven bij V&D gisteren. ■ Dus ik heb veel geld uitgegeven gisteren bij V&D. ■ Dus ik heb bij V&D veel geld uitgegeven gisteren.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 13/33
Oefening 17 Conclusies 1 Een zinsdeel dat na het tweede werkwoord komt, begint meestal met een voorzetsel (pre positie). 2 Een ander zinsdeel dat na het tweede werkwoord kan komen, is een bepaling van tijd of een bepaling van plaats.
Oefening 18 1 Fout Marit woont met haar vriend Rob in een flat. / Marit woont in een flat met haar vriend Rob. / Met haar vriend Rob woont Marit in een flat. 2 Fout Op een avond kwam Marit laat thuis, omdat ze tot tien uur had gewerkt. (… gewerkt had.) / Op een avond kwam Marit laat thuis, omdat ze had gewerkt (gewerkt had) tot tien uur. / Marit kwam op een avond laat thuis, omdat ze tot tien uur had gewerkt. (… gewerkt had.) / Marit kwam op een avond laat thuis, omdat ze had gewerkt (gewerkt had) tot tien uur. / Omdat Marit tot tien uur had gewerkt (gewerkt had), kwam ze op een avond laat thuis. / Omdat Marit tot tien uur had gewerkt (gewerkt had), kwam ze laat thuis op een avond. / Op een avond kwam Marit, omdat ze tot tien uur had gewerkt (gewerkt had), laat thuis. 3 Goed Ook mogelijk: Normaal gaat Rob later dan Marit slapen. / Rob gaat normaal later slapen dan Marit. / Rob gaat normaal later dan Marit slapen. / Rob gaat later slapen dan Marit normaal. / Rob gaat later dan Marit slapen normaal. 4 Fout Maar Rob was die dag ziek en was daarom vroeg naar bed gegaan. / Maar Rob was ziek die dag en was daarom vroeg naar bed gegaan. 5 Fout Hij had Marit al eerder opgebeld om dit te zeggen. / Al eerder had hij Marit opgebeld om dit te zeggen. / Om dit te zeggen had hij Marit al eerder opgebeld. 6 Fout Marit wilde met haar sleutel de deur opendoen. / Met haar sleutel wilde Marit de deur opendoen. / Marit wilde de deur opendoen met haar sleutel. / Marit wilde de deur met haar sleutel opendoen. 7 Fout Maar dat lukte niet, er zat aan de binnenkant een andere sleutel in het slot. / Maar dat lukte niet, er zat een andere sleutel in het slot aan de binnenkant. / Maar dat lukte niet, er zat een andere sleutel aan de binnenkant in het slot. / Maar dat lukte niet, aan de binnen kant zat er een andere sleutel in het slot. 8 Fout Ze belde een paar keer aan, maar Rob werd niet wakker. / Een paar keer belde ze aan, maar Rob werd niet wakker.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 14/33
9 10 11 12 13 14 15
16 17 18 19 20
Fout Toen pakte ze haar mobiele telefoon en probeerde ze Rob te bellen. Fout Ze liet de telefoon minutenlang overgaan, maar er kwam niemand de deur opendoen. Fout Ze begon een beetje ongerust te worden. Fout Hoe moest ze dit probleem nu oplossen? / Hoe moest ze dit probleem oplossen nu? Fout Ze is toen maar naar de politie gegaan. Fout Er is een agent met haar naar huis gegaan om met een breekijzer de deur open te breken. / Er is een agent met haar naar huis gegaan om de deur open te breken met een breekijzer. Fout Toen ze weer voor de deur stond met die agent, hebben ze eerst nog een paar keer gebeld. / Toen ze weer met die agent voor de deur stond, hebben ze eerst nog een paar keer gebeld. / Toen ze weer voor de deur stond met die agent, hebben ze nog een paar keer gebeld eerst. / Toen ze weer voor de deur stond met die agent, hebben ze nog een paar keer gebeld eerst. / Ze hebben eerst nog een paar keer gebeld, toen ze weer voor de deur stond met die agent. / Ze hebben nog een paar keer gebeld eerst, toen ze weer voor de deur stond met die agent. / Ze hebben eerst nog een paar keer gebeld, toen ze weer met die agent voor de deur stond. / Ze hebben nog een paar keer gebeld eerst, toen ze weer met die agent voor de deur stond. Fout Dat had resultaat: Rob werd nu wel wakker en deed de deur open. / Dat had resultaat: Rob werd wel wakker nu en deed de deur open. Fout Marit legde meteen uit waarom ze met een agent voor de deur stond. / Marit legde met een uit waarom ze voor de deur stond met een agent. Fout ‘Sorry,’ zei hij, ‘ik had zo’n hoofdpijn dat ik een paar pijnstillers had genomen. (… genomen had.) Goed Ook mogelijk: Ik heb heel erg vast geslapen zeker!’ Fout Maar gelukkig voel ik me nu veel beter dan een paar uur geleden. / Maar ik voel me nu veel beter dan een paar uur geleden gelukkig. / Maar ik voel me nu gelukkig veel beter dan een paar uur geleden.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 15/33
2 verbindingswoorden Oefening 2 1 c (h) 2 a 3 h (c) 4 b 5 i 6 f 7 e 8 g (d) 9 d 10 j
Oefening 3 1 De aanleiding 2 Aangezien 3 om … te … 4 Aangezien 5 om … te … 6 weliswaar 7 Ondanks 8 echter 9 namelijk 10 Integendeel 11 echter 12 namelijk
Oefening 4
1 evenmin 2 laat staan 3 Voor zover 4 Naarmate 5 zoals 6 Behalve als 7 alsof 8 des te
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 16/33
3 lidwoorden Oefening 1
1 fout 2 goed 3 goed 4 goed
9 goed 10 goed
5 goed 6 fout 7 fout 8 goed
Overzicht: Zin
enkelvoud / meervoud
bepaald / onbepaald
betekenis
De boom verliest zijn bladeren.
enkelvoud
bepaald
Een concrete boom, we weten welke boom.
De bomen verliezen hun bladeren.
meervoud
bepaald
Concrete bomen, we weten welke bomen.
Er staat een mooie boom in de tuin.
enkelvoud
onbepaald
Een concrete boom, we weten niet welke boom.
Er staan mooie bomen in de tuin.
meervoud
onbepaald
Concrete bomen, we weten niet welke bomen.
Een boom heeft wortels en takken.
enkelvoud
onbepaald
De categorie: dit geldt voor alle bomen.
Bomen hebben wortels en takken.
meervoud
onbepaald
De categorie: dit geldt voor alle bomen.
Oefening 2 1 Een vogel kan vliegen. a enkelvoud b onbepaald c categorie 2 Er zit een vogel op de tafel. a enkelvoud b onbepaald c concreet 3 Er zitten vogels op het dak. a meervoud b onbepaald c concreet
4 Vogels leggen eieren. a meervoud b onbepaald c categorie 5 De vogels hebben al het brood opgegeten. a meervoud b bepaald c concreet 6 De vogel heeft de worm opgegeten. a enkelvoud b bepaald c concreet
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 17/33
4 bijvoeglijke bijzin Oefening 1 1 dat 2 die 3 met wie (over wie / tegen wie) 4 die 5 over wie 6 die 7 dat 8 waarop 9 waarnaar 10 waar (waarop)
Oefening 3 1 b 2 c 3 a 4 a 5 d
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 18/33
5 het Oefening 1 Kruis aan: Kruis aan: Zinsnummer
1 het = lidwoord
Kruis aan:
2a het 2b het wijst 2c het betekent verwijst naar vooruit naar niks (weer / tijd / iets anders een bijzin uitdrukking)
Vul in: Kies je 2a of 2b? Vul in: Waarnaar verwijst het?
x x x
1 2 3 4 5 6 7
x
een restaurant x
x
haar sleuteltje dat mijn dochter haar sleuteltje kwijtraakte haar sleuteltje het sleuteltje in de zak van mijn jas stoppen
x
8 (1e het) 8 (2e het) 9 9 10 11 12 12 13 13 14 14 15 16 17 17 18 18 18 19 20 21 22 23 24 25 25
Kruis aan:
x x
(1e het) (2e het)
x
(1e het) (2e het) (1e het) (2e het) (1e het) (2e het)
x x
x x x
x x x x
het sleuteltje (van mijn dochter) het sleuteltje (van mijn dochter) het sleuteltje (van mijn dochter) het sleuteltje (van mijn dochter) x x
(1e het) (2e het) (1e het) (2e het) (3e het)
dat we een probleem hadden het probleem
x x x x x
het restaurant x x
dat hij meteen kwam x
x
(1e het) (2e het)
x x x x
een klein gaatje het sleuteltje de situatie, waar het sleuteltje was het sleuteltje
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 19/33
Oefening 2 1 Het is voor veel pubers een probleem dat zij niet goed kunnen plannen. 2 Bijvoorbeeld hun huiswerk: ze maken het vaak maar half of helemaal niet. 3 Sommige ouders controleren het, andere hebben het opgegeven omdat het toch niet hielp. 4 Het heeft bij mijn pubers ook vaak tot ruzie geleid. 5 Pubers vinden het namelijk erg vervelend, als ouders zich met het huiswerk bemoeien. 6 En het is ook zo dat pubers er niet altijd iets aan kunnen doen als ze slecht plannen. 7 Het is namelijk uit onderzoek duidelijk geworden dat de puberhersens nog niet rijp zijn. 8 Het duurt tot hun vijfentwintigste totdat de hersens helemaal volgroeid zijn. 9 Maar het is niet waar dat pubers dus niet kunnen leren plannen. 10 Zij kunnen het leren door het veel te oefenen. / Zij kunnen het leren door veel te oefenen. 11 Als het goed is, leren ze het ook wel op school. 12 En als een kind het toch nog moeilijk blijft vinden, kan hij het ook met extra begeleiding leren. 13 Het is een feit dat mijn puber het in een huiswerkklas wel geleerd heeft. 14 Maar het is wel duur om je kind naar een huiswerkklas te sturen. Het kostte ons € 300,– per maand.
Oefening 5
1 d 2 b 3 c 4 a 5 d
Oefening 7
1 geld 2 een gum 3 een toetsenbord 4 een fototoestel / camera 5 een bed
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 20/33
6 voorbeeldopdrachten Staatsexamen II Geen oefeningen met een sleutel.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 21/33
7 fouten van anderen verbeteren Oefening 1 Toegekende punten Zin nr. Adequaatheid 0 – 1
Grammatica 0 – 1
Totaal aantal punten
1
1
0
1
2
0
0
0
3
1
0
1
4
0
0 (grammatica is goed, maar adequaatheid niet)
0
5
1
0
1
6
1
0
1
7
1
1
2
8
1
0
1
9
0
0
0
10
1
0
1
11
0
0 (grammatica is goed, maar adequaatheid niet)
0
12
1
0
1
Verbeterde zinnen Als je niet zeker weet of jouw zinnen goed of fout zijn, leg ze dan voor aan je docent. 1 Deze cursus is bestemd voor studenten uit het buitenland die een hogere opleiding gedaan hebben (hebben gedaan) in hun eigen land. / … die in hun eigen land een hogere opleiding gedaan hebben. (… hebben gedaan.) / … die een hogere opleiding in hun eigen land gedaan hebben. (… hebben gedaan.) 2 Ondanks mijn klachten bij de Mediasuper over hun service, hebben wij geen betere service gekregen. / … krijgen (kregen) wij geen betere service. 3 Ondanks mijn klachten bij de Mediasuper over hun service, is de service niet (niets) verbeterd. 4 Hier zijn meer zinnen mogelijk, een voorbeeld: Naarmate de gemiddelde temperatuur op de aarde stijgt, worden de zomers natter. 5 Naarmate de gemiddelde temperatuur op de aarde stijgt, stijgt het zeewater ook. 6 Nu hij eindelijk de vrouw van zijn leven gevonden heeft, trouwt hij gelijk.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 22/33
7 De zin is goed. Het zwangerschapsverlof in Nederland is korter dan in de meeste andere landen in Europa. Daardoor krijgen baby’s in Nederland ook korter borstvoeding. 8 Het zwangerschapsverlof in Nederland is korter dan in de meeste andere landen in Europa. Daardoor stoppen er te veel moeders met werken. 9 Als je lijdt aan slapeloosheid, heb je op korte termijn wel baat bij slaappillen. Maar de slaappillen helpen op lange termijn niet veel. / Maar de slaappillen helpen niet veel op lange termijn. / Maar op lange termijn helpen de slaappillen niet veel. / Maar ze helpen op lange termijn niet veel. / Maar ze helpen niet veel op lange termijn. / Maar op lange termijn helpen ze niet veel. 10 Als je lijdt aan slapeloosheid, heb je op korte termijn wel baat bij slaappillen. Maar je moet er op lange termijn niet aan wennen. / Maar op lange termijn moet je er niet aan wennen. / Maar je moet er niet aan wennen op lange termijn. 11 Hier zijn meer zinnen mogelijk, een voorbeeld: Ik twijfel of ik een Pear- of een Nokin-laptop zal kopen. De Nokin biedt meer mogelijkheden. De Nokin is echter wel wat duurder. 12 Ik twijfel of ik een Pear- of een Nokin-laptop zal kopen. De Nokin biedt meer mogelijkheden. / De Nokin heeft meer mogelijkheden. De Nokin is echter wel wat duurder.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 23/33
8 leesbaarheid Oefening 1
1 2 3 4 5 6
Op maandag 25 oktober. Barend de Boer, coördinator Staatsexamens. Bij de andere staatsexamengroep zitten. Thuisblijven. Als je niets hoort, weer naar school komen. Naar de coördinator in B18 gaan.
Oefening 2
1 2 3
Boven het tweede briefje staat een aanhef, eronder staat een afzender. In het tweede briefje staan verschillende alinea’s. In het tweede briefje beginnen de zinnen met hoofdletters en eindigen ze met punten. Ook hebben de namen van personen een hoofdletter (en de naam van de examens: Staatsexamens).
Oefening 3 Beste Peter, In de bijlage vind je de schrijfopdracht voor de volgende les. Ik hoop dat er nu minder fouten in zitten dan de vorige keer. Ik wil in deze mail ook zeggen dat ik volgende week niet op school kan komen omdat ik op vakantie ben. Dat was ik nog vergeten te zeggen. Kun je me dan eind volgende week mailen wat het huiswerk is? Hartelijke groet van Laura
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 24/33
Oefening 4
Beste … (naam), Hier is de informatiegids van de Volksuniversiteit weer terug. Ik wilde hem aan je geven, maar je was niet thuis. Vandaag ga ik op vakantie en ik blijf een week weg, dus ik doe hem nu in je brievenbus. Je hebt me gevraagd om samen een cursus fotograferen te volgen. Ik heb de informatie beke ken. Het lijkt me wel leuk, maar de cursus is op woensdagavond. Dan ga ik altijd naar de fitness. Maar wat denk je van de kookcursus op zaterdagochtend? Die lijkt mij ook leuk. En de kook cursus is ook veel goedkoper dan de cursus fotograferen. Als ik weer terug ben, bel ik je even. Dan kunnen we nog even overleggen. Hartelijke groet, … (jouw naam)
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 25/33
9 briefconventies Oefening 1
Formeel
Informeel
sollicitatiebrief
uitnodiging voor je verjaardag
brief aan het energiebedrijf
mail aan je collega
brief aan de directeur van de school van je kind
memo voor de buren
brief aan de bank
verjaardagskaart voor je nichtje
mail aan de sportclub (waar je lid van wilt worden)
mail aan je eigen docent
brief aan de Belastingdienst
brief aan een kennis
Oefening 2 Aanhef Formeel
Informeel
Geachte heer, mevrouw,
Beste Jan,
Goedemorgen mevrouw De Wit,
Lieve allemaal,
Geachte mevrouw Van Doorn,
Hoi Ria,
Geachte familie Kruger,
Ha Peter,
Dag meneer Van Zanten,
Dag Theo, Goedemorgen Fatima,
Afsluiting Formeel
Informeel
Hoogachtend,
Groetjes,
Groet,
Groet,
Groeten,
Groeten,
Hartelijke groet,
Hartelijke groet,
Met vriendelijke groet,
Met vriendelijke groet,
In afwachting van uw antwoord,
Liefs,
Uw antwoord zie ik met belangstelling tegemoet,
Tot gauw, Welterusten,
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 26/33
Oefening 3
1 Dat hoor ik dan wel van je.
i Kunt u mij hierover informatie geven?
2 Ik viel van mijn stoel van verbazing.
g Ik was onaangenaam verrast.
3 Ik hoop dat je hier gauw wat aan doet.
b Ik verzoek u zo spoedig mogelijk de fout te herstellen.
4 Alvast bedankt.
j Bij voorbaat hartelijke dank.
5 Hopelijk is het oké zo.
e Ik hoop dat u hier geen bezwaar tegen heeft.
6 Superleuk!
a Dat lijkt me een goed idee.
7 Kun je deze week?
c Als het u schikt, graag deze week.
8 Alles duidelijk zo? Anders hoor ik het wel.
h Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
9 Laat even weten of je het ermee eens bent.
d Als alles naar wens is, verneem ik dat graag.
10 Dat moet ik nog even uitzoeken, dus je hoort er nog van.
f Wij hopen u snel te kunnen voorzien van de gewenste informatie.
Oefening 1 K. de Jager Oosterhof 220 3430 XA Zeist Tel.: 030 - 7581260 Uitgeverij Monaso Postbus 220 5430 XA Den Haag Den Haag, 15 maart 2011 Betreft: opzegging abonnement Geachte heer, mevrouw, Mijn abonnement op het tijdschrift ‘De opinie’ loopt tot 1 juli dit jaar. Ik wil vanaf dat moment mijn abonnement opzeggen. De reden is dat het blad mij niet meer interesseert. Kunt u laten weten of het zo akkoord is? Met vriendelijke groet, (handtekening) Karel de Jager
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 27/33
Oefening 8 1 CC betekent carbon copy. Dit gebruik je als iemand anders de mail ook moet lezen, maar de mail niet aan hem of haar geschreven is. 2 De B is van blind. BCC betekent dus: blind carbon copy: de persoon die je hierbij zet, krijgt de mail wel, maar de anderen zien dat niet. 3 Als je de paperclip aanklikt, stuur je een bijlage mee. 4 Het uitroepteken met ‘Dit bericht heeft de prioriteit hoog’ betekent dat de mail urgent is: de ander moet snel iets doen of reageren. 5 Het zijn formele mails, er staat ‘Geachte’ boven. 6 ‘Re’ betekent terug: de ander heeft een mail over dit onderwerp teruggestuurd. 7 De onderste mail is op woensdag 14 maart 2012 verstuurd. 8 De onderste mail is het eerst geschreven, meestal staat de laatste mail bovenaan. De tijd is ook later en bij de bovenste mail staat ‘Re’.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 28/33
10 formulieren invullen Oefening 1, vraag 1 a Je voornaam is een naam, bijvoorbeeld: Ahmed of Sara. Je voorletters zijn de letters van al je voornamen, bijvoorbeeld: Anna Maria Keskovic heeft als voorletters: A.M. b B.g.g. = bij geen gehoor. Bij Telefoonnummer b.g.g. vul je dus een telefoonnummer in dat mensen kunnen bellen als ze geen gehoor krijgen bij je eigen telefoonnummer. Je kunt dan een ander nummer invullen, bijvoorbeeld het nummer van je partner of een mobiel nummer. c Bij Geslacht, maak uw keuze moet je kiezen tussen: man of vrouw. d Bij Opmerkingen kun je alles invullen wat je verder wilt zeggen, bijvoorbeeld over je ervaring of bepaalde wensen. e Beschikbaarheid: dd-mm-jjjj betekent: wanneer kun je beginnen met werken? En dan twee cijfers invullen voor de datum, twee voor de maand en vier cijfers voor het jaar, bijvoor beeld: 28-03-2012. f De afkorting van curriculum vitae = cv. Dit is een lijst met al je gegevens, zoals naam, adres, ervaring, enzovoort. g Bij Bladeren moet je in je computer naar documenten zoeken.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 29/33
11 aantekeningen maken Oefening 2 Aantekeningen ■ vrij, niet 12.00-13.30 en 17.00-18.30 ■ A 110 ■ 030 799 91 58 ■ 74
Voorgelezen tekst Telefoniste: Goedemiddag, u spreekt met het Diakonessenhuis. Laura de Wit: Goedemiddag, met Laura de Wit. Kunt u mij zeggen wat de bezoektijden van de Warande zijn? Telefoniste: Die hebben vrije bezoektijden, alleen liever niet tijdens het eten, dus van twaalf tot halftwee en van vijf tot zes, halfzeven. Voor de rest zijn het gewoon vrije bezoektijden. Laura de Wit: Oké, en kunt u mij zeggen op welke kamer mevrouw Krijnen ligt? Telefoniste: Mevrouw Krijnen die ligt aan de A-kant, A1 en dan kamer 110. Laura de Wit: Ah, en kunt u zien of zij ook een telefoonnummer heeft daar? Telefoniste: Ik zal even voor u kijken, ogenblik graag. … Ja, ze heeft wel telefoon, ja. Laura de Wit: Kunt u mij het nummer geven? Telefoniste: Ja, dat is 030 799 91 58. Laura de Wit: 030 799 91 58? Telefoniste: Ja, dat klopt. Laura de Wit: Dan nog één vraag: weet u toevallig welke bus ik zou moeten nemen vanaf station Driebergen? Telefoniste: Nou de 74 komt hier langs bij het ziekenhuis. Laura de Wit: Nou heel hartelijk bedankt en tot ziens dan. Telefoniste: Graag gedaan. Dag mevrouw.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 30/33
Oefening 3 Aantekeningen Tips om beter te onthouden 2 soorten geheugen: 1 korte termijn 2 lange termijn Beter onthouden → iets doen met info, 6 manieren 1 herhalen vooral korte termijn, vb. telnr. lange termijn: 7 x herh. 2 werk met info combi lange termijn, vb. naam baby 3 interessanter → makkelijker vb. naam 4 omgeving context → info terug, vb. sleutels 5 tijd 7 woorden → pauze, slapen belangrijk 6 gedeelten minder items makkelijker, vb. telnr. boven 10
Voorgelezen tekst Tips om beter te onthouden Om iets te weten over onthouden, moet je eerst weten dat er twee soorten geheugen zijn. Ten eerste het kortetermijngeheugen; hierin sla je dingen op die je maar kort nodig hebt, zoals een geldbedrag dat je één keer moet betalen. Ten tweede het langetermijngeheugen; hiermee onthoud je informatie die je lange tijd moet gebruiken, zoals gezichten en namen van mensen die je goed kent. Om iets goed te onthouden moet je eerst iets doen met de informatie. Dat kan op de vol gende zes manieren. 1 Herhalen Dit helpt vooral voor je kortetermijngeheugen. Bijvoorbeeld een telefoonnummer dat je één keer gebruikt. Als je het een paar keer herhaalt, kun je het in één keer intoetsen. Om iets in je langetermijngeheugen te krijgen, moet je het wel zeven keer herhalen met lan gere perioden ertussen.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 31/33
2 Werk met informatie Nieuwe informatie heeft vaak iets te maken met informatie die al in je langetermijngeheu gen zit. Je kunt het combineren met iets anders. De nieuwe baby van je buren heet Lisa en dat is toevallig ook de naam van een oud schoolvriendinnetje. 3 Hoe interessanter, hoe makkelijker Waarom moet je praktische zaken, zoals je bankrekeningnummer of wachtwoorden, altijd weer opzoeken? Terwijl je de naam van die leuke man of vrouw wel meteen onthoudt. Het antwoord is simpelweg interesse. Zo gauw je informatie interessant, belangrijk of noodzakelijk vindt, blijft het gewoon beter hangen. 4 Herinner je de omgeving Je geheugen slaat een compleet beeld op. Dus niet alleen droge informatie, maar ook wat je ziet, hoort, ruikt, voelt: de hele context. Als je denkt aan deze context, de gebeurtenis met alles wat je dacht en voelde, komt vaak ook weer de informatie die je zoekt, terug. Zo weet je vaak waar je je sleutels hebt gelaten, als je even nagaat hoe je je huis bent bin nengekomen. 5 Neem de tijd Zorg dat je niet te veel tegelijkertijd moet onthouden. Je blijkt per keer zeven dingen goed te onthouden. Als je een rijtje woorden wilt leren, leer er dan zeven en neem daarna een korte pauze. Ook slapen is belangrijk. Als je overdag veel hebt meegemaakt, ben je ’s nachts drukker met het verwerken ervan. 6 Onthouden in gedeelten Gemiddeld kun je zeven dingen tegelijkertijd actief houden in je kortetermijngeheugen. Een telefoonnummer kun je onthouden met losse nummers, maar je kunt het ook verde len in getallen boven de tien. Dan wordt een telefoonnummer bijvoorbeeld niet 0, 6, 5, 0, 3, 2, 5, 4, 7, 6, maar 0, 6, 50, 32, 54, 76. Dat zijn dan nog maar vier items om te onthouden. Dit waren zes tips om beter te onthouden. Ik hoop dat je deze zes tips kunt onthouden.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 32/33
12 advertenties schrijven Oefening 1 Te koop aangeboden kinderfiets, zo goed als nieuw. Te koop gevraagd fax, prijs nader overeen te komen. Zelfstandig werkende ervaren schilder zoekt binnen-/buitenwerk. Te huur luxe appartement. Op de eerste verdieping voor één persoon. € 995,– per maand, inclusief gas en licht. 5 Te koop aangeboden kinderstoel, tegen elk aannemelijk bod. Zo snel mogelijk zelf ophalen. Telefoon vanaf 17.00 uur: 0612345678. 6 Diverse soorten kinderkleding vanaf maat 140. 1 2 3 4
Oefening 2 1 h 2 a / i 3 c 4 e (j)
5 d 6 j (e) 7 f 8 g
9 a / i 10 b
Oefening 3 Advertentie 1 1 Goed: in goede staat. 2 In Heerenveen. 3 Waarschijnlijk niet, het moet zo snel mogelijk. 4 Omdat een wasmachine zwaar is, dit is makkelijker. 5 Dat staat er niet bij: je moet zelf een bod doen, dus een prijs noemen. Advertentie 2 1 Schilder. 2 Zeer scherp, dus goedkoop, en ze zijn exclusief (zonder) btw. 3 Dan is het goedkoper, maar let op: waarschijnlijk is het dan zwart (zonder belasting, dus verboden). 4 De offerte is vrijblijvend, dus de klant hoeft het werk niet te laten doen. 5 Van zeer hoge kwaliteit en met duurzaamheid: goed werk dus, dat ook lang goed blijft.
Sleutels bij Schrijf Vaardig 3 – 33/33