Antwoorden bij de oefeningen van de thema’s
1 Vrije tijd Oefening 2 1b 2c 3a 4a 5b 6a 7c 8a 9b 10 b Oefening 3 Nicolien Smit en Dennis Ruiter gaan elke vakantie met hun Volkswagen-camper uit 1997 op pad. Ze zijn al naar Noorwegen, Normandië en Texel gereden. Waarom een camper? Dennis: We hebben een tijdlang met de tent gereisd, maar dat beviel ons niet. Wij slapen nooit twee nachten op dezelfde plek, en om nou elke keer die tent op te zetten … Veel te veel gedoe, zeker als het geregend heeft. Daar hebben we nu sowieso geen last meer van. Bovendien is een camper warmer en je hebt alles bij de hand. Nicolien: Ik heb altijd iets met oude Volkswagenbusjes gehad. Zo een wil ik er ook, wist ik. Het heeft nog wel even geduurd voordat we ‘m vonden. Veel bussen zijn erg beschadigd en moeten compleet worden gerestaureerd. Daar hadden we dus geen zin in. Uiteindelijk vonden we deze. Hij heeft wel wat roestplekjes, en we hebben een aantal onderdelen laten vervangen, maar verder is ie in prima staat. We gaan dit jaar trouwen en je kunt wel raden wat onze trouwauto wordt! Oefening 5 1 blikvanger 2 zonde van de ruimte 3 pech 4 nette 5 inslaan 6 bouten en schroeven 7 ratelt als een gek 8 blik 9 ter plekke 10 uitlaat 11 waterval 12 toeristische trekpleister Oefening 8 1 Vakantie moet spannend zijn. Jongeren willen doen wat in is, zodat ze bij de groep (blijven) horen. 2 Spannend, luxe, ver weg, appartement: vlakbij het strand en het uitgaansgebied, geen ouderen in de buurt, zwembad bij de camping. 3 De favoriete bestemmingen staan al lange tijd vast, ze boeken vroeg (in januari), ze nemen een pakketreis en willen een reisbureau met een ANVR-lidmaatschap. 4 Ze stellen voorwaarden, zoals bijvoorbeeld begeleiding tijdens de reis. Oefening 13 1 yup 2 soppen
3 4 5 6 7 8
vermijdt kozijnen veroverd eigendommen sleep minder draagkrachtigen
Oefening 14 1b 2d 3e 4c 5a 6h 7j 8f 9g 10 i Oefening 17 1b 2 c+d+f 3b 4b 5a 6 tent direct opzetten en blijven 7c 8c 9 hoogopgeleide en rijkere mensen Oefening 19 1 toen 2 Nadat 3 maar 4 Hoewel/Terwijl 5 al 6 anders 7 zodat 8 Terwijl/Hoewel 9 want 10 mits Oefening 21 1b 2 beachvolleybal, beachvoetbal, strandtennis, muziek (met dj of band), wateractiviteiten (zeilwedstrijd voor kinderen), workshops (salsa) 3 strandpaviljoen, parasols, strandstoelen, douches, toiletten
2 Vervoer Oefening 2 1 niet waar 2 waar 3 waar 4 niet waar 5 niet waar 6 niet waar 7 waar Oefening 3 1 op tijd rijden + informatie bij vertraging 2 op tijd rijden 3 3e kwartaal 2004 4 reinheid treininterieur en station 5 redelijk (57% van de klanten is tevreden) 6 nee Oefening 4 alinea 1 alinea 2 alinea 3
fors afnemen stijgen in contrast staan met recent een fractie tot stand brengen opsporen streven naar een hele kluif
Oefening 5 1 fractie 2 een hele kluif 3 afgenomen 4 staat in contrast met 5 forse 6 recent 7 streeft ernaar 8 tot stand gebracht 9 gestegen 10 op te sporen Oefening 9 Onderdeel B 1996 1c 2c 3c 4a 5a 6b Oefening 10 Tekst 1 1b 2c 3c
4 Als je door de Sahara gaat fietsen, is dat zwaar en je zult veel moeten drinken. Tekst 2 5b 6c 7c 8b 9 Toeristen zullen de hemel van blauw naar zwart zien verkleuren, de kromming van de aarde kunnen bekijken en drie minuten gewichtloos zijn. Oefening 12 1c 2b 3b 4c 5d 6d Oefening 14 Centraal station Tochtige plaatsen, lange gangen. Een koude hal, een kille sfeer. Glazen loketten, stenen trappen. een overkapping tegen slecht weer. Golven forensen, moeder met kind. Een ouder paar, een man met een boek. Een baasje met hond en een conducteur, Potloodventer in een donkere hoek. Centraal Station. Vol met beelden, en vol met geluid. Maar ik zie je nog voor me. Als ik mijn ogen sluit. Gele monsters, blauwe strepen. Een sein op rood, een licht op groen. Een locomotief, een treinwagon. De motoren, die zoemend hun werk doen. Centraal Station. Vol met beelden, en vol met geluid. Maar ik zie je nog voor me. Als ik mijn ogen sluit. De trein vertrok. Ik voelde me klein en leeg. Toen ik hier alleen. Toen ik hier alleen achterbleef. "En ik bel zodra ik er ben.” "En ik schrijf je iedere dag.” Een wuivende hand uit het raam, was het laatste dat ik zag. Centraal Station. Vol met beelden, en vol met geluid.
Maar ik zie je nog voor me. Als ik mijn ogen sluit.
3 Natuur en landschap Oefening 2 1 bakens 2 Rijkswaterstaat 3 stranding 4 aankaarten 5 ramp 6 dikke 7 weelderige 8 royaal 9 rampen / calamiteiten 10 is bevoegd 11 opschuiven 12 Natuurmonumenten 13 opspuiten 14 Wat dat aangaat 15 marge Oefening 3 1 aan de horizon 2 een discussie gevoerd over 3 Al met al 4 is blij met 5 door weer en wind 6 profiteer van 7 is bevoegd om 8 is verantwoordelijk voor 9 rekening houden met Oefening 5 3 1a 2b 3a 4c 5a Oefening 6 1 4 km 2 Groningen 3c 4b 5c 6 c+e 7a 8c 9b Oefening 14 Strand Waar kan je liggen in het zand totdat je hele lijf verbrandt Waar kan je zuipen als een beest, waar vind je vrienden voor elk feest Waar kan je zwemmen als een rat, waar word je zelfs van binnen nat Dat is aan de rand van Nederland
Dat is aan ons onvolprezen strand Daar kun je vrijen met je vrouw, wat nergens anders mogen zou Terwijl je kalm je krantje leest, je handen strelend om haar leest Daar speel je poker met een vriend totdat ie van ellende grient Daar springt de Randstad uit de band, dat is aan ons onvolprezen strand Je gaat er op de brommer heen en ligt dan plat tot kwart voor een Dan ga je kijken naar een vrouw die je wel graag versieren zou Dan krijg je ruzie met haar man die heel toevallig boksen kan En met je tanden in je hand sjok je weer verder over ’t strand Dan ga je even naar een tent en als je aangeschoten bent Dan loop je met een vriendenschaar een eindje langs de boulevard Dan komt er iemand op 't idee om te gaan zwemmen in de zee En gans door kwallen overmand ren je weer terug over het strand Maar 's middags om een uur of vier dan komt het toppunt van vertier Dan komt een vriend die auto rijdt eens kijken voor de aardigheid Dan ga je even met 'm mee een eindje rijden langs de zee Hij rijdt wel honderd met één hand en wuift met d'ander naar het strand Dan scheur je zingend langs de straat en vind dat alles prachtig gaat Je trekt je hals eenvoudig krom, je kijkt naar alle meisjes om En vaders auto wordt vermoord, vakkundig in een boom geboord Dan sta je morgen in de krant en word beroemd op heel het strand En 's avonds op het stille strand dan is er weer iets aan de hand Dan komt er een geweldig feest zoals er nooit een is geweest Dan wordt het strandvuur opgestookt waarop men lekker worstjes kookt En met transistors in de hand trekt heel de troep weer naar het strand De De De De
ene komt met flessen wijn, die smaakt verdacht veel naar azijn tweede komt met z'n vriendin, die pikt de derde dan weer in vierde brengt een zak patat met onderin een daverend gat inhoud ligt verspreid in 't zand van driekwart kilometer strand
Je danst en vrijt de hele tijd terwijl je in een broodje bijt En giet jenever in je kop, want anders dronk je pa het op Maar van die lading alcohol geraak je spoedig overvol Dan loopt de toestand uit de hand en blijf je liggen op het strand Maar de politie arriveert voor je weer lopen hebt geleerd Zodat je kruipende ontvlucht achter een zuil jeneverlucht Dat wordt dan een immense rel die eindigt meestal in de cel En is men daar eenmaal beland, dan is 't weer rustig op het strand Maar 's ochtends lig je weer in 't zand totdat je hele lijf verbrandt Dan ga je zuipen als een beest, dan zoek je vrienden voor een feest Dan ga je zwemmen als een rat, dan wordt je zelfs van binnen nat Aan de rand van Nederland, aan ons onvolprezen strand Aan de rand van Nederland, aan ons onvolprezen strand Aan de rand van Nederland, aan ons onvolprezen strand
4 Eten en drinken Oefening 2 1 een vast tijdstip, met het hele gezin, aan tafel 2 pasta, rijst, wok, oven en magnetron 3 de vrouw 4c 51–2–3–4–5–6–7–8 Oefening 3 1 Men verwachtte dat steeds minder gezinnen samen aan tafel zouden eten, maar dat is niet de realiteit. 2b 3 waar 4 hete bliksem, bloedworst, preskop, hangop 5 Onze gerechten zijn snel bereid en de kwaliteit van de maaltijd is slecht. 6 rustpunt, elkaar informeren 7c Oefening 4 alinea 1 alinea 2 alinea 3 alinea 4 alinea alinea alinea alinea
5 6 7 8
traditie staren verdubbelen zijn neus ophalen voor iets nuttigen terrein verliezen aan in de vergetelheid raken erfgoed naar binnen werken verloren gaan markt
Oefening 5 1 verliest - terrein 2 nuttigen 3 staren 4 ging verloren 5 naar binnen werken 6 traditie 7 markt 8 verdubbeld 9 erfgoed 10 haalt zijn neus op 11 in de vergetelheid raken Oefening 6 Huisman In Nederland staan talloze moeders om half zes eten klaar te maken voor hun gezin. Maar een man die elke dag kookt, komt maar zelden voor. Zo’n man is Peter. Hij is afgestudeerd als bioloog, maar in het dagelijks leven huisvader. Met veel plezier voedt hij zijn drie pubers op. Hij doet boodschappen, kookt, poetst, stofzuigt en bereidt de maaltijden. In het begin kookte hij eigenlijk alleen maar Hollandse maaltijden, maar dat veranderde. Nu gaan ze echt de hele wereld rond. Italiaans, Marokkaans, Indisch… Hij draait nergens zijn hand meer voor om. Hij vindt het belangrijk dat de kinderen lekker en gezond eten. Van zijn Franse visschotel kunnen ze bijvoorbeeld echt niet afblijven! Van
Peter hoeven ze trouwens niets te eten wat ze niet lusten, maar hij moedigt ze wel aan om nieuwe dingen te proeven. Hij neemt regelmatig nieuwe producten mee. Als hij bijvoorbeeld tagliatelli met zeevruchten maakt, dan maakt hij twee versies. Want de een houdt niet van garnalen en de ander niet van mosselen. Hij past de ingrediënten dus aan de smaak van de kinderen aan, zodat iedereen het lust. Eten wat de pot schaft? Hij verbouwt de pot gewoon naar ieders wensen! Hij geniet ervan als hij zijn gezin ziet smullen. Oefening 7 Tekst 1 alinea 2 al alinea 3 en Tekst 2 alinea 1 toch, als alinea 2 al alinea 3 terwijl alinea 4 al, maar alinea 5 zolang Tekst oefening 6 maar en als want zodat Oefening 8 Onderdeel A 1996 1b 2a 3a 4a 5a 6b Onderdeel B 1996 7c 8b 9a 10 a 11 b 12 b Oefening 9 1 geen zuivere koffie 2 heeft hij geen kaas gegeten 3 wil weten wat voor vlees het in de kuip heeft 4 in de soep laten lopen 5 zoete broodjes bakken 6 Dat is linke soep 7 met zijn neus in de boter gevallen 8 zij liet zich de kaas niet van het brood eten 9 daar lusten de honden geen brood van 10 koffiedik kijken Oefening 16 Toen we net klaar waren met eten, werd er gebeld. Weet je wie er voor de deur stond? Eric. “Heb je nog een pak suiker over?”, vroeg hij mij.
“Er is onverwacht bezoek gekomen en ik heb geen suiker meer.” Ik ging naar de keuken en keek in het keukenkastje of er nog suiker was. Er stonden nog twee pakken. Ik pakte er een. “Morgen geef ik je er een terug”, zei hij. “Je hoeft er niet speciaal voor naar de supermarkt te gaan. Ik heb er nog een.” Toen ik in de kamer terugkwam, vroeg mijn dochter: “Wie was er aan de deur?” “Eric, hij had geen suiker meer.” “Wie wil er nog een kopje thee?” “Ik wil wel,” zei mijn zoon, “het eten was pittig. Ik heb er dorst van gekregen.” Oefening 17 1b 2b 3c 4b 5a 6b 7b 8c 9a Oefening 21 Eén kopje koffie – VOF de Kunst Ik sta op, nog niet wakker Ik wandel door het huis als een stakker Maar ondanks alles haal ik mijn doel op het gevoel Ja, ik ben een gebruiker Het pure spul, dus zonder de suiker Ik giet het zwarte goud in een kop en ik leef weer op Eén kopje koffie En de markt wordt stabieler De grote winkels werken als dealer Een Angolees of Braziliaan levert het aan Het bevat cafeïne Ik loop erop als was het benzine Expresso, supra, altijd loodvrij, dus doet u mij Eén kopje koffie (2x) Over de verzuiling heen Is er troost voor iedereen In de uren van nood en ontbering Neem er nog één Eén kopje koffie (4x) Al die lui op kantoren Je mag ze in principe niet storen Maar als de koffiejuffrouw het wil, ligt alles stil En de school, de fabrieken De universiteiten, klinieken Al die tenten drijven, God lof, nog steeds op Eén kopje koffie (2x) Sterke drank, sigaretten We slibben langzaam dicht en vervetten En al relaxend gaan we kapot aan ons genot
Maar ik hou van beschaving Ik wil een keurig nette verslaving Na al die jaren weet ik het wel en ik bestel Eén kopje koffie (2x) Ik ben een gebruiker Eén kopje koffie Zonder de suiker Eén kopje koffie Eén kopje koffie Ik ben een gebruiker Eén kopje koffie Zonder de suiker Eén kopje koffie Eén kopje koffie Oefening 23 1b 2a 3c 4a 5b 6a 7b
5 Milieu Oefening 2 1 mensen drinken ongezuiverd rivierwater 2c 3a-f 4b–c–d–e 5 besparing op dure drinkwaterzuivering + besparing op schaars grondwater 6c 7c 8 er is geen milieuvoordeel i.v.m. gebruik van materiaal en energie en er is genoeg schoon drinkwater Oefening 5 alinea 1 alinea 2
alinea 3 alinea 4 alinea 5 alinea 6 alinea 7 alinea 8 alinea 10 alinea 11
de proeven voorschriften glashelder de klus misgaan vaag levering toepassing schaars slagen bij wijze van de flop de vraag rijst de animo afstappen van dat vereist het gebrek
Oefening 6 1 glashelder 2 toepassing 3 flop 4 een gebrek 5 proeven 6 geslaagd 7 klus 8 vaag 9 rijst - de vraag 10 vereist 11 voorschriften 12 bij wijze van 13 leveringen 14 animo 15 afgestapt 16 schaars 17 mis Oefening 7 1h 2i 3l 4b 5d
6j 7c 8n 9k 10 a 11 m 12 g 13 e 14 f Oefening 8 1 uitvoerig 2 gekwalificeerd 3 risico’s 4 overschot 5 in elk geval 6 troebel 7 mislukt 8 schoongemaakt 9 vage 10 flop 11 schaars 12 mis 13 schoon Oefening 11 1a 2c 3b 4b 5c 6b 7a 8a
6 Veiligheid en gezondheid Oefening 2 1c 2c 3b 4c 5 agressieve gebaren 6a 7c 8b 9 worden de kosten te hoog Oefening 3 1 de aanrijding 2 verband houden met 3 constateren 4 de ziekenwagen 5 omkomen 6 zorgen baren 7 toenemen 8 zich voordoen 9 verlenen 10 dienen 11 onder meer 12 voortdurend 13 gedupeerd 14 met spoed 15 scheuren 16 jegens 17 omstanders 18 eisen 19 vaststellen 20 aanzienlijk 21 buiten bedrjif 22 vergen 23 inhouden 24 verzekeren 25 de flank Oefening 4 1 geconstateerd 2 onder meer 3 scheurt / scheurde 4 de ziekenwagen 5 aanrijding 6 baart - zorgen 7 voortdurend 8 houdt verband met 9 omgekomen 10 doet zich - voor 11 met spoed 12 neemt toe 13 verleent / verleende 14 dien 15 gedupeerd
Oefening 5 1 verzekeren 2 eiste 3 buiten bedrijf 4 de flank 5 houdt - in 6 vaststellen 7 aanzienlijk 8 omstanders 9 jegens 10 vergt Oefening 6 3 de ongewone hitte, een lang stuk dijk zonder schaduw, de wind viel bijna weg Oefening 10 1b 2b 3c 4a 5c 6a 7c 8a 9b 10 c 11 b 12 c Oefening 11 3 a De schrijvers vinden het prima dat ze rookt, maar vragen zich wel af hoe en waar ze dat doet. b De universiteit onderzocht of er erfelijke factoren een rol spelen bij de oogziekte macula degeneratie en ontdekte zo dat tabaksrook effect heeft op deze ziekte. c Mensen houden zich niet aan de regel (dat ze alleen in een rokerszone mogen roken). Oefening 14 1a 2b 3a 4b 5a Oefening 17 Aanbieding 1 stond 2 stond 3 deed 4 zat 5 lag 6 stonden 7 lagen 8 legde 9 zette 10 deed
11 12 13 14 15 16
stonden stond zetten zetten gezet zetten
Vergissing 1 staan 2 stond 3 zet 4 staan 5 stond 6 staan 7 zette 8 stond De boze vrachtwagenchauffeur 1 zette 2 zitten 3 staan 4 zetten 5 zitten 6 deed 7 zette 8 deed 9 deed
7 Typisch Nederlands Oefening 2 5–7–4–2–3–8–6–1 Oefening 3 1 Ze had 18 jaar lang Douwe Egbertspunten gespaard en die blijken weinig waard te zijn. Het was ook een heel gedoe om voor die punten een cadeau te krijgen. 2 Hoeveel mensen aan spaaracties meedoen. 3 Veel mensen hebben geen zin meer om aan spaaracties mee te doen. 4 Ze willen geen voordeeltjes missen. 5 Het zorgt voor veel handelingen: zegeltjes verzamelen, bewaren, plakken, inleveren. 6 Als voorbeeld om te laten zien dat mensen al snel denken dat ze recht op iets hebben. 7 Hij vindt het absurd. Zo kost het tijd en benzine. 8 een foute manier van ruziemaken: alles opkroppen (voor je houden) en later ontploffen (alles eruit gooien). 9 Nederlanders die zegeltjes sparen vinden dat ze recht hebben op bijvoorbeeld een handdoek of een ander cadeau. Oefening 5 1 ertoe te bewegen 2 Knarsetandend 3 een dief van je eigen portemonnee 4 stapelgek 5 er meer aan de hand was 6 voorpret 7 voorziet - in een behoefte 8 kwam ze van een koude kermis thuis. 9 liep - mis 10 oer-Hollandse 11 knettergek 12 opkroppen 13 iets over het hoofd gezien Oefening 8 1 waar 2 die 3 die 4 waar 5 dat 6 die 7 die 8 die 9 waardoor 10 waardoor 11 die 12 die 13 waarvoor 14 waardoor 15 waardoor 16 die 17 waarin 18 waardoor Oefening 9 1 niet waar
2 3 4 5 6
niet waar niet waar waar waar niet waar
Oefening 10 1 omstreeks 2 uit naam van 3 heimelijk 4 betrekkelijk 5 ten onrechte 6 betrokken 7 gaat terug op 8 onderling 9 verzetten zich 10 weliswaar Oefening 13 rode grote hoewel boos rood roder negatief eerste eerste dagboek computer directeur rijke cent Oefening 16 1 opzet 2 Destijds 3 uitgehaald 4 voorzieningen 5 gevangenis 6 bewaarder 7 gedetineerden 8 In wezen 9 gezamenlijk 10 cel 11 markante 12 huis van bewaring 13 boef 14 Rijksmonument 15 hebben zicht op Oefening 17 1c 2 1897: plaats van de Koepelgevangenis bepaald 1901: opening van de Koepelgevangenis 3c 4 Hij heeft grote, stevige handen en vroeger was dat belangrijk
5 6 7 8 9
b b+c c b c
Oefening 18 1a 2 marmeren vloeren, marmer langs de wanden, prachtige schilderijen en beschilderde plafonds 3a 4b 5a+c+d 6c 7c 8c Oefening 19 1 van oorsprong 2 ogen 3 het hart 4 voormalig 5 inschakelen 6 de indruk wekken 7 vandaar 8 pand 9 opslaan 10 zo’n 11 mede 12 zich vestigen Oefening 20 1 zich gevestigd 2 pand 3 Mede 4 oogt 5 Vandaar 6 Van oorsprong 7 voormalige 8 de indruk wekken 9 opgeslagen 10 zo’n 11 hart 12 ingeschakeld Oefening 22 Rembrandt van Rijn Rembrandt Harmenszoon van Rijn wordt als een van de beroemdste Nederlandse schilders van de zeventiende eeuw gezien. Leiden Rembrandt werd op 15 juli 1606 geboren in Leiden, dat destijds een belangrijke handelsen universiteitsstad was. Met 22.000 inwoners vormde Leiden zelfs de tweede stad van de Republiek der Nederlanden, na Amsterdam.
Op zijn veertiende ging Rembrandt in de leer bij de Leidse schilder Jacob van Swanenburgh. Nadat hij van 1623-1624 enige tijd in Amsterdam lessen bij historieschilder Pieter Lastman had gevolgd, vestigde Rembrandt zich op zijn negentiende als zelfstandig schilder in Leiden en nam zelf leerlingen aan. Amsterdam In 1631 verhuisde Rembrandt naar Amsterdam, de belangrijkste handelsstad van dat moment. Daar leerde Rembrandt Saskia van Uylenburgh kennen, met wie hij in 1634 trouwde. Zij heeft vaak model gestaan voor zijn schilderijen. Rembrandt maakte al gauw carrière. Zijn schilderijen waren gewild bij de gegoede burgerij van de stad. In 1639 kocht Rembrandt een groot herenhuis, dat nu het museum Het Rembrandthuis herbergt. In 1642 voltooide hij zijn beroemdste werk: de Nachtwacht. Het grote doek had hij in opdracht van de schutterij, oftewel de stadswacht gemaakt. De Nachtwacht is het pronkstuk van het Rijksmuseum in Amsterdam. Schilder van het licht Rembrandt wordt ook wel de 'schilder van het licht' genoemd. In zijn werk spelen schaduw en licht een grote rol. Hij is een typische representant van de barok. Hij heeft portretten en allegorische schilderijen gemaakt, vaak met een bijbels thema. Hij heeft ook een groot aantal zelfportretten geschilderd. Rembrandt schilderde ongeveer 600 doeken, maar hij maakte ook etsen (zo'n 300) en er zijn 2000 tekeningen van hem bekend. Tragisch leven Het leven van Rembrandt kent een tragisch verloop. Samen met zijn eerste vrouw Saskia kreeg hij vier kinderen. Drie van hen stierven vlak na de geboorte. Saskia stierf enige tijd na de geboorte van hun vierde kind, zoon Titus, in 1642. Ze was pas 29 jaar. Daarna woonde Rembrandt ongetrouwd samen met Geertje Dirckx. Nadat hun relatie was stukgelopen, trok Hendrickje Stoffels bij hem in. Zij schonk hem een dochter: Cornelia. In 1656 ging Rembrandt failliet. Voor de tweede maal verloor Rembrandt een geliefde: Hendrickje stierf in 1663. De grootmeester overleefde ook zijn enige zoon Titus. Rembrandt overleed op 4 oktober 1669, op 63-jarige leeftijd.
8 Economie en werk Oefening 2 1b 2 Duitsland 3d 4a 5b 6c 7 akkerbouw: noorden en zuidwesten van Nederland en de IJsselmeerpolders veehouderij: Gelderland, Noord-Brabant en Limburg melkveehouderij: hele land, specifiek Friesland en Noord- en Zuid-Holland glastuinbouw: zuidwesten van Zuid-Holland bosbouw: Gelderland, Noord-Brabant en Overijssel 8 akkerbouw: aardappelen, tarwe, suikerbieten, snijmaïs veehouderij: varkens, pluimvee, kalveren (glas)tuinbouw: bloem(boll)en, komkommers, tomaten, sla, champignons, fruit, paparika’s, potplanten bosbouw: hout, recreatie oefening 3 1 dalen 2 desondanks 3 exporteren 4 voornaamste 5 spreiden 6 aantreffen 7 tevens 8 grotendeels 9 bedreigen 10 gigantisch 11 qua 12 zich richten op 13 streven naar 14 overschakelen 15 bestrijden 16 in hoofdzaak 17 tendens 18 bedreiging 19 vloot 20 kweken oefening 4 1 Desondanks 2 gigantisch 3 gedaald 4 tref - aan 5 grotendeels 6 voornaamste 7 bedreigt 8 tevens 9 gespreid 10 exporteert Oefening 5 1 streeft naar 2 Qua
3 overschakelen 4 tendens 5 vloot 6 bestrijden 7 richt - zich - op 8 in hoofdzaak 9 kweekt 10 bedreiging oefening 6 1d 2a 3h 4f 5g 6c 7b 8e Oefening 8 2 zich voordoen als zich afvragen zich bezighouden met zich eigen maken zich gedragen zich houden aan zich scheren zich laten knippen zich verantwoorden voor zich vergissen in zich inleven in zich herinneren zich laten imponeren zich laten intimideren Oefening 9 Onderdeel C 1998 1a 2b 3b 4b 5b 6c 7a 8a 9a 10 b 11 a 12 b 13 b 14 b 15 a 16 b 17 a 18 b 19 b
20 a 21 b Oefening 13
De Niet-Winkeldag (ook wel genoemd: ‘Koop Niets Dag’) is een actiedag waarop wordt aangemoedigd eens niets te kopen uit protest tegen de cultuur van ‘meer-meer-meer’. Het is een internationale protestdag tegen de Westerse consumptiecultuur, waarbij gepleit wordt voor bezinning over de gevolgen van de overconsumptie. De dag heeft in de ca. vijftien landen, waar hij jaarlijks op een bepaalde dag wordt gehouden, tot op heden vooral een symbolisch karakter: de hoofddoelstelling is om de Westerse consumenten bewust te maken van de gevolgen van hun consumptiepatroon. De Canadees Ted Dave riep in 1992 de eerste ‘Buy Nothing Day’ (Koop Niets Dag) uit. In 1993 werd op deze dag ook actie gevoerd in de Verenigde Staten, Engeland en Ierland. In 1995 werd de actie geïntroduceerd in Nederland. In de jaren daarna werd de actie ook gevoerd in Australië, Nieuw-Zeeland, Japan, Zweden, België, Noorwegen, Duitsland, Finland, Polen en Slovenië. Op Niet-Winkeldag wordt de ongelijkheid in de verdeling van de rijkdom op de wereld aan de orde gesteld. Nog steeds kan maar een klein gedeelte van de wereldbevolking zich veroorloven alles te kopen wat het wil. Die ‘welvaart’ heeft een keerzijde: honger en armoede in grote delen van de wereld. Ook in de zogenaamde ‘rijke landen’ is de welvaart nog zeer ongelijk verdeeld. De tweede zaak die op Niet-Winkeldag aandacht krijgt, is dat de ongebreidelde consumptie in de Westerse wereld zeer nadelige gevolgen voor het milieu heeft. De gigantische vervuiling die veroorzaakt wordt door de productie en het verbruik van consumptiegoederen en door het afval dat ontstaat als ze worden weggeworpen, is nog maar één aspect. Daarnaast moeten het ruimtebeslag en de uitputting van natuurlijke hulpbronnen als gevolg van dit consumptiepatroon genoemd worden. In Nederland wordt de jaarlijkse Niet-Winkeldag ondersteund door Omslag, werkplaats voor duurzame ontwikkeling. In 2004 werd Niet-Winkeldag in Nederland en België gehouden op zaterdag 27 november. In Nederland werd in minstens 10 steden actie gevoerd. In sommige steden werd samengewerkt met de weggeefwinkels. In het Belgische Geel ging een actiegroep met een ziekenhuisbed door de winkelstraten, waarin iemand lag met een bordje dat hij aan de koopziekte leed.
Oefening 17 1 Helaas heb ik weinig technisch inzicht. Daarom beperk ik me bij het werken op de computer tot tekstverwerken. 2 Stel je je eens voor dat iedereen vanuit huis gaat werken. Dan hoeven wij ons geen zorgen meer te maken over het verkeersprobleem. 3 Mijn man heeft zich nooit echt voor computers geïnteresseerd, maar hij wil zich er binnenkort in gaan verdiepen. 4 Ik verbaas me er steeds weer over dat computerprogramma’s zo snel achterhaald zijn. 5 Ik heb het gevoel dat de videorecorder niet meer zo goed opneemt, maar misschien verbeeld ik het me maar. 6 Ouders constateren dat kinderen zich steeds meer amuseren met computerspelletjes. 7 Ik ben benieuwd hoe de biotechnologie zich verder ontwikkelt. 8 Mijn collega houdt zich voornamelijk bezig met de salarisadministratie. 9 Ik vraag me af hoe de werkloosheid zich in de toekomst zal ontwikkelen. 10 Heb jij je bij een vakbond aangesloten? Oefening 18 1 Omdat hij veel belangrijke contacten heeft binnen de branche. 2 Nee 3 Hij zou het jammer vinden, maar wel begrijpen. 4 Als je een bedrijf wil overnemen, moet je dat willen, kunnen én leuk vinden. Het is de vraag of zijn kinderen dat hebben.
5 Nee. Dennis stond op het punt om in Amerika te gaan werken toen zijn oom uit het bedrijf stapte. 6 Hij wilde niet dat hij de baan zou krijgen omdat hij de zoon van Louis is maar omdat hij de goede kwaliteiten heeft. 7 Hij is georganiseerd en denkt direct. 8 Hij kan makkelijker wisselen tussen u – jij (formeel-informeel) 9 De overlegstructuren beter aansturen (niet meer zo veel informeel) 10 Maak genoeg tijd vrij voor je gezin.
9 Het klimaat Oefening 2 2-5-1-6-3-1-7-4-8-4-2 Oefening 3 1 mensen in de noordelijke streken van Europa 2 de oorzaak was dat de biologische klok in de war was 3 lichttherapie 4 hogere weerstand biedt het lichaam bescherming (tegen griep en verkoudheid) 5 (de vraag) of hogere weerstand het lichaam beschermt (tegen griep en verkoudheid) 6 het kan zijn dat we dit jaar wat meer griep zullen krijgen 7 de beste manier om een infectieziekte te voorkomen is het vermijden van menselijk contact 8 zijn handen 9 wel of geen griep Oefening 4 1 streken 2 fysiek 3 aaneengesloten 4 bescherming 5 afweer 6 vaccinatie 7 optimaal 8 weer de kop opsteekt 9 overigens 10 vervolgens 11 ontsmet 12 zit er maar één ding op Oefening 5 1 vaccinaties 2 fysiek 3 aaneengesloten 4 optimaal 5 streek 6 bescherming 7 Vervolgens 8 zat er maar één ding op 9 steekt het weer de kop op 10 afweer 11 overigens 12 heb - ontsmet Oefening 6 1c 2c 3b 4b 5 hygiëne (regelmatig handen wassen) 6 niezen, snotteren, hoesten; koorts, keelpijn, spierpijn, hoofdpijn, diarree en buikpijn Oefening 11 1b 2d 3a
4c 5b 6b 7a 8b 9b 10 a 11 b 12 b Oefening 15 1 Lange donkere winterdagen schijnen bij veel mensen tot een winterdepressie te leiden. 2 Op sommige mooie dagen in april voel je de zomer naderen. 3 Mijn man weigert een paraplu mee te nemen. 4 Deze zomer hoop ik net als vorig jaar vaak naar het strand te gaan. 5 Als je goed luistert, hoor je het onweer naderen. 6 Als u in het weekend een barbecue wilt organiseren, is het aan te raden het weerbericht te volgen. 7 Volgens het weerbericht blijft het de hele dag regenen. 8 De koeien staan in de schaduw van de bomen te grazen. 9 In de winter heb ik er moeite mee vroeg op te staan omdat het ’s morgens nog zo donker is. 10 Automobilisten blijken nauwelijks hun snelheid aan te passen bij mist en zware regenbuien.