Oefeningen bij Masterclass Organisatieopstellingen Kennismaken met opstellingen Deze oefening werkt goed als eerste kennismaking met opstellingen. Dit is een hele goede oefening om mensen te laten ervaren wat een bepaalde positie met je doet en hoe het kan verschillen als je van positie verandert. Leg uit dat het om waarnemen zonder oordeel gaat. In het systemisch werk is geen goed/slecht. 1. Laat mensen in 2-tallen naast elkaar staan. Laat ze vervolgens eerst bij zichzelf voelen hoe het op de verschillende niveaus is: a. Fysiek b. Emotioneel c. Mentaal d. Spiritueel e. Eventueel energetisch Je kunt er ook voor kiezen om mensen eerst alleen te laten staan en op deze niveaus te voelen hoe het met ze is. 2. Vervolgens laat je ze voelen hoe ze zich t.o.v. de persoon naast zich voelen a. Groter/kleiner/gelijk b. Ouder/jonger/gelijk c. Sterker/zwakker/gelijk d. Aangetrokken/afgestoten/neutraal e. Je kunt ook nog vragen of ze met die persoon een project zouden willen oppakken, of juist niet
Dit werk is gelicenseerd onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel 4.0 Internationaal. Ga naar http://creativecommons.org/licenses/by-nc/4.0/ om een kopie van de licentie te kunnen lezen.
1
3. Dan laat je ze van plek wisselen en herhaal je de bovenstaande stappen. 4. Tenslotte laat je ze ervaringen met elkaar uitwisselen 5. Je kunt het ook nog plenair bespreken Eventueel kun je voorafgaand hieraan de volgende oefening doen: Laat mensen door de ruimte lopen en voelen of en zo je hoe het verschilt van plek tot plek. Laat ze vervolgens een plek kiezen die goed voelt voor nu. Vraag ze daar contact te maken met hoe ze zich voelen. Hierbij kun je de vier (of vijf) niveaus van hierboven gebruiken.
2
Rangorde oefening Een van de systeemvoorwaarden is dat de rangorde in het systeem wordt erkend. Je kunt met teams en groepen hiermee leuke oefeningen doen. Deze oefeningen hebben verschillende effecten. Ze laten mensen voelen in plaats van denken, ze geven inzicht in hoe mensen t.o.v. staan in een groep, ze laten zien dat er een natuurlijke ordening is en ze maken duidelijk dat er verschillende ordeningen zijn waarbij je op verschillende plekken staat in de groep. Geef aan dat mensen zonder te praten hun plek in de rij moeten kiezen. Hierbij staat rechts altijd degenen die het ‘hoogst’ staat in de rangorde en links de laagste. Dit is bekeken vanuit de mensen zelf. Als je als begeleider ervoor staat is het precies andersom. Dit is dezelfde positie als kinderen in een gezin van oud naar jong. Rangordes die je kunt gebruiken zijn: Aantal jaren werkervaring Aantal jaren werkzaam bij het bedrijf Hiërarchische positie Leeftijd, maar realiseer je dat dit een rangorde uit het familiesysteem is
Daarnaast kun je voelen welke thema’s er in de groep spelen, of je neemt het thema waar de vraag van de opdrachtgever over ging. Thema’s kunnen zijn: Mate van conflictvermijdend gedrag Mate van vertrouwen op intuïtie Mate waarin je een bepaalde waarde van het bedrijf in jezelf herkent Mate van werkdruk De invloed die je voelt in je werk Extravert vs introvert Mate van leiding nemen
Een variant op deze oefening is dat je verschillende kernwaardes van het bedrijf hebt, of verschillende scores van een test en dat je deze als representanten (matjes, papiertjes, stoelen) in de ruimte zet. Laat mensen zich nu opstellen t.o.v. deze representanten. Waar voelen ze zich dichtbij, waar ver vanaf. Of is er nog een waarde die ontbreekt. Dan voeg je die toe.
3
Systemisch gesprek In deze oefening ga je met iemand in gesprek en gebruik je de systemische kijk bij het gesprek. De vraagsteller stelt zijn vraag en de begeleider doet het interview dat je normaal voor een opstelling doet. Hij onderzoekt dus wat de echte vraag is waarbij de vraagsteller echt verantwoordelijkheid neemt. Ook onderzoekt hij of de vraagsteller inzicht wil of toch ook een verandering. Daarnaast kijkt de begeleider welke elementen een rol spelen. Deze elementen tekent de begeleider vervolgens op een papier waarbij hij ze intuïtief een plek geeft t.o.v. elkaar. De vraagsteller maakt contact met deze tekening en vertelt wat het met hem doet. Zo gebruik je de tekening met de elementen (de startopstelling) als basis voor het verdere gesprek. Zodra de begeleider merkt dat er behoefte is aan een nieuwe opstelling van de elementen, maakt hij een nieuwe tekening, of laat de vraagsteller een nieuwe tekening maken. Hierbij kunnen elementen verplaatst of toegevoegd worden. Ook kunnen elementen groter of kleiner worden gemaakt of een bepaalde kleur krijgen. Op basis hiervan voer je het gesprek weer verder. Je kunt zo de opstelling op het papier gebruiken om het gesprek te ondersteunen en te verhelderen.
4
Vast format opstellingen Je kunt met groepen ook opstellingen doen die een vast format hebben. De representanten staan dan al vast en de deelnemers stellen in groepjes tegelijkertijd de representanten op. Daarna wissel je zodat iedereen een keer aan de beurt komt. Je kunt kiezen voor een variant waarbij er gesproken wordt of voor een variant waarbij alles in stilte gebeurt. Aan het eind kunnen de representanten nog één opmerking of ervaring teruggeven. Let er daarbij op dat dit gebeurt vanuit de eindpositie en dat ze niet de opstelling terug gaan draaien. De volgende formats kun je als inspiratie gebruiken. De basis is voor groepjes van 3. Als je groepjes van 4 hebt, kun je ervoor kiezen een element toe te voegen. Je kunt ook een rustmoment inbouwen bij het rouleren. Dan is iemand even niet aan de beurt. Ik, Lastige Situatie, Hulpbron Ik, bedrijf/visitekaartje, klant Ik, thema van de dag, dat wat mij helpt me ermee te verbinden, dat wat me ervan af houdt Ik, levensmissie, bedrijfsmissie Ik, klant, probleem van de klant Ik , intuïtie, bedrijf Ik, levensmissie, schaduwkant van die missie Ik, bedrijfsmissie, schaduwkant van bedrijfsmissie Ik, klant, klant van de klant
5