Welkom in Nederland Kennis van de Nederlandse Samenleving voor het inburgeringsexamen
Sleutels bij de oefeningen uit het boek Marilene Gathier
tweede, herziene druk
u i t g e v e r ij coutinho bussum 2014
c
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Deze sleutels horen bij de tweede, herziene druk van Welkom in Nederland. Kennis van de Nederlandse Samenleving voor het inburgeringsexamen van Marilene Gathier.
© 2008 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16h Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www. stichting-pro.nl). Eerste druk 2008 Tweede, herziene druk 2014 Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum
[email protected] www.coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN 978 90 469 0299 8 NUR 134
2 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Inhoudsopgave
1
Nederland leren kennen
Oefeningen uit het hoofdstuk Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2
2
De mensen in Nederland
Oefeningen uit het hoofdstuk Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2
3
Gezondheid en gezondheidszorg in Nederland
Oefeningen uit het hoofdstuk Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2
4
Wonen in Nederland
Oefeningen uit het hoofdstuk Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2
5
Dienstverlening in Nederland
Oefeningen uit het hoofdstuk Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2
6
Opvoeding en onderwijs in Nederland
Oefeningen uit het hoofdstuk Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2
7
Werken in Nederland
Oefeningen uit het hoofdstuk Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2
3 van 34
8
Samenleven in Nederland
Oefeningen uit het hoofdstuk Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2
9
De geschiedenis van Nederland
Oefeningen uit het hoofdstuk Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2
10
Politiek in Nederland
Oefeningen uit het hoofdstuk Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2
4 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
1 Nederland leren kennen Oefeningen uit het hoofdstuk Oefening 1 1 2 3 4
Galo, Mirjam en Amisha. Ze fietsen. Fietsen, een dijk, een rivier, een brug, bomen, de lucht met wolken. Zomer, ze hebben zomerkleren aan en de boom heeft bladeren. eigen antwoord
Oefening 3 1 2 3 4
Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht
Oefening 4 ■■ Groningen ■■ Friesland ■■ Drenthe ■■ Overijssel 1 2 3 4 5
■■ ■■ ■■ ■■
Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland
■■ ■■ ■■ ■■
Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
Overijssel, Flevoland, Utrecht, Zuid-Holland, Noord-Brabant, Limburg Gelderland, Zuid-Holland, Zeeland, Limburg Limburg Groningen en Friesland Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland
Oefening 5 1 Rotterdam Zuid-Holland 2 Den Haag Zuid-Holland 3 Utrecht Utrecht 4 Eindhoven Noord-Brabant 5 Groningen Groningen 6 Leeuwarden Friesland 7 Assen Drenthe 8 Zwolle Overijssel 9 Haarlem Noord-Holland 10 Middelburg Zeeland 11 Tilburg Noord-Brabant 12 Maastricht Limburg 13 Apeldoorn Gelderland 14 Nijmegen Gelderland 15 Amersfoort Utrecht
5 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
’s- Hertogenbosch Noord-Brabant Dordrecht Zuid-Holland Leiden Zuid-Holland Enschede Overijssel Breda Noord-Brabant Zoetermeer Zuid-Holland Almere Flevoland Arnhem Gelderland Emmen Drenthe Ede Gelderland
Oefening 6 1 1 2 1 3 2 4 1
5 3 6 1 7 2 8 3
9 2 10 2
3 12 4 1
5 321
4 duinen 5 polder 6 haven
7 vliegveld
4 herfst 5 zomer 6 winter
7 herfst 8 lente
3 niet waar 4 waar
5 waar
3 1,8 4 1970
5 23
Oefening 7 1 300 2 180
Oefening 8 1 rivier 2 buurlanden 3 meer
Oefening 9 1 zomer 2 winter 3 lente
Oefening 12 1 waar 2 niet waar
Oefening 13 1 17 2 500
Oefening 14 1 Nederland 2 Turkije 3 Nederland 4 stad
6 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefening 16 1 regering 2 president
3 Koning 4 democratie
5 ministers
Oefening 17 1 a 2 a 3 b
Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS 1 a 2 c
3 c 4 a
5 b 6 b
Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2 Lezen 1 a 2 a 3 c
Schrijven Je hebt de twee zinnen afgemaakt. Laat ze controleren door een docent.
Luisteren 1 a 2 b
3 300 4 b
7 van 34
5 a
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
2 De mensen in Nederland Oefeningen uit het hoofdstuk Oefening 1 1 Galo, Mirjam en Amisha. 2 Een taart met drie kaarsen. 3 Galo, Mirjam en Amisha blazen de kaarsen uit.
4 Ze hebben feestmutsen op, omdat het feest is. 5 Haar verjaardag, Amisha wordt drie jaar.
Oefening 3 1 sinterklaas 2 Kerstmis 3 oud en nieuw 4 carnaval
5 Koningsdag 6 Dodenherdenking 7 Pasen 8 Nieuwjaar
9 Moederdag 10 Valentijnsdag
4 snoep 5 vasten 6 versieren
7 liedjes
Oefening 4 1 kaart 2 vieren 3 volwassenen
Oefening 6 Verjaardag
Bruiloft
Baby geboren
Iemand geslaagd
Begrafenis
1 Je kunt een kaart sturen.
×
×
×
×
×
2 Je kunt een hand geven.
×
×
×
×
×
3 Je zegt: ‘Gefeliciteerd’.
×
×
×
×
4 Je zegt: ‘Gecondoleerd’ .
×
5 Ze gaan daarna vaak samen op vakantie.
×
6 Het gebeurt op het gemeentehuis.
×
7 Het gebeurt soms in de kerk.
×
×
8 De mensen hebben vaak zwarte kleren aan.
×
9 De vrouw heeft vaak een witte jurk aan.
×
10 Je krijgt beschuit met muisjes.
×
11 De vlag met een tas hangt buiten. 12 Er is vaak muziek.
× ×
×
8 van 34
×
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefening 7 1 waar 2 waar
3 waar 4 waar
5 waar 6 waar
4 waar 5 waar 6 waar
7 niet waar 8 niet waar
Oefening 8 1 niet waar 2 waar 3 waar
Oefening 10 Formeel contact 1 ‘u’ zeggen
×
2 ‘meneer’ en ‘mevrouw’ zeggen
×
Informeel contact
3 de voornaam gebruiken
×
4 elkaar aankijken
×
×
5 een hand geven
×
×
6 elkaar zoenen
×
7 ‘hoi’ zeggen
×
8 een cadeautje geven
×
9 precies op tijd komen
×
10 bellen als je niet kunt komen
×
×
11 eerst een afspraak maken
×
×
12 iets te eten en te drinken krijgen bij een bezoek
×
13 elkaar helpen met kleine dingen
×
14 elkaar aanraken bij een gesprek
×
15 een cadeautje meenemen om te bedanken
×
Oefening 11 1 formele 2 hoge
Oefening 12 1 a 2 b 3 b
3 aankijken 4 hapjes
5 nummertje 6 contact
4 a 5 b 6 a
7 a 8 a
3 e 4 a
5 b 6 c
Oefening 13 1 d 2 f
9 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefening 14 1 Hij krijgt de baan niet. 2 Ze moet een nieuwe afspraak maken en kan toch een rekening krijgen voor de eerste afspraak. 3 Zijn buren worden boos en bellen misschien de politie. 4 Hij krijgt ruzie met zijn buren. 5 Zijn collega vindt dat niet leuk. De volgende keer krijgt hij misschien geen uitnodiging meer. 6 Hij krijgt problemen met de Sociale Dienst. 7 De andere mensen worden boos op haar. 8 De docent vindt dat vervelend en denkt misschien dat ze niet eerlijk is.
Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS 1 c 2 a 3 b 4 a 5 c 6 c 7 b (ze gaan ‘gewoon’ op bezoek; als de vriendin bijvoorbeeld jarig is geweest, kan c ook) 8 c
Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2 Lezen 1 c 2 a 3 b
Schrijven Je hebt de twee zinnen afgemaakt. Laat ze controleren door een docent.
Luisteren 1 8 2 b
3 c 4 b
10 van 34
5 12 oktober
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
3 Gezondheid en gezondheidszorg in Nederland Oefeningen uit het hoofdstuk Oefening 1 1 Galo en zijn huisarts geven elkaar een hand. Op de tafel staat een bloeddrukmeter. 2 Een briefje: een recept voor medicijnen of een verwijsbrief voor de specialist. 3 Omdat het bezoek afgelopen is. Je geeft je huisarts een hand als je komt en als je weggaat. 4 Je praat met de huisarts en hij doet meestal een onderzoek. Hij schrijft soms een recept of verwijsbrief.
Oefening 4 1 waar 2 waar
3 niet waar 4 niet waar
5 waar 6 waar
3 paracetamol 4 recept
5 autorijden
3 waar 4 niet waar
5 waar
3 d 4 c
5 b 6 f
3 d 4 e
5 c
3 zorgverzekeraar 4 eigen risico
5 aanvullende 6 declareren
Oefening 5 1 bewaren 2 etiket
Oefening 6 1 niet waar 2 waar
Oefening 7 1 e 2 a
Oefening 8 1 niet waar 2 niet waar 3 waar 4 waar
Oefening 9 1 b 2 a
Oefening 10 1 zorgtoeslag 2 premie
11 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefening 11 1 waar 2 waar
3 niet waar 4 niet waar
5 niet waar 6 waar
Oefening 12 ja 1 gezond eten
×
2 niet roken
×
3 sporten
×
4 mooie kleren dragen
nee
×
5 niet te veel alcohol drinken
×
6 veilige seks hebben
×
7 genoeg vrije tijd hebben
×
8 interessant werk hebben
×
9 genoeg geld hebben
×
10 niet te dik worden
×
Oefening 13 1 bederven 2 verslaafd
3 gaar 4 dodelijk
5 bloeddruk 6 kans
4 waar 5 waar 6 niet waar
7 niet waar 8 waar
Oefening 14 1 waar 2 niet waar 3 waar
Oefening 15 1 bijvoorbeeld: snoep, koek, taart, chocola, ijs, cola en andere frisdranken 2 bijvoorbeeld: chips, patat, drop 3 bijvoorbeeld: chips, patat, chocola, slagroom, volle melk
Oefening 16 1 pil 2 soa
3 condoom 4 automaat
5 seks
3 niet waar 4 waar
5 niet waar 6 waar
Oefening 17 1 niet waar 2 niet waar
12 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefening 18 Goed voor je: 1 Het is belangrijk om drie maaltijden per dag te nemen. Zonder ontbijt kun je niet goed werken en ga je eerder snoepen. 2 Mensen die veel groente, fruit en volkorenbrood eten, hebben minder kans op kanker. Ze hoeven ook minder te snoepen en worden niet zo snel te dik. 3 Als je de trap neemt, beweeg je. Je moet een halfuur per dag bewegen. 4 Als je je handen niet wast, kunnen er bacteriën in je eten komen en kun je ziek worden. 5 Je kunt dingen leren, je kunt de taal oefenen en als je lid wordt van een sportclub, beweeg je meer. 6 Je kunt er boeken en cd’s lenen en zo oefenen met Nederlands. Je kunt er ook informatie zoeken. Slecht voor je: 1 Van te veel vet word je dik en dan heb je meer kans op ziektes zoals kanker en problemen met je hart. 2 Van te veel zout kun je een hoge bloeddruk krijgen. 3 Als je veel snoept, heb je geen zin meer in gezonde dingen. En in snoep zit veel suiker. Van suiker word je dik en het is slecht voor je tanden. 4 Roken is slecht voor je hart en slecht voor je longen. Mensen die roken, zijn sneller moe. En als je rookt, heb je meer kans om later longkanker te krijgen. 5 Te veel alcohol is slecht voor je lever. En aan alcohol kun je verslaafd raken. 6 Als je te veel voor de tv zit, beweeg je te weinig. En je doet geen andere dingen die beter voor je zijn, zoals lezen, praten, enzovoort.
Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS 1 b 2 b 3 a 4 b
5 b 6 c 7 b 8 a
9 b 10 c
Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2 Lezen 1 b 2 a 3 c
13 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Schrijven 1 factuurnummer: 95956/9749 2 factuurdatum: 01-07-2013 (dd = datum in twee cijfers, mm = maand in twee cijfers, jjjj = jaar, 4 cijfers) 3 totaalbedrag nota: € 54,-
Luisteren 1 b 2 b
3 c 4 c
14 van 34
5 a
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
4 Wonen in Nederland Oefeningen uit het hoofdstuk Oefening 1 1 Ze staan voor de etalage van het kantoor van een makelaar. 2 Ze zoeken een huis. 3 Je aanmelden bij een makelaar of een woningcorporatie. Meer informatie vind je in dit hoofdstuk.
Oefening 3 1 flat 2 eengezinswoning 3 vrijstaand huis
Oefening 4 1 vraagprijs 2 rente
3 makelaar 4 notaris
5 geschikt 6 onderhoud
Oefening 5 4 Ze zijn naar de notaris geweest om het contract te tekenen. 1 Ze hebben op internet gekeken naar geschikte huizen. 2 Ze hebben een makelaar gebeld om een huis te bekijken. 3 Ze hebben via de makelaar afgesproken welke prijs ze betalen. 5 Ze zorgen voor reparaties en onderhoud van het huis.
Oefening 6 1 niet waar 2 waar
3 niet waar 4 niet waar
5 waar 6 niet waar
Oefening 7 3 Ze hebben via internet op een geschikte woning gereageerd. 1 Ze hebben zich ingeschreven als woningzoekende. 5 Ze hebben een huurcontract getekend. 2 Ze hebben op internet naar huurwoningen gezocht. 4 Ze zijn gaan kijken in de woning.
Oefening 8 1 b 2 e
3 a 4 c
5 d
3 niet waar 4 waar
5 waar 6 niet waar
Oefening 9 1 waar 2 waar
15 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefening 10 oud papier: groente, fruit en tuinafval: chemisch afval:
kranten, brieven, reclamefolders, papieren van school, enzovoort. alle soorten fruit, alle soorten groente, alles uit de tuin, koffiefilters, theezakjes, resten van het eten, enzovoort. batterijen, verf, spuitbussen enzovoort.
Oefening 11 1 meterstand 2 termijnbedrag
3 inclusief 4 afgesloten
5 regio
4 storing 5 milieu 6 verwarming
7 beltegoed
Oefening 12 1 provider 2 loodgieter 3 elektricien
Oefening 13 1 Je kijkt bij de buren. Als zij wel elektriciteit hebben, kijk je of er een probleem is in je huis. Als je een kapot apparaat hebt, haal je de stekker eruit. Als je niet weet wat je moet doen, kun je het energiebedrijf bellen. 2 Je haalt de stekker eruit en laat het toestel repareren of je koopt een nieuwe televisie. 3 Je kijkt of het gas uit is. Als dat zo is, zet je de hoofdkraan van het gas uit. Je belt het energiebedrijf. 4 Je zoekt op internet naar het goedkoopste bedrijf of vraagt iemand je te helpen. 5 Je zoekt op internet naar het goedkoopste bedrijf of vraagt iemand je te helpen. 6 Je belt het waterbedrijf. Je drinkt het water niet op. 7 Je kijkt of alle snoeren goed zitten. Als dat zo is, bel je het telefoon- of internetbedrijf. 8 Je belt het telefoonbedrijf.
Oefening 14 1 inboedelverzekering 2 aansprakelijkheidsverzekering 3 woonhuisverzekering
Oefening 15 1 niet waar 2 waar
3 waar 4 niet waar
16 van 34
5 waar
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS 1 c 2 b 3 c 4 a
5 a 6 b 7 b 8 a
9 c 10 a
Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2 Lezen 1 b 2 a 3 a 4 c
Schrijven Je hebt drie punten genoemd in hele zinnen, bijvoorbeeld: ■■ Het is een mooi verbouwd appartement. ■■ Het heeft een ruim balkon. ■■ Het ligt dicht bij wegen, openbaar vervoer, een park en winkels. ■■ Het ligt aan een rustige weg. ■■ Het heeft een groot balkon. Laat je zinnen controleren door een docent.
Luisteren 1 c 2 c 3 a
17 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
5 Dienstverlening in Nederland Oefeningen uit het hoofdstuk Oefening 1 1 Galo, een balie, een computer, een papier, de arm van de vrouw achter de balie. 2 Een rijbewijs halen, papieren voor zijn verblijfsvergunning halen, doorgeven dat hij gaat verhuizen, enzovoort. 3 Zijn legitimatiebewijs of een ander pasje. 4 Je moet meestal eerst een nummertje trekken, en daarna wachten. Als je aan de beurt bent, ga je naar de balie. Je vertelt waarvoor je komt. Je moet soms een formulier invullen. Meestal moet je ook betalen.
Oefening 3 1 e 2 a
3 b 4 f
5 d 6 c
3 waar 4 niet waar
5 waar
Oefening 4 1 waar 2 niet waar
Oefening 5 1 Mogelijke antwoorden: ■■ als je een nieuw rijbewijs gaat aanvragen of komt ophalen; ■■ als je een nieuw identiteitsbewijs gaat aanvragen of komt ophalen; ■■ als je een kindje gekregen hebt; ■■ als je gaat trouwen of scheiden; ■■ als je gaat verhuizen; ■■ als je een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie nodig hebt. 2 Mogelijke antwoorden: ■■ een identiteitsbewijs; ■■ een goede pasfoto; ■■ geld voor het rijbewijs.
Oefening 6 1 b 2 e 3 a
4 c 5 f 6 d
7 g
3 niet waar 4 waar
5 niet waar 6 niet waar
Oefening 7 1 waar 2 waar
18 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefening 8 1 rood staan 2 pincode 3 saldo
4 machtiging 5 blokkeren 6 internetbankieren
7 contant
Oefening 9 1 verlengen 2 naturalisatie 3 ind 6 bepaalde
4 vreemdelingenpolitie 5 onbepaalde
Oefening 10 1 bepaalde tijd 2 tot 30-01-2018 3 Pinto Guevara 4 nld 75103511 5 Nee, er staat ‘regulier’ op het pasje.
Oefening 11 Een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd 1 Je krijgt het meteen als je in Nederland komt.
×
2 Je moet het steeds verlengen.
×
Een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd
3 Je mag stemmen voor de Tweede Kamer.
De Nederlandse nationaliteit
×
4 Je kunt het aanvragen bij de gemeente.
×
5 Het kost geld.
×
×
6 Je krijgt het alleen als je niveau A2 hebt.
Oefening 12 1 inburgeringsplichtig 2 A2 3 bepaalde 4 het land 5 duo
19 van 34
×
×
×
×
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefening 13 2 Hij is voor het eerst bij de vreemdelingenpolitie geweest. 1 Hij heeft in Turkije een examen Nederlands gedaan. 4 Hij heeft in Nederland inburgeringsexamen gedaan. 5 Hij heeft een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd gekregen. 3 Hij heeft een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd gekregen.
Oefening 14 1 waar 2 niet waar 3 waar
4 waar 5 waar 6 niet waar
7 waar 8 niet waar
3 e 4 c
5 d
Oefening 15 1 b 2 a
Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS 1 a 2 b 3 b 4 b
5 c 6 b 7 a 8 c
9 a 10 c
Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2 Lezen 1 c 2 b 3 b 4 b
Schrijven 1 c 2 Achter ‘merk’: ‘Westpack’. Achter ‘verzekerd’: ‘nee’. Bij ‘bijzonderheden : ‘Er staat een grote gele ster op’. Achter ‘op of aan het lichaam gedragen’: ‘nee’. Achter ‘waarde of schadebedrag’: € 70,-.’Type’ en ‘verzekeringsmaatschappij’ zijn niet ingevuld. Of bij ‘type’ iets als: ‘niet bekend’. 3 In het vakje ‘omschrijving voorval’: ‘Ik zat in de trein te lezen. De rugzak stond op de vloer achter mijn stoel. Het was druk in de trein. Ik wilde uitstappen bij het station in Gouda. Toen merkte ik dat mijn rugzak weg was. Ik heb niet gezien wie mijn rugzak heeft meegenomen’. Laat het formulier controleren door een docent.
20 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Luisteren 1 a 2 a 3 b 4 b
21 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
6 Opvoeding en onderwijs in Nederland Oefeningen uit het hoofdstuk Oefening 1 1 twee of drie jaar 2 Op een peuterspeelzaalof een kinderdagverblijf zijn. 3 Ze gaan daar naartoe om te spelen en nieuwe dingen te leren. 4 Een feestmuts. Er is een kind jarig.
Oefening 4 1 de gynaecoloog 2 de kraamhulp 3 de verloskundige
4 het consultatiebureau 5 de oppas
Oefening 5 1 niet waar 2 niet waar
3 waar 4 waar
5 waar 6 niet waar
4 b 5 a 6 g
7 h 8 f
3 waar 4 waar
5 niet waar 6 waar
3 niet waar 4 niet waar
5 waar
3 liedjes 4 voorschool
5 ontwikkeling
3 schoolgids 4 ouderavond
5 schoolreisje 6 rekenen
Oefening 6 1 d 2 c 3 e
Oefening 7 1 niet waar 2 niet waar
Oefening 8 1 waar 2 waar
Oefening 9 1 gymnastiek 2 knutselen
Oefening 10 1 overblijven 2 rapport
22 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefening 11 1 kinderdagverblijf 2 voorschool
3 groep 1 4 speciaal
5 voortgezet
3 niet waar 4 waar
5 waar
Oefening 12 1 niet waar 2 niet waar
Oefening 13
veel spelen en knutselen
Peuterspeelzaal en voorschool
Basisschool groep 1 en 2
x
x
Basisschool groep 3 tot en met 8
Voortgezet onderwijs
x
x
leren lezen, schrijven en rekenen Frans en Duits leren
x
gratis boeken
x
x
x
de brugklas
x
ouderavonden
x
x
x
Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS 1 a 2 c 3 a
4 b 5 c 6 b
23 van 34
7 a 8 a
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2 Lezen 1 b 2 a 3 b 4 a
Schrijven ‘Ik wil de computerhulp wel doen, maar ik kan niet op 22 februari’. (Of iets wat daarop lijkt.) Laat je zin controleren door een docent. Luisteren 1 b 2 a 3 c 4 a
24 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
7 Werken in Nederland Oefeningen uit het hoofdstuk Oefening 1 1 Galo kijkt naar vacatures. 2 Hij zoekt werk. 4 Misschien informatie vragen, zijn cv opsturen en een sollicitatiebrief schrijven.
Oefening 3 1 g 2 f 3 h 4 c
5 e 6 d 7 i 8 j
9 a 10 b
Oefening 4 1 de groene sector 2 de beveiliging 3 de horeca 4 de techniek
5 de bouw 6 de zorg 7 de handel
Oefening 6 1 ervaring 2 ongeschoold 3 re-integratiebedrijf
4 waarderen 5 beroepsopleiding
Oefening 9 1 bijstand 2 uitzendbureau 3 ww
4 werkcoach 5 arbeidsongeschikt 6 werkzoekende
Oefening 10 1 waar 2 waar
3 waar 4 niet waar
5 niet waar 6 waar
3 d 4 a
5 e
Oefening 11 1 b 2 c
25 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefening 12 4 Je gaat naar het sollicitatiegesprek. 5 Je hoort dat je de baan krijgt. 2 Je zoekt informatie over een bedrijf uit een vacature. 1 Je zoekt vacatures. 3 Je stuurt of mailt je cv, met een sollicitatieformulier of een sollicitatiebrief. 6 Je tekent het contract. 7 Je begint met de baan.
Oefening 13 1 waar 2 waar
3 waar 4 niet waar
5 waar 6 waar
3 niet waar 4 waar
5 waar
Oefening 14 1 niet waar 2 waar
Oefening 15 1 proeftijd 2 minimumloon 3 functie
4 arbeidsvoorwaarden 5 cao
Oefening 16 1 recht 2 netto 3 fnv
4 belasting 5 tijdelijk 6 vakbond
7 jaaropgave
Oefening 17 1 b 2 a 3 c 4 d
Oefening 18 1 Hij kan de brief laten lezen door iemand die goed Nederlands spreekt. 2 Hij maakt meer kans op de baan als hij wel een hand geeft. Als hij het echt niet wil, moet hij duidelijk iets zeggen als: ‘Sorry, ik ben moslim en geef liever geen hand aan een vrouw.’ 3 Hij gaat extra vroeg weg en gaat op de fiets, neemt de auto, enzovoort. 4 Hij kan uitleggen waarom hij niet eet. Hij kan bij het Suikerfeest iets lekkers meenemen naar zijn werk. 5 Hij wacht af tot zijn chef niet meer bezig is. Als zijn chef bezig blijft, vraag hij: ‘Sorry, ik heb een vraag, wanneer hebt u even tijd?’ 6 Hij gaat een keer rustig met die collega praten. Als het niet helpt, gaat hij naar zijn chef.
26 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS 1 c 2 b 3 a 4 b
5 c 6 c 7 c 8 a
9 c 10 b
Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2 Lezen 1 b 2 c
3 b 4 c
Schrijven 1 b 2 c 3 Laat het formulier controleren door een docent. 4 Laat het formulier controleren door een docent.
Luisteren 1 a 2 a, c, e, g
27 van 34
5 a
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
8 Samenleven in Nederland Oefeningen uit het hoofdstuk Oefening 1 1 Ze lopen op straat. 2 Zomer, ze dragen zomerkleren. 3 Ze geeft Galo een zoen.
Oefening 3 1 waar 2 niet waar
3 waar 4 waar
5 waar
3 niet waar 4 waar
5 waar
5 ja 6 nee 7 ja 8 nee
9 ja 10 ja
3 waar 4 niet waar
5 waar
5 nee 6 ja 7 nee 8 nee
9 ja 10 ja
Oefening 4 1 niet waar 2 waar
Oefening 5 1 nee 2 nee 3 ja 4 ja
Oefening 6 1 ja 2 ja 3 nee 4 ja
Oefening 7 1 niet waar 2 niet waar
Oefening 8 1 nee 2 nee 3 nee 4 ja
28 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS 1 b 2 a 3 a
4 b 5 c 6 c
7 a 8 a
Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2 Lezen 1 a 2 c 3 b 4 b
Schrijven Alle vier de vragen zijn beantwoord in complete zinnen.
Luisteren 1 c 2 jou – droom – waar – zeggen – gaan – blijf bij mij
29 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
9 De geschiedenis van Nederland Oefeningen uit het hoofdstuk Oefening 1 1 In Madurodam in Den Haag. 2 Kleine huizen langs het water en mensen. 3 In oude steden, bijvoorbeeld in Amsterdam en Utrecht. 4 Ze zijn tussen 1700 en 1800 gebouwd.
Oefening 3 1 a 2 b 3 a 4 a
Oefening 4 1 bezet 2 ontstaan
3 middeleeuwen 4 afval
5 kastelen
4 waar 5 waar 6 waar
7 waar 8 waar
3 kunst 4 specerijen
5 gracht 6 handel
3 niet waar 4 waar
5 waar 6 niet waar
3 1871 4 1900
5 1919 6 1930
4 een ster 5 onderduiken 6 Anne Frank
7 op 5 mei 1945 8 op 4 mei
Oefening 5 1 niet waar 2 niet waar 3 waar
Oefening 6 1 koloniën 2 slaven
Oefening 7 1 waar 2 niet waar
Oefening 8 1 1815 2 1830
Oefening 9 1 de NSB 2 Rotterdam 3 in Engeland
30 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefening 10 1 1600 2 1949 3 1953
4 1970 5 1975 6 2002
7 2007
3 a 4 c
5 d 6 e
Oefening 11 1 f 2 b
Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS 1 b 2 a 3 b
4 a 5 b 6 c
7 b 8 c
Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2 Lezen 1 c 2 a 3 b 4 c
Schrijven Alle velden zijn ingevuld. Bij de opmerking mogen kernwoorden geschreven zijn, zoals ‘mooi en interessant museum’.
Luisteren 1 b 2 b 3 c 4 a
31 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
10 Politiek in Nederland Oefeningen uit het hoofdstuk Oefening 1 1 Ze is aan het stemmen. Er zijn verkiezingen. 2 Ze doet dat op een stemcomputer.
Oefening 3 1 niet waar 2 waar 3 niet waar
Oefening 4 1 niet waar 2 waar 3 niet waar 4 niet waar
Oefening 5 1 regering 2 kabinet 3 financiën 4 prinsjesdag 5 parlement 6 openbaar
Oefening 6 De koning
De ministers
De Tweede Kamer
1 Ze werken in Den Haag.
×
×
×
2 Ze zijn de regering van het land.
×
×
3 Ze controleren het werk van de ministers.
×
4 Ze kunnen een voorstel voor een wet maken.
×
5 Het zijn er 150.
×
6 Het zijn er 10 tot 15.
×
7 Iedereen mag bij hun vergaderingen zijn. 8 Hij heeft weinig macht.
×
× ×
32 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefening 7 1 d 2 c
3 b 4 a
5 e
3 staatssecretaris 4 commissaris
5 koning
5 conservatief 6 rechts 7 christelijk 8 conservatief
9 links 10 niet christelijk 11 progressief
3 d 4 b
5 f 6 e
3 oppositie 4 regeerakkoord
5 uitslag
3 150 4 18
5 1
3 waar 4 waar
5 waar 6 waar
3 e 4 a
5 c
3 staking 4 artikelen
5 handtekeningen
Oefening 8 1 minister-president 2 burgemeester
Oefening 9 1 links 2 progressief 3 rechts 4 links
Oefening 10 1 a 2 c
Oefening 11 1 referendum 2 zetel
Oefening 12 1 4 2 5
Oefening 13 1 niet waar 2 niet waar
Oefening 14 1 b 2 d
Oefening 15 1 protesteren 2 demonstratie
33 van 34
Sleutels bij de oefeningen uit Welkom in Nederland
Oefeningen voor het inburgeringsexamen KNS 1 a 2 a 3 c
4 b 5 b 6 c
7 a 8 b
Oefeningen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven en luisteren A2 Lezen 1 a 2 c 3 c 4 b
Schrijven Alles is ingevuld met hele zinnen. Laat je zinnen controleren door een docent. Luisteren 1 c 2 b 3 b 4 c
34 van 34