Sfo agrifirm
Wm
J
exlan
W M U i N b J K PRVÖLAN Doe. nr.:
Ingek.:
-
2 OKT 2014
vestiging Veghel Poort van Veghel 4949 Postbus 200
Afdeling. Gedeputeerde Staten van Fryslan Afdeling Landelijk Gebied Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden
E
[email protected] I www.exlan.nl
' Class. nr.: 1
Agrifirm Exlan BV T 088 488 29 29
Beh. door: | Afd. Hoofd
AWB.. wektn
voor kennisg. aangenomen/tsl. afgedaan
5460 BC Veghel
F 088 488 2102 vestiging Meppel Noordeinde 3IA Postbus 1033 7940 KA Meppel
uw kenmerk
doorkiesnummer
behandeld door
01135652
088-4882929
Maarten Kerkhoven
ons kenmerk
faxnummer
e-mail
EN.14.1043. br6
088-4882910
[email protected]
F 088 488 29 10 Ouotumbank.nl T 088 488 29 30 E info@quotumbank. I www.quotumbank.
Betreft: Aanvullingen Natuurbeschermingswetvergunningaanvraag Luxemburg 7A te Hoornsterzwaag. Meppel, 1 oktober 2014 Geachte heer, mevrouw, Op 6 maart 2014 hebben wij namens Maatschap de Haan een Natuurbeschermingswet vergunning ingediend op basis van het oude beleidskader. Op 14 mei 2014 ontvingen wij van u een brief waarin u vraagt om aanvullende gegevens. Bijgaande treft u de aanvullingen in vijfvoud aan. Ik verzoek u mij, naast cliënt, op de hoogte te houden van de verdere procedure. Hoogachtend, Aqrifirm/E$an
Ing. M.J. Kerkhoven
KvK 17.12.20.16 BTW NL 8086.78.772. IBAN NL 54 RABO 0192313320 Agrifirm Exlan BV is onderdeel van de Koninklijke Agrifirm Group.
Op al onze overeenkomsten en diensten zijn onze Algemene leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze zijn gedeponeerd bij de KvK. onder nr. 17.12.20.16 en worden op verzoek toegezonden. Tevens worden ze vermeld op onze website www.exlan.nl
BIC RABONL2U
AANVULLINGEN AANVRAAG OM NB-WETVERGUNNING LUXEMBURG 7A - HOORNSTERZWAAG
Provincie Fryslan - 2 OKT 2014 bijlage bij nummer
Ir. E. Wind Oktober 2014
Maatschap P, A. en R. de Haan - Luxemburg 7A - Hoornsterzwaag
magriiïiï
Bijlagen bij de aanvraag Natuurbeschermingswet Aanvrager: Maatschap P, A. en R. de Haan Luxemburg 7A 8412 CG Hoornsterzwaag Onderstaande bijlagen dienen ter ondersteuning aan de aanvraag om Natuurbeschermingswetvergunning.
BIJLAGE 1: ALGEMEEN;TOELICHTING OP DE ACTIVITEIT; BIJLAGE 2: TOELICHTING BIJ DE BEDRIJFSGEBOUWEN; BIJLAGE 3: KAART LIGGING BEDRIJF T.O.V. NATURA 2000-GEBIEDEN; BIJLAGE 4: KAARTEN MET TOETSPUNTEN OP DE NATURA 2000-GEBIEDEN; BIJLAGE 5: TOELICHTING VERGUNDE SITUATIE, LUXEMBURG 7A; BIJLAGE 6: SALDERING AUKE HARTSTRAWEG 3; BIJLAGE 7: SALDERING FREDERIKSWIJK 6; BIJLAGE 8: AMMONIAK DEPOSITIEBEREKENING VERGUNDE SITUATIE; BIJLAGE 9: TOELICHTING AMMONIAK DEPOSITIEBEREKENING VOORGENOMEN OMVANG; BIJLAGE 10: AMMONIAK DEPOSITIEBEREKENING VOORGENOMEN OMVANG; BIJLAGE 11: MAIL MET AANVRAAG COÖRDINATEN; BIJLAGE 12: BEWEIDINGSPLAN BIJLAGE 13: KOOPOVEREENKOMSTEN. BIJLAGE 14: MACHTIGING.
Losse bijlagen:
HINDERWET VERGUNNING, LUXEMBURG 7,20 FEBRUARI 1975; BESLUIT MESTBASSINS HINDERWET, LUXEMBURG 7, MEI 1988; BESLUIT MELKRUNDVEEHOUDERIJEN MILIEUBEHEER, LUXEMBURG 7, 16 NOVEMBER 1998; MELDING BESLUIT LANDBOUW, LUXEMBURG 7, 29 JUNI 2007; HINDERWETVERGUNNING, AUKE HARTSTRAWEG 3,14 JANUARI 1980; MILIEUVERGUNNING, FREDERIKSWIJK 6,16 FEBRUARI 1996; MILIEUVERGUNNING, FREDERIKSWIJK 6,17 SEPTEMBER 1998; MILIEUVERGUNNING, FREDERIKSWIJK 6, 31 MEI 2001; INRICHTINGSTEKENING NIEUWE SITUATIE.
Aanvraan nm natuurhfiRnhprminnswfitvffrniinninn - I iiyfimhiirn 7A — Hnnrnstf=r7waan
1
Algemeen Toelichting op de activiteit
Op het perceel is een melkveehouderijbedrijf gevestigd. In totaal omvat deze aanvraag het houden van 140 melkkoeien en 80 stuks jongvee. In deze bijlagen wordt een aanvraag om Natuurbeschermingswetvergunning nader toegelicht. De aanvraag om de legaliteit en daarmee de continuïteit van het bedrijf te waarborgen is op 6 maart 2014 ingediend. Op 19 mei 2014 hebben wij een brief ontvangen waarin u om aanvullingen vraagt. Door het intrekken van het provinciaal beleid van de provincie Friesland is het noodzakelijk om de aanvraag te wijziggen. De aanvullingen zijn in deze aanvraag meegenomen. Volgens artikel 19 van de Natuurbeschermingwet mag er geen toename van ammoniakdepositie op verzuring gevoelige habitats in Natura2000-gebieden zijn ten opzichte van de vergunde situatie op de aanwijzingsdatum als Vogel- of Habitatrichtlijngebied van het betreffende gebied.
Natura 2000-gebieden De locatie Luxemburg 7A te Hoornsterzwaag ligt op een afstand van 6.1 km van het Natura2000 gebied van Wijnjeterper Schar. Binnen dit Natura2000 gebied moet er getoetst worden op habitat H4030. Het coördinaat van dit habitat is door de provincie per mail aangeleverd (bijgevoegd als bijlage). Daarnaast heeft de provincie Friesland aangegeven dat er op de rand getoetst moet worden op de gebieden Drents Friese Wold (op 8.3 km en Van Oordts Mersken op 6.0 km). In de provincie Friesland zijn de Natura habitatrichtlijngebied op de volgende data: • • •
Drents Friese Wold & Keggekderveld Van Oordts Mersken Wijnjeterper Schar (WS)
2000-gebieden
aangewezen
als
vogel-
of
24 maart 2000 24 maart 2000 07 december 2004
Vergunde situatie Ten opzichte van de vergunde situatie op deze datum mag er geen significante toename van ammoniakdepositie zijn. Voor het bedrijf zijn de volgende vergunningen verleend: • • • •
20 februari 1975 Hinderwetvergunning; Mei 1988 Besluit Mestbassins Hinderwet; 16 november 1998 Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer 29 juni 2007 Melding besluit landbouwmilieubeheer
Op 20 december 1975 is er een Hinderwetvergunning verleend voor de locatie Luxemburg 7a. In de vergunning van 1975 worden geen dierenaantallen benoemd. In het archief is een koopovereenkomst van 29 juni 1975 aangetroffen die overeenkomt met het aantal dierenhokken op de tekening. Aan de hand van deze informatie is bepaald dat er 90 melkkoeien en 22 stuks jongvee aanwezig zijn. Een kopie van deze vergunning, koopovereenkomst en tekening treft u in de bijlagen aan. In mei 1988 is een melding Besluit mestbassins Hinderwet gemeld en op 16 november 1998 is een melding gedaan in het kader van Besluit melkrundveehouderijen. Beide meldingen hebben geen wijzigingen van het aantal dieren tot gevolg en worden niet meegenomen in de berekeningen. Op 29 juni 2007 is er een melding gedaan voor het houden van 86 melkkoeien en 50 stuks jongvee. Dit is tevens de vigerende situatie.
Aanvraan nm natiiiirhfiRchfirminnRW<=h/f=rnnnninn - I iiYP>mhurn 7A— Hnnrn?;t'Rr7waan
Mitigerende maatregelen Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 juni 2011 in zaak nr. 200908730/1/R2 blijkt dat het intrekken van een milieuvergunning van een agrarisch bedrijf of het indienen van een melding met minder dieren ten behoeve van een ander agrarisch bedrijf, indien sprake is van een directe samenhang, onder omstandigheden als een mitigerende maatregel kan worden aangemerkt. Als mitigerende maatregel heeft Maatschap P, A. en R. de Haan van de heer K. Nieuwland, A. Hartstraweg 3, 8411 WH te Jubbega 338,6 kg ammoniak aangekocht. In bijlage 6 is de vergunde situatie en voorgenomen situatie van de heer K. Nieuwland uitgewerkt. In bijlage 8 is de depositie vergunde situatie berekening opgenomen. Als mitigerende maatregel heeft Maatschap P, A. en R. de Haan van de heer J. Nieuwland, Frederikswijk 6, 84211 ZK te Jubbega 489,0 kg ammoniak aangekocht. In bijlagen 8 is de vergunde situatie van de heer J. Nieuwland uitgewerkt. In bijlage 9 is de depositie vergunde situatie berekening opgenomen. Na het onherroepelijk worden van de gevraagde Natuurbeschermingswetvergunning zal de gedeeltelijke intrekking van de vergunningen gelijk aan de verplaatste kg ammoniak worden gedaan voor de locatie , A. Hartstraweg 3 te Jubbega en Frederikswijk 6, te Jubbega (bij de gemeente). Om te borgen dat de ammoniakemissie daadwerkelijk wordt verminderd of beëindigd op de locaties waarmee extern gesaldeerd wordt, dient in de gevraagde Natuurbeschermingswetvergunning de bepaling te worden opgenomen dat de Natuurbeschermingswetvergunning pas in werking treedt nadat de melding waaruit de vermindering van de emissie van de locatie A. Hartstraweg 3 te Jubbega en Frederikswijk 6, te Jubbega blijkt, zijn ingediend Daarbij dient te bepaald dat afschriften van deze meldingen worden overlegd aan Gedeputeerde Staten van de Provincie Friesland. Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van state d.d. 14 augustus 2013 in zaak nr. 201205373/1/R2 (rechtsoverweging 4.6) blijkt dat op die wijze voldoende samenhang tussen de gevraagde uitbreiding en de beëindiging of vermindering van de saldo leverende veehouderijen ontstaat om te kunnen spreken van een mitigerende maatregel. De depositie van de voorgenomen omvang van beide locaties is bepaald in bijlage 10. In tabel 1 zijn de rekenresultaten opgenomen.
WS H4030
Depositie vergunde situatie 0,62
Depositie Voorgenomen omvang 0,62
DFWL Rand
0,21
0,20
VOM Rand
0,51
0,45
Tabel 1 Overzicht depositie
Aanvraan nm natiiiirhfisnhftrminriRWPtvprriiinninn - I iiYRmhiirn 7A — Hnnrnstp.rzwaan
UKK/V\zjö|bujuu|-| — VZ ujnqLUtfxn | - uu|uunujöA4c)/v\buujUJJöL|'Jbc)qjiiii4fc:u oiu UBKJAUKV
J0}0Ui
UBA
aiBooLjMnoqa6 ©piappiwaB uaa 110 J0}8IU
g' [,
g'|, UBA 0}6ooi)}und0!SS!IU8 uaa UBA uapjOM UBB6a6}|n
6ew ua||B}s apjaa|i}U0A06 ^fnjnniBu fig J0}0iu g'o UBA j0}0WBip 0p|0ppiui06 U00 U0 s/iu o' l
UBA pi0i||0US0p0JU!n U00 }0LU pu0>)0ja6 J0 si U0p0j 0|p oio
'PJ00|!}U8A86
ueMnoqeBsjfupeq ep UBA
>if!|jnn}BU jpjOM |B}S 0Q :|BJS
BujAfuijoswo
8!ieoo| 6u!}ip!|80_L
Bedrijf t.o.v. Natura 2000 Ligging Natura 2000-gebieden
Aanvraan nm natimrhpsnhfirminnswptvpmiinninn - I iiYRmhurn 7A- HnnrnRtfir7waan
4
Toetspunten Natura 2000-gebieden
Wijnjeterper Schar
kLil wSKÊÊÊË WÊm
p>
y 's l j
s. •
—
;
J
•:
w
r
t
Wljnfeterper Schar
'•§
' È3ttó~? .TT
IJL
4
i-
1
•*' i
A_ Binnen dit Natura2000 gebied is het habitat H4030 getoetst op ammoniakdepositie. Dit habitat is met bijbehorend coördinaat aangeleverd door de provincie Friesland. Deze mail is als bijlage bij de aanvraag gevoegd.
Aanvraan nm nafniirhpsrhprminnRWfitvfirniinninn - I iiYfimhnrn 7A— Hnnmstpr7waan
Van Oordts Merskeri
Aanvraan nm natin irhfisnhfirminnRWfitvfirni irininn - I nyfimhiirn 7A — Hnnrnstfiivwaan
Drents Friese Wold & Keggekderveld Appétedia
Hijkersmik Zorgvfied
DrofilÉ^rèese Wold & Leggelderveld
/ ' • f^so'.oordjöj i CTBaiBg m • satdS ?
*. ;;• w.*
OJCI
IT-
PpJdersu?r.
Drents-Friese Wold & Leggelderveid
Vedderveen
Geeuwenbrug
SS?' Vloddor
WmÈ\
Veé?nhuï7en Wapse
Die-ver
Aanvraan nm natiiiirhftsr.hfirminnswptvprniinninn - I iivemhnrn 7A— Hnnrnst(=r7wa?in
UKeMZJöJb'UJUUI-l — VZ. UJIiqLUöXII I " UU jUUl lUJöA^MSUUjUJJöqUbaqjl II IjfeJU LUU UKKJAUKV
P6AOA86AO} 6BBJAUBB
ap UBE 06e|fiq assoi s|e s] SZBQ Bui^^JQOSEQ ap LUJO^UOO SI U9||e}ueej9ip ep UBA BuyapjaA 0Q
•
Ijeef/ajepan/iouu u| }>|njpa6}!n s| emsodap aa
•
!u0}ipizj0AO apueeisuaAoq
}ai| u| ua||B}UBB ap WJOJUOO ËHN
6>) u|
wrupaBiin saissjiua ap uiïz
Buiua^ajaqaijisodap
ap u|
•
!uaMnoqa6
ap JOOA sj0}0iuBJBd apjaaiuBqaB ap do U9A9686 6ui}ip!|30} ajapBu uaa sj z ©BBiHq U| !|u uauuBida^niajuuinj /vwvw ©jisqaM ap B(A p|BEdaq uiïz ua/v\noqa6 0p UBA uajBuipjooo sa
•
•
:sja}3LUBJBd apj30A36ui ap fiq Buuippoi IBBÏOL
0'ZKH
OS
9'6
98
U3pi0M0q :U3UJ3}sAssBu!lS3ASmM 36ü3A0 :U3I30>1>||3|/\|
e v|
>
6'e
O'Zl-8
O O
0 '56 U
JEB[ z 10} 03A6uof >jf!|3MnoJA
WÊÊÊÊÊ IBBÏOL
apoo
U3J3jp ja!P
£HN
/EHN
ABY IUJOJUOO
lejuev
BujAfuipsiuo
ABy
LOOZ
UBA jaaLjaqnamuj /v\noqpuE"i }|n|sag iaq IUJOJUOO aABBjaaM uaa Sj }ipizjaAO apuEB)Sjapuo
junf 62
|BBJ01
8'0fr6 8'98
ZZ
6'C
0SS8
S'6
06
JEBF Z 10} 33A6UO[ >|f!|3MNOJA
ev
uap]3Maq :u3wa}sAss6u!}saAsmn a6u3AO :u3|30>|>||3i/\|
U OOl-'U V
MÉUi
U3J3JP
|BB}0} J9!P /eHN
£HN
jaqo}>|o pi p p
'SZ6U MBnjqaj. qz
apoo ABy
|B)UBV
IUJOJUOO BujAfuqosiuo
ABy
'96616u|p|auj ap LUJO^UOO jaaM uajaip |B)UBB apun6j3A ap yaa6 IQOIZJAAO puBBjsjspuo
p p BuiuunBjsA 0p
UBA AIIPJZDO uaj jam pjapuEJSA uajaip |B}UEE }3h jaaqaqnaiiiui LUJO^UOO puaipa6u! 6u|p|auj uaa S| 8661- JAQOPJO p\, DO
'uafuapnoqaaApunj>j|a|Ai linisag iaq
8'0fr6
8 '98
6'S
23
0'998
9'6
06
JBB[ z
|BBJ01 ï°l aaAÖuof >|iï|aMnoj/\
ev
U3pi3M3q :U3LU3}sAss6U!}S3AS!ni) 36U8A0 :uai30>)>j|3|Al
t'OOt't v
••1 |BBJO} £HN
3pOD
U3J3jP J3!P
/EHN
|B)UBV
ABy IUJOJUOO BUIAfUljOSLUO
ABy
BumunBjaA }aMs6uiujjaqosaqjnrnBN wo BBBJAUBB ap JOOA pua|Bdaq 5Z61- uBruqaj oz 'P P UEA 6umun6j3A aa '5Z6 U MBruqaj 02 do puaapaA s] a}uaaiua6 ap joop aip 6uiuun6jaA}a/vuapu!H ap a6|OAa6ui Bui^iqosaq 0p UBA 6|}SUJO^B uiïz su0A06a6 apuBBiSJapuo s!
VZ 6jnqLU0xn"i euenjjs apun6j8A
6u|U0>|8J0q0!i!Sod0p 6u!}ip!|0oj_
Toelichting depositieberekening Saldering Auke Hartstraweg 3 In de onderstaande tabel is vermeldt wat de vergunde aantal dieren is conform de Hinderwetvergunning d.d. 14januari 1980. Aantal dieren
NH3/ dier
NH3 totaal
A 1.100.1 Melkkoeien; overige huisvestingssystemen; beweiden
34
9,5
323,0
A3
14
3,9
Rav code
Omschrijving conform Rav
Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar
54,6 377,6 1
Totaal De heer K. Nieuweland, Auke Hartstraweg 3 te Jubbega verkoopt 338,6 kg ammoniak aan Maatschap P, A. en R. de Haan. Rav code
Omschrijving conform Rav
A 1.100.1 Melkkoeien; overige huisvestingssystemen; beweiden Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar A3
Aantal dieren
NH3/ dier
NH3 totaal
34
9,5
323,0
4
3,9
15,6 338,6
Totaal In de onderstaande tabel is de voorgenomen omvang vermeld van de heer K. Nieuweland. Rav code
Omschrijving conform Rav
A3
Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar
Aantal dieren
NH3/ dier
NH3 totaal
10
3,9
39,0
Totaal
39,0
Toelichting bij de ingevoerde parameters: • • • • •
De coördinaten van de gebouwen zijn bepaald via de website www.ruimtelijkeplannen.nl; In bijlage 2 is een nadere toelichting gegeven op de gehanteerde parameters voor de gebouwen; In de depositieberekening zijn de emissies uitgedrukt in kg NH3 conform de aantallen in het bovenstaande overzichten; De depositie is uitgedrukt in mol/hectare/jaar; De verdeling van de dieraantallen is conform de beschikking. Deze is als losse bijlage aan de aanvraag toegevoegd.
Aanvraari nm natinirheRnhprminnswph/firriiinninn - I iiYemhtirn 7A— Hnnrnstfiivwaan
7
Toelichting depositieberekening Saldering Frederikswijk 6
Van 1979 tot 1983 werd er melkvee op de locatie gehouden. Daarna zijn de koeien vervangen door fokvarkens. Onbekend wanneer dit gebeurd is. In 1991 is een Hinderwet vergunning aanvraag gedaan die vervolgens in 1996 verleend is. Conform de vergunning van 16 februari 1996 waren de volgende dieren in 1986 aanwezig: 1986 Rav code
Aantal dieren
Omschrijving conform Rav
NH3/ dier
NH3 totaal
D 1.2.100
Kraamzeugen; overige huisvestingssystemen
13
8,3
107,9
D 1.3.100
Guste en dragende zeugen; overige huisvestingssystemen, groepshuisvesting Gespeende biggen; overige huisvestingssystemen; hokoppervlak maximaal 0,35 m2 Opfokzeugen
39
4,2
163,8
187
0,6
112,2
6
3,5
21,0
D 1.1.100.1 D 3.100.2 D 2.100 D 3.100.1
Dekberen; overige huisvestingssystemen Vleesvarkens, opfokberen en -zeugen; overige huisvestingssystemen; hokoppervlak maximaal 0,8 m2 Totaal
2
5,5
11,0
205
2,5
512,5 I
928,4
In de onderstaande tabel is de vergunde situatie conform de milieuvergunning van 16 februari 1996. 16 februari 1996 Omschrijving conform Rav Rav code
Aantal dieren
NHs/dier
NH3 totaal
D 1.2.100
Kraamzeugen; overige huisvestingssystemen
20
8,3
166,0
D 1.3.100
Guste en dragende zeugen; overige huisvestingssystemen, groepshuisvesting Gespeende biggen; overige huisvestingssystemen; hokoppervlak groter dan 0,35 m2 Vleesvarkens, opfokberen en -zeugen; overige huisvestingssystemen; hokoppervlak groter dan 0,8 m2 Totaal
60
4,2
252,0
264
0,75
198,0
106
3,5
371,0
D 1.1.100.2
D 3.100.2
Aanvraan nm natiJurhesr.hfirminnRWRtvp.rniinninn - I iixemhiirn 7A — Hnnrnsterzwaan
987,0
Op 17 september 1998 is de onderstaande vergunning verleend. Echter uit de beschikking van d.d. 31 mei 2001 blijkt dat deze vergunning op 3 november 1998 is ingetrokken. Om deze reden is besloten om de vergunning van d.d. 17 september 1998 niet te beoordelen voorde aanvraag om Natuurbeschermingswetvergunning. 17 september 1998 Omschrijving conform Rav Rav code
D 1.2.100
Kraamzeugen; overige huisvestingssystemen
D 1.3.100
Guste en dragende zeugen; overige huisvestingssystemen, groepshuisvesting Gespeende biggen; overige huisvestingssystemen; hokoppervlak groter dan 0,35 m2 Dekberen; overige huisvestingssystemen
D 1.1.100.2
D 2.100 D 3.100.1
Vleesvarkens, opfokberen en -zeugen; overige huisvestingssystemen; hokoppervlak maximaal 0,8 m2 Totaal
Aantal dieren
NH3/ dier
NH3 totaal
52
8,3
431,6
154
4,2
646,8
780
0,75
585,0
2
5,5
11,0
20
2,5
50,0
1724,4
In de beschikking van 31 mei 2001 staat aangegeven dat 274 kg ammoniak wordt ingetrokken ten behoeve van de heer Van Veldhuizen te Hoornsterzwaag. De 274 kg ammoniak is afkomstig van 180 biggen, 20 mestvarkens en 2 beren. In deze vergunning staat echter een fout vermeld. De intrekking van deze dieren zijn gedaan op basis van de vergunning met d.d. 17 september 1998. Echter deze vergunning is op 3 november 1998 ingetrokken. De 274 kg ammoniak had moeten worden ingetrokken van de vergunning met d.d. 16 februari 1996 en niet van d.d. 17 september 1998. In de onderstaande tabel is aangegeven hoeveel kg ammoniak daadwerkelijk op d.d. 31 mei 2001 vergund is. 31 mei 2001 Rav code
Omschrijving conform Rav
Aantal dieren
NH3/ dier
NH3 totaal
120
0,75
90,0
Biggenhok D 1.1.100.2
Gespeende biggen; overige huisvestingssystemen; hokoppervlak groter dan 0,35 m2 Stal 1
D 1.2.100
Kraamzeugen; overige huisvestingssystemen
14
8,3
116,2
D 1.3.100
Guste en dragende zeugen; overige huisvestingssystemen, groepshuisvesting Gespeende biggen; overige huisvestingssystemen; hokoppervlak groter dan 0,35 m2 Stal 2
40
4,2
168,0
13
0,75
9,8
Vleesvarkens, opfokberen en -zeugen; overige huisvestingssystemen; hokoppervlak groter dan 0,8 m2 Totaal
94
3,5
329,0
D 1.1.100.2
D 3.100.2
713,0
Doordat de vergunning van 31 mei 2001 de laagste ammoniakwaarde heeft is deze maatgevend voor de natuurbeschermingswetvergunning aanvraag. In totaal is er van de locatie Frederikswijk 6 713 kg ammoniak te verkopen.
Aanvraan nm natnurhesr.herminnswph/prniinninn - I iiyemhurn 7A — Hnnrn?;tp>r7waan
De heer J. Nieuweland, Frederikswijk 6 te Jubbega verkoopt 489,0 kg ammoniak aan Maatschap P, A. en R. de Haan. Rav code
Omschrijving conform Rav
Aantal dieren
NH3/ dier
NH3 totaal
120
0,75
90,0
Biggenhok D 1.1.100.2
Gespeende biggen; overige huisvestingssystemen; hokoppervlak groter dan 0,35 m2 Stal 1
D 1.2.100
Kraamzeugen; overige huisvestingssystemen
14
8,3
116,2
D 1.3.100
Guste en dragende zeugen; overige huisvestingssystemen, groepshuisvesting Gespeende biggen; overige huisvestingssystemen; hokoppervlak groter dan 0,35 m2 Stal 2
40
4,2
168,0
13
0,75
9,8
Vleesvarkens, opfokberen en -zeugen; overige huisvestingssystemen; hokoppervlak groter dan 0,8 m2 Totaal
30
3,5
105,0
D 1.1.100.2
D 3.100.2
489,0
In de onderstaande tabel is de voorgenomen omvang vermeld van de heer J. Nieuweland. Rav code
NH3 totaal
Omschrijving conform Rav Stal 2
D 3.100.2
Vleesvarkens, opfokberen en -zeugen; overige huisvestingssystemen; hokoppervlak groter dan 0,8 m2 Totaal
64
3,5
Toelichting bij de ingevoerde parameters: • • • • •
De coördinaten van de gebouwen zijn bepaald via de website www.ruimtelijkeplannen.nl; In bijlage 2 is een nadere toelichting gegeven op de gehanteerde parameters voor de gebouwen; In de depositieberekening zijn de emissies uitgedrukt in kg NH3 conform de aantallen in het bovenstaande overzichten; De depositie is uitgedrukt in mol/hectare/jaar; De verdeling van de dieraantallen is conform de beschikking. Deze is als losse bijlage aan de aanvraag toegevoegd
Aanvraan nm natiJurhpschfirminnRWfitvemiinninn - I iiyfimhiirn 7A — Hnnrnst«r7waan
224,0
224,0
Ammoniakdepositieberekening Vergunde situatie Naam van de berekening: Haan VS nieuw Gemaakt op: 21-08-2014 15:45:33 Zwaartepunt X: 204,600 Y: 556,500 Cluster naam: Haan, Hoornsterzwaag Berekende ruwheid: 0,15 m Emissie Punten: Volgnr. BronlD 1 2 3 4 5
Stal A. Hartstraweg 3 Frederikswijk Big Frederikswijk stal 1 Frederikswijk stal 2
Gevoelige locaties: Naam Volgnummer 1 2 3
H4030 DFWL Rand VOM Rand
X-coord.
Y-coord.
205 203 204 204 204
557 555 556 556 556
809 565 581 580 579
Hoogte
181 758 546 565 575
1,5 1,5 5,0 5,0 5,0
X coördinaat
Y coördinaat
206 842 213 051 200 624
563 211 553 089 560 195
Details van Emissie Punt: Stal (5947) Code Type Volgnr. Melkkoeien, beweiden A 1.100.1 1 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar A3 2
Gem.geb. hoogte 1,5 1,5 4,0 4,0 4,0
Diam. 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
Depositie 0,62 0,21 0,51
Aantal
Emissie
Totaal
90 22
9.5 3.9
855 85.8
Emissie
Totaal
9.5 3.9
323 54.6
Details van Emissie Punt: A. Hartstraweg 3 (6456 Aantal Type Volgnr. Code 34 A1.100.1 Melkkoeien, beweiden 1 14 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar A3 2 Details van Emissie Punt: Frederikswijk Big (6785 Type Aantal Emissie Totaal Volgnr. Code 0.75 90 Biggen 120 D 1.1.100.2 1 Details van Emissie Punt: Frederikswijk stal 1 (6786) Aantal Type Volgnr. Code 14 Kraamzeugen D 1.2.100 1 40 Guste en dragende zeugen D 1.3.100 2 13 D 1.1.100.2 Biggen 3 Details van Emissie Punt: Frederikswijk stal 2 (6787) Aantal Emissie Code Type Volgnr. 3.5 94 Vleesvarkens D 3.100.2 1
Emissie
Totaal
8.3 4.2 0.75
116.2 168 9.75
Totaal 329
Aanvraan nm natiiiirhftsr.hprminnRWfih/firnnnninn - I uyfimhiirn 7A — Hnnrnstsivwaan
Uittr. snelheid 1,00 1,00 1,00 4,00 4,00
Emissie 941 378 90 294 329
m(jiüiuiüiwcyiyiuiüiüiaiüiw(^waicj)c7>a5 -iNJNWWf^yiWO^CnSNOOCP^WOQ-* 0 0 - * - * N N ) W W ^ t ü i C n m N S 0 5 C O ^ ^ O u ^ t ^ ^ ^ j u i o ^ w ü i o y i o ^ o y i o ü i o IJ 199600 r ~—
2DD105
v 'l
r
201115
i
i
201620
~~--
,i
--
\_
/
s*
l
( iï\
f
L \ 1
\ 1
\
|1
I
\
206671 207176 207681
\
ft,
\ &'
\ \(
\
\
y
\
\ \
l
V.
,j \
1l
\
l,A
\
)
/
ƒ /
\
\ i,
\
iL_,
\ V1
\ c5 01
k
1,
\
\
\
208186
\V
\\
l
206166
208691 209196
—
J
200610
202125 202630 203135 203640 204145 204651 205156 205661
-J
—
c>
1
'-N? c1 C r.-C 5
c>
{
j is3 si 0) üI • <J K- €
|'
c0 1 cP *1 L_e >—
< (•
Toelichting depositieberekening Voorgenomen omvang Onderstaand overzicht geeft een weergave van de voorgenomen omvang. De gegevens uit onderstaand overzicht zijn ingevoerd in de ammoniak depositieberekening van de voorgenomen omvang (bijlage 8). Omschrijving conform Rav
Rav code
HHH
A 1.100.1 Melkkoeien; overige huisvestingssystemen; beweiden A3
Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar
Aantal dieren
NH3/ dier
140
9,5
80
3,9
Totaal
NH3 totaal
1330,0 312,0 1642,0
Toelichting bij de ingevoerde parameters: • • • •
De coördinaten van de gebouwen zijn bepaald via de website www.ruimtelijkeplannen.nl; In bijlage 2 is een nadere toelichting gegeven op de gehanteerde parameters voor de gebouwen; In de depositieberekening zijn de emissies uitgedrukt in kg NH3 conform de aantallen in het bovenstaande overzichten; De depositie is uitgedrukt in mol/hectare/jaar.
Apnvraan nm natiinrhRsr.herminnRWfitvprniinninn - I iiYfimhiirn 7A — Hnnrn^tf=r7waan
10
Ammoniakdepositieberekening Voorgenomen omvang
Naam van de berekening: Haan Voorgenomen omvang Gemaakt op: 16-09-2014 9:34:42 Zwaartepunt X: 204,600 Y: 556,500 Cluster naam: Haan, Hoornsterzwaag Berekende ruwheid: 0,15 m Emissie Punten: BronlD Volgnr. 1 2 3
Stal A. Hartstraweg 3 Frederikswijk stal 2
Gevoelige locaties: Volgnummer Naam 1 2 3
H4030 DFWL Rand VOM Rand
Details van Emissie Code Volgnr. 1 A 1.100.1 A3 2
X-coord.
Y-coord.
205 809 203 565 204 579
557 181 555 758 556 575
Hoogte 1,5 1,5 5,0
X coördinaat
Y coördinaat
206 842 213 051 200 624
563 211 553 089 560 195
Punt: Stal (5947) Type Melkkoeien, beweiden Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar
Diam. 0,5 0,5 0,5
1,5 1,5 4,0
Depositie 0,62 0,20 0,45
Aantal 140 80
Details van Emissie Punt: A. Hartstraweg 3 (6456 Aantal Volgnr. Code Type 10 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar A3 1 Details van Emissie Punt: Frederikswijk stal 2 (6787) Aantal Emissie Code Type Volgnr. 3.5 64 D 3.100.2 Vleesvarkens 1
Gem. geb. hoogte
Emissie 9.5 3.9
Totaal 1330 312
Emissie 3.9
Totaal 39
Totaal 224
Aanvraan nm nahiiirhftsr.hfirminnswph/ffmnnninn - I iiyemhurn 7A — Hnnrnster7waan
Uittr. snelheid 1,00 1,00 4,00
Emissie 1 642 39 224
UlUltflUIUlüiUIUlUIWWWUlUlWWÜIWUlVi o o - » - i f o M w w - f c 5 w o i < j i N s « e o i e i o o t k U t k t C b t C b t c S u U l O U l O U l O U l O U O
199800 2DD105 200610
f-
201115 201620
y
202125 202630 203135 203640 204145 204651 205156 205661
\
I
"1 \
_s~
\
I
i
RN \
(
ƒ1
\ \
1
\
A
1 1
c>
\
\
ij /
/
t
\
l
j
J
\
1
N \l> > C\
l\
\
\
/f
\
i c5 01
\
\
\
i,
208166
(ifi
-\
\
i r-, \( 1
l
206671 207176 207661
N.
) /
\
206166
208691 209196
i
1
1 c>
c>
n\
- rs ) a!
>
a1
J cD
Jh c1 f 1—c-)
J
c •i 1 c3 e1
LEE
Coördinaten Habitat Na2000
MUH Email toetspunten Natura 2000-gebieden Onderstaande mail dient als basis voor de coördinaten die gebruikt zijn tijdens de ammoniakdepositieberekeningen. Bij mail is gevraagd aan de provincie Friesland wat de gevoelige habitattypen zijn waarop getoetst moet worden vanaf de locatie Luxemburg 7A te Hoornsterzwaag. Per mail is hier op 21 februari 2014 door dhr. Wijnsma, juridisch beleidsmedewerker van de provincie Friesland op gereageerd. Van: Wijnsma, Gerard [mailto:
[email protected]] Verzonden: vrijdag 21 februari 2014 9:48 Aan: Kerkhoven, Maarten Onderwerp: RE: Coördinaten gevoelige habitats Hoornsterzwaag Beste Maarten, Dichtstbijzijnde gebied voor Luxemburg 7 a 3412 CG Hoornsterzwaag is Wijnjeterper Schar. Eventueel op de grens van Drents Friese Wold en Van Oordts Mersken. Wijnjeterper Schar x: 206842 y: 563211 H4030 Droge Heiden.
Mei freonlike groetnis, Gerard Wijnsma Fergunningferiiener Nb-wat Ofdieling Sted en Plaöetan 058 2925803 g.win @frvs:an.ni
pravinsjc fryslin provincie fryslin ^
Tweebaksmarkt 52 (besikersadres) Postbus 20120. 8300 HM Leeuvt-arden vi-rtw.ffvsian.nl
Tim aan ISmlljsj !fca- 'tJo OsüuK azzemai ts prtrfSfen i Oer< aaihs mlllsj vor u B=sw* a=zemafl 6e furosi
Aanvraan nm natinirhpschprminnRWfifvprniinninn - I iiYemhurn 7A — Hnnrnstfiivwaan
12
Beweiding Gegevens t.b.v. weidegang
In onderstaande afbeelding is weergegeven welke percelen beschikbaar zijn voor weidegang.
Aanvraan nm nati n irhfisr.hfirminnsw(=tvf=rni inninn - I uyemhurn 7A — Hnnrnst<=r7waan
13
Koopovereenkomst
A. Hartstraweg 3 Jubbega
Jjpl
agrifirm
KOOPOVEREENKOMST AMMONIAKRECHTEN De partijen: Naam Adres Postcode en plaats Hierna noemen: 'verkoper'
K. Nleuwland A. Hartstraweg 3 8411 WH Jubbega
en Naam
Mts PA & R de Haan
Adres Postcode en plaats
Luxemburg 7A 8412 CC Hoornsterzwaag
Hierna te noemen 'koper', in aanmerking nemende dat: • Beide partijen een onderneming exploiteren met (onder meer) tot doel het houden •
van dieren; Voor het houden van dieren onder meer vereist is het beschikken over voldoende
•
ammoniakrechten; Koper zijn bedrijf wenst uit te breiden en verkoper bereid is zijn bedrijf in te
•
krimpen; Verkoper geeft Agrifirm Exlan volmacht tot intrekking of wijziging van diens vergunning(en) van de hie'na genoemde hoeveelheid ammoniakrechten.
komen overeen: dat verkoper aan koper, die in koop aanneemt, een hoeveelheid ammoniakrechten, groot 338,6 kg, rustend op de locatie A. Hartstraweg 3 te Jubbega, onder de navolgende bepalingen:
Aanvraan nm natnnrhfiRnhfirminnswfitvprnunninri - I nyfimhiirn 7A — Hnnrn?;t<=>r7waan
Het verkochte T. Onder de arnmoniakrechten dient hier te worden verstaan: de publiekrechtelijke toestemmlng(en) tot het houden van dieren, uitgedrukt In de uitstoot van ammoniak vanuit de betreffende inrichting c.q. locatie met de omvang van een aantal kilogrammen per jaar; 2. Eventuele korting van overheidswege op de omvang van het verkochte, die is verbonden aan de overdracht ervan op koper of plaatsvindt na feitelijke levering, is voor rekening en risico van koper; 3. Eventuele korting van overheidswege op de omvang van het verkochte voor het moment van feitelijke levering, die niet verbonden is aan deze levering, is voor rekening en risico van verkoper.
Koopsom, betaling 4. De transactie vindt plaats onder nader te bepalen voorwaarden en condities.
Levering 5. juridische levering van het verkochte vindt plaats op de datum van ondertekening van deze overeenkomst; 6. Feitelijke levering van het verkochte zal geschieden door toekenning van de door koper aangevraagde vergunning waarbij de voormelde arnmoniakrechten zijn betrokken doch niet eerder dan die vergunning onherroepelijk wordt; 7. Partijen verplichten zich jegens elkaar om elk afzonderlijk en zo nodig gezamenlijk al het nodige te doen voor het verkrijgen door koper van de benodigde vcrgunning(en). Bij deze verlener» partijen elkaar hiervoor ook onherroepelijke volmacht; 8. Tevens zullen zij niets doen dat kan leiden tot vertraging in de vergunningverlening of vernietiging van de verleende vergunning(en) of levering anderszins in de weg kan staan; 9. Verkoper verplicht zich tot het overdragen of afstaan van arnmoniakrechten indien en in zoverre dat nodig is voor toekenning ervan aan koper; 10. Verkoper heeft aan zijn leveringsplicht voldaan als de door het bevoegd gezag verleende vergunning(en) onaantastbaar is/zijn geworden; 11. Koper is verplicht het bewijs dat levering heeft plaatsgevonden binnen een week nadat hij het betreffende besluit heeft ontvangen aan verkoper kenbaar te maken;
Aanvraan nm natiinrhRsnhprminnswptvprniinninn - I iiypmhurn 7A — Hnnrn=;ter7waari
Nalatigheid, boete 12. Elk der partijen zal in verzuim zijn waar het de nakoming van de bij de artikelen 5 t/m 111 bepaalde door enkele daad of nalatigheid of door enkel verloop van een gestelde termijn en/of datum, zonder dat enige sommatie, ingebrekestelling en dergelijke nodig is; 13, De in verzuim zijnde partij verbeurt aan de wederpartij een onmiddellijk opeisbare boete van per dag dat de nict-nakoming of niet juist nakoming voortduurt tot een maximum van € onverlet latend diens bevoegdheid om ontbinding van deze overeenkomst en/of schadevergoeding te vorderen;
Kosten 14. De kosten van de aanvraag van de voor koper in verband met de levering benodigde vergunningten) zijn voor koper, inclusief die van eventuele procedures van bezwaar en beroep; 1 5. De kosten die verbonden zijn aan het intrekken of wijzigen van vergunnlng(en), het doen van meldingen en registraties anderszins van het bedrijf van verkoper in verband met de levering aan de koper zijn voor rekening van koper; 16. De kosten van deze overeenkomst, waaronder de correspondentie met partijen zijn voor rekening van koper.
Aldus in drievoud opgemaakt te Meppel op 4 juli 2014
Verkoper:
Koper:
K. Nieuwland
Mts PA & K de Haan
Aanvraan nm nafiiiirhpsr.hprminnRWPtvRrnunninn - I iiYfimhurn 7A — Hnnrnstprzwaan
Frederikswijk Jubbega
±
agrif
KOOPOVEREENKOMST AMMONIAKRECHTEN De partijen: Naam Adres
•Ff. Niouwland :Trederlkswijk 6
Postcode en plaats
: 8411 2K Jubbega
Hierna noemen: 'verkoper' en Naam
Mt:- P.A. & R. de Haan
Adres Postcode en plaats
Luxemburg 7A 8412 CC Hoornsterzwaag
Hierna te noemen 'koper',
in aanmerking nemende dat: •
Beide partijen een onderneming exploiteren met (onder meer) tot doel het houden
•
van dieren; Voor het houden van dieren onder meer vereist is het beschikken over voldoende
•
Koper zijn bedrijf wenst uit te breiden en verkoper bereid is zijn bedrijf in te
•
krimpen; Verkoper geeft Agrifirm E:
ammoniakrechten;
vergunning(en) van de hierna genoemde hoeveelheid ammoniakrechten.
komen overeen: dat verkoper aan koper, die in koop aanneemt, een hoeveelheid ammoniakrechten, groot 489,0 kg, rustend op de locatie Frederikswijk 6 te Jubbega, onder de navolgende bepalingen:
Aanvraan nm natiiiirhPRrhprminnswetvprniinninn - I iiYpmhnrri 7A- Hnnrnstpivwaari
Het verkochte 1. Onder de ammonlakrecbten dient hier te worden verstaan: de publiekrechtelijke toestemming(en) tot het houden van dieren, uitgedrukt In de uitstoot van ammoniak vanuit de betreffende inrichting c.q. locatie met de omvang van een aantal kilogrammen per Jaar; 2. Eventuele korting van overheidswege op de omvang van het verkochte, die is verhonden aan de overdracht ervan op koper of plaatsvindt na feitelijke levering, is voor rekening en risico van koper; 3. Eventuele korting van overheidswege op de omvang van het verkochte voor het moment van feitelijke levering, die niet verbonden is aan deze levering, Is voor rekening en risico van verkoper.
Koopsom, betaling 4. E)e transactie vindt plaats onder nader te bepalen voorwaarden en condities,
Levering 5. Juridische levering van het verkochte vindt plaats op de datum van ondertekening van deze overeenkomst; 6. Feitelijke levering van het verkochte zal geschieden door toekenning van de door koper aangevraagde vergunning waarbij de voormelde ammoniakrecbten zijn betrokken doch niet eerder dan die vergunning onherroepelijk wordt; 7. Partijen verplichten zich jegens elkaar om elk afzonderlijk en zo nodig gezamenlijk al het nodige te doen voor het verkrijgen door koper van de benodigde vergunningten). Bij deze verlenen partijen elkaar hiervoor ook onherroepelijke volmacht; 8. Tevens zullen zij niets doen dat kan lelden tot vertraging in de vergunningverlening of vernietiging van de verleende vergunnlngCen) of levering anderszins in de weg kan staan; 9. Verkoper verplicht zich tot het overdragen of afstaan van ammoniakrechten indien en in zoverre dat nodig is voor toekenning ervan aan koper; 10. Verkoper heeft aan zijn leveringsplicht voldaan als de door het bevoegd gezag verleende vergunning(en) onaantastbaar Is/zijn geworden; 11. Koper is verplicht het bewijs dat levering heeft plaatsgevonden binnen een week nadat hij het betreffende besluit heeft ontvangen aan verkoper kenbaar te maken;
Aanvraan nm natuiirhpsr.hftrminnRWfih/firniinninn - I iiy<=mhnrn 7A — Hnnmstprvwpan
Nalatigheid, boete 12. Elk der partijen zat in verzuim zijn waar het de nakoming van de bij de artikelen 5 t/m 111 bepaalde door enkele daad of nalatigheid of door enkel verloop van een gestelde termijn en/of datum, zonder dat enige sommatie, ingebrekestelling en dergelijke nodig is; )3. De in verzuim zijnde partij verbeurt aan de wederpartij een onmiddellijk opeisbare boete van
per dag dat de niet-nakoming of niet juist nakoming voortduurt
tot een maximum van € , onverlet latend diens bevoegdheid om ontbinding van deze overeenkomst en/of schadevergoeding te vorderen;
Kosten 14. De kosten van de aanvraag van de voor koper in verband met de levering benodigde vergunnlng(en) zijn voor kop;r, inclusief die van eventuele procedures van bezwaar en beroep; 15. De kosten die verbonden zijn aan het intrekken of wijzigen van vergunning(en), het doen van meldingen en regis;raties anderszins van het bedrijf van verkoper in verband met de levering aan tle koper zijn voor rekening van koper; 16. De kosten van deze overeenkomst, waaronder de correspondentie met partijen zijn voor rekening van koper.
Aldus in drievoud opgemaakt te Meppel op 27 augustus 2014
Verkoper:
Koper:
K. rJtSuwland
Mli PA & K. de Haan
Aanvraan nm natiiiirhesnhprmirmswffh/ffrriiinninn - I iiyfimhiirn 7A — Hnnrnfitfir7waan
/
14
Machtiging Mts P,A en R de Haan MACHTIGING
Hierbij machtigt ondergetekende, Maatschap P, A, en R. de Haan de heer E. Wind werkzaam voor Agrifirm Exlan, Postbus 1033, 7940 KA Meppel, om zijn belangen inzake de natuurbeschermingswet op het perceel Luxemburg 7A te Hoornsterzwaag met recht van substitutie in en buiten rechte te behartigen.
Hoornsterzwaag, 21 februari 2014
Handtekening Maatschap P, A. en R. de Haan
Maatschap P, A. en R. de Haan Luxemburg 7A 8412 CG Hoornsterzwaag
Aanvraan nm natuiirhpsnhRrminnswptvfirniinninri - I iiYemhnrn 7A — Honrnstfirzwaan
EF
G
H
K
IJ
I
M
R
PQ
NO
TU
W I XIJZ
v
HINDERWET
verzoek vergunning - tevens beschrijving (artt. 2 en 5) In viervoud (lc t/m 4c ex.) in te dienen!
Niet door aan vrager In te vullen! volgnr. (ook voor dossier)
öl
1
-naam-verzoekerstempel datum van ontvangst
r
9 JAN 1980
Burgemeester en wethouders van de gemeente
M
k
\ h JAii. 13i)ü
i HÜLLj YJA A 4-
L
no.
690 afgadaan/gezien par.
dcL
datum: • bescheiden in orde
naam van_ verzoek er
• niet-ontvankelijk d.d.
C. /)mjcU6ona' straat en huisnummer (evt. telefoonnummer)
J.
3
woongemeente (evt. postadres)
y
ib 5ij
•* verzoekt vergunning tot het [2
oprichten, in werking brengen en in werking houden
•
uitbreiden
•
wijzigen
j-il
— ,
> • '>J-,
a. •* verzoekt in verband'met de uitbreiding/wijzi ging van de inrichting, voor welke reeds vergun ning werd verleend, een nieuive, de gehele hieronder omschreven inrichting omvattende, vergunning (art. 6a). (') N. '
d.d. • terugont vangst • niet verder in behande ling d.d.
van de hieronder omschreven inrichting.
aard van de iwkhtin&(s) J ,
mtfMdi/hAOA..
y
• kennisg. aar andere ge meente d.d.
J
VJ OVV^SCV
&v>.
Ö cV-e."S-e^o'^
plaats waar de inrichting is of zal worden gevesfjgcf straat- en nummer (evt. telefoonnummer) en gemeente van vestiging evt. postadres) .
j
5 o
^
j
stukken toe gezonden aan • arbeids inspectie • kwartier meestergeneraal der Kon. landmacht • Insp. volks gezondheid belast met toezicht op d hygiëne van het milieu
" wH
kadastrale ligging gemeente a
m.
sectie
3
nummer(s)
5
• kennisg. aar belangheb benden d.d. • openbare kennisgevin d.d.
/5
• proces-ver baal openb. zitting d.d.
opgaaf van hetgeen in de inrichting zal worden verricht, vervaardigd of verzameld (3)
yJn
q!j_
/'srtri
£fiI !/o
'7j
/v
/o
-Tm& r-cvn
V
o o
J
/s/'tJz;
C. cTv-
• toezending ontwerp voorwaard d.d. • terugont vangst bin nen 14 dag< d.d. • beschikking op verzoek
kenm. • Aankruisen wat van toepassing is! Zie voor de noten de toelichting behorende by dit formulier.
Zie verder ommezijde •samsam 28201IV
-1.777.5
Vraag zo nodig voorlichting aan het gemeentebestuur welke andere vergunningen u nog behoeft voor het in bedrijf stellen van uw inrichting:
bijlagen
BIJLAGE 3
—
Formulier voor aanvullende informatie
Hinderwet
Nr.
In viervoud overleggen bij het verzoek om vergunning
7 OP
Nauwkeurige beschrijving
19 So
3 dG/n.
behorende bij het verzoek van "ingediend door wonende te . .
2
aan het adres . om vergunning ingevolge de hinderwet.
Plaatsaanduiding, doel en omvang van de inrichting
Plaatsaanduiding
J
Straat en nummer.
'OAOtj
Kadastraal bekend
gemeente
Doel
De inrichting zal dienen voor
nr. 5 nr.
sectie O
Q , Omvang
1.
De omvang van de inrichting bedraagt maximaal:
te realiseren 1 a.
mestkalveren
staanplaatsen
b.
meststieren
staanplaatsen
c.
melkkoeien incl. pinken en vaarzen
staanplaatsen
d.
mestvarkens
ligplaatsen
e.
drachtige fokzeugen
ligplaatsen
f.
fokzeugen met biggen
ligplaatsen
g-
mestkuikens
stuks
h.
legkippen
stuks
i.
nertsen
stuks
j-
JxJwvnt/ïl
/jmpyfijsib
2.
De vloeibare mest wordt opgeslagen in
3.
0 De opslagkelder voor vloeibare mest heeft een inhoud van 0 OO
4.
De vaste mest wordt opgeslagen
5.
In de opslagplaats voor vaste mest kan maximaal /
6.
a.
De vaste mest wordt afgevoerd met
b.
De vloeibare mest wordt afgevoerd met
a.
De vaste mest wordt afgevoerd naar
b.
De vloeibare mest wordt afgevoerd naar
7.
1 1
(yfl £!/>i
In te vullen bij oprichten, uitbreiden of wijzigen. Ook in te vullen bii uitbreiden of wiizieen.
m3/liter.
/wnAJ^rruJ^^.
,
jhdjXQs/,
(Po
m3 mest worden^ppgeslagen. ,
êl/l'l
/iy(X^Ui/y?^CTOi/?jyA
9 JAN 1980
z -°' z
8.
a.
De vaste mest wordt
b.
De vloeibare mest wordt //
maal per jaar uit de opslagplaats afgevoerd. maal per jaar uit de opslagplaats afgevoerd.
e.opslagplaats van v
9. b. 10.
/
-circa
-IH-
De afstand tussen de opslagplaats van vloeibare mest en de dichtstbijzijnde woning1 bedraagt circa /JrTÖ
m.
De afstand tussen de stallen van de inrichting waarvoor vergunning wordt aangevraagd en de in 9 bedoelde woning bedraagt circa jCj$ m.
II.2 De in 9 bedoelde woning is: • een burgerwoning £ij een woning bij een bedrijf uit de agrarische sector
12.
De bedrijfsruimten/stallen worden geventileerd
ol&tfl-
de afvoeropening(gn) bevindt(bevinden) zich
m boven (de nok van) het dak en circa 1/
m boven de begane
grond. 13.
Van "de ventilatoren bedraagt het vermogen en het toerental:
/do /lodl pk
14.2
tl/OO
omw/min
pk
omw/min
pk
omw/min
pk
omw/min
pk
omw/min
In de inrichting is opslag van: • propaan JS olie
15.
De inhoud van de opslagtank voor
tyiü^-
, op tekening aangegeven met f
voor
) , is /,/
, op tekening aangegeven met
, is
m® m3
16.2 De opgeslagen olie is van de soort • zware stookolie in tank(s) • huisbrandolie in tank(s)
17.
De olie wordt bovengronds/onder-grondS opgeslagen. De olietank^)', op tekening aangegeven met
(
*)
De olictank(s), op tekening aangegeven met
Behoort bij
besluii/öekfVjven
is(zijri) bovengronds geplaatst. is(zijn) ondergronds geplaatst.
van Burge-
jester en Wethouders van Heerenveen ye s^jr^fis van Heerenveeni
De verzoeker,
1 3
De eigen woning buiten beschouwing Jol • A/kruisen wat van toepassing is.
/Icnq^/?n9
.
WIJK
Gn2m(3an"t£ Se-ciie
Vt ...SdjactT
"Be bcort. -fe
/<S
-!•
aooQ
..
f / r t O Q "/''f .S t ^? 3^3
j..
J
.<*/<
:
-Zee/
JP.
;
/•• 7 •",
-cLJt*t£&.sÉt/^kidLt
...; —.... ~j
,
<2 _{
:.. <-• —i-
7.p£\.~0."SI/ é> _£ld,-x'•
Behoort bij be^uU/£^*2a. vé.n Surg^sersnveeh —•
.
f-m 'SSf
.
'i
-- -s-4—r-T7r" " J;-~- ét
fktj-oitz A
iC7 'JJ>- 0 j£.
9 JAN 1080
Jt
GEMEENTE §0 HEERENVEEN
GEMEENTE
ff
Mm
ingekomen d.d.: 10 M 1995
SECTOR VROM A A N V R A A G HI ND ER W E T V E R G U NN I
nr
\?P. iSf??
afd. beh. ambt. I
• k-
•
/
fUiUAM>
POSTCODE EN WOONPLAATS
/
-
I
f
J[
DE ONDERGETEKENDE
.<SM.il ik
'''
Éï •>i
•
/i
' i'A /£",V,0 ;
J
1
I arh. term.
S.jC.W.K'xftf"
^axXstM
\uBb
verzoekt:
M
••• •
i\
tv
ADRES
::g:
TELEFOON ngstb^.; ja/neo afgahandeïd d'.m.v:
DÏJÏÊ
...13.tIDH,^ vergunning tot het oprichten en in werking hebben
vergunning tot h ^ijjüpg^iden
vergunning tot het wijzigen, dan wel het veranderen
in verband met de uitbreiding/wijziging, voor welke reeds
van de gebezigde werkwijzen
vergunning werd verleend, een nieuwe de gehele inrich ting omvattende vergunning (1)
van/voor/in de navolgende inrichting: (2)
(
1
-
f
O'K W0JWJL/V\A !
j /
GELEGEN AANHET
ADRES
_ _ _ ƒ
PLAATS
Sa PLAATS EN DATUM
BIJ
_ .
m
vJob-eov-
£
/
1>^CAAA i J!!
/
b
HANDTEKENING
DIT VERZOEK OVER TE LEGGE EN N:
een nauwkeurige beschrijving van de plaats waar de inrichting zal worden gesteld en een opgave van hetgeen in de inrichting zal worden verricht, vervaardigd of verzameld, benevens van de beweegkracht, welke daarbij wordt gebezigd (hierbij kan van het bijgaande formulier gebruik worden gemaakt); een bouwkundige plattegrondtekening, in vijfvoud, op een schaal niet kleiner dan 1:250, doch bij voorkeur 1:100, de uit- inwendige samenstelling van de inrichting en toebehoren aangevende. In bijzondere gevallen kan worden toegestaan dat met een kleinere schaal genoegen wordt genomen.
itrËB.
POSTBUS 15000
,
8440 GA HEERENVEEN
BEZOEKADRES: K.R. POSTSTRAAT 12A
TELEFOON 05130-12712
enyeefj
NAUWKEURIGE BESCHRIJVING I
Behorende bij het verzoek d.d.
I
Van
s*
van hetgeen in de inrichting zal worden verricht, vervaardigd of verzameld: (3)
jy<2Zk>_ GksS te, )pi uy
A/Q^
t
J JLCb
/MVUf^y
/rh2S»T
;
ALS BEWEEGKRACHT ZAL/ZULLEN WORDEN AANGEWEND (4) -
i>C
JlAJs.. L
-
hl,
NADERE GEGEVENS (5)
fl/JL
•
MsJjLA oU ?
J
1 •,AAJL/
TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN (6) ^ r> _ y -O' £ ' :
Zie voor de noten de toelichting bij dit formulier.
"
5 t
5
__
_
_
%
't.
/j
I I
)>
i
'•
•
.
_
i
DE .AANVRAGER
MC
^jukW^cv _._X—- 5-HI Qjl
--
V*
. -
PLAATS E N DATU UM M
&
$
.
•
_
HEERENVEEN
GEMEENTE
SECTOR VROM BIJLAGE AANVRAAG HINDERWETVERGUNNING
Formulier voor aanvullende informatie, overleggen bij het verzoek om vergunning
NAUWKEURIGE BESCHRIJVING
:
Datum
Behorende bij het verzoek van Ingediend door - naam Adres Postcode en woonplaats
I
'f'V
I
A n
M\Ztr>A/j^k
1 U
J
P L A A T S A A N D U I D I N G , D O E L E N O M V A N G V A N ut DE INRICHTING
l*
/
Kadastraal bekend gemeente Sectie Nummer(s)
J
.
ri
I ~&<JLGL^Ja:3.j!^L I MlL I;—U - I
M3®.
/
De inrichting zal dienen voor
.
' I aJMOC
om vergunning ingevolge de Hinderwet
Straat en nummer
H
" '
-
O
-f
-
-
A/SMt&ladk M/U^r\S
De omvang van de inrichting bedraagt maximaal
l~
/
TE REALISEREN*
REEDS AANWEZIG'
A
mestkalveren
staanplaatsen
B
meststieren
staanplaatsen
C
melkkoeien incl. pinken en vaarzen
staanplaatsen
D
mestvarkens
ligplaatsen
r/i
/ E* Q & "drachtige fokzeugen F G
mestkulkens
H
legkippen
>
J
fokzeugen met biggen
ligplaatsen
ligplaatsen
"Bühöcrtbij- besiuit/schfijven van Burcjê-
ouders van Heerenveen
s'ulW,
P
No.:
d.ci.:
nertsen
JQ
ïukst
J 2
De vloeibare mest wordt opgeslagen in
3
De opslagkelder voor vloeibare mest heeft een inhoud van
4
De vaste mest wordt opgeslagen
5
In de opslagplaats voor vaste mest kan maximaal
*ln te vullen bij oprichten, uitbreiden of wijzigen
POSTBUS 15000
i:
ÏY'JïS) m3/liter
I
ƒ/ Vv h m3 mest worden opgeslagen
1.2Ook in te vullen bij uitbreiding of wijziging (z.o.z.)
8440 GA HEERENVEEN
BEZOEKADRES: K.R. POSTSTRAAT 12A
/Mfi
TELEFOON 05130-12712
De vaste mest wordt afgevoerd met
/
B
De vloeibare mest wordt afgevoerd met
A
De vaste mest wordt afgevoerd naar
B
De vloeibare mest wordt afgevoerd naar
/
A
De vaste mest wordt
I
B
De vloeibare mest wordt
I
/v- U ƒ. AA^jJounJ
A'.lfc
iöZ 2
n&cA?
imjÉDisrj
maal per jaar uit de opslagplaats afgevoerd. maal per jaar uit de opslagplaats afgevoerd.
Maj -|
UA De afstand tussen de opslagplaats van vaste mest en de dichtstbijzijnde woning* bedraagt circa B
fV. If' T*
meter
De afstand tussen de opslagplaats van vloeibare mest en de dichtstbijzijnde woning" bedraagt circa
10
I
/
O
meter
De afstand tussen de stallen van de inrichting waarvoor vergunning wordt aangevraagd en de in 9 bedoelde woning bedraagt circa
11
De in 9 bedoelde woning is:
12
r /
De bedrijfsruimten/stallen worden geventileerd de afvoeropening(en) bevind(en)t zich
Oo
meter
een burgerwoning een woning bij een bedrijf uit de agrarische sector
meter boven (de nok van) het dak en circa
I ftUZ
meter boven de begane grond. Van de ventilatoren bedraagt het vermogen en het
13
toerental:
pk 14 pëHï • ;
In de Inrichting is opslag van:
15
De inhoud van de opslagtank
16
/
:p r o p a a n
... /W
voor
I
op tekening aangegeven met
.IS
m3
voor
ƒ
op tekening aangegeven met
,is
m3
f
De opgeslagen olie is van de soort
ii1 7
•
zware stookolie in tank(s) huisbrandolie in tank(s)
De olie wordt bovengronds/aHQSE^entft opgeslagen.
I
De olietank(s), op tekening aangegeven met
is(zijn) bovengronds geplaatst.
/
De olietank(s), op tekening aangegeven met
is(zijn) ondergronds geplaatst.
i-i V
•%,/
* ' , -s
s
; •;
^
HANDTEKENING AANVRAGER • De eigen woning buiten beschouwing gelaten.
K. Nieuwland
Frederikswijk 6 8411 ZK Jubbega
Rurgeeen
College van B &. W van de gemeente Heerenveen Postbus 15OOO 8440 GA Heerenveen
Jubbega, 28 mei 1991
Betreft:
verzoek wijziging bestemmingsplan en verlening Hinderwet vergunning
Geacht kollege, Hierbij dient ondergetekende een verzoek in om h^t^bedrijf aan de Frederikswijk p te legaliseren via een Hinderwet-vergunning (A). Tegelijkertijd verzoekt ondergetekende u het bestemmingsplan te wijzigen (B). Dit naar aanleiding van het gesprek dat op 26 april jl. heeft plaatsgevonden tussen J. Nieuwland, dhr. I. Attema van de Friese Maatschappij van Landbouw en van uw gemeente de heer De Jonge. Om te beginnen volgt hier eerst de nodige achtergrondinformatie. Het bedrijf aan de Frederikswijk is in 1979 aangekocht. Door de voormalige eigenaar werd naast het rundvee ook een aantal mest- en fokvarkens gehouden. Tot 1983 is op het bedrijf nog gemolken; in 1983 waren circa 40 melk- en kalfkoeien aanwezig en circa 15 fokzeugen. Nadat gestopt is met het melken is de bedrijfsopzet enigszins gewijzigd: naast de zoogkoeien (blonde d'acquitaine runderen) worden fokzeugen en mestvarkens aangehouden. Vanuit diergeneeskundig oogpunt bekeken is dit op zich geen goede kombinatie. Op plaatsen waar rundvee en varkens in dezelfde gebouwen gehuisvest worden kan de ziekte van Aujeszky voorkomen. Dit is afgelopen winterseizoen gebeurd en heeft veel kosten en ongemak veroorzaakt. Om dit in het vervolg te voorkomen is besloten om de bedrijfsopzet te scheiden. Daartoe is een ander bedrijf aangekocht, namelijk Auke Hartstrawei 3. Dit bedrijf heeft een Hinderwet-vergunning voor 48 stuks rundvee. Èet is dan oftk'de bedoeling de rundvee-aktiviteiten van de Frederikswijk te legaliseren door deze te verplaatsen naar de Auke Hartstrawei.
-2-
ad A.
Het is de bedoeling de afmestaktiviteiten op de Frederikswijk te beëindigen. Daardoor is er dan ruimte voor minstens 80 fokzeugen. Per saldo heeft deze operatie als gevolg dat de bestaande ammoniakuitstoot aanzienlijk gereduceerd wordt en gedeeltelijk, op eigen initiatief en voor eigen rekening, onder een andere vergunning gebracht wordt (zie bijlage 1). Verder is het zo dat ook de Ecologische Richtlijn geen bezwaar vormt, aangezien de aanwezige bossen indertijd in ruilverkavelingsverband zijn aangeplant. Ook ten aanzien van de richtlijn Veehouderij en Hinderwet blijft de nieuwe bedrijfsopzet ruimschoots binnen de bestaande normen. Het lijkt mij toe dat er daardoor weining problemen hoeven te zijn met betrekking tot het verzoek om een Hinderwet-vergunning voor de aktiviteiten op het bedrijf aan de Frederikswijk te verlenen.
ad B.
Daarnaast dient ondergetekende hierbij een verzoek in om de bestaande A/C-bestemming te wijzigen in de A/B. Hoe het bedrijf indertijd een A/C-bestemming heeft kunnen krijgen is mij een raadsel. Er zijn namelijk op dit bedrijf altijd varkens aanwezig geweest. In feite is het dus altijd al een A/B-bedrijf geweest. Vanuit het oogpunt van de ruimtelijke or'déhing hoeft hier mijns inziens ook geen bezwaar tegen te zijn. Het is immers niet de bedoeling een grootschalig niet-grondgebonden bedrijf te laten ontstaan. Dit is via de Hinderwet en de Meststoffenwet trouwens niet eens mogelijk. De nieuwe bedrijfsopzet past binnen de bestaande gebouwenkapaciteit.
Ondergetekende is uiteraard bereid dit verzoek nader toe te lichten. Hopende op een positieve benadering verblijft ondergetekende in afwachting,
hoogachtend,
(K. Nieuwland).
Behoort bij besluit/schrijven van Burge meester en Wethouders van Heerenveen
Bijlage 1: Bijlage 2:
meitellinggegevens 1987 aanvraagformulier Hinderwet-vergunning
WBËÊ SWIJK
•Vi.
V,?;
rrija
rff£DCHIKSWI-n
ottewijk
Hl
•
•
•"W'i.w,
Ms Rem
GEMEENTE
III
HEERENVEEN C R A C K S T R A A T 2 T E L E F O O N
P O S T B U S 1 5 0 0 0 8 4 4 0 G A H E E R E N V E E N
0 5 1 3 - 6 1 7 6 1 7 T E L E F A X 0 5 1 3 - 6 1 7 4 7 5
K. Nieuwland Frederikswijk 6 8411 ZK JUBBEGA
Ex.
252\K. Heinsius (2x) Inspectie Volksgezondheid LMF\Dhr. Attema R0\G. Haanstra 2ll\Kees
BESCHIKKING
uw brief van:
ons kenmerk: SCH.-96.3000945
/ onderwerp: " "
bij lage(n): datum: div. 16 februari 1996.
"
"
~
OERZONDEN 2 1 FEB. 1936
|l Aanvraag vergunning ingevolge de Hinderwet (nr.1500).
Op 28 augustus 1991 hebben wij uw verzoek ontvangen om vergunning ingevolge de Hinderwet voor het oprichten en in werking hebben van een f okvarkenshouderij met 8 0 fokvarkens, gelegen op het adres Frederikswijk 6 te Jubbega. Voor deze inrichting was nog niet eerder een vergunning ingevolge de Hinderwet verleend. Tevens worden door u op een tweede bedrijf aan de Auke Hartstrawei_3 nog maximaal 36 melkkoeien en 24 stuks jongvee gehouden. Dit bedrijf valt onder de werking van het "Besluit Melkrundveehouderijen Milieu beheer" en wordt derhalve buiten de aanvraag gehouden. De bijbehoren de ammoniak-emissie van dit bedrijf is 410 kg NH3/jaar. Vanaf 1979 tot 1990 zijn beide bedrijven gezamenlijk geëxploiteerd. Er werden zowel rundvee, als varkens gehouden. In 1981 is voor het bedrijf aan de Auke Hartstrawei 3 een vergunning verleend voor het houden van 36 melkkoeien en 24 stuks jongvee. Voor het houden van varkens is niet eerder een vergunning verleend. Vanaf 1991 worden varkens en rundvee gescheiden gehouden op de twee verschillende inrichtingen. Hiervan is de varkenshouderij vergunningplichtig. De aanvraag en de daarbij horende stukken hebben ter inzage gelegen van 9 november tot en met 9 december 1994. Op 24 november 1994 is om 10.00 uur een hoorzitting gehouden, waarbij niemand aanwezig was. Van de gelegenheid tot het indienen van bezwaren is door niemand gebruik gemaakt. Bezwaren: De ontwerp-beschikking is op 30 december 1994 bekend cfemaakt. Tot en met 13 januari 1995 bestond de mogelijkheid schriftelijk bezwaren in te dienen tegen de ontwerp-beschikking. Van deze gelegenheid is door u gebruik gemaakt. Tegen onze ontwerp-beschiking van 22 december 1994 hebt u op 12 januari 1995 een ontvankelijk bezwaarschrift ingediend. Het bezwaarschrift richt zich op: a. b. c. d.
de berekende ammoniakemissie van 1986. de berekende ammoniakemissie en de grootte van de aange vraagde veestapel. de vergunde grootte van de veestapel (voorschrift 1.4). de voorschriften 1.5, 1.6 en 1.7.
055/954k/100.000
GEMEENTE I III
HEERENVEEN
-
2
-
Weerlegging bezwaren: ad a: in de ontwerp-vergunning is uitgegaan van inventarisatie-gegevens uit 1992, waarbij u voor opgave van de veebezetting in 198G de gegevens uit de meitelling als representatief hebt opgegeven. Uit de nu overgelegde kopie van het mestregistratieformulier en het boekhoudrapport van 1986, opgesteld door M v/d Werf, ass. acountant te Jubbega, blijkt dat de veebezetting in december van dat jaar veel hoger is geweest dan uit de meitelling kan worden afgeleid. Dit verschil kan grotendeels worden verklaard door de verschillende manieren waarop varkens worden geregistreerd bij de meitelling en bij de mestregistratie. De methodiek die wordt gevolgd bij de mestregistratie sluit veel beter aan bij de kentallen van de "Uitvoeringsrege ling Interimwet ammoniak en veehouderij" dan de meitelling dat doet. Hierdoor is een beter zicht ontstaan op de veebetting en de bedrijfs voering, zodat wij de aanvulling reëel achten. Wij zijn alsnog bereid om deze gegevens als aanvulling bij de aanvraag te accepteren. Uitgaande van de anvullende gegevens komt de veebezetting in 1986 op: - 52 fokzeugen, inclusief 172 biggen tot 25 kg. - 6 opfokzeugen, zonder biggen. - 2 dekberen - 2 05 vleesvarkens De ammoniakemissie van deze veestapel is 1062,2 kg/jaar. Hiermee is dit onderdeel van het bezwaarschrift gegrond. ad b: In de ontwerp-vergunning wordt uitgegaan van de aantallen vee zoals deze zijn verwoord in de aanvraag. Hierin wordt een aantal van 8 0 fokzeugen met bijbehorende biggen aangevraagd. In de aanvraag dient te worden uitgegaan van de maximale veebezetting die gelijk tijdig in de inrichting aanwezig is. Hierbij dient dan wel te worden uitgegaan van een normale bedrijfsvoering. In het bezwaarschrift wordt gesteld dat het mogelijk moet zijn dat alle 80 fokvarkens halfjaarlijks tegelijkertijd 10 biggen zouden kunnen werpen, waardoor het aantal biggen in de inrichting op dat moment 8 00 zou gaan bedragen. Hierbij moet dan worden uitgegaan dat de leeftijd van deze biggen varieert tussen de 0 en 6 maanden. Bij een productie van 800 biggen per half jaar (26 weken) en een regelmatige bedrijfsvoering zal het aantal niet-gespeende biggen, tot ca 6 weken, 6/26 deel = 185 biggen bedragen. Het aantal gespeende biggen zal dan 615 bedragen. Wij achten de in het bezwaarschrift gestelde mogelijkheid dat alle fokvarkens tegelijkertijd zouden werpen niet reëel. Wel is ons uit de nu overgelegde gegevens duide lijk geworden dat in het bedrijf meer biggen per fokzeug worden gehouden dan uit de kentallen van de "Uitvoeringsregeling Interimwet ammoniak en veehouderij" macf worden aangenomen. Hiermee is dit onderdeel van het bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond. ad c: Nu uit de nieuwe veetellingen van 31 december 1986 is gebleken dat er op die datum meer vee aanwezig was dan in 1993, verandert het uit gangspunt voor de vergunningverlening. Het jaar 1993 wordt nu door ons als legalisatiejaar aangemerkt. Voorschrift B.l.4 is hieraan aangepast. Hiermee is dit onderdeel van het bezwaarschrift gegrond.
HW-1500
055-951K/80.000
GEMEENTE
III
HEERENVEEN
- 3
èd d: Nu de vergunde veestapel gelijk is aan de veestapel die in 1993 op het bedrijf aanwezig was, is er geen noodzaak meer om middels voor schriften een reductie af te dwingen. De voorschriften B.l.5, B.l.6 en B.l.7 worden hierbij ingetrokken. Hiermee is ook dit onderdeel van het bezwaarschrift gegrond. Bij onze overweging hebben wij uw aanvraag getoetst aan de brochure "Veehouderij en Hinderwet", aan de "Interimwet ammoniak en veehoude rij" en aan het gemeentelijk Ammoniakreductieplan, zoals dit is vastgesteld in de raad van 28 februari 1994. Veehouderij en Hinderwet Deze brochure beoogt op een zo objectief mogelijke wijze inzicht te geven in de te verwachten overlast rondom een veehouderij , door enerzijds rekening te houden met het soort vee, de bedrijfsgrootte, de wijze van mest opslag en mestbehandeling, en anderzijds rekening te houden met de hindergevoeligheid van omwonenden door een gebieds indeling in vier gevoeligheidscategorieën. Uit de brochure kan worden afgeleid dat voor een bestaande varkens houderij ter beperking van stankhinder een afstand van minimaal 100 meter tot de in de omgeving gelegen hindergevoelige objecten in acht moet worden genomen. De woning op het perceel Frederikswijk 7 is gesloopt en kan niet meer worden herbouwd. Hierdoor bedraagt de werkelijke afstand in uw geval 205 meter (afstand vanaf de stal/berging tot de woning op Ottewijk 51) . Er is dus geen strijd met de brochure "Veehouderij en Hinder wet " . Interimwet "Ammoniak en veehouderij/Ammoniakreductieplan" Op grond van de interimwet" Ammoniak en veehouderij" kan worden beoordeeld of de aanwezigheid van een veehouderij, of de uitbreiding daarvan, aanvaardbaar is vanwege zijn ammoniakdepositie op het omringend milieu. Kernpunt van de wet is dat voor een nieuwe veehouderij of een be staande veehouderij zonder vergunning, de vergunning moet worden geweigerd, indien de depositie door ammoniak afkomstig van die veehouderij op een voor verzuring gevoelig gebied meer dan 15 mol zuur per hectare/jaar bedraagt. Teneinde te kunnen voldoen aan de landelijke doelstellingen aangaande het terugbrengen van de verzuring, is een gemeentelijk Ammoniakreduc tieplan ontwikkeld. Dit plan is vastgesteld in de raad van 28 februa ri 1994. In dit plan wordt aangegeven hoe de ammoniak-emissie en depositie zullen worden teruggebracht en welke bossen en natuurgebie den als voor verzuringsgevoelig dienen te worden aangemerkt. In dit plan is de regelgeving van de Interimwet "Ammoniak en Veehouderij" vertaald. Op 11 oktober 1994 is ons ammmoniakreductieplan door Gedeputeerde Staten van Friesland goedgekeurd. A. Aanwijzing voor verzuringsgevoeliae gebieden Betreffende verzuringsgevoelige gebieden zijn deels aangewezen in een door de raad ojp 28 februari 1994 vastgestelde verordening. Ingevolge deze "Verordening groenelementen Heerenveen 1994" worden alle boomwallen binnen een begrensd gebied rondom Nieuwehorne aangemerkt als verzuringsgevoelig en worden de overige boomwallen niet aangemerkt als verzuringsgevoelig. Voor de overige groenelementen (bossen en natuurgebieden) hanteren wij het gemeentelijk Ammoniakreductieplan. Hierin wordt gesteld dat de bescherming van deze gebieden kan worden beperkt tot de bossen HW-1500
055-951K/80.000
GEMEENTE IIII I HEERENVEEN
_ 4 _
binnen de Ecologische Hoofdstructuur en tot enkele grotere elementen nabij Hoornsterzwaag en Nieuwehorne. Deze relatief grote bosgebieden zijn in eigendom van een natuurbeschermingsorganisatie en blijkens een in 1993 uitgevoerd onderzoek bijzonder waardevol. De solitair gelegen groenelementen worden bij toetsing aan de Interimwet "Ammoni ak en Veehouderij" buiten beschouwing gelaten. Hierboven is reeds vermeld dat solitaire groenelementen niet speci fiek worden beschermd. Dit betekent niet dat wij een onbeperkte ammoniakdepositie op deze elementen toestaan. In het gemeentelijk Ammoniakreductieplan is een algemeen toetsingskader opgenomen: de veebezetting kan slechts worden vergund indien de door de veebezet ting veroorzaakte ammoniakuitstoot per hectare niet meer bedraagt dan 23,8 kilogram per jaar. Het aantal hectares wordt gebaseerd op de kadastrale hoeveelheid gras- en maisland. B.Ammoniakreductieplan I. Nieuwe vergunning: Ingevolge het ammoniakreductieplan kan voor een bedrijf waarvoor nog niet eerder vergunning was verleend, alleen een vergunning worden afgegeven, indien: a. de depositie van dat bedrijf op een voor verzuringsgevoelig ge bied niet meer dan 15 mol zuur per hectare/jaar bedraagt; b. de ammoniak-emissie per hectare niet meer dan 23,8 kg/jaar be draagt ; c. indien niet aan a. of b. kan worden voldaan, kan de vergunning worden verleend voor de veebezetting van 1986, of de veebezet ting van 1993 indien deze minder was dan die van 1986. Bij een depositie van meer dan 15 mol dienen dan ammoniakreducerende maatregelen te worden getroffen. II. Saldomethode Bedrijven met een vergunning zoals hierboven onder I is genoemd, kunnen uitbreiden volgens de saldomethode, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de totale ammoniak-emissie blijft onder de 23,8 kg per hecta re/jaar; b. de uitbreiding vindt plaats door overheveling van vee, maar de ammoniak-emissie van de hoeveelheid vee die wordt verplaatst neemt door inkrimping of wijziging van die hoeveelheid in ieder geval met 10% af. c. de uitbreiding vindt plaats onder een gelijktijdige, blijvende vermindering met minimaal 10% van de amoniakdepositie op een beschermd groenelement elders in de gemeente,d. de totale depositie op het groenelement blijft binnen redelijke grenzen gelet op de situatie ter plaatse. Bij de beoordeling van uw vergunningaanvraag hebben wij opnieuw het volgende afgewogen:
en uw
bezwaarschrift
ad. Ia: Uw bedrijf, gevestigd Frederikswijk 6 te Jubbega, heeft nog niet eerder een vergunning gekregen voor het oprichten en in werking hebben van een varkenshouderij. De aangevraagde veebezetting komt overeen met een emissie van 2256 kg NH3/jaar. Het dichtstbijzijnde bosgebied dat involge het ammoniakreductieplan als verzuringsgevoelig dient te worden aangemerkt ligt op 18 5 0 meter ten oosten van de inrichting aan de Skieppedrift. De depositie daarop, als gevolg van de aangevraagde veebezetting, bedraagt 2256 x 0,00255 = 5,75 mol zuur. Dit is minder dan 15 mol. Een vergunning voor de aangevraagde HW-1500
055-951K/80.000
GEMEENTE
III
HEERENVEEN
- 5 -
veebezetting is derhalve wat betreft dit onderdeel mogelijk, ad I b: Blijkens de gegevens behorende bij de aanvraag bedraagt de oppervlak te van het land behorend bij uw inrichting 12,10 hectare (kadastrale maat, meitelling 1993). Hiervan is 1,00 hectare in gebruik voor akkerbouw en de overige 11,10 hectare als gras- en maisland. De maximaal te vergunnen ammoniak-emissie, waarbij voldaan wordt aan het gestelde in het gemeentelijk ammoniakreductieplan, is 23,8 kg per hectare/jaar. De totaal te vergunnen ammoniak-emissie is op grond van deze norm slechts 11,10 x 23,8 = 264 kg NH3/jaar. ad I c: Voor de verdeling van de veestapel over de twee bedrijven zijn wij uitgegaan van een rundveehouderij aan de Auke Hartstrawei en een varkenshouderij aan de Frederikswijk. Uit de overgelegde meitellingen blijkt dat de veebezetting van de varkenshouderij in 1986 een emissie had van 1062 kg NH3/jaar. In 1993 was deze emissie 967 kg/jaar. Dit was dus minder dan in 1986. Op grond van deze norm kan de veebezetting van 1993 met een bijbehorende emissie van 967 kg NH3/jaar vergund worden. ad II : Omdat er geen sprake is van overname van veestapel en ammoniakemissierechten vanaf een ander bedrijf, kan de saldomethode niet worden toegepast. Conclusie: De emissie van 1993 is minder dan die van 1986. Aan de emissie-norm van 23,8 kg NH3/hectare kan niet worden voldaan. Op grond hiervan kan een veestapel met een emissie zoals in 1993 vergund worden. Deze emissie van 967 kg NH3/jaar veroorzaakt dan een depositie van 2,47 mol zuur/jaar. Wij verlenen u derhalve, in afwijking van de aanvraag, een oprich tingsvergunning voor het houden van 80 fokvarkens, inclusief 370 bij behorende biggen tot 25 kilogram, met een totale emissie van maximaal 967 kg NH3/jaar, op het adres Frederikswijk 6 te Jubbega, zulks met inachtneming van de in de bijlage gevoegde voorschriften. Tevens weigeren wij u de vergunning voor het houden van de overige 430 biggen, zoals in de aanvraag en het bezwaarschrift worden ge noemd. Het voorschrift B.l.4 is hierop aangepast. De voorschriften B.l.5, B.l.6. en B.1.7 zijn vervallen. De vergunde veebezetting komt overeen met een ammoniak-emissie, bepaald met de daarvoor geldende emissie factoren per diersoort. Binnen het kader van deze emissie kan de veebezetting anders worden in gevuld, mits het karakter van de inrichting niet wezenlijk veran derd. Een kleine wijziging kan worden afgedaan met een melding. Voor een grote verandering dient een wijzigingsvergunning te worden aangevraagd. Aangezien door het stellen van voorschriften gevaar, schade of hinder voor de omgeving kan worden voorkomen, verlenen wij u, mede gelet op de bepalingen van de Hinderwet en de Wet algemene bepalingen milieu hygiëne, de gevraagde vergunning gedeeltelijk, zulks met inachtneming van het hierboven gestelde en de in de bijlage vermelde voorschrif ten.
HW-1500
055-951K/80.000
GEMEENTE Ij II
HEERENVEEN
6
Voorts delen wij u mede, dat u op grond van de gemeentelijke Leges verordening voor de dienstverlening aan de gemeente Heerenveen leges bent verschuldigd. Het bedrag van de leges is bepaald op ƒ 1.965,55. Voor het betalen van de leges doen wij u een nota toekomen. Voor zover voor u van toepassing wijzen wij u er op, dat bij de indiening van een beroepschrift bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State voor een natuurlijk persoon een bedrag van ƒ 200,-- en voor een rechtspersoon een bedrag van ƒ 400,-- wegens griffierecht moet worden gestort op girorekening 507590 of bankreke ning 60.01.68.353 (De Nederlandsche Bank) ten name van de Raad van State. Wordt tegelijk schorsing van onze beschikking gevraagd, dan moet door een natuurlijk persoon voor het beroepschrift ƒ 200,-worden betaald en voor het schors ingsverzoek ƒ 200,--. Voor een rechtspersoon is de hoogte van dit bedrag wederom ƒ 400,--. Bij de betaling dient te worden vermeld waarvoor deze dient. Terzijde merken wij nog op dat uw bedrijf niet past in het bestem mingsplan "Buitengebied". Het perceel waarop de inrichting is gelegen heeft op de bijbehorende plankaart de bestemming "AC" gekregen. Dit houdt in dat hierop een varkenshouderij niet is toegestaan. Bij de eerstvolgende integrale herziening van het bestemmingsplan zullen wij overwegen de bestemming in overeenstemmig met de feitelijke situatie te brengen Indien u nadere inlichtingen over deze brief wenst, kunt u bellen met de heer G.C.A. Schouwstra, telefoon 0513-617653. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Heerenveen. Namens dit college, , hoofd afdeling Milieu- en Bouwtoezicht, mevrouw drs. J.M. de Booij.
HW-1500
055-951K/80.000
GEMEENTE
IIII HEERENVEEN
- 7 -
Bij lage I:
Berekening emissies Frederikswiik 6:
In deze vergunning aangevraagde emissie: 8 0 fokvarkens (incl. biggen tot 25 kg.) x 8,1 kg NH3/jaar = 648,0 kg NH3 - 8 00 biggen: De verhouding fokzeugen/biggen = 10/33. Per 8 0 fokzeugen dus 2 64 biggen. De overige biggen worden gerekend als mestvarkens: 53 6 stuks x 3,0 = 16 08.0 kg NH3 Totaal = 2256,0 kg NH3
De ammoniakemissie van 31 december 1986: 52 fokzeugen, incl biggen tot 25 kg. x 8,1 = 421,2 De verhouding fokzeugen/biggen = 10/33. Per 52 fokzeugen dus 172 biggen. De overige biggen worden gerekend als mestvarkens: 6 zeugen in opfok x 2,5 = 15,0 2 dekberen x 5,5 = 11,0 2 05 mestvarkens x 3,0 = 615,0 Totaal = 1062,2
kg NH3
kg kg kg kg
NH3 NH3 NH3 NH3
De ammoniakemissie van 1993: 68 fokzeugen, incl biggen x 8,1 = 550,8 kg NH3 - 3 6 0 biggen: De verhouding fokzeugen/biggen = 10/33. Per 6 8 fokzeugen dus 224 biggen. De overige biggen worden gerekend als mestvarkens: 13 6 stuks x3,0 =408,0 kg NH3 3 zeugen in opfok x 2,5 = 2,5 kg NH3 1 dekbeer x 5,5 5,5 kg NH3 + Totaal = 9 66,8 kg NH3
Nu vergund (maximaal 96 6,8 kg NH3): 8 0 fokzeugen, incl biggen x 8,1 = 648,0 kg NH3 - 37 0 biggen: De verhouding fokzeugen/biggen = 10/33. Per 80 fokzeugen dus 264 biggen. De overige biggen worden gerekend als mestvarkens: 106 stuks x 3,0 = 318,0 kg NH3 + Totaal = 96 6,0 kg NH3
HW-1500
GEMEENTE J» HEERENVEEN
- 8 -
Bijlage II:
Berekening emissies Auke Hartstrawei 3;
In 1981 vergunde emissie: 48 melkkoeien, inclusief pinken en vaarzen. Dit dient te worden omgerekend naar een veebezetting van melkkoeien + 70% jongvee tot 2 j aar. 48 : 1,35 = 36 melkkoeien. + 70 % jongvee = 24 stuks.
Dus vergunning verleend voor: 3 6 melkkoeien 24 stuks jongvee
De ammoniakemissie van 1986: 4 stuks jongvee 2 (mest)stieren
De ammoniakemissie van 1993: 23 zoogkoeien 15 stuks jongvee 9 meststiertjes 1 stier
x 8,8 kg NH3/jaar x 3,9 Totaal
= 316,8 kg NH3 = 93.6 kg NH3 + = 410,4 kg NH3
x 3,9 kg NH3/jaar x 5,7 Totaal
= =
x 8,8 kg NH3/jaar x 3,9 x 1,5 x 8,8 Totaal
202, 4 58, 5 13, 5 8.8 = 283,2
15,6 kg NH3 11.4 kg NH3 + 27,0 kg NH3
kg kg kg kq kg
NH3 NH3 NH3 NH3 + NH3
Rechten onder de werking van de AMVB-melkrundveehouderijen per 1 september 1994: 3 6 melkkoeien x 8,8 kg NH3/jaar = 316,8 kg NH3 24 stuks jongvee x 3,9 93.6 kg NH3 + Totaal = 410,4 kg NH3
HW-1500
055-951K/80.000
GEMEENTE
HEERENVEEN
voorschriften behorende bij hinderwetvergunning nummer 1500 ( gewijzigde tekst )
INHOUD:
I
BEGRIPPEN
- 2
II
VOORSCHRIFTEN
- 4
A.
ALGEMEEN
"
B.
AGRARISCHE BEDRIJVEN
- 6
C.
BRANDVEILIGHEID
- 9
D.
GELUID
-10
E.
OPSLAG DIESELOLIE IN EEN BOVENGRONDSE TANK
-11
F.
POMP VOOR HET AFLEVEREN VAN DIESELOLIE
-13
Behoort bij besluit/schrijven van Burge meester en Wethouders van Heerenveen cêb. 'fi®6
HW-1500
No-:'Söo
4
I.
BEGRIPPEN
In de bij deze vergunning behorende voorschriften wordt verstaan onder: A.
AFVALSTOFFEN: stoffen, niet zijnde eind- of tussenprodukten afkomstig van processen of handelingen en die niet meer in de inrichting in produktieprocessen gebruikt of zullen worden gebruikt en waarvan de vergunninghoud(st)er zich wil ontdoen;
B.
BEVOEGD GEZAG: het College van Burgemeester en Wethouders;
C.
BESTRIJDINGSMIDDEL: een stof of mengsel van stoffen zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Bestrijdingsmiddelenwet (Stb. 1962);
D.
DRAAGBAAR BLUSTOESTEL: toestellen die voldoen aan het "Besluit Draagbare Blustoestellen 1986" (Staatsblad 1986, 553);
E.
EQUIVALENT GELUIDNIVEAU (LAeq): het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid, vastgesteld overeenkomstig de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai, IL-HR-13-01" van maart 1981;
F.
GELUIDGEVOELIGE BESTEMMINGEN: gebouwen of objecten, als aangewezen bij algemene maatregel van bestuur krachtens de artikelen 49 en 68 van de Wet geluidhinder (Stb. 1982, 465);
I.
GELUIDNIVEAU IN dB(A): het niveau van het ter plaatse optredende geluid, uitgedrukt in dB(A), overeenkomstig de door de Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) terzake opgestelde regels, zoals neergelegd in de IEC-publikatie no. 651;
M.
K3-VLOEISTOF: een brandbare vloeistof waarvan het vlampunt 55 graden Celsius of hoger is, bepaald volgens NEN-ISO 2719, of een verfprodukt waarvan het vlampunt 55 graden Celsius of hoger is, bepaald volgens NEN-EN 57;
O.
Lmax: de hoogste aflezing van de geluidmeter gemeten in de meterstand "fast" ("F");
P.
NEN: een door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) uitgegeven norm;
Q.
NEN 1010: veiligheidsvoorschriften voor laagspanningsinstallaties;
S.
NEN 2559: draagbare blustoestellen controle en onderhoud;
T.
NEN 3125: elektrisch
HW-1500
materieel
voor
plaatsen 2
waar
ontploffingsgevaar
kan
heersen; hermetisch-dichte structies ;
omhulsels
en
niet-vonkende
con
U.
NEN-EN: een door het Comité Européen de Normalisation opgestelde en door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) als Nederlandse norm aanvaarde en uitgegeven norm;
V.
NEN-EN 50 014 tot en met NEN-EN 50 020, NEN-EN 50 028 en NEN-EN 50 039 : elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen;
W.
Voor zover een NEN- of NEN-EN-norm, waarnaar in een voorschrift verwezen wordt, betrekking heeft op de uitvoering van constructies, toestellen en apparaten, wordt bedoeld de voor de datum, waarop deze vergunning van kracht geworden is, laatst uitgegeven • norm met de daarop tot die datum uitgegeven aanvullingen of correctiebladen dan wel voor zover het op voornoemde datum reeds bestaande constructies, toestellen en apparaten betreft de norm die bij de aanleg c.q. installatie van die constructies, toestellen en apparaten is toegepast, tenzij in het voorschrift anders is bepaald.
HW-1500
3
II.
VOORSCHRIFTEN
A.
ALGEMEEN
1.
Elektrische installatie
1.1
De elektrische installatie moet voldoen aan NEN 1010; indien in de inrichting ruimten aanwezig zijn met gasontploffingsgevaar moet de daar aanwezige installatie bovendien voldoen aan NEN 3410 en het elektrisch materieel aan NEN 3125, NEN-EN 50014 tot en met NEN-EN 50020, NEN-EN 50028 en NEN-EN 50039; de gevarenzone in deze ruimten moet voldoen aan de "Gevarenzone-indeling met betrekking tot gasontploffingsgevaar" (uitgave P-182 van het DirectoraatGeneraal van de Arbeid);
1.2
De elektrische installatie mag geen storing in de radio- en/of televisie-ontvangst als ook in het telecommunicatieverkeer veroorzaken;
2.
Luchtverontreiniging en stankhinder
2.1
Uitmondingen in de buitenlucht van afvoeren van ventilatie systemen, luchtbehandélingsinstallaties of afzuigsystemen, ten aanzien waarvan in deze vergunning verder geen voorschriften zijn gesteld, moeten zodanig zijn gesitueerd dat van de hierdoor uittredende lucht en de daarin aanwezige stoffen geen hinder wordt ondervonden buiten de inrichting;
2.2
Alle dieselmotoren moeten dusdanig zijn afgesteld, dat de afvoergassen nagenoeg rook- en roerloos zijn;
3.
Afvalstoffen
3.1
In de inrichting mogen geen afvalstoffen worden verbrand;
3.2
Afvalstoffen, niet zijnde snoeihout, bladeren en soortgelijke af valstoffen of met afvalstoffen verontreinigd water mogen niet in de bodem worden gebracht; het bewaren of bezigen van afvalstoffen op de bodem moet zodanig geschieden dat geen verontreiniging kan optreden;
3.3
Afvalstoffen, niet zijnde snoeihout, bladeren en soortgelijke af valstoffen moeten op gezette tijden uit de inrichting worden afge voerd; het afvoeren moet zodanig geschieden dat zich geen afval in of buiten de inrichting kan verspreiden;
3.4
Het bewaren van afvalstoffen moet op ordelijke en nette wijze ge schieden; van afvalstoffen afkomstige geur mag zich niet buiten de inrichting kunnen verspreiden;
3.5
Een riolering voor de afvoer van afvalwater moet vloeistofdicht zijn uitgevoerd;
HW-1500
4
4.
Bodembescherming
4.1
Stoffen moeten zodanig worden bewaard verontreiniging van de bodem optreedt;
4.2
Het is verboden vloeistoffen definitief in de bodem te brengen, met uitzondering van oppervlaktewater, hemelwater of drinkwater, indien daaraan geen verontreinigende stoffen zijn toegevoegd, de concentratie verontreinigende stoffen niet door een bewerking van het water is toegenomen en daaraan geen warmte is toegevoegd;
4.3
Indien blijkt dat de bodem is verontreinigd of aangetast, anders dan ten gevolge van een ongewoon voorval in de zin van artikel 22 van de Wet bodembescherming, dient degene die de inrichting drijft, dit onverwijld te melden aan het bevoegd gezag; er moeten in deze gevallen onverwijld maatregelen worden genomen ten einde de verontreiniging, de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken; een voornemen tot bodemsanering over te gaan moet ten minste een maand voordat de sanering plaatsvindt, worden gemeld aan gedepu teerde staten van de provincie Friesland; bij deze melding moeten gegevens worden verstrekt omtrent de resultaten van met het oog op de sanering verricht onderzoek en het tijdstip waarop met de sanering zal worden aangevangen;
5.
Gedragsvoorschriften
5.1
Het gebruik als brandstof van al dan niet bewerkte afgewerkte olie in de zin van het" Besluit aanwijzing gevaarlijke stoffen" is niet toegestaan;
5.1
De inrichting moet schoon worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren;
5.2
Het aantrekken van insekten, knaagdieren en ander ongedierte moet zoveel mogelijk worden voorkomen; zo vaak de omstandigheden daartoe aanleiding geven, moet doelmatige bestrijding . van insekten, knaagdieren en ander ongedierte plaatsvinden;
5.3
Degene die de inrichting drijft is overigens gehouden te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om gevaar en schade dan wel hinder buiten de inrichting te voorkomen of te beperken ,-
HW-1500
5
en
gebezigd
dat
geen
B.
AGRARISCHE BEDRIJVEN
1.
Algemeen
1.1
Behoudens ter bemesting van grond volgens de normale landbouwpraktijken mag het terrein van de inrichting niet worden bevloeid of op andere wijze van mest of gier worden voorzien;
1.2
Op het terrein van de inrichting mag geen mest worden gedroogd en/of verbrand;
1.3
Kadavers van dieren mogen niet op het terrein van de inrichting worden begraven; zij dienen, in afwachting van afvoer uit de inrichting, te worden geborgen in een deugdelijke waterdichte verpakking of in een goed gesloten, speciaal daarvoor bestemd(e) ruimte, vat of kist dan wel onder een speciaal daarvoor bestemde overkapping, welke zich bevindt op het terrein van de inrichting langs de openbare weg; kadavers dienen zo spoedig mogelijk uit de inrichting te worden verwijderd;
1.4
In de inrichting mogen ten hoogste de navolgende aantallen dieren aanwezig zijn: - 8 0 fokvarke.ns; - 264 bijbehorende biggen tot 25 kilogram; - 106 biggen tot 25 kilogram of mestvarkens; De bijbehorende ammoniakemissie is 967 kg NH3/jaar.
1.5
(vervallen)
1.6
(vervallen)
1.7
(vervallen)
1.8
De vergunde veebezetting komt overeen met een ammoniak-emissie, bepaald met de daarvoor geldende emissie factoren per diersoort. Binnen het kader van deze emissie kan de veebezetting anders worden ingevuld, mits het karakter van de inrichting niet wezenlijk verandert.
1.9
Bij het verwijderen van mest en gier mag de omgeving niet worden verontreinigd; transport van dunne mest en gier moet daarom geschieden in volledig geslepen tankwagens;
1.10
Vaste mest moet worden vervoerd in daarvoor geschikte portmiddelen, die op correcte wijze zijn beladen;
1.11
Gedurende de opslagperiode mag de inhoud van de opslagruimte voor mest niet in beweging worden gehouden, behoudens gedurende korte tijd voor het ledigen van de opslagruimte;
1.12
De in de stallen aanwezige vaste mest moet zoveel mogelijk dagelijks worden verzameld en overgebracht naar een niet-vloeistofdoorlatende mestplaat, waarvan de plaats op de tekening is aangegeven; de stapeling van de mest op deze plaat moet op zodanige wijze geschieden, dat alle uitzakkende vocht binnen de (rand van de> plaat wordt opgevangen en afgevoerd naar een vloeistofdichte opslagruimte;
1.13
De transporten van mest dienen met zodanige voorzorgen te geschie den, dat het terrein, de wegen, de bodem en het grondwater niet worden verontreinigd;
HW-1500
6
trans
1.14
De stal(len) moet(en) zijn voorzien van een vloeistofdichte vloer danwel van een roostervloer boven een mestopslagplaats;
1.15
Zodra een stationaire tank voor de opslag van vloeistoffen buiten gebruik is gesteld, moet de vergunninghouder zulks terstond melden aan het bevoegd gezag;
1.16
Het voer, met uitzondering van ruwvoer, moet worden bewaard in uitsluitend voor dit doel gebezigde bewaarplaatsen, die rat- en muiswerend zijn uitgevoerd;
1.17
Dunne mest en gier moeten uit de stal worden afgevoerd naar de hiervoor bestemde vloeistofdichte opslagruimte; de opslagruimte mag niet zijn voorzien van een overstort; gedurende de opslagperiode mag de inhoud niet in beweging worden gehouden, behoudens gedurende korte tijd voor het ledigen van de opslagruimte; indien deze opslagruimte niet onder een stal is gelegen, moet: a. het transport naar de opslagruimte geschieden door middel van een gesloten riool of een daaraan gelijkwaardige voorziening, welke vloeistofdicht is uitgevoerd; b. de opslagruimte behalve tijdens het ledigen door middel van goed sluitende deksels, luiken of een daaraan gelijkwaardige voorziening, gesloten worden gehouden; c. het transport van mest naar de opslagruimte plaatsvinden via een gesloten aanvoerleiding die zo dicht mogelijk bij de bodem van de opslagruimte uitmondt;
1.18
Een in gebruik zijnde stal moet doelmatig worden geventileerd door middel van een mechanische luchtafvoer, tenzij het staltype is gebaseerd op natuurlijke ventilatie;
1.19
Het is verboden middelen welke genoemd zijn in art. 1 van de Bestrijdingsmiddelenwet in de inrichting in voorraad te hebben of te bewaren;
1.20
Het ledigen van mest- en gierkelders mag niet geschieden op zon en feestdagen;
2.
De opslag van kunstmest
2.1
De opslag van kunstmest in bulkvorm mag uitsluitend geschieden in een daarvoor bestemde silo;
2.2
De silo dient geplaatst te worden op een doelmatige betonnen voet;
2.3
De verpakte kunstmest moet zijn opgeslagen in verpakking van voor het produkt geschikt materiaal;
3.
Kuilvoer
3.1
Het inkuilen van de gewassen mag, behoudens plaatsvinden tussen 19.00 en 06.00 uur;
3.2
Kuilvoeropslagplaatsen dienen zodanig te zijn gesitueerd dat de afstand van elk van deze opslagen tot woningen van derden of gevoelige objecten ten minste 50 meter bedraagt;
HW-1500
7
waterdichte
overmacht,
niet
3.3
Een kuilvoeropslag moet blijvend zijn afgedekt met een kunststoffolie, behoudens tijdens het uithalen van het produkt; bij een kuilvoeropslag mag de afdekking aan de zijde waar het uithalen van het produkt plaatsvindt, ontbreken; eventuele bescha digingen aan het afdekfolie moeten zo spoedig mogelijk worden gerepareerd:
3.4
Onverminderd het gestelde in het vorige voorschrift moeten bij kuilvoeropslagen, de volgende maatregelen in acht worden genomen: 1. 2. 3.
het uithalen van kuilvoer mag slechts geschieden tussen 06.00 en 19.00 uur; het uitgehaalde kuilvoer moet direct in de stal, dan wel in een afgesloten ruimte geplaatst worden, of op zodanige wijze worden afgedekt dat geen stankoverlast kan plaatsvinden; eventuele restanten van het kuilvoer moeten direct van het terrein van de inrichting afgevoerd worden, dan wel op zoda nige wijze worden opgeslagen dat geen stankoverlast kan plaatsvinden;
3.5
Kuilvoer moet zijn opgeslagen op een vloeistofdichte plaat van beton; de constructie van de betonplaat en de afdekking dienen zodanig te zijn dat er geen verontreiniging van de bodem door lekkage van uitzakkend vocht of verontreinigd hemelwater kan plaats vinden. Indien er vocht uit het kuilvoer vrijkomt dient dit te worden opgevangen en door middel van een vloeistofdichte leiding te worden afgevoerd naar een vloeistofdichte opslagruimte;
3.6
Het oppervlak dat door het ontgraven van de kuil vrij komt, moet onmiddellijk worden ontdaan van gemorste of achtergebleven voederresten;
3.7
Kuilvoer van snijmais moet zijn opgeslagen op een vloeistofdichte plaat van beton met een opstaande rand; de betonplaat dient zodanig te zijn geconstrueerd dat vocht naar het midden van de plaat stroomt en opgevangen wordt in een goot; al het uitzakkende vocht moet worden opgevangen en door middel van een vloeistofdichte leiding worden afgevoerd naar een vloeistofdichte opslagruimte;
4.
Brijvoederinstallatie
4.1
In de brijvoederinstallatie mogen ter voorkoming van stankhinder geen bloed, ingewanden en kippenslik worden bewaard of verwerkt;
4.2
De vloer onder de brijvoederinstallatie moet vloeistofdicht zijn uitgevoerd, opdat het terrein niet onnodig bevloeid kan worden;
4.3
De tanks en leidingen van de brijvoederinstallatie bestemd voor de opslag en transport van brei zoals wei, stoomschillen en aardappeleiwit moeten vloeistofdicht zijn uitgevoerd, opdat het terrein niet onnodig bevloeid kan worden;
4.4
Het vulpunt moet zich boven een vloeistofdichte vloer bevinden; eventueel gemorste brei moet direct na het lossen worden afgevoerd naar een vloeistofdichte opslagruimte;
4.5
Het voer uit de brijvoederinstallatie mag uitsluitend voor binnen de inrichting aanwezige varkens worden benut;
HW-1500
8
C.
BRANDVEILIGHEID
1.
Blusmiddelen
1.1
Teneinde een begin van brand effectief te kunnen bestrijden moeten, op iedere willekeurige plaats in de bij de inrichting behorende gebouwen, binnen een loopafstand van 15 meter brandblusmiddelen aanwezig zijn;
1.2
Het onderhoud van draagbare overeenkomstig NEN 2559 geschieden,-
1.3
Alle blusmiddelen moeten voor een ieder duidelijk zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn aangebracht of opgehangen, voor direct gebruik gereed zijn en in goede staat van onderhoud verkeren;
1.4
De blusmiddelen dienen ten minste éénmaal per jaar door een door het bevoegd gezag geaccepteerde deskundige te worden gecontro leerd; de draagbare blustoestellen dienen gecontroleerd te worden overeenkomstig het gestelde in NEN 2559;
1.5
Draagbare blustoestellen moeten Rijkskeurmerk met rangnummer;
1.6
Blusmiddelen moeten tegen weersinvloeden worden beschermd; deze bescherming moet zodanig zijn aangebracht dat deze geen belemmering oplevert voor normaal gebruik van het blusmiddel;
1.7
Behoudens slanghaspels mogen de blusmiddelen niet voor doeleinden worden gebruikt dan voor brandbestrijding;
HW-1500
9
brandblustoestellen
zijn
voorzien
van
moet
een
andere
D.
GELUID
1.
Algemeen
1.1
Het equivalente geluidniveau (LAeq) geproduceerd door de in de inrichting aanwezige vast opgestelde toestellen mag, ter plaatse van woningen van derden, andere geluidgevoelige bestemmingen en voor zover binnen een afstand van 50 m van de grens van de inrichting geen woningen van derden of geluidgevoelige bestemmingen aanwezig zijn - op enig punt 50 m van de inrichting niet meer bedragen dan: a. 4 5 dB(A) tussen 06.00 en 19.00 uur; b. 40 dB(A) tussen 19.00 en 22.00 uur; c. 35 dB(A) tussen 22.00 en 06.00 uur;
1.2
Het maximale geluidniveau (Lmax) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige vast opgestelde toestellen en installaties, mag de in het voorschrift 1.1 genoemde toelaatbare geluidniveaus met niet meer dan 2 0 dB overschrijden,-
1.3
Het gestelde in voorschrift 1.2 is niet van toepassing op transportbewegingen en het laden en/of het lossen ten behoeve van de inrichting voor zover dit plaatsvindt tussen 06.00 uur en 19.00 uur ;
1.4
Controle op of berekening van de in voorschrift 1.1 en 1.2 vastgelegde geluidsniveaus moet geschieden overeenkomstig de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai, IL-HR-13-01" van maart 1981, uitgegeven door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; ook beoordeling van de meetresultaten moet overeenkomstig deze handleiding plaatsvinden;
1.5
Alle verbrandingsmotoren (van bijvoorbeeld de tractor(en) en de vorkheftruck(s)) dienen van een doelmatige geluiddemper te zijn voorzien;
HW-1500
10
E
OPSLAG DIESELOLIE IN EEN BOVENGRONDSE STALEN TANK
1.
Opslag K3-vloeistoffen in een bovengrondse stalen tank inhoud van meer dan 200 liter en ten hoogste 5.000 liter
1.1
De stijfheid en sterkte van een tank moeten voldoende zijn om schadelijke vervorming als gevolg van zettingen, eventuele verzakking van de steunpunten of als gevolg van overdruk bij vulling of overvulling te voorkomen terwijl de dichtheid onder alle normale bedrijfsomstandigheden moet zijn verzekerd;
1.2
De ondersteunende constructie van een tank moet uit onbrandbaar materiaal bestaan; op plaatsen waar kans op verzakking bestaat, moet een doelmatige fundering zijn aangebracht;
1.3
Een tank moet ten minste 3 m van een bewaarplaats van brandgevaar lijke stoffen zijn verwijderd, tenzij de wand van de bewaarplaats een brandwerendheid bezit van ten minste 6 0 minuten; de afstand tussen een tank en de erfscheiding moet en minste 3 m bedragen,de afstand tussen 2 tanks moet voldoende zijn ten behoeve van in spectie en onderhoud; de ontluchting van een tank dient buiten een gebouw te zijn gesitueerd;
1.4
Een tank moet zijn voorzien van een ontluchtingsleiding met een inwendige middellijn van ten minste 30 mm; de ontluchtingsleiding moet stevig zijn bevestigd, moet uitmonden in de buitenlucht en tegen inregenen zijn beschermd;
1.5
Indien een niveau-aanwijzing of peilvoorziening aan de tank is aangebracht, moet deze zodanig zijn ingericht dat het uitstromen van vloeistof uit de tank, ook door- verkeerde werking of door breuk, onmogelijk is;
1.6
In elke aansluiting op een tank beneden het hoogste vloeistofniveau en in de toevoerleiding naar een verbruikstoestel moet zo dicht mogelijk bij de tankwand een metalen afsluiter zijn geplaatst; deze moet zodanig zijn uitgevoerd dat duidelijk is te zien of de afsluiter is geopend, dan wel is gesloten; de zich direct tegen de buitenwand van de tank bevindende verbindingsstukken en de appendages beneden het hoogste vloeistofniveau moeten van staal zijn vervaardigd;
1.7
Het uitwendige van een tank en de leidingen moet deugdelijk tegen corrosie zijn beschermd, bijvoorbeeld door een oppervlaktebehande ling en het direct daarna aanbrengen van een doelmatige verflaag;
1.8
Leidingen moeten bovengronds zijn gelegd;
1.9
Een tank moet zijn omgeven door een vloeistofdichte omwalling of muur van zodanige hoogte dat samen met een vloeistofdichte vloer een vloeistofdichte lekbak ontstaat met een inhoud ten minste gelijk aan de inhoud van de tank; deze omwalling of muur moet voldoende sterk zijn om weerstand te kunnen bieden aan de als gevolg van een lekkage optredende vloeistofdruk;
HW-1500
11
met
een
1.10
De gehele installatie van de tank en de leidingen moet vloeistof dicht zijn, hetgeen voor het in gebruik nemen of na een grote reparatie, door een beproeving moet worden aangetoond; deze beproeving moet geschieden door de tank en de leidingen geheel met water te vullen of door de tank en de leidingen af te persen met een overdruk van 30 kPa met lucht of 200 kPa met water; indien bij de beproeving een lekkage of een andere ongerechtigheid wordt geconstateerd mag de tank niet in gebruik worden gesteld; voor de beproeving moet tijdig kennis worden gegeven aan het bevoegd gezag, zodat het bevoegd gezag in de gelegenheid is om bij de beproeving aanwezig te zijn;
1.11
Bij het vullen van, of het aftappen uit een tank dient morsen te worden voorkomen;
1.12
Een tank mag slechts voor 95% worden gevuld;
1.13
Onmiddellijk nadat de vloeistof in een tank is overgebracht en de losslang is afgekoppeld, moet de vulstomp, de vulopening of de vulleiding met een goed sluitende dop of afsluiter worden afgeslo ten;
1.14
De omgeving van een tank moet vrij van brandgevaarlijke stoffen worden gehouden; de begroeiing in de omgeving van een tank moet kort worden gehouden;
HW-1500
12
F.
POMP VOOR HET AFLEVEREN VAN DIESELOLIE
1.
Handpomp
1.1
De pomp moet bevinden;
1.2
De pomp moet zodanig zijn ingericht, dat slechts gedurende een daartoe strekkende opzettelijke bediening, vloeistof uit de pomp kan stromen;
zich
boven
een
vloeistofdichte
lekbakconstructie
1.3
Er moet voldoende absorptiemateriaal aanwezig zijn om eventueel gemorste of gelekte vloeistof op te nemen;
1.4
Het af- en overtappen moet lekvrij gebeuren; bij het vullen moeten zodanige voorzieningen zijn getroffen, dat overvullen niet mogelijk is;
1.5
De dieselolie mag slechts worden overgetapt in vaatwerk, servoirs of tanks, welke geschikt zijn voor dit produkt;
1.6
Bij het af- en overtappen met behulp van een slang, dient deze bestand te zijn tegen dieselolie; een slang moet een barstdruk bezitten van tenminste 1,5 maal de werkdruk;
1.7
Een slang moet tijdens het gebruik zodanig worden ondersteund en beschermd, dat beschadiging wordt voorkomen,-
1.8
Vloeistof die zich na gebruik nog in de slang bevindt, moet worden opgevangen;
1.9
Wanneer de afleverslang niet in gebruik is, dient deze knikvrij boven een lekbakconstructie te hangen;
1.10
Indien geen toezicht wordt gehouden, moet de pomp zijn afgesloten, zodat onbevoegden deze niet in werking kunnen stellen;
HW-1500
13
re
i
,'/ m lil ffl
GEMEENTE$$HEERBT/EEN
tif
HEERENVEEN
GEMEENTE
ingekomen ti.ci.:
SECTOR RUIMTELIJKE ONTWIKKELING EN MILIEU
i 3 JUMJ 1597 afd. bah. arabU WET MILIEUBEHEER AANVRAAG MILIEUVERGUNNING /
1.
afh. iorrn.
(AGRARISCHE SECTOR)
BEVOEGD BESTUURSORGAAN
orU ïïï^soawjjsjnöe Deze aanvraag is gericht aan:
afcs^andeid d.m.y.:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen.
/
2.
Mi mMla^
WUZE VAN AANVRAGEN
paré»!;-.',.:
Deze aanvraag (d.w.z. dit formulier, samen met de bijbehorende tekeningen en eventuele andere bijlagen) moet in vijfvoud worden ingediend!
/
ALGEMENE GEGEVENS MET BETREKKING TOT DE INRICHTING Gegevens van de aanvrager (bij machtiging, schriftelijke machtiging van de gemachtigde van aanvrager bijvoegen): Naam aanvrager
JC-lLt< ~ j ( c
P08tadreS
Postcode Telefoon
uS I p Lj //
1plaats:.Q±tï'k±.^::
*2 ((
^c/ /
I Telefax
,, (
-/
< - • > > > &
Gegevens van de inrichting Naam bedrijf
1
Bezoekadres
^
Postcode Telefoon
2U 0 SI L
L, b
tl
Kadastrale ligging
c]£\.
Sectie
0 ^ 1 c 'j^
wl J
1
b
...
_
5
Plaats Telefax
i O
'a
/VWi Numraer(s)
&
2- S*ê
Contactpersoon
Behoort bij m m t m n Burgtmüslgf
Inschrijfnummer Kamer van Koophandel
m ün
Aard van de inrichting
_is
17
SEP-1398
ito, »bl)3>
Geef hier een korte omschrijving van de belangrijkste elementen/activiteiten van de inrichting.
Door de g»mo«nt« in te vuöen: Categorie: I.V.B
SBI-code
107-962.o®m/1 078-971K/10.000
/
4.
AANDUIDING VAN DE GEVRAAGDE VERGUNNING
De aanvraag betreft: een vergunning voor het oprichten en in werking hebben van de inrichting y/ een vergunning voor het veranderen uitbreiden en/of wijzigen van (een onderdeel van) de inrichting een vergunning voor het veranderen van de gebezigde werkwijzen van (een onderdeel van) de inrichting een nieuwe, de gehele inrichting omvattende, vergunning; dit in verband met het veranderen van of het veranderen van de werking van de inrichting, waarvoor reeds één of meer vergunning zijn verleend een nieuwe, onderdelen van de inrichting omvattende, vergunning; dit in verband met het veranderen van of het veranderen van de werking van onderdelen van de inrichting, waarvoor rees één of meer vergun ningen zijn verleend
/
S,
UGGING
De inrichting is gelegen in/op:
Afstand tot dichtstbijzijnd gevoelig object, n.l.:
X n
Centrum/kern Rustige woonwijk Gemengd Industrieterrein
><
Woning van derden
m
Bedrijf uit de voedings-/genotsmiddelenindustrie
m
Detailhandel in voedings/genotsmiddelen
m
Natuurgebied
Hotel/restaurant
m
Stilt egebied
Ziekenhuis/Sanatorium
m
Recreatiegebied
Zwembaden/Camping
rn
Waterwingebied
Anders, namelijk
m
Buitengebied
60 - dagenzone 10 - jaarszone 25 - jaarszone
Voeg bi} het aanvraagformulier een piattegrondtekening (bij voorkeur 1:1.000) van de ©ingeving binnen een straal van 250 meter rond de inrichting met daarop de grenzen en de bestemming van de terreinen, de gebouwen en de dichtstbijzijnde woning van derden.
werkdagen
;x .x
maandag dinsdag
overdag
19.00 - 23.00 uur
23.00 - 07.00 uur
iX
07.00 - 19.00 uur
19.00 - 23.00 uur
23.00 - 07.00 uur
07.00 - 19.00 uur
19.00 - 23.00 uur
23.00 - 07.00 uur
07.00 - 19.00 uur
19.00 - 23.00 uur
23.00 - 07.00 uur
07.00 - 19.00 uur
19.00 - 23.00 uur
23.00 - 07.00 uur
07.00 - 19.00 uur
19.00 - 23.00 uur
23.00 - 07.00 uur
07.00 - 19.00 uur
19.00 - 23.00 uur
23.00 - 07.00 uur
*
donderdag
*
vrijdag
X X
K
zaterdag zondag
's nachts
07.00 - 19.00 uur
woensdag
/
's avonds
X
* X
^^
'X
107-962.
0;° m£X
Zijn er bij uw bedrijf afwijkende piekdagen of seizoensgebonden afwijkingen
[
nee
V
ja
van bedrijfstijden? Zo ja, als volgt:
-CwLL
y?lA/
f
""TTeTïöö^éyBësIuirvST^ur^RB^niiesïSr
""•J
/
7. 1.
iïïTOffiouaêrs van'Heëreiwêin
jüL: J.7
UITVOERING, ACTIVITEITEN EN PROCES:SEN
SEP' '998
;
Mo. tkfcgL
Voeg bij dit aanvraagformulier een of meer plattegrondtekeningen (schaal bij voorkeur 1:100)). Op deze tekening(en) moet zijn aangegeven: de indeling van de gebouwen en terreinen: de functie van werkruimten en terreinen, de plaatsing van apparatuur en installaties, aanduidingen van emissiepunten.
2.
Geef hieronder een omschrijving van de werkzaamheden en/of processen die in de inrichting plaatsvinden, van de eventuele produkten die worden vervaardigd en van de belangrijkste kenmerken van de aanwezige apparatuur en/of installaties en eventueel de capaciteit(en). (Voeg eventueel een omschrijving als bijlage toe). Wanneer een vergunning wordt aangevraagd voor het veranderen (van de werking) van de inrichting moet hieronder ook aangegeven worden waaruit die veranderingen bestaan.
AuL.
kCMi
/Ltté:
y.S.7^r.
...IZ.T.wwrit.
•
iZ.i
LsJ:. /
8.
OMVANG VEESTAPEL
Toelichting (Eerst lazen s.v.p.)! Welke kolom moet worden ingevuld: Kolom A moet worden ingevuld wanneer u over een of meer Hinderwetvergunning(en) of milieuvergunning(en) beschikt. In kolom A vult u de in die vergunning(en) genoemde vee-aantallen in. In de kolommen B en C moet u de vee-aantallen invullen die aanwezig waren op een enig moment in 1986 en tussen 1 maart 1992 en 1 maart 1993 (deze data worden genoemd in de Interimwet ammoniak en veehouderij). In kolom D vult u de vee-aantallen in waarvoor u nu een milieuvergunning wilt aanvragen. Aantonen van dleraantallen: Dat de in kolommen B en C genoemde vee-aantallen op enig moment in 1986 en tussen 1 maart 1992 en 1 maart 1993 aanwezig waren, moet u kunnen aantonen door middel van accountantsverklaringen, stallijsten of meitellingen (kopieën bijvoegen: met betrekking tot eventueel ander bewijsmateriaal dient u contact op te nemen met de gemeente). Hoe moeten de kolommen worden ingevuld: In de kolommen vult u als eerste getal het aantal dieren in, daarna een schuine streep en daarna met een letter het stalsysteem (hieronder worden voor de verschillende diersoorten de mogelijke stalsystemen genoemd. (Voorbeeld: u houdt 20 stuks jongvee op vaste mest en 30 stuks jongvee op drijfmest; dan vult u in bij vrouwelijk jongvee: 20/A 30/B).
Groen label-stal: Wanneer het een groen label-stal betreft kunt u dat bij de betreffende diercategorie aangeven; tevens moet u in dat geval documentatie en een certificaat met betrekking tot het staltype bij de aanvraag voegen. Mogelijke stBlsystemen: Varkens: stalsystemen
Kippen: stalsystemen
A. vaste mest
A. volledige roostervloer
A. open mestopslag onder de batterij
B. drijfmest
B. gedeeltelijke roostervloer; gehe
B. batterij met geforceerde mestdro-
Rundvee: stalsystemen
le hok onderkelderd zonder
C. grupstal
stankafsluiter
D. groen label-stal
C. mestbandbatterij met dagafvoer
C. overig gedeeltelijke roostervloer Paarden: stalsystemen
D. groen label-stal
A. zonder grasland
E. overige bedrijven
ging (kanalenstal)
naar gesloten put D. mestbandbatterij met geforceerde mestdroging
B. met grasland
E. grondhuisvesting (strooiselvloer, roostervloer)
Nertsen: stalsystemen :--A«
*«
mestopslag onder de, kooi
•«#»:. i
F. groen label-stal
B. dagafvoer mest naar gesloten put
Diersoort
A
B
C
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
volgens
aanwezig
aanwezig
dat nu
huidige
in 1986
tussen
wordt
vergun-
01-03-1992
aange
ning(en)
en
vraagd
D
01-03-1993 Aantal/
Aantal/
Aantal/
Aantal/
stalsysteem
stalsysteem
stalsysteem
stalsys
Rundvee:
teem
Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar Zoogkoeien, en overig rundvee ouder dan 2 jaar Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar Vleeskalveren van 0 tot circa 6 maanden Vleesstieren en ander vleesvee tot 6 maanden Vleesstieren en ander vleesvee van 6 maanden tot 2 jaar Varkens: Biggen opfok (gespeende biggen) Kraamzeugen (ifwlusiet-biggon-tetsponaa) Guste en dragende zeugen
1^0
) go
7 V^
| f
'So
..ÏMJ. —•-•r-rnh
Dekberen, 7 maanden en ouder Vleesvarkens Scharrelvarkens Opfokberen van 25 kg tot 7 maanden Opfokberen van 25 kg tot 1e dekking Kippen: Opfokdieren legrassen, jonger dan 18 weken Opfokdieren vleesrassen, jonger dan 19 weken
107-062.o«m/4
GEMEEN IE ////////// HEERENVEEN
A
Diersoort
Aantal
D
B
C
Aantal
Aantal
Aantal dat nu
volgens
aanwezig
aanwezig
huidige
in 1986
tussen
wordt
01-03-1992
aange
en
vraagd
vergun ningten)
01-03-1993 Legkippen (ook (groot-)ouderdieren legrassen) Ouderdieren van vleesrassen Slachtkuikens Schapen: Schapen, ouder dan 1 jaar Geiten: Geiten, ouder dan 1 jaar Eenden: Ouderdieren van 0 tot circa 24 maanden Slachteenden binnen mesten Slachteenden buiten mesten Kalkoenen:
iehoort bi besluit v an Burgeijneester 4 inWiisi den van H@er®nws ien
CLd;
17
btP. iay« b 0. »übs
Ouder-opfokdieren van 0 tot circa 6 weken Ouder-opfokdieren van 6 tot circa 30 weken Ouderdieren van circa 30 weken en ouder Slachtkalkoenen Pelsdieren: Nertsen, aantal fokteven Zilvervossen, aantal fokmoeren Blauwvossen, aantal fokmoeren Konijnen: Voedsters Parelhoenders: Parelhoenders voor vleesproduktie Paarden: Paarden, 3 jaar en ouder Paarden in opfok (jonger dan 3 jaar) Pony's: Pony's, 3 jaar en ouder Pony's in opfok (jonger dan 3 jaar) Honden: Honden Andere diersoort: Struisvogels (ouderdieren)
1ft7.0A? nam/ft
9; ; ENERGIEVOORZIENING Wat is het totaalvermogen van alle In de inrichting aanwezige motoren (Op de plattegrondtekening of renvooi aangegeven wat het vermogen per motor tor is)
El
Elektromotoren
10 ifJjSÉüU
i-
~
vwjyi'yjcX-.^
kW ~f-
Verbrandingsmotoren
kW
Toelichting: Motoren met een vermogen van 0,25 kW of minder worden buiten beschouwing gelaten. De mDtoren moeten op de tekening of renvooi warden aangegeven. Specificeer hieronder welke (stook) installaties aanwezig zijn ten behoeve van de energievoorziening
(verwarming en andere doeleinden) Soort brandstof
Capaciteit in kW Max. verbruik
Schoorsteenhoogte
(nominaal)
in m boven maaiveld jaar (m3)
j
V:;:?
L
ll.
G\tl
'• '• • •'
kg/uur of m3/uur
-fjj! : - :- i; '•±v . Ï
v'WWH ft':
i rj :• " ; • :
l ï f : ..,'V
Max. verbruik per
tekening
ï.^.9.
k
Nr. op de
/
» •*
• -v'
c v- V ? 5 V
Wordt in de inrichting elektriciteit opgewekt?
gj]neeDia
Zo ja, afkomstig van: Windmolen Verbrandingsmotor Zonne-energie Anders, namelijk
Welke soort watervoorziening wordt in de inrichting gebruikt?
F
DO
m3/jaar
gametefi/geschat
Sloot- of ander oppervlaktewater
m3/jaar
gemeten/geschat
Grondwater uit eigen bron
m3/jaar
gemeten/geschat
Anders, namelijk
m3/jaar
gemeten/geschat
m3/jaar
genieten/g e s c ha t
kWh
OS»«tCTT/geschat
Leidingwater
IS
Wat is het jaarverbruik aan gas en elektriciteit?
X gas elektriciteit
/
10.
-Jooo
ENERGIE- EN WATERBESPARlNG
Is er een energiebesparingsplan aanwezig?
nee
ja *)
Is een waterbesparingsplan aanwezig?
nee
ja *)
107-9G2.g»m/6
Welke maatregelen zijn getroffen om het energiegebruik en/of watergebruik terug te dringen?
?-Q
.(JLsiS...*,
-j
/
11
r y.^-'
e\o-c-i. I
Jc.
aLh.>..^..X
t i c ((- u c >—-
TRANSPORT/VISUELE HINDER
Welke van de onderstaande transportmiddelen zijn aanwezig binnen de inrichting?
Soort
Aantal
Aantal bedrijfsuren tus
Aantal bedrijfsuren tus
Aantal bedrijfsuren tussen
sen 07.00 en 19.00 uur
sen 19.00 en 23.00 uur
23.00 en 07.00 uur
benoor E bij besluit van Bi irgsmesster en Wei ioucfsfs van Ffeës ënve'êTI
heftrucks loskranen tractoren
xtm?:
IA. V/4" '
17 SEP. 1998 NO. ibbi
Hoeveel vrachtwagens/tractoren zijn in bedrijf voor de inrichting?
Aantal
Soort
Aantal uren/week aanwe
Aantal uren/week in
Aantal uren/week in be
zig op terrein van de
bedrijf op terrein van de
drijf buiten de inrichting
inrichting
inrichting
vrachtwagens tractoren
U vL.t_' Soort
Aantal aan-/afvoerbewegingen
Aantal aan-/afvoerbewe-
Aantal aan-/afvoerbewe-
tussen 07.00 en 19.00 uur
gingen tussen 19.00 en
gingen tussen 23.00 en
23.00 uur
07.00 uur
vrachtwagens
per dag/week
per dag/week
per dag/week
tractoren
per dag/week
per dag/week
per dag/week
brY.il Zijn er maatregelen getroffen ter voorkoming van visuele hinder (zoals begroeiing en j
| nee
^ ja
dergelijke)? Zo ja, namelijk
I
02.
GELUID
Geef hieronder een korte omschrijving van de belangrijkste geluidsbronnen):
U
'%L
At
1
L
Ü
AJU<.J
\j
L..yL
V
p i —-
[l\
j 1
im.QAO nimf7
Zijn voorzieningen tegen geluidsoverlast getroffen?
/
13.
t3 nee D
OPSLAG GROND-, HULPSTOFFEN £N ANDERE STOFFEN
• nee K ja
Wordt er vaste mest opgeslagen?
Zo ja, oppervlak mestplaat
X
open
m2 inhoud
m3
/i*
IZ nr. op tekening
afgedekt
......
Wordt vocht en percolatiewater afgevoerd naar mestkelder of opvangkelder/put?
1
Wordt er drijfmest opgeslagen?
j
X
nee
[3ia
nee Elia
Zo ja.
X
ja
in drijfmestkelder(s)
totale inhoud
m3
in mestbassin(s)
totale inhoud
m3
oppervlak
m2
open
X
afgedekt
datum bouw van het mestbassin
Wordt kuilvoer opgeslagen?
Zo ja, hieronder specificeren Soort
Soort opslag (plaat/sleufsilo)
Voorzieningen t.b.v. percolaatvocht
Nr. op de tekening
gras snijmais
U nee 0 ia
Worden er produkten in silo's opgeslagen?
Zo ja, in
m3/ton
kunstmestsilo's voedersilo's
nr(s) op tekening:
inhoud
stuks
J1
o m3/ton m3/ton
107-902.gsm/8
P
CEMELNU• liilllli HEERENVEEN
Worden brandbare stoffen opgeslagen in reservoirs?
^ nee
j
j ja
Zo ja, hieronder specificeren Soort
Type opslag
Hoeveelheid (kg, liter,
ondergronds/bovengronds *)
m3)
Datum installatie
Nr. op de tekening
Behoort bij bes lult van Burge neester en Wethouders , van Heerenvi }@n 1ÜE
TTSET 9W NÖ.i S&£
*) fiij ondergrondse opslag de tank- en installatiecertificaten en bodarnweerstandsrapport bijvoegen.
3 nee D ia
Worden gassen opgeslagen?
Zo ja, hieronder specificeren Gassoort
Opslagmedium
Inhoud/stuk
(fles/reserv. e.d.)
(in liters)
Aantal
Keurings
Wijze van opslag
datum
(kast/kluis e.d)
Worden andere brandbare stoffen opgeslagen in emballage?
Nr. op de tekening
® n "D"
Zo ja, hieronder specificeren Soort
Verpakking
Inhoud/stuk
(vat/jerrycan e.d.)
lin liters)
Worden bestrijdingsmiddelen opgeslagen?
Aantal
Wijze van opslag
Nr. op da tekening
(lekbak e.d)
I"
Zo ja, hoeveelheden die maximaal per soort aanwezig zijn: kg/1 kg/1 kg/i"
Hoe worden de middelen opgeslagen?
D
Bestrijdingsmiddelenkast, niet betreedbaar
0 Betreedbare bestrijdingsmiddelenkast
107-962.g»
14. EMISSIES NAAR DE LUCHT Hoe wordt geventileerd? Niet m boven het maaiveld/daklijn
Op natuurlijke wijze
K' IX /
m boven het maaiveld/daklijn
Op mechanische wijze - 1Q -
Aantal elektrische ventilatoren
15.
stuks, totaal vermogen van de ventilatoren is3i>kW.
BODEMBESCHERMING:
•nee IZ
Zijn er bodembeschermende maatregelen getroffen?
ja
Zo ja, hieronder specificeren: Lekbakken
(aangeven op de tekening)
Vloeistofdichte vloeren
(aangeven op de tekening en specificaties bijvoegen) (aangeven op de tekening en specificaties bijvoegen)
•nee[X
Is er een bodemkwaliteitsonderzoek verricht? Zo ja, rapport bijvoegen.
I
: 16.
^
['-©i
^
[) °\
C\j
' *c
ja
t üi- - —1 1
AFVALSTOFFEN
Ontstaan chemische afvalstoffen?
X "ee [
| ia
Zo ja, hieronder specificeren Aard
Hoeveelheid
Wijze van
Afvoer.'requentie
(in kg/jr of l/jr)
opslag
per jaar
Inzamelaar
Nr. op de tekening
Afgewerkte olie Olie/vetafzetting Zand/slibafval Accu's TL-buizen Oliefilters Verfresten Vervuild oplosmiddel
Ontstaan bedrijfsafvalstoffen?
Xh'O
107-962. o«m/10
HEERENVEEN
Zo ja, hieronder specificeren Aard
/
Hoeveelheid
Wijze van
Afvoerfrequentie
(in kg/jr of l/jr)
opslag
per jaar
Inzamelaar
Nr. op de tekening
17. BEDRIJFSAFVALWATER Geef op de bij de aanvraag gevoegde tekeningen de loop Va^^dcjjfj^j^l^i^^^ ten en alle (controle)putten.
'
J
w
en Wethouders van Heerenveen
Het bedrijfsafvalwater wordt afgevoerd naar:
d.d.;
De gemeentelijke riolering
1
SEf'
«1No. ibbl
Een persleiding van gemeente of waterschap Een verzameltank of -bassin Het oppervlaktewater (bijvoorbeeld in sloot, vijver of kanaal) De bodem (eventueel via een zinkput) y
Anders, namelijk
^
i — k * , . (c
Ll~^ '
Welke soorten stoffen kunnen in het bedrijfsafvalwater voorkomen?
IkiXjl
•—c-k.
Welke zuiveringstechnische voorzieningen zijn aanwezig: (documentatie bijvoegen) ^ Geen Waterzuiveringsinstallatie Bezinkvijver Septictank Zinkput Zand- of slibvangput Olie/benzine-af scheider Vetafscheider Anders, namelijk
Hierbij vermelden fabrikaat, capaciteit, type en bouwjaar van de zuiveringstechnische voorzieningen:
Waarop wordt het hemelwater, afkomstig van de daken en de verharde terreingedeelten geloosd?
/
!18.
MAATREGELEN MET BETREKKING TOT AFVALSTOFFEN
Welke maatregelen zijn getroffen ten behoeve van het voorkomen of beperken van afvalstoffen die in de inrichting ontstaan? Betrek hierbij ook maatregelen ten behoeve van het hergebruiken dan wel geschikt maken voor hergebruik; of maatregelen voor het nuttig toepassen dan wel geschikt maken voor nuttige toepassing?
kv.±
/
19.
OVERIGE MAATREGELEN TER BEPERKING MILIEUBELASTING
Zijn er nog andere maatregelen ter beperking van de milieubelasting getroffen die in de voorgaande vragen niet genoemd zijn?
/{, Lj O W\
/i-i-v
. V-VvO-<
Cl W Vw-
"O
'.J.V..J1 1 . ^ '
'..ï.t.Lr.'zr.C. . . 'k1}
20.
TE VERWACHTEN ONTWIKKELINGEN
Welke ontwikkelingen die voor de aanvraag van belang kunne zijn, zijn redelijkerwijs te verwachten?
(denk hierbij aan veranderingen betreffende: de aard en de indeling van het bedrijf; de activiteiten en processen, de toe te passen installaties of technieken en de capaciteit; de aard en omvang van de milieubelasting, het ontstaan van afvalstoffen.) \x..u.k.
21.
-
AANVULLENDE GEGEVENS
;
1 1111
Hieronder kunnen aanvullende gegevens worden weergegeven, bijvoorbeeld aanvullende gegevens die door het gemeentebestuur worden verlangd.
k „r
22.
ONGEWONE GEVALLEN
lil!
Geef hieronder een omschrijving van: 1.
de ongewone voorvallen (incidenten, brand, explosie of andere calamiteiten) met nadelige gevolgen voor het milieu die redelijkerwijs mogelijk zijn en
2.
de maatregelen die zijn getroffen om de milieugevolgen van deze voorvallen te voorkomen of te beperken.
kyl
:
»O7-902.g«m/12
l I
23. TERMIJN VAN DE VERGUNNING Wordt eon vergunning voor bepaalde (beperkte) termijn aangevraagd?
Zo ja, voor een termijn van
/
^ nee j
j ja
jaar
24. BESTAANDE MILIEUVÊRGUNNINGEN/KENNISGEVINGFN
Welke milieuvergunningen en/of kennisgevingen zijn er in het verleden voor dit bedrijf verleend of gedaan? Oprichtingsvergunning
datum
Veranderingsvergunning(en)
ƒ C
(
/
/ /
datum: datum: datum:
Melding(en) vgl.art. 8.19
datum: datum: datum:
Een nieuwe, (deel)revisievergunning vgl.art. 8.4
datum:
Kennisgeving(en) vgl.art. 8.40
datum:
-©fl—\/V,©4'i:i0y(jS"rS"'VSfl"H©©T-©-R-v-©©'n
/
mmW: S£p-
25. COOSO'MATiE
n& j
Vinden er bouwkundige uitbreidingen en/of nieuwbouw plaats?
Zo ja, in dit geval is de: y Bouwvergunning (nog) niet aangevraagd
^ ja
"N
>
C
Bouwvergunning aangevraagd, datum
| nee
J. (afschrift bijvoegen)
Bouwvergunning niet nodig omdat met een melding kan worden volstaan Worden tegelijkertijd met deze aanvraag ook een of meer andere vergunningen en/of ontheffingen aangevraagd? Toelichting: Zijn de volgende vergunning(en)/ontheffing(en) ook aangevraagd of verleend? Deze gegevens zijn nodig in verband met een wettelijke coördinatieplicht, afstemming of rapportageplicht bij de onderhavige aanvraag.
& Nee Vergunning ingevolge de wet Verontreiniging Oppervlaktewateren
(afschrift bijvoegen)
Vergunning ingevolge de Drank- en Horecawet Anders, namelijk
Dient ar een Milleu-effectrapportöge gemaakt te worden?
>0 nee
ja
/
.26. BIJLAGEN Bij deze aanvraag zijn gevoegd:
Aankruisen wat van toepassing is; (plattegrondtekening van inrichting en omgeving moeten in ieder geval worden bijgevoegd); op de bijlagen duidelijk aangeven dat ze bij da aanvraag behoren); inrichting (deze in ieder geval bijvoegen en ondertekenen £ Plattegrondtekening Plattegrondtekening omgeving (deze in ieder geval bijvoegen en ondertekenen)
X
Aanvraag bouwvergunning, d.d.: Aanvraag WVO-lozingsvergunning, d.d.: Omschrijving werkzaamheden/produktieproceslsen) berekening(en) zand/slib/vet/olie/benzineafscheider(s)/septictank installatiecertifica(a)t(en)/bodemweerstandsrapport(en) ondergrondse tank akoestisch rapport, d.d.: bedrijfsmilieuzorgsysteem i
luchtemissieberekening(en)
emissierapport milieubelastende stoffen emissierapport stofhinder emissierapport geurhinder lijst(en) samenstelling verven/lakken/verdunners specificatie(s) luchtemissiereducerende voorzieningen stuks documentatie grond/hulpstoffen energiebesparingsplan waterbesparingsplan specificatie(s) vloeistofdichte vloer(en)/wasplaats bodemkwaliteitsrapport, d.d.: schriftelijke machtiging van de gemachtigde van de aanvrager anders, namelijk: anders, namelijk:
/
27. ONDERTEKENING Voor het in behandeling nemen van deze vergunningaanvraag zijn leges verschuldigd. De hoogte van het basisbedrag varieert van ± f 1.400,-- tot ± f 8.900,--. Afhankelijk van de situatie kan hierop een toeslag plaatsvinden. Ook bij weigering van de vergunning of bij tussentijdse intrekking van deze aanvraag, is een deel van de leges verschuldigd. Aldus naar waarheid ingevuld:
, (datum)
(plaatsnaarpj,/
Aanvrager:
\( \luKiW
(handtekening)
-w)
Firmastempel:
JL
jQL
f
110
X
STOkS
vfiMeuf
QTAL
net
koatCK, ^Of
\slfiirl
SMAL MESTKANAAL MET METALEN DRIEKANTROOSTER (DELVRIS DRAGENDE ZEUGEN) Categorie: Groen Label-nummer: Emissiefactor: Ontwerp: Groen Label toegekend aan:
Guste en dragende zeugen BB 95.02.027 V1 2,4 kg NH^dierplaats/jaar Praktijkonderzoek Varkenshouderij (Varkensp roef bedrijf "Zuid- en West-Nederland") DLV, Wageningen, tel. 0317- 49 15 11
Bij guste en dragende zeugen die gehuisvest zijn in boxen wordt de ammoniakemissie beperkt door toepassing van een smal mestkanaal. Het mestkanaal is voorzien van metalen driekantroosters in combinatie met een mestspleet. Principe: vermindering van het emitterend mestoppervlak door verbetering van de mestdooriaat van het rooster, verkleining van het totale roosteroppervlak en toepassing van smalle mestkanalen.
Minimum-eisen ten aanzien van uitvoering
Vloeruitvoering: Aan de voorzijde van de box is een dichte, licht hellende vloer aanwezig van 1,50 1,60 m. De roostervloer is van metalen driekant en heeft een balkbreedte van 1,0 tot 1,2 cm en een spleetbreedte van minimaal 1,2 cm en maximaal 2,0 cm. De mest spleet is minimaal 10 cm en maximaal 12 cm breed.
Mestkanaal: De breedte is minimaal 50 cm en maximaal 60 cm breed. Het emitterend mestkelderoppervlak is maximaal 0,40 m2 per zeugenplaats. Er zijn geen eisen ten aanzien van kelderdiepte en mestafvoer. u:: i „i. ~ n Eisen aan het gebruik/controle Geen.
Behoort bij besluit van Burgemeester en Wethouders vsn Heerenveen
Toepassingsmogelijkheden
17 SEP.
^
tlfcv
Algemeen: Dit staisysteem is zowel bij nieuwbouw als bij renovatie eenvoudig toepasbaar. Bij nieuwbouw zal voornamelijk gekozen worden voor ondiepe mestkelders in combina tie met een rioleringssysteem en daarnaast extra mestopslag buiten de stal. In bestaande stallen met diepe mestkelders wordt vaak volstaan met twee extra putmuren per rij ligboxen en vervanging van de betonnen roostervloer door een dichte vloer en metalen roosters boven de smalle mestkanalen. De bestaande opslagca paciteit kan behouden blijven door een stankafsluiter in de tussenmuren. Ten behoeve van een optimale mestafvoer gaat de voorkeur uit naar ondiepe mest kanalen in combinatie met een rioleringssysteem.
Voordelen: -
Uitsluitend bouwkundige aanpassing. Controle op de werking is eenvoudig. Verbeterde hygiëne, ook rond het dekken (schonere achterhand zeugen). Minder arbeid (geen mest meer onder de zeugen schuiven).
Nadelen: - De mestspleet moet worden dichtgelegd (eventueel met een kantelbaar roosterdeel) bij het uitlaten van de zeug. Een alternatief is een boxuitvoering met uitloop aan de voorzijde. - Het systeem is minder geschikt voor uitloop van zeugen tussen de boxen. Dit is met name van belang in de dekstal. (Het systeem zonder mestspleet en gecombi neerd met uitloop buiten de stal is een mogelijk alternatief).
fèilJ
Varkensstallen met een lage ammoniakuitstoot, juli 1997
3.88
Plattegrond + puttenplan
Doorsnede variant A 2000/2100
Doorsnede variant B Omschrijving:
Smalle mestkanalen met metalen driekant rooster vloer voor guste en dragende zeugen Aangevraagd door:
DLV te Wageningen
| V a r k e n s s t a l l e n met een lage ammoniakuitstoot. juli 1997
[HTROVTTI •= l a b
mm
Datum Groen Label:
07-12-1995 Behorende bij aarrvraagnr.:
BB 95.02.027V1
3.87
Groen Labelnummer:
BB 95.12.032
Toegekend op:
7 december 1995
Vervangt nummer:
n.v.t.
Geldigheid voor het systeem:
Toegekend op: n.v.t.
Tot herroeping door het bestuur van de Stichting Groen Label
Naam van het systeem:
bij besluit van Burgemeester GH Wethouders van Heerenveen
Ondiepe mestkelders met water- en me s t k a B ö h o o r t
Diercategorie:
Kraamzeugen
d.d.:
1 7 SFP "18
No.
Korte omschrijving van het stalsysteem: De ammoniakuitstoot wordt beperkt door verkleining van het mestoppervlak. Onder de roosters wordt de ondiepe mestkelder door middel van een muurtje gesplitst in een waterkanaal met minimaal 5 cm water en een mestkanaal onder de achterzijde van de zeug. Eisen aan de uitvoering: De uitvoering is in hoofdlijnen als volgt: -
de ondiepe mestkelder (diepte minder dan 50 cm) wordt door een mestdicht muurtje gescheiden in een breed waterkanaal onder de voorzijde van de zeug en een smal mestka naal onder de achterzijde van de zeug.
- de afmetingen van beide keldergedeelten moeten vallen binnen de range zoals aangegeven is op de detailtekening. - de afmeting van het mestkanaal dient als volgt te zijn: a. voorkant van de zeugenbox tot uitsparing van het mestkanaal max. 160 cm, bij diagonaal opstelling max. 170 cm. (zie tekening a); b. uitsparing van het mestkanaal min. 60 en max. 70 cm (zie tekening b); c. breedte mestkanaal min. 20 en max. 30 cm (zie tekening c); d. aflaatpunt max. 50 cm uit het hart van de box (zie tekening d). - de oppervlakte van het mestkanaal mag maximaal 0,80 m' per dierplaats bedragen. -
van toepassing bij alle gangbare hoktypen met volledig of gedeeltelijk rooster. Afmetingen conform het Varkensbesluit.
-
op de tekening zijn voor enkele staItypen variaties in de afvoer van de mest aangegeven.
Eisen aan het gebruik: De vloeistof in het waterkanaal dient aan het einde van elke kraamperiode middels afsluiters afgelaten te worden in het mestkanaal, waarna het kraamhok gereinigd kan worden. Daarna dient het niveau van het opgevangen reinigingswater met water aangevuld te worden tot 5 cm. Een gering deel van de biggenmest zal in het waterkanaal terechtkomen. Door de waterlaag zal deze mest niet aankoeken en na afloop van de kraamperiode ook gemakkelijk verwijderd kunnen worden. Nadere bijzonderheden: -
Controle op een voldoende watervulling in het waterkanaal is mogelijk door een visuele inspectie, het minimale vloeistofniveau is 5 cm.
-
De aanvrager noemt dit stalsysteem 'DeLVris voor kraamzeugen' De beslissing van het Bestuur is genomen op basis van door de aanvrager overlegde meetgegevens welke een gemeten emissie van 4,0 kg NH3 per dierplaats per jaar aangeven.
Tekeningen: Zie ommezijde voor een schematisch overzicht van de stal met de afmetingen van beide keldergedeelten en mogelijke uitvoeringsvormen van de mestafvoer. Aangevraagd door: DLV te Wageningen, tel. 0317 - 491511, in samenwerking met Nooyen Roosters bv te Deurne, tel. 0493 - 316860 en Inter Continental B.V. te Helmond, tel. 0492 - 545505
QROEN
volledig roostervloer gedeeltelijk roostervloer rMW
Detail Aa : max. 1700 b : 600-700 c : 200-300 d : max. 500
•afvoerpunt
C"1
Detail Ba : max. 1600 b: 600-700 c: 200-300 d : max. 500
Plattegrond
Doorsnede (variant)
metalen- of kunststofrooster
peil
500-
^afsluiter
XL
P afsluiter
TT~
T afsluiter
n
Doorsnede (variant)-
P afsluiter
~rr
Pafsluiter
M
Omschrijving:
Ondiepe mestkelders met water- en mestkanaal voor kraamzeugen. Aangevraagd door:
DLV te Wageningen
[r^ó^ÈN]
Datum Groen Label:
07-12-1995 Behorende bij aanvraagnr.:
BB 95-12-032
|
Groen Labelnummer:
BB 96.03.033 V2
Toegekend op:
3 juli 1997
Vervangt nummer:
BB 96.03.033 VI
Geldigheid voor het systeem:
Toegekend op: 13 maart 1997
Tot herroeping door het bestuur van de Stichting Groen Label
Naam van het systeem:
Ondiepe mestkelders met water- en
Diercategorie:
Gespeende biggen
p j j b e s l u i t VSR B u r G e m 8 e S t 0 r 0H Wethouders Van Heerenveeri
oa:
11
SEP,
ilzkk 1998
Korte omschrijving van het stalsysteew: De ammoniakuitstoot wordt beperkt door verkleining van het mestoppervlak. Aan de voorkant bevindt zich een smal kanaal, gevuld met water, en aan de achterkant wordt de mest opgevangen in een breed mestkanaal, beide voorzien van een metalen driekant roostervloer.' Eisen aan de uitvoering: a. Mestkanaal Het emitterend mestkelderoppervlak van het mestkanaal mag maximaal 0,13 m 2 per dierplaats bedragen. b. Waterkanaal Het waterkanaal dient een breedte te hebben van minimaal 0,30 m. c. Hokuitvoering en roostervloer -
van het totale vloeroppervlak in de biggenopfokhokken dient 45% - 55% dicht te zijn;
-
het mest- en waterkanaal dienen voorzien te zijn van een metalen driekant roostervloer;
-
onder de brij-/droogvoerbakken mag boven het, smalle roosterkanaal over maximaal 50 cm lengte een geplastificeerd metalen driekant rooster of kunststof rooster worden toegepast;
-
de hokbreedte dient maximaal 1,30 m te zijn en de diepte/breedte verhouding van het hok
-
de tussenhokafscheiding dient dicht te worden uitgevoerd met uitzondering van het
dient groter of gelijk te zijn dan 2,1; gedeelte boven het achterste mestkanaal. De hokafscheiding aldaar is een open hekwerk, waarvan de onderste 30 cm dicht mag worden uitgevoerd; -
het water- en mestkanaal dient maximaal 0,50 m diep te zijn;
-
het waterkanaal mag niet in verbinding staan met het mestkanaal.
d. Mestafvoer Op de tekening zijn enkele varianten van de afvoer van de mest en het water aangegeven. Naast deze varianten zijn nog andere uitvoeringen mogelijk. De doorsnede van de afvoeropening dient minimaal 150 mm te zijn. Eisen aan het gebruik: Na elke biggenopfokronde dienen het water- en mestkanaal afgelaten te worden, waarna het biggenopfokhok kan worden gereinigd. De afsluiters van het mestkanaal dienen beurtelings te worden geopend. Na reiniging dient het waterniveau in het waterkanaal minimaal 5 cm te bedragen. Nadere bijzonderheden: a. Controle op een voldoende watervulling in het waterkanaal is mogelijk door een visuele inspectie, het minimale vloeistofniveau is 5 cm. b. De aanvrager noemt dit stalsysteem "Delvris voor gespeende biggen". c. De beslissing van tiet Bestuur is genomen op basis van door de aanvrager overlegde meetgegevens welke een gemeten emissie van 0,26 kg NH 3 per dierplaats per jaar aangeven.
Tekeningen: Zie ommezijde voor een schematisch overzicht van de stal met de afmetingen van beide keldergedeelten en mogelijke uitvoeringsvormen van de mestafvoer. Aangevraagd door: DLV te Wageningen, tel. (0317) 49 15 11 in samenwerking met LAKA bv te Rijssen, tel. (0548) 51 41 50 Nooyen Roosters b.v. te Deume, tel. (0493) 31 68 60 De Wildkamp bv te Lutten, tel. (0523) 68 20 99
-ffillil
max. 1300
"7
B
plattegrond hokafscheiding
heiwerk ook mogeliJ< ols alternotief
mest doorlatende vloer
dwarsdoorsnede B—B
I
vorlont (mest In oparte Kelder)
dwarsdoorsnede B-B
metalen drlekontroc ster
pril 500afsluiter^
&= dwarsdoorsnede
A—A
variant (mest In oporte Kelder)
metalen driekontroc ster
peil..
pafsluiter
P afsluiter
5Q.Q-
mest doorlatende vloer
dwarsdoorsnede
Z
,
:
A—A Omschrijving:
LET OP: 45%-55% van het totale opp. is dicht vloeroppervlak
Ondiepe mestkelders met water- en mestkanaal voor gespeende biggen
Aangevraagd door:
Dalum Groen Label:
DLV te Wageningen i.s.m. LAKA bv te Rijssen Nooyen Roosier b.v. te Deurne De Wildkamp bv te Lutten
03.07.1997 Behorende bij aanvraag
BB 96.03.033 V2
GEMEEN! t
HEERENVEEN C
R A CK S I R A A I 9
P O S r B I J 8 ! 'o O 0 ü 8 4 1 (.5 G A i i t MM N V
n i i ( o o fy o b i 3-6 t / ö % / r i i m ax O s e - nt a i I CV e m e e n t c • • h e o- < e n v a u ii n t
•
a-ti s
/
4
zie onderaan brief
K. Nieuwland Frederikswijk 6 8411 ZK JUBBEGA
BESCHIKKING
uw brief van:
ons kenmerk: JHK.-98.3004491
bijlage(n): div.
datum: 17 september 1998
VERZONDEN 2 1 SEP. 13S8
'8
; I onderwerp: I' Aanvraag vergunning wet milieubeheer (nr. 1663) Geachte heer Nieuwland, Besluit van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente Heerenveen. Op 13 juni 1997 hebben wij uw verzoek ontvangen om een vergunning in gevolge de Wet milieubeheer voor het wijzigen en uitbreiden van een varkenshouderij, gelegen op het perceel Frederikswijk 6 te Jubbega. De ontwerp-beschikking heeft van 20 augustus 1998 tot en met 16 sep tember 1998 ter inzage gelegen. Van de gelegenheid tot het inbrengen van bedenkingen is door niemand gebruik gemaakt. Voor deze inrichting vergunning ingevolge met 80 fokvarkens en met een gezamenlijke
is door ons op 16 februari 1996 een oprichtings de Hinderwet verleend voor een fokvarkensbedrijf 370 bijbehorende biggenopfok tot 25 kilogram, dit ammoniak-emissie van 967 kg NH3/jaar.
Blijkens de bij de aanvraag overgelegde bescheiden wordt nu een ver gunning aangevraagd voor een totale bezetting van 206 fokvarkens, 780 bijbehorende biggenopfok, 20 mestvarkens en 2 dekberen. De bestaande stalsystemen worden daarbij vervangen door groen-label stallen. On danks de uitbreiding van de veestapel, daalt de ammoniak-emissie door toepassing van deze groen-label stallen naar 906 kg NH3/jaar. Ten behoeve van deze uitbreiding moet een nieuwe stal worden gebouwd. De gehele inrichting zal gelegen blijven op meer 200 meter van de om liggende burgerwoningen. Bij onze overweging hebben wij uw aanvraag getoetst aan de richtlijn "Veehouderij en Stankhinder 1996", aan de "Interimwet Ammoniak en Veehouderij" (IAV) en aan het gemeentelijk Ammoniakreductieplan, zoals dit is vastgesteld in de raad van 28 februari 1994.
li
- 2 -
Veehouderij en stankhinder (1996): Deze richtlijn beoogt op een zo objectief mogelijke wijze inzicht te geven in de te verwachten overlast rondom een veehouderij, door ener zijds rekening te houden met het soort vee, de bedrijfsgrootte, de wijze van mest opslag en mestbehandeling, en anderzijds rekening te houden met de hindergevoeligheid van omwonenden door een gebieds indeling in vier gevoeligheidscategorieën. Uit de richtlijn kan worden bepaald dat de veebezetting zoals deze nu door u wordt aangevraagd overeenkomt met 109 mestvarkeneenheden. De dichtstbijgegelegen woning van derden ligt op 205 meter van uw be drijf, zodat de omgeving getypeerd kan worden als een categorie IVomgeving. De minimum vereiste afstand voor uw bedrijf is dan 50 meter, waaraan ruimschoots kan worden voldaan. Interimwet "Ammoniak en veehouderij" Op grond van de interimwet" Ammoniak en veehouderij" kan worden beoor deeld of de aanwezigheid van een veehouderij, of de uitbreiding daar van, aanvaardbaar is vanwege zijn ammoniakdepositie op het omringend milieu. Kernpunt van de wet is dat voor een nieuwe veehouderij of een bestaande veehouderij zonder vergunning, de vergunning moet worden ge weigerd, indien de depositie door ammoniak afkomstig van die veehoude rij op een voor verzuring gevoelig gebied meer dan 15 mol zuur per hectare/jaar bedraagt. Door een wijziging van de IAV in 1996 is de aanwijzing van de voor verzuring gevoelige gebieden in Heerenveen veranderd ten opzichte van uw oprichtingsvergunning. Het dichtstbij gelegen te beschermen gebied ligt nu op 680 meter ten oosten van uw bedrijf tussen de le en de 2e wijk. De bijbehorende depositie hierop is 17,4 mol.
172 288
BB.95.12.032
4.0
172
17,4
-
5,5
11 60 203
1,3 30 35, 5
906kg
130,4
-
BB.96.03.033.V2 Totaal
O
4.0 2, 4
0,26
00 00
"
3 17, 4 |
BB.95.12.032 BB.95.02.027.VI
NC
WMÊÊm
43 kraamzeugen 120 guste/ dragende zeugen 43 guste/ dragende zeugen 2 dekberen 20 vleesvarkens 780 gespeende biggen (opfok)
u>
*
Omdat er voor het bedrijf geen uitbreiding van de ammoniak emissie wordt aangevraagd, kan de vergunning worden verleend. Afweging: Op grond van bovenstaande hebben wij besloten de gevraagde vergunning te verlenen. De voorschriften uit de oprichtingsvergunning van 16 fe bruari 1996 blijven van kracht en worden tevens aan deze vergunning verbonden.
3 Ondertekening en verzending Wij wijzen u erop dat het verlenen van deze vergunning niet inhoudt, dat hiermee is voldaan aan de bepalingen die in andere wetten, ver ordeningen, enz. zijn gesteld dan wel aan verplichtingen die op grond hiervan kunnen worden voorgeschreven. Voorts delen wij u mede, dat u op grond van de gemeentelijke Leges verordening voor de dienstverlening aan de gemeente Heerenveen leges bent verschuldigd. Het bedrag van de leges is bepaald op ƒ 2512,--. Voor het betalen van de leges doen wij u een nota toekomen. Gedurende 6 weken vanaf de dag na de dag van terinzagelegging van deze beschikking kan daartegen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een beroepschrift in worden gediend en zonodig verzocht worden om schorsing dan wel voorlopige voorziening bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van Sta te. Voor zover voor u van toepassing wijzen wij u er op, dat bij de in diening van een beroepschrift bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State voor een natuurlijk persoon een bedrag van ƒ 200,— en voor een rechtspersoon een bedrag van ƒ 400,— wegens griffierecht moet worden gestort op girorekening 507590 of bankreke ning 60.01.68.353 (De Nederlandsche Bank) ten name van de Raad van State. Wordt tegelijk schorsing van onze beschikking gevraagd, dan moet door een natuurlijk persoon voor het beroepschrift ƒ 200,— worden betaald en voor het schorsingsverzoek ƒ 200,—. Voor een rechtspersoon is de hoogte van dit bedrag wederom ƒ 400,—. Bij de betaling dient te worden vermeld waarvoor deze dient. Een exemplaar van de kennisgeving doen wij u hierbij eveneens toeko men. Indien u nadere inlichtingen over deze brief wenst, kunt u bellen met de heer G.C.A. Schouwstra, telefoon 0513-617653. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Heerenveen. Namens dit college, , hoofd afdeling Milieu- en Bouwtoezicht, mevrouw drs. J.M. de Booij.
Een exemplaar van dit besluit is gezonden aan: a. 252\J. Klaren(2x) b. de regionale inspectie van het staatstoezicht op de volksgezond heid voor de procincies Friesland, Groningen en Drenthe; c. W2 d. 211\Kees
A
"WsLr 4
Sfiswf?
7
" '
7
9
9
rT'T'^n
P *2 n Vpy Oy -v?rc\
-"
n^-?A
/toon
Vp
A
U m ? va. \A v} V, /vqcx
Gr>X>AO ^^">0
yy& vy-1M4
(p^V >1 oop/*r>i^
.'Të^ ^
4
Sa
wto ^jp ^v
' ^ " * 0 ^ * 0 ^
M
L"
I / ~
f
j
i
'
U
^
^
A^|
^x?o ^V 10 w_^o|o
inp
4
^
yl QO"p
<^>wA
wc
Ty m s
o^'h ^ u
MTp-ty' M2r-
^ CD
•rrrM\
"»"£
3">
^k>o
,yt
^ ^ *v
*v> ^
O TJ3 ^~~
^">DX)
-/iV7r^ jj
T^vjp X? ?"^
INTREKKINGSVERZOEK K. Nieuwland Auke Hartstraweg 3 8411 WH Jubbega
2, ? O
3/oktober 2000 Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Heerenveen Poostbus 15000 8440 GA Heerenveen
$cho''~iTM i
Betreft: verzoek tot gedeeltelijke intrekking milieuvergunning Geacht College, Hierbij verzoekt ondergetekende de bij besluit van d.d. 16-02-1996 verleende vergunning ingevolge de Wet Milieubeheer voor de inrichting aan de: Frederikswiik 6. 8411 ZK Jubbega kadastraal bekend Gemeente Heerenveen om intrekking voor het hierna omschreven deel betreffende de volgende ammoniakproductieruimte der bestaande dierplaatsen Diersoort: 180 gespeende biggen 20 vleesvarkens 2 beren Totaal:
Norm: 0,26 3,0 5,5
Kq.NHU per jaar 203 kg 60 11 274
kg
De afstand tot v.v.g.g. ca. 680 meter Ondergetekende wenst dat de hiervoor aangegeven productieruimte volgens de bepalingen van de Interimwet Ammoniak en veehouderij en het Ammoniak Reductie Plan wordt betrokken bij de milieuvergunning aanvraag ten name van: A.W. van Veldhuizen. Prikkedaem 1. 8412 CA Hoornsterzwaag. Ondergetekende verzoekt u op bedoelde intrekking conform artikel 8.26 Wet Milieubeheer en de buitengebruikstelling van de dierplaatsen pas een definitief besluit te nemen, indien en zodra op de aanvraag om een vergunning ingevolge wet Milieubeheer, voor de inrichting gelegen aan de: Prikkedaem 1. 8412 CA Hoornsterzwaag positief kan worden beschikt. Ondergetekende verzoekt u om de procedures in samenhang af te stemmen bij gevraagde intrekking met de aanvraag van verkrijger ingevolge het ARP en de Interim-wet, zodat niet eerder definitief wordt beschikt dan nadat blijkt, dat op de aanvraag van verkrijger positief wordt beschikt, s.v.p. onder voorwaarde van effectuering, bij het van kracht worden van de vergunning bij verkrijger. Het verzoek tot intrekking en buitengebruikstelling der dierplaatsen vervalt indien en zodra de aanvraag om vergunning door verkrijger gedurende de procedure ingevolge de Wet Milieubeheer wordt ingetrokken of hierop niet positief wordt beschikt. Ondergetekende zal tijdens de proceduretijd geen handelingen verrichten die de hiervoor vermelde productieruimte aantasten of tenietdoen en zal de voorschriften verbonden aan het buitengebruikstellen van de dierplaatsen, binnen drie maanden na het van kracht worden van de vergunning van verkrijger volledig uitvoeren. Wilt u a.u.b. een kennisgeving van de ontwerpbeschikking en de beschikking opsturen naar: Hendrix UTD ABO, t.a.v. L. v.d. Tol (PRS). Postbus 1, 5830 MA Boxmeer.
Hoogachtend,
Betiooft bi] beslui! van Burgemeester en Wethouders van Heerenveen
2o o ö
GEMEENTE C R A C K S T R A A T 2 T E L E F O O N e - m a i l
P O S T B U S 1 5 0 0 0 8 4 4 0 G A H E E R E N V E E N
051 3-6 1 76 t 7 T E L E F A X 0 5 1 3 - 6 1 7 4 7 5
G e m e e n t e @ h e e r e n v e e n . n l
252\J. Klaren (2x) Insp. Volksgez.heid Hendrix UTD ABO, L. v/d Tol (PRS), Postbus 1, 5830 MA Boxmeer A. van Veldhuizen, Prikkedacm 1,8412 CA Hoornsterzwaag
De heer K. Nieuwland Auke Hartstraweg 3 8411 WH JUBBEGA
BESCHIKKING uw brief van:
ons kenmerk: JHK.-01.3002714
bijlage(n): div.
datum:
VERZO^D&H)1! JUN 2001
I /fonderwerp: //Toepassing artikel 8.26 Wet milieubeheer (nr. 1930).
Geachte heer Nieuwland, Bij ons besluit van 16 februari 1996, nummer WM-1500, hebben wij vergunning verleend voor het houden van 80 fokvarkens en 370 opfokbiggen, op het perceel Frederikswijk 6 te Jubbega. Op grond van de vergunning is het bedrijfsmatig houden van een maximum aantal dieren vergund, hetgeen over eenkomt met een hoeveelheid ammoniakrechten, berekend volgens de Uitvoeringsregeling Ammoniak en Veehouderij (UAV). Tevens is op 17 september 1998 een uitbreidings/wijzigingsvergunning met nummer 1663 verleend voor het houden van 206 fokvarkens, 780 biggen, 20 mestvarkens en 2 dekberen, te houden in een groenlabelstal met een totale emissie van 906 kg ammoniak. In een brief van 3 november 1998 heeft u aange geven niet langer gebruik van deze vergunning te willen maken en heeft u kwijtschelding van de ver schuldigde leges gekregen. Daarmee is deze vergunning weer vervallen. In uw brief van 13 november 2000 verzoekt u om intrekking van een deel van de vergunning, te weten voor het equivalent van 274 kg ammoniak. In de briefis sprake van 180 gespeende biggen, 20 mestvar kens en 2 beren. Deze aantallen worden niet in de geldende vergunning, maar in de vervallen vergunning genoemd. Wij hebben daarom de aantallen omgerekend en komen tot de volgende conclusies. Door het overdragen van 274 kg aan emissierechten aan de heer Van Veldhuizen, Prikkedaem 1 te Hoornsterzwaag, kunnen er op basis van de vergunning minder dieren op uw bedrijf worden gehouden. U heeft te kennen gegeven dat de milieuvergunning voor dit deel kan worden ingetrokken. Op 16 mei 2001 hebben wij ons voornemen bekend gemaakt met toepassing van artikel 8.26 van de Wet milieubeheer, tot het gedeeltelijk intrekken van de vergunning. Op bedoelde kennisgeving zijn geen bedenkingen, noch adviezen van de betrokken overheidsorganen in gekomen. Wij hebben daarom, gelet op de bepalingen van de Wet milieubeheer, besloten de vergunning gedeelte lijk in te trekken voor het equivalent van 274 kg ammoniak.
II
055/993k/20ü.000
Gedurende 6 weken vanaf de dag na de dag van terinzagelegging van deze beschikking kan daartegen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een beroepschrift in worden gediend en zonodig verzocht worden om schorsing dan wel voorlopige voorziening bij de voorzitter van de Afdeling be stuursrechtspraak van de Raad van State. Voor zover voor u van toepassing wijzen wij u erop, dat bij de eventuele indiening van een beroepschrift bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State voor een natuurlijk persoon een bedrag van ƒ 225,-- en voor een rechtspersoon een bedrag van ƒ 450,— wegens griffierecht moet worden gestort op girorekening 507590 of bankrekening 60.01.68.353 (De Nederlandsche Bank) ten name van de Raad van State. Wordt tegelijk schorsing van onze beschikking gevraagd, dan moet door een natuurlijk per soon voor het beroepschrift ƒ 225,— worden betaald en voor het schorsingsverzock ƒ 225,—. Voor een rechtspersoon is de hoogte van dit bedrag wederom ƒ 450,—. Bij de betaling dient te worden vermeld waarvoor deze dient. Een exemplaar van de kennisgeving als bedoeld in artikel 3.44, van de Algemene Wet Bestuursrecht doen wij u hierbij eveneens toekomen. Indien u nadere inlichtingen over deze brief wenst, kunt u bellen met de heer G.C.A. Schouwstra, tele foon 0513-617653. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Heerenveen. Namens dit college,
, hoofd bureau Milieu, ing. M.F. de Jonge.
OVERZICHT TEKENING FOK VARKENSBEDRIJF van Dhr. J NIEUWLAND FREDERIKSWIJK 6 8411 ZK JÜBBEGA
|9NVAdON339ig1
3NVAdON3Dg"Ü1 "* 801VTU.N3A
ntt*
prS^"
| N3N>i01'HVVa>l 1 r<&Z
aoiviiiN3A
N3X)IOHMVVa?|l
r^5T "* aOIV1llN3A
ƒ>- '5T "" aOi¥lllN3A
pCS*? "* H0iY"lliN3A
p?5<j aoivniiN3A