Verslag onderwerp Consultatiebijeenkomst reflectiegroep IPO Prisma, 2e tranche EU geluidskartering en actieplannen locatie adres datum/aanvang Provincie Gelderland Markt 9 6811 CG Arnhem 15 juni 2010, 10.00 uur Gebouw Rijnstate, zaal 3.1 behandeld door doorkiesnummer e-mail Geraldine Woestenenk 06-29076164
[email protected] Agenda: 9.30 – 10.00 Ontvangst 10.00– 12.30 Ochtendprogramma: 10.00-10.05 Welkomstwoord – Gilles Janssen 10.05-10.30 Het IPO Prisma project: waarom en wat gaat dit opleveren - Paul Driessen 10.30-11.00 Ervaringen met de eerste tranche - Gilles Janssen 11.00-11.15 Koffiepauze 11.15-12.00 Draaiboek en script - Geraldine Woestenenk 12.00-12.30 Kosten/baten analyse – overzicht huidige praktijk Elly Waterman 12.30-12.45 Uw verlanglijst - alle aanwezigen onder leiding van Gilles Janssen Introductie op workshops - Gilles Janssen 12.45– 13.30 Lunch 13.30 – 15.30 Workshops 13.30-14.30
14.30-15.30
Workshop kartering en samenwerking Workshop over de geluidskaart, zoals verzamelen van gegevens, het borgen van de kwaliteit van de data, gebruik van de kaarten, grensoverschrijding. Met veel aandacht voor onderlinge samenwerking. Workshop kosten/baten Ideeën en ontwikkeling ten aanzien van de kosten/baten analyse, inventarisatie van ervaringen en behoeften van provincies.
15.30-16.10 Terugkoppeling uit workshops 16.10-16.30 Hoe nu verder – afsluiting / borrel
Workshop maatregelen Workshop over de uitvoering van maatregelen, zoals de aanbesteding van het aanleggen van stille wegdekken, hoe om te gaan (kosten van) onderhoud.
Workshop actieplan Workshop over de beleidsmatige aspecten van het actieplan, zoals het vaststellen van de plandrempel, voor maatregelen en het vinden van draagvlak binnen de provinciale organisatie en GS.
Deelnemers:
Naam Noord Holland Nienke van Kuijeren André van der Leij Zuid Holland Koos Bakker Utrecht Yvonne Kroon Peter Siteur Zeeland Alexandra Scherbein Noord Brabant Michiel de Ruiter Patrick Tönjes Sjef de Wijs Limburg Anne Vreeze-de Schoen Wout Scheper Gelderland Paul Driessen Ivo van Es Ineke Dibbits Rinus Kuijper Meike van Haren Overijssel Linda Bergsma Friesland Peter Hamersma NSG / Innonoise Erik Roelofsen Michel van Kesteren DCMR Astrid van Wijk Polka Paul de Vos dBvision Gilles Janssen Elly Waterman Geraldine Woestenenk
Functie
E-mail
Beleidsadviseur geluid Beleidsmedewerker beheer
[email protected] [email protected]
Beleidsmedewerker
[email protected]
Beleidsmedewerker afdeling Mobiliteit Medewerker Geluid
[email protected] [email protected]
Beleidsmedewerker geluid
[email protected]
Medewerker geluidsmetingen beleidsmedewerker mobiliteit beleidsmedewerker geluid
[email protected] [email protected] [email protected]
Beleidsmedewerker geluid Beleidsmedewerker geluid
[email protected] [email protected]
Adviseur geluid Adviseur geluid Programmamanager geluid Beheer en onderhoud wegen Projectleider geluid
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Adviseur Geluidhinder
[email protected]
Beleidsmedewerker Geluid
[email protected]
Beleidsmedewerker geluid
[email protected]
Adviseur geluid Adviseur geluid Adviseur geluid
[email protected] [email protected] [email protected]
Welkomstwoord – Gilles Janssen: Gilles Janssen geeft een introductie over het ontstaan van de EU-richtlijn geluidskartering. Daarna volgt een kort voorstelrondje. Het IPO Prisma project: waarom en wat gaat dit opleveren – Paul Driessen: Paul Driessen geeft een toelichting op het Prisma project. Het project heeft een aantal doelen: − Evaluatie van de 1e tranche EU-geluidskartering en actieplannen; − Als provincies leren van elkaar ervaringen; − Het verhogen van de efficiëntie bij de aanpak van de 2e tranche geluidskartering en actieplannen; − Het afstemmen van de aanpak van de 2e tranche geluidskartering en actieplannen; − Het verkrijgen van een netwerk. Het doel van deze dag is vooral om er achter te komen, wat de provincies als resultaat willen van dit project. Voor het project is een website ingericht: http://www.dbvision-hosting.nl/IPO-PRISMA/ Op deze site staan alle producten, die het project oplevert en is achtergrondinformatie te vinden, zoals de actieplannen van de 1e tranche en de evaluaties van de 1e tranche. Elly Waterman doet een oproep aan alle provincies om ontbrekende informatie te leveren, bijvoorbeeld actieplannen en links naar de kaarten van de 1e tranche. Ervaringen met de eerste tranche - Gilles Janssen: Gilles geeft een terugblik op de evaluaties van de 1e tranche van Sight en Goudappel Coffeng. Daaruit blijkt een hele grote diversiteit in aanpak en resultaat van de provincies. Bij de bestuurders was het moeilijk uit te leggen waarvoor de richtlijn (END) nodig was. Ook de interesse van burgers was zeer beperkt. Bij een informatieavond in Zuid-Holland bijvoorbeeld kwamen slechts 7 mensen, waarvan 1 burger. Voor sommige provincies is wel een proces op gang gebracht voor de aanleg van stil asfalt. Een behoefte is om vooral de burger meer te betrekken in de 2e tranche. Als maatregel worden meestal stille wegdekken aangebracht. Er is onzekerheid over de onderhoudbaarheid van stille wegdekken. Over het algemeen wordt de richtlijn wel zinvol gevonden, maar dan moeten wel alle wegen worden meegenomen. Een beperking is ook dat de END geen norm/plandrempel heeft vastgesteld. Er zijn overigens enkele provincies, die geen meerwaarde in de END zien. Het doel van de richtlijn is echter wel ook om de schadelijke effecten van geluid te voorkomen en daarnaast het bronbeleid op gang te laten komen. Een ander doel is om de burger te informeren. Gilles geeft een overzicht van de belangrijkste punten uit de evaluatie van de 1e tranche, zie Paul de Vos geeft mee dat er voor de 2e tranche niet alleen tabellen geleverd moeten worden aan de EU, maar ook kaarten in pdf-formaat. De plandrempels in de actieplannen variëren tussen 60 en 65 dB. Het vaststellen van plandrempels was een moeilijk proces, dat veel tijd kostte. Hiermee werd pas na het karteren gestart, maar een aanbeveling is om dit parallel te laten lopen. Er zijn veel verschillen tussen de aannames die provincies hebben gemaakt over stil asfalt, te weten over het de geluidsreductie, de kosten en de levensduur. Een belangrijk punt uit de evaluatie is dat er meer interactie met de burger zou moeten zijn.
Draaiboek en script - Geraldine Woestenenk Geraldine geeft een presentatie over het draaiboek en script. Het betrekken van burgers heeft soms te weinig effect, omdat geluid te beperkt is. De geluidsbelasting in Lden sluit ook niet aan op de beleving, maar staat te ver van burgers af. Je kunt ook juist aandacht besteden aan klachten, bijvoorbeeld aan vrachtwagens die ’s ochtends vroeg langs een woning denderen. Het inventariseren van de wensen van de omgeving is nuttig, maar niet alles is oplosbaar. Zorg voor de juiste verwachtingen bij burgers. Er zijn twee niveaus van communicatie: over het plan en over de uitvoering van maatregelen. De communicatie met burgers is vooral zinvol bij concrete maatregelen. Noord-Holland heeft bij de reconstructie van de N208 bijvoorbeeld milieu als uitgangspunt genomen. De grenzen van welke wegen gekarteerd moeten worden zijn op basis van het aantal motorvoertuigen per jaar (3 miljoen/jaar in de 2e tranche). Let er hierbij op, dat je geen “gatenkaas” krijgt, doordat deze selectieregel heel strikt gehanteerd wordt. Provincies willen bij de 2e tranche een bredere projectgroep oprichten dan bij de 1e tranche. De ervaring is, dat het proces van kaarten en actieplannen opstellen de samenwerking tussen milieu en verkeer stimuleert. De provincie Noord-Holland heeft verkeerstellingen uitbesteed aan NDW (=national data warehouse). De ervaring is dat geluidskaarten iets breder worden gebruikt dan puur voor het uitvoeren van de EUrichtlijn. Er is geen behoefte aan een centraal contactpersoon voor afstemming met Rijkswaterstaat (DVS) over verkeersgegevens. DVS wordt gezien als een autonome die zijn eigen lijn trekt. Paul de Vos vertelt dat de EU bezig is met het laten ontwikkelen van en rekenmethode: Knossos. Het doel is om deze voor te schrijven als standaard rekenmethode voor de kartering. Daar is veel oppositie tegen en het is nog niet bekend of dit lukt voor de 2e tranche. De provincies zien wel nut in het gezamenlijk uitbesteden van de geluidskartering, ook in uitbesteden samen met agglomeratie-gemeenten. Er zijn nog veel vragen over stille wegdekken. Dit is een onderwerp om verder uit te werken. Sommige provincies vinden dat we nog veel aan het experimenteren zijn met stille wegdekken. De meeste provincies zoeken nog naar een goede doelmatigheidsafweging om een kosten-baten afweging voor maatregelen te kunnen doen. Het zou vreemd zijn als elke provincie een eigen methode van afwegen heeft. Michel van Kesteren doet de aanbeveling om meer aandacht te besteden aan communicatie in het draaiboek en script. Gemeenten hebben hier positieve ervaringen mee. Voor de kennisuitwisseling heeft Paul de Vos een Linkedin groep gemaakt over de END (Environmental Noise Directive).
Kosten/baten analyse – overzicht huidige praktijk Elly Waterman Elly geeft een overzicht van de methoden voor kosten/baten analyse, die tegenwoordig gebruikt worden, of die in het verleden gebruikt zijn. Dit is complexe materie. Er bestaat nu een wettelijke regeling voor rijkswegen en spoorwegen van VROM: “Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder”. De is te vinden via www.wetten.nl . Bij de meeste provincies is behoefte aan een methode voor het doen van e kosten/baten analyse. Er is veel voor te zeggen om aan te sluiten bij de Regeling doelmatigheid. Op dit punt zal verder ingegaan worden tijdens de workshop over kosten/baten analyse. Workshop kartering en samenwerking Onderstaande vragen lagen op tafel: 1. Waarom wel of niet uitbesteden? 2. Hoe borg je de data in je organisatie? 3. Hoe maak je zo goed mogelijk gebruik van de aanwezige digitale (hoogte)bestanden? 4. Welke afstemming is nodig met agglomeraties? (bv. provinciale wegen die door een agglomeratie lopen, of overdracht modellen) 5. Op welke wijze kun je samenwerken met gemeenten / provincies / ProRail / RWS / België en Duitsland? Wat is de meerwaarde? 6. Welke nauwkeurigheid is gewenst? De mate van nauwkeurigheid die je wenst voor je kaarten, hangt af van waar je de kaarten voor gaat gebruiken. Puur voor uitvoering van de END en voor platte wegen is SKM geschikt. Zeeland gebruikt de kaarten ook voor andere doeleinden en dan is SKM niet goed bruikbaar. Gelderland had problemen bij het modelleren van de ligging van de weg, Zeeland niet. Een lastig punt is het beheersen van het verzamelen van de gegevens. Die worden meestal op verschillende afdelingen beheerd. In Gelderland heeft men voor elkaar gekregen dat er 4 bestanden gemaakt zijn en beheerd worden: − Intensiteiten − Wegdekken − Snelheden − Locatie en hoogte geluidsschermen en – wallen. De leveranciers van de data zijn verantwoordelijk gemaakt voor de kwaliteit van de data. Het is belangrijk om de brongegevens goed te borgen in de organisatie. De geluidsbelastingen op de geluidskaarten wijken 3 tot 4 dB af van SRM2 berekeningen, onder andere door de verschillen in invoerdata. De wegen liggen soms dwars door de gebouwen heen. Het berekenen van de gecumuleerde geluidsbelasting zou beter zijn voor bewoners. De richtlijn stelt dit niet verplicht. De provincie kan er voor kiezen om dit te doen, om extra inzicht te krijgen. Cumulatie kan ook gezien worden als doelmatigheidsaspect. Besteed in de communicatie met burgers ook aandacht aan cumulatie. Paul Driessen stelt voor om een enquête te houden om uit te wisselen waar provincies hun data vandaan halen. Astrid van Wijk geeft aan hoe je een geluidsmodel opbouwt vanuit GBKN, in combinatie met het ACN-bestand. Astrid stuurt de beschrijving nog op. Een andere mogelijkheid is een geluidsmodel opbouwen via iDelft. Eén van de provincies heeft de ligging van de wegen laten invliegen. ACN punten geven grote fouten door de ligging van de punten. BAG is beter.
Het is mooi om ook een kaart te maken met gekleurde gebouwen, naast gekleurde contourvlakken. Wat betreft afstemming en samenwerking: Sjef de Wijs gaat proberen om de agglomeraties op één lijn te krijgen. Het is nuttig om met elkaar mee te kijken en te controleren of gegevens op elkaar aansluiten. Soms worden de contouren gesmoothed om ze te laten aansluiten, een oplossing die gebruikt is voor de Atlas leefomgeving. Wensen voor het draaiboek: − Denk ook na over SWUNG − Karteren van alle wegen − Welke eisen moet je stellen aan je kaarten − Neem als uitleg op over de verkeersgegevens, dat verkeer kan verdwijnen als een zijweg niet in de verkeersgegevens staat. − Eventueel cumulatie als doelmatigheidsaspect uitwerken. − Beschrijving opnemen, hoe een geluidsmodel kan worden opgesteld op basis van iDelft bestanden. Workshop kosten/baten Onderstaande vragen lagen op tafel: 1. Wat zijn de ervaringen met een kosten / baten analyse in de 1e tranche? 2. Kostenbepaling: hoe bepaal je die? Hoe maak je een keuze waar je stil asfalt zou kunnen leggen (bv. aantal woningen / km)? 3. Baten: met welke criteria bepaal je die? 4. Bespreken voorgelegde modellen. Er is behoefte aan een kosten/baten analyse. Wegen met meer dan 3 miljoen motorvoertuigen per jaar gaan meer door kernen of er langs dan de 1e tranche wegen. Een belangrijke vraag is hoe je de baten van een maatregelen bepaalt. Deze kunnen wellicht aansluiten bij de beleving. De beleving van het effect van een stil wegdek is groter dan de geluidsreductie, door de andere klank. Een optie is om de baten een sprong te laten maken bij de plandrempel. Een achterliggende woonwijk met een geluidbelasting lager dan de plandrempel zou ook baten toegekend kunnen krijgen. Ook de kosten van maatregelen zijn niet eenduidig. De provincie Noord-Holland hanteert voor de kosten van stil asfalt 3 tot 4% extra. Bovendien zorgt de provincie voor verduurzaming na 4 jaar. Het is een optie om mensen te laten meebetalen voor maatregelen. De vergelijking van kosten voor een stil wegdek versus kosten voor gevelisolatie valt vaak positief uit voor gevelisolatie, dat is goedkoper. Doe naast het akoestische ook iets niet-akoestisch, bijvoorbeeld een bloembak. Doelmatigheid kan ook gebruikt worden voor prioriteitsstelling. Je kunt daarbij ook kijken naar de duur van de geluidsbelasting (hoeveel jaren). Er zijn bestaande systemen om een kosten/baten analyse te doen. De provincie Limburg heeft een goed systeem voor de kosten/baten afweging. Daarnaast is er de regeling doelmatigheid (het Rijkswaterstaat systeem). Ook de provincies Utrecht en Gelderland hebben een systeem. Ook de provincie Noord-Brabant heeft een methode, die de belang van het verkeer gebruikt voor de prioritering. Een voorstel is om het systeem van de provincie Limburg verder uit te werken en dit
naast de regeling doelmatigheid te leggen en de methode van de provincie Gelderland. Een idee is om dit door een hogeschool als onderzoeksopdracht uit te laten werken. Optie: kijk naar de belangen bij een weg, namelijk naar belanghebbenden die over de weg rijden ten opzichte van degenen die er naast wonen (aantal bewoners binnen een contour). Een vrachtauto kun je gelijk stellen aan 90 personen. Hoe is de verhouding van mensen die last hebben resp. profijt hebben van de weg? Wensen voor het draaiboek: − Methode voor kosten/baten analyse verder uitwerken op basis van bestaande methoden. Aantekeningen workshop maatregelen Onderstaande vragen lagen op tafel: 1. Welke ervaringen zijn er met geluidsreducerend asfalt en geluidsschermen en –wallen? 2. Wanneer pas je het wel of niet toe? 3. Hoe ga je om met extra onderhoudskosten? 4. Hoe ga je om met extra risico’s als bijvoorbeeld vorstschade? De belangrijkste maatregel is stil asfalt. Het gaat daarbij om dunne geluidreducerende deklagen (DGD’s). ZOAB wordt te kwetsbaar gevonden en werkt bij lage snelheden minder goed en vervuilt snel. De provincie Brabant experimenteert met DGD’s op een betonnen ondergrond. Dat is mogelijke duurzamer. Er is erg veel onduidelijk over de feitelijke prestaties van DGD’s. Met name over robuustheid, levensduur, geluidreductie (ook op termijn). Er zijn geruchten en “religies” die lastig de pareren zijn. Soms lukt het om door druk vanuit GS de mensen bij beheer en onderhoud mee te krijgen voor stil asfalt. Er wordt nog veel gemonitord en geëxperimenteerd, ook met contracten naar aannemers waarbij verantwoordelijkheid voor geluidreductie en robuustheid/levensduur bij de aannemer gelegd is. De provincie Noord-Holland heeft daar ervaring mee. Daarbij is duidelijk geworden dat de aannemer veel zorgvuldiger is tijdens de aanleg (stoppen bij slecht weer) omdat dit veel invloed heeft op deze aspecten. Er is behoefte aan een centraal overzicht van alle ervaringen en feiten over de toepassing van stil asfalt op provinciale wegen. Het gaat dan om ervaring over kosten en over levensduur .Bij het CROW is er zeker kennis op dit terrein. Ook bij Polka is er kennis aanwezig. Wellicht kan dit prismaproject uitzoeken wat de beste manier is om tot een gedeelde feitenbasis voor alle provincies te komen. Veel woningen zijn al voorzien van gevelmaatregelen. Er is iets voor te zeggen toe te staan dat deze woningen boven de plandrempel blijven zitten. Zij hebben immers al een pakket maatregelen gekregen waardoor het binnen (ook tijdens slaap) stil genoeg is. Er is echter niet overal een goed overzicht van de woningen die gesaneerd zijn. Het is ook een idee om het aanbrengen van gevelisolatie als maatregel te overwegen in actieplannen. De provincie heeft dan naast stil asfalt een ander alternatief. Wellicht een idee om mee te nemen in de twee tranche. Overig maatregelen kunnen gericht zijn op de mobiliteit. Bijvoorbeeld een snelheidsverlaging, het bevorderen van het OV, het weren (eventueel alleen in de nacht) of ontmoedigen van (zwaar) vrachtverkeer (zeker als er een rijksweg als alternatieve route ligt; voorbeeld Beekbergen en de A50) of een omlegging van de weg. In de tweede tranche kunnen dergelijke maatregelen wellicht meegenomen worden alhoewel sommigen natuurlijk wel ingrijpend kunnen zijn. Wensen voor het draaiboek: − Uitwisselen van ervaringen stil asfalt, ten aanzien van locaties waar stil asfalt toegepast kan worden, extra kosten voor onderhoud, levensduur.
Aantekeningen workshop actieplan Onderstaande vragen lagen op tafel: 1. Hoe verloopt het proces? Staat de milieuambitie centraal of de kosten? 2. Wat is er nodig voor politiek draagvlak? 3. Hoe wordt de evaluatie van de 1e tranche uitgevoerd? 4. Hoe ga je om met stiltegebieden / stille gebieden? 5. Hoe ga je de communicatie inrichten? Er zijn m.b.t. de keuze voor de plandrempel twee denkrichtingen: 1. Kies een waarde gestuurd door argumenten gebaseerd op milieu, hinder en gezondheid. Het kan dan ook een relatief lage waarde zijn die je niet in een periode van 5 jaar kunt bereiken door gebrek aan geld. Je moet dan dus uitleggen dat je er stap voor stap over een langere periode naartoe werkt om je ambitie te halen. De beschikbaarheid van geld bepaalt dan het tempo waarin je de plandrempel gaat realiseren. 2. Kies een waarde gestuurd door het beschikbare budget voor de komende 5 jaar. Je weet dan dat je de plandrempel kunt halen en kunt aan verwachtingen voldoen, Want het is een lastig verhaal om te moeten uitleggen dat je de norm niet haalt. Er is geen duidelijke meerderheid van de provincies voor een van bovenstaande twee keuzen alhoewel in de eerste tranche de meeste het beschikbare budget sterk hebben laten meewegen in de keuze van de plandrempel. Het is ook mogelijk om een plandrempel per gebied te kiezen. In stedelijk gebied bijvoorbeeld is al veel geluid, dus daar hoeft de plandrempel niet laag te zijn. Sommige provincies willen de plandrempel overal gelijk trekken. Andere provincies zien geluid juist als lokaal probleem, met lokale normen. Het is moeilijk om draagvlak te krijgen voor het actieplan, bijvoorbeeld bij de collega’s van “verkeer”. GS is vaak positiever dan de ambtenaren over het toepassen van stille wegdekken. Het werkt ook goed om stille wegdekken te laten openen door een gedeputeerde op een feestelijke bijeenkomst met omwonenden. Het verdient aanbeveling de effecten van stil asfalt ook in beeld te brengen door het aantal vierkante meter geluidbelast oppervlak te presenteren (naast de aantallen woningen). Vermoedelijk zullen de evaluaties van de eerste tranche beperkt blijven tot een feitelijke opsomming van de voornemens en een weergave van de werkelijke realisatie. Stiltegebieden en stille gebieden (buiten de stad) kunnen mogelijk meer aandacht krijgen in de tweede tranche. Sommige provincies hebben al aangegeven standaard stil asfalt in deze gebieden te willen gaan toepassen. Men deelt de mening dat eigenlijk alleen de provincie zich bekommert om deze gebieden (het rijk en gemeenten doen dat niet). De richtlijn is dan een kans om meer aandacht te krijgen voor deze gebieden. Er loopt overigens een ander Prismaproject dat zich richt op deze gebieden. Provincies zouden ook de krachten meer kunnen bundelen, bijvoorbeeld door allemaal in het actieplan aan te geven dat RWS ook iets aan het behoud van stiltegebieden zou moeten doen (en op basis daarvan de minister van VenW een brief te sturen en te vragen om een gesprek). Een ander voorbeeld is dat alle provincies in het actieplan opnemen wat de EU op het gebied van bronbeleid aan voertuigen zou moeten regelen. De bestaande manier van communicatie werkt niet bij de actieplannen. Een idee is om meer met agglomeraties op te trekken. Een positief voorbeeld is de gemeente Zoetermeer. Een ander idee is
andere thema’s dan geluid te kiezen. Als bijvoorbeeld over niet al te lange termijn ook groot onderhoud is gepland, kun je alle bewoners langs de weg uitnodigen om heel breed over de weg te praten. Dan gaat het over veiligheid (fietspaden, rotondes i.p.v. kruisingen, stoplichten, oversteekplaatsen, verlichting, afval en ook over geluid); een dergelijke aanpak zal vermoedelijk wel tot daadwerkelijke interactie met de omwonenden leiden ook op het gebied van geluid. Dat zal positieve effecten kunnen hebben, ook op het gebied van hinderbeleving. Een andere suggestie is om naar de burger toe te gaan, in plaats van mensen naar het gemeentehuis te laten komen.