De
Sectorwerkstuk Hoe groen is het brood van S4.6?
Gemaakt door: Marike Wolthuizen Klas: S4.6 GL/TL Praktijkdocent: Dhr. Bremer Inleverdatum: 7 maart 2014
Voorwoord: De hele zomervakantie heb ik zitten te denken over het onderwerp van mijn onderzoek. Het moest te maken hebben met voeding en gezondheid en groen. Ineens kreeg ik het idee om een onderzoek te doen over brood. Brood is immers een belangrijk voedingsproduct, we eten het elke dag. Door de vraag ”Hoe groen is” kreeg ik het idee om het brood te laten schimmelen. Ik wil me verdiepen in schimmels, bacteriën en gisten. Verder wil ik bekijken of er in ‘ambachtelijk’ brood andere schimmels zitten dan in ‘fabrieksbrood’.
2
Inhoudsopgave Voorwoord: ............................................................................................................................................. 2 Inhoudsopgave: ................................................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Voorlopige conclusie van het vooronderzoek. ...................................................................................... 11 Theoretische achtergrond van mijn sectorwerkstuk ........................................................................ 12 Veilig werken met micro-organsimen: .................................................................................................. 14 Schimmels.............................................................................................................................................. 15 Gisten .................................................................................................................................................... 16 Bacteriën ............................................................................................................................................... 16 Hoe groen is het brood van klas 4.6? .................................................................................................... 17 Planning onderzoek: .............................................................................................................................. 27
3
Fase 1: De voorbereiding Het formuleren van het onderzoeksvraag. (stap 1) Ik doe dit sectorwerkstuk alleen omdat ik dan duidelijk inzicht heb in mijn proeven en de resultaten. Het onderwerp van mijn werkstuk is: (stap 2) Hoe “groen” is het brood van mijn klasgenoten? (stap 3) Onderzoek: Hoe groen is het brood van klas 4 GL? Ik zou graag van de leerlingen uit mijn groep een stukje brood willen. Ook wil ik weten waar het vandaan komt. Hoe “groen ”is het brood van mijn klas? Ik zet de stukjes brood ”op kweek” en fotografeer het proces van beschimmeling. Deze foto’s gebruik ik voor de presentatie aan de ouders.
Voordat ik mijn onderzoek doe, doe ik eerst een vooronderzoek. Ik kies bruin brood uit verschillende winkels en bakkers en snijd een mooi rond schijfje uit elk brood. Deze leg ik in een Petrischaaltje. Ik nummer de Petrischaaltjes en probeer de broodzakken met daarin de product samenstelling te bewaren. Ik doe bij de Petrischaaltjes een watje (proces van leven is een voedingsbodem, vocht en zuurstof) en houdt dat vochtig. De Petrischaaltjes nummer ik en leg ze op zwart papier, zodat ik goed kan zien wat er gebeurd. Ik maak foto’s en beschrijvingen.
De deelvragen zijn: 1. Welk brood is het groenst? (het snelst beschimmeld) Is dat het brood van de bakker? of het ambachtelijke brood uit de supermarkt? 2. Welk brood is het snelst aan het verkleuren? (Voordat er schimmels opkomen) 3. Welk stukje brood minder en waaraan zou dat kunnen liggen? 4. Wat tref ik aan op het brood? Zijn dat bacteriën, schimmels of gisten? 5. Maakt het verschil of mijn brood uit de supermarkt komt of bij een bakker wordt gemaakt?
4
(stap 4) Het maken van een plan van aanpak De informatie die ik nodig heb, haal ik uit de boeken van mijn broer; chemische technologie. Ook haal ik de informatie uit de verwerking agrarische producten en ander boeken van mijn opleiding.
Het plan is verder dat ik de dag van de chemie bezoek op 5 oktober 2013 en ook wil ik een interview houden met een hoogleraar moleculaire biologie Dhr. Y. Elgersma werkzaam op de Erasmus Universiteit. Als ik tijd over heb wil ik een bezoek brengen aan zijn laboratorium.
5
Fase 2: De uitvoering
(Stap 5) experimenteren en waarneming. Op 24 september 2013: Ben ik naar de AH geweest. Daar heb ik 2 broden gekocht; 1 hele ambachtelijke en een halve tarwe. Het ambachtelijke brood kost 2.39 euro een halve tarwe kost 0.79 euro. De product beschrijvingen staan hierboven:
Ook ben ik naar een echte bakker geweest namelijk; De Haan. Het brood wat ik daar gekocht heb, is een halve tarwe voor 1.10 euro. Het zat in een doorzichtige plastic zak en ik heb er geen foto’s van.
Verder ben ik naar de Poiesz gegaan en heb daar een halve tijgerbruin gekocht voor 0.84 euro en een hele noordertarwe voor 1.88 euro.
6
Daarna ben ik naar C1000 geweest. Ik heb daar een hele boeren licht meergranen voor 2.19 euro. En een halve tarwe brood van bakker van der Werf voor 0.89 euro.
Ook ben ik naar de Aldi geweest en heb daar een hele boeren tarwe gekocht voor 0.99 euro.
Bij de Lidl tot slot heb ik Ook ben ik naar de Aldi geweest en heb daar een hele boeren tarwe voor 0,99 euro.
7
24 september 2013 Op deze datum heb ik een tafel naar de wasruimte gebracht met daaroverheen zwarte vuilniszakken. Ik heb het vastgezet met plakband. De Petri- schaaltjes heb ik genummerd en etiketjes gemaakt met alle winkels waar ik het brood heb gekocht. Daarna heb ik met zeep mijn handen goed gewassen en gedesinfecteerd.
Ook heb ik een vormpje gebruikt om een stuk uit het midden van het brood te snijden. Als ik het stukje eruit had, maakte ik het vormpje schoon met alcohol, zodat ik zo hygiënisch mogelijk werk. Het stukje brood legde ik in een schoon Petrischaaltje. Ik moest goed opletten dat ik de nummers niet door de war haalde. In elk Petrischaaltje legde ik een vochtig watje. Het deksel heb ik dichtgedaan.
8
Proefomschrijving:
Uitwerking (in foto’s):
24-09-2013: Bakjes zijn dicht en het proces kan beginnen.
9
27-09-2013: Er zijn nog geen veranderingen zichtbaar.
29-09-2013: Bij nummer 9 (ambachtelijk brood van de AH) zien we een rode verkleuring op het brood in de hoek. Bij nummer 2 (C1000) zien we een bruine verkleuring in de hoek.
02-10-2013: Bij nummer 9 (Ambachtelijk brood AH) zie je duidelijk dat het al begint te schimmelen. De rest heeft een verkleuring doordat het water van het watje op het brood is gekomen. Bij nummer 5 (Lidl) zie je een groen rondje op het brood. 4-10-2013: Na 2 weken begon het brood helemaal uit te drogen en was er geen schimmelvorming zichtbaar. Hoewel de watjes wel vochtig waren. Ik heb een drupje water op elk stukje brood gedaan.
10
6-10-2013: Bij nummer 1 (Poiesz Noorderbrood) zie je een zwarte verkleuring. Ook bij nummer 9 (ambachtelijk brood AH) zie je witte haartjes rond het brood.
09-10-2013: Door het water gebeurt er vrij weinig en is er sprake van inklinking. Het brood kleurt bruin in het midden, maar er groeien geen schimmels.
16-10-2013: Het water op het brood is opgelost in het Petri schaaltjes. De temperatuur in de kamer is omhoog gegaan omdat we vaker de kachel aan hebben. De verkleuring van het brood is goed te zien. 20-10-2013: Ik heb besloten de Perti-schaaltje naar het tuinhuisje te verplaatsen. Daar is het vochtiger en kouder. Ik hoop dat dit beter is voor de schimmelvorming. Ook omdat het in de wasruimte benauwd is en de schimmels giftig kunnen zijn. Dus je kunt problemen krijgen als je het inademt.
Voorlopige conclusie van het vooronderzoek Duur na 26 dagen onderzoek: De vooronderstelling dat het bakkersbrood het eerst verkleurd is niet juist gebleken. Het zijn juist de ambachtelijke broden van de supermarkt die het eerst schimmelen. Het ambachtelijk brood van de Albert Heijn verschimmelde goed, en ook het ‘Noorderbrood ”van Poiesz is goed aan
11
het verschimmelen. De “fabrieksbroden ” (Lidl, Aldi en C1000) schimmelen weinig, maar worden steeds dunner. Ook worden ze steeds bruiner van kleur. De bakkersbroden zien er na deze maand nog net zo uit, alleen zijn ze wat uitgedroogd. Mogen we veronderstellen dat de bakker ook conserveermiddelen in het brood gebruikt? En dat de hoeveelheid gelijk is aan de fabrieksbroden? Op de zak van Bakker Van der Werf staat dat er als ingrediënt broodverbetermiddel inzit. Op de verpakking van de “supermarkt” broden staat dat in het brood van C1000 emulgatoren E472E en E482 inzit. Maar in het Lidl en Aldi brood staan geen E nummers. Als emulgator staat dat er mono en diglyceriden van vetzuur veresterd met mono- en diacetylwijnsteenzuur in zit. Is dit hetzelfde als de E nummers maar dan anders opgeschreven?
De omstandigheden waaronder deze proef werd uitgevoerd, waren niet gelijk. De omgevingstemperatuur schommelde doordat in huis de CV installatie werd aangezet. Ook de vochtigheid schommelde, doordat we het raam open zetten in de wasruimte. Voor de volgende proef van het brood twijfel ik er aan of ik deze wel uit zal voeren in de wasruimte. Kan de proef beter worden uitgevoerd in een vochtig hokje? Ik overleg dit met mijn docent, voordat ik de volgende proef uitvoer.
Theoretische achtergrond van mijn sectorwerkstuk Het hoog vochtgehalte van brood bevordert de groei van schimmel op het brood. Schimmels worden wel afgedood gedurende het bakproces maar sporen en schimmels aanwezig in de lucht van de bakkerij zorgen ervoor dat het brood terug besmet wordt. Alhoewel een strikte toepassing van hygiëneregels in de bakkerij het herbesmetten tot een minimum kan beperken, is het uiterst moeilijk om herbesmetting voor 100% te vermijden.
12
De groei van micro-organismen (en de snelheid waarmee ze tot ontwikkeling komen) wordt o.a. bepaald door:
de temperatuur waarbij het product bewaard wordt
de pH van het product
het vochtgehalte van het product
de aw waarde van het product
het soort micro-organismen dat aanwezig is
de mate waarin het product besmet is met micro-organismen
aanwezigheid van producten die de schimmelgroei tegengaat (bijvoorbeeld rozijnen; deze bevatten relatief grote hoeveelheden tartraarzuur dat als schimmelwerende stof gaat ageren)
het al dan niet verpakt zijn (verpakt brood gaat sneller beschimmelen omdat de lucht in de verpakking vochtig wordt)
13
Veilig werken met micro-organsimen Schimmels treden veelvuldig op als bedervers van levensmiddelen. Vroeger dacht men dat beschimmelde producten er niet smakelijk uitzagen, maar dat ze ongevaarlijk waren als we ze zouden innemen. Tegenwoordig denkt men daar anders over. Schimmels zijn berucht geworden vanwege het vermogen om zeer giftige stoffen voort te brengen: de zogenaamde mycotoxinen. Zo moeten er ook geen grondstoffen gebruikt worden die beschimmeld zijn. Er is dus behoefte aan mensen die schimmels kunnen determineren. (Gisten behoren ook tot de schimmels.) Schimmels kunnen dus gifstoffen produceren. Vindt deze productie in levensmiddelen plaats, dan loopt de consument het risico van mycotoxise. Pathogene schimmels kunnen de mens op 2 manieren ziek maken. Vooral schimmelsporen zijn soms in staat bij mensen allergieën op te wekken. Pathogene schimmels zijn in staat om op of in het lichaam te gaan groeien. Zo’n contactinfectie noemt men een mycose. Daarom is het wenselijk zomin mogelijk de petrischalen te openen. Bij geopende schaal oppassen voor luchtbewegingen (tocht). In verband met de elektrostatische lading van plastic petrischalen en hierdoor de kans op het wegschieten van sporen, verdient het aanbeveling schimmels in glazen petrischalen te kweken. Groei van schimmels vindt plaats in een zeer breed temperatuurbereik; van onder de 0 tot 55 graden. Schimmels zullen goed groeien bij 37 graden. Toch zullen de meeste soorten zich het best ontwikkelen bij een zeer gematigd temperatuur tussen 20 en 25 graden. Licht kan van invloed zijn op sporen vorming. Het zal uit de bovenstaande informatie duidelijk zijn, dat werken met schimmels niet zonder gevaar is. Het grootste gevaar is het inademen van schimmelsporen die dan tot een allergische reactie –en heel misschien uitgroei- kunnen geven. Daarom is veilig werken heel belangrijk.
14
Schimmels De meeste schimmels zijn saprofyt; ze leven van dood materiaal. ‘Saprofyten schimmels’ zijn erg nuttig, want ze ruimen allerlei afval op. Sommige saprofyten schimmels kun je zelfs eten; denk maar eens aan champignons. Er zijn echter ook schimmels die leven op levende organismen: ‘symbiotische schimmels’. En er zijn zelfs schimmels die leven ten koste van levende organismen: ‘parasitaire schimmels’ Schimmels en gisten zijn in het bezit van een celkern waardoor ze zich onderscheiden van de bacteriën. Van planten onderscheiden ze zich door de afwezigheid van bladgroen. In schema ziet het er zo uit: Rijk Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
Kenmerken - celwand - geen celkern - geen bladgroenkorrels - celwanden - celkernen - geen bladgroenkorrels - celwanden - celkernen - bladgroenkorrels - geen celwanden - celkernen - geen bladgroenkorrels
Schimmels groeien zelfs bij zeer lage zuurstofconcentraties. De schimmels zijn draadvormige waarvan de groei een typisch stoffig, wollig of harig uiterlijk heeft. Gisten zijn meestal eencellig en vormen gladde kolonies. Bouw van een schimmel De meeste schimmels bestaan uit draden (hyfen) die zich vertakken en uitgroeien. Het geheel van hyfen heet het mycelium. In de draden, worden (vaak gekleurde) sporen gevormd, welke zich in de lucht verspreiden. Een aparte groep schimmels onderscheidt zich doordat ze uit 1 cel bestaan, dit zijn gisten. Een bekende gist is de bakkersgist, (Saccharomyces cerevisiae)
15
Gisten Gisten zijn één cellige schimmels. Ze worden gebruikt bij de bereiding van bepaalde levensmiddelen zoals brood, bier en wijn en voor de productie van enzymen. Ook in de biotechnologie worden gisten gebruikt, onder andere voor de productie van biobrandstoffen. Gisten zetten suikers om in alcohol en koolzuurgas. Ze kunnen eten ook bederven. Ze zorgen dan voor een andere smaak of uiterlijk. Dit is meestal niet ziekmakend. Bij het bakken van brood, wordt gist gebruikt. Gist zorgt voor omzetting naar koolzuurgas, om het deeg te laten rijzen. Bovendien verandert gist de smaak van het brood. Door het op verschillende manieren te laten rijzen, kunnen verschillende broodsmaken worden gemaakt met andere eigenschappen. En door het meer en langer te laten rijzen, krijg je een beter aroma. De kleine hoeveelheid alcohol die, in dit geval als nevenproduct, geproduceerd wordt, verdampt al gauw als het brood gebakken wordt.
Bacteriën Bacteriën zijn eencellige micro-organismen. Bacteriën kunnen zich snel vermeerderen. Ze stoppen met vermeerderen als er te weinig voedsel of ruimte is. Bacteriën groeien het beste in een vochtige omgeving tussen een temperatuur van 10 graden tot 40 graden op een voedingsbodem. Sommige bacteriën kunnen sporen vormen. Een bacterie heeft geen celkern en het DNA zweeft rond in het cytoplasma. Je kunt ook ziek worden door een bacterie, bijvoorbeeld als je voedsel eet die besmet is met bacteriën. Bacteriën kunnen ook erg nuttig zijn. Ze zorgen er namelijk voor dat resten van dodelijke planten of dieren worden afgebroken en behoren dus tot reducenten.
16
Hoe groen is het brood van klas 4.6? Ik heb iedereen gevraagd of ze vandaag een stukje brood voor mij willen meenemen omdat ik ga onderzoeken en kijken welk het brood het snelst verkleurt en op welk brood de eerste schimmels gaan groeien. Ook heb ik mijn praktijkdocent Dhr. Bremer benaderd omdat ik graag de broedstoof wil gebruiken en een leeg lokaal zoek om het brood in petri-schaaltjes te doen. Ik kreeg een leeg lokaal toegewezen.
Ik heb een lijst van de leerlingen bijgehouden en waar ze het hebben ingekocht. De lijst van de leerlingen: Naam: 1. Jolanda 2. Laura 3. Idskje Marije 4. Matty 5. Marije 6. Astrida 7. Melanie 8. Sean 9. Angela 10. Hiske 11. Linda
Gekocht bij: Poiesz Warme Bakker Bakker Aldi Echte Bakker Warme Bakker C1000 Jumbo Aldi Warme Bakker Lidl
17
Proefomschrijving: 8-11-2013 Start van mijn onderzoek!
Uitwerking (in foto’s):
Iedereen op de lijst heb ik een nummer gegeven en dat nummer staat ook op de Petrischalen. Het brood heb ik uit de zakjes gehaald met mijn handschoenen aan en met een schoonmesje heb ik een vierkant uitgesneden. Toen heb ik de stukjes brood in de petrischalen met het juiste nummer gelegd. En heb ik de petri schaaltjes in de broedstoof gedaan van school. Extra foto:
9-11-2013 / 10-11-2013 Weekend, niet kunnen bekijken
18
12-11-2013 Nog geen veranderingen zichtbaar. Meneer Bremer heeft gezegd dat ik beter de Petrischalen open kon doen en niet in de broedstoof moest zetten maar in de open lucht. Ik heb de tip van meneer Bremer gevolgd.
14-11-2013 Bezig met mijn sectorwerkstuk op Kaatsland. Ik neem de theorie door en maak het verslag over de theorie.
15-11-2013 Ben naar meneer Bremer geweest en heb gevraagd wat ik het beste kon doen, want mijn brood is helemaal uitgedroogd. Hij zei dat ik een bakje met water moet pakken en poedersuiker in het water op moet lossen. Dit heb ik met een strijkstokje op het brood gedaan. Deze tip van meneer Bremer heb ik gelijk opgevolgd omdat het brood was uitgedroogd en ik geen raad meer wist. 16-11-2013 / 17-11-2013 Weekend, niet kunnen bekijken
19
18-11-2013 Zie foto. Het brood is nog steeds hard. In het bakje ontstaat waterdamp. Deze druppels zijn zichtbaar op het glas.
26-11-2013 De waterdamp is weg en in nummer 3 is er een inklinking. Ik denk dat dit komt door het water.
29-11-2013 Mijn laatste dag. Eigenlijk is de normale duur 30 dagen maar ik besef dat het brood helemaal is uitgedroogd er geen schimmelvorming of bacteriekolonies ontstaan. Dit vind ik erg jammer en overleg met meneer Bremer of ik mijn onderzoek opnieuw moet doen.
20
Verslag open dag van de chemie 5 oktober 2013
Het laboratorium van Vitens is het modernste drinkwaterlaboratorium van noordwest Europa. Het laboratorium heeft een belangrijke rol in de controle van het drinkwater. Zo worden er door medewerkers van Vitens monsters genomen uit het hele drinkwaterproces. De monsters worden genomen uit de bron. De verzamelde monsters worden aan het einde van de dag ingeleverd bij Vitens, waar in het laboratorium de kwaliteit van het drinkwater wordt onderzocht. Het beschreven proces en nog veel meer kwam aan bod tijdens Open dag bij Vitens. Dagelijks worden er meer dan duizend monsters verwerkt in het lab.
21
Interview: 26 december 2013 Ik heb een interview gehouden met Prof. Dr. Y. Elgersma hoogleraar moleculaire neurobiologie aan het Erasmus medisch centrum in Rotterdam.
Welkom Prof. Dr . Elgersma. Allereerst hoe moet ik u aanspreken? Ik heb het liefst dat je meneer Elgersma zegt. Ik ben tenslotte de vader van je vriendinnetje.
U bent gepromoveerd op het onderwerp: Gisten en schimmels. Klopt dat? Ja, mijn proefschrift ging over het transport door een membraan van de gisten. Officieel luidde het proefschrift: Transport of proteins and metabolites across the peroxisomal membrane in Saccharomyces cerevisiae. Ik heb dit proefschrift in 1995 geschreven en jouw ouders waren bij de verdediging van mijn proefschrift.
Kunt u mij er iets over vertellen? Saccharomyces cerevisiae is de meest gebruikte gist. Het zorgt voor het fermenteren van koolhydraten. Je gebruikt gist in het maken van brood, en in de bereiding van bier. Ik heb onderzoek gedaan naar de doorlaatbaarheid van de cel.
Ik moet voor school een onderzoek doen. Ik heb gekozen voor het onderzoek naar schimmels op het brood. Interessant onderwerp. Hoe heb je dit gedaan?
Ik heb verschillende soorten brood in uw Petrischaaltjes gedaan, met daarin een watje voor het vocht. Dat heb je goed gedaan. Voor schimmelvorming heb je vocht en de juiste temperatuur nodig.
22
Wat is eruit gekomen? Uit het vooronderzoek kwam dat het ambachtelijk brood van de AH het eerst ging schimmelen.
Hoe denk je dat dit komt? Ik denk dat in dit brood bijna geen broodverbetermiddel zit.
Heb je het onderzoek uitgebreid? Ja, ik heb brood gevraagd van mijn klasgenootjes. In mijn vooronderzoek duurde het heel lang voordat het brood ging schimmelen. Dus dacht ik dat het beter ging in een stoof.
Bij ons in het laboratorium gebruiken we ook incubators met de juiste luchtvochtigheid en temperatuur, dus ik vind dat je het goed hebt opgelost om de stoofmachine er bij te gebruiken. Hoe is de proef toen afgelopen? Zag je mooie schimmels ontstaan?
Eigenlijk is mijn proef helemaal mislukt. Het brood van mijn klasgenoten verschimmelde niet. Het is helemaal uitgedroogd. Nu zijn we al december, en ik heb geen resultaat. Ik kan het onderzoek niet meer overnieuw doen, in verband met de tijd. Is er bij u wel eens iets mis gegaan tijdens een onderzoek.
Ja hoor, maar geen resultaat is ook resultaat. Ik werk nu veel aan het hersenonderzoek van muizen. Het is heel belangrijk om de muizen in goede conditie te houden. Eens moest ik muizen kweken met een speciale erfelijke afwijking. Het was me eindelijk gelukt deze muis met afwijkingen te kweken waardoor ik het onderzoek kon uitvoeren, kwam ik na mijn vakantie weer, waren er een paar van deze muizen doodgegaan. Dat vond ik enorm jammer.
23
Wat bent u nu aan het onderzoeken? We zijn onderzoek aan het doen naar kinderen die het Angelman Syndroom hebben. Dit is een aangeboren aandoening die vaak leidt tot een zeer ernstige verstandelijke beperking. We zijn erin geslaagd een muis te kweken met de huidcellen van een Angelman kind en komen er achter dat als we deze muizen bepaalde stoffen geven, deze muizen intelligenter worden. Ook doe ik een onderzoek naar kinderen met neurofibromatose type 1. We kijken welk effect simvastine (een medische stof) heeft op de cognitieve problemen en dagelijks leven bij kinderen met NFI. Hierbij werk ik samen met ENCORE een expertise centrum voor wetenschappelijk onderzoek. We werken zowel in het ziekenhuis (op de polikliniek), als in het laboratorium. Ik wil u hartelijk bedanken voor uw tijd en het interview. Ik vond het erg leuk, maar was wel zenuwachtig.
24
(stap 6) Het beantwoorden van de onderzoekvragen: (14 januari 2014) Hoe groen is het brood van klas 4 GL? De deelvragen zijn: 1. Welk brood is het groenst? (het snelst beschimmeld) Is dat het brood van de bakker of het ambachtelijke brood uit de supermarkt. 2. Welk brood is het snelst aan het verkleuren? (voordat er schimmels opkomen) 3. Welk stukje brood minder en waaraan zou dat kunnen liggen? 4. Wat tref ik aan op het brood? Zijn dat bacteriën, schimmels of gisten 5. Maakt het verschil of mijn brood uit de supermarkt komt of bij een bakker wordt gemaakt?
Deelvraag 1: Welk brood is het groenst? ( het snelst beschimmeld) Is dat het brood van de bakker of het ambachtelijke brood uit de supermarkt. Helaas, geen resultaat bij deelvraag 1. Nadat het brood in de broedstoof is geweest, is het uitgedroogd. Zelfs nadat ik er water met poedersuiker op heb gedaan is er geen schimmel te zien.
Deelvraag 2: Welk brood is het snelst aan het verkleuren? (voordat er schimmels opkomen) Helaas geen resultaat bij deelvraag 2. Het brood is niet verkleurd maar uitgedroogd.
Deelvraag 3: Welk stukje brood minder, en waaraan zou dat kunnen liggen? Helaas is het brood niet verkleurd. Het brood is te droog geweest in de broedstoof en ook het openstellen in de open lucht heeft geen resultaat gehad.
25
Deelvraag 4: Wat tref ik aan op het brood? Zijn dat bacteriën, schimmels of gisten? Helaas zijn er geen veranderingen zichtbaar op het brood. Het brood ziet er nog net zo uit als toen mijn klasgenoten het me gegeven hebben.
Deelvraag 5: Maakt het verschil of mijn brood uit de supermarkt komt of bij een bakker wordt gemaakt? Het vooronderzoek wees uit dat het brood uit de supermarkt’ AH ambachtelijk het snelst verkleurd. Dus maakt het niet uit volgens mijn onderzoek.. of je het brood koopt in de supermarkt of bij de bakker.
Conclusie onderzoek: 1: Doe nooit het brood in de broedstoof want het droogt alleen uit en je krijgt geen schimmelvorming. 2: In een Petrischaaltje is het moeilijk om brood goed vochtig te houden. Een vochtig watje was achteraf gezien geen goed idee, want het watje krijgt een rode kleur wat wijst op een bacteriekolonie. Deze bacteriën kunnen de schimmelvorming van het brood beïnvloeden. 3: Brood in een droge ruimte is erg moeilijk om te laten verschimmelen. Zelfs al maak je het brood vochtig. 4: Als ik dit onderzoek over moest doen, gebruikte ik een echte incubator waar je temperatuur en luchtvochtigheid kon beïnvloeden. Of ik deed het brood in een luchtdicht plasticzakje in plaats van een Petrischaaltje.
Ik heb een stukje brood vergeten mee te nemen in het onderzoek, (die van Renske J) en deze zat in een plastic zakje. Dit zakje heb ik later gevonden in de schooltas. Dit brood verschimmelde wel en het zag er ongeveer zo uit:
26
(Stap 10) Het terugblik op het onderzoek: Was het onderzoek goed gepland?: (hierbij de mail bijgevoegd van 23-9-2013 aan mevrouw Agema)
Planning onderzoek: Vooronderzoek (van 19-9-13 tot herfstvakantie) Onderzoeksvraag: Welk brood is het groenst? Ik kies bruin brood uit verschillende winkels en bakkers en snijd een mooi rond schijfje uit elk brood. Deze leg ik in een Petrischaaltje. Ik nummer de Petrischaaltjes en probeer de broodzakken met daarin de product samenstelling te bewaren. Ik doe bij de Petrischaaltjes een watje (proces van leven is een voedingsbodem, vocht en zuurstof) en houdt dat vochtig. De Petrischaaltjes nummer ik en leg ze op zwart papier, zodat ik goed kan zien wat er gebeurt. Ik maak foto’s en beschrijvingen en houd een logboek bij. (praktijk) Deelvragen onderzoek: Welk brood is het snelst aan het verkleuren? Welk stukje brood minder en waaraan zou dat kunnen liggen? Wat heeft een schimmel nodig om te groeien? Verder wil ik meer weten over schimmels, bacteriën, gisten en virussen. (theorie) Hypothese: Ik denk dat het meest biologische brood het snelst bederft. Maakt het verschil of deze uit de supermarkt komt of bij een bakker wordt gemaakt? Ik denk dat het meest ambachtelijke brood het snelst verkleurt.
Van herfstvakantie tot kerstvakantie. Uitvoering hoofdonderzoek: Hoe groen is het brood van klas 4 GL? Ik zou graag van de leerlingen uit mijn groep een stukje brood willen. Ook wil ik weten waar het vandaan komt. Hoe “groen ”is het brood van mijn klas? Ik zet de stukjes brood ”op kweek” en fotografeer het proces. Deze foto’s gebruik ik voor de presentatie aan de ouders.
Kerstvakantie tot 7 februari: (afsluiting) Beschrijving en foto’s van het onderzoek, en presentatie maken.
27
Het onderzoek was goed gepland. Alleen vanaf november heb ik geen resultaat. Moet ik nu het onderzoek overnieuw doen? Ik ga dit overleggen met meneer Bremer en stuur hem 17 januari ’14 mijn verslag.
Zijn de stappen zinvol?: Ik heb alle stappen zo nauwkeurig mogelijk gevolgd.
Wat heb ik van het onderzoek geleerd?: Ik heb geleerd dat brood niet zomaar verschimmelt. Het is erg moeilijk om brood te laten schimmelen. Ik vond de dag van de Chemie erg interessant en het interview erg boeiend.
Wat zou ik de volgende keer anders aanpakken?: Het Petrischaaltje was achteraf gezien geen goed idee, want het is erg moeilijk om het brood vochtig te houden. De wasruimte was achteraf gezien te warm, zeker nadat de cv bij ons aan ging. Ook was de wasruimte misschien niet zo geschikt voor de gezondheid want het brood wat schimmelde kan in de luchtwegen komen en dat kan ademhalingsklachten veroorzaken. De volgende keer zou ik een echte incubator willen hebben zodat, het brood in een afgesloten ruimte zou blijven staan.
28
Bronnenlijst: Websites: http://nl.wikipedia.org/wiki/Schimmels http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/schimmels.aspx http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/gisten.aspx http://nl.wikipedia.org/wiki/Gist http://nl.wikipedia.org/wiki/Bacteri%C3%ABn http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/bacterien.aspx
Boeken: Veiligheid in het laboratorium- H. Kramers-Pals en D. van der Meulen Veilig Microbiologische Techniek- P.N. Leemker Veilig werken met micro-organismen, parasieten en cellen in laboratoria en andere werkruimten- Nederlandse Verenging voor Microbiologie
29