Sectorconvenant 2013-2014 tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de horecasector (PC 302) Tussen de Vlaamse Regering, hierbij vertegenwoordigd door: De heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport; De heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel en de sociale partners van de horecasector: met als vertegenwoordiger voor de werkgevers:
De heer André Descheemaecker, Voorzitter Horeca Vlaanderen en als vertegenwoordigers voor de werknemers:
De heer Alain Detemmerman, Algemeen secretaris ABVV Voeding - Horeca Diensten; De heer Frans Dirix, Nationaal secretaris ACV Voeding en Diensten
1
[Wordt overeengekomen wat volgt] Verbintenissen van de Vlaamse Regering Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014 een maximale toelage van 510.000,00 EUR uit te betalen aan het Vlaams Centrum voor Vorming en Vervolmaking in de Horecasector (Anspachlaan 111 – 1000 Brussel; bankrekeningnummer: BE04 3101 8021 0831; ondernemingsnummer: 0861.436.610) ter financiering van 5 VTE sectorconsulenten. Artikel 2. De Vlaamse Regering stimuleert en ondersteunt de uitvoering van voorliggende overeenkomst, door: 1. het organiseren van ad hoc- overleg met de sociale partners, op vraag van de sectoren; 2. het organiseren van klankbordvergadering waarbij knelpunten worden besproken en desgevallend beleidsaanbevelingen kunnen worden geformuleerd, op vraag van de sectoren; 3. het organiseren van netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten, via de SERV, die fungeren als doorgeefluik van informatie en die in het teken staan van ondermeer ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, en sectoroverschrijdende samenwerking.
Verbintenissen van de sector Artikel 3. De horecasector verbindt zich ertoe om, op basis van het door de VESOCpartners goedgekeurde, inhoudelijk kader voor de sectorconvenants, een sectorale visie te ontwikkelen en vanuit deze visie prioriteiten te bepalen en er doelgerichte acties aan te koppelen. De sectorspecifieke maatregelen geformuleerd in dit convenant zijn inspanningsverbintenissen en hebben betrekking op het ondersteunen en uitvoeren van: - de afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt; - een competentiebeleid, waaronder leven lang leren; - het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, vermeld in het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt. Artikel 4. De sector verbindt er zich toe de werkingssubsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen. Hiertoe worden effectief 5 VTEsectorconsulenten ingezet. Zij werken in de sector onder paritair toezicht en zijn er belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant. De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Periodes van tijdskrediet of loopbaanonderbreking komen niet in aanmerking voor financiering tenzij wordt aangetoond dat de functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er wordt uitgeoefend. De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen, wijzigingen melden en een sectorconsulent(e) (per netwerk) aanduiden voor de SERV netwerkbijeenkomsten.
2
Artikel 5. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2014 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2015 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en het eindrapport omvatten: - de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan; - de toetsing van de realisaties aan de voortgangsindicatoren en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant en het actieplan; - de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport). Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt tijdig aan de sector het modelformulier inzake de rapportering. De horecasector werkt vanuit volgende sectorale visie aan de uitvoering van de prioriteiten en acties van dit sectorconvenant:
3
Een kleinschalige sector – uitdaging en bedreiging De horecasector bestaat uit een groot aantal micro-ondernemingen, met een sterk familiaal karakter, die hun activiteiten ontwikkelen rond het verschaffen van logies en/of maaltijden en/of dranken. België telde in 2010 56.651 horecaondernemingen. Er waren 122.508 werknemers actief in het paritair comité van de horeca (PC 302). 56,7% van de tewerkstelling in de horecasector wordt gerealiseerd in Vlaanderen. Deze 69.449 werknemers, waarvan 91% arbeiders, werken in Vlaanderen gespreid over 28.013 werkgevers. Daarnaast telt de horeca nog 38.796 zelfstandigen, waarvan 64% in Vlaanderen is gevestigd. Deze cijfers tonen aan dat de horecasector kleinschalig is, met een groot aantal horecazaken waar telkens een beperkt aantal mensen actief zijn. 23% van de werknemers is alleen in dienst of heeft 2 tot maximaal 3 collega’s. Horecaondernemingen in Vlaanderen zijn intensief artisanaal actief en focussen daarbij op de kwaliteit van hun productieproces. Dit wordt voornamelijk gekenmerkt door een grote belangstelling voor het vakmanschap. In het culinaire en toeristische landschap wordt dit vakmanschap ook sterk uitgespeeld in nationale en internationale campagnes, zoals Vlaanderen Lekkerland, die de sector voert in samenwerking met de Vlaamse en regionale overheden. Het ondernemerschap krijgt slechts een matige belangstelling en wordt al te vaak uitbesteed aan boekhoudkantoren en sociale secretariaten. In de komende jaren zal sterk geïnvesteerd moeten worden om een verschuiving te realiseren zodat ondernemerschap eenzelfde kwalitatieve aandacht krijgt als het vakmanschap. Een versterkte professionalisering van de sector is nodig om de bedrijfsvoering in de horecasector op te krikken. Rekening houdend met het arbeidsintensief karakter van de horeca-activiteit, haar conjunctuurgevoeligheid, het feit dat men zich permanent moet aanpassen aan de snel veranderende consumentenvoorkeuren en de onvoorspelbare vraag, wordt van de horecaondernemer en zijn medewerkers een zeer grote flexibiliteit geëist. Dit heeft ook tot gevolg dat de arbeidsproductiviteit per uur in de horecasector zeer laag ligt. Het groot aantal kleine ondernemingen in de sector heeft tot gevolg dat mede omwille van een sterke interne concurrentie, de bedrijfsmarges uiterst beperkt zijn. De rendabiliteit van het eigen vermogen in horecaondernemingen is zeer laag. De sector wordt ook gekenmerkt door een hoge falingsgraad, vooral bij startende ondernemingen. Kleinschaligheid is in de horecasector een uitdaging maar tegelijkertijd ook een bedreiging. Een uitdaging omdat zich een economische dynamiek ontwikkelt die in weinig andere sectoren terug te vinden is. Een bedreiging omwille van de grote versnippering, de uitermate korte bedrijfslijnen en de beperkte financiële middelen waarover ondernemers beschikken.
Externe bedreigingen De sector wordt ook geconfronteerd met een groeiend parallel circuit van bedrijven en organisaties die horeca-activiteiten ontwikkelen. Dienstverlenende bedrijven uit ander paritaire comités bieden met groeiend succes horecadiensten aan, zonder daarom de medewerkers in te schrijven onder PC 302. Hierdoor komt het statuut van de horecamedewerker onder druk te staan. In de distributiesector worden horeca-activiteiten ingezet als lokmiddel, door stuntprijzen te hanteren die economisch niet realistisch zijn. Deze parallelle circuits zetten niet alleen het
4
rendement in de sector nog extra onder druk, zij romen tegelijkertijd voor een deel ook de reeds schaarse arbeidsmarkt af. We stellen ook vast dat waar met de hotelscholen een partnerschapmodel is ontwikkeld, nu een toenemende deloyale concurrentie komt van andere circuits. Een groeiend aantal organisaties voornamelijk in de sociale economie, de socio-culturele en zorgsector ontwikkelen horeca-activiteiten met inzet van studenten, stagiairs of “vrijwilligers”, vaak zelfs zonder te beschikken over de nodige horecavergunningen.
Een sector in transitie De horecasector heeft een bijzonder lage toetredingsdrempel. Dit laagdrempelig karakter om in de horecasector te stappen heeft een dubbel aanzuigeffect. Enerzijds resulteert dit in het feit dat er nog steeds een netto-aangroei is van ondernemingen, voornamelijk in de restaurantsector. We moeten echter vaststellen dat de startende ondernemers daar over te weinig sectorkennis en onvoldoende specifieke bedrijfskennis beschikken om hun onderneming met een redelijke kans op succes uit te bouwen. Het jaarlijks aantal falingen in de sector toont het resultaat. Anderzijds wordt werken in de horeca op de arbeidsmarkt al te vaak als een containerbegrip gehanteerd door arbeidsbemiddelaars in de begeleiding van laaggeschoolden zonder enige ervaring. Beide effecten resulteren in een negatieve perceptie aan vraag- en aanbodzijde op de arbeidsmarkt. Het effect van dit laatste wordt nog versterkt door de toenemende vergrijzing op de arbeidsmarkt. Inmiddels is een traject ingezet dat zal leiden tot een versnelde professionalisering van de sector. De beperkte btw-verlaging op maaltijden, ingevoerd in 2010, en het verplicht invoeren van het elektronisch kasregister, uiterlijk op 1 januari 2013, zullen de sector dwingen tot een andere vorm van bedrijfsvoering. Dit zal gevolgen hebben in het aanbod, de spreiding, de prijszetting en de arbeidsorganisatie. Een analyse van evoluties in de ons omringende landen leert ons dat er ook in de Vlaamse horecasector een schaalvergroting en rationalisering zal komen. Door het uitbouwen van een cluster van bedrijven kan men schaaleffecten realiseren en het bedrijfsrendement vergroten. Deze schaalvergroting zal ook een belangrijke impact hebben op de arbeidsorganisatie en personeelsbezetting in die ondernemingen. De horecasector staat ten dienste van de samenleving. Maatschappelijke evoluties, nieuwe consumptiepatronen en trends in het consumentengedrag hebben bijgevolg een bijzonder belangrijke impact op vraag en aanbod in de sector. Op microniveau dient de bedrijfsvoering en arbeidsorganisatie steeds aangepast aan deze nieuwe marktrealiteit. In deze transitie vormt de kwaliteit van tewerkstelling een cruciale focus voor de sector. Het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw moet ook de omslag vormen voor een aangepast arbeidsmarktbeleid in de sector. Het behouden van de tewerkstelling in sector, het beter respecteren van de loon- en arbeidsvoorwaarden met een gezonde balans tussen werk en privéleven vormen de cruciale uitdagingen voor de sector. De sector ondersteunen in het professioneel aanpakken van deze uitdagingen vormt mee de basis van de gezamenlijke opdracht van Horeca Vorming Vlaanderen en Guidea.
De horecasector een sector op mensenmaat De hierboven beschreven elementen zullen bepalend zijn in de reconversie waar de sector voor staat. In dit kader dienen Horeca Vorming Vlaanderen en Guidea een gezamenlijke strategie te ontwikkelen om de sector te ondersteunen om in te zetten op professionalisering, op kwalitatieve en duurzame tewerkstelling. De kwaliteitsbenadering zal ontegensprekelijk het hoofdbestanddeel vormen van het reconversietraject voor de horecasector. Dit
5
reconversietraject is noodzakelijk om enerzijds het arbeidscheppend potentieel (en dit in het bijzonder voor de ‘moeilijkere’ arbeidsgroepen), te behouden en te verbeteren en anderzijds het welzijn van de horecamedewerker (on the job) te verhogen. Rekening houdend met de transitie die de sector zal doormaken, kan algemeen verwacht worden dat de vraag naar arbeid sterk zal beïnvloed worden door de hiernavolgende factoren: 1.
Vaste medewerkers zullen een steeds grotere vakbekwaamheid moeten hebben.
2.
Arbeidsorganisatie en personeelsbezetting zullen steeds meer bepaald worden op bedrijfseconomische parameters, wat zal leiden tot een andere arbeidsorganisatie.
3.
De vraag naar gelegenheidsmedewerkers zal toenemen. Er zal van hen verwacht worden dat zij beschikken over minimale beroepscompetenties om in de sector te functioneren.
4.
Rekening houdend met de atypische werkomstandigheden in de horecasector, zullen ondernemers verplicht worden inventief te zijn om het evenwicht tussen werk en privé in hoofde van hun werknemers optimaal uit te bouwen.
5.
De horecasector zal nog steeds voor een groot aantal werknemers de sector zijn van de eerste werkervaring, waarin zij een inkomen of een aanvullend inkomen wensen te verwerven.
6.
De traditionele sterke tewerkstelling van kansengroepen in de horecasector, zal zich ook moeten vertalen in sterker bereik van deze doelgroepen in het VTO-beleid in de sector.
Competentiebeleid – leven lang leren De uitdaging van de horecasector bestaat erin de beschreven evolutie en transitie ook te vertalen in haar bedrijfsvoering en competentiebeleid. Daarom moet permanent geïnvesteerd worden in de competentieontwikkeling van wie actief is in de sector en wie instroomt. In dit kader zal de sector verder inzetten op “kwaliteitsvolle leerbedrijven”. Aan werkzoekende jongeren moet de mogelijkheid geboden worden om via korte opleidingsmodules de basiscompetenties te verwerven om in de sector te kunnen instappen met de optie om in de sector te kunnen doorgroeien. De atypische werkmomenten in het horecabedrijf kan aan jongeren de mogelijkheid bieden om leren en werken te combineren. De sector zal in dit verband de nodige initiatieven moeten ontwikkelen om jongeren te coachen die tijdelijk in de sector wensen te werken terwijl zij een leercyclus doorlopen die aanleiding zal geven tot een beroepsloopbaan, mogelijk ook buiten de sector. Het groot aantal knelpuntvacatures maakt het dringend noodzakelijk dat de sector op middellange termijn werk maakt van de bijscholing en opscholing van werknemers die tewerkgesteld zijn in de sector en dit via diverse leer- en werktrajecten. Het bereiken van de vele laaggeschoolde en anderstalige werknemers in de sector vormt hierbij een bijzondere uitdaging. Vermits dergelijke leerprocessen vooral in kleine ondernemingen niet spontaan op gang komen zal de sector moeten zoeken naar de nodige stimulansen om werknemers en werkgevers aan te sporen om in een dergelijke dynamiek te stappen.
6
Afstemming onderwijs en arbeidsmarkt Uit de vermelde factoren kan afgeleid worden dat de horecasector in de toekomst sterk zal moeten inzetten op de instroom naar de sector en de nodige hefbomen zal moeten ontwikkelen om de doorstroom naar hogere functies te versterken. Het ligt voor de hand dat de arbeids- en loonsvoorwaarden in de sector geen drempel mogen zijn om de arbeidsmarkt in de sector zich op een normale manier te laten ontwikkelen. Wat de instroom naar de sector betreft zal op korte termijn intensief aandacht moeten besteed worden om jongeren te motiveren in een of andere onderwijsvorm in te stappen die afgestemd is op de sector. Het optimaliseren en professionaliseren van het werkplekleren in de sector zal een belangrijke bijdrage leveren om de instroom en de retentie van jongeren die de vereiste competenties hebben te verbeteren. Algemeen wordt verwacht dat de vraag naar vakbekwame medewerkers in de sector in de komende jaren snel zal toenemen.
Beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit De horecasector heeft een vrij lange traditie inzake diversiteit en zal omwille van haar arbeidsintensief karakter daar verder moeten blijven op inzetten. Het uitbouwen en verdiepen van instrumenten die de beschikbare doelgroepen op de arbeidsmarkt kunnen bereiken zal intensief moeten verder gezet worden. Vooral retentie en doorstroom van de kansengroepen zal in de toekomst een bijzondere aandacht moeten krijgen. De resultaten die Horeca Vorming Vlaanderen anno 2011 realiseert in het stelsel van Leren en Werken, tonen aan dat in de sector het leermeesterschap nog steeds een sterk vertrouwd begrip is. Een vernieuwde aanpak waarbij geïnvesteerd wordt in de opvolging en begeleiding van de jongeren, parallel aan de versterking en professionalisering van de leermeester werpt haar vruchten af. Hierdoor slaagt de sector er steeds beter in jongeren met een zwakke positie op de arbeidsmarkt reële tewerkstellingskansen te bieden.
Kennisreflex gericht op de lange termijn HVV en Guidea moeten samen een sturende rol spelen op het gebied van meten, weten en vormen voor eenieder actief in de horecasector. Zij kunnen vanuit het model van de kennismanagementcyclus als tandem, maar met onderling afgelijnde rollen, de totale dienstverlening aan de sector ontwikkelen en de professionalisering- van en/of verbeteringtrajecten in de sector aanvatten. Om dit te realiseren is een gedegen kennisontwikkeling cruciaal. Hiervoor dient de rol van Guidea als “kenniscentrum” voor de sector versterkt. Het is hiervoor cruciaal dat Guidea vrij kan reflecteren om alle nuttige kennis te vergaren of te ontwikkelen. De kennisontwikkeling dient tegelijkertijd gerealiseerd via partnerschappen met andere kennis- en onderzoekscentra die werken rond thema’s relevant voor de sector. Parallel kan een “high level groep” gecreëerd worden van sleutelbeheerders, mensen die op bevoorrechte posities zitten om de sectoruitdagingen te begrijpen en te situeren.
7
Vanuit de geschetste sectorale visie en vanuit de sectorspecifieke uitdagingen waar de sector op korte en langere termijn voor staat, maakt de horecasector werk van het aanpakken van onderstaande prioriteiten. In de matrix wordt het belang van de focus aangegeven met koksmutsen, waarbij drie koksmutsen PRIORITEITEN & ACTIES
evenredige arbeidsdeelname/ diversiteit
’zeer belangrijk’ betekent. competentiebeleid / aansluiting levenslang leren onderwijs – arbeidsmarkt
Prioriteit 1: Instroom in de sector versterken i.s.m. publieke opleidingsverstrekkers 1. Structureel partnerschap met VDAB 2. Samenwerking met door VDAB erkende aanbieders van begeleiding, opleiding en werkervaring i.f.v. werken in de horeca 3. Samenwerking met voltijds secundair onderwijs 4. Samenwerking met deeltijds secundair onderwijs 5. Samenwerking met buitengewoon secundair onderwijs 6. Samenwerking met centra voor volwassenenonderwijs 7. Samenwerking met Syntra Vlaanderen 8. Regionale en lokale netwerken i.f.v. onderwijs, opleiding en tewerkstelling in horeca 9. ‘Horeca-Talent’: monitoringinstrument voor werkzoekendenopleidingen 10. Initiatieven i.f.v. studiekeuze, beroepskeuze en levenslang leren 11. ‘Fan van Horeca’: imago-, informatie- en sensibiliseringswebsite 12. Beeldvorming m.b.t. horecaberoepen bij intermediairs die werken met werkzoekenden Prioriteit 2: Micro-ondernemingen ondersteunen i.f.v. duurzame tewerkstelling 1. Kwaliteitsvolle leer-werk-bedrijven: begeleiding op maat
8
Prioriteit 3: Competentieontwikkeling van horecawerknemers i.f.v. inzetbaarheid 1. Intensieve toeleidingsacties naar opleidingsaanbod voor werknemers 2. Clusteropleidingen voor werknemers (en hun werkgevers) uit microondernemingen 3. Elektronisch Leerplatform 4. Taalondersteuning: Opleiding ‘Nederlands op de Werkvloer’ 5. Taalondersteuning: Beeldwoordenboeken 6. Opleidingsaanbod toegankelijk maken voor laagtaalvaardigen 7. Diversiteitsanalyse m.b.t. werknemers in de horeca 8. Opleiding Voedselveiligheid via e-learning 9. Specifiek opleidingsaanbod voor startende werknemers uit de kansengroepen Prioriteit 4: Focus op werkplekleren binnen leertrajecten met opleidingspartners 1. Opleiding en intervisieworkshops voor leermeesters 2. Alternerend Leren voor jongeren Prioriteit 5: Horeca Beroepsopleidingen en Onderwijs afstemmen op Arbeidsmarkt 1. Beroepskwalificatiedossiers i.k.v. Vlaamse Kwalificatiestructuur 2. Competent
9
De inzet van sectorconsulenten De structuur van Horeca Vorming Vlaanderen Horeca Vorming Vlaanderen organiseert in opdracht van de sociale partners in de horeca opleidings, begeleidings- en coaching trajecten met het oog op de versterking van duurzame tewerkstelling in de horeca (PC 302). In uitvoering van de sectorale CAO’s heeft Horeca Vorming Vlaanderen de opdracht opleidingen voor de werknemers die actief zijn in de horecasector te ontwikkelen en te organiseren. Dit vertaalt zich in de ontwikkeling van een opleidingsaanbod voor de werknemers en de financiële ondersteuning voor de opleidingsinitiatieven die binnen de bedrijven met meer dan 50 werknemers worden ontwikkeld. Horeca Vorming Vlaanderen is door de sectorale sociale partners ook belast met de uitvoering van projecten ten voordele van de risicogroepen in de sector in Vlaanderen. In dit kader is de organisatie inhoudelijk en/of financieel partner is verschillende opleidingsprojecten voor kansengroepen, gespreid over Vlaanderen. In het kader van het sectorconvenant realiseert Horeca Vorming Vlaanderen een reeks initiatieven en projecten die focussen op de decretaal verankerde pijlers, met name diversiteit en evenredige arbeidsdeelname, levenslang leren en de aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt. De prioriteiten en acties worden voor de periode 2013-2014 beschreven in dit sectorconvenant. Dit geheel van activiteiten wordt gerealiseerd door een team dat op 1 januari 2013 zal bestaan uit 19,5 VTE.
De sectorconsulenten Binnen de werking van Horeca Vorming Vlaanderen worden binnen het team tot 11 consulenten en 3 coördinatoren ingezet voor de uitvoering van het sectorconvenant. Het sectorconvenant voorziet in de financiering van 5 VTE sectorconsulent. Om praktische redenen worden meerdere consulenten voor een beperkt % ingezet voor de invulling van de 5 VTE sectorconsulent, zodat collega’s gericht kunnen ingezet worden voor afgelijnde regionale acties, specifieke inhoudelijke projecten of partnerschappen. Hierdoor kunnen de door de overheid ter beschikking gestelde middelen optimaal ingezet worden in functie van de afgesproken doelstellingen en de competenties binnen het team. Een gedetailleerd overzicht van welke collega’s worden ingezet voor de realisatie van het sectorconvenant en welk percentage van hun tijd zij besteden aan deze opdracht wordt meegenomen in de tussentijdse en eindrapportage bij dit convenant.
10
Diversiteit 1. Diversiteit in de horecasector Sinds 2008 voert Guidea jaarlijks een diversiteitsanalyse uit in opdracht van de sociale partners in de horeca. Deze analyse biedt een accuraat beeld van het profiel van de loontrekkende werknemers in de horecasector. De diversiteitsanalyse 2012 (cijfers 2011) brengt volgende gegevens aan het licht: •
• • •
Diversiteit naar leeftijd: 25% jonger dan 25 j (9% gemiddeld in alle sectoren) 27% minstens 45 j (38 % gemiddeld in alle sectoren) Diversiteit naar geslacht: 54% vrouwen (46% gemiddeld in alle sectoren) Opleidingsniveau: 29 % laaggeschoolden (20 % gemiddeld in alle sectoren) Etnisch-culturele diversiteit: 20 % heeft geen Belgische nationaliteit (5% gemiddeld voor alle sectoren). Hier stellen we een belangrijke stijging vast in vergelijking met 2010! Van deze 20% heeft 11 % de nationaliteit van een land dat niet tot de Europese Unie behoort. De andere 9% behoort tot één van de 27 landen van de Europese Unie. Van de werknemers die de Belgische nationaliteit hebben is 11 % in het buitenland geboren. Dit betekent dat nagenoeg 1/3 van de werknemers in de horecasector geen Belgische nationaliteit heeft of is in het buitenland geboren is.
Het is van het grootste belang om met deze verscheidenheid rekening te houden op de werkvloer en in het personeels- en opleidingsbeleid. Voor de acties die voorgesteld worden in dit sectorconvenant, en die zullen worden ingediend in het kader van de Addenda, vormt zowel de diversiteit onder de werknemers in de sector als de diversiteit onder de werkzoekenden een belangrijk uitgangspunt.
2. Diversiteitsbeleid van Horeca Vorming Vlaanderen Diversiteit is één van de 5 kernwaarden van onze organisatie, die een vertaling vindt in ons personeels- en competentiebeleid enerzijds en in de samenwerking en dialoog met externe partners anderzijds. We staan een brede visie op diversiteit voor met een dubbele focus: het individu en de groep. Vertrekpunt is de individuele verscheidenheid en eigenheid van mensen. Individuen zijn niet vast te pinnen op geslacht, leeftijd, geboortestreek, migratiegeschiedenis,… Ook al lijken bepaalde kenmerken van een individu onveranderlijk, toch beïnvloeden de verschillende persoonskenmerken elkaar, en worden deze op hun beurt beïnvloed door omgeving, persoonlijke geschiedenis, leervermogen, leeftijd, waarden, opvoeding, keuzes,… Tegelijkertijd willen we ook het perspectief van de groep tot zijn recht laten komen: gelijke behandeling impliceert dat er geen directe of indirecte discriminatie is op basis van afkomst, leeftijd, kleur, beperking,… Iedereen die dit wil moet kunnen participeren aan de sectorale arbeidsmarkt en zich kunnen ontplooien en bijscholen: elk talent telt! Hiertoe willen we de nodige randvoorwaarden creëren. In de beleidsvoering is het doelgroep perspectief belangrijk. De aandacht voor specifieke doelgroepen kan echter nooit leiden tot veralgemening, stigmatisering of het bevestigen van vooroordelen. In onze communicatie met de werkvloer spreken we mensen daarom aan op basis van hun rol, statuut of functie: leermeesters, stagiairs, cursisten, startende
11
werknemers, afwassers, keukenmedewerkers, kelners, receptionisten, kamerpersoneel, werkgevers…
3. Diversiteitstoets In de matrix (zie p. 7-8 ) gaven we per actie in welke mate de focus van de actie ligt op diversiteit en evenredige arbeidsdeelname, competentiebeleid en levenslang leren respectievelijk aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. Diversiteitstoets Prioriteit 1 Instroom in de sector versterken in samenwerking met publieke opleidingsverstrekkers Met deze acties zetten we in op alle vormen van instroom, aangezien elk talent in de sector telt. De werkzoekenden die een horecaopleiding volgen bij VDAB of derden organisaties en de leerlingen van het deeltijds secundair onderwijs met een leerovereenkomst in de horeca behoren in belangrijke mate tot de kansengroepen. In de samenwerking met het voltijds secundair onderwijs en met centra voor volwassenenonderwijs wordt ingezet op alle doelgroepen, ongeacht hun doelgroep profiel. In onze samenwerking met Cv’s focussen we ook specifiek op arbeidsmarktgerichte opleidingen die voor doelgroepen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt toegankelijk moeten zijn (o.a. via samenwerking met tewerkstellingspartners). Daarnaast zoeken we samenwerking op het vlak van certificering van competenties en vervolgtrajecten na het volgen van een beroepsopleiding voor werkzoekenden. Bij de acties die willen bijdragen tot positieve beeldvorming en informatie over de sector wordt expliciete aandacht besteed aan diversiteit, zowel in de getuigenissen, good practices als beelden. Diversiteitstoets Prioriteit 2 Micro-ondernemingen ondersteunen in functie van duurzame tewerkstelling In het Addendum Werkbaarheid dat voorzien is bij dit sectorconvenant zal werk gemaakt worden van een horeca-tolkt, waarbij bestaande tools zullen aangepast worden aan de noden en beperkingen van een kleine horecazaak en waarbij een aantal nieuwe tools zullen worden uitgewerkt. Vertrekpunt hierbij is de diversiteit van de werknemers in de sector met als hoofddoel het verduurzamen van de tewerkstelling. Aangezien hier zal gewerkt worden met partnerorganisaties die vooral met cursisten en leerlingen uit de kansengroepen werken (zie diversiteitstoets prioriteit 1) vormt dit uiteraard een belangrijk gegeven bij de uitbouw van de toolkit en bij de begeleiding op maat van deze leerbedrijven, zodat zij in staat zijn al hun medewerkers te ondersteunen, te motiveren en op te leiden. Omgaan met anders taligheid en laaggeletterdheid is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Diversiteitstoets Prioriteit 3 Competentieontwikkeling van horecawerknemers in functie van inzetbaarheid Hier zijn een aantal specifieke acties opgenomen ter ondersteuning van anderstaligen en/of mensen met lage taalvaardigheid (bijv. beeldwoordenboeken, Nederlands op de Werkvloer, opleiding voor startende werknemers na uitstroom uit beroepsopleiding bij partners, creëren van een optimale leeromgeving en wegwerken van drempels in het opleidingsaanbod,….). Verder proberen we via de diversiteitsanalyse van de werknemers in de sector een goed beeld te krijgen van onze doelgroep. Bij de ontwikkeling van het elektronisch leerplatform en e-learningmodules wordt, waar
12
aangewezen, rekening gehouden met anderstalige en laaggeletterde cursisten. Het portal van het leerplatform zal ook voor deze doelgroep zo toegankelijk mogelijk gemaakt worden (lettertype, vormgeving en taalgebruik). Diversiteitstoets Prioriteit 4 Focus op werkplekleren binnen leertrajecten met opleidingspartners Elke ‘lerende’ heeft baat bij een positieve en ondersteunende leeromgeving. Dit geldt des te meer voor (zeer) jonge stagiairs, leerlingen met een leercontract in de sector en lerenden uit de kansengroepen. We leveren hiertoe een bijdrage met de opleiding en intervisieworkshops voor leermeesters op de werkvloer. Daarnaast is er intensieve ondersteuning van jongeren met een leerovereenkomst in de sector, die allen behoren tot één of meerdere kansengroepen. Diversiteitstoets Prioriteit 5 Horeca Beroepsopleidingen en Onderwijs afstemmen op arbeidsmarkt Voor onze bijdrage aan de opmaak van de beroepskwalificatiedossiers en de SERV-tool Competent wordt niet specifiek op kansengroepen gefocust. Beide instrumenten zullen een bijdrage leveren tot het vastleggen van de te verwerven competenties in functie van het uitoefenen van een beroep in de sector en moet toelaten om leerladders uit te tekenen. Deze leerladders versterken in eerste instantie de kansen tot competentieontwikkeling van werknemers en werkzoekenden uit de kansengroepen. Zo kan iedereen die in een horecaberoep wil stappen en/of wil doorstromen op basis van eigen (ev. elders verworven) competenties en ambitie de functie uitoefenen die hij/zij ambieert. Het opleidingsaanbod hierop afstemmen en het certificeren van verworven competenties, o.a. via samenwerking met CVO’s (zie prioriteit 1), is hierbij essentieel.
13
PRIORITEIT 1 Instroom in de sector versterken i.s.m. publieke opleidingsverstrekkers Diversiteitscheck Met deze acties zetten we in op alle vormen van instroom, aangezien elk talent in de sector telt. De werkzoekenden die een horecaopleiding volgen bij VDAB of derden organisaties en de leerlingen van het deeltijds secundair onderwijs met een leerovereenkomst in de horeca behoren in belangrijke mate tot de kansengroepen. In de samenwerking met het voltijds secundair onderwijs en met centra voor volwassenenonderwijs wordt ingezet op alle doelgroepen, ongeacht hun doelgroep profiel. In onze samenwerking met Cv’s focussen we ook specifiek op arbeidsmarktgerichte opleidingen die voor doelgroepen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt toegankelijk moeten zijn (o.a. via samenwerking met tewerkstellingspartners). Daarnaast zoeken we samenwerking op het vlak van certificering van competenties en vervolgtrajecten na het volgen van een beroepsopleiding voor werkzoekenden. Bij de acties die willen bijdragen tot positieve beeldvorming en informatie over de sector wordt expliciete aandacht besteed aan diversiteit, zowel in de getuigenissen, good practices als beelden.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: Structureel partnerschap met VDAB Omschrijving Zowel op centraal als op provinciaal niveau willen we de samenwerking en het overleg tussen de horecasector (verder ook Horeca Vorming Vlaanderen genoemd) en VDAB structureel vorm geven. We houden daarbij rekening met de vernieuwde structuur van VDAB waarbinnen het provinciaal niveau meer autonomie krijgt. Welke invulling die samenwerking krijgt, wordt besproken in de loop van 2012. Met respect voor de missie van elk van de partners stelt de sector een aantal doelen voorop. Doelstellingen • • •
in kaart brengen van opleidings- en tewerkstellingsnoden (incl. infrastructuur, randvoorwaarden,…) en oplossingen bieden i.f.v. noden van arbeidsmarkt; samenwerken i.f.v. instroom in horecaopleidingen en -sector: o.a. werken aan correcte beeldvorming; versterken van opleiding op de werkvloer (via IBO, NODW,…) en stages voor werkzoekenden in PC 302;
14
• • • • • • •
ondersteunen van transitie van werkzoekende naar eerste job in de sector i.f.v. het verduurzamen van tewerkstelling; assessment en attestering van competenties voor werknemers en werkzoekenden na opleiding; competentieontwikkeling verderzetten (na initiële basisopleiding) i.f.v. loopbaanontwikkeling; verhogen van participatie aan sectoraal opleidingsaanbod voor werknemers in het kader van levenslang leren; samenwerken in het kader van sluitingen/herstructureringen; internationale samenwerking versterken i.f.v. invullen van knelpuntvacatures; samenwerken i.f.v. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt met centra voor volwassenenonderwijs (CVO’s) i.f.v. arbeidsmarktgerichtheid van CVOopleidingen, met DBSO i.f.v. opleiding voor leerlingen en hun leerkrachten, met TSO en BSO i.f.v. opleiding voor leerlingen (uitbreiding van 72-uurregeling voor deze doelgroep).
Bertrokken partners VDAB
Voortgangsindicatoren • • • • • •
afspraken vastgelegd in de nieuwe samenwerkingsovereenkomst met VDAB 2013-2014 en monitoring van de uitvoering van deze afspraken aantal opleidingstrajecten en stages die voorwerp zijn van de samenwerkingsovereenkomst met VDAB; aantal tewerkstellingen in de sector, gemeten 1-3-6 maand na het beëindigen van de VDAB-beroepsopleiding; aantal duurzame tewerkstellingen in de sector d.w.z. minstens 3 maanden gewerkt in de sector in het jaar na het beëindigen van de VDABberoepsopleiding; aantal deelnemers aan de VDAB-beroepsopleiding, dat behoort tot de kansengroepen (diversiteitstoets); aantal leermeesters dat de opleiding leermeester van Horeca Vorming Vlaanderen heeft gevolgd in het kader van een VDAB-opleidingsstage in de sector
Actie 2: Samenwerking met door VDAB erkende aanbieders van begeleiding, opleiding en werkervaring i.f.v. werken in de horecasector Omschrijving Derdenorganisaties kunnen een samenwerkingsovereenkomst afsluiten met de sector. Het gaat om organisaties die via diverse vormen van opleiding (inclusief werkervaring via wep+) werkzoekenden opleiden tot werknemers in de horeca. De werkzoekenden behoren nagenoeg uitsluitend tot kansengroepen. In de samenwerkingsovereenkomst zijn wederzijdse engagementen opgenomen. De ondersteuning door Horeca Vorming Vlaanderen kan o.a. inhouden: • • •
inhoudelijke ondersteuning bieden bij het opzetten van een opleiding (leerdoelen, opleidingsinhouden,…) i.f.v. optimale afstemming op de arbeidsmarkt; informatie aan cursisten in opleiding geven over werken in de sector; leermateriaal ter beschikking stellen (beeldwoordenboek, werkmap voedselveiligheid,…);
15
• • • • •
deskundigheid van projectmedewerkers op het vlak van sectorale materies bevorderen; opportuniteiten tot netwerking en kennisdeling bieden; ruimte creëren voor opleiding op elektronisch leerplatform van de sector; externe communicatie over horecaopleidingen voor werkzoekenden verzorgen; opleiding voor leermeesters of stagementoren inrichten.
Doelstellingen • • •
ondersteunen van opleiding (stages/inhouden/begeleiding) i.f.v. optimale matching naar knelpuntberoepen in de sector; focussen op overgang van leren naar werken en van leren naar levenslang leren; ondersteunen van micro-ondernemingen.
Betrokken partners Door VDAB erkende aanbieders van begeleiding, opleiding en werkervaring i.f.v. tewerkstelling. Voorbeelden van partners waar in 2012 mee wordt samengewerkt: Mentor vzw in Kortrijk, Groep Intro West-Vlaanderen in Brugge, Opleidingscentrum van het OCMW te Middelkerke, Job & Co in Oost-Vlaanderen, Werkvormm in Antwerpen en het OCMW van Leuven.
Voortgangsindicatoren • • • • • • •
aantal opleidingstrajecten waarvoor een samenwerkingsovereenkomst is afgesloten; aantal opleidingsstages in de sector; aantal tewerkstellingen in de sector, gemeten 1-3-6 maand na het beëindigen van de opleiding; aantal duurzame tewerkstellingen in de sector d.w.z. minstens 3 maanden gewerkt in de sector in het jaar na het beëindigen van de opleiding; aantal deelnemers dat behoort tot de kansengroepen (diversiteitstoets); aantal leermeesters dat de opleiding leermeester van Horeca Vorming Vlaanderen heeft gevolgd in het kader van een opleidingsstage in de sector geïnitieerd door de opleidingspartner; appreciatie van de dienstverlening en de samenwerking door organisaties waarmee een overeenkomst is afgesloten (via bevraging na afloop van elk jaar).
Actie 3: Samenwerking met voltijds secundair onderwijs Omschrijving De sector versterkt de samenwerking met de scholen waarmee een convenant werd afgesloten: (alle) 27 hotelscholen in Vlaanderen richting hotel (TSO), restaurant en keuken (BSO) en 8 scholen grootkeuken (BSO). De begeleidingscommissie die hiertoe binnen de VLOR werd opgericht, volgt dit project inhoudelijk op. De ondersteuning van Horeca Vorming Vlaanderen houdt o.a. het volgende in: • bijscholen van leerkrachten & stagebegeleiders; • ontwikkelen van didactisch materiaal en opleiding geven in het gebruik ervan; • uitbouwen van samenwerking met regionale technologische centra (zie partnerschappen); • uitbouwen van samenwerking met VDAB (o.a. i.h.k.v. de 72-urenregeling die het mogelijk maakt om opleiding aan te bieden aan leerlingen); • workshops voor leermeesters van stagebedrijven;
16
• •
begeleiden van workshop voor leerlingen die voor het eerst op stage vertrekken en hun ouders; smiley-traject ontwikkelen voor didactisch restaurant van de hotelscholen.
Van de scholen vragen we volgende engagementen: • • • •
gebruik maken van didactische pakketten die ontwikkeld werden; organiseren van workshops over de eerste stage voor leerlingen en hun ouders; stagebedrijven enthousiasmeren voor de tweedaagse leermeesteropleiding; deelnemen aan bijscholingen.
Doelstellingen • • • • •
optimaliseren van afstemming tussen opleidingsinhouden van voltijds onderwijs en noden op arbeidsmarkt; ondersteunen van professionalisering van leerkrachten; versterken en professionaliseren van werkplekleren in de sector door leermeesters via workshops te coachen en ondersteunen in hun rol als stagementor; leerlingen en hun ouders een concreet en realistisch beeld geven de stage; creëren van positieve en ondersteunende leeromgeving voor de leerling, zodat de ervaringen tijdens de stage de keuze voor het horecaberoep versterkt.
Betrokken partners Onderwijskoepels en inrichtende machten van scholen die het onderwijsconvenant ondertekenden
Voortgangsindicatoren • • • • •
aantal bijscholingen voor leerkrachten rond minimaal 10 thema’s; aantal scholen (grootkeuken of hotel) dat de workshop inricht voor leerlingen die voor het eerst op stage gaan en voor hun ouders; aantal leermeesters dat deelneemt aan de leermeesteropleiding in het kader van stages voor het voltijds onderwijs; voortgang van de werkgroep rond stages die wordt samengesteld met vertegenwoordigers van hotelscholen; gebruik van elektronisch leerplatform van Horeca Vorming Vlaanderen door leerkrachten.
Actie 4: Samenwerking met deeltijds secundair onderwijs Omschrijving De sector versterkt de samenwerking met DBSO-scholen door Individuele Leerovereenkomsten (ILO’s) af te sluiten voor jongeren die een horecaopleiding volgen. Deze jongeren alterneren drie dagen werkplekleren met twee dagen school. De ondersteuning door de sector bestaat uit: • informeren van (kandidaat-)leerbedrijven over Industrieel LeerlingWezen (ILW) of ILO-contract; • ondersteunen van centra deeltijds onderwijs in het maken van een goede match tussen jongere en leerbedrijf; • opmaken van erkenningsdossiers voor leerbedrijven; • bijscholen van leermeesters en ondersteunen in het begeleiden en motiveren van jongeren;
17
• • • • •
ondersteunen van de overstap van ILO naar regulier werk; afnemen van kwalificatieproeven en attestering; evalueren: tussentijdse en eindevaluaties; opmaken van persoonlijke opleidingstrajecten voor jongeren in het kader van ILO; organiseren van bijscholingen voor leerkrachten en leerlingen.
Van de scholen vragen we deze engagementen: • zorgen voor goede match tussen jongere en leerbedrijf; • aandacht voor opleidingstraject van jongere; • visie van sociale partners ondersteunen door jongeren die interesse hebben voor een horecaberoep op te leiden via een ILO; • jongeren enthousiasmeren om opleiding tot horecaberoep te volgen; • correcte informatie verstrekken aan leerbedrijven; • streven naar een kwalitatieve invulling van voltijds engagement op maat van de jongeren met het oog op een mogelijke opstap naar werk als de jongere daar klaar voor is en aan de leerplicht voldaan heeft; • actief deelnemen aan het opleidingsaanbod van Horeca Vorming Vlaanderen; • gebruik maken van didactische pakketten, tools en instrumenten die de sector ter beschikking stelt. Doelstellingen • • • •
komen tot een betere afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt; via werkplekleren komen tot een volwaardige opleiding voor jongeren die een horecaberoep op de werkvloer willen leren; kwalitatief aanbod van horecaopleidingen verzekeren in centra voor deeltijds onderwijs; enthousiasmeren van jongeren om school en opleiding op de werkvloer te combineren.
Betrokken partners Onderwijskoepels, centra voor deeltijds onderwijs die horecaopleidingen aanbieden
Voortgangsindicatoren • • • • •
1
aantal arbeidsrijpe en werkbereide jongeren 1 met interesse voor een horecaberoep dat toegeleid wordt naar een Individuele Leerovereenkomst in de sector; aantal leermeesters dat deelneemt aan het traject voor leermeesters; aantal jongeren dat deelneemt aan het specifiek opleidingsaanbod voor DBSO van de sector; aantal leerkrachten dat deelneemt aan het specifiek opleidingsaanbod voor DBSO van de sector; alle CDO’s met een opleiding richting de horecasector werken samen met de sector door ILO actief aan te bieden aan leerlingen en bedrijven in de horecasector (bijv. met infosessies).
De CDO’s staan in voor de screening van de jongeren.
18
Actie 5: Samenwerking met buitengewoon secundair onderwijs (BUSO) Omschrijving De sector wil de samenwerking versterken met BUSO-scholen die een horecaopleiding aanbieden. In de provincie Antwerpen verloopt de samenwerking via het RTC en meer specifiek rond de opleiding grootkeukenmedewerker. Het RTC voorziet hiervoor extra middelen. De sector wil samen met RTC’s uit andere provincies onderzoeken hoe ook daar een gelijkaardige samenwerking kan worden opgezet. De ondersteuning van Horeca Vorming Vlaanderen houdt in dat er een optimale afstemming komt tussen het opleidingsaanbod en de arbeidsmarkt. Van de scholen vragen we dat ze deelnemen aan acties die deze afstemming beogen. Doelstellingen Het attest van verworven bekwaamheden herwerken tot een certificaat met vermelding van competenties die een waarde hebben op de arbeidsmarkt. Betrokken partners VLOR, onderwijskoepels
Voortgangsindicatoren Momenteel ligt al 1,5 jaar een advies bij het Departement Onderwijs waarin de onderwijskoepels samen met de sociale partners van de sector deze vraag formuleren en al een eerste aanzet tot herziening aangeven. Actie 6: Samenwerking met centra voor volwassenenonderwijs (CVO) Omschrijving Deze samenwerking situeert zich op verschillende vlakken o.a.: • organiseren van arbeidsmarktgerichte opleidingen voor werkzoekenden en werknemers in overleg met VDAB; • afstemming van (te ontwikkelen) instrumenten voor assessment van competenties op de leerplannen van de centra voor volwassenenonderwijs; • realiseren van afsprakenkader met een aantal CVO’s (verspreid over Vlaanderen en Brussel) tot het verlenen van vrijstellingen op basis van een getuigschrift afgeleverd door Horeca Vorming (voor leerlingen deeltijds onderwijs die een kwalificatieproef afleggen in het kader van hun leerovereenkomst) of door opleidingspartners voor werkzoekenden (VDAB en in een latere fase ev. ook derdenorganisaties); • verkennen van samenwerkingsmogelijkheden i.f.v. werkplekleren; • informeren van niet-werkzoekende cursisten die interesse hebben om beroepsmatig aan de slag te gaan in de horecasector. Doelstellingen • • •
versterken van arbeidsmarktgerichtheid van horecaopleidingen (studiegebied Voeding) in centra voor volwassenenonderwijs; leertrajecten uitzetten voor werknemers i.f.v. opscholing naar hogere functie; leertrajecten uitzetten die leiden tot certificering met inbegrip van werkzoekendenopleidingen bij VDAB of VDAB-erkende opleidingen bij derdenorganisaties;
19
•
verkennen van mogelijkheid tot opstarten van samenwerkingsovereenkomst met onderwijskoepels en inrichtende machten van de beoogde CVO’s.
Betrokken partners VDAB, koepels van het volwassenenonderwijs, CVO’s die een volwaardig traject tot een beroep in de horecasector aanbieden (o.a. keukenmedewerker, hulpkok, kok, traject binnen de grootkeuken, traject binnen de zaal)
(Mogelijke) voortgangsindicatoren De belangrijkste voortgangsindicator bestaat uit de samenwerkingsovereenkomsten die worden afgesloten met CVO’s die horeca-opleidingen aanbieden. Afhankelijk van de inhoud van deze samenwerkingsovereenkomst kunnen specifieke meetbare indicatoren worden opgenomen, bijv.: m.b.t. opleidingen voor werkzoekenden: - uitstroom: aantal stages in de sector en aantal tewerkstellingen in de sector gemeten 1-3-6 maand na het beëindigen van de opleiding; - aantal duurzame tewerkstellingen in de sector, d.w.z. minstens 3 maanden gewerkt in de sector in het jaar na het beëindigen van de opleiding; - afspraken m.b.t. vrijstellingen bij inschrijving in een CVO op basis van assessment en/of attest gevolgde beroepsopleiding bij VDAB of VDAB-erkende organisatie. m.b.t. werknemers: - aantal leermeesters uit PC 302 dat door een CVO wordt toegeleid naar de leermeesteropleiding georganiseerd door de sector i.h.k.v. werkzoekendenopleidingen; - aantal werknemers uit PC 302 dat i.s.m. een CVO (i.h.k.v. de CVO-erkenning voeding) wordt opgeleid Actie 7: Samenwerking met Syntra Vlaanderen Omschrijving In 2007 sluit de sector tot uitvoering van het decreet leren en werken een samenwerkingsovereenkomst af met Syntra Vlaanderen met het oog op afstemming met de leertijd. De focus ligt daarbij op een synergie tussen het opleidings- en werkervaringsbeleid van de leertijd in Vlaanderen enerzijds en de vormings- en tewerkstellingsinspanningen van de sector anderzijds. Tijdens de nieuwe convenantperiode wordt deze samenwerking verder kwalitatief uitgediept: • opnieuw opstarten van de Commissie Leertijd Horeca; • overleg plegen over kwaliteitskader voor leerbedrijven; • openstellen van de leermeesteropleiding van Horeca Vorming Vlaanderen voor leerbedrijven die actief meewerken aan de leertijd; • afstemmen van leermeesteropleiding op opleidingstraject ‘Estafette’ van Syntra en vice versa; • ondersteunen van leertrajectbegeleiders met informatie over werkplekleren in de horeca. Naast de uitdieping van de samenwerkingsovereenkomst wil de horecasector met Syntra Vlaanderen overleg plegen over het opleidingsaanbod van Syntra gericht op (toekomstige) werknemers in de sector. We bekijken hoe dit overleg met het Syntra-netwerk via een centraal aanspreekpunt kan gebeuren.
20
Doelstellingen • • •
samenwerkingsverbanden tussen de sociale partners van de horecasector en Syntra uitbouwen en stroomlijnen over de verschillende centra van Syntra heen; het opleidings- en tewerkstellingsbeleid van de sector afstemmen op dat van Syntra; afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst waarbij elk centrum van Syntra binnen een gemeenschappelijke visie (die de individuele centra overstijgt) meewerkt aan een globaal sectoraal beleid.
Betrokken partners Syntra Vlaanderen, Syntra-centra
Voortgangsindicatoren • •
infobundel over de leertijd voor leertrajectbegeleiders zodat zij leerbedrijven beter kunnen informeren; aantal leermeesters dat instapt in het leertraject voor leermeesters van Horeca Vorming Vlaanderen toegeleid via Syntra.
Actie 8: Deelname aan regionale en lokale netwerken opgezet i.f.v. onderwijs, opleiding en tewerkstelling in de horeca Omschrijving Horeca Vorming Vlaanderen neemt deel aan een aantal regionale en lokale initiatieven rond onderwijs, opleiding en tewerkstelling in de horeca: • De Stad Antwerpen richt in 2008 het Sectoraal Netwerk Horeca op om lokale knelpunten sectoraal en integraal te benaderen. Daarin zitten de onderwijs-, arbeidsmarkt- en sectorale partners. In 2011 ontwikkelt het netwerk in samenwerking met Guidea een sector- en competentiefoto horeca. Dat actieplan wordt stapsgewijs uitgerold. • In Gent ontstond in de schoot van het samenwerkingsverband ‘Gent, Stad in Werking’ de ‘Werkgroep Horeca’. De sectorconsulent voor Oost-Vlaanderen maakte deel uit van die werkgroep. Daarnaast was er PAL (Platform Alternerend Leren) waar de coördinator Onderwijs van Horeca Vorming Vlaanderen in zetelde. Beide werkgroepen liggen al een hele tijd stil. Via de pers vernamen we dat dit overleg zou heropstarten. Voorlopig werd nog geen contact opgenomen met de sector. De sector is expliciet vragende partij van bij aanvang betrokken te worden bij de besprekingen. • De sector zal de bestaande - in het geval van Oost- en West-Vlaanderen prille samenwerking met RTC Antwerpen, RTC Oost-Vlaanderen en RTC WestVlaanderen versterken en uitbreiden. De hotelscholen van Vlaams-Brabant en Limburg zijn vragende partij voor een gelijkaardige samenwerking. Pogingen vanuit de sector om met de RTC’s in die provincies samen te werken, hebben tot nu toe niets opgeleverd. Het blijft de bedoeling om ook daar een samenwerking op te zetten. In de provincie Antwerpen heeft Horeca Vorming Vlaanderen een goede samenwerking met het RTC en meer specifiek rond de opleiding grootkeukenmedewerker. Het RTC voorziet hiervoor extra middelen. De sector wil samen met de RTC’s uit andere provincies onderzoeken hoe ook daar een gelijkaardige samenwerking kan worden opgezet.
21
Doelstellingen •
•
onze expertise en dienstverlening ten dienste stellen van lokale en regionale samenwerkingsverbanden die gericht zijn op aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, instroom en retentie in de sector, vorming en competentieontwikkeling, werkbaarheid, creëren van randvoorwaarden (mobiliteit,…); samenwerking opzetten met RTC Vlaams-Brabant en RTC Limburg om zo te komen tot een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
Betrokken partners • •
variabel; er maken steeds opleidingsverstrekkers deel uit van het samenwerkingsverband; RTC’s van Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, VlaamsBrabant en het RTC Netwerk Vlaanderen.
Voortgangsindicatoren •
•
realisatie van de doelstellingen gedefinieerd binnen het netwerk waar Horeca Vorming Vlaanderen aan deelneemt. RTC West-Vlaanderen, RTC OostVlaanderen en RTC Antwerpen leggen hun doelstellingen via een opleidingsplan ieder jaar vast in hun eigen jaaractieplan; samenwerking met RTC Vlaams-Brabant en RTC Limburg eventueel via provincieoverschrijdende initiatieven.
Actie 9: ‘Horeca-Talent’: monitoringinstrument voor werkzoekendenopleidingen Omschrijving Ontwikkelen van een monitoringinstrument i.f.v. rapportage over het doelgroepprofiel van de cursisten in horecaopleidingen, hun stageplaatsen en tewerkstelling in de sector. Opleidings, begeleidings- en tewerkstellingsorganisaties met wie een samenwerkingsovereenkomst werd afgesloten zullen op vraag van de sector de gegevens invoeren in ‘Horeca-Talent’. Informatie uit deze databank zal uitsluitend op geaggregeerd niveau worden gecommuniceerd met het oog op benchmarking en opvolgen van de duurzaamheid van de tewerkstelling van de opgeleide cursisten. Doelstellingen Monitoring van de resultaten van horecaopleidingen aangeboden door partnerorganisaties i.f.v. het invullen van knelpuntvacatures in de sector. Betrokken partners • •
derdenorganisaties die begeleiding, opleiding en werkervaring aanbieden en waarmee een samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten; publieke opleidingsverstrekkers waarmee een samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten, o.a. VDAB en centra voor volwassenenonderwijs.
Voortgangsindicatoren • •
de databank ‘Horeca-Talent’ is gerealiseerd; jaarlijkse communicatie en evaluatie van de resultaten met de opleidingspartners.
22
Actie 10: Deelname aan initiatieven i.f.v. studiekeuze, beroepskeuze en levenslang leren 10.1: Beroepenhuis Omschrijving Het Beroepenhuis wil jongeren tussen 11 en 14 jaar op een interactieve manier laten kennismaken met werken in het algemeen en met technisch en praktisch-uitvoerende beroepen in het bijzonder. Sinds de oprichting van het Beroepenhuis is de horecasector zowel inhoudelijk als financieel betrokken. De sector heeft een vertegenwoordiger in de Raad van Bestuur en financierde de inrichting van de interactieve ‘ontdekhoek’ die de horecasector voorstelt. Samenwerken gebeurt ook op vlak van ontwikkeling van didactische pakketten. Bovendien draagt de sector jaarlijks een deel van de werkings- en onderhoudskosten en de kosten voor educatief personeel. Doelstellingen • •
sensibiliseren i.f.v. een bewuste en positieve studie- en beroepskeuze bij leerlingen van de derde graad basisonderwijs en de eerste graad secundair onderwijs (ev. uit te breiden met leerlingen na de eerste graad); leerlingen actief laten nadenken over beroepen en competenties.
Betrokken partners in het Beroepenhuis diverse andere sectoren, werkgevers- en werknemersorganisaties, centra voor leerlingenbegeleiding, VDAB, Syntra, Stad Gent, Provincie Oost-Vlaanderen,…
Voortgangsindicatoren • •
verderzetting van financiering vanuit de sector actieve deelname aan Raden van Bestuur van het Beroepenhuis
10.2: Studie- en Informatiedagen (SID-in beurs) / sectorenbeurs Omschrijving Horeca Vorming Vlaanderen neemt jaarlijks deel aan het merendeel van de SID-in beurzen voor jongeren van het laatste jaar secundair onderwijs. Diverse sectoren krijgen daar de kans om de jongeren, hun ouders en begeleiders te informeren over de mogelijkheden van de arbeidsmarkt en de eigenheid van sectoren en beroepen. De huidige format van de SID-In beurzen wordt door meerdere partners in vraag gesteld omdat het arbeidsintensief is en onduidelijk qua output. Nochtans blijft de sector overtuigd van de meerwaarde van actieve deelname aan dit soort projecten en blijft de interesse bestaan om mee na te denken over een SID-in project of een sectorenbeurs. Doelstellingen • • •
informeren over opleidingen en beroepen i.f.v. een gefundeerde studie- en beroepskeuze; informeren over job- en carrièrekansen in de horecasector; informeren over voortgezette opleidingen die specifiek toeleiden naar de sector.
23
Betrokken partners Agentschap voor Onderwijscommunicatie van het Departement Onderwijs, SERV en andere sectoren
Voortgangsindicatoren De indicatoren kunnen pas omschreven worden in het kader van een vernieuwd SID-IN project of sectorenbeurs. Actie 11: ‘Fan van Horeca’: imago-, informatie- en sensibiliseringswebsite Omschrijving In 2012 ontwikkelt de horecasector de website ‘Fan van Horeca’ (cf. addendum sectorconvenant). Die wordt verder uitgebreid met actuele informatie, goede praktijken, nuttige links,… De site informeert over beroepen in de horecasector, studierichtingen op het niveau secundair en hoger onderwijs, opleidingen voor werkzoekenden, opleidingen in het volwassenenonderwijs, sollicitatietips,… Doelstellingen • sensibiliseren i.f.v. horecaberoepen: mensen warm maken voor het werken in de horecasector; • geïnteresseerden en sleutelfiguren (bijv. ouders, arbeidsconsulenten, leerkrachten,…) informeren over de opleidings- en tewerkstellingsmogelijkheden in de sector. Betrokken partners Guidea Sociale partners in de horeca Opleidingspartners
Voortgangsindicatoren • • •
website online tegen 2013 verdere uitbouw in 2013-2014 aantal bezoekers van de website
Actie 12: Beeldvorming over horecaberoepen bij intermediairs die werken met werkzoekenden Omschrijving We stellen vast dat intermediairs 2 die op de eerste lijn contact hebben met werkzoekenden vaak een stereotiep en negatief beeld hebben van werken in de horeca. Dat beeld strookt niet met de realiteit van sector die heel divers is, alleen al op vlak van jobs en werkgevers. De knelpuntberoepenlijst van VDAB bestendigt bovendien de eenzijdige negatieve beeldvorming door zgn. ‘kwalitatieve’ redenen toe te kennen aan knelpuntberoepen. Een 2
Als we spreken over intermediairs denken we in de eerste plaats aan leerkrachten en tewerkstellingsbegeleiders in de centra voor Leren en Werken, aan consulenten bij VDAB en bij partners aan wie ‘Tenders Trajectbegeleiding en Bemiddeling naar Werk’ werden toegewezen.
24
horecaberoep krijgt daardoor het imago van een minderwaardig beroep en dat willen we bestrijden door de positieve aspecten te benadrukken: de passie en het plezier in het werk, de vele kansen om door te groeien naar andere functies zowel binnen als buiten de sector (bijv. toeleveranciers), het starten van een eigen zaak,… Doelstellingen • •
•
intermediairs sensibiliseren zodat ze werkzoekenden zonder negatieve vooringenomenheid en op een kwaliteitsvolle manier informeren i.f.v. diverse horecaberoepen als jobdoelwit; intermediairs informeren opdat ze horecaberoepen actief en positief onder de aandacht brengen van werkzoekenden die beantwoorden aan diverse basisprofielen die de horecasector nodig heeft (keuken/zaal/receptie/kamerdienst); intermediairs kennis laten maken met de website ‘Fan van horeca’ i.f.v. permanente toegang tot de meest actuele informatie m.b.t. horecaberoepen en opleidingen.
Betrokken partners VDAB
Voortgangsindicatoren • •
de knelpuntberoepenlijst van VDAB wordt aangepast zodat vooroordelen niet langer bestendigd worden; aantal acties dat zich richt tot intermediairs als doelgroep; kwalitatieve resultaten van de bevraging na afloop van face-to-face sensibiliseringsacties
25
PRIORITEIT 2 Micro-ondernemingen
(<
10
werknemers)
ondersteunen i.f.v. duurzame tewerkstelling Diversiteitscheck In het Addendum Werkbaarheid dat voorzien is bij dit sectorconvenant zal werk gemaakt worden van een horeca-tolkt, waarbij bestaande tools zullen aangepast worden aan de noden en beperkingen van een kleine horecazaak en waarbij een aantal nieuwe tools zullen worden uitgewerkt. Vertrekpunt hierbij is de diversiteit van de werknemers in de sector met als hoofddoel het verduurzamen van de tewerkstelling. Aangezien hier zal gewerkt worden met partnerorganisaties die vooral met cursisten en leerlingen uit de kansengroepen werken (zie diversiteitstoets prioriteit 1) vormt dit uiteraard een belangrijk gegeven bij de uitbouw van de toolkit en bij de begeleiding op maat van deze leerbedrijven, zodat zij in staat zijn al hun medewerkers te ondersteunen, te motiveren en op te leiden. Omgaan met anders taligheid en laaggeletterdheid is hierbij een belangrijk aandachtspunt.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: Kwaliteitsvolle leer-werk-bedrijven: begeleiding op maat Omschrijving We zullen micro-ondernemingen begeleiden, op maat en naar aanleiding van een concreet engagement dat ze zijn aangegaan, veelal i.f.v. instroom maar ook in het kader van deelname aan een specifiek opleidingsaanbod. Voorbeelden: leerovereenkomst, leerlingenstage, stage werkzoekende, NODW,… Horeca-leertrajecten voor werkzoekenden en de overgang van leren naar werken willen we als hefboom aanwenden om de begeleiding van micro-ondernemingen te realiseren, zodat het bedrijf kan groeien in zijn rol als kwaliteitsvol leer-werk-bedrijf. Advisering en toeleiding naar de leermeesteropleiding maakt hier o.a. deel van uit. In het kader van de ESF-Oproep Werkbaarheid zal vorm gegeven worden aan een horecatoolkit, afgestemd op micro-ondernemingen, en zal opleiding (workshops en intervisie) voorzien worden voor consulenten die met deze toolkit aan de slag zullen gaan. Hierbij willen we ook stagebegeleiders van VDAB en VDAB-erkende horeca-opleidingen voor werkzoekenden betrekken. De horeca-toolkit en de ondersteunende instrumenten (assessmentinstrumenten, matchingstool,…) die in het kader van de ESF-oproep werkbaarheid zullen worden ontwikkeld vormen de basis voor begeleiding en advisering van de werkgevers. Doelstellingen Optimaliseren van leerkansen voor werknemers en de integratie van nieuwe werknemers in het bedrijf, ook in micro-bedrijven die niet bewust bezig zijn met het voeren van een HRbeleid.
26
Betrokken partners: Guidea, Begeleidings-, Opleidings- en Tewerkstellingsorganisaties
Voortgangsindicatoren • • •
Aantal begeleidingen van micro-ondernemingen door de consulenten van Horeca Vorming Vlaanderen; Aantal consulenten van partnerorganisaties dat met de horeca-toolkit aan de slag gaat; Aantal begeleidingen op basis van horeca-toolkit, zowel door onze eigen consulenten als door consulenten van partnerorganisaties
27
PRIORITEIT 3 Competentieontwikkeling van horecawerknemers i.f.v. inzetbaarheid Diversiteitscheck Hier zijn een aantal specifieke acties opgenomen ter ondersteuning van anderstaligen en/of mensen met lage taalvaardigheid (bijv. beeldwoordenboeken, Nederlands op de Werkvloer, opleiding voor startende werknemers na uitstroom uit beroepsopleiding bij partners, creëren van een optimale leeromgeving en wegwerken van drempels in het opleidingsaanbod,….). Verder proberen we via de diversiteitsanalyse van de werknemers in de sector een goed beeld te krijgen van onze doelgroep. Bij de ontwikkeling van het elektronisch leerplatform en e-learningmodules wordt, waar aangewezen, rekening gehouden met anderstalige en laaggeletterde cursisten. Het portal van het leerplatform zal ook voor deze doelgroep zo toegankelijk mogelijk gemaakt worden (lettertype, vormgeving en taalgebruik). Actie 1: Intensieve toeleidingsacties naar opleidingsaanbod voor werknemers Omschrijving We prospecteren actief om het opleidingsaanbod voor werknemers onder de aandacht te brengen van de werkgevers. Dit gebeurt via face-to-face contacten van onze consulenten met bedrijfsverantwoordelijken. Daarnaast krijgen alle werkgevers én werknemers twee maal per jaar in de sector de brochure met het open opleidingsaanbod in de bus. Om specifieke opleidingen te promoten doen we ook mailings met folders/flyers (via mail of per post). Om de drempel tot deelname aan de opleidingen zo laag mogelijk te houden is het belangrijk dat dit, naast de personeelskost, geen extra kosten met zich mee brengt. Al onze opleidingen zijn kosteloos voor werknemers tewerkgesteld in PC 302. Onze eigen consulenten en begeleiders van partnerorganisaties die instaan voor leerlingen/werkzoekenden, moedigen bedrijven aan om nieuw personeel dat tewerkgesteld is i.h.k.v. alternerend leren of na een werkzoekendenopleiding, verder op te leiden. Zij brengen ook opleidingsnoden in kaart. We sensibiliseren bedrijven met werknemers die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen om gebruik te maken van de opleiding ‘Nederlands op de Werkvloer’ bij VDAB. De sector financiert die opleiding via de kredietlijn. Doelstellingen • • •
werknemers in PC 302, in het bijzonder werknemers tewerkgesteld in microondernemingen, kansen bieden tot competentieontwikkeling; werknemers kunnen zelf het initiatief nemen om deel te nemen aan het opleidingsaanbod, al dan niet in overleg met hun werkgever; werknemers kunnen hun competenties ontwikkelen i.f.v. het verhogen van hun kansen op de arbeidsmarkt.
28
Betrokken partners VDAB, voor wat Nederlands op de Werkvloer betreft
Voortgangsindicatoren • • •
aantal werknemers uit KMO’s dat zich inschrijft voor opleidingen; aantal werknemers uit micro-ondernemingen dat zich inschrijft voor opleidingen; procentueel aantal werknemers uit KMO’s resp. micro-ondernemingen dat zich inschrijft in verhouding tot het totaal aantal inschrijvingen.
Actie 2: Clusteropleidingen voor werknemers (en hun werkgevers) uit microondernemingen Omschrijving Micro-ondernemingen (< 10 werknemers) verenigen zich om opleidingen uit ons open aanbod te volgen. Een van de bedrijven zorgt voor de locatie. De opleidingen kaderen vaak binnen een netwerk waarvan de deelnemende bedrijven deel uitmaken of binnen gemaakte afspraken (bijv. kustactieplan, horecabeleidsplannen steden en gemeenten, toeleveranciers horecabedrijven, lokale beroepsverenigingen, …). Werkgevers die een werknemer inschrijven kunnen zelf ook deelnemen aan deze gratis opleidingen. Doelstellingen • •
micro-ondernemingen aanzetten om hun werknemers te laten deelnemen aan een opleiding uit het open aanbod in overleg met andere bedrijven; drempel verlagen, zowel voor werkgever als werknemer die de opleiding volgt door de opleiding in het bedrijf zelf of in de onmiddellijke omgeving van het bedrijf te organiseren.
Voortgangsindicatoren Per jaar nemen ten minste 500 cursisten deel aan een clusteropleiding. Actie 3: Elektronisch Leerplatform Omschrijving Leren via de digitale weg is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Voor kennisorganisaties als Horeca Vorming Vlaanderen en Guidea is het belangrijk om deze evolutie in hun werking te integreren. Digitaal leren verloopt via een elektronisch leerplatform. Zo’n webapplicatie is specifiek ontwikkeld om het verzamelen, delen en ter beschikking stellen van informatie op ruime schaal te faciliteren. Ook is de tool uitermate geschikt om directer in te spelen op verschillende doelgroepen en individuele leerbehoeften. Veel horecamedewerkers bepalen graag zelf waar en wanneer zij leren. E-learningtrajecten zijn voor hen uitermate geschikt omdat ze dan het leren kunnen combineren met hun wisselende werkroosters. Horeca Vorming Vlaanderen en Guidea stellen nu reeds materiaal digitaal ter beschikking van de sector. Horeca Vorming Vlaanderen bezorgt extra oefenmateriaal, modellen van oefeningen en achterliggende informatie bij bestaande cursussen op dvd, usb of via e-mail aan haar cursisten. Ook tijdens opleidingen verwijzen trainers vaak naar internetbronnen. Op het digitaal leerplatform kunnen gemakkelijk directe links naar die bronnen gelegd worden.
29
Guidea stelt via haar website sjablonen, modellen en resultaten van sommige onderzoeken ter beschikking. We bekijken nog welk materiaal op het digitaal platform toegankelijk zal zijn voor iedereen en wat enkel beschikbaar wordt gesteld via een login. In de realisatie van een leerplatform houdt de sector rekening met de samenwerkingsverbanden die worden opgezet. Zo werkt Horeca Vorming momenteel samen met Toerisme Vlaanderen en met provinciale toeristische diensten voor projectopleidingen en voor werkzoekendenopleidingen met centra voor volwassenenonderwijs en begeleidings-, opleidings- en tewerkstellingsorganisaties. Ook voor dergelijke samenwerkingsverbanden biedt het leerplatform een opportuniteit. De verscheidenheid van doelgroepen is een aandachtspunt in de opmaak van het leerplatform. Zo zijn de e-learningtrajecten ook toegankelijk voor laagtaalvaardige cursisten. Doelstellingen • • •
faciliteren van leertrajecten georganiseerd door Horeca Vorming Vlaanderen; verspreiden van kennis en onderzoeksresultaten relevant voor de sector of die het leren in de sector kunnen versterken of stimuleren; bieden van een platform ter ondersteuning van projecten en onderzoeken uitgevoerd door Guidea.
Betrokken partners Guidea
Voortgangsindicatoren • • •
elektronisch leerplatform gaat in 2013 online aantal gebruikers kwalitatieve analyse op basis van het gebruikersprofiel
Actie 4: Taalondersteuning via opleiding ‘Nederlands op de Werkvloer’ Omschrijving Nederlands op de Werkvloer (NODW) is een taalopleiding op maat van het bedrijf en de anderstalige werknemer die - in de mate van het mogelijke - op de werkvloer plaatsvindt. Deze opleiding kan ook voor individuele werknemers georganiseerd worden en is eveneens toegankelijk voor jongeren uit het deeltijds onderwijs die in een alterneringstraject worden tewerkgesteld in de sector. Tot eind 2014 financiert de sector NODW integraal via de kredietlijn die wordt opgebouwd bij VDAB. Hierdoor is NODW ook toegankelijk voor kleine bedrijven. Onze consulenten en onze partnerorganisaties promoten deze actie bij de werkgevers. Doelstellingen • •
ondersteunen van de integratie van anderstalige werknemers op de werkvloer; ontwikkeling van (Nederlands)talige competenties die nodig zijn in dit beroep en op deze werkvloer.
30
Betrokken partners VDAB
Voorgangsindicatoren Aantal NODW-begeleidingen per provincie en gemiddeld aantal uren Actie 5: Taalondersteuning via beeldwoordenboeken Omschrijving Het beeldwoordenboek brengt vaktermen uit de keuken in beeld in meerdere talen. Het boek heeft zijn nut al bewezen zowel voor anderstaligen als voor Nederlandstaligen en wordt geprezen als een goede praktijk. Ook de respons bij werkgevers is buitengewoon positief. Deze personen kunnen een gratis exemplaar aanvragen: • horecawerknemers; • opleidingspartners en hun cursisten die taalcoaching krijgen; • leerlingen deeltijds onderwijs die in de sector werken met een leerovereenkomst. Ook scholen met een voltijdse horecaopleiding (hotel, restaurantkeuken en grootkeuken) krijgen de beeldwoordenboeken in het kader van het onderwijsconvenant. Andere geïnteresseerden (bijv. bedrijven uit de sociale economie, grootkeukens behorend tot de social profit sector,…) kunnen het beeldwoordenboek verkrijgen mits betaling. We zetten deze verspreiding tijdens de looptijd van het nieuwe convenant verder. Daarnaast zal Horeca Vorming Vlaanderen samen met de collega’s van Horeca Vorming Brussel/Horeca Formation Bruxelles een beeldwoordenboek ontwikkelen over de kamerdienst en het ontbijt in hotels. Het boek zal in diverse talen vertaald worden, rekening houdend met het profiel/de taal van de anderstalige medewerkers in de betrokken functies. Doelstellingen Vakgerichte Nederlandse taalondersteuning faciliteren zowel op de opleidingsvloer als op de werkvloer. Betrokken partners Werkvormm vzw en Horeca Vorming Brussel/Horeca Formation Bruxelles
Voortgangsindicatoren • • •
realisatie van een nieuw beeldwoordenboek i.f.v. kamerdienst in hotels; aantal verstrekte beeldwoordenboeken; overzicht profiel van de aanvragers van beeldwoordenboeken.
Actie 6: Opleidingsaanbod toegankelijk maken voor laagtaalvaardige cursisten Omschrijving Tijdens de screening van onze opleidingen tijdens de convenantperiode 2011-2012 stelden we vast dat een deel van ons aanbod beter moest afgestemd worden op de diversiteit aan werknemers in de sector. Daarom zullen we het opleidingsaanbod, zowel inhoudelijk als methodologisch, evalueren en bijsturen. Op die manier creëren we krachtige leeromgevingen
31
voor iedereen die daar nood aan heeft. De doelgroep bestaat uit laagtaalvaardige cursisten, zijnde anderstaligen en laaggeschoolden. De aanpassing van het opleidingsaanbod is gekoppeld aan een aantal acties met het oog op het bereiken van de beoogde doelgroep. Op basis van een inventaris van mogelijke valkuilen en cruciale succesfactoren werken we aangepaste opleidingsformules uit. Dit gebeurt in samenwerking met opleidingspartners die veel expertise hebben in het werken met kansengroepen. Doelstellingen • •
globaal aanbod aan werknemersopleidingen van de sector afstemmen op diversiteit van werknemers in de sector; bereiken van kansengroepen vergroten met focus op anderstaligen en laaggeschoolden.
Betrokken partners Opleidingspartners werkzoekenden, centra voor deeltijds onderwijs
Voortgangsindicatoren • • • •
oplijsting van succescriteria voor een ‘goede’ opleiding voor de beschreven doelgroepen; integratie criteria in evaluatie opleiding; selectie van opleidingen uit open aanbod aangepast aan beoogde doelgroepen; kwalitatief opleidingsaanbod i.f.v. de diversiteit aan werknemers in de sector.
Actie 7: Diversiteitsanalyse van werknemers in de horeca Omschrijving De sociale partners van de horecasector engageerden zich om de tewerkstelling van zgn. ‘risicogroepen’ te bevorderen (cao Hotelbedrijf: bevordering tewerkstelling – risicogroepen, akkoord 2007-2008 d.d. 01/10/2007). De sector wil immers investeren in alle (potentiële) werknemers dus ook in werkzoekenden ongeacht hun vooropleiding of etnisch-culturele afkomst, leerlingen in horecaopleidingen, werknemers die om- of bijscholing nodig hebben, oudere werknemers en werknemers met een functiebeperking of handicap. Jaarlijks maken we een analyse van het profiel van de werknemers in de horecasector. Doelstellingen • •
zicht krijgen op de diversiteit van werknemers in de horecasector; dienstverlening op diverse doelgroepen afstemmen met het oog op verhoogde participatie.
Betrokken partners Guidea
Voortgangsindicatoren In 2013 en 2014 maken we een diversiteitsanalyse op van de werknemers die in de sector werken in 2012 resp. 2013.
32
Actie 8: Opleiding Voedselveiligheid via e-learning Omschrijving De sector ontwikkelt een e-learningcursus voor: • werknemers in de horeca in de functies keukenmedewerker, zaalmedewerker, medewerker kamerdienst/ontbijt; • werkzoekenden in het kader van een horecaopleiding. De cursus wordt zowel inhoudelijk als methodisch afgestemd op volwassenen met een beperkte kennis van het Nederlands of een beperkte geletterdheid en wordt aangeboden in het Nederlands. Doelstellingen Met de e-learningcursus willen we cursisten de basiskennis rond voedselveiligheid/HACCP bijbrengen die ze nodig hebben voor het uitoefenen van de jobs keukenmedewerker, zaalmedewerker, medewerker kamerdienst/ontbijt. Leerdoelen: na het volgen van deze e-learningcursus: • weten de cursisten wat HACCP/voedselveiligheid is; • begrijpen ze waarom HACCP/voedselveiligheid belangrijk is; • weten ze hoe ze volgens de HACCP-normen moeten handelen. Betrokken partners Guidea
Voortgangsindicatoren • • • •
de e-learningcursus is ontwikkeld en uitgetest bij de doelgroep; de e-learningcursus wordt online ter beschikking gesteld van werkzoekenden en jongeren in het kader van hun opleiding en van werknemers in de sector die tot de doelgroep behoren; aantal cursisten dat de e-learningcursus volledig heeft doorlopen; evaluatie van de e-learningcursus door de cursisten.
Actie 9: Specifiek opleidingsaanbod voor startende werknemers uit de kansengroepen Omschrijving Via twee proeftuinen willen we doelgericht inzetten op de transitie van opleiding op school/in werkzoekendenopleiding naar bijkomende opleiding in het kader van ‘Levenslang Leren’: - Leerkrachten en tewerkstellingsbegeleiders uit het Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs kunnen een selectie maken van opleidingen die ze wensen te organiseren voor jongeren in de horecaopleidingen. Deze opleidingen zijn specifiek uitgewerkt voor deze doelgroep en worden aangeboden aan de leerlingen in een traject leren en werken in een horecaopleiding en hun begeleiders. - Werkzoekenden die een beroepsgerichte horeca-opleiding volgden worden ook na de opleiding verwacht op een aantal ‘terugkomdagen’, bedoeld voor diegenen die werk gevonden hebben in de sector of die nog werkzoekend zijn Doelstellingen - de opstap van leren als leerling/werkzoekende naar leren als werknemer faciliteren door dit mee te nemen in het kader van hun opleiding; - starters in de sector én hun werkgevers kennis laten maken met het opleidingsaanbod voor
33
werknemers om hen te motiveren tot méér opleiding; - ontwikkeling van competenties die zowel voor werkgever als werknemer een meerwaarde bieden in de beginfase van tewerkstelling; - werkzoekenden die na de opleiding nog niet aan de slag zijn in de sector betrokken houden via deelname aan deze opleidingen. Betrokken partners •
Partnerorganisaties die horeca-opleidingen aanbieden; - Centra Leren en Werken met leerlingen die leerovereenkomst hebben in PC 302
Voortgangsindicatoren • • • •
Aantal leerjongeren dat deelneemt aan een opleiding uit dit specifiek aanbod; Aantal werknemers uitgestroomd uit een werkzoekendenopleiding, dat deelneemt aan de opleiding; De evaluatie van deze opleiding door cursisten; De evaluatie van deze opleidingen door begeleiders.
34
PRIORITEIT 4 Focus op werkplekleren binnen leertrajecten met opleidingspartners Diversiteitscheck Elke ‘lerende’ heeft baat bij een positieve en ondersteunende leeromgeving. Dit geldt des te meer voor (zeer) jonge stagiairs, leerlingen met een leercontract in de sector en lerenden uit de kansengroepen. We leveren hiertoe een bijdrage met de opleiding en intervisieworkshops voor leermeesters op de werkvloer. Daarnaast is er intensieve ondersteuning van jongeren met een leerovereenkomst in de sector, die allen behoren tot één of meerdere kansengroepen. Actie 1: Opleiding en intervisieworkshops voor leermeesters Omschrijving In 2008-2009 werden binnen het project “kwaliteitsvolle leerbedrijven” drie onderzoeken gevoerd: een bevraging van leerlingen, van scholen en van enkele leermeesters. Zowel mensen uit het voltijds en deeltijds onderwijs als uit Syntra leertijd werden bevraagd. Naar aanleiding van deze onderzoeken heeft de sector in de voorbije convenantperiode een didactische dvd ontwikkeld over leerlingenstages in de horeca. Die bevat een handleiding die alle scholen kunnen gebruiken om de stages van hun leerlingen nóg beter te organiseren en om ouders en leerlingen te informeren over de stage. Tijdens het schooljaar 2011-2012 organiseerde Horeca Vorming Vlaanderen in samenwerking met het Departement Onderwijs in een beperkt aantal convenantscholen in het voltijds onderwijs een infosessie voor leerlingen, ouders, stagebegeleiders en stagementoren. Het doel was deze leerlingen en hun ouders een concreet en realistisch beeld te geven van hoe het eraan toegaat op de werkvloer. Als leerlingen vóór ze op stage vertrekken weten welke taken ze al dan niet mogen uitvoeren, zijn ze achteraf minder snel ontgoocheld of ontmoedigd. Daarnaast was er tijdens het schooljaar 2011-2012 het experiment van de “leermeersteropleiding” voor geïnteresseerde stagebedrijven die leerlingenstages aanbieden. Op basis van de positieve resultaten van het experiment wil de sector tijdens de volgende convenantperiode de opleiding en intervisieworkshops voor leermeesters uitbreiden naar alle hotelscholen. Parallel zal Horeca Vorming Vlaanderen sessies voor leermeesters organiseren in het kader van stages voor werkzoekenden en werkervaringstrajecten in het kader van de industriële leerovereenkomsten (ILO). Die sessies worden ook opengesteld voor werkvloerbegeleiders van IBO-cursisten. Doelstellingen •
leermeesters of stagementoren via workshops coachen en ondersteunen in hun rol als stagementor met het oog op versterking en professionalisering van werkplekleren in de sector;
35
• • • •
een positieve en ondersteunende leeromgeving creëren zodat de stage-ervaring de keuze van stagiairs en leerjongeren voor een horecaberoep versterkt; verdere uitbouwen van de ondersteuning in functie van kwaliteitsvolle stages en uitbreiden naar alternerende opleidingen (leren en werken) en werkzoekendenopleidingen; vanaf 2013 de leermeesteropleiding aanbieden aan leermeesters die werken met jongeren in een leerovereenkomst; leermeesteropleidingen organiseren in het kader van stages voor werkzoekenden, van werkervaringstrajecten met industriële leerovereenkomsten, van opleidingstrajecten met een Individuele Beroepsopleiding (IBO), van modules ‘opleiding op de werkvloer’ en van stagemodules in een centrum voor volwassenenonderwijs.
Betrokken partners begeleidings-, opleidings- en tewerkstellingsorganisaties die stages en werkplekleren in de horeca realiseren
Voortgangsindicatoren • •
leermeesteropleiding wordt verder uitgebouwd en op punt gezet; aantal deelnemende leermeesters stijgt jaarlijks met tenminste 15% tegenover het voorgaande jaar.
Actie 2: Alternerend Leren voor jongeren Omschrijving In uitvoering van de beslissing van het Paritair Leercomité voor het Hotelbedrijf (PLC 302) zetten de sociale partners maximaal in op het industrieel leerlingenwezen (ILW) binnen het deeltijds onderwijs. De horecasector werkt nu al samen met 28 centra deeltijds onderwijs (CDO’s) maar nog niet alle verantwoordelijke tewerkstellingsbegeleiders zijn overtuigd van de meerwaarde van een individuele leerovereenkomst voor de leerling. Horeca Vorming Vlaanderen zal deze centra verder actief benaderen. De sector zorgt voor de erkenning en administratieve opvolging van de leerbedrijven. Tijdens bedrijfsbezoeken volgen de sectorconsulenten alle leerlingen tewerkgesteld via ILW, actief op. De leerjongeren en hun leerkrachten kunnen bovendien deelnemen aan extra opleidingen uit ons opleidingsaanbod die relevant zijn voor deze doelgroep. De opvolging verloopt in overleg met de coördinator en tewerkstellingsbegeleiders in de centra deeltijds onderwijs. Doelstellingen • •
jongeren op de werkvloer opleiden tot volwaardige professionals in de sector; Horeca Vorming Vlaanderen beantwoordt alle vragen rond erkennen van een leerbedrijf en opstarten van een leerovereenkomst. Momenteel zit het team over de top van zijn capaciteit. De extra consulent die wordt toegekend in het kader van het nieuwe sectorconvenant zal voor een belangrijk deel ingezet worden om deze overcapaciteit op te vangen. Een kwantitatieve stijging van het aantal leercontracten is op korte termijn dus geen doelstelling voor de sector.
36
Betrokken partners Centra deeltijds beroepssecundair onderwijs
Voortgangsindicatoren •
• • • •
er zal maximaal ingezet worden op verlagen van de uitval van leerlingen tijdens hun leercontract en verhogen van het percentage leerlingen dat het kwalificatiegetuigschrift behaald; Het % leerlingen dat een kwalificatiegetuigschrift behaalt stijgt jaarlijks. Alle ILW-contracten worden opgevolgd via bedrijfsbezoeken; evaluatie van de samenwerking met diverse centra deeltijds onderwijs: meer scholen werken constructief samen met de sector i.f.v. het afsluiten van individuele leerovereenkomsten in de horecasector; aantal leerlingen uit deeltijds onderwijs dat deelneemt aan opleidingen georganiseerd door Horeca Vorming Vlaanderen staat in verhouding tot hun aandeel in tewerkstelling; aantal premies uitbetaald aan CDO’s en leerlingen op basis van verderzetting leerovereenkomst of doorstroming naar PC 302 als werknemer.
37
PRIORITEIT 5 Horeca
beroepsopleidingen
en
onderwijs
afstemmen op arbeidsmarkt Diversiteitscheck Voor onze bijdrage aan de opmaak van de beroepskwalificatiedossiers en de SERV-tool Competent wordt niet specifiek op kansengroepen gefocust. Beide instrumenten zullen een bijdrage leveren tot het vastleggen van de te verwerven competenties in functie van het uitoefenen van een beroep in de sector en moet toelaten om leerladders uit te tekenen. Deze leerladders versterken in eerste instantie de kansen tot competentieontwikkeling van werknemers en werkzoekenden uit de kansengroepen. Zo kan iedereen die in een horecaberoep wil stappen en/of wil doorstromen op basis van eigen (ev. elders verworven) competenties en ambitie de functie uitoefenen die hij/zij ambieert. Het opleidingsaanbod hierop afstemmen en het certificeren van verworven competenties, o.a. via samenwerking met CVO’s (zie prioriteit 1), is hierbij essentieel. Actie 1: Opmaak beroepskwalificatiedossiers i.h.k.v. Vlaamse Kwalificatiestructuur Omschrijving De domeinen Horeca en Voeding zijn opgenomen in de prioriteitenlijst 2013 voor de ontwikkeling van beroepskwalificaties in het kader van de uitrol Vlaamse Kwalificatiestructuur.” Horeca Vorming Vlaanderen bereidt samen met AKOV en andere betrokken partners beroepskwalificatiedossiers voor en maakt de kwalificaties op voor de beroepenclusters zaal en receptie (convenantperiode), keuken, kamerdienst/ontbijt en onderhoud. De samenwerking gebeurt op intersectoraal vlak zodat voor specifieke beroepen een goede afstemming tussen de sectoren kan gerealiseerd worden. Doelstellingen Komen tot een betere afstemming tussen arbeidsmarkt en onderwijs. Betrokken partners AKOV, Guidea en Toerisme Vlaanderen
Voortgangsindicatoren • • •
structuur met clustering van de functies ‘zaal’ en ‘receptie’ opdat de opleidingen beter zijn afgestemd op de beroepen; aantal beroepskwalificatiedossiers voor zaal; aantal beroepskwalificatiedossiers voor receptie.
38
Actie 2: Competent Omschrijving Horeca Vorming Vlaanderen kan samenwerken met SERV i.h.k.v. de SERV-tool Competent. De sectorale sociale partners engageren zich ertoe, rekening houdend met de beperkte rol die hen is toegekend, verder mee te werken aan het operationaliseren van Competent. Betrokken partners: SERV Voortgangsindicator: de gevalideerde Competentfiches
39
[Algemene bepalingen inzake beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst] Beëindiging - Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van twee jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd. - Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie van het tussentijds rapport door het departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie voor Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid - De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen is het sectorconvenant tijdens de looptijd van het sectorconvenant worden doorgevoerd.
Evaluatie - Het departement Werk en Sociale Economie pleegt overleg met de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties over de bevindingen van het tussentijds rapport en van het eindrapport. Dit gebeurt aan de hand van formele en informele opvolgingsmomenten en fysieke en/of desk evaluaties. Het departement Werk en Sociale Economie voorziet hiertoe een sjabloon voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij die opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht - De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
40