Sectorconvenant 2013-2014 tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector binnenscheepvaart (PC 139)
Tussen de Vlaamse Regering, hierbij vertegenwoordigd door:
De heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport; De heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel
en de sociale partners van de binnenvaartsector: met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De heer Marc Parmentier, Ondervoorzitter Algemeen Actiecomité der Belgische Binnenvaartorganisaties; De heer Peter Van den abbeele, Woordvoerder Unie der Continentale Vaart
en als vertegenwoordigers voor de werknemers:
De heer Ivan Victor, Federaal secretaris ABVV-BTB; De heer Joris Kerkhofs, Nationaal secretaris ACV-Transcom
1
[Wordt overeengekomen wat volgt] Verbintenissen van de Vlaamse Regering Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014 een maximale toelage van 102.000,00 EUR uit te betalen aan het Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart (Arenbergstraat 24 - 2000 Antwerpen; bankrekeningnummer: BE70 2200 4030 2425; ondernemingsnummer: 0416.381.804) ter financiering van 1 VTE sectorconsulent. Artikel 2. De Vlaamse Regering stimuleert en ondersteunt de uitvoering van voorliggende overeenkomst, door: 1. het organiseren van ad hoc- overleg met de sociale partners, op vraag van de sectoren; 2. het organiseren van klankbordvergadering waarbij knelpunten worden besproken en desgevallend beleidsaanbevelingen kunnen worden geformuleerd, op vraag van de sectoren; 3. het organiseren van netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten, via de SERV, die fungeren als doorgeefluik van informatie en die in het teken staan van ondermeer ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, en sectoroverschrijdende samenwerking.
Verbintenissen van de sector Artikel 3. De binnenvaartsector verbindt zich ertoe om, op basis van het door de VESOCpartners goedgekeurde, inhoudelijk kader voor de sectorconvenants, een sectorale visie te ontwikkelen en vanuit deze visie prioriteiten te bepalen en er doelgerichte acties aan te koppelen. De sectorspecifieke maatregelen geformuleerd in dit convenant zijn inspanningsverbintenissen en hebben betrekking op het ondersteunen en uitvoeren van: -
de afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt;
-
een competentiebeleid, waaronder leven lang leren;
-
het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, vermeld in het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt.
Artikel 4. De sector verbindt er zich toe de werkingssubsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen. Hiertoe wordt effectief 1 VTEsectorconsulent ingezet. Zij werken in de sector onder paritair toezicht en zijn er belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant. De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Periodes van tijdskrediet of loopbaanonderbreking komen niet in aanmerking voor financiering tenzij wordt aangetoond dat de functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er wordt uitgeoefend. De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen, wijzigingen melden en een sectorconsulent(e) (per netwerk) aanduiden voor de SERV netwerkbijeenkomsten.
2
Artikel 5. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2014 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2015 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en het eindrapport omvatten: - de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan; - de toetsing van de realisaties aan de voortgangsindicatoren en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant en het actieplan; - de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport). Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt tijdig aan de sector het modelformulier inzake de rapportering. De binnenvaartsector werkt vanuit volgende sectorale visie aan de uitvoering van de prioriteiten en acties van dit sectorconvenant:
3
Algemene informatie over de binnenvaartsector PC 139
Het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart is bevoegd voor de werknemers die hoofdzakelijk handarbeid verrichten, de varende werknemers in het algemeen en hun werkgevers. We onderscheiden de volgende bedrijfstakken in de sector (ongeacht of de activiteiten zich voordoen op de rijkswaterwegen of andere waterwegen) 1. de binnenscheepvaart, zijnde het vervoer, ongeacht de gebruikte middelen of techniek, van goederen en producten op de binnenwateren, zowel in binnenals buitenland; 2. de sleepvaart, zijnde het slepen, duwen of voorttrekken van zee- of binnenschepen op de binnenwateren; 3. het reddingswerk te water; 4. het vervoer van personen en van dieren op de binnenwateren; 5. de veerdiensten; 6. de pleziervaart, zowel voor sport- als vrijetijdsdoeleinden, en de pleziervaart aan de kust binnen de territoriale wateren; 7. de passagiervaart; 8. het loodsen van schepen op de binnenwateren; 9. de mondingvaart; 10. de activiteiten met betrekking tot de bunkering en de bevoorrading in olie van schepen door schepen; 11. de rivier- en kanaalarbeid, met uitzondering van de arbeid verricht in de havengebieden ressorterend onder het Paritair Comité voor het havenbedrijf en de bagger-, zee- en rivierwerken, met inbegrip van het vlot trekken van boten en schepen, alsmede het opruimen van wrakken. In dit convenant beperken wij ons tot de categorieën:1, 2, 4, 7, 9 en 10. De Belgische binnenvaartvloot Op 31 december 2011 was de binnenvaartvloot van de in België gedomicilieerde ondernemers samengesteld als volgt: - 1.038 drogelandingsschepen met een totale capaciteit van 1.503.758 ton; - 225 tankschepen met 373.950 ton capaciteit; - 104 duwboten met een vermogen van 52.334 kW. Hetzij een totaal van 1.367 binnenvaartuigen met een totale capaciteit van 1.881.330 ton en een globaal vermogen van 744.788 kW. (Bron: FOD Mobiliteit en Vervoer – DGVervoer te Land - Directie Binnenvaart) Evolutie werkgevers in de Belgische binnenvaart Ledental van het Fonds Rijn en Binnenvaart einde 2010: 202 Nieuwe inschrijvingen: 13 Heraangesloten: 9 Totaal 2011: 224 Stopzetting van bedrijf: 38 Ledental einde 2011: 186
4
Evolutie werknemers in de sector in België. 31/12/2011 Nat. 31/12/10 Verschil 2010-2011 813 Belg 751 + 62 315 E.U. 341 - 26 1128 +36 Totaal. 1092
Cijfers van de Dienst Maatschappelijke Zekerheid Binnenvaart. Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart Arenbergstraat 24 Antwerpen 2000 Loontrekkende naar sectorgroep, paritair comité, geslacht en leeftijdsklasse in België, 31 december 2011 Sectorgroep
pc
Mannen
Vrouwen
25> < 25 49 49 jaar jaar jaar Totaal Vervoer, transport & logistiek
139 binnenscheepvaart
103 612 378
1093
2549 < 25 jaar jaar
3
28
> 49 jaar Totaal
4
De binnenscheepvaart is een sector met een relatief oudere en mannelijke structuur: 97% van de werknemers is man, tegenover 55% gemiddeld in Vlaanderen en 34% van de werknemers is 50 jaar of ouder, tegenover 20% gemiddeld. Relatief weinig jongeren zijn actief in de binnenscheepvaart. Een groot deel van de binnenvaartondernemers is nu al ouder dan 50 jaar. Investeringen in technologie en nieuwbouw zijn één iets, maar als het personeel ontbreekt om een schip operationeel te houden gedurende de langer wordende vaartijden, zijn alle innovaties nutteloos. De functie van matroos is erkend als knelpuntberoep. Zowel voor matrozen als voor hoger opgeleide werknemers moet in toenemende mate gezocht worden bij jongeren (of ouderen), die weliswaar gemotiveerd zijn, maar niet in een binnenvaartmilieu zijn opgegroeid. Men spreekt van ‘zijdelingse instroom.’ Dat vergt een professionalisering en samenwerking onder de opleidingen. TRAFIEKEN EN VRACHTPRIJZEN HERSTELLEN, LADINGEN EN LOSSINGEN BOEKEN RECORD In 2011 heeft de binnenvaart in Vlaanderen opnieuw aansluiting gevonden bij de structurele trend van trafiekstijging uit het afgelopen decennium. Met uitzondering van het aantal tonkilometer zetten alle trafiekparameters recordcijfers neer. Vooral de toename van de ladingen en lossingen langs onze waterwegen is een bemoedigende evolutie. Ze bewijst het belang van het kaaimurenprogramma dat de Vlaamse overheid 11 jaar geleden op de sporen zette, en dat de Europese Commissie nog eens met 6 jaar verlengde tot eind 2016. Ook de vrachtprijzen herstelden van historische dieptepunten. Met een totaal van 72.531.934 ton (plus 5,74 % tegenover 2010 werden er op de Vlaamse rivieren en kanalen nooit eerder zoveel goederen per binnenschip vervoerd als afgelopen jaar. Hiermee is de ineenstorting van 2009 volledig ongedaan gemaakt, en wordt er zelfs meer tonnage vervoerd dan in het vorige topjaar 2007. Uitermate positief zijn de recordcijfers voor ladingen en lossingen die verleden jaar werden gerealiseerd. In 2011 werden langs de Vlaamse binnenwateren 31.374.331 ton goederen gelost (plus 3,86 % tegenover 2010 ); er werden 9.827.446 ton geladen (plus 11,65 %). (Bron: Promotie Binnenvaart Vlaanderen )
5
35
Beroepen in de sector Matroos binnenvaart: Als matroos assisteer je bij het afvaren, aanmeren ankeren en koppelen van het schip. Tijdens manoeuvres, geef je van op het dek aanwijzingen. Verder assisteer je bij het bunkeren, het laden en het lossen van het schip. Ook sta je in voor het onderhoud van het schip, het basisonderhoud van machinekamer, elektriciteitsvoorziening, scheepsinstallaties en het onderhoud van meertouwen en trossen. Tenslotte hou je toezicht op het stilliggend schip en zijn lading. Matroos sleepvaart: De matroos assisteert de kapitein bij het aan- en afmeren alsook bij het slepen en assisteren van voornamelijk zeeschepen. Bij manoeuvres geeft hij aanwijzingen aan de kapitein. Verder ondersteunt de matroos de kapitein bij de wacht op de brug en neemt hij het roer over onder toezicht van de kapitein. Ook staat hij in voor het onderhoud van de sleepboot, en voor het onderhoud van de meerdraden, trossen en sleepmaterieel. Tenslotte houdt de matroos toezicht op de stilliggende boot. Stuurman binnenvaart: Geeft leiding aan de bemanning en is mee verantwoordelijk voor het reilen en zeilen aan boord van het schip. Voert de navigatie en zorgt voor de veiligheid van de opvarenden. Is mee verantwoordelijk voor onderhoud van schip en lading. Stuurman sleepvaart: De stuurman assisteert de kapitein bij het aan- en afmeren alsook bij het slepen en assisteren van voornamelijk zeeschepen. Bij manoeuvres geeft hij aanwijzingen aan de kapitein. De stuurman loopt wacht op de brug, vaart en voert manoeuvres uit. Werktuigkundige (sleepvaart): De werktuigkundige plant de werkzaamheden in de machinekamer en inventariseert en bestelt wisselstukken en producten. Hij start de motoren, doet controles en voert preventief onderhoud en herstellingen uit aan de scheepsinstallaties. Ook het organiseren en uitvoeren van bunkerprocedures valt de werktuigkundige te beurt. Verder staat hij in voor het onderhoud van de machinekamer en de stabiliteit van het schip. Hij helpt bij het kuisen en onderhouden van de sleepboot en het vervangen van sleepmaterieel. De werktuigkundige houdt uitgebreide technische gegevens bij over de scheepsinstallaties en de eigen werkzaamheden. In de praktijk wordt de werktuigkundige vaak ‘motorist’ genoemd, soms spreekt men ook van de ‘machinist’. Toch opteren we hier voor de term ‘werktuigkundige’ omdat deze gebruikt wordt op officiële certificaten. Kapitein binnenvaart: De kapitein voert het gezag en draagt de eindverantwoordelijkheid over het schip. Hij neemt de beslissingen aan boord in verband met het bepalen van de vaarroute, de bevrachting, acties naar aanleiding van onvoorziene omstandigheden. Hij regelt administratieve zaken zoals vrachtbrieven en douanedocumenten. De kapitein kan werken in loondienst bij een rederij of eigenaar-zelfstandig van het bedrijf zijn, en heeft eindverantwoordelijkheid over personeel en werkorganisatie. Kapitein sleepvaart: De kapitein voert het gezag en draagt de verantwoordelijkheid over de sleepboot en de bemanningsleden of bezoekers. Hij plant, organiseert en delegeert de taken en activiteiten aan boord en geeft de leiding aan de medeopvarenden. De kapitein loopt wacht op de brug, vaart en voert manoeuvres uit (aan- en afmeren en slepen en assisteren). Het is de kapitein die beslist om de matroos of stuurman te laten varen of manoeuvres te laten uitvoeren, al dan niet onder zijn toezicht. Hij helpt bij het onderhoud waar nodig en houdt toezicht op de stilliggende boot. Hij verzorgt ook het radiocontact met de walorganisaties en met de loods op een zeeschip.
6
Bestaande instroomopleidingen in de sector
Cenflumarin
In de gespecialiseerde binnenvaartschool KTA Cenflumarin kun je terecht vanaf 12 jaar, Je krijgt er theoretische lessen en ook een praktische opleiding. Na deze secundaire beroepsopleiding ben je matroos en krijg je drie jaar vaartijdvermindering.
VDAB
Voor de binnenvaart organiseert VDAB een verkorte opleiding matroos binnenvaart i.s.m. het Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart (FRB). Deze opleiding is voor werkzoekende volwassenen die zich willen herscholen en/of een beroep aan boord van een binnenschip willen uitoefenen. De opleidingsduur is 4 maanden. Het totale programma omvat 7 weken theoretische lessen: scheepstechnologie, veiligheid, reglement en machines.
Syntra organiseert 3 opleidingen: De opleiding binnenvaartondernemer richt zich tot beroepsactieve volwassenen die het diploma van binnenvaartondernemer willen behalen. Via afstandsonderwijs is een opleiding tot binnenvaartondernemer te volgen. Matroos binnenvaart: Via het internet kan een opleiding tot matroos binnenvaart gevolgd worden. Het totale programma omvat 14 theoretische lessen: scheepstechnologie, veiligheid, reglement en machines. Cursus ter voorbereiding van het examen vaarbewijs. Deze opleiding richt zicht tot beroepsactieve volwassenen die zich willen bijscholen, zij moeten al minimum drie jaar ervaring als matroos hebben om deze cursus te volgen.
Doelgroep: opleiding voor langdurig werkzoekenden (minimum 2 jaar), waarbij je geleidelijk en op je eigen tempo wordt voorbereid op een job als matroos op een binnenschip. Na afloop ben je voorbereid op het federaal examen voor matroos op de Rijn- en binnenvaart.
7
Uitdagingen op korte en lange termijn
Europese problematiek op de sector naar instroom en tewerkstelling In de praktijk situeren de knelpunten zich in de doorstroming van matroos naar stuurman of schipper/kapitein en dus direct in de doorgroeimogelijkheden in de sector. Niet alleen wordt hierdoor de instroom van nieuwkomers door een gebrek aan carrièremogelijkheden vertraagd, maar bovendien stellen zich steeds meer problemen voor de binnenvaartondernemers om hoger gekwalificeerd personeel te vinden. Een oorzaak is nog steeds de concurrentie van zowel binnen- als buitenlandse werkgevers in de sector. Tevens zijn er de “manning agencies” die matrozen onderbetalen of niet tewerkstellen conform de vigerende regelgeving. Hierdoor komen niet enkel de vrachten onder druk te staan waardoor de bonafide werkgever het steeds moeilijker krijgt om te concurreren, maar zoals eerder vermeld vallen ook de doorstroming en doorgroeimogelijkheden van het personeel weg met de gekende gevolgen. Regelgeving en eisen aan personeel Europese regelgeving en de vraag naar attesten die hieruit voortvloeit, is een extra belemmering bij de instroom en doorstroom in de sector. De erkenning van vaartijd is al jaren regelgeving van de CCR (Centrale Rijnvaart Commissie). De CCR heeft als nadeel dat ze altijd met 5 landen unaniem moet beslissen: België, Nederland, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland moeten akkoord gaan met iedere wijziging. De vaartijd erkenning komt erop neer dat je per functie aan boord van een binnenschip, je minimaal 180 dagen per jaar in deze functie moet gewerkt hebben en dit gedurende verschillende jaren, vooraleer men kan doorgroeien naar een hogere functie. Het aantal jaren verschilt per functie, zo moet men van deksman naar matroos 3 jaar bewijzen en van matroos naar schipper 4 jaar. In België is de situatie iets anders omdat wij het enige land zijn waar er, sinds eind 2002, een examen voor matroos bestaat. Dat zorgt voor een extra instroom en bijkomende veiligheidsgaranties. Maar het spreekt vanzelf dat we, in de internationale materie die binnenvaart is, goed met alle andere landen moeten overleggen. Als er een akkoord komt over de erkenning van vaartijd of gelijkstelling van vaartijd door opleiding op een binnenvaartsimulator, zullen we dat ook moeten aftoetsen met de Donaulanden, die sinds hun toetreding tot de EU belangrijker dan ooit zijn – en die trouwens qua binnenvaartkennis niet mogen worden onderschat. Dit alles zorgt ervoor dat iedere vernieuwing en of aanpassing van wetgeving, enorm lang duurt. Nood aan ontwikkelen van competenties Statistisch gaat het de goede kant uit maar momenteel heeft de binnenvaartsector het nog zwaar. Het verleden leert ons dat we als maritieme sector juist nu moeten investeren in onze toekomstige kennis. Alleen op die manier kan de sector verder groeien op het moment dat het weer beter gaat. Knelpuntvacatures Al verschillende jaren is er een tekort aan personeel in de binnenvaartsector, matroos, stuurman en kapitein zijn in de praktijk knelpuntberoepen. Matroos is tot op heden nog steeds een erkend knelpuntberoep. Doch door het ontbreken van voldoende
8
vacaturemeldingen bij de VDAB is het één jaar (2010) niet erkend. De oorzaak ligt bij verschillende factoren, het groot aantal micro ondernemingen die onvoldoende meewerken, het niet direct kunnen invullen van de vacature omdat er geen matrozen zijn en daardoor worden er geen vacatures meer geplaatst, (het heeft toch geen zin denkt men) maar vergeet dat hierdoor de erkenning van knelpuntberoep niet aantoonbaar is bij de VDAB. Eigenheid van de bedrijven In de sleepvaart zijn er een aantal bedrijven actief, allen met personeel in loondienst. De grootste, is de firma URS (Unie van Redding- en Sleepdienst) en is actief in de havens van Antwerpen, Gent, Zeebrugge, enz. In de klassieke binnenvaart daarentegen zijn er slechts enkele bedrijven (rederijen) die met een volledige bemanning in loondienst werken. Het gaat meestal om bunkerbedrijven in de havens van Antwerpen, Gent en Zeebrugge. Een groot deel in de binnenvaart zijn micro ondernemingen, (zelfstandige familiebedrijven) met slecht één à twee personeelsleden in dienst, meestal in de functie van matroos. Meer dan de helft van de jobs in loondienst (52%) zijn gesitueerd in kleine ondernemingen met minder dan 20 werknemers, wat opmerkelijk hoger is dan gemiddeld in de Vlaamse privésector (31%). Bovendien zijn deze bedrijven allemaal concurrenten van elkaar en zijn meestal bij verschillende beroepsorganisaties aangesloten. De bedrijfs- en personeelsadministratie gebeuren meestal door een boekhoudkantoor of sociaal secretariaat. Typisch aan deze bedrijven(zelfstandige familiebedrijven) is de moeilijke bereikbaarheid en bereidheid tot medewerking aan opleidingsprojecten. Ook het ingang doen vinden van een lange termijn visie op een efficiënt personeelsbeleid verloopt om die reden moeizaam. Belang van veiligheid en non-alcohol- en drugsbeleid Elk jaar overlijden in Nederland vijf tot zes opvarenden van binnenvaartschepen omdat ze overboord slaan en geen reddingsvest dragen. Voor ons land zijn er geen cijfers bekend maar van de 138 cursisten die de opleiding matroos i.s.m. VDAB hebben gevolgd is er in 2008 één verdronken. Nog steeds hebben te weinig Belgische binnenvaartondernemingen een non-alcohol beleid. Een investering in preventie kan nochtans leiden tot een aanzienlijke winst. Op lange termijn wordt hierdoor de sfeer verbeterd en de gezondheid van de werknemers bevorderd. Sinds 1 april 2009 is de nieuwe CAO Nr. 100 van kracht betreffende het voeren van een preventief alcohol - en drugsbeleid in de onderneming. Ten laatste op 1 april 2010 dienden de ondernemingen die aan het toepassingsgebied van deze overeenkomst onderworpen zijn over een preventief alcohol – en drugsbeleid te beschikken.
Visie van de sector
Door de diepgaand gewijzigde structuren in de binnenvaart, het in dienst komen van bezoldigde werkkrachten en matrozen, de toegenomen technische kennis die vereist is voor specifieke transporten, de introductie van informatica voor navigatie en communicatie, en niet het minst door de schaalvergroting, is een grotere aandacht voor de instroom in het beroep, en voor doorstroming en carrièrevorming, levensnoodzakelijk om als sector te overleven.
9
Instroom in de sector Een groot deel van de binnenvaartondernemers is nu al ouder dan 50 jaar. Investeringen in technologie en nieuwbouw zijn één iets, maar als het personeel ontbreekt om een schip operationeel te houden gedurende de langer wordende vaartijden, zijn alle innovaties nutteloos. De functie van matroos is erkend als knelpuntberoep. Zowel voor matrozen als voor hoger opgeleide werknemers moet in toenemende mate gezocht worden bij jongeren (of ouderen), die weliswaar gemotiveerd zijn, maar niet in een binnenvaartmilieu zijn opgegroeid. Men spreekt van ‘zijdelingse instroom.’ Dat vergt een professionalisering en samenwerking onder de opleidingen. De kwaliteit van het binnenvaartonderwijs in België en in het grootste deel van Europa is van hoog niveau, maar sluit niet aan bij de snelle ontwikkelingen in de branche en de daarmee samenhangende bedrijfstakken. Kennis veroudert snel en de aan de ondernemers en medewerkers gestelde eisen veranderen. Het is van belang dat de bedrijfstak deze ontwikkelingen toegankelijker maakt voor de onderwijspartners. Door nauwe samenwerking en het delen van kennis sluit, met behoud van kwaliteit, het studiemateriaal aan op de laatste ontwikkelingen. De laatste jaren is de binnenvaart dan ook enorm geëvolueerd en gemoderniseerd met als gevolg dat er onvoldoende geschoolde arbeiders op de markt komen om aan de vraag naar stuurmannen en kapiteins te voldoen. Momenteel bestaat de opleiding binnenvaart enkel in een beroepsrichting, waardoor heel wat kinderen de keuze voor de binnenvaart niet maken of niet mogen maken van hun ouders. De onbekendheid waarmee de sector te kampen heeft ligt aan de basis, in het bijzonder het klassiek imago van de matroos. Het is geen toeval dat alsmaar minder leerlingen kiezen voor de opleiding in het beroepsonderwijs. De vergrijzing en het imagoprobleem staan bovendien niet los van elkaar: hoe groter de uitstroom en hoe kleiner de instroom, des te nijpender het personeelstekort en het verlies aan ervaring en ‘knowhow’. Doorstroom in de sector Tot nu toe is er gewerkt rond de opleiding van matroos binnenvaart. Dit moeten we blijven doen, maar ook de hogere rangen zoals stuurman en kapitein moeten meer aan bod komen. Daarom gaan we tijdens de duur van dit convenant nog meer de focus leggen op de doorstroming en de bijscholing van ons varend personeel. Extra aandacht zal hierbij moeten gaan naar het bereiken van werkgevers en werknemers. Typisch aan bedrijven in de sector is immers de moeilijke bereikbaarheid en bereidheid tot medewerking aan opleidingsprojecten. Ook het ingang doen vinden van een lange termijn visie op een efficiënt personeelsbeleid verloopt om die reden moeizaam. Bovendien is het zo dat een familiebedrijf die een goede matroos heeft, er geen meerwaarden in ziet om hun matroos te laten doorgroeien. Reden hiervoor is dat hij dan meestal bij een firma gaat werken als stuurman of kapitein De sector vindt het in het licht van het bovenstaande belangrijk om verder te werken aan de multilaterale samenwerkingsakkoorden met VDAB, SYNTRA en andere opleidingsverstrekkers met het oog op de realisatie van competentieontwikkeling en het verhelpen van de knelpuntberoepen. Visie op diversiteit Gezien de instroomproblematiek van de sector, is het belangrijk dat elk talent telt in de sector. De sector heeft daarom aandacht voor de problematiek van de diverse doelgroepen om een eventuele instroom en doorstroom binnen de sector mogelijk te maken. De medische keuring en de nood aan kennis van Nederlands voor het slagen in het federaal examen vormt echter vaak een belemmerende factor naar instroom toe. De sector tracht hier
10
door een samenwerking met Levanto en een eventuele doorverwijzing naar het Huis van het Nederlands een antwoord op te bieden. Visie rond sensibilisering over veiligheid en preventie van drugs en alcohol De sector blijft zicht uitdrukkelijk inzetten om de veiligheid en de preventie van drugs en alcohol te bevorderen door werkgevers en werknemers te sensibiliseren. Een veilige werkplaats en het bannen van drugs en alcohol aan boord van schepen is niet alleen wettelijk maar ook deontologisch een must. Door niet naleving kan het schip haar verhuurovereenkomst met de opdrachtgever – eigenaar van de lading verliezen. Vanuit de geschetste sectorale visie en vanuit de sectorspecifieke uitdagingen waar de sector op korte en langere termijn voor staat, maakt de binnenvaartsector werk van het aanpakken van de volgende prioriteiten: o
Prioriteit 1: Promotie van de binnenvaart en zijn beroepen
o
Prioriteit 2: Zorgen voor een kwantitatieve en kwalitatieve instroom
o
Prioriteit 3: Competentieontwikkeling van werknemers in de sector
o
Prioriteit 4: Sensibiliseringscampagnes om competenties m.b.t. veiligheid en preventie van drugs en alcohol herhalen
11
PRIORITEIT 1 Promotie van de binnenvaart en zijn beroepen Motivatie De onbekendheid waarmee de sector te kampen heeft ligt mee aan de basis van een beperkte instroom in de sector, in het bijzonder het klassiek imago van de matroos waar de sector mee blijft zitten. Het is geen toeval dat alsmaar minder leerlingen kiezen voor de opleiding in het beroepsonderwijs. De sector blijft het dus belangrijk vinden om jongeren warm te maken voor een traject naar de sector en de sector zal daarom acties in het kader van studie- en beroepskeuze blijven opnemen en ondersteunen.
Acties Door de stuwende kracht van het Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart engageert de sector zich om promotie te voeren dit i.s.m. Promotie Binnenvaart Vlaanderen en de partners van het samenwerkingsplatform (POB). De promotie voor de beroepen matroos binnenvaart/sleepvaart, stuurman, kapitein binnenvaart/sleepvaart, zal gebeuren door middel van de volgende concrete acties. Al de volgende acties worden besproken op het Platform Opleidingsverstrekkers Binnenvaart (POB). Het POB is samengesteld uit leden van: PBV, VDAB, LEVANTO, Syntra, KTA Cenflumarin en leden van het Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart. De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: Deelname aan evenementen specifiek naar de sector gericht (o.a. de Open Scheepvaartdagen in Antwerpen) Omschrijving: Op de open scheepvaartdagen, een drie dagen durend evenement, verstrekken al de opleidingsverstrekkers informatie, door verdeling van folders, en persoonlijke contacten op een gezamenlijke stand. Praktische afspraken worden voordien besproken op het POB ( Platform Opleidingsvertrekkers Binnenvaart). Timing: 2de weekend van september 2013 en het 2de weekend van september 2014. Sectorale doelstelling: Een positieve beeldvorming van de sector naar het algemene publiek Rol van de sectorconsulent: als medewerker van POB bespreekt de consulent de praktische voorbereiding in het overleg. Op de dag zelf bemant de consulent de stand samen met de andere opleidingspartners. Actie 2: Deelname aan IKANDA Omschrijving: Dit kindercongres over talent was in 2012 aan zijn 3de editie toe, het enige kindercongres in België waar twaalfjarigen meer over hun talent kunnen ontdekken. Het is op maat van het zesde leerjaar en er voor een 2000 tal leerlingen. Tijdens IKANDA brengt Het Beroepenhuis vzw superleuke activiteiten mee om je in te leven in verschillende beroepen. Ondermeer het beroep van matroos en kapitein binnenvaart wordt toegelicht. De sector in samenwerking met PBV en het Beroepenhuis Gent maken promotie voor de sectorspecifieke
12
beroepen, door de kinderen te laten varen op een spelsimulator, touw werpen over een scheepsbolder, knopen aanleren, enz. Timing: waarschijnlijk in 2014. Sectorale doelstelling: positieve beeldvorming van de sector bij leerlingen van het zesde leerjaar. Rol van de consulent: ism beroepenhuis Gent en PBV worden de praktische voorbereidingen gedaan. Op de dag zelf bemant de consulent de stand. Actie 3: Deelname aan Belgian Boat show 25ste editie Omschrijving: een zes dagen durend evenement waar promotie gemaakt wordt door verdeling van foldermateriaal en persoonlijke contacten op de stand van KTA Cenflumarin. Timing: 2 tem 4 en 8 tem 10 februari 2013 in Flanders expo Gent Sectorale doelstelling: promotie van de sector met als doelstelling een verhoogde inschrijving van leerlingen bij KTA Cenflumarin. Rol van de consulent: Praktische afspraken worden voordien besproken op het POB ( Platform Opleidingsvertrekkers Binnenvaart). Actie 4: Deelname aan de jaarlijkse studienamiddag met materialenbeurs voor leerkrachten en geïnteresseerden in Het Beroepenhuis in Gent http://www.beroepenhuis.be/home.html Omschrijving: De sector in samenwerking met KTA Cenflumarin en PBV bemant een infostand en geeft persoonlijk uitleg over de studierichting binnenvaart, verdeeld het handboek “alle hens aan dek” en folders van de school. Timing: meestal einde oktober, 2013,2014. Sectorale doelstelling: leerkrachten en CLB-medewerkers bekend maken met de sector met als doelstelling dat ze beroepen kennen en eventueel leerlingen kunnen doorverwijzen. Rol van de consulent: praktische organisatie en stand mee bemannen. Actie 5: Stand havencentrum Lillo Omschrijving: Het onderhouden van de contacten en leveren van de folders aan het havencentrum Lillo waar de sector binnenvaart op drie verschillende stands wordt toegelicht. Waaronder een met spelsimulator in een nagemaakte binnenvaartcockpit. Timing: tijdens convenantperiode Sectorale doelstelling: promotie van de beroepen in de sector met als doelstelling het verhogen van de instroom Rol van de consulent: praktische opvolging en onderhouden van contacten, in 2013 de nieuwe promotiefilm van PBV instaleren op de infostand. Betrokken partners: havencentrum Lillo, KTA Cenflumarin, PBV. Actie 6: Stand Hidrodoe Herentals Omschrijving: Het onderhouden van de contacten en leveren van de folders aan Hidrodoe in Herentals waar de sector in samenwerking met PBV en PIDPA een binnenvaartcockpit met vaarsimulator hebben gebouwd. Timing: tijdens convenantperiode
13
Sectorale doelstelling: promotie van de beroepen in de sector met als doelstelling het verhogen van de instroom Rol van de consulent: praktische opvolging en onderhouden van contacten in 2013 de nieuwe promotiefilm van PBV instaleren op de infostand. Betrokken partners: PBV, PIDPA Actie 7: Verspreiding van informatie Omschrijving: De verspreiding van informatiebrochures over de sector en het opleidingsaanbod via de sectorale werkgevers- en werknemersorganisaties, eventueel via de vakpers, de VDAB, SYNTRA, via de website van PBV en www.areyouwaterproof.be. De folders worden op regelmatige basis op het POB besproken in het licht van eventuele aanpassingen. Timing: tijdens de convenantperiode Sectorale doelstelling: Een positieve beeldvorming van de sector naar het algemene publiek Rol van de consulent: Als medewerker van POB de agenda mee bepalen, besprekingen opvolgen. Betrokken partners: partners van POB Actie 8: Informatiemateriaal basisonderwijs en 1e graad secundair onderwijs Omschrijving: De sector neemt verder initiatieven met betrekking tot de studie- en beroepskeuze en de promotie van techniek/technologie in het basisonderwijs en de 1e graad secundair onderwijs door de verspreiding van informatiemateriaal, o.m. een postercampagne en een lessenpakket. Deze zullen verspreid worden via: • het Stedelijk Centrum voor Leerlingbegeleiding (CLB) in Antwerpen naar een 50-tal Stadsscholen: 65 lespakketten Timing: tijdens de convenantperiode Sectorale doelstelling: promotie van de sector met als doelstelling een verhoogde inschrijving van leerlingen bij KTA Rol van de consulent: contacten onderhouden en versturen van folders Betrokken partners: CLB Antwerpen, CLB Gent en PBV Actie 9: Stand in beroepenhuis Gent Omschrijving: De sector heeft in samenwerking met PBV, VDAB en de haven Gent meegewerkt aan een nieuwe vaste stand in het beroepenhuis Gent, de ontdekhoek Haven en Binnenvaart. Naast de ontdekhoek, hebben wij meegewerkt aan de ontwikkeling van het bijpassende beroepenatelier waar de leerlingen hun talenten voor de beroepen binnenvaartkapitein en matroos kunnen testen. In vier opdrachten leren ze proefondervindelijk het principe van scheepsmeting en gaan ze aan de slag met touwen en meerpalen. In 2013 wordt de stand uitgebreid met een promotiefilm. Timing: 2013 Sectorale doelstelling: promotie van de beroepen in de sector met als doelstelling het verhogen van de instroom Rol van de consulent: Besprekingen voeren samen met PBV, de praktische voorbereiding en onderhouden van contacten
14
Betrokken partners: PBV, VDAB, LOGOS en de haven Gent Actie 10: Informatieverspreiding naar volwassenen met het oog op instroom Omschrijving: In het kader van de opleidingen bij VDAB en Syntra maakt de sector promotie via vakbladen en infostands. Timing: VDAB-opleiding = 2x per jaar, voor Syntra is dit eerder een constante Sectorale doelstelling: de sector bekend maken met het oog op een instroom in de sector. Rol van de consulent: contacten onderhouden, opmaak van informatieformulier en het versturen van de aankondigingen Betrokken partners: VDAB en Syntra Diversiteitscheck Door onze niet aflatende publicaties in de magazines van Promotie Binnenvaart Vlaanderen en het Instituut van het Transport langs de Binnenwateren, en dit op een leesvriendelijke wijze, bereikt de sector personen uit kansengroepen. De per jaar duizenden leerling – bezoekers aan het Havenhuis – Lillo worden toegesproken in een voor hen begrijpelijke taal en spelen op een spelsimulator.
Voortgangsindicatoren • • • • • • • • • • • • • • •
Het aantal inschrijvingen bij KTA Cenflumarin Streefcijfer 2013/2014: 150 Aantal in 2010: 144 Aantal inschrijvingen bij VDAB: Streefcijfer 2013/2014: 30 Aantal in 2010: 28 Aantal inschrijvingen bij Syntra: Streefcijfer 2013/2014: (minimum) 20 Aantal in 2010: 12 Aantal inschrijvingen bij Levanto (kansengroepen): 16 Aantal inschrijvingen in 2010: 12 Het aantal federale examens dat afgenomen wordt in 2013/2014: Theorie: elke dinsdag en donderdag van de week (via P.C.) Praktijk: 6 x per jaar. In 2010: theorie + praktijk 6 x jaar.
15
PRIORITEIT 2 Zorgen voor een kwantitatieve en kwalitatieve instroom Motivatie Al vele jaren probeert het Fonds voor de Rijn- en Binnenvaart de sector te waarschuwen over het tekort aan geschoold personeel. Vooral de vacature voor de functie van kapitein (schipper) met de nodige bekwaamheidsdocumenten is reeds, en zal in de nabije toekomst moeilijk in te vullen zijn. Maar om tot deze functie te komen moet men eerst vier jaar vaartijd als matroos in de binnenvaart gewerkt hebben. Het is dan ook van groot belang dat de opleidingen matroos worden verder gezet. Anderzijds zal de sector ook meer aandacht gaan besteden aan het benutten van alternatieve instroomkanalen. De sector blijft zich inzetten om de zijdelingse instroom te bevorderen door wetswijzigingen die het mogelijk maken om zeevarenden koopvaardij en visserij op vereenvoudigde wijze actief te kunnen inzetten in de binnenvaart (wijzigingen in certificaten).
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: Sensibiliseringsactie rond de vacaturemelding Omschrijving: De sector kampt al jaren met een tekort aan personeel, de laatste jaren merken we dat er ondanks het tekort, onvoldoende vacaturemeldingen worden ingegeven bij de VDAB. Timing: tijdens de convenantperiode Sectorale doelstelling: De sector neemt een sensibiliseringsactie op rond de vacaturemelding in de sector. De sector onderzoekt hoe en langs welke kanalen dit kan verlopen. Hiervoor gaan we ism PBV een doorgedreven campagne voeren, alsook voegen wij deze problematiek toe tijdens onze bedrijfsbezoeken, zodat niet alleen matroos maar ook kapitein erkend zal worden als knelpuntberoep. KMO vriendelijke communicatie: Het totale aantal werkgevers contacteren wij mondeling en schriftelijk door brieven, m.b.t. alle opleidingen, subsidie - mogelijkheden enz., van het Fonds voor de Rijn – en Binnenscheepvaart. Verder plaatsen wij publicaties in de magazines van de Promotie Binnenvaart Vlaanderen en het Instituut van het Transport langs de Binnenwateren Betrokken partners: de leden van het POB
Voortgangsindicator •
Aantal bijkomende vacatures.
16
Actie 2: Opleiding matroos bij VDAB Omschrijving: De volgende acties worden ondernomen • De sector maakt samen met de VDAB afspraken rond de actieve screening, investeringen in opleidingsinfrastructuur en opleidingsstages. • De sector stelt lokalen ter beschikking en werkt mee aan de selectiegesprekken. • De sector organiseert/ondersteunt (in samenwerking met de VDAB) de verkorte opleidingen matroos binnenvaart die leidt tot het beroep (matroos) binnen de sector. • Op regelmatige basis neemt men contact met de stagegevers, men evalueert de kijkstages en de stages, deze worden telkens besproken met de consulent, de cursist, de stagegever en de VDAB. • Analoog aan de vorige samenwerkingsovereenkomst tussen de sector en VDAB, zal de sector een financiële tegemoetkoming voorzien in de verkorte opleiding matroos. De aard en inhoud van deze tegemoetkoming zal worden vastgelegd in de nieuwe samenwerkingsovereenkomst sector - VDAB (2013 - 2014), na analyse van de actuele inhoud en kosten van de huidige opleiding en de financiële implicaties voor de opleidingen 2011 - 2012. • De sector heeft binnen deze opleidingen specifiek aandacht voor de problematiek van de diverse doelgroepen om een eventuele instroom binnen de sector mogelijk te maken. Voorbeelden van extra aandacht zijn: o Beperkte kennis van Nederlands wordt doorverwezen naar opleiding Levanto of Huis van het Nederlands o Aandacht voor gender (toetreden van vrouwen in de sector) o met het oog op tewerkstelling van de diverse doelgroepen geeft de VDAB op het einde van de opleiding informatie aan werkgevers over de individuele tewerkstellingsmaatregelen waarvoor de werkzoekende cursist in aanmerking komt. Timing: start opleiding augustus en januari van elk jaar Sectorale doelstelling: het voorzien van een kwalitatieve instroom naar de sector via de werkzoekendenwerking
Voortgangsindicator Het aantal federale examens matroos dat afgenomen wordt. • In het werkingsjaar 2013- 2014 wordt een bereik van 60 plaatsen voorzien ( 30 in 2013 en 30 in 2014). • Na het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst met VDAB biedt de sector voor de opleidingen in kwestie 35 stageplaatsen aan voor de werkzoekenden in opleiding. • Op basis van eerdere resultaten wordt voor de verkorte opleiding matroos binnenvaart in samenwerking met VDAB gestreefd naar een bereik van: o 50% kortgeschoolden, o 30% langdurig werkzoekenden, o 5% ouderen (50+), o 10 % allochtonen. Actie 3: Opleiding matroos bij Levanto Omschrijving: Doelpubliek zijn hier werkzoekenden die 2 jaar werkzoekend zijn of 1 jaar bestaansminimum krijgen. Dit is dus vaak een moeilijke doelgroep om mee te werken. De werkzoekenden worden hier via de opleiding voorbereid op het federaal examen matroos. Timing: jaartraject Sectorale doelstelling: instroom van specifieke doelgroepen naar de sector
17
Streefcijfer: gedurende de convenantperiode: 32 Rol van de consulent: Opvolgen van het project o.a. via overlegmomenten, evaluatie van het programma, bespreking op POB Actie 4: Opleiding matroos bij Syntra – Midden Vlaanderen Omschrijving: De cursus wordt aangeboden via het internet. Als je ingeschreven bent ontvang je een paswoord waarmee je kan inloggen op een website waarop je het lessenpakket kan vinden. Zoals in een traditionele klas werk je les per les af, krijg je oefeningen, maar je kunt ook foto’s en filmpjes bekijken die de lesinhoud illustreren. Naast het theoretisch gedeelte is er een praktijkgedeelte voorzien waar de meest belangrijke praktische vaardigheden worden aangeleerd. De sector zal, in samenwerking met Syntra – Midden Vlaanderen, de omscholingscursus tot matroos binnenvaart verder ondersteunen, door middel van: • Bekendmaking van de cursus via website en vakbladen van de sectorale werkgeversen werknemersorganisaties of eventueel via de vakpers. • Door het aanbieden van stageschepen • Door een deel (momenteel tot 100% - 50 % van het “Fonds” + 50 % opleidingscheques) van het cursusgeld terug te betalen aan de cursist als hij in de sector is tewerkgesteld, onder de Belgische loon en arbeidsvoorwaarden). Timing: tijdens de convenantperiode Sectorale doelstelling: het voorzien van een kwalitatieve instroom naar de sector Rol van consulent: bespreking op POB, telefonische contacten bij vragen, ondersteuning verspreiding van folder. Streefcijfers: 2 folders en 10 besprekingen POB (tijdens convenantperiode). Actie 5: Opleiding binnenvaart KTA Cenflumarin Omschrijving: ondersteunen en promoten van de opleiding binnenvaart bij KTA Cenflumarin door middel van onder andere aanbieden van stageplaatsen. Promotieacties zie prioriteit 1 Timing: tijdens de convenantperiode Sectorale doelstelling: het voorzien van een kwalitatieve instroom naar de sector Rol van de consulent: contacten met stagegevers. Actie 6: Stagedatabank door de sector Omschrijving: verder promoten en onderhouden van de stagedatabank. Met medewerking van PBV werd een databank opgericht van binnenvaartondernemers die een stagiair, cursist of leerling willen aan boord nemen. Binnenvaartondernemers die hieraan willen meewerken, nemen daarmee nog geen verplichting op zich. Ze komen enkel in een databank van potentiële stagemeesters. Timing: tijdens de convenantperiode Sectorale doelstelling: matching van vraag en aanbod van stageplaatsen Rol van de consulent: promotie voeren en opvolgen van input van stageplaatsen Betrokken partners: partners van POB, PBV http://www.binnenvaart.be/nl/opleidingen/stagematching/index.php
18
Actie 7: Operationalisering Competent Omschrijving: De sectorale sociale partners engageren zich ertoe mee te werken aan het operationaliseren van Competent. Timing: wordt bepaald door de SERV. Betrokken partners: SERV
Voortgangsindicatoren •
De goedgekeurde Competentfiches.
Actie 8: Inschalen Beroepskwalificatiedossiers (VKS) De sectorale sociale partners engageren zich ertoe mee te werken aan het operationaliseren van de Vlaamse Kwalificatiestructuur. De erkenning van Beroepskwalificatiedossiers zijn de enige weg om trajecten (opleiding of EVC) te erkennen, en om kwalificatiebewijzen uit te reiken. Timing: 2013 - 2014 (doorlopend) Betrokken partners: AKOV Sectorale rol/inbreng: De sector is aan zet voor het opstellen van beroepskwalificatiedossiers. De sector beoogt de erkenning van bestaande en nieuwe opleidingen. De sector zal de evoluties naar een eventuele HBO opleiding verder opvolgen en ondersteunen. Verder zal de sector de mogelijkheden onderzoeken bij VDAB en Syntra op het vlak van opleidingen rond administratieve vaardigheden.
Voortgangsindicatoren •
Ingeschaalde beroepskwalificatiedossiers
Actie 9: LENA simulator Omschrijving: Promotie Binnenvaart Vlaanderen ontwikkelde samen met diverse partners een binnenvaartsimulator. Deze is gevestigd in de opleidingslokalen van Syntra MiddenVlaanderen te Sint-Niklaas. De simulator kreeg de naam LENA (LEren NAvigeren). De vaarsimulator leert kandidaat-matrozen het vak. Dankzij de simulator worden de opleidingstrajecten korter en gerichter, wat de drempel naar een carrière op het water moet verlagen. De sector hoopt vooral meer personeel ‘van aan wal’ aan te trekken. De simulator werd speciaal ontwikkeld voor de Vlaamse waterwegen en draait op verschillende computers in een minutieus nagebouwde binnenvaartcockpit. Door de uitbouw van nieuwe binnenvaartopleidingen, hoopt de binnenvaartsector zo veel mogelijk geïnteresseerden aan te trekken die in deze tijden van crisis naar een uitdagende, vaste job op zoek zijn. Wie zich wil omscholen kan, naast de opleidingen op de middelbare school en bij de VDAB, sinds vorig jaar bij Syntra Midden-Vlaanderen terecht voor een cursus matroos via afstandsleren. Verder werd samengewerkt met mensen uit de praktijk – leraren en binnenvaartondernemers, de sectorconsulent en met Syntra Midden-Vlaanderen. Ook de leerlingen van de binnenvaartschool KTA Zwijndrecht – Cenflumarin gebruiken de simulator. Verder zal de sector overleg voeren i.v.m. de problematiek van de erkenning van de opleidingen op de vaarsimulator, dit op Vlaams, Federaal (ITB) en Europees (CCR) niveau.
19
De sector zal met de Vlaamse Overheid in overleg treden teneinde de radarsimulatoren operationeel te laten maken door het Waterbouwkundig Laboratorium. Dit werd voorzien maar het Laboratorium blijkt andere dringende prioriteiten te hebben. Na het operationeel maken van bovenvermelde simulatoren plegen wij overleg met de Federale Overheid om examens af te nemen op simulator en de vereiste praktijkervaring te verminderen door erkenning van ervaring op de simulator. Timing: tijdens de convenantperiode Sectorale doelstelling: opleidingstrajecten korter en gerichter maken om de drempel naar een carrière op het water te verlagen Rol van consulent: bekendmaking van de simulator en verder werken aan de opleidingsmogelijkheden en door vertegenwoordiging van POB in het beheercomité LENA. De ontwikkelingen op Europees niveau nauwkeurig opvolgen. Betrokken partners: PBV, Syntra Midden-Vlaanderen en de sector Actie 10: Promotie IBO Omschrijving: De sector zal IBO verder promoten bij de werkgevers via promotie op website promotie Binnenvaart Vlaanderen, vakbladen, bedrijfsbezoeken, telefonische contacten Timing: tijdens de convenantperiode Sectorale doelstelling: De IBO-maatregel meer ingang doen vinden in de sector Rol van de sectorconsulent: bekendmaking en verder praktische opvolging van de promotie. Naar aanleiding van indexering en eventuele wijzigingen aan de cao worden aangepaste IBO loonschalen overgemaakt aan VDAB. Actie 11: De sector zoekt proactief naar manieren om alternatieve (zijdelingse) instroomkanalen voor de sector te benutten. Omschrijving: de sector, binnen het POB, werkt momenteel aan een doorgedreven nieuw werkritme. D.w.z. “één dag op – één dag af” systeem. Al naargelang de aard en de reizen van het schip kan dit één, twee, drie of max. 4 weken aan boord zijn met eenzelfde periode thuis. Jaarlijks werkritme: 180 dagen werken. Dit kan enkel de instroom buiten de familiale vaart sterk bevorderen. Timing: 2013 Sectorale doelstelling: verhoging instroom Rol van de sectorconsulent: uitvoerig bekendmaken aan werkgevers maar in het bijzonder aan huidige en eventuele toekomstige werknemers door middel van alle hiervoor vermelde kanalen. Diversiteitscheck Tijdens de “screenings” (actie 2 en 3) van kandidaat - matrozen kan er sprake zijn van positieve discriminatie t.o.v. van kansengroepen met dien verstande dat wij de slaagkansen bij het Federaal examen ook in overweging dienen te nemen.
Voortgangsindicatoren •
Wij streven naar een minimale instroom van 50 x2 (2013/2014) rekening houdend met het feit dat er slechts 2 VDAB opleidingen per jaar zijn in tegenstelling tot 3 in 2010 en voorgaande jaren.
20
PRIORITEIT 3 Competentieontwikkeling van werknemers in de sector Motivatie Tot nu toe is er gewerkt rond de opleiding van matroos binnenvaart. Dit moeten we blijven doen, maar ook de hogere rangen zoals stuurman en kapitein moeten meer aan bod komen. Daarom gaan we tijdens de duur van dit convenant de focus leggen op de doorstroming en de bijscholing van ons varend personeel. Deze opleidingen moeten ervoor zorgen dat de doorstroming binnen de bedrijven gemakkelijker wordt. Door de carrièremogelijkheden te benadrukken hoopt men op meer instroom in de sector. De sector dient in al zijn facetten van stimuleren van competentieontwikkeling en competentiebeleid rekening te houden met de eigenheid van de sector. In de eerste plaats dient sensibilisering in het kader van competentieontwikkeling zeer gericht te gebeuren. Bovendien dient de sector een opleidingsaanbod te ontwikkelen dat rekening houdt de specificiteit van de ondernemingen, onlineopleidingen, gebundelde opleidingen in enkele dagen, opleidingen dienen afgestemd te worden op het behalen van een eventuele attestering via deelname aan federale examens.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: Het promoten en bekendmaken van de sectorspecifieke opleidingen naar werkende en werkgevers Omschrijving: De sectorale sociale partners engageren zich verder bijkomende inspanningen te leveren op het vlak van competentieontwikkeling van de werknemers in de sector. Dit door verdere bekendmaking van de bestaande en nieuwe opleidingen voor matroos, stuurman en kapitein binnenvaart via: • 10 Bedrijfsbezoeken (specifiek in functie van de promotie van het opleidingsaanbod) • via infostands Deze stands bevatten informatie over alle mogelijke opleidingen van de sector en worden maandelijks bijgevuld met de laatste nieuwe informatie. • Via website promotie binnenvaart Vlaanderen • Via andere kanalen • De sector zal onderzoeken of men met bovenstaande acties ook de microondernemingen voldoende bereikt. Hiertoe zal men contacten leggen met sectoren die eveneens te maken krijgen met de problematiek van bereikbaarheid van microondernemingen om op die manier aan informatie-uitwisseling te kunnen doen en van elkaar te kunnen leren. • De sector engageert zich om met de partners van het POB-overleg verder te zoeken naar nieuwe manieren om de opleidingen in de sector aan werkgevers en werknemers te communiceren. Ook zal op het POB-overleg ter sprake worden gebracht welke mogelijkheden er zijn met betrekking tot sectorale ondersteuning van bestaande en nieuwe opleidingen. Deze ondersteuning kan financieel van aard zijn, maar kan evengoed betrekking hebben op het vinden van geschikte docenten, stageplaatsen, enz.
21
Timing: tijdens convenantperiode Sectorale doelstelling: verhogen van deelname aan opleiding binnen de sector Rol van de consulent: bedrijfsbezoeken, stands voorzien van informatie, praktische organisatie van folders, informatie-uitwisseling met collega consulenten. Actie 2: Financiële tussenkomst bij opleidingen Omschrijving: Werknemers die een cursus ADN hebben gevolgd kunnen een financiële tussenkomst krijgen van het “Fonds” ten bedrage van 50 % van het cursusgeld vermeerderd met het maximaal toegelaten gebruik van opleidingscheques. Voor een opleiding matroos kan men aanspraak maken op 50 % tussenkomst van het “Fonds” + 50 % opleidingscheques (totaal 100 %). Timing: tijdens de convenantperiode Sectorale doelstelling: verhogen van deelname aan opleiding binnen de sector Rol van de consulent: promotie van de maatregel en verstrekken van informatie Actie 3: Voorzien in sectorspecifiek opleidingsaanbod Omschrijving: ADN-opleidingen (basis, herhaling, chemie en gas), radaropleiding, beperkt certificaat radiotelefonist VHF, GMDSS, brandbestrijding. Timing: tijdens convenantperiode Sectorale doelstelling: Voorzien in een sectorspecifiek opleidingsaanbod afgestemd op de noden van de sector Rol van de sectorconsulent: Beantwoorden van vragen, verdelen van informatie,… Actie 4: Opleiding ter voorbereiding van het federaal examen tot het behalen van het vaarbewijs (opleiding tot stuurman) Omschrijving: Deze cursus is voor de beroepsactieve matrozen die willen doorgroeien naar een hogere functie stuurman met patent of later kapitein. De sector zal, ter voorbereiding op het federaal examen vaarbewijs, i.s.m. SYNTRA – Midden Vlaanderen en VDAB tijdens het schooljaar 2012-2013 starten met een cursus ter voorbereiding op het examen vaarbewijs binnenvaart. Dit zal gebeuren via afstandsonderwijs gecombineerd met praktijklessen tijdens stages en oefeningen op de binnenvaartsimulator ”LENA”. Het Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart zal de omscholingscursus stimuleren door financiële ondersteuning. Via mailings en brieven vanuit het Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart (FRB) en via de ledenbladen van de werkgevers- en werknemersorganisaties ontvangen de werknemers en bedrijven informatie over de opleidingsplannen. Timing: start schooljaar 2012-2013 Sectorale doelstelling: doorgroeien naar hogere functies met als doelstelling een oplossing te beiden voor het tekort aan kapitein Rol van de consulent: betrokken bij ontwikkeling van opleiding en verdere promotie in de toekomst. Bekendmaking via elektronische nieuwsbrief en magazines van Promotie Binnenvaart, het Instituut Transport langs de Binnenwateren en het Fonds voor de Rijn – en Binnenscheepvaart.
22
Actie 5: Ondersteunen strategisch competentiebeleid in de sleepvaart Omschrijving: Hier gaat het vaak over grotere ondernemingen met een uitgewerkt competentiebeleid. De sector zal deze goede praktijken verder opvolgen en waar nodig/nuttig verder verspreiden binnen de sector. Timing: tijdens de convenantperiode Sectorale doelstelling: Zicht houden op de goede praktijken m.b.t. competentiebeleid in de sector Rol van de sectorconsulent: opvolgen en contact onderhouden met bedrijven in dit kader. Actie 6: Noodzakelijke opleidingen aangepast aan de evoluties Ook de sector van de binnenscheepvaart is onderhevig aan evoluties op vlak van technologie, regelgeving, enzovoort. Daarom onderhoudt de sector contact met de opleidingsverstrekkers om de opleidingen cfr. de evoluties (in technologie, wetgeving,…) aan te passen. Wijzigingen in regelgeving worden uitvoerig besproken in de vergaderingen POB en worden door de vertegenwoordigers in het Paritair Comité meegenomen voor eventuele behandeling. Zoals aangegeven in prioriteit 4 stimuleren wij (oudere) werknemers met parate kennis naar een overstap als docent. Daarbij is het voor de sector belangrijk dat docenten ook op de hoogte zijn van de meest recente ontwikkelingen in de sector. De sector wil opleidingen naar best vermogen promoten, teneinde opleidingsdeelname en instoom in de sector te optimaliseren. Omschrijving Om de blik vooruit te continueren en nog verder scherp te stellen zal de sector, in samenwerking met betrokken actoren via het POB, een toekomstverkenning aanvatten in de volgende convenantperiode aangaande de veranderende competentienoden: • De sector zal nagaan of en hoe het sectoraal aanbod van opleidingen kan aangepast worden aan evoluties (v.b. op vlak van regelgeving, technologie, ) die zich vaak voordoen in de sector. De sector zal in overleg met Promotie Binnenvaart Vlaanderen nagaan hoe hierover in de toekomst kan samengewerkt worden. Ook met Syntra en VDAB zal men nagaan hoe deze evoluties kunnen geïntegreerd worden in de aangeboden opleidingen. • Naast veranderende competentie- en opleidingsnoden zal er hierbij naar verbeteringen worden gezocht voor enkele specifieke moeilijkheden waarmee de sector te maken heeft gezien de eigenheid van de sector: o Het tot stand brengen van een opleidingscultuur in de ondernemingen in de sector. o Het succesvol bereiken van werknemers. o Het vinden van gepaste docenten. o Het benutten en aankaarten van kansen/hiaten in regelgeving (doorstroom) De sector zal daartoe op een systematische wijze te werk gaan. Timing: convenantperiode en verder. Sectorale doelstelling: levenslang leren aanmoedigen en instroom bevorderen. Rol van de consulent: actieve medewerking verlenen.
23
Voortgangsindicator • •
2013: uitwerken systematische aanpak via besprekingen POB, en opstart onderzoek. 2014: finaliseren onderzoek en disseminatie van besluitvorming.
Diversiteitscheck Door de vele publicaties bereiken wij alle werknemers, ook de kansengroepen. De financiële tegemoetkomingen vormen een niet onaanzienlijke aanmoediging om werknemers in het algemeen en de kansengroepen in het bijzonder te stimuleren hun arbeidsomstandigheden en lonen te verbeteren.
Voortgangsindicatoren Opleidingscultuur: • op het agenda brengen van alle vergaderingen met werkgevers, zoals POB en ITB. • Info campagne (brochure) met bereik alle werknemers. • Docenten: ook via bovenvermelde campagne. Voor aanvang nieuw schooljaar 2013/2014. • Aankaarten van kansen/hiaten in regelgeving: tijdens vergaderingen “Commissie Scholen” van het Instituut van het Transport langs de Binnenwateren met vertegenwoordigers FOD Mobiliteit.
24
PRIORITEIT 4 Promoten van een arbeidsethiek in functie van welzijn en verantwoordelijkheid op de werkvloer Motivatie De sector kent niet alleen een aantal technologische evoluties maar dient ook aandacht te besteden aan wijzigende regelgeving (vb. veiligheid, CAO 100). Vermits het niet altijd eenvoudig is om werkgevers en werknemers te overtuigen om opleiding te volgen om hun competenties op dit vlak bij te schaven, werd er door de sector voor gekozen om dit via een sensibiliseringscampagne te doen. Motivatie met betrekking tot veiligheid: Het Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart wil dat het dragen van reddingsvesten aan boord van binnenvaartschepen regel in plaats van uitzondering gaat worden. Reeds in 2011 hebben wij een informatiecampagne uitgewerkt rond het dragen van het zwemvest. Motivatie drugs en alcohol: In het kader van preventie en het nultolerantiebeleid i.v.m. drugs en alcoholgebruik, heeft de sector reeds in 2011 campagne gevoerd ter bekendmaking van de problematiek.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: Sensibiliseringscampagne m.b.t. veiligheid Omschrijving: Het Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart zal de sensibiliseringscampagne van 2011herhalen om het dragen van reddingsvesten te stimuleren en om opvarenden van binnenschepen er op attent te maken dat het dragen van een reddingsvest een zaak van leven of dood (door verdrinking) kan zijn. Dit gebeurt nu nog op vrijwillige basis, maar duidelijk is dat zich in Europa een meerderheid aftekent voor wettelijke maatregelen om het gevaar van verdrinking te beperken. Daarbij wordt vooral gedacht aan het verplicht dragen van een reddingsvest. De campagne bestaat uit het verdelen van een folder aan de 186 bedrijven en de 1128 werknemers in de Belgische binnenvaart. Timing: 2013 Sectorale doelstelling: Bewust maken van problematiek en dragen van reddingsvesten stimuleren, competenties met betrekking tot veiligheid op de schepen verhogen via de campagne Rol van de consulent: Herhaling van de campagne. Actie 2: Sensibiliseringscampagne rond drugs en alcohol Omschrijving: Wetende dat er bij de vele familiebedrijven nog steeds geen alcohol- en drugsbeleid bestaat, wil het FRB binnenvaartbedrijven sensibiliseren zodat deze inzicht krijgen in de algemene problematiek van alcohol en drugs en op de verschillende
25
bouwstenen die van belang zijn in de uitbouw van een goed preventiebeleid. De sector zal daartoe nogmaals een schrijven richten aan 186 bedrijven. Timing: najaar 2013 Sectorale doelstelling: bouwstenen aanreiken om een goed preventiebeleid uit te bouwen Rol van de consulent: 1e communicatie via sectorfonds Actie 3: Kennisoverdracht De sector zal nogmaals nagaan of er acties naar oudere werknemers genomen kunnen worden vanuit een loopbaanbenadering. Bijvoorbeeld, hoe kan men de kennis en ervaring van oudere werknemers overdragen op jongere medewerkers en tevens promotie maken voor het beroep van docent. Timing: tijdens de convenantperiode Sectorale doelstelling: kennisoverdracht aan jongere werknemers Rol van de consulent: Opvolgen en bespreking op POB Diversiteitscheck Met actie drie beogen we zowel doorgroeimogelijkheden van jongeren in de sector, als gepaste loopbaanperspectieven van oudere werknemers. De sensibiliseringsacties in verband met veiligheid en gebruik van drugs/alcohol zijn naar alle werknemers gericht, waaronder vele personen uit kansengroepen.
Voortgangsindicatoren • • •
Doorgroeimogelijkheden: 20 personen, zowel in 2013 als 2014. Veiligheid: vermindering arbeidsongevallen met 10 % Gebruik van drugs/alcohol: streefdoel = nul, maar in deze onvolmaakte wereld streven wij naar een vermindering met 20%.
26
[Algemene bepalingen inzake beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst] Beëindiging - Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van twee jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd. - Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie van het tussentijds rapport door het departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie voor Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid - De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen is het sectorconvenant tijdens de looptijd van het sectorconvenant worden doorgevoerd.
Evaluatie - Het departement Werk en Sociale Economie pleegt overleg met de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties over de bevindingen van het tussentijds rapport en van het eindrapport. Dit gebeurt aan de hand van formele en informele opvolgingsmomenten en fysieke en/of desk evaluaties. Het departement Werk en Sociale Economie voorziet hiertoe een sjabloon voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij die opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht - De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
27