Schoolplan VMBO 2014 - 2018
Augustus 2014
Inhoudsopgave - VMBO Schoolplan 2014/2018
Voorwoord ........................................................................................ 2 Hoofdstuk 1 - Visie STC-Group ................................................................................ 3 Hoofdstuk 2 - Kwaliteitszorg ................................................................................... 8 Hoofdstuk 3 - Zelfevaluatie ....................................................................................11 Hoofdstuk 4 - Didactiek en Onderwijsinhoud ............................................................16 Hoofdstuk 5 - Taal- en Rekenbeleid ........................................................................18 Hoofdstuk 6 - Dyslexiebeleid ..................................................................................21 Hoofdstuk 7 - Begeleidingsstructuur .......................................................................22 Hoofdstuk 8 - Personeelsbeleid...............................................................................26 Hoofdstuk 9 - Veiligheid ........................................................................................28 Hoofdstuk 10 - Actiepunten Vakgroepen ..................................................................30 Hoofdstuk 11 - Het VMBO Actieplan 2014-2018 ........................................................50
1
Voorwoord Het VMBO van het Scheepvaart en Transport College (STC) is een echte vakinstelling. Jongens en meisjes met belangstelling voor de avontuurlijke wereld van havens, scheepvaart en transport vinden bij het STC de sleutel naar een zekere toekomst. Het VMBO van het STC wordt aangeboden op twee locaties in Rotterdam: • Lloydstraat • Anthony Fokkerweg
Het Scheepvaart en Transport College is een vakinstelling die opleidt voor de volgende bedrijfstakken: • Haven en Vervoer • Transport en Logistiek • Rijn- en Binnenvaart • Scheeps- en Jachtbouw Het STC, onderdeel van de STC-Group, is samen met Dunamare Onderwijsgroep door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) uitgenodigd om het tiende VMBO-profiel vorm te geven. Het profiel Maritiem en Techniek zal de vier bovenstaande bedrijfstakken blijven bedienen. Dit schoolplan is een richtinggevend document voor de komende vier jaar. Dit ligt in lijn met het strategisch beleidsplan van de STC-Group: ETA 2020. In dit schoolplan wordt onder andere een verantwoording gegeven voor het gevoerde beleid. Hiervoor worden verschillende evaluatie instrumenten gebruikt. Naast evaluatie zal ook worden aangeven welke nieuwe beleidsvoornemens er zijn. Het doel is te komen tot een verdere verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs. Leeswijzer Bij elk hoofdstuk horen doelstellingen om het beschreven beleid tot uitvoer te brengen, deze staan samengevat in Het VMBO Actieplan 2014-2018. Dit actieplan is SMART geformuleerd.
P. Scholtius Afdelingsdirecteur VMBO Augustus 2014
2
Hoofdstuk 1 - Visie STC-Group Zowel de visie als de missie van het VMBO zijn gestoeld op het Strategisch beleidsplan van de STC-Group. De STC-Group is het opleidings-, certificerings- en expertisecentrum van Nederland voor het integrale transport, de scheepvaart en verwante sectoren met internationale erkenning van bedrijfstakken, overheid en onderwijsveld ten behoeve van personen van twaalf jaar of ouder. De STC-Group verzorgt beroeps- en bedrijfsopleidingen en geeft opleidings- en trainingsadviezen in de wereldmarkt. De STC-Group biedt leerlingen en cursisten de mogelijkheid zich maatschappelijk en persoonlijk te ontplooien en de opleiding van hun keuze voor de transportketen met een diploma af te sluiten. De STC-Group biedt een probleemoplossende, innovatieve en realiteit zoekende cultuur. Het Scheepvaart en Transport College (STC) biedt opleidingen op VMBO- en MBO-niveau en is onderdeel van de STC-Group. In dit document zal over het STC gesproken worden als onderdeel van de STC-Group. Het STC heeft van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als enige in Nederland
het
predicaat
‘vakinstelling
voor
de
scheepvaart,
logistiek
en
de
procesindustrie’ gekregen.
Uitvoering missie VMBO-opleidingen worden aangeboden met het motto: ‘Ik hoor en ik vergeet, ik zie en ik onthoud, ik doe en ik begrijp.’ (Confucius)
Het simulatorpark, de trainingscentra, de opleidingsschepen, de practica staan hierbij garant voor een unieke onderwijsinvulling. Dit is uitgewerkt in het onderwijsmodel van het STC. Diploma staat voor kwaliteit Het STC richt de opleidingen zodanig in dat de leerling in staat geacht mag worden de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden. Het vakkundig onderwijs zorgt ervoor dat leerlingen die een VMBO-diploma aan het STC hebben behaald een degelijke oriëntatie op de wereld van scheepvaart en transport hebben gehad. Zij zijn toegerust
met
kennis,
houding
en
vaardigheden
om
de
door
hen
gekozen
vervolgopleiding met succes te kunnen volgen binnen of buiten het STC.
3
“Inspirerende medewerkers en leerlingen vormen met elkaar een veilige leergemeenschap waarbinnen ieders kwaliteiten gezien en gewaardeerd worden. Brede persoonlijke- en sociale ontwikkeling van onze leerlingen, zodat zij zich gaan ontwikkelen tot waardige burgers van onze samenleving, wordt gekoppeld aan vakkennis en een brede oriëntatie op de wereld van scheepvaart en transport. Veel aandacht wordt besteed aan het geleidelijk bevorderen van meer zelfstandigheid van de leerling. Er wordt zoveel mogelijk geleerd in een uitdagende leeromgeving. Deze leeromgeving is gericht op de beroepscontext waarvoor de leerlingen worden opgeleid: Rijn- en binnenvaart, Transport en logistiek, Haven en vervoer en Scheeps- en jachtbouw.”
4
De STC-cultuur heeft een aantal kenmerken: Deze cultuuraspecten zijn opgenomen in het document ‘Onze spiegel in de STC-Group.’ Om dit te bereiken, is een goed schoolklimaat vereist: Rust-Orde-Reinheid en Regelmaat zijn daarbij sleutelbegrippen. Onmisbaar voor de persoonlijke ontplooiing en het functioneren in de samenleving zijn waarden en normen, zoals zelfrespect, respect voor anderen
en
de
wereld
om
ons
heen,
onderling
vertrouwen
en
betrokkenheid.
Verantwoordelijkheid voor het eigen handelen en denken. Deze waarden moeten worden nageleefd. Visie VMBO STC Uitgangspositie bij aanvang schoolplan 2014-2018 Het VMBO is groeiende en dat is goed nieuws. Veel ouders en leerlingen kiezen voor het STC en tonen hiermee het vertrouwen in onze mooie organisatie. De cijfers laten het volgende zien: Schooljaar
Aantal leerlingen
2012-2013
450
2013-2014
617
2014-2015
780 (met eventuele groei naar 800)
2015-2016
800 (met eventuele groei naar 850)
2018
900 (met eventuele groei naar 1000)
De afgelopen twee schooljaren zijn veel doelstellingen van het schoolplan 2010-2014 behaald en staan alle inspectierapporten op voldoende. Een aantal hoogtepunten van de afgelopen twee schooljaren: •
In het schooljaar 2012-2013 is 95% van de VMBO-leerlingen geslaagd;
•
Zowel voor de Lloydstraat als voor de Anthony Fokkerweg is het certificaat Veilige School (www.veiligeschool.nl) ontvangen van de gemeente Rotterdam;
•
De VMBO-leerlingen stromen makkelijk door naar de MBO-opleidingen van het STC.
De groei van het VMBO heeft als werknaam VMBO 2.0 gekregen, waarbij het combineren van groei en kwaliteit het uitgangspunt is. Behaalde doelstellingen In het Actieplan van Schoolplan 2010-2014 is een uitgebreide omschrijving te vinden van de acties en de status van de doelstellingen uit dit schoolplan. De volgende doelstellingen uit het schoolplan 2010-2014 zijn behaald: •
Meer vakgerichte praktijk in onderbouw en verbetering beroepenoriëntatie;
•
Groeidoelstelling voor het VMBO;
•
GL-licentie; 5
•
Studieloopbaan begeleiding (SLB);
•
Portfolio leren (wordt verder ontwikkeld in 2014-2018);
•
Taalbeleid (wordt verder ontwikkeld in 2014-2018);
•
Rekenbeleid (wordt verder ontwikkeld in 2014-2018);
•
Prestatiegericht onderwijs: hogere eisen stellen aan leerlingen (wordt door ontwikkeld in 2014-2018);
•
Aansluiten bij actualiteit en maatschappelijke context en een zichtbare koppeling naar beroepen, vervolgonderwijs en toekomst van de leerling;
•
Betere koppeling stages en beroepsgericht vak op school;
•
Internationalisering docenten;
•
Magister invoeren in VMBO;
•
Project ‘de gezonde school’ met de GGD;
•
Ouderbetrokkenheid vergroten;
•
LeerlingVolgSysteem (LVS) in Magister;
•
Elke mentor heeft 1 maal per 2 weken een overlegmoment met de leerlingbegeleider om de aan zijn/haar zorg toevertrouwde leerlingen te bespreken.
De volgende doelstellingen uit het schoolplan 2010-2014 zijn niet behaald: •
Havenmavo (wordt niet meer meegenomen in schoolplan 2014-2018);
•
Brede school (project is inmiddels gestopt door gemeente Rotterdam);
•
Administratieve opleiding binnen de afdeling Transport & Logistiek voor kaderleerlingen (plan wordt in aangepaste vorm meegenomen in schoolplan 20142018);
•
Dagrooster lesuur 1 t/m 6. Dit is niet mogelijk gebleken met de extra lessen binnen VMBO en subsidie Beter Presteren. Leerlingen binnen het VMBO volgen hierdoor lange lesdagen.
6
Gewenste situatie VMBO 2018 Dit schoolplan loopt in 2018 af. Dit valt midden in de beleidsperiode van het Strategisch beleid van de STC-Group. Het nieuwe schoolplan dat vanaf 2018 in werking treedt, zal uiteraard weer aansluiten bij het strategisch plan. In 2018 bestaat het VMBO van het STC uit ongeveer 900 leerlingen en 100 docenten en ondersteunend personeel. De gestelde doelen uit Het VMBO Actieplan 2014-2018 zijn voor tachtig procent behaald. Er is extra aandacht voor meisjes binnen het VMBO, daar de gemeente Rotterdam deze groep graag ziet werken in een technisch beroep. Op het STC VMBO zijn er drie uitstroomrichtingen binnen het profiel ‘Maritiem en Techniek’: •
Rijn- binnen en kustvaart;
•
Haven en vervoer;
•
Scheeps- en jachtbouw.
Zowel op Rotterdam Noord en Zuid is het onderwijs van het VMBO van het STC van hoge kwaliteit en worden de maatschappelijke trends binnen de regio gevolgd. Binnen het VMBO zullen vakgroepsvoorzitters een belangrijk rol vervullen in de kwaliteit van het onderwijs in de onderbouw en bovenbouw. Het inzetten van bevoegd personeel in onder- en bovenbouw is een uitgangspunt in deze. De teamleiders zullen docenten regelmatig bezoeken in de lessen en op hun locaties zorgen zij voor een prettig werkklimaat. Dit gebeurt in het kader van het bewaken van de onderwijskwaliteit. De afdelingsdirecteur zal het VMBO, indien het College van Bestuur dit wenst,
in het
Rotterdamse onderwijsveld vertegenwoordigen. Daarbij is speciale aandacht voor projecten op Rotterdam Zuid en Noord. Binnen het VMBO wordt er gewerkt met het document ‘Team in zijn kracht’. In dit document kan men zien welke collega verantwoordelijk is voor welk proces in het VMBO. Een voorbeeld hiervan is de LC-docent die contactpersoon is naar leerplicht voor het gehele VMBO. Leerlingen en ouders ervaren het VMBO als een veilige school met een hoog leerklimaat. Door overleg met de leerlingenraad en Ouderresponse-Groep blijft de schoolleiding in nauw contact met leerlingen en ouders. De nauwe samenwerking tussen de afdeling Begeleiding Onderwijs en Kwaliteit (BOK), de beleidsmedewerker van het VMBO en de Onderwijsinspectie blijft geborgd door tussentijds overleg en advies naar elkaar. Ook de examenprogramma’s van het “VMBO Maritiem en techniek” worden op hoog niveau geschreven. De samenwerking met de afdeling PR van de STC-Group zorgt ervoor dat het VMBO met de juiste tools bekend blijft binnen het netwerk van basisscholen. De glossy schoolgids en flyers zijn hierbij ondersteunend. Het VMBO blijft meedoen met projecten van de Gemeente Rotterdam, JINC en VHTO. Zowel docenten als leerlingen zien dit als leerzame projecten. In
Het
VMBO
Actieplan
2014-2018
zijn
doelstellingen
geformuleerd
waarmee
bovenstaande visie gerealiseerd kan worden. 7
Hoofdstuk 2 - Kwaliteitszorg De STC-Group werkt volgens de PDCA-cyclus om haar kwaliteit op orde te houden. Een goed voorbeeld hiervan is de cyclus van het schoolplan; Schoolplan 2010-2014 vormt het Plan, in de school wordt dit tot uitvoering gebracht (Do), en door middel van interne audits en analyses wordt er gecheckt (Check) waarna nieuwe (verbeter)acties worden uitgezet (Act). Het schoolplan 2014-2018 vormt een nieuw plan, maar blikt ook terug op de uitgezette acties vanuit het vorige schoolplan. In dit hoofdstuk zal eerst ingegaan worden op de uitvoering van het interne kwaliteitszorgsysteem, waarna met een terugblik op de gestelde doelen uit het afgelopen schoolplan zal worden afgesloten (Zelfevaluatie). Interne kwaliteitszorg Onder het Strategisch beleid van de STC-Group, dat ook de Deming-cirkel volgt, hangt elke onderwijsafdeling zijn eigen beleidsplan. Het schoolplan vormt zoals gezegd het Plan voor het VMBO van het STC het beleid wordt uiteengezet met en door middel van concrete doelstellingen. Het schoolplan moet een document zijn dat iedere betrokkene bij het VMBO aanspreekt en tot actie aanzet, om deze reden is verschillende mensen gevraagd een bijdrage te leveren bij het schoolplan. Alle vakgroepvoorzitters hebben bijvoorbeeld een bijdrage geleverd, maar ook bespreekt het Managementteam de geformuleerde doelstellingen met alle docenten. Op die manier wordt geborgd dat voor alle personeelsleden transparant is welke doelen er worden nagestreefd. De voortgang van de doelstellingen wordt gemonitord in gesprekken tussen de afdelingsdirecteur VMBO en de portefeuillehouder VMBO van het CvB. Daarnaast is er een beleidsmedewerker audit en control die samen met de sectorondersteuner vanuit de afdeling Begeleiding, Onderwijs en Kwaliteit de vorderingen van de doelstellingen op beleidsgebied in de gaten houdt. De doelstellingen op de werkvloer worden gemonitord door de teamleiders van beide locaties. Op deze manier is men op alle lagen betrokken en op de hoogte van de inhoud en voortgang van het beleid. De evaluaties door onder andere interne en externe audits leiden tot aanpassingen (verbeterplannen) van de plannen en doelstellingen uit het Schoolplan. De interne kwaliteitszorg wordt ondersteund en versterkt door verschillende externe partijen. Denk hierbij aan advisering vanuit de Advies Raad aan het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. De Onderwijsinspectie heeft een toetsende rol met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. De onderwijsinspectie bepaalt door middel van een risicoanalyse welk toezichtarrangement er gehandhaafd wordt. Op dit moment heeft het VMBO van de STC-Group een basisarrangement, dat wil zeggen dat de inspectie vertrouwen heeft in de kwaliteit van het onderwijs. Dit komt overeen met het uitgangspunt dat het STC de kwaliteitslat voor zichzelf zo hoog legt, dat daarmee automatisch aan de eisen van de inspectie wordt voldaan. Daarnaast heeft het bedrijfsleven
invloed
op
de
inhoud
van
het
onderwijs
door
middel
van
Bedrijfstakcommissies, zij adviseren de school over veranderingen in het bedrijfsleven en behoeften vanuit het bedrijfsleven ten opzichte van het onderwijs.
8
Opbrengsten Het STC hanteert verschillende instrumenten om de kwaliteit van het onderwijs in beeld te brengen. Zo wordt Vensters voor Verantwoording door de medewerker Audit en Control regelmatig bijgewerkt en worden de door DUO op deze website gepubliceerde cijfers
meegenomen
opbrengsten
in
gemonitord
management met
behulp
overleggen. van
de
Tevens gegevens
worden van
de
onderwijs-
Vensters
voor
Verantwoording; op deze website worden alle belangrijke cijfers genoemd als het gaat om in-, door- en uitstroom (ook cijfers met betrekking tot examinering). Door het driejaren gemiddelde dat eraan gehangen wordt, geeft dit een goed overzicht van de onderwijsopbrengsten van het STC. Tijdens vakgroep-vergaderingen en vakgroepvoorzitter vergaderingen worden deze cijfers besproken en worden activiteiten geïnitieerd die
verbetering
van
deze
cijfers
moeten
bewerkstelligen.
Deze
gegevens
zijn
meegenomen door de vakgroep-voorzitters in hun plannen voor de komende vier jaar, op deze manier kan er nog beter gestuurd worden op de voortgang en opbrengsten van de vakgroepen.
Interne audit Naast de kwantitatieve cijfers van DUO, de leerling-enquête, ouderenquête en de jeugdmonitor GGD worden ook kwalitatieve gegevens gemeten, bijvoorbeeld door de jaarlijks door de afdeling Begeleiding, Onderwijs en Kwaliteit ingeplande en afgenomen interne audit. Uitkomsten hiervan worden meegenomen in de teamplannen die jaarlijks door de teamleiders worden opgesteld. In schooljaar 2013-2014 heeft een interne audit plaatsgevonden op het gebied van de begeleiding en zorg. Naar aanleiding van deze audit en de wensen vanuit het CvB om één begeleidingsstructuur binnen het STC voor zowel VMBO als MBO vorm te geven, is het kader Begeleidingsstructuur VMBO-MBO van het STC ontwikkeld.
Vakgroepen en examinering In schooljaar 2013-2014 is de rol van de vakgroepen en de vakgroepvoorzitters versterkt. Er worden meer verantwoordelijkheden bij deze medewerkers neergelegd. Bij de interne audit naar kwaliteit van toetsen eind 2013 kwam naar voren dat meer aandacht besteed moet worden aan de niveauverschillen tussen de verschillende leerwegen. Daarbij blijken methodetoetsen niet te voldoen aan de door het STC gestelde kwaliteitsniveau. Om deze reden zijn verschillende acties ingezet. Vier keer per jaar vinden er professionaliseringsmiddagen plaats voor vakgroepvoorzitters. Tijdens deze middagen kijken docenten kritisch met elkaar naar de inhoud van de toetsen en bespreken verbetervoorstellen. Verder volgt een aantal docenten een RTTI-cursus bij Docentplus. De RTTI-methode is een middel om scherper en transparant de vier te onderscheiden cognitieve niveaus van leren in kaart te brengen. RTTI maakt de leerprocessen van leerlingen inzichtelijk en werkt binnen de school als motor voor onderwijsontwikkeling. 9
Vanaf schooljaar 2014-2015 zal in de onderbouw bij wijze van pilot begonnen worden met het afnemen van periode toetsen volgens de RTTI methode. Deze periode toetsen tellen drie keer mee, naast de periode toetsen worden vier ‘schriftelijke overhoringen’ afgenomen, die een keer mee tellen. Dit heeft direct gevolgen voor de invulling van het Programma van Toetsing Onderbouw (PTO), naar deze invulling wordt door de vakgroep-voorzitters kritisch gekeken. Als deze pilot naar wens verloopt zal deze manier van toetsing overgenomen worden door de bovenbouw en dus ook van invloed zijn op de invulling van het PTA. Op het gebied van kwaliteitszorg zijn een aantal doelstellingen geformuleerd, welke in Het VMBO Actieplan 2014-2018 uitgewerkt zullen worden.
10
Hoofdstuk 3 - Zelfevaluatie Bij wijze van zelfevaluatie zal in tabelvorm kort geëvalueerd worden op de doelstellingen van Schoolplan 2010-2014. Speerpunten
Opbrengst/resultaat
Hoe?
Wie?
Evaluatie
Meer vakgerichte praktijk in onderbouw en verbetering beroepenoriëntatie.
Meer techniek, o.a. lasclinic. Vakcollege Meer profilering op de hieronder genoemde vier clusters door projecten en PSO: Transport en logistiek Havens Maritiem Procestechniek BB Meer uren techniek en minder avovakken voor de leerlingen in de talentklassen (vakcollege-achtig)
Lessentabel aanpassen In projectvorm aanbieden onderbouw
Afdelingsdirectie 20112012 Docenten beroepsgerichte vakken Leerlingen leerjaar een lopen mee met leerlingen leerjaar drie en leerlingen leerjaar twee met leerlingen leerjaar vier tijdens de lessen beroepspraktijk
In 2012-2013 is OB afgerond. Er worden vier uitstroomrichtingen ontwikkeld waarbij doorstroom van de BB-leerweg naar MBO niveau 2 in de richting van Operationele Techniek geborgd is en van de KB- en GLleerweg naar MBO niveau 4 Scheeps- en Jachtbouw. De borging van dit traject vindt plaats in de komende jaren. In de lessentabellen zijn de 8 uur extra lessen Techniek en Vakmanschap terug te zien.
Leerwerktraject
Voor praktisch ingestelde BBleerlingen. Geeft hen meer kans op diploma
Samen met bedrijven in de buurt van de locatie
Teamleider
Het leerwerktraject heeft twee schooljaren goed gefunctioneerd. Een kleine groep docenten heeft 3 leerlingen naar hun vmbo –examen begeleid. 2 van deze leerlingen zijn geslaagd en hebben hun opleiding bij het mbo van het STC vervolgd. 1 leerling heeft niet aan het examen kunnen deelnemen vanwege extreem spijbelgedrag. Hij is via een zorgtraject aan een vervolgopleiding geholpen. Na deze twee jaren heeft het LWT geen vervolg gekregen.
Eigen VM-2 traject
Leerlingen bovenbouw Haven & Vervoer, Rijn- en binnenvaart, Transport & logistiek studietijdverkorting en startkwalificatie
Overleg met MBOsectoren STC
Diverse docenten en leden schoolleiding
In 2012 is dit traject gestart. Studietijdverkorting is mogelijk voor de deelnemers die met R&B diploma doorstromen naar MBO R&B.
Havenmavo
Instroom vergroten MBO
Stuurgroep bestaande uit leden beide CvB’s, Diverse werkgroepen
Teamleider /stafmedewerker (LMC)
Dit project is per 2012 stopgezet en niet gerealiseerd.
11
Speerpunten
Opbrengst/resultaat
Via RPO aanvragen GL licentie in overleg met LMC vanwege relatie havenmavo
TL-licentie STC
Brede school
Beleidsplan brede school Variant 1 in 2009-2010 Variant 2 2010-2011 Verbinding tussen buiten en binnenschoolsleren versterken Werken aan sociale competenties en burgerschap
Groeidoelstelling voor het VMBO
Van ongeveer 500 leerlingen nu naar 700 leerlingen in 2015, verdeeld over 300 leerlingen aan de linker- en 400 leerlingen aan de rechtermaasoever.
Administratieve opleiding binnen de afd. Haven en Vervoer voor kaderleerlingen Dagrooster lesuur 1 t/m 6
Meer meisjes in het VMBO voor TL en HV, aansluiting op havenlogistiek in het MBO
Studieloopbaan begeleiding (SLB)
Elke leerling een studieloopbaan begeleider (SLB-er). De SLB-er houdt twee-wekelijkse gesprekjes met zijn leerlingen over hun welbevinden, studieresultaten en verbeterpunten. Start pilot, ‘Erkenning en gebruik maken van elders verworven competenties’ Meer zicht op eigen leren en competenties Het invoeren van de onderdelen van de Robuuste taalaanpak van het CED
Portfolio leren
Taalbeleid
Geen lesuitval Brede school mogelijk variant 2
Hoe?
Samenwerking met partners (SKVR), St. de Meeuw
Wie?
Evaluatie
CvB-afd. directeur VMBO
Gerealiseerd. In de looptijd van dit schoolplan moet deze samenwerking geborgd blijven.
Brede schoolcoördinatoren
Dit project is in 2011 afgerond i.v.m. subsidiestop. Dit project ging over Muziek en Cultuur. Op dit moment loopt het project Beter Presteren waarbij Taal en Rekenen en Sport centraal staan.
PR
In schooljaar 2013-2014 zitten er 617 leerlingen op het STC VMBO.
Ontwikkelen projectplan Start opleiding leerjaar 3 Projectplan klaar Activiteiten opzetten
Docent VMBO en docent MBO
De uitstroomrichting Haven en Vervoer is ontwikkeld voor GL leerlingen.
Brede schoolcoördinatoren
Start pilot
Met beperk aantal docenten als SLB’er
Er is sprake van minimale lesuitval. Het is i.v.m. het project Beter presteren (extra uren taal en rekenen en sport) en de groei in aantal leerlingen niet mogelijk om alle lessen tussen het 1e en 6e uur te plannen. Deze doelstelling is niet realiseerbaar gebleken.
Vastleggen in digitaal portfolio Teletop
Teamleider
Deze pilot is uitgevoerd bij Haven en Vervoer en Transport en Logistiek. Teletop is hiervoor een geschikt programma.
Taalcoördinator en Vakgroep Nederlands Gestart leeswijzers
Teamleider
De taalcoördinator heeft deze acties uitgezet en
12
Speerpunten
Opbrengst/resultaat
Hoe?
Wie?
Het gebruik van Nieuwsbegrip in alle leerjaren van het VMBO. Elke leerling krijgt Nieuwsbegrip op haar/zijn niveau aangeboden. Dit gebeurt vis de website of via kopieën. Muiswerk wordt gebruikt om leerlingen individueel te ondersteunen bij hun taalproblemen Starten met de introductie van Taalgericht vakonderwijs voor docenten van alle secties
Evaluatie waarborgt de kwaliteit van de Taallessen. Uit diverse evaluaties is gebleken dat het handhaven van het Taalbeleid op het STC moeizaam verloopt met de invoering van het programma ‘Beter Presteren’ van de gemeente Rotterdam zijn de prestatiekaders voor Taalontwikkeling helder gesteld. Op het gebied van Taal wordt nu groei gerealiseerd. Deze groei is nog niet groot genoeg. Om in de periode 2014-2018 de taalbeleidsontwikkelingen verder te borgen en grotere resultaatverbetering te realiseren is per 1 april 2014 twee docenten aangesteld om zich bezig te houden met het taal- en rekenbeleid. Hieronder vallen ook afspraken over dyslexie en dyscalculie.
Rekenbeleid
Implementeren van een methode voor het vak rekenen (Netwerk) in combinatie met digitale programma’s Muiswerk en Gecijferdheid
Vakgroep Wiskunde/rekenen
Rekencoördinator
Prestatiegericht onderwijs: hogere eisen stellen aan leerlingen
20% meer leerlingen met een advies basisberoepsgerichte leerweg in kaderberoepsgerichte leerweg
Afdelingsdirecteur
Aansluiten bij actualiteit en maatschappelijke context en een zichtbare koppeling naar beroepen, vervolgonderwijs en
Bewustwording bij docenten op gang brengen
Door bewustwording bij docenten Docenten sturen meer op prestaties Scholing Intervisie Maatschappijleer
Het rekenbeleid is onder invloed van het programma “Beter presteren” concreter gemaakt. Ook de invoering van de landelijke rekentoets heeft hier aan bij gedragen. De in het schoolplan genoemde maatregelen zijn allen uitgevoerd en geëvalueerd. Uitkomst van de evaluaties is dat het rekenbeleid en de daarmee samenhangende invoering van rekendidactiek, methoden en prestatie evaluatie middelen nog concreter moet. Deze doelstelling is niet gehaald en wordt niet voortgezet.
Docenten Teamleiders Docenten
In klas twee is naast het vak maatschappijleer veel aandacht voor beroepenoriëntatie.
13
Speerpunten
Opbrengst/resultaat
toekomst van de leerling. Spoorboekje als planningsinstrument gebruiken in de les, zodat leerlingen meer betrokken kunnen worden bij het sturen van het eigen leerproces.
Hoe?
Wie?
Evaluatie
Scholing activerende didactiek
Afdelingsdirecteur Docenten
Steeds meer docenten maken gebruik van het spoorboekje in de les, die zal gestimuleerd blijven worden.
stageboek
Teamleider en vakdocent
Er is een stage-bureau opgezet, die de documenten stroom volgt en in orde maakt.
Docent Teamleider
Elk jaar wordt een teamplan opgesteld door de teamleiders van beide locaties.
Betere koppeling stages en beroepsgericht vak op school
Leerlingen werken aan vooraf vastgestelde competenties op de stageplek
Opstellen teamplan voor de kernteams
Teamplan per kernteam
Magister
de gevolgde onderwijstijd per leerling inzichtelijk maken
Magister werkgroep
Teamleider
Met behulp van de urenplanning en de aanwezigheid van de leerlingen wordt inzichtelijk gemaakt wat het aantal gevolgde uren is per leerling.
Internationalisering
Mogelijkheden onderzoeken
Werkgroep
Teamleider BIRD
Project ‘De gezonde school’ met de GGD. Looptijd 4 jaar
Instellen projectgroep Keuze thema’s uitvoering
In overleg met leerlingen obv checklist GGD en ouderresponsgroep
Teamleider
In samenwerking met afdeling BIRD is men bezig geweest met de internationalisering van Rijn- en Binnenvaart. Het resultaat is een plan voor internationalisering van docenten. Verschillende docenten zijn op docent stage geweest. Dit project loopt goed.
Ouderbetrokkenheid vergroten
Minimaal 10 leden in de ouderresponsgroep Goede opkomst ouders bij ouderavonden
Werving tijdens ouderavonden Leerlingen erbij betrekken
Afdelingsdirecteur
Dit project loopt goed.
14
Speerpunten Begeleiding en leerlingenzorg LeerlingVolgSysteem (LVS) in Magister
Opbrengst/resultaat
Hoe?
Wie?
Tijdpad
Digitale kwadrantmodel is ingevuld
via afdeling Magister STC
Teamleider
De zorgcoördinator checkt of het kwadrantenmodel voor elke leerlingen wordt ingevuld. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van Intergrip om de overstappende jongeren van VMBO naar MBO te kunnen volgen.
Elke mentor heeft 1 maal per 2 weken een overlegmoment met de leerlingbegeleider om de aan zijn/haar zorg toevertrouwde leerlingen te bespreken
Betere bewaking van het niveau van de leerling Vroegtijdige signalering van sociaal-emotionele problemen
In het rooster vastgelegde momenten
Teamleider
De mentoren hebben tweewekelijks overleg met de leerlingenbegeleiding.
Op 10 momenten in het cursusjaar 2010-2011 zijn mentoren van leerjaar 1, 2 ,3 en 4 in staat functioneel gebruik te maken van het meest actuele kwadrantmodel
vaststellen van het begeleidingsperspectief van de eigen mentorleerlingen.
Door overleg in kernteam en overleg tussen leerlingbegeleider/ studieleider en zorgcoördinator
Coördinator begeleiding
Het kwadranten model zal geupdate moeten worden, waarna de mentoren getraind worden in het gebruik ervan.
15
Hoofdstuk 4 - Didactiek en Onderwijsinhoud Het VMBO van het STC is een vakschool waarbij leerlingen bewust en op een relatief jonge leeftijd kiezen voor een specifieke beroepsrichting. Daar is het STC als instelling trots op. Echter, het behouden van een leerling vergt een constante vernieuwing op strategisch niveau
alsmede didactisch en pedagogisch vlak. Het is te vergelijken met
studievoortgang: een 10 krijgen is makkelijk. Een 10 behouden is een stuk lastiger! Onderwijsvisie Het behouden van een 10 vereist een bepaalde didactiek, discipline en hard werken. Binnen het VMBO wordt discipline bijgebracht door middel van rust, orde en reinheid. Vanuit de afdeling VMBO wordt dit o.a. gerealiseerd door een veilige leeromgeving en goed opgeleid personeel. Op deze manier krijgt de leerling alle ruimte om te groeien en zichzelf te ontwikkelen. Deze insteek wordt STC-breed gedragen en geeft de leerling bouwstenen mee voor een (eventuele) doorstroom naar een vervolgopleiding binnen het STC. Onderwijsbeleid Wat betreft ‘deugdelijk onderwijs’ legt de overheid het fundament. Vanuit de basis die de overheid legt, bouwt het STC VMBO voort. De Inspectie van het Onderwijs maakt bij het beoordelen van de kwaliteit van het onderwijs op het vmbo gebruik van een toezichtkader. Daar staat in hoe de inspectie werkt, wat zij beoordeelt en wanneer het onderwijs op het vmbo van voldoende kwaliteit is. Om leerlingen de mogelijkheid te geven te groeien en te ontwikkelen organiseert het STC verschillende projecten zoals het op een speelse manier integreren van kern- en praktijkvakken. Maar ook drama en maatschappijleer, de Bliksemstage in klas 2 en de sollicitatietraining in leerjaar 3 dragen bij aan maatschappelijke en sociale groei van de leerlingen. Om aan te sluiten bij de belevingswereld van de leerlingen wordt gezocht naar manieren om (social)media in het onderwijs te integreren. In leerjaar 3 en 4 nemen de beroepsstage voor de afdelingen Haven & Vervoer, Transport & Logistiek en Scheeps- & Jachtbouw en de vaarweken voor de afdeling Rijn- & Binnenvaart een belangrijke positie in. De lessen in het VMBO worden via verschillende werkvormen verzorgd. Traditioneel via klassikale instructie.
Klassikale instructie geschiedt van oudsher top-down. De docent
legt uit en de leerling gaat vervolgens aan het werk. Op het STC worden leerling uitgedaagd om actief te participeren. Dit gebeurt o.a. door het onderwijsleergesprek waarbij er een beroep wordt gedaan op de kennis en vaardigheden van de leerling d.m.v. het stellen van vragen. Niet alleen de docent stelt vragen, ook leerlingen onderling gaan met elkaar in gesprek. Het bevordert daarmee niet primair het opdoen van kennis aangeboden door de docent, maar secundair het leren van ‘elkaar’.
16
Naast klassikale instructie wordt afhankelijk van het vak gebruikgemaakt van diverse digitale hulpmiddelen (ICT) waarbij leerlingen tevens aan de slag kunnen in het OpenLeerCentrum (OLC). Onder digitale hulpmiddelen wordt verstaan het smartboard, de interactieve beamer, remediërende software zoals Nieuwsbegrip, Muiswerk en GotIt! Het Openleercentrum is de ruimte waar de leerlingen zelfstandig kunnen werken in een digitale omgeving. Zoals benoemd in het hoofdstuk: Visie STC-Group, sluiten alle werkvormen die gebruikt worden in het VMBO aan bij de visie en werkwijze van het gehele STC, namelijk de visie van Confucius: “Ik doe en ik begrijp”. Men name in de bovenbouw wordt daarom gebruik gemaakt van de verschillende pratkijkruimtes en simulatoren (BPV). Hierbij staat het ‘doen’ en ‘ervaren’ centraal door de praktijk na te bootsen. De inzet van verschillende werkvormen is tweeledig. Enerzijds wordt een beroep gedaan op de docent om doelgroepgericht te werken. Anderzijds komt men met name wat betreft het leren in de praktijk, de vervolgopleiding en het beroepenveld tegemoet. Een win-win
situatie
waarbij
leerlingen
in
de
gewenste
leerstand
komen
en
de
vervolgopleiding en het beroepenveld kwalitatief goed geschoolde jongeren binnenhalen. Dat deze combinatie van werkvormen haar vruchten lijkt af te werpen is terug te zien in het hoge slagingspercentage na vier jaar VMBO en het eveneens groot aantal leerlingen dat doorstroomt naar een vervolgopleiding binnen het STC. Onderwijsmethoden Voor de kernvakken wordt uitgegaan van de beste methodes die beschikbaar zijn voor het VMBO. De vakgroepen hebben hier inspraak in en adviseren het MT over het kiezen van de meest geschikte methode. Bij sommige vakgroepen is dit een aandachtspunt, dit is dan terug te lezen in de doelstellingen van de betreffende vakgroep. Voor de beroepsgerichte vakken zijn niet altijd gestandaardiseerde lesmethoden beschikbaar, bijvoorbeeld voor de nieuwe uitstroomrichting Scheeps- en Jachtbouw en het nieuw vorm te geven Haven en Vervoer Commercieel. De vakdocent zoekt zelf geschikte lesmaterialen en raadpleegt voor de toepassingen hiervan zo nodig de beleidsmedewerker van BOK. Tevens gaat gezocht worden naar een geschikte methode voor Economie.
17
Hoofdstuk 5 - Taal- en Rekenbeleid Taalbeleid Taalbeleid is noodzakelijk om taalzwakke leerlingen meer kansen te geven hun opleiding binnen het VMBO en daarna het MBO te volbrengen. Door alle docenten worden activiteiten ondernomen om de taalvaardigheid van de leerlingen van het STC VMBO te verbeteren. Door de samenwerking met het volledige docententeam wordt gewerkt aan bewustwording van het belang van taal. Tijdens alle lessen moet aandacht geschonken worden aan taal en de taalvaardigheid van de leerlingen. De leerlingen moeten leren dat talige begrippen en strategieën bij ieder schoolvak essentieel zijn. De visie op taal van het STC VMBO is de volgende: ‘Docenten moeten zich ervan bewust worden dat taal het voertuig is van kennis: hiaten in de taal bij de leerling leiden automatisch tot slecht(er) begrip van andere vakken. Het is daarom belangrijk dat docenten aandacht hebben voor taalproblemen en activerende didactische werkvormen gaan gebruiken om direct aan de taalontwikkeling van de leerling te werken’. Het is belangrijk dat docenten didactische werkvormen gebruiken waarbij, naast vakkennis, de taalontwikkeling van leerlingen ook aan bod komt. Daarvoor is het in de eerste plaats nodig dat alle medewerkers van de school het nut van taalbeleid inzien. In de tweede plaats is het belangrijk dat er gekozen wordt voor één methode tijdens de uren Taal. Stand van zaken Taalbeleid Op het gebied van Taalbeleid zijn er niet veel grote stappen gemaakt. De inzet van de Robuuste Taalaanpak heeft om verschillende redenen niet het bevredigende resultaat gehad, waardoor er gekozen is om die aanpak niet meer in te zetten. Het programma Nieuwsbegrip wordt nog wel ingezet voor alle niveaus, omdat deze wel effectief is gebleken. Het programma Muiswerk wordt remediërend ingezet bij die leerlingen die dat nodig hebben. In 2013-2014 is begonnen met de digitale methode Got-it Taal. Deze is gebaseerd op de referentieniveaus van Meijerink. Dit schooljaar is begonnen met het digitale programma Got-it taal. De inzet van Got-it is nog niet goed van de grond gekomen door opstartproblemen, bijvoorbeeld door de afhankelijkheid van een stabiele internetverbinding. Doordat het programma met allerlei problemen kampt, is de taalcoördinator in gesprek met Thieme en Meulenhoff om deze problemen te verhelpen. Als deze problemen niet verholpen kunnen worden, moet gezocht worden naar een andere uitgeverij met een gelijkwaardig product. Naar alle waarschijnlijkheid blijft het programma ingezet worden. Doordat niet alle leerlingen aan de slag kunnen met Got-it Taal, worden de volgende methodes/materialen door de collega’s ingezet; Nieuwsbegrip, Muiswerk, Got-it taal en cambiumned.nl. In Het VMBO Actieplan 2014-2018 zijn doelstellingen uitgewerkt om Taal steviger in het onderwijs neer te zetten. 18
Rekenbeleid In het dagelijks leven heeft iedereen te maken met rekenen. Om goed te kunnen functioneren in persoonlijke, maatschappelijke en beroepsmatige situaties is het van groot belang om functioneel gecijferd te zijn. Dit houdt in dat algemene rekenkennis en vaardigheden functioneel worden toegepast. "Waarom rekenen belangrijk is? Nou, omdat als je gematst wordt, je dat anders niet weet. " - Bas, 17 jaar. Begin 2008 is het referentiekader doorlopende leerlijn taal en rekenen naar buiten gebracht (Meijerink e.a.) met als doel onder andere de rekenprestaties van leerlingen te verbeteren. Het referentiekader gaat ervan uit dat scholen ervoor zorgen dat alle leerlingen een bepaald niveau behalen. (Bron: Grijp de rekenkansen) Rekenproblematiek in het VMBO STC Leerlingen die op het STC een VMBO-opleiding gaan volgen, worden geacht rekenkundige kennis,
inzicht
en
vaardigheden
van
tenminste
referentieniveau
1F
uit
het
Referentiekader te beheersen. Echter, bij een deel van de leerlingen blijkt bij binnenkomst, bij een ander deel later in het jaar, dat ze dit niveau niet beheersen. Veel van de leerlingen hebben niet de mogelijkheid gekregen om zich alle rekenkundige kennis, inzicht en vaardigheden op niveau 1F eigen te maken. Daarnaast zijn leerprocessen bij sommige leerlingen niet volledig afgerond; ze beheersen vaardigheden op een te laag niveau. Ze lossen rekenproblemen op een onhandige wijze of langzaam op. Een ander probleem is het gebrek aan onderhoud. Ook al hebben leerlingen bepaalde vaardigheden op het juiste niveau beheerst, moet dit wel bijgehouden worden. Daarom is naast het aanbieden van nieuwe rekenleerstof het onderhouden van oude leerstof belangrijk. Rekenstof integreren in andere vakken kan hierbij een goede ondersteuning zijn. Rekenen integreren in andere vakken Zoals aangegeven draagt het integreren van rekenen met andere vakken bij aan het onderhoud van het rekenniveau van de leerlingen. Naast de belangrijke rol die Wiskunde inneemt, moeten rekencomponenten ook terug komen bij NASK, Economie, Biologie, Aardrijkskunde en bij de beroepsgerichte programma’s van Transport en Logistiek, Haven en Vervoer, Kust-, Rijn- en Binnenvaart en Scheeps- en Jachtbouw. Belangrijk is daarbij keuzen te maken over welke rekenstof op een juiste manier ondergebracht kan worden bij de andere vakken. Er zijn verschillende leeractiviteiten bij het vak rekenen: het verwerken van nieuwe rekenstof (inclusief het activeren van benodigde voorkennis), het verankeren van deze leerstof en het onderhoud van deze leerstof. Het verwerven en verankeren van nieuwe leerstof vindt logischerwijs plaats onder leiding van een specialist op rekengebied. Het onderhouden van de lesstof kan zowel door een rekendocent als een andere vakdocent plaats vinden. Door middel van rekenkundige praktijkproblemen is integratie in andere vakken goed mogelijk. 19
Het is zaak te onderzoeken welke rekenleerinhouden in andere vakken voorkomen of op welke wijze alle onderdelen van het Referentiekader rekenen aan bod kunnen komen. Het is wel van belang dat de andere docenten voldoende rekenkundige kennis hebben om de stof op de juiste en eventueel verschillende manieren uit te leggen.
Doelstellingen In onderstaand schema zijn tussentijdse doelen op basis van instroomniveau weergeven. Leerjaar Klas Klas Klas Klas
1 2 3 4
Instroomniveau <1F 50% 1F 100% op 1F* 50% op 2F 75% op 2F*
1F 50% 2F 75% op 2F 100% op 2F 100% op 2F*
>1F 75% op 2F 100% op 2F* Uitdagen op 3F 100% op 2F*
*Binnen dit percentage zijn de ERWD-leerlingen die een aangepaste rekentoets maken, meegenomen. In Het VMBO Actieplan 2014-2018 zijn de algemene doelstellingen uitgewerkt waar de vakgroep rekenen de komende vier jaar aan gaat werken.
20
Hoofdstuk 6 - Dyslexiebeleid Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van de woordidentificatie (lezen) en/of schriftbeeldvorming (spellen). Dit betekent dat het gaat om een ernstige lees- en/of spellingsachterstand die hardnekkig is, ondanks voldoende gelegenheid tot lezen. Dyslexie is een leerstoornis die zich in vele vormen en gradaties kan voordoen. Om ervoor te zorgen dat dyslectische leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen en ontplooien, wordt op een aantal manieren hulp geboden. Dit is per leerling verschillend, afhankelijk van de mate van dyslexie. Het doel van het dyslexiebeleid is om dyslectische leerlingen zoveel mogelijk in staat te stellen op hun niveau een diploma te behalen. Op welke wijze worden leerlingen die mogelijk dyslexie hebben gescreend? Brugklasleerlingen waarbij tijdens de eerste maanden dyslexie wordt vermoed, worden gescreend op lees- en spellingsproblemen. Dit gebeurt in taallessen, al dan niet klassikaal of in kleine groepjes. Ook de resultaten uit de CITO-VAS worden geanalyseerd en gebruikt om te beoordelen welke leerlingen nader gescreend dienen te worden. Wanneer de school vervolgens sterke vermoedens/ aanwijzingen heeft dat een leerling dyslexie heeft, worden de ouders geïnformeerd en geadviseerd over het laten afnemen van een officieel onderzoek. Op welke wijze worden leerlingen met dyslexie ondersteund/ gefaciliteerd? Dyslectische leerlingen krijgen een zgn. dyslexieverklaring waarop staat op welke faciliteiten zij recht hebben. Te denken valt aan het verlenen van extra tijd bij proefwerken, in aangepaste vorm toetsen aanbieden, mondelinge overhoringen i.p.v. schriftelijke etc. Alle docenten moeten deze faciliteiten verlenen. Afhankelijk van de mate van de dyslexie, faciliteert de school de leerling te werken met het softwareprogramma Kurzweil. Dit kan zijn in het geval van afname van een toets of structureel tijdens de theorielessen. Op welke wijze is het dyslexiebeleid geborgd in de organisatie? De taalcoördinator is verantwoordelijk voor het proces en de uitvoering ervan. Hij/ zij is procescontroller van de genoemde screenings en CITO-toetsen en de analysering van de uitslagen. De taalcoördinator informeert het docententeam welke leerlingen dyslexie hebben en welke faciliteiten de leerling vervolgens behoort te verkrijgen. Hij/zij bewaakt de kennis en kunde van het docententeam op het gebied van dyslexie en de uitvoering van de ondersteuning ervan. Zo onderwijst hij/zij het docententeam in het gebruik van Kurzweil m.b.t. het bijvoorbeeld inscannen van toetsen. De taalcoördinator is het aanspreekpunt voor ouders van leerlingen met (vermoedens van) dyslexie.
21
Hoofdstuk 7 - Begeleidingsstructuur Bij onderwijs op hoog pedagogisch- en didactisch niveau moet rekening gehouden worden met leerlingen met specifieke leer- en gedragsproblemen. Met de invoering van de wet Passend Onderwijs op 1 augustus 2014, welke scholen verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, zal hier nog meer de nadruk op komen te liggen. Uit ouder- en leerling enquêtes blijkt dat de en begeleiding die op het STC wordt geboden van goede kwaliteit is. Ook met de komst van Passend Onderwijs wil het STC dit graag zo houden. Bij de STC-Group ontvangen de deelnemers adequate begeleiding. De deelnemers van de STC-Group worden opgeleid voor beroepen waar veel discipline en inzet wordt vereist. De taak van de STC Group is de deelnemer hiervoor toe te rusten. Onderwijs en begeleiding is op het juiste niveau, inspirerend en duidelijk. Er wordt een structuur en aandacht geboden. Er is oog voor de deelnemer en diens ontwikkeling. Onderwijs en begeleiding gaan hand in hand en van deur tot deur. Nadruk ligt op het aanbieden van onderwijs, naast gerichte basisbegeleiding en gespecialiseerde begeleiding. In dit hoofdstuk is beschreven hoe de begeleiding en zorgstructuur wordt vorm gegeven.
Het samenwerkingsverband Koers VO Het STC werkt met een intern zorgplan, om de leerlingen in school op een zo goed mogelijke manier te kunnen begeleiden naar een zo groot mogelijke ontplooiing op cognitief en sociaal-emotioneel gebied. De hoofdlijnen uit dit plan zijn afkomstig uit het Zorgplan van het samenwerkingsverband Koers VO, waarbij het STC is aangesloten. De doelstelling van het Samenwerkingsverband Koers VO vormt de basis voor de begeleiding op het STC. Het uitgangspunt voor de zorgstructuur is de zorgvraag van de leerling. Belangrijk hierbij is dat elke leerling tijdig op een passende onderwijsplek terecht kan. Per 1 augustus 2014 treedt de wet Passend Onderwijs in werking. Doel van de nieuwe wet is dat ‘Alle leerlingen, dus ook leerlingen die extra ondersteuning in de klas nodig hebben, een passende onderwijsplek krijgen’.
Het STC heeft de
afgelopen jaren alle formaliteiten op het gebied van Passend Onderwijs aangepast en is klaar om volgens deze wet te gaan werken. Daarnaast wordt in het Begeleidingsplan de goed gestructureerde eerste-, tweede-, en derdelijnsbegeleiding beschreven, welke er voor zorgt dat het STC klaar is om iedere leerling zoveel mogelijk naar eigen wens en behoefte te ondersteunen op de weg naar haar of zijn diploma. Bij het samenwerkingsverband hoort tevens een Permanente Commissie Leerling-zorg waarvan het STC gebruik kan maken. Deze commissie kan in een breed verband met alle betrokkenen voor een juiste schoolkeuze zorgen als deze keuze vast dreigt te lopen. Het reglement van de PCL is in te zien op de website van Koers VO.
22
Het Begeleidingsplan Intake Het begeleidingsaanbod van het STC begint met een gedegen intake. Elke nieuw ingeschreven leerling en zijn of haar ouders worden op school uitgenodigd voor een intakegesprek. Dit gesprek vindt plaats na een pre screening waarin aan de hand van het School Ondersteuning Profiel (SOP) wordt gekeken of de leerling het juiste onderwijs en zorg geboden kan worden op weg naar haar of zijn diploma. Bij dit intakegesprek zijn een aantal gegevens van de leerling nodig, zoals het onderwijskundig rapport (OKR), het kwadrantmodel, onderzoeksgegevens op cognitief en sociaal emotioneel gebied en verdere relevante informatie over de leerling. Het intakegesprek wordt gevoerd door hiervoor getrainde personeelsleden van de school. In het intakegesprek wordt vastgesteld welke ondersteuning of zorg de leerling nodig heeft om zijn VMBO diploma te behalen en of het STC deze ondersteuning kan bieden. Als een leerling bij ons zijn VMBO diploma misschien niet kan halen wordt dit met de ouders besproken. Volgens de wet Passend Onderwijs is het STC dan verplicht een anders school voor de leerling(e) te zoeken. Vanaf het schooljaar 2014-2015 is de begeleiding verticaal. Dat wil zeggen dat het onderscheid in begeleiding tussen het VMBO en MBO verdwijnt. Door het uitwisselen van informatie vanuit het VMBO, is de informatie betreffende de begeleiding in het MBO optimaal beschikbaar. Zodoende is de beginsituatie van iedere deelnemer nog beter gewaarborgd op zijn weg naar MBO diploma. Eerstelijns begeleiding De
eerstelijns
begeleiding
wordt
verzorgd
door
alle
mentoren,
docenten,
onderwijsassistenten en ander onderwijsondersteunend personeel, tijdens lessen en overige met school verbonden activiteiten (excursies, stages, ed.). De eerstelijns begeleiding heeft de taak bijzonderheden op het gebied van onderwijsontwikkelingen en gedrag van leerlingen te signaleren en rapporteren. Elke leerling heeft een mentor, die het eerste aanspreekpunt is voor andere docenten, leerlingen en ouders. De mentor houdt de ontwikkeling (cognitief en sociaal-emotioneel) van zijn leerlingen bij in het leerlingvolgsysteem Magister. De mentor informeert de overige docenten van de klas tijdens leerling-besprekingen en schakelt de leerlingbegeleiding in als de begeleiding van een leerling te intensief en / of te complex wordt. De tweedelijns begeleiding De tweedelijns begeleiding is bestemd voor leerlingen van wie tijdens het intakegesprek is vastgesteld dat speciale begeleiding noodzakelijk lijkt voor het met succes kunnen doorlopen van het onderwijsprogramma. Voor deze leerlingen zal de begeleidingsbehoefte aan de hand van het kwadrantmodel met ouders, mentor en leerling worden vastgelegd in een OPP (Onderwijs Perspectief Plan), wat de basis vormt voor de aangeboden zorg. De plannen worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
23
De tweedelijns begeleiding kan bestaan uit: -
Begeleiding van individuele leerlingen;
-
Sociale vaardigheid trainingen;
-
Faalangstreductie trainingen;
-
Rots en Water training;
-
Agression Replacement Training (ART);
-
Compenserende en dispenserende maatregelen voor dyslectische leerlingen.
Derdelijns begeleiding De derdelijns begeleiding wordt aangeboden aan die leerlingen die na de eerstelijns en tweedelijns begeleiding van de school nog blijven kampen met een leerprobleem of gedragsmatige probleem. Leerlingen van wie het vermoeden bestaat dat zij behoefte hebben aan derdelijns begeleiding worden ingebracht in het wekelijks begeleidingsoverleg en daarna tijdens de vergadering van het Zorg Advies Team welke 5 maal per schooljaar plaatsvindt. Bespreking van een leerling in het ZAT moet meegedeeld worden aan de ouders. Derdelijnsbegeleiding kan bestaan uit: -
Begeleiding van Schoolmaatschappelijk werk;
-
Begeleiding van een orthopedagoog;
-
Begeleiding van een psycholoog;
-
Ondersteuning van langdurig zieke kinderen;
-
Het tijdelijk plaatsen van een leerling in een OOV ( Onderwijs Opvang Voorziening).
Naast de tweede- en derdelijnsbegeleiding biedt het VMBO STC de volgende begeleidingsfaciliteiten: -
Extra taal en reken uren in alle klassen. Speciale aandacht voor begrijpend lezen en rekenen-wiskunde;
-
Studiebegeleiding voor leerproblemen bij alle vakken;
-
Dyslexie begeleiding;
-
Sociale Vaardigheidstraining;
-
Faalangstreductietraining.
Leerlingen met een indicatie voor leerwegondersteunend onderwijs Leerlingen met een LWOO-indicatie worden in (talent)klassen of Basisklassen geplaatst samen met leerlingen zonder LWOO indicatie. Richtlijn voor de groepsgrootte is vijftien leerlingen, waarbij de docenten samen met de leerlingen een veilige sfeer om te leren creëren. Het LWOO aanbod dat de school verzorgt, leidt niet tot het verlengen van de onderwijsduur. Leerlingen met een LWOO indicatie worden opgeleid voor deelname aan het examen in de Basisberoepsgerichte-, Kaderberoepsgerichte- of de Gemengde Leerweg. In uitzonderingsgevallen, wanneer blijkt dat het behalen van het diploma niet gaat lukken, wordt met ouders een traject naar instroom in een niveau 1 of 2 opleiding van het MBO afgesproken.
24
Van elke leerling met een LWOO-indicatie is er een actuele zorgaanbodkaart of een actueel OPP aanwezig. Naast de reguliere ondersteuning van de mentor, worden deze leerlingen ook begeleid door een leerlingbegeleider. De begeleiding en zorgstructuur staat zoals aangegeven goed op poten. Echter, er zijn een aantal doelstellingen die het STC voor zichzelf heeft gesteld om leerlingen nog beter te kunnen begeleiden naar het diploma. In Het VMBO Actieplan 2014-2018 staan deze doelstellingen uitgewerkt.
25
Hoofdstuk 8 - Personeelsbeleid Om goed te kunnen functioneren, moet je als medewerker weten wat er van je verwacht wordt binnen de betreffende functie en taak. Het uniforme instrument dat hierbij gebruikt wordt is het Norm Jaar Taak formulier (NJT). Dit moet voor zowel werknemer als werkgever transparant en werkbaar zijn, zonder ruis en onduidelijkheid over de uitvoer. Naast het les-gebonden deel is het belangrijk dat de medewerker de mogelijkheid heeft om vooraf zijn affiniteit en specialismen, binnen het niet-les-gebonden deel (coördinatie en beheer), kenbaar te maken. Hiervoor is een actueel overzicht nodig van niet-lesgebonden taken. Bij het definitief vaststellen van de NJT worden zowel de belangen van het individu als van de organisatie afgewogen. Professionalisering Ten aanzien van het onderdeel scholing, waar mogelijk vastgesteld in de NJT van de medewerker, geldt dat deze geformeerd is op basis van affiniteit, bedrevenheid en behoeften van de medewerker en organisatie. Het verplichte deel scholing kan zowel op individuele basis als teambasis worden bepaald. Gesprekkencyclus De procedure van de gesprekkencyclus is bij alle medewerkers bekend. De te voeren gesprekken zijn bij aanvang van het schooljaar gepland in de timetable. Van deze gesprekken wordt conform de procedure een verslag gemaakt. Dit verslag wordt al dan niet voor gezien of akkoord ondertekend door medewerker en leidinggevende. Bij het tekenen voor gezien, is de medewerker zelf verantwoordelijk voor een schriftelijke toevoeging over hetgeen waarvoor geen akkoord wordt gegeven. Tijdens het eerste voortgangsgesprek van het schooljaar biedt de medewerker, ter bespreking, zijn POP aan. De cyclus van lesbezoeken dient synchroon te lopen met de te voeren gesprekken. Aannamebeleid Bij het aannemen van een nieuwe medewerker moet niet alleen getoetst worden of hij/zij voldoet aan de eisen van de vacature maar zeker ook in welke mate de kwaliteit van de competenties voldoen aan de op dat moment aanwezige behoeften van de organisatie. De balans tussen de keuze van (tijdelijk) niet vervulde lesuren en de mogelijke haalbare kwaliteit van de kandidaat moeten bewust en zorgvuldig worden afgewogen. Wat de nieuwe medewerker kan aanvullen aan de teamwaarde is hierbij mede bepalend. Startende collega’s Het op orde hebben van de faciliteiten voor een startende collega is mede bepalend voor de opbrengst van de
eerste werkweken
binnen
de organisatie. Iedere nieuwe
medewerker hoort een “versnelde gebruikershandleiding” te ontvangen. Zowel VMBOgericht als STC-algemeen. Hierin staat een korte instructie van onder andere, gebruik Magister, Outlook, mailadressen collega’s, prentenboek collega’s, toets programma, becijfering. Bij aanvang van het nieuwe schooljaar ontvangt de startende collega een dagdeel een kennismakingstraining en ontmoet hij zijn buddy die gedurende een schooljaar aan hem of haar is gekoppeld. Indien na een schooljaar, het contract verlengd
26
wordt, dient de nieuwe collega in het laatste voortgangsgesprek,
ter bespreking, zijn
POP aan te bieden. Mobiliteit Binnen het kader van kwaliteitsverbetering in het algemeen, kan flexibele inzetbaarheid een instrument zijn om te komen tot een hoger niveau. Doel hiervan is de juiste persoon op de juiste plek te krijgen. De motivatie hiervoor kan zijn het vormen van specialismen op locatie, de behoefte van de afdeling of het team en de voortgang van de individuele ontwikkeling. Mobiliteit kan ook ingezet worden om bijvoorbeeld vastgelopen processen weer in beweging te krijgen. Het gebruik van mobiliteit kan zowel op team-, afdelingsals organisatieniveau.
27
Hoofdstuk 9 - Veiligheid Een veilig schoolklimaat is een voorwaarde om te komen tot optimale prestaties. Dit geldt voor zowel medewerkers als leerlingen. Hierbij dient op adequate wijze omgegaan te worden met de beleving van veiligheid. Daar waar de ene persoon de situatie als handelbaar
beleeft,
kan
de
ander
dezelfde
situatie
als
onveilig
ervaren.In
de
verschillende belevingen en de daaraan verbonden handelswijzen zullen altijd het standaard normen- en waardenpatroon alsmede de schoolregels centraal staan. De school heeft het predicaat 'Veilige school'. Doel is om ook de komende vier jaar dit predicaat te behouden. Naast de acties die STC-breed worden ingezet, zal de afdeling VMBO zich hiervoor op verschillende manieren inzetten. Scholing Het team zal in zijn geheel de komende jaren een aantal trainingen volgen. Centraal hierbij staan ‘Hoe om te gaan met grensoverschrijdend gedrag?’ en ‘Het beheersen van basale de-escalerende vaardigheden en maatregelen’. Naast het algemene aanbod kunnen ook individueel trainingen gevolgd worden op basis van de behoefte vanuit de organisatie of vanuit de medewerker zelf, bij wijze van verdieping op de centraal aangeboden cursussen. Vertrouwenspersoon Alle
medewerkers
kunnen
gebruik
maken
van
de
aanwezigheid
van
twee
vertrouwenspersonen. Deze vertrouwenspersonen zijn STC-breed aangesteld en zullen per schooljaar voorgesteld worden aan het VMBO-team. In de Klachtenregeling van het STC zijn de namen van de vertrouwenspersonen en hun contactgegevens te vinden. Persoonlijk welzijn Binnen het VMBO is, in het verlengde van het onderdeel veiligheid, aandacht voor het persoonlijk welzijn. Hiervoor wordt de gesprekscyclus gebruikt, waarin voortgang-, functionerings- en beoordelingsgesprekken zijn opgenomen. In deze gesprekken is ruimte gecreëerd om de status en de eventuele behoeften van het persoonlijk welzijn te bespreken en indien nodig en mogelijk te verbeteren. Daarnaast is afgesproken dat in weekenden en vakanties geen mailverkeer plaats vindt. Coaching Een instrument om (in)direct te werken aan het persoonlijk welzijn kan coaching zijn. Medewerkers kunnen, in overleg of op verzoek, deelnemen aan een individueel coaching traject. Door het verhogen van de kwaliteit van de eigen vaardigheden kan het eigen welzijn mogelijk positief worden beïnvloed.
28
Leeftijd bewust personeelsbeleid Het VMBO is actief binnen de kaders van het door het STC vastgestelde Leeftijd bewust personeelsbeleid. Daarnaast zal, zodra deze mogelijkheid een reële optie is en indien noodzakelijk, per individu een op maat gesneden beleid gevoerd worden waarbij gekeken wordt hoe de meest ideale balans tussen werkbelasting en werkbelastbaarheid wordt gehaald.
29
Hoofdstuk 10 - Actiepunten Vakgroepen Om het schoolplan een breed gedragen document te laten zijn, is getracht een grotere groep medewerkers te laten meedenken over de invulling van het schoolplan. Met deze gedachte zijn de vakgroepvoorzitters gevraagd voor hun eigen vakgroep een bijdrage te leveren. Zij hebben met hun vakgroep nagedacht over wat ze willen bereiken in de komende vier jaar. Ze hebben daarvoor de huidige situatie beschouwd en daarvanuit een visie beschreven. Uit deze visie vloeien meetbare doelstellingen voort. Op de volgende pagina’s is per vakgroep een schema te vinden met deze onderdelen.
30
Taal Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Vakgroep
De vakgroep heeft vastgestelde
De vakgroep zou structureel bij elkaar
1. In 2018 is het structurele vergadermoment opgenomen
overlegmomenten, maar door
moeten komen. Met structureel wordt
in het rooster, zodat er niet vanaf geweken kan worden.
uiteenlopende redenen komen deze
bedoeld maandelijks of elke 6 weken.
regelmatig te vervallen. Methoden
Er wordt gewerkt met verschillende
Met de vakgroep moet afgesproken
2. In 2015 wordt door de vakgroep besloten welke Taal
methoden en programma’s, zoals
worden dat er met één methode
methode er gebruikt gaat worden.
Got-it, Nieuwsbegrip, Muiswerk en
gewerkt wordt.
3. In 2016 gebruikt iedere docent in elke klas dezelfde
Cambiumned. PTA/ PTO
methode.
Er is geen PTO of PTA, omdat het vak
De toetsen van de gekozen methode
4. In 2018 ligt vast welke toetsen op welk moment
Taal geen examenvak is.
moeten opgenomen worden in een PTO
afgenomen gaan worden in het PTO en PTA en worden
en PTA. Daardoor krijgt iedereen
deze programma’s ook uitvoert.
dezelfde toetsen, wordt er meer gewicht gegeven aan het vak Taal en wordt de kwaliteit van de lessen gewaarborgd. Beter Presteren
Het STC ontvangt subsidie gelden om
Het project Beter Presteren maakt het
5. In de looptijd van het project Beter Presteren worden
het Taal en Rekenniveau op hoog te
mogelijk alle leerlingen extra uren taal,
voor alle klassen extra uren taal, rekenen en lichamelijk
brengen.
rekenen en lichamelijk opvoeding aan
opvoeding opgenomen in het rooster. Om deze lessen te
te bieden.
verzorgen worden extra docenten ingezet.
31
Rekenen Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Integratie
Op dit moment is er ruimte om
Het onderhouden van de
In 2014 wordt onderzocht welke leerinhouden
rekenvaardigheden meer te
rekenvaardigheden van leerlingen kan,
ondergebracht kunnen worden bij welke andere vakken.
integreren in zowel AVO en
buiten de rekenlessen ook in andere
Dit levert een overzicht op met ‘wat, wanneer en door
beroepsgerichte vakken.
vakken een plaats innemen.
wie’ rekenen gebruikt kan worden in de lessen. In 2015 wordt gemonitord of alle docenten voldoende rekenkennis bezitten om de lesstof op de juiste en verschillende manieren uit te kunnen leggen. Eventueel wordt een bijscholing/ intervisie georganiseerd door de reken coördinator.
Niveau
Niet alle leerlingen die instromen in
Belangrijk is om zoveel mogelijk
het VMBO beheersen
leerlingen op het juiste uitstroom
referentieniveau 1F.
niveau te krijgen. Inspelen op de verschillende instroomniveaus is
In 2016 worden de (tussen) niveaus op basis van instroom behaald. (Zie schema onder Rekenbeleid). In 2018 stromen alle leerlingen uit op het juiste referentieniveau.
daarbij van essentieel belang. Methode
De methode van Deviant wordt ingezet bij de rekenlessen.
Elke week krijgen de leerlingen 1 uur in de week les in het open leercentrum of een computerlokaal en werken met Startrekenen online. Elke week krijgen de leerlingen 1 uur in de week les in een regulier lokaal met de methode van Deviant.
Beter Presteren
Het STC ontvangt subsidie gelden om
Het project Beter Presteren maakt het
het Taal en Rekenniveau om hoog te
mogelijk alle leerlingen extra uren taal,
In de looptijd van het project Beter Presteren worden
brengen.
rekenen en lichamelijk opvoeding aan
opvoeding opgenomen in het rooster. Om deze lessen te
te bieden.
verzorgen worden extra docenten ingezet.
voor alle klassen extra uren taal, rekenen en lichamelijk
32
Vakgroep Nederlands Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Methode
In 2014 moeten de Examens Nederlands op 2F niveau afgenomen worden. In 2015 telt het examen op 2F niveau mee voor de slaag-zak regeling.
Om dit niveau te behalen, gaat gewerkt worden met de nieuwste versie van de methode. Daarnaast moet intensief ingezet worden op de leesvaardigheid van de leerlingen. Hiervoor worden de uren Taal ingezet, waarvoor een goede methode zoals Got It! en voldoende leesmateriaal beschikbaar moet zijn. In de lessen, toetsen, PTO en PTA zal aandacht geschonken moeten worden aan de differentiaties op de verschillende leerwegen.
In schooljaar 2014-2015 werken alle leerjaren met de 5e editie Nieuw Nederlands en de talentklassen werken met de nieuwste versie van de methode Talent. In schooljaar 2015-2016 zal geëvalueerd worden of Nieuw Nederlands nog aan de schooleisen en de exameneisen voldoet. Zo niet, zal gezocht worden naar een nieuwe methode.
Toetsing
Doorlopende leerlijn
Op dit moment wordt er (te) weinig aandacht besteed aan de zelfstandigheid en planningsvaardigheden van de leerlingen. Ook wordt er soms te soepel omgegaan met inleverdata van opdrachten.
Om een goede aansluiting in studiehouding te krijgen met het MBO zullen inleverdata van opdrachten strikter moeten worden gehandhaafd. Daarbij mag een grotere zelfstandigheid van de VMBOleerlingen verwacht worden om zo probleemloos in het MBO-onderwijs in te stromen.
In 2015-2016 moeten alle toetsen volgens de RTTImethode ontwikkeld worden om het beoogde niveau te bewerkstelligen. Elk schooljaar zal kritisch naar het PTA gekeken moeten worden om te controleren of deze voldoet aan de niveaueisen van de examens. Vanaf schooljaar 2014-2015 zal strenger gecontroleerd worden op gemaakt huiswerk en wekelijks aandacht besteed worden aan het maken van planningen. Vanaf schooljaar 2015-2016 zal meer gestuurd worden op zelfstandigheid van leerlingen door inleverdata van opdrachten strikt te hanteren.
33
Vakgroep Engels Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Examenklassen
Op dit moment scoren de leerlingen bij de proefexamens onder de maat.
Vanaf 2015 worden er met alle examenklassen vanaf februari wekelijks examens geoefend en besproken tijdens de lessen. In 2018 scoren alle examenleerlingen op het landelijk gemiddelde bij het Centraal eindexamen Engels.
Methode
Op dit moment is het lesprogramma vooral geïndexeerd op de methode SteppingStones.
PTA
Het huidige PTA van Engels is erg omvangrijk.
De BB-leerlingen moeten veel ruimte krijgen om te oefenen met digi-trainer om het huidige niveau te handhaven. De KB en GL leerlingen moeten tijdens de lessen oefenexamens maken en bespreken. Deelnemers zijn gebaat bij zoveel mogelijk uitleg over wat er niet goed gaat tijdens een examen. Gestreefd wordt om met alle examenklassen minimaal het landelijk gemiddelde te behalen tijdens de eindexamens. Om de structuur en de kwaliteit te waarborgen is het volgen van een methode noodzakelijk. Nadeel is dat er te weinig ruimte overblijft om mondelinge vaardigheden te oefenen. Het PTA is voor schooljaar 2014-2015 aangepast, waardoor het inhoudelijk iets minder zwaar is.
Integratie beroeps- en algemene vakken
Op dit moment is er nog weinig sprake van integratie tussen de beroeps- en algemene vakken.
De vakgroep Engels wil nauw betrokken zijn bij specifieke beroepsvakken.
Vanaf schooljaar 2014-2015 zal ‘Taaldorpen’ voor de bovenbouw klassen georganiseerd worden, om zo spreekvaardigheid meer te laten leven. In 2014-2015 is het PTA inhoudelijk minder zwaar en omvangrijk. In 2016 wordt dit PTA geëvalueerd en aangepast aan de wensen. In 2016 vindt er elke periode een overleg plaats tussen de algemene vakdocenten en de beroepsgerichte vakdocenten. In 2018 zijn de algemene vakken onderdeel van ten minste één beroepsgerichte opdracht per periode.
34
Vakgroep Duits Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Vakgroep
De vakgroep Duits is een kleine vakgroep en bestaat uit slechts twee collega’s.
In 2018 zal de vakgroep Duits middels regelmatig overleg de leerlijnen bewaken en indien nodig aanpassen. Hiervoor zijn structureel vergaderingen ingepland en afspraken worden vastgelegd.
Achterstand leerlingen
De huidige klassen hebben in het verleden door diverse omstandigheden weinig Duits gehad waardoor leerlingen achterstanden hebben opgelopen. Het verschil tussen het SE- en CEcijfer is te groot.
Tijdens schoolplan ’14-’18 zal de vakgroep Duits worden uitgebreid en zal de doorlopende leerlijn op zowel de Lloydstraat als de Anthony Fokkerweg worden bewaakt. Door uitbereiding van de vakgroep zal de contiuniteit in het aanbieden van het vak Duits geborgd worden en zullen achterstanden ingelopen en kennis verder uitgebreid worden. De verschillen tussen de SE- en CEcijfers moeten voldoen aan de inspectienormen.
Verschil SE en CE
In 2015 zijn de PTA’s aangescherpt zodat de leerlingen optimaal worden voorbereid op het afsluitende leerjaar Duits. In 2018 is het streven dat alle gegevens uit het driejaren gemiddelde van verschil SE en CE voldoen aan de inspectienorm.
35
Vakgroep Wiskunde Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Vakgroep
Op dit moment wordt wiskunde gegeven door diverse docenten, een aantal daarvan is nog bezig met de opleiding en is dus nog niet bevoegd. Tevens is er een aantal docenten die een andere bevoegdheid hebben en er voor gekozen hebben om wiskunde te geven. Dit jaar is er gestart in leerjaar 1 met de nieuwe methode Getal en Ruimte. Deze methode is nieuw en de ICT kant hiervan is pas laat toegevoegd.
In de toekomst moeten alle docenten die voor de klas staan bevoegd zijn. Daarnaast zou er structureel overleg plaats moeten vinden met de vakgroep.
In 2018 staan er alleen bevoegde docenten voor de klas. Vanaf 2016 zijn er 5 overlegmomenten per jaar met de vakgroep, één aan het begin van het jaar (opstart), één aan het einde van het jaar (evaluatie) en per periode één overleg (onderhoud).
De nieuwe methode wordt doorgevoerd naar de klas 4 in de komende jaren. Waarbij tevens gebruik gemaakt gaat worden van het ICT gedeelte. De bijgeleverde toetsen moeten gecontroleerd worden en minimaal 3 toetsen per jaar worden volgens de RTTI methode ontwikkeld. Het niveau van de onderbouw moet omhoog, zodat men in de bovenbouw verder kan gaan met het goede basiskennisniveau. Hierdoor zouden de resultaten van het CE omhoog moeten gaan. De SEcijfers van KB en BB moeten omhoog door onder andere toetsen te verbeteren of aan te vullen, zodat ze op het juiste niveau geformuleerd zijn.
In 2018 werkt elke klas op elk niveau met de methode Getal en Ruimte.
Methode
Toetsing
Toetsen zijn aangeleverd door de methode, deze worden gebruikt als PTO toetsen.
Resultaten
Op BB na zijn alle cijfers binnen de door de inspectie gestelde 0,5 norm op CE- en SE-cijfers. Echter, de resultaten CE zijn lager dan de SEcijfers, met uitzondering van de Gemengde Leerweg.
In 2017 ligt het niveau van alle toetsen op het juiste (hoger) niveau voor de verschillende leerwegen. In 2018 zijn er per leerjaar minimaal 3 toetsen ontwikkeld en goedgekeurd volgens de RTTI methode. In 2017 ligt het CE- cijfer op het landelijk niveau. In 2018 ligt het CE-cijfer boven het landelijk niveau.
36
Vakgroep NaSk (Natuur & Scheikunde) Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Doorstroom onderbouw bovenbouw
Op dit moment wordt het vak Nask in de onderbouw en in de bovenbouw op alle leerwegen gegeven.
1. In 2018 komt de vakgroep 5x per jaar bijeen en worden gemaakte afspraken vastgelegd en nageleefd.
Samenstelling vakgroep
De vakgroep bestaat uit 5 docenten
Methode en examinering
De methode die gebruikt wordt heet ‘Nu voor Straks’. Van deze methode worden de volgende leerwegen gebruikt: LWOO, B/K en de K/GT. Bij deze methode zit een cd-rom waar leerlingen geluidsfragmenten kunnen beluisteren en naar filmpjes kunnen kijken die bij de leerstof aansluiten. De leerlingen maken tevens diverse werkstukken en houden presentaties voor het vak. Bijna alle uren worden in het Natuuren Scheikunde lokaal gegeven. Dit lokaal is speciaal ingericht voor het vak Nask en is voorzien van practicummogelijkheden. Het vak wordt nu vooral theoretisch aangeboden, soms worden er demonstratieproeven uitgevoerd. Er wordt gebruik gemaakt van Digitrainer. Dit is een online examentraining-programma. Het verschil CE-SE is binnen de door de inspectie gestelde norm van 0,5punt.
Versnippering van het vak tussen de onder- en bovenbouw moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Leerlingen moeten met voldoende kennis de bovenbouw in stromen. Alle docenten moeten bevoegd zijn om les te geven. De methode werkt goed en blijft behouden. Een aantal docenten volgt een cursus over de RTTI methode, alle toetsen moeten volgens deze methode worden opgezet.
Er zou meer gebruik gemaakt kunnen worden van de mogelijkheden die het practicumlokaal biedt. Om dit te bevorderen is ondersteuning van een onderwijsassistent nodig om practica op te zetten en te begeleiden.
4. In 2018 wordt er per hoofdstuk en/ of onderwerp minimaal 1 demoproef en 1 leerling proef uitgevoerd.
Eindexamenresultaten meer op het landelijk niveau krijgen.
5. In 2018 liggen de CE cijfers op landelijk niveau.
Gebruik faciliteiten practicumlokaal
Verschil CE-SE
2. In 2018 zijn alle docenten in de vakgroep Nask bevoegd. 3. In 2018 zijn en worden alle toetsen voor Nask volgens de RTTI methode en op het juiste niveau opgesteld.
37
Vakgroep Biologie Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Vakgroep
Op dit moment bestaat de vakgroep uit 1 docente op de Lloydstraat en 2 op de Anthony Fokkerweg. Overleg tussen de verschillende docenten zou plaats moeten vinden via geplande bijeenkomsten, de inhoud van de lessen en het PTA worden dan besproken. Echter, het plannen van deze bijeenkomsten is door botsende roosters bijna onmogelijk. Praktische materialen op de beide locaties zijn zeer schaars en vaak incompleet.
In verband met de groeiprognose van het VMBO, zullen naar verhouding nieuwe biologie docenten aangenomen moeten worden. Opvulling vanuit het huidige docententeam is nu niet mogelijk. Daarnaast moet gezocht worden naar een mogelijkheid om vaste bijeenkomsten te plannen voor de vakgroep, om duidelijke afspraken te maken. Uitbreiding van de huidige materialen van de Lloydstraat en aanschaf van materialen op de A.Fokkeweg.
In 2016 is er structureel overleg met de vakgroep om duidelijke afspraken te maken.
Op dit moment is er veel lesstof, daardoor is het moeilijk al deze lesstof tijdens de beschikbare tijd te behandelen. In schooljaar 2013-2014 is een nieuwe methode ingevoerd, het is een verbetering, maar de docenten moeten er nog erg aan wennen. Het PTO en PTA zijn voor schooljaar 2013-2014 enkel door de vakgroep voorzitter geformuleerd.
Door middel van afstemming met de vakgroep zal de lesstof over de schooljaren verdeeld worden, met daarbij behorend een aangepast PTO en PTA.
Materialen
Methode
PTO/PTA
In de toekomst zou de gehele vakgroep input en feedback moeten leveren op de werkbaarheid van het document.
In 2015 wordt een aanvraag geschreven voor de benodigde materialen, met daarin een tijdsplanning waarin de Anthony Fokkerweg voorrang krijgt bij de aanschaf van materialen. In 2015 wordt de lesstof logisch over de leerjaren verdeeld in een lesplan. In 2016 zijn de PTO’s en PTA’s aangepast, zodat deze passen bij het lesplan.
In 2017 zijn alle PTA’s en PTO’s in afstemming met de vakgroep samengesteld.
38
Vakgroep Verzorging Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Vakgroep
Op dit moment is er praktisch geen overleg tussen de vakgroep leden. Het blijkt lastig een moment te vinden waarop alle collega’s kunnen. Op VMBO-brede studiedagen spreekt men elkaar wel, echter, de leden zitten vaak ook in andere vakgroepen, waardoor de tijd om zaken te bespreken vaak beperkt is. Het PTO is vormgegeven.
De vakgroep moet op regelmatige basis bijeenkomen om af te stemmen en het vak uit te breiden met bijvoorbeeld eenduidige instructiekaarten en –filmpjes.
In 2017 heeft de vakgroep maandelijks afstemmingsoverleg. In 2018 zijn instructiekaarten ontwikkeld en worden deze gebruikt in het curriculum. In 2018 zijn instructiefilmpjes gemaakt en zijn deze in Teletop opgenomen.
Het PTO heeft nog ruimte tot verbetering. Op dit moment worden enkel cijfers gegeven voor producten die de leerlingen maken, daarbij wordt ook de inzet en samenwerking beoordeeld. Het kan wenselijk zijn om ook theoretische toetsen te geven, om te kijken of de leerling de stof beheerst en zijn kennis ook onder woorden kan brengen. Om voldoende tempo in het curriculum te houden, zouden alle leerlingen tegelijk moeten kunnen koken. Hiervoor zijn aanpassingen in het kooklokaal nodig, zoals extra gaspitten. De onderwerpen die behandeld worden voldoen aan de kerndoelen van M&N onderbouw. In de komende jaren moet het curriculum op beide locaties gelijk gaan lopen. Om de leerlingen thuis ook handvatten te geven voor het koken, is het streven alle leerlingen aan het einde van het tweede leerjaar een map met recepten mee te geven naar huis.
In 2014 worden theoretische toetsen ontwikkeld volgens de RTTI-methode. In 2015 wordt in de eerste klassen een pilot gedraaid in de toetsweek met theoretische toetsen.
PTO
Faciliteiten
De faciliteiten op de LS laten te wensen over, er is op dit moment te weinig plek om alle leerlingen te laten koken.
Curriculum
Verzorging wordt gegeven om de leerlingen zelfredzamer te maken. Op beide locaties wordt voornamelijk gekookt. Daarnaast wordt aandacht besteed aan persoonlijke verzorging, wassen en was-symbolen, seksuele voorlichting, verantwoordelijkheidsgevoel, omgaan met geld, strijken, schoonmaken en presenteren.
In 2015 is het verzorging lokaal voldoende toegerust om alle leerlingen tijdens alles lessen hetzelfde te bedienen.
In 2016 loopt het curriculum op beide locaties gelijk. In 2014 worden nieuwe recepten samengesteld. In 2014 ontvangen alle eersteklas leerlingen een map waarin ze hun recepten en werkkaarten verzamelen voor thuisgebruik.
39
Vakgroep Wereldoriëntatie Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Toetsing
De vakgroep WO is verdeeld over beide locaties. Daardoor is ook een verschil in toetsing ontstaan, er zijn geen eindtoetsen en iedere docent maakt zijn eigen variatie op de lesstof. De gebruikte methode geeft veel ruimte tot eigen inbreng van de individuele docent.
De einddoelen voor de gehele vakgroep moeten vast gesteld worden door middel van periode toetsen en aanpassing van het PTO.
In 2018 zijn er vaste periode toetsen die door elke docent in dezelfde periode worden afgenomen In 2016 is het PTO herschreven en wordt het door alle docenten nageleefd.
Bepaalde onderwerpen en projecten moeten een aparte status behouden binnen de lessenreeks van twee jaar. Bijvoorbeeld vaderlandse geschiedenis of topografie, waar het MBO specifiek om vraagt. Excursies zouden school breed geregeld moeten worden.
In 2018 zijn belangrijke projecten en (extra) onderwerpen vastgelegd in de lessenreeks. Hiervoor is tevens materiaal ontwikkeld.
Methode
Excursies
Er is op dit moment niets school breed geregeld als het gaat om excursies.
In 2015 worden excursies VMBO breed georganiseerd en liggen deze vast in de jaarplanning.
40
Vakgroep Maatschappijleer Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Vakgroep
In schooljaar 2012-2013 is het vak maatschappijleer door verschillende docenten gegeven.
In 2015 voert de vakgroep maatschappijleer elke periode overleg over invulling van de lessen en beoordeling van toetsen.
Methode
De gebruikte methode was erg verouderd. Sinds schooljaar ’13-’14 is een nieuwe methode ingevoerd: Thema’s maatschappijleer 1 voor VMBO van uitgeverij Essener.
PTA
Het PTA is aangepast aan de diverse maatschappelijke thema’s die terug komen in de methode. Elk hoofdstuk wordt 1 keer getoetst (schriftelijk) en de leerlingen ronden het vak af met een Praktische Opdracht.
Vanaf schooljaar 2013-2014 wordt maatschappijleer gegeven door vakdocenten. In de komende jaren is het zaak dat de docenten van de beide locaties met elkaar overleggen over de invulling van de lessen, de toetsing, ed. De verschillende thema’s uit de methode worden verwerkt in het curriculum. Naast de methode wordt er elk jaar gestreefd een interessant programma neer te zetten, door diverse gastlessen, activiteiten en excursies met de nodige maatschappelijke relevantie. Het vak wordt alleen in het derde leerjaar aangeboden, welke bestaat uit drie periodes. Elke periode worden 3 onderwerpen behandeld en getoetst. Door stage, projectweken en onvoorziene omstandigheden kan er vertraging ontstaan in het realiseren van het PTA. Het PTA moet hier in de toekomst op worden aangepast.
In 2018 biedt de vakgroep maatschappijleer nog steeds een interessant programma aan, waar ook aandacht is voor excursies naar maatschappelijk relevantie plekken.
In 2015 is het PTA zo ingevuld dat alle thema’s worden afgetoetst, én er rekening gehouden wordt met externe factoren, zoals projectweken en stages.
41
Vakgroep Techniek en Scheeps- en Jachtbouw Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Doorlopende leerlijnen
Op dit moment werken de techniek docenten van beide locaties ‘los’ van elkaar. Hiernaast werken de verschillende AVO-vakgroepen nog onvoldoende samen met de docenten die de beroepsvakken verzorgen.
In 2015 vindt maandelijks overleg plaats tussen de vakgroep Techniek en de vakgroep S&J. In 2016 zijn aansluitende modules en vakoverstijgende opdrachten geformuleerd voor de leerlingen in de Scheeps- en Jachtbouw klas. In 2018 sluit de vak inhoud van Scheeps- en Jachtbouw naadloos aan op het vak Techniek.
Integratie beroeps- en algemene vakken
De uitstroomrichting Scheeps- en Jachtbouw wordt in schooljaar 20132014 voor het eerst aangeboden binnen het STC. Er is daardoor nog weinig integratie tussen de verschillende vakken binnen deze uitstroomrichting. Er worden nog weinig echt innovatieve technieken toegepast en onderwezen bij Scheeps- en Jachtbouw en in de Techniek-lessen.
Goede aansluiting moet worden gezocht tussen het vak Techniek en de vakken van Scheeps- en Jachtbouw. Er zouden aansluitende modules en vakoverstijgende opdrachten moeten komen. Om dit te bewerkstelligen moeten de vakgroepen Techniek en Scheeps- en Jachtbouw maandelijks met elkaar overleggen over de te combineren lesinhoud, op basis van input van de docenten. Tevens zal dit bijdragen aan de integratie van de docenten teams van beide locaties. De vakgroep Techniek en Scheeps- en Jachtbouw wil de vakgroepen van de algemene vakken nauw betrekken bij specifieke beroepsopdrachten.
De vakgroep hoopt te kunnen investeren in High Tech materialen en systemen, met de voor de docenten bijbehorende bijscholing.
In 2015 wordt een aanvraag ontwikkeld waarin de mogelijkheden en voordelen van High Tech materialen en systemen uiteengezet worden. In het bovenstaande plan is tevens rekening gehouden met de benodigde bijscholing voor docenten om innovatief les te geven met de aanwezige materialen. In 2016 bevatten alle PTO’s en PTA’s duidelijke toets momenten aangeven.
Materialen
Toetsing
Op dit moment zijn er geen duidelijke modules te onderscheiden bij Techniek.
Om de verschillende modules bij techniek beter af te kaderen, moeten duidelijke toets momenten worden ingepland.
In 2016 vindt er elke periode een overleg plaats tussen de algemene vakdocenten en de beroepsgerichte vakdocenten. In 2018 zijn de algemene vakken onderdeel van ten minste één beroepsgerichte opdracht per periode.
42
Vakgroep Rijn- en Binnenvaart Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Aansluiting bedrijfsleven en beroepsbeeld
Het PTA wordt landelijk geregeld door de constructiegroep R&B met inbreng van de docenten. Hierdoor zijn zowel de praktische als theoretische toetsen voor beide locaties identiek.
Deze situatie moet gecontinueerd worden. Wel liggen er verbetermogelijkheden in de aansluiting vanuit school naar het bedrijfsleven. In de 1e en 2e klas moeten leerlingen beter voorgelicht worden over de bedrijfstak R&B (focus op beroepsoriëntatie). Daarnaast zou er meer contact moeten zijn tussen het bedrijfsleven. Gekeken moet worden of het mogelijk is dat alle deelnemers voordat ze hun vmbo diploma halen een keer mee kunnen varen op een echt binnenvaart schip, naast de in de opleiding gebruikte opleidingsschepen. De faciliteiten op de Lloydstraat moeten verbeterd worden om de leerlingen op beide locaties op dezelfde manier te kunnen bedienen. Het verschil tussen de SE- en CEcijfers moeten voldoen aan de inspectienormen. Alle docenten die lesgeven aan de leerlingen van R&B zouden in het bezit moeten zijn van een VCA diploma, en wanneer mogelijk een VOL-VCA (Veiligheid voor operationeel leidinggeven). Op die manier zal het onderwijs volgens dezelfde veiligheidsnormen werken als in het bedrijfsleven gebeurt.
In 2018 is de huidige situatie omtrent de toetsing niet veranderd. In 2015 wordt een plan opgesteld om de aansluiting tussen school en het bedrijfsleven te verbeteren.
Op dit moment hebben de leerlingen een onvoldoende beroepsbeeld wanneer ze bij Rijn- en Binnenvaart beginnen.
Lesmethoden
De lesmethodes zijn op beide locaties hetzelfde. Echter, de faciliteiten zijn verschillend.
Verschil CE-SE cijfers
Op dit moment voldoet het verschil tussen de CE- en SE- cijfers niet aan de norm van de inspectie. Op dit moment zijn niet alle docenten die aan de leerlingen van Rijn- & Binnenvaart lesgeven in het bezit van een VCA diploma.
VCA (Veiligheid diploma)
In 2018 worden alle leerlingen op dezelfde manier bedient als het gaat om practicumfaciliteiten. In 2018 is het streven dat alle gegevens uit het driejaren gemiddelde van verschil SE en CE voldoen aan de inspectienorm. In 2016 hebben alle docenten die met leerlingen van R&B werken hun VOL-VCA behaald. In 2018 werkt iedereen bij de afdeling R&B volgens de VCA veiligheidsnormen.
43
Vakgroep Transport & Logistiek Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Lesmethode en toetsing
Vanaf schooljaar 2013-2014 wordt gewerkt met een nieuwe lesmethode met extra modules bij wijze van differentiatie voor de verschillende niveaus. Op dit moment is er te weinig afstemming met het MBO, waardoor er geen optimale aansluiting is voor de leerlingen van het VMBO STC naar het MBO STC.
Vanuit deze nieuwe lesmethode moeten toetsen ontwikkeld worden volgens de RTTI methode.
In 2018 zijn alle toetsen volgens de RTTI methode ontwikkeld.
Door meer aandacht te schenken aan de verschillende leerwegen, zullen leerlingen op een hoger niveau kunnen worden afgeleverd aan het MBO. Daarnaast moet de aansluiting geoptimaliseerd worden, zodat bij het VMBO bekend is wat er op het MBO als startniveau verwacht wordt. Streven is om meer leerlingen te enthousiasmeren voor T&L.
In 2016 zijn de extra modules uit de lesmethode verweven in het onderwijs, zodat er goede differentiatie mogelijk is tussen de verschillende leerwegen. In 2018 hebben VMBO-docenten en MBO-docenten 2x per jaar structureel overleg over de doorlopende leerlijn en lesstof voor de verschillende leerwegen.
Doorlopende leerlijnen
Groepsgrootte
Klassen zijn nu 15 tot 17 leerlingen groot.
In 2018 volgt er op beide locaties een klas het Transport en Logistiek programma.
44
Vakgroep Haven en Vervoer Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Vakgroep
De vakgroep telt 7 leden (docenten en instructeurs).
In 2018 is de vakgroep uitgebreid met collegae, die gespecialiseerd zijn in Cargadoor en/of Luchtvracht/Luchtvaartdienstverlening én Economie/Administratie.
Vakgroep bijeenkomsten
Op dit moment zijn er maximaal 3 vakgroep bijeenkomsten per jaar.
Samenwerking AF/LS
De samenwerking tussen de vakdocenten op de beide locaties wordt beter.
Gezien de verwachte toename van het aantal leerlingen en toename van diversiteit taken van verschillende vakgroepleden is uitbreiding van de vakgroep gewenst. Voor de continuïteit zou er een maandelijkse bijeenkomst gepland moeten worden. In de toekomst moeten de vakdocenten deze samenwerking voortzetten, en daardoor nog meer afstemming bereiken op met name de zaken die in de doelstellingen zijn opgenomen.
Doorlopende leerlijn MBO
Op dit moment is er te weinig afstemming met ons eigen MBO over de doorlopende leerlijn vanuit het VMBO.
Er zou meer overleg moeten plaatsvinden met het MBO en door middel van gastlessen kan de aansluiting gezocht worden in de lesstof. Daarnaast zou de uitwisseling van lesmateriaal hiertoe bijdragen.
Samenstelling examens
Op dit moment worden de examens voor Haven en Vervoer door de docenten zelf samengesteld.
Om de objectiviteit in examinering te waarborgen zou een constructiegroep samengesteld moeten worden, welke bestaat uit minimaal 2 vakdocenten, 1 taalkundige, 1 vertegenwoordiger vanuit het bedrijfsleven en 1 medewerker van BOK.
In 2018 komt de vakgroep maandelijks bij elkaar en legt gemaakte afspraken vast. In 2018 zijn alle lesboeken in gezamenlijkheid taalkundig en inhoudelijk aangepast. In 2018 is er voor de leerlingen van de Lloydstraat een grotere operationele praktijkruimte beschikbaar. In 2018 beschikken beide locaties over een eenvoudige keten- en/ of kantoorsimulatie. In 2018 is het onderscheid tussen de verschillende leerwegen in uitvoering duidelijk zichtbaar. (Verhouding theorie – praktijk: BB: 20%-80%;KB: 50%-50%; GL: 20%-80%) In 2018 zullen de gegevens uit het driejaren gemiddelde van verschil SE en CE voldoen aan de inspectienorm. In 2015 zal een stagebureau gerealiseerd zijn voor beide locaties. In 2018 worden gedurende 1 roosterperiode in het 4e leerjaar lessen verzorgd door MBO-docenten (Havenlogistiek en Luchtvaart, 2 x 10 uur), waar in expliciet aandacht wordt besteed aan het beroepsbeeld van de leerlingen. VMBO-docenten en MBO-docenten hebben 2x per jaar structureel overleg over deze lessen en uitwisseling van lesmateriaal. Ook zal in dit overleg de inzet van gastdocenten uit het bedrijfsleven voor de VMBO 4e jaar leerlingen op de agenda staan. Vanaf 2015 zullen de examens door een constructiegroep worden samengesteld.
45
Vakgroep Lichamelijke opvoeding Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Visie
De visie van de vakgroep binnen het VMBO is dat ‘sport als middel dient om leerlingen competenties aan te leren welke gewenst of noodzakelijk zijn in de bovenbouw van het VMBO, in het MBO en/ of later op de arbeidsmarkt’. Onze visie wordt dagelijks vertaald in de lessen binnen de wettelijke kaders voor het LO onderwijs in het VMBO (kerndoelen). Sport wordt als middel gebruikt om groepsdynamiek positief te beïnvloeden, leerlingen leren om te gaan met hun agressie, grenzen aan te kunnen geven en grenzen te respecteren, conflicthantering en vermijding, leiderschap tonen en ondergaan, veiligheid en behulpzaamheid, discipline, inzet en sociale vaardigheden aan te leren. De vakgroep LO bestaat uit 8 docenten, 1 instructrice en 1 docent in opleiding, verdeeld over de verschillende locaties. De vakgroep geeft les in zowel het VMBO als het MBO. De vakgroep krijgt vanuit het STC veel ruimte voor de invulling van de taken binnen de vaksectie. Vanuit het VMBO is er een goed en direct contact met het MT, directie en CvB. De vakgroep heeft onderling een professioneel contact, zowel binnen de organisatie als daarbuiten. Er wordt eens per 2 maanden overlegd met elkaar (locatie overstijgend), daarnaast is op de locaties LS en AF veel onderling overleg. Er is een PTO dat doorloopt in het PTA op niveau BB, KB en GL, welke overlap vertoond met het MBO programma in de verschillende sectoren. Hierdoor wordt een mooie
De uitgangspositie van de vakgroep LO is naar tevredenheid. De vakgroep wil bijdragen aan sociaal veilige klassen waarin leerlingen hun volledige potentie kunnen benutten.
De vaksectie LO van het STC zal zich blijven inzetten voor een sociaal veilig klimaat voor de leerlingen en daarmee bijdragen aan de rust in de school. Binnen het passend onderwijs zal de bijdrage aan de sociale vorming van de leerlingen nog belangrijker worden. Het meetbaar maken van de inzet kan door middel van het afnemen van enquêtes, interviews of toetsing. In 2018 zal het STC zich onderscheiden van andere scholen in Rotterdam met de inzet van de vaksectie LO op de sociale ontwikkeling van onze leerlingen en klassen. Het STC kan dit opnemen in haar campagne rondom open dagen en PR naar basisscholen.
Met de groei van het aantal leerlingen binnen het VMBO, zal ook de vaksectie LO meegroeien in de aankomende jaren. De organisatie van de vakgroep en de verdeling van de taken worden afgestemd op de nieuwe samenstelling van de vakgroep. De leden van de vaksectie kenmerken zich door hun flexibiliteit, gedrevenheid en hart voor de organisatie. De vaksectie zal zich profileren op het gebied van organisatie van VMBO-activiteiten en sportactiviteiten.
In 2018 is het aantal leden van de vakgroep LO verdubbeld. Er is een professioneel vakwerkplan waarin visie, missie en doelstellingen m.b.t. het onderwijs uiteengezet zijn. De afzonderlijke leden van de vakgroep hebben een gepersonaliseerd scholingsplan, toegespitst op een expertisegebied. In 2016 zal twee keer per jaar een (sport)activiteit georganiseerd worden voor het vmbo door de LO sectie.
Het PTO en PTA zijn de wettelijke kaders waarbinnen het onderwijs wordt verzorgd vanuit de visie gericht op de ‘sociale competenties’. Er ligt nog een uitdaging in het aanpassen
5. De komende jaren zullen naast de verwerkte ‘sociale / professionele competenties’ naar gelang het niveau van de leerlingen (BB, KB, GL) meer motorische en organisatorische competenties verwerkt worden in de PTA’s.
Vakgroep
PTO en PTA
46
aansluiting met het MBO gemaakt. Toetsing
Toetsing vindt procesmatig plaats. Dit is naar wens.
van het PTA voor de verschillende leerwegen. Er wordt getoetst op sociale en professionele competenties. Inzet, sociale vaardigheden, motorische vaardigheden en discipline worden getoetst aan het einde van een periode. De lessen LO zijn uitermate geschikt om bovenstaande vaardigheden te toetsen en leerling feedback te geven op hun groepsdynamische functioneren.
6. Het procesmatig beoordelen zal onderdeel blijven van de wijze van toetsing. In 2018 zijn voor de hogere niveaus binnen het vmbo meer productcijfers opgenomen in het toetsingsprogramma.
47
Vakgroep Drama Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Materialen
Praktische materialen op de beide locaties zijn zeer schaars en vaak incompleet.
Uitbreiding van de huidige materialen van de Lloydstraat en aanschaf van materialen op de A.Fokkeweg.
Doelen van de lessen
Op papier staan de doelen van de dramalessen uitgewerkt. Iedere periode kent 3 hoofddoelen die onderverdeeld zijn in drie à vier verschillende subdoelen.
Toetsing van de lessen
Op dit moment is er niet een vast toetsingsmoment.
Om de dramalessen niet te vrijblijvend te maken, vindt de dramasectie het belangrijk om met theatrale en sociaalemotionele doelen te werken. Hierdoor worden de lessen concreter en duidelijker voor de leerlingen. Om de lessen drama niet te vrijblijvend te maken, is het streven 4 toets-momenten in te plannen per periode en een eindtoets in de toetsweek.
In 2015 wordt een aanvraag geschreven voor de benodigde materialen, met daarin een tijdsplanning waarin de Anthony Fokkerweg voorrang krijgt bij de aanschaf van materialen. Denk aan theaterboeken met specifieke oefeningen, kasten om spullen in op te bergen In juni 2014 bekijkt de dramasectie de doelen per periode opnieuw en verandert deze waar nodig. In september 2014 zijn de opnieuw gestelde doelen klaar. Vanaf 2014 worden de periode doelen jaarlijks kritisch bekeken en wanneer nodig ge-update. In juli 2014 heeft de dramasectie de toetsplanning voor het vak drama af voor de komende 4 jaar.
48
Vakgroep Culturele Kunstzinnige Vorming (CKV) Onderwerp
Uitgangspositie
Visie
Doelstellingen
Vakgroep
De vakgroep CKV is erg klein. Er is een andere opzet bedacht voor deze vakgroep. De mentoren hebben aangegeven dat ze naast hun mentorlessen waarin ze studievaardigheden behandelen, meer culturele dingen met hun leerlingen willen ondernemen.
Het vak CKV gaat door de klas 3 mentoren gegeven worden. De leerlingen maken verschillende verslagen van culturele activiteiten, zoals een filmverslag, een beschrijving van de stad Rotterdam, ed. De mentoren regisseren de cultuurweek op school.
Vanaf schooljaar 2014-2015 zal het vak CKV door mentoren klas 3 verzorgd worden. De cultuurweek zal vanaf schooljaar 2014-2015 worden georganiseerd door de mentoren van klas 3.
Opdrachten
Op dit moment is in het PTA beschreven welke onderwerpen en opdrachten er voor het vak CKV uitgevoerd moeten worden.
Alle opdrachten en de werkplanning staan in Teletop. Leerlingen moeten de opdrachten daar inleveren en mentoren kunnen de voortgang volgen.
De opdrachten worden elk jaar geëvalueerd en geüpdatet.
49
Hoofdstuk 11 - Het VMBO Actieplan 2014-2018 Onderstaande doelstellingen vloeien voort uit de voorgaande hoofdstukken. Veiligheid Doelstelling In 2018 is het project ‘De gezonde school’ afgerond, heeft het VMBO 3 sterren en is het VMBO STC een gezonde school.
Verantwoordelijke Coördinator begeleiding
Documenten Certificaat gezonde school
Doelstelling Nieuwe docenten krijgen jaarlijks een scholing in het opstellen en uitvoeren van handelingsplannen. Iedere docent is meetbaar voldoende geschoold om les te kunnen geven op het VMBO STC 2.0. Borging van de teamontwikkelingen die plaats vinden in de komende jaren.
Verantwoordelijke Coördinator begeleiding
Documenten Scholingscarrousel
Teamleiders
Voortgangsgesprekken
Teamleiders
Teamjaarplan Evaluatie plannen
In 2018 loopt de professionalisering van de gehele organisatie synchroon met de verwachte groei, zodat alle leerlingen (en medewerkers) klantgericht bedient kunnen worden.
Teamleiders en afdelingsdirecteur VMBO
Voortgangsgesprekken, docentenstages en studiedagen
In 2018 zijn er goed getrainde mensen voor de intake volgens en naar passende onderwijs criteria. In 2018 krijgt het MT van het VMBO minimaal een 7,5 voor het Medewerkers tevredenheidsonderzoek.
Coördinator begeleiding
Uniform intakeformulier
Afdelingsdirecteur Afdeling Personeelszaken
Medewerkerstevredenheidsonderzoek
Personeelsbeleid
50
Didactiek/ onderwijsinhoud Doelstelling In 2018 heeft iedere klas in de onderbouw minimaal 6 uur techniek in een techniek lokaal. De Basisberoepsgerichte leerweg heeft zelfs 8 uur techniek.
Verantwoordelijke Teamleiders en afdelingsdirecteur VMBO CvB
Documenten Lessentabel
In 2018 zijn alle opdrachten binnen de techniek lessen in samenwerking gemaakt met de taal- en reken coördinator.
Taal- en reken coördinator Vakgroepvoorzitter Techniek
Taal- en Rekenbeleid
Maatschappelijke verantwoordelijkheid: Aansluiten bij actualiteiten en maatschappelijke context door middel van subsidie trajecten, zoals LOB, Passie op Zuid en Beter Presteren. In 2018 geeft elke docent les volgens methode “Checklist lesbezoeken”. In 2018 is er een juiste koppeling van stages en beroepsgerichte vakken. In 2018 is er een goed lopende administratieve opleiding binnen de afdeling Transport en Logistiek voor kaderleerlingen. In 2018 is er een goed lopende administratieve opleiding binnen de afdeling Haven en Vervoer voor GL leerlingen.
Beleidsmedewerker VMBO
Projectaanvragen en Verantwoordingsverslagen subsidies
Teamleiders Stagecoördinator Afdelingsdirecteur en de vakgroep Haven en Vervoer Afdelingsdirecteur en de vakgroep Haven en Vervoer
Checklist lesbezoeken Stageplan VMBO Eventueel aangepast naar VMBO 2016 en nieuwe Status Aparte Eventueel aangepast naar VMBO 2016 en nieuwe Status Aparte
Doelstelling In 2018 is er een plan voor uitvallende leerlingen.
Verantwoordelijke Coördinator begeleiding
Magister: Het VMBO is verantwoordelijk voor het eigen leerlingvolgsysteem, zodat de gevolgen van de beoogde groei werkbaar blijven.
Beleidsmedewerker VMBO Coördinator begeleiding
Documenten Plan wordt STC-breed ontwikkeld door Zorg Coördinatoren in samenwerking met afdeling BOK Protocol voor maximaal aantal leerlingen per klas op de Y-schijf.
Ouderbetrokkenheid: In 2018 is er nog steeds een goede opkomst bij ouderavonden.
Coördinator begeleiding Docent Oudercontactpersoon Mentoren Leerlingbegeleiders
Document Ouderbetrokkenheid
Coördinator begeleiding
Plan in ontwikkeling
Coördinator begeleiding
Plan in ontwikkeling, in combinatie met Actielijnen Intergrip en Schoolloopbaanteams vanuit de gemeente.
Begeleidingsstructuur
Ook in 2018 heeft elke mentor 1 maal per 2 weken een overleg met de leerlingbegeleider om de aan zijn/ haar zorg toevertrouwde leerlingen te bespreken. In 2018 zijn alle mentoren getraind om het kwadrantenmodel te lezen en te gebruiken in de begeleiding. In 2018 vindt warme overdracht plaats.
Teamplan
51
Interne kwaliteitszorg Doelstelling
Verantwoordelijke
Documenten
In 2018 voldoet de examinering in het VMBO aan alle intern en extern gestelde eisen. De volgende subdoelen dragen hier aan bij: In 2015 werken de AVO vakken in de onderbouw bij wijze van pilot met volgens de RTTI methode opgestelde periodetoetsen. Deze pilot wordt eind schooljaar 2015-2016 geëvalueerd. In schooljaar 2014-2015 maken alle docenten kennis met de methode RTTI en wordt RTTI een begrip binnen het gehele vmbo. Wanneer de pilot slaagt, zullen in 2018 alle periode toetsen volgens de RTTI-methode zijn en worden ontwikkeld. Vanaf 2014 worden de PTO’s zo opgesteld dat ze een duidelijke opbouw laten zien richting de periode toetsen. In 2018 zullen zowel PTO als PTA simultaan opgaan met de periodetoetsen. Vanaf schooljaar 2014-2015 worden alle periode toetsen opgeslagen en onderhouden in een toetsenbank, zodat alle docenten, ongeacht de locatie daar gemakkelijk bij kunnen. In 2018 moet worden voldaan aan alle kwaliteitseisen die gesteld worden intern en extern. De volgende subdoelstellingen dragen hier aan bij: In 2018 wordt er jaarlijks een interne audit gehouden, waarna de resultaten worden meegenomen in de teamplannen van de beide locaties. Elk jaar worden de beschikbare kwantitatieve gegevens verzameld, geïnterpreteerd en besproken met alle VMBO collega’s. Wanneer nodig wordt een verbeterplan in de jaarplannen van de teamleiders opgenomen. In 2018 is de examenontwikkeling van de beroepsgerichte eindexamens conform Cito.
Beleidsmedewerker VMBO Medewerker BOK (Voorzitter) Vakgroepvoorzitters Projectleiders RTTI
Checklist toetsen Toetsenbank Toezichtkader Inspectie van het onderwijs Evaluaties pilot PTO’s/ studiewijzers Toetsenbank
Beleidsmedewerker VMBO Medewerker BOK
Audit rapportages
Beleidsmedewerker VMBO Medewerker BOK
Jaarcyclus kwantitatieve gegevens Procesbeschrijving ontwikkeling en vaststellen examens
52
Algemeen Doelstelling Binnen het STC stroomt 85% van de vmbo leerlingen door naar het MBO STC. In 2018 is er inzicht in de voortgang van de VMBO leerlingen na leerjaar 1 van het MBO. In 2020 heeft het STC een HavenHavo. In 2018 is de GL licentie nog steeds geborgd. In 2018 heeft het VMBO STC 900 leerlingen, met volwaardige gebouwen en faciliteiten. Het aantal meisjes is gestegen naar 100. In 2018 is de groeidoelstelling behaald, met constant bewustzijn van de begrenzing. Prestatiegericht onderwijs: Daar waar leerlingen beter kunnen presteren, worden ze gestimuleerd op een hoger niveau uit te stromen. In 2018 heeft het VMBO een team plan. Internationalisering: In 2018 hebben docenten contact gehad met docenten van scholen in het buitenland. In 2018 worden alle praktijkvakken in praktijklokalen in gegeven. Ouderbetrokkenheid: In 2018 is er sprake van een Raad van Ouders die geformeerd wordt vanuit de Ouder Respons Groep. In 2018 zijn er voldoende ontspanningsplaatsen gefaciliteerd in de school. In 2018 is er een geschikte plaats voor meisjes om met elkaar te interacteren. In 2018 is er een “VMBO-locatie op Noord’, naar het Anthony Fokkerwegmodel. In 2018 heeft het VMBO STC een volledig functionerende leerlingenraad. In 2018 heeft het “VMBO Maritiem en techniek” drie uitstroomrichtingen: Rijn-, Binnen- en Kustvaart Haven en Vervoer Scheeps- en Jachtbouw
Verantwoordelijke Projectleider Interne doorstroom Projectleider Interne doorstroom Afdelingsdirecteur Afdelingsdirecteur Afdelingsdirecteur in samenwerking met CvB Afdelingsdirecteur in samenwerking met CvB Mentoren
Documenten Memo interne doorstroom Kader notitie Memo interne doorstroom Kader notitie Plan is in ontwikkeling Schoolgids ETA 2020 ETA 2020 Teamjaarplan
Teamleiders Afdelingsdirecteur Teamleiders Afdelingsdirecteur en CvB Medewerker Ouderbetrokkenheid, Teamleiders en Afdelingsdirecteur Afdelingsdirecteur Afdelingsdirecteur
Teamjaarplan ETA 2020
Portefeuillehouder VMBO College van Bestuur Studieleiders Beleidsmedewerker VMBO Nog nader in te vullen vacature Medewerker BOK
ETA 2020
Verantwoordelijke Coördinerende docenten Taal en Rekenen
Documenten Taal beleid Reken beleid
ETA 2020 Document Ouderbetrokkenheid ETA 2020 ETA 2020
Notulen Leerlingenraad Examenprogramma ontwikkelen
Taal en rekenbeleid Doelstelling In 2018 ligt er een helder taal- en rekenbeleid opgesteld door de coördinatoren gekoppeld aan afdelingen en leerwegen.
53