Schoolplan AOC Oost VMBO-Groen Doetinchem

Schoolplan vmbo-groen AOC Oost Doetinchem 2014-2017 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Schoolplan AOC Oost VMBO-Groen Doetinchem 2014-2017

Locatie Adres Postcode Plaats Tel. E-mail Website

1

: AOC Oost Doetinchem : Gezellenlaan 14 : 7005 AZ : Doetinchem : 0314 - 375990 : [email protected] : www.aoc-oost.nl


Inhoudsopgave 1.

Inleiding 1.1 Wettelijke kaders rond de inhoud 1.2 Specifieke beleidskeuze

2.

Centrale deel 2.1 Inleiding 2.2 Missie, visie en kernwaarden 2.3 Onderwijsaanbod 2.4 Organisatiestructuur 2.5 Positionering 2.6 Centraal beleid 2.6.1 Onderwijskundig beleid 2.6.2 Personeelsbeleid 2.6.3 Verantwoording, inspraak en OR 2.6.4 Huisvesting, middelen, financiën en veiligheid 2.6.5 Samenwerking en afstemming 2.6.6 Kwaliteitszorg 2.6.7 Communicatie

4 4 4 5 5 5 6 6 6 8 10 10 11 14

3.

Algemeen locatiedeel 3.1 Inleiding 3.2 Organisatiestructuur 3.3 Positionering 3.4 Locatiebeleid 3.4.1 Personeelsbeleid 3.4.2 Verantwoording en inspraak 3.4.3 Huisvesting, middelen, financiën en veiligheid 3.4.4 Kwaliteitszorg 3.4.5 Communicatie

15 15 15 16 18 18 19 20 21 22

4.

vmbo-locatiedeel 4.1 Onderwijskundig beleid 4.2 Samenwerking en afstemming

23 23 24

2

3 3 3


1. Inleiding 1.1 Wettelijke kaders rond de inhoud Elke onderwijsinstelling in het primaire en voortgezet onderwijs is verplicht in het bezit te zijn van een schoolplan en deze ook te onderhouden. Het schoolplan is bedoeld als intern beleidsinstrument, waarin de hoofdlijnen van het beleid beschreven worden en punten voor verbetering in de komende planperiode van vier jaar zijn aangeven. De beschrijving van het beleid dient volgens artikel 24 van de W.V.O. betrekking te hebben op • de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school gevoerd wordt; • het onderwijs- en personeelsbeleid en beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs; • een beschrijving ten aanzien van de kwaliteitszorg uitgewerkt in passende procedures en documenten. Het schoolplan geeft inzicht in de gemaakte keuzes en de gestelde prioriteiten voor het beleid dat binnen de school wordt gevoerd. Het schoolplan is tevens een document waarin de school verantwoording aflegt aan de Inspectie van het Onderwijs over het schoolbeleid. Het schoolplan is onlosmakelijk verbonden met het Strategisch Beleidsplan van AOC Oost. Het schoolplan kan op een of meer scholen voor voortgezet onderwijs en/of ander onderwijs van hetzelfde bevoegd gezag betrekking hebben. AOC Oost kiest voor een plan per locatie bestaande uit een centraal deel en lokaal deel. Alhoewel het niet wettelijk verplicht is wordt er ook een schoolplan samengesteld voor het mbo in het kader van de Governancecode bve.

1.2 Specifieke beleidskeuze Bij het samenstellen van het schoolplan zijn een aantal doelen als uitgangspunt genomen namelijk: • het plan wordt opgesteld per locatie • het plan wordt door alle personeelsleden gedragen en herkend • het plan is leesbaar • het plan wordt jaarlijks geëvalueerd op het al dan niet behalen van de vooraf vastgestelde doelen • het plan wordt indien nodig bijgestuurd • het plan biedt ruimte voor het opnemen van specifieke beleidskeuzes zoals deelname aan regionale projecten e.d. Het locatie management team (LMT) is verantwoordelijk voor het samenstellen en onderhouden van het totale schoolplan waarbij het LMT voor de invulling van het centrale gedeelte wordt voorzien van input van de centrale services.

3


2. Centrale deel 2.1 Inleiding AOC Oost is een Agrarisch Opleidingen Centrum. Onze primaire taak is het verzorgen van onderwijsactiviteiten in de regio’s Twente, Achterhoek/Liemers, en de Stedendriehoek (Apeldoorn, Deventer en Zutphen). AOC Oost verzorgt onderwijs in het vmbo en mbo. AOC Oost verzorgt in company bedrijfsopleidingen en advies vanuit het opleidingscentrum Groeipunt. Hierbij staat centraal de wens om als gehele organisatie in 2015 tot de top 20 en in 2020 tot de top 10 van de onderwijsinstellingen in Nederland te behoren. Dit bezien vanuit het oogpunt van kwaliteit zoals ervaren door leerlingen en studenten (succesvol door ons), bedrijven (succesvol met ons) en medewerkers (succesvol met ons). Deze tevredenheid en onderwijskwaliteit wordt periodiek gemeten via de kwaliteitsmonitor met twee niveaus: basiskwaliteit, vanaf morgen en topkwaliteit, uiterlijk per 2015. AOC Oost heeft in loop van de jaren een uitstekende naam verkregen in de regio. De sfeer op de vmbo locaties wordt ervaren als ongedwongen en informeel, maar ook als een degelijke, strenge school; dat wil zeggen een school waar leerlingen een duidelijke structuur wordt geboden en waar regels vanzelfsprekend worden nageleefd. AOC Oost wil een “school voor hoofd, hart en handen” zijn. Een uitgebreide vorm van zorg voor alle leerlingen en individuele aandacht voor elke leerling leiden ertoe dat elke leerling zich op school veilig kan voelen. De instroom van leerlingen is zeer divers te noemen. De leerlingen zijn afkomstig uit een grote regio en uit alle denominatieve richtingen. Het aantal allochtone leerlingen is relatief (zeer) klein. AOC Oost heeft 550 medewerkers en ruim 5300 leerlingen, studenten en deelnemers. Het College van Bestuur en de Centrale Services zijn gevestigd in Lochem.

2.2 Missie, visie en kernwaarden Onze missie Ieder mens en ieder bedrijf wil groeien en zich ontwikkelen. Ieder wil het beste uit zichzelf halen en zich voorbereiden op de toekomst. Ouders en bedrijven vertrouwen ons hun meest kostbare bezit toe: hun kinderen en/of hun medewerkers. Ons onderwijs is immers gebaseerd op de overtuiging dat ieders talent leidend is voor een goede beroepskeuze en toekomstig succes. De medewerkers van AOC Oost realiseren dit doordat ze aandacht hebben voor en betrokken zijn bij individuen en hun groei. Dit alles binnen de context van (voorbereidend) beroepsonderwijs in het domein voeding, natuur en leefomgeving. Onze visie op onderwijs Goed onderwijs: • komt tegemoet aan de basisbehoeften van leerlingen en studenten (veiligheid, waardering, uitdagingen om te leren). • speelt in op de vraag uit de markt, biedt beroepsperspectief en voldoet aan de normen van de Onderwijsinspectie. • helpt leerlingen/studenten te leren wat maatschappelijk noodzakelijk is, maar ook zaken die ze zelf willen en kunnen leren. • is bij de tijd (inhoud, leermiddelen, werkwijzen, aansluiting bij vervolgonderwijs en de maatschappij). • past bij onze kernwaarden en is dus authentiek. Onze visie op leren Leren en ontwikkelen doe je als je in een uitdagende leeromgeving je eigen keuzes kunt maken die passen bij jouw leervraag. Voor leren ben je zelf verantwoordelijk. Leren doe je soms alleen, maar meestal samen met anderen, zowel binnen als buiten de school. Leren bij AOC Oost betekent dat je zelfbewust, ondernemend en zinvol bezig bent. Je bent vanuit je hoofd, vanuit je hart en met je handen aan het werk.

4


Onze kernwaarden De kernwaarden beschrijven de identiteit van onze organisatie, ze geven het hoe en waarom aan van ons handelen met leerlingen/studenten, met de bedrijven in onze omgeving en met elkaar. Onze kernwaarden zijn: Uniek. Ons vertrekpunt is erkenning en respect voor de eigen talenten. Zo heeft iedereen zijn eigen leerweg en ontwikkelruimte. Groei. Wij leggen de focus op de ontwikkeling van die talenten. Daarbij werken we aan zijn/haar competenties. Duurzaam. De ontwikkeling van het individuele talentmoet toekomstbestendig zijn en leiden tot (de wens om) levenslang leren. Elke vmbo-locatie heeft het rapport ‘Verbeteren en verbinden van goed onderwijs’ ontwikkeld, waarin de missie, visie, thema’s en doelen van de school zijn vastgelegd. Dit zijn de uitgangspunten voor de verdere uitwerking van het onderwijs op locatie.

2.3 Onderwijsaanbod Het vmbo in de leeftijdscategorie 12 - 16 jaar biedt de beroepsgerichte leerweg (de basis- en de kadervariant) en de gemengde leerweg op bijna alle locaties aan. Naast de basisvorming vindt een brede oriëntering plaats op plant, dier, bloem, voeding en groene ruimte.

2.4 Organisatiestructuur Het bevoegd gezag van AOC Oost berust bij het College van Bestuur. Het College van Bestuur bestaat uit ir. P.M.J. Duijsings en drs. W. Huiskamp. Het College legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Het managementteam (5 locatiedirecteuren vmbo, directeur mbo/Groeipunt, directeur Centrale Services) en de sectorraden vormen de adviesorganen van het College van Bestuur. Het College van Bestuur wordt ondersteund door een centrale dienst die bestaat uit de volgende services: • Financiën & Control • Human Resources HR • ICT • Onderwijs & Kwaliteit • Marketing, Communicatie & PR (MCP) • Facilitair • Onderwijsservices

2.5 Positionering AOC Oost positioneert haar scholen niet meer als ‘platte’ onderwijsaanbieders, maar als groene allround kennisinstellingen voor de Achterhoek, Twente en de stedendriehoek Apeldoorn, Deventer en Zutphen. AOC Oost wil een gids zijn voor kinderen en jonge mensen die zichzelf willen ontwikkelen en die doelbewust hun kansen en mogelijkheden willen ontplooien binnen de gestructureerde kaders van ons onderwijs. AOC Oost onderscheidt zich als een slagvaardige organisatie en door een ondernemersgerichte houding en wil naast een onderwijscentrum ook een loopbaancentrum zijn. Niet alleen voor jonge mensen maar ook voor volwassenen die zich permanent willen bij-, om-, of doorscholen of die een (tweede) kans willen krijgen om zich alsnog te kwalificeren voor de arbeidsmarkt. Ook het vervullen van een gidsfunctie voor bedrijven en organisaties die, door permanente innovatie én permanente educatie, zich een betere concurrentiepositie kunnen verwerven in de huidige kenniseconomie maakt hier onderdeel van uit.

5


Binnen AOC Oost is het strategische beleidsplan richtinggevend van waaruit ruimte geboden wordt wat betreft de inhoudelijke inspiratie en de betrokkenheid van onderwijskundige professionals in en rondom het onderwijs. Daarnaast is de mogelijke verbetering van de relatie tussen de scholen en de maatschappelijke omgeving een uitvloeisel. De school betrekt de omgeving bij de ontwikkeling van het beleid en maakt afspraken over het resultaat en legt daarover rekenschap af aan de omgeving. AOC Oost hanteert een heldere besturingsfilosofie. De verantwoordelijkheden worden zo laag mogelijk in de organisatie gehouden en de beheersmatige zaken worden zoveel mogelijk gestandaardiseerd en centraal georganiseerd door de procesondersteunende functies zoals financiën, marketing & pr, kwaliteitsmanagement, ICT en huisvesting. Dit levert speelruimte op voor onderwijslocaties die de leerling/student/deelnemer als individu en in groepsverband maatwerk kan bieden en zich onderscheidend kan positioneren in de omgeving.

2.6 Centraal beleid 2.6.1 Onderwijskundig beleid Elke vmbo-locatie heeft het rapport ‘Verbeteren en verbinden van goed onderwijs’ ontwikkeld, waarin de missie, visie, thema’s en doelen van de school zijn vastgelegd. Dit zijn de uitgangspunten voor de verdere uitwerking van het onderwijs op de locatie. 2.6.2 Personeelsbeleid Integraal Personeelsbeleid van AOC Oost Uitgangspunten en kaders waarbinnen het IPB is ingericht zijn: • Binnen het IPB wordt competentiemanagement als middel gekoppeld aan de ontwikkeling van organisatiedoelen, van teams/afdelingen en van individuele medewerkers • De kerncompetenties van AOC Oost zijn richtinggevend voor de competentieprofielen en de competentiemodellen (SBL en SHL) die worden gehanteerd voor het IPB • Professionele ontwikkeling vindt plaats in het kader van de Wet Beroepen in het Onderwijs (Wet BIO) • Realisatie van de doelstellingen van het Professioneel Statuut (WEB en CAO) • Er wordt in de organisatie op alle niveaus aandacht besteed aan de diverse facetten van IPB: Topdown én, vooral bottom-up In de onderstaande figuur wordt de samenhang tussen strategie, competentiemanagement, AOC Oost academie en de overige HR onderdelen weer gegeven:

Kernwaarden

AOC Oost Academie Strategisch beleidsplan 2011-2015

Analyse van vereiste competenties

Personeelsplanning

Werving & selectie

Ontwikkeling & Beoordeling

Opleiden Belonen Loopbaanontwikkeling

De kernwaarden van AOC Oost met de daarbij behorende kerncompetenties worden vanuit het strategisch beleidsplan vertaald naar alle onderdelen in de bovenstaande figuur.

6


Competentiemanagement Met behulp van competentiemanagement wordt binnen AOC Oost voldaan aan een aantal voorwaarden dat nodig is om de drie kerncompetenties voor medewerkers te realiseren. Zo wordt met competentiemanagement de inzetbaarheid van medewerkers vergroot, wordt gebruik gemaakt van de beschikbare capaciteiten van medewerkers (‘de juiste man/vrouw op de juiste plek’) en kan beter worden gestuurd op prestaties. Het gaat dan zowel om het bepalen (plannen) van de benodigde competenties voor 1 de toekomst, als om het verwerven, benutten en ontwikkelen van deze competenties . Gesprekkencyclus Een belangrijk instrument dat deel uitmaakt van het integraal personeelsbeleid (IPB) van AOC Oost is de gesprekkencyclus. De gesprekkencyclus bestaat uit het systematisch voeren van verschillende gespreksvormen, zoals het doelstellingen- , functionerings- en beoordelingsgesprek. Met de gesprekkencyclus kunnen de (te ontwikkelen) competenties van medewerkers in kaart worden gebracht, 2 gemonitord en beoordeeld . Daarnaast komt ook de scholingsbehoefte in beeld. De AOC Oost Academie kan in de scholingsbehoefte voorzien. AOC Oost Academie De AOC Oost Academie is één van de sleutels van AOC Oost in het behalen van haar doelstellingen. De AOC Oost Academie ondersteunt AOC Oost in het behalen van haar doelstellingen door het ontwikkelen, leveren en bewaken van leeractiviteiten die gericht zijn op duurzame verbetering van het lerend vermogen 3 van medewerkers, leidinggevenden en de organisatie als geheel . AOC Oost academie vanuit het perspectief van de medewerker De volgende figuur laat zien hoe de academie kan bijdragen om de verbinding met kernwaarden te maken, zodanig dat de uitgangspunten en doelen voor goed onderwijs van AOC Oost gerealiseerd worden:

Kernwaarden

AOC Oost Academie Strategisch beleidsplan 2011-2015

Analyse van vereiste competenties

Personeelsplanning

1

Werving & selectie

Ontwikkeling & Beoordeling

Uit: Integraal personeelsbeleid door competentiemanagement “Succesvol bij ons”. Uit: Beleidsnotitie IPB gesprekkencyclus AOC Oost 2010. 3 Uit: Projectbrief AOC Oost academie. 2

7

Opleiden Belonen Loopbaanontwikkeling


2.6.3 Verantwoording, inspraak en OR Binnen AOC Oost moeten er op diverse niveaus in unieke situaties beslissingen worden genomen en koers worden bepaald door onafhankelijke personen. Om deze reden heeft AOC Oost diverse organen in het leven geroepen om hier invulling aan te geven en er rechten en plichten aan te verbinden. Ouderadviesraad De ouderadviesraad is een adviesorgaan van het College van Bestuur, bestaande uit vertegenwoordigers van de lokale ouderadviesraden vmbo-groen die direct of indirect belang hebben bij de kwaliteit van het door AOC Oost geleverde onderwijs. Ondernemingsraad AOC Oost kent binnen haar organisatie een ondernemingsraad (OR). De OR overlegt met het CvB over zaken die spelen in en rond de onderneming en in het bijzonder over besluiten en maatregelen die het personeel raken. De positie van de OR is geregeld in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). In die wet zijn de bevoegdheden van de OR tamelijk uitgebreid vastgelegd. Kort gezegd mag de OR meepraten over het ondernemingsbeleid. Onderdeel daarvan is dat de OR adviesrecht heeft over allerlei organisatorische en financieel economische kwesties. Aan de OR is instemmingsrecht gegeven over diverse soorten regelingen op personeelsgebied. Daarnaast kan de OR eigen voorstellen aan het CvB voorleggen. Tenslotte hebben zij tot taak om toe te zien op de naleving van verschillende wetten. Je kunt daarbij denken aan de Arbeidsomstandigheden wet, milieuwetten, regelingen op sociaal gebied en CAO BVE / Professioneel Statuut. Tevens heeft de OR van de wetgever de opdracht gekregen toezicht te houden op de naleving van de geldende arbeidsvoorwaarden in de organisatie. De CAO BVE vormt een belangrijk onderdeel van die arbeidsvoorwaarden. Andere onderdelen daarvan kunnen zijn vastgelegd in bedrijfsregelingen en Professioneel Statuut. Wanneer zich tegelijkertijd over een bepaald vraagstuk meerdere klachten voordoen waarin de OR een systematische afwijking ontdekt, kan de OR het onderwerp op de agenda zetten van de overlegvergadering. Klachtencommissie De klachtencommissie is een onafhankelijke commissie. Zij onderzoekt de klacht en geeft gevraagd of ongevraagd advies aan het bevoegd gezag over (on)gegrondheid van de klacht, het nemen van maatregelen en overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten. De klachtencommissie neemt, ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen, de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van een klacht. De leden van de klachtencommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in die hoedanigheid vernemen. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als lid van de klachtencommissie heeft beëindigd. De klachtencommissie brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden. De klachtencommissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het bevoegd gezag. Dit zelfde geldt voor de plaatsvervangende leden. De benoeming vindt plaats op voorstel van de benoemingsadviescommissie. De klachtencommissie is zodanig samengesteld dat zij voldoende deskundigheid moet hebben voor de behandeling van klachten. Leden van het personeel, leden van het college van bestuur of het bevoegd gezag, alsmede leerlingen/studenten van de instelling en ouders/voogden/verzorgers, de interne/externe vertrouwenspersonen kunnen geen zitting hebben in de klachtencommissie. De (plaatsvervangende) leden van de klachtencommissie worden benoemd voor de periode van vier jaar en zijn terstond herbenoembaar. De voorzitter en de leden kunnen op ieder moment ontslag nemen, met een opzegtermijn van twee maanden.

8


Het indienen van een klacht gaat als volgt te werk 1. De klager dient de klacht in bij: a. het bevoegd gezag; of b. de klachtencommissie. 2. De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend, tenzij de klachtencommissie anders beslist. 3. Indien de klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, verwijst het bevoegd gezag de klager naar de externe vertrouwenspersoon of klachtencommissie, tenzij toepassing wordt gegeven aan het vierde lid. 4. Het bevoegd gezag kan de klacht zelf afhandelen indien hij van mening is dat de klacht op een eenvoudige wijze kan worden afgehandeld. Het bevoegd gezag meldt een dergelijke afhandeling op verzoek van de klager aan de klachtencommissie. 5. Indien de klacht wordt ingediend bij een ander orgaan, verwijst de ontvanger de klager door naar de klachtencommissie of naar het bevoegd gezag. De ontvanger is tot geheimhouding verplicht. 6. Het bevoegd gezag kan een voorlopige voorziening treffen. 7. Op de ingediende klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend. 8. Na ontvangst van de klacht deelt de klachtencommissie het bevoegd gezag, de klager en de aangeklaagde binnen vijf werkdagen schriftelijk mee dat zij een klacht onderzoekt. 9. Klager en aangeklaagde kunnen zich laten bijstaan of laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Veiligheidsplan Maatschappelijke ontwikkelingen en duidelijke wettelijke kaders dwingen AOC Oost tot een helder geformuleerd veiligheidsbeleid. Veiligheid is dus geen vrijblijvend gegeven meer. Het dient onderdeel te zijn van het integrale Strategische Beleidsplan en op de locaties ingebed te worden in het locatiebeleidsplan. Veiligheid heeft in het Periodiek Kwaliteitsonderzoek (PKO) extra aandacht van de Inspectie. Alle locaties hebben daartoe de vragenlijst “Veiligheid en discriminatie” ingevuld. Het doel van het veiligheidsbeleid van AOC Oost is de veiligheid van personeel en deelnemers maximaal te garanderen door het borgen van een ordelijk en veilig schoolklimaat op de locaties. Geweld, in welke vorm dan ook, tegen onze leraren en andere medewerkers is ontoelaatbaar. AOC Oost is van mening dat een veilige school begint met een duidelijk pedagogisch-didactisch klimaat, dat is afgestemd op de wensen en mogelijkheden van individuele leerlingen. In dit klimaat staat het gezag van de leerkrachten buiten kijf, wordt er aandacht besteed aan omgangsvormen en aanspreekvormen, zijn er sociale sleutelvaardigheidstrainingen waarin onder andere geoefend wordt in het omgaan met conflicten. Al bij de intake worden leerlingen en ouders verteld wat wij van de leerlingen verwachten. Een fysiek veilige school heeft natuurlijk een goed onderhouden gebouw en schoolomgeving, de inrichting van de lokalen levert geen gevaar op voor deelnemers en personeel en de praktijkruimtes in en om de scholen voldoen aan de Arbo-eisen. Om de fysieke veiligheid te garanderen heeft elke locatie een veiligheidsplan waardoor leerlingen en docenten weten wat ze moeten doen bij brand, een ontruimingsplan dat de locatie regelmatig oefent, vluchtwegen die vrij zijn van obstakels, een hoofconciërge belast met veiligheid die toeziet op regelmatige inspecties van het schoolgebouw en het schoolplein, een protocol om het veiligheidsbeleid te controleren en de afspraken met ouders, GGD, brandweer, de Arbo-dienst en de gemeente zijn helder vastgelegd. Daarnaast worden er risico inventarisaties uitgevoerd en keuringen van installaties en gebouwen en worden medewerkers getraind in BHV (bedrijfshulpverlening)

9


Leerlingenstatuut Het leerlingenstatuut legt de rechten en verplichtingen vast van de leerlingen. Het bevat tevens de daaruit voortvloeiende opdrachten aan de andere geledingen en aan het bevoegd gezag, onverlet de bepalingen in het reglement ondernemingsraden en wettelijke bepalingen. Met het leerlingenstatuut wil AOC Oost de volgende doelstellingen bereiken: • een schoolklimaat, waarin de aandacht voor elkaar centraal staat, waarin recht gedaan wordt aan het individu; • een schoolklimaat, waarin mensen elkaar kunnen ontmoeten, samenwerken, ervaringen opdoen, van elkaar leren; • een schoolklimaat waarin respect voor elkaar, elkaars levensovertuiging, elkaars eigendommen en een gevoel van veiligheid voor iedereen gemeengoed zijn; • een schoolklimaat, waarin duidelijk is wat je van elkaar mag verwachten en eisen. Het leerlingenstatuut ligt bij de centrale services ter inzage. Protocollen Binnen AOC Oost worden diverse protocollen gebruikt. Hierbij kan gedacht worden aan protocollen ten aanzien van pesten, vertrouwenspersonen, dyslexie en dergelijke. Iedere locatie heeft haar eigen protocollen samengesteld. Ze worden aan belangstellenden beschikbaar gesteld. 2.6.4 Huisvesting, middelen, financiën en veiligheid De omzet van AOC Oost is in 2013 met 0,1 miljoen afgenomen, daar staat een lastenverlaging van 1,7 miljoen tegenover. Het resultaat na belastingen bedraagt dit verslagjaar een winst van 0,4 miljoen. De lastenverlaging is mede veroorzaakt door de lagere personele lasten (- 0,6 miljoen) en de lagere overige lasten (- 0,4 miljoen). De lagere personeelslasten zijn behalve door de krimp vooral ontstaan door de oprichting van de Onderwijs Oost BV. Hierdoor hoeft er minder duur extern personeel van uitzend en/of interim bureaus betaald te worden. Gedurende het jaar 2013 waren gemiddeld 476,5 fte werknemers in dient op basis van een volledig dienst verband (519,3 fte in 2012). De lagere overige lasten zijn het resultaat van versterkte sturing waarmee in 2012 is gestart. Deze sturing werd in 2013 verder uitgebreid. Onze solvabiliteit en liquiditeit zijn gunstig, deze bevinden zich binnen de normen. Prognose In 2014 heeft AOC Oost een break-even situatie begroot. Met name de posten personele lasten en overige lasten moet dalen. In de begroting van 2014 is rekening gehouden met een sterke afname van doelsubsidies. Door kritisch te blijven sturen op de omvang van de formatie verwacht AOC Oost een duurzaam gezonde basis te realiseren. Bijdragen AOC Oost kent een vrijwillige ouderbijdrage. Dit wil zeggen dat AOC Oost het beleid heeft voor extra voorzieningen en extra activiteiten zoals excursies een vrijwillige ouderbijdrage te vragen. 2.6.5 Samenwerking en afstemming AOC Oost heeft door de organisatieomvang het voordeel dat er een beperkte afstand is tussen de werkvloer en het bestuur. De beperkte omvang heeft ook nadelen. Om de externe ontwikkelingen bij te kunnen houden heeft AOC Oost gekozen voor het zoeken van diverse samenwerkingsverbanden: • met aanvullende onderwijspartijen voor het vormgeven van het projectmatige en bestuurlijke niveau; • met bedrijven en organisaties en (onderwijs)instellingen in het kader van het programma ‘de gezonde mens in een gezonde leefomgeving’ en als onderdeel van de regionale netwerkorganisatie ‘het groene kennishuis' en de Groen Kenniscoöperatie; • op landelijk niveau via AOC Raad, MBO en Vo raad, branche organisaties en dienstenorganisaties.

10


2.6.6 Kwaliteitszorg In deze beleidsverklaring is vastgesteld hoe kwaliteitsmanagement in AOC Oost beleidsmatig wordt verankerd en hoe processen worden beschreven en geactualiseerd. Procesbeschrijvingen worden gezien als ondersteuning van het werk van medewerkers om op een efficiënte wijze de dienstverlening naar leerlingen, studenten, cursisten te kunnen realiseren, beheersen en te borgen. Een correcte beschrijving van processen die binnen AOC Oost spelen schept duidelijkheid: • door inzicht in verantwoordelijkheden en bevoegdheden; • doordat de medewerkers weten wat te doen, wanneer en hoe. De behoefte aan goed beschreven processen komt mede voort uit de toenemende complexiteit van de omgeving waarin wordt gewerkt, door de toenemende aandacht voor deelnemersbegeleiding, uitvalreductie en de kwaliteit van de informatievoorziening. Daarnaast is er een groeiende behoefte aan actuele en betrouwbare informatie over de financiële prestaties van de organisatie. Een kwaliteitsmanagementsysteem stelt het management in staat de organisatie te besturen. Tevens draagt het bij aan het afleggen van verantwoording door het College van Bestuur over de rechtmatige en doelmatige besteding van middelen, mede gericht op ‘governance’ en weten regelgeving. Procesbeschrijvingen horen voor een belangrijk deel binnen het vakgebied van het kwaliteitsmanagement. Binnen kwaliteitsmanagement zijn procedures beschreven in: • het Kwaliteitshandboek; • het Handboek Examinering. Het kwaliteitsbeleid wordt vastgesteld op het niveau van AOC Oost en heeft betrekking op alle processen (kwaliteitsmanagement is integraal). Alle bedrijfskritische processen worden beschreven. De handboeken binnen het kwaliteitsmanagementsysteem worden vastgelegd in daartoe geschikte applicatie(s). Binnen AOC Oost is het stafhoofd Onderwijs & Kwaliteit (O&K) de beheerder van de handboeken en bewaakt als zodanig ook de uitvoering van het beleid ten aanzien van procesbeschrijvingen. Doel van Kwaliteitsbeleid is om afstemming te krijgen over: • hoe binnen AOC Oost goede processen en beschrijvingen tot stand komen; • hoe de kwaliteit van de processen kwalitatief GOED en beschrijvingen actueel kunnen worden gehouden. Het beschrijven van processen is niet een doel op zich, maar staat ten dienste van de organisatie. De processen dienen GOED te zijn ingericht en in de werkwijze van medewerkers worden verankerd. Alleen dan kan een effectieve en efficiënte organisatie en een betrouwbare informatievoorziening ontstaan. De kwaliteit van de processen wordt bepaald door de mate waarin rekening is gehouden met de wensen en eisen van het management, medewerkers en externe partijen. Procesbeschrijvingen geven inzicht in de manier waarop processen zijn ingericht en kunnen door medewerkers worden nagelezen na invoering of wijziging van een procedure, tijdens de inwerkperiode of bij onduidelijkheden.

11


Organisatiedoelen ten aanzien van kwaliteitsmanagement: • het beperken/beheersen van bedrijfsrisico’s; • het risico op conflicterende of onduidelijk geformuleerde processen verminderen; • aanknopingspunten geven om processen te monitoren, zodat processen worden uitgevoerd zoals in de beschrijving is afgesproken; • duidelijkheid creëren voor medewerkers over uitvoering van processen: o alle medewerkers op de hoogte brengen van de gemaakte procesafspraken; o beschrijvingen in een gebruiksvriendelijke vorm beschikbaar stellen aan medewerkers. Bij de inrichting van processen moet altijd voldaan zijn aan externe en interne randvoorwaarden zoals: • weten regelgeving; • bekostigingseisen; • controletechnische functiescheiding; • het genereren van betrouwbare informatie voor interne besturing en externe verantwoording. Hierbij is het de bedoeling dat medewerkers, die niet dagelijks met de (administratieve) processen worden geconfronteerd, eenvoudig kunnen vinden wat ze willen weten. Procesbeschrijvingen worden op basis van ISO 9001 gestandaardiseerd. AOC Oost kiest voor het formuleren van hoofdprocessen, die worden onderverdeeld in deelprocessen en die weer in activiteiten. Deze worden in een hierarchische structuur vastgelegd, maar kunnen tevens in de vorm van diverse types stroomschema’s en matrices worden gepresenteerd. Ieder proces en activiteit wordt in tekst toegelicht, eventueel aangevuld met figuren, documenten of verwijzingen naar andere bronnen. De vormgeving van de beschrijvingen past in het bij AOC Oost gehanteerde Kwaliteitsmanagmentsysteem (KMS), zoals beschreven in het Kwaliteitshandboek AOC Oost. Voor een hoofd- of deelproces wordt in procedurebeschrijving de volgende relevante informatie vastgelegd: • het doel van een hoofd- of deelproces; • de normreferenties die worden gehanteerd; • het toepassingsgebied; • het begin- en eindpunt; • de betrokkenen; • een verwijzing naar de begrippenlijst; • de referenties. Voor iedere activiteit wordt beschreven: • wat er moet gebeuren (blijkt uit processtapbenaming); • wie wat dat doet (binnen één activiteit is één functie/rol uitvoerend en dat blijkt uit de beschreven werkwijze); • wie verantwoordelijk is (voor één activiteit is één functie/rol verantwoordelijk en dat blijkt uit verantwoordelijkheden en bevoegdheden matrix); • welke systemen of documenten worden gebruikt (blijkt uit overzicht systeemdocumenten); • wat de routing is van formulieren / gegevens (blijkt uit stroomschema). • Een beschrijving moet duidelijk zijn en werkbaar voor de eindgebruikers. De ordening van processen Het aantal processen binnen AOC Oost is groot. Een eenduidige, logische, herkenbare ordening in processen is essentieel voor medewerkers om makkelijk een procesbeschrijving te vinden. AOC Oost kiest daarom voor één logische ordening, die aansluit op de interne procesgang. Die ordening is weergegeven in het processchema van het kwaliteitsmanagementsysteem. Gekozen is voor een integrale opzet, om de samenhang tussen processen duidelijk weer te geven.

12


Een dynamische organisatie als AOC Oost loopt het risico dat diverse medewerkers met hetzelfde bezig zijn, of dat meerdere beschrijvingen voor hetzelfde proces in omloop raken. Interne afstemming is daarom nodig om het beheer van de processen efficiënt en effectief te laten verlopen. Daarom zijn procedurele afspraken, om de realisatie van de kwaliteitsdoelen mogelijk te maken, noodzakelijk. Kwaliteitsmanagement is een vast onderdeel van ieder veranderingsproces. Een procesanalyse is nodig tijdens de planvorming m.b.t. veranderingen. In principe is ook ieder project, waarbij werkzaamheden (kunnen) veranderen, een aanleiding om processen te analyseren en te verbeteren en dient dus overeenkomstig dit kwaliteitsbeleid te worden benaderd. Het beschrijven van processen gebeurt planmatig, gecoördineerd op instellingsniveau door de Services Onderwijs & Kwaliteit, en wordt afgestemd met direct betrokkenen. 1. 2.

3. 4. 5.

6. 7.

8.

Op instellingsniveau wordt vastgesteld welke processen wanneer worden beschreven. Periodiek wordt daartoe een plan opgesteld welke processen worden aangepakt, vast te stellen door het CvB. Als een proces voldoet aan één van onderstaande criteria is het zinvol dit centraal te beschrijven: • bedrijfskritisch proces; • meer dan één verantwoordelijke heeft een rol in het proces; • meer dan één uitvoerende heeft een rol in het proces. Voor ieder vastgesteld proces bestaat slechts één beschrijving. Het in omloop zijn van meerdere (tegenstrijdige) beschrijvingen creëert onduidelijkheid. Het initiatief om een proces te beschrijven, of een beschrijving aan te passen, wordt genomen door een procesverantwoordelijke/probleemhouder, bijvoorbeeld als de regelgeving wijzigt. Het (her)inrichten en beschrijven van een proces gebeurt in overleg met (een afvaardiging van) alle betrokkenen in dat proces. Voor het beheren en actueel houden van alle vastgestelde beschrijvingen is het stafhoofd Kwaliteit verantwoordelijk. Bij het uitvoeren van de bij punt 5 genoemde verantwoordelijkheid raadpleegt het stafhoofd kwaliteit een in te stellen voor het onderwerp relevante klankbordgroep. Het College van Bestuur stelt iedere nieuwe procesbeschrijving vast voordat de beschrijving op het intranet wordt gepubliceerd. Een voorstel tot vaststelling door het CvB wordt door het stafhoofd Kwaliteit onderbouwd aangeleverd. Het CVB toetst onder andere of alle betrokkenen in het proces hierbij betrokken zijn geweest en akkoord zijn. • Deze werkwijze geldt ook voor inhoudelijke proceswijzigingen. • Inhoudelijke aanvullingen worden door het stafhoofd Kwaliteit goedgekeurd. Het CvB wordt geïnformeerd. Alle betrokken medewerkers worden van iedere voor hem/haar relevante proceswijziging / nieuwe beschrijving op de hoogte gesteld. De betrokken leidinggevende is verantwoordelijk voor de invoering van de hieruit voortvloeiende nieuwe werkwijze(n).

Een onderhoudsorganisatie is nodig om de beschrijvingen actueel te houden. Hierbij is onderscheid te maken in de volgende typen beheer en verantwoordelijkheden: 1.

Technisch beheer: hierbij wordt aangesloten bij de bestaande afspraken en procedures over technisch applicatiebeheer binnen AOC Oost.

2.

Functioneel beheer: het beheer van de functionaliteit en ondersteuning van de gebruikers van de de applicatie. De functioneel applicatie beheerder zorgt hiervoor.

13


3.

Onderhoud en versiebeheer van beschrijvingen bij proceswijzigingen splitsen we in: a. De inhoud van de beschrijving: de procesverantwoordelijken bewaken of de procesgang binnen AOC Oost voldoet aan de interne en externe eisen. Het management is verantwoordelijk voor de procesgang. De Centrale Services hebben een signalerende rol. Het stafhoofd Onderwijs & Kwaliteit adviseert bij het veranderen van processen en bewaakt dat processen op elkaar zijn afgestemd, vanuit de verantwoordelijkheid voor het kwaliteitsmanagementsysteem. Ook bewaakt het stafhoofd Onderwijs & Kwaliteit de actualiteit van de beschrijvingen. b. Het beschrijven van de procesgang: vanuit de beheersbaarheid van de applicaties zal een beperkte groep medewerkers de beschrijvingen in de applicatie mogen wijzigen. Deze medewerkers dienen te beschikken over: • voldoende kennis van de applicatie en de organisatie; • een faciliterende, communicatieve houding. Het beschrijven gebeurt onder de verantwoordelijkheid van het stafhoofd Onderwijs & Kwaliteit. Beschrijvingen die slechts voor één organisatieonderdeel nodig zijn, of die niet bedrijfskritisch zijn, kunnen door derden worden beschreven en – na toetsing van de inhoud – via de applicatie beschikbaar worden gesteld.

c.

In het Kwaliteitshandboek worden “technische” uitgangspunten voor het beschrijven vastgelegd. Dit ondersteunt het werk van de ‘beschrijvers’ en kan informatief zijn voor de applicatieeindgebruikers. Het Kwaliteitshandboek is continu in ontwikkeling en openbaar. Het publiceren van een nieuwe versie van de beschrijvingen, zodat altijd de meeste recente/ goedgekeurde beschrijvingen beschikbaar zijn. Dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid van het stafhoofd Kwaliteit.

Toetsing of de afspraken – in de vorm van procesbeschrijvingen – worden nageleefd, is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de procesbetrokkenen zelf. De (locatie)directeuren en teamleiders zijn hierbij verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving. Een multidisciplinair auditteam doet jaarlijks onderzoek naar de naleving van de afgesproken procedures. Zij doen dit onder directe verantwoordelijkheid van College van Bestuur op basis van een jaarlijks vast te stellen auditplan. 2.6.7 Communicatie AOC Oost heeft als doelstelling om in 2020 te behoren tot de top 10 van de onderwijsinstellingen in Nederland. Mede door de afdeling communicatie wordt hard gewerkt om deze doelstelling te behalen. Hierbij wordt gewerkt aan de naamsbekendheid en vinden de nodige communicatieve aanpassingen plaats richting externen. Groen heeft de toekomst, groen is hot. Er is veel werkgelegenheid in te vinden. We leven namelijk in een wereld waarin grondstoffen steeds schaarser worden, waarin duurzaam omgesprongen moet worden met de aardse elementen en nieuwe, groene oplossingen keihard nodig zijn. AOC Oost is de specialist in groen onderwijs. Die ‘roots’ benutten we volop: we zijn trots op onze ‘natuurlijke’ basis en we gaan vooruit naar groen. Want groen heeft een elementaire rol in de toekomst. Elke opleiding heeft een eigen plaats en positie in de wereld van AOC Oost. Elk met haar eigen inhoud, manier van doen, persoonlijkheid, doelgroepen en dynamiek. Door deze onderdelen met elkaar te verbinden, vormen alle activiteiten, kennis en processen de unieke wereld van AOC Oost. Dit alles is verwerkt in een communicatieplan.

14


3. Algemeen locatiedeel Doetinchem 3.1 Inleiding AOC Oost is in 1998 ontstaan uit een fusie van AOC Twente en Agron. AOC Oost heeft 5 locaties waar onderwijs wordt gegeven: Almelo, Borculo, Enschede, Doetinchem en Twello. Het bestuur zetelt in Lochem. De locatie Doetinchem vmbo verzorgt onderwijs in de basisberoepsgerichte leerweg, kaderberoepsgerichte leerweg en de gemengde leerweg. Daarnaast bieden wij het Groene Lyceum aan. Een groene, actieve leerweg voor leerlingen met een citoscore van 537 en hoger. Leerlingen in de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg kunnen ook leerwegondersteuning krijgen. Op dit moment (februari 2014) bezoeken bijna 830 leerlingen onze school. De locatie Doetinchem biedt ook mbo onderwijs aan in de groene sector. In Doetinchem volgen bijna 500 mbo leerlingen onderwijs. De Achterhoek is één van de regio’s waar een krimp van het leerlingenaantal wordt verwacht. Voor onze school is dat berekend en voor het vmbo zou dat tot 2030 een krimp betekenen van ongeveer 200 leerlingen. Het vmbo zou dan uitkomen rond de 600 leerlingen. Op dit moment zijn de leerlingen van het vmbo verdeeld over 2 gebouwen: het hoofdgebouw en de dependance. De dependance is nieuw opgeleverd in 2008 en voldoet aan de gestelde eisen. Dat geldt niet voor het hoofdgebouw. Naast vmbo leerlingen krijgen ook 500 mbo leerlingen les in dit gebouw. Het hoofdgebouw voldoet niet aan de gestelde eisen van het huidig onderwijs. Op dit moment (februari 2014) wordt door het CvB onderzocht of nieuwbouw te realiseren is waarbij de mbo leerlingen gebruik zullen gaan maken van de dependance en er een nieuwe school gebouwd wordt voor het vmbo. Zekerheid hierover verwachten wij mei 2014 te kunnen geven.

3.2 Organisatiestructuur De dagelijkse leiding op de locatie is in handen van het Locatie Management Team (LMT) dat bestaat uit een locatiedirecteur en vier teamleiders. De locatiedirecteur is verantwoordelijk voor de algehele aansturing van de school. Hij/zij staat aan het hoofd van het team OBP waar de conciërges, kantinemedewerkers, OLC-beheerder, teamleiders en de administratieve medewerk(st)ers deel van uit maken. De teamleiders zijn integraal verantwoordelijk voor het onderwijs aan de leerlingen in de genoemde leerwegen. Het onderwijs wordt verzorgd door ca. 70 docenten Voor namenlijsten en telefoonnummers verwijzen wij naar de schoolgids vmbo Groen Doetinchem. Ondersteuning Ondersteuning en begeleiding omvat tal van activiteiten binnen de school, die tot doel hebben de leerlingen te ondersteunen in het ontwikkelingsproces dat zij als persoon doormaken. Er is binnen de school structureel veel aandacht voor ondersteuning en begeleiding en deze loopt als een rode draad door de schoolse bezigheden heen. Dit is de vanzelfsprekende taak van iedere onderwijsgevende. De mentor heeft een belangrijk aandeel in de begeleiding van de leerling. De mentor besteedt o.a. aandacht aan het verbeteren van sociale vaardigheden. In individuele gesprekken is aandacht voor sociaal-emotionele begeleiding. En klassikaal besteed hij aandacht aan groepsvorming, voorkomen van pesten en het aanleren van een goede studiehouding. Bij vragen rondom een leerling of klas kan de mentor of docententeam gebruik maken van de expertise van het ondersteuningspunt binnen de school. De medewerkers van de op maat trajecten, teamondersteuners, ambulant begeleiders, orthopedagoog en Jeugd Maatschappelijk Werk, werken hier samen om leerlingen en het docententeam van passende ondersteuning te voorzien. Zij kijken welke aanpassingen er nodig zijn in de leeromgeving voor de leerling om deze goed te laten functioneren.

15


Soms is er meer ondersteuning voor de leerling nodig. Leerlingen waarbij er sprake is van een samengestelde problematiek als gedragsproblemen, werkhoudingsproblematiek of sociaal emotionele problematiek en zodoende dreigen vast te lopen, gaan een Traject op Maat (TOM) aan. Een Traject op Maat is er op gericht de leerling binnen de school op te vangen en niet volledig uit het onderwijsleerproces te halen. Gedurende zes weken wordt de leerling een aantal lesuren binnen het TOMlokaal intensief begeleid. De ondersteuning bestaat uit coaching gesprekken, het geven van handelingsadviezen aan het docententeam en het begeleiden van de leerling en docenten op de werkvloer. Binnen het TOM traject werkend de Tom medewerkers samen met Jeugd Maatschappelijk Werk en de orthopedagoog. De wijze waarop en de mate waarin ondersteuning wordt geboden past in het profiel van de begeleidingsschool en dialoogschool. De reguliere leerwegen voldoen, volgens afspraak in het samenwerkingsverband, aan het profiel van begeleidingsschool. Daar waar leerwegondersteunend onderwijs wordt geboden hanteert de school de criteria van de dialoogschool. Het aanbod van arrangementen (o.a. dyslexie, sociale-vaardigheden,….) vanuit de school is afgestemd binnen het samenwerkingsverband en vastgelegd in het schoolondersteuningsplan. LWOO Een groot deel van de leerlingen van onze school hebben een LWOO- beschikking. Deze wordt door de ondersteuningscoördinator aangevraagd voor leerlingen met leerachterstanden. De keuze van onze school is dat de gelden vooral ingezet worden om zo klein mogelijke klassen te maken, verder krijgen leerlingen extra aandacht om de leerachterstanden zo goed mogelijk aan te pakken. LGF Een aantal van onze leerlingen en studenten hebben recht op een LGF, de Leerling Gebonden Financiering, ook wel het rugzakje genoemd. AOC Oost locatie Doetinchem heeft voor al deze leerlingen een ondersteuningsstructuur gekozen waarbij het accent van de ondersteuning/begeleiding meer in de klas komt te liggen en minder op individueel leerlingniveau. Dat betekent dat de mentor en ambulant begeleider samen verantwoordelijk zijn voor de begeleiding binnen de school. In algemene zin zal de ambulant begeleider zich bij deze leerlingen vooral richten op ondersteuning van het team door overdracht van expertise, co-teaching, observatie, overleg en scholing. In het begin van het schooljaar is er een ‘startgesprek’ met leerling, ouders en ambulant begeleider. Tijdens dit gesprek worden de hulpvragen duidelijk en een plan van aanpak gemaakt. Bureau Leerlingzaken Voor leerlingen en docenten is er dagelijks een aanspreekpunt aanwezig op het zogenaamde Bureau Leerlingzaken (BLZ). Dit bureau fungeert als een soort ‘frontoffice’ voor leerlingen. Leerlingen kunnen bij BLZ voor zaken terecht als het inleveren van formulieren of eventuele vragen. Leerlingen die te laat komen of uit de klas zijn gestuurd melden zich tevens bij BLZ. BLZ staat veelvuldig in contact met ouders, docenten en teamleiders.

3.3 Positionering De locatie Doetinchem telt per 1 oktober 2013 824 leerlingen (dit is inclusief de leerjaren 5 en 6 van het Groene Lyceum). Wij bieden onderwijs aan in de basisberoepsgerichte leerweg (BB), de kaderberoepsgerichte leerweg (KB), de gemengde leerweg (GL) en wij bieden het Groene Lyceum aan. Voor leerlingen die daarvoor in aanmerking komen, hebben wij ook leerwegondersteunend onderwijs. Op de school heerst een goede en veilige sfeer. Dat heeft veel te maken met de relatieve kleinschaligheid van de school. Zowel leerlingen als personeel voelen zich er thuis. Tijdens de verschillende lunchgesprekken bevestigen de leerlingen dit ook. De tevredenheid van de leerlingen is groot. In januari 2014 gaven de leerlingen het cijfer 8,2 aan de school.

16


Leerlingen komen dus graag naar school, omdat het onderwijs is afgestemd op individuele wensen en mogelijkheden. Tevens speelt de school in op de onderwijsbehoeften van leerlingen (en hun ouders/verzorgers). De normen en waarden die in de maatschappij gelden vormen het uitgangspunt voor de school. Zo wordt discriminatie, seksuele intimidatie, geweld, vandalisme, alcohol, drugs, wapens of vuurwerk niet geaccepteerd in op, of om de school. De school hanteert duidelijke afspraken waaraan iedereen zich heeft te houden. Deze afspraken worden jaarlijks aan alle betrokkenen uitgereikt. De school heeft twee vertrouwenspersonen benoemd. Daarnaast zijn er diverse documenten samengesteld zoals een klachtenregeling, een pestprotocol en een stappenplan dat bedoeld is om een leerling die herhaald ongewenst en zeer storend gedrag vertoont in een aantal stappen weer op het juiste pad te brengen. Positief sociaal gedrag van leerlingen wordt bevorderd. Onze school werkt samen met de leerplichtambtenaar, jeugdzorg en politie. Eventuele problemen worden in een vroeg stadium onderkend en daardoor kan er snel en adequaat worden gereageerd. De school maakt deel uit van het nieuwe samenwerkingsverband Doetinchem. De school biedt een stimulerende leeromgeving aan waarin de zorg is geïntegreerd in het onderwijs en vooral besloten ligt in het pedagogisch-didactisch handelen van de docent. Er is sprake van prima ondersteuning in de dagelijkse praktijk. Verzorgingsgebied Het verzorgingsgebied van de locatie omvat een ruim gebied. De toeleveranciers in deze regio zijn zowel scholen voor basisonderwijs als scholen voor speciaal onderwijs. Er zijn in totaal ruim 300 scholen in het bestand opgenomen. Onze leerlingen komen zelfs uit Zutphen, Arnhem, Winterswijk/Aalten en uit het Duitse Emmerich. Samenwerkingsverband Al gevolg van de wet op Passend Onderwijs is AOC Oost, locatie Doetinchem per 1 augustus 2014 onderdeel van het nieuwe Samenwerkingsverband Doetinchem (25-03). Dit nieuwe samenwerkingsverband bestaat uit 4 besturen: Achterhoek VO (Almende College, Ludger College, Ulenhofcollege, Rietveld College en Prakticon), Sotog (Speciaal Onderwijs Twente en Oost Gelderland), Onderwijsspecialisten (opting in) en AOC Oost (locatie Doetinchem). Ten tijde van het schrijven van dit schoolplan was dit nieuwe samenwerkingsverband in oprichting. Meer informatie over de inrichting zullen wij vermelden in de jaarlijkse schoolgids. Naast de hoofdopdracht te zorgen voor passend onderwijs voor alle leerlingen binnen het verband, staat het nieuwe samenwerkingsverband voor een grote financiële opdracht: een verevening (bezuiniging) van 1,7 miljoen euro tot 2020. Tot augustus 2014 maken wij nog deel uit van het oude samenwerkingsverband. Meerdere functionarissen van school participeren in verschillende werkgroepen binnen het oude samenwerkingsverband, te weten: de zorgcoördinator is samen met een teamondersteuner lid van de Permanente Commissie Leerlingenzorg en een teamleider is lid van het directieberaad. Het huidig OPDC en expertisecentrum Younieq zal in de toekomst afgebouwd worden. Op dit moment kunnen eerstejaars leerlingen in een parallel leerjaar worden opgevangen. Dit zal in het schooljaar 2014 – 2015 voor het laatst kunnen. De rebound/time-out voorziening zal ook in het nieuwe samenwerkingsverband een plek krijgen. Een werkgroep is bezig om deze transitie te begeleiden. In het schooljaar 2013 – 2014 hebben wij ongeveer 40% LWOO leerlingen. Tevens hebben circa 5% van onze leerlingen een rugzakje (LGF). Vanaf 1 augustus 2014 verdwijnen de rugzakjes en wordt Passend Onderwijs ingevoerd. Dit betekent niet dat leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte verdwijnen; sterker, wij verwachten een toename.

17


Percentage geslaagden Cursusjaar 2010/2011 94% 2011/2012 91% 2012/2013 94% Onze BB leerlingen hebben de mogelijkheid om een vak op hoger niveau af te sluiten en onze KB leerlingen kunnen een extra vak nemen en een vak op een hoger niveau. Op die manier geven wij de leerlingen de maximale ruimte om optimaal te presteren. In het schooljaar 2012 – 2013 hebben 7 KB leerlingen in een extra vak examen gedaan en zijn daarvoor geslaagd. Doorstroom naar en aansluiting/afstemming met het vervolgonderwijs Jaarlijks levert de locatie Doetinchem zo’n 175 gediplomeerden af. Deze leerlingen stromen op een enkeling na, allemaal door naar het mbo. Met het mbo (groen en niet-groen) zijn heldere afspraken gemaakt over de aansluiting. Er wordt o.a. samengewerkt met het samenwerkingsverband ‘Profijt’. Alle leerlingen dienen een Digitaal Doorstroom Dossier in te vullen. De leerlingen in Doetinchem stromen voor ca. 30 % groen door. Dus in richtingen als loon-werk, veehouderij, hovenier, bloemist of dierverzorger. Van deze 30% kiest 80% voor groen onderwijs bij AOC Oost, de overige 20% volgt een opleiding bij collega AOC’s als Helicon, De Groene Welle of het Groenhorst College. Het aantal leerlingen dat niet naar groen MBO doorstroomt, komt hiermee op ca. 70%. Zo’n 5% van de leerlingen kiest voor opstromen (BB-KB, KB-GL/TL of GL/TL-HAVO). Bijna de helft van onze leerlingen doet een vervolgopleiding op het Graafschapcollege. De keuze van ver-volgopleidingen varieërt van jaar tot jaar, maar algemeen is dat er breed wordt uitgestroomd. Leerlingen kiezen voor opleidingen in de Techniek (20%), Zorg en Welzijn (20%) of Economie (25%). Er moet de aankomende jaren hard gewerkt worden aan de verbetering van de aansluiting met het vervolgonderwijs. Initiatieven hiervoor worden uitgewerkt onder de vlag van het samenwerkingsverband “Profijt”. In de eigen groene kolom zijn ook de nodige acties uitgevoerd. Op dit moment wordt de uitval van leerlingen in het mbo voornamelijk veroorzaakt door het hebben van een niet adequaat opleidings- en arbeidsbeeld, het ontbreken van een realistisch zelfbeeld en het gebrek aan de juiste competenties op het gebied van leer- en studievaardigheden. Om hier verbetering in aan te brengen worden er diverse activiteiten uitgewerkt zoals bijvoorbeeld het verbeteren van de LOB activiteiten. Hierbij spelen Doetinchem On Stage, de laatste stage in leerjaar 4 die aansluit bij de vervolgopleiding, meeloop- en oriëntatiedagen een belangrijke rol. Dit schooljaar (2013-2014) werken we als pilot met een LOB-map voor mentoren, waarin per leerling diverse activiteiten worden afgetekend. Zo komt er meer zicht op keuzes, mogelijkheden en blijft LOB voortdurend onder de aandacht

3.4 Locatiebeleid 3.4.1 Personeelsbeleid Op onze school staat niet alleen de ontwikkeling van de leerlingen, maar ook de ontwikkeling van onze medewerkers centraal. Om onze leerlingen kwalitatief goed onderwijs te bieden is het van belang dat docenten beschikken over een toereikend didactisch repertoire en de juiste houding om leerlingen te begeleiden. Deze houding is gestoeld op gelijkwaardigheid, respect en neutraliteit naar de leerling toe. Razendsnelle ontwikkelingen in de samenleving, wetenschap en het onderwijs maken het noodzakelijk dat docenten zich voortdurend bijscholen en ontwikkelen. Wij willen mede vormgeven aan een structuur van permanente scholing. Daarbij staat voor ons het handelen in de klas centraal. Door ook de ontwikkeling van docenten centraal te stellen hopen wij een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast helpt het docenten om plezier te blijven beleven aan hun werk en inspirerend onderwijs te

18


kunnen blijven verzorgen. In ons onderwijs gelden de docenten als rolmodel voor onze leerlingen, de keuze die leerlingen maken is vaak mede bepaald door de docent die hen heeft opgeleid. De leerlingen willen les van een vakexpert, maar ook van een docent die zich heeft ontwikkeld tot waardevolle burger in de maatschappij. Wij vinden het daarom van belang dat docenten onze normen en waarden begrijpen en uitstralen. Kijkend naar het onderwijs in de klas en het waarderingskader van de inspectie hebben wij speerpunten geformuleerd voor het didactisch handelen. De komende jaren willen wij vanuit een didactisch model lesgeven, op 3 niveaus, gedifferentieerd met verschillende verwerkingsopdrachten. Binnen de scholing van het onderwijzend personeel hebben deze speerpunten de prioriteit. De locatie Doetinchem wil, qua samenstelling van het personeel, een afspiegeling zijn van de maatschappij. Op dit moment is er een goede mix van mannen en vrouwen op de locatie en zijn ook alle leeftijdsgroepen vertegenwoordigd. AOC Oost breed is de verdeling op het niveau CvB en directie (8 personen) exclusief mbo 38% vrouwen en 62% mannen. Op het niveau teamleider onderwijsteams (16 personen) is de verdeling 38% vrouwen, 62% mannen. In samenwerking met de afdeling Groeipunt wordt invulling gegeven aan het onderwijs in het bedrijfsleven, dus voor derden, verbonden aan vmbo onderwijs. Voor personeel van de locatie biedt dit voordelen in de loopbaanontwikkeling en een mogelijkheid om tot meer werkdifferentiatie te komen. Dit zal ten goede komen aan het dagonderwijs. Wij voeren een zogenaamd Integraal Personeelsbeleid (IPB) uit. Van personeel bij AOC Oost wordt een lerende houding verwacht. Het personeel vormt een belangrijk kapitaal binnen de school waarin ruim geïnvesteerd wordt o.a. door scholing. Aanvullende informatie staat beschreven in het Hoofdstuk 2 Centraal deel, paragraaf 2.4 Centraal beleid en subparagraaf 2.4.2 personeelsbeleid. 3.4.2 Verantwoording en inspraak AOC Oost hecht grote waarde aan verantwoording en inspraak. De ‘buitenwereld’ wordt nadrukkelijk verzocht om mee te kijken met de organisatie en deze te voorzien van gevraagd en ongevraagd advies. In hoofdstuk 2 Centraal deel, paragraaf 2.4 Centraal beleid subparagraaf 2.4.3 Verantwoording, inspraak en OR staat beschreven hoe de inspraak en verantwoording binnen AOC Oost geregeld is. Ouderadviescommissie Binnen AOC Oost Doetinchem zijn de ouders/verzorgers en de lokale en regionale gemeenschap nauw bij de school betrokken. De zogenoemde ouderadviescommissie is daar een voorbeeld van. Deze commissie bestaat uit ouders/verzorgers van de diverse leerjaren en een onafhankelijke voorzitter. De ouderadviescommissie is een klankbordgroep en een adviesorgaan, met name met betrekking tot onderwijs, onderwijsaanbod en kwaliteit en is betrokken bij diverse activiteiten op school. De voorzitter en de secretaris van elke ouderadviescommissie van de locaties Almelo, Borculo, Doetinchem, Enschede en Twello maken deel uit van de Ouder Advies Raad. Ook deze raad komt regelmatig bijeen. Voor de actuele samenstelling van de ouderadviescommissie verwijzen we naar de schoolgids van de locatie en naar de folder ‘Ouderadviescommissie’. Leerlingenraad Bij AOC Oost, vmbo groen is er een leerlingenraad. De leerlingenraad bestaat uit een aantal afgevaardigden uit verschillende leerwegen van leerjaar 2, 3 en 4. Deze raad vergadert minimaal 4 keer per jaar, 1 keer per jaar een opstartvergadering, 2 keer per jaar vergadert de locatiedirecteur mee tijdens een lunchvergadering. De leerlingenraad roept 1 keer per jaar de klassenvertegenwoordigers van alle klassen bij elkaar.

19


De leerlingenraad heeft het intranet een eigen plaats waar alle vergaderstukken en regelingen voor iedereen te vinden zijn. De leerlingenraad wordt begeleid door 2 docenten. Ieder jaar in september kunnen leerlingen zich aanmelden om zich verkiesbaar te stellen voor de leerlingenraad voor minimaal 1 en maximaal 3 jaar. Na eventuele verkiezingen zal de leerlingenraad vanaf de herfstvakantie gaan starten. Leerlingen kunnen zich melden bij de leerlingenraad met voorstellen of vergaderpunten door een van de leden aan te spreken of door een mail te sturen naar [email protected]. Op het publicatiebord van de leerlingenraad hangt een poster met alle leden en hun foto. Ook worden daar de notulen van de meest recente vergadering gepubliceerd. De bedoeling van de leerlingenraad is mee te denken over veranderingen die de leerlingen van AOC Oost ten goede komen. De leerlingenraad functioneert op basis van het leerlingenstatuut, dat voor iedereen in te zien is op het intranet. Lunchgesprekken Naast de leerlingenraad worden de leerlingen van de diverse leerjaren structureel uitgenodigd voor zogenaamde ‘lunchgesprekken’ met de locatiedirecteur. Ook het College van Bestuur van AOC Oost spreekt met jaarlijks met leerlingen. Leerlingen worden op deze wijze gehoord en kan er worden getoetst hoe het gevoerde beleid van de school door de leerlingen ervaren wordt. De zogenoemde ‘lunchgesprekken’ worden ook gevoerd met personeelsleden. De locatiedirecteur of het College van Bestuur nemen hiervoor het initiatief. De doelstellingen zijn dezelfde. Bedrijfsleven Het strategisch beleidsplan van AOC Oost is duidelijk over de relatie met het bedrijfsleven. De kwaliteit van ons onderwijs wordt voor een belangrijk deel bepaald door de relatie met het bedrijfsleven: als stagebedrijf voor de bovenbouwleerlingen, maar ook als doel van excursies in het kader van LOB. Samen met het Metzo College organiseren wij jaarlijks Doetinchem on Stage. Een activiteit voor leerlingen uit klas 1 en 2 om in contact te komen met het bedrijfsleven (het toekomstig beroep). Naast een beursdag waar leerlingen afspraken kunnen maken met bedrijven (ruim 200!), is er ook een doedag waar de leerlingen een bezoek brengen aan de bedrijven. Niet alleen oriëntering op het beroep staat centraal; ook werken wij aan de ontwikkeling van competenties bij Doetinchem on Stage. Contact met het bedrijfsleven willen wij intensiveren door bijvoorbeeld beroepsbeoefenaren uit te nodigen voor expertlessen op school. Wettelijke verantwoording Binnen AOC Oost gelden er duidelijke normen voor verantwoording die veelal wettelijk bepaald zijn. Voorbeeld hiervan is de handhaving van de onderwijstijd waarover aan de inspectie verantwoording wordt afgelegd. Hiervoor verwijzen wij naar het centrale gedeelte. 3.4.3 Huisvesting, middelen, financiën en veiligheid Een goedlopende bedrijfsvoering is onmisbaar voor een eigentijdse onderwijsorganisatie. De bedrijfsvoering schept immers belangrijke randvoorwaarden voor een optimale organisatie van het onderwijs. Ook de facilitaire, administratieve, financiële en informatie-, technische processen moeten op professionele wijze vorm krijgen. Met de ontwikkeling van een set kengetallen en gegevens kunnen we sturing geven aan het onderwijs en de organisatie. Hiermee wordt een basis gelegd voor een goede verantwoording. Wij zullen alle middelen en creativiteit aanwenden om de kaders te verruimen en de ambities waar te maken.

20


Huisvesting Onze school is gevestigd in 2 schoolgebouwen: het hoofdgebouw aan de Gezellenlaan en de dependance aan de Gildenbroederstraat. Naast het vmbo is ook het mbo gehuisvest in het hoofdgebouw. Het hoofdgebouw stamt uit 1982 en is nadien meerdere keren verbouwd. De laatste grote aanpassing heeft plaatsgevonden in 2002. Het hoofdgebouw voldoet niet meer aan de eisen die het huidige onderwijs aan huisvesting stelt. De College van Bestuur en de locatiedirectie onderzoeken of er mogelijkheden zijn een nieuw gebouw te realiseren. De dependance aan de Gildenbroederslaan is in 2008 opgeleverd en huisvest op dit moment de leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg. De dependance is een modern schoolgebouw dat uitstekend voldoet. Het mbo is nu gehuisvest in het hoofdgebouw. Binnen de nieuwe strategische visie op het mbo is één van de doelen het mbo beter te positioneren; ook qua huisvesting. Binnen het onderzoek naar de huisvesting wordt deze visie meegenomen. Middelen en financiën Voor informatie wordt verwezen naar hoofdstuk 2 Centraal deel paragraaf 2.4 Centraal beleid subparagraaf 2.4.4. Huisvesting, middelen, financiën, veiligheid. Veiligheid Zorgen voor veiligheid van de leerlingen is één van onze prioriteiten. Uit onderzoek en ge-sprekken met leerlingen blijkt ook dat de leerlingen onze school als zeer veilig ervaren. Naast de fysieke veiligheid besteedt de school ook veel aandacht aan de sociale veiligheid (anti-pesten, faalangstreductie, enz.) Alle aspecten van de veiligheid zijn beschreven in het veiligheidsplan van onze locatie. De fysieke veiligheid op school is gewaarborgd door het feit dat er een gebruikersvergunning ligt van de brandweer. Er is een ontruimingsplan aanwezig en er is een oefenroutine afgesproken. Voor meer informatie wordt verwezen naar het ontruimingsplan. De locatie kent goed opgeleide EHBO medewerkers en er zijn ook ruim voldoende geschoolde BHV-ers op de locatie. 3.4.4 Kwaliteitszorg Wij willen kwalitatief goed onderwijs leveren en ons continue verbeteren. De toegenomen autonomie stelt bovendien hogere eisen aan in- en externe verantwoording. Kwaliteitszorg is dan ook een belangrijk speerpunt voor ons. Wij willen onze kwaliteit borgen door afspraken vast te leggen en na te leven. De verantwoording leggen we af volgens de PDCA cyclus. Hierbij wordt vanuit het beleid gewerkt met planningen en actieplannen voor zowel de locatie als de teams. Daarnaast zijn wij in gesprek met in- en externe relevante belanghebbenden. Met de interne belanghebbenden worden bedoeld de leerlingen, personeel en ouders/verzorgers. Onder de externe belanghebbenden wordt het toe- en afleverend onderwijs, het vervolgonderwijs, de gemeente, het bedrijfsleven, zorginstanties en organisatie van jeugd en buurt bedoeld. Wij onderhouden deze contacten en geven ze een plaats in onze beleidsvoering. Daarbij staat de optimale ontplooiing van onze leerlingen voorop. Naast cijfermatige verantwoording van onze kwaliteit willen wij ook onze goede beoordeling van ouders/verzorgers en leerlingen in verschillende tevredenheidsonderzoeken blijven behouden. Hier zullen wij actief aandacht aan besteden. Aandachtsgebieden voor de komende jaren zullen zijn; - Taal (o.a. taalbeleidsplan, activiteiten ter bevordering van het behalen van de doelstel-ling 2F, dyslexie, scholing personeel) - Rekenen (o.a. rekenbeleidsplan, activiteiten ter bevordering van het behalen van de doelstelling 2F, scholing personeel) - Passend Onderwijs (o.a. ondersteuning, didactisch handelen, ouderbetrokkenheid, scholing personeel) - Opbrengstgericht werken (o.a.werken met een kalender, doorlopen van de PDCA-cyclus op alle niveaus) In hoofdstuk 2 Centraal deel, paragraaf 2.4 Centraal beleid subparagraaf 2.4.6. Kwaliteitszorg staat beschreven hoe de zorg voor kwaliteit is geregeld binnen AOC Oost.

21


3.4.5 Communicatie De communicatie binnen AOC Oost wordt voor een belangrijk deel door centrale systemen verzorgd. Zo is de website www.aoc-oost.nl met name voor de communicatie met externe relaties bedoeld. Voor interne communicatie zijn er meerdere kanalen beschikbaar. Voor meer informatie verwijzen we naar het communicatieplan zoals beschreven in hoofdstuk 2 Centraal deel, paragraaf 2.4 Centraal beleid subparagraaf 2.4.7. AOC Oost Doetinchem heeft met vele in- en externe doelgroepen te maken zoals leerlingen, ouders/verzorgers en personeel. De externe doelgroepen bestaan uit potentiele leerlingen en ouders/verzorgers, basisscholen, stagebieders, leveranciers en scholen voor VO of MBO. Op dit moment wordt er met deze doelgroepen nog niet volgens een vast patroon gecommuniceerd. Aangezien dit wel een nadrukkelijke wens is van het LMT wordt gewerkt aan een communicatieplan. In dit plan wordt aangegeven welke doelgroepen, op welk moment via welk communicatiemiddel worden benaderd. Vanaf het schooljaar 2014 - 2015 zal worden gewerkt volgens dit communicatieplan. De communicatie met leerlingen en met ouders verloopt op dit moment voor een belangrijk deel via ons intranet (CIAO) en via Magister. Daarnaast krijgen leerlingen en ouders voor iedere vakantie een digitale nieuwsbrief en waar nodig schriftelijke informatie over belangrijke ontwikkelingen in de school. Al deze (nieuws)brieven gaan in afschrift ook naar onze Ouderadviescommissie.

22


4. Vmbo locatiedeel 4.1 Onderwijskundig beleid Binnen onze school staat de ontwikkeling van de leerling centraal. Om de ontwikkeling van onze leerling centraal te kunnen stellen werken we met onderwijsteams gecentreerd rond een leerweg. Als school hebben we 1 visie, welke op maat uitgedragen wordt per onderwijsteam. Onderwijsvisie Vanuit het Strategisch Beleidsplan van AOC Oost zijn wij bezig een locatiebeleidsplan te schrijven waarin de focus gelegd wordt op het onderwijs aan onze leerlingen waarbij wij recht willen doen aan de verscheidenheid van onze leerlingen. Onderwijsontwikkeling We streven binnen onze school naar een krachtige leeromgeving die op alle onderdelen voldoende uitdagend voor leerlingen is om differentiatie/maatwerk aan te kunnen brengen in o.a. capaciteit en leerstijl. Leerlingen kunnen in de onderbouw diverse vakken op een hoger niveau volgen en in de bovenbouw, indien er geen overstap plaatsvindt naar een hogere leerweg, 1 vak op een hoger niveau volgen en indien leerling en ouders wensen, hier ook examen in doen. Na het examen is het mogelijk om diploma’s te stapelen. Binnen ons onderwijs maken we gebruik van een eigen didactisch model. Docenten werken met een gezamenlijk afgesproken didactiek, waarbij de leerlingen met diverse werkvormen worden geconfronteerd om het onderwijs spannend te houden. Een didactiek die uitgaat van de gedachte achter het sociaal constructivisme, het verwerven van kennis en vaardigheden is niet zozeer het gevolg van een directe overdracht van kennis door de docent, maar eerder het resultaat van denkactiviteiten van de leerlingen zelf: we leren door nieuwe informatie te verbinden aan wat we al weten. De leerling heeft een actieve rol bij het verwerken van informatie en het verwerven van kennis en vaardigheden. Bovendien spelen sociale processen een belangrijke rol. Ons didactisch model kenmerkt zich door het werken in 3 groepen. Een afhankelijke, gevoelige en onafhankelijke groep. Ons doel: iedere leerling een sluitende aanpak. Binnen de onderwijsteams vind je een diversiteit aan werkvormen. Groepsinstructie is niet verdwenen, maar zal minder vaak dan in het verleden toegepast worden. Leerlingen worden meer uitgenodigd om actief deel te nemen. Hierbij kan gedacht worden aan projecten, presentaties, probleemgestuurd onderwijs, en dergelijke. Door opdrachten ook groepsgewijs uit te voeren door middel van 'samenwerkend leren' wordt ook de nadruk gelegd op de sociale vaardigheden. Doelen Wij willen ons onderwijs blijven innoveren en ontwikkelen. Dit doen wij door samenhang te creëren in alles wat we doen en te werken vanuit 1 gezamelijke visie. Deze visie zal de komende jaren steeds verder worden uitgewerkt en steeds meer zichtbaar worden binnen de school. De komende jaren gaan we actief aan de slag met de implementatie van taal, rekenen, LOB, passend onderwijs en opbrengsgericht werken. De genoemde thema’s zullen in ons locatie actieplan en teamplan terugkomen. Daarnaast bieden wij onze docenten de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen op pedagogisch didactisch gebied. Als locatie hebben we de ambitie om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan onze leerlingen. Voor ons betekent kwaliteit meer dan alleen goede rendementscijfers. Wij spannen ons daarom in om, in samenwerking met andere AOC Oost locaties en scholen in de regio ons onderwijs door te ontwikkelen. Wij willen zorgen voor een goede aansluiting tussen primair- en voortgezet onderwijs en voortgezet- en vervolgonderwijs.

23


Onderwijsontwikkeling Vanuit de onderwijsvisie wordt er gestreefd naar afwisselende didactische werkvormen waarbij actief en zelfstandig leren wordt gestimuleerd. De locatie Doetinchem werkt ook op het gebied van onderwijsontwikkeling met de andere locaties van AOC Oost samen. Een belangrijk doel van onderwijsverbeteringen is het meer betrekken van leerlingen bij het leren op school. Voor leerlingen wordt structuur geboden, maar binnen die structuur wordt ook de ruimte gegeven om zich te ontwikkelen tot in toenemende mate zelfstandige leerlingen. In de onderwijsvisie wordt benadrukt dat wordt aangesloten bij de belevingswereld van jongeren. Gestreefd wordt om in deze benadering van leerlingen nog beter aan te sluiten bij de belevingswereld van praktisch ingestelde jongeren die al doende willen leren. Deze benadering geldt voor alle teamleden. Het onderwijsconcept: 1. binnenschools praktijkleren naast buitenschools praktijkleren (stage). Bij stage worden kennis en vaardigheden op een natuurlijke wijze en in samenhang gebracht met de praktijk; 2. leerlingen en docenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leren en dat van anderen in een professionele en sociale context; 3. in een onderwijsteam worden de rollen van kennisoverdrager, vaardigheidstrainer en coach op een bij het onderwijsconcept passende wijze ingevuld, rekening houdend met de competenties van het individu. Overige onderwijskundige ambities Naar aanleiding van de referentiekaders die de Commissie Meijerink heeft gesteld aan het niveau taal en rekenen van leerlingen in Nederland is er een eigen visie ontwikkeld en bijbehorende doelen zodat aan deze eisen voldaan kan worden. Doelen rekenbeleid Tussen 2014 en 2016 wordt het rekenbeleid verder geïmplementeerd en geïntegreerd in de opleidingen, voortbouwend op de expertise die wij hebben ontwikkeld. In februari 2014 werden doelen voor het rekenbeleid geformuleerd in het rekendesign op basis waarvan de invoering van het Rekenen ter hand kon worden genomen. Op basis van dit rekendesign wordt een visiedocument geformuleerd en op basis daarvan worden per domein de activiteiten uitgevoerd. De beleidsmatige uitwerking ten aanzien van rekenen is opgenomen in het beleidsplan rekenen. Doelen voor taal Tussen 2014 en 2016 wordt het taalbeleid verder geïmplementeerd en geïntegreerd in de opleidingen, voortbouwend op de expertise die wij hebben ontwikkeld. In oktober 2013 werden doelen voor het taalbeleid geformuleerd in het taaldesign op basis waarvan de invoering van het Nederlands ter hand kon worden genomen. Op basis van dit taaldesign wordt een visiedocument geformuleerd en op basis daarvan worden per domein de activiteiten uitgevoerd. De beleidsmatige uitwerking ten aanzien van taal is opgenomen in het vastgestelde beleidsplan taal. Algemeen doel In december 2013 is taal geïntegreerd in de opleidingen en worden de leerlingen zodanig voorbereid, dat ze met succes hun studie kunnen volgen en het examen Nederlands voldoen-de kunnen afronden.

4.2 Samenwerking en afstemming Afstemming met collega-scholen landelijk, binnen de regio en binnen ons eigen instituut is een belangrijk onderdeel van ons dagelijks handelen. Goede samenwerking is essentieel en allerlei niveaus wordt hier invulling aan gegeven.

24


Binnen AOC Oost werken de vmbo-locaties steeds meer samen aan centraal afgesproken speerpunten. Op die manier werken wij efficiënter en kunnen wij beter aan de kwaliteit van ons onderwijs werken. Binnen de regio participeren wij in verschillende netwerken. Per 1 november 2013 is er een nieuw samenwerkingsverband in verband met Passend Onderwijs. Hierin zitten naast AOC Oost ook scholen van Achterhoek VO, van Sotog (speciaal onderwijs) en de Onderwijsspecialisten (speciaal onderwijs). Met de partners van het VO is ook binnen het Rectorenoverleg Oost Gelderland op formele wijze overleg, maar wij spreken onze collega’s van andere scholen ook vaak op informele wijze. De samenwerking met het mbo wordt vormgegeven in Profijt. Het samenwerkingsverband VO-MBO. Daarnaast is er overleg met gemeentes, primair onderwijs en overige partners.

25

Schoolplan AOC Oost VMBO-Groen Doetinchem

Recommend Documents