Jaarverslag 2014
AOC Oost Postbus 190 7240 AD Lochem www.aoc-oost.nl Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Voorwoord Groen staat voor groei en leven. Dat geldt tot in de vezels van het groene onderwijs binnen AOC Oost, waarin naast een gedegen vakopleiding of de voorbereiding daarop, de persoonlijke ontwikkeling van onze leerlingen en studenten centraal staat. Het jaar 2014 stond in het teken van de afronding van een aantal doelstellingen van het Strategisch Beleidsplan 2011-2015. In dit Strategisch Beleidsplan stond ‘verbeteren’ centraal. Met de realisatie van de doelen is onderwijskundig en bedrijfsmatig een stevig fundament gelegd waarop we de komende jaren verder kunnen bouwen. In 2014 is de architectuur van ons toekomstige mbo onderwijs in een afrondende fase gekomen en hebben we een start gemaakt met de nieuwe inrichting van de beroepsgerichte programma’s in het vmbo. Door duidelijke programmalijnen en programmamanagement is er structuur en vaart in deze ontwikkelingen gekomen. In 2014 heeft ook op alle locaties de inrichting van het Passend Onderwijs zijn definitieve vorm gekregen. Op het terrein van professionalisering van onze medewerkers is een duidelijke koers uitgezet en zijn de contouren voor ons Strategisch Personeelsbeleid gezet. In 2015 wordt dit in een meerjarenplan vormgegeven. Voor onze bedrijfsvoering is een belangrijke kwaliteitsslag gemaakt door de invoering van AFAS en door de reductie in ons personeelsbestand in 2013 is in 2014 de gezonde balans tussen uitgaven en inkomsten hervonden. Echter, dit betekent niet dat wij eventuele aanpassingen voor de langere termijn uitsluiten als gevolg van mogelijke aanpassingen van doelsubsidies, passend onderwijs en financiering van het mbo. Paul Duijsings en Willem Huiskamp
Ondertussen wordt hard gewerkt aan de definitieve vormgeving van het nieuwe Strategisch Beleidsplan 2016-2020. Voortbouwen op het stevige fundament dat is neergezet waarbij we van ‘verbeteren’ het accent verleggen naar ‘verbinden’. Tegelijkertijd blijven en moeten we ons constant en duurzaam blijven verbeteren. Voor het beste groene onderwijs nu en in de toekomst, want: “Morgen is groen”.
Paul Duijsings en Willem Huiskamp College van Bestuur AOC Oost april 2015
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
3
Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inhoudsopgave 4 De hoofdlijnen van het geïntegreerd jaardocument 5 A. Verklaring bevoegd gezag over 2014 5 A.1 Verslag Raad van Toezicht 6 B. Maatschappelijk verslag 7 Doelen 2014 8 Realisatie 2014 8 Doelen 2015 10 B.1 Verbinden 11 Missie, visie en kernwaarden 11 Kernactiviteiten 11 Aantal leerlingen en studenten 12 Juridische structuur en organisatiestructuur 12 Onderwijs Oost BV 13 B.2 Verbeteren onderwijskwaliteit 14 Basiskwaliteit 14 Topkwaliteit 16 Medewerkersonderzoek 16 Studenten en leerlingenonderzoek 16 Onderwijsdesign vmbo 17 Onderwijsdesign mbo 17 Overgang ‘oude’ praktijkleren naar ‘praktijkleren nieuwe stijl’ 18 Toelatingsbeleid 18 Internationalisering 18 B.3 Verbeteren professionaliteit 19 Aantallen medewerkers en veranderingen 19 Ziekteverzuim 19 Voortgang IPB gesprekkencyclus 19 Promotiebeleid 19 Strategisch personeelsbeleid 19 B.4 Verbeteren organisatie 20 Sturing binnen de organisatie: mandaatcontract 20 Sturing binnen de organisatie: normatief kader 20 Huisvesting 20 Bedrijfsvoering 20 Financiële continuïteit 20 B.5 Vertrouwen 21 Organogram van governance 21 Overleg met de Raad van Toezicht 21 Overleg Ondernemingsraad 22 Overleg vakbonden 22 Overleg met leerlingen 22 Overleg met studenten 22 Overleg met ouder advies raad 22 Overleg met bedrijfsleven over mbo 23 Klachten 24
4
C. D. E. F.
Financieel resultaat C.1 Toelichting baten C.2 Toelichting lasten C.3 Financieel resultaat C.4 Financiële positie C.5 Risicomanagement C.6 Vooruitblik (continuïteitsparagraaf) Jaarrekening D.1 Balans per 31 december 2014 D.2 Staat van baten en lasten D.3 Kasstroomoverzicht D.4 Toelichting op de balans en staat van baten en lasten D.5 Toelichting behorende tot de balans per 31 december 2014 D.6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen D.7 Toelichting Staat van baten en lasten D.8 Verbonden Partijen D.9 (Voorstel) bestemming van het exploitatieresultaat D.10 Gebeurtenissen na balansdatum D.11 Gegevens over de rechtspersoon Continuïteitsparagraaf E.1 Kengetallen VO E.2 Meerjarenbegroting balans VO E.3 Meerjarenbegroting baten en lasten VO E.4 Overige rapportages E.5 Kengetallen mbo E.6 Meerjarenbegroting balans mbo E.7 Meerjarenbegroting baten en lasten mbo E.8 Overige rapportages E.9 Servicedocument mbo Controleverklaring accountant
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Bijlage 10: Bijlage 11: Bijlage 12: Bijlage 13: Bijlage 14:
Uitvoeringsplan bij Strategisch Beleidsplan 2011-2015 Raad van Toezicht; samenstelling, rooster van aftreden, (neven)functies Nevenfuncties leden College van Bestuur in 2014 Samenstelling Ondernemingsraad Samenstelling Centrale Studentenraad mbo Ontwikkeling leerlingenaantallen AOC Oost Personeelsgegevens AOC Oost Basiskwaliteit Notitie helderheid Overzicht projecten Percentage VOA-geïndiceerden Taal en Rekenen School-Ex Lijst van afkortingen en verklaringen
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
25 26 27 29 29 30 32 33 33 35 35 36 40 43 44 47 48 48 48 50 50 50 51 51 52 52 53 53 54 56 59 59 61 62 62 63 64 67 78 80 89 90 92 93
De hoofdlijnen van het geïntegreerd jaardocument
A.
Met het geïntegreerd jaardocument 2014 legt Stichting AOC Oost-Nederland openbaar verantwoording af over het gevoerde beleid, de inspanningen en resultaten en beleidsbijstellingen in het kalenderjaar 2014. Dit jaardocument is gebaseerd op de voorschriften van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In dit document worden alle verantwoordings- en informatieverplichtingen waaraan de onderwijsinstellingen jaarlijks moeten voldoen, in een integrale jaarverantwoording samengevoegd. De informatie wordt gepresenteerd op het niveau van de instelling als totaal. De verbijzondering naar de verschillende onderwijslocaties wat betreft de opbrengsten en kwaliteit is in bijlagen opgenomen. De jaarrekening 2014 is opgesteld overeenkomstig de richtlijnen voor de jaarverslaglegging voor onderwijsinstellingen. Publicatiewijze Het jaardocument bestaat uit verschillende delen: A. Verklaring van het bevoegd gezag en een verslag van de Raad van Toezicht; B. Het maatschappelijk verslag, waarin we ingaan op de vertaling van strategie naar uitvoering en resultaten en het toezicht daarop; C. De financiën: resultaten, risicomanagement, vooruitblik; D. De jaarrekening: balans, staat van baten en lasten; E. Continuïteitsparagraaf, met een doorkijk naar 2018; F. De controleverklaring van de accountant, gevolgd door diverse toelichtingen uitgewerkt in bijlagen. Deze documenten zijn ook te raadplegen op de website van AOC Oost (www.aoc-oost.nl).
Verklaring bevoegd gezag over 2014
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vraagt het bevoegd gezag te verklaren dat opleidingen voldoen aan wettelijke voorschriften. Deze wettelijke voorschriften zijn door ons als volgt gedefinieerd: • Het voldoen aan de zorgplicht informatievoorziening, door het beschikbaar stellen van: a) het PTA aan vmbo-leerlingen en ouders; b) het onderwijs- en examenreglement aan studenten in het mbo; c) informatie aan studenten over de arbeidsmarktperspectieven van de opleiding waarvoor ze zich aanmelden en inschrijven. • Het verstrekken van een onderwijsovereenkomst aan de studenten in het mbo; • Het melden van voortijdige schooluitval; • Het implementeren van klachtenregelingen met betrekking tot examens en vertrouwenszaken; • Het voldoen aan de Wet BIO; • Het voldoen aan de minimum-urennorm voor vmbo en mbo; • De toegankelijkheid van opleidingen; • Het voldoen aan de eisen rond medezeggenschap van medewerkers en studenten. In het verslagjaar 2014 voldeed AOC Oost aan deze wettelijke voorschriften. Met het oog op kwaliteitsverbetering wordt het naleven van de wettelijke voorschriften regelmatig gemonitord en worden waar nodig interne procedures bijgesteld. W. Huiskamp P.M.J. Duijsings College van Bestuur AOC Oost april 2015
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
5
A1. Verslag Raad van Toezicht Inleiding Het kalenderjaar 2014 stond voor de Raad van Toezicht in het teken van het vervolmaken van de weg die de voorbije jaren werd ingeslagen: inzet op de eigen professionaliteit, inzet op het onderwijs(beleid) van het AOC en het opmaken van de tussenbalans ten aanzien van de versterking van de interne dienstverlening. Naar het oordeel van de Raad van Toezicht heeft AOC Oost zich de afgelopen periode sterk ontwikkeld. De onderwijsprestaties zijn verbeterd en gaan langzaam maar zeker in de richting van de doelen die de instelling zich stelt. De organisatie van de interne diensten komt op peil en is in ieder geval overeenkomstig hetgeen het College van Bestuur zich voor heeft genomen. Na een aantal moeizame jaren raken de financiën op orde, alhoewel tegenvallers aan de orde zijn en de toekomst onzeker en weerbarstig.
Samenstelling en werkwijze van de Raad van Toezicht Per 1 januari 2014 werd afscheid genomen van een lid van de Raad vanwege het aflopen van de zittingstermijn. In de aprilvergadering werd het profiel van een nieuw lid van de Raad vastgesteld, een ‘groen’profiel. Tevens werd vastgesteld dat niet eerder dan in 2015 de zoektocht naar dit nieuwe lid zou starten. Per 1 januari 2015 komt de Raad op vijf leden vanwege het dan aflopen van de zittingstermijn van een lid. Na evaluatie door de Raad werd in november de voorzitter herbenoemd voor een periode van 4 jaar. De Raad van Toezicht nam in de januarivergadering het besluit om de Branchecode Goed Bestuur MBO als uitgangspunt voor zijn handelen en het handelen van het College van Bestuur te gaan nemen. En vanzelfsprekend dienovereenkomstig te gaan handelen. Die keuze was al in 2013 gemaakt, maar werd in 2014 bekrachtigd. In 2014 stelde de Raad zijn reglement bij en vast.
De vergoeding van bestuurders en toezichthouders In zijn januarivergadering besloot de Raad onverkort het “Beloningsclassificatiesysteem Bestuurders MBOinstellingen 2013” en de “Adviesregeling Honorering Toezichthouders 2013” voor het jaar 2014 toe te passen en om eventuele aanpassingen daarvan als gevolg van wettelijk kader en de daaruit voortvloeiende voorstellen van de MBO-Raad en het Platform raden van Toezicht te volgen. De Raad constateert dat de salarissen en de vergoedingen van de bestuurders in overeenstemming zijn met deze richtlijnen. Eind 2014 werden de kaders bekend van de WNT2. Een daarmee samenhangend classificatiesysteem was nog niet bekend. De Raad constateert dat de salarissen en de vergoedingen van de bestuurders ook in overeenstemming zijn met de WNT2, maar wacht af wat de exacte vertaling voor het classificatiesysteem zal worden. Eind 2014 werd bekend dat voor ambtenaren de pensioenopbouw bij een salaris boven de €100.000 zou aftoppen. De Raad besloot, in overeenstemming met de bedoeling van deze wijziging, geen compensatie te bieden aan de bestuurders.
Evaluatie en ontwikkeling In 2014 continueerde de Raad het opleidingstraject dat begonnen was in 2013. Met ondersteuning door CapGemini werden diverse trainings- en reflectiebijeenkomsten belegd. Bij een enkele bijeenkomst werd ook het College van Bestuur betrokken.
6
De bijeenkomsten leidden tot bewustwording van de verschillende rollen van de Raad en de consequenties daarvan voor het gedrag en de keuzes. Ook leidde deze interventie tot het explicieter vaststellen van de aard en de daarmee samenhangende behandelwijze van de agendapunten van de Raad. De Raad constateert dat in 2014 het overleg tussen College en Raad sterk verbeterd is.
Commissies Naast de al in 2013 ingestelde Commissie Financien, ging in 2014 de Commissie Onderwijs van start, bestaande uit drie leden van de Raad. Voor beide commissies stelde de Raad in 2014 een reglement op en vast. Voor beide commissies werd een jaaragenda vastgesteld. De commissies stellen de Raad in staat om dieper op de desbetreffende materie in te gaan en professionals uit de organisatie te raadplegen. Nadrukkelijk treden de commissies niet in de taak en verantwoordelijkheden van de Raad. Besprekingen in de commissies treden niet in de plaats van besluitvorming in de Raad. Per commissie wordt na het overleg teruggekoppeld naar de volledige Raad. De Raad neemt via zijn voorzitter actief deel aan het overleg van het Platform Raden van Toezicht MBO. Dit Platform is een belangrijke leverancier van kennis over de toezichtsvraagstukken in het MBO, biedt intercollegiale toetsing en informatie en biedt reflectie op het functioneren van de Raden van Toezicht, bijvoorbeeld in relatie tot het werk van de onderwijsinspectie.
Overleg met raden Het overleg met de OR vond in 2014 ook weer twee maal plaats. In 2013 werd besloten tot twee maal overleg vanwege de wijzigingen in het personeelsbestand en wijzigingen in de organisatie. In 2014 zijn deze veranderingen alweer afgerond. Toch vond het overleg twee maal plaats. De uitwisseling tussen Raad en ondernemingsraad wordt als zeer zinvol ervaren. In 2014 vond dit overleg plaats zonder aanwezigheid van de bestuurders. Dat maakte het overleg gemakkelijker, maar tegelijkertijd dient gewaakt te worden voor het maken van afspraken zonder de bestuurder. Dit heeft de aandacht van beide raden. In 2014 is afgesproken om overleg te starten met alle raden van het AOC. Zo werd een overleg gepland, voorjaar 2015, met de Ondernemingsraad, de Ouderadviesraad en de Studentenraad. Dergelijk overleg vloeit mede voort uit de Code Goed Bestuur. Het heeft een aantoonbare meerwaarde voor de invulling van de horizontale dimensie van het toezicht.
Tenslotte De kwaliteiten van het AOC versterken zich binnen alle domeinen van de school. 2014 was voor de Raad een jaar waarin geconstateerd werd dat het in erg veel opzichten veel beter gaat met het AOC, maar dat allertheid geboden is. Nog steeds constateren wij, evenals de inspectie, dat op onderdelen het onderwijs nog niet op orde is. Wij constateren ook dat medewerkers en management grote sprongen voorwaarts hebben gemaakt en zelfbewust en met kennis en kunde koersen uitzetten en invullen. Kas de Vries Voorzitter Raad van Toezicht AOC Oost Maart 2015
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
De kernwaarden beschrijven de identiteit van onze organisatie, ze geven aan het hoe en waarom van ons handelen met leerlingen/studenten, met de bedrijven in onze omgeving en met elkaar. Onze kernwaarden zijn:
Onze visie op onderwijs Goed onderwijs:
B.
Onze visie op leren
Strategisch beleidsplan
Leren en ontwikkelen doe je als je in een uitdagende leeromgeving je eigen keuzes kunt maken die passen bij jouw leervraag. Voor leren ben je zelf verantwoordelijk. Leren doe je soms alleen, maar meestal samen met anderen, zowel binnen als buiten de school. Leren bij AOC Oost betekent dat je zelfbewust, ondernemend en zinvol bezig bent. Je bent vanuit je hoofd, vanuit je hart en met je handen aan het werk.
2011 2015
Uniek
• Komt tegemoet aan de basisbehoeften van leerlingen en studenten (veiligheid, waardering, uitdagingen om te leren). • Speelt in op de vraag uit de markt, biedt beroepsperspectief en voldoet aan de normen van de Onderwijsinspectie. • Helpt leerlingen/studenten te leren wat maatschappelijk noodzakelijk is, maar ook zaken die ze zelf willen en kunnen leren. • Is bij de tijd (inhoud, leermiddelen, werkwijzen, aansluiting bij vervolgonderwijs en de maatschappij). • Past bij onze kernwaarden en is dus authentiek.
Ons vertrekpunt is erkenning en respect voor de eigen talenten. Zo heeft iedereen zijn eigen leerweg en ontwikkelruimte.
Groei
Onze missie
Wij leggen de focus op de ontwikkeling van die talenten. Daarbij werken we aan zijn/haar competenties
Ieder mensen ieder bedrijf wil groeien en zich ontwikkelen. Ieder wil het beste uit zichzelf halen en zich voorbereiden op de toekomst. Ouders en bedrijven vertrouwen ons hun meest kostbare bezit toe: hun kinderen en/of hun medewerkers. Ons onderwijs is immers gebaseerd op de overtuiging dat ieders talent leidend is voor een goede beroepskeuze en toekomstig succes. De medewerkers van AOC Oost realiseren dit doordat ze aandacht hebben voor en betrokken zijn bij individuen en hun groei. Dit alles binnen de context van (voorbereidend) beroepsonderwijs in het domein voeding, natuur en leefomgeving.
Duurzaam De ontwikkeling van het individuele talent moet toekomstbestendig zijn en leiden tot (de wens om) levenslang (te) leren.
Duurzaam
1. Verbeteren van onderwijskwaliteit; 2. Verbeteren van de professionaliteit van de medewerkers; 3. Verbeteren van de zichtbaarheid en herkenbaarheid van de organisatie; 4. Verbinden door meer samenhang binnen de organisatie; Onze doelstelling voor 2015 5. Het doel Vertrouwen basis voor inde2015 sturing. van AOC Oost is omals als gehele organisatie tot de top 20 en in 2020 tot
Vanuit onze kernwaarden verbeteren van de onderwijskwaliteit door meer samenwerking in onze organisatie, professionaliseren van medewerkers, en verbinden van onderwijsbeleid, onderwijsuitvoering en ondersteuning. Dit alles tegen lagere of gelijkblijvende kosten. We vertrouwen hierbij meer verantwoordelijkheid toe aan de medewerker, binnen duidelijke kaders en met goede, vraaggerichte ondersteuning.
Verbeteren
Vanuit onze kernwaarden verbeteren van de onderwijskwaliteit door meer samenwerking in onze organisatie, professionaliseren van medewerkers, en verbinden van onderwijsbeleid, onderwijsuitvoering en ondersteuning. Dit alles tegen lagere of gelijkblijvende kosten. We vertrouwen hierbij meer verantwoordelijkheid toe aan de medewerker, binnen duidelijke kaders en met goede, vraaggerichte ondersteuning.
Verbinden Wij werken met professionele en competente medewerkers.
Wij leggen de focus op de ontwikkeling van die talenten. Daarbij werken we aan zijn/haar competenties
Onze strategie om het doel te halen: verbeteren, verbinden, vertrouwen
Onze strategie om het doel te halen: verbeteren, verbinden, vertrouwen
Wij staan voor de kwaliteit van ons onderwijs door het leveren van massamaatwerk en het zorgen voor een duurzaam onderwijsaanbod.
Ieder mensen ieder bedrijf wil groeien en zich ontwikkelen. Ieder wil het beste uit zichzelf halen en zich voorbereiden op de toekomst. Ouders en bedrijven vertrouwen ons hun meest kostbare bezit toe: hun kinderen en/of hun medewerkers. Ons onderwijs is immers gebaseerd op de overtuiging dat ieders talent leidend is voor een goede beroepskeuze en toekomstig succes. De medewerkers van AOC Oost realiseren dit doordat ze aandacht hebben voor en betrokken zijn bij individuen en hun groei. Dit alles binnen de context van (voorbereidend) beroepsonderwijs in het domein voeding, natuur en leefomgeving.
Groei
De programmalijnen zijn vertaald naar 19 verschillende acties, die gedurende de beleidsperiode worden uitgevoerd (zie uitvoeringsschema in bijlage 1). In 2014 is vooral gewerkt aan de acties rond onderwijsdesign, macrodoelmatigheid en passend onderwijs.
Het doel van AOC Oost is om als gehele organisatie in 2015 tot de top 20 en in 2020 tot de top 10 van de onderwijsinstellingen in Nederland te behoren. Dit bezien vanuit het oogpunt van kwaliteit zoals ervaren door leerlingen en studenten (succesvol door ons), bedrijven (succesvol met ons) en medewerkers (succesvol bij ons). Deze tevredenheid en onderwijskwaliteit wordt periodiek gemeten via de kwaliteitsmonitor met twee niveaus: basiskwaliteit, vanaf morgen en topkwaliteit, uiterlijk per 2015.
2
Ons vertrekpunt is erkenning en respect voor de eigen talenten. Zo heeft iedereen zijn eigen leerweg en ontwikkelruimte.
de top 10 van de onderwijsinstellingen in Nederland te behoren. Dit bezien vanuit het oogpunt van kwaliteit zoals ervaren door leerlingen en studenten (succesvol door ons), bedrijven (succesvol met ons) en medewerkers (succesvol bij ons). Deze tevredenheid en onderwijskwaliteit wordt periodiek gemeten via de kwaliteitsmonitor met twee niveaus: basiskwaliteit, vanaf morgen en topkwaliteit, uiterlijk per 2015.
Onze doelstelling voor 2015
1
Maatschappelijk verslag
In het strategisch beleidsplan 2011-2015 wordt onder de noemer “verbeteren, verbinden envanvertrouwen” via vijf De ontwikkeling het individuele talent moet toekomstbestendig zijn en leiden tot (de wens om) programmalijnen gewerkt aan de doelstelling om binnen enkele jaren tot de top van de onderwijsinstellingen in levenslang (te) leren. Nederland te behoren:
De kernwaarden beschrijven de identiteit van onze organisatie, ze geven aan het hoe en waarom van ons handelen met leerlingen/studenten, met de bedrijven in onze omgeving en met elkaar. Onze kernwaarden zijn:
Goed onderwijs:
Uniek
Ons ijkpunt: het strategisch beleidsplan 2011-2015 Onze missie Onze kernwaarden
Onze visie op onderwijs
Verbeteren
• Komt tegemoet aan de basisbehoeften van leerlingen en studenten (veiligheid, waardering, uitdagingen om te leren). • Speelt in op de vraag uit de markt, biedt beroepsperspectief en voldoet aan de normen van de Onderwijsinspectie. • Helpt leerlingen/studenten te leren wat maatschappelijk noodzakelijk is, maar ook zaken die ze zelf willen en kunnen leren. • Is bij de tijd (inhoud, leermiddelen, werkwijzen, aansluiting bij vervolgonderwijs en de maatschappij). • Past bij onze kernwaarden en is dus authentiek.
3 Wij zijn in de regio een zichtbare en gekende school met als kenmerk kwaliteit van onderwijs.
Vertrouwen
5
4 Wij maken voortdurend samenhang en consistentie zichtbaar.
Wij sturen op resultaat door binnen kaders professionele ruimte te geven.
Dat doen wij door:
Dat doen wij door:
Dat doen wij door:
Dat doen wij door:
Dat doen wij door:
• In de praktijk brengen van onze onderwijsvisie en kernwaarden. • Een herijking van het onderwijsdesign en dit consequent implementeren. • Zorgen voor aantoonbare output die voldoet aan de normering van onze kwaliteitsmonitor met basisen topkwaliteit. • Speciale aandacht voor aansluiting tussen de onderwijsvormen en het bewaken van schakelpunten. • Een herijking en vernieuwing van het onderwijsaanbod zodat de opleidingen rendabel zijn, kwalitatief goed en beter zijn afgestemd op de ontwikkelingen in de sector en de vraag van bedrijven.
• Sturen op (kern-) competenties (werken aan kwaliteit, resultaatgericht werken en werken met passie). • Sturen op betrokkenheid. • Het opzetten van een strategische personeelsplanning. • Een samenhangend programma voor ontwikkeling en scholing rond professionalisering.
• Verhogen van de naamsbekendheid van AOC Oost en aanpassing van de externe communicatie. • Te blijven werken aan de groei van groene bedrijfsopleidingen. • De uitstraling van de locaties (beter) af te stemmen op de kernactiviteiten van het daar gegeven onderwijs.
• Het verbinden van persoonlijke doelstellingen aan de eisen en doelstellingen van de organisatie. • Voortdurend aandacht te geven aan en te vragen voor de consistentie (de doorvertaling van visie naar doelstellingen en opdrachten naar eenheden en medewerkers) en de samenhang (afstemming tussen plannen, processen, locaties, teams, acties). • De kernwaarden van de organisatie (uniek, groei, duurzaam) centraal te stellen als verbindende elementen. • Actief bevorderen van uitwisselen, contacten en communiceren.
• Het vertalen van beleid naar heldere sturingskaders. • Het wegen van belangen in de volgorde: a) onderwijsbelang gaat boven organisatiebelang; b) leerlingbelang gaat boven medewerkersbelang; c) onderwijsinhoud gaat boven locatiebelang. • Het met elkaar praten over welke bijdrage kan ik leveren aan de organisatie en wat krijg ik daarvoor terug. Dit vanuit het principe dat ieder de vrijheid krijgt die hij of zij verdient.
Verbinden
1
2
Wij staan voor de kwaliteit van ons onderwijs door het leveren van massamaatwerk en het zorgen voor een duurzaam onderwijsaanbod.
Wij werken met professionele en competente medewerkers.
Dat doen wij door: Onderwijs
Dat doen wij door: Professionaliteit
kwaliteit
• In de praktijk brengen van onze onderwijsvisie en kernwaarden. • Een herijking van het onderwijsa. design Onderwijsdesign en dit consequent implementeren. • Zorgen voor aantoonbare output die voldoet aan de normering van onze kwaliteitsmonitor met basisb. en topkwaliteit. Nulmeting kwaliteit • Speciale aandacht voor aansluiting tussen de onderwijsvormen en van schakelpunten. c. het bewaken Onderwijsplanning • Een herijking en vernieuwing van het onderwijsaanbod zodat de opleidingen rendabel zijn, d. kwalitatief Macrogoed en beter zijn afgestemd op de ontwikkelingen doelmatigheid in de sector en de vraag van e. bedrijven. Passend onderwijs
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
• Sturen op (kern-) competenties (werken aan kwaliteit, resultaatgericht werken en Personeelswerken met passie). • Sturen op betrokkenheid. dossiers op orde • Het opzetten van een strategische personeelsplanning. • Een samenhangend programma Implementeren voor ontwikkeling en scholing rond professionalisering. gesprekkencyclus
3 Wij zijn in de regio een zichtbare en gekende school met als kenmerk kwaliteit van onderwijs.
Dat doen wijen door: Zichtbaar • Verhogen van de naamsherkenbaar bekendheid van AOC Oost en aanpassing van de externe Wervingscampagne communicatie. • Te blijven werken aan de groei van groene bedrijfsopleidingen. • De uitstraling van de locaties (beter) af te stemmen op de Wijziging huisstijl kernactiviteiten van het daar gegeven onderwijs.
Leiderschap versterken
Marketing bedrijfsopleidingen
AOC Oost Academie
Meerjaren huisvestingsplan
Vertrouwen
5
4 Wij maken voortdurend samenhang en consistentie zichtbaar.
Wij sturen op resultaat door binnen kaders professionele ruimte te geven.
Dat doen wij door: Samenhang
Dat doen wij door: Sturing
• Het verbinden van persoonlijke doelstellingen aan de eisen en doelstellingen van de organisatie. Inrichting • Voortdurend aandacht te geven aan en te vragen voor de consisCentrale tentie (de doorvertaling van visie Services naar doelstellingen en opdrachten naar eenheden en medewerkers) Communicatie door en de samenhang (afstemming tussen plannen, processen, management locaties, teams, acties). • De kernwaarden van de organisatie Interne (uniek, groei, duurzaam) centraal te communicatie breed stellen als verbindende elementen. • Actief bevorderen van uitwisselen, AOC Oost café contacten en communiceren.
• Het vertalen van beleid naar heldere sturingskaders. • Het wegen van belangen in de Sturingsinformatie volgorde: a) onderwijsbelang gaat boven organisatiebelang; b) leerlingbelang gaat boven medewerkersbelang; c) onderwijsinhoud gaat boven locatiebelang. • Het met elkaar praten over welke bijdrage kan ik leveren aan de organisatie en wat krijg ik daarvoor terug. Dit vanuit het principe dat ieder de vrijheid krijgt die hij of zij verdient.
Strategische personeelsplanning
7
Doelen 2014 De belangrijkste onderwijskundige speerpunten voor 2014 zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Opbrengstgericht werken Op elke vmbo vestiging is verder invulling gegeven aan het versterken van opbrengstgericht werken. Onderdelen hiervan zijn het opstellen van een beleid rond toetsing en examinering en het maken van taal- en rekenbeleid. De inzet voor deze speerpunten is gecontinueerd met het oog op afronding per 2016 (rekenen en taal) respectievelijk 2017 (kwaliteit toetsen en examineren).
vmbo
mbo
Passend onderwijs en didactisch handelen
Focus op vakmanschap: intensivering
Structuur beroepsgerichte programma’s
Focus op vakmanschap: macrodoelmatigheid
Opbrengstgericht werken
Doorlopende onderwijslijn via VM2/vakmanschap
Doorlopende onderwijslijn via VM2/vakmanschap
Doorlopende onderwijslijn via Het Groene Lyceum
Doorlopende onderwijslijn via Het Groene Lyceum
Professionalisering medewerkers
Taalbeleid en Rekenbeleid Professionalisering medewerkers
Realisatie 2014 vmbo Passend onderwijs In alle samenwerkingsverbanden waarin AOC Oost participeert is een basis organisatie opgezet, die invulling geeft aan de taken rond toewijzing en toelaatbaarheid. Bij de opstart van schooljaar 2014-2015 is het nog zoeken naar de wijze waarop de nieuwe taken ingevuld moeten worden. In de samenwerkingsverbanden zijn meerjarenbegrotingen uitgewerkt, die aangeven langs welk scenario invulling wordt gegeven aan goede ondersteuning met minder geld (in alle samenwerkingsverbanden hebben we te maken met fikse vereveningsdoelstellingen). Overal ligt het accent op minder leerlingen naar cluster 4 en meer opvangen in de reguliere schoolorganisaties. De visie van AOC Oost inzake passend onderwijs is dat de ondersteuning aan de leerling primair in de klas wordt gegeven door de docent. Ondersteuning is dan ook vooral gericht op de verdere professionalisering van onze docenten. De schil rondom ons onderwijs en onze docenten dient helder, effectief en dichtbij het primair proces georganiseerd te zijn. Dit betekent dat we minder prioriteit geven aan de instandhouding van bovenschoolse voorzieningen. Beroepsgerichte programma’s De beroepsgerichte programma’s in het vmbo worden vernieuwd. De nieuwe programma’s worden eenvoudiger en duidelijker en sluiten straks beter aan op de actualiteit. Daardoor worden leerlingen beter voorbereid op hun vervolgopleiding en toekomstige beroep. Binnen de instelling is een programmateam beroepsgerichte examenprogramma’s gevormd, dat de organisatiebrede kaders uitwerkt voor de uitvoering van de beroepsgerichte onderwijsprogramma’s in onze vmbo-vestigingen. Het programmateam is gestart met workshops met management en docenten om de AOC Oost visie op leren te vertalen naar kaders voor het beroepsgerichte programma, die de basis vormen voor een startnotitie “nieuw vmbo”.
mbo Focus op vakmanschap: intensivering Per augustus 2014 is de intensivering van het mbo gestart: onderwijstijd wordt verhoogd, de meeste opleidingen op niveau 4 gaan van 4 jarig naar 3 jarig. In het mbo is deze intensivering ‘locatie overschrijdend’ opgepakt als basis voor een gezamenlijke inhoud en uitvoering. De onderwijsprogramma’s waren op tijd uitgewerkt en beschikbaar. Hierbij is gebruik gemaakt van de nieuwe Elektronische Leeromgeving, die per nieuwe schooljaar in het mbo is ingevoerd. Onderdeel van de nieuwe onderwijsprogramma’s is dat ze mbobreed gelden en dat inherent hieraan studenten en docenten reizen tussen de verschillende vestigingen. Focus op vakmanschap: macrodoelmatigheid In 2014 is een plan voor de herinrichting mbo afgerond en aangeboden aan de ondernemingsraad. In dit plan is aangegeven hoe binnen AOC Oost gewerkt wordt aan meer samenhang en afstemming tussen opleidingen en vestigingen. De basis hiervoor ligt in de herziene kwalificatiestructuur en de daarin gehanteerde clustering naar werkvelden en is gebaseerd op de volgende kernpunten: a. De algemeen vormende vakken worden thuisnabij uitgevoerd, BPV in de buurt en vak-inhoud daar waar de expertise beschikbaar is (regionaal, landelijk). Voor dit laatste deel zullen studenten dus meer gaan reizen; b. Niveau 3 en 4 concentreren op twee locaties (in plaats van vier); c. Onderwijskundig leiderschap: inhoud en personele aansturing worden gecombineerd in één verantwoordelijke per werkveld. In de aanloop naar het herinrichtingsplan is met de studentenraad gesproken over beelden en verwachtingen over uitvoering van onderwijs op verschillende locaties. Met de collega AOC’s waarmee we samenwerken in 4GROEN* is overleg over de organisatorische en inhoudelijke samenwerking. Voor de regio Stedendriehoek is door Berenschot een omgevingsanalyse gemaakt, welke aanleiding vormt voor overleg met Helicon en De Groene Welle over afstemming van portfolio.
*) 4GROEN is een samenwerkingsverband tussen AOC Oost, De Groene Welle, Terra en Nordwin College.
8
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Doorlopende leerlijnen VM2, Vakmanschapsroute In 2013 is besloten geen nieuwe leerlingen toe te laten tot de experimenten VM2. Door AOC Oost is een aanvraag gedaan voor de vakmanschapsroute. Deze aanvraag is in 2014 goedgekeurd, doch vanwege de beperkte voorbereidingstijd en de inhoudelijke heroriëntatie is de start hiervan verschoven naar 2015. Het Groene Lyceum In 2008 is AOC Oost begonnen met de leerroute ‘Het Groene Lyceum’. Een leerroute voor leerlingen met de capaciteiten voor HAVO maar die meer gemotiveerd zijn voor een toproute met een praktische invulling. In 2014 zijn de eerste afgestudeerden van het Groene Lyceum met succes doorgestroomd naar het HBO. Het Groen Lyceum blijkt een goede keuze. Dit wordt eens te meer bevestigd door nota’s en uitspraken van de overheid, waarin excellentie en bijbehorende leerroutes worden aangemoedigd. Toch is in 2014 discussie ontstaan rond de juridische status van ‘Het Groene Lyceum’, met als gevolg dat per 2015-2016 Het Groen Lyceum onder de experimenteerstatus van ‘Technologieroute’ zal worden gebracht. Hierin werken we samen met alle scholen die ‘Het Groene Lyceum’ aanbieden. Deze participatie betekent tegelijkertijd een herontwerp van het curriculum en wijziging van het inrichtingsplan. Dit herontwerp versterkt ook de uniformiteit tussen de twee uitvoeringslocaties binnen AOC Oost.
Professionalisering
Passe n onder d wijs
Passend onderwijs en organisatorische veranderingen De (oude) samenwerkingsverbanden Voortgezet Onderwijs Berkelland en VO Twente zijn eind 2014 opgeheven. De voorgenomen opheffing van de stichtingen “Apeldoorn en regio” en “Doetinchem en omgeving” vindt plaats per 31/12/2015. In de regio Almelo is nog niet duidelijk gekozen voor een model. In drie van de samenwerkingsverbanden in de oude structuur is sprake van een centrale voorziening in de vorm van een OPDC (orthopedagogisch-didactisch centrum). Vanwege onze visie op passend onderwijs nemen we dan ook afstand van de OPDC’s. Omdat alle samenwerkingsverbanden in de regio te maken hebben met een bezuinigingsdoelstelling rond passend onderwijs, worden de OPDC’s kritisch getoetst en op sommige plekken ook afgebouwd. In die situaties waar veranderingen gevolgen hebben voor personeel, neemt AOC Oost haar verantwoordelijkheid. In totaal is in schooljaar 2014-2015 hierdoor 5,4 fte in dienst (3,7 vanuit OPDC’s en 1,7 vanuit ambulante begeleiding). In onze locaties is conform onze visie inhoud gegeven aan de versterking van de docent-ondersteuning via expertiseteams en docentbegeleiders.
In 2014 is een doorstart gemaakt met de professionalisering van medewerkers. In een plan van aanpak zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: a. AOC Oost werkt uitsluitend met bevoegde en bekwame docenten; b. Nieuwe en beginnende docenten worden begeleid aan de hand van een begeleidingsplan; c. AOC Oost heeft voldoende gecertificeerde schoolassessoren en getrainde praktijkassessoren; d. AOC Oost streeft naar een professionele cultuur met als basis dat feedback geven en elkaar aanspreken vanzelfsprekend is; e. De pedagogisch, didactische kwaliteit van de docenten van AOC Oost past bij de onderwijs modellen van AOC Oost. Kernpunt bij dit plan van aanpak is de leidinggevende die regelmatig de docenten bezoekt in hun onderwijs. Voor een systematische beoordeling zijn kijkwijzers beschikbaar. Met behulp van zelfevaluaties wordt duidelijk welke kwaliteitsverbeteringen voor professionalisering ingezet moeten worden.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
9
Doelen 2015 In 2015 gaan we verder met dezelfde speerpunten als in 2014. Wel zijn de volgende accenten gelegd: Onderwijsdesign vmbo Voor het vmbo zijn AOC Oost brede gezamenlijke speerpunten vastgesteld, die in 2014-2015 worden gecontinueerd. In 2015 worden richting bepalende keuzes gemaakt voor het groene vmbo, als gevolg van de landelijke invoering van de nieuwe examenprogramma’s vmbo en de daarbij behorende invoering van de examenprofielen. Hiervoor wordt onder leiding van een programmamanager één gezamenlijk plan van aanpak uitgewerkt. Onderwijsdesign mbo Op 1 augustus 2014 is de eerste fase van de omvorming van het mbo ingegaan. Vanaf schooljaar 20142015 is de intensivering van de 4-jarige opleidingen en de verhoging van de onderwijstijd gestart. Gedurende het schooljaar 2014-2015 zal nog op verschillende punten finetuning moeten plaatsvinden. Tegelijkertijd moet voor eind 2015 de vertaling van de nieuwe kwalificatiedossiers naar AOC Oost onderwijs zijn afgerond, zodat de periode januari-juni 2016 kan worden gebruikt voor de voorbereiding van de implementatie. In het onderwijs zelf zal meer gebruik worden gemaakt van vraagstukken uit de praktijk. Dat houdt in versterking van het model “Kenniswerkplaatsen in de regio”.
Naar een nieuw strategisch plan In het Strategisch Beleidsplan AOC Oost 2016-2020 gaan we door op de ingeslagen weg. Het accent verschuift van ‘verbeteren’ naar ‘verbinden’. Hierbij koersen we op: • Het gezamenlijk werken aan een uitdagend vmbo met verschillende leerroutes op basis van een gedeeld basisprogramma; • Versterken van de verbinding met het bedrijfsleven om samen vorm te geven aan perspectiefvol groen beroepsonderwijs; • Duidelijke afspraken met onderwijspartners in de regio over hoe en op welk niveau we samenwerken. Na de aandacht voor de kwaliteit van onderwijs verleggen we het accent op het aspect “groen”. Dit doen we dan door middel van investeren in duurzame bedrijfsmiddelen en het samen invullen van een bedrijfscultuur waarin duurzaamheid vanzelfsprekend is.
Macrodoelmatigheid Op basis van omgevingsanalyses afstemming realiseren tussen de portfolio van de AOC’s in de regio. IPB In 2015 is voor alle medewerkers de IPB-cyclus afgesloten met een beoordelingsresultaat en een voorstel voor professionalisering. Onderwijskundig leiderschap Herdefiniëren van de functie teamleider en op basis hiervan inzetten op versterking van persoonlijk leiderschap binnen AOC Oost (moreel kompas, communicatie). Bedrijfsvoering Tussen locaties en tussen leerwegen en werkvelden worden kostprijsvergelijkingen gemaakt als basis voor een interne benchmark.
10
Staat van de instelling In februari 2014 voerde de Onderwijsinspectie de laatste fase van het onderzoek naar de staat van de instelling uit. De kwaliteitsborging werd als voldoende beoordeeld
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
B.1 Verbinden
Kernactiviteiten
Missie, visie en kernwaarden
AOC Oost is een Agrarisch Opleidingen Centrum. Onze primaire taak is het verzorgen van onderwijsactiviteiten in de regio’s Twente, Achterhoek/Liemers, en de Stedendriehoek (Apeldoorn, Deventer en Zutphen). AOC Oost verzorgt onderwijs in het vmbo en mbo in het domein voeding, natuur en leefomgeving.
Onze missie Ieder mens en ieder bedrijf wil groeien en zich ontwikkelen. Ieder wil het beste uit zichzelf halen en zich voorbereiden op de toekomst. Ouders en bedrijven vertrouwen ons hun meest kostbare bezit toe: hun kinderen en/of hun medewerkers. Ons onderwijs is immers gebaseerd op de overtuiging dat ieders talent leidend is voor een goede beroepskeuze en toekomstig succes. De medewerkers van AOC Oost realiseren dit doordat ze aandacht hebben voor en betrokken zijn bij individuen en hun groei. Dit alles binnen de context van (voorbereidend) beroepsonderwijs in het domein voeding, natuur en leefomgeving. Onze visie op onderwijs Goed onderwijs: • komt tegemoet aan de basisbehoeften van leerlingen en studenten (veiligheid, waardering, uitdagingen om te leren); • speelt in op de vraag uit de markt, biedt beroepsperspectief en voldoet aan de normen van de Onderwijsinspectie; • helpt leerlingen/studenten te leren wat maatschappelijk noodzakelijk is, maar ook zaken die ze zelf willen en kunnen leren; • is bij de tijd (inhoud, leermiddelen, werkwijzen, aansluiting bij vervolgonderwijs en de maatschappij); • past bij onze kernwaarden en is dus authentiek. Onze visie op leren: Leren en ontwikkelen doe je als je in een uitdagende leeromgeving je eigen keuzes kunt maken die passen bij jouw leervraag. Voor leren ben je zelf verantwoordelijk. Leren doe je soms alleen, maar meestal samen met anderen, zowel binnen als buiten de school. Leren bij AOC Oost betekent dat je zelfbewust, ondernemend en zinvol bezig bent. Je bent vanuit je hoofd, vanuit je hart en met je handen aan het werk. Onze kernwaarden: De kernwaarden beschrijven de identiteit van onze organisatie, ze geven het hoe en waarom aan van ons handelen met leerlingen/studenten, met de bedrijven in onze omgeving en met elkaar. Onze kernwaarden zijn: Uniek. Ons vertrekpunt is erkenning en respect voor de eigen talenten. Zo heeft iedereen zijn eigen leerweg en ontwikkelruimte. Groei. Wij leggen de focus op de ontwikkeling van die talenten. Daarbij werken we aan zijn/haar competenties Duurzaam. De ontwikkeling van het individuele talent moet toekomstbestendig zijn en leiden tot (de wens om) levenslang leren.
vmbo Het vmbo in de leeftijdscategorie 12-16 jaar biedt de beroepsgerichte leerweg (de basis- en de kadervariant) en de gemengde leerweg op bijna alle locaties aan. Naast de basisvorming vindt een brede oriëntering plaats op plant, dier, bloem, voeding en groene ruimte. Uitvoeringslocaties zijn Almelo, Borculo, Doetinchem, Enschede en Twello. mbo Het mbo kent voltijd- en deeltijdopleidingen op niveau 1, 2, 3 en 4. Daarbij gelden brede in-, door- en uitstroommogelijkheden naar de beroepssectoren en de vervolgopleidingen. De mbo-opleidingen van AOC Oost zijn gegroepeerd in zogenaamde ‘werkvelden’. De opleidingen in een bepaald werkveld passen bij elkaar en zijn gebaseerd op interessevelden van potentiële studenten. Uitvoeringslocaties zijn Almelo, Doetinchem, Enschede en Twello. Doorlopende leerlijnen Omdat AOC Oost zowel vmbo als mbo verzorgt, biedt dit gelegenheid voor doorlopende leerlijnen. Op de locaties Almelo en Doetinchem biedt ‘Het Groene Lyceum’ onderwijs aan dat versneld leidt naar het hbo. In Enschede en Twello zijn VM2-experimenten opgezet met als doel een zorgvuldige overgang van vmbo naar niveau 2 onderwijs in het mbo.* Volwassenen onderwijs Naast het dagonderwijs verzorgt AOC Oost ook onderwijs voor volwassenen. De uitvoering hiervan gebeurt onder verantwoordelijkheid van AOC Oost Groeipunt. Groeipunt activeert kennis in bedrijfsleven en onderwijs door middel van: • cursus- en contractonderwijs; • cursussen op maat in-company voor bedrijven en organisaties; • bedrijfsopleidingen in de vorm van duale leertrajecten gebaseerd op eerder verworven competenties (EVC’s); • projectactiviteiten; • participatie in innovatieve netwerkorganisaties. Groeipunt verzorgt deze vormen van (cursus-)onderwijs zowel binnen als buiten de regio’s waarin wij gehuisvest zijn.
*) Per 2014-2015 is er geen instroom in VM2 meer mogelijk.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
11
Soort
Aantal leerlingen en studenten Het totaal aantal leerlingen/studenten bij AOC Oost in het schooljaar 2013-2014 bedroeg 5.237 en in het schooljaar 2014-2015 bedroeg het aantal leerlingen 5.212. In de onderstaande tabellen is de ontwikkeling van de aantallen opgenomen van de laatste jaren. Soort
Jaar 2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
vmbo (regulier)
1.459
1.516
1.632
1.748
LWOO
1.280
1.333
1.439
1.523
Totaal vmbo
2.739
2.849
3.071
3.271
mbo BOL
1.421
1.350
1.355
1.405
mbo BBL
1.130
844
811
536
Totaal mbo
2.551
2.194
2.166
1.941
225
198
173
73
mbo BBL reguliere BBL
905
646
638
463
mbo BBL
mbo BBL Groeipunt
1.130
844
811
536
Totaal
5.290
5.043
5.237
5.212
Soort 2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
BOL niveau 1
14
17
10
3
BOL niveau 2
258
254
296
275
BOL niveau 3
377
389
428
485
BOL niveau 4 Totaal mbo BOL BBL niveau 1
772
690
621
642
1.421
1.350
1.355
1.405
282
165
187
103
BBL niveau 2
401
343
286
213
BBL niveau 3
333
236
284
196
BBL niveau 4
114
100
54
24
1.130
844
811
536
Totaal mbo BBL
12
Jaar
Jaar 2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
Totaal mbo niveau 1
296
182
197
106
Totaal mbo niveau 2
659
597
582
488
Totaal mbo niveau 3
710
625
712
681
Totaal mbo niveau 4
886
790
675
666
* Voor voorgaande telperiodes zijn de aantallen overgenomen uit de definitieve foto van DUO, de aantallen uit de huidige periode zijn gebaseerd op voorlopige cijfers van 2014-2015.
Na 2010-2011 is er sprake van toename in de leerlingenaantallen vmbo. Ook in 2014-2015 is er weer groei (6,5%). Vooral de nieuwe school in Twello heeft te maken met exponentiele groei, zodanig dat in 2014 is besloten tot een stop op de aanmeldingen en een nevenvestiging is gestart in de voormalige basisschool De Wilpse Dijk. Het aantal studenten mbo is de afgelopen jaren steeds verder gedaald. In 2014-2015 zien we voor het eerst sinds jaren een lichte groei in het aantal BOL-studenten. Daarentegen is er een sterke afname in het aantal studenten BBL. Hierbij spelen wisselende aantallen studenten bij de bedrijfsopleidingen een grote rol, naast een algemene trend van afnemende BBL-dagopleidingen in tijden van onzekerheid. Zie verder bijlage 6: “Ontwikkeling Leerlingenaantallen AOC Oost”.
Juridische structuur en organisatiestructuur Rechtspersoon is de Stichting AOC Oost-Nederland, handelend onder de naam AOC Oost met als statutaire vestigingsplaats Doetinchem en kantoorhoudend te Lochem. Oprichtingsdatum is 1 januari 1998. Het bevoegd gezag van AOC Oost berust bij het College van Bestuur. Het College van Bestuur bestaat uit drs. W. Huiskamp en ir. P.M.J. Duijsings. Het College legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Het managementteam (locatiedirecteuren vmbo, directeur mbo, directeur Centrale Services) adviseert het College van Bestuur. De centrale ondersteuning bestaat uit drie eenheden: • onderwijs & kwaliteit; • control; • een centrale dienst (Centrale Services). Onderwijs & kwaliteit is direct geplaatst onder het College van Bestuur waarbij het bestuur de kaders voor de onderwijsagenda bepaalt en de diensten op het vlak van onderwijs & kwaliteit zich vooral richten op de lijnorganisatie als klant. Control richt zich op beoordelen en toetsen van sturings- en verantwoordingsinformatie en ressorteert direct onder het College van Bestuur.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Het organogram van de organisatie is als volgt weer te geven:
De Centrale Services bestaan uit de volgende diensten: • Human Resources (HR); • ICT; • Marketing, Communicatie & PR (MCP); • Facilitair Beheer; • Financiën.
College van Bestuur
Business Control
Onderwijs Oost BV Onderwijs & Kwaliteit
De Onderwijs Oost BV (oprichtingsdatum 9 juli 2012) is 100% dochter van de Stichting AOC Oost Nederland en werkt uitsluitend voor deze stichting. In de BV worden de volgende medewerkers aangesteld en gedetacheerd bij AOC Oost: • Medewerkers voor wie op termijn (nog) geen vaste reguliere formatieplaats kan worden gerealiseerd.; • Medewerkers waarvoor het van belang is om na te gaan of zij ook op langere termijn binnen een onderwijsorganisatie goed kunnen functioneren; • Medewerkers die nog niet voldaan hebben aan de eisen die worden gesteld aan de bevoegdheid; • Medewerkers met een AOC dienstverband die tijdelijk voor meer dan 5 uur per week worden uitgebreid.
vmbo Almelo Directeur 4 onderwijsteams ondersteuning
vmbo Borculo Directeur 2 onderwijsteams ondersteuning
Centrale Services Human Resources ICT Marketing, Communicatie & PR Facilitair Beheer Financiën
Gedurende het boekjaar waren 59,7 (2013: 41,2) werknemers in dienst bij Onderwijs Oost BV op basis van een volledig dienstverband.
vmbo
vmbo Doetinchem Directeur 4 onderwijsteams ondersteuning
Op 31 december 2014 waren in Onderwijs Oost BV 157 personen aangesteld, in totaal 81,7 fte. Een groot deel hiervan (48 personen, 10 fte) betrof uitbreidingen bij medewerkers met een AOC Oost dienstverband.
vmbo Enschede Directeur 3 onderwijsteams ondersteuning
In 2015 wordt de positie van de Onderwijs Oost BV getoetst aan de ontwikkelingen rond de Wet Werk en Zekerheid en de inhoudelijke wijzigingen in de cao mbo.
mbo
Directeur mbo dagschool 7 onderwijsteams ondersteuning
*
mbo Groeipunt Projectleiders ondersteuning
vmbo Twello Directeur 3 onderwijsteams ondersteuning
*) In 2014 is de inbedding van Groeipunt in de onderwijsteams verder versterkt.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
13
B.2 Verbeteren onderwijskwaliteit AOC Oost heeft als streven tot de top van de onderwijsinstellingen te willen behoren. Dat vereist een continue verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Om vast te stellen of we daarin slagen, meten we periodiek de tevredenheid van de leerlingen, het bedrijfsleven en de medewerkers en toetsen dit aan onze normen. Hiervoor hebben we een kwaliteitsmonitor ontwikkeld die bestaat uit twee niveaus. Te weten: A. Basiskwaliteit, dat is de beoordeling van opbrengsten en criteria zoals die worden gehanteerd door externe toezichthouders. B. Topkwaliteit, dat is de beoordeling van resultaten op basis van onze kernwaarden.
vmbo Kritische succesfactor
Kritische Prestatie Indicator
Slaagpercentage
AOC Oost 2012-13
AOC Oost 2013-14*
% geslaagden - Basisberoepsgerichte leerweg (BB)
97%
99%
% geslaagden - Kaderberoepsgerichte leerweg (KB)
92%
99%
% geslaagden - Gemengde leerweg (GL)
91%
97%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt - BB
99%
99%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt - KB
92%
97%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt - GL
95%
99%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - BB
96%
97%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - KB
85%
88%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - GL
83%
88%
Afwijking van het landelijk gemiddelde - BB
6,72
6,92
Afwijking van het landelijk gemiddelde - KB
6,17
6,41
Afwijking van het landelijk gemiddelde - GL
6,16
6,46
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - BB
-0,27
-0,37
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - KB
0,08
-0,03
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - GL
0,32
-0,09
Onderwijstijd
% van klassen dat voldoet aan de norm van 1000 uren contacttijd
99%
99%
Voortijdig schoolverlaters
Maximaal 1% vsv’ers in de onderbouw t.o.v. het totaal aantal leerlingen binnen de organieke eenheid
0,0%
0,2%
Maximaal 4% vsv’ers in de bovenbouw t.o.v. het totaal aantal leerlingen binnen de organieke eenheid
0,5%
0,1%
Onderbouw rendement
Basiskwaliteit AOC Oost gebruikt voor de bewaking van de basiskwaliteit een eigen Kwaliteitsmonitor. Daarin hanteren we normen die in veel gevallen boven die van de Onderwijsinspectie liggen en die bedoeld zijn om de basiskwaliteit te garanderen. De normen worden gedurende de periode 2011-2015 steeds scherper. In deze paragraaf wordt de basiskwaliteit van AOC Oost in beeld gebracht. De normen en de resultaten zijn voor verschillende jaren ook weergegeven in bijlage 8. Daarin is ook per locatie het resultaat vermeld. Ten opzichte van de nulmeting is de basiskwaliteit in 2013-2014 met name in het vmbo sterk verbeterd; in het mbo is sprake van stagnatie en op onderdelen zelfs verslechtering van opbrengsten.
Bovenbouw rendement
Gemiddeld cijfer eindexamen
Inspectiebezoeken Verschil SE-CE In 2014 hebben bijna alle leerwegen op alle locaties een basisarrangement. Uitzonderingen zijn de kadergerichte en gemengde leerweg op locatie Almelo. In een tussentijds kwaliteitsonderzoek zijn verbeteringen vastgesteld, maar de borging daarvan is nog onvoldoende.
* Dit betreffen de voorlopige resultaten. De landelijke gegevens zijn op dit moment niet bekend, waardoor niet kan worden bepaald of aan de norm wordt voldaan.
14
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
In de afgelopen jaren is gewerkt aan onderwijskwaliteit en de verbetering van resultaten. De cijfers laten zien, dat dat effect heeft gehad. Met name de indicatoren Gemiddeld Eindexamencijfer en verschil tussen schoolexamen en centraal examen zijn verbeterd. Bij de analyse van de eerdere resultaten bleek dat binnen de locaties de criteria voor leerlingen om naar hogere leerwegen te mogen, wisselend werden gehanteerd. Ondertussen zijn op alle vmbo-locaties deze criteria aangescherpt, hetgeen resulteert in lagere resultaten op indicatoren onder- en bovenbouwrendement. Om voor langere termijn het differentiatiebeleid te borgen, wordt op locaties gewerkt aan programma’s voor toetsen in de onderbouw.
Indicatoren mbo (opgave DUO)
Bij de beoordeling van de resultaten van de opbrengsten per locatie zien we dat de kwaliteit van de kadergerichte en gemengde leerweg in Almelo nog onvoldoende is. Jaarresultaat
mbo Kritische Succes Factor
Kritische Prestatie Indicator
AOC Oost 2012-13
AOC Oost 2013-14
Diploma/jaarresultaat
% crebo’s waarbij beide opbrengstindicatoren boven de AOC-norm* zitten
83,3%
70,5%
Leerresultaat rekenen en taal
% van eindexamenkandidaten dat voldoet aan minimumeis
100%
100%
Onderwijstijd
% crebo’s dat voldoet aan de inspectienorm onderwijstijd
100%
100%
Voortijdig schoolverlaters (VSV)
% vsv’ers mbo1 t.o.v. het totaal aantal studenten binnen de organieke eenheid
10%
22%
Voortijdig schoolverlaters (VSV)
% vsv’ers mbo2 t.o.v. het totaal aantal studenten binnen de organieke eenheid
6%
5%
Voortijdig schoolverlaters (VSV)
% vsv’ers mbo3 t.o.v. het totaal aantal studenten binnen de organieke eenheid
3%
3%
Voortijdig schoolverlaters (VSV)
% vsv’ers mbo4 t.o.v. het totaal aantal studenten binnen de organieke eenheid
2%
2%
Examinering
% goedgekeurde examenstandaarden
100%
100%
Diplomaresultaat
vsv%
AOC Oost
Sector
2011-2012
81,1%
71,1%
2012-2013
79,8%
74,7%
2013-2014
77,1%
74,6%
2011-2012
81,1%
71,6%
2012-2013
81,4%
75,4%
2013-2014
79,7%
75,5%
2011-2012
5,3%
6,6%
2012-2013
3,3%
4,3%
2013-2014
3,8%
4,6%
In bijlage 8 zijn de opbrengsten mbo nader toegelicht en gespecificeerd. Voor het gehele mbo zijn de resultaten voldoende. Toch is er ruimte voor enkele kanttekeningen. Het diploma- en jaarresultaat over 2013-2014 is lager dan voorgaande jaren. Het percentage VSV op niveau 1 is hoger (aantal 2013 versus 2014). In de schooljaren 2012-2013 en 2013-2014 worden de resultaten voor taal en rekenen niet meegenomen in de zak-/ slaagbeslissing voor het diploma. Iedere kandidaat voldoet daarom aan de wettelijke minimumeis. Pas vanaf 2014-2015 moeten studenten een minimumcijfer scoren voor de examens. Dit wordt gefaseerd ingevoerd. In eerste instantie alleen Nederlands en niveau 4, in de jaren daarop volgen rekenen en de lagere mbo-niveaus. *) De norm die wij hanteren is voor niveau 1 en 2 jaarresultaat 65% én diplomaresultaat 50% niveau 3 en 4 jaarresultaat 70% én diplomaresultaat 70%
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
15
Topkwaliteit
Medewerkersonderzoek
Topkwaliteit legt een relatie tussen de AOC kernwaarden en kwaliteitscriteria. Dit is nader uitgewerkt in onderstaande schema’s:
In december 2013 is het medewerkersonderzoek uitgevoerd door Effectory. In 2014 zijn de resultaten nader geanalyseerd en zijn verbeteracties uitgezet naar aanleiding van de resultaten. Het medewerkersonderzoek volgt een tweejarige-cyclus, dit betekent dat in 2015 het onderzoek opnieuw wordt uitgevoerd.
Kernwaarde uniek KSF
Kernwaarde groei KSF
Kernwaarde duurzaam KSF
succesvol door ons (leerling, student)
Gekend worden als individuele leerling/ student met eigen talenten en ontwikkelruimte
Leerwinst behaald voor leerling/student
In staat tot levenslang leren en de wil om dat te doen
succesvol met ons (relaties, bedrijven)
Gekend worden als belangrijke en gelijkwaardige relatie
Optimale bijdrage aan de realisatie van de bedrijfsontwikkeling
Bijdrage aan de continuïteit van het bedrijf
Gekend worden als individuele medewerker met eigen talenten en ontwikkelruimte
Aantoonbare loopbaanontwikkeling van medewerker
Een blijvende ontwikkeling van medewerkers
succesvol bij ons (medewerker)
Voor de verschillende relaties zijn de volgende indicatoren vastgesteld:
succesvol door ons (leerling, student)
Kernwaarde uniek Indicator
Kernwaarde groei Indicator
Kernwaarde duurzaam Indicator
Tevredenheid leerlingen/studenten/ ouders
% studenten dat in hun portfolio aantoonbare groei heeft in competenties
% vmbo -schoolverlaters dat 1,5 jaar na diplomering nog steeds dezelfde vervolgopleiding volgt. % mbo-schoolverlaters per opleiding dat 1,5 jaar na diplomering doorleert of werken en leren combineert.
succesvol met ons (relaties, bedrijven)
succesvol bij ons (medewerker)
16
Imago-onderzoek/ reputatiescan: klanttevredenheid
Medewerkertevredenheid
% bedrijven dat positief oordeel geeft over gerealiseerde doelstelling opleidingsplan en/of activiteiten (i.v.m. BPV)
% bedrijven dat opnieuw een bedrijfsopleiding inkoopt of BPV-plaats biedt
Gemiddelde beoordelingscore
% medewerkers dat van baan verandert (arbeidsmobiliteit)
Studenten en leerlingenonderzoek Studenttevredenheid en leerlingtevredenheid In 2014 heeft AOC Oost deelgenomen aan de landelijke tevredenheidsonderzoeken voor leerlingen (LAKS) en studenten (JOB). • Voor de vmbo-leerlingen is in het LAKS-onderzoek het gemiddelde rapportcijfer AOC Oost voor de school 7.0. Dit is gelijk aan het resultaat van het LAKS-onderzoek in 2012. Het resultaat ligt wel boven het landelijk gemiddelde van 6.9. • Voor de mbo-studenten is in het JOB-onderzoek het gemiddelde rapportcijfer AOC Oost voor de opleiding: 6.9. Dit is hoger dan het resultaat van het JOB-onderzoek in 2012. Het resultaat ligt echter onder het landelijk gemiddelde van 7.0. Uit zowel LAKS als JOB komen verschillende concrete suggesties om de tevredenheid te verbeteren. Hieraan wordt in de organisatie gevolg gegeven. Loopbaan schoolverlaters In juni 2014 zijn door DUO de vmbo- en mbo-(loopbaan)kaarten opgeleverd. Hiervoor zijn de schoolverlaters/ gediplomeerden anderhalf jaar nadien gevraagd naar wat ze zijn gaan doen en hoe zij terugblikken op school. De resultaten zijn als volgt: Schoolverlaters vmbo
Schoolverlaters mbo
• 75% van de schoolverlaters is een opleiding gaan volgen.
• 61% van de schoolverlaters is na de mboopleiding gaan werken.
• In totaal is 95% van de schoolverlaters gaan doorleren, dit is inclusief schoolverlaters die werken en leren combineren.
• 20% van de schoolverlaters is gaan doorleren na de mbo-opleiding.
• 99% van de doorlerende schoolverlaters is een mbo-opleiding gaan volgen.
• Van de schoolverlaters die zijn gaan werken, werkt 75% binnen dezelfde sector als de genoten mbo-opleiding.
• Bij 58.4% van de schoolverlaters is de vervolgopleiding in een andere sector dan de gevolgde opleiding.
• Van de schoolverlaters die zijn gaan doorleren, volgt 58% een vervolgopleiding binnen dezelfde sector als de genoten mbo-opleiding.
• 71% van de schoolverlaters vindt dat zij voldoende hulp hebben gehad bij het maken van een keuze voor vervolgopleiding /werk.
• Van de schoolverlaters niveau 4 die zijn gaan doorleren volgt 96% een hbo-opleiding.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
• 80% van de schoolverlaters zal opnieuw voor de opleiding bij AOC Oost kiezen.
In vergelijking tot de resultaten van 2013 blijkt het vmbo in 2014 op bijna alle onderdelen te zijn gedaald. Er zijn minder vmbo-schoolverlaters een opleiding gaan volgen of gaan doorleren. Ook vindt een lager percentage schoolverlaters dat zij voldoende hulp hebben gehad bij het maken van een keuze voor een vervolgopleiding of werk. Een positieve daling, is het percentage schoolverlaters dat in een andere sector een opleiding is gaan volgen. Dit betekent dat het percentage schoolverlaters dat in de groene sector een opleiding is gaan volgen, is toegenomen. Bij het mbo zijn minder schoolverlaters gaan werken na de opleiding. Ook is het percentage schoolverlaters dat is gaan doorleren gedaald. Dit betekent dat het percentage schoolverlaters dat iets anders is gaan doen of werkloos is, is toegenomen. Van de schoolverlaters die zijn gaan doorleren volgen meer schoolverlaters een opleiding in de groene sector.Voor het mbo bieden ook de resultaten van de School-Ex vragen goede aanknopingspunten. Deze resultaten zijn per januari 2015 bekend (zie voor uitgebreide resultaten bijlage 13). Oudertevredenheid In maart-april 2014 werd een tevredenheidsonderzoek onder ouders van vmbo-leerlingen gehouden. De 767 ingevulde enquêtes gaven op alle onderdelen ruim voldoende en liggen allen boven de AOC Oost norm. De hoogste scores werden gegeven aan veiligheid en duidelijkheid. Het respectvol omgaan met elkaar en door docenten ligt hieraan ten grondslag. De laagste score had betrekking op de ondersteuning en begeleiding.
Onderwijsdesign vmbo
Onderwijsdesign mbo Focus op vakmanschap vormde uiteraard ook in 2014 voor AOC Oost een katalysator voor het herontwerp van het mbo-onderwijs. Dit herontwerp is een van de centrale actiepunten in het Strategisch Beleidsplan 2011-2015. In 2014 staan alle mbo-activiteiten onder leiding van één directeur. De activiteiten van Groeipunt worden verder geïntegreerd in de reguliere mbo-organisatie. De vereiste wijzigingen in de uitvoering van het mbo rond intensivering en nieuwe kwalificatiedossiers benutten we binnen AOC Oost voor een herontwerp van de opleidingen. De basis hiervoor ligt in het leerlijnenmodel (De Bie, 1999). Dit leerlijnenmodel is verder uitgewerkt door werkveldgroepen en focusgroepen. Deze werkveldgroepen en focusgroepen bestaan uit docenten vanuit de verschillende disciplines en een teamleider die voorzitter van de groep is. Zij werken aan een opdracht die door het MBO-MT is vastgesteld. In 2014 zijn 4 werkconferenties gehouden waarin de uitkomsten van de groepen met alle docenten van het mbo zijn gedeeld en aanvullend werkopdrachten zijn uitgevoerd. Ook in 2015 worden deze conferenties gehouden. Tijdens deze werkconferenties ligt, in de aanloop naar 1 augustus 2016, de nadruk op de ontwikkeling van curricula en leermateriaal. Per 1 augustus 2014 hebben alle scholen de opdracht gekregen de mbo opleidingen te intensiveren en te verkorten. Deze maatregel, onderdeel van Focus op vakmanschap, is de eerste maatregel die geïmplementeerd werd. Deze intensivering van opleidingen betekende voor alle opleidingen een verandering in het programma, studenten zijn vanaf schooljaar 2014-2015 immers meer uren op school. Daarnaast geldt voor de niveau 4 opleidingen, met uitzondering van Dierenartsassistent paraveterinair, dat de opleidingen zijn verkort van 4 naar 3 opleidingsjaren. In 2014 is door alle teams gewerkt aan aanpassingen in het curriculum, zodat wordt voldaan aan de eisen rondom intensivering en verkorting.
Binnen AOC Oost wordt op vijf locaties vmbo onderwijs verzorgd. De ontwikkelingen op de locaties lopen op sommige punten uiteen, maar liggen op andere vlakken dicht bij elkaar. Immers, iedere locatie heeft te maken met dezelfde wettelijke kaders, landelijke ontwikkelingen en trends. Binnen AOC Oost is het tevens van belang dat iedere vmbo locatie zijn eigenheid kan behouden en ontwikkelen. De onderwijskundigen zijn op alle locaties in gesprek gegaan met het locatie managementteam om de onderwijskundige uitgangspunten in kaart te brengen. De verwachting is dat de vernieuwing in het vmbo en harmonisatie van de groene examenprogramma’s vanaf schooljaar 2017-2018 een nieuwe onderwijskundige impuls aan het vmbo zullen geven. Om deze implementatie goed voor te bereiden is vanaf de zomer 2014 binnen AOC Oost veel gesproken over de visie op het nieuwe examenprogramma en de kansen die het nieuwe examenprogramma ons biedt. In 2015 wordt op de locaties verder gewerkt aan de onderwijskundige vormgeving. Voor het vmbo zijn tevens gezamenlijke speerpunten geformuleerd voor opbrengst gericht werken, examinering en toetsing, taal, rekenen, passend onderwijs en onderwijsdidactiek. Met de vmbo-directeuren, die elk verantwoordelijk zijn voor één van de speerpunten, zijn resultaatafspraken gemaakt middels ontwikkelopdrachten. Overstijgend doel is tot een efficiënte afstemming te komen van ontwikkelingen die voor het gehele vmbo spelen door kennis en kunde van de locaties te bundelen. In het zogenaamde ‘management overleg vmbo’ stemmen de speerpunthouders hun activiteiten locatieoverstijgend af.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Stolpersteine Almelo In de Grotestraat te Almelo werden vijf Stolpersteine gelegd ter nagedachtenis aan de Joodse familie Berg die er tot de Tweede Wereldoorlog een groentezaak had. De stenen zijn geplaatst door studenten van Natuur & Groene Ruimte leerjaar 4. De studenten vonden het bijzonder dat zij mee mochten werken aan het project.
17
‘Praktijkleren nieuwe stijl’ Met ingang van 1 januari 2016 wordt de bekostiging van Praktijkleren via de Groene Impulsgelden beëindigd. Aangezien AOC Oost het Praktijkleren een warm hart toedraagt, is een werkgroep samengesteld die voor zomer 2015 met voorstellen zal komen hoe aan Praktijkleren een zinvol en betaalbaar vervolg gegeven kan worden. Er zal meer een koppeling worden gemaakt met het regionale bedrijfsleven, kenniswerkplaatsen, regioleren, projectonderwijs en leerlingstichtingen. Doel is om het Praktijkleren en daarmee dus de verworvenheden van leren in en om de praktijk in het onderwijs blijvend te borgen voor de toekomst.
Toelatingsbeleid
Verder is AOC Oost via de AOC Raad vertegenwoordigd in een tweetal Transfer of Innovation projecten (Leonardo da Vinci): • QAFP: Quality Assurance of Foreign Placements. Dit project dat 31 december 2014 is afgelopen, heeft geleid tot de benoeming van zgn. local agents in de projectpartnerlanden via welke erkende stagebedrijven gevonden kunnen worden. • ECVET-STEP: De bedoeling van dit project is om de invoering van ECVET te vergemakkelijken. Dus de erkenning van leerresultaten van internationale mobiliteit te vergemakkelijken. Hiervoor worden enkele hulpmiddelen ontwikkeld die men online kan benaderen. Het is de bedoeling dat de leerresultaten van mobiliteit worden beschreven als “learning outcomes”, vergelijkbaar met “werkprocessen”. Dit project loopt door in 2015.
De toelating en plaatsing van leerlingen en studenten wordt volgens de wettelijke kaders uitgevoerd. In 2014 is het toelatingsbeleid mbo verder doorontwikkeld. Tevens wordt bij alle mbo-studenten die zich aanmelden voor een opleiding de AMN Insight Intaketest afgenomen. Tijdens deze 1,5 uur durende test worden er vragen gesteld over de persoonlijkheid en de capaciteiten van de student. De cognitieve testen meten de verbale- en numerieke aanleg, ruimtelijk inzicht, redeneervermogen en evaluatievermogen. Met behulp van de persoonlijkheidstest worden de intrinsieke motivatie en de persoonlijkheid van de student in beeld gebracht. Door de Insight intaketest kan een match worden gemaakt tussen de testuitslag van de student en de uitstroomrichtingen in de kwalificatiedossiers. Daarmee is in één oogopslag helder welke opleidingen het beste passen. De testresultaten van het onderzoek komen onder andere aan bod tijdens het intakegesprek. Tijdens dit gesprek wordt samen met de student nagegaan of de opleidingskeuze van de student de juiste is en welke leerweg het beste bij hem/haar past. Bij de afname van de test wordt de gedragscode AMN in acht genomen.
Internationalisering Er is een nieuwe Beleidsnotitie geschreven die als basis dient voor het toekomstige internationaliseringsbeleid binnen de organisatie. Tijdens een themabijeenkomst van het management van AOC Oost op 10 december 2014 is de beleidsnotitie besproken en is aangegeven dat er “robuust” op internationalisering moet worden ingezet. Er wordt een nieuwe coördinator ‘internationale activiteiten’ (coördinatie, organisatie en administratie) gezocht, die de activiteiten opnieuw gaat structureren en coördineren. In 2014 zijn veel kleinschalige initiatieven ontplooid om internationale activiteiten te organiseren op de verschillende onderwijslocaties en naar diverse landen. Het gaat hierbij om werkbezoeken, stages, excursies en BPV in het buitenland. Binnen Europa zijn de volgende landen bezocht: Tsjechië, Finland, Zweden, Duitsland, Denemarken, Spanje, Frankrijk, Engeland, Italië, Turkije, België, Polen. Buiten Europa waren dat: Oeganda en Kenia. Daarnaast is van de Leonardo da Vinci projectsubsidies gebruik gemaakt door 4 docenten (Dynamic Design) van de locatie Almelo voor een studiereis naar Italië van circa € 5.000,-. Dit kan nog beter, want slechts een kwart van wat er eventueel voor docentenmobiliteit beschikbaar was, is ingezet. Circa 60 mbo-studenten van AOC Oost hebben voor hun buitenlandstage via Leonardo da Vinci ruim € 31.000,- aan subsidie ontvangen.
18
Medewerkers Felua-groep geslaagd voor hun Trekkerrijbewijs Een groep van acht personen, in leeftijd variërend van 16 tot 63 jaar, nam deel aan de maatwerkcursus Trekker rijden op locatie bij Felua-groep in Heerde. Zes van de acht deelnemers zijn geslaagd! De heer Van Rooij, teammanager van Felua-groep is enthousiast over het behaalde resultaat en is erg tevreden over de wijze waarop Gerard Ruhof heeft lesgegeven. Hij vond dat de docent het vanaf dag één goed heeft aangepakt. Van Rooij: ‘De docent had gelijk door waar de individuele mogelijkheden lagen en heeft daar heel goed op ingespeeld. Er werd zelfs gedacht aan de kleine dingen zoals petjes af tijdens de les, hoe wordt er naar elkaar geluisterd, op elkaar gereageerd en met elkaar omgegaan. Dit maakt dat er ook in de sociale vaardigheden weer bij is geleerd de afgelopen vier dagen.’
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
B.3 Verbeteren professionaliteit
Ziekteverzuim
Aantallen medewerkers en veranderingen Het aantal medewerkers is zowel in fte als in absolute aantallen in 2014 afgenomen binnen de Stichting AOC Oost-Nederland. Aanleiding hiervoor is de keuze om de personeelskosten te verlagen met het oog op continuïteit. De afname is gebaseerd op twee keuzes: • een beperkte bijstelling van de ratio’s tussen het aantal leerlingen/studenten en de fte voor zowel onderwijstaken als onderwijsondersteunende taken; • een afname van activiteiten die niet direct gekoppeld zijn aan de primaire onderwijstaken, zoals extern gefinancierde projectactiviteiten. Door een groei in de leerlingenaantallen zijn er in 2014 meer medewerkers aangesteld via Onderwijs Oost BV. Stichting AOC Oost 31-12-2012
31-12-2013
31-12-2014
Aantal fte
500
455
445
% primair proces
70%
71%
70%
% bepaalde tijd
11%
4%
1%
Aantal medewerkers
595
551
541
In de bovenstaande tabel is te zien hoe het personeelsbestand van de stichting de laatste 3 jaar is afgenomen van 500 fte in 2012 naar 445 fte in 2014. De krimp zit met name in het aantal medewerkers met een contract voor bepaalde tijd, daar is een daling te zien van 11% in 2012 naar 1% in 2014. De oorzaak hiervan is met name gelegen in het feit dat tijdelijke uitbreidingen worden ondergebracht in Onderwijs Oost BV. Een andere reden van de afname van het personeelsbestand is gelegen in het natuurlijk verloop. Personeel extern ingeleend1 Aantal fte % primair proces Aantal medewerkers
31-12-2012
31-12-2013
31-12-2014
47
48
82
76%
78%
87%
77
92
158
Het aantal medewerkers dat extern wordt ingeleend is de laatste jaren sterk toegenomen. Het aantal aanstellingen binnen Onderwijs Oost BV is toegenomen van 41 fte in 2013 naar 82 fte in 2014. Hierdoor heeft AOC Oost kosten kunnen besparen en de medewerkers betere arbeidsvoorwaarden kunnen bieden. Onder Onderwijs Oost BV vallen ook de tijdelijke uitbreidingen van het dienstverband van medewerkers bij AOC Oost. 1
Het ziekteverzuimpercentage bedroeg in 2014 4,87% (2013: 4,91%). De melding frequentie is sterk afgenomen (2014: 1,07; 2013: 1,33), de duur van de ziekmelding is toegenomen (2014: 16,59 dagen; 2013: 15,18 dagen). Dit houdt in dat medewerkers zich gemiddeld genomen minder vaak ziek melden, maar wel voor een gemiddeld langere duur. In 2013 is gestart met een actievere begeleiding van het ziekteverzuim in de vorm van begeleiding door een externe case manager. De ervaringen met deze aanpak zijn niet positief waardoor er vanaf januari 2015 van start wordt gegaan met een nieuwe verzuimaanpak; het eigen regie model. Het doel van het eigen regie model is om het ziekteverlof terug te dringen door ziekteverlof binnen de organisatie nog beter bespreekbaar te maken en bovenal om meer betrokken te blijven bij zieke medewerkers. De leidinggevende en medewerker zijn binnen dit model beiden verantwoordelijk voor het verloop van het ziekteverlof en indien nodig wordt de bedrijfsarts of een andere partij ingeschakeld.
Voortgang IPB gesprekkencyclus In het begin schooljaar 2013 is de tweejarige IPB gesprekkencyclus voor de tweede keer van start gegaan. Van 537 medewerkers vormden het doelstellingengesprek het startschot van een cyclus die werd gevolgd door voortgangs- en functioneringsgesprekken en in de loop van 2015 wordt afgesloten met een beoordelingsgesprek. De resultaten van de IPB gesprekkencyclus zijn opgenomen in bijlage 7.
Promotiebeleid Na een interne selectieprocedure medio 2014 zijn er met ingang van 1 augustus 2014 22 geselecteerde senior docenten benoemd. De doelstelling van AOC Oost is dat 20% van de docenten senior docent (LC inschaling) is. In onderstaande tabel is de huidige verdeling zichtbaar gemaakt. Salarisschaal
2013
fte
2014
fte
Docent LB
83%
237
77%
221
Docent LC
17%
49
23%
66
Strategisch Personeelsbeleid (SPB) Vanaf 1 oktober 2014 wordt in opdracht van het CvB een plan ontwikkeld voor het Strategisch Personeelsbeleid (SPB) van AOC Oost. In de afgelopen jaren is er al veel beleid geformuleerd met betrekking tot personeel. Doel van het te ontwikkelen Strategisch Personeelsbeleidsplan is om verbinding te vormen en samenhang te garanderen tussen de diverse plannen en uitvoering van het beleid. Daarnaast heeft het Strategisch Personeelsbeleidsplan tot doel om richting te geven aan toekomstscenario’s, die betrekking hebben op de ontwikkeling van o.a. leerlingaantallen, formatie, financiering, arbeidsmarkt en werkgeverschap. Het plan wordt gebaseerd op de missie, visie en kernwaarden van AOC Oost, de cao en het professioneel statuut.
Onder extern ingeleend personeel wordt de inleen van medewerkers middels Onderwijs Oost BV of Randstad
verstaan.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
19
B.4 Verbeteren organisatie
Huisvesting
Sturing binnen de organisatie: mandaatcontract In het strategisch beleidsplan is onder de noemer “vertrouwen” de wijze van sturen binnen AOC Oost verwoord in de zin “Wij sturen op resultaat door binnen kaders professionele ruimte te geven”. De verantwoordelijkheid voor de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het beleid van de locaties (vmbo, mbo en centraal) wordt in deze benadering belegd bij de integraal verantwoordelijke directeuren. Het College van Bestuur doet dit in het vertrouwen dat het die verantwoordelijkheid geeft aan professionals, die op basis van scholing en coaching voortdurend bezig zijn met hun competenties en daardoor groeien in hun persoonlijke ontwikkeling. Directeuren krijgen de ruimte om binnen de vastgestelde kaders de eigen locatie te profileren en de creativiteit van het personeel tot volle groei te laten komen. Hierbij is het principe van voorkoppel- en hulpplicht een belangrijk uitgangspunt. Het bestuur maakt met elke directeur jaarlijks prestatieafspraken (wat te bereiken). De strategische en formele beslisruimte van de directeuren (hoe te bereiken) is vastgelegd in een mandaatcontract. Hierin is aangegeven waar de grenzen van de verantwoordelijkheden liggen en wat daardoor de beslisruimte is. De allesomvattende kernbepaling is dat een directeur er niet de oorzaak van zal zijn of toestaan dat door hem/haar zelf of onder zijn/haar leiding activiteiten en praktijken, besluiten en omstandigheden plaatsvinden, die onwettig of onreglementair zijn, dan wel in strijd met het beleid van AOC Oost, het gezond verstand of de ethiek.
Sturing binnen de organisatie: normatief kader AOC Oost is onderdeel van een veranderende maatschappij. Ook AOC Oost heeft in 2014 te maken gehad met situaties die achteraf als normoverschrijdend of ongewenst kunnen worden aangemerkt. Daarbij gaat het om incidenten tussen leerlingen/studenten onderling, maar ook om situaties waarbij medewerkers waren betrokken. Om iets als grensoverschrijdend aan te duiden, vereist dat ieder zich bewust is van wat we met elkaar “normaal” vinden. Daartoe zijn in 2014 verschillende acties uitgezet:
De nieuwe schoolomgeving van de locatie Twello heeft een grote aantrekkingskracht op de instroom in het vmbo. Omdat ook in 2014 sprake was van meer instroom dan verwacht, is in overleg met de gemeente Voorst de voormalige basisschool “Wilpse Dijk” in gebruik genomen als tijdelijke voorziening. In 2014 heeft de gemeenteraad van de gemeente Voorst het bestemmingsplan Meester Zwiersweg goedgekeurd, zodat in 2015 de laatste fase (met inrichting van parkeervoorzieningen en opslagruimte) kan worden afgerond. In 2014 is gestart met een interne verkenning van mogelijkheden om op lange termijn te kunnen voorzien in adequate huisvesting van vmbo en mbo in Doetinchem.
Bedrijfsvoering In 2014 is de HR dienstverlening op basis van AFAS verder uitgebreid. Vanaf augustus 2014 verloopt ook de projectadministratie via AFAS en zijn alle voorbereidingen getroffen om per 2015 de hele financiële administratie via dit systeem te voeren. Rond het meerjarenhuisvestingsbeleid is de informatie over het vastgoedpark afgerond en opgeleverd in een digitaal model met daarin ruimtenormen, financiële normen voor investeringen en exploitatie en een beschrijving van de kwaliteit van huisvesting in relatie tot duurzaamheid, comfort, flexibiliteit en functionaliteit. Op basis hiervan kunnen scenario’s worden doorgerekend.
Financiële continuïteit In 2014 is de balans tussen inkomsten en uitgaven hervonden. Vooral op personeelsuitgaven is een reductie doorgevoerd, die per schooljaar 2013-2014 is ingezet. Gezien de komende ombuigingen rond doelsubsidies, passend onderwijs en financiering van mbo zijn ook voor de lange termijn aanpassingen in het personeelsbestand niet uitgesloten. Als gevolg van de in de cao mbo gemaakte afspraken over het inzetbaarheidskader, zullen deze aanpassingen vooral in het ondersteunende personeel plaatsvinden.
• Op de locatie Enschede is met alle vmbo klassen een aantal activiteiten uitgevoerd rondom respectvol met elkaar omgaan en het formuleren van gedragsregels. Elke klas heeft zich “gecontracteerd” aan een aantal verbeterpunten. • Door de externe vertrouwenspersoon zijn workshops gehouden over integer omgaan met leerlingen. • Het College van Bestuur en directeuren hebben een workshop gehouden over het thema integriteit, zowel in onderwijs als in bedrijfsvoering. Deze discussie vond plaats aan de hand van een onderzoek onder de MT-leden naar integriteitsrisico’s. Eind 2014 is een intern onderzoek gestart naar de beleving van veiligheid en integriteit in de school. De resultaten daarvan vertalen we in 2015 naar organisatiewaarden rond integer en respectvol werken.
20
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
B.5 Vertrouwen
Overleg met de Raad van Toezicht
Organogram van governance
In bijlage 2 zijn de samenstelling, het rooster van aftreden en de nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht weergegeven. In onderstaande tabel zijn de onderwerpen van het overleg van Raad van Toezicht met College van Bestuur vermeld.
AOC Oost past onverkort de code “Goed Bestuur in de mbo-sector” toe. De bijbehorende soft en hard controls worden integraal gehanteerd. In onderstaand schema wordt weergegeven hoe governance, toezicht en horizontale dialoog binnen AOC Oost zijn vormgegeven.
Raad van Toezicht
Ondernemingsraad
College van Bestuur
Ouder Advies Raad
Onderwerp
Besluit
Hanteren branchecode goed bestuur mbo
20 januari 2014
Toepassen beloningsclassificatiesysteem bestuurders mbo-instellingen 2013 en de adviesregeling honorering toezichthouders 2013
20 januari 2014
Uitbreiding Raad van Toezicht met nieuw lid uit de groene sector
20 januari 2014
Samenwerking in Coöperatie Zuivelopleidingen Nederland UA
vmbo vmbo Almelo Leerlingenraad
Studentenraad
Overleg bedrijfsleven (sectorraden)
Ouder Advies Commissie
vmbo Borculo Leerlingenraad
Voorzittersoverleg sectorraden
Ouder Advies Commissie vmbo Doetinchem Leerlingenraad Ouder Advies Commissie vmbo Enschede Leerlingenraad Ouder Advies Commissie
vmbo Twello Leerlingenraad Ouder Advies Commissie
14 april 2014
Bijstelling begroting 2014
14 april 2014
Verkenning huisvesting locatie Doetinchem
14 april 2014
Profiel nieuw lid Raad van Toezicht
14 april 2014
Uitwerking openbare criteria nevenfuncties Raad van Toezicht en CvB in het kader van Governance
14 april 2014
Aankoop grond te Twello
8 september 2014
Vestiging kwalitatieve verplichting te Almelo
17 november 2014
Begroting 2015
17 november 2014
Kaderbrief 2015
17 november 2014
Reglement Raad van Toezicht en commissies
17 november 2014
Herbenoeming voorzitter Raad van Toezicht
17 november 2014
Rapportage voortgang SBP Bestuursverslag Rapportage financiële cijfers
Informatie ontvangen
20 januari 2014
Geïntegreerd Jaardocument 2013 mbo dagschool
Goedkeuring gegeven
Elk kwartaal Elke vergadering Elk kwartaal
De vermelde data zijn de vergaderdata van de RvT
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
21
Overleg Ondernemingsraad Onderwerp
Instemming gegeven
Regeling IPB-gesprekkencyclus
13 januari 2014
Aanpassing reglement personeelsadviesraden (PAR)
13 januari 2014
Experiment vakmanschapsroute te Enschede
13 januari 2014
Bindingstoelage en IPB
Positief advies gegeven
Overleg met studenten In 2013 is de centrale studentenraad opgestart. De centrale studentenraad heeft in 2014 maandelijks vergaderd, waarbij elke keer of het College van Bestuur of een mbo-vertegenwoordiger aanschoof.
17 maart 2014
Vakantie- en verlofregeling medewerkers 2014/2015 en 2015/2016
12 mei 2014
Wijziging ratio’s formatie schooljaar 2014/2015
19 mei 2014
In 2014 is veel tijd besteed aan de relatie met de achterban en het zorgen voor voldoende leden van de Raad. Dit heeft onder andere geresulteerd in een bijstelling van het reglement van de Studentenraad.
Functiebouwwerk Centrale Services
27 oktober 2014
Aanvraag onderwijskundig experiment technologieroute (het Groene Lyceum)
27 oktober 2014
Invoering van ‘Eigen regie model’ ARBO 2015
24 november 2014
Wijziging examenreglement mbo 2014/2015
24 november 2014
Over de volgende onderwerpen is eind 2014 het overleg met de OR nog niet afgerond: • Werkkostenregeling en consequenties daarvan per 2015; • Reorganisatieplan mbo; • Taakverdelingsbeleid op basis van de nieuwe cao mbo. Gedurende het jaar is de ondernemingsraad geïnformeerd over onderwerpen als reorganisatie van het mbo, voorbereiding strategisch beleidsplan, wijziging administratieve inrichting. Deze onderwerpen worden in 2015 afgerond.
Overleg vakbonden Op 7 november 2014 vond het jaarlijks georganiseerd overleg met de vertegenwoordigers van de vakbonden plaats. Agendapunten waren het jaardocument 2013 en de implementatie van de in juli 2014 vastgestelde cao mbo. Verder zijn de vakbonden bijgepraat over passend onderwijs.
Overleg met leerlingen Het overleg met leerlingen vmbo vindt plaats via de leerlingraden per locatie. Om als College van Bestuur toch een indruk te krijgen van wat er speelt op de locaties, is het jaarlijks lunchgesprek ingevoerd. Op elke locatie vindt overleg plaats tussen een delegatie vmbo-leerlingen en het College van Bestuur over het onderwijs en de organisatie waarbij ook de sfeer en omgang met elkaar in relatie tot sociale veiligheid en pestgedrag aan de orde komt. In de gesprekken blijkt dat leerlingen spontaan aangeven wat beter zou kunnen, maar ook wat goed gaat in hun ogen. Over het algemeen beoordelen de leerlingen onze scholen positief.
22
Zij vinden ook dat de scholen in veel gevallen voldoen aan de geschetste verwachtingen tijdens de open dagen. Desgevraagd hebben leerlingen in de lunchgesprekken een cijfer variërend van een 7,2 tot 8,3 gegeven voor hun school. Deze cijfers zijn ongeveer gelijk aan de score van 2013. De geanonimiseerde verslagen worden verspreid onder de studenten aan de gesprekken en vormen input voor onze interne kwaliteitsmonitoring.
In 2014 zijn vier adviesvragen door de Studentenraad besproken en goedgekeurd: • Een verzoek voor een afwijking van de geplande onderwijstijd voor de opleidingen niveau 2 in het cluster Agro. • De inrichting van de opleidingen met oog op meer samenhang en consequenties voor reizen door studenten. • De wijze van registratie van de bpv-tijd vanuit samenhang met opleidingsplan. • De keuze voor eenzelfde vakantieplanning voor het mbo vanaf 2015-2016, die niet in elke regio aansluit op de vakanties van het voortgezet onderwijs. Door de studentenraad is aandacht gevraagd voor de communicatie van de mbo-leiding naar studenten. Naar studenten moet duidelijk worden gecommuniceerd over wat er van hen wordt verwacht. Nu is dat niet altijd helder. De werkwijzen in het mbo veranderen (te) vaak, zonder dat duidelijk is waarom en wat het moet opleveren. Verder vinden ze dat de communicatie van de docenten tussen locaties verschilt; docenten zijn sterk gefocust op eigen locatie (een rooster, een vakantieplanning etc). en te weinig op het totale onderwijsprogramma voor de student. Ook kan de communicatie naar ouders over de veranderingen beter. (“Ook al ben je 18plus, je ouders willen toch weten waar je mee bezig bent en wat waarom verandert. Nu kun je dat als student zelf nauwelijks uitleggen, waardoor ook je ouders met vragen blijven zitten.”)
Overleg Ouder Advies Raad Binnen AOC Oost hanteren College van Bestuur en Raad van Toezicht de Governance Code mbo. In deze code wordt een groot belang toegekend aan de horizontale dialoog met stakeholders. Conform de Wet Medezeggenschap Educatie en Beroepsonderwijs (WMEB) is AOC Oost verplicht een ouderraad c.q. ouder advies raad in te stellen, welke in het bijzonder de belangen van leerlingen tot 18 jaar behartigt. AOC Oost heeft derhalve een Ouder Advies Raad (OAR), welke vier tot vijf keer per jaar overleg voert met het College van Bestuur.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
De OAR wordt gevormd door vijf voorzitters en vijf ouders van de door de locaties ingerichte Ouder Advies Commissies. Tijdens deze vergaderingen worden de leden van de raad uitvoerig geïnformeerd over de kwaliteit en de resultaten van het geboden onderwijs. Dit gebeurt door middel van het overleggen van inspectierapporten en de jaarlijkse onderwijsresultaten. Tevens wordt er gevraagd en ongevraagd advies gegeven. Voor het vaststellen van de vakantieregeling en de beroeps- en klachtenregeling voor ouders en leerlingen is instemming nodig van de OAR. (zie voor een gedetailleerd overzicht van de dit jaar behandelde thema’s onderstaand schema). Onderwerp
Instemming gegeven
Positief advies gegeven
Bereikbaarheid vertrouwenspersonen
11 februari 2014
Reflectie OAR
15 april 2014
Profielen voorzitter/leden OAC - servicedocument
11 februari 2014
11 februari 2014 15 april 2014
Link website OAC 11 februari 2014
(Vijf) speerpunten vmbo
11 februari 2014 15 april 2014
Tevredenheidsonderzoeken - uitkomsten medewerkersonderzoek - uitkomsten oudertevredenheidsonderzoek vmbo
11 februari 2014 15 april 2014 17 juni 2014
Huisvesting Doetinchem
11 februari 2014
Nieuwe beroepsgerichte programma vmbo
11 februari 2014
Procedure leden werven OAC Passend Onderwijs - inventarisatie schoolondersteuningsprofielen - stand van zaken
Het overleg tussen AOC Oost en het bedrijfsleven over de kwaliteit van het mbo geschiedt in de zogenaamde sectorraden mbo. Deze sectorraden zijn georganiseerd naar bedrijfstak. AOC Oost wordt in deze sectorraden vertegenwoordigd door een of meerdere teamleiders. In de sectorraden wordt door de teamleiders gesproken over de inhoud van het onderwijs en de uitvoering van de examinering. De sectorraden hebben in 2014 met name overleg gehad over de wijzigingen als gevolg van focus op vakmanschap. De sectorraden melkveehouderij en agrarisch loonwerk hebben expliciet goedkeuring gegeven aan een afwijking van de geplande onderwijstijd voor de opleidingen niveau 2 in het cluster Agro. Het College van Bestuur heeft in 2014 met de colleges van de AOC’s in 4Groen*
11 februari 2014
Reglement OAC - addendum Vakantieregeling onderwijsdeelnemers 2014/2015
Informatie ontvangen
Overleg met bedrijfsleven over mbo
15 april 2014 15 april 2014 17 juni 2014 30 september 2014
Inspectiebezoek Almelo
15 april 2014
Voorlopige examenresultaten
17 juni 2014
Voortgang klachten
17 juni 2014
Informatievoorziening gescheiden ouders
17 juni 2014
Politieke ontwikkelingen t.a.v. groen onderwijs
30 september 2014
Jaarverslag 2013 (vmbo)
30 september 2014
Politieke ontwikkelingen t.a.v. groen onderwijs
30 september 2014
Benoeming nieuwe directeur Enschede
30 september 2014
opdracht gegeven om het overleg met bedrijfsleven tussen de instellingen gezamenlijk op te pakken. Eind december 2014 vond daarom met LTO-noord een bijeenkomst plaats met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven het onderwijs voor de regio Noord- en Midden Nederland. Voor groen/grond/infra vindt al instelling overschrijdend regulier overleg plaats in een aparte bedrijfstakgroep. Met andere sectoren is het overleg minder gestructureerd. Het College van Bestuur heeft een bijdrage geleverd aan een bijeenkomst voor bestuurders uit de sector VHG rondom vernieuwingen in het onderwijs. Via werkbezoeken rondom bedrijfsopleidingen is een groot aantal bedrijven bezocht. Ook biedt betrokkenheid bij regionale initiatieven (Achterhoek 2020, Groene Kennispoort Twente, Innovatieplatform Stedendriehoek) gelegenheid om opvattingen met het bedrijfsleven te delen.
Nieuwe kansen voor samenwerking onderwijs en bedrijfsleven in de groene economie De Kenniswerkplaats Achterhoek (KWPA) is dit voorjaar opgericht door AOC Oost. Het heeft als doel om samen met ondernemers in de biobased economie een opleidingsaanbod voor studenten te realiseren waarvoor in de regio arbeidsperspectief is. Daarnaast worden de ondernemers in diverse projecten ondersteund bij het realiseren van innovaties. Na een succesvolle eerste kenniscarrousel bij Waterstromen met docenten, teamleiders en projectleiders van diverse onderwijsinstellingen heeft een tweede bedrijfsbezoek plaats gevonden bij Dorset in Aalten.
*) 4GROEN is een samenwerkingsverband tussen AOC Oost, De Groene Welle, Terra en Nordwin College.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
23
Klachten Klachten geven een indicatie over de kwaliteit van onderwijs en organisatie. Voor de melding en bewaking van klachten beschikt AOC Oost over een klachtenregistratiesysteem. In 2014 ontvingen we 32 klachten, die als volgt zijn uitgesplitst. Locatie
Almelo Borculo
Doetinchem
Afdeling
Relatie
Inhoud
vmbo
ouder/verzorger
Schoolorganisatie, docent
totaal vmbo
vmbo
Schoolkamp
ouder/verzorger
Toelating, informatievoorziening, stage, lesuitval
Twello
mbo
4
medewerker
Professionalisering
1
ouder/verzorger
Disciplinaire maatregelen, communicatie (2), toepassing privacyreglement
ouder/verzorger
Toetsing, lesuitval, lesrooster
student
Toelating, vernieling, studieadvies, lesrooster
4
ouder/verzorger
Toelating (2), communicatie, voortgang studie, examinering, uitschrijving
6
BPV-bedrijf
Communicatie (2)
10
vmbo Centrale Services
mbo totaal
24
De klachtenregeling is in 2014 geëvalueerd onder de studentenraad, ondernemingsraad, externe klachtencommissie, externe vertrouwenspersoon en interne vertrouwenspersonen. Dit zal in 2015 leiden tot een herziende klachtenregeling.
1
5
4 3
0
totaal
Van de 32 klachten in het klachtenregistratiesysteem zijn eind 2014 30 klachten afgerond. Deze klachten zijn adequaat afgehandeld. De externe klachtencommissie heeft in 2014 niet vergaderd.
4 6
totaal
mbo
1 1
totaal vmbo
2
ouder/verzorger
totaal
Enschede
Aantal in 2014 2
1
totaal vmbo
Aantal in 2013
Het aantal klachten bedroeg in 2014 32 (in 2013 22, in 2012 46). De toename zit vooral in het mbo en centrale services. De toename bij centrale services hangt samen met de selectieprocedure voor seniordocenten. In het mbo is er een toename van klachten door de aanscherping van de toelatingsprocedures. Ook is er een eerste klacht inzake het bindend studieadvies.
3
2 3
12
ouder/verzorger
Enquête
1
student
Informatie-/communicatiesystemen
1
medewerker
Vergoeding, selectieprocedure (2)
3 1
5
22
32
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
C.
Financieel resultaat
Baten
Lasten
€ x 1.000 Rijksbijdrage
€ x 1.000 Realisatie 2014
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2013
Begroting 2014
41.869
41.769
40.958
36.725
39.609
35.790
Subsidies
3.970
4.262
2.760
Afschrijvingen
2.968
3.021
3.018
Bijdragen uit bedrijven
2.608
2.084
2.358
Huisvestingslasten
3.001
2.532
2.294
Overige baten
1.347
1.766
1.192
Overige lasten
5.712
6.380
6.282
48.406
51.542
47.384
1.391
544
-116
Incidentele baten Totaal baten
2
2.205
-
49.797
52.086
47.268
Verdeling baten in % van de totale baten 2014
Rijksbijdragen Subsidies Bijdrage bedrijven Overige- en incidentele baten
Verdeling baten in % van de totale baten 2013
Personele lasten
Realisatie 2014
Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten
126
152
135
Resultaat na belastingen
1.517
696
19
Verdeling lasten in % van de totale lasten 2014
Verdeling lasten in % van de totale lasten 2013
Personeel Afschrijvingen Huisvesting Overig
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
25
C.1
Toelichting baten
Rijksbijdragen Als gevolg van forse toename in LWOO indicaties heeft AOC Oost in 2014 € 0,9 miljoen meer rijksbijdrage ontvangen dan begroot en € 0,1 miljoen meer ontvangen dan in 2013.
Baten € x 1.000 Realisatie 2014
Realisatie 2013
Begroting 2014
41.869
41.769
40.958
Subsidies
3.970
4.262
2.760
Bijdragen uit bedrijven
2.609
2.084
2.358
Overige baten
1.347
1.766
1.192
Rijksbijdrage
Incidentele baten Totaal baten
€ x 1.000
2
2.205
-
49.797
52.086
47.268
2014
45.000
2013
€ x 1.000
40.000
40.000
35.000
35.000
30.000
30.000
25.000
25.000
20.000
20.000
15.000
15.000
10.000
10.000
5.000
5.000
0
Rijksbijdragen
Subsidies
Bijdragen bedrijven
overige baten
Realisatie 2014 in vergelijking met 2013
realisatie 2014
45.000
0
begroting 2014
Overige overheidsbijdragen en -subsidies Als gevolg van het rijksbeleid om minder doelsubsidies te geven, heeft AOC Oost in 2014 ongeveer 7% minder aan subsidies ontvangen dan in 2013. De keuze van AOC Oost om de focus vooral te richten op onderwijs en minder op externe projectactiviteiten leidt tot een extra afname. Daarentegen zijn er in 2014 op basis van accountantscontroles een aantal subsidies over 2011, 2012 en 2013 ten gunste van de exploitatie vrij kunnen vallen, het hiermee samenhangende bedrag is € 0,9 miljoen.
Bijdrage bedrijven De baten in opdracht van derden zijn € 0,25 miljoen hoger dan begroot. Voornaamste reden van deze stijging is de gerealiseerde omzet uit samenwerkingsverbanden. Daar tegenover staat echter een omzetdaling van € 0,1 miljoen als gevolg van afname deelnemers aantallen in de maatwerk trajecten bij Groeipunt,
Overige baten De overige baten zijn in 2014 € 0,15 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door groei effecten in het aantal vmbo leerlingen alsmede meer inkomsten uit detachering.
Rijksbijdragen
Subsidies
Bijdragen bedrijven
overige baten
Realisatie 2014 in vergelijking met begroting 2014
De baten dalen ten opzichte van 2013 met € 2,3 miljoen. Subsidies dalen en overige baten stijgen als gevolg van het verschuiven van financieringsbron1 In 2014 zijn er geen significante incidentele baten ontvangen.
1 LGF gelden worden in het kader van Passend Onderwijs vanaf augustus 2014 via de samenwerkingsverbanden betaalbaar gesteld.
26
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
C.2
Toelichting lasten
Personele lasten in € x 1.000
Lasten in € x 1.000
Realisatie 2014
Begroting 2014
Verschil
28.545
30.865
-2.320
972
467
550
Lonen en salarissen Realisatie 2014
Realisatie 2013
Begroting 2014
36.725
39.609
35.790
Afschrijvingen
2.968
3.021
3.018
Huisvestingslasten
3.001
2.532
2.294
Overige lasten
5.712
6.380
6.282
48.406
51.542
47.384
1.391
544
-116
Personele lasten
Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten
126
152
135
Resultaat na belastingen
1.517
696
19
€ x 1.000
2014
45.000
2013
€ x 1.000
45.000
Dotatie voorzieningen Personeel niet in loondienst
5.832
2.426
3.406
Overige personeelslasten
1.376
2.032
-656
36.725
35.790
935
Totaal
Lonen en salarissen De lonen en salarissen zijn in 2014 € 2,3 miljoen lager dan begroot. De salariskosten van aanwas en vervanging van medewerkers komen primair tot uitdrukking bij personeel niet in loondienst en niet in de rubriek Lonen en salarissen. Salariskosten van de Onderwijs Oost BV en overige tijdelijk personeel zijn qua realisatie gerangschikt onder personeel niet in loondienst, in de begroting zijn deze onder lonen en salarissen opgenomen
realisatie 2014
Personeel niet in loondienst
begroting 2014
in € x 1.000
40.000
40.000
35.000
35.000
30.000
30.000
Inhuur tijdelijk personeel
25.000
25.000
Vervanging
20.000
20.000
Gastdocenten
1.850
1.577
273
15.000
15.000
Totaal
5.832
2.426
3.406
10.000
10.000
5.000
5.000
0
Personeel
Afschrijvingen
Huisvesting
Overig
Realisatie 2014 in vergelijking met 2013
0
Personeel
Afschrijvingen
Huisvesting
Overig
Realisatie 2014 in vergelijking met begroting 2014
De totale lasten zijn in 2014 gedaald met € 3,1 miljoen ten opzichte van 2013. Hiervan zijn de personele lasten gedaald met € 2,9 miljoen ten opzichte van 2013 (in 2013 zijn dotaties op niveau gebracht). De directe operationele salariskosten zijn in 2014, ca. 340 K hoger dan begroot, als gevolg van een hogere instroom vmbo leerlingen. Dit leidde tot onvermijdelijke groei in het personeel bestand van het primaire proces. Stijging in de huisvestinglasten wordt veroorzaakt door de dotatie aan de voorziening groot onderhoud. Op basis van fine tuning en zorgvuldige keuzes door Facilitaire Dienst in samenwerking met de externe adviseur is na herijking tot een nieuwe waardebepaling gekomen, hierdoor is € 0,35 miljoen extra gedoteerd. Hierbij is onder meer rekening gehouden met technische en prijsontwikkelingen alsmede voortschrijdend inzicht op noodzaak.
Realisatie 2014
Begroting 2014
Verschil
3.545
849
2.696
437
-
437
In vergelijking met 2013 is de hoogte van het totaal bedrag aan personeel niet in loondienst € 0,3 miljoen hoger, de belangrijkste reden hiervoor is de toename in het aantal vmbo leerlingen en de hiermee gepaard gaande stijging in formatie welke hoofzakelijk via de Onderwijs Oost BV zijn aangetrokken. Ten opzichte van de begroting is in 2014 aan Personeel niet In loondienst € 3,4 miljoen meer uitgegeven. Dotaties personeelsvoorzieningen De dotaties aan de personeelsvoorzieningen zijn in 2014 € 0,5 miljoen hoger dan begroot. De voorzieningen zijn op basis van herijking op een dusdanig niveau gebracht dat de verplichtingen in de toekomst geborgd zijn.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
27
Afschrijvingen
De overige lasten laten door de herschikking van de onderhoudsvoorziening een onderschrijding zien van € 0,57 miljoen
in € x 1.000 Realisatie 2014
Begroting 2014
Verschil
Gebouwen
1.968
2.000
-32
Inventaris en apparatuur
1.000
1.018
-18
Totaal
2.968
3.018
-50
In verband met de uitgestelde bouw van een kapschuur in Twello en de inrichting van het parkeerterrein zijn de afschrijvingslasten € 0,05 miljoen lager dan begroot
Huisvestingslasten in € x 1.000 Realisatie 2014
Begroting 2014
Verschil
Huur
166
189
-23
Verzekeringen, heffingen
382
370
12
Onderhoud
285
270
15
Energie en water
567
700
-133
Schoonmaakkosten
682
687
-5
Onderhoudsvoorzieningen
852
0
852
Overige huisvestingslasten Totaal
67
78
-11
3.001
2.294
707
Administratie en beheer Door een gedegen inningsprocedure bleek geen dotatie nodig aan de voorziening oninbare debiteuren. Hierdoor wordt ten opzichte van de begroting € 0,14 miljoen onderschreden. Nieuwe leasecontracten voor kopieermachines en eerder afgesloten contracten voor touchscreens leveren nu een aanzienlijke kostenreductie. Ten opzichte van de begroting 2014 € 0,13 miljoen en ten opzichte van de realisatie 2013 zelfs € 0.26 miljoen. De contracten zijn elk afgesloten voor een termijn van 5 jaar, kosten worden per kwartaal in rekening gebracht. Inventaris/leermiddelen Een besparing van ruim € 0,1 miljoen is gerealiseerd op licentie kosten door het uit-faseren van het informatieplatform KISS. Daar tegenover staat een overschrijding ad € 0,07 miljoen voor kleine inventaris e.d. wegens toename aantal vmbo leerlingen. Onderwijsmaterialen Overschrijding is € 0,06 miljoen i.v.m. hogere leerling aantallen in het vmbo. Dotatie onderhoudsvoorziening Deze is in 2014 conform RJ660 herschikt en komt nu onder huisvestingslasten tot uitdrukking.
Voornaamste reden voor de stijging is de herrubricering van de onderhoudsvoorziening. In 2014 is een besparing op energielasten gerealiseerd als gevolg van strakke monitoring en een zachte winter.
Overige lasten in € x 1.000 Realisatie 2014
Begroting 2014
Verschil
Administratie en beheer
2.232
2.345
-113
Inventaris/leermiddelen
868
901
-33
1.745
1.724
21
867
812
55
Materialen Onderwijsactiviteiten Onderhoudsvoorziening Totaal
28
0
500
-500
5.712
6.282
-570
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
C.3
Financieel resultaat
C.4
In 2014 is een resultaat begroot van € 0,019 miljoen positief uit de normale bedrijfsvoering. Het saldo baten en lasten (exclusief rente) van AOC Oost over 2014 bedraagt € 1.391.000 positief. Inclusief rente is het totale resultaat € 1.517.000 positief. Hiervan zijn als bijzonder aan te duiden: Extra Rijksfinanciering lwoo + € 0,90 miljoen Vrijval doelsubsidies + € 0,90 miljoen Extra salariskosten i.v.m. hogere ll. instroom - € 0,30 miljoen Extra onderwijsmaterialen/inventaris i.v.m. hogere ll. instroom - € 0,07 miljoen Extra activiteiten/excursies i.v.m. hogere ll. instroom - € 0.06 miljoen Dotatie MJOP - € 0,35 miljoen Dotatie Wachtgeld - € 0,56 miljoen Totaal bijzonder € 0,46 miljoen In aanvulling op de bijzonder posten is ook een positief resultaat behaald in de reguliere bedrijfsvoering op de hierna volgende belangrijkste posten: Scholing + € 0.10 miljoen Reiskosten (gewijzigd beleid t.o.v. 2013) + € 0,10 miljoen Diverse personeelskosten* + € 0.50 miljoen Energie (o.a. zachte winter) + € 0,15 miljoen Debiteuren (efficiënter beheer) + € 0,20 miljoen Kopieerkosten (voordeliger inkoopcontract) + € 0,13 miljoen Totaal regulier bedrijfsvoering € 1,18 miljoen Toelichting op bijzondere posten • Ten opzichte van de begrote rijksfinanciering zijn er in 2014 achteraf meer LWOO indicaties afgegeven dan begroot. • Op basis van accountantscontrole op subsidieprojecten is een aantal op de balans gereserveerde bedragen ten gunste van de exploitatie vrij komen te vallen. • Als gevolg van significant hogere leerling instroom op de locaties Twello en Doetinchem zijn bij wijze van voorfinanciering meer kosten gemaakt op personeel en materieel gebied, uitgangspunt hiervoor is handhaving van de toegepaste ratio’s in het primaire proces waarbij de kwaliteit in het onderwijs geborgd kon worden. • Het MJOP is herijkt en daaraan ten gevolge is een dotatie ten laste van de exploitatie opgenomen. • Conform toezeggingen in 2013 is de wachtgeldprocedure van een optimalere berekeningsmethodiek voorzien. *)
Financiele positie
De financiële situatie van AOC Oost eind 2014 is hieronder weergegeven. De liquide positie is op een dusdanig niveau dat bij een toekomstig krimpscenario de continuïteit op de middellange termijn niet in het geding komt. Daarnaast zijn er huisvestingsontwikkelingen waardoor er een extra stevige financiële basis noodzakelijk is om tegelijkertijd “negatieve” demografische ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden. Tevens zijn er voor de toekomst keuzes gemaakt om voorzieningen te treffen. De toekomstige (meerjarige) onttrekkingen zullen zijn beslag gaan leggen op onze middelen en het resultaat. Indicator
2012 AOC Oost
Liquiditeit
2013 AOC Oost
2014 AOC Oost
Norm Inspectie
1,0
1,6
2,2%
0,5 - 1,5
Rentabiliteit
-1,8%
-0,99%
2,7%
-3% - 3%
Solvabiliteit
76,3%
76,63%
77%
30% - 60%
De liquiditeit neemt toe in 2014. Dit is het gevolg van meevallers door o.a. hogere aantallen LWOO indicaties alsmede een behoudend investeringsbeleid. De rentabiliteit neemt toe in 2014 als gevolg van een hoger behaald resultaat. De solvabiliteit neemt iets toe in 2014 ten opzichte van 2013. Indicator Liquide middelen/ baten Kapitalisatiefactor
AOC Oost 2012
AOC Oost 2013
AOC Oost 2014
Richtlijnen
Norm AOC Oost
21,5%
23,6%
32%
7,7 %
7,7 %
35%
37,5%
41,98%
35% - 60%
50%
De verhouding tussen liquide middelen en baten neemt in 2014 weer iets toe. De kapitalisatiefactor neemt om die reden ook toe. De waarde van de vaste activa stijgt als gevolg van bestendig beleid matig. Daarnaast neemt het totale vermogen in 2014 toe door de toename van de voorzieningen. Per saldo stijgt de kapitalisatiefactor.
In de begroting 2014 was binnen de rubriek diverse personeelskosten een bedrag voor onvoorzien opgenomen, deze is aangewend kunnen worden ter compensatie van de overschrijding op de rubriek personele kosten.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
29
C.5 Risicomanagement Risicomanagement staat hoog op de beleidsagenda. In 2013 en 2014 zijn gesprekken gevoerd met gespecialiseerde organisaties om het risicomanagement binnen AOC Oost naar een hoger niveau te tillen. Een belangrijke boodschap die daaruit is voortgekomen is dat risicomanagement in feite op elk niveau in de organisatie wordt uitgeoefend. Wij besteden in de jaarplannen voor de locaties aandacht aan de implementatie van risicomanagement in 2015. Daaruit zal naar verwachting ook voortvloeien dat de in onderstaande tabel gedefinieerde risico’s en de beheersing daarvan geactualiseerd zullen worden. De risico’s die in 2010-2013 als meest urgent worden herkend in de organisatie zijn hieronder weergegeven. Per risico is aangegeven wat er aan wordt en is gedaan ter beheersing.
30
Risico
Beheersingsaanpak
Competenties medewerkers is onvoldoende waardoor we niet voldoende kwaliteit leveren
• Gesprekkencyclus • Scholing
Niet voldoen aan normen goed onderwijs
• Inzetten van Yucan voor zelfevaluatie • Tevredenheidsonderzoeken • Monitoring via kwaliteitsmonitor
Aanpassingsvermogen van de organisatie
• Competentiemanagement • Gesprekkencyclus • Macrodoelmatigheid
Stijl leidinggevenden, risico op het vertalen van strategische doelstellingen naar uitvoerende laag
• KPI’s in kwaliteitsmonitor • Prioriteiten van SBP vertalen naar prioriteiten in verbeterplannen via YUCAN • Doorstarten met resultaatafspraken in de vorm van managementcontracten met actievere voorkoppelplicht
Teruglopende leerlingenaantallen
• Wervingscampagne (m.n. social media) • Herpositionering bedrijfsopleidingen en toets op doelmatigheid • Macrodoelmatigheid voor het mbo • Kosteneffectiviteit opleidingen meten
Betaalbaarheid organisatie
• Onderwijsdesign • Macrodoelmatigheid • Planningstool • Ondersteuning efficiënter en kwalitatief beter • Formatiekrimp • Bezuinigingen
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Eind 2014 kunnen we constateren dat als gevolg van de beheersingsmaatregelen de impact van deze risico’s sterk is afgenomen. Tegelijkertijd zien we dat andere aspecten nu onze belangrijkste risico’s vormen. Risico
Beheersingsaanpak
Incidenten rond veiligheid en integriteit
Incidenten tussen leerlingen zijn van alle tijden. Medewerkers die zich ongelukkig uiten ook. In de huidige wereld met social media en juridisering worden kleine incidenten uitvergroot tot maatschappelijke thema’s of bronnen van sociale onrust. De potentiele impact van een negatief beeld van de school is enorm. Maatregelen die genomen worden, zijn: • Workshops voor medewerkers rondom veiligheid, integriteit, omgang met leerlingen, werken met sociale media. • Aandacht in de scholen voor thema veiligheid en respectvol met elkaar omgaan • Protocollen rond incidenten met daarin een persbeleid.
Consistentie in overheidsbeleid
Regelmatig blijkt dat uitgezet overheidsbeleid in haar uitvoeringsprogramma wordt bijgesteld (passend onderwijs, focus op vakmanschap), waardoor de urgentie voor verandering verwatert. In financieel beleid zijn de effecten van overheidsbeleid direct merkbaar. Maatregelen die we kunnen nemen zijn zorgen voor buffers in onze begroting.
Samenhang in lijnorganisatie
Te regelmatig moet worden geconstateerd dat de vertaling van beleid op de werkvloer onvolledig overkomt, waardoor er te weinig de samenhang en consistentie zichtbaar is. Maatregelen zijn genomen door de sturingsfilosofie te herijken en opnieuw uitvoerig te bespreken. Dit heeft een vertaling gekregen in mandaatcontracten. Maatregelen die genomen worden, zijn: • Opstellen en bewaken van een normatief kader voor AOC Oost • Herformuleren van de leidinggevende rollen en functionarissen toetsen aan bijbehorende verwachtingen.
Het niet voldoen aan wettelijke vereisten voor bekostiging
Basis van dit risico ligt in een toenemende detaillering van de voorwaarden voor bekostiging in samenhang met een toenemende weerbaarheid bij klanten (ouders, leerlingen, studenten bedrijven). Maatregelen die worden genomen, zijn: • Extra controles op de naleving van de registraties • Het samenvoegen van de aansturing van de onderwijsondersteuning • Het samenvoegen van de studentenregistratie van bedrijfsopleidingen met reguliere mbo • Meer aandacht voor kennisversterking administratieve medewerkers.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
31
C.6
Vooruitblik (Continuïteitsparagraaf)
De begroting 2015 en meerjarenbegroting voor de periode 2016-2018 zijn als volgt vastgesteld: in € x 1.000
Rijksvergoeding
Regulier Subsidies
College-, cursus-, les- en examengelden Projecten bedrijfsleven Overige baten Totale baten
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
41.869
43.592
45.101
43.872
42.628
3.970
3.065
1.685
1.685
1.685
478
388
400
350
350
2.609
2.010
1.996
1.825
1.760
871
549
550
550
500
49.797
49.604
49.732
48.282
46.923
Lasten 36.725
37.119
36.580
35.732
35.270
Afschrijvingen
Personele lasten
2.968
3.000
3.000
3.000
3.000
Huisvesting
3.001
3.016
3.016
3.016
3.016
Overig Totaal lasten Rente baten/lasten Exploitatiesaldo
5.712
6.527
6.650
6.600
6.500
48.406
49.662
49.246
48.348
47.786
126
130
130
100
100
1.517
72
616
34
-763
Voor de komende jaren voorzien wij op basis van de huidige inzichten de volgende ontwikkelingen: • Het aantal leerlingen in het vmbo zal nog licht toenemen in het schooljaar 2015-2016 en 2016-2017. Vanaf 2017-2018 verwachten we de eerste negatieve effecten van demografische ontwikkelingen. Het aantal leerlingen met LWOO indicatie neemt sterk toe. • Het aantal studenten in het mbo neemt geleidelijk af. De afname zet zich met name door in de studenten BBL en het aandeel niveau 4. Vanaf schooljaar 2017-2018 komt daar het effect van de intensivering bij. • De afname van de subsidies zal leiden tot een verdere afname van het personeelsbestand. Het streven is om daarbij het primaire onderwijsproces zoveel mogelijk op gelijk niveau te houden. • De staat van de onderwijshuisvesting is op een vestiging na adequaat en modern. Voor Doetinchem verwachten we ontwikkelingen op gebied van nieuwbouw. In hoofdstuk E (continuïteitsparagraaf per onderwijssoort) zijn de meerjarenbegroting en –balans voor zowel vmbo als mbo nader uitgewerkt. Deze meerjarenperspectieven zijn gebaseerd op de huidige inzichten en indicatief. De kans dat de werkelijkheid anders wordt is groot, omdat we te maken hebben met een groot scala aan onzekerheden. Daarbij denken we onder andere aan: • Effecten van passend onderwijs op leerlingenstromen en ondersteuningskosten. • Onzekerheden rond hoogte van LWOO bekostiging op nationaal niveau en op niveau van elk van de vijf samenwerkingsverbanden waarin wij participeren. • Cao ontwikkelingen • Inflatie • Beleids- en wetwijzigingen en relatie met Rijksbijdragen. In 2015 wordt door middel van werkmodellen verder invulling gegeven aan scenario’s en risicoprofielen om de effecten van dergelijke onzekerheden beter te kunnen duiden. College van Bestuur AOC Oost april 2015
32
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
D. Jaarrekening D.1
Balans per 31 december 2014
D.1
Balans per 31 december 2014
(Na resultaatbestemming) 1. ACTIVA Vaste activa
31 december 2014
31 december 2013
€
€
Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur
Totaal vaste activa
Eigen vermogen
31 december 2014
31 december 2013
€
€
Algemene reserve
35.809.933
34.396.873
46.154.504
47.448.498
Bestemmingsreserve publiek
13.610.705
14.084.686
3.389.852
4.001.722
Bestemmingsreserve privaat
2.760.830
2.182.909
49.544.356
51.450.220
52.181.468
50.664.468
Personeelsvoorzieningen
4.404.534
4.445.133
Overige voorzieningen
2.683.974
2.089.185
7.088.508
6.534.318
1.001.543
990.470
Financiële vaste activa Deelneming Onderwijs Oost BV
2. PASSIVA
Voorzieningen 19.866
19.748
49.564.222
51.469.968
Vlottende activa Vorderingen
Kortlopende schulden
Debiteuren
659.322
1.530.739
Crediteuren
Overige vorderingen
110.009
275.946
Schulden aan groepsmaatschappijen
Overlopende activa
636.464
517.002
Belastingen en premies sociale verzekeringen
1.405.795
2.323.687
16.069.640
12.323.533
Schulden te zake pensioenen Overige kortlopende schulden
Liquide middelen Totaal vlottende activa
17.475.435
14.647.220
Totaal activa
67.039.657
66.117.188
Overlopende passiva Totaal passiva
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
181.128
146.134
1.351.036
1.408.321
384.770
438.380
24.000
620.990
4.827.204
5.314.108
7.769.681
8.918.403
67.039.657
66.117.188
33
Activa
Passiva
Vaste activa
Eigen vermogen Toelichting reserves: De Algemene Reserve behoeft geen nadere toelichting.
Materiële vaste activa De boekwaarde van de materiële vaste activa is in 2014 gedaald met € 1,9 miljoen. Dit werd veroorzaakt door de afronding nieuwbouw Twello en reguliere investeringen. Financiële vaste activa In 2012 werd een BV opgericht met als doel onderwijspersoneel te leveren aan AOC Oost. De BV Onderwijs Oost heeft personeel in dienst dat uitsluitend wordt uitgeleend aan AOC Oost en beperkt hierdoor de inhuur van duur extern personeel van uitzend en interim-bureaus.
Publieke reserves De bestemmingsreserve Kwaliteitsimpuls is gevormd om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Enerzijds door de inzetbaarheid van personeel te verhogen, anderzijds door te zorgen dat leidinggevenden en medewerkers werkelijk verantwoordelijk kunnen zijn voor hun processen. Tevens kunnen hier de gevolgen van de herstructurering voor ondersteunende diensten, reorganisatiegevolgen Groeipunt en centralisatie administratie MBO, mee worden gefinancierd. De bestemmingsreserve nieuwbouw maakt bouwprojecten mogelijk door in de eerste 10 jaren de additionele operationele kosten op te vangen. Thans zijn er plannen in ontwikkeling voor locatie Doetinchem.
Vlottende activa Debiteuren Het openstaande debiteurensaldo is zeer sterk afgenomen in 2014 ten opzichte van 2013. Beleid, snelheid van facturatie en de wijze van incasso werden nogmaals aangescherpt. Daarbij zijn er een aantal processen nog verder verbeterd waardoor openstaande posten sneller en efficiënter worden geïnd. Overige vorderingen Het saldo van de overige vorderingen is teruggelopen naar € 110.009. Het bedrag wat nu resteert betreft slechts de te ontvangen rente over 2014 over de bancaire middelen. Overlopende activa De overlopende activa zijn in 2014 toegenomen. Het saldo betreft voornamelijk de vooruitbetaalde kosten en facturen op balansdatum maar ook de verstrekte zakelijke voorschotten aan locaties. Liquide middelen De extra ontvangen bekostiging voor meer leerlingen met LWOO indicaties en het doorschuiven van investeringen naar 2015 leiden tot een toename van onze liquide middelen.
Private reserves: De Bestemmingsreserve Privaat is met ingang van 2009 als segmentatie publiek privaat vermogen doorgevoerd. In de afgelopen jaren is door de activiteiten voor bedrijven een positief resultaat behaald. Dit resultaat is in onze verantwoording terug te vinden als privaat vermogen. Om te voorkomen dat er disbalans ontstaat tussen publieke en private vermogen, onderscheiden we binnen het private vermogen twee bestemmingen: • Een deel van het positieve financieel resultaat wordt gebruikt voor vernieuwing en verdieping van het aanbod van onderwijs voor bedrijven met zoveel mogelijk een effect voor het totale mbo-onderwijs (e-learning, inhoudelijke innovaties). • Ook zal een deel van het positieve financieel resultaat worden bestemd voor een bestemmingsreserve die het mogelijk maakt om het onderwijs te financieren voor een beperkt aantal studenten die vanwege bijzondere omstandigheden studievertraging oplopen.
Voorzieningen Personele voorzieningen: De personele voorzieningen zijn in 2014 afgenomen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door onttrekkingen uit de frictie- en wachtgeldvoorziening. Daar tegenover staat echter een dotatie van € 0,56 miljoen op basis van een update van de rekensystematiek voor de wachtgeldvoorziening. Overige voorzieningen: De overige voorzieningen bestaat vooralsnog alleen uit de voorziening groot onderhoud. In 2014 is besloten om een extra dotatie te boeken van € 0,35 miljoen. Kortlopende schulden: Het saldo van crediteuren is toegenomen. Overige kortlopende schulden is afgenomen tot 24K en bedraagt de verplichting aan het samenwerkingsverband SLAR. De overlopende passiva nemen af doordat er een extra opschoning is geweest van oude doelsubsidies.
34
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
D.2 Staat van baten en lasten
D.3 Kasstroomoverzicht
Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
€
€
41.869.333
40.957.663
41.769.269
3.969.552
2.760.292
4.262.311
BATEN
Onder de investeringen in materiële vaste activa zijn alleen opgenomen de investeringen waarvoor in 2014 geldmiddelen zijn opgeofferd.
Rijksbijdragen Normatieve Rijksbijdrage OC&W Subsidies OC&W/EZ Cursus-, les- en examengelden
31 december 2014 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten
477.923
452.088
508.431
2.608.361
2.357.718
2.083.821
871.338
739.868
3.462.518
49.796.507
47.267.629
52.086.351
36.724.970
35.789.902
39.608.549
Afschrijvingen
2.967.718
3.017.500
3.021.347
Huisvestingslasten
3.000.944
2.293.646
2.532.242
Overige lasten
5.712.020
6.282.505
6.380.349
48.405.652
47.383.553
51.542.486
1.390.855
-115.924
543.865
126.144
135.000
132.060
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-
-
-20.403
Investeringen in materiele vaste activa
1.516.999
19.076
696.328
Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten LASTEN Personeelslasten
Totaal lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Saldo deelnemingen Netto resultaat
31 december 2013
€
€
1.390.855
543.865
2.966.767
3.021.347
554.190
1.828.991
-
-
Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutatie voorzieningen Mutatie eigen vermogen Veranderingen in vlottende middelen Vorderingen Schulden Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
Desinvesteringen in materiele vaste activa
917.892
795.153
-1.148.721
1.883.600
4.680.983
4.305.756
126.027
132.060
4.807.010
4.437.816
-1.066.853
-3.259.234
5.950
-
-
655
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-1.060.903
-3.258.579
Mutatie liquide middelen
3.746.107
1.179.237
2014
2013
Investeringen in financiële vaste activa
Het verloop van de geldmiddelen is als volgt:
Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
€
€
12.323.533
11.144.296
3.746.107
1.179.237
16.069.640
12.323.533
35
D.4 Toelichting op de balans en staat van baten en lasten Algemene toelichting Activiteiten De activiteiten van de instelling en haar groepsmaatschappijen bestaan voornamelijk uit: het verzorgen van onderwijs in het vmbo en mbo. Stelselwijzigingen In 2014 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan. Schattingswijzigingen • In 2014 is voor de Voorziening Wachtgeld een verfijnde berekeningsmethodiek op basis van categorisatie toegepast. • Voor het Meer Jaren Onderhoud Plan is in aanvulling op herijking, het risicopercentage verhoogd van 70% naar 80%. Consolidatie In de consolidatie worden de financiële gegevens van de instelling opgenomen, samen met haar groepsmaatschappijen en andere instellingen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen waarin de instelling overheersende zeggenschap, direct of indirect, kan uitoefenen doordat zij beschikt over de meerderheid van de stemrechten of op enig andere wijze de financiële en operationele activiteiten kan beheersen. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met potentiële stemrechten die direct kunnen worden uitgeoefend op balansdatum. De groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft, worden voor 100% in de consolidatie betrokken. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld. Vanwege het te verwaarlozen belang op, zowel de balanspositie, als de staat van baten en lasten en er bovendien geen plannen voor significante veranderingen in de doelstelling van de BV zijn, kan consolidatie van AOC Oost met de Onderwijs Oost BV achterwege blijven*. Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen, statutaire directieleden en nauwe verwante zijn verbonden partijen. Van betekenis zijnde transacties met verbonden partijen worden toegelicht, voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden hebben plaatsgevonden. Hiervan worden toegelicht de aard en de omvang van de transactie en de andere informatie die nodig is voor het verschaffen van inzicht.
Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen op geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Onder de investeringen in materiële vaste activa zijn alleen opgenomen de investeringen waarvoor in 2014 geldmiddelen zijn opgeofferd. Daarnaast zijn de desinvesteringen hierop gecorrigeerd. Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling zich over verschillende zaken een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
Grondslagen voor waardering van activa en passiva Algemeen De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW, hoofdstuk 660 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Verder is rekening gehouden met de bepalingen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (‘WNT’). Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de aanschaf- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden in hele euro’s. Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking opgenomen de realisatiecijfers van het voorgaande jaar, alsmede de cijfers van de goedgekeurde begroting van 2015. Continuïteit De jaarrekening is gebaseerd op de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
*)
36
Conform vrijstelling clausule op pagina 18 van de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs, ( RJ217.304)
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Immateriële vaste activa AOC Oost beschikt niet over immateriële vaste activa in 2014. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd volgens aanschafwaarde, verminderd met lineair berekende afschrijvingen, gebaseerd op de verwachte economische levensduur. In het jaar van investeren wordt naar tijdsgelang afgeschreven. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten. Verder is besloten de desinvesteringen te baseren op basis van een ideaalcomplex. Gelet op de geografische spreiding van locaties en het aantal investeringen is het niet op basis van werkelijkheid bij te houden. Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd.
Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien in een deelneming invloed van betekenis wordt uitgeoefend (>20 %), wordt deze gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. Deze is te berekenen door de activa, voorzieningen en schulden te waarderen en het resultaat te berekenen op basis van de voor de moederstichting geldende waarderingsgrondslagen. Voor ingehouden winsten van tegen nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen, waarover niet vrijelijk beschikt kan worden, wordt een wettelijke reserve gevormd. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover de instelling in deze situatie geheel of gedeeltelijk instaat voor de schulden van de deelneming, dan wel het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt hiervoor een voorziening getroffen.
Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente, rente-inkomsten ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen De liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden en worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van de school en wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en de werkelijke gemaakte lasten. (In geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht.) De publieke bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, die door het bestuur is aangebracht. De bestemmingsreserve privaat is gevormd voor de door AOC Oost geleverde cursussen aan haar klanten, die zich kwalificeren als private activiteit. Dat wil zeggen dat zij niet gefinancierd mogen worden met publieke middelen. Het financiële resultaat van deze cursussen kwalificeert zich daarom als privaat vermogen. Voorzieningen
Vanwege het te verwaarlozen belang op zowel de balanspositie als de staat van baten en lasten en er bovendien geen plannen voor significante veranderingen in de doelstelling zijn, blijft consolidatie met de Onderwijs Oost BV achterwege. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde.
Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Personeelsvoorzieningen Ambtsjubilea Deze wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen gedurende het dienstverband. Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer rekening gehouden met verwachte salarisstijgingen en de blijf kans.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
37
Ouderschapsverlof Berekening wordt jaarlijks gebaseerd tegen de contante waarde van het aantal individuele dossiers welke bij HRM bekend zijn. Mobiliteit/frictie Individuele dossiers worden in voorkomende gevallen berekend tegen de werkelijke salariskosten inclusief verwachte cao salarisstijgingen.
Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Wachtgeld Jaarlijks wordt met betrekking tot latente verplichtingen voor 10 jaar vooruit, een actuele risico inschatting gedaan en de hiermee gepaard gaande schuldstand vastgesteld op basis van directe salariskosten, monitorings- en begeleidingskosten.
Opbrengstverantwoording
Voorziening Groot onderhoud gebouwen Voor uitgaven voor groot onderhoud van gebouwen wordt een voorziening gevormd om deze gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. De toevoegingen aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het groot onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden voor groot onderhoud verloopt.
(Rijks)bijdragen Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft.
Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de staat van baten en lasten als interestlast verwerkt. Kortlopende schulden Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Kortlopende schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Dit is meestal de nominale waarde. Leasing Leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de instelling ligt, worden verantwoord als operationele leasing. Leasebetalingen worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het contract.
38
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
Verlenen van diensten Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.
Overige overheidsbijdragen en – subsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. Overige baten Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet verstrekt zijn door het ministerie van OCW, gemeenten, provincie of andere overheidsinstellingen. Dit zijn, baten uit verhuur, detachering, ouderbijdragen en overige baten. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Immateriële vaste activa inclusief goodwill en materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en – verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen, lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Pensioenen De instelling heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte of contractuele basis premies betaald door de instelling. ABP hanteert het middelloon als pensioengevende salarisgrondslag. ABP probeert ieder jaar de pensioenen te verhogen met de gemiddelde stijging van de lonen in de sectoren overheid en onderwijs. Wanneer de dekkingsgraad lager is dan 105% vindt er geen indexatie plaats. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terug storting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. De dekkingsgraad van Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP is per 31 december 2014 op basis van de oude berekeningssystematiek* 101,1 %. Op basis van de nieuwe
Beleggingsbeleid (Treasury) Het beleggings- en beleningsbeleid van AOC Oost ligt vast in het Treasury Statuut Dit Treasury Statuut richt zich allereerst op het beheersen van de financiële risico’s en het optimaliseren van de financieringsopbrengsten. Secundair doel is het reduceren van financieringskosten. Belangrijke inkadering van beleggingen vindt hierbij plaats. Uit de beleggingen mogen nooit nieuwe risico’s ontstaan. De liquide middelen van AOC Oost zijn in het verslagjaar dan ook slechts belegd in rekening-courant en een spaarrekening bij een bank met dubbel A status (Rabobank). Het Treasury Statuut is in 2010 aangepast aan de nieuwe regeling ‘Beleggen en belenen’. In 2014 zijn hier geen wijzigingen op geweest.
berekeningssystematiek bedraagt deze 104,7 %.
Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen Aandeel in het resultaat van deelnemingen Resultaten van niet-geconsolideerde deelnemingen zijn verantwoord overeenkomstig de nettovermogenswaardemethode. Voor zover niet op nettovermogenswaarde wordt gewaardeerd betreft het resultaat de in het boekjaar ontvangen dividenden.
Investerings- en beleggingsbeleid Investeringsbeleid AOC Oost investeert in haar toekomst. Dat vindt voornamelijk plaats in mensen en in onderwijsontwikkeling. Bovendien is er sprake van materiële investeringen. Deze investeringen worden gedaan binnen het kader van de jaarlijks opgestelde investeringsbegroting. Opstelling hiervan vindt niet alleen plaats op basis van het Strategisch beleidsplan, maar ook op basis van de vervangingsbehoeften en vereisten vanuit veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu. De investeringen gebaseerd op het Strategisch beleidsplan zijn gespecificeerd en onderverdeeld in een tweetal categorieën: uitbreidings- en ontwikkelingsinvesteringen. Het College van Bestuur stelt de investeringsbegroting vast, rekening houdend met de financieringsplannen en -mogelijkheden. *) Volgens de nieuwe wetgeving (Wet Financieel Toetsingskader Pensioenfondsen) moeten pensioenfondsen de dekkingsgraad op een andere manier berekenen. De relatief hogere dekkingsgraden uit de eerste helft van 2014 leiden er toe dat de dekkingsgraad op basis van de nieuwe methode substantieel hoger uitvalt dan de dekkingsgraad op basis van de oude methode. Voor ABP bedraagt het verschil 101,1% (oud) versus 104,7% (nieuw). (Bron ABP)
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
39
D.5 Toelichting behorende tot de balans per 31 december 2014 Vaste activa
Overzicht afschrijvingsgroep en afschrijvingstermijn:
Materiële vaste activa
31 december 2014 €
€
Gebouwen en terreinen
46.154.504
47.448.498
3.389.852
4.001.722
49.544.356
51.450.220
Inventaris en apparatuur Totaal materiële vaste activa
31 december 2013
Terreinen
geen afschrijving
Gebouwen
40 jaar
Gebouwen (semi permanent)
10 jaar
Gebouwen (noodhuisvesting)
5 jaar
Overige inventaris
10 jaar
Vervoermiddelen
5 jaar
Audiovisuele middelen
5 jaar
Machines & installaties
10 jaar
Schoolmeubilair
10 jaar
Computerapparatuur
5 jaar
Gereedschappen
5 jaar
Verbouwing/aanpassing gebouwen
10 jaar
Kantoormeubilair
10 jaar
Inventaris gymzaal
10 jaar
Verloopoverzicht materiële vaste activa Aanschafprijs
Gebouwen Terreinen
40
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
Boekwaarde 1-1-2014
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Afschrijvingen desinvesteringen
Aanschafprijs
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
Boekwaarde 31-12-2014
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
58.076.572
14.708.674
43.367.898
168.087
-
1.967.542
-
58.244.659
16.676.216
41.568.443
4.080.600
-
4.080.600
505.461
-
-
-
4.586.061
-
4.586.061
62.157.172
14.708.674
47.448.498
673.548
-
1.967.542
-
62.830.720
16.676.216
46.154.504
Inventaris en apparatuur
12.035.840
8.034.118
4.001.722
393.305
14.875
999.225
8.925
12.414.270
9.024.418
3.389.852
Totaal materiële vaste activa
74.193.012
22.742.792
51.450.220
1.066.853
14.875
2.966.767
8.925
75.244.990
25.700.634
49.544.356
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Financiële vaste activa Verloop voorzieningen debiteuren
Deelnemingen 31 december 2014
31 december 2013
€
€
31 december 2014
Onderwijs Oost BV Stand per 1 januari
19.748
-
Resultaat boekjaar
118
19.748
19.866
19.748
Stand per 31 december Onderwijs Oost BV Statutair gevestigd te Doetinchem en Kantoorhoudend te Lochem. Het bevoegd gezag van de Onderwijs Oost BV is gelijk aan AOC Oost. AOC Oost is hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van Onderwijs Oost BV.
Debiteuren Groepsmaatschappijen Overige vorderingen
31 december 2014
31 december 2013
€
€
857.541
1.802.568
-
-
110.009
275.946
Nog te ontvangen rente
110.009
131.279
Nog te ontvangen bedragen
-
144.667
628.569
501.769
7.895
15.233
-
-
636.464
517.002
-198.219
-271.829
1.405.795
2.323.687
Vooruitbetaalde kosten Verstrekte voorschotten Overige Overlopende activa
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
€ -206.449
28.299
73.973
Dotatie
45.311
-139.353
-198.219
-271.829
31 december 2014
31 december 2013
€
€
Stand per 31 december
Kas
Vorderingen
€ -271.829
Onttrekking
Liquide middelen
Vlottende activa
Totaal vorderingen
Stand per 1 januari
31 december 2013
Tegoed op bank- en girorekeningen Spaarrekeningen
7.469
1.474
2.743.659
464.283
13.265.762
11.833.521
Kruisposten/moneycards
52.750
24.255
Totaal liquide middelen
16.069.640
12.323.533
31 december 2014
31 december 2013
€
€
12.323.533
11.144.296
3.746.107
1.179.237
16.069.640
12.323.533
Verloop liquide middelen
Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december
De spaarrekeningen staan ter vrije beschikking en zijn bedoeld ter dekking van de uitgestelde investeringen in de huisvesting.
Onder de handelsdebiteuren zijn vorderingen opgenomen tot een bedrag van € 80.188 met een looptijd langer dan een jaar.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
41
Passiva Eigen vermogen
31 december 2014
31 december 2013
€
€
Algemene reserves
35.809.933
34.396.873
Bestemmingsreserves
16.371.535
16.267.595
Totaal eigen vermogen
52.181.468
50.664.468
Verloopoverzicht reserves
Saldo 1-1-2-2014
Bestemming resultaat
Overige mutaties
Saldo 31-12-2014
€
€
€
€
34.396.873
1.413.060
-
35.809.933
Kwaliteitsimpuls
1.800.000
-
-
1.800.000
Nieuwbouw
9.000.000
-
-
9.000.000
BAPO
2.810.705
-
-
2.810.705
473.981
-
-473.981
-
2.182.909
577.921
-
2.760.830
50.664.468
1.990.981
-473.981
52.181.468
Algemene reserve Algemene reserve
Voorzieningen
31 december 2014
31 december 2013
€
€
Personeelsvoorzieningen
4.404.534
4.445.133
Overige voorzieningen
2.683.974
2.089.185
Totaal voorzieningen
7.088.508
6.534.318
Bestemmingsreserves (publiek)
Grondaankoop Twello Bestemmingsreserves (privaat) Bestemmingsreserve Totaal eigen vermogen
Verloopoverzicht voorzieningen Saldo
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
2014
31-12-2014
Saldo
Kortlopend deel <1 jaar
Langlopend deel >1 jaar
€
€
€
€
€
€
€
31-12-2013
Personeelsvoorzieningen Voorziening spaarverlof Voorziening wachtgeld Voorziening mobiliteit/frictie Voorziening ouderschapsverlof Voorziening ambtsjubilea
2014
2014
59.194
-
-
15.614
43.580
7.263
36.317
3.454.515
557.263
466.623
-
3.545.155
733.465
2.811.690
342.830
-
248.613
18.289
75.929
55.049
20.880
97.961
334.919
278.887
-
153.993
153.993
-
490.633
113.736
18.492
-
585.877
21.018
564.859
4.445.133
1.005.918
1.012.615
33.903
4.404.534
970.788
3.433.746
Voorziening groot onderhoud
2.089.185
851.953
257.164
-
2.683.974
726.659
1.957.315
Totaal voorzieningen
6.534.318
1.857.871
1.269.779
33.903
7.088.508
1.697.447
5.391.061
Overige voorzieningen
42
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Kortlopende schulden
D.6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Crediteuren
31 december 2014
31 december 2013
€
€
1.001.543
990.470
Schulden aan groepsmaatschappijen
181.128
146.134
Loonheffing
995.911
1.051.816
Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden / nog te betalen kosten Vooruitontvangen college- en lesgelden Doorlopende subsidies zonder verrekeningsclausule
20.677
10.228
334.448
346.277
1.351.036
1.408.321
384.770
438.380
24.000
620.990
531.965
610.330
951.036
1.425.705
Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt
1.777.846
1.632.603
Vakantiegeld
1.054.747
1.022.814
37.510
22.415
616
-
Accountants- en administratie kosten Rente Overige
473.484
600.241
Cursusgelden
427.588
491.499
Salarissen
19.509
33.257
Personeelsvereniging
6.825
-6.491
19.562
81.976
Overlopende passiva
Overig
4.827.204
5.314.108
Totaal kortlopende schulden
7.769.681
8.918.403
Alle kortlopende schulden hebben een resterende looptijd van korter dan een jaar. De reële waarde van de kortlopende schulden benadert de boekwaarde vanwege het kortlopende karakter ervan. Voor de specificatie van de subsidies met en zonder verrekening clausule verwijzen we naar Model G.
Langlopende contracten Voor de huur van de parkeerplaatsen aan de Hoeflingweg is 1 januari 2010 een huurcontract afgesloten. De huur bedraagt per 1 januari 2010 € 5600,- en wordt jaarlijks geïndexeerd. De overeenkomst is aangegaan voor een periode van 20 jaar, lopende tot en met 31 december 2029. Stichting waarborgfonds Stichting AOC Oost-Nederland heeft zich garant gesteld jegens de Stichting Waarborgfonds BVE voor maximaal 2% van de jaarlijkse rijksbijdrage indien laatstgenoemde niet aan haar borgstellings-verplichting kan voldoen. Tevens is de volgende zekerheid gesteld: bankhypotheek op pand in Doetinchem en in Almelo. Fiscale eenheid De instelling maakte sinds 1 augustus 2012 samen met de Onderwijs Oost BV deel uit van de fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Op grond hiervan was de instelling als geheel verantwoordelijk voor de omzetbelastingschuld. Onderwijs Oost BV is vennootschapsbelastingplichtig. Grondaankoop Twello Door AOC Oost is met de gemeente Voorst in 2013 een koop, huur- en pachtovereenkomst gesloten inzake de gronden rondom de locatie AOC Oost Twello. Het doel van deze overeenkomst is het aanleggen van een parkeerterrein grenzend aan de nieuw opgeleverde AOC Oost vestiging. In 2015 wordt met de aanleg van dit terrein gestart. Leaseverplichtingen AOC Oost heeft onderstaande Operationele Leaseverplichtingen: Maatschappij
Omschrijving
Verplichtingsduur >1jaar en <5 jaar
Bedrag
Canon
Kopieer/printapparatuur
5 jaar
Leferink Office Works
Touch screens
5 jaar
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Termijn
Contractduur
17.926
Per kwartaal
21 oktober 2013/ 20 oktober 2018
4.861
Per kwartaal
16 september 2012/ 15 september 2017
€
43
D.7 Toelichting Staat van baten en lasten* Realisatie 2014
Baten
Begroting 2014
Realisatie 2013
Lasten
Begroting 2014
Realisatie 2013
€
€
€
41.869.333
40.957.663
41.769.269
Geoormerkte OC&W/EZ subsidies
2.317.925
2.760.292
2.069.614
Sociale lasten AOC Oost
2.753.951
-
2.656.334
Niet-geoormerkte OC&W/EZ subsidies
1.651.627
-
2.192.697
Pensioenpremies AOC Oost
3.237.539
-
3.458.902
45.838.885
43.717.955
46.031.580
28.785.139
30.915.543
29.502.479
477.923
452.088
508.431
972.016
467.000
3.518.204
3.339.824
2.425.806
3.946.590
Rijksbijdragen OC&W/EZ
Totaal (Rijks)bijdrage Ministerie van OC&W en EZ Cursus-, les- en examengelden
Bruto lonen en salarissen AOC Oost
Lonen en salarissen Dotatie personele voorzieningen Personeel niet in loondienst
Baten werk i.o.v. derden Contractonderwijs
924.780
999.050
1.369.262
Overig
1.683.581
1.358.668
714.559
Totaal baten werk i.o.v. derden
2.608.361
2.357.718
2.083.821
Verhuur
17.250
15.672
6.344
Detachering personeel
376.923
312.516
357.434
Overig
477.165
411.680
3.098.741
Totaal overige baten
*)
Locatieontvangsten
390.817
404.930
317.699
Overige ontvangsten
84.348
6.750
576.288
Incidentele baten
2.000
-
2.204.754
871.338
739.868
3.462.518
€
€
€
22.793.649
30.915.543
23.387.243
Onderwijs Oost BV brutoloon incl. soc.lasten/premies
2.491.945
-
1.588.707
Overige personele lasten
1.375.983
2.031.552
1.289.900
Reiskosten
823.173
928.000
869.670
Werving
124.818
140.000
143.823
Overige baten
44
Realisatie 2014
Overige personele lasten Af: uitkeringen (-/-) Totale personele lasten
Zie het bestuursverslag voor nadere toelichting op de afzonderlijke rubrieken.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Scholing
315.716
418.000
278.571
Personeelsfonds
107.482
45.552
-4.604
Div. personeelskosten
4.794
500.000
19
Wachtgeld
-
-
2.420
8.179.768
5.750.909
10.343.401
-239.937
-50.000
-237.331
36.724.970
35.789.901
39.608.549
Wet normering topinkomens Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 26 februari 2014, inclusief de wijzigingen van 12 maart 2014 en 30 juni 2014 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. Behoudens de sectorspecifieke bezoldigingsmaxima is de regeling ten opzichte van 2013 niet gewijzigd. AOC Oost herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niet-topfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt AOC Oost geen verantwoording af over externe niet-topfunctionarissen. In het kader van de WNT wordt vermeld dat AOC Oost in 2014 geen functionarissen in dienst heeft gehad waarvan het belastbaar jaarloon uitsteeg boven de vastgestelde voor de instelling van toepassing zijnde normbedragen.
College van Bestuur 2014 Functie(s) (Gewezen) topfunctionaris Met dienstbetrekking Ingangsdatum dienstverband Duur van het dienstverband in het jaar Omvang van het dienstverband in het jaar Einddatum dienstverband
Dhr. W. Huiskamp
Dhr. P.M.J. Duijsings
voorzitter
lid
ja
ja
ja
ja
17/09/2012
01/01/2006
01/01-31/12
01/01-31/12
1 fte
1 fte
n.n.b.
n.n.b.
€ 125.000
€ 104.023
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
€ 13.701*
€ 2.992
Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn
€ 21.433
€ 17.569
Beloning Raad van Toezicht 2014
Functie
Duur van het dienstverband
Omvang van het dienstverband
Totale bezoldiging excl. BTW
Totale bezoldiging incl. BTW
Toepasselijk WNT maximum
Dhr. K.B. de Vries
voorzitter
01/01 - 31/12
nvt
€ 7.800
€ 9.438
€ 14.993
Mevr. H. van den BroekHanskamp
vice voorzitter
01/01 - 31/12
nvt
€ 6.300
€ 7.622
€ 9.995
Totale bezoldiging
€ 160.134
€ 124.584
Dhr. K.B. Loohuis
RvT lid
01/01 - 31/12
nvt
€ 5.200
-
€ 9.995
€ 199.905
€ 199.905
Dhr. M. Braakman
RvT lid
01/01 - 31/12
nvt
€ 5.200
-
€ 9.995
Sector specifieke WNT norm beroepsonderwijs en educatie
Dhr. G.J. van Ark
RvT lid
01/01 - 31/12
nvt
€ 5.200
€ 6.292
€ 9.995
Toepasselijk WNT maximum
€ 230.474
€ 230.474
Dhr. D. Buursink
RvT lid
01/01 - 31/12
nvt
€ 5.200
-
€ 9.995 Dhr. W. Huiskamp
Dhr. P.M.J. Duijsings
Raad van Toezicht 2013
Functie
Duur van het dienstverband
Omvang van het dienstverband
Totale bezoldiging excl. BTW
Totale bezoldiging incl. BTW
Dhr. K.B. de Vries
voorzitter
01/01 - 31/12
nvt
€ 7.800
€ 9.438
Omvang van het dienstverband in het jaar Beloning
College van Bestuur 2013
Mevr. H. van den BroekHanskamp
vice voorzitter
01/01 - 31/12
nvt
€ 6.300
€ 7.622
Dhr. K.B. Loohuis
RvT lid
01/01 - 31/12
nvt
€ 5.200
-
Dhr. M. Braakman
RvT lid
01/01 - 31/12
nvt
€ 5.200
-
Dhr. G.J. van Ark
RvT lid
01/01 - 31/12
nvt
€ 5.200
€ 6.292
Dhr. D. Buursink
RvT lid
01/05 - 31/12
nvt
€ 2.600
-
Functie(s) Duur van het dienstverband in het jaar
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn Totale bezoldiging
voorzitter
lid
01/01-31/12
01/01-31/12
1 fte
1 fte
€ 125.000
€ 104.204
€ 2.674
€ 2.675
€ 22.525
€ 20.392
€ 150.199
€ 127.271
*) Op basis van de fingerende fiscale regelgeving zijn belastbare vergoedingen uit de salariskosten gebruteerd en afzonderlijk tot uitdrukking gebracht.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
45
Afschrijvingen op materiële vaste activa
Materiële vaste activa Resultaat desinvesteringen Totaal afschrijvingen
Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
€
€
€
2.966.768
3.017.500
3.021.347
950
-
-
2.967.718
3.017.500
3.021.347
Afschrijvingen op materiële vaste activa (vervolg)
Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
€
€
€
Inventaris
201.941
154.617
226.619
ICT
666.849
745.836
687.967
Onderwijsmaterialen
1.744.561
1.724.373
1.723.184
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
2.613.351
2.624.826
2.637.770
-
500.000
200.003
866.874
811.769
720.081
462.079
409.509
375.676
Huisvestingslasten Huur Verzekeringen Onderhoud
165.746
188.885
200.542
84.429
80.000
61.825
284.815
269.547
341.456
Energie en water
567.003
700.000
673.547
Schoonmaakkosten
681.880
686.845
763.276
Heffingen
297.869
290.000
262.386
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
851.953
0
0
67.249
78.369
229.210
3.000.944
2.293.646
2.532.242
Overige
Dotatie overige voorzieningen Overige Activiteiten Excursies
Totaal overige lasten
225.300
344.405
6.380.349
Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
€
€
€
248.335
Controle jaarrekening en bekostiging 2014
49.610
50.000
34.247
26.699
-
39.832
Advies extern
253.328
219.927
176.024
Controle jaarrekening en bekostiging 2013
Uitbestede leerlingen
584.343
396.788
638.459
Overige controle werkzaamheden
Accountant
-
-
1.579
76.309
50.000
75.658
76.309
50.000
75.658
Kopieerkosten
186.608
314.927
440.644
PR / Communicatie
401.304
448.500
456.958
Reis- en verblijfkosten
109.419
83.250
99.030
Rentebaten
126.027
135.000
132.060
Rentelasten
-
-
-
126.027
135.000
132.060
Debiteurenrisico
Financiële baten en lasten
-45.311
150.000
139.353
Verzekeringen
98.256
100.000
99.021
Beheerskosten
180.935
205.750
308.006
Kantinekosten
141.384
151.468
184.115
Deelnemingen Resultaat deelnemingen Oost BV
-117
-
-20.403
Saldo deelnemingen
-117
-
-20.403
Onvoorzien Administratie- en beheerslasten
46
245.226
402.260
6.282.505
In het boekjaar en voorgaand boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht:
Overige lasten Lidmaatschappen
404.796
5.712.020
-6
-
-43.109
2.231.795
2.345.910
2.822.495
Saldo financiële baten en lasten
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
D.8 Verbonden Partijen in 2014 Samenwerking met
Doel
Inhoud
Verplichting voor jaarrekening 2014
Coöperatie Zuivelopleidingen Nederland U.A.
Het ontwikkelen en aanbieden van opleidingsprogramma’s en opleidingen met betrekking tot bedrijfsmatige zuiveltechnologie
Gezamenlijk aanbieden van opleidingen van enkele mbo-instellingen
Nee
Onderwijs Oost BV
Risicobeperking wachtgeldgevolgen
Het uitsluitend of nagenoeg uitsluitend richten op het kosten dekkend detacheren van personeel ten behoeve van de Stichting AOC Oost-Nederland
Separaat op te stellen. Onderdeel van de jaarrekening AOC Oost.
Stichting Samenwerkingsverband VO Almelo
Leerling zorg
Samenwerken, samen uitvoeren leerling zorg en (tijdelijke) opvang leerlingen
Nee
Coöperatieve vereniging OGO
Samenwerking in regio
Samenwerken uit strategisch belang
Nee
Regionaal samenwerkingsverband VO Twente
Leerling zorg
Samenwerken, samen uitvoeren leerling zorg en (tijdelijke) opvang leerlingen
Nee
Stichting samenwerkingsverband Berkelland
Leerling zorg
Samenwerken, samen uitvoeren leerling zorg en (tijdelijke) opvang leerlingen
Nee
Stichting Samenwerkingsverband Zorg Voortgezet Onderwijs Doetinchem
Leerling zorg
Samenwerken, samen uitvoeren leerling zorg en (tijdelijke) opvang leerlingen
Nee
Stichting Leerling zorg Apeldoorn en omstreken
Leerling zorg
Samenwerken, samen uitvoeren leerling zorg en (tijdelijke) opvang leerlingen
Nee
Stichting AOC Raad
Belangenbehartiging
Contributie
Nee
Stichting VO-raad
Belangenbehartiging
Contributie
Nee
Stichting mbo-raad
Belangenbehartiging
Contributie
Nee
Stichting Groene Kennis coöperatie
Toedeling en beoordeling van projecten die daarna door ministerie al dan niet worden toegekend
Inbreng in tijd en meedenken
Nee
4Groen
Samenwerkingsoverleg vier noordelijke AOC’s
Samenwerken in beleid en ondersteuning
Nee
Waarborgfonds BVE
Borgstelling geldgevers voor leningen in de BVE sector
Aangesloten instellingen dragen zorg voor startkapitaal. Door dit waarborgdepot is het mogelijk tegen gunstige voorwaarden te lenen
Melding van aansluiting en de verplichting maximaal 2% te doneren bij bereiken ondergrens startkapitaal
Bij de verbonden partijen gelden de volgende kanttekeningen: In 2014 zijn de nieuwe Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs actief. Deze hebben geen effect op de jaarrekening. De oude samenwerkingsverbanden zijn of worden afgebouwd. Dit is in 2014 gebeurd voor de samenwerkingsverbanden Berkelland en VO Twente. De resterende middelen zijn conform statuten verdeeld over de deelnemende organisaties. Het samenwerkingsverband Doetinchem en omgeving wordt in 2015 afgebouwd. Ook hier is sprake van eenmalige inkomsten in 2015. De Stichting Samenwerkingsverband Leerling zorg Apeldoorn en omgeving (SLAR) zal per 1 uiterlijk augustus 2015 worden geliquideerd. Over de afbouw is een Sociaal Plan met de vakorganisaties afgesproken. In december 2014 werd duidelijk dat de beëindiging van het samenwerkingsverband wel gepaard gaat met de nodige kosten, de deelnemende besturen, waaronder AOC Oost, hebben afgesproken garant te staan. Het hiermee samenhangende bedrag is als te betalen post opgenomen in de jaarrekening 2014.
Gemiddeld aantal werknemers
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Gedurende het jaar 2014 waren gemiddeld 450,4 werknemers in dienst bij AOC Oost op basis van een volledig dienstverband (2013: 476,5 fte) Hiervan zijn er 0 werkzaam in het buitenland (2013: 0).
47
D.9 Bestemming van het exploitatieresultaat
D.11 Gegevens over de rechtspersoon
Het exploitatieresultaat volgens de exploitatierekening over 2014 bedraagt een winst van € 1.517.000
Bestuursnummer: 40979 Naam instelling: Stichting AOC Oost Nederland
Bestemming: Algemene reserve
€ 1.413.000
Bestemmingsreserve BAPO Bestemmingsreserve nieuwbouw Bestemmingsreserve grondaankoop Bestemmingsreserve privaat Resultaat
€ -473.000 -/€ 577.000
Postadres: Postbus 190 Postcode: 7240 AD Lochem Telefoon: 0573-222066 Fax: 0573-222067 E-mail:
[email protected] Internetsite: www.aoc-oost.nl
€ 1.517.000 Contactpersoon:
de heer H.D. Stukart
D.10 Gebeurtenissen na balansdatum Na afloop van het boekjaar hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan die belangrijk zijn voor de interpretatie van de cijfers in de jaarrekening.
Gebouw College van Bestuur en Centrale Services Lochem
48
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Model G: Verantwoording subsidies G2 Verantwoording van subsidies die vopledig aan het doel/activiteit moeten worden besteed met verrekening van het eventuele voorschot. G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar Toewijzing
Bedrag van toewijzing €
Ontvangen t/m verslagjaar €
Totale kosten €
Te verrekenen ultimo verslagjaar €
21 maart 2013
105.062
105.062
105.062
0
22000-2351
18 december 2013
213.315
213.315
213.315
0
22000-1935
21 mei 2012
122.576
122.576
122.576
0
Bekostiging Praktijkleren BVE 2013
22000-2013
20 juni 2013
1.516.627
1.516.627
1.516.627
0
Groene Impuls 2012 Kennis
22000-1833
19 december 2011
234.186
234.186
234.186
0
Groene Impuls 2012 Professionalisering
22000-1833
19 december 2011
56.205
56.205
56.205
0
Groene Impuls 2013 Kennis
22000-2013
20 juni 2013
177.386
177.386
177.386
0
Groene Impuls 2013 Internationalisering
22000-2013
20 juni 2013
35.477
35.477
35.477
0
Groene Impuls 2013 Professionalisering
22000-2013
20 juni 2013
44.346
44.346
44.346
0
96.695
96.695
84.066
12.630
4.318
4.318
0
4.318
Omschrijving
verplichtingsnr
datum
Schoolmaatschappelijkwerk 2013
22000-2143
Taal en Rekenen 2014 Aanv. Bek. en Professionalisering MBO 2012
Lerarenbeurs LB LBB
38900
9 juli 2012
Lerarenbeurs LB LBL
41819
10 augustus 2012
Zij-instroom 2012
39484
5 juli 2012
38.000
38.000
31.438
6.562
2.644.193
2.644.193
2.620.684
23.509
G2-B Doorlopend in het volgend verslagjaar Toewijzing Omschrijving
verplichtingsnr
Bedrag van toewijzing €
datum
Schoolmaatschappelijkwerk 2014
22000-2428
20 januari 2014
Aanv. Bek. en Professionalisering MBO 2014
22000-2381
18 december 2013
Saldo 1 januari 2014 €
Ontvangen t/m verslagjaar €
Lasten in het verslagjaar €
Totale kosten 31 december 2014 €
Saldo nog te besteden ultimo verslagjaar €
91.561
0
91.561
0
0
91.561
166.003
0
166.003
2.061
2.061
163.942
Prestatiesubsidie VSV EZ vast 2014
61200-25665
21 oktober 2013
34.986
34.986
34.986
22.056
22.056
12.930
Bekostiging Praktijkleren BVE 2014
22000-2291
20 november 2013
1.227.391
0
1.227.391
293.303
293.303
934.088
MIP Gelden 2014
22000-2291
20 november 2013
483.086
0
483.086
0
0
483.086
Lerarenbeurs LB LBB
804A0-46896
19 maart 2014
58.913
0
58.913
0
0
58.913
2.061.940
34.986
2.061.940
317.420
317.420
1.744.520
G2 overige verantwoording Omschrijving Stagebox 2012
Toewijzing verplichtingsnr
datum
61200-21908
14 maart 2012
Bedrag van toewijzing €
Saldo 1 januari 2014* €
Ontvangen t/m verslagjaar €
Lasten in verslagjaar 2014 €
Totale kosten 31 december 2014 €
215.331
48.169
215.331
0
215.331
*In boekjaar 2014 vallen deze kosten vrij in het resultaat van 2014. Deze kosten ad. € 48.169 (gerealiseerd in 2013) zijn gecontroleerd door de accountant op rechtmatigheid en bestedingsverantwoording welke gelden bij de subsidie regeling “Stagebox 2012”.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
49
E. Continuiteitsparagraaf E.1
E.2
Kengetallen VO
Kengetal (stand 31 december) Personele bezetting in fte * Waarvan Management/Directie * Waarvan Onderwijzend personeel * Waarvan Overige medewerkers Leerlingaantallen
Meerjarenbegroting balans VO
In € x 1.000 Activa (stand per 31 december) Verslagjaar 2014
Jaar T+1* 2015
Jaar T+2* 2016
Jaar T+3* 2017
375
378
377
378
8
8
8
8
286
288
288
288
81
82
81
82
3271
3464
3442
3456
Verslagjaar 2014
Jaar T+1* 2015
Jaar T+2* 2016
Jaar T+3* 2017
0
0
0
0
32.699
35.999
35.999
35.999
10
10
10
10
32.709
36.999
36.999
36.999
8.242
5.788
6.053
6.548
40.951
41.797
42.062
42.557
Verslagjaar 2014
Jaar T+1* 2015
Jaar T+2* 2016
Jaar T+3* 2017
18.263
18.300
18.614
18.631
* Bestemmingsreserve publiek
6.806
6.806
6.806
6.806
* Bestemmingsreserve privaat
552
552
552
552
25.621
25.658
25.972
25.989
3.544
3.544
3.544
3.544
Langlopende schulden
0
0
0
0
Kortlopende schulden
4.273
4.273
4.273
4.273
33.438
33.474
33.789
33.806
Vaste Activa * Immateriële VA * Materiële VA * Financiële VA Totaal Vaste Activa Vlottende Activa
* Prognose
Totaal Activa
Toelichting op de kengetallen
Passiva (stand per 31 december)
Personele bezetting Gezien de afname van subsidies en doelsubsidies verwachten we tussen nu en 3 jaar een geleidelijke afname van de personeelsomvang. De gematigde groei in leerlingaantallen tot en met 2016 compenseert deze afname enigszins. Verwachte leerlingaantallen De leerlingaantallen laten een gematigde groei zien, deze wordt voornamelijk veroorzaakt door de nieuwbouw in Twello waar een grote aantrekkingskracht vanuit gaat. Ook in Doetinchem voorzien wij op basis van demografische ontwikkelingen de eerstkomende jaren enige groei. In tegenstelling tot eerdere signalen verwachten we een toename in de aantallen LWOO leerlingen.
Eigen Vermogen * Algemene reserve
* Bestemmingsfonds publiek * Bestemmingsfonds privaat Totaal Eigen vermogen Voorzieningen
De toepassing van verdeelsleutels is zoveel mogelijk gebaseerd op reële inschattingen. Wij realiseren ons dat deze arbitrair zijn. De komende tijd werken we aan nadere verbijzondering om 100% zuiverheid te kunnen presenteren en publiceren.
Totaal Passiva * Prognose
Toelichting Financieringsstructuur: AOC Oost heeft geen vreemd vermogen. Huisvestingsbeleid: In 2014 zijn verkennende ontwikkelingen rond de vernieuwing huisvesting locatie Doetinchem gestart. Mutaties van reserves, fondsen en voorzieningen: Elk jaar wordt ons voorzieningenniveau beoordeeld op de actuele stand van verplichtingen en afname personeel.
50
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
E.3 Meerjarenbegroting baten en lasten VO In € x 1.000 Baten (jaarbedrag) Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen/subsidies College, cursus- en examengelden
Verslagjaar 2014
Jaar T+1* 2015
Jaar T+2* 2016
Jaar T+3* 2017
28.121
29.680
32.141
31.730
1.249
625
785
785
44
36
37
32
Baten werk in opdracht van derden
643
736
736
736
Overige baten
583
377
377
377
30.640
31.454
34.076
33.660
Verslagjaar 2014
Jaar T+1* 2015
Jaar T+2* 2016
Jaar T+3* 2017
24.417
25.116
25.560
24.884
Totaal baten Lasten (jaarbedrag) Personeelslasten Afschrijvingen
1.781
1.800
1.800
1.800
Huisvestingslasten
1.801
1.810
1.810
1.810
Overige Lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële bedrijfsvoering Saldo buitengewone baten en lasten Totaal Resultaat Incidentele baten en lasten in totaal resultaat
3.947
4.886
5.222
5.215
31.946
33.612
34.392
33.709
-1.306
-2.158
-316
-49
83
86
86
66
0
0
0
0
-1.223
-2.072
-230
17
0
0
0
0
* Prognose
Toelichting Verwachte aantallen leerlingen, afstemming in de regio: In alle RPO gebieden vindt overleg plaats met de schoolbesturen over afstemming en onderwijskundige samenwerking Personele bezetting, inclusief voorgenomen aanpassingen in de formatieomvang: Gezien de afname van subsidies en doelsubsidies verwachten we tussen nu en 3 jaar een geleidelijke afname van de personeelsomvang. Huisvesting (eigendom, huur, doordecentralisatie, majeure bouwprojecten, financiering): In zijn verkennende ontwikkelingen rond de vernieuwing huisvesting locatie Doetinchem gestart.. Overige: Geen
E.4
Overige rapportages
E.4.1
Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem: zie hoofdstuk C5 Risico in het jaarverslag.
E.4.2
Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden: zie hoofdstuk C5 Risico in het jaarverslag.
Er is de komende jaren sprake van een sterke afname van de extra middelen uit subsidies. Omdat deze subsidies nauw verbonden zijn aan het primaire proces zal de vermindering direct consequenties hebben voor de uitvoering van het onderwijs.
E.4.3
Rapportage toezichthoudend orgaan: zie Jaarverslag 2014, Hoofdstuk A1. Verslag Raad van Toezicht.
Dierenmiddag Borculo – AOC Oost, locatie Borculo, en Careaz J.W. Andriessen sloegen de handen ineen voor een gezellige en informatieve ‘dierenmiddag’ in het woonzorgcentrum in Borculo. Twaalf leerlingen van klas 3, uit de vakrichting dierverzorging, verzorgden deze middag. De ouderen waren verrast. Er kwamen namelijk heel veel verschillende diersoorten naar het woonzorgcentrum. De leerlingen brachten konijnen, zijdehoenders, cavia’s, een waterschildpad, muizen, tamme ratten en nog veel meer mee. Al deze dieren zijn op school onderdeel van de vakrichting dierverzorging. De ouderen mochten allerlei dieren knuffelen, aaien en op schoot nemen. De leerlingen vertelden hen over het dier en hoe deze dieren op school verzorgd worden. Docent dierverzorging Daniël ter Haar: “Het was een zeer geslaagde middag! De leerlingen hebben ervaring opgedaan in het omgaan met een hele specifieke doelgroep. In deze sector zullen zij straks veel met klanten gaan werken. Dat oefenen we op school, maar ook in de praktijk!” De bewoners waren zonder uitzondering erg enthousiast. Deze drukbezochte middag was voor herhaling vatbaar aldus de bewoners.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
51
E.5
Kengetallen mbo
E.6
Meerjarenbegroting balans mbo
In € x 1.000 Kengetal (stand per 31 december) Personele bezetting in fte * Waarvan Management/Directie * Waarvan Onderwijzend Personeel * Waarvan Wetenschappelijk Personeel * Waarvan Overige medewerkers Studentenaantallen
Verslagjaar 2014
Jaar T+1* 2015
Jaar T+2* 2016
Jaar T+3* 2017
152
152
144
143
2
2
2
2
100
100
95
94
0
0
0
0
50
57
47
47
1941
1809
1579
1533
Activa (stand per 31 december)
Verslagjaar 2014
Jaar T+1* 2015
Jaar T+2* 2016
Jaar T+3* 2017
0
0
0
0
16.845
18.545
18.545
18.545
10
10
10
10
16.855
18.555
18.555
18.555
9.234
6.779
7.045
7.539
26.088
25.333
25.599
26.093
Verslagjaar 2014
Jaar T+1* 2015
Jaar T+2* 2016
Jaar T+3* 2017
17.547
17.582
17.884
17.901
* Bestemmingsreserve publiek
6.806
6.806
6.806
6.806
* Bestemmingsreserve privaat
2.209
2.209
2.209
2.209
* Bestemmingsfonds publiek
0
0
0
0
* Bestemmingsfonds privaat
0
0
0
0
26.561
26.596
26.898
26.915
3.544
3.544
3.544
3.544
Langlopende schulden
0
0
0
0
Kortlopende schulden
3.496
3.496
3.496
3.496
33.601
33.637
33.938
33.955
Vaste Activa * Immateriële VA * Materiële VA * Financiële VA Totaal Vaste Activa Vlottende Activa
* Prognose
Totaal Activa
Toelichting op de kengetallen Personele bezetting Gezien de afname van subsidies en doelsubsidies verwachten we tussen nu en 3 jaar een geleidelijke afname van de personeelsomvang. Het wegvallen van de Groen impuls gelden per 2016 versterkt dit. Tevens is de sterke afname in de BBL maatwerktrajecten van significante invloed. Verwachte studentenaantallen De verwachte ontwikkeling van de studentenaantallen laat in eerste instantie tot 2015 een gematigde groei zien. Vanaf 2017 zullen de eerste effecten van de verkorte leerwegen MBO niveau 3 en 4 zichtbaar worden. De verwachting is dat per augustus 2017 ca 170 studenten extra zullen uitstromen doordat nagenoeg alle niveau 3 en 4 opleidingen met ingang van 1 augustus 2014 zijn teruggebracht naar 3 jaar. Vooralsnog zal alleen de opleiding paraveterinair volgens de criteria een vierjarige opleiding blijven. De veranderde marktsituatie voor specifieke doelgroepen BBL opleidingen (maatwerk) leidt tot een sterke afname van de populatie. Huisvesting Heroverweging van de strategische huisvestingsportefeuille in het licht van de keuzes in het kader van macrodoelmatigheid.
De toepassing van verdeelsleutels is zoveel mogelijk gebaseerd op reële inschattingen. Wij realiseren ons dat deze arbitrair zijn. De komende tijd werken we aan nadere verbijzondering om 100% zuiverheid te kunnen presenteren en publiceren.
Passiva (stand per 31 december) Eigen Vermogen * Algemene reserve
Totaal Eigen vermogen Voorzieningen
Totaal Passiva * Prognose
Toelichting Financieringsstructuur: AOC Oost heeft geen vreemd vermogen. Huisvestingsbeleid: Heroverweging van de strategische huisvestingsportefeuille in het licht van de keuzes in het kader van macrodoelmatigheid. Mutaties van reserves, fondsen en voorzieningen: Jaarlijks wordt ons voorzieningen niveau beoordeeld op de actuele stand van verplichtingen en afname personeel
52
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
E.7 Meerjarenbegroting baten en lasten mbo
Toelichting
In € x 1.000
Verwachte aantallen studenten, afstemming in de regio De verwachte ontwikkeling van de studentenaantallen laat in eerste instantie een gematigde groei zien. Vanaf 2017 zullen de eerste effecten van de verkorte leerwegen MBO niveau 3 en 4 zichtbaar worden. De verwachting is dat per aug. 2017 ca. 170 studenten extra zullen uitstromen doordat nagenoeg alle niveau 3 en 4 opleidingen met ingang van 1 aug. 2014 worden teruggebracht naar 3 jaar. Vooralsnog zal alleen de opleiding paraveterinair volgens de criteria een 4-jarige opleiding blijven. Andere bekostigingsrelevante variabelen De effecten rondom Focus op Vakmanschap en de daarmee samenhangende intensivering kunnen gevolgen hebben voor de directe bedrijfsvoering. Ontwikkelingen 3e geldstroom/contractactiviteiten De verwachting is dat het aantal activiteiten zich zal stabiliseren. Personele bezetting, inclusief voorgenomen aanpassingen in de formatieomvang Gezien de afname van subsidies en doelsubsidies verwachten we tussen nu en 3 jaar een geleidelijke afname van de personeelsomvang. Het wegvallen van de Groen impuls gelden per 2016 versterkt dit. Huisvesting (eigendom, huur, doordecentralisatie, majeure bouwprojecten, financiering) In 2014 zijn verkennende ontwikkelingen rond de vernieuwing huisvesting locatie Doetinchem gestart.
Baten (jaarbedrag) Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen/subsidies College, cursus- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
Verslagjaar 2014
Jaar T+1* 2015
Jaar T+2* 2016
Jaar T+3* 2017
13.748
13.912
12.959
12.142
2.721
2.440
900
900
434
352
363
318
1.966
1.274
1.260
1.089
288
172
173
173
19.157
18.150
15.655
14.622
Verslagjaar 2014
Jaar T+1* 2015
Jaar T+2* 2016
Jaar T+3* 2017
12.308
12.003
11.020
10.848
Afschrijvingen
1.187
1.200
1.200
1.200
Huisvestingslasten
1.200
1.206
1.206
1.206
Totaal baten Lasten (jaarbedrag) Personeelslasten
Overige Lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële bedrijfsvoering Saldo buitengewone baten en lasten Totaal Resultaat Incidentele baten en lasten in totaal resultaat**)
1.765
1.641
1.428
1.385
16.460
16.050
14.854
14.639
2.697
2.100
801
-17
43
44
44
34
0
0
0
0
2.740
2.144
845
17
0
0
0
0
* Prognose
**) Indien sprake is van incidentele baten en/of lasten of van andere ontwikkelingen, die naar verwachting zullen leiden tot een aanmerkelijke afwijking op de reguliere financiële baten en lasten , dan dienen deze nader te worden toegelicht.
Overige Geen
E.8 Overige rapportages E.8.1 Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem: zie hoofdstuk C5 Risico in het jaarverslag. E.8.2 Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden: zie hoofdstuk C5 Risico in het jaarverslag. Er is de komende jaren sprake van een sterke afname van de extra middelen uit subsidies. Omdat deze subsidies nauw verbonden zijn aan het primaire proces zal de vermindering direct consequenties hebben voor de uitvoering van het onderwijs. E.8.3 Rapportage toezichthoudend orgaan: zie Jaarverslag 2014, Hoofdstuk A1. verslag Raad van Toezicht.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
53
E.9
Servicedocument mbo (Continuïteitsparagraaf)
In dit servicedocument is beschreven welke kwantitatieve informatie mbo-scholen in het geïntegreerd jaardocument dienen op te nemen. De indicatoren hebben primair betrekking op het mbo. De continuïteitsparagraaf is strategisch van aard. Het gaat om de (continuïteit van de) school in zijn geheel en het anticiperen op de omgeving van de school. Daarbij is het belangrijk om de wijze waarop het bestuur tegen deze onderwerpen aankijkt, weer te geven. Deze zienswijze dient in de continuïteitsparagraaf duidelijk naar voren te komen.
Kwalitatief deel Strategische personeelsplanning De ontwikkeling van de personeelskosten en het Gezien de afname van subsidies en doelsubsidies verwachten we tussen nu en 3 jaar een geleidelijke afname van de personeelsomvang. Het wegvallen van de Groen aantal medewerkers in fte, in relatie tot groei en impuls gelden per 2016 versterkt dit. De verwachte ontwikkeling van de studentenaantallen laat in eerste instantie een gematigde groei zien. krimp Vanaf 2017 zullen de eerste effecten van de verkorte leerwegen MBO niveau 3 en 4 zichtbaar worden. De verwachting is dat per augustus 2017 ca 170 studenten extra zullen uitstromen doordat nagenoeg alle niveau 3 en 4 opleidingen met ingang van 1 augustus 2014 worden teruggebracht naar 3 jaar. Vooralsnog zal alleen de opleiding paraveterinair volgens de criteria een vierjarige opleiding blijven. Vermelding van de inzichten in de leeftijdsverde- zie HR tabellen en grafieken. ling van uw personeel, ook gerelateerd aan de verwachte in-, door en uitstroom voor de komende Tussen nu en 2017 zal ongeveer 5,6 FTE in verband met de pensioengerechtigde leeftijd uitstromen. Gezien de verwachtte afname van subsidies en doelsubsidies jaren. verwachten tussen nu en 3 jaar zal er minder formatieruimte en behoefte zijn aan instroom. Het streven is dit zoveel mogelijk met zittende medewerkers danwel met een tijdelijke schil op te vangen. Het beleid op de verhouding aantal medewerkers Afgesproken is om een flexibele schil aan personeel te creëren zowel voor de werkzaamheden door de categorie onderwijspersoneel en onderwijsondersteunend (in fte) in vaste dienst versus aantal flexibele in personeel als personeel voor projecten met een specifiek doel of resultaat. Deze flexibele schil is nodig omdat projecten met een specifiek doel of resultaat per relatie tot de geprognotiseerde groei/krimp. definitie geen structurele inkomsten generen. Maar ook voor “vaste” inkomsten geldt dat deze aan schommelingen onderhevig zijn zowel op basis van leerlingen aantallen als bekostiging. Gezien de verwachtte afname van inkomsten ivm afname studentenaantallen en (doel) subsidies is het streven een flexibele schil aan te houden tussen 10 en 15%. Beleid op inhuur
Voor tijdelijke klussen zullen geen vaste mensen in dienst worden genomen, in een aantal gevallen zal eerst de pay roll constructie worden gehanteerd alvorens iemand in vaste dienst te nemen, specifieke kennis zal ingehuurd moeten worden omdat we die wel nodig maar niet in huis hebben etc. De organisatie zal binnen het personeelsbudget moeten blijven en dat is het kader waarbinnen de inhuur derden dient te worden gerealiseerd. Hoe minder externe inhuur hoe beter de organisatie binnen dat budget blijft; het is dus in het belang van de organisatie om zo min mogelijk inhuur in te zetten.
Beleid ziekteverzuim en uw streven voor het ziek- Gezien het feit dat wij stelselmatig niet tevreden zijn over de arbodienstverlening en onze kwalitatieve verwachtingen van de diensten van de arbodienstverlener teverzuimcijfer voor de komende jaren blijkbaar hoger liggen dan dat deze kan waarborgen maakt dat we opnieuw goed gekeken hebben naar ons verzuimbeleid in relatie tot onze organisatie. Op dit moment werken we aan een nieuwe vorm van verzuimbeleid, wat met ingang van 2015 geïmplementeerd is. We gaan werken naar een eigen regiemodel waarin de leidinggevende de lead krijgt na training en scholing. De onafhankelijke bedrijfsarts (niet langer afkomstig van een arbodienst) wordt pas ingezet op het moment dat er (dreigend) langdurig verzuim is. De arts en leidinggevende bekijken vervolgens samen op welke wijze de medewerker voor het bedrijf nog inzetbaar is. Het doel van het eigen regie-model is om verzuim bespreekbaar te maken, om gedrag te veranderen en bovenal om betrokken te blijven bij medewerkers. Door verantwoordelijkheid voor verzuim neer te leggen bij de werknemer zelf en zijn direct leidinggevende, wordt meer betrokkenheid bij beide partijen gerealiseerd. Op deze wijze zijn de lijnen kort en wordt verzuim meer op een natuurlijke manier bespreekbaar gemaakt. Dit verandert de verzuimcultuur. Het streven is hiermee het beïnvloedbare verzuim terug te brengen naar een aanvaardbaar percentage. Omdat dit nog in de kinderschoenen staat is het streven het verzuim binnen twee jaar met 1% terug te dringen.
54
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Strategische huisvestingsplanning Aangeven van de planning voor het gebruik van aantallen m2 en benoemen van eventuele fricties.
In januari 2013 is de nieuwbouw in Twello in gebruik genomen. En de noodlokalen afgebroken en deels verplaatst naar de locatie in Enschede.
Beleid op het gebruik van m2, in relatie tot flexibele aantallen m2 en m2 in eigendom.
Met uitzondering van Enschede voldoet het aantal m2 per leerling. Voor specifieke tekorten zoals gymzalen vindt externe huur plaats.
Geef de ontwikkeling van de m2-prijs aan ten opzichte van het sectorgemiddelde (dit is terug Gemiddeld van AOC Oost € 135,00 per m2. te vinden in de instellingsrapportage financiële benchmark) en uw streven voor de komende jaren.
Kwantitatief deel 2014*)
*)
1
Omzet private activiteiten als percentage van de totale omzet
8,7%
2
Gewogen studenten per fte onderwijzend/direct onderwijsondersteunend personeel
14,94
3
Gewogen aantal studenten per fte beroepsonderwijs
11,01
4
Aantal fte tijdelijk personeel als percentage totaal aantal fte
5
Kosten fte in loondienst
6
Aantal m² beroepsonderwijs per gewogen deelnemer
7
Overhead personeelskosten in procenten
8
Liquiditeit
9
Rentabiliteit
10
m² huur als percentage totale m²
11
Gemiddelde huisvestingkosten per m²
12
Herfinancieringsbehoefte als percentage totale jaaromzet
n.v.t.
13
Investeringsbehoefte als percentage totale jaaromzet
2,2%
10,57 % € 69.539 12,1 20,27 % 2,64 14,3% 4,5% € 135,-
Berekeningen voor 2014 zijn gebaseerd op thans voorhanden cijfermateriaal
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
55
F.
56
Controleverklaring accountant
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
57
58
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Bijlage 1: Uitvoeringsplan bij Strategische Beleidsplan 2011-2015 2012
2013
2014
1 b. Nulmeting kwaliteit
X
1 c. onderwijsplanning
X
1 d. Macrodoelmatigheid
X
1 e. Passend onderwijs
X
Samenstelling
einde beleidsperiode 2011-2015
De Raad van Toezicht bestond in 2014 uit de volgende personen:
Systematisch werken aan het verbeteren van onderwijskwaliteit
X
2 a. Personeelsdossiers op orde 2 b. Implementatie gesprekkencyclus
X
2 c. Leiderschap versterken
X X
2 d. AOC Oost academie 2 e. Strategische personeelsplanning
X
3 a. Wervingscampagne
X
3 b. Wijziging huisstijl
X
3 c. Marketing bedrijfsopleidingen
X
3 d. Meerjarenhuisvestingsplan
X
4 a. Inrichten centrale services
X
4 b. Communicatie door management
X
4 c. Interne communicatie
X
Systematisch werken aan het verbeteren van professionele kwaliteiten
Systematisch werken aan het verbeteren van externe bekendheid en zichtbaarheid Systematisch werken aan de verbindingen binnen de organisatie X
4 d. AOC Oost café
X
Gerealiseerd aan
X
1 a. Onderwijsdesign
5 a. Sturingsinformatie
2015
X
Bijlage 2: Raad van Toezicht
Systematisch werken aan het interne en externe vertrouwen
Geplande jaar van oplevering
Fundamenten leggen: voorbereiden
Verschuiving opleverdatum als gevolg van wijzigingen overheidsbeleid
Naam de Vries, Karste Barteld Infunctietreding 01-01-2010
voorzitter
Naam Van den Broek-Hanskamp, Harmina Infunctietreding 01-07-2006
vice-voorzitter
Naam Van Ark, Jan Geerhard Infunctietreding 01-07-2007
lid
Naam Loohuis, Karel Bernardus lid Infunctietreding 01-01-2010 Naam Braakman, Michaël Willibrord lid Infunctietreding 01-01-2010 Naam Buursink, Dick lid Infunctietreding 01-08-2013
Rooster van aftreden Aftredend per 1 januari 2015
Mevr. H. van den Broek
Niet herbenoembaar
1 januari 2015
Dhr. K.B. de Vries
Herbenoembaar
1 januari 2016
Dhr. J.G. van Ark
Niet herbenoembaar
1 januari 2017
Dhr. D. Buursink
Herbenoembaar
1 januari 2017
Dhr. K.B. Loohuis
Niet herbenoembaar
1 januari 2018
Dhr. M. Braakman
Niet herbenoembaar
Verbeteren en borgen: implementeren
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
59
(Neven) functies van Raad van Toezicht in 2014 Naam: K.B. Loohuis
Naam: K.B. de Vries Organisatie
KvK-nr
Functie
Betaald of onbetaald
KdV management en advies
8178272
Interim manager en adviseur
Het Assink Lyceum
41030828
Voorzitter Raad van Toezicht
Stichting Dorpsraad Boekelo
41028185
Vice-voorzitter
Niet betaald
Organisatie
KvK-nr
Functie
Betaald of onbetaald
Betaald
Gemeente Hoogeveen
01175828
Burgemeester
Betaald
Betaald
Het Assink Lyceum
41030828
Lid Raad van Toezicht
Betaald (tot 1-7-2014)
RTV Drenthe
04061376
Lid Raad van Toezicht
Betaald
St. Vrienden van Bethesda
41018704
Voorzitter Bestuur
Niet betaald
Organisatie
KvK-nr
Functie
Betaald of onbetaald
J.B. Textiles B.V.
06057087
Managing Director
Betaald
Het Assink Lyceum
41030828
Lid Raad van Toezicht
Betaald
Organisatie
KvK-nr
Functie
Betaald of onbetaald
Naam: H. van den Broek – Hanskamp Organisatie
KvK-nr
Functie
Betaald of onbetaald
Broekhan BV
09098337
Directeur/grootaandeelhouder
Betaald
Stichting Oeuvre Herman van den Broek
09183548
Voorzitter bestuur
Onbetaald
ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten
09109756
Lid Raad van Toezicht
Betaald (tot 1-9-2014)
Woningcorporatie Laris Wonen en Diensten Didam
09043274
Lid Raad van Commissarissen
Betaald (t/m 31-12-2014)
Het Assink Lyceum
41030828
Vice-voorzitter Raad van Toezicht
Betaald
Stichting Raedelijn
54308968
Directeur/bestuurder
Betaald (tot 1-6-2014)
Naam: J.G. van Ark
60
Naam: M.W. Braakman
Naam: D. Buursink
Provincie Overijssel
51048329
Lid Provinciale Staten
Betaald
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid
41151387
Lid Raad van Toezicht
Onbetaald
Stichting Artikel1 Overijssel
41030965
Lid Raad van Toezicht
Onbetaald
Landelijke Fietsersbond
40464671
Voorzitter ledenraad
Onbetaald
Organisatie
KvK-nr
Functie
Betaald of onbetaald
Stichting Vrienden van de Meene Buurse
41028430
Voorzitter
Onbetaald
eL-Tec Elektrotechnologie
08042753
Lid Raad van Advies
Betaald
nvt
Voorzitter
Onbetaald
Stichting Administratiekantoor Houtman Transport B.V.
08009279
Voorzitter
Betaald
Vereniging Historische Sociëteit Enschede - Lonneker Ombudscommissie PvdA Enschede
nvt
Lid
Onbetaald
Euro Patisserie Holding B.V.
08041324
Lid van de Raad van Advies
Betaald
Stichting Studiecentrum Zoetwaren en Snacks Benelux
41177822
Voorzitter
Betaald
Ir. Van der Zee Stichting
41039284
Voorzitter
Betaald
Jan Nienhuis Vereniging
40101485
Voorzitter
Onbetaald
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Bijlage 3: Nevenfuncties leden College van Bestuur in 2014 Naam: W. Huiskamp Namens AOC Oost
Naam: P.M.J. Duijsings Namens AOC Oost Organisatie
KvK-nr
Functie
Betaald of onbetaald
Organisatie
KvK-nr
Functie
Betaald of onbetaald
Stichting Leerlingzorg Apeldoorn en Regio (tot augustus 2015)
08106522
Voorzitter Raad v Toezicht
Niet betaald
AOC Raad
40481784
Bestuurslid
Niet betaald
Vereniging Onderwijsgroep Oost U.A
08209571
lid Raad van Bestuur
Niet betaald
Stichting Samenwerkingsverband VO/SVO Regio Almelo ‘Het Nijrees”
08107502
Bestuurslid
Niet betaald
Platform Onderwijs Werk en Inkomen Twente
Nvt
Lid
Niet betaald
Stichting Samenwerkingsverband Slinge-Berkel
58097205
Bestuurslid
Niet betaald
Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Berkelland (beëindigd31/12/2014)
08127614
Bestuurslid
Niet betaald
Vereniging Samenwerkingsverband VO Doetinchem en omstreken
59143029
Voorzitter ledenraad
Niet betaald
Stichting Samenwerkingsverband zorg voortgezet onderwijs Doetinchem en omgeving (tot 01/2016)
09126979
Bestuurslid
Niet betaald
Coöperatie SWV 25-05 U.A.
59136324
Lid
Niet betaald
Stichting Regionaal samenwerkingsverband VO Twente (beëindigd 31/12/2014)
08147613
Bestuurslid
Niet betaald
Overleg RSPH (mbo-instellingen en provincie Gelderland)
Nvt
Lid
Niet betaald
Stichting Bedrijfstakgroep Groen Grond Infra
55504728
Voorzitter
Niet betaald
Coöperatie Zuivelopleidingen Nederland
60157739
Lid
Niet betaald
Vereniging Onderwijsgroep Oost U.A
08209571
lid Raad v Bestuur
Niet betaald
Policy Governance Consultancy Group
Nvt
Lid
Niet betaald
Stichting Samenwerkingsverband Regio Almelo VO/VSO
59020504
Lid
Niet betaald
Achterhoek 2020
NvT
Lid stuurgroep
Niet betaald
Stichting VO2302
58890939
Lid
Niet betaald
Professionalisering
Aequor Expertgroep Dier
41052152
Vice voorzitter
Niet betaald
Beide leden van het College van Bestuur zijn lid van de VKBBO.
Aequor Paritaire Commissie
41052152
Lid
Niet betaald
Provincie Overijssel Adviescommissie Agro&Food
Nvt
Lid
Niet betaald
Mbo-Platform Overijssel
Nvt
Lid
Niet betaald
Stuurgroep Groene Kennispoort Twente
Nvt
Lid
Niet betaald
Organisatie
KvK-nr
Functie
Betaald of onbetaald
Houtvast & Laatlos VOF
08142255
Vennoot
Niet betaald
Vereniging Samenwerkende Kinderboerderijen Nederland
55773540
Voorzitter
Onkostenvergoeding
Stichting Landelijk Bureau Kinderboerderijen Nederland
41050103
Voorzitter bestuur
Onkostenvergoeding
Stichting IVN/ Consulentschap Gelderland
34147938
lid Raad van Advies
Niet betaald
Privé
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
61
Bijlage 4: Samenstelling Ondernemingsraad Groep primair proces
Aftredend per
Mevr. E. van Veen
Voorzitter
2015
Dhr. L. Meijer
Vice voorzitter/secretaris vanaf 1 augustus 2014
2015
Mevr. C. ter Steege
Secretaris tot 1 augustus 2014
2017
Dhr. G. de Jong
2017
Dhr. J. Wiedemeijer
2017
Dhr. W. Wiggers
2017
Dhr. S. de Jager
2015
Dhr. H. Kuipers
2015
Groep ondersteunende processen
Aftredend per
Mevr. A. Timmerije
2017
Dhr. J. Steverink
2017
Bijlage 5: Samenstelling Centrale Studentenraad mbo
62
Naam
Locatie
G.J. Bramer
Almelo
E. van der Bliek (tot 1 augustus 2014)
Almelo
J. Wijna (tot 1 augustus 2014)
Twello
B.F.M. Raanhuis
Enschede
E. Doornberg
Enschede
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Bijlage 6: Ontwikkeling leerlingenaantallen AOC Oost AOC Oost
mbo Jaar Soort
vmbo
Jaar Soort
2011/12
2012/13
2013/14
2014/15
2.739
2.849
3.071
3.271
mbo BOL
2011/12
2012/13
2013/14
2014/15
1.421
1.350
1.355
1.405
mbo
2.551
2.194
2.166
1.941
mbo BBL
1.130
844
811
536
Totaal AOC Oost
5.290
5.043
5.237
5.212
Totaal mbo
2.551
2.194
2.166
1.941
vmbo Soort
Jaar
Jaar
Locatie Almelo
2011/12
2012/13
2013/14
2014/15
vmbo (regulier)
431
434
411
432
mbo BBL reguliere BBL
LWOO
273
239
260
242
mbo BBL maatwerk (Groeipunt)
Totaal vmbo locatie Almelo
704
673
671
674
mbo BBL
2011/12
2012/13
2013/14
2014/15
vmbo (regulier)
192
182
201
201
LWOO
146
169
157
175
Totaal vmbo locatie Borculo
338
351
358
376
2011/12
2012/13
2013/14
2014/15
448
471
491
520
Locatie Borculo
Locatie Doetinchem vmbo (regulier) LWOO
254
283
303
331
Totaal vmbo locatie Doetinchem
702
754
794
851
2011/12
2012/13
2013/14
2014/15
163
208
286
295
Locatie Enschede vmbo (regulier) LWOO
299
305
303
305
Totaal vmbo locatie Enschede
462
513
589
600
Locatie Twello
2011/12
2012/13
2013/14
2014/15
vmbo (regulier)
225
221
243
300
LWOO
308
337
416
470
Totaal vmbo locatie Twello
533
558
659
770
2011/12
2012/13
2013/14
2014/15
225
198
173
73
905
646
638
463
1.130
844
811
536
* Voor voorgaande telperiodes zijn de aantallen overgenomen uit de definitieve foto van DUO, de aantallen uit de huidige periode zijn gebaseerd op voorlopige cijfers.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
63
Bijlage 7: Personeelsgegevens AOC Oost Verdeling aantallen fte’s naar leeftijdcategorie 31-12-2014 leeftijd
Verdeling geslacht naar leeftijdcategorie
31-12-2013
verschil 2014 versus 2013
31-12-2012
in aantallen
aantal
fte
aantal
fte
aantal
fte
aantal
fte
leeftijd
1
1
4
3
6
5
-3
-2
0 - 24
25 - 34
106
88
122
103
133
114
-16
-15
35 - 44
123
95
126
97
137
107
-3
-3
45 - 54
150
122
159
132
167
141
-9
55 - 59
101
88
109
94
112
98
-8
0 - 24
60 of meer Totaal
vrouwen
mannen
vrouwen
mannen
vrouwen
mannen
vrouwen
0
2
2
2
4
-1
-2
25 - 34
38
68
47
75
53
80
-9
-7
35 - 44
47
76
49
77
53
84
-2
-1
-10
45 - 54
79
71
91
68
95
72
-12
+3
-7
55 - 59
76
25
84
25
85
27
-8
0
60 of meer
51
31
26
40
35
+29
25
445
551
455
595
500
-10
-11
Totaal
49
11
28
3
36
4
+21
+8
290
251
301
250
324
271
-11
1
350 0 - 24 25 - 34 35 - 44 45 - 54 55 - 59 60 of meer
100 50 2014 Personeel verdeeld naar leeftijdscategorie
300 mannen
250
vrouwen
200 150 100 50 0
2014
2013
2012
Personeel verdeeld naar geslacht
64
verschil 2014 versus 2013
31-12-2012
1
60
150
0
31-12-2013
mannen
541
200
31-12-2014
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Verdeling geslacht naar soort dienstverband In aantallen
31-12-2014
31-12-2013
31-12-2012
verschil 2014 versus 2013
fulltime
parttime
vast
tijdelijk
fulltime
parttime
vast
tijdelijk
fulltime
parttime
vast
tijdelijk
fulltime
parttime
vast
tijdelijk
202
88
288
2
208
93
291
10
220
104
297
27
-6
-5
-3
-8
Mannen Vrouwen
50
201
247
4
47
203
238
12
51
220
237
34
3
-2
9
-8
Totaal
252
289
535
6
255
296
529
22
271
324
534
61
-3
-7
6
-16
In %
47%
53%
99%
1%
46%
54%
96%
4%
46%
54%
90%
10%
350
350
300
300
250
250
200
mannen
200
150
vrouwen
150
100
100
50
50
0
mannen vrouwen
0 Fulltime Parttime 2014
Fulltime Parttime 2013
Vast
Fulltime Parttime 2012
Personeel verdeeld naar fulltime of parttime dienstverband
Tijdelijk 2014
Vast
Tijdelijk 2013
Vast
Tijdelijk 2012
Personeel verdeeld naar vast of tijdeliijk dienstverband
350 300
Verdeling fte naar OP, OOP en directie Verdeling AOC medewerkers per functiecategorie
31-12-2014 fte
31-12-2013 fte
31-12-2012 fte
verschil 2014 versus 2013
Onderwijspersoneel
292
295
328
-3
Ondersteunend personeel
145
154
166
-9
8
6
5
2
Directie
De directie bestond in 2014 uit 8 directeuren; 6 locatiedirecteuren vmbo (in 2014 had de locatie Enschede 2 directeuren vanwege het aftreden en aantreden binnen hetzelfde jaar), 1 directeur mbo (verantwoordelijk voor het gehele mbo onderwijs binnen AOC Oost) en 1 directeur Centrale Services (verantwoordelijk voor de centrale diensten welke voorheen onder het College van Bestuur vielen).
2014
250
2013
200
2012
150 100 50 0
Onderwijspersoneel
Ondersteunend personeel
Directie
Personeel verdeeld naar onderwijspersoneel en ondersteunend personeel
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
65
Mobiliteit Functiecategorie
instroom 2014
uitstroom 2014
instroom 2013
uitstroom 2013
instroom 2012
uitstroom 2012
Saldo verschil 2014
aantal
aantal
aantal
aantal
aantal
aantal
aantal
Onderwijspersoneel
8
12
3
30
4
47
-4
Ondersteunend personeel
6
8
2
20
8
14
-2
20
5
50
12
61
-5
aantal
fte
aantal
fte
aantal 1
0,4
0
0,0
157
81,7
82
41,2
54
31,8
75
40,4
1
0,8
9
6,6
12
7,7
-8
-5,8
1
0,5
10
6,6
-1
-0,5
92
48,3
77
46,5
66
34,1
Directie
1
Totaal
1
15
Verdeling flexibele schil in fte’s en aantallen Flexibele schil
2014
2013
2012
AB Oost Onderwijs Oost BV Randstad Payroll Randstad Totaal
158
82
Ziekteverzuim 2014
2013
2012
verschil 2014 versus 2013
Verzuimpercentage
4,87%
4,91%
4,79
-0,04%
Gemiddelde verzuimduur (in dagen)
16,59
15,18
16,69
1,41
1,07
1,33
1,29
0,26
Verzuimcijfers
Verzuimfrequentie
Het verzuimpercentage is licht gedaald, medewerkers hebben zich gemiddeld minder ziek gemeld (verzuimfrequentie), maar hebben gemiddeld voor een langere duur verzuimd.
Beëindigde verzuimmeldingen Kort (0-7 dagen)
2014
%
2013
%
2012
%
Totaal AOC - Personeelsleden onder AOC Oost
Doelstellingsgesprek
297
57%
-7
Voortgangsgesprek
651
84%
-108
Middellang (8-42 dagen)
79
12%
88
11%
81
10%
Lang (meer dan 43 dagen)
45
7%
52
7%
44
6%
Hier is terug te zien dat met name het kort verzuim is afgenomen in 2014 t.o.v. 2013. Het aantal verzuimmeldingen is tevens afgenomen.
IPB Cyclus In september 2013 is de tweede IPB gesprekkencyclus van start gegaan met een doelstellingengesprek. In verband met ziekteverlof van medewerkers/leidinggevenden en de aanstelling/beëindiging van medewerkers gedurende de cyclus zijn nog niet alle gesprekken gevoerd. In de hiervolgende tabellen staan de totaalcijfers over de gevoerde gesprekken in 2014.
-9
82%
776
Wet Evenredige Vertegenwoordiging (WEV) In het kader van de WEV kan vermeld worden dat binnen AOC Oost drie vrouwelijke directeuren (38% van het aantal directeuren) in het managementteam zijn vertegenwoordigd.
%
651
791
fte
AOC
81%
667
aantal
Locatie
543
Totaal aantal beëindigde meldingen
66
verschil 2014 versus 2013
verschil 2014 versus 2013 fte
-124
Functioneringsgesprek Beoordelingsgesprek
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
98
19%
161
31%
50
10%
Bijlage 8: Basiskwaliteit
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - GL
AOC Oost hanteert de eigen Kwaliteitsmonitor, waarin normen gebruikt worden die in veel gevallen boven de inspectienormen liggen en die bedoeld zijn om de basiskwaliteit te garanderen. De Kwaliteitsmonitor is opgesteld in het kader van het Strategisch Beleidsplan 2011-2015. Daarin spreekt AOC Oost de ambitie uit tot de beste scholen van Nederland te willen behoren.
Bovenbouwrendement
In deze bijlage worden de resultaten van vmbo per locatie en mbo en Groeipunt afgezet tegen de normen van de Kwaliteitsmonitor, waarop de verantwoordelijke directeuren een reflectie hebben gegeven. Legenda Groen : Geel : Rood :
Gemiddeld eindexamen cijfer
geen risico beperkt of matig risico groot risico
100%
97%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - BB
97%
99%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - KB
81%
84%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - GL
74%
94%
Afwijking van het landelijk gemiddelde – BB
6,70
6,91
Afwijking van het landelijk gemiddelde - KB
5,94
6,51
Afwijking van het landelijk gemiddelde – GL
6,00
6,31
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - BB
-0,34
-0,52
Almelo
Onderbouwrendement
2013-2014
Slaag percentage
2012-2013
Kritische Succes Factor
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Basisberoepsgerichte leerweg (BB)
97%
100%
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - KB
0,06
-0,20
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Kaderberoepsgerichte leerweg (KB)
83%
100%
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - GL
0,28
0,16
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Gemengde leerweg (GL)
84%
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - BB
97%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - KB
90%
Kritische Prestatie Indicator
Verschil SE-CE
Onderwijstijd
% van klassen dat voldoet aan de norm van 1000 uren contacttijd
97%
Voortijdig schoolverlaters
Maximaal 1% vsv’ers in de onderbouw t.o.v. het totaal aantal leerlingen binnen de organieke eenheid
0%
0,3%
93%
Voortijdig schoolverlaters
Maximaal 4% vsv’ers in de bovenbouw t.o.v. het totaal aantal leerlingen binnen de organieke eenheid
0,9%
0%
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
67
Reflectie op de resultaten Een eerste blik op de resultaten van de kwaliteit van de locatie Almelo stemt positief. Er zijn geen rode signalen meer. Alle leerlingen van leerjaar vier jaargang 2013/2014 zijn geslaagd. Een beter resultaat kan een locatie niet scoren. Het halen van 100% is niet het doel van AOC Oost, we streven immers naar minimaal 98%, maar is na een jaar met veel uitval van lessen een prachtige opsteker waar door leerlingen en het team heel hard aan gewerkt is. Het onderbouwrendement in de BB is gelijk gebleven op 97%. Dat van de KB is gestegen met 3% en daarentegen is de GL weer gedaald met 3%. Aandachtspunt blijft echter wel de KB. Er is onverminderd aandacht besteed aan de instroomniveaus van de nieuwe leerlingen en de adviezen die de basisscholen geven aan de leerlingen. De locatie maakt hierbij gebruik van de referentieniveaus zoals ze door de AOC Raad zijn opgesteld en verspreid over de toeleverende basisscholen. Basisscholen wordt verzocht om eenduidige en passende adviezen af te geven. Het jaar 2014 wordt spannend als het advies van de basisschool leidend is. De rendementen van de bovenbouw vertonen in alle leerwegen een stijging. Bij de rendementscijfers van de bovenbouw moet wel traditiegetrouw aangetekend worden dat hier ook de leerlingen uit het Groene Lyceum meetellen. Deze leerlingen hebben zonder uitzondering minimaal een HAVO advies waarop ze bij ons niet gediplomeerd kunnen raken. Deze problematiek is bekend bij het Ministerie van OCW en de Inspectie maar kan vooralsnog niet worden opgelost. Het beïnvloedt echter wel op een negatieve manier het rendement. De gemiddelde eindexamencijfers vertonen een stijging in alle drie leerwegen. Hiervoor is door leerlingen hard gewerkt op basis van gedegen analyses voor de diverse vakken en beschreven in een reparatieplan. De verschillen tussen de SE en CE bevinden zich allemaal binnen de marges. Hiermee is de locatie bijzonder blij. In de BB en KB is de discrepantie wel een fractie groter geworden. In de GL is het verschil iets kleiner geworden. De beheersing van de verschillen is nog niet volledig onder controle en verdiend nog aandacht. Zie hiervoor de aanpak voor verbetering. Het afgelopen cursusjaar is er relatief veel uitval geweest door ziekte van docenten. Veel van deze ziekte is intern en met vervangers opgevangen, maar dit heeft niet kunnen verhinderen dat de locatie moeite heeft met het halen van de norm contacttijd. Activiteiten die ook uitval veroorzaken zijn al zoveel mogelijk geschrapt in het programma en activiteiten voor docenten vinden zoveel mogelijk plaats buiten de onderwijstijd van leerlingen. Ondertussen is de nieuwe wetgeving voor de onderwijstijd door de Tweede Kamer en kan de locatie zich richten op 3700 uur over vier jaar. Dit geeft meer ruimte om te repareren. De locatie wordt ondersteund door het roosterbureau met nauwkeurige analyses en planningen. Er verlaten vrijwel geen leerlingen voortijdig onze school. De locatie is in staat om leerlingen op te vangen binnen de locatie dan wel goede afspraken te maken met collega scholen en andere organisaties. Door de maatregelen in het kader van passend onderwijs verwachten wij een groter aantal leerlingen met een specifieke scholingsbehoefte. Om hier op te anticiperen heeft de locatie haar zorgteam omgebouwd naar een expertisepunt, gericht op het verder professionaliseren van de docent.
68
Cursusjaar 2013/2014 is een enerverend en bijzonder jaar geweest voor de locatie Almelo. De locatie heeft de aandacht gehad van de Inspectie voor het onderwijs. De inspectie maakte zich, overigens samen met ons, zorgen over de kwaliteit van het geboden onderwijs. Hierbij keken zij naar de prestaties van de afgelopen jaren. Gelukkig was er vanuit de Inspectie veel vertrouwen in de plannen voor de langere termijn, de zorg voor de korte termijn bleef echter. Deze zorg heeft de locatie voor een groot deel weg kunnen nemen door het uitvoeren van een herstelprogramma. In dit programma is veel tijd en energie gestopt en we hebben het cursusjaar beter dan verwacht af mogen sluiten met een slagingspercentage van 100%. Het herstel is echter nog broos en de zorgen blijven. Het blijft ook voor 2014/2015 moeilijk om de continuïteit in met name de vakgebieden Engels en wiskunde te waarborgen. Het is voor deze vakken lastig om goed personeel te werven. De locatie blijft voor de lange termijn op koers met haar plannen.
Aanpak voor verbetering De aanpak voor verbetering valt uiteen in een aantal punten. Verbetering wordt gezocht door goed samen te werken met de andere VMBO locaties van AOC Oost. Samen zijn speerpunten beschreven waaraan gewerkt wordt. Deze zijn toetsbeleid, opbrengstgericht werken, taal- en rekenontwikkeling en passend onderwijs/pedagogisch didactisch handelen. Voor de korte termijn is er een zogenaamd masterplan opgesteld waarbij nauwkeurig klassen en vakken worden gemonitord op resultaten. Daar waar nodig worden extra uren of docenten ingezet. Dit masterplan vergt een extra investering maar moet zeker resultaat opleveren. Er worden regelmatig analyses gemaakt en op basis daarvan acties uitgezet. Om de kwaliteit op locatie Almelo te verbeteren wordt er gewerkt met een verbeterplan. Dit plan kent doelstellingen op het gebied van verbetering van de toetskwaliteit; het realiseren van een meer opbrengstgerichte cultuur; leerlingen op de juiste plek; ontwikkeling van vakwerk- en leerplannen; duidelijke onderwijsprogrammering en het ontwikkelen van een programma voor taal en rekenen. Het verbeterplan heeft ondertussen ook een uitwerking gekregen in een scholingsplan voor de locatie. In dit scholingsplan wordt professionalisering voorgesteld voor teacher-leaders, sectievoorzitters, docent begeleiders, individuele docenten en ook voor het management. Scholing is er ook om de ingezette koers vast te houden op het gebied van het verbeteren van de activerende didactiek; het samenwerkend leren en het gebruik van één model voor de organisatie van de lessen. Locatie Almelo investeert massief in de kwaliteit van het onderwijs en zit in de transitie, met alle positieve en negatieve gevolgen, naar een school met een professionele en opbrengstgerichte cultuur.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Borculo 2013-2014
Slaag percentage
2012-2013
Kritische Succes Factor
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Basisberoepsgerichte leerweg (BB)
100%
100%
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Kaderberoepsgerichte leerweg (KB)
100%
Kritische Prestatie Indicator
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Gemengde leerweg (GL) Onderbouwrendement
Bovenbouwrendement
Gemiddeld eindexamen cijfer
94%
Verschil SE-CE
96,6%
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - BB
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - KB
100%
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - GL
100%
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - BB
100%
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - KB
94%
89%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - GL
88%
93%
Afwijking van het landelijk gemiddelde – BB
6,60
7,32
Afwijking van het landelijk gemiddelde - KB
6,54
6,51
Afwijking van het landelijk gemiddelde – GL
6,20
7,17
100%
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - BB
-0,04
-0,38
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - KB
0,05
0,10
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - GL
0,38
-0,23
Onderwijstijd
% van klassen dat voldoet aan de norm van 1000 uren contacttijd
Voortijdig schoolverlaters
Maximaal 1% vsv’ers in de onderbouw t.o.v. het totaal aantal leerlingen binnen de organieke eenheid
0%
0,5%
Voortijdig schoolverlaters
Maximaal 4% vsv’ers in de bovenbouw t.o.v. het totaal aantal leerlingen binnen de organieke eenheid
0%
0%
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
69
Reflectie op de resultaten Het slagingspercentage is voor de BB en GL op orde. Er wordt bij deze indicator beperkt risico gelopen bij de KB; na het tweede tijdvak is één leerling gezakt. Het onderbouwrendement is op orde voor alle leerwegen. De gegevens bovenbouwrendement vraagt om actie te ondernemen bij de GL en KB. He gemiddeld eindexamencijfer en het verschil SE-CE voldoet bij alle leerwegen aan de gestelde normen. Ook de onderwijstijdnorm is behaald, evenals de norm voor voortijdig schoolverlaters. In vergelijking met de cijfers van cursusjaar 2012/2013 kan er gesteld worden dat het gelukt is om de positieve resultaten vast te houden. Het is gelukt om het slagingspercentage voor de GL te verbeteren. Vermeld kan worden dat in deze groep 14 leerlingen zaten waarvan 13 leerlingen een extra vak hebben gevolgd. Deze leerlingen komen in aanmerking voor een staatsdiploma Theoretische leerweg. Er hebben 29 leerlingen een Kaderberoepsgerichte leerweg gevolgd, waarvan 28 leerlingen de opleiding hebben afgesloten met een diploma. Door het relatief kleine aantal deelnemers drukt één gezakte behoorlijk op het percentage. Het gemiddelde eindexamencijfer is gestegen voor de BB en de GL. Alle 3 leerwegen scoren boven het landelijk gemiddelde. Het bovenbouwrendement vraagt aandacht voor de KB en de GL. Er is sprake van een spanningsveld tussen leerlingen kansen geven en kiezen voor de veilige weg. Het onderbouwrendement is op orde wat betreft het percentage leerlingen dat doorstroomt zonder zittenblijven. Het onderbouwrendement met betrekking tot basisschooladvies is stijgende, maar nog niet op orde voor de GL en KB.
Locatie Borculo
Aanpak voor verbetering In het afgelopen jaar is vooral ingezet op opbrengst gericht werken. Er hebben scholingen plaatsgevonden rondom didactiek. Deze scholingen worden verder voortgezet en vergroten daarmee de didactische competenties van de docent. Om het onderbouwrendement te verhogen wordt in de zogenaamde “warme overdracht”-gesprekken met bassischolen gebruik gemaakt van het leerweg adviesschema Primair onderwijs. Als bij de plaatsing van de leerjaar in het afgelopen jaar bleek dat het basisschooladvies niet strookt met de leerresultaten van de leerling op de basisschool, dan werd aan de basisschool gevraagd om het advies aan te passen. Om het bovenbouwrendement te verhogen hebben we aanpassingen gedaan aan het determinatieproces. We maken meer gebruik van harde gegevens zoals Cito Vas en de leerresultaten van de eindexamenvakken. Het determinatieproces blijft in ontwikkeling.
70
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Doetinchem
Onderbouwrendement
Bovenbouwrendement
Gemiddeld eindexamen cijfer
2013-2014
Slaag percentage
2012-2013
Kritische Succes Factor
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Basisberoepsgerichte leerweg (BB)
98%
98,1%
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Kaderberoepsgerichte leerweg (KB)
90%
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Gemengde leerweg (GL)
96%
Kritische Prestatie Indicator
Verschil SE-CE
100%
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - BB
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - KB
98%
97%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - GL
100%
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - BB
98%
98%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - KB
89%
95%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - GL
88%
93%
Afwijking van het landelijk gemiddelde – BB
6,90
6,68
Afwijking van het landelijk gemiddelde - KB
6,08
6,32
Afwijking van het landelijk gemiddelde – GL
6,15
6,54
98%
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - BB
-0,23
-0,12
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - KB
0,11
0,11
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - GL
0,51
0,03
Onderwijstijd
% van klassen dat voldoet aan de norm van 1000 uren contacttijd
Voortijdig schoolverlaters
Maximaal 1% vsv’ers in de onderbouw t.o.v. het totaal aantal leerlingen binnen de organieke eenheid
0%
0%
Voortijdig schoolverlaters
Maximaal 4% vsv’ers in de bovenbouw t.o.v. het totaal aantal leerlingen binnen de organieke eenheid
0,9%
0,3%
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
71
Reflectie op de resultaten De resultaten van het vmbo locatie Doetinchem van het schooljaar 2013 – 2014 zijn goed. Op bijna alle fronten wordt goed/groen gescoord. Alleen is de score bij het onderbouwrendement voor enkele leerwegen iets lager, maar heel dicht bij het landelijk gemiddelde. Een belangrijke indicator is de discrepantie tussen het SE en CE. De discrepantie voor de GL was in het vorig schooljaar te hoog, maar gerichte actie heeft er voor gezorgd dat die nu ruim binnen de norm ligt. Al met al dus tevredenheid over de resultaten. Wel is enige nuancering op z’n plaats; de resultaten worden door vele factoren beïnvloed en niet alle factoren zijn makkelijk beïnvloedbaar. Daarnaast blijkt bij nadere bestudering van de percentiel scores (percentage scholen dat het beter of slechter doet) dat enkele vakken dan zwak scoren. Dit is een aandachtspunt. Eén van de doelen die locatie Doetinchem stelt is de leerlingen maatwerk bieden. Zo is het voor BB en KB leerlingen mogelijk een examenvak op een hoger niveau te doen. Zo hebben 7 leerlingen van de BB Engels op een hoger niveau gevolgd en hebben 16 leerlingen van de KB extra Duits gevolgd. Deze mogelijkheden hebben een rechtstreeks gevolg voor de gemiddelde cijfers. Het doel van het onderwijs is onder andere het behalen van een diploma. Passend onderwijs zorgt er echter voor dat steeds meer leerlingen binnenkomen, die geen diploma kunnen halen. Die leerlingen moeten begeleid worden naar een goede plek in het vervolgonderwijs of naar een plek op de arbeidsmarkt. Als gevolg daarvan zal ook gemerkt worden dat de komende jaren de rendementen op bepaalde onderdelen zullen dalen. Tevens krijgt het voortgezet onderwijs te maken met de verplichte advisering vanuit het basisonderwijs. Ook dat kan ervoor zorgen dat de resultaten de komende jaren kunnen gaan afwijken.
Locatie Doetinchem
Aanpak voor verbetering Kijkend naar de grote lijn is het vooral zaak het huidige niveau vast te houden, maar wil locatie Doetinchem het komende jaar zich vooral richten op die vakken, die bij nadere bestudering toch slecht scoren. Dus blijvend opbrengstgericht werken: vanuit een goede analyse komen tot verbeteringen. Die weg is ingeslagen en blijft locatie Doetinchem volgen.
72
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Enschede
Onderbouwrendement
Bovenbouwrendement
Gemiddeld eindexamen cijfer
2013-2014
Slaag percentage
2012-2013
Kritische Succes Factor
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Basisberoepsgerichte leerweg (BB)
100%
96,7%
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Kaderberoepsgerichte leerweg (KB)
95%
97,4%
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Gemengde leerweg (GL)
88%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - BB
Kritische Prestatie Indicator
Verschil SE-CE
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - BB
-0,38
-0,34
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - KB
0,06
-0,15
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - GL
0,35
0,17
Onderwijstijd
% van klassen dat voldoet aan de norm van 1000 uren contacttijd
93,8%
Voortijdig schoolverlaters
Maximaal 1% vsv’ers in de onderbouw t.o.v. het totaal aantal leerlingen binnen de organieke eenheid
0%
0%
100%
100%
Voortijdig schoolverlaters
Maximaal 4% vsv’ers in de bovenbouw t.o.v. het totaal aantal leerlingen binnen de organieke eenheid
0%
0%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - KB
96%
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - GL
100%
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - BB
93%
92%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - KB
78%
81%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - GL
77%
79%
Afwijking van het landelijk gemiddelde – BB
7,09
6,79
Afwijking van het landelijk gemiddelde - KB
6,41
6,38
Afwijking van het landelijk gemiddelde – GL
6,10
6,28
Locatie Enschede
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
73
Reflectie op de resultaten – Basisberoepsgerichte leerweg
Aanpak voor verbetering – Basisberoepsgerichte leerweg
Wat betreft de BB worden de volgende opvallende zaken gesignaleerd: 1. Bij het slaagpercentage wordt beperkt risico gelopen. 2. Het gemiddelde examencijfer is boven de norm. 3. Rendement onderbouw is boven de norm. 4. Rendement bovenbouw is gelijk aan de norm. 5. Verschil SE-CE is boven de norm. 6. Percentielscore wiskunde is onder de norm, dierhouderij en verzorging ook onder de norm. 7. Algemeen BGP percentiel 27 tegen de ondergrens.
Het komende schooljaar (2015-2016) wordt gebruikt om de visie op onderwijs te herdefiniëren. Tot die tijd is het zaak om de basiskwaliteit te handhaven en op orde te houden. De komende maanden worden nieuwe beroepsgerichte programma’s ontwikkeld. Daarbij zal ook de basiskwaliteit omhoog moeten. Daarom zal vooraf goed geanalyseerd moeten worden waar punten blijven liggen en welke onderdelen beter moeten.
Ad.1 Bij het slaagpercentage van de BB wordt beperkt risico gelopen. Het betreft hier één afgewezen leerling. De wet van de getallen speelt hier een rol. De resultaten zijn in het team besproken en er zijn Wolf-analyses gemaakt. Op basis van de trend is de prestatie, gezien de populatie leerlingen, goed te noemen. Met deze resultaten scoort deze leerweg, volgens de vigerende rekenmethode, landelijk gezien hoog. Kijkend naar de percentielscores in vergelijking met andere scholen met een groen profiel valt de vergelijking negatief uit, 81% van de scholen presteert gelijkwaardig of beter. Ad. 2 Het gemiddelde examencijfer is boven de norm en dat is gezien de populatie een knappe prestatie. Kijkend naar de percentielscores vraagt alles onder de 50 om aandacht. Dit is het geval bij Nederlands (35), wiskunde (9), bloembinden -schikken (28), dierhouderij en verzorging (12). Het is opvallend dat de percentielscore van de beroepsgerichte programma’s samen laag is. De conclusie zou kunnen zijn dat de leerlingen vaker slagen op basis van de AVO-vakken. De landelijke trend is dat het merendeel van de leerlingen in de BB slaagt dankzij de behaalde resultaten op de praktijkvakken. Dit vraagt om nader onderzoek dat bij de ontwikkeling van de nieuwe beroepsgerichte programma’s zal worden uitgevoerd. Ad.3 Er is in de onderbouw een duidelijke lijn die zichtbaar is in de score. In principe blijft niemand zitten in de onderbouw van de BB. Ad. 4 Rendement bovenbouw is gelijk aan de norm. In uitzonderlijke gevallen wordt besloten dat een leerling moet doubleren. Dit is dus eerder uitzondering dan regel. Ad. 5 De verschillen tussen het schoolexamen en het centraal examen is keurig binnen de norm. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de schoolexamens goed op niveau zijn.
Waarbij dierhouderij en dierverzorging ook voor de korte termijn hoge prioriteit heeft. De teamleiders gaan met de sectie wiskunde in gesprek over een verbeterplan. Bij de huidige getallen dient opgemerkt te worden dat er problemen zijn geweest met één van de wiskunde docenten. Dit is helaas zichtbaar in de resultaten. Wiskunde blijkt voor een substantieel deel van onze leerlingen een lastig vak. Binnen de BB worden, op dit schooljaar, leerlingen, die dit nodig hebben, extra ondersteund met wiskunde lessen.
Reflectie op de resultaten – Kaderberoepsgerichte leerweg Wat betreft de KB worden de volgende opvallende zaken gesignaleerd: 1. Bij het slaagpercentage wordt beperkt risico gelopen. 2. Het gemiddelde examencijfer is boven de norm. 3. Het rendement van de bovenbouw vertoont een stijgende lijn. 4. De percentielscores bloembinden en schikken (9) en dierhouderij en verzorging (9) zijn laag. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het bij bloembinden en -schikken gaat om twee leerlingen. Ad. 1 Bij het slaagpercentage wordt beperkt risico gelopen. Het betreft hier één afgewezen leerling. Ad. 2 Het gemiddelde examencijfer is boven de norm en dat is vooral te danken aan de AVO vakken. Opnieuw valt op dat de beroepsgerichte programma’s een lage percentielscore laten zien. Met een score van 26 zitten de beroepsgerichte programma’s tegen de kritische ondergrens. Ad. 3 Het rendement van de bovenbouw laat een stijgende lijn zien. Uit de cijfers van de komende jaren zal blijken of hier sprake is van een duurzame ontwikkeling. Ad. 4 Als van de twee leerlingen er één zakt dan heeft dit grote gevolgen voor het slaagpercentage en de percentielscore. Dit is het geval bij bloembinden en schikken. De populatie is te klein om hieraan conclusies te ontlenen. Dierhouderij en -verzorging is reeds bij de BB besproken.
Ad. 6 De vakken wiskunde en dierhouderij en -verzorging zijn echt onder norm. De secties zal gevraagd worden om een analyse en een plan van aanpak.
74
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Aanpak voor verbetering – Kaderberoepsgerichte leerweg
Aanpak voor verbetering – Gemengde leerweg
Voor de aanpak voor verbetering: zie de BB.
Gezien de situatie in Enschede is te verwachten dat de externe instroom in de bovenbouw af zal nemen. Daarnaast zal er aan de poort strenger geselecteerd worden. Een leerling zal duidelijk blijk moeten geven van een groen profiel daarnaast zal goed worden gekeken naar de beheersing van het vak wiskunde. Bij AOC Oost loopt al enige tijd een programma ter versterking van taal en rekenen. Deze investeringen zullen de komende jaren moeten gaan renderen met als resultaat hogere cijfers voor Nederlands en wiskunde. Ook voor de GL geldt dat het komende schooljaar plannen worden gemaakt voor het doorontwikkelen van het onderwijs.
Reflectie op de resultaten – Gemengde leerweg Wat betreft de GL worden de volgende opvallende zaken gesignaleerd: 1. 2. 3. 4. 5.
Het slaagpercentage is onder de norm. Bij het gemiddelde examencijfer wordt beperkt risico gelopen. Het rendement van de bovenbouw is licht gestegen. De kernvakken scoren laag qua percentielscore. De beroepsgerichte programma’s scoren ook in de GL gemiddeld laag. Waarbij opnieuw dierhouderij en –verzorging laag scoort. Ook het beroepsgerichte programma groene ruimte scoort onder de norm.
Er zijn drie leerlingen afgewezen waarvan twee leerlingen extern zijn ingestroomd. De leerling die vanuit de eigen onderbouw is ingestroomd had gezondheidsproblemen en heeft dien ten gevolge veel lessen gemist. Hierdoor was er achteraf een te smalle basis. De groep GL leerlingen die vorig examen gedaan heeft, presteerde minder dan de jaren daarvoor en dan gewend was. Er was een grote externe instroom wat wellicht ook van invloed geweest is. Het rendement bovenbouw 12-13 was onder de norm, wat bevestigt dat dit een groep was die niet de prestaties leverde die gewend was. De komende jaren moeten de prestaties scherp gevolgd worden en moet tijdig bijgestuurd worden waar nodig om te voorkomen dat dit structureel wordt.
Om het rendement in de bovenbouw te verhogen wordt intern gedacht aan een zomerschool-achtige constructie. Om te voorkomen dat allerlei ad hoc maatregelen genomen worden zal een consistent en samenhangend plan ontwikkeld moeten worden. De onderwijstijd en percentage voortijdig schoolverlaten van locatie Enschede voldoen aan de norm.
Ad.1 Bij de algemene opmerkingen hierboven is getracht om het slaagpercentage te duiden. Het College van Examens gaf in hun reflectie aan dat het algemene vaardighedenniveau dit jaar gestegen is. De lat is hoger gelegd en scholen bewegen mee. In het team zal ook in dit kader gesproken moeten worden over de resultaten. De vraag is of wij deze beweging volgen. Ad. 2 Het gemiddelde examencijfer is gelijk aan de norm. Vorig jaar scoorde de GL met een gemiddeld examencijfer van 6,1 boven de norm. Dit jaar met een gemiddeld examencijfer van 6,28, onder het landelijk gemiddelde. Wat de bevestiging is van wat eerder is aangegeven, namelijk dat het gemiddelde niveau aan het stijgen is. Ad. 3 Het rendement van de bovenbouw is met 2% gestegen. Geen hele grote stijging, maar wel een positieve beweging. Het bovenbouwrendement blijft nog steeds onder de norm. Ad. 4 Er moet goed geanalyseerd worden hoe het komt dat de kernvakken deze score laten zien. Het wijkt af van de andere leerwegen. Deze vakken zijn doorstroomrelevant voor leerlingen en tellen bovendien zwaar mee in het oordeel.
Locatie Twello
Ad. 5 Bij de analyse van de BB en KB zijn de beroepsgerichte programma’s reeds aan bod gekomen.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
75
Twello
Onderbouwrendement
Bovenbouwrendement
Gemiddeld eindexamen cijfer
76
2013-2014
Slaag percentage
2012-2013
Kritische Succes Factor
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Basisberoepsgerichte leerweg (BB)
93%
98,1%
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Kaderberoepsgerichte leerweg (KB)
98%
Kritische Prestatie Indicator
Verschil SE-CE
100%
2012-2013: 95 % geslaagden – 2013-2014: 98 % geslaagden – Gemengde leerweg (GL)
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - BB
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - KB
72%
95%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat zonder zittenblijven in de derde klas terechtkomt per leerweg - GL
100%
100%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - BB
93%
96%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - KB
85%
89%
Afwijking van het landelijk gemiddeld % leerlingen dat vanaf het derde leerjaar een diploma haalt zonder te blijven zitten - GL
94%
84%
Afwijking van het landelijk gemiddelde – BB
6,62
6,96
Afwijking van het landelijk gemiddelde - KB
6,16
6,36
Afwijking van het landelijk gemiddelde – GL
6,60
6,47
90,3%
100%
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - BB
-0,21
-0,47
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - KB
0,02
-0,05
Het gewogen gemiddelde tussen SE - CE per leerweg is max. 0,5 - GL
-0,19
0,15
Onderwijstijd
% van klassen dat voldoet aan de norm van 1000 uren contacttijd
Voortijdig schoolverlaters
Maximaal 1% vsv’ers in de onderbouw t.o.v. het totaal aantal leerlingen binnen de organieke eenheid
0%
0,3%
Voortijdig schoolverlaters
Maximaal 4% vsv’ers in de bovenbouw t.o.v. het totaal aantal leerlingen binnen de organieke eenheid
0,4%
0%
Reflectie op de resultaten Een van de speerpunten op AOC Oost locatie Twello is het Opbrengst gericht werken. Het structureel werken aan achterstanden en het volgen van de leeropbrengsten van de leerlingen. Deze aanpak lijkt zijn vruchten af te werpen en dat is te zien in de cijfers van Twello. Door de strengere aanpak op het gebied van de opbrengsten en kwaliteit zijn er in de KB en GL in 2012 en 2013 meer leerlingen gedoubleerd (overgang 2-3). Dit heeft zijn weerslag gehad op de onderbouwrendementen. Inmiddels heeft AOC Oost locatie Twello flink geïnvesteerd in de kwaliteit van deze leerwegen en het resultaat is in de cijfers van 2013-2014 merkbaar. Opvallend in dit jaar is de terugval in het slagingspercentage in de GL. Op een totaal van 30 kandidaten zijn er 3 gezakt. We hebben onderzocht hoe dit kon gebeuren, maar zien het voorlopig als een incident.
Aanpak voor verbetering Op de GL worden nog beter en vaker de resultaten gemonitord. Dit gebeurt tijdens leerling- en rapportbesprekingen en tijdens de mentorvoorbespreking. Verder worden een aantal praktijkrichtingen begeleid om de discrepantie tussen het SE en CE te verkleinen.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
mbo1
De resultaten staan redelijk stabiel in het groen. 2012-2013
2013-2014
Diploma-/ jaarresultaat
% crebo’s waarbij beide opbrengstindicatoren boven de AOCnorm zitten - totaal
83,3%
70,5%
Onderwijstijd
% crebo’s dat voldoet aan de inspectienorm onderwijstijd
100%
100%
2012-2013: Maximaal 32.5% vsv’ers mbo1 t.o.v. het totaal aantal Voortijdig school- studenten binnen de organieke eenheid verlaters (VSV) 2013-2014: Maximaal 27.5% vsv’ers mbo1 t.o.v. het totaal aantal studenten binnen de organieke eenheid
10%
22%
2012-2013: Maximaal 13.5% vsv’ers mbo2 t.o.v. het totaal aantal Voortijdig school- studenten binnen de organieke eenheid verlaters (VSV) 2013-2014: Maximaal 11.5% vsv’ers mbo2 t.o.v. het totaal aantal studenten binnen de organieke eenheid
6%
5%
2012-2013: Maximaal 4.25% vsv’ers mbo3 t.o.v. het totaal aantal Voortijdig school- studenten binnen de organieke eenheid verlaters (VSV) 2013-2014: Maximaal 3.5% vsv’ers mbo3 t.o.v. het totaal aantal studenten binnen de organieke eenheid
3%
3%
2012-2013: Maximaal 4.25% vsv’ers mbo4 t.o.v. het totaal aantal Voortijdig school- studenten binnen de organieke eenheid verlaters (VSV) 2013-2014: Maximaal 3.5% vsv’ers mbo4 t.o.v. het totaal aantal studenten binnen de organieke eenheid
2%
2%
100%
100%
Kritische Succes Factor
Examinering
Kritische Prestatie Indicator
% goedgekeurde examenstandaarden
Het jaar- en diplomaresultaat ligt boven het gemiddelde van de landelijke vergelijkingsgroep. Echter, in het jaar- en diplomaresultaat van 2013-2014 is, na een stijging in 2012-2013, een daling zichtbaar. Daarmee zakt AOC Oost in de landelijke benchmark bij het jaarresultaat van plek 7 naar plek 19 en bij het diplomaresultaat van plek 9 naar plek 11 van de totaal 75 instellingen. Als deze resultaten nader worden bekeken is vooral sprake van een daling bij de resultaten van de bedrijfsopleidingen bij Groeipunt. Door de integratie van mbo en Groeipunt valt dit onder de verantwoordelijkheid van de teamleiders. De daling wordt daarom nu door de teamleiders nader geanalyseerd en worden hierop verbeteracties uitgezet. De verbeteracties zijn onderdeel van de implementatie van de omvorming binnen het mbo die in 2015 wordt doorgevoerd: van multisectorale locatiegerichte onderwijsteams naar regionale inhoudsgerichte onderwijsteams. AOC Oost voldoet aan de huidige VSV-norm. Ten opzichte van het schooljaar 2012-2013 is een lichte daling zichtbaar bij het aantal VSV-ers bij niveau 2-opleidingen. Bij niveau 3 en 4 opleidingen is het percentage gelijk gebleven. Er is echter een grote stijging zichtbaar bij niveau 1 opleidingen (10% in 2012-2013 naar 22% in 2013-2014). Deze trend is ook landelijk zichtbaar. Deze ontwikkeling is echter zorgelijk. In 2015 en daaropvolgende jaren worden gerichte acties ondernomen om het VSV-percentage terug te kunnen dringen en voortijdig schoolverlaten van studenten te voorkomen.
Locatie Almelo 1 2
Mbo betreft het gehele reguliere mbo De norm die wij hanteren is voor niveau 1 en 2 jaarresultaat 65% én diplomaresultaat 50% niveau 3 en 4 jaarresultaat 70% én diplomaresultaat 70%
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
77
Uitstroom tussen 1-10-2013 en 1-2-2014
Bijlage 9: Notitie helderheid Om de doelmatige en rechtmatige besteding van de rijksbijdrage te ondersteunen nemen we in deze bijlage een toelichting op over de onderwerpen die in de Notitie Helderheid 2004 zijn vermeld.
vmbo Uitval met diploma
Thema 1: Uitbesteding Wij hebben 6 uitbestedingen gerapporteerd die voldoen aan de gestelde eisen. Dit is aantoonbaar middels afgesloten contracten. Het betreft de volgende uitbestedingen: • Prakticon • Pronova • Attendiz • SWV2505 • CSG Het Noordik • ’t Nijrees • Stichting Achterhoek VO Thema 2: Investeren in publieke middelen in private activiteiten Wij ondernemen private activiteiten bij Groeipunt in de vorm van maatwerktrajecten. Hierover hebben we gerapporteerd dat er geen sprake is van publieke middelen die privaat worden ingezet. Thema 3: Het verlenen van vrijstellingen Wij hebben geen vrijstellingen gerapporteerd. Thema 4: Les- en cursusgeld Wij maken geen gebruik van een fonds om les- en cursusgeld voor studenten te vergoeden. Wij hebben voor geen enkele deelnemer meer dan één keer les- en/of cursusgeld in rekening gebracht. Thema 5: In- en uitschrijven van studenten In en uitschrijven controleren we nauwkeurig. Aan de betrokkenen wordt gerapporteerd wat ontbreekt aan documentatie. De onderwijstijd kan sinds 2011 uit Magister worden gerapporteerd. Van de ingeschreven studenten wordt de vooropleiding geregistreerd. Thema 6: De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij/zij ingeschreven is Het is van belang om inzichtelijk te hebben of leerlingen de opleidingen volgen die bij hun niveau passen. Om aan te tonen dat bekostiging rechtmatig wordt ontvangen voor leerlingen op de juiste opleidingen, rapporteren we over het aantal ‘omzwaaiers’. Dit zijn leerlingen die gedurende het schooljaar van opleiding veranderen. Studenten kunnen meerdere keren voorkomen/geteld zijn, doordat zij niet alleen van wereld maar bijvoorbeeld ook van leerweg zijn veranderd
78
Uitval zonder diploma
mbo
Totaal
Uitstroom tussen 1-10-2013 en 1-2-2014 vmbo
mbo
totaal
2
70
72
-
121
121
16
74
90
17
80
97
18
144
162
17
201
218
Redenen van vertrek
-
-
-
-
-
-
Geografische afstand, verhuizing, ziekte, overlijden
2
2
4
-
-
-
Onbekend
-
9
9
-
13
13
Persoonsgebonden, geen invloed
2
9
11
1
22
23
Persoonsgebonden, geen invloed wel opvang
-
33
33
-
2
2
Geen uitval
-
-
-
-
-
-
Zonder diploma, maar succesvol
-
-
-
-
-
-
Instellingsgebonden factoren
-
-
-
-
8
8
Schoolgebonden redenen: inhoud, vormgeving opleiding, relatie docenten
-
8
8
-
1
1
Arbeidsmarkt- en (externe) omgevingsfactoren
-
3
3
-
9
9
Sociaal-emotioneel, leervermogen, psychische stoornis, thuissituatie
-
5
5
-
-
-
Verkeerde studie, beroepskeuze
12
5
17
16
25
41
Totaal
16
74
90
17
80
97
Tabel bij thema 5; in- en uitschrijven van studenten
Verandering
Aantal studenten 2013/2014
Aantal studenten 2012/2013
Van leerweg vmbo
41
21
Van leerweg mbo
15
10
Van opleidingscluster (wereld)
20
18
Van niveau
97
127
Tabel bij thema 6; aantal omzwaaiers
Diplomastapeling Tijdens de telperiode 1 oktober 2013 t/m 30 september 2014 zijn er 843 diploma’s uitgereikt. Hiervan behaalden 102 studenten het tweede diploma bij AOC Oost en 11 studenten behaalden hun derde diploma. In kalenderjaar 2014 zijn er niet meerdere diploma’s uitgereikt aan studenten.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Thema 7: Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven Om aan de voorwaarden te voldoen om voor maatwerktrajecten voor bekostiging in aanmerking te komen, is verantwoording over de opleidingen en de bedrijven waar deze opleidingen aan worden gegeven verplicht in het jaarverslag. In de volgende tabel is deze informatie opgenomen. Gegevens bedrijven inzake maatwerktrajecten per 1 oktober 2014 Bedrijf
Sector
Aantal deelnemers
Abbott labratories BV
Voeding
5
Arian Tuintechniek
Groen
2
Axent Groen
Groen
21
Bolletje Almelo en Heerde
Voeding
22
Bonfait bv
Voeding
28
Bunt Hoveniers
Groen
3
DCW
AKA
2
DCW
Groen
De Zuivelhoeve productie / winkelbedrijf bv
Voeding
2
Delta Groenbouw & Milieu
Groen
2
Enkco foodgroup
Voeding
9
Epos B.V.
Voeding
11
Felua-Groep Groenvoorzieningen
AKA
12
Flox
Groen
R. Verwoert Boomkwekerij en loonbedrijf
Plant
Rouveen Kaasspecialiteiten
Voeding
12
Sallcon Werktalent
AKA
15
Stichting Werken in Losser
Groen
2
SWB Midden Twente
Groen
26
't Wencop
Groen
2
Van Esch Hoveniers VOF
Groen
Vandemoortele nederland B.V.
Voeding
Vivera B.V.
Voeding
Wedeo
AKA
Friesland Campina
Voeding
32
Gemeente Enschede LO-OE
Groen
11
GesselGroen BV
Groen
Helwa Wafelbakkerij BV
Voeding
29
2
Hooymans Vleeswaren
Voeding
10
Huverba
Plant
4
Hyproca Dairy bv
Voeding
5
IBN facilitair BV (openbare ruimte)
Groen
Intersnack Nederland BV
Voeding
2 11
3 10 2 20
Zuivelboerderij Kaamps
Voeding
Diverse bedrijven
Groen
44
Plant
18
Voeding
13
2
2
Zorg Totaal
9
5 1 469
Deze maatwerktrajecten voorzien in BBL-bedrijfsopleidingen die deels tot stand komen in overleg met de opdrachtgevers. De processen en procedures van het bedrijf vormen samen met het kwalificatiedossier de basis van elk opleidingstraject en sluiten daarmee aan op de specifieke situaties van elk participerend bedrijf. Dat betekent dat: • Elk traject begint met uitgebreide intake van AMN. • Het opleidingsprofiel wordt ingericht op basis van de in het bedrijf aanwezige functieprofielen die daartoe door ons worden getoetst en vertaald naar competentieprofielen. • De opleiding wordt bedrijfsspecifiek ingekleurd en uitgevoerd. • Individuele coaching op basis van (persoonlijk) opleidingsplan. • Training op de werkplek. • Werken met individuele medewerkers of in kleine groepen. • Frequent overleg tussen docenten en werkleiding en/of werkplekopleiders. • Een assessorentraining voor de werkplekopleiders.
30
I-Pack B.V.
Voeding
Kerngroen B.V.
Groen
Plukon Goor BV
Voeding
2
Probroed & Sloot
Voeding
13
Probroed BV
Voeding
11
2
Omdat de opleidingen plaatsvinden binnen de context van het bedrijf en omdat daarvoor toegesneden onderwijsmateriaal wordt geleverd, zijn de bedrijven bereid om een marktconforme bijdrage voor deelnemers te vergoeden. In deze bijdrage wordt ook rekening gehouden met uitvalpercentages vanwege ziektedagen, arbeidsmobiliteit of niet kunnen voldoen aan bekostigingsvoorwaarden. Thema 8: Buitenlandse deelnemers Wij hebben geen buitenlandse deelnemers gerapporteerd.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
79
Bijlage 10: Overzicht projecten
Overzicht subsidies voor jaarrekening 2014 Subsidie
Doelen
voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
Stagebox
Deze aanvullende vergoeding is bedoeld om extra stage- en simulatieplaatsen voor moeilijk plaatsbare studenten te realiseren en te komen tot een intensieve stagebegeleiding van studenten in beroepsonderwijs: instellingen, kenniscentra, procesmanagement en colo.
In samenwerking met partijen uit de regio een netwerk van beschermde stage- en simulatieplaatsen opzetten en onderhouden, die relevant zijn voor de beoogde arbeidsmarktpositie en passend zijn voor de studenten.
Coördineren en administreren van een netwerk met bijzondere stageplekken. Extra stagebegeleiding, stagebezoeken en coaching en begeleiding door mentor/ coach/BPV-begeleider/ZAT/IZT
Alle leerlingen volgen een passende stage. Er staat een duurzaam, voortdurend gerevitaliseerd netwerk van stagebedrijven en praktijkplaatsen met geschoolde begeleiders.
Budget voor leerlingen met een geïndiceerde beperking om binnen het reguliere onderwijs hun schoolopleiding te kunnen volgen. In overleg met de ouders wordt een handelingsplan opgesteld over doel en wijze waarop de middelen worden ingezet.
Werkzaamheden voor lln met een beperking om zich te handhaven in het reguliere onderwijs: formatie (uren personeel), ambulante begeleiding, beperkt extra materiaal (leer- en hulpmiddelen)
Vooral personele inzet bij begeleiding leerlingen (mentor, coach, orthopedagoog en orthodidacticus, rt, mrt, psycholoog, ambulant begeleiders). Overleg en afstemming binnen ZAT/IZT en de samenwerkingsverbanden. Voorbereidingen voor de overgang naar passend onderwijs, zoals opzet van expertise punt ter ondersteuning van de docent (docentiondersteuners). geheel in overeenstemming met de visie van de Onderwijsraad. Inzet beperkt leer- en hulpmiddelen.
Binnen de onderwijsstructuur kunnen leerlingen met speciale aandacht presteren naar vermogen en krijgen waar nodig extra ondersteuning. De docenten worden ondersteund door IZT en de docent- en teamondersteuners. Individuele- en groepshandelingsplannen zijn met ouders besproken. Het zorgtraject binnen vmbo en mbo zijn gelijk en sluiten op elkaar aan.
LGF
VO
mbo-BVE
80
Handelingsplannen i.o.m. ouders. Personele inzet ten behoeve van begeleiding leerlingen (mentor, coach, psychologen, orthopedagoog en orthodidacticus, rt, mrt, psycholoog, ambulant begeleiders). Kairo-ondersteuning, testen, sova. Beperkt leer- en hulpmiddelen.
Subsidie
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
Schoolmaatschappelijk werk
Schoolmaatschappelijk werk is erop gericht dat studenten met psychosociale problemen die een voorspoedige schoolloopbaan in de weg staan, tijdig en professioneel geholpen worden dan wel worden doorverwezen naar gespecialiseerde hulp. Het schoolmaatschappelijk werk heeft een brugfunctie tussen leerling, ouders, school en hulpverleningsinstellingen.
Doelgerichte hulpverlening bij psychosociale problemen, waarbij de schoolmaatschappelijk werker de volgende taken heeft: consultatie bieden, signaleren, informatie en advies geven en doorverwijzen. De schoolmaatschappelijk werker voert daartoe gesprekken met leerling en/of ouders. Enkele voorbeelden van problemen waarbij het schoolmaatschappelijk werk hulp kan bieden: - pesten en gepest worden; - sociale vaardigheden; - problemen in de thuissituatie en/of op school; -gescheiden ouders;- (rouw)verwerking; -verslaving; -depressieve gevoelens, etc.
Organisatie: zorgcoördinatoren, -mentoren, coaches, IZT en ZAT. Binnen de samenwerkingsverbanden wordt afgestemd en afspraken gemaakt. Inzet en externe inhuur van expertise en hulpverlening volgens afspraak en doelen/ voorwaarden.
Alle leerlingen kunnen rekenen op een vangnet met hulpverlening die er op gericht is inspanningen te verrichten voor het welslagen van een geslaagde schoolcarriëre en voortijdig schoolverlaten te voorkomen.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Het percentage voortijdig school uitval is elders in dit jaarverslag te vinden.
Subsidie Prestatiebox en VSV-vast
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
mbo
De aanvullende vergoeding op de bekostiging wordt verstrekt ten behoeve van de beleidsdoelstelling voortijdig schoolverlaten welke het doel heeft het realiseren van een landelijke vermindering van het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters tot max. 25000 in kalenderjaar 2016 landelijk.
Werkzaamheden die tot doel hebben om voortijdig schoolverlaten in een vroeg stadium te herkennen en mogelijk te voorkomen. De manier waarop de instelling deze gelden inzet is vrij.
leerplus/ plusvoorziening
Een combinatieprogramma van zorg en hulpverlening, onderwijs en (indien nodig) arbeidstoeleiding, waarbij een duidelijke structuur voor en verbondenheid met de jongere voorop staan. ‘Overbelaste’ jongeren beschikken in principe over de capaciteiten om hun schoolloopbaan met minimaal een startkwalificatie af te sluiten, maar lopen door een opeenstapeling van problemen (gedragsproblemen, psychische problemen, instabiele thuissituatie, schulden en criminaliteit in de directe omgeving) een groot risico op zowel school- als maatschappelijke uitval. Een armoedeprobleemcumulatiegebied (apc-gebied) is een gebied waar mensen met lage inkomens, niet-westerse allochtonen en uitkeringsontvangers een aanzienlijk deel van de bevolking vormen. Het percentage vsv’ers ligt in apc-gebieden ruim twee keer zo hoog als in andere gebieden.
vmbo / Kwaliteit VO
In de periode 2012–2015 zal operationeel en financieel prioriteit gelegd worden bij vijf landelijke speerpunten: 1.Leerlingen behalen goede prestaties op de kernvakken én worden breed gevormd. Er zal gericht worden ingezet op de kernvakken Nederlands, Engels, Wiskunde/rekenen, waardoor de leerpresta-ties van alle leerlingen op die vakken aantoonbaar verbeteren.
Organisatie: bureau leerlingzaken, expertise punt, verzuimloket, inzet coaches/ mentoren, opbrengstgericht werken, gedifferentieerd werken in de klas, train de trainer, ombouwen van de zorgteams, intake/outtake, SLB/LOB, LOB funcionaris, taal- en rekenen, MAS, coachend leiderschap, taal- en rekenbeleidsplan, taal- en rekencoördinator, speerpuntopdrachten, leerlijnen per domein (massamaatwerk), certificering docenten, IPB, team- en individuele scholing, schoolleidercursus, IPB workshops, leernetwerk schoolleiders, groen lyceum, IPB, examenorganisatie en examensecretariaat, Professionalisering docenten (o.a. assessoren/mentoraat), scholing docenten en docentenstages, massamaatwerk, overleg met RMC (regionaal Meld- en Coördinatiepunt), groen lyceum, Associate Degree, taal- en rekenblokken. Beroepsgerichte programma’s, aansluitnetwerken vmbo-mbo. nota’s van smw. afspraken in samenwerkingsverbanden,
De opbrengsten en criteria die door externe toezichthouders wordt gehanteerd zijn opgenomen in de kwaliteitsmonitor van de organisatie. Deze maakt structureel uit van de kwartaalrapportages. Monitoring van de resultaten geschiedt met regelmaat door middel van tussentijdse metingen en beoordelingen, tevredenheidsonderzoeken van leerlingen/ ouders/bedrijven/docenten, processen worden geaudit. Er staat een IPBcyclus (integraal personeels beleid). Hierin worden, positie afhankelijk, organisatie-, lokatie-, team- en individuele doelstellingen afgesproken, de voortgang bewaakt en gemonitord, indien nodig scholing aangeboden en de resultaten beoordeeld. De bevoegdheden en bekwaamheden zijn gedocumenteerd en de personeelsdossiers op orde.
2.Scholen werken systematisch aan het maximaliseren van prestaties van leerlingen, dat wil zeggen dat ze opbrengstgericht werken. Ten minste 50% van de scholen zal in 2015 voldoen aan alle criteria die de Inspectie hanteert voor ‘opbrengstgericht werken’.
Speerpunten vmbo:Rekenen en taal: Aantoonbare verbetering taal- en rekenprestaties. Opbrengstgericht werken. Examens: Goede en betrouwbare examens Uitblinken: Excellentie bevorderen, betere ontwikkeling van toptalent. Passend Onderwijs & didactisch handelen. Alle leerlingen een passende kwalificatie Burgerschap. Voor alle leerlingen een maatschappelijke stage. Verbetercultuur: Kwaliteitsverbetering. Professionele ruimte. Ruimte voor de leraar, opbrengstgericht werken.
3.Alle leraren zijn in staat opbrengstgericht te werken en het onderwijs af te stemmen op verschillen binnen de klas, niet alleen ten behoeve van de gemiddelde leerlingen, maar ook van de cognitief zwakkere en sterkere leerlingen.
Het percentage voortijdige schoolverlaters is elders in het jaarverslag opgenomen. Alle leerlingen kunnen rekenen op een vangnet met hulpverlening die er op gericht is inspanningen te verrichten voor het welslagen van een geslaagde schoolcarriëre en voortijdig schoolverlaten te voorkomen.
4.Op de scholen is sprake van een ambitieuze leercultuur waar excellentie wordt gestimuleerd en hoogbegaafdheid wordt ondersteund. De leerprestaties van de 20% best presterende vwo-leerlingen stijgen aantoonbaar. 5.Op scholen is sprake van een lerende cultuur, waarin het niet alleen draait om het leren van leerlingen, maar ook om het leren van leraren en schoolleiders. Alle leraren en schoolleiders moeten gaan voldoen aan de geldende bekwaamheidseisen en systematisch werken aan hun bekwaamheidsonderhoud (professionalisering). Goed HRM-beleid is daarvoor een voorwaarde.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
81
82
Subsidie
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
Ned . Taal en rekenen
Aanvullende bekostiging: Structurele verhoging van het niveau van basisvaardigheden taal en rekenen van leerlingen en studenten in alle sectoren van het onderwijs.
Werkzaamheden om het taal- en rekenniveau te verbeteren. Aanpassing in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op intensivering van het taal- en rekenonderwijs. Toetsing van studenten. Extra onderwijstijd. Nieuwe of aangepaste faciliteiten. Professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal- en rekenonderwijs. Andere activiteiten die gericht zijn op de intensivering van taal- en rekenonderwijs. Scholen kunnen hun eigen keuze maken in de beoordeling van de middelen over de verschillende activiteiten en ook in de fasering.
Interne organisatie: Organisatie, beleid, scholing, administratie, coördinatie en locatieoverstijgend overleg ten behoeve van examinering, taal en rekenen binnen het onderwijsdesign. Alle leerlingen en studenten volgen structureel één uur extra taal en één uur extra rekenen.
Koppeling met kwaliteitsmeter van AOC Oost.
Subsidie
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
School Ex 2.0
aanvullende vergoeding om jongeren die zich aanmelden voor een beroepsopleiding te stimuleren zoveel mogelijk voor een beroepsopleiding te kiezen met een goed arbeidsmarkt perspectief in de regio, en om examenkandidaten alsmede recent gediplomeerden zonder uitzicht op werk te stimuleren door te leren in een opleiding met een goed arbeidsmarktperspectief en om gediplomeerde studenten die besluiten om niet door te leren en nog geen baan hebben door te geleiden naar het UWV Werkbedrijf voor ondersteuning bij het vinden van een baan.
Alleen volledig ingevulde formulieren tellen mee voor subsidie. Vereist: studentennummer, leeftijd, crebo, 7 antwoorden vlgs voorbeeld, per crebo: HBO, MBO BOL, MBO BBL, heeft baan, zoekt werk, weet niet.
Ombuigingsgesprekken (coachingsgesprekken): De jongeren worden in dat gesprek door de instellingen gestimuleerd na te denken over het volgen van een andere opleiding met meer perspectief op werk na afloop. Exit-Begeleidingsgesprekken: de jongeren worden erop gewezen dat ze een beter perspectief krijgen op werk als ze hun opleiding vervolgen met een opleiding op een hoger niveau (mbo-2 -3 -4 of associate degree / hoger beroepsonderwijs) dan wel hun beroepsopleiding verbreden met een (verwante) opleiding met een beter perspectief op de arbeidsmarkt. Formulieren invullen. Nazorg: de leerlingen/ studenten die nog niet wisten wat ze na hun opleiding zouden gaan doen, of werk gingen zoeken zijn allemaal actief benadert en bevraagd. Bij een onveranderde situatie zijn deze lln gestimuleerd om alsnog een opleiding te gaan volgen met arbeidsperspectief of richting banenmarkt en UWV geholpen.
De resultaten, zoals opgeleverd worden aan de subsidieverstrekker zijn opgenomen in een apart overzicht.
Subsidie
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
Professionalisering mbo 2014
Het akkoord bevat afspraken over professionalisering van het onderwijspersoneel, de bekwaamheid van het management, kwaliteitsverbetering van het HRM-beleid, instroomroutes personeel en prestatiebeloning.
IPB gerelateerde scholing en docentenstages voor management en docenten, individueel en in gezamenlijkheid, HRM.
AOC Oost Academie, scholing schoolleiders, mentoren, coaches, assessoren. werkconferenties, docentenstages, start opzet integraal personeelsbeleid.
Scholing en beleid gekoppeld aan SBP/LAP/TAP en IPB-cyclus en de kwaliteitsmeter van AOC Oost, start opzet integraal personeelsbeleid..
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Zie extra overzicht elders in het jaarverslag.
Ombuiggesprekken en begeleidingsgesprekken worden door een docent/mentor/coach gevoerd met de student. De contacten en gesprekken in het nazorgtraject is gedaan door een coördinator.
Subsidie
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
VM2
Leerlingen van vmbo basisberoepsgerichte leerweg geldt een overstap naar het mbo als een obstakel. De leerlingen hebben behoefte aan een ruimere praktische invulling dan de basisberoepsgerichte leerweg op dit moment kan bieden. Het doel van VM2 is dan ook om meer leerlingen een startkwalificatie halen.
Werkzaamheden om VM2 te organiseren, coördineren, administreren, ontwikkelen, locatieoverstijgend afstemmen en verbeteren van lesmateriaal en klassenmanagement, intake/outtake.
Interne organisatie: Organisatie, administratie, coördinatie en locatieoverstijgend overleg.
Er is een gezamenlijk design vm2 met overstijgende coördinatie in Twello en Enschede. Een aanvraag voor vakmanschapsroute is in gang gezet.
Subsidie
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
zij-instroom
De voorwaarden voor benoeming van leraren die geen onderwijsbevoegdheden hebben zijn beschreven in de WVO en WEB. Middels de regeling zij-instroom kan een docent direct voor de klas en binnen 2 jaar een bevoegheid halen.
De deelnemer wordt in staat gesteld om binnen 2 jaar een onderwijsbevoegdheid te behalen, De organisatie ontvangt per deelnemer budget om collegegeld en vervanging te betalen.
Projetcleiders, coaches en schoolopleiders worden ingezet om startende leraren te begeleiden. Er wordt passende vervanging geregeld.
geen nieuwe deelnemers
Subsidie
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
lerarenbeurs
Het doel van de regeling is het stimuleren van leraren om aanvullende opleidingen te volgen en het stimuleren van omscholing voor professionals van buiten het onderwijs.
Docent vraagt dit zelf aan. De deelnemer ontvangt een deel van het budget als tegemoetkoming in de kosten. De organisatie ontvangt budget om, naar rato, vervanging te regelen.
Projetcleiders, coaches en schoolopleiders worden ingezet om startende leraren te begeleiden. Er wordt passende vervanging geregeld.
13 deelnemers
Subsidie
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
groen consortium
De samenwerking, van de AOC’s en Stoas, in het Groen consortium is gericht op de gezamenlijke vorming en instandhouding van een groene opleidingsschool voor toekomstige leraren in het groen onderwijs. Samen realiseren wij opleidings- en begeleidingstrajecten gekoppeld aan een optimale leerwerkomgeving voor de toekomstige leraren in het groene onderwijs. AOC Oost is één van de “leerbedrijven” voor de toekomstige leraren in het groen onderwijs.
Stoas organiseert, participatie is kostendekkend voor de organisatie. Deelnemers worden in staat gesteld om stage te lopen en een onderwijsbevoegdheid te behalen binnen het consortium. Voor onze medewerkers die zijn betrokken bij de begeleiding van de toekomstige leraren is er een ontwikkel/professionaliseringstraject.
Projetcleiders, coaches en schoolopleiders worden ingezet om startende leraren te begeleiden. Er wordt passende vervanging geregeld.
34 deelnemers
Subsidie
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
Maatschappelijke stage
Regionale bemiddeling en begeleiding van maatschappelijke stages voor leerlingen van vmbo.
Coördinatie, organisatie en administratie om maatschappelijke stage te organiseren.
Coördinatie, organisatie en administratie om maatschappelijke stage te organiseren.
Er staat een duurzame organisatie en infrastructuur om maatschappelijke stage mogelijk te maken.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
83
Subsidie
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
visueel gehandicapten
Aanvullende bekostiging voor leerlingen die als direct gevolg van een visuele handicap aanvullende begeleiding nodig hebben om het onderwijs aan de school te volgen.
Per aanvraag een verklaring van een medisch specialist waaruit blijkt dat de betrokken leerling onderscheidenlijk deelnemer een visuele handicap heeft.
hulpmiddelen voor leren en toetsen, aanpassingen in gebouw.
Visueel gehandicapte leerlingen volgen onderwijs in de reguliere setting.
Subsidie
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
De subsidieregeling Praktijkleren en Groene Plus bestaat uit afzonderlijke boxen (zie hieronder). Hiervan kan voor één box subsidie bij Dienst Regelingen worden aangevraagd. Het gaat om de subsidie voor kwaliteitsverbetering van het onderwijs (Groene plus box 4). verschillende kortdurende subsidies voor het implementeren van onderwijsbeleid.
De KIGO middelen zijn bestemd voor het faciliteren van GKC-programma’s voor samenwerking op landelijk en regionaal niveau én stimuleren van vernieuwingen (opleidingen, expertise, netwerken, voorzieningen) met landelijke relevantie. principes: betere bediening van de doelgroepen met name bedrijfsleven en versterking samenwerking tussen de instellingen. Vanaf 2011 moet er een duidelijke link zijn met de TOP-sectoren. De doelen zijn per project benoemd. De rapportage is regulier naar Rijksdienst voor Ondernemend Nederland RVO, voorheen Dienst Regelingen).
20894 KIGO Realiseren van vraaggestuurd onderwijs in stadsrand is succesvol afgerond. De werkwijze, resultaten en activiteiten zijn geborgd in de curricula en de Kenniswerkplaatsen.
De activiteiten ondersteunen de nieuwe werkwijze voor docenten, het onderwijsdesign en het nieuwe verdienmodel. Borging in curriculum, werkwijze is structureel in Twente, aansluiting met GKT en GKA.
Levenlang Groen Leren
Groeipunt/MBO iswm Stoas
Werving van deelnemers en ontwikkeling van programma’s in gezamenlijkheid.
90 deelnemers voor sector bloem landelijk en gemeenschappelijk ontwikkelprogramma is opgeleverd.
Kenniswerkplaats Twente-Achterhoek Alumni
Organiseren van workshops rond thema’s uit het TOP-sectoren beleid. Pilots intern en voor alumni.
Gewasbescherming, LOL, aansluiting op en vervolg van School Ex.
De activiteiten met Alumni zijn vanwege organisatorische obstakels uitgesteld naar 2015.
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
Praktijkleren is het leren in de beroepspraktijk, waarbij de kennis en vaardigheden die binnenschools zijn verworven worden toegepast in een realistische praktijkcontext. De student verwerft op deze manier competenties en bekwaamt zich in de rollen op niveau.
Box 1: aanvullende Rijksbijdragen voor praktijkleren. Box 2: aanvullende Rijksbijdragen voor praktijkleren binnen primaire opleidingen en voor het in stand te houden van deze opleidingen. Zie aparte verantwoording.
Interne organisatie: Organisatie, administratie, coördinatie en locatieoverstijgend overleg. Activiteiten: Kosten arrangementen, workshops en masterclasses zoals begroot en akkoord bevonden door projectleider en binnen de kaders van de regeling.
Continuering van de efficiënte organisatie voor het organiseren en verbeteren van BPV in authentieke situaties, examens en praktijkleersituaties, met voortdurende toetsing van regelgeving en kwaliteit. Het netwerk gecertificeerde docenten, begeleiders en bedrijven wordt nog vergroot.
Groene Plus Box 4
KIGO
Subsidie Praktijkleren en de groene plus
84
Praktijkleren
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Subsidie Meerjarig Investerings Programma MIP 2013 (voorheen: groene impuls)
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
1. kwaliteit en rendabiliteit opleidingen
herontwerp curricula onderwijsdesign
Agro/food/groen
Inzet, overleg en samenwerking 4Groen (CvB, LD, TL en docenten). Werkveld- en expertgroepen, onderwijskundigen (interne en extern), samen leren ondernemen veehouderij. Structureel overleg met branche-organisaties (lto, vhg, cumula) en regionaal bedrijfsleven.
invloed bedrijfsleven op curriculum, bijdrage aan examineringsproces (aanleveren assessoren), invloed op bpv, optimalisering/actualiseren onderwijs en positieve beinvloeding docentencorps. Certificering opleidingsonderdelen.
2. Inhoudelijke programma’s
onderwijs aansluiten sector regio
bedrijfsopleidingen verbinden food, zon, hoveniers, cumela,
ZON, CIVON, herstructurering en organisatie van Groeipunt naar MBO, MBO-Twente, kennismakelaars, inzet interne en externe onderwijskundigen en werkveld- en expertgroepen, participatie CIV water en ...... , kenniswerkplaatsen, activiteiten 2020, en plattelandshuis. Overleg met ROC’s in de regio (o.a. toegezegde participatie Rif’s).
werkplekleren
her-, om en bijscholing
gewasbescherming (projectinzet), Groene Kenniswerkplaats Twente, Kennismakelaars Groeipunt, Project van Pop tot POP-UP, leerlingstichtingen, college-company, Alumni, vca, katten en hondenbesluit, bhv, Rif procestechniek, Rif water, stadsranden, flora en fauna-wet.
internationaal (groene impuls internationalisering)
Grensoverschrijdende activiteiten
coördinatie, administratie en organisatie, buitenlandactiviteiten & -excursies & -bezoeken.
“ Interne organisatie: Organisatie, administratie, coördinatie en locatieoverstijgend overleg.Binnen Europa zijn volgende landen bezocht: Tjechië, België, Finland, Zweden, Duitsland, Denemarken, Spanje, Frankrijk, Engeland, Italië, Turkije en Polen. Buiten Europa was dat: Oeganda en Kenia. Elders in het jaarverslag is nog een aparte rapportage opgenomen.
massa maatwerk, opzetten groepshandelingsplannen, doorlopendeleerlijnen, leer-, bijzonder-, coaches, mentoren, Bureau leerling zaken, toetsen, testen, AMN, bijzondere stages, aangepaste leervormen en toetsen, vergroten didactisch handelen docenten (zie Yucan), groepsgrootte, dyslectie, individuele trajecten, examineren voor praktijkonderwijs, ouderbetrokkenheid, studentenbetrokkenheid.
De opbrengsten en criteria die door externe toezichthouders wordt gehanteerd zijn opgenomen in de kwaliteitsmonitor van de organisatie. Monitoring van de resultaten geschiedt met regelmaat door middel van tussentijdse metingen en beoordelingen, tevredenheidsonderzoeken van leerlingen/ouders/bedrijven/docenten, processen worden geaudit, etc. Er staat een IPB-cyclus (integraal personeels beleid). Hierin worden zowel team- als individuele doelstellingen afgesproken, de voortgang bewaakt en gemonitord, indien nodig scholing aangeboden en de resultaten beoordeeld.
maatwerk
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
85
Subsidie Meerjarig Investerings Programma MIP 2013 (voorheen: groene impuls)
3, Professionaliteit docenten (groene impuls professionalisering)
4. nieuwe uitdagingen
5. School als kenniscentrum (groene impuls school als k….)
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
docentenstages
ipb gerelateerde scholing
5-6 docenten hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om docentenstage te volgen (team werkvelden: veehouderij, groen en voeding).
Er is een directe koppeling met de IPB-cyclus. Gelden worden ingezet ten behoeve van vervanging en ontwikkeling van docenten, het gaat om nieuwe ontwikkelingen op hun vakgebied. Docenten nemen de opgedane ervaring mee in het onderwijs en actualiseren het onderwijs.
regionale kennisnetwerken
aoc oost cafe, workshops, bijeenkomsten, vakbijscholingen, netwerkbijeenkomsten.
Workshops, inspiratie bijeenkomsten, thema bijeenkomsten MBO, plattelandshuis, achterhoek 2020 kansrijkplatteland, AA150, POWI, GKT en GKA.
De organisatie is steeds vaker zichtbaar en gesprekspartner in netwerken in de regio, regionale bedrijfsleven, overheid en met de branche.
aansluiten civ’s
civ water, agrofood, voeding,
Op niveau van teamleider en docenten is de organisatie actief betrokken. Er wordt samengewerkt, meegedacht, meegepraat en mee-ontwikkeld en mede uitgevoerd. Studenten uitwisseling.
actualisatie onderwijs.
duurzaamheid
vmbo Twello en Almelo
projecten en activiteiten rond thema duurzaamheid. Voorop in de vergroening. Wereld voedseldag. De duurzame tuin. Gezonde kantine.
Duurzaamheid en experience dagen Twello, project voedselbank, project aquaponics Almelo, organisatie wereldvoedseldag.
kennismakelaars, groen kenniscentra Twente en Achterhoek, opzetten nieuwe werkwijze praktijkleren, schema en activiteiten team Groen, Stadsrand, praktijkleren, lln stichtingen, pop-upstore, college company.
Binnen de groene kennispoort Twente (GKT: http:// www.groenkennisnet.nl/groene-kennispoort-twente/ Pages/default.aspx) is een methode ontwikkeld om regionale transitie te organiseren en borgen. Leerlingen werken, in projectvorm, vraaggestuurd met, bij en voor bedrijven. Deze werkwijze wordt momenteel verbreed. Bedrijven geven aan welke onderwijsvragen zij zelf hebben, welke probleemstellingen en hoe onderwijs de aansluiting kan verbeteren. Opzetten netwerk Achterhoek (GKA: http://www.kenniswerkplaats.eu/ achterhoek).
GKT
CvB, LD, TL, projectleiders, accountmanagers en docenten participeren, als kennismakelaars, in allerlei netwerken en samenwerkingsverbanden in de regio. Zij genereren kennisvragen, voeren overleg met regionale bedrijfsleven en lokale overheden ter bevordering van de vormgeving regioleren/regionale transitie, Stadsranden, provinciaal overleg, gemeentes, POWI, begeleiding commissie biobased innovation center de Laarberg, etc.
De organisatie is steeds vaker zichtbaar en gesprekspartner in netwerken in de regio, regionale bedrijfsleven, (lokale-)overheid en met de branche. Studenten werken op projectbasis bij, met en voor bedrijven aan authentieke bedrijfsvraagstukken. Werkwijze is geborgd in het curriculum, werkwijze is structureel in werkveld groen Twente en wordt verbreed naar andere werkvelden en de GKA.
GKA
CvB, LD, TL en docenten participeren in allerlei netwerken en samenwerkingsverbanden in de Achterhoek. POA. ONO-vervolg ondernemerschap.
projecten
pop tot popup, studentstarter, college company, lln stichting. Inzet bij 4Groen teamleiders, docenten, alumni dierverzorging & loonwerk, lijst vanuit GKT, AA150 (netwerk teamleiders),
authentiek leren
verzamel vraag en aanbod
86
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Subsidie Meerjarig Investerings Programma MIP 2014-2015
Doelen a. versterking kennisinfrastructuur a.1 Vernieuwing opleidingen
a.2 Groene Kennis voor burgers
a.3 Kennis-toepassing
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten De organisatie is steeds vaker zichtbaar en gesprekspartner in netwerken in de regio met regionale bedrijfsleven, (lokale-)overheid en met de branche, die aantoonbaar invloed kunnen uitoefenen op het onderwijs. Studenten werken op projectbasis bij, met en voor bedrijven aan authentieke bedrijfsvraagstukken. Werkwijze is geborgd in het curriculum, werkwijze is structureel in werkveld groen Twente en wordt verbreed naar andere werkvelden, de kwalificatiedriehoek en de GKA.
a.1.1 verrijking onderwijsprogramma’s basis/ profiel/keuze
werkveld- en expertgroepen werken actuele thema’s uit in nieuwe moderne modules voor de onderwijsprogramma’s.
onderwijsdesign, nieuwe thema’s, ontwikkelwerk, onderwijsmodules de Bie, , inzet onderwijskundigen, beleidsmedewerker, https://livelink.groenkennisnet.nl/livelink/ llisapi.dll?func=ll&objId=130803324&objActi on=viewheader.
a.1.2 projecten in de regio
voldoende onderwijsprojecten en werkplekleer- plaatsen bij bedrijven rond de thema’s groen/agro/food/energie.
coördineren, administreren en organiseren van projecten alle werkvelden, regio: GKA, GKT, kwalificatiedriehoek, externe relaties, Pannenkoekfabriek, Samen Leren Ondernemen, AA150, internationalisering (grensstreek)
a.2.1 kennismaking groene sector
i.s.w.m. groen vmbo worden (PR-)activiteiten georganiseerd voor PO en VO.
open dagen, bussendagen, expertdagen, smaaklessen, experiencedays.
groei vmbo. Zie elders in dit jaarverslag.
a.2.2 o.a. Alumni, LevenLangLeren (box4)
De database van Alumni is actueel, de alumni worden benaderd en uitgedaagd om om-, bij- en nascholing te gaan volgen (LevenLangLeren).
Opzetten workshops met en door bedrijfsleven uit top-sectoren en trends/ontwikkelingen, daarna bij- en onderhouden.
Alumni beleid en aanverwante acties komen nog niet goed van de grond.
a.2.3 talent4food
Actieve participatie.
talent4food
de organisatie is actief betrokken binnen het netwerk.
a.3.1 Examinering
Examinering uitwerken met landelijk georganiseerd bedrijfsleven.
examenorganisatie.
Het bedrijfsleven heeft invloed op het curriculum, bijdrage aan examineringsproces (aanleveren assessoren), invloed op bpv, optimalisering/actualiseren onderwijs en positieve beinvloeding docentencorps. Certificering van opleidingsonderdelen.
a.3.2 Docentenstages
docentenstages gekoppeld aan IPB
docentenstage begint op gang te komen.
realisatie loopt, maar nog niet inzichtelijk te maken.
a.3.3 Netwerkbijeenkomsten
Onderwijs-spin van groen MBO in netwerken/meetingpoints.
Netwerkbijeenkomsten van bedrijfsleven, onderwijs, regionale overheden, etc.
Netwerk bijeenkomsten worden georganiseerd rond thema’s bio-based economy, duurzaamheid, energie, etc. De organisatie is zichtbaar en gesprekspartner in netwerken in de regio met ROC’s, AOC’s, bedrijfsleven, (lokale-)overheid en met de branche. Studenten werken op projectbasis bij, met en voor bedrijven aan authentieke bedrijfsvraagstukken. Werkwijze is geborgd in het curriculum, werkwijze is structureel in werkveld groen Twente en wordt verbreed naar andere werkvelden, de kwalificatiedriehoek en de GKA. Het bedrijfsleven heeft invloed op het curriculum, bijdrage aan examineringsproces (aanleveren assessoren), invloed op bpv, optimalisering/actualiseren onderwijs en positieve beinvloeding docentencorps. Certificering van opleidingsonderdelen.
b. doelmatigheid opleidingenaanbod b.1 Samenwerkingsverbanden
b.1.1 samenwerkingsverbanden onderwijspartners
Structureeel overleg met onderwijspartners. Afspraken onderwijsaanbod. Samenwerking: coördinatie onderwijs, zorg, stageplaatsen, afstemming curricula, audit teams en assessoren, nieuwe onderwijsmodules, digitale leerstof, uitwisseling docentexpertise/studenten/assessoren.
4Groen, Groene Welle, ROC Twente, ROC Graafschapcollege, Deltion, MBO diensten, Aventus, Landstede, Helicon.
b.1.2 samenwerkingsverbanden bedrijfsleven en ondersteuning
structureel overleg met bedrijfsleven in de regio. Afspraken actuele onderwijsprogramma’s, passende BPV’s, rijk stage en projectenaanbod binnen de samenwerkingsverbanden.
coördinatie samenwerkingsverbanden: externe relaties bedrijfsleven of onderwijs.
b.1.3 Samenwerking analyse GKC
GKC maakt in opdracht van 4Groen een uitvoerige marktanalyse t.a.v. agrocluster en groene ruimte in de regio NO-Nederland.
GKC/GKN,
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
87
Subsidie Meerjarig Investerings Programma MIP 2014-2015
b.2 Teams vakdocenten
Doelen
Voorwaarden
Projecten en activiteiten
Resultaten
b.2.1 expertise in gezamenlijkheid
Docenten/experts zijn op meerdere lokaties inzetbaar op grond van hun expertise/kennis/vaardigheden binnen de samenwerkingsverbanden in basis/keuze/expertise onderwijs.
vakdocenten, bijeenkomsten sectoren, digitaal, 4Groen,
Er is een mobiliteitsbeleidplan ontwikkeld dat draait. Docenten zijn mobiel en worden ingezet interlokaal en binnen samenwerkingen. Docenten volgen IPB-gerelateerde scholing en zijn actief bij het ontwikkelen van moderne actuele onderwijsmodules binnen samenwerkingen.
b.2.2 expertgroep
Docenten/experts zijn actief in werkveld- en expertgroepen lokaal en in samenwerking overstijgend. Trends worden iswm bedrijfsleven en onderwijspartners vertaald en uitgewerkt in nieuwe uitdagende moderene en digitale onderwijsmodules en afgestemde curricula.
Expertise vakdocenten & experts in gezamenlijkheid, bundelen, delen en uitwisselen.
b.2.3 Docenten netwerken vakgebied
inzet (landelijke) netwerken vakdocenten per werkveld
c. versterking authentiek leren c.1.1 Kennismakelaars op basisvaardigheden onderwijsprogramma
Het standaard onderwijsaanbod is rijk en leerlingen kunnen voldoende praktijkervaring opdoen in de basisvorming.
BPV coördinatie, netwerk op orde maken, houden en vergroten, grensstreek internationaal
De organisatie is zichtbaar en gesprekspartner in netwerken in de regio met ROC’s, AOC’s, bedrijfsleven, (lokale-)overheid en met de branche. Studenten werken op projectbasis bij, met en voor bedrijven aan authentieke bedrijfsvraagstukken. Werkwijze is geborgd in het curriculum, werkwijze is structureel in werkveld groen Twente en wordt verbreed naar andere werkvelden, de kwalificatiedriehoek en de GKA. Het bedrijfsleven heeft invloed op het curriculum, bijdrage aan examineringsproces (aanleveren assessoren), invloed op bpv, optimalisering/actualiseren onderwijs en positieve beinvloeding docentencorps. Certificering van opleidingsonderdelen.
c.1.2 Kennismakelaars trends onderwijsprogramma (accountmanagers)
Voor het keuze deel van de opleidingen kunnen leerlingen kiezen uit een ruim aanbod van innovatieve projecten en thema’s van bedrijven uit de regio.
acquisitie, externe relaties, inzet onderwijskundigen, betrekken bedrijfsleven bij onderwijs
c.2.1 Inhuur expertise
Docenten hebben een groot netwerk van bedrijven in de regio die betrokken zijn bij onderwijs. Docenten zijn in staat de nieuwe ontwikkelingen te vertalen naar het onderwijsprogramma. Leerlingen voeren projecten uit.
nota
De vertaling van het thema duurzaam binnen het onderwijs, wordt begeleid door een externe expert.
d. inhoudelijke vernieuwing van opleidingen
88
d.2.1 Thema’s voortkomend uit de innovatieagenda’s in flexibele deel opleidingen
Werkveld- en expertgroepen spelen in op de actualiteit (agro/ food/energie).
energie, duurzaamheid, biobased economy, schaalvergroting, health/wellness.
Rond het thema ‘duurzaamheid’ wordt gewerkt naar een duurzaamheidsdag waarop de organisatie integraal de activiteiten op dit thema uitdraagt op een manifestatie op de dag van de duurzaamheid
d.3.1 Thema’s agenda bèta en techniek
Techniek is een essentieel onderdeel van het expertdeel van de opleiding, ontwikkeling iswm partners (regionaal).
CIVON CIV water, CIV agrofood, Innofood, techniek,
Samenwerking komt tot stand, we participeren in een aanvraag Rif.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Bijlage 11: Percentage VOA geïndiceerden
2013 - 2014 % VOA-geïndiceerden
2012 - 2013 % VOA-geïndiceerden
Locatie Almelo
26%
24%
Locatie
Locatie Doetinchem MBO
25%
23%
Locatie Enschede
24%
26%
Locatie Groeipunt
63%
64%
Locatie Twello
23%
19%
Totaal
36%
36%
Diplomaresultaat VOA Locatie
2013 - 2014 % VOA-geïndiceerden
2012 - 2013 % VOA-geïndiceerden
Locatie Almelo
51%
74%
Locatie Doetinchem MBO
70%
68%
Locatie Enschede
73%
77%
Locatie Groeipunt
83%
84%
Locatie Twello
90%
88%
Totaal
79%
81%
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
89
Bijlage 12: Taal en Rekenen Doelen: De aanvullende bekostiging ‘taal en rekenen’ heeft tot doel om structureel een verhoging te realiseren van taal- en rekenvaardigheden van de onderwijsdeelnemers. De middelen kunnen worden besteed aan één of meer van de volgende activiteiten: • Aanpassing in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op intensivering van het taal- en rekenonderwijs; • Toetsing van studenten; • Extra onderwijstijd; • Nieuwe of aangepaste faciliteiten; • Professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal- en rekenonderwijs; • Andere activiteiten die gericht zijn op de intensivering van taal- en rekenonderwijs.
Onderdeel 1: Ondernomen activiteiten, bestede middelen en bereikte studenten en personeelsleden Resultaten: (Rapportageformat OC&W) Activiteit(en)
Betreft Nederlandse taal (T) en/of rekenen (R)
Aantal bereikte personeelsleden
A. Aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs 1. Meer individuele begeleiding door leerarrangementen op maat
T&R
2. Niveau- en tempo-differentiatie in de lessen 3. Invoering nieuwe rekendidactiek na training door CPS
5222
30
T&R
5222
30
R
5222
9
T&R
917
n.v.t.
B. Toetsing van studenten 1. Afname Pilot examens COE 2. Afname instellingsexamens 3. Diagnostische en eindtoetsen van Malmberg
T
917
n.v.t.
T&R
1482
n.v.t.
4. Diagnostische en eindtoetsen van Deviant
T&R
469
n.v.t.
5. Afname van toetsen CITO-VAS in het vmbo
T&R
2338
n.v.t.
R
835
1. steunlessen
T&R
1482
n.v.t.
2. extra steunlessen voor onderpresteerders
T&R
100
n.v.t.
6. Afname van de rekentoets in het vmbo Scholen kunnen hun eigen keuze maken in de verdeling van de middelen over de verschillende activiteiten en ook in de fasering. In deze bijlage zijn de resultaten en de reflectie op de behaalde resultaten te zien.
Aantal bereikte studenten
C. Extra onderwijstijd
D. Nieuwe of aangepaste faciliteiten 1. Invoering Taalblokken 3 in cohort 2014
T&R
350
n.v.t.
2. Leerarrangementen in nieuwe elektronische leeromgeving
T&R
1951
n.v.t.
E.
Professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal en rekenen
E.1 Professionalisering van docenten 1. Werkconferenties voor de docenten taal en rekenen
T&R
n.v.t.
25
2. Scholingsbijeenkomsten van o.a. het Steunpunt taal en rekenen en ICE (o.a. dyscalculie en instellingsexamens)
T&R
n.v.t.
30
3. Gebruikersdagen voor docenten Taal- en Rekenblokken bij uitgever Malmberg
T&R
n.v.t.
12
T&R
n.v.t.
9
T&R
n.v.t.
19
E.2 Professionalisering van overige functionarissen 1. Bijeenkomsten Steunpunt en College voor toetsen en examens (o.a. Facet) F. Andere activiteiten die gericht zijn op intensivering van taal- en rekenonderwijs 1. Het ontwikkelen van leerarrangementen en ontwerpen van leerlijnen door de expertgroep taal en rekenen met ondersteuning van een onderwijskundige en een beleidsmedewerker
90
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Voor de uren die we inzetten voor het examineren van taal en rekenen volgen de gegevens uit een eerdere inventarisatie, die gedaan is voor het Kostenmodel examinering. • Voor de expertgroep hebben twee docenten ieder 75 uur gekregen, zie onderstaande tabel. De voorzitter heeft hiervoor geen extra uren gekregen, maar heeft hieraan wel deelgenomen. • In het vmbo wordt in leerjaar 1 en 2 één extra uur ingeroosterd voor rekenlessen. Dit betekent een inzet van docenten voor 3045 lesuren (87 klassen x 35 weken x 1 lesuur; excl. voor- en nawerk) Voor het rekenexamen in het vmbo wordt voor de 5 locaties in totaal de volgende extra personele inzet gepleegd: • 100 uur voor surveillance (onderwijsassistenten) • 50 uur inzet van de examenplanner (examensecretaris= docent/teamleider) • 25 uur inzet van medewerker ICT In het mbo zijn net als het voorgaande jaar de volgende lessen ingeroosterd voor zowel rekenen als Nederlands, gericht op de referentieniveaus: Lesuren In de 1e klas voor alle niveaus: 2 uur rekenen en 1 uur Nederlands
Lesuren docent (excl. voor- en nawerk 1890 (18 groepen x 35 weken x 3 lesuren)
In de 2e klas voor alle niveaus: idem
1890
In de 3e klas voor niveau 4: 1 uur rekenen en 1 uur Nederlands
1260
In de 3e klas voor niveau 3: 1 uur rekenen en 1 uur Nederlands tot aan de kerstvakantie In de 4e klas voor niveau 4: idem. Totaal
110 110 5260
Voor RT/extra ondersteuning wordt in het mbo het volgende aantal docentenuren ingezet: 35 weken x 7 uur = 245 Voor de examinering van Taal en rekenen in het mbo wordt op iedere locatie de volgende extra personele inzet gepleegd: Centrale examens: • 120 uur (examensecretarissen) • 96 uur (medewerker ICT) • Instellingsexamens: • 420 klokuren voor docent (incl. voor- en nawerk)
Onderdeel 2: Reflectie op behaalde resultaten • Behaalde resultaten, mede in relatie tot het implementatieplan: • Op iedere locatie zijn in de eerste en tweede klassen van alle niveaus van het MBO diagnostische toetsen afgenomen. Ook zijn er extra lessen geprogrammeerd; • In het vmbo zijn de taal- en rekenvaardigheden getoetst met CITO-VAS; • Studenten in het mbo hebben geoefend met de voorbeeldexamens COE Taal en Rekenen; • De verantwoordelijke docenten zijn door onderwijskundige adviseurs geholpen bij de implementatie van het onderwijsdesign taal en rekenen. • Reflectie op de behaalde resultaten in relatie tot de beoogde effecten op taal- en rekenprestaties van studenten: • De resultaten van de afgenomen pilotexamens liggen rond het landelijk gemiddelde; • Er wordt diagnostisch en kwalificerend getoetst met toetsen van Malmberg en Deviant; • In het mbo worden de lessen Nederlands en Rekenen in een lintrooster geprogrammeerd. Dit maakt het mogelijk om leerlijnen te onderhouden. Voor zowel Nederlands als Rekenen wordt in ieder leerjaar minimaal één lesuur per week ingeroosterd; • De verantwoordelijke docenten taal en rekenen hebben binnen de teams aandacht gevraagd voor taal- en rekenen in de vaklessen en beroepspraktijkvorming. De implementatie hiervan is nog onvoldoende gerealiseerd; • Conclusies op basis van deze reflectie m.b.t. eventuele bijstelling van het implementatieplan van april 2010: • Voor het verhogen van de effectiviteit is het Design Taal en Rekenen AOC Oost bijgesteld met richtinggevende uitspraken en de voorwaarden voor de Drieslag Taal en Rekenen in de les Nederlands/wiskunde-rekenen, in de vaklessen en beroepspraktijkvorming, extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben; • In schooljaar 2013-2014 heeft een expertgroep Taal en Rekenen een ontwikkelopdracht gekregen voor het doorontwikkelen van o.a. leerlijnen en toetsplannen. Daarnaast geeft deze expertgroep adviezen voor leermiddelen en deskundigheidsbevordering en helpt deze werkveldgroepen met de integratie in het beroepsgerichte deel. Prognose: In september 2015 wordt in het mbo de nieuwe methode Rekenblokken 3 ingevoerd. Voorafgaand aan deze invoering worden de docenten door de uitgever geschoold. In het voorjaar van 2015 wordt met enkele groepen studenten een pilot gedaan met deze nieuwe rekenmethode. Studenten en docenten krijgen hierbij ondersteuning van de uitgever. Voor het differentiëren in de groep worden de rekendocenten getraind door een rekendeskundige. Hiervoor kunnen we een beroep doen op het aanbod van het Steunpunt Taal en Rekenen, voor de inzet van een rekendeskundige voor twee dagen in het voorjaar van 2015. Het rekenbeleid zal worden aangepast op de wijzigingen in de rekeneisen en de invoering van de examens voor studenten met ernstige rekenproblemen of dyscalculie. De taaldocenten in het mbo volgen in het voorjaar van 2015 een scholing voor het construeren, valideren en afnemen van de instellingsexamens. Eén van de doelstellingen is om de instellingsexamens beroepsgericht te examineren. Als extra voorbereiding op de Rekentoets VO worden in klas drie (PTA - SE1) twee ‘proef-rekentoetsen’ afgenomen en in klas vier (PTA - SE2) wordt één ‘proef-rekentoets’ afgenomen.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
91
Bijlage 13. School Ex 2.0 (format DUO)
Geef kort aan tot welk resultaat de ombuiggesprekken geleid hebben. Geef hier specifiek aan over welke opleidingen het gaat.
Resultaat exit-begeleidingsgesprekken examenkandidaten:
Totaal aantal examendeelnemers*
852
Alle MBO-studenten worden gedurende hun hele studie begeleid door studieloopbaanbegeleiders, mentoren en/of coaches. Alle studenten hebben gedurende hun hele schoolcarrière en per schooljaar minimaal 4 gesprekken. De resultaten van die processen zijn niet bekend. Onderzoek voor welke opleidingen ombuiggesprekken nodig zijn en maak een lijstje van opleidingen die goede perspectieven bieden in de regio. Voer ombuiggesprekken met nieuwe studenten, leg vast wat ze opleveren. Tijdens de ombuiggesprekken wordt met alle studenten kansen en risico’s besproken.
Aantal ingevulde formulieren
484
Opbrengst:
1
Aantal studenten doorstuderen BOL
116
2
Aantal studenten doorstuderen HBO
72
3
Aantal studenten leren en werken (BBL)
52
4
Aantal studenten werkend en hebben al een baan
141
5
Aantal studenten werkzoekend
64
6
Aantal studenten iets anders
16
7
Aantal studenten weet het nog niet
23
Aantal studenten niet meegedaan aan school ex
368
BRIN instelling
01IC
*Leeftijd examendeelnemers < 23 jaar.
Geef kort aan tot welk resultaat de exit-begeleidingsgesprekken geleid hebben. Resultaat: Er zijn 103 studenten gebeld en/of gesprekken mee gevoerd. Van 113 studenten is bekend dat zij binnen de organisatie een vervolgopleiding zijn gaan volgen. Van 126 studenten is bekend dat zij buiten de organisatie een vervolgopleiding zijn gaan volgen. 15 studenten zijn doorverwezen naar UWV en werkloket. Van de overige studenten is het niet bekend welke keuze er gemaakt is. Resultaat ombuiggesprekken: Totaal aantal gevoerde ombuiggesprekken: Alle MBO-studenten worden gedurende hun gehele studie begeleid door studieloopbaanbegeleiders, mentoren en / of coaches. Naast de studievoortgang staat de toekomst van de deelnemer centraal in deze gesprekken. Hierbij komt ook altijd aan bod wat een deelnemer gaat doen na het examen. Er wordt gesproken over wat de kans is op werk na het examen en hoe de kans op werk vergroot kan worden. Alle studenten, ongeacht de opleiding en niveau, hebben in ieder geval, per schooljaar, minimaal 4 gesprekken. Totaal: ruim 3400 gesprekken hebben er plaats gevonden.
92
Het aantal studenten dat een jaar na afronding van de studie geen werk heeft is heel erg klein in de regio. Het effect van de ombuiggesprekken hierop is niet duidelijk. Het aantal studenten dat een jaar na afronding van de studie geen werk heeft is heel erg klein in de regio. Het effect van de ombuiggesprekken hierop is niet duidelijk.
De minste kans op werk in de sector:
Recreatiedieren alle niveau’s, Bos- en natuurbeheer niveau 2 en 3, Bloemen detailhandel niveau 2.
De top 3 van opleidingen met meeste werkgelegenheid in de sector zijn: Bron: Aequor
Regio
1
2
3
Achterhoek
Voedingsmiddelen industrie
melkveehouderij
open teelt
Twente
Voedingsmiddelen industrie
groen/grond/infra
melkveehouderij
Stedendriehoek
Voedingsmiddelen industrie
melkveehouderij
graasdieren
Voor 2014 – 2015 aangeven hoe u de ombuiggesprekken en de exit-begeleidingsgesprekken in uw instelling heeft bestendigd of gaat bestendigen Er is een structurele voorziening ingericht met de administratie, organisatie en registratie van examenkandidaten en alumni. Alle oud- examendeelnemers die werk zoeken, iets anders gaan doen of het nog niet weten worden actief benaderd. De gevoerde gesprekken worden vastgelegd in een call sheet en bij intensieve begeleiding worden de gemaakte afspraken in een verslag vastgelegd en tevens naar de deelnemer gemaild. Er wordt ondersteuning geboden bij het kiezen van een geschikt en passend vervolgtraject, richting arbeidsmarkt of richting een vervolgopleiding met een hoger uitstroomniveau of grotere kans op werk. Dit kan ook in de vorm van sollicitatietraining, het maken van arrangementen, en / of het actief bemiddelen van jongeren naar werk. Ook vinden er doorverwijzingen plaats naar het Jongerenloket of het UWV Werkbedrijf.
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
Bijlage 14. Lijst van afkortingen en verklaringen 4GROEN samenwerkingsverband tussen AOC Oost, De Groene Welle, Terra en Nordwin College ABP Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds AD Associate Degree AFAS softwarepakket voor administratieve processen AMN Assess, manage en navigate - intaketest AOC Agrarisch Opleidingen Centrum AVO Algemeen Vormend Onderwijs BAPO Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen BB of BBL Basisberoepsgerichte leerweg BHV Bedrijfshulpverlening BPV Beroeps Praktijk Vorming BVE Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie BW Burgerlijk Wetboek BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken c.q. casu quo - in welk geval cao collectieve arbeidsovereenkomst CITO-VAS Cito Voortgangs Advies Systeem - toets CIV Centrum voor Innovatief Vakmanschap COE Centraal Ontwikkelde Examens CPS CPS Onderwijsontwikkeling en advies crebo centraal register beroepsopleidingen CS Centrale Services CvB College van Bestuur DUO uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs ECVET-STEP European Credit system for Vocational Education and training - internationaliseringsproject EVC’s Eerder Verworven Competenties EZ Ministerie van Economische Zaken fte fulltime-equivalent - rekeneenheid omvang dienstverband GKN Groen KennisNet GKT Groene Kennispoort Twente GL Gemengde leerweg HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs HBO Hoger Beroeps Onderwijs HR Human Resources - personeelszaken ICE onafhankelijke aanbieder van toetsen en examens ICT Informatie Communicatie Technologie IPB-cyclus Integraal PersoneelsBeleids-cyclus
IZT intern zorgteam JOB Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs KB of KBL Kaderberoepsgerichte leerweg KIGO regeling Kennisverspreiding en Innovatie Groen Onderwijs KISS naam voormalig intern kennis&informatiesysteem van AOC Oost KPI Kritische Prestatie Indicator KSF Kritische Succes Factor KvK-nr Kamer van Koophandel registratienummer KWPA Kenniswerkplaats Achterhoek LAKS Landelijk Aktie Komitee Scholieren LAP Locatie Actie Plan LC functieschaal docent LD Locatiedirecteur LGF Leerlinggebonden financiering LOB Loopbaanorientatie en begeleiding LOL Landelijk Overleg Loonwerk LTO-Noord agrarische ondernemersorganisatie in de negen provincies boven de Maas LWOO Leerwegondersteunend onderwijs m2 vierkante meter MAS Maatschappelijke Stage mbo middelbaar beroeps onderwijs mbo BBL mbo Beroeps Begeleidende Leerweg mbo BOL mbo Beroeps Opleidende Leerweg mbo MML typfout, slordig wijzigen mbo-MT directeur en teamleiders mbo MCP Marketing, Communicatie en PR (Public Relations) MIP Meerjarig Investeringsprogramma MJOP Meerjaren Onderhoudsplan MT managementteam n.n.b. nog niet bekend nvt niet van toepassing o.a. onder andere OAC Ouder Advies Commissie OAR Ouder Advies Raad OC&W Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap OGO Ontwikkelingsgericht Onderwijs OPDC Orthopedagogisch-didactisch Centrum PAR Personeels Adviesraad POA Platform Onderwijs Arbeidsmarkt
Jaarverslag 2014 - AOC Oost
93
POP-UP activiteit van tijdelijke aard op tijdelijke locatie PTA Programma van Toetsing en Afsluiting QAFP Quality Assurance of Foreign Placements - internationaliseringsproject Rif Regionaal Investeringsfonds RJ660 Richtlijn 660 voor de jaarverslaggeving RMC Regionaal Meld- en Coordinatiepunt ROC Regionaal Opleidingen Centrum RPO Regionaal Planningsoverleg RVO Rijksdienst voor Ondernemend Nederland RvT Raad van Toezicht SBP Strategisch Beleidsplan SE-CE School Examen - Centraal Examen SLAR Samenwerkingsverband Leerling zorg Apeldoorn en omgeving SLB Studie Loopbaanbegeleiding SPB Strategisch Personeelsbeleid Stoas Stichting tot Ontwikkeling van agrarische onderwijskunde en scholing - hogeschool T (jaar)+ verslagjaar TAP Team Actie Plan TL Teamleider UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen VA Vaste Activa VCA Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers VHG Branchevereniging voor hoveniers en groenvoorzieners VKBBO Vereniging Kwaliteitsbevordering Bestuurders Beroeps Onderwijs VM2 doorlopende leerlijn van vmbo naar niveau 2 mbo vmbo voortgezet middelbaar beroeps onderwijs VMR Vakmanschapsroute VO Voortgezet Onderwijs vsv-er voortijdig schoolverlater WEB Wet Educatie en Beroepsonderwijs wet BIO wet op de beroepen in het onderwijs WEV Wet Evenredige Vertegenwoordiging WMEB Wet Medezeggenschap Educatie en Beroepsonderwijs WNT Wet Normering Topinkomens WVO Wet op het Voortgezet Onderwijs YUCAN webapplicatie voor borging en verbetering van onderwijskwaliteit ZAT Zorg- en Adviesteam
94
Jaarverslag 2014 - AOC Oost