Klachtenregeling AOC Oost
bij Ongewenst gedrag
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
Inhoudsopgave Vooraf
pagina 3
Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen
pagina 4
Hoofdstuk 2 Algemeen, geldigheid en reikwijdte
pagina 5
Hoofdstuk 3 Behandeling van de klacht
pagina 7
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
pagina 13
Toelichting op de klachtenregeling
pagina 14
Bijlage 1
Adressen
pagina 16
Bijlage 2
Profielschets interne vertrouwenspersoon
pagina 17
Bijlage 3
Profielschets externe vertrouwenspersoon
pagina 19
Bijlage 4
Klachtroutes
pagina 20
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 2 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag Vooraf De klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag is van toepassing op leerlingen, studenten en personeel van AOC Oost. Deze regeling is onderdeel van het integrale veiligheidsbeleid van AOC Oost, evenals de integriteitscode. Bij klachten wordt onderscheid gemaakt tussen klachten over ongewenst gedrag en overige klachten (klachten van zakelijke aard). Deze klachtenregeling is van toepassing op klachten over ongewenst gedrag, zoals (seksuele) intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. De interne vertrouwenspersonen op de locaties zijn het eerste aanspreekpunt bij klachten over ongewenst gedrag (klachten van persoonlijke aard) voor leerlingen/studenten en de externe vertrouwenspersoon is dat voor zowel leerlingen/studenten als personeel. In een klachtroute is aangegeven bij wie een bepaalde klacht kan worden ingediend en de route waarlangs een bepaalde klacht bij voorkeur wordt afgewikkeld. De klachtroutes zijn in bijlage 4 opgenomen. Daarin is aangegeven dat een klacht over ongewenst gedrag bij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag kan worden ingediend. Voor het melden van een klacht kan men tevens gebruik maken van het online klachtenformulier op de website www.aoc-oost.nl. De adressen van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag, het centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs, de externe vertrouwenspersoon en de interne vertrouwenspersonen zijn opgenomen in bijlage 1. Een toelichting op deze regeling is bijgevoegd. Mocht u vragen hebben over de klachtenregeling, dan kunt u contact opnemen met de locatiedirecteur/directeur mbo, de interne vertrouwenspersoon of klachtenbeheer:
[email protected] Het bevoegd gezag van AOC Oost, gelet op de bepalingen van de Wet op het voortgezet onderwijs en de afspraken in de governance code ‘Goed bestuur in de bve-sector’, gehoord de Ondernemingsraad; heeft de volgende klachtenregeling vastgesteld op
12 oktober 2015
Plaats:
Lochem
De ondertekende versie is gearchiveerd.
In deze regeling wordt in verband met de leesbaarheid het begrip ‘leerling’ gebruikt, waarmee zowel leerlingen in het vmbo als studenten in het mbo worden bedoeld, evenals cursisten in de bedrijfsopleidingen. Het begrip ‘personeel’ omvat zowel het management, de docenten, het ondersteunend personeel van de locaties alsmede management en medewerkers van de Centrale Services. Waar in deze regeling ‘hij’ staat, kan ook ‘zij’ en ‘haar’ worden gelezen.
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 3 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. aangeklaagde: een (ex) leerling, een ouder/voogd/verzorger van een minderjarige (ex)leerling, hij/zij die als werknemer op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst is van werkgever, een lid van de Raad van Toezicht, een persoon of bedrijf die betrokken is bij de instelling en een vrijwilliger, tegen wie een klacht is ingediend; Gelijkgesteld met een werknemer worden zij die aan de werkgever ter beschikking zijn gesteld door middel van (uitzend)overeenkomst c.q. detacheringovereenkomst of als stagiair werkzaam zijn; b. benoemingsadviescommissie: een door het bevoegd gezag ingestelde commissie die bestaat uit leden aangewezen door de geledingen ouders/leerlingen, personeel en werkgever; c. bevoegd gezag: het College van Bestuur vormt het bevoegd gezag van AOC Oost; d. College van Bestuur: College van Bestuur als bedoeld in artikel 9.1.4. van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs; e. commissie: de commissie als bedoeld in artikel 5; f. externe vertrouwenspersoon: de persoon als bedoeld in artikel 4; g. houder: degene die de zeggenschap heeft over de persoonsregistratie en verantwoordelijk is voor de naleving van de bepalingen van het privacyreglement; h. indiener: personen genoemd onder 1a die een bezwaar bij het bevoegd gezag heeft ingediend; i. instelling: een school als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs; de Wet Educatie en Beroepsonderwijs; j. integriteitscode: code waarin AOC Oost een aantal belangen wil veilig stellen: het belang van de klanten, het belang van de medewerkers, het belang van AOC Oost en het belang van de samenleving. De code heeft als doel dat medewerkers hun handelen binnen de specifieke context goed interpreteren, beoordelen en afwegen. De spelregels in de integriteitscodecode gelden voor iedereen die optreedt namens AOC Oost. Leidinggevenden, directie en bestuur hebben een voortrekkersrol en dienen te allen tijde het goede voorbeeld te geven. Juist zij moeten openheid en transparantie bevorderen. Op locatieniveau zijn de gedragsregels in de studiegidsen verder uitgewerkt. De code is opgenomen op de website www.aoc-oost.nl; k. interne vertrouwenspersoon: de persoon als bedoeld in artikel 3; l. klacht: klacht over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen van de aangeklaagde; m. klachtroute: route waarin is aangegeven bij wie een bepaalde klacht kan worden ingediend en de route waarlangs een bepaalde klacht bij voorkeur wordt afgewikkeld; n. klager: personen genoemd onder 1a die een klacht heeft ingediend; o. privacyreglement: reglement waarin beschreven staat op welke wijze AOC Oost met persoonsgegevens omgaat. Het reglement heeft als doel de persoonlijke levenssfeer van (oud-)personeel, (oud-)leerlingen en van overige personen die werkzaamheden verrichten ten behoeve van de instelling van wie de persoonsgegevens worden verwerkt te beschermen tegen misbruik van die gegevens en tegen het verwerken van onjuiste gegevens, om te voorkomen dat persoonsgegevens worden verwerkt voor een ander doel dan het doel waarvoor ze verzameld zijn en de rechten van (oud-)personeel, (oud-)leerlingen en van overige personen die werkzaamheden verrichten ten behoeve van de instelling te waarborgen. Het reglement is opgenomen op de website www.aoc-oost.nl; p. servicebureau voor leerlingen: hieronder wordt de informatie- en servicebalie op de locatie verstaan; q. vertrouwensinspecteur: de inspecteur, die via het Centrale meldpunt vertrouwensinspecteurs door het bevoegd gezag geraadpleegd moet worden bij een redelijk vermoeden van een strafbare vorm van seksuele intimidatie en seksueel misbruik; r. voorlopige voorziening: het treffen van een bepaalde maatregel om iets voorlopig te verhelpen, te regelen. Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 4 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
HOOFDSTUK 2 ALGEMEEN, GELDIGHEID EN REIKWIJDTE Artikel 2 2.1
De klachtenregeling AOC Oost is bedoeld voor leerlingen en personeel van:
Vmbo-groen Almelo Vmbo-groen Borculo Vmbo-groen Doetinchem Vmbo-groen Enschede Vmbo-groen Twello Mbo Groeipunt Centrale Services Lochem Onder verantwoordelijkheid van: College van Bestuur AOC Oost Postbus 190 7240 AD Lochem
2.2
Een klacht kan via het digitale klachtenformulier (beschikbaar op: www.aoc-oost.nl) of schriftelijk (per mail of brief) worden gemeld. Zie bijlage 1 voor de adresgegevens.
2.3
Klachten kunnen gaan over ongewenst gedrag, zoals (seksuele) intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Onder seksuele intimidatie wordt verstaan: ongewenst seksueel getinte aandacht die tot uiting komt in verbaal, fysiek en non-verbaal gedrag. Dit gedrag wordt door degene die het ondergaat, ongeacht sekse en/of seksuele voorkeur, ervaren als ongewenst, of wordt, indien het een minderjarige leerling betreft, door de ouders, voogden of verzorgers van de leerling als ongewenst aangemerkt. Seksueel intimiderend gedrag kan zowel opzettelijk als onopzettelijk zijn. Onder discriminerend gedrag wordt verstaan: elke vorm van ongerechtvaardigd onderscheid, als bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet gelijke behandeling, elke uitsluiting, beperking of voorkeur die ten doel heeft of tot gevolg kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het openbare leven wordt teniet gedaan of aangetast. Discriminatie kan zowel bedoeld als onbedoeld zijn. Onder pesten wordt verstaan: alle vormen van intimiderend gedrag met een structureel karakter, van een of meerdere personen gericht tegen een persoon of een groep van personen die zich niet kan of kunnen verdedigen tegen dit gedrag. Een belangrijk element aangaande pesten is de herhaling van die gedraging in de tijd. Het gaat bij pesten dus niet om een eenmalige gedraging. Dit gedrag uit zich op verschillende manieren maar in het bijzonder door woorden, gebaren, handelingen of bedreigingen. Deze opsomming is niet limitatief. Veelal is het doel van de dader om opzettelijk een andere persoon te kwetsen en te vernederen. Onder agressie en geweld wordt verstaan: voorvallen waarbij men psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid. Bij agressie en geweld gaat het om gedragingen van verbaal geweld (uitschelden, beledigen) en fysiek geweld (schoppen, slaan, met een wapen dreigen en/of overvallen worden). Het kan ook gaan om psychisch geweld: bedreigen, intimideren, onder druk zetten, thuissituatie bedreigen en het beschadigen van eigendommen.
Een klacht betreffende ongewenst gedrag kan worden voorgelegd aan de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag; zie klachtroutes op pagina 20 en verder. Zie bijlage 1 voor de adresgegevens. Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 5 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag 2.4
De instanties of personen bij wie / waar een klacht kan worden gemeld zijn vermeld in bijlage 4: Klachtroutes.
2.5
Afbakening Een klacht moet gaan over zaken die in relatie staan tot de dienstverlening van AOC Oost, anders wordt deze niet in behandeling genomen. 1 Klachten met betrekking tot de zakelijke dienstverlening van AOC Oost vallen niet onder deze regeling.
2.6
In de regeling ‘Bestrijding van seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het onderwijs’ (ministerie OCW) is de ‘meldplicht en aangifteplicht’ opgenomen. De wet verplicht personeelsleden om het bevoegd gezag onmiddellijk te informeren als zij op welke manier dan ook informatie krijgen over een mogelijk zedenmisdrijf (zoals ontucht, aanranding en verkrachting) gepleegd door een medewerker van de onderwijsinstelling jegens een minderjarige leerling. Meldt een personeelslid dergelijke informatie niet, dan kan hij worden aangesproken op het verzaken van zijn plichten als werknemer. Dit betekent dat het bevoegd gezag disciplinaire maatregelen kan treffen. Het bevoegd gezag is verplicht om onmiddellijk met de vertrouwensinspecteur in overleg te treden. Dit overleg heeft tot doel een antwoord te vinden op de vraag of er een redelijk vermoeden is van een strafbaar feit. Is de conclusie van het overleg dat er sprake is van een redelijk vermoeden, dan doet het bevoegd gezag direct aangifte bij politie of justitie. Vooraf stelt het bevoegd gezag de aangeklaagde en de ouders van de klager op de hoogte. Wanneer uit het overleg blijkt, dat er geen vermoeden is van strafbare feiten, maar de klager wil wel een klacht indienen, dan is de onderhavige klachtenregeling van toepassing.
2.7
Een ieder die ingevolge deze regeling op de hoogte is gebracht van feiten, dan wel in het bezit is gekomen van schriftelijke stukken met betrekking tot in deze regeling besproken geschillen is verplicht tot geheimhouding van deze feiten tegenover derden en draagt er zorg voor dat de bedoelde stukken niet onder ogen van derden komen. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak in deze heeft beëindigd. De plicht tot geheimhouding geldt niet ten opzichte van de vertrouwenspersonen, Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag en politie/justitie. Het door een personeelslid in dienst van AOC Oost niet voldoen aan het gestelde in de vorige volzin wordt aangemerkt als plichtsverzuim in de zin van de CAO MBO.
2.8
Voor interne vertrouwenspersonen geldt een intern verschoningsrecht: een interne vertrouwenspersoon kan niet door AOC Oost worden gedwongen vertrouwelijke informatie prijs te geven. Voor interne vertrouwenspersonen geldt een extern verschoningsrecht: een interne vertrouwenspersoon zal in een rechtszaak zoveel mogelijk vertrouwelijke informatie niet prijsgeven. Het is aan de betrokken autoriteiten of dit wordt toegestaan. Een interne vertrouwenspersoon zal nooit de identiteit van de melder openbaren, tenzij de wet hen hiertoe verplicht. Indien op enig moment een interne vertrouwenspersoon op grond van de wet verplicht wordt de identiteit van de melder te openbaren, zal een interne vertrouwenspersoon de melder hiervan onmiddellijk, en zo mogelijk voordat openbaring van de identiteit van de melder plaatsvindt, op de hoogte stellen, tenzij de betreffende interne vertrouwenspersoon rechtsgeldige redenen heeft om dat niet te doen.
1
Dit omvat de dienstverlening waar de algemene leveringsvoorwaarden AOC Oost op van toepassing zijn, bijvoorbeeld offertes, aanbiedingen van training, leveringstermijnen. Voor klachten over zakelijke dienstverlening verwijzen we naar artikel 9 van de Algemene leveringsvoorwaarden AOC Oost, welke u kunt downloaden van de website. Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 6 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
HOOFDSTUK 3 INDIENING EN BEHANDELING VAN DE KLACHTEN Paragraaf 1 De interne vertrouwenspersoon Artikel 3 Aanstelling en taak interne vertrouwenspersoon 3.1
3.2 3.3
3.4
3.5
3.6 3.7 3.8 3.9
3.10
Het bevoegd gezag beschikt per organisatie-eenheid over tenminste één interne vertrouwenspersoon die functioneert als aanspreekpunt bij klachten. De interne vertrouwenspersoon dient te voldoen aan de ‘profielschets interne vertrouwenspersoon’ (bijlage 2). Zie document Klachtenregelingenbijlage Overzicht namen en samenstelling commissies. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de interne vertrouwenspersoon. De benoeming vindt plaats op voorstel van de benoemingsadviescommissie. De interne vertrouwenspersoon verzorgt de eerste opvang bij problemen van leerlingen en ouders op het terrein van (seksuele) intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. De interne vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling, niet door de interne vertrouwenspersoon zelf, een oplossing kan worden bereikt. De interne vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. Indien de klager een minderjarige leerling is worden, met medeweten van de klager, de ouders/verzorgers hiervan door de vertrouwenspersoon in kennis gesteld, tenzij naar het oordeel van de vertrouwenspersoon het belang van de minderjarige zich daartegen verzet. De interne vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar de externe vertrouwenspersoon of naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg. De interne vertrouwenspersoon adviseert gevraagd en ongevraagd de schoolleiding over beleid en maatregelen rond preventie /school en veiligheid. De interne vertrouwenspersoon onderhoudt contacten met docenten en coaches/mentoren met betrekking tot de problematiek van de leerling. De interne vertrouwenspersoon neemt in zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. De interne vertrouwenspersoon is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan het bevoegd gezag. De interne vertrouwenspersoon kan uit hoofde van de uitoefening van zijn taak niet worden benadeeld. De interne vertrouwenspersoon brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk een geanonimiseerd verslag uit van zijn werkzaamheden om inzicht te geven in de omvang, aard en het resultaat van de bij hem aanhangig gemaakte klachten.
Paragraaf 2: De externe vertrouwenspersoon Artikel 4 Aanstelling en taken externe vertrouwenspersoon 4.1
4.2 4.3
4.4
AOC Oost heeft tenminste één externe vertrouwenspersoon die functioneert als aanspreekpunt bij klachten. De externe vertrouwenspersoon dient te voldoen aan de ‘profielschets externe vertrouwenspersoon’ (bijlage 3). Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de externe vertrouwenspersoon. De benoeming vindt plaats op voorstel van de benoemingsadviescommissie. De externe vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling, niet door de externe vertrouwenspersoon zelf, een oplossing kan worden bereikt; dan wel of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Desgewenst begeleidt hij de klager bij de verdere procedure en verleent bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. Indien de klager een minderjarige leerling is worden, met medeweten van de klager, de ouders/verzorgers hiervan door de vertrouwenspersoon in kennis gesteld, tenzij naar het oordeel van de vertrouwenspersoon het belang van de minderjarige zich daartegen verzet. De externe vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voorzover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg.
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 7 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag 4.5
4.6 4.7 4.8
Indien de externe vertrouwenspersoon slechts aanwijzingen, doch geen concrete klachten bereiken, kan hij deze ter kennis brengen van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag of het bevoegd gezag. De externe vertrouwenspersoon neemt in zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. De externe vertrouwenspersoon is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan het bevoegd gezag. De externe vertrouwenspersoon brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk een geanonimiseerd verslag uit van zijn werkzaamheden om inzicht te geven in de omvang, aard en het resultaat van de bij hem aanhangig gemaakte klachten.
Paragraaf 3: De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag Artikel 5 Instelling en taken Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag 5.1 5.2 5.3
5.4
5.5
Er is een Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag voor de gehele instelling die de klacht onderzoekt en het bevoegd gezag hierover adviseert. Het bevoegd gezag kan zich ook, na hierover instemming te hebben verkregen van de OR, aansluiten bij een regionale of landelijke commissie. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag geeft gevraagd of ongevraagd advies aan het bevoegd gezag over: a. (on)gegrondheid van de klacht; b. het nemen van maatregelen; c. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag neemt, ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen, de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van een klacht. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk een geanonimiseerd verslag uit van haar werkzaamheden om inzicht te geven in de omvang, aard en het resultaat van de bij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag aanhangig gemaakte klachten.
Artikel 6 Samenstelling Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag 6.1
6.2 6.3 6.4
6.5 6.6
De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het bevoegd gezag. De benoeming vindt plaats op voorstel van de benoemingsadviescommissie. Het bevoegd gezag benoemt overeenkomstig het eerste lid de plaatsvervangende leden. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag is zodanig samengesteld dat zij voldoende deskundig moet worden geacht voor de behandeling van klachten. Leden van het personeel, leden van het College van Bestuur of het bevoegd gezag, alsmede leerlingen van de instelling en ouders/voogden/verzorgers, de interne/externe vertrouwenspersoon kunnen geen zitting hebben in de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag wijst uit haar midden een (plaatsvervangend) voorzitter aan. Het bevoegd gezag wijst een (plaatsvervangend) secretaris aan.
Artikel 7 Zittingsduur 7.1 7.2
De (plaatsvervangende) leden van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag worden benoemd voor de periode van vier jaar en zijn terstond herbenoembaar. De voorzitter en de leden kunnen op ieder moment ontslag nemen, met een opzegtermijn van twee maanden.
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 8 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
Paragraaf 4 De procedure bij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag Artikel 8 Indienen van een klacht bij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag 8.1
8.2 8.3
8.4
8.5
8.6
8.7 8.8 8.9
8.10
De klager dient de klacht in bij: a. het bevoegd gezag; of b. de voorzitter van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag (zie bijlage 1 Adressen). De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend, tenzij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag anders beslist. De klacht wordt eenmalig ingediend bij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag en wordt eenmalig door de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag in behandeling genomen. Indien de klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, verwijst het bevoegd gezag de klager naar de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag, tenzij toepassing wordt gegeven aan het vijfde lid. Het bevoegd gezag kan, op verzoek van de klager, de klacht zelf afhandelen indien het bevoegd gezag en de klager van mening zijn dat de klacht op een eenvoudige wijze kan worden afgehandeld. Het bevoegd gezag meldt een dergelijke afhandeling met instemming van de klager aan de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag. Indien de klacht wordt ingediend bij een ander orgaan binnen AOC Oost, dan de in het eerste lid genoemde, verwijst de ontvanger de klager aanstonds door naar de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag of naar het bevoegd gezag. De ontvanger is tot geheimhouding verplicht. Het bevoegd gezag kan een voorlopige voorziening treffen. Op de ingediende klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend. Na ontvangst van de klacht deelt de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag het bevoegd gezag, de klager en de aangeklaagde binnen vijf werkdagen schriftelijk mee dat zij een klacht onderzoekt. Klager en aangeklaagde kunnen zich laten bijstaan of laten vertegenwoordigen door een gemachtigde.
Artikel 9 Intrekken van de klacht 9.1
Indien de klager tijdens de procedure bij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag de klacht intrekt, deelt de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag dit aan de aangeklaagde en het bevoegd gezag van de betrokken instelling mee.
Artikel 10 Inhoud van de klacht 10.1 10.2
10.3
10.4
De klacht wordt schriftelijk ingediend bij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag en ondertekend door de klager of wettelijk vertegenwoordiger. De klacht bevat ten minste: a. de naam en het adres van de klager; b. de naam van de aangeklaagde; c. een omschrijving van de klacht; d. de dagtekening. Indien niet is voldaan aan het gestelde in het tweede lid, wordt de klager in de gelegenheid gesteld het verzuim binnen twee weken te herstellen. Is ook dan nog niet voldaan aan het gestelde in het tweede lid, dan kan de klacht niet-ontvankelijk worden verklaard. Indien de klacht niet-ontvankelijk wordt verklaard wordt dit aan de klager, de aangeklaagde en het bevoegd gezag gemeld.
Artikel 11 Vooronderzoek 11.1
De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag beoordeelt, alvorens tot behandeling van de klacht over te gaan, de ontvankelijkheid van de klacht onder deze regeling. Een klacht is eerst ontvankelijk indien de klacht betrekking heeft op ongewenst gedragingen zoals bedoeld in deze regeling ((seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en geweld, pesten). Indien de klacht niet ontvankelijk wordt verklaard, wordt dit binnen twee weken door de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag gemotiveerd en schriftelijk aan de klager medegedeeld. De klachtbehandeling
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 9 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
11.2
11.3
wordt dan gestaakt. Tegen deze beslissing kan de klager bezwaar maken bij het College van Bestuur. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag kan, na bestudering van de klacht en bij nog geen betrokkenheid van de interne of externe vertrouwenspersoon, klager adviseren eerst tot consultatie van de interne of externe vertrouwenspersoon over te gaan. Hier kan immers (vertrouwelijk) gesproken worden over mogelijke andersoortige oplossingen van de klacht. De klager bepaalt of hij dit advies van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag volgt. Indien klager eerst advies wenst in te winnen bij de interne of externe vertrouwenspersoon, houdt de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag de behandeling van de klacht gedurende maximaal vier weken aan. Na deze vier weken informeert de klager de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag of hij de klachtbehandeling wenst voort te zetten. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag is in verband met de voorbereiding van de behandeling van de klacht bevoegd alle gewenste inlichtingen in te winnen. Zij kan daartoe deskundigen inschakelen en hen zo nodig uitnodigen voor de hoorzitting. Indien hieraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het bevoegd gezag vereist.
Artikel 12 Hoorzitting 12.1
12.2 12.3 12.4 12.5
12.6 12.7
De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de klager en de aangeklaagde tijdens een niet-openbare vergadering in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord. De hoorzitting vindt plaats binnen vier weken na ontvangst van de klacht. De klager en de aangeklaagde worden buiten elkaars aanwezigheid gehoord, tenzij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag anders bepaalt. De klager kan zich tijdens de hoorzitting laten bijstaan door de interne vertrouwenspersoon of de externe vertrouwenspersoon. Getuigen die voor de hoorzitting worden opgeroepen, zijn verplicht bij de hoorzitting aanwezig te zijn. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt. Het verslag bevat: a. de namen en de functie van de aanwezigen; b. een integrale weergave van wat over en weer is gezegd. Het verslag wordt voor akkoord ondertekend door de gehoorde(n) (klager of aangeklaagde), de voorzitter en de secretaris. In een inzageronde in de verslagen van de hoorzittingen nemen klager en aangeklaagde, onder toezicht van de voorzitter, kennis van al hetgeen is verklaard. Klager en aangeklaagde geven hier een slotreactie op. Van deze slotreactie wordt een verslag gemaakt. Dit bevat een integrale weergave van wat over en weer is gezegd. Dit verslag wordt voor akkoord ondertekend door de klager, de aangeklaagde, de voorzitter en de secretaris.
Artikel 13 Advies 13.1 13.2
13.3
13.4
De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het advies. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag rapporteert haar bevindingen schriftelijk aan het bevoegd gezag binnen vier weken nadat de hoorzitting heeft plaatsgevonden. Deze termijn kan met vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en het bevoegd gezag. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag geeft in haar advies een gemotiveerd oordeel over het al dan niet gegrond zijn van de klacht en deelt dit oordeel schriftelijk mee aan de klager, de aangeklaagde en het bevoegd gezag. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag kan in haar advies tevens een aanbeveling doen over de door het bevoegd gezag te treffen maatregelen.
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 10 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag Artikel 14 Quorum 14.1
Voor het houden van een zitting is vereist, dat ten minste twee leden van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag, waaronder de voorzitter, aanwezig zijn.
Artikel 15 Niet-deelneming aan de behandeling 15.1
De voorzitter en de leden van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag nemen niet deel aan de behandeling van een klacht, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Paragraaf 5 Besluitvorming door het bevoegd gezag Artikel 16 Beslissing op advies 16.1
16.2
16.3
Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag deelt het bevoegd gezag aan de klager, de aangeklaagde en de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag schriftelijk gemotiveerd mee of hij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen neemt en zo ja welke. Indien het bevoegd gezag in de maatregelen afwijkt van het advies van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag, motiveert zij expliciet om welke redenen afgeweken wordt van het advies. De mededeling gaat vergezeld van het advies van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag en het verslag van de hoorzitting, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten. Deze termijn kan met ten hoogste vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt het bevoegd gezag met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag. De beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt door het bevoegd gezag niet genomen dan nadat de aangeklaagde in de gelegenheid is gesteld zich mondeling en/of schriftelijk te verweren tegen de door het bevoegd gezag voorgenomen beslissing.
Paragraaf 6 Rehabilitatie na ongegronde klacht Artikel 17 Rehabilitatie na ongegronde klacht 17.1
17.2 17.3
17.4
Indien na onderzoek blijkt dat de klacht ongegrond is, treedt het bevoegd gezag in overleg met de aangeklaagde om te bespreken of rehabilitatie noodzakelijk is en op welke wijze dat dient te geschieden. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor het zorgdragen voor een deugdelijke rehabilitatie. Het bevoegd gezag kan tegen de klager maatregelen nemen bij ongegrondheid van de ingediende klacht(en). Deze klacht kan betrekking hebben op seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, racisme, geweld en pesten. De vertrouwenspersonen en de leden van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag dragen geen verantwoordelijkheid voor eventuele schade welke wordt veroorzaakt door het indienen van een klacht welke na onderzoek ongegrond blijkt te zijn, tenzij en voor zover de schade is veroorzaakt door het niet handelen conform de bepalingen van dit reglement.
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 11 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
Paragraaf 7 Indienen klachten bij externe instanties zijnde niet de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag Artikel 18 Governance en Beloning MBO 18.1
Indien AOC Oost zich niet houdt aan de governancecode of beloningscode van het mbo, kan de klager terecht bij de Klachtencommissie Governance en Beloning MBO. De klacht dient eerst via de klachtenregeling van AOC Oost te zijn ingediend en behandeld. Indien de klager niet tevreden is met het resultaat daarvan, kan de klacht gemeld worden bij de Klachtencommissie Governance en Beloning MBO. Deze klacht mag niet anoniem gemeld worden en moet schriftelijk worden ingediend. Zie bijlage 1 voor de gegevens.
Artikel 19 Ombudslijn MBO voor studenten 19.1
Studenten van het MBO kunnen hun klacht melden bij Ombudslijn MBO, indien zij niet tevreden zijn met de door AOC Oost aangedragen oplossing. De klacht kan gemeld worden via: www.ombudslijnmbo.nl. De Ombudslijn MBO neemt de klacht in behandeling indien aan het volgende wordt voldaan: - De klacht is behandeld via de klachtenregeling van AOC Oost en dus bekend bij AOC Oost; - Het formulier van Ombudslijn MBO is volledig en juist ingediend; - De klacht is niet anoniem gemeld; - De klacht valt niet onder de regel van vertrouwelijkheid; klachten over ongewenst gedrag worden niet door de Ombudslijn MBO in behandeling genomen. Zie bijlage 1 voor de gegevens.
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 12 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
HOOFDSTUK 4: SLOTBEPALINGEN Artikel 20 Klachten over leden College van Bestuur 20.1 Indien een klacht in het kader van deze regeling zich richt tegen een lid van het College van Bestuur, dan rapporteert de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag aan de voorzitter van de Raad van Toezicht. In alle artikelen in deze regeling waarin verwezen wordt naar het College van Bestuur dient in dat geval voorzitter Raad van Toezicht gelezen te worden. Artikel 21 Openbaarheid 21.1 21.2
Het bevoegd gezag legt deze regeling op elke locatie ter inzage en stelt de regeling beschikbaar op de website. Het bevoegd gezag stelt alle belanghebbenden op de hoogte van deze regeling.
Artikel 22 Evaluatie 22.1
De regeling wordt binnen vier jaar na inwerkingtreding door het bevoegd gezag, de interne vertrouwenspersonen, de externe vertrouwenspersoon, de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag, de OR, de Ouderadviesraad en de Studentenraad geëvalueerd.
Artikel 23 Wijziging van het reglement 23.1 Deze regeling kan door het bevoegd gezag worden gewijzigd of ingetrokken na instemming van de OR, de Ouderadviesraad en Studentenraad en na overleg met de interne/externe vertrouwenspersonen en de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag, met inachtneming van de vigerende bepalingen.
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 13 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
Toelichting op de klachtenregeling AOC Oost Inleiding Krachtens de zogenaamde Kwaliteitswet zijn schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs verplicht een klachtenregeling vast te stellen en op hun instelling in te voeren. De landelijke ouderorganisaties, vakorganisaties, besturenorganisaties en schoolleiders-organisaties hebben daartoe in gezamenlijkheid een model-klachtenregeling opgesteld. Op basis hiervan heeft AOC Oost de klachtenregeling vastgesteld. Bve-instellingen dienen op basis van het bepaalde in artikel 10.1, lid 4, 5, 6 CAO MBO een regeling ter behandeling van klachten inzake seksuele intimidatie, racisme en andere vormen van discriminatie op te stellen en te hanteren. Opgemerkt moet worden dat de Wet Educatie en Beroepsonderwijs op twee onderdelen is gewijzigd. In artikel 1.3.8. staat een verplichting tot overleg en aangifte inzake zedenmisdrijven. De WEB schrijft voor dat elke instelling een systeem van kwaliteitszorg moet hebben (Art. 1.3.6). Dat systeem moet er voor zorgen dat het onderwijs van goede kwaliteit is, dat er allerlei zaken op de school goed verlopen en onder andere personeel en leerlingen een rol kunnen spelen bij de beoordeling en verbetering van de kwaliteit. Een klachtenprocedure is een onderdeel van kwaliteitszorg, naast bv. medezeggenschap. De signalen die in klachten naar voren kunnen komen, kunnen worden gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Daarnaast is in Artikel 6 van de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) de wettelijke grondslag vastgelegd voor de zogenoemde vertrouwensinspecteurs bij de inspectie. De vertrouwensinspecteur fungeert als aanspreekpunt, kan adviseren, bijstaan en desgevraagd begeleiden bij het indienen van een klacht of het doen van aangifte. Een ieder die deel uitmaakt van de instelling kan een klacht indienen over gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan van de werkgever, het personeel of anderen die betrokken zijn bij de instelling. Het is de bedoeling dat klachten in eerste instantie tussen de betrokken personen zelf worden afgehandeld. Termijnen De in deze klachtenregeling opgenomen termijnen zijn maximumtermijnen, waarbij het uiteraard wenselijk is dat een klacht niet alleen zo zorgvuldig mogelijk, maar ook op zo kort mogelijke termijn, wordt afgehandeld. Interne vertrouwenspersoon – uitsluitend voor leerlingen/studenten Een interne vertrouwenspersoon is een persoon binnen elke locatie van AOC Oost aan wie men vertrouwelijke zaken kwijt kan. Deze hebben betrekking op bijvoorbeeld ongewenst gedrag en persoonlijke problemen. De interne vertrouwenspersoon wordt aangesteld door het bevoegd gezag. De interne vertrouwenspersoon is geen lid van het College van Bestuur, geen lid van het locatiemanagementteam en is geen deel van het secretariaat van het College van Bestuur. De interne vertrouwenspersoon laat zich niet leiden door belangen van het College van Bestuur, het locatiemanagementteam en de medewerkers. De interne vertrouwenspersoon zoekt samen met de klager naar een oplossing van de klacht op een zo laag mogelijk escalatieniveau. Externe vertrouwenspersoon Een externe vertrouwenspersoon is een persoon die door AOC Oost is ingehuurd en onafhankelijk is van de onderwijsinstelling. Deze beschikt over specifieke deskundigheid ten aanzien van alle regelgeving met betrekking tot klachten. Men kan bij de externe vertrouwenspersoon terecht met klachten die betrekking hebben op ongewenst gedrag. De externe vertrouwenspersoon zoekt samen met de klager naar een oplossing van de klacht op een zo laag mogelijk escalatieniveau. Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag Het is noodzakelijk dat in de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag diverse deskundigheden voorhanden zijn. Het betreft bijvoorbeeld juridische, sociaal-medische en onderwijskundige Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 14 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag deskundigheden. Verder is het zinvol dat zo veel mogelijk in gelijke mate mannen en vrouwen in de commissie zitting nemen. De klager bepaalt zelf of hij de klacht bij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag indient (N.B. een klacht kan formeel niet bij de externe vertrouwenspersoon worden ingediend). Anderzijds dient ervoor gewaakt te worden dat de positie van de aangeklaagde in het gedrang komt doordat de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag niet wordt ingeschakeld. In gecompliceerde situaties of als het bevoegd gezag ingrijpende maatregelen overweegt, is het gewenst eerst advies van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag te vragen. Wanneer er sprake is van een strafbaar feit wordt met nadruk ontraden de uitkomst van het strafproces af te wachten, alvorens door het bevoegd gezag maatregelen jegens de aangeklaagde worden genomen. Het bevoegd gezag heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. 2
Het bevoegd gezag stelt de klager en de aangeklaagde op de hoogte van het advies van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag, tenzij naar het oordeel van het bevoegd gezag, al dan niet op aangeven van de commissie, zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten. Het bevoegd gezag deelt klager, aangeklaagde en de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag schriftelijk gemotiveerd mee of hij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of hij maatregelen neemt en zo ja welke. Delen van het advies kunnen bij uitzondering worden weggelaten, indien dit wordt gemotiveerd. Bijvoorbeeld: een leerling heeft een klacht ingediend over seksuele intimidatie. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag hoort via deskundigen dat er zich ook iets dergelijks in het privé-leven van de aangeklaagde heeft afgespeeld. Dergelijke informatie is niet van belang voor de klager. Uit privacy-overwegingen kan besloten worden de betreffende passage uit het advies niet aan de klager kenbaar te maken.
Voorlopige voorziening Het bevoegd gezag kan desgewenst een voorlopige voorziening treffen. Hierbij valt te denken aan het schorsen van personeelsleden, het schorsen van leerlingen of het bepalen dat de aangeklaagde geen contact mag hebben met de klager. Het bevoegd gezag moet dan tevens bepalen tot wanneer de voorlopige voorziening van kracht blijft. Meestal is dit tot het moment dat het bevoegd gezag heeft beslist over de klacht. Rehabilitatie Indien de klacht door het bevoegd gezag ongegrond wordt verklaard kan het bevoegd gezag op verzoek van en in overleg met de aangeklaagde in een passende rehabilitatie voorzien, zo nodig na advies van de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag.
2
Het advies van de klachtencommissie is een aanbeveling aan het College van Bestuur. Het College van Bestuur is niet verplicht het advies over te nemen. Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 15 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
Bijlage 1: Adressen Bevoegd Gezag AOC Oost College van Bestuur Postbus 190 7240 AD Lochem Tel. 088 – 26 20 700 Centraal Meldpunt vertrouwensinspecteurs (van de Inspectie) (0900) 111 31 11 (lokaal tarief)
Externe klachtencommissie Ongewenst gedrag Postbus 190 7240 AD Lochem Tel. 088 – 26 20 700
Externe vertrouwenspersoon voor leerlingen/studenten/cursisten en personeel Tel. 010-2809470 Externe vertrouwenspersoon is werkzaam bij Bezemer & Kuiper BV, postbus 19007, 3001 BA Rotterdam
Interne vertrouwenspersonen voor leerlingen / studenten / cursisten Zie voor de namen document Klachtenregelingenbijlage Overzicht namen en samenstelling commissies Klachtencommissie Governance en Beloning MBO Berkenlaan 40 5061 AZ Oisterwijk Deze klachtencommissie dient de klager pas in te schakelen nadat de volledige klachtroute binnen AOC Oost is afgehandeld. Zie ook de website van de MBO-raad: www.mboraad.nl
Ombudslijn MBO Postbus 7001 6710 CB Ede Tel.: 06 83 97 85 44 www.ombudslijnmbo.nl Deze klachtencommissie dient een student pas in te schakelen nadat de volledige klachtroute binnen AOC Oost is afgehandeld.
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 16 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
Bijlage 2: Profielschets interne vertrouwenspersoon Taken Deze profielschets is opgesteld vanuit taken van de interne vertrouwenspersoon als begeleider van de indiener van een klacht in de betekenis zoals geformuleerd in de klachtenregeling.
1.
Begeleidt en ondersteunt de leerlingen/studenten die een klacht hebben bij het melden, onderzoeken en behandelen van klachten over ongewenst gedrag (onder andere seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten) door: De klager op te vangen; De klager bij het melden van de klacht in overweging te geven, gelet op de ernst van de zaak, geen klacht in te dienen, de klacht via de interne lijn in te dienen dan wel bij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag, dan wel aangifte te doen bij politie/justitie, na te gaan of het indienen van de klacht leidt tot schadelijke gevolgen voor de klager; De klager te ondersteunen, indien deze dat wenst, om de klacht op schrift te stellen; Indien nodig verwijzen naar (in)formele daarvoor in aanmerking komende (hulpverlenings)instanties en door het ondersteunen bij het inschakelen van deze instanties, hieronder vallen ook de politie en de officier van justitie; Het verstrekken van informatie en advies over de mogelijk te volgen procedures; Zich ervan te vergewissen dat de aanleiding tot de klacht daadwerkelijk is weggenomen en de nazorg van de klager is geregeld; Het maken van geanonimiseerde jaarverslag van behandelde klachten.
2.
Draagt zorg voor activiteiten gericht op het voorkomen van ongewenst gedrag, levert een bijdrage aan de optimalisering van de kwaliteit van de veiligheid van de individuele leerling / student / cursisten / ouder(s) of wettelijke vertegenwoordiger / stakeholder (o.a. BPVbedrijven/stagebedrijven), medewerkers van AOC Oost en aan het bewustwordingsproces (ongewenste) omgangsvormen door: Het leveren van een bijdrage aan de bekendheid bij leerlingen/studenten (en ouders/verzorgers) en personeel van het bestaan van de interne en externe vertrouwenspersoon, de klachtenregeling en de vertrouwensinspecteur; Mede vormgeven van het sociale veiligheidsbeleid op de locatie; Het verzorgen van presentaties over ongewenst gedrag; Het kennisnemen, analyseren en evalueren van de wettelijke en andere ontwikkelingen op het vakgebied; Jaarlijks te rapporteren aan het bevoegd gezag ten aanzien van ongewenst gedrag; Het gevraagd en ongevraagd geven van advies over beleid en maatregelen omtrent preventie.
Positie Een interne vertrouwenspersoon is een personeelslid van de desbetreffende locatie van AOC Oost. Elke locatie beschikt over een mannelijke interne vertrouwenspersoon en een vrouwelijke interne vertrouwenspersoon. De interne vertrouwenspersoon moet het vertrouwen genieten van alle bij AOC Oost betrokken partijen op de locatie, is toegankelijk en goed bereikbaar voor alle betrokkenen. De interne vertrouwenspersoon is in deze rol onafhankelijk laat zich in deze rol niet leiden door belangen van het College van Bestuur, het locatiemanagementteam en de medewerkers. 3 De interne vertrouwenspersoon is verantwoording verschuldigd aan het bevoegd gezag.
3
Onder bevoegd gezag wordt verstaan het College van Bestuur.
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 17 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
Bevoegdheden De interne vertrouwenspersoon is er ter ondersteuning van de klager. De interne vertrouwenspersoon heeft ten behoeve van de uitoefening van deze functie de onderstaande bevoegdheden: Het voeren van gesprekken met klagers; Het op eigen initiatief kunnen raadplegen van interne deskundigen; Toegang tot alle geledingen op de desbetreffende locatie van AOC Oost en rechtstreeks tot bevoegd gezag en ondernemingsraad.
Kennis -
De vertrouwenspersoon heeft globale kennis van mogelijke rechtspositionele en justitiële gevolgen van het indienen van een klacht. De vertrouwenspersoon heeft kennis van de individuele en groepsprocessen die spelen bij seksueel grensoverschrijdend gedrag. De vertrouwenspersoon heeft kennis van de interne organisatiestructuur en cultuur.
Vaardigheden De interne vertrouwenspersoon dient de volgende vaardigheden te bezitten: Inzicht hebben in de problematieken; Kunnen verwijzen; Kunnen begeleiden; Kunnen rapporteren; Kennis hebben van de sociale kaart/relevante netwerken; Kunnen bewaken van in gang gezette processen; Kunnen toepassen van gesprekstechnieken; Voorlichting kunnen geven aan leerlingen/studenten, ouders of wettelijke vertegenwoordigers en personeelsleden.
Competenties -
Onafhankelijkheid Expertise Besluitvaardigheid Analytisch vermogen Empathisch vermogen Integriteit Zelfontwikkeling Omgevingsgevoeligheid
Scholing Van de interne vertrouwenspersoon wordt geëist dat hij/zij een basisscholing volgt en daarna een jaarlijkse bijscholing. Intervisie Van de interne vertrouwenspersoon wordt geëist dat hij/zij meedoet met intervisie en supervisie bijeenkomsten.
Voorzieningen De interne vertrouwenspersoon heeft de beschikking over: Een ruimte op de locatie waarin hij/zij ongestoord vertrouwelijke gesprekken kan voeren en de mogelijkheid uit te wijken naar een dergelijke ruimte buiten de locatie; Een eigen intern telefoonnummer.
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 18 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
Bijlage 3: Profielschets externe vertrouwenspersoon Taken 1. Begeleidt en ondersteunt de klager bij het melden, onderzoeken en behandelen van klachten over ongewenst gedrag door: De klager op te vangen; De klager bij het melden van de klacht in overweging te geven, gelet op de ernst van de zaak, geen klacht in te dienen, de klacht via de interne lijn in te dienen dan wel bij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag, dan wel aangifte te doen bij politie justitie, na te gaan of het indienen van de klacht niet leidt tot repercussies voor de klager; Indien nodig verwijzen naar (in)formele daarvoor in aanmerking komende (hulpverlening)instanties en door het ondersteunen bij het inschakelen van deze instanties, hieronder vallen ook de politie en de officier van justitie; Het verstrekken van informatie en advies over de mogelijk te volgen procedures, naast de klachtenprocedure ook de strafrechtelijke of civielrechtelijke procedures en consequenties daarvan bespreken; Zich ervan te vergewissen dat de aanleiding tot de klacht daadwerkelijk is weggenomen; Het maken van geanonimiseerde jaarverslag van behandelde klachten. 2. Draagt zorg voor activiteiten gericht op het voorkomen van ongewenst gedrag, levert een bijdrage aan de optimalisering van de kwaliteit van de veiligheid van de individuele leerling / student / cursisten / ouder(s), verzorger(s) / stakeholder (o.a. BPV-bedrijven), medewerkers van AOC Oost en aan het bewustwordingsproces (ongewenste) omgangsvormen door: Het verzorgen van presentaties over ongewenst gedrag; Het kennisnemen, analyseren en evalueren van de wettelijke en andere ontwikkelingen op het vakgebied; Jaarlijks te rapporteren aan het bevoegd gezag en ondernemingsraad ten aanzien van ongewenst gedrag; Het gevraagd en ongevraagd geven van advies; Het onderhouden van contacten met de interne vertrouwenspersonen op de locaties.
Positie Een externe vertrouwenspersoon is een persoon die door AOC Oost wordt ingehuurd en onafhankelijk is van de onderwijsinstelling. Deze beschikt over specifieke deskundigheid ten aanzien van alle regelgeving met betrekking tot klachten. De vertrouwenspersoon moet het vertrouwen genieten van alle bij AOC Oost betrokken partijen, is toegankelijk en goed bereikbaar voor alle betrokkenen en heeft zicht op de kernactiviteiten van AOC Oost. De externe vertrouwenspersoon bekleedt naast deze functie geen andere vergelijkbare functie binnen AOC Oost. De externe vertrouwenspersoon is uitsluitend verantwoording verschuldigd aan het bevoegd gezag.
Bevoegdheden De externe vertrouwenspersoon is er ter ondersteuning van de klager. De vertrouwenspersoon heeft ten behoeve van de uitoefening van deze functie de onderstaande bevoegdheden: Het voeren van gesprekken met klagers; Het op eigen initiatief kunnen raadplegen van interne/externe deskundigen; Toegang tot alle geledingen van AOC Oost en rechtstreeks tot bevoegd gezag en ondernemingsraad.
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 19 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag
Bijlage 4: Klachtroutes (schematisch weergegeven)
Klachtroute bij klachten over ongewenst gedrag (Zie voor definitie hoofdstuk 2)
leerling / student
interne / externe vertrouwenspersoon
De leerling/student wendt zich tot interne of externe vertrouwenspersoon bij situatie van ongewenst gedrag. Zie informatie in studiegids. Interne / externe vertrouwenspersoon ondersteunt de leerling/student en bekijkt samen met de leerling/student welke vervolgstappen wenselijk zijn, zoals: - bemiddeling om tot een oplossing te komen; - passende hulpverlening; - het indienen van een klacht; - het doen van aangifte bij de politie. De leerling/student heeft de mogelijkheid een klacht in te dienen bij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag.
Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag
College van Bestuur
Centrale Service O&K
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag onderzoekt de klacht en meldt dit bij het CvB. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag doet uitspraak over de gegrondheid van de klacht. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag deelt haar besluit mee aan het College van Bestuur. Indien een klacht gegrond is adviseert de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag het College van Bestuur over te nemen maatregelen. Het College van Bestuur deelt klager, aangeklaagde en de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag schriftelijk gemotiveerd mee of het College van Bestuur het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of het maatregelen neemt en zo ja welke.
De Centrale Service O&K verzoekt de klager om evaluatie van de klachtbehandeling en -afhandeling.
Pag. 20 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag Klachtroute bij (vermoeden van) strafbare vormen van seksuele intimidatie en seksueel misbruik (Zie voor definitie hoofdstuk 2)
De leerling/student wendt zich met klacht tot interne of externe vertrouwenspersoon. Zie informatie in studiegids.
klager
Ieder personeelslid dat een signaal of een melding ontvangt over seksuele intimidatie of seksueel misbruik van een minderjarige leerling door een medewerker van AOC Oost, waarbij een redelijk vermoeden is van een strafbaar feit, meldt dit onmiddellijk aan het College van Bestuur.
personeelslid
Het College van Bestuur gaat na of er een redelijk vermoeden bestaat van een strafbaar feit. Indien nee: zie klachtroute bij machtsmisbruik. Indien ja:
College van Bestuur
Vertrouwensinspecteur van de Inspectie
Het College van Bestuur overlegt met de vertrouwensinspecteur van de Inspectie of er sprake is van een redelijk vermoeden van een zedenmisdrijf. Indien nee: zie klachtroute bij machtsmisbruik. Indien ja:
Het College van Bestuur informeert (ouders van) klager en aangeklaagde dat aangifte wordt gedaan.
College van Bestuur
Het College van Bestuur treft voorlopige voorzieningen voor klager en aangeklaagde.
(ouders van) klager
aangeklaagde
Het College van Bestuur doet aangifte bij politie/justitie. politie / justitie
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
Pag. 21 van 22
Klachtenregeling AOC Oost bij Ongewenst gedrag Klachtroute bij klachten over ongewenst gedrag (Zie voor definitie hoofdstuk 2)
Referenties: Art. 10.1, lid 4, 5 en 6 CAO MBO
medewerker
De medewerker kan contact opnemen met externe vertrouwenspersoon voor begeleiding, ondersteuning en advies. Zij kunnen samen overleggen welke vervolgstappen wenselijk zijn. Afhankelijk van de ernst van de zaak geeft de externe vertrouwenspersoon de klager in overweging: - geen klacht in te dienen; - een klacht in te dienen bij de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag; - dan wel aangifte te doen bij politie/justitie.
externe vertrouwenspersoon
De medewerker heeft de mogelijkheid de klacht voor te leggen aan de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag.
Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag
De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag onderzoekt de klacht en meldt dit bij het College van Bestuur. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag doet uitspraak over de gegrondheid van de klacht. De Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag deelt haar besluit mee aan het College van Bestuur. Indien een klacht gegrond is adviseert de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag het College van Bestuur over te nemen maatregelen.
College van Bestuur
Het College van Bestuur deelt klager, aangeklaagde en de Externe Klachtencommissie Ongewenst gedrag schriftelijk gemotiveerd mee of het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of het maatregelen neemt en zo ja welke.
Centrale Service O&K
Status: vastgesteld Versie: 2.3 Datum: 12 oktober 2015
De Centrale Service O&K verzoekt de klager om evaluatie van de klachtbehandeling en -afhandeling.
Pag. 22 van 22