Schoolplan 2015-2019
Vaststellingsdatum: 08-06-2015 Directeur van de school: R. Honingh Voorzitter medezeggenschapsraad: E. Nijman Clusterdirecteur: T. Versteeg
2
Inhoud 1.
De school en haar omgeving ........................................................................................................... 3
2.
Uitgangspunten schoolbestuur ....................................................................................................... 5
3.
Ons schoolconcept .......................................................................................................................... 7
4.
Wettelijke opdrachten .................................................................................................................... 9
4.1
Wat hebben onze leerlingen nodig ............................................................................................. 9
4.2
De inhoud van ons onderwijs.................................................................................................... 18
4.3
Kwaliteit en kwaliteitsbewaking ............................................................................................... 19
5. Analyse van het functioneren van de school .................................................................................... 22 5.1
Personeelsopbouw................................................................................................................ 22
5.2 Ziekteverzuim.............................................................................................................................. 22 5.3 Leerkrachtvaardigheden (waaronder specialisten) .................................................................... 22 5.4 Scholing ....................................................................................................................................... 22 5.5 Leiderschap ................................................................................................................................. 25 5.6 Samenwerking............................................................................................................................. 25 6.
Lange termijn ontwikkelingen ...................................................................................................... 26
7.
Verwijzing naar documenten ........................................................................................................ 29 7.1 Schooldocumenten: .................................................................................................................... 29 7.2 Documenten bestuur: ................................................................................................................. 29
3
1. De school en haar omgeving De Mei is in 1994 ontstaan uit een fusie van de scholen OBS Het Guisveld en OBS Herman Gorter. Het heeft een kenmerkende naam. Deze naam is enige uitleg waard. “Mei” (1889) is de titel van een zeer bekend gedicht van de Wormerveerse schrijver Herman Gorter. Zijn geboortehuis staat in deze wijk en er is ook een buurtje naar genoemd. De eerste regel van het gedicht luidt: ‘Een nieuwe lente een nieuw geluid’…. De wijk in Wormerveer, waarin de school staat, is geklemd tussen de Zaan en de spoorlijn. De huizen zijn meestal meer dan 50 jaar oud, er zijn zelfs huizen die meer dan 80 jaar geleden gebouwd zijn. Bij vele huizen heeft funderingsherstel plaatsgevonden. In het nieuwbouwplan “Indi” zijn nieuwe huizen te vinden. Het gebouw aan de Voltastraat is gebouwd in 1989 en heeft 6 groepslokalen en een speellokaal. Centraal in het schoolgebouw ligt een grote aula die gebruikt wordt voor instructie aan kleine groepen, werken aan de computers, tutorlezen, creatieve activiteiten, gezamenlijk werken aan opdrachten en er zijn speelhoeken voor de kleuters. Deze aula wordt ook gebruikt als tentoonstellingsruimte bij projecten, het vieren van gezamenlijke activiteiten en algemene ouderbijeenkomsten. Het gebouw beschikt tevens over een directiekamer, een kamer voor de intern begeleider, een personeelskamer met een keuken en 2 magazijnen. Verbonden aan het gebouw is een gymzaal, zowel van binnen- als van buitenuit bereikbaar. Op het schoolplein zijn een voetbalkooi, een klimrek, duikelstangen en een zandbak. Openbare basisschool De Mei heeft ongeveer 145 leerlingen verdeeld over 6 groepen. In augustus 2014 zijn de Wormerveerse scholen De Pionier en De Mei samengevoegd. De scholen vallen onder de Stichting Zaan Primair. “Zaan Primair streeft er niet naar om de scholen echt samen te voegen en er blijft dan ook sprake van 2 verschillende lesplekken met elk hun eigen karakter. “ Met ingang van schooljaar 2015-2016 verandert wel de directiestructuur. Nu had iedere school een eigen directeur. Volgend schooljaar komt er een directeur en een adjunct-directeur. In het speellokaal wordt de buitenschoolse opvang verzorgd door Freekids. De Mei vormt samen met Freekids het Breed Kind Centrum De Mei. De pedagogisch medewerker van Freekids werkt nauw samen met het team van De Mei. Er is overleg over de juiste begeleiding en pedagogische aanpak van de kinderen. Freekids De Mei is kleinschalig en sluit aan bij de werkwijze van de school, bv. bij projecten. Net als de school is Freekids sportgericht. Daarnaast worden er creatieve activiteiten gedaan. We zijn in gesprek met Freekids over het realiseren van peuteropvang in de school. Er zijn structureel brede school activiteiten. In ons brede schoolplan beschrijven we dat accenten liggen op sport, muziek en nieuwe media. Ons bestuur Stichting Zaan Primair De bestuurscommissie van de stichting bestaat uit een zestal personen en is gekozen door alle geledingen van het openbaar primair onderwijs in Zaanstad. De leden van de commissie zijn benoemd op basis van het bezitten van een of meer vaardigheden op het gebied van bestuurlijk, financieel, juridisch, personeels- organisatorisch, marketing/PR en onderwijskundig terrein.
4
De bestuurscommissie draagt de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor alle openbare basisscholen en speciale basisscholen in Zaanstad en bestuurt op hoofdlijnen. De stichting heeft de verantwoordelijkheid voor de gang van zaken binnen Zaan Primair gemandateerd aan de voorzitter van het College van Bestuur. Deze heeft de algehele leiding over de organisatie en geeft samen met de clusterdirecteuren leiding aan de schooldirecties. De voorzitter, de heer N. Persoon en de clusterdirecteuren vormen samen het bestuursteam. Zij worden tbijgestaan door een aantal medewerkers, die beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende taken hebben op het gebied van personeelszaken, onderwijskundige zaken, financiën, huisvesting, beheer en ICT.
Naam en logo Zaan Primair. Twee woorden die schakelen tussen de blauwe ader in onze omgeving en de scholen van onze onderwijsorganisatie: Zaan: De Zaan heeft de geschiedenis van deze streek duurzaam bepaald en beïnvloed. Tot ver over de landsgrenzen is de Zaanstreek bekend bij mensen. Het unieke landschap heeft een bijzondere cultuur voortgebracht. Door de eeuwen heen is geschiedenis geschreven langs de lijnen van de rivier. De Zaan verbindt daarmee ons allemaal. Primair: de verwijzing naar het primair onderwijs, de overkoepelende benaming van onze scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs. Door de twee begrippen aan elkaar te koppelen, weet iedereen wie we zijn en waar men ons kan vinden. Het logo van Zaan Primair is speciaal ontworpen om ouders, leerlingen, personeel, de Zaan en de Zaanstreek in één beeld te ‘vangen’. De kleuren van de rivier en het landschap vormen de omlijsting van de mensen - groot en klein - die met elkaar vorm en inhoud bepalen van het openbaar primair onderwijs.
5
2. Uitgangspunten schoolbestuur Strategisch beleid In het Meerjarenplan 2014-2018 “Meer dan de basis” zet Zaan Primair haar koers uit op vijf hoofdlijnen. De strategische doelen worden uitgewerkt in jaarplannen per schooljaar. Dat doen we bovenschools. De scholen gebruiken het bovenschoolse jaarplan en hun schoolplan als input voor hun eigen jaarplan. 1. Zaan Primair in de samenleving In de kernwaarden van het openbaar onderwijs staan onder andere actieve ontmoeting en diversiteit centraal. Aandacht voor goed burgerschap vloeit voort uit de kernwaarden van het openbaar onderwijs. Bovendien maken actief burgerschap en sociale integratie deel uit van de kerndoelen. Zo kent burgerschapsonderwijs drie thema’s: identiteit, democratie en participatie. Kinderen leren wie zij zijn en wat zij in hun leven belangrijk vinden. De openbare school leert hen op basis van wederzijds respect naar elkaar te luisteren en op een positieve manier om te gaan met meningsverschillen. Zo kunnen zij later een actieve bijdrage leveren aan de maatschappij. In het kader van haar opdracht tot het verzorgen van openbaar onderwijs wil Zaan Primair een actieve rol in de Zaanse samenleving vervullen. 2. Onderwijs en opvoeding bij Zaan Primair De samenleving stelt eisen aan de kennis, vaardigheden en houding van kinderen. Goed onderwijs is de sleutel tot de ontwikkeling van volwaardige deelname aan die samenleving. Wij onderwijzen leerlingen in wat er speelt in de wereld en we leren ze om met een open blik naar de samenleving te kijken. Kinderen leren keuzes te maken voor zichzelf en binnen onze democratische samenleving. Onderwijs heeft een meerwaarde voor kinderen en helpt ze te socialiseren. In toenemende mate gebeurt dat in een digitale wereld. 3.Elk kind doet mee bij Zaan Primair Elk kind heeft talenten en het is onze taak deze talenten te herkennen en tot bloei te laten komen. Hierbij denken wij in mogelijkheden en niet in beperkingen en sluiten wij aan bij de verschillende leerstijlen die kinderen hebben. “Ik doe ertoe”. 4.Ouders bij Zaan Primair Een optimale ontwikkeling van kinderen stimuleren is bij Zaan Primair de basis van alle activiteiten die ouderbetrokkenheid betreffen. Actieve betrokkenheid van ouders is medebepalend voor het welbevinden en het schoolsucces van kinderen. Daarom werken de scholen aan een gelijkwaardige, wederkerige relatie met ouders. School en ouders staan in verbinding met elkaar. 5.Organisatieontwikkeling van Zaan Primair De taak van Zaan Primair is: onderwijs van hoge kwaliteit verzorgen voor leerlingen en hun ouders. Om deze kwaliteit te garanderen, zal Zaan Primair de professionele schoolorganisatie in de komende jaren verder ontwikkelen. Mensen maken een organisatie, zonder mensen geen organisatie.
6
Kwaliteitsbeleid Onder kwaliteitsbeleid verstaan we het proces waarin de organisatie haar doelen bepaalt, weet te realiseren, de kwaliteit ervan weet te bewaken, vast te houden en waar nodig te verbeteren. Kwaliteitszorg is een houding. De Zaan Primair scholengroep stelt zich (cyclisch) de volgende vragen: Waar staan wij voor? (visieontwikkeling, bepalen van doelen) Hoe bereiken we dat? (voorbereiden en plannen van activiteiten; mensen en middelen) Wat kan beter? (gegevensverzameling en evaluatie) Hoe verankeren we eenmaal behaalde kwaliteit (borging) De schooldirectie en het bestuur sturen het kwaliteitsbeleid aan op respectievelijke schools- en bovenschools -niveau. Het kwaliteitsbeleid is verbonden met de visie op onderwijs en leren zoals verwoord in het meerjarenplan van de stichting en het schoolplan van de individuele school. Bestuur en schooldirectie dragen zorg voor professionele (school)cultuur. Bij de zorg voor kwaliteit zijn medewerkers, ouders, directie, bestuur en medezeggenschap betrokken. Kwaliteitszorg gaat over alle activiteiten die een school, instelling of opleiding onderneemt om de kwaliteit van haar functioneren te bevorderen. De school voldoet aan kwaliteitszorg als de volgende indicatoren gerealiseerd zijn: 1. De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 2. De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 3. De school; evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 4. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 5. De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 6. De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit Verbetercyclus De indicatoren komen aan de orde in het systematisch toepassen van de PDCA-cyclus. Op bestuursniveau, schoolniveau en groepsniveau wordt de cyclus gehanteerd. De systematiek wordt beschreven in onze centrale schoolgids.
7
3. Ons schoolconcept Onze school is genoemd naar het gedicht Mei van Herman Gorter. Een hoogtepunt uit de Nederlandse literatuur en de eerste zin van Mei is zelfs uitgegroeid tot een uitdrukking: “Een nieuwe lente en een nieuw geluid.” Die nieuwe lente wil De Mei graag zijn voor de kinderen. Een bloeiperiode van kinderen in een veilige, kleinschalige omgeving, waarin een stevige basis wordt gelegd voor een succesvolle toekomst. De Mei is een kleine school met veel persoonlijke aandacht, goede leerresultaten en aandacht voor normen en waarden. De school ontwikkelt zich tot een Breed Kind Centrum met peuteropvang, voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse opvang en naschoolse activiteiten. Betrokkenheid en trots zijn onze kernwaarden; onze drijfveren. Samenwerken, communiceren, waarderen en stimuleren zijn voor ons de belangrijkste begrippen, die daarbij horen. Ons motto is: “Ontdek jezelf, groei samen” Leerlingen, leerkrachten en ouders leren van en met elkaar. Samendoen, samenwerken en samen leren zijn daarbij de sleutelbegrippen. De kern van ons onderwijs is dat wij onze leerlingen zelfvertrouwen willen meegeven, zodat ze vol vertrouwen de uitdagingen van de maatschappij van morgen aan durven gaan. Kinderen en leerkrachten gaan op een respectvolle manier met elkaar om, waarbij begrippen als veiligheid en vertrouwd voelen voorop staan. Pestgedrag wordt niet getolereerd. Wij volgen een pestprotocol en gebruiken het antipest-programma KiVa. Wij vinden het belangrijk om tegemoet te komen aan de drie basisbehoeften van kinderen. 1. Competentie De kinderen krijgen werk op hun niveau en worden uitgedaagd om verder te komen. Ze hebben het idee, dat ze hun werk aan kunnen, voelen zich daar competent in, hebben zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld. De leerlingen krijgen vooral positieve feedback van de leerkrachten en andere leerlingen. 2. Relatie Kinderen willen bij een groep horen, vinden het prettig als ze gezien en gewaardeerd worden. Ze luisteren naar andere kinderen, praten, ondersteunen en vertrouwen elkaar. De kinderen leren van en met elkaar. Samenwerken en samen leren vinden wij belangrijk met als motto “Ontdek jezelf, groei samen”. 3. Autonomie Leerlingen leren zelfstandig te werken d.m.v. dag- en weektaken en de uitgestelde aandacht van de leerkracht. Eerst zelf proberen en doen en dan vragen. De kinderen hebben ruimte om zelf keuzes te maken. De Mei wil een school zijn, die met de tijd meegaat, dus met de veranderingen, die er in de 21ste eeuw plaatsvinden. Vandaar dat we er trots op zijn dat De Mei:
Het antipest-programma KiVa heeft ingevoerd. Engels geeft in alle groepen. Tablets van Snappet heeft ingevoerd, die ingezet worden bij rekenen, taal, spelling en lezen.
8
Een samenwerkingsovereenkomst ouders en school heeft. Passend onderwijs voor iedere leerling organiseert. Een aantrekkelijk naschools aanbod verzorgt. Deelneemt aan het project “Lekker fit”. Bewegen en gezond gedrag vinden wij belangrijk. We willen een “sportieve” school zijn.
Vanaf schooljaar 2015-2016 doen wij mee aan het 4-jarige project Muziek maakt school. (Cultuureducatie met Kwaliteit in samenwerking met Fluxus). In alle groepen zal muziekles gegeven worden. Vanaf groep 5 leren de leerlingen om instrumenten te bespelen. Dit gebeurt zowel in schooltijd als buiten schooltijd (brede school).
9
4. Wettelijke opdrachten De overheid stelt aan alle basisscholen een aantal wettelijke eisen ten aanzien van de kwaliteit en de inrichting van het onderwijs. In dit hoofdstuk wordt voor de onderwerpen kwaliteitszorg, inhoud van het onderwijs en de leerling ondersteuning aangegeven hoe onze school hier aan voldoet
4.1 Wat hebben onze leerlingen nodig a. Analyse leerling populatie De meeste leerlingen komen uit de wijk in Wormerveer Zuid, waarin de school ligt. De afgelopen jaren is de school gegroeid van 118 naar 137 leerlingen. Leerlingenaantal en gewichten op teldatum 1 oktober 2010-2011 2011-2012 2012-2013 0 85 97 99 0,3 25 20 21 1,2 8 5 7 Totaal 118 122 127
2013-2014 108 23 6 137
2014-2015 110 22 5 137
Het grootste deel van de leerlingen is van Nederlandse afkomst. Ongeveer 10 % heeft een nietNederlandse culturele afkomst. Het grootste deel van de ouders, ongeveer 60 %, heeft minimaal een MBO opleiding gevolgd. Ongeveer 20 % van de ouders is lager opgeleid Ongeveer 20 %, is hoger opgeleid (minimaal HAVO) De meeste leerlingen gaan na onze school naar de voortgezet onderwijsvorm VMBO theoretisch. Uitstroom naar Voortgezet Onderwijs in procenten 2010-2011 2011-2012 2012-2013 SO 0 0 0 PRO 0 0 0 VMBO Basis 7,1 7,7 25 VMBO K 28,5 15,4 18,75 VMBO T 42,9 46,2 31,25 HAVO 0 15,4 12,5 VWO 14,2 7,7 6,25 Gymnasium 7,1 7,7 6,25 Aantal ll 14 13 16
2013-2014 0 0 25 33 25 8,5 8,5 0 12
2014-2015 0 0 7 0 36 43 14 0 14
Onze leerlingen hebben een goede, brede basis nodig. Dit geeft hen goede mogelijkheden voor de toekomst; voor de vervolgopleidingen. Onze leerlingen willen niet gepest worden, willen zich veilig voelen en goed in hun vel zitten. Daarnaast willen de leerlingen hun talenten ontdekken en die verder laten ontwikkelen. De leerlingen moeten voorbereid worden op de snel veranderende maatschappij en de toekomst.
10
b. Onze accenten Sterke basis. Wij willen onze leerlingen een goede, brede basis geven en het maximale uit de leerlingen halen. Daarvoor werken we met moderne methoden en streven we naar hoge doelen. Aan de basisvaardigheden taal, rekenen en lezen wordt veel tijd besteed. Sociaal-emotioneel leren. Wij werken met KiVa, het antipestprogramma en programma voor sociaal-emotioneel leren. Sport. Het stimuleren van het bewegen van onze leerlingen vinden wij het belangrijk. Sportactiviteiten hebben een belangrijke plek in ons onderwijs. Wij doen mee aan het project Lekker fit. Muziek. Binnen het creatieve aanbod kiezen wij als speerpunt voor muzikale activiteiten. We doen mee aan het project Muziek maakt school. Toekomstgericht. We geven Engels in alle groepen en maken gebruik van de tablets van Snappet. We stimuleren de 21st century skills: samenwerken, probleemoplossend denken, creativiteit, ICT-geletterdheid, kritisch denken, communiceren en sociale en culturele vaardigheden. Ouders zien wij als educatief partners en ambassadeurs van de school. c. Onze toelatingsprocedure Toelating tot groep 1 Uiterlijk 15 maart voorafgaand aan het schooljaar waarin een kind 4 jaar wordt, moeten ouders hun kind aanmelden bij de school. De directeur van de school bepaalt vervolgens uiterlijk 1 mei of de aanmelding daadwerkelijk wordt omgezet in een definitieve plaatsing. Een kind mag naar de basisschool vanaf de dag dat het 4 jaar is. Als het kind ongeveer 3 jaar en 9 maanden is, nodigen wij de ouders uit voor een intakegesprek. Doel van het gesprek is naast kennismaking om zoveel mogelijk van uw kind te weten te komen zodat we uw kind zo goed mogelijk kunnen laten instromen en begeleiden. De school bepaalt vervolgens in welke klas het kind wordt geplaatst. Toelating tot de groepen 2 t/m 8 Een kind is leerplichtig met ingang van de eerste dag van de maand, die volgt op de maand dat uw kind 5 jaar wordt. Een leerling wordt toegelaten indien er plaats is in de groep waarvoor toelating wordt aangevraagd. Toelating leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften Zie hiervoor het toelatingsreglement van Zaan Primair. Zaan Primair heeft een reglement vastgesteld dat de toelating van leerlingen tot de scholen regelt. Dit betreft ook kinderen , die tussentijds bv door een verhuizing naar onze school komen. Zie de website www.zaanprimair.nl en de website www.demei.nl voor het toelatingsreglement.
11
d. Procedure schorsing en verwijdering Zaan Primair heeft een regeling schorsing en verwijdering. Het doel van de regeling is nadere regels te stellen met betrekking tot tijdelijke verwijdering uit de les als ordemaatregel, tijdelijke schorsing als ordemaatregel en/of het verwijderen van leerlingen van de school. Het bevoegd gezag van Zaan Primair gaat slechts in uiterste noodzaak over tot schorsing en/of verwijdering. Dat wil zeggen in die gevallen waarin een leerling niet kan worden gehandhaafd in de groep en/of op de school omdat deze een gevaar vormt voor medeleerlingen, leerkrachten en/of zichzelf, of wanneer de school kan aantonen dat zij niet in de onderwijsbehoefte van de leerling kan voorzien. Zaan Primair heeft een schorsings- en verwijderingsprocedure Wanneer een leerling de gedragsregels overtreedt die binnen de school gelden, dan kan hierop worden gereageerd met een opvoedkundige maatregel of een ordemaatregel. Opvoedkundige maatregelen zijn pedagogische handelingen die beogen sociaal gewenst gedrag te bevorderen en leerlingen proberen te vormen. Omdat deze maatregelen de rechtssfeer van de leerling slechts zijdelings raken, gaat het hier om feitelijk handelen. Dit betekent dat opvoedkundige maatregelen door een leerkracht aan een leerling kunnen worden opgelegd. Naast opvoedkundige maatregelen bestaan er ook ordemaatregelen. Deze zijn in oplopende mate van zwaarte: • De Time-out; • De schriftelijke berisping; • De overplaatsing naar een parallelklas of een andere vestiging van de school van het bevoegd gezag; • De schorsing; • De verwijdering. Omdat ordemaatregelen de rechtspositie van leerlingen raken, geldt dat uitsluitend, onder gemandateerde verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag een ordemaatregel opgelegd kan worden, (zie bestuurs- en managementstatuut) conform de procedurele regels die hiervoor gelden. Zaan Primair heeft een regeling schorsing en verwijdering vastgesteld. Zie de websites van Zaan Primair en De Mei voor de regeling. e. Onze aanpak Het leren van de culturele vaardigheden taal, rekenen, schrijven en wereldoriëntatie vinden we belangrijk. Het bevorderen van creativiteit, de motorische ontwikkeling en het stimuleren en ontwikkelen van houdingen zoals verdraagzaamheid, respect, verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerking achten wij minstens zo belangrijk. Onze school wil daarbij een veilige werk- en leefomgeving voor de kinderen en hun leerkrachten zijn. Het team van leerkrachten begeleidt en stimuleert de kinderen in hun ontwikkeling. Wij hanteren daarvoor op school het GIP (groeps- en individueel gericht pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht)-model. Dit model stelt kinderen in staat zelfstandigheid te ontwikkelen. Tevens draagt dit model er toe bij dat kinderen verantwoordelijk worden voor hun eigen handelen. Voor de leerkracht geeft dit model ruimte om kinderen individueel of in kleine groepjes te begeleiden. Er wordt gewerkt met dag- en weektaken voor de leerlingen.
12
De leerkrachten werken met een weekplanning en groepsplannen. In het groepsplan van een vak worden de doelen, de werkwijze en de leerstof voor een periode beschreven. Dit gebeurt voor 3 groepen leerlingen binnen één leerjaar. Dit zijn de basisgroep, de extra instructiegroep en de plusgroep. Binnen de school vergroot deze werkwijze de voorspelbaarheid van ons onderwijs aan kinderen. De methoden die wij gebruiken zijn daar op afgestemd en bieden de kinderen en leerkrachten ruime ondersteuning bij het leerproces op onze school. Wij proberen zoveel mogelijk de aanwezige talenten bij de kinderen tot ontwikkeling te laten komen. Het onderwijs in de onderbouw kenmerkt zich door ontdekkend leren. Door middel van speelplekken, werkhoeken en thema’s sluiten we aan bij de wijze waarop het kind de werkelijkheid beleeft en waar het kind zich op dat moment in zijn ontwikkeling bevindt. In de groepen 1 en 2 gebruiken we de methode Kleuterplein. Met deze methode ontdekken en ervaren de kleuters de wereld om hen heen. Kleuterplein werkt doelgericht aan alle tussendoelen. Aan taal, rekenen, motoriek, wereldoriëntatie, muziek, voorbereidend schrijven en sociaal-emotionele ontwikkeling wordt spelenderwijs, maar gericht gewerkt. Het biedt daarmee een doorgaande lijn naar alle vakken en methoden in groep 3. In de groepen 3-8 gebruiken wij moderne methoden. De doorgaande lijn is vastgelegd in de verschillende methodes. Daarmee zijn de einddoelen en tussendoelen volgens de methodes vastgesteld. Via de methoden gebonden toetsen en de toetsen van het CITO-leerlingvolgsysteem wordt bekeken of de doelen daadwerkelijk worden behaald. Kerndoelen zijn streefdoelen. De school moet er voor zorgen dat deze worden aangeboden. De methoden die wij gebruiken voldoen aan de kerndoelen en bieden ons de mogelijkheid te onderwijzen op 3 niveaus via het IGDI (interactieve gedifferentieerde directe instructie)-model. Door gebruik te maken van goed klassenmanagement en systematische leerlingenzorg wordt er tegemoet gekomen aan verschillen tussen leerlingen en het efficiënt benutten van de leertijd. Ons pestprotocol In het schooljaar 2014-2015 hebben wij KiVa ingevoerd. KiVa is een schoolbreed en preventief anti-pestprogramma. KiVa is een Fins woord en betekent leuk of fijn. Het is ook een afkorting voor de Finse zin: Leuke school zonder pesten. Preventieve aanpak In elke groep worden jaarlijks 10 KiVa-lessen gegeven over thema’s zoals groepsdruk, communicatie, respect en (het herkennen, oplossen en voorkomen van) pesten. In de lessen wordt gewerkt aan de kennis, vaardigheden en houding van leerlingen ten aanzien van pesten. De lessen zijn gericht op het preventief werken aan groepsvorming en het bieden van een veilige leeromgeving. Leerlingen en leerkrachten wordt inzicht gegeven in de rol van de groep bij het in stand houden van pesten en andere groepsproblemen. De lessen zijn goed opgebouwd en hebben aantrekkelijke werkvormen, zoals oefeningen, discussies, groepswerk, en rollenspellen. In schooljaar 2014-2015 krijgen de groepen 5 t/m 8 de KiVa-lessen. Schooljaar 2015-2016 krijgen alle groepen, dus ook de groepen 1 t/m 4, de KiVa-lessen.
13
De KiVa-lessen zijn een middel om pesten tegen te gaan en niet een doel op zichzelf. Pesten is een complex probleem met oorzaken op zowel leerling-, klas- als schoolniveau. Vandaar dat KiVa een schoolbrede aanpak is met talrijke componenten waarmee leerkrachten complexe pestproblemen beter kunnen aanpakken. Leerkrachten krijgen gerichte training, coaching en nascholing door ervaren schoolbegeleiders zodat ze kunnen fungeren als een daadkrachtig rolmodel voor leerlingen. Tevens worden er ervaringsbijeenkomsten georganiseerd waarin KiVa-teams van verschillende scholen ervaringen uitwisselen en bijdragen aan het verbeteren van het KiVa-programma. Met tweejaarlijkse afnames van vragenlijsten bij leerlingen wordt onderzocht of pestgedrag op school verandert, en wordt inzicht verkregen in het welbevinden van de leerlingen. Scholen krijgen terugkoppeling over deze gegevens. Curatieve aanpak – Pesten oplossen Naast de preventieve aanpak voor alle leerlingen zijn er diverse methoden om pestincidenten op te lossen als het zich toch voordoet. Dit gebeurt door het KiVa-team van de school. Het KiVa-team bestaat uit: Saskia Haan – leerkracht en onderbouwcoördinator Nelly de Leeuw – leerkracht en bovenbouwcoördinator Ben Brinkman – intern begeleider René Honingh – directeur Zij zijn getraind om pesten aan te pakken. Als er een geval van pesten is, en het gaat niet om een ruzie of om plagen, dan wordt geprobeerd om het pesten in de groep bespreekbaar te maken en in de groep een oplossing te zoeken. Als dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat de sfeer in de groep niet veilig genoeg is, dan wordt een steungroep samengesteld. De steungroep is er voor de leerling die gepest wordt of niet goed in de groep ligt. Een steungroep wordt begeleid door een KiVa-teamlid. Aan die steungroep nemen zowel pesters als vrienden en neutrale klasgenoten van het slachtoffer deel. De steungroep wordt gevraagd om de komende week iets concreets voor de betreffende leerling te doen, bijvoorbeeld het geven van een compliment. Na ongeveer één week wordt er met de gepeste leerling geëvalueerd of de situatie is verbeterd. De uitkomst van dit gesprek vormt de input voor de evaluatie met de steungroep. In de steungroep ligt de nadruk op vooruit kijken en niet op terug kijken. Van alle leerlingen wordt een concrete positieve bijdrage gevraagd. Als de steungroep aanpak niet tot de gewenste resultaten leidt, is er een herstelaanpak waarin leerlingen onder begeleiding van een KiVa-teamlid een concreet plan schrijven om hun gedrag te veranderen. Vervolgtraject Als de herstelaanpak niet tot de gewenste resultaten leidt, wordt: Hulp van het expertisecentrum van Zaan Primair ingeschakeld. Te denken valt aan de schoolondersteuner of schoolmaatschappelijk werker. Protocol van time-out, schorsing en verwijdering wordt gevolgd.
14
We hebben 10 KiVa-regels. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
We doen aardig tegen elkaar en behandelen elkaar met respect. We maken er samen een fijne groep van. We praten met elkaar (en gebruiken daarbij de ik-taal). We willen dat pesten stopt. We willen dat ook verborgen pesten stopt. We houden er rekening mee dat pesten heel lang pijn doet. We zeggen tegen pesters: stop ermee. We helpen gepeste kinderen. We lossen pesten als groep op. We blijven ons houden aan dit KiVa contract
f. Systeem van onderwijsondersteuning 1. Inleiding De Mei volgt de 1-zorgroute en de cyclus van het handelingsgericht werken (HGW) als het gaat om het werken met groepsplannen. De Mei volgt de route van de ondersteuning vastgesteld door het samenwerkingsverband als het gaat om de individuele ondersteuning van leerlingen. 2. 1-zorgroute Met de 1-zorgroute wordt op groeps-, school- en bovenschools niveau het onderwijs passend gemaakt aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. De kern van de 1-zorgroute is de cyclus van handelingsgericht werken met groepsplannen. Hierin is proactief handelen het uitgangspunt. In de groep De cyclus van handelingsgericht werken wordt vier keer per jaar door de leerkracht doorlopen en kent de volgende stappen: 1. evalueren en verzamelen van gegevens; 2. signaleren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften; 3. het benoemen van specifieke onderwijsbehoeften; 4. het clusteren van leerlingen met gelijksoortige specifieke onderwijsbehoeften; 5. opstellen van het groepsplan; 6. uitvoeren van het groepsplan. Schoolniveau Onze school heeft een ondersteunende structuur, waarbij de leerkracht ondersteund wordt bij het doorlopen van de cyclus van handelingsgericht werken. De intern begeleider is hierbij de coach van de leerkracht. Hiervoor heeft de intern begeleider drie ankerpunten in de begeleiding:
de groepsbespreking; de leerlingbespreking; de klassenconsultatie.
15
Bovenschools niveau De Mei werkt met scholen, instellingen en professionals samen zodanig samen dat er een integraal en passend arrangement is voor leerlingen en hun opvoeders die bijzondere ondersteuning nodig hebben. Zie hiervoor verder de ondersteuningsstructuur.
3.
Groepsplannen
De kinderen worden geclusterd naar onderwijsbehoeften. Er wordt uitgegaan van de Cito-toetsen, methode gebonden toetsen en observaties door de leerkracht. Binnen een groep wordt gewerkt in verschillende niveaus. Dit zijn: Basisgroep (instructiegevoelige leerlingen) Deze groep bestaat uit leerlingen die de stof op een gemiddeld niveau verwerken qua tempo en resultaten. Zij ontvangen de volledige instructie. Extra instructiegroep (instructie afhankelijke leerlingen) Dit zijn leerlingen die extra instructie krijgen. Zij kunnen minder werk krijgen. Plusgroep (instructie onafhankelijke leerlingen) Deze leerlingen werken in een hoog tempo en scoren hoog op Cito-toetsen. Deze groep krijgt een kortere instructie en krijgt meer verdieping en verbredingstof aangeboden. Individuele leerlijn (leerlingen met specifieke pedagogische en/of didactische behoeften) Dit zijn de leerlingen die werken met een eigen programma dat is gebaseerd is op een individuele leerlijn. Er wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld.
16
Alleen als de ondersteuning voor een leerling zo uitgebreid is dat het niet in het groepsplan past, stelt de leerkracht voor deze leerling een individueel handelingsplan, IHP, op. Maar het inzetten van een IHP is een uitzondering. Hoe het groepsplan in de praktijk wordt gerealiseerd is te lezen in de week- en dagplanning. Per vakgebied worden 2 groepsplannen per jaar opgesteld. Route toewijzing ondersteuning aan individuele leerlingen De onderstaande stappen worden gevolgd voor de ondersteuning aan individuele leerlingen. Stap 1: Groepsbespreking van leerkracht(en) met intern begeleider Het proces start bij het door een leerkracht signaleren van de specifieke onderwijsbehoefte van een leerling volgens de stappen van de cyclus van Handelingsgericht werken, zie schema HGW. In de groepsbespreking van de leerkracht met de IB-er wordt het groepsoverzicht bijgewerkt, het groepsplan geëvalueerd en de voortgang besproken. Als de leerkracht handelingsverlegen is gaat deze in gesprek met de IB-er. Indien het verklarend beeld, de onderwijsbehoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht duidelijk zijn, kan er in samenspraak met de ouders, overgegaan worden tot een arrangement uit het basisaanbod van de school of uit het externe aanbod van het dienstencentrum Dynamica XL , zie ook stap 3A. Gedacht kan worden aan preventieve en licht curatieve kortdurende interventies. Daarbij worden de opbrengsten in het groepsplan genoteerd. Stap 2A: Leerlingbespreking met Smal Ondersteuningsteam (SOT) Soms is er meer of iets anders nodig om de onderwijsbehoeften van kinderen te begrijpen en/of de aanpak te kunnen realiseren in de groep. De leerkracht, IB-er, ouders en eventueel directie (Smal Ondersteuningsteam) en een specialist gaan daarover in gesprek. We gaan over tot een leerlingbespreking. Er wordt besloten tot een leerlingbespreking wanneer: - De leerkracht en/of ouders en IB-er vragen hebben over de onderwijs- en opvoedingsbehoeften waar zij met elkaar geen antwoord op kunnen vinden. - En/of de aanpak tot nu toe te weinig resultaat laat zien en er vragen zijn over het onderwijsaanbod en de begeleiding. Bij de leerlingbespreking wordt het individuele plan van de leerling, het groeidocument, als leidraad gebruikt. In het groeidocument komt naar voren welke doelen er voor deze leerling, deze leerkracht en deze ouders nagestreefd worden, welk aanbod daarbij hoort en hoe de evaluatie daarbij aansluit. Gedurende een jaar worden de vorderingen bijgehouden en het groeidocument aangevuld. IB-er kan direct ondersteuning organiseren vanuit het aanbod binnen de basisondersteuning van de eigen school of gebruik maken van het externe aanbod van het dienstencentrum Dynamica XL. Samenstelling van het Smal Ondersteuningsteam (SOT): Leerkracht Intern Begeleider Ouders Eventueel taal- en/of rekenspecialist Eventueel directeur
17
Stap 2B: Leerlingbespreking met Breed Ondersteuningsteam (BOT) Afhankelijk van de hulpvraag en behoefte kunnen bij de leerlingbespreking naast de leerkracht, ouders, IB-er en directie (Smal Ondersteuningsteam) een schoolondersteuner en gezinsondersteuner toegevoegd worden. Samen vormen ze de kern van het Brede Ondersteuningsteam. IB-er en ouders bepalen in onderling overleg of en zo ja welke andere deskundigen (vanuit onderwijs/ jeugdhulp/ gemeente) uitgenodigd worden. Het Brede Ondersteuningsteam moet worden gezien als een flexibel collegiaal netwerk van de IB-er dat adviseert, ´de weg wijst´ en in overleg tot een arrangement komt dat past bij de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht en/of van ouders in relatie tot de leerling. De vervolgstap is afhankelijk van welk soort arrangement uit de bespreking komt. Samenstelling van het Breed Ondersteuningsteam (BOT): Leerkracht Intern Begeleider Ouders Eventueel reken- en/of taalspecialist Directeur Schoolondersteuner Gezinsondersteuner Eventueel andere deskundige (hulpverlening, ambulant begeleider)
Stap 3: Arrangeren van ondersteuning Stap 3A: Arrangement in de basisondersteuning - Budget dat school voor basisondersteuning heeft, wordt ingezet. - Externe aanbod van dienstencentrum Dynamica XL wordt gebruikt. Stap 3B: Arrangement in de extra ondersteuning Op het moment dat een arrangement de afspraak over basisondersteuning te boven gaat, worden voorbereidingen getroffen richting een arrangement vanuit de extra ondersteuning. Een groeidocument met OPP wordt opgesteld. Het Brede Ondersteuningsteam is bevoegd om het extra arrangement (Onderwijsondersteuningsarrangement – OOA) te arrangeren. Alle aanvragen voor een OOA lopen via de schoolondersteuner. Een aanvraag OOA gaat vergezeld van een advies van de schoolondersteuner naar de toewijzer voor de definitieve besluitvorming. 3C: Arrangement op een andere basisschool Wanneer wij niet aan de onderwijsbehoefte van een leerling kunnen voldoen en een andere basisschool dit wel kan, vindt overleg plaats met de ouders en de school naar keuze. De school naar keuze doet onderzoek en beoordeelt of ze een passend onderwijs kan realiseren. 3D: Arrangement speciale lesplaats (SBO of SO) Als het duidelijk is dat onze school niet kan voldoen aan de behoefte van een leerling en een arrangement S(B)O passend is, vraagt de school bij het SWV PO Zaanstreek een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) SBO of SO aan.
18
Evaluatie Als onderdeel van cyclisch werken worden, voordat het arrangement (van klein naar groot) daadwerkelijk start, afspraken gemaakt over de evaluatie. De evaluatie wordt cyclisch ingericht en de opbrengsten worden opgenomen in het groeidocument, het leerlingdossier en gebruikt als input voor het (eventueel) vormgeven van een ander of vervolgarrangement. Hiernaast is er een constante evaluatie van alle stappen in het proces nodig om de kwaliteit te waarborgen. Second opinion Indien ouders en school het structureel niet eens worden over de te organiseren ondersteuning voor een leerling is het mogelijk om bij het coördinatieteam van het samenwerkingsverband een second opinion aan te vragen. Deze second opinion is bedoeld om op objectieve wijze het advies dat de school in het kader van de benodigde ondersteuningsbehoefte en het daarbij behorende arrangement heeft gegeven, te toetsen. g. Ondersteuningsprofiel Het School ondersteuningsprofiel is vastgesteld op 22-02-2013. Het is te vinden op de site van de school: www.demei.nl
4.2 De inhoud van ons onderwijs Voor de vakken gebruiken wij moderne methoden. Schooljaar 2011-2012 namen we nieuwe methoden voor taal, spelling, begrijpend lezen, natuur en techniek en verkeer in gebruik. Schooljaar 2012-2013 hebben we een nieuwe methode voor rekenen en wiskunde ingevoerd. Schooljaar 2013-2014 is Kleuterplein*, een methode voor de groepen 1 en 2 ingevoerd. Schooljaar 2014-2015 voerden we een nieuwe methode Engels in voor de groepen 1 t/m 8. Schooljaar 2014-2015 voerden wij het antipest-programma en programma voor de sociaal emotionele vorming KiVa in. Onderstaand een overzicht van de gebruikte methoden.
Zintuiglijke- en lichamelijke ontwikkeling Nederlandse taal Spelling Aanvankelijk lezen Technisch lezen Begrijpend lezen Schrijven Engels Rekenen en wiskunde Aardrijkskunde De natuur, waaronder biologie Wetenschap & techniek
Leermiddelen/methodes Van Gelder en Stroes Kleuterplein* Taal in beeld Spelling in beeld Veilig leren lezen Leestheater Nieuwsbegrip XL Pennenstreken Groove me Pluspunt Met sprongen vooruit De blauwe planeet Natuniek Nieuws uit de natuur Natuniek
Bijzondere afspraken
19
Geschiedenis Maatschappelijke verhoudingen, waaronder staatsinrichting Geestelijke stromingen Culturele vorming en expressie Bevordering gezond gedrag Schoolveiligheid/welbevinden van leerlingen/sociaalemotionele vorming Bevordering actief burgerschap en sociale integratie, overdragen kennis over/kennismaking met de diversiteit van de samenleving Verkeer
Speurtocht Speurtocht
Speurtocht Da Capo (muziek) Lekker fit KiVa
Kleuterplein KiVa De blauwe planeet Speurtocht Klaar over
* Kleuterplein is een geïntegreerde methode voor de groepen 1 en 2. Met deze methode ontdekken en ervaren de kleuters de wereld om hen heen. Kleuterplein werkt doelgericht aan alle tussendoelen. Aan taal, lezen, rekenen, motoriek, wereldoriëntatie/burgerschap, muziek, drama, beeldende vorming, voorbereidend schrijven en sociaal-emotionele ontwikkeling wordt spelenderwijs, maar gericht gewerkt. Het biedt daarmee een doorgaande lijn naar alle vakken en methoden in groep 3. Daarnaast zijn er hulpmiddelen voor observatie, registratie, opbrengstgericht werken en ouderbetrokkenheid. Door deze leerstof aan te bieden middels het gebruik van genoemde leermiddelen, de wijze waarop deze leermiddelen worden ingezet en de leertijd die wordt gereserveerd voor deze inhouden, voldoet onze school aan de kerndoelen en de wettelijke eisen zoals verwoord in artikel 9 van de Wet Primair Onderwijs.
4.3 Kwaliteit en kwaliteitsbewaking Kwaliteitsbeleid In hoofdstuk 2 zijn het kwaliteitsbeleid en de verbetercyclus van Zaan Primair beschreven. Onderstaand wordt de verbetercyclus op school- en groepsniveau beschreven.
Verbetercyclus op schoolniveau PLAN Opstellen eigen Jaarplan voor onderwijsverbetering, met meetbare doelen per leerjaar en per vakgebied. (Indicator 4 onderwijsinspectie) De school heeft voor de vakgebieden lezen, rekenen, taal en spelling ambitieuze leerdoelen (vaardigheidsscores) per jaargroep vastgesteld Opstellen van een begroting om het Jaarplan te realiseren.
20
DO Uitvoeren van het school Jaarplan en bijbehorende plannen, zoals ondersteunings- en scholingsplan. Directie verzamelt informatie over huidige leerling populatie en toekomstige instroom om een goed inzicht te hebben in onderwijsbehoeften van de leerlingen (indicator 1) Registreren van toets gegevens in ESIS leerlingvolgsysteem Directie, Intern Begeleider en leerkrachten analyseren voor de vakgebieden taal, lezen en rekenen, minimaal 2 keer per jaar de leeropbrengsten op leerling-, groeps- en schoolniveau. (indicator 2) Verbreden leerling-besprekingen: naast leerling-resultaten bespreken IB’ers twee keer per jaar de groepsresultaten met leerkrachten. Elke twee jaar wordt een tevredenheidsonderzoek gehouden onder leerlingen uit de groepen 6 t/m 8, alle ouders en personeel. De school houdt de gemaakte afspraken bij (indicator 5) CHECK Analyseren en interpreteren van leerling- en groepsresultaten in het licht van gestelde doelen. Eens per jaar (derde pinksterdag) is er op de school een evaluatie dag waar het Jaarplan van lopend schooljaar wordt geëvalueerd. Tevens worden hier de leeropbrengsten besproken en vertaald naar beleidsvoornemens voor het nieuwe jaar. Uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek worden besproken en vertaald naar beleidsvoornemens (Indicator 3) ACT Gesprekken met IB en specialisten over mogelijke interventies naar aanleiding van opbrengsten. Borgen van resultaten en uitkomsten in jaarverslag. (Indicator 6)
Verbetercyclus op groepsniveau PLAN Opstellen groepsplan voor onderwijsvernieuwing, met meetbare doelen per vakgebied. DO Uitvoeren van afspraken voortkomend uit het Jaarplan en bijbehorende plannen, zoals ondersteuningsplan. Registreren en analyseren van de gegevens. Verbreden leerlingbespreking: naast leerling-resultaten bespreken leerkrachten de groepsresultaten met de IB. CHECK Analyseren en interpreteren van leerling- en groepsresultaten in het licht van gestelde doelen. De leerkracht voert het groepsplan uit en bespreekt de voortgang regelmatig met de IB. Jaarlijkse teamevaluatie op de school, waarin onderwijsresultaten belangrijk onderdeel zijn.
21
ACT Gesprekken met IB en/of vakspecialisten over mogelijke interventies naar aanleiding van opbrengsten. Borgen van resultaten en uitkomsten in groepsplan. Bijstellen groepsplan.
Een overzicht van de toetsen/observaties uit het leerlingvolgsysteem Groep Taal
Lezen
1 Cito TVK Kleuterplein Kleuterplein
Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Woordenschat Rekenen Cito RVK Kleuterplein SEO SCOL Studievaardigheden Motoriek Kleuterplein Algemeen
2 Cito TVK Kleuterplein Kleuterplein
Cito RVK Kleuterplein SCOL
3
4
5
6
7 Cito
8 Cito
VLL
DMT AVI Cito
DMT AVI Cito
DMT AVI Cito
DMT AVI Cito
DMT AVI Cito
Cito Cito
Cito Cito Cito
Cito Cito Cito
Cito Cito Cito
Cito Cito Cito
Cito Cito Cito
SCOL
SCOL
SCOL
SCOL Cito
SCOL Cito
SCOL
Cito entree
Cito eindtoets
Kleuterplein
Focus op resultaten - Hoe gebruiken we de meetgegevens? De resultaten van de toetsen worden 2 keer per jaar met het team besproken. De resultaten en trends worden geanalyseerd. Er worden verbeterplannen opgesteld. De intern begeleider bespreekt 3 keer per schooljaar, namelijk in de maanden september, januari en juni de groepen met de leerkrachten. Bij de vakken wordt gekeken naar de resultaten van de groep en de individuele leerlingen. Ook wordt het handelen van de leerkracht besproken. Ter voorbereiding bekijken en analyseren de leerkrachten de resultaten.
22
5. Analyse van het functioneren van de school 5.1 Personeelsopbouw Ons team telt ongeveer 15 personen. De directeur is eindverantwoordelijk. Hij regelt de algemene en onderwijskundige gang van zaken op school. De intern begeleider adviseert leerkrachten en ouders als kinderen op school extra en specifieke hulp nodig hebben en bewaakt het leerlingvolgsysteem. Er zijn groepsleerkrachten, die allemaal parttime voor de groep staan. Ter ondersteuning is er een onderwijsassistent. Voor gymnastiek heeft de school een vakleerkracht. Het onderwijsondersteunend personeel bestaat uit een administratieve medewerker en een conciërge. Naast dit team maken we regelmatig gebruik van de deskundigheid van de schoolondersteuner, de specialist passend onderwijs, de jeugdarts, de jeugdverpleegkundige, de schoolmaatschappelijk werker, de fysiotherapeut en de logopedist. 5.2 Ziekteverzuim In samenwerking met de afdeling P & O van Zaan Primair is er een beleid om het ziekteverzuim zo laag mogelijk te houden. Regelmatig heeft de directeur overleg met de P & O adviseur over de medewerkers en hun verzuim. De directeur heeft regelmatig gesprekken met medewerkers over het verzuim. 5.3 Leerkrachtvaardigheden (waaronder specialisten) De leerkrachten werken allemaal met het Interactief Gedifferentieerd Directe Instructiemodel (IGDI) en het Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht model (GIP). We gebruiken ook technieken van Teach like a champion. In het team hebben we te maken met specialisten, die de andere leerkrachten ondersteunen. Dit zijn: de intern begeleider de taalspecialist de rekenspecialist de interne cultuurcoördinator de ICT-coördinator Door klassenbezoeken van de directeur, intern begeleider en taal- en rekenspecialist worden de teamleden geschoold en afspraken worden geborgd. 5.4 Scholing Het motto van Zaan Primair is “Ontmoet, ontdek, ontwikkel” Zaan Primair streeft naar hoogwaardig onderwijs voor ieder kind. De ontmoeting staat daarin centraal, met aandacht en respect voor verschillen tussen kinderen, ouders en medewerkers. Ieder ontdekt in een veilige en uitdagende omgeving kwaliteiten en talenten. Competente medewerkers helpen kinderen en elkaar deze te ontwikkelen vanuit het perspectief van zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Competente medewerkers willen zich verder bekwamen in hun vak en zijn gericht op het door ontwikkelen van het eigen talent.
23
Om de scholing binnen Zaan Primair goed af te stemmen op de ontwikkeling van de organisatie is in het schooljaar 2010-2011 de Zaan Primair Academie van start gegaan. Met de Academie willen we de medewerkers uitdagen en stimuleren om te leren. Tijd voor professionalisering Uitgangspunt: 2 uur gemiddeld per week, dus 83 uur per jaar. Definitie: de tijd die besteedt wordt aan professionalisering van de medewerker. Hieronder verstaan we o.a.: o Individuele scholing/studie o Netwerkbijeenkomsten o Teamscholing o Studiedag Zaan Primair (Ontmoetingsdag) o Coaching o Stages bij andere scholen o Etc. Tijd voor duurzame inzetbaarheid Uitgangspunt: duurzame inzetbaarheid is onderdeel van de weektaak. Het basisbudget is 40 uur per jaar. De startende leerkracht krijgt hier bovenop 40 uur extra per jaar. De medewerker van 57 jaar en ouder krijgt een bijzonder budget van 130 uur. Tenslotte is voor medewerkers die vielen onder de oude baporegeling een overgangsregeling beschikbaar. Definitie: de tijd die besteedt wordt aan het vergroten van de duurzame inzetbaarheid. Hieronder verstaan we o.a.: o Peerreview o Studieverlof o Coaching o Oriëntatie op mobiliteit o Niet plaats- en/of tijdgebonden werkzaamheden Verantwoordelijkheden Zaan Primair ontvangt budget voor nascholing en is verantwoordelijk voor een verantwoorde besteding van de gelden. Zaan Primair ondersteunt opleidingsinspanningen met faciliteiten. De mate waarin faciliteiten beschikbaar worden gesteld hangt af van het organisatiebelang. Scholen nemen in hun begroting een bedrag op voor collectieve scholing op schoolniveau. Van de directeuren wordt verwacht dat zij in elk functionerings- en/of beoordelingsgesprek structureel aandacht geven aan de ontwikkeling en opleiding van de medewerker. Van de medewerker wordt verwacht dat hij/zij attent is op de opleidingsnoodzaak, opleidingsinitiatieven neemt en bereid is tijd, moeite en geld te investeren in de ontwikkeling van de eigen capaciteiten. Scholingsplannen Op verschillende niveaus zijn er scholingsplannen ontstaan. Op bestuursniveau zijn in het meerjarenplan diverse doelstellingen geformuleerd die specifieke scholing vereisen. De Zaan Primair Academie (ZPA) speelt hierin een rol, door o.a. het organiseren van in-company opleidingen.
24
Vanaf 2012 zijn er opleidingen voor reken- en taalspecialisten en is er een speciaal opleidingstraject, pre-Master, voor medewerkers die zich verder willen ontwikkelen als intern begeleider. Op schoolniveau zijn er meerjarenplannen, die voor elke school anders kan zijn. Het staat de scholen vrij waar en bij wie zij de gewenste scholing inkopen. Indien gewenst kan de ZPA gevraagd worden daarbij ondersteunende activiteiten te verrichten. Daar waar scholing voor meerdere teams gewenst of noodzakelijk is kan de ZPA als organisator dienen, zoals dit bijvoorbeeld gebeurt bij de BHVtrainingen. Gedurende het schooljaar organiseert de school enkele scholingsmomenten waarbij alle personeelsleden aanwezig zijn. Deze scholingsdagen zijn gericht op ontwikkelpunten binnen de schoolorganisatie welke ook terug te vinden zijn in het jaarplan Op individueel niveau is het met het invoeren van de wet BIO een verplichting geworden dat elke leerkracht zijn bekwaamheden onderhoudt en zorgt dat zijn bekwaamheidsdossier in orde is. Van de directeuren wordt verwacht dat zij in elk functionerings- en/of beoordelingsgesprek structureel aandacht geven aan de ontwikkeling en opleiding van de medewerker. Dit wordt in een Persoonlijk Ontwikkelingsplan vastgelegd. Voor medewerkers die niet in de categorie leerkracht vallen geldt dat ook voor hen in gesprekken met de leidinggevende wordt vastgesteld wat de gewenste en/of noodzakelijke scholing is. Professionalisering Vanaf 1 augustus 2006 is de Wet Beroepen In het Onderwijs (Wet BIO) van kracht. Vanaf die datum moet iedere leraar die werkzaam is in het onderwijs kunnen aantonen dat hij zijn bekwaamheden onderhoudt. Leraren mogen alleen werken als ze op zeven competenties voldoen aan bepaalde eisen. Scholen moeten van alle leraren een bekwaamheidsdossier bijhouden. Deze dossiers laten zien dat de leraren bekwaam zijn en dat ze hun bekwaamheid ook onderhouden. In de gesprekkencyclus toont de leerkracht dat ook aan. Alle leraren kunnen zich registreren in het Lerarenregister. Dit is een initiatief van de Onderwijscoöperatie, een samenwerkingsverband van vijf onderwijsorganisaties die staan voor een versterking van de positie van de beroepsgroep leraren. Registratie als Registerleraar is vrijwillig en men beheert zelf de gegevens. Registratie in het lerarenregister toont aan dat men actief werkt aan een professionele ontwikkeling als leraar. Als Registerleraar versterkt je je positie als lesgevende professional binnen het onderwijs. Het bestuur heeft de ambitie uitgesproken en gedeeld dat al onze leerkrachten zich op 1 januari 2017 hebben ingeschreven. Het bestuur moet de leraren de gelegenheid geven hun bekwaamheid te onderhouden en verder te ontwikkelen. Mede om die reden is de Zaan Primair Academie opgericht. Door centrale inkoop, organisatie en evaluatie krijgen we een goed beeld van de kwaliteit en de effecten van de scholing. Maar bovenal willen we met de Academie onze medewerkers stimuleren en uitdagen om te leren. Het aanbod van de Academie komt tot stand door wensen vanuit de beleidsterreinen onderwijs, zorg, personeel & arbo en wordt gevoed door scholingsvragen uit de onderwijspraktijk op de scholen. Getracht wordt, zo veel als mogelijk is, gebruik te maken van de expertise van eigen medewerkers. Het delen van kennis is verrijkend voor de medewerkers en voor de organisatie. Daarnaast volgt de Academie kritisch de ontwikkelingen in het onderwijs en relevante maatschappelijke ontwikkelingen. We streven ernaar het scholingsaanbod zo goed mogelijk af te stemmen op de fase van ontwikkeling en de doelstellingen van de organisatie en leveren met de Academie een bijdrage aan beleidsthema’s in het meerjarenplan.
25
Het aanbod Jaarlijks, in mei, nadat het Bestuursteam er mee heeft ingestemd, presenteert de ZPA een cursusaanbod. Het programma is gebaseerd op de speerpunten van het ZP-meerjarenbeleid en de vragen van de werkvloer die aansluiten bij het beleid. Via de Zaan Primeur worden de medewerkers geïnformeerd over het programma-aanbod. Geïnteresseerden kunnen hun belangstelling kenbaar maken en bij voldoende aanmeldingen worden er introductiebijeenkomsten georganiseerd. Op deze bijeenkomsten wordt de inhoud, de zwaarte en de organisatie van de cursussen besproken en kan men besluiten of de opleiding voldoet aan de verwachtingen. Definitieve inschrijving gebeurt met instemming van de (school)directeur. In principe loopt een opleiding gelijk met een schooljaar. Voor De Mei liggen de accenten voor nascholing op: Antipest-programma KiVa ICT o.a. werken met Snappet Omgaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Opbrengstgericht werken Wetenschap en Techniek Muziek Teach like a champion Engels Rekenen en wiskunde Spelling Traject LeerKRACHT vanaf schooljaar 2016-2017 5.5 Leiderschap “Scholen zijn ten eerste effectief als ze hele goede leerkrachten hebben die hun tijd effectief besteden aan het geven van heel goede lessen. En ten tweede: als ze schoolleiders hebben die het voor elkaar krijgen dat goede leerkrachten de goede dingen doen. Het blijkt dat excellente schoolleiders succes hebben, omdat ze de prioriteit leggen bij de ontwikkeling van de leerkracht. Zij besteden veel tijd aan observeren en feedback geven. Belangrijke steekwoorden zijn: Data gestuurde instructie; veelvuldig observeren en gerichte feedback; plannen, tijd vinden; professionaliseren van het team; een schoolcultuur scheppen gericht op leren.” De schoolleider zorgt voor gedeeld leiderschap door verantwoordelijkheden bij het team neer te leggen zoals deelname aan het Managementteam en het geven van een goede plek in de organisatie van de specialisten. 5.6 Samenwerking Op De Mei leren leerkrachten van en met elkaar. Er zijn netwerken van Zaan Primair, waaraan de directeur, de intern begeleider, de interne cultuurcoördinator, de ICT-coördinator en de taal- en rekenspecialist deelnemen. Er is een samenwerking met De Pionier. Zo doen we samen mee aan het muziekproject Muziek maakt school. Door deelname aan het traject LeerKRACHT worden er met andere scholen ervaringen uitgewisseld. Door deelname aan het KiVa project worden er met andere scholen ervaringen uitgewisseld.
26
6. Lange termijn ontwikkelingen Hoe het bestuur bewaakt dat de school de gewenste kwaliteit realiseert. De clusterdirecteur bezoekt 4 keer per schooljaar de school. Hij/zij heeft dan overleg met de directeur. Gesproken wordt over de ontwikkelpunten zoals vastgelegd in het jaarplan en het managementcontract. Ook worden de leerresultaten en opbrengsten besproken en geanalyseerd. De clusterdirecteur legt jaarlijks een klassenbezoek af en is een keer aanwezig bij een teamoverleg. De voorzitter van het College van bestuur bezoekt jaarlijks een teamoverleg of studiebijeenkomst. Zaan Primair heeft een visitatiecommissie (VC). Deze commissie bezoekt per schooljaar 6 scholen. Iedere school wordt één keer per vier jaar bezocht door de VC. In dit schooljaar wordt De Mei door de VC bezocht. Bij deze interne visitatie, bezoeken daarvoor opgeleide collega’s, de scholen om gerichte vragen te stellen en informatie te verzamelen over een verbeteronderwerp, het verbeterproces, het kwaliteitssysteem, en de motivatie en betrokkenheid van diverse actoren in de school. Op basis daarvan doet de visitatiecommissie aanbevelingen om de kwaliteit van de gevisiteerde school te ontwikkelen en te verbeteren. De kern van interne visitatie is dat men elkaar een spiegel voorhoudt met gebruikmaking van de strategiekaart. De leden van de visitatie commissie zijn ‘buitenstaanders’ met een frisse en objectieve blik. De uitkomsten van deze visitaties leveren een rijke bron aan informatie en ervaringen op. We zien interne visitatie dan ook als een belangrijk middel om het school specifieke kwaliteitssysteem te verbeteren. Het bestuur heeft om die reden de visitatiecommissie (VC) in het leven geroepen. Leden van deze visitatiecommissie worden vanuit eigen personeel geworven en door het bestuur aangezocht en benoemd. Een keer in de twee jaar wordt er een tevredenheidsonderzoek onder ouders, personeel en bovenbouwleerlingen afgenomen. De uitkomsten bespreekt de clusterdirecteur met de directeur van de school. De activiteiten voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs Werken aan een professionele leergemeenschap 1. Afspraken vastleggen, borgen en monitoren o.a. van IGDI-model, GIP-model en technieken van Teach like a champion. 2. Klassenconsultaties en feedback geven. 3. Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de kinderen en bv de communicatie naar ouders. 4. Inzet van de specialisten versterken. 5. Deelname aan traject LeerKRACHT. Het verhogen van de leeropbrengsten Uniformiteit bij GIP en IGDI afspraken en die vastleggen en monitoren. Verdieping opbrengstgericht en handelingsgericht werken. Gezamenlijke scholing bv Teach like a champion, groepsplannen en interventies voor lezen en rekenen. Samenwerken met ouders; educatief partnerschap uitbouwen. Inzet van tablets (Snappet)
27
Aan toekomstgerichtheid werken Stimuleren van de 21st century skills: samenwerken, probleemoplossend denken, creativiteit, ICT-geletterdheid, kritisch denken, communiceren en sociale en culturele vaardigheden. Inzet van ICT o.a. door middel van de inzet van de tablets van Snappet en Ipads. Deelname aan projecten: Lekker fit KiVa; een antipest-programma en methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling Muziek maakt school; een 4-jarig muziekproject ICT-project van Zaan Primair Zwemproject met De Ham Rekenverbetertraject Wetenschap en techniek Snappet Traject LeerKRACHT vanaf schooljaar 2016-2017 Profilering Onze school is genoemd naar het gedicht Mei van Herman Gorter. Een hoogtepunt uit de Nederlandse literatuur en de eerste zin van Mei is zelfs uitgegroeid tot een uitdrukking: “Een nieuwe lente en een nieuw geluid.” Die nieuwe lente wil De Mei graag zijn voor de kinderen. Een bloeiperiode van kinderen in een veilige, kleinschalige omgeving, waarin een stevige basis wordt gelegd voor een succesvolle toekomst. De Mei profileert zich als een kleine school met veel persoonlijke aandacht, goede leerresultaten, aandacht voor normen en waarden en toekomstgericht. Ons motto is: “Ontdek jezelf, groei samen” Leerlingen, leerkrachten en ouders leren van en met elkaar. Samendoen, samenwerken en samen leren zijn daarbij de sleutelbegrippen. Vandaar de verbonden handjes in ons schoollogo. De school ontwikkelt zich tot een Breed Kind Centrum met peuteropvang, voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse opvang en naschoolse activiteiten. Waarmee we ons verder profileren: Sterke basis. Wij willen onze leerlingen een goede, brede basis geven en het maximale uit de leerlingen halen. Daarvoor werken we met moderne methoden en streven we naar hoge doelen. Aan de basisvaardigheden taal, rekenen en lezen wordt veel tijd besteed. Sociaal-emotioneel leren. Wij werken met KiVa, het antipestprogramma en programma voor sociaal-emotioneel leren. Sport. Het stimuleren van het bewegen van leerlingen vinden wij het belangrijkste. Sportactiviteiten hebben een goede plek in ons onderwijs. We doen mee aan het project Lekker fit. Muziek. Binnen het creatieve aanbod kiezen wij als speerpunt voor muzikale activiteiten. We doen mee aan het project Muziek maakt school.
28
Toekomstgericht. We geven Engels in alle groepen en maken gebruik van tablets. We stimuleren de 21st century skills: samenwerken, probleemoplossend denken, creativiteit, ICT-geletterdheid, kritisch denken, communiceren en sociale en culturele vaardigheden. Ouders zien wij als educatief partners en ambassadeurs van de school.
De Mei heeft een fraaie wervingsfolder en een aantrekkelijke website als visitekaartjes.
29
7. Verwijzing naar documenten 7.1 Schooldocumenten: Jaarplan Naast het schoolplan heeft de school een Jaarplan. Dit verschijnt jaarlijks. Hierin staan de keuzes, de beleidsvoornemens, die de school maakt, voor één schooljaar. Schoolgids De schoolgids beschrijft de werkwijze van de school en helpt ouders een goede schoolkeuze te maken. De gids geeft veel praktische informatie. Informatie over de doelen van de school, de voorzieningen voor leerlingen met specifieke behoeften, het lesrooster, de studiedagen, de ouderbijdrage en de rechten en plichten van ouders, leerlingen, de school en Zaan Primair. In de schoolgids wordt regelmatig verwezen nar de centrale schoolgids van Zaan Primair. Jaarverslag Aan het begin van elk schooljaar (oktober) verschijnt een jaarverslag over het afgelopen schooljaar. Hierin beschrijft de school de evaluatie van het jaarplan. Zij rapporteert over de bereikte resultaten en overige ontwikkelingen en activiteiten. Uitkomst en analyse tweejaarlijkse Tevredenheidsonderzoeken Eens per twee jaar wordt door ouders, personeel en bovenbouwleerlingen een vragenlijst ingevuld, waarin de mening wordt gevraagd over diverse schoolzaken. De resultaten worden in de MR en team besproken en in de nieuwsbrief, het jaarverslag en op de site gepubliceerd. Het laatste tevredenheidsonderzoek was in februari 2015. School ondersteuningssprofiel In dit school ondersteuningsprofiel wordt een beeld gegeven van de mogelijkheden, grenzen en ambities die de school heeft als het gaat om het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke (extra of aanvullende) onderwijsbehoeften. Ondersteuningsplan, trend analyses In het ondersteuningsplan wordt beschreven hoe de ondersteuning op De Mei georganiseerd is. Aan de hand van de teambesprekingen over de resultaten maken we trendanalyses.
7.2 Documenten bestuur:
Meerjarenplan “meer dan de basis” Centrale schoolgids Gesprekken cyclus Scholingsplan Veiligheidsplan Regeling schorsing en verwijdering Gedrags- en omgangscode