Schoolplan o.b.s. De Blauwe Morgenster
2015 - 2019
Openbare basisschool De Blauwe Morgenster Nicolaas Cromhoutlaan 2 1462 JL Middenbeemster Telefoon: 0299 – 681940 / 681480 E-mail:
[email protected] Website: www.blauwemorgenster.nl
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
1. INLEIDING H ET S C HO OL P L A N 2 015 - 2 01 9 Dit schoolplan van de openbare basisschool DE BLAUWE MORGENSTER geeft de voorgestelde schoolontwikkeling voor de periode 2015 - 2019 weer. Met de weerslag hiervan willen we:
heldere informatie verschaffen aan ouders, in samenhang met onze schoolgids, website en jaarverslag compleetheid en transparantie betrachten in het overzicht aan het schoolteam verantwoording afleggen over het te volgen schoolbeleid aan ons schoolbestuur voldoen aan de wettelijke verplichtingen t.a.v. het schoolplan
S TR AT EG IS C H B EL E I DS P L A N Het schoolplan is een strategisch beleidsplan. Het vertaalt trends en ontwikkelingen gedurende de jaren 2015-2019 in schoolbeleid. In het schoolplan worden uitsluitend de uitgangspunten op hoofdlijnen beschreven. De praktische uitwerking daarvan wordt jaarlijks weergegeven in een jaarplan. P L AN - DO - C HE C K - AC T Het schoolplan beschrijft de planmatige voornemens (plan). De praktische uitwerking staat beschreven in het jaarplan en leidt tot uitvoering (do). Aan het einde van het jaar - of indien nodig tussentijds - vindt evaluatie plaats (check). De resultaten daarvan worden weergegeven in het jaarverslag en leiden tot eventuele bijstelling van het daaropvolgende jaarplan (act).
SCHOOLPLAN
JAARPLAN
EVALUATIE
JAARVERSLAG
JAARPLAN
2015-2019
2015-2016
2015-2016
2015-2016
2016-2017
PAGINA 2
ENZ.
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
2. TRENDS EN ONTWIKKELI NGEN IN TE R NAT IO NA AL Grenzen vervagen. Internationalisering is vooral door digitale communicatiemogelijkheden sterk toegenomen. Kinderen van nu werpen een blik naar buiten die stukken verder reikt dan die van eerdere generaties. De openheid en onbevangenheid die dat kenmerkt, blijkt een keerzijde te hebben. Vooral jonge leerlingen lopen risico’s als ze onvoorbereid contact zoeken met anderen of zichzelf presenteren op internet. Scholen hanteren meer en meer voorlichtingsprogramma’s om hen te begeleiden bij het veilig gebruikmaken van moderne communicatiemiddelen. Ondertussen kijken scholen ook steeds verder over de eigen grenzen. Onderwijskundige visies uit landen als bijvoorbeeld Canada, Finland, China of de Verengde Staten dringen door en vragen soms om herijking van de kijk op de eigen aanpak. Internationale samenwerking maakt mogelijk dat onderwijsmiddelen of –producten voor elkaar beschikbaar komen. Het betekent dat de typische Nederlandse waarden van het onderwijs vermengd raken met andere inzichten. Het ‘doe maar gewoon’ raakt op de achtergrond, het ‘laat zien wie je bent en wat je kunt’ voert meer en meer de boventoon. Merkwaardig genoeg zien we ook weer grenzen sluiten. Bijvoorbeeld vanwege de migratiestromen van vluchtelingen uit oorlogsgebieden. Het internationale spectrum vergt een continu veranderend aanpassingsvermogen van mensen. Het is mede de taak van scholen hun leerlingen daarvan bewust te maken en te begeleiden in de ontwikkeling van een even tolerante als (maatschappij)kritische houding. L AND EL IJ K De samenleving van nu is sterk gericht op een positief en zich doorlopend ontwikkelend toekomstperspectief voor huidige en toekomstige bevolkingsgroepen in het land. Het besef dat onderwijs een belangrijke bijdrage levert aan de realisering van dat perspectief, is alom aanwezig. ‘Een leven lang leren’ is een erkend begrip dat in de grondhouding van Nederlanders verankerd raakt. Het stelt eisen aan scholen die ambitieus onderwijs dienen te bieden dat leerlingen aanspreekt en uitdaagt. Dat vergt allereerst voldoende faciliteiten voor leerkrachten en leerlingen om ambities te kunnen waarmaken. Het onderwijs dient iedereen te bereiken, geen leerling zit thuis. Daarnaast wordt aandacht gevraagd voor het ontwikkelen en begeleiden van talenten via specifiek aanbod. De schoolloopbaan dient de kans op succes te vergroten. Daartoe worden differentatiestromen ingezet die passend onderwijs bieden aan de eigenheid en uniciteit van leerlingen. Het betekent onder meer dat wordt ingezet op een verlaging van het aandeel zittenblijvers in het basisonderwijs. Op de scholen dienen goed opgeleide, professionele leerkrachten en schoolleiders te werken. Zij beheersen in hoge mate de algemeen-didactische vaardigheden, beheersen differentiatievaardigheden en nemen deel aan professionele netwerken. Doorlopend bekwamen zij zich in het vak door actief deel te nemen aan scholing- en cursusaanbod. Hun prestaties zijn inzichtelijk en ze zijn erop aanspreekbaar. Binnen de school heerst een cultuur van opbrengstgerichtheid. Ouders hebben een positief oordeel over hun mate van betrokkenheid bij het onderwijs aan hun kind(eren). Leerlingen hebben op delen van het schoolbeleid medezeggenschap en tonen een hoge mate van tevredenheid over hun school. Ze voelen zich veilig in de sociale setting van het schoolbestaan.
PAGINA 3
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
Dat het niet alleen maar om opbrengsten kan gaan, is na de ernstige economische crisis van de afgelopen jaren voor iedereen duidelijk geworden. De nadelen van een te ver doorgevoerd stelsel hebben geleid tot een nieuw bewustzijn bij grote delen van de bevolking: milieuschade, klimaatopwarming, egocentrering, normverval, armoedeversterking, enz. vragen om een andere kijk op mens en maatschappij. De aandacht voor het belang van de sociale en emotionele vorming neemt toe. Samenwerking en gemeenschapszin worden actief beoefend en gepropageerd. P L AATS EL IJ K Middenbeemster is de kernplaats van de gemeente Beemster. Van oorsprong is de bevolking afgestemd op een agrarisch bestaan. De komst van massaproductie en grootwinkelbedrijven heeft specialisatie veroorzaakt. De Beemster staat nu bekend om haar grote aanbod van gezonde, biologische producten. Er heerst een ondernemende geest gekoppeld aan een opbrengstgerichte cultuur. Het is goed wonen in de Beemster. In de loop van de afgelopen decennia zijn meer en meer mensen uit de Randstedelijke omgeving in Middenbeemster neergestreken. Deze trend lijkt zich door te zetten. Daardoor is een mengcultuur ontstaan. Het aantal bewoners is in 2015 nog vrij stabiel tot licht stijgend. Het aantal geboortes neemt volgens de gemeentelijke prognoses langzaam af: scholen zouden te maken krijgen met dalende leerlingaantallen. Of dat ook geldt voor De Blauwe Morgenster, is onzeker. Er worden bouwplannen gerealiseerd in het zuidoostkwadrant van Middenbeemster. Stelselmatig - maar in een langzaam tempo - zal in de ruime wijk honderden nieuwe woningen worden gerealiseerd. Mogelijk zal het leerlingenaantal daardoor rond de 400 blijven hangen of (in de verdere toekomst) toenemen. De sociale kenmerken van platteland en stad komen samen in het dorp. Gemiddeld is er sprake van een relatief hoog opleidingsniveau van de ouders. Kinderen krijgen daardoor van huis uit over het algemeen goede ontwikkelingskansen aangeboden. De dorpscultuur wordt gekenmerkt door een brede belangstelling voor de sociale en culturele vorming. Daarnaast geven ouders in onderzoeken aan dat men waarde hecht aan goede omgangsvormen, structuur en discipline. Ouders tonen een grote mate van betrokkenheid bij het wel en wee van hun kind in het onderwijs. Men is graag op de hoogte van het schoolbeleid en de wijze waarop men de lessen organiseert. Zowel ouders als kinderen zijn goed in staat hun gedachten en ideeën actief te verwoorden en in te brengen. Er zijn samenwerkingsverbanden tussen de Kinderopvang en de school. Nadrukkelijk wordt het schoolnabij functioneren van het Centrum voor Jeugd en Gezin gestimuleerd. Er is een intensieve samenwerking met de plaatselijke bibliotheek. De Brede School Beemster biedt een breed scala aan samenhangende en bindende activiteiten. Kinderen in Middenbeemster kunnen vanaf hun geboorte tot een jaar of 12 in één stroom worden opgevangen en begeleid. De integratie van begeleidingsmethoden, informatieverzameling, pedagogische uitgangspunten en overdrachtmethoden is volop gaande. Juist omdat Middenbeemster het centrum vormt van de gemeente, zijn de meeste voorzieningen hier gevestigd. Het biedt een prachtige kans om één samenwerkingsstroom in gang te zetten waarvan de ‘campus Middenbeemster’ het trefpunt wordt. Daarover verderop meer: zie hoofdstuk 3. De gemeente Beemster is een bestuurlijke samenwerking aangegaan met de gemeente Purmerend al kent men nog een eigen College van B&W en een eigen gemeenteraad. Door toenemende eisen van efficiëntie en duurzaamheid richt men zich o.a. op een sterke integrale samenwerking tussen instellingen in de gemeenschap. Daarbij is het doel het aantal gemeentelijke accommodaties terug te dringen en gemeentelijke kerntaken te verweven met die van de instellingen.
PAGINA 4
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
3. ONTWIKKELTHEMA’S De volgende thema’s zullen tussen 2015 en 2019 prominent op de agenda staan: DAL T ON Het Daltoniseren van ons onderwijs is een permanente opdracht. Eind schooljaar 2015-2016 zullen de meeste leerkrachten na een succesvol onderzoek in aanmerking komen voor hun persoonlijke Dalton-certificaat. Leerkrachten die daar langer voor nodig hebben, zijn parttimers met een kleine baan (en een kleinere toekenning professionaliseringsuren) of nieuwkomers. Zodra het merendeel van de leerkrachten gecertificeerd is, zal de school lid worden van de Nederlandse Daltonvereniging en de Daltonlicentie schoolcertificaat aanvragen. Naar verwachting vindt dat plaats in het schooljaar 2017-2018. Voorafgaand is het verstandig dat de school buitenstaanders kritisch laat kijken naar de Dalton-aspecten (collegiale consultatie). Wanneer de Daltonlicentie is aangevraagd, onderzoekt een visitatiecommissie van de Nederlandse Dalton Vereniging hoe de school vormgeeft aan de Daltonpedagogiek. De hele school wordt doorgelicht. Wanneer de school voldoende kan aantonen hoe de Daltonpedagogiek is ingebed in het onderwijs en de organisatie, wordt de Daltonlicentie verleend. Voor basisscholen is deze vijf jaar geldig. Dan vindt opnieuw een visitatie plaats. Certificering is geen eindstadium. Het betekent dat de basis goed is gelegd en dat de realisering van hogere doelen aandacht verdient in de jaren erna. DI GIT AL IS E R IN G De overgang van papieren leermethoden naar digitale educatieve ‘content’ is volop gaande. Steeds meer uitgeverijen voorzien hun product van een digitale versie of hangen aan de traditionele methoden licenties waarmee oefeningen digitaal worden aangeboden. Het gevaar bestaat dat de digitalisering niet meer voorstelt dan het aanbieden van schriftelijke stof op een glazen scherm (de tablet als e-reader). Daarmee worden de interactieve mogelijkheden van het werken met computers niet benut; er ontstaat geen andere didactiek. De kosten van schriftelijke methoden met licenties zijn dermate hoog dat het schoolbudget uitgeput raakt en geen ruimte houdt voor andere ontwikkelingen. Daarmee dreigt de school volledig in de greep te komen van uitgeverijen. Een doorbraak naar modern, digitaal ondersteund onderwijs voor alle kinderen vindt onvoldoende plaats door het gebrek aan geld en computers. Basisonderwijs dient volgens de wet kosteloos te zijn, het schoolbudget biedt onvoldoende ruimte en het kabinet geeft geen financiële impulsen. Het doorstoten naar ècht modern onderwijs betekent o.m. dat kinderen zelf moeten kunnen beschikken over een device. Ook de kleuters! De Blauwe Morgenster wil een constructie bedenken waarbij ouders bijdragen in de kosten daarvan. Lukt deze doorbraak, dan moet allereerst worden gezocht naar de juiste balans tussen mondelinge, schriftelijke en digitale overdracht van leerstof en vaardigheidstrainingen. Vervolgens moet de didactiek zich aanpassen naar de ‘open’ mogelijkheden van het werken met computers. De daarbij behorende leer-, denk- en oplossingstrategieën zijn meer gebaseerd op visuele informatie, communicatie en het creëren van een onderzoekende houding.
PAGINA 5
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
CA MP US MI DD EN B E EMS TE R De integrale samenwerking tussen de basisschool, de kinderopvang, het Centrum voor Jeugd & Gezin, de bibliotheek, sportverenigingen, culturele verenigingen, paramedische diensten, het voortgezet onderwijs, enz. krijgt mogelijk een stevige (extra) impuls door de realisering van de ‘campus Middenbeemster’. Per 2015 bespreken de gemeente Beemster, het schoolbestuur SPOOR en De Blauwe Morgenster de mogelijkheden. Het College van B&W heeft aangegeven het inititiatief te steunen. Partners van de school worden uitgenodigd voor overleg met het doel in 2016 knopen door te hakken over de mogelijkheden van samenwerking en dus realisering van de campus. Binnen deze gedachte wordt een deel van de school herbouwd en het omliggende terrein heringericht. Daarbij zullen instellingen als de kinderopvang, het Centrum voor jeugd en gezin, de bibliotheek en (de eerste twee jaren van) het voortgezet onderwijs in een deel van het schoolgebouw worden gehuisvest. Medische of paramedische voorzieningen zijn op korte afstand van het gebouw aanwezig of bieden diensten aan in de school. Sportverenigingen en culturele verenigingen werken nauw samen met de school. Er ontstaat dus een soort integraal kindcentrum (IKC) met een breed voorzieningenpalet in de naast omgeving. De uitwerking van de plannen verkeert nog in een pril stadium. Onze hoop en verwachting is dat het plan in 2018 gerealiseerd kan zijn. ON DE R W IJ S I N HO U D EL IJ K We willen ons focussen op de volgende inhoudelijke thema’s: Klasoverstijgende activiteiten Samenwerking tussen klassen bevorderen Vaker leerstofniveaus delen Leerlingen meer in staat stellen op differentiatieniveau bovenklassikaal aan de slag te gaan Hoogbegaafdheid Uitbreiding van de Plusklas-faciliteiten naar de groepen 1 t/m 4 Specifiek hb-aanbod in de klassen zelf Versterking eigen expertise in samenwerking met Vostok te Purmerend. Wereldoriëntatie Een modern, digitaal aanbod van lessen en opdrachten voor de groepen 3 t/m 8 Extra aandacht voor actuele mondiale ontwikkelingen Benadrukken van de gemeenschappelijke Europese waarden Integraliteit van vakaanbiedingen Onderzoeken Nagaan welke vorm van rapportage (portfolio?) past bij de Daltonwerkwijze op school Inzetten van een tutorsysteem met daarbij een scholingsprogramma voor oudere leerlingen Een andere opzet of andere locaties voor de schoolreizen Betere toetsprocedure en -middelen voor de groepen 8 ‘Bring your own device’ voor leerlingen en de consequenties daarvan voor school en ouders Digitale communicatie met ouders: Parnassys, Facebook, Digiduif, iets anders? Aankleding van de buitenruimte van school
PAGINA 6
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
4. SCHOOL KE NM E RK EN 'De Blauwe Morgenster' is de enige basisschool in Middenbeemster. De school is ontstaan uit een fusie van de twee voormalige basisscholen in Middenbeemster: ‘Het Fluitekruid’ en de ‘Bamestraschool’. Het huidige schoolgebouw is gebouwd in 1993. Er zijn in 2015 15 groepen, verdeeld over het hoofdgebouw en twee bijgebouwen (B1 en B2). De school beschikt over een goed uitgerust speellokaal en een eigen gymzaal naast een grote multifunctionele ruimte De school telt zo'n 30 medewerkers: directie, leerkrachten, een intern begeleider, een vakdocent bewegingsonderwijs, een onderwijsassistent, een conciërge en een administratief medewerker. De directie bestaat uit de directeur en een adjunct-directeur. De drie bouwen (groepen 1/2, groepen 3 t/m 5 en groepen 6 t/m 8) worden organisatorisch geleid door bouwcoördinatoren. De directie en de bouwcoördinatoren vormen samen het beleidsoverleg, soms op onderwerp aangevuld door de intern begeleider en de Daltoncoördinatoren. Het merendeel van het personeel is vrouw. Van de 15 groepen worden er 6 begeleid door fulltimers. Verreweg de meeste leerlingen wonen in Middenbeemster. Enkelen komen uit dorpen in de wat verdere omgeving. Vrijwel allemaal zijn ze geboren in Nederland en hebben ze Nederlandse ouders. Onze leerlingen met een allochtone achtergrond wonen in Middenbeemster; hun ouders hebben een niet-Westerse achtergrond. Door de aard van de populatie kent de school weinig extra leerlinggewichten; het levert geen of nauwelijks extra formatie op. In algemene zin hebben de kenmerken van de leerlingpopulatie geen specifieke consequenties voor het onderwijs en het personeelsbeleid. De gemeente Beemster telt drie basisscholen: twee openbare scholen in Zuidoostbeemster en Middenbeemster en één katholieke school in Westbeemster. De leerlingaantallen van de scholen lopen sterk uiteen. Westbeemster telt zo'n 100 leerlingen, Zuidoostbeemster ruim 270 leerlingen en Middenbeemster ruim 400 leerlingen. De openbare scholen vallen onder de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur SPOOR te Purmerend. De Blauwe Morgenster kiest voor de inrichting van haar onderwijs voor de Dalton-werkwijze. Daarmee beogen we bij leerlingen een optimale houding te creëren op het gebied van zelfstandigheid, zelfverantwoordelijkheid (eigenaarschap), effectiviteit, samenwerking en zelfreflectie. Doel is dat in de jaren 2015-2018 het personeel en de school zich certificeren. OP E NB AA R O ND E R W IJ S 'De Blauwe Morgenster' geeft actief vorm aan de doelstellingen van openbaar onderwijs:
Het respecteren van de verschillen tussen mensen op grond van gewoonten, culturele achtergrond, waarden en normen, levensovertuiging, geslacht, nationaliteit of etnische afkomst. Het accepteren en waarderen van deze verschillen door de leerlingen actief te leren een objectieve mening te vormen over opvattingen en gewoonten van anderen. Het laten functioneren van openbaar onderwijs als ontmoetingsonderwijs waarin kinderen met, van en over elkaar leren als voorbereiding op hun latere deelname en positieve bijdrage aan de pluriforme samenleving. Het bieden van aantrekkelijk kindgericht onderwijs met aandacht en waardering voor andere opvattingen vanuit de gedachte 'niet apart, maar samen'.
PAGINA 7
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
MIS S I E Onze school stelt zich primair ten doel kwalitatief goed onderwijs te verzorgen in een kindvriendelijke, veilige leer- en speelomgeving. Het betekent dat we kennis en vaardigheden overdragen op cognitief, sociaal, emotioneel, cultureel en sportief gebied. Daarnaast begeleiden we kinderen in hun persoonlijke zoektocht naar (talent)ontwikkeling en eigenheid. We bieden actuele lessen in een inspirerend schoollandschap, gebaseerd op een gezond draagvlak van intermenselijke normen en waarden. We beschouwen het als onze taak hen daarin alles te bieden dat nodig is om hun talenten en mogelijkheden tot maximale ontplooiing te laten komen: professionele, betrokken personeelsleden, een goede sfeer binnen een sterk pedagogisch klimaat, aandacht voor de individuele eigenschappen, een gestructureerde organisatie, een dynamisch leeraanbod via moderne leermiddelen, een verzorgde inrichting van het schoolgebouw en een intensieve samenwerking met ouders en instanties. VIS I E
Onze school voor openbaar onderwijs biedt een algemene schooltoegankelijkheid voor ieder kind ongeacht geloof, levensovertuiging, ras, huidskleur, geslacht, nationaliteit of overtuiging. Mede daarom brengen we leerlingen een emancipatorische, tolerante en integere benadering van mensen bij. Het realiseren van een hecht en stabiel schoolklimaat staat garant voor een harmonieuze samenwerking en prettige sfeer tussen schoolbestuur, directie, schoolteam, kinderen en ouders. Respect voor elkaar en rekening houden met de ander zijn ankerpunten in de menselijke interactie. In school komt dat specifiek tot uiting tijdens het werken en samenwerken. Ons onderwijs richt zich doorlopend op groei en ontwikkeling - als waarborg voor boeiende lessen in een uitdagende, stimulerende omgeving - en leidt tot een betrokken houding bij kinderen. Een intensieve zorgstructuur voor onze leerlingen doet recht aan de verschillen tussen kinderen en schept waarborgen voor een continue eigen ontwikkeling. Kinderen hebben recht op aandacht en ruimte voor hun individuele ontwikkeling, geënt op het principiële uitgangspunt dat ieder mens recht heeft op een zelfstandige keuzebepaling t.a.v. de eigen toekomst. Iedere medewerker binnen de school draagt maximaal bij aan het verminderen van ontwikkelingsbelemmeringen als gevolg van sociale, economische of culturele omstandigheden. Leeractiviteiten op school kennen afwisseling en sprankeling, bedoeld om leren leuk te laten zijn en kinderen de grondhouding mee te geven dat leren boeiend en aantrekkelijk is. Essentieel is de balans in de aandacht voor de emotionele (ik en mijn gevoel), sociale (ik en de ander), cognitieve (ik en het leren), motorische (ik en het bewegen) en creatieve (ik en mijn origineel denken) ontwikkeling, bedoeld om kinderen tot evenwichtige en harmonieuze mensen te helpen opgroeien. De school hanteert leermethoden/leermiddelen die zo veel mogelijk rekening houden met de niveauverschillen tussen leerlingen en tegelijkertijd zelfstandig en samenwerkend leren mogelijk maken. De kennis en vaardigheden van leerkrachten worden up-to-date gehouden door een actief na- en bijscholingsbeleid. De school werkt nauw samen met tal van professionele instituten waar specifieke deskundigheid ons kan leren en helpen de begeleiding van kinderen beter vorm te geven. Innovatie is een wezenskenmerk van onderwijs in een doorlopend veranderende samenleving. Daarom is De Blauwe Morgenster permanent op zoek naar innovatieve leeren werkmethodieken.
PAGINA 8
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
U ITG AN GS P UN TE N
We richten ons onderwijs dusdanig in dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen, afgestemd op de voortgang van hun eigen ontwikkeling. We richten ons onderwijs op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling, op het ontwikkelen van creativiteit en op het verwerven van sociale, culturele en sportieve vaardigheden. We werken vanuit het fundament dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving en daaraan op den duur hun persoonlijke bijdrage leveren. We richten ons onderwijs op het verstrekken van specifieke leerlingenzorg voor kinderen die extra zorg behoeven, zo veel mogelijk afgestemd op de individuele behoefte van de leerling. In ons schoolgebouw leggen we de nadruk op een warme, gezellige aankleding om ieder kind de ontspanning van een thuisgevoel mee te geven. Wie zich lekker voelt, presteert immers het best. Prestaties zijn geen doelen op zich, maar effecten van een innerlijk streven naar vooruitgang. Daarom richten we onze lokalen zo in dat er een uitdagende leeromgeving ontstaat die de nieuwsgierigheid prikkelt en de leergierigheid stimuleert. Ook geven we ons onderwijs dusdanig vorm dat er nadrukkelijk wordt geappelleerd aan de intrinsieke motivatie van kinderen. Omdat kinderen nauw verbonden zijn aan het eigene van hun tijd, achten we het een noodzaak om ons onderwijs up-to-date te houden. Audiovisuele en digitale middelen helpen ons de school midden in de wereld te plaatsen en actuele onderwijsvormen aan te bieden. Maar: hoe vooruitstrevend en hoogtechnisch al deze voorzieningen ook zijn, in ons onderwijs staat het mens-zijn permanent centraal. Ons pedagogisch-didactisch handelen wordt met name gekenmerkt door de aandacht voor goede omgangsvormen, prettig sociaal contact en een hulpvaardige instelling.
S P E CI F IE K: DAL T ON
Daltononderwijs staat voor een brede vorming die bijdraagt aan een sterke persoonsontwikkeling. Er is sprake van adaptief onderwijs dat leerlingen past en uitnodigt om op basis van (zelf)vertrouwen uitdagingen aan te gaan om zich verder te ontwikkelen. Het kritisch onderzoekend benaderen van moderne ontwikkelingen en inzichten is op een Daltonschool vanzelfsprekend. Daarmee gaat het Daltononderwijs voortdurend met zijn tijd mee, zonder de doelmatigheid van onderwijs en de inbreng van een ondernemende leerling uit het oog te verliezen. Het Daltononderwijs geeft inhoud aan een brede vorming waarbij intellectuele- en creatieve groei in evenwicht zijn met sociale en persoonlijke groei. Een leerling wordt uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen. Het biedt daartoe een leef- en leeromgeving waar leerlingen worden uitgedaagd zich te ontwikkelen tot mensen zonder vrees en met een kritische en democratische grondhouding. Het Daltononderwijs leert kinderen te kunnen functioneren in een complexe samenleving door ondernemend en zelfverantwoordelijk te zijn in het leven, in het werken en in het samenleven. Het Daltononderwijs stelt zich ten doel om het onderwijs efficiënter in te richten door de kerndoelen met betrekking tot de leerinhouden van het onderwijs af te stemmen op de behoeften, interesses en competenties van leerlingen. Een Daltonleerkracht leidt dit leerproces waar het nodig is en begeleidt het waar dat kan. Hij of zij stelt zich ten doel om het zelf werken en het met elkaar werken van leerlingen in een veilig pedagogisch klimaat te bevorderen door hen daartoe de ruimte te geven. Daltonleerkrachten hebben hoge verwachtingen van de talenten van kinderen.
PAGINA 9
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
5. SCHOOLBESTUUR 'De Blauwe Morgenster' maakt deel uit van de stichting SPOOR, een zelfstandige stichting, die 24 scholen bestuurt. De stichting kent een eenhoofdig College van Bestuur. In het toezicht is voorzien in de vorm van een Raad van Toezicht, die uit vijf personen bestaat. T.b.v. de ondersteuning van het College van Bestuur en de directies van scholen is een Servicebureau ingericht. SPOOR werkt nauw samen met het schoolbestuur OPSO dat het openbaar primair onderwijs in Purmerend verzorgt. De in 2012 gesloten samenwerkingsovereenkomst tussen beide besturen maakt het mogelijk om op bestuurlijk niveau als één organisatie te functioneren. Dit betreft dan de twee samenwerkende Raden van Toezicht en de twee samenwerkende Colleges van Bestuur. Hetzelfde geldt voor de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraden. De ondersteunende bureaus werken sinds eind 2013 als één Servicebureau voor beide stichtingen. KE RN W AA RD E N VA N HE T B ES T U U R Vertrouwen Wij gaan uit van de mogelijkheden van ieder mens en stimuleren elk individu zichzelf verder te ontwikkelen. Wij zijn van nature nieuwsgierig naar de ander en heten iedereen welkom. Verbinden Iedereen binnen en buiten de organisatie: kind, medewerkers en andere betrokkenen voelen zich erkend en geaccepteerd ongeacht geloof, ras, huidskleur, geslacht, taal en afkomst. Iedereen is in staat om op een respectvolle manier met elkaar om te gaan en op een constructieve wijze samen te werken. Verschillen in visie en geloofsovertuigingen zien we en ervaren we als een bron van inspiratie. Samen komen we verder. Meesterschap Elke medewerker is op zijn/haar vakgebied een professional die kritisch naar zichzelf kijkt, die zich openstelt voor anderen en nieuwe opvattingen op waarde weet te schatten. Elke medewerker is eigenaar van het vak dat hij uitoefent en laat iedereen profiteren van eigen ervaringen en nieuwe inzichten. Elke medewerker is in staat de verschillen te overbruggen, betrokkenen te verbinden en daadwerkelijk vertrouwen te geven aan kinderen, ouders en collega’s. Elke medewerker ontwikkelt zich permanent om het vakmanschap te onderhouden en te verbeteren. Van onze medewerkers verwachten wij, dat zij handelen vanuit deze drie kernwaarden en elkaar daarop aanspreken. L ER E ND E O RG AN IS A TI E SPOOR zet het gedachtengoed gebaseerd op de ‘lerende organisatie’ in als voertuig voor verandering. De kwaliteit van het onderwijs staat of valt met de kwaliteit van de leerkracht. De lerende leerkracht, die voortdurend aan de verbetering van zijn kwaliteit werkt, blijkt in alle onderzoeken een cruciale factor voor de kwaliteit van de school. Diverse modules en trainingsdagen worden jaarlijks aangeboden aan leerkrachten, intern begeleiders en directeuren. Belangrijk uitgangspunt is het vliegwielprincipe, waarbij leerkrachten, intern begeleiders en directeuren hun opgedane kennis en vaardigheden delen met de rest van het team. Dat betekent voor de directeuren dat het teamleren concreet vormgegeven wordt binnen de eigen school.
PAGINA 10
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
6. ONDERWIJS H ET O ND E R WIJ S C O N CEP T De Blauwe Morgenster biedt ondernemend onderwijs met aandacht voor de persoonlijke en individuele ontwikkeling. De aanpak maakt zich zoveel mogelijk passend naar de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen en biedt een verdieping van de individuele leerlingzorg. Daarbij wordt extra nadruk geplaatst op het samenwerkend leren en het bieden van keuzewerk. Het onderwijs op school is afgestemd op kwaliteit, resultaat en perspectief voor de leerlingen. Activiteiten zijn betekenisvol en prikkelen kinderen tot het dragen van verantwoordelijkheid over de eigen ontwikkeling. Vanaf 2011 richt onze school het onderwijs in volgens de vijf kernwaarden van Dalton: SAMENWERKING Een Daltonschool is een leefgemeenschap waar leerlingen, leerkrachten, ouders, directie en bestuur op een natuurlijke en gestructureerde wijze samen leven en werken. Het is ook een leeromgeving waarin leerlingen en leerkrachten iets van en met elkaar leren. Doordat leerlingen samen met leerkrachten en medeleerlingen aan hun leertaken werken, leren zij met elkaar om te gaan en leren zij dat zij elkaar kunnen helpen. Het verwerven van kennis en vaardigheden in samenwerking met anderen kan het leren vergemakkelijken. Leerlingen leren dat er verschillen bestaan tussen mensen. Ze leren naar elkaar te luisteren en respect te hebben voor elkaar. Als leerlingen met elkaar samenwerken, ontwikkelen ze sociale vaardigheden en leren ze reflecteren op de manier waarop ze leren, zoals het beoordelen van een eigen inbreng en die van een medeleerlingen, het aangaan van de dialoog, het leren omgaan met teleurstellingen en het ervaren van een meeropbrengst uit de samenwerking. Het uiteindelijke doel is democratisch burgerschap. Een Daltonschool is een oefenplek voor democratisering en socialisering. VRIJHEID EN VERANTWOORDELIJKHEID Vrijheid is noodzakelijk om eigen keuzes te kunnen maken en eigen wegen te vinden. Vrijheid in het Daltononderwijs is de gelegenheid krijgen om het taakwerk zelf te organiseren. De opgegeven leerstof en de eisen die daaraan worden gesteld, de tijdslimiet, de werkafspraken en de schoolregels vormen de grenzen waarbinnen de leerlingen hun vrijheid leren gebruiken. Een leerling leert verantwoordelijkheid voor zichzelf en zijn omgeving te dragen, als zijn omgeving hem daarvoor de ruimte en mogelijkheden biedt. Door leerlingen meer vrijheid te bieden kunnen zij eigen keuzes maken en een actieve leerhouding ontwikkelen. Maar vrijheid betekent niet dat alles zomaar kan en mag. Het betekent geenszins ‘anti-autoritair’ of ‘laissez-faire’. In tegendeel, op Daltonscholen heerst beslist geen vrijblijvendheid. Het is een taak van de leerkracht om iedere leerling een structuur te bieden om vrijheid binnen grenzen te leren hanteren. Leerlingen krijgen de ruimte om te ontdekken en te experimenteren, maar worden tegelijk ook geconfronteerd met de relatie tussen wat ze doen en wat dat oplevert. EFFECTIVITEIT Dalton is een manier om het leren doelmatiger te maken. Daarom zijn effectiviteit en efficiency twee belangrijke begrippen. Zij bewerkstelligen duidelijkheid over de onderwijsopbrengsten. Het gaat om een effectieve inzet van tijd, menskracht en middelen. Leerlingen wordt daartoe juist verantwoordelijkheid in handen gegeven. Als leerlingen een taak krijgen waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen en die ze in vrijheid zelf plannen en uitvoeren, is het onderwijs veel effectiever dan het stilzit- en luisteronderwijs dat voorgaande generaties kinderen moesten ondergaan.
PAGINA 11
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
ZELFSTANDIGHEID Zelfstandig leren en werken betekent actief leren en werken. Een leerling wil doelgericht werken aan een taak of opdracht en is in staat om tijdens dit leerproces hulp te zoeken indien noodzakelijk. Deze manier van werken stimuleert het probleemoplossend denken van leerlingen. Om later als volwassene goed te kunnen functioneren moet een leerling leren beoordelen welke beslissingen hij/zij moet nemen en wat de gevolgen daarvan zijn. De keuzevrijheid dwingt een leerling tot het nemen van zelfstandige beslissingen die voor hem effectief en verantwoord zijn. REFLECTIE Nadenken over je eigen gedrag en je eigen werk is op Daltonscholen belangrijk. Vaak maken leerlingen vooraf een inschatting van de moeilijkheidsgraad en de tijd van de opdrachten. Achteraf wordt hierover ook een feitelijke beoordeling gegeven en worden in gesprekken tussen leerkracht en leerling regelmatig de inschattingen vooraf en de feitelijke beoordelingen achteraf met elkaar vergeleken. Daarin kan bijvoorbeeld aandacht worden geschonken worden aan het feit waarom een kind steeds de rekenopgaven in de weektaak vooraf moeilijker inschat dan ze (achteraf) blijken te zijn. Op andere aspecten van het werken in de klas wordt op een soortgelijke wijze gereflecteerd. Zo wordt geleidelijk de vaardigheid in het zelfstandig werken en het samenwerken opgebouwd. Het kritisch benaderen van onderwijskundige ontwikkelingen en inzichten is op een Daltonschool vanzelfsprekend. Ook iedere docent die werkt op een Daltonschool reflecteert op zijn/haar onderwijspraktijk en professioneel handelen. Op schoolniveau vindt reflectie over de kwaliteit van het onderwijs voortdurend plaats. AAN V UL L E ND E K EN ME R KE N E N T HE M A’ S In aanvulling op de Dalton-kernwaarden laten we ons onderwijs voldoen aan een viertal kenmerken en hanteert we een viertal kernthema’s. De kenmerken geven weer welke grondprincipes we inzetten voor de inrichting van onze lessen. Ze zijn bedoeld om leerlingen zowel houvast als dynamiek te bieden. Die dynamiek betekent dat leren nooit saai is en dat de leerstof zich zoveel mogelijk aanpast naar de mogelijkheden van ieder kind. KENMERKEN Rust en structuur Planmatigheid Differentiatie en diversiteit Veiligheid, zelfvertrouwen en zelfontplooiing De kernthema’s plaatsen accenten op bepaalde leerstofinhouden. Ze zullen vaker dan gemiddeld voorkomen in projecten, themaweken en bijzondere activiteiten gedurende het schooljaar. KERNTHEMA’S Natuur, duurzaamheid en gezondheid (fitheid) Kunst en cultuur Sociale interactie en veiligheid Mens en (digitale) wereld
PAGINA 12
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
GO ED O ND E R WIJ S Wat verstaat De Blauwe Morgenster concreet onder goed onderwijs?
Het leren van de leerlingen staat in alle processen centraal. Er dient een goede balans te zijn tussen de aandacht voor de cognitieve ontwikkeling en andere domeinen van ontwikkeling (sociaal, emotioneel, motorisch, cultureel). De leerkrachten hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en laten dat merken. De leertijd wordt effectief besteed en de leerkrachten werken vanuit een opbrengstgerichte instelling. Het leren wordt (wekelijks) planmatig vormgegeven. Leerlingen die dat nodig hebben, krijgen aanvullende leerlingzorg. Het bieden van zorg en begeleiding maakt permanent deel uit van het handelen van de leerkracht. De leerkrachten passen hun onderwijs aan op de kwaliteiten van een leerling, van een groepje leerlingen of van de groep (klas) als geheel. Met name bij de instrumentele vaardigheden bestaat het onderwijsaanbod uit basisstof, herhalingsstof en verrijkingsstof. In de klassen heerst een ordelijk, gestructureerd en pedagogisch veilig klimaat dat het leren en ontwikkelen mogelijk maakt en stimuleert.
DE I N RI C H TI NG VA N H E T ON DE R W IJ S Jaarlijks wordt de inrichting van het onderwijs op school vormgegeven aan de hand van beschikbare budgetten, ruimte en strategische keuzes. In 2015 heeft dat geleid tot de volgende keuzes:
Er zijn 15 groepen met een gewenst plafond van 32 leerlingen per groep. Deze groepen zijn georgansieerd rond 3 bouwen: de onderbouw, de middenbouw en de bovenbouw. Elke bouw wordt organisatorisch aangestuurd door een bouwcoördinator. De onderbouw telt 4 kleutergroepen waarvan 1 een aanvangsgroep is van uitsluitend 4jarigen. Zij stromen globaal na een half jaar door naar de 3 andere kleutergroepen, heterogeen van opbouw (4-6-jarigen). De onderbouw is gehuisvest in een apart gedeelte van de school (2 bijgebouwen) waarin extra aandacht gegeven kan worden aan het onderwijs aan (zeer) jonge kinderen. De middenbouw telt 5 groepen: 3AB, 4, 4/5 en 5. Zij is gehuisvest in de zuidgang van het hoofdgebouw. Alle lokalen komen uit op dezelfde gang. In het midden van die gang is tevens een lokaal ingericht voor de hoogbegaafdheidsklas Athena waarin geselecteerde leerlingen uit de groepen 5 t/m 8 specifieke begeleiding ontvangen door een daartoe opgeleide leerkracht. De bovenbouw telt 6 groepen, alle in dubbele aantallen: 6AB, 7AB, 8AB. Zij is gehuisvest in de noordgang van het hoofdgebouw. Alle lokalen komen uit op dezelfde gang. Leerlingen mogen na toestemming van de leerkracht taakwerk uitvoeren in andere delen van de school: in de Blauwe Zaal, in de personeelskamer, op de gangen, enz. De bovenbouw en De Blauwe Zaal zijn voorzien van professionele wifi-apparatuur. Daardoor kunnen leerlingen met school- of eigen devices digitaal werken aan opdrachten. In de komende jaren zal de wifi-voorziening worden uitgebreid over de hele school. In een afgescheiden deel van de Blauwe Zaal is het Laboratorium van de Toekomst ingericht. Deze ruimte leent zich extra voor het sfeervol en geconcentreerd werken aan opdrachten door leerlingen, o.m. met behulp van digtale netwerken en bijbehorende computerapparatur. Op tal van plaatsen is ruimte gecreëerd voor individuele begeleiding van leerlingen, door eigen personeel of door externen. Specialisten als fysiotherapeuten, kindertherapeuten, logopedisten of dyslexie-experts bieden op school hun ondersteuning aan.
PAGINA 13
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
7. HET LEERSTOFAANBOD REKENEN/WISKUNDE
Het onderwijs in rekenen/wiskunde is erop gericht dat de leerlingen verbanden kunnen leggen tussen vak rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld basisvaardigheden verwerven eenvoudige wiskundetaal begrijpen en toepassen in praktische situaties reflecteren op eigen wiskundige activiteiten en resultaten daarvan op juistheid controleren eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren opsporen onderzoek - en redeneerstrategieën in eigen woorden beschrijven en gebruiken Als methode gebruiken we 'Wereld in Getallen' versie 3. Daarnaast gebruiken we gedeelten uit Maatwerk, Plustaak, Kien, Rekentijgers en diverse andere hulpmiddelen uit de orthotheek. De constant CITO-A-scorende leerlingen werken volgens het compactmodel van de SLO. Accenten van ontwikkeling
Borgen van het differentiatiemodel waarbij de meeste rekenlessen in de groepen 3 t/m 8 zijn ingedeeld op basis van tempo- en niveaudifferentiatie. Versterken van de methodische lijn en materialen rekenen voor de onderbouw. In de groepen 5 t/m 8 wordt structureel gewerkt met twee orthodidactische niveaus aan beide zijden van de driedeling: kinderen met grote leerachterstanden en kinderen die kunnen versnellen. Uitwerken van een model waarbij kinderen met een rekenvoorsprong of –achterstand groepsoverstijgend kunnen werken. Antwoord geven op de vraag welke leerstof aangeboden wordt aan kinderen die op grond van hun voorsprong (ver) voorbij de basisstof groep 8 gaan eindigen.
NEDERLANDSE TAAL
Het onderwijs in Nederlandse taal is erop gericht, dat de leerlingen vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig kunnen gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal LEESONDERWIJS
We werken met de volgende methoden of middelen: In de kleutergroepen wordt de volgende methode als bronnenboek gebruikt: Schatkist Taal/Lezen. In de groepen 1/2 zijn in elke klas taalactiviteiten gepland volgens de SLOleerlijnen, passend bij de weekthema’s. De methode 'Veilig Leren Lezen' in groep 3. Niveauleesboeken volgens de vernieuwde AVI-indeling voor het voortgezet technisch lezen. Doelgroepen: 3 t/m 8. De methode ‘Nieuwsbegrip XL’ voor het begrijpend en studerend lezen. Doelgroep: 4 t/m 8. Boeken uit de plaatselijke bibliotheek en thuis lezen van eigen boeken. Doelgroep: 1 t/m 8. Voor de zorgverbreding gebruiken we de mappen/methoden 'speciale leesbegeleiding' en 'zinsgericht lezen'. We volgen voor onder- en bovenbouw het dyslexieprotocol van de Schoolbegeleidingsdienst.
PAGINA 14
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
Accenten van ontwikkeling
Versterken van de methodische lijn en methodische materialen taal/lezen voor de onderbouw. Uitvoeren van de herstructurering van het leesonderwijs: implementatie en borging. Nieuwe opzet maken voor het niveaulezen volgens de nieuwe AVI-indeling. Gehele voorraad boeken vervangen. Instrueren van ouders over de nieuwe wijze van begeleiden bij het niveaulezen. Invoeren van een structuur van tutorlezen in de groepen 3 t/m 8. Verder implementeren en borgen van de werkwijze Nieuwsbegrip XL. Uitwerken van het aanbod Leesbeleving. Centrale afspraken maken over een systematiek van beoordelen van bibliotheekboeken lezen. Verzamelen van specifiek leesaanbod voor kinderen met gediagnosticeerde leesproblemen. Verrichten van onderzoek om de ‘leesdrempel’ tussen de groepen 2 en 3 te slechten.
TAALONDERWIJS
We -
werken met: De methode 'Veilig Leren Lezen' in groep 3. De methode 'Taal in Beeld' in de groepen 4 t/m 8. De methode 'Spelling in Beeld' in de groepen 4 t/m 8.
Accenten van ontwikkeling
Duurzaam verbeteren van de resultaten van ons spellingonderwijs, o.m. door na te gaan met welk aanbod of welke werkwijze de huidige methode kan worden aangevuld. Onderzoeken of de taalstimulering van (heel) jonge kinderen tussen organisaties voor kinderopvang en ons kleuteronderwijs kan worden afgestemd.
SCHRIJFONDERWIJS
Schrijven is een middel om gedachten, ervaringen, gevoelens en bedoelingen te ordenen en te uiten als communicatievorm. Een verzorgd handschrift is voorwaardelijk om deze wijze van communiceren goed te laten verlopen. Wij vinden het van belang dat kinderen leren een kritische houding aan te nemen ten opzichte van hun handschrift. Daarbij gaat het niet alleen om leesbaarheid, maar ook om verzorging, regelmaat en lay-out. In de eindfase van de basisschool richten de schrijfoefeningen zich op het bereiken van een verzorgd persoonlijk handschrift. We werken met: de methode Pennenstreken'. Doelgroepen: 3 t/m 6, 7 en 8 worden ontwikkeld. Accenten van ontwikkeling
Monitoren van de resultaten van het werken met de nieuwe methode. Daarbij nagaan hoe binnen de Dalton-werkwijze rust en structuur geboden kan worden aan het schrijfonderwijs. Specifieke aandacht voor het ontwikkelen van een verzorgd persoonlijk handschrift in de groepen 7 en 8 en de wenselijkheid van het hanteren van een aparte methode of begeleiding daarbij.
PAGINA 15
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
ENGELSE TAAL
Het onderwijs in de Engelse taal is erop gericht dat de leerlingen vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal op een eenvoudig niveau kunnen gebruiken als communicatiemiddel in contact met anderen. Ze doen zo kennis op van de functie die de Engelse taal vervult in de Nederlandse samenleving en als internationaal communicatiemiddel. Doel is de leerlingen dusdanig communicatief te maken in de Engelse taal dat ze daarmee een goede aansluiting bereiken op het relatief hoge startniveau van het voortgezet onderwijs. We werken met: - de methode ‘Take it easy’ in de groepen 7 en 8. Accenten van ontwikkeling
Onderzoeken of het Engels ook aangeboden moet worden in meer groepen dan alleen in groep 7 en 8. Nagaan of de methode functioneert en aansluit bij de eisen van het voortgezet onderwijs.
WERELDORIËNTATIE EN VERKEER
In de groepen 1 t/m 8 wordt hoofdzakelijk thematisch gewerkt. Vanuit de eigen wereld ontdekken de kinderen stap voor stap de steeds groter wordende buitencirkels. Ze leren relaties te leggen met ruimte en tijd, met menselijk gedrag, met geografische en historische contexten, met topografische gegevens, met natuur, met natuurkundige of scheikundige verschijnselen en met de kijk van het kind op zichzelf. In onze lessen hanteren we zoveel mogelijk actuele lesinhouden die in verband met elkaar worden gepresenteerd. Dat gebeurt via een volledig digitale methode waarin ook het vak Techniek zit verwerkt. Doel is meer te gaan werken met een opzet waarbij kinderen in aanraking komen met gesloten, half-open en open opdrachten (keuzewerk). Omdat de (nieuwe) methode zich daar nog in ontwikkelt, ontwikkelt het team mee in de opzet. Er is sprake van een geleidelijk, zich ontwikkelend proces waarbinnen het realiseren van de kerndoelen altijd prioriteit heeft. Wereldoriëntatie is een alles omvattend aanbod van kennis, ervaringen en beelden uit de gehele wereld. In sommige situaties zijn fragmenten daaruit te isoleren tot aparte vakgebieden: aardrijkskunde, topografie, geschiedenis, natuurkennis, techniek en soms ook verkeer. In andere situaties worden aspecten daaruit belicht om tot vorming van kinderen te leiden: geestelijke stromingen, maatschappelijke verhoudingen, bevordering van gezond gedrag, bevordering van sociale redzaamheid, actief burgerschap en sociale cohesie. Het gaat dan om het verschaffen van inzichten in maatschappelijke verbanden, menselijk gedrag en levensbeschouwelijke kwesties. Met de vorming die daaruit voortvloeit, beogen we bij de leerlingen een zekere houding van begrip, tolerantie en acceptatie tot stand te brengen. We organiseren in ons onderwijs het aanbod via thema’s. Daarbinnen zijn de volgende clusters te onderscheiden: aardrijkskunde, topografie en geestelijke stromingen geschiedenis, staatsinrichting en maatschappelijke verhoudingen natuurkennis, techniek en bevordering van gezond gedrag bevordering van sociale redzaamheid waaronder verkeer actief burgerschap en sociale cohesie
PAGINA 16
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
We werken met: de methoden ‘Grenzeloos’, ‘Binnenste Buiten’ en ‘Eigentijds’ De methode ‘Wijzer door het Verkeer’ AARDRIJKSKUNDE, TOPOGRAFIE EN GEESTE LIJKE STROMINGEN
Het aardrijkskundeonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: zich een beeld vormen van de aarde en haar belangrijkste regio’s. inzicht verwerven in de manier waarop de natuur en het menselijk handelen de ruimtelijke inrichting beïnvloeden en bepalen. zich enige geografische en topografische kennis en vaardigheden eigen maken. Geestelijke Stromingen biedt kinderen kennis over de verschillende wereldgodsdiensten en levensbeschouwelijke hoofdstromingen. Ze krijgen zicht op denkpatronen binnen verschillende culturen en de invloed daarvan op onze samenleving. Het draagt bij tot de vorming van tolerantie, acceptatie en waardering bij het eigen handelen. GESCHIEDENIS, STAATSINRICHTING EN MAATSCHAPPELIJKE VERHOU DINGEN
Het geschiedenisonderwijs is erop gericht dat de leerlingen zich beelden vormen van in tijd geordende verschijnselen en ontwikkelingen, besef krijgen van continuïteit en verandering in het leven en de maatschappij en kennis en inzicht verwerven omtrent de inrichting en structuur van de samenleving. Maatschappelijke Verhoudingen geeft de leerlingen inzicht in de structuren en verbanden die mensen aanbrengen om hun plaats in de samenleving eigenheid te geven, variërend van de oprichting van vakorganisaties tot aan de inrichting van het staatsbestel (de staatsinrichting). NATUURKENNIS, TECHNIEK EN BEVORDER ING VAN GEZOND GEDRAG Het natuuronderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: plezier beleven aan het verkennen van de natuur vanuit een kritische en vragende houding en zorg hebben voor een gezond leefmilieu. kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die mensen nodig hebben om op juiste wijze met de levende en niet-levende natuur om te gaan. kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezond gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. Ten aanzien van Bevordering van Gezond Gedrag wordt de methode aangevuld met lespakketten vanuit de bibliotheek en de GGD of andere instanties. Dit vormingsgebied leert kinderen niet alleen zich gezond te gedragen (hygiënebetrachting, ontwikkeling van een sterk gestel, enz.), maar ook gezond te denken (nuanceren, tolereren, begrijpen, accepteren). Het techniekonderwijs is er op gericht dat leerlingen kennismaken met die aspecten van techniek die van belang zijn voor een goed cultuurbegrip, voor het maatschappelijk functioneren en voor verdere technische ontwikkeling. Ze verwerven basale kennis van en inzicht in de functie van techniek, in nauwe relatie met techniek & natuurwetenschappen en met techniek & samenleving. Door zelf praktisch met techniek bezig te zijn, leren ze technische oplossingen voor menselijke behoeften te ontwerpen en te maken. BEVORDERING SOCIALE REDZAAMHEID W.O. VERKEER
Het onderwijs in sociale redzaamheid is erop gericht de leerlingen kennis, inzicht vaardigheden te laten verwerven als deelnemer aan sociale processen in de samenleving, consument en als deelnemer aan het verkeer en groepsprocessen. We gebruiken bakjesmethode van Pravoo. Onderdeel van de sociale redzaamheid is de aandacht voor verkeerslessen. In groep 8 vindt het praktisch en theoretisch verkeersexamen plaats.
PAGINA 17
en als de de
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
ACTIEF BURGERSCHAP E N SOCIALE COHESIE
Maatschappelijke ontwikkelingen hebben geleid tot de toevoeging van het vormingsgebied 'actief burgerschap en sociale cohesie' aan het onderwijsaanbod. Het gaat om: Het opvoeden en begeleiden van kinderen tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit duidelijke waarden en normen) omgaan met zichzelf, de medemens en de omgeving. Het opvoeden en begeleiden van kinderen tot personen die weten wat democratie inhoudt en die daar ook naar handelen. Ze leren hun mening over maatschappelijke thema’s te verwoorden Het opvoeden en begeleiden van kinderen tot mensen die meedoen, die actief betrokken willen zijn op de samenleving en die gericht zijn op samenwerking. Het opvoeden van kinderen tot personen die kennis hebben van en respect voor andere opvattingen en overtuigingen (w.o. religies). Als openbare school zitten de uitgangspunten van 'actief burgerschap en sociale cohesie' ons in het bloed. De vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, begrip voor anderen, verdraagzaamheid, autonomie, afwijzing van discriminatie zijn impliciete kernwaarden van onze (openbare) school. De expliciete uitwerking vindt plaats tijdens het werken en overleggen in de klas, bij het overleggen in het Leerlingparlement, tijdens de deelname aan de Kindergemeenteraad, bij het samen communiceren in de Nieuwsbrief, etc. Nadrukkelijk wordt breed aandacht besteed aan normen en waarden. In de bovenbouw wordt meer dan gemiddelde aandacht besteed aan het voorkomen en bestrijden van discriminatie, o.m. door een breed thema over de Tweede Wereldoorlog en bezoeken aan het Joods Historisch Museum en het Anne Frankhuis. Ook nemen onze leerlingen actief deel aan de 4-meiherdenking in de gemeente. De school heeft een monument geadopteerd. In de midden- en bovenbouw maken alle kinderen vroeger of later werkstukken of presentaties. Ze bereiden spreekbeurten voor, brengen ideeën of materialen mee voor de informatietafel of volgen lessen van de Schooltelevisie. Accenten van ontwikkeling
Introductie en implementatie van de nieuwe (digitale) wereldoriënterende methoden. Helderheid verschaffen omtrent de invloed van de spelling van plaatsnamen e.d. op het cijfer bij topografieproefwerken. Uitbreiden van de ICT-middelen om het vak meer aanschouwelijk te kunnen bieden. Nagaan of de verkeersmethode functioneert (en de licentie voldoende oplevert).
DE MUZISCH-EXPRESSIEVE VAKKEN
De opdrachten voor de vakken muziek, dramatische vorming, handvaardigheid en tekenen worden in de onderbouw veelal tijdens het uitwerken van het thema bedacht. Ook in de bovenbouw worden de vakgebieden meer en meer opgezet vanuit interklassikale organisaties of vanuit thema's. De centrale leermethoden zijn bedoeld om de doorgaande lijn van techniekontwikkeling te waarborgen. Op school is één van de leerkrachten opgeleid tot ICC'er, de intern cultuurcoördinator. Zij stimuleert - ondersteund door een commissie Cultuur - goed cultuuronderwijs op school. In nauwe samenwerking met de directie en het schoolteam draagt ze zorg voor een beleidsplan cultuureducatie waarin de gezamenlijke visie op kunst en cultuur staat beschreven.
PAGINA 18
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
In samenwerking met het schoolteam en de Culturele Commissie Beemster organiseert de ICC'er het culturele aanbod en het activiteitenprogramma op school. Daarnaast verzorgt ze informatie over en evaluatie van de lessen, projecten en voorstellen. Tevens coördineert ze de ‘ateliers’ die jaarlijks in twee series van drie lessen worden aangeboden aan alle groepen. TEKENEN EN HANDVAARDIGHEID
Het teken- en handvaardigheidsonderwijs is erop gericht dat leerlingen: kennismaken met verschillende technieken om zich beeldend uit te drukken. leren de beeldende uitingen van anderen te begrijpen en te waarderen. leren hoe ze hun gevoelens, waarnemingen en ervaringen expressief kunnen vormgeven. een oriëntatie maken op het cultureel erfgoed van de Nederlandse samenleving. Handvaardigheid is gericht op beeldende werkstukken in twee of drie dimensies, terwijl het bij tekenen in hoofdzaak gaat om beelden in twee dimensies: het platte vlak. De onderbouw bedenkt de opdrachten en onderwerpen voor tekenen en handvaardigheid tijdens de bijeenkomsten waarin het thema wordt uitgewerkt. Daarbij worden meerdere bronnen geraadpleegd. We werken met de methode ‘Laat maar zien’. Accenten van ontwikkeling
Implementatie en borging van de nieuwe methode. Betere afstemming materiaalaanschaf op methodisch aanbod.
MUZIEK
Het muziekonderwijs is erop gericht dat de leerlingen: voldoende kennis, inzichten en vaardigheden verwerven om hun aanwezige muzikale mogelijkheden te ontdekken en verder te ontwikkelen. plezier hebben in het maken van, luisteren naar en bewegen op muziek. We maken gebruik van de methode ‘Moet je doen’ en ‘Eigen wijs', aangevuld met instrumentale lessen van de Muziekschool in groep 6 en muzieklessen van de Muziekschool in de groepen 3, 4 en 5 en andere muziekbronnen. Er is een uitgebreid Orff-instrumentarium aanwezig. Accenten van ontwikkeling
Implementatie en borging van de nieuwe methode.
DANSANTE EN DRAMATISC HE VORMING
Het onderwijs in dansante en dramatische vorming richt zich op expressie door woord en gebaar. Het omvat taalexpressie, het creatief omgaan met taal en bewegingsexpressie (dansexpressie, mime). Het is ook een spel met de werkelijkheid of met wat het kind zelf wil inbrengen. Dansante en dramatische vorming verrijkt de fantasie, de taal, het concentratievermogen, de levenskijk en de sociale/relationele eigenschappen van kinderen. We maken gebruik van de methode ‘Dramaland', aangevuld met voorstellingen van muziek- en theatergroepen die op basis van jaarplannen door de ICC'er worden ingepland. Alle groepen (behalve de instroomgroep 1A) verzorgen culturele avonden. Accenten van ontwikkeling
Implementatie en borging van de nieuwe methode.
PAGINA 19
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
SPEL EN BEWEGING
Spel en beweging betekent: een actief door de leerkracht geleid aanbod van spel-en bewegingsvormen. Dit kan d.m.v. een spelles binnen of buiten. Bij goed weer mogen de kinderen spelen en bewegen op het schoolplein. Ze hebben daar de beschikking over veel speelruimte en een grote keus uit buitenspelmateriaal. Spel en beweging is vaak verweven met andere vakgebieden. Het vakonderdeel wordt niet onderbouwd door methoden. Accenten van ontwikkeling
Geen
BEWEGINGSONDERWIJS
Het bewegingsonderwijs is erop gericht dat: de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die nodig zijn om op verantwoorde manier deel te nemen aan de bewegingscultuur. de leerlingen plezier beleven aan het deelnemen aan verschillende bewegingssituaties. de leerlingen zich een breed scala aan bewegingsvaardigheden aanmeten, waarbij tevens veel aandacht wordt gegeven aan vaardigheden en kennis die nodig zijn om samen verantwoord en rekening houdend met elkaar te kunnen bewegen. de kinderen zich een mening kunnen vormen over de spelvormen en de waarde ervan. Het bewegingsonderwijs in de kleuterklassen wordt aangeboden door de eigen leerkracht(en), in de groepen 3 t/m 8 door een vakleerkracht en de eigen leerkracht. Ze werken met een jaarprogramma op basis van cursorische ontwikkelingslijnen uit de methode van Wim van Gelder. Aan de orde komen gymnastiek, atletiek en spel. Indien een leerkracht geen gymbevoegdheid heeft, wordt de ‘eigen les’ gegeven door een collega met gymbevoegdheid. Accenten van ontwikkeling
Borging van de door de leerkrachten gegeven methodische spellessen.
ICT
ICT is een middel om het leerproces en de schoolorganisatie efficiënter en effectiever in te richten. De inzet van ICT-middelen naar leerlingen toe is erop gericht de kwaliteit van het onderwijs en het leren te verhogen. Ten aanzien van leerlingen geldt dat: kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van ICT worden verworven volgens een doorgaande leerlijn om hun gebruikersmogelijkheden te vergroten. computers worden ingezet in het dagelijks onderwijs als hulpmiddel bij het remediëren, het verrijken en het verbreden van het onderwijs. een positieve houding wordt ontwikkeld dan wel behouden met betrekking tot ICT in al haar facetten.
PAGINA 20
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
Ten aanzien van leerkrachten geldt dat: kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van ICT worden verworven om de eigen gebruikers-mogelijkheden te vergroten. kennis, inzicht en vaardigheden worden verworven om kinderen adequaat te begeleiden in het onderwijsproces waarbinnen ICT een rol speelt. een positieve houding wordt ontwikkeld dan wel behouden met betrekking tot ICT in al haar facetten. ICT is een middel om andere doelen - zoals kwalitatief goed onderwijs en aansluiting van het onderwijs op de kennissamenleving - te realiseren. Actuele aandachtspunten zijn: het ontwerpen van een doorgaande lijn in het gebruik van goede educatieve software, de didactische inzet van ICT in het dagelijks onderwijs en de didactische ICT-vaardigheden van de leerkrachten. Accenten van ontwikkeling
De school dient binnen de planperiode de computerconfiguraties te vervangen. Daarbij moet op grond van visie keuzes worden gemaakt over de digitale infrastructuur van de school en het soort apparatuur dat meer toekomstbestendig is. Aanleg van wifi voor alle groepen in school. Herstructurering digitale communicatie m.b.t. de huidige systemen website - Digiduif. Nagaan hoe we beter kunnen aansluiten bij het zich ontwikkelend behoeftepatroon van ouders. Waar mogelijk de privacybescherming van leerlingen verbeteren.
PAGINA 21
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
8. KWALITEIT KW AL I TE ITS ZO RG Kwaliteitszorg betreft het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Daarbij gaat het om het lesgeven, maar ook de kwaliteit van de ouderbetrokkenheid, personele inzet, de ontwikkeling van de organisatie, de managementstructuur, de communicatie, de huisvesting van de school, de sfeer en het algehele klimaat binnen school. KW AL I TE ITS M ET IN G Resultaten van het onderwijs worden zichtbaar via de methodegebonden toetsen, via de CITOtoetsen van het leerlingvolgsysteem of via de landelijke CITO-eindtoets. In de groepen 8 vinden in het kader van de adviezen voortgezet onderwijs extra toetsingen plaats; deze leveren eveneens gegevens op van de schoolprestaties. De tevredenheid onder ouders, leerlingen en leerkrachten wordt in een cyclus van 3 jaar gemeten door een breed onderzoek uit te zetten onder alle scholen. Dat gebeurt onder regie van het schoolbestuur. Tussentijds thermometert de schoolleiding de kwaliteit regelmatig aan de hand van enquêtes, gesprekken met inspraakorganen (medezeggenschapsraad, oudervereniging, klankbordgroep, leerlingparlement) en overleggen met coördinatoren, schoolondersteuners of begeleiders. Het schoolbestuur brengt 4 keer per jaar een bezoek aan de school waarin de beleidspunten en opbrengsten stelselmatig worden bekeken en besproken. KW AL I TE ITS C R IT E R IA De criteria voor de bepaling van onze kwaliteit ontlenen we aan de volgende standaarden: Leerstofaanbod Leertijd Pedagogisch klimaat
Didactisch handelen
Leerlingzorg Leerresultaten Kwaliteitszorg Professionalisering Communicatie
Het aanbod is relevant, eigentijds en onderwijskundig verantwoord. Voldoende tijd voor leerlingen om het leerstofaanbod te verwerken. De school creëert voor leerlingen een pedagogisch klimaat dat ondersteunend, veilig en uitnodigend is. De leerkrachten geven op een effectieve manier onderwijs. Instructie en verwerking zijn helder en goed gestructureerd. Zij betrekken de leerlingen actief bij het leerproces. Het didactisch handelen van de leerkrachten is gericht op het leren gebruiken van leerstrategieën. De leerkrachten houden rekening met relevante verschillen tussen leerlingen. De klassenorganisatie is doelmatig. Leerkrachten volgen op gestructureerde en systematische wijze de ontwikkeling van hun leerlingen en zorgen voor specifieke begeleiding. Leerlingen hebben tenminste het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De school werkt gericht en systematisch aan het bepalen, bewaken en verbeteren van de kwaliteit van haar onderwijs. De school bevordert actief de professionele kwaliteit van de leerkracht. De school heeft functionele overlegstructuren, onderhoudt goede contacten met externen en communiceert op prettige en adequate wijze met ouders.
PAGINA 22
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
KW AL I TE ITS C Y CL US Het bepalen of de school voldoet aan geformuleerde kwaliteitseisen, kent een aantal stappen: -
Per ontwikkelingsdoel wordt bepaald welke visie leidend is om doelen te realiseren. Vervolgens worden de doelen zo SMART mogelijk geformuleerd. Tijdens de uitvoering van het werk worden vooraf vastgestelde afspraken secuur nagekomen. Na afloop wordt de geleverde kwaliteit gemeten, geanalyseerd, gewaardeerd en geëvalueerd. De evaluatie leidt tot bijstelling van de plannen of tot borging van de plannen. Bijstelling van de plannen leidt tot een verbeterplan (of: 'ontwikkelplan'). Het verbeterplan doorloopt dezelfde cyclus vanaf stap 1. Tenslotte wordt de kwaliteit verantwoord aan betrokkenen w.o. het bestuur.
KW AL I TE ITS V OO R W AA RD EN Een goede kwaliteitsmeting is afhankelijk van een aantal voorwaarden. Er dient inzicht en visie te zijn op het te ontwikkelen gebied. Personeel dient over de gewenste kwaliteiten en competenties te beschikken om de kwaliteitsverbetering succesvol te kunnen realiseren. De plannen dienen realistisch te zijn afgestemd op de mogelijkheden van de leerlingpopulatie. Uitvoerders moeten in staat zijn zelfstandig tussen- en eindanalyses te houden. De kwaliteitsverbetering dient planmatig te verlopen. Eenmaal behaalde kwaliteit dient te worden geborgd in de schoolorganisatie. Indien de kwaliteitsverbetering de essenties van het schoolfunctioneren raakt, vindt rapportage plaats aan belanghebbenden als schoolbestuur, medezeggenschapsraad, ouders, enz. KW AL I TE ITS B E WAK I NG Om de kwaliteit te bewaken, hanteren we uiteenlopende instrumenten en procedures. Niet alleen proberen we kwaliteitsanalyses te trekken vanuit verschillende invalshoeken, maar ook door verschillende waarnemers. Doel is iedere vorm van actie binnen de school te kunnen voorzien van vormen van kwaliteitsbewaking. De directie is als eerste verantwoordelijk voor het leveren van een goede schoolkwaliteit. Het schoolteam verzorgt daarbinnen de kwaliteit van het lesgeven. De medezeggenschapsraad bespreekt de kwaliteit van de ontwikkeling en het beleid van de school met de directie. Om deze primaire groep van belanghebbenden heen vindt controle op de kwaliteit plaats door instanties als het schoolbestuur, de inspectie of het ministerie, het Samenwerkingsverband, enz. Middelen om de kwaliteit te meten of te bewaken: Inzet van de beleidsgroep (directie, bouwcoördinatoren, ev.t. intern begeleider en Daltoncoördinatoren). Gebruik van hoogwaardige methoden of toets- en observatie-instrumenten. Structurele bij- en nascholing van leerkrachten. Werkafspraken voor een doorgaande lijn. Functioneel en frequent werkoverleg tussen alle medewerkers. Ondersteuning en coaching van werknemers. Het afleggen van klassenbezoeken door de directeur en de intern begeleider. Observaties bij en gesprekken met kinderen. Intervisie binnen de diverse disciplines in het schoolteam. Werk- en leerlingbegeleiding door de leerkrachten. Functionerings- en beoordelingsgesprekken tussen directeur en werknemers. Frequente en brede analyse van de toetsgegevens op leerling-, groeps- en schoolniveau door leerkrachten, intern begeleiders en directie.
PAGINA 23
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
KW AL I TE ITS V ER B ET ER I N G Op basis van de analyses worden inhoudelijke prioriteiten voor de korte en middellange termijn bepaald of aangepast. Vaststaande punten van kwaliteitsverbetering zijn: Coaching en scholing van leerkrachten ten aanzien van hun vaardigheden om didactische differentiatiemodellen toe te passen in de klassensituatie. Het uitdragen van de grondgedachte dat de lerende school ten aanzien van haar personeel uitgaat van het principe van permanente educatie, noodzakelijk om bij te blijven in het vak en aansluiting te behouden op moderne maatschappelijke ontwikkelingen. In dat kader wordt jaarlijks vakinhoudelijke scholing voor personeel opgezet. De kernpositionering van het lesgeven als primair proces waaromheen de school in al haar facetten georganiseerd dient te worden. Hiermee wordt aangegeven dat een optimale inzet van overig personeel (directie, intern begeleider, administratie, conciërge, etc.) dient plaats te vinden om leerkrachten in staat te stellen exclusieve aandacht te richten op de uitoefening van hun primaire taak. Het beschikbaar stellen van externe ondersteunende diensten en personen om de kwaliteit van het onderwijs- of het begeleidingsproduct van de school te optimaliseren, zoals de SBD, de PABO, het Seminarium voor Orthopedagogiek, de VOS/ABB, enz. Een atmosfeer van stimulering en actieve financiële ondersteuning bieden aan leerkrachten die in het kader van hun persoonlijke ontwikkeling een kwaliteitsverhogende studie willen (gaan) volgen. Het spreiden van kennis en vaardigheden door structureel pogingen te doen een gedifferentieerd team van leerkrachten samen te stellen op basis van uiteenlopende kwaliteiten en beroepservaringen. De verbreding van directie tot beleidsgroep om meer personen actieve verantwoordelijkheid te laten dragen voor componenten van de schoolorganisatie, gebaseerd en gefundeerd op individuele (leidinggevende) kwaliteiten van personeelsleden. DO C U ME NT EN De kwaliteitszorg wordt planmatig vastgelegd in een reeks van doelen. Die komen terug in de volgende documenten:
Het schoolplan: een overzicht van de schoolontwikkeling over een periode van vier jaren Het jaarplan: de concrete uitwerking van een jaar uit de schoolplanperiode De schoolgids: informatie aan ouders en anderen over de inrichting van het schooljaar Het jaarverslag: gegevens over de schoolprestaties naar aanleiding van de jaarlijkse evaluatie Ontwikkelplannen: plannen gericht op de verbetering van de kwaliteit op een deelgebied Het schoolondersteuningsplan (zorgplan)
W ER KE N AA N K W AL I TE IT Via digitale enquêtering onder ouders, leerlingen en personeel wordt eens in de drie jaar de tevredenheid over de schoolkwaliteit onderzocht. Daartoe gebruiken we het onderzoeksinstrument van het bureau Van Beekveld en Terpstra. De resultaten worden gepresenteerd aan het team en aan de Medezeggenschapsraad en voorzien van een plan van aanpak. Verbetering of vernieuwing van beleid gebeurt via jaarlijks in te stellen werkgroepen. Alle leerkrachten nemen er aan deel. Van tevoren worden de doelen vastgesteld. Eén van de deelnemers zit het overleg voor en rapporteert aan de directeur en aan het team. Het proces wordt in een tijdpad vastgelegd. Na bespreking en accordering van de resultaten wordt de introductie en implementatie van de verbetering/vernieuwing door de werkgroep begeleid.
PAGINA 24
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
De intern begeleider ondersteunt de leerlingzorg in de klassen. Zij monitort doorlopend de onderwijsprocessen in de groepen en bespreekt haar bevindingen frequent met de directeur. Eens per drie weken praten de directeur en de intern begeleider met elkaar de diverse aspecten van de leerlingenbegeleiding door. In dat overleg komen ook de CITO-resultaten, het functioneren van groepen, de inzet van personeel, de ondersteunende materialen, etc. aan de orde. Zowel de intern begeleider als de directeur bezoeken regelmatig bijeenkomsten van het Zorgplatform of de SBD om hun kennis over de ontwikkelingen binnen Passend Onderwijs up-to-date te houden. De directeur houdt tevens klassenbezoeken waarin hij de kwaliteit van het lesgeven en de leerlingzorg meebeoordeelt. Tien keer per jaar wordt een KZT (kleinzorgteam) georganiseerd waarop leerkrachten leerlingen kunnen inbrengen voor een bespreking. Daarbij kunnen de schoolondersteuners (afkomstig uit de Schoolbegeleidingsdienst en het Schoolmaatschappelijk werk) worden uitgenodigd voor advisering en aanvullende expertise. Waar nodig schuiven ook andere experts aan bij de gesprekken. In het Schoolondersteuningsplan (zorgplan) staat de structuur en werkwijze uitgebreider beschreven. In veel gevallen kunnen ouders deelnemen aan de gesprekken. Ter kwaliteitsbewaking wordt de volgende toetskalender gehanteerd (afbeelding model 2015): PERIODE
ONDERDEEL
GROEP
Halfjaar op school 1 jaar op school
Peilpunt 2 (B1) Peilpunt 3 (C1)
Groep 1/2
CITO E1
Groep 2
Na 6 weken in groep 1 Binnen zes weken in groep 3
Quickscan DHH (hoogbegaafdheid) Quickscan DHH (hoogbegaafdheid)
Groep 1 Groep 3
Week 37 en week 38
AVI
Groep 4 (alle leerlingen die aan het eind van groep 3 nog niet in beh. E3 lazen). Groep 5 (alle leerlingen die aan het eind van groep 4 nog niet in AVI beheersing E4 lazen)
grafementoets fonemendictee
Groep 4 (alleen voor leerlingen die dit in groep 3 niet beheersten)
Week 41 en 42
SCOL 1 (LVS sociaal emotioneel)
Groep 1 t/m 8 leerkracht SCOL Groep 6 t/m 8 ook leerling SCOL n.b. de leerkrachten 6 t/m 8 vullen eerst de leerkracht SCOL in, daarna maken de leerlingen deze pas.
Week 45
Drempeltoets
Groep 8 (leerlingen met advies t/m mavo/havo)
Week 45 en 46 herfstsignalering
auditieve analyse auditieve synthese grafementoets fonemendictee woorden lezen tekst lezen
Groep 3
NIO en PMTK
Groep 8 (leerlingen met lage score bij drempeltoets of bij twijfel van ouders/leerkracht)
Week 50
PAGINA 25
Eventueel AVI voor ZON kinderen
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
Week 2, 3 en 4
AVI (voor rapport)
Groep 3, 4, 5, 6, 7, 8
Week 3 en 4 Toetsweek 1
Pravoo pp 6 Pravoo pp 2 of 3
Groep 2 Groep 1
Start toetsweek op 21.01.2016, loopt tot 27.01.2016
CITO Taal en rekenen voor Kleuters M2
Groep 2 (afname op vrijdagochtend in eigen lokaal. Groep 1 is die ochtend vrij)
dyslexieprotocol
Groep 2 (individueel bij alle kinderen die vanaf september tot en met december geboren zijn en bij alle twijfel doublure gevallen)
CITO DMT CITO Rekenen-Wiskunde CITO Begrijpend Lezen CITO Spelling
Groep 3 t/m Groep 3 t/m Groep 3 t/m Groep 3 t/m
8 8 8 8
Groep 8 CITO WW Spelling
Week 5 Wintersignalering
grafementoets fonemendictee leestekst veilig en vlot 6 Bij zwakke lezers: audant en audisynth
Groep 3
Week 13 lentesignalering
DMT 1 en 2 AVI, spelling VLL bij zwakke lezers: LOVS spelling grafemen toets fonemendictee
Groep 3
AVI
Groep 3 t/m 8
Week 13
AVI en DMT alleen bij zwakke lezers
Groep 4
Week 15 en 16
SCOL 2 LVS sociaal-emotioneel alleen voor D/E scores
Groep 1 t/m 8 leerkracht SCOL Groep 6 t/m 8 ook leerling SCOL n.b. de leerkrachten 6 t/m 8 vullen eerst de leerkracht SCOL in, daarna maken de leerlingen deze pas.
Week 23 en 24
AVI voor rapport
Groep 3, 4, 5, 6, 7 en 8
Week 21, 22 en 23
Peilpunt 4 (D1) Peilpunt 7 (B2)
Groep 1 Groep 2
Week 22 en 23 Toetsweek 2
CITO Taal voor Kleuters Rekenen voor Kleuters
Groep 2 (alleen bij kinderen met een IV en V scores bij CITO M en bij doublure twijfelgevallen)
Van donderdag 2 06 2016 tot donderdag 8 06 2016
CITO DMT CITO Rekenen-Wiskunde CITO Begrijpend Lezen CITO Spelling CITO WW spelling
Groep 3 t/m 7 Groep 3 t/m 7 Groep 3 en 4 Groep 3 t/m7 Groep 7
PAGINA 26
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
Week 25 Eindsignalering
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
AVI bij zwakke lezers: audant en audisynth grafemen toets fonemendictee Spelling VLL toets Veilig en vlot 11
Groep 3
Quickscan DHH invullen
Eind groep 5
Ten aanzien van de resultaten van ons onderwijs blijkt dat alle groepen over het algemeen voldoende scoren ten opzichte van de inspectienorm. Nu dat streven uit 2011-2015 is gerealiseerd, kunnen we een stap verder gaan en schoolnormen opstellen die beter passen bij de kwaliteit van onze leerlingpopulatie. Dat gaat plaatsvinden in het schooljaar 2015-2016 en wordt daarna jaarlijks geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Ook willen we de ‘kuil’ in de resultaten van de middengroepen gaan aanpakken. Jaarlijks blijkt dat de groepen 4-6 ten opzichte van de groepen 13 en 7-8 minder scoren. Dat blijkt op veel scholen voor te komen en zou iets kunnen zeggen over de afstemming van de methodische begeleiding (en keuzes) ten opzichte van de toetsonderdelen. Leerkrachten zijn geschoold in het zelfstandig kunnen analyseren van de tussen- en eindopbrengsten in hun groep. Het onderwijs aan zowel de zwakke als sterke leerlingen krijgt extra aandacht. Twee keer per jaar leiden de CITO-resultaten en analyses hiervan tot het maken van groepsoverzichten en groepsplannen. Daarmee wordt het onderwijs beter afgestemd op de verschillende niveaus van de leerlingen. Alle formulieren en procedures zijn binnen de school gestandaardiseerd. Na elke halfjaarlijkse CITO-meting bespreekt de intern begeleider met de leerkrachten hun analyse en diagnose van de resultaten in de groepsbesprekingen. Daar vindt ook de start plaats van de bijstelling van de groepsoverzichten en -plannen. Het bieden van verbrede ontwikkelingskansen aan kinderen is onderdeel van de kwaliteitszorg. Dat vindt mede plaats binnen de Brede School Beemster. Alle drie de basisscholen uit de gemeente maken deel uit van dit project. Honderden kinderen van de scholen nemen deel aan de naschoolse mogelijkheden waarvan het programma in overleg met de leerkrachten zo goed mogelijk wordt afgestemd op de ontwikkelbehoefte van de leerlingen. Tevens is de Brede School een aanjager van professionele kwaliteit op preventiegebieden als pesten, vuurwerk, loverboys, enz. Waar nodig organiseert men werkbijeenkomsten voor het personeel van de scholen, de kinderopvang en de jeugdwerkers uit het Centrum voor Jeugd & Gezin.
PAGINA 27
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
9. PERSONEEL IN TE GR AAL P E RS O N EEL S BEL E ID ( IP B ) Goed personeelsbeleid vraagt om samenhang van de te onderscheiden aspecten als arbeidsvoorwaarden, rechtspositie, aanstelling, sfeer op de werkvloer, scholing, persoonlijke carrièreplanning en effectieve spreiding en inzet van bekwaamheden en vaardigheden. Het richt zich op motivatie, ontwikkeling en kwaliteit van het personeel. Integraal personeelsbeleid betekent regelmatig en systematisch afstemmen van de inzet, kennis en bekwaamheden van de medewerkers op de inhoudelijke en organisatorische doelen van de organisatie. De verantwoordelijkheden zijn als volgt verdeeld: Medewerkers dragen de verantwoordelijkheid voor hun eigen loopbaan, hun professionele ontwikkeling en voor hun bijdrage aan het realiseren van de doelen van de school. Natuurlijk worden zij ook betrokken bij het bepalen van deze doelen. De directeur draagt zorg voor een open cultuur van afstemming en communicatie binnen de school en dient die afstemming, die zo kenmerkend is voor IPB, in een regelmatige beleidscyclus te borgen. De afdeling Bestuurs- en managementondersteuning (BMO) van SPOOR levert input vanuit de omgeving van de school, verankert IPB (vastleggen op papier en in de structuur), bewaakt en ziet toe op de kwaliteit en professionalisering van het schoolmanagement. P E RS O NEL E S I T UAT I E Per 1 oktober 2015 werken 28 personeelsleden op De Blauwe Morgenster. Naast de fulltime en parttime groepsleerkrachten zijn de volgende personen met een specifieke functie of taak aan school verbonden: de directeur, een adjunct-directeur, een intern begeleider, een vakdocent bewegingsonderwijs, een coördinator ICT, een coördinator Cultuur, twee Dalton-coördinatoren, drie bouwcoördinatoren, een administratrice en een conciërge. Per oktober 2015 ziet de leeftijdsverdeling van het personeel er als volgt uit: 20 - 29
30 - 39
40 - 49
Directie Leerkrachten
60 - 67
Totaal
1
1
2
3
5
5
8
3
24
1
1
2
3
5
5
10
5
Ondersteunend personeel Totaal
50 - 59
De gemiddelde leeftijd ligt niet in balans. De aanwas van jonge leerkrachten is de afgelopen jaren bemoeilijkt door bezuinigingen e.d. Bij toekomstig selectiebeleid zal naast de kwaliteit en Daltonbereidheid ook de leeftijdscategorie meespelen. VE RZ U I M Er is sprake van een hecht samenwerkend team dat met plezier het vak uitoefent. In de afgelopen jaren is het verzuimpercentage in delen van het schooljaar hoger geweest dan het landelijk gemiddelde. Vaak een kwestie van persoonlijke omstandigheden die niet-werkgerelateerd zijn. Met de afdeling Personeelszaken van SPOOR monitoren en bespreken we de situatie regelmatig. Waar nodig kan in het taakbeleid reductie van de werkbelasting worden toegepast.
PAGINA 28
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
FO R MA TI EV E S IT UA TI E Per jaar wordt aan de hand van de leerlingaantallen op de teldatum 1 oktober personele formatie beschikbaar gesteld. Nieuw is dat SPOOR verlangt dat er vóór 1 april een inschatting is gemaakt van het aantal leerlingen per 1 oktober (de rekenmethode T=0) op basis van daadwerkelijk ingeschreven leerlingen. Op 1 oktober 2015 bezochten 384 leerlingen de Blauwe Morgenster. Door een geleidelijke terugloop van leerlingen is een daling van de formatie op termijn geprognotiseerd. De daling verloopt geleidelijk en niet constant. Volgens gemeentelijke prognoses zal De Blauwe Morgenster tot 2018 zo'n 50 leerlingen teruglopen. Het is de vraag of dat ook gebeurt. Jaarlijks worden nieuwe woningen in Middenbeemster opgeleverd die extra leerlingen genereren. Bij de samenstelling van de formatie streven we elk jaar naar de volgende invulling: -
voldoende groepen 1 t/m 8 waarbij het uiteindelijk leerlingaantal niet boven de 32 per klas komt een redelijke mate van balans in het aantal fulltime en parttime werkende leerkrachten een directie bestaande uit een volledig ambulante directeur en een gedeeltelijk ambulante adjunct-directeur een intern begeleider voor minimaal 3 dagen per week een vakdocent bewegingsonderwijs voor minimaal 1 les per week aan de groepen 3 t/m 8 een administratrice en een conciërge, ieder voor minimaal 5 dagdelen per week een verdeling van stukjes ambulante tijd voor de Daltoncoördinatoren, de bouwcoördinatoren en de ICT-coördinator
P RO F ES S IO NEL E O N TW IK KEL I NG Het is voor de schoolkwaliteit van belang dat onze werknemers goed kunnen lesgeven en daarnaast beschikken over een professionele werkinstelling. Zij handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school, stellen zich collegiaal op en tonen zich medeverantwoordelijk voor de school als geheel. Ze werken actief samen, bereiden hun werk adequaat voor en stellen zich open voor feedback op grond van hun reflectieve vaardigheden. Ze spreken elkaar aan op de resultaten van hun werk en zijn gemotiveerd om zichzelf te ontwikkelen. Ze zijn sterk gemotiveerd en in staat om Daltononderwijs te bieden aan hun leerlingen. Qua gewenste of noodzakelijke competenties richten we ons op kwaliteit en vakmatige beheersing. Het pedagogisch en didactisch handelen is van een hoog niveau. Het werk is opbrengstgericht en is georganiseerd rond een efficiënte inzet van leertijd. Leerkrachten zijn in staat leerlingen de juiste ondersteuning te bieden en beschikken over een professionele, beroepsmatige houding. Zij beschikken over de vereiste vaardigheden op het gebied van communicatie en ICT. Daarbij handelen ze steeds vanuit de identiteit van de openbare Daltonschool die kenmerkend is voor De Blauwe Morgenster. De directie zet de volgende instrumenten in om de (persoonlijke) ontwikkeling van de medewerkers vorm te geven: Introductie en begeleiding Nieuwe leraren krijgen een mentor (een meer ervaren collega toegewezen, vaak uit dezelfde bouw). Deze mentor voert het introductiebeleid uit, waarbij het speerpunt ligt op de bespreking van de competenties. Daarmee wordt de nieuwe collega op de hoogte gesteld van de missie, de visies en de afspraken van de school.
PAGINA 29
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
Collegiale consultatie en intervisie Het consulteren van elkaar levert nieuwe ideeën en inzichten op. Tijdens de bouwoverleggen bespreken de teamleden onder leiding van een voorzitter de dagelijkse praktijk. Zij geven zo vorm aan de intervisie met elkaar. Ook wordt er tijdens de intervisie aandacht besteed aan de voortgang van het POP. Zowel de collegiale consultatie als de intervisie worden actief beoefend binnen de mogelijkheden van het rooster en de personele bezetting. Persoonlijke ontwikkelplannen Leerkrachten ontwikkelen een POP dat zich richt op het leren beheersen van de criteria (competenties) en op de verrijking van de eigen ontwikkeling. Het POP is altijd een wisselwerking tussen de benodigde vaardigheden en competenties voor het werk op school en de eigen wens om specialismen te ontwikkelen. Klassenbezoek De directie legt jaarlijks bij ieder teamlid een klassenbezoek af. Tijdens het klassenbezoek worden criteria geobserveerd die o.a. afkomstig zijn van de lijst met gewenste competenties. Daarnaast wordt bekeken of de leraar op een correcte wijze teamafspraken nakomt en aspecten van het persoonlijk ontwikkelplan uitvoert. Na afloop van het klassenbezoek volgt een functionerings- of beoordelingsgesprek. Functioneringsgesprekken De directie voert jaarlijks een functioneringsgesprek met alle medewerkers. Tijdens het functioneringsgesprek staat het POP van de medewerker (met daarin de competenties) centraal. Op basis van het ontwikkelde POP wordt omgezien naar verbeterdoelen in relatie tot de schoolverbeterdoelen. Aan de orde komen verder: werkkwaliteit, loopbaanwensen, scholing, taakbeleid en mobiliteit. Beoordelingsgesprekken De directie voert een beoordelingsgesprek bij de overgang van een tijdelijke naar een vaste benoeming. Ook wordt er eens per vier jaar een beoordelingsgesprek gevoerd met iedere werknemer. Daarbij wordt ons competentieprofiel gebruikt. Ook worden houding en gedrag t.o.v. collega's en ouders naast de doorgemaakte ontwikkeling in kennis en vaardigheden beoordeeld aan de hand van een gestandaardiseerd format. Bekwaamheidsdossier Alle werknemers beschikken over een bekwaamheidsdossier. Deze dossiers zijn centraal opgeslagen in de school en bevatten in ieder geval: afschriften van diploma’s en certificaten, de gescoorde competentielijsten, de persoonlijke ontwikkelplannen en de gespreksverslagen. Deskundigheidsbevordering Scholing komt aan de orde bij de functioneringsgesprekken. Medewerkers kunnen voor (persoonlijke) scholing opteren (bij voorkeur in relatie tot het opgestelde persoonlijk ontwikkelplan) en daarnaast organiseert en faciliteert de directie teamgerichte scholing. Deze scholing richt zich op het versterken van de missie, de visie en de afspraken (doelen) van de school. Verantwoordelijkheidstoekenning Je ontwikkelt je het best als je verantwoordelijkheid mag dragen en als je vaardigheden kunt opbouwen door praktische oefening. Daarom hanteert de directie actief het beleid dat leerkrachten zo veel mogelijk verantwoordelijk worden gemaakt voor de inrichting en uitvoering van de eigen professionele taken. Eigenaarschap dient in zo volledig mogelijke omvang aan medewerkers te worden toegekend.
PAGINA 30
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
TEA M DI F FE R EN TI AT IE De overheid stimuleert medewerkers om zich doorlopend te ontwikkelen. Daartoe zijn de voor het vak gewenste ambities en competenties ingedeeld in categorieën. Voorheen waren alle leerkrachten aangesteld in een LA-schaal. Sinds 2010 komen leerkrachten ook in de gelegenheid gesteld voor een LB-functie als ze voldoen aan zwaardere eisen. De Blauwe Morgenster heeft per 2015 drie LB-leerkrachten in dienst. Daarmee lopen we achter op het landelijk gestelde percentage. Het is onduidelijk of het LA/LB-beleid wordt doorgezet in de nieuwe CAO-afspraken. Het schoolbestuur SPOOR neemt een afwachtende houding aan. Los van de differentiatie in aanstelling en bezoldiging, streven we er naar meerdere specialisaties in huis te hebben. Personeel wordt nadrukkelijk uitgenodigd zich te bekwamen en specialiseren in een aspect van de schoolorganisatie. TEA MS C H OL I NG De schoolontwikkeling staat doorlopend in het teken van het Daltonconcept. Onder leiding van een gecertificeerde Dalton-inscholer bekwamen we ons jaarlijks via onderstaande modules: -
Werken met portfolio’s De visie op onderwijs van de school Groepsorganisatie Taken binnen het Daltonconcept Keuzewerk voor leerlingen Samenwerkend leren Zelfstandig leren Taakbewustwording van de leerkracht Het pedagogisch klimaat Evalueren en reflecteren Meervoudige intelligentie Differentiëren Het werken met handelingswijzers Effectieve instructie Coachgesprekken met kinderen Gesprekken met ouders Thematisch onderwijs binnen het Daltonconcept Het kindcontract: het kind als eigenaar van zijn leerproces De uitnodigende leeromgeving Opbrengstgericht werken en Dalton
Daarnaast wordt ingestoken op deelname aan diverse cursussen op het gebied van de Lerende Organisatie (aanbod SPOOR), Passend Onderwijs, digitalisering, vakondersteuning, enz. Per jaar wordt bezien wat nodig, nuttig en haalbaar is. De teamscholing wordt zo georganiseerd dat in beginsel alle teamleden daaraan kunnen deelnemen. De scholingsuren maken deel uit van het taakbeleid. Het verzuimen bij scholingsmomenten is minimaal mogelijk. Nieuwe leerkrachten die geen kennis hebben kunnen opdoen van de Dalton-werkwijze, worden door de school aangemeld voor een basiscursus Dalton in de omgeving. Nieuwe leerkrachten dienen de bereidheid te hebben deze cursus te volgen en aanvullend hun Daltoncertificaat te behalen.
PAGINA 31
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
TAAK B EL E ID Iedere fulltime werknemer in het onderwijs werkt met een normjaartaak van 1659 uur per (school)jaar. De lesgevende taak bedraagt volgens het basismodel maximaal 930 uur. Wij hebben afgesproken te gaan werken met het overlegmodel waarbij een leerkracht maximaal 960 uur mag worden ingezet voor lesgevende activiteiten. Daarbij wordt 40% van de lesgevende taakuren beschikbaar gesteld voor voorbereiding en nawerk van de lessen. In omstandigheden van aantoonbare, bovengemiddelde taakbelasting kan 45% voorbereidingstijd worden toegekend door de directie. Conform de CAO is er verder tijd beschikbaar gesteld voor de professionalisering, duurzame inzetbaarheid, algemene schooltaken en het meerwerk (uren die boven de limiet van de 8 uur per dag worden besteed). Het geheel aan uitgezette uren en de verdeling van taken wordt weergegeven in het overzicht taakbeleid. Dat wordt jaarlijks aangepast aan de omstandigheden. Doel van het taakbeleid is iedereen transparantie te geven over de inzet van uren en (personele) middelen. Dat gebeurt met behulp van het bestuurlijk beschikbaar gestelde werkrooster. Daarnaast kan aan de hand van ieders taakbeleid een evenwicht worden aangebracht in de taakverdeling binnen het team. Die afstemming vindt plaats langs vier lijnen: Taakomvang: de school stelt haar totale takenpakket vast en stemt dat af op de beschikbare formatie. Taakverdeling: de school zorgt voor een evenwichtige verdeling van het takenpakket over de functies en de personeelsleden. Taakbelasting: de school zorgt voor beleid dat zich richt op het in balans brengen van de werkdruk. Belastbaarheid: de school houdt rekening met het individuele verschil in belastbaarheid van personeelsleden. OR GA NO G RA M
directeur adjunct administratrice
conciërge intern begeleider vakdocent gym 3-8
bouwcoördinator onderbouw groepen 1/2
bouwcoördinator middenbouw groepen 3-5
daltoncoördinator groepen 1-4
bouwcoördinator bovenbouw groepen 6-8
daltoncoördinator groepen 5-8
PAGINA 32
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
10. ORGANISATIE S C H OOL T IJ DE N Leerlingen moeten over 8 achtereenvolgende jaren in totaal 7520 uur onderwijs krijgen. Daartoe wordt voor alle leerlingen eenzelfde schooltijdenmodel gehanteerd van 3 dagen van 5,5 uur (maandag, dinsdag en donderdag) en 2 dagen van 4 uur (woensdag en vrijdag). Op de lange dagen hebben kinderen en personeel een uur lunchpauze. Gemiddeld ontvangen kinderen per jaar minimaal 950 lesuren. Na een reeks van enquêtes onder ouders en personeel is de school per 2015-2016 tot dit model gekomen. Heikel punt blijft de wens van veel ouders om een continurooster op te zetten. Gelet op de CAO-verplichting om personeel pauze te geven tussen 10.00 en 14.00 uur èn de daaruit voortvloeiende financiële verplichtingen voor de school ziet De Blauwe Morgenster vooralsnog geen mogelijkheid dit rooster te realiseren. Het blijft raadzaam kritisch te volgen of er in de komende jaren nieuwe mogelijkheden ontstaan.
TS O De Tussenschoolse Opvang (TSO) is feitelijk een autonome organisatie met eigen ‘personeel’ (vrijwilligers), zonder statuut of stichtingsvorm. Een coördinator runt de opvang waar op hoogtijdagen zo’n 200 kinderen overblijven. De directeur van de school ondersteunt samen met een apart aangetrokken penningmeester de coördinator. Met elkaar vormen zij het beheersteam van de TSO. Het personeel van de TSO wordt jaarlijks geschoold door een extern aangetrokken cursusleidster. Ouders kunnen hun kind(eren) via jaarkaarten, incidentele kaarten of een aanbod op maat opgeven voor de overblijfgelegenheid. Waar mogelijk genieten de kinderen van hun lunch in het eigen klaslokaal. Betalingen van ouders verlopen giraal, evenals de uitbetaling van de vrijwilligersvergoedingen. Elke groep krijgt een vaste ruimte. Tijdens het overblijven gelden duidelijke regels. Ook wordt de lunch 'aangekleed' om meer huiselijkheid, rust en structuur te creëren. Er gelden vaste afspraken voor het buitenspelen. Daarnaast krijgt elke groep een eigen voorziening van spellen en speelmaterialen. Doel is de TSO verder te professionaliseren. In dat kader is scholing een vast onderdeel van het beleid geworden. Ook heeft de school samen met de kinderopvang een subsidieaanvraag gedaan bij de gemeente voor combifuncties van pedagogisch medewerksters. Daarmee kan de TSO beter worden aangestuurd en geleid. S TAG E De Blauwe Morgenster is een lerende school. Mede daarom stimuleren we het opleiden van studenten door de leerkrachten, intern begeleider en directie. We werken nauw samen met initiële opleidingen als PABO's (opleiding tot leerkracht), SPW's (opleiding tot klassen- of onderwijsassistent) en andere academische opleidingen. Ook bieden we maatschappelijke stages voor leerlingen van het voortgezet onderwijs. We willen nagaan hoe we de samenwerking met de opleidingen kunnen verbeteren en intensiveren. Doel is vraag en aanbod vanuit de instellingen en school beter op elkaar af te stemmen.
PAGINA 33
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
11. BEHEER EN FINANCIËN H U IS V ES T IN G De school telt meerdere gebouwen: het hoofdgebouw (12 lokalen), het losse bijgebouw 1 (4 lokalen) en het met een lange gang verbonden bijgebouw 2 (4 lokalen). Bijgebouw 1 wordt benut voor het onderwijs aan de instroomgroep 1A en ruimtes voor ondersteuning, therapie, enz. Deze ‘lege’ lokalen waren voorheen onderdeel van de buitenschoolse opvang van de Stichting Kinderopvang Beemster. Door een sterke krimp van deelnemende ouders en kinderen heeft de stichting per 2014/2015 moeten besluiten deze lokalen af te stoten.
De huisvesting in de bijgebouwen 1 en 2 is verre van ideaal. Er is sprake van semipermanente bouw van inmiddels matige kwaliteit. Vervanging wordt noodzakelijk. Die zal waarschijnlijk plaatsvinden als onderdeel van het grotere plan ‘campus Middenbeemster’. In overleg met de gemeente Beemster, het schoolbestuur en partners wordt getracht een nieuwe, integrale huisvesting te realiseren in permanente bouw. Inwoning in het schoolgebouw zal kunnen plaatsvinden door bijvoorbeeld de kinderopvang, het Centrum voor Jeugd en Gezin, de bibliotheek en de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs. Onderzoek is gaande, plannen worden ontwikkeld en uitgewerkt. In een deel van de Blauwe Zaal wordt medio 2015 het Laboratorium van de Toekomst ingericht. Hier krijgen leerlingen onderwijs met moderne middelen in een aangename studieruimte.
PAGINA 34
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
ON DE R HO U D De staat van onderhoud van het schoolgebouw is gemiddeld goed te noemen. Het schoolbestuur of de gemeente reageren adequaat als er problemen ontstaan. De geplande onderhoudscyclus wordt nageleefd. Financieel zijn er vooral problemen t.a.v. het groenonderhoud. De door de overheid beschikbaar gestelde budgetten zijn afgestemd op normgetallen van vierkante meters plein en tuin. De Blauwe Morgenster heeft echter aanzienlijk meer grond om het gebouw heen dan wordt aangegeven wordt in deze normen. Per saldo schiet het budget groenonderhoud tekort. Nog ernstiger is de situatie met betrekking tot speeltoestellen. Deze vallen vrijwel buiten elke begroting, maar moeten toch volgens de strenge ARBO-normen periodiek worden onderhouden. Het geld ontbreekt en dus blijft er vaak geen andere mogelijkheid over dan het verwijderen van het object. ME U BIL AI R Het leerlingmeubilair is in 2013 volledig vervangen. De nieuwe sets voldoen uitstekend en we beschikken over voldoende aantallen. P E RS O NEL E B EG R OT IN G Sinds de CAO 2014-2015 en een andere verdeling van gelden door het schoolbestuur is er geen sprake meer van een jaarlijks ‘automatisch’ tekort op de personele formatie (begroting). Aanpassingen van de werktijdfactoren naar afgeronde eenheden van 8 of 4 uur leveren restwinst op voor de school. Die wordt benut om de formatie completer te maken dan in de afgelopen jaren mogelijk was. Het betekent dat we weer beschikken over een vakdocent bewegingsonderwijs, dat er voldoende administratieve en huishoudelijke ondersteuning plaatsvindt en dat coördinatoren op gezette tijden ambulant gemaakt kunnen worden. Het geeft lucht aan de schoolorganisatie die daardoor kan functioneren zoals we het graag zouden zien. Aandachtspunt blijft de hoge leerlingaantallen in de kleuterklassen tegen het einde van het schooljaar. P E RS O NEL E M E E RJ A RE N B E GR OT IN G Uitgaande van de gemeentelijke prognoses, daalt het leerlingaantal in de komende jaren van 385 leerlingen naar ongeveer 350 leerlingen. Als dat doorgaat, levert de school op den duur meer formatiegelden in. Er ontstaan minder groepen, mogelijk komen er meer combinatiegroepen. Natuurlijk verloop wegens pensionering zal verplichte afvloeiingen van personeel enigszins kunnen opvangen. Maar laten we eerst zien of de daling zo doorzet. Er wordt gebouwd in het dorp, de school heeft een goede naam... MA TE R IËL E ( ME E RJ AR EN ) B EG RO TI NG De materiële begroting loopt redelijk in de pas. De afstemming tussen de jaarlijkse kosten (exploitatiebudget) en de investeringen (meerjareninvesteringsplan - het MIP) verloopt goed en wordt jaarlijks gemonitord door de afdeling financiën van het schoolbestuur. Er zijn risico’s. De digitalisering van methodes betekent dat de school hoge (extra) uitgaven heeft wegens licentiekosten. De beamers bij de digiborden blijken een aanzienlijk kortere levensduur te hebben dan verwacht en moet worden vervangen. De behoefte aan wifi en eigen devices bij leerlingen zet de investeringen op computerapparatuur e.d. zwaar onder druk.
PAGINA 35
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
IN VES TE R IN GE N
ONDERWIJSLEERPAKKET
Ontwikkelingsmateriaal onderbouw • 2016 - € 4.000: vervanging van bestaande materialen Taal- en spellingmethode • 2018 - € 24.000: vervanging van de huidige Taal- en Spelling in Beeld Voorbereidend lezen groepen 1/2 • 2016 - € 8.000: vervanging van de huidige methode Schatkist Aanvankelijk technisch lezen • 2017 - € 20.000: vervanging van de huidige methode Veilig Leren Lezen Voortgezet technisch lezen 4-8 • 2015 - € 16.000: vervanging totale systeem van niveaulezen en aanschaf boeken Aardrijkskunde, geschiedenis, natuur • 2015 - € 9.000 en € 9.000 en € 9.000: vervanging van de huidige methodes Techniek • 2015 - € 5.000: aanschaf van een nieuwe methode Buitenspelmateriaal kleuters • 2018 - € 2.500: vervanging of aanvulling van het huidige materiaal Hoogbegaafdheid • 2015 en 2019 - €1.500 en € 1.500: aanschaf materialen Sociaal-emotionele vorming • 2015 - € 4.000: aanschaf methode ICT
Werkstations • 2016 - € 30.000: vervanging computers leerlingen en leerkrachten Printer • 2017 - € 600: vervanging printer directiekamer Laptop • 2018 - € 1000: vervanging laptops directie Server • 2015 en 2019 - € 2.200 en 2.200: vervanging centrale server Beamers • 2015 en 2016 - € 800 en € 16.000: vervanging beamers directiekamer en alle digiborden INVENTARIS EN APPARATUUR
Algemene stelpost • Jaarlijks - € 1.000: post onvoorzien Elektriciteitsaanpassingen ICT • 2015 en 2019 - € 2.000 en € 2.000: onderhoud c.q. aanpassing bekabeling netwerk Wifi-accesspoints • 2015, 2016 en 2017 - € 5.000 en € 3.500 en € 3.500: aanleg wifi in alle bouwen MEUBILAIR
Meubilair gemeenschapsruimte • 2015 - € 2.000: aanschaf meubilair Laboratorium van de Toekomst en katheder Blauwe Zaal Aangepast meubilair • 2016 - € 1.000: specifieke aanpassingen meubilair leerlingen met zorgarrangement
PAGINA 36
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
Een en ander leidt tot het volgende overzicht: Bedragen in € OLP Ontwikkelingsmateriaal onderbouw Reken- en wiskundemethode Taal- en spellingmethode Voorbereidend lezen groepen 1/2 Begrijpend lezen groepen 5-8 Engels Aanvankelijk technisch lezen Bibliotheekboek- en AVI-lezen Voortgezet technisch lezen 4-8 Schrijfmethode Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur Techniek Verkeer (gesubsidieerde aanschaf) Muziek Handvaardigheid Tekenen Bewegingsonderwijs Diversen + buitenspelmateriaal Hoogbegaafdheid Sociaal emotionele vorming TOTAAL ICT Werkstation (5 jaar) Beeldscherm werkstation (10 jaar) Printer (5 jaar) Laptop (4 jaar) Server (4 jaar) Losse beamer (5 jaar) Digibord of touchscreen (9 jaar) Beamers voor digiborden (5 jaar) TOTAAL INVENTARIS EN APPARATUUR algemene stelpost electriciteitsaanpassingen ICT Wifi accesspoints (bb, mb dan ob) TOTAAL MEUBILAIR leerlingmeubliair groepen 1/2 leerlingmeubilair groepen 3/8 meubilair gemeenschapsruimten kantoorinrichting aangepast meubilair TOTAAL TOTAAL INVESTERINGEN
2015
2016
2017
2018
2019
4.000 24.000 8.000
20.000 16.000 9.000 9.000 9.000 5.000
2.500 1.500 4.000 53.500
1.500 12.000
22.500
24.000
1.500
30.000 600 1.000 2200 800
2200
800
16.000 30.000
2.800
1.000
-
1.000
1.000
1.000
€ 1.000
€ 1.000 € 2.000
3.500 4.500
3.500 4.500
1.000
3.000
1.000 1.000 47.500
27.600
26.000
6.700
2.000 5.000 8.000
2.000
2.000 64.300
PAGINA 37
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
12. SPEERPUNTEN VAN BELEID Dit schoolplan beschrijft de te verwachten situatie in de jaren 2015-2019. Het leidt in de planperiode tot de volgende speerpunten van beleid: SCHOOL
De Blauwe Morgenster wordt formeel een gecertificeerde Daltonschool Ontwerpen en bouwen van de Campus Middenbeemster Herijking van het beleid t.a.v. de schoolreizen Digitalisering van het onderwijs w.o. realisering Laboratorium van de Toekomst Betere aankleding van de buitenruimtes van school Bepaling van de schoolnormen voor de toetsen leerlingvolgsysteem Intensivering van de schoolondersteuning in het kader van Passend Onderwijs Professionalisering van de TSO Samenwerking met opleidingsinstituten intensiveren
PERSONEEL
Alle leerkrachten behalen hun Dalton-certificaat Nagaan of het gehanteerde taakbeleid de goede vertaling is van de doelen uit de CAO Aansluiten bij het bestuurlijk beleid t.a.v. de lerende organisatie Bij aanname nieuw personeel richten op betere balans in leeftijdscategorieën
ONDERWIJSINHOUDELIJK
Er ontstaan meer klasoverstijgende activiteiten voor leerlingen Verbetering van de faciliteiten t.a.v. hoogbegaafdheid Werken met tutoren Stroomlijnen van de toetsprocedures in de groepen 8 Aanpassing, implementatie en borging van vak- of vormingsgebieden zoals aangegeven Uitbreiding van de gehanteerde differentiatiemethoden
OUDERS
Er wordt gezocht naar een beter digitaal communicatiemiddel (ouderportaal) Doel is via verhoging van de ouderbetrokkenheid de algehele tevredenheid te verhogen
LEERLINGEN
Verbetering van de privacybescherming op school
PAGINA 38
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER
INHOUDSOPGAVE Onderwerp 1. INLEIDING
•
Uitleg beleidsplan
2. TRENDS EN ONTWIKKELINGEN
Pagina 2
Onderwerp 8. KWALITEIT
Pagina 22
2
•
Kwaliteitszorg
22
3
•
Kwaliteitsmeting
22
•
Internationaal
3
•
Kwaliteitscriteria
22
•
Landelijk
3
•
Kwaliteitscyclus
23
•
Plaatselijk
4
•
Kwaliteitsvoorwaarden
23
3. ONTWIKKELTHEMA’S
5
•
Kwaliteitsbewaking
23
•
Dalton
5
•
Kwaliteitsverbetering
24
•
Digitalisering
5
•
Documenten
24
•
Campus Middenbeemster
6
•
Werken aan kwaliteit
24
•
Onderwijsinhoudelijk
6
•
Toetskalender
25
4. SCHOOL
7
9. PERSONEEL
28
•
Kenmerken
7
•
Integraal personeelsbeleid
28
•
Openbaar Onderwijs
7
•
Personele situatie
28
•
Missie
8
•
Verzuim
28
•
Visie
8
•
Formatieve situatie
29
•
Uitgangspunten
9
•
Professionele ontwikkeling
29
•
Specifiek: Dalton
9
•
Teamdifferentiatie
31
10
•
Teamscholing
31
5. SCHOOLBESTUUR
•
Kernwaarden
10
•
Taakbeleid
32
•
Lerende organisatie
10
•
Organogram
32
6. ONDERWIJS
11
10. ORGANISATIE
33
•
Het onderwijsconcept
11
Schooltijden
33
•
Kenmerken en thema’s
12
TSO
33
•
Goed onderwijs
13
Stage
33
•
Inrichting van het onderwijs
13
11. BEHEER EN FINANCIËN
34
14
Huisvesting
34
7. HET LEERSTOFAANBOD
•
Rekenen/wiskunde
14
Onderhoud
35
•
Nederlandse taal
14
Meubilair
35
•
Wereldoriëntatie en verkeer
16
Personele begroting
35
•
Muzisch-expressieve vakken
18
Personele meerjarenbegroting
35
•
Spel en beweging
20
Materiële (meerjaren)begroting
35
•
Bewegingsonderwijs
20
Investeringen
36
•
ICT
20
12. SPEERPUNTEN VAN BELEID
38
PAGINA 39
SCHOOLPLAN 2015 - 2019
PAGINA 40
O.B.S. DE BLAUWE MORGENSTER