SCHOOLPLAN LOCATIE VALKENBURG
2013-2017
0. 1.
Naam Voorwoord Inleiding
2.
Schoolbeschrijving
3.
Onderwijskundig beleid
4.
Personeelsbeleid
5.
Organisatie en beleid
6.
Financieel beleid Materieel beleid
7.
Kwaliteitsbeleid
Inhoud Relatie met WMK, beleidsterreinen en competenties 1.1 Doelen en functies van het schoolplan 1.2 Procedures vaststellen en opstellen van het schoolplan 1.3 Verwijzingen 2.1 Kenmerken school 2.2 Kenmerken directie en leraren 2.3 Kenmerken leerlingen 2.4 Kenmerken ouders en omgeving 2.5 Prognoses interne en externe ontwikkelingen 3.1 Missie 3.2 Algemeen en specifiek 3.3 Levensbeschouwelijke identiteit 3.4 Leerstofaanbod en toetsinstrumenten 3.5 Taalleesonderwijs 3.6 Rekenen en wiskunde 3.7 Sociaal emotionele ontwikkeling 3.8 Actief Burgerschap en sociale cohesie 3.9 ICT 3.10 Leertijd 3.11 Pedagogisch klimaat 3.12 Didactisch handelen 3.13 Zorg en begeleiding 3.14 Passend onderwijs( afstemming) 3.15 Opbrengst gericht werken 3.16 Opbrengsten 4.1 Organisatorische doelen 4.2 Schoolleiding 4.3 Beroepshouding 4.4 Integraal personeelsbeleid- professionalisering 4.5 Instrumenten voor personeelsbeleid 4.6 Verzuimbeleid 5.1 structuur(organogram), schoolorganisatie en besturingsfilosofie 5.2 structuur( groeperingsvorm) 5.3 schoolklimaat( incl. soc. Veiligheid en Risico Inventarisatie) 5.4 communicatie (intern) 5.5 communicatie (extern) 5.6 communicatie (ouders) 5.6.1 begeleiding naar VO-scholen 5.7 Voor- en vroegschoolse educatie 5.8 Buitenschoolse opvang( voor- tussen en naschools) 6.1 lumpsum financiering en ondersteuning 6.2 externe geldstromen 6.3 interne geldstromen 6.4 sponsoring 6.5 begrotingen 7.0 kwaliteitszorg en toelichting indicatoren 7.1 wet en regelgeving 7.2 terugblik schoolplan 2010-2014 7.3 Strategisch beleid 7.4 analyse inspectierapporten 7.5 kwaliteitszorg en ouders ( analyse oudervragenlijst) 7.6 kwaliteitszorg en leerlingen (analyse leerlingenvragenlijst) 7.7 kwaliteitszorg en leraren( analyse lerarenvragenlijst) 7.8 Evaluatieplan
7.9 Kwaliteitsprofiel sterkte/ zwakte analyse 7.10 Plan van aanpak 2013-2014 7.11 Plan van aanpak 2014-2015 7.12 Plan van aanpak 2015-2016 7.13 Plan van aanpak 2016-2017 8.
Bijlagen
1. 2.
Document Actief Burgerschap en sociale integratie Overzicht ontwikkelpunten vanuit bouw en zorgoverleg
Voorwoord De Dubbelburg bestaat uit een hoofdvestiging in Valkenburg en nevenvestiging in Valkenburg en Rijnsburg. Aangezien het onderwijs op de vestigingen in Valkenburg en Rijnsburg van elkaar verschillen op het gebied van onderwijsinhoud en prioritering zijn voor deze locaties dan ook verschillende schoolplannen als uitgangspunt voor het onderwijs gerealiseerd. De verschillen in de beide schoolplannen zijn voornamelijk zichtbaar in de uitvoering van het verbeter- en verandertraject voor de duur van het schoolplan namelijk 4 jaren. Wat betreft kwaliteitszorg wordt dezelfde cyclus gehanteerd. Dit schoolplan betreft de locatie Valkenburg, waarbij bij bepaalde thema’s ook kengetallen van de locatie Rijnsburg worden gegeven om een indruk te krijgen hoe de locatie Valkenburg zich verhoudt binnen de totale organisatie van de Dubbelburg. De indeling van het schoolplan 2013-2017 is afgestemd op het strategisch beleidsplan van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Duin- en Bollenstreek(OBODB) en de beleidsterreinen die wij belangrijk vinden voor onze schoolontwikkeling. Deze beleidsterreinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg( zie hoofdstuk 7). Dat betekent dat wij deze beleidsterreinen: 1. 2. 3.
Beschrijven Periodiek( laten) beoordelen Borgen en verbeteren
Wat beloven we? Doen wij wat we beloven?( hoofdstuk. 7) Wat moeten wij borgen en verbeteren? ( hoofdstuk7.10-7.14)
De onderscheiden beleidsterreinen komen overeen met de kwaliteitsaspecten die de Inspectie van het Onderwijs onderscheidt in haar toezicht kader. Tevens beschrijven wij in deze inleiding de competenties( in de geest van de wet Beroepen in het onderwijs) die wij hanteren voor de persoonlijke ontwikkeling van onze werknemers. Deze competenties vormen de rode draad in ons integraal personeelsbeleid(zie hoofdstuk 4). De beleidsterreinen en de competenties zijn logisch gekoppeld( zie schema) en afgeleid van de zeven bekwaamheidseisen in de wet BIO. Onze beleidsterreinen ( Kwaliteitszorg) Levensbeschouwelijk identiteit(3.3) Leerstofaanbod (3.4) Taalleesonderwijs(3.5) Rekenen en wiskunde (3.6) Sociaal emotionele ontwikkeling(3.7) Actief Burgerschap(3.8) ICT(3.9) Leertijd(3.10) Pedagogisch klimaat(3.11)
Onze competenties ( Integraal personeelsbeleid) Vakmatige beheersing
Pedagogisch handelen
Didactisch handelen(3.12)
Didactisch handelen
Actieve rol leerlingen(3.13) Schoolklimaat(5.3) Zorg en begeleiding(3.14) Passend onderwijs en afstemming(3.15) Opbrengst gericht werken (3.16)
Didactisch handelen Zorg voor leerlingen Opbrengstgerichtheid
Afgeleid van de wet BIO
Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Organisatorisch competent(4) Pedagogisch competent en interpersoonlijk competent (Didactisch en vakinhoudelijk competent(3) organisatorisch competent(4) interpersoonlijk competent(10 vakinhoudelijk competent(3)
Opbrengsten(3.17) Schoolleiding( 4.2) Beroepshouding(4.3) Professionalisering(4.4) Integraal personeelsbeleid Interne communicatie(5.4) Externe contacten(5.5) Contacten met ouders(5.6) Voor- en vroegschoolse educatie(5.7) Kwaliteitszorg(7.1) Wet- en regelgeving(7.2)
Opbrengstgerichtheid
Communicatie Communicatie Communicatie
NSA Competent in samenwerken(omgeving 6) Competent in samenwerken(collegae 5) Competent in reflectie en ontwikkeling(7) Competent in samenwerken(collegae 5) Competent in samenwerken(omgeving 6) Competent in samenwerken(omgeving 6)
Gerichtheid op kwaliteit
Competent in reflectie en ontwikkeling(7)
Professionele instelling
In dit schoolplan zijn hoofdstukken opgenomen die nader ingaan op de doelen die we stellen ten aanzien van de beleidsterreinen. In hoofdstuk 4 gaan we nader in op de rol en de functie van de onderscheiden competenties.
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Doelen en functie van het schoolplan Ons schoolplan beschrijft- binnen de kaders van het Strategisch beleidsplan van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Duin- en Bollenstreek( OBODB) in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van ambities( ‘ fase to plan’ ). Op basis van de huidige situatie hebben we diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten, en daarmee op onze verbeterdoelen( ‘ fase to check’ ) voor de komende 4 jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als verantwoordingsdocument( wat beloven we?) naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders, en als planningsdocument (wat willen we verbeteren?) voor de planperiode van 2014-2018. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak( zie hoofdstuk 7) willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen we steeds terugblikken, of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren.
1.2 Procedures voor het opstellen, vaststellen en levend houden van het schoolplan Het schoolplan is door de directie opgesteld in overleg met het team. De teamleden hebben meegedacht over de invulling van de diverse hoofdstukken. Het concept-schoolplan wordt voorgelegd aan de medezeggenschapsraad en het bestuur en eventuele aanvullingen en wijzigingen worden verwerkt. Het eindproduct wordt ter goedkeuring aan de medezeggenschapsraad en bestuur ter goedkeuring voorgelegd. Om tijdens de schoolplanperiode van 4 jaar het schoolplan ‘ levend’ te houden binnen het team zullen planmatig hoofdstukken van ons schoolplan met elkaar besproken worden. In mei wordt bijvoorbeeld ieder jaar een QuickScan gehouden onder de leerkrachten waarin zij 6 kwaliteitsaspecten beoordelen. Het e kwaliteitsaspect ‘ opbrengsten’ is ieder jaar het 7 kwaliteitsaspect. Op bestuursniveau is afgesproken het e kwaliteitsaspect’ evaluatie van de zorg’ als 8 component mee te nemen. e De resultaten van deze QuickScan worden besproken in de 1 vergadering van het nieuwe schooljaar waarin ook wordt teruggekeken op het jaarplan van het voorgaande jaar. Ook het nieuwe jaarplan wordt in deze vergadering besproken. Er is een duidelijke koppeling tussen de studiedagen en het jaarplan. De in het schoolplan geformuleerde ambities komen ter sprake in de gesprekkencyclus met de leerkrachten. De agenda van de onderwijskundige bouwvergaderingen wordt met name bepaald door de in het schoolplan beschreven ambities. In ieder geval wordt in de tweede medezeggenschapsvergadering van het jaar het jaarplan van het voorgaande jaar geëvalueerd en wordt het jaarplan voor het komende jaar toegelicht.
1.3 Verwijzingen Ons schoolplan is een rompplan. Daarom verwijzen we naar de volgende beleidsstukken:
Schoolgids Zorgplan WSNS ICT-beleidsplannen van de Dubbelburg en OBODB Strategisch beleidsplan Stichting Openbaar Onderwijs Duin- en Bollenstreek(OBODB) Meerjaren investeringsbegroting leermiddelen, i.c.t. en meubilair
Hoofdstuk 2 Schoolbeschrijving 2.1 Gegevens school Hoofdlocatie: Openbare basisschool de Dubbelburg Valkenhorst 2 2235 BW Valkenburg tel:071-4013963
[email protected] Dislocatie Valkenburg Duyfrak: Luit Katlaan 5 2235 SN Valkenburg tel:071-4019907 Dislocatie Rijnsburg: Nassaulaan 1 2231VW Rijnsburg tel: 071-4025244
2.2. Kenmerken directie en leraren De directie bestaat uit een directeur en 1 adjunct-directeur. De directeur heeft de masteropleiding schoolleider gevolgd. De adjunct-directeur heeft de verantwoordelijkheid voor de locatie Rijnsburg en is hierdoor ook, samen met de directeur, aanspreekpunt voor collega’s, ouders en kinderen. In het wekelijks directie(Management Team) overleg wordt schoolbeleid ontwikkeld en locatievergaderingen voorbereid. De school telt een intern begeleider die wordt bijgestaan door een remedial- teacher. De intern begeleider heeft de master Sen- opleiding gevolgd. De intern begeleider is ook actief als adjunct- directeur op de locatie Rijnsburg. Wekelijks is er overleg tussen de directeur en de intern begeleider. Ten aanzien van de zorgbreedte bespreekt de IB’ er de agendapunten in de locatievergadering. Het aantal teamleden is 25 in vol- en deeltijd. De leeftijdsopbouw wordt per locatie gegeven in onderstaand schema( stand van zaken per 1-1-2013). Het ziekteverzuim is laag; het gemiddelde percentage over de periode 2009-2013 is 3,2 voor het hele team. Per locatie betreft dit 2,8(locatie Rijnsburg) en 3,4(locatie Valkenburg).
Locatie Valkenburg Per 01-01-2013 Ouder dan 50 jaar Tussen 40 en 50 jaar Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar Totaal
Locatie Rijnsburg
MT 1
1
Onderwijs personeel(OP) 5 3 4 12
Onderwijsondersteunend personeel(OOP) 1
1
Per 01-01-2013 Ouder dan 50 jaar Tussen 40 en 50 jaar Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar Totaal
MT 1 (1)
Onderwijs personeel(OP) 5
Onderwijsondersteunend personeel(OOP) 1
1
1 2 8
1
2.3 Kenmerken leerlingen Onze school wordt bezocht door 259 leerlingen ( stand van zaken 1-10-2012) Onderstaand schema geeft het aantal leerlingen per locatie per groep en het aantal gewogen leerlingen op 1-08-2013) Locatie Valkenburg Groep 1 2 3 4 5 6 7 8 totaal Locatie Rijnsburg
Aantal leerlingen 11 24 24 19 18 27 19 18 160
Gewicht 0 0 0 0 0 0 0,3 0 0
Aantal 0 0 0 0 0 0 1 0 1
Groep 1 2 3 4 5 6 7 8 totaal
Aantal leerlingen 13 09 13 15 08 16 09 14 97
Gewicht 0 0 0 1,2 0 0 0,3 0,3
Aantal 0 0 0 1 0 0 3 3 7
In Valkenburg is een lager percentage leerlingen met een leerlingengewicht dan in Rijnsburg. Daarbij moet worden opgemerkt dat het aantal leerlingen met een leerlingengewicht op de beide locaties voornamelijk in de bovenbouwgroepen zit. Het leerlingengewicht neemt derhalve in de komende jaren sterk af. Voor zowel de groepen in Valkenburg als in Rijnsburg hebben we per groep specifieke kenmerken van kinderen in beeld gebracht en consequenties getrokken uit met name deze kenmerken. Het is duidelijk dat het onderwijsprogramma voor alle groepen van elkaar kunnen verschillen. Op beide locaties investeren we in de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. Op het gebied van taal wordt in Valkenburg extra ingezet op begrijpend lezen.
2.4 Kenmerken ouders en omgeving Onze school telt drie locaties. De hoofdlocatie in Valkenburg is wijk gebonden, terwijl de dislocatie aan de Luit Katlaan een dislocatie is gehuisvest in een nieuw schoolgebouw per 5 januari 2015. De leerlingen komen uit de directe omgeving van de school, maar een enkeling ook uit andere wijken in Valkenburg. De dislocatie Rijnsburg is ook een wijk gebonden locatie. De kinderen komen uit de directe nabijheid van de school.
Het opleidingsniveau van ouders op de locatie Valkenburg is gemiddeld mbo en hbo. Ouders zijn over het algemeen goed betrokken bij hun kinderen en de school. Het opleidingsniveau van ouders op de locatie Rijnsburg is gemiddeld lbo en mbo. Op deze locatie zijn meer gewichtenleerlingen hoewel dit aantal door nieuwe regelgeving is afgenomen. Ouders zijn over het algemeen minder betrokken bij de school en daarom besteedt de school veel aandacht om ouders te interesseren voor wat de school en voornamelijk de leerling doet. De volgende staten geven een indruk van het opleidingsniveau van ouders per locatie( 1-08-2013). Valkenburg Groep 1A 2A 1B 2B 3 4 5 6A 6B 7A 7B 8 totaal Per l.l. Rijnsburg Groep 1 2 3 4 5 6 7 8 Totaal Per l.l.
Aantal leerlingen/ouders 06/12 15/27 06/09 09/18 24/45 19/15 18/35 10/08 17/30 10/15 09/17 18/32 161/263 161
HBO+
MBO
<MBO
3 10 4 7 13 2 7 2 9 2 7 9 75(29%) 75 (47%)
5 8 2 5 13 17 18 10 12 8 6 14 128(49%) 128(80%)
3 7 3 5 9 5 5 5 2 2 3 5 54(21%) 54(34%)
Aantal leerlingen/ouders 10/17 12/20 13/24 15/23 08/16 16/29 09/16 14/24 97/ 171 97
HBO+
MBO
<MBO
02 03 08 05 04 07 01 04 34(20%) 34(35%)
07 10 12 06 06 19 07 13 80(47%) 80(82%)
07 05 04 12 06 03 08 07 52(30%) 52(54%)
Naast de uitkomsten van CITO- en methode gebonden toetsen worden conclusies uit bovenstaande schema’s meegenomen en het schooldoel, groepsdoel en het onderwijsaanbod bepaald.
2.5 Interne en externe ontwikkelingen In het kader van ons nieuwe schoolplan zien we voor de komende vier jaren een aantal kansen( intern en extern) en bedreigingen(intern en extern) voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen. We willen daarmee nadrukkelijk rekening houden in ons beleid en onze beleidskeuzen per locatie. Valkenburg INTERN
KANSEN Huisvesting in nieuwbouwwijk Duyfrak in Valkenburg, waardoor leerlingenaantal zal toenemen. Nieuwbouw aangepast aan de eisen van deze tijd.
BEDREIGINGEN Financiële situatie met als gevolg dat het gevaar bestaat dat er onvoldoende formatieruimte beschikbaar is om van deze locatie een concurrerende school te maken
EXTERN
Een nieuw samenwerkingsverband met minder bureaucratie en kortere lijnen om in te spelen op probleemsituaties. Samenwerking met peuterspeelzaal en KOK kinderopvang tot een Brede School
Beperkingen financiële middelen vanuit de overheid
Rijnsburg INTERN
KANSEN Kwaliteit genereren op het gebied van begeleiden van leerlingen met een leerachterstand. Betrokkenheid ouders vergroten
BEDREIGINGEN Daling van het aantal leerlingen in Rijnsburg. Minder financiële middelen
EXTERN
Samenwerking met peuterspeelzaal en KOK kinderopvang tot een Brede School Een nieuw samenwerkingsverband met minder bureaucratie en kortere lijnen om in te spelen op probleemsituaties.
Kosten huisvesting gebouw Rijnsburg
Per 1 augustus 2010 zijn de referentieniveaus van kracht geworden. De nieuwe methodes die zijn aangeschaft dekken in algemene zin de leerstof zoals beschreven in de referentieniveaus. Op termijn willen we aangeven waar de individuele leerling voor rekenen en taal staat ten opzichte van de referentieniveaus. Deze informatie zal nodig zijn voor de overdracht van leerlingen naar het voortgezet(speciaal) onderwijs. Voor elke vo-school zal daarmee direct duidelijk zijn wat onze leerlingen al wel en wat ze nog niet beheersen. Omdat er op dit moment nog geen toetsen zijn die de beheersing van de referentieniveaus in beeld brengen, kunnen wij deze gegevens nu nog niet verzamelen. Het streven is dit wel te doen zodra er de mogelijkheden voor zijn. Ons team zal zich de komende jaren verder oriënteren op de rol, betekenis, functies en inhoud van de referentieniveaus. Uitgangspunt zal zijn dat binnen de Dubbelburg op alle locaties de opbrengsten hoger komen te liggen dan het fundamentele (F1) niveau. Onze ambitie is dat minimaal 90% van het aantal leerlingen op de locatie Valkenburg het streefniveau (S1) bereikt. Voor de locatie Rijnsburg wordt de ambitie vertaald in 80% leerlingen op S1 niveau.
Hoofdstuk 3 Het onderwijskundig beleid 3.1 De missie/ visie van de stichting Openbaar Basisonderwijs Duin- en Bollenstreek (OBODB) Wij bieden uitstekend openbaar basisonderwijs aan elk kind dat onze scholen bezoekt. Kinderen en hun ouders komen voor ons op de eerste plaats. Het motto van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Duin- en Bollenstreek is: “ hart voor elkaar en hard voor de inhoud’ . 3.1.1 Missie van onze school Missie: Onze school is een openbare basisschool voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. Wij zijn een klassikaal georiënteerde basisschool maar gaan daarbij uit van passend onderwijs. ‘ Onderwijs op maat’ . Onze school staat in principe open voor alle leerlingen die aangemeld worden door hun ouders/ verzorgers. Het zorgprofiel is richtinggevend bij het aannemen van kinderen. Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal te ontwikkelen, zodat ze kunnen doorstromen naar een passende vorm van voortgezet onderwijs. Gelet op het eerste vinden we met name de vakken Taal en Rekenen van belang, en gezien het tweede besteden we veel aandacht aan het (mede) opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle burgers.
3.1.2 Slogan en Kernwaarden Openbare basisschool de Dubbelburg: de basis voor de toekomst! Onze kernwaarden tekenen onze school: 1. 2. 3. 4.
zelfstandigheid respect kritische grondhouding openheid
3.1.3 Streefbeelden Voor de komende 4 jaren zijn de volgende richtinggevende uitspraken van belang voor onze activiteiten en prioritering: 1. 2. 3. 4. 5.
Op onze school is er sprake van passend onderwijs binnen de daarvoor gestelde normen Alle medewerkers werken (samen) aan hun persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling Op onze school wordt opbrengst gericht gewerkt met name op de gebieden, lezen, rekenen en taal. Op onze school wordt systematisch(gestructureerd) aandacht geschonken aan de sociaal- emotionele ontwikkeling. Op onze school wordt systematisch aandacht geschonken aan alle vormen van lezen en leesbeleving.
In hoofdstuk 7 Kwaliteitsbeleid geven we in de jaarplannen aan op welke wijze wij deze streefbeelden de komen vier jaar willen verwezenlijken en vervolgens bewaken dan wel door willen ontwikkelen. 3.1.4
Missiebeleid
Om onze missie zichtbaar te houden, publiceren wij deze:
In onze schoolgids
Op onze website Nemen wij deze jaarlijks door op onze teamvergaderingen.
3.2 De visies van de school 3.2.1 Algemeen Ons onderwijs dient optimaal bij te dragen aan de cognitieve ontwikkeling van kinderen om hen te vormen tot kritische, zelfbewuste mensen met respect voor elkaar en hun omgeving. Het kind staat centraal. Door kennisoverdracht en vorming wordt het kind voorbereid op zijn of haar rol in de samenleving. Ieder naar eigen mogelijkheden en kwaliteiten. Het onderwijs moet inspelen op veranderingen in de samenleving en behoort actueel te zijn. De kinderen dienen zich veilig en geborgen te voelen op school en in de groep. De school biedt door middel van een goed leef- en werkklimaat de mogelijkheid van een doorgaande ontwikkeling van het kind. Deze ontwikkeling moet aansluiten bij de wereld van het kind. Van groot belang is het ontwikkelen van vaardigheden van onze leerlingen, zodat zij zich staande kunnen houden in een steeds veranderende maatschappij. 3.2.1.1 We proberen via ons onderwijs de gelijkwaardigheid van de mensen, ongeacht hun huidskleur, geloof of ontwikkeling, te benadrukken. Verdraagzaamheid is een primaire voorwaarde om hieraan te voldoen. 3.2.1.2 Levensbeschouwelijke identiteit Onze school is een openbare basisschool. De aandacht voor levensbeschouwelijke vorming is verweven in het onderwijs. Wel besteden we structureel en expliciet aandacht aan geestelijke stromingen(GLONDU-lessen). We zien een sterke relatie tussen levensbeschouwelijke vorming, sociaal emotionele ontwikkeling en actief burgerschap en sociale cohesie. We vinden het belangrijk, dat leerlingen op een goede wijze met elkaar omgaan en dat ze respect hebben voor de mening en visie van anderen. In relatie met de leerlingenpopulatie besteden we op de locatie Rijnsburg gericht aandacht aan de specifieke feesten die gerelateerd kunnen worden aan een bepaalde levensbeschouwing. 3.2.1.3 Lesgeven( pedagogisch- didactisch handelen) Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel er nauwelijks sprake is van onderscheid. Van belang daarbij is oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich kan ontwikkelen. Belangrijke pedagogische uitgangspunten zijn: zelfstandigheid, samenwerken, kritische zin. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang:
De leerlingen betrekken bij het onderwijs en in gesprek gaan met de leerlingen Onderwijs op maat geven; differentiëren Een kwalitatief goede instructie verzorgen( IGDI) Kinderen zelfstandig en samen laten werken
3.2.1.4 Zorg en begeleiding Onze school besteedt veel aandacht aan de zorg en begeleiding van de leerlingen. De ontwikkeling van de leerlingen wordt gevolgd met behulp van CITO -toetsen(cognitief) en VISEON(sociaal – emotioneel). De zorg richt zich op het wegwerken of verkleinen van onderwijsachterstanden(leerprestaties), het realiseren van een passend onderwijsaanbod voor het talentvolle kind en het verbeteren van de sociaal emotionele ontwikkeling.
De toets resultaten beschouwen we als indicatie voor deze ontwikkeling. We werken met groepsplannen, waarbinnen we oog hebben voor het individuele kind. De zorg richt zich op meerdere typen leerlingen. In de eerste plaats richt de zorg zich op leerlingen met een opvallende vaardigheidsscore of vaardigheidsscoreverloop. Opvallend is een score van D of E. Onze aandacht gaat voornamelijk uit naar de al dan niet behaalde groei in de vaardigheidsscore. In de groep- of leerlingbespreking bespreken we vooral dit aspect en bezien we welke acties ondernomen moeten/ kunnen worden. Daarnaast besteden we ook aandacht aan de ‘ gemiddelde C- leerling’ en de leerling die talentvol is en in de categorie A/ A+ scoort. In beginsel maken we een HP(handelingsplan) voor leerlingen met een E-score en voor leerlingen die te maken krijgen met een zeer sterke terugval in vaardigheidsscore. Ook is van toepassing een didactisch werkplan( voor de groep als geheel) en het individuele plan (voor een kind). In het individuele handelingsplan wordt ook onderscheid gemaakt tussen leerlingen die met behulp van een aparte leerlijn worden begeleid( OPP= onderwijsperspectief). Van deze leerlingen wordt in een vroeg stadium(groep 5/6) al bepaald op welk niveau de leerlingen uitstromen naar het voortgezet onderwijs. Op basis van deze uitstroom wordt de onderwijsinhoud bepaald. 3.2.2 Specifiek 3.2.2.1 Onderwijskundig concept Het onderwijs op de Dubbelburg is gebaseerd op klassikale aanbieding van het onderwijs, waarbij zowel in instructie als verwerking op niveaus wordt gedifferentieerd. Onze onderwijskundige speerpunten Onze school heeft een aantal principes vastgesteld voor kwalitatief goed onderwijs. Ten aanzien van ons onderwijs zoeken we een goede balans tussen de aandacht voor de cognitieve ontwikkeling en de sociaalemotionele van de kinderen. Van belang zijn de volgende aspecten: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De leertijd wordt effectief besteed. Het leren van de leerlingen staat centraal. De leerkrachten hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en laten dat merken. Leerlingen die dat nodig hebben krijgen extra aandacht. Er wordt gewerkt met het BHV-model(basisstof, herhalingsstof en verrijkingsstof). De leraren passen hun onderwijs aan gelet op de kwaliteiten van een kind, een groepje of de groep als geheel. 7. De leraren werken opbrengstgericht vanuit heldere doelstellingen. 8. Leerkrachten zorgen voor een ordelijk en gestructureerd klimaat dat geschikt is voor leren en onderwijzen. 9. De communicatie tussen de leerkracht en de leerlingen en tussen de leerlingen onderling verloopt geordend. 10. Het belang van de begeleidende en sturende rol van de leerkracht wordt onderkend. 11. De leraren zetten waar mogelijk aan tot het werken met behulp van ICT-middelen. 12. De zorg en begeleiding is een onderdeel van het handelen van de leraren.
3.2 Levensbeschouwelijk identiteit Onze school is een openbare basisschool. De aandacht voor levensbeschouwelijke vorming is verweven in het onderwijs. Wel besteden we structureel en expliciet aandacht aan geestelijke stromingen. We zien een sterke relatie tussen levensbeschouwelijke vorming, sociaal emotionele ontwikkeling, en actief
burgerschap en sociale cohesie. We vinden het belangrijk, dat leerlingen op een goede wijze met elkaar omgaan en dat ze respect 3.3 hebben voor de mening en visie van anderen. We besteden ook aandacht aan levensbeschouwing bij andere vakken. Onze ambities zijn: 1. We besteden expliciet aandacht aan geestelijke stromingen(GLONDU). 2. We besteden gericht aandacht aan de sociaal- emotionele ontwikkeling. 3. We besteden gericht aandacht aan actief burgerschap en sociale cohesie. 4. We laten leerlingen bewust kennismaken met de verschillen in de samenleving. 5. Op school besteden we aandacht aan religieuze feesten. Beoordeling(zie hoofdstuk 7.8) De ambities worden 1x per vier jaar beoordeeld door directie en het team door middel van de QuickScan van WMKPO. Verbeterpunten( zie hoofdstuk 7.9) Er zijn geen verbeterpunten.
3.4 Leerstofaanbod Op onze school gebruiken we eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen. De methodes worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leraren. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methode onafhankelijke en afhankelijke toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende ambities vastgesteld: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Onze methodes voldoen aan de kerndoelen en referentieniveaus(zie overzicht). We gebruiken taal en rekenen methode gebonden toetsen(zie overzicht). Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn. Het leerstofaanbod komt tegemoet aan relevante verschillen. Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling. De school besteedt aandacht aan actief burgerschap. Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT. Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs. Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs.
Beoordeling(zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1x per 4 jaar beoordeeld door de directie en het team door middel van een QuickScan van het instrument WMKPO. Verbeterpunten De methodes die ingezet worden voor de zaakvakken voldoen niet aan de door ons gestelde criteria. Het inzetten van de nieuwe taalmethode in de bovenbouwgroepen. Verhogen van het rendement met taal, vooral op het gebied van begrijpend lezen, woordenschat en lezen. Doorgaande lijn in technisch lezen voor de groepen 4 t/m 8.
Schema van vakken- methodes en toetsinstrumenten Vak Taal
Methode Veilig leren lezen Taal Actief
Lezen
Veilig leren lezen Tekstverwerken Technisch lezen** Wereld in getallen (WIG 4)
Rekenen
Geschiedenis* Aardrijkskunde* Natuur en techniek Schrijven Engels Tekenen Handvaardigheid Muziek Bewegingsonderwijs
Wijzer door de tijd Wijzer door de wereld Natuniek Pennestreken Groove me Tekenvaardig Handvaardig Textielvaardig Moet je doen Lessen bewegingsonderwijs voor de basisschool Kanjertraining
Toetsinstrumenten CITO spelling groep 3 Methode gebonden toetsen groep 3 t/m 8 CITO spelling groep 3 t/m 8 CITO-entree, CITO eindtoets LVS VLL groep 3 CITO- begrijpend lezen gr 4 t/m 8 Methode gebonden toetsen CITO rekenen groep 3 t/m 8 Methode gebonden toetsen groep 3 t/m 8 Methode gebonden toetsen Methode gebonden toetsen
Vervangen in 2017 2021
2017 2016 2015 2021
2014 2015
Methode gebonden toetsen
2020
Methode gebonden toets groep 7 en 8 Uitvoerend werk
jaarlijks
Observatie voor groepen 1/2 en 3 t/m 8
2018
2015
Soc. emotionele Viseon in de groepen 3 t/m 8 vorming * indien we kiezen voor een methode wereldverkenning dan wordt deze in 2014 aangeschaft. ** aanschaf methode technisch lezen door de hele school 3.5 Taalleesonderwijs Het vakgebied Nederlandse taal krijgt- mede op basis van de leerlingenpopulatie- veel aandacht in ons curriculum. We leren de kinderen taal om goed met anderen om te kunnen gaan en om effectief met elkaar te kunnen communiceren. Om de wereld om je heen goed te kunnen begrijpen is het nodig om de taal adequaat te leren gebruiken. Ook bij veel andere vakken heb je taal nodig. Binnen ons taalonderwijs werken we met op elkaar afgestemde leerlijnen op de taalonderdelen spelling, taal en woordenschat. Daarnaast besteden we apart aandacht aan technisch en begrijpend lezen. Het is immers belangrijk dat kinderen snel goed kunnen lezen, omdat ze daardoor de informatie bij de andere vakken sneller kunnen begrijpen en gebruiken.. (Zie leerstofaanbod). Het leesplezier wordt bevorderd door de schoolbibliotheek en het voorlezen. Vanaf groep 5 worden de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid verder ontwikkeld door het houden van spreekbeurten en het maken van werkstukken. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De school beschikt over een goede methode voor aanvankelijk leesonderwijs met veel differentiatiemogelijkheden. De school beschikt over goede (actuele) methodes voor taal, begrijpend lezen en technisch lezen. Het rooster verheldert voldoende welke taalonderdelen wanneer aan bod komen. De school verzorgt een gevarieerd aanbod technisch lezen in alle groepen (3 t/m 8). De school heeft normen vastgesteld voor het leesonderwijs. Kinderen die uitvallen op technisch lezen krijgen extra leertijd d.m.v. estafettelezen en tutorlezen.
7. 8.
De school beschikt over een Protocol Dyslexiebeleid. We laten kinderen taal beleven door extra activiteiten, zoals Kinderboekenweek , bezoek aan bibliotheek, verteltas en voorleeswedstrijd. 9. We gebruiken CITO -toetsen om de ontwikkeling van kinderen te blijven volgen. 10. Verdere verdieping op het compacten van de leerstof van hoogbegaafde leerlingen. 11. De leraren werken bij spelling en lezen met groepsplannen(HGW). 12. De leraren lezen dagelijks voor. Beoordeling(zie hoofdstuk 7.8) De ambities worden 1x per vier jaar beoordeeld door directie en het team door middel van de QuickScan van WMKPO. Verbeterpunten( zie hoofdstuk 7.9) * oriëntatie op de referentiekaders Taal * technisch lezen in de groep 4 t/m 8 ( aanschaf methode technisch lezen) * verrijking van het aanbod taal * compacten leerstof van hoogbegaafde leerlingen * dagelijks voorlezen 3.6 Rekenen en wiskunde Rekenen is naast lezen en schrijven, een van de basisvoorwaarden om te kunnen functioneren in onze maatschappij. Ons schoolrooster borgt, dat we expliciet aandacht besteden aan rekenen en wiskunde en aan het automatiseren van het geleerde. We vinden het belangrijk kinderen praktische rekenvaardigheid en creatief handelen bij te brengen(functionele gecijferdheid). Daarnaast is het van belang kinderen de leerlingen algemeen wiskundige inzichten, vaardigheden en wiskundig redeneren aan te leren als basis voor het vervolgonderwijs( schoolse gecijferdheid). Ook vinden we het van belang aandacht te besteden aan automatiseren en memoriseren. We gebruiken moderne methodes vanaf groep 1 en CITO -toetsen om de ontwikkeling van leerlingen te volgen. We werken met rekenen met groepsplannen om passend onderwijs te realiseren. Onze ambities zijn: 1. We beschikken over een moderne eigentijdse methode (groep 1 t/m 8) 2. In groep 1/2 wordt lesgegeven aan de hand van tussentijdse doelen 3. De leraren besteden structureel aandacht aan rekenen en wiskunde(rooster) 4. Automatiseringsoefeningen maken deel uit van iedere les automatiseren. 5. We volgen de ontwikkeling van de leerlingen met behulp van CITO- LVS. 6. Per groep hebben we voor de CITO -toetsen normen vastgesteld. 7. We gebruiken de methode gebonden toetsen systematisch. 8. De leraren beschikken over voldoende kennis en vaardigheden ten aanzien van de moderne rekendidactiek 9. De leraren stemmen, indien noodzakelijk de didactiek af op de groep Beoordeling(zie hoofdstuk 7.8) De ambities worden 1x per vier jaar beoordeeld door directie en het team door middel van de QuickScan van WMKPO. Verbeterpunten( zie hoofdstuk 7.9) *het volgen en toepassen van moderne rekendidactiek
3.7 Sociaal- emotionele ontwikkeling Het sociaal emotionele welbevinden van de leerlingen heeft veel invloed op hun totale functioneren. Onze school besteedt daarom structureel en systematisch aandacht aan de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen. De leerkrachten spreken kinderen regelmatig aan op hun welbevinden. We besteden veel aandacht aan de sociaal emotionele ontwikkeling omdat we onze kinderen willen opvoeden tot verantwoorde burgers. Ze moeten goed voor zichzelf kunnen zorgen en goed kunnen omgaan met de mensen en de wereld om hen heen. De ontwikkeling van de groep en de individuele leerlingen worden tijdens de groep(leerling)bespreking besproken.(leerkracht en IB-er). In deze gesprekken worden ook mogelijke aanpakken voor een groep of voor een individuele leerling besproken. Onze ambities zijn: 1. Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de sociaal- emotionele ontwikkeling(zie rooster) 2. In de groepen 1 t/m 8 wordt structureel de lessen Kanjertraining aangeboden. 3. Onze school beschikt over een LVS voor sociaal- emotionele ontwikkeling. 4. We beschikken over normen, als meer dan 25% van de leerlingen uitvalt op een bepaald aspect dan volgt actie door middel van een groepsplan. 5. Het schoolrapport geeft waarderingen voor aspecten van sociaal emotionele ontwikkeling. 6. De leerlingen vanaf groep 5 vullen jaarlijks de vragenlijst van VISEON in. 7. We koppelen de sociaal- emotionele ontwikkeling aan GLONDU en actief burgerschap. Beoordeling(zie hoofdstuk 7.8) De ambities worden 1x per vier jaar beoordeeld door directie en het team door middel van de QuickScan van WMKPO. Verbeterpunten( zie hoofdstuk 7.9) * Het structureel aanbieden van Kanjertraining * Realiseren van een nieuw schoolrapport waar sociaal emotionele vorming een belangrijk onderdeel van uitmaakt
3.8 Actief Burgerschap en sociale cohesie Leerlingen groeien op in een steeds complexere, pluriforme maatschappij. Onze school vindt het van belang om haar leerlingen op een goede wijze hierop voor te bereiden. Leerlingen maken nu ook al deel uit van de samenleving. Allereerst is kennis van belang. Vanuit onze identiteit vinden we het eveneens belangrijk dat leerlingen op een bewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect hebben voor anderen maar ook naar anderen omzien. In de school leren wij leerlingen daarom goed samen te leven en samen te werken met anderen. Wij willen leerlingen brede kennis over en verantwoordelijkheidsbesef meegeven voor de samenleving. Onze ambities zijn: 1. We voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol omgaan met zichzelf, de medemens en de omgeving. 2. We voeden onze leerlingen op tot mensen die actief betrokken willen zijn op de samenleving en die willen samenwerken 3. We voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van en respect hebben voor andere opvattingen en overtuigingen. We richten ons op de algemene ontwikkeling en geven onze leerlingen culturele bagage mee voor het leven. 5. We gebruiken methodische lessen uit de methodes van geschiedenis, aardrijkskunde en kanjertraining. 6. Kinderen in groep 7/8 volgen het jeugdjournaal.
Beoordeling(zie hoofdstuk 7.8) De ambities worden 1x per vier jaar beoordeeld door directie en het team door middel van de QuickScan van WMKPO. Verbeterpunten( zie hoofdstuk 7.9) Er zijn geen verbeterpunten
3.9 ICT ICT neemt een steeds belangrijkere plaats in. De maatschappij van nu vraagt van onze leerlingen ICT- kennis en vaardigheden, daarom leren we onze leerlingen planmatig om te gaan met ICT-middelen. De leraren gebruiken ICT in hun lessen en borgen, dat de leerlingen aan de slag kunnen gaan met de computer en ICT-programma’s en de bijbehorende software. Onze ambities zijn: 1. De leraren maken optimaal gebruik van het digitale schoolbord 2. De leerlingen kunnen werken met word, Excel en PowerPoint(gr.8) 3. De leerlingen werken met software bij taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie(project) 4. De leerlingen kunnen een werkstuk maken met een verzorgde lay-out 5. De leerlingen zijn vertrouwd met internet 6. De leraren geven opdrachten die het gebruik van internet stimuleren 7. We beschikken over een internetprotocol 8. We beschikken over een ICT- beleidsplan 8. De leraren beschikken over voldoende ICT-kennis en vaardigheden 9. De school beschikt over technisch en inhoudelijk goed werkende hard – en software 10. Nieuwe ontwikkelingen te volgen en waar mogelijk op in te spelen 11. De school besteedt projectmatig aandacht aan het omgaan met sociale media Beoordeling(zie hoofdstuk 7.8) De ambities worden 1x per vier jaar beoordeeld door directie en het team door middel van de QuickScan van WMKPO. Verbeterpunten( zie hoofdstuk 7.9) * structureel uitvoeren van ICT-beleidsplan * de leraren beschikken over voldoende ICT- kennis en vaardigheden * optimaal gebruik van digibord 3.10 lleertijd Op onze school willen we de leertijd effectief besteden. Omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we ze voldoende leertijd geven om zich het leerstofaanbod eigen te maken. In principe trachten we zo alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Onze ambities zijn: 1.Leraren bereiden zich schriftelijk voor: programma en tijd(en). 2.Leraren zorgen voor een effectief klassenmanagement(voorkomen van verlies leertijd). 3.Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd ingepland. 4.Leraren beschikken over een expliciet week- en dag rooster. 5.Leraren hanteren heldere roosters. 6.Leraren variëren de hoeveelheid leertijd per vakgebieden afhankelijk van de onderwijsbehoeften van de kinderen en nemen dit op in het rooster.
Beoordeling(zie hoofdstuk 7.8) De ambities worden 1x per vier jaar beoordeeld door directie en het team door middel van de QuickScan van WMKPO. Verbeterpunten( zie hoofdstuk 7.9) * Differentiatie in leertijd per vakgebied aangeven op rooster
3.11 Pedagogische klimaat We willen graag dat kinderen zich thuis en veilig voelen, alleen dan kan een kind zich goed ontwikkelen. We creëren daarom een ongedwongen en open sfeer met wederzijds respect en begrip voor de omstandigheden waarin de ander verkeert. De leerkrachten zijn van groot belang binnen een goed pedagogisch klimaat binnen de school. Zij hebben een opvoedende taak. We hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider(coach) die ervoor zorgt dat de leerlingen het werk alleen zelfstandig, maar ook samen met anderen kunnen doen. We hanteren duidelijke regels en ambities: 1. De leraren zorgen voor een ordelijke leeromgeving. 2. De leraren zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving. 3. De leraren gaan positief en belangstellend met de leerlingen om. 4. De leraren zorgen voor interactie tussen en met de leerlingen. 5. De leraren bieden de leerlingen structuur. 6. De leraren zorgen voor veiligheid. 7. De leraren hanteren de afgesproken regels en afspraken. Beoordeling( zie hoofdstuk 7.8) De ambities worden 1 keer per vier jaar beoordeeld door directie en team door middel van de QuickScan van WMKPO. Verbeterpunten(zie hoofdstuk 7.9) Het nakomen van afgesproken regels en afspraken. Vergroten van de structuur in de groep 3.12 Didactisch handelen Op onze school geven de leraren op een effectieve wijze gestalte aan adaptief onderwijs. We geven onderwijs op maat, en daarom differentiëren we bij de instructie en de verwerking( zowel naar inhoud als naar tempo). We stimuleren leerlingen om samen te werken om van en met elkaar te leren. Onze ambities zijn: 1. De leraren hanteren het model van effectieve instructie(IGDI). 2. De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden. 3. De leraren zorgen dat er meerdere oplossingsstrategieën worden aangeboden. 4. De leerlingen werken zelfstandig samen. 5. De leraren geven ondersteuning en hulp op maat. 6. De leraren laten de leerlingen hun werk zoveel mogelijk zelf corrigeren. 7. De leraren zorgen voor leerstofdifferentiatie. 8. De leraren zorgen voor tempodifferentiatie. 9. De leraren evalueren de les met de leerlingen.
Beoordeling( zie hoofdstuk 7.8) De ambities worden een keer per vier jaar beoordeeld door directie en team door middel van QuickScan van WMKPO. Verbeterpunten( zie hoofdstuk 7.9) 1. Aanbieden van oplossingsstrategieën 2. Differentiëren op tempo en leerstof 3. Structureel evalueren van de les met de leerlingen 3.13 Zorg en begeleiding We streven ernaar, dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen, moet het onderwijsproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. In de eerst e plaats moeten de leraren daarom de kinderen goed kennen( Wat is hun niveau? Wat zijn de kenmerken van de leerlingenpopulatie?). daarna moeten de leerlingen goed gevolgd worden; hoe verloopt het ontwikkelproces? Daar waar nodig volgt zorg en begeleiding. Deze zorg kan gericht zijn op leerlingen die wat minder kunnen, maar ook op leerlingen die wat meer kunnen. Om het ontwikkelproces te volgen, hanteren we het CITO-LVS. Leerlingen met een E- of D-score, leerlingen die sterk terugvallen en leerlingen met een A+ score komen in aanmerking voor extra zorg. De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leraar. De intern begeleider heeft een coördinerende taak. Onze ambities zijn: 1. De leraren kennen de leerlingen. 2. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 3. Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind. 4. Externe partners worden- indien wenselijk- betrokken bij de zorg voor leerlingen. 5. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 6. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard en de zorg voor de zorgleerlingen. 7. De school voert de zorg planmatig uit. 8. De school gaat zorgvuldig de effecten van de zorg na. 9. De intern begeleider coördineert de zorg en de begeleiding. Beoordeling( zie hoofdstuk 7.8) De ambities worden 1 keer per vier jaar beoordeeld door directie en team door middel van QuickScan van WMKPO. Verbeterpunten(zie hoofdstuk 7.9) 1. Vaardigheid in het analyseren van CITO-LVS gegevens vergroten 2. Kennis van het instrument ontwikkelingsperspectief (DOTCOM) vergroten 3. Planmatig handelen 4. Ouders nog meer betrekken bij de (extra) zorg voor hun kind 3.14 Passend onderwijs(afstemming) Op onze school geven we passend onderwijs; onderwijs dat is afgestemd op de mogelijkheden en talenten(= de onderwijsbehoeften) van de leerlingen. In beginsel laten we ieder kind toe, maar soms is het beter als een kind elders geplaatst wordt. In samenwerking met WSNS willen we komen tot een zorgprofiel, waarin duidelijk is vermeld welke zorg we wel en welke zorg we niet kunnen bieden, en welke leerlingen met een bepaalde handicap door ons opgevangen kunnen worden. We trachten door uitgebreide differentiatie passend onderwijs te verwezenlijken. Onze leraren stemmen zoveel mogelijk hun handelen af op de onderwijsbehoeften van hun leerlingen. Onze ambities zijn:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De leraren volgen de ontwikkeling van de leerlingen regelmatig. De leraren signaleren specifieke onderwijsbehoeften van hun leerlingen. De leraren benoemen de specifieke onderwijsbehoeften van hun leerlingen. De leraren clusteren leerlingen met een vergelijkbare onderwijsbehoefte. De leraren stellen een didactisch werkplan op. De leraren voeren het didactisch werkplan adequaat uit. De leraren stemmen instructie en verwerking af op de clusters(leerlingen). De leraren stemmen hun aanbod af op de clusters(leerlingen).
Onze leraren werken met groepshandelingsplannen(GHP) bij rekenen, technisch lezen, spelling en begrijpend lezen. In deze groepshandelingsplannen is uitgewerkt welke kinderen, welke aandacht nodig hebben en hoe dit in de praktijk concreet wordt gemaakt. Jaarlijks wordt bij de overdracht naar het volgende leerjaar in de groepsoverdracht van de IB’ er en de vorige en toekomstige leerkracht ook vastgesteld wat de onderwijsbehoefte is van de groep en indien nodig het individuele kind. In overleg met IB ’er en directie kan van de op het lesrooster vastgestelde aantal uren worden afgeweken indien blijkt dat de groep dat nodig heeft. De al eerder vermelde basisvakken krijgen indien nodig meer lesuren toegewezen. Onderwijsbehoeften van de leerlingen Zoals eerder aangegeven heeft de Dubbelburg twee leerlingenpopulaties met verschillende leerlingengewichten. Veel kinderen maken gebruik van de tussen schoolse opvang, terwijl er relatief weinig leerlingen gebruik maken van een voor- en naschoolse opvang. Dit is van toepassing op de beide locaties Valkenburg en Rijnsburg. Als de kinderen als 4 jarigen worden aangemeld bij onze school dan vullen ouders een inschrijfformulier in waarin wij onder andere ook vragen naar specifieke aspecten waar we in het onderwijs rekening mee moeten houden. Ook vragen we inzage in informatie uit de voorschoolse periode. Na een wenperiode houden leerkracht(en) en ouders een evaluatief gesprek over de ontwikkeling van het kind. De kleuter wordt nu nog geobserveerd aan de hand van de KIJK-lijst om de ontwikkeling van het kind in kaart te brengen.. Tijdens de gehele kleuterperiode wordt de observatielijst gebruikt. Bij kinderen die later worden aangemeld houden we een intakegesprek met ouders en vragen we de onderwijskundige gegevens van de vorige school op. Afhankelijk van de wens van de ouders en het verloop plannen we een aantal evaluatiegesprekken. In de periode dat de kinderen bij ons op school zitten volgen we de kinderen. De resultaten van de leerlingen ( methode gebonden- en methode overstijgende toetsen) zijn hierbij belangrijk. Dit zijn de ‘harde’ gegevens. Daarnaast nemen we ook de ‘ zachte’ gegevens waar: hoe leert deze leerling. Deze gegevens zijn de basis om de onderwijsbehoeften in kaart te brengen. Vanuit deze onderwijsbehoeften zal he leren voor een kind, vorm moeten krijgen. De vorm geldt soms voor de hele groep, maar specifiek ook voor de individuele leerling. Voor de leerkracht geldt dat hij de vorm moet aanpassen op de volgende aspecten: 1. 2. 3. 4. 5.
Instructie: visueel, herhaling, voordoen/ nadoen Leertijd: meer leertijd(hogere doelen) of minder leertijd(lagere doelen) Feedback: competentie verhogend, grenzen stellend en beloningen Structurering van de opdracht: plaatjes, letters, kleine eenheden, afdekken e.d. Aanpassing omgeving: rustige omgeving en samenwerking in groepjes
We kiezen ervoor de onderwijsbehoeften van kinderen te clusteren in een groepshandelingsplan dat tijdens de reguliere lessen wordt uitgevoerd. Als het nodig is omdat er in het kader van een groepsplan geen mogelijkheden zijn, wordt gekozen voor een individueel handelingsplan. In dit geval komt het voor dat kinderen een van de groep afwijkend programma volgen voor een of meerdere vakgebieden.
De kinderen die een groepshandelingsplan of een individueel handelingsplan volgen staan vermeld op het door ons gehanteerde groepsoverzicht dat structureel deel uitmaakt van de groepsadministratie van iedere groep. Beleid meer begaafde leerlingen(hoogbegaafden) Kinderen die voor de CITO -toetsen begrijpend lezen, rekenen, spelling, hoge vaardigheidsscores(A+) halen krijgen verrijkingsstof aangeboden. Ook kan het voorkomen dat kinderen die niet aan deze criteria voldoen, bijvoorbeeld door onderpresteren, met verrijkingsstof werken. Het ontwikkelingsperspectief Leerlingen waarvan vaststaat dat ze maximaal niveau groep 7 halen( en dus de doelen van groep 8 niet zullen realiseren) krijgen een ontwikkelingsperspectief(OPP). Het OPP wordt opgesteld na een IQ-test of op basis van drie voorafgaande CITO -toetsuitslagen. We geven een OPP niet te vroeg( vanaf groep 5), maar ook niet te laat. het OPP bevat de einddoelen en tussendoelen per vak en het VO-perspectief. Daarnaast wordt verwezen naar een handelingsplan waarin concreter staat hoe de leraar de doelen gaat realiseren. Een OPP wordt tweejaarlijks geëvalueerd( IB ’er, leerkracht en ouders). In beginsel proberen we OPP’s te voorkomen door het lesgeven vroegtijdig aan te passen aan de onderwijsbehoeften van het kind. Door het intensiveren van het aanbod, de tijd en/ of de instructie proberen we leerlingen bij de groep te houden. Lukt dat niet dan krijgt het kind een OPP en daarmee een eigen leerlijn. Verbeterpunten: 1. Format zorgprofiel afstemmen met WSNS 2. Format OPP afstemmen met WSNS 3. Compacten leerstof voor de hoogbegaafde leerling
3.15 Opbrengst gericht werken Op onze school werken we met opbrengst gericht werken. Daarbij richten we ons op de gemiddelde vaardigheidsscore op de CITO -toetsen. De resultaten van de groepen worden ingevoerd in DOTCOM en zijn in het CITO-lvs programma zichtbaar. IB’ er gebruikt DOTCOM en LVS om de resultaten te bewaken, te bespreken in de groepsbespreking en te bespreken in het zorgteam. Per CITO -toets is een doel vastgesteld. In bepaalde gevallen is deze afgeleid van de inspectienormen( zie Analyse en waardering opbrengsten primair onderwijs) en waar dat niet het geval is, hebben we zelf doelen vastgesteld. In de module opbrengsten van het instrument WMKPO beschikken we over een overzicht van de toetsen en de gestelde doelen. Bij de bespreking van de groep wordt de uitslag van de toets( de gehaalde gemiddelde vaardigheidsscore) vergeleken met de norm( de gewenste gemiddelde vaardigheidsscore). Als de gewenste score structureel onder de gewenste score is, worden er door de IB’ er en de leraar interventies afgesproken. Deze kunnen zijn: 1. Meer tijd besteden aan dat vak/vormingsgebied 2. Instructie wijzigen en verbeteren; consequent directe instructie toepassen 3. Meer automatiseren 4. Differentiatie aanpassen De schoolleiding en de intern begeleider voeren vervolgens klassenconsultaties uit om te observeren, of het de leraar lukt om de interventies toe te passen en te bepalen of de interventies effect hebben. Leraren worden ook in de gelegenheid gesteld bij elkaar te kijken in de groep. In de bouwvergaderingen vindt collegiale consultatie plaats.
3.16 Opbrengsten van ons onderwijs Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven naar zo hoog mogelijke opbrengsten met name
op het gebied van taal, rekenen en sociaal- emotionele ontwikkeling. We achten het dan ook van groot belang dat leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend vervolgonderwijs. Onze ambities zijn dan ook: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten op grond van hun mogelijkheden. De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten op grond van hun mogelijkheden. De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden op grond van hun mogelijkheden. Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar. De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs. De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs.
Voor een overzicht van de kengetallen( en de analyse daarvan) verwijzen we naar…… a. b. c. d. e. f.
Overzicht scores eindtoetsen Overzicht kengetallen sociaal- emotionele ontwikkeling Overzicht tussentoetsen Overzicht kengetallen m.b.t. leerlingen met een speciale behoefte Overzicht kengetallen doorstroming Overzicht kengetallen adviezen VO
Hoofdstuk 4 Personeelsbeleid 4.1Organisatorische doelen We hebben duidelijk hoe het personeelsbestand er (kwantitatief en kwalitatief) uitziet, en wat wenselijk is op een termijn van vier jaar en welke acties er ondernomen worden om het gewenste personeelsbestand dichterbij te brengen. De gewenste situatie is afgeleid van onze missie, visie en afspraken. Aangezien de locatie Rijnsburg verweven is met de organisatie van de Dubbelburg, bestaande uit 3 locaties is in onderstaand schema de locatie Rijnsburg opgenomen met daarnaast de kengetallen voor Valkenburg
Taken en functies
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Aantal personeelsleden Verhouding man- vrouw LA-leraren LB-leraren Aantal IB ‘ers RT-specialist Opleiding schoolleider Rekenspecialist ICT-specialist Onderwijsassistent Lees coördinator Cultuur coördinator
Valkenburg Huidige situatie Gewenste 2012-2013 situatie 20142018 9 12 0-9 2-10 9 7 0 2 1 1 1 2 1 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1
Rijnsburg Huidige situatie Nieuwe situatie 2012-2013 2014-2018 7 8 1-6 7 0 1 1 1 0 1 0 1 0
8 2-6 5 2 1 1 1 1 1 1 1 1
De consequenties van onze organisatorische doelen zijn opgenomen in ons Plan van Aanpak( 2014-2018) en komen standaard aan de orde bij de POP-ontwikkeling en in de voortgangsgesprekken. Beleid met betrekking tot LA- LB- functies( de functiemix) Hiervoor verwijzen we naar het bestuursbeleid. 4.2 Schoolleiding De schoolleiding wordt gevormd door de directeur en de adjunct-directeur van de locatie Rijnsburg. Kenmerkend voor de schoolleiding is, dat ze zich richt op het zorgen voor goede communicatie en op het adequaat organiseren van de gang van zaken op school. Niet minder belangrijk is het onderwijskundig leiderschap van de directie. De directie wil adaptief leiding geven, dat betekent dat ze daar waar nodig en noodzakelijk rekening houdt met verschillen tussen leraren. Onze ambities zijn: 1. De schoolleiding is deskundig. 2. De schoolleiding ontwikkelt beleid op grond van strategische keuzes. 3. De schoolleiding kan beleid operationaliseren en implementeren. 4. De schoolleiding accepteert teamleden zoals ze zijn. 5. De schoolleiding wordt door de teamleden geaccepteerd. 6. De schoolleiding geeft teamleden voldoende ruimte. 7. De schoolleiding geeft teamleden het gevoel dat ze iets kunnen. 8. De schoolleiding communiceert in voldoende mate en op een goede wijze met het team. 9. De schoolleiding schept voorwaarden voor een functioneel en plezierig werkklimaat.
10. De schoolleiding stimuleert eigen initiatieven van teamleden. 11. De schoolleiding ondersteunt teamleden in voldoende mate. 12. De schoolleiding heeft vertrouwen in het kunnen van teamleden. 13. De schoolleiding heeft voldoende delegerend vermogen. 14. De schoolleiding heeft een doelmatig systeem voor beheer en organisatie opgezet. 15. De schoolleiding organiseert de dagelijkse gang van zaken adequaat. Beoordeling( zie hoofdstuk 7.8) De ambities worden 1x per 4 jaar beoordeeld door de directie Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.9) * systematisch toepassen van de kwaliteitscyclus
4.3 Beroepshouding Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het om de volgende ambities: 1. Handelen overeenkomstig de missie en visie van de school 2. Zich collegiaal opstellen 3. Zich verantwoordelijk voelen voor de school, de leerlingen en elkaar 4. Met anderen kunnen en willen samenwerken 5. Hun werk met anderen bespreken 6. Zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten 7. Genomen besluiten loyaal uitvoeren 8. Aanspreekbaar zijn op resultaten en op het nakomen van afspraken 9. Gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen 10. Anderen kunnen en willen begeleiden of helpen 11. Beschikken over reflectieve vaardigheden
Beoordeling( zie hoofdstuk 7.8) De ambities worden 1x per 4 jaar beoordeeld door de directie Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.9) * werk met anderen bespreken * beschikken over reflectieve vaardigheden * zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten 4.4 Integraal personeelsbeleid- professionalisering Het integraal personeelsbeleid van onze school richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie(s) van de school, en aan de ambities per beleidsterrein. Op basis van de beleidsterreinen hebben wij competenties vastgesteld.( in de geest van de wet BIO) en de afspraken omgezet in criteria( zie ook voorwoord). Deze criteria staan op competentielijstjes. Onze school vindt de volgende competenties richtinggevend voor de ontwikkeling van de medewerkers: 1. Gerichtheid op kwaliteit 2. Vakmatige beheersing 3. Gebruik leertijd 4. Pedagogisch handelen 5. Didactisch handelen
6. Zorg voor leerlingen 7. Opbrengstgerichtheid 8. Professionele instelling 9. Communicatie 10. Omgang met ICT 11. Handelen vanuit de identiteit We zetten de volgende instrumenten in om de (persoonlijke) ontwikkeling van de medewerkers vorm te geven, dat zij in toenemende mate gaan voldoen aan de criteria op de competentielijsten. In alle instrumenten staan daarom de gekozen competenties met de daarbij behorende criteria centraal. 4.5 Instrumenten voor personeelsbeleid Onze school hanteert diverse instrumenten voor integraal personeelsbeleid. We zetten deze instrumenten in om de leraren te ontwikkelen. De kernvraag bij ons personeelsbeleid is: hoe zorgen we ervoor dat de leraren de geformuleerde ambities gaan beheersen. Onze instrumenten zijn:
4.5.1 Beleid m.b.t. stagiaires Voor de aanwas van nieuwe leerkrachten vinden wij het van belang een bijdrage te leveren in de ontwikkeling van aankomende leerkrachten, daarom bieden wij stagiaires van de PABO’s de gelegenheid om ervaring op te doen. Jaarlijks wordt binnen het team geïnventariseerd welke leerkracht een stagiaire of LIO-er in de klas wil begeleiden. Het aantal plaatsingsmogelijkheden wordt doorgegeven aan de PABO’s. Mogelijk stagiaires worden uitgenodigd voor een gesprek met de coördinator(=(adjunct)directeur).Als na het gesprek de partijen positief zijn, dan worden nadere afspraken gemaakt. Voor de beoordeling van stagiaires maken wij gebruik van de beoordelingsinstrumenten van de opleidingsschool. 4.5.2 Werving en selectie Wij gaan bij werving en selectie uit van de kaders in het IPB-plan. Sollicitanten worden bevraagd aan de hand van de competenties die wij van belang vinden. Sollicitanten moeten de mate van beheersing kunnen aantonen( bij voorkeur via bekwaamheidsdossier en portfolio). 4.5.3 Introductie en begeleiding Nieuwe leraren krijgen een mentor( een meer ervaren collega). Deze mentor begeleidt de nieuwe collega aan de hand van de competenties van school. Daarmee wordt de nieuwe collega op de hoogte gesteld van de missie, visies en de ambities van de school. Nieuwe leraren ontwikkelen een POP dat zich richt op het leren beheersen van de competenties. 4.5.4 Taakbeleid Op onze school krijgen alle leerkrachten elk schooljaar taken toebedeeld. De taken zijn onderverdeeld in lesgevende taken, groepstaken en deskundigheidsbevordering(zie normjaartaak). Elk jaar wordt bekeken of de taken voor het beheer van de school, werkgroepen etc goed verdeeld zijn over de verschillende leerkrachten. Daarbij wordt uitgegaan van wensen en sterke kanten van personeelsleden. Tenslotte worden er jaarlijks afspraken gemaakt over deskundigheidsbevordering. 4.5.5 Collegiale consultatie Collega’s komen bij elkaar in de klas om van elkaar te leren ook kan op deze wijze gekeken of de gestelde ambities en competenties. 4.5.6 Klassenbezoek De directie legt jaarlijks bij ieder teamlid een klassenbezoek af. Bij het klassenbezoek wordt gebruik gemaakt van de kijkwijzer met betrekking tot een bepaald thema en of de leraar op een correcte wijze uitvoering geeft
aan het persoonlijk ontwikkelingsplan(POP). Na afloop van het klassenbezoek volgt een voortgangsgesprek. 4.5.7 Persoonlijk Ontwikkelingsplan(POP) Iedere werknemer stelt jaarlijks een POP op. De inhoud hiervan is gebaseerd op hetgeen de werknemer scoort op de lijst van competenties. De uitvoering van het POP wordt geobserveerd tijdens klassenbezoeken en de voortgang komt aan de orde bij het voortgangsgesprek.
4.5.8 Het bekwaamheidsdossier Alle werknemers beschikken over een bekwaamheidsdossier. Deze dossiers zijn deels opgeslagen in school en deels op internet. Het dossier bestaat uit: - afschriften van diploma’s en certificaten - competentielijst - persoonlijke ontwikkelingsplannen(internet) - gespreksverslagen 4.5.9 Voortgangsgesprekken De directie voert jaarlijks het voortgangsgesprek met alle medewerkers. We beschikken op bestuursniveau over een regeling voortgangsgesprek. Tijdens dit gesprek staat het POP centraal. Op basis van het POP wordt gekeken naar verbeterdoelen in relatie tot de school verbeterdoelen. Aan de orde komen onder andere: werkdruk, loopbaanwensen, scholing, taakbeleid en mobiliteit. 4.5.10 Deskundigheidsbevordering Scholing komt aan de orde bij de voortgangsgesprekken. Medewerkers kunnen kiezen voor persoonlijke scholing gerelateerd aan de persoonlijk ontwikkelplan( en schooldoelen). Daarnaast organiseert de directie teamgerichte scholing. Deze scholing richt zich voornamelijk om onderwerpen die te maken hebben met missie, visie en de doelen van de school. In de regel volgt het team een keer per jaar teamgerichte scholing. Data voor de scholing worden in de jaarplanning opgenomen en ieder teamlid is daarbij aanwezig. De scholing wordt verwerkt in de normjaartaak onder deskundigheidsbevordering(internet). Gevolgde teamscholing 2010-2013 Jaar
thema 2010-2011
2011-2012
2012-2013
Rijnlands model(APS) BAS(adaptief onderwijs) Nieuwe methode Taal Actief 4 Omgaan met digibord Rijlands model( APS) Nieuwe methode WIG4 Opbrengst gericht werken(o.a.OPP)
organisatie Studiedag(en)/teamvergadering
Studiedag(en)/ teamvergadering
Studiedag(en)/ teamvergadering
4.5.12 Teambuilding Op onze school organiseren we diverse typen vergaderingen( zie hoofdstuk 5, interne communicatie), waarin we met elkaar overleggen over onderwerpen die inhoudelijk of organisatorisch van belang zijn. De eenheid van het team wordt ook versterkt door gezamenlijke momenten van nascholing. Daarnaast zijn er ook informele communicatiemomenten. We drinken ’s ochtends gezamenlijk koffie en thee en nemen kort de zaken door die
van belang zijn op die dag. In de middagpauze lunchen we gezamenlijk. Rond Kerst en aan het eind van het schooljaar wordt een gezellig samenzijn georganiseerd.
4.5.13 Beoordelingsgesprekken Er bestaat een regeling gesprekkencyclus van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Duin- en Bollenstreek. Hierin is het beoordelingsgesprek ook opgenomen. Tot op heden is nog geen beoordelingsgesprek gevoerd als onderdeel van deze gesprekkencyclus. Er worden wel beoordelingsgesprekken gevoerd van een tijdelijke naar een vaste benoeming of bij de overgang naar een andere functie of bij niet- functioneren. 4.6 Verzuimbeleid Een zieke werknemer meldt zich ziek bij de adjunct-directeur( tevens locatieleider). Deze regelt de vervanging. De werknemer meldt zich beter bij de adjunct-directeur die de informatie doorgeeft aan de directeur. Bij langduriger verzuim wordt de werknemer opgeroepen bij de ARBO-arts. Bij kort veelvuldig verzuim wordt een verzuimgesprek gehouden met de (adjunct) directeur. Eventueel wordt de personeelsmedewerker van het bestuur geïnformeerd en participeert in het traject. Langdurig verzuim wordt afgehandeld conform de Wet Poortwachter. De re-integratie voor wat betreft het functioneren op school valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur. Bij ziekte wordt naast de informele contacten door collegae door de directie contact onderhouden met de betrokkene. Regelmatig wordt een kaart of een bloemetje gestuurd namens het team. Beoordeling( zie hoofdstuk 7.8) De ambities worden 1x per 4 jaar beoordeeld door de directie Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.9) * Uitvoeren van beoordelingsgesprekken als onderdeel van gesprekkencyclus * uitvoering geven aan teambuildingsactiviteiten * frequenter klassenbezoek aan de hand van gestelde verbeterpunten
Hoofdstuk 5 Organisatie en beleid 5.1 Organisatiestructuur en cultuur Bij deze stichting zijn 10 openbare scholen in Noordwijk, Katwijk, Noordwijkerhout, Teylingen, Lisse en Hillegom aangesloten. Binnen de stichting is ook een AZC- school, die onderdeel uitmaakt van obs de Dubbelburg, alsmede een Talent-school, die onderdeel uitmaakt van Obs de Jutter. Deze stichting wordt bestuurd door een algemeen bestuur van 5 personen, Het stichtingsbestuur is als bevoegd gezag verantwoordelijk voor de instandhouding van het openbaar onderwijs in de Duin- en Bollenstreek en voor het geven van onderwijs conform de kenmerken van openbaar onderwijs. Het bestuur heeft gekozen voor een bestuur op afstand en heeft daarnaast een toezichthoudende rol. Het gemeentelijk toezicht wordt uitgeoefend door een Gemeentelijk Toezichtsorgaan, waarin wethouders van de deelnemende gemeenten zitting hebben. Per school geeft de directie( directeur en adjunct-directeuren) leiding aan de school. De directie is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en het beleid en de uitvoer daarvan. De directie wordt bijgestaan door een ICT ’er ( ook bovenschools actief). Het MT wordt gevormd door de directeur en adjunctdirecteuren, waarvan er een ook actief is als Intern begeleider. De school heeft de beschikking over een ouderraad en een MR. Op stichtingsniveau is een GMR actief. De schoolleiding streeft ernaar de school te ontwikkelen tot een lerende organisatie, tot een school met een professionele schoolcultuur. Daarom worden er jaarlijks studiedagen voor het gehele team ingeroosterd. Speerpunt is de ontwikkeling van leraren tot nog betere leraren. Daartoe legt de directie klassenbezoeken af en worden er nagesprekken gevoerd. De directie heeft de intentie om beleid te formuleren m.b.t. collegiale consultatie. Kenmerken van een professionele cultuur zijn wat ons betreft: 1. Feedback geven en krijgen 2. Elkaar vertrouwen durven geven en van daaruit zelfverantwoordelijkheid nemen 3. Goede communicatie 4. Goede vergaderstructuur 5. Nakomen van afspraken 6. Bereidheid om van elkaar en met elkaar te leren De organisatie van obs de Dubbelburg wordt gevormd door: directeur, adjunct- directeur, 9 leerkrachten, 2 conciërges
5.2 Structuur(groeperingsvorm) De school gaat uit van een leerstofjaarklassensysteem, waarbij ook combinatieklassen gevormd kunnen worden. Op de locatie Rijnsburg zijn alleen combinatieklassen. De indeling van klassen vindt op basis van overleg met leerkracht, intern begeleider en ouders plaats. De school hanteert criteria voor het plaatsen van leerlingen. Uiteindelijk beslist de directie over de groepssamenstelling. De instructie vindt in de groep gedifferentieerd plaats. Het komt regelmatig voor dat leerlingen uit andere groep(en) lessen met andere groep(en) meemaken. Voor een groep kunnen maximaal 2 leerkrachten staan. Deze parttimers zijn dan samen verantwoordelijk voor het bereiken van de doelen van de groep en de uitvoering van het onderwijsprogramma. Parttimers zijn verplicht zorg te dragen voor een goed overleg. Het administratiesysteem DOT.COM biedt hier goed mogelijkheden voor. Naast het wekelijks schriftelijk doorgeven van relevante informatie maken zijn een
afspraak op welke wijze zij ook mondeling met elkaar de stand van zaken doornemen. Mondeling overleg moet minimaal 1x per 2 weken plaatsvinden. Leerkrachten zijn inzetbaar op de beide locaties afhankelijk van de noodzaak en/ of een leerkracht goed functioneert binnen een groep, uitdaging ziet in het werken met een groep en zich verder professioneel ontwikkelt. Bij het maken van een formatieplan gaan we ervan uit dat niet meer dan 2 vaste leerkrachten voor een groep staan en dat er voldoende ondersteuning wordt aangeboden voor een ‘ zorggroep’ of een extreem grote groep. Het kan voorkomen dat een leerkracht met de groep meegaat naar het volgend schooljaar. Bij de totstandkoming van het formatieplan wordt de medezeggenschapsraad nauw betrokken. Het uiteindelijke formatieplan van de school wordt in de medezeggenschapsraad gepresenteerd. 5.3 Schoolklimaat( sociale veiligheid) Onze school heeft met de ARBO-Unie een Arbo-contract afgesloten. Het beleid is erop gericht om uitval van leerkrachten te voorkomen. Bij langdurige uitval stelt de bedrijfarts een probleemanalyse op. De directeur en de zieke leerkracht stellen vervolgens een plan van aanpak(re-integratieplan) op. Tevens bestaat de mogelijkheid voor overleg met de bedrijfsarts en de personeelsmedewerker in het overleg van het Sociaal Medisch Team(SMT). We hechten veel belang aan een gezond leef- en werkklimaat in en rondom de school. We beschikken over een logboek voor het bijhouden van onderhoud en het melden van eventuele ongevallen op de speeltoestellen. De brandweer heeft een gebruiksvergunning afgegeven en daarmee de school veilig verklaard. Op de school is een calamiteitenplan aanwezig. 5.4 De interne communicatie Op onze school vinden we interne communicatie van groot belang. Het gaat erom betrokkenheid te creeeren van de medewerkers op het werk en het schoolgebeuren om op die manier de kwaliteit van de school te optimaliseren. Daarom zorgt de directie voor een heldere vergaderstructuur. Onze ambities zijn: 1. We werken met de volgende vergadercyclus: 6 locatievergaderingen, 1 algemene teamvergadering(gehele organisatie) 2. Het MT vergadert wekelijks 3. De OR vergadert 1 x per 8 weken 4. De MR vergadert maandelijks(om de maand in aanwezigheid van de directeur als vertegenwoordiger van het bestuur) 5. We gebruiken effectieve communicatiemiddelen zoals, postvak en e-mail, notulen vergaderingen Bij communicatiegedrag vinden we belangrijk dat: 1. Zaken op de juiste plaats worden besproken 2. Vergaderingen worden goed voorbereid 3. Actieve deelname tijdens vergaderingen 4. In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf 5. We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren feedback van anderen Beoordeling Een keer per vier jaar door directie en leraren
Verbeterpunten * actieve deelname tijdens vergaderingen * het geven van respectvolle feedback en feedback accepteren van anderen
5.5 Communicatie met externe instanties We streven naar samenwerking met instanties in de gemeente. We onderhouden daarom structurele contacten met deze instanties. Hierdoor halen we expertise binnen, waardoor we goed kunnen samenwerken aan de opvoeding en ontwikkeling van de kinderen. De externe instanties zorgen voor advies, hulp en ondersteuning. Dit komt de kwaliteit van het onderwijs en de schoolorganisatie ten goede. De externe instanties waar we contacten mee onderhouden zijn: 1.Voorschoolse voorziening; Peuterkring Eigen Wijs 2.Scholen voor voortgezet onderwijs 3.OA (Onderwijsbegeleidingsdienst) 4.PABO: Den Haag, Leiden en INHOLLAND(Den Haag) 5.WSNS Duin en Bollenstreek 6.Gemeente Katwijk 7.Buitenschoolse opvang KOK kinderopvang 8.Basisscholen in Katwijk( directeurenconvent) 9.Oranjevereniging Katwijk(Rijnsburg) Beoordeling Een keer per vier jaar door directie en leraren Verbeterpunten Er zijn geen verbeterpunten 5.6 Communicatie met de ouders Goede contacten met ouders vinden wij van zeer groot belang. Ouders zien wij als gelijkwaardige gesprekspartners. Voor de leraren zijn de bevindingen van de ouders belangrijk om het kind goed te kunnen begeleiden. Voor de ouders is het van belang om goed geïnformeerd te zijn/worden over de ontwikkeling van hun kind. Onze ambities zijn: 1. Ouders worden betrokken bij schoolactiviteiten 2. Leraren stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van de ouders 3. Ouders ontvangen informatie over de actuele gang van zaken 4. Ouders worden betrokken bij de zorg die wij geven aan hun kind 5. Ouders en kinderen worden goed voorbereid op het voortgezet onderwijs 6. Leraren stimuleren ouders tot onderwijsondersteunend gedrag in de thuissituatie
Beoordeling Een keer per vier jaar door directie en leraren Verbeterpunten * verhogen van de ouderbetrokkenheid bij schoolactiviteiten * ouders meer betrekken bij de zorg die wij geven aan het kind
5.6.1 Begeleiding naar VO-scholen Door de gehele school vanaf groep 2 volgen we de ontwikkeling van het kind door onder andere de tussentoetsen van CITO. In groep 7 mondt dit uit in het afnemen van de CITO-entreetoets. Naast de gegevens van de voorgaande jaren uit het LVS vormt de uitslag van de entreetoets een indicatie welke richting van het voortgezet onderwijs tot de mogelijkheden gaat behoren. Aan het begin van het schooljaar informeren we de ouders van groep 8 leerlingen over de inhoud van “het protocol voortgezet onderwijs’ waarin onder andere het hele tijdpad is omschreven. Tevens informeren we ouders over de diverse vormen van voortgezet onderwijs en de procedure voor aanmelding bij het voortgezet onderwijs. Tijdens het eerste 10-minutengesprek met de ouders bespreken we de entreetoets, waarin we tevens ons voorlopig schooladvies voor het voortgezet onderwijs onderbouwen. Het gesprek met de leerling over de entreetoets vindt daarna plaats In januari bespreken we met de ouders en de leerling het definitieve schooladvies. Op basis van dit advies raden we ouders aan bij de diverse scholen voor voortgezet onderwijs te gaan kijken. Hiervoor organiseren de scholen voor voortgezet onderwijs open dagen. In de maanden december t/m februari verspreiden we onder de ouders een brochure van het ministerie, de regionale schoolgids en een info krant over de CITO -toets. De CITO- eindtoets wordt afgenomen in februari. Indien de uitslag van de CITO-eindtoets afwijkt van het advies van de school dan gaan we een gesprek aan met de ouders.. In een schema ziet het tijdpad er als volgt uit: Eind groep 7: Entreetoets Opstellen voortgezet-onderwijsadvies Informatieavond voortgezet onderwijs voor ouders Bespreken uitslag Entreetoets en voortgezet-onderwijsadvies in eerste 10-minutengesprek groep 8 met ouders
Bespreken uitslag Entreetoets met de leerling
Tweede 10-minutengesprek met ouders + leerling samen. Schoolkeuze wordt meegedeeld aan de leerkracht CITO-Eindtoets Schriftelijke aanmelding voortgezet onderwijs naar de leerkracht Opstellen en opsturen van het aanmeldingspakket voortgezet onderwijs Bevestiging van aanmelding + plaatsing Via de WMKPO houdt de school de resultaten bij van oud-leerlingen in het VO. Op basis van deze resultaten kan de school de advisering aanpassen als blijkt dat er grote verschillen zijn tussen de advisering en het bereikte resultaat(schoolniveau) 5.7 Voor- en vroegschoolse Educatie Onze school heeft een samenwerkingsverband met de Peuterkring Eigen Wijs die in het pand is gehuisvest.
Deze samenwerking staat nog in de kinderschoenen, maar zou in de toekomst moeten groeien naar een vorm waarin regelmatig overleg bestaat tussen het onderwijsaanbod(i.v.m. doorgaande lijn) en begeleiding. Tot nu toe is meestal sprake van een ‘ koude’ overdracht. Een ‘ warme’ overdracht is nu alleen van toepassing als er sprake is van ‘ specifieke’ zorg. Onze ambities zijn: 1. We beschikken over doorgaande leerlijnen qua aanbod 2. Het pedagogisch handelen is op elkaar afgestemd 3. De zorg en de begeleiding zijn op elkaar afgestemd 4. Er is altijd sprake van een ‘ warme’ overdracht Beoordeling Een keer per vier jaar door directie en leraren Verbeterpunten Alle verbeterpunten zijn verwoord in de ambities 5.8 Buitenschoolse opvang Voor voor- en naschoolse opvang is een samenwerking met KOK- kinderopvang. Per half jaar wordt door directie en KOK- kinderopvang de voortgang besproken.
Hoofdstuk 6 Financieel beleid Hoofdstuk 6.1 Lumpsum financiering en ondersteuning Het bestuur en de scholen maken gebruik van administratiekantoor OSG-Leiden. Dit kantoor behartigt zowel de financiële als personele zaken. De scholen hebben ook rechtstreeks contact met OSG over verzuim, vervangingen, verlofberekeningen, afwikkelen van nota’s en overzichten. De scholen stellen samen met de beleidsmedewerker financiële zaken van OBODB hun jaarlijkse exploitatie-, investerings- en hun meerjarenbegroting op. De begrotingen worden opgesteld aan de hand van de inkomsten van het Rijk. Een gedeelte van de inkomsten wordt door het bestuur afgeroomd voor de inzet van bovenschools beleid. Er zijn diverse beleidsstukken in gebruik of ontwikkeling zoals, verdeling budgetten P&A, frictiefonds, vermogensvorming etc. De directie heeft tot taak binnen de begrotingen te blijven en allen na overleg en toestemming mogen de begrotingen overschreden worden. De overzichten van de uitgaven zijn per kwartaal beschikbaar in de managementrapportage. Ook kan de directie op ieder gewenst moment de uitgaven van de school opvragen. De beleidsmedewerker financiële zaken houdt toezicht op de uitgaven. De inzet van het personeel wordt jaarlijks besproken in het directieberaad en met de beleidsmedewerker personele zaken van OBODB. Ook hier geldt dat de school de formatie moet inzetten binnen de middelen die het Rijk beschikbaar stelt. Fricties op het personele vlak zijn bespreekbaar en worden collectief beoordeeld of extra inzet nodig is. Hoofdstuk 6.2 Externe geldstromen Over het algemeen worden externe geldstromen beschikbaar gesteld door rijk en/ of gemeente in de vorm van doelsubsidies(geoormerkte gelden). Zoals het er nu naar uitziet zijn er voor de Dubbelburg geen subsidies beschikbaar in de komende vier jaar. Indien een subsidie wordt ontvangen dan wordt deze gebruikt voor het bestemde doel en legt de school verantwoording af voor de besteding van de gelden. Het aangaan van subsidie en verplichtingen gaat in overleg met het bestuur. Hoofdstuk 6.3 Interne geldstromen De Ouderraad ontvangt vrijwillige ouderbijdragen van ouders voor het organiseren van activiteiten. Per schooljaar stelt de penningmeester de begroting op en tijdens de jaarlijkse ouderavond wordt verantwoording afgelegd voor de besteding van de gelden. Hoofdstuk 6.4 Sponsoring Het ministerie van Onderwijs heeft een convenant afgesloten met achttien organisaties. Binnen dit convenant werken wij. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan een bevoegd gezag, directie, leraren, niet onderwijzend personeel of leerlingen. De sponsor verwacht hiervoor een tegenprestatie bijvoorbeeld het noemen van de naam in de schoolkrant, nieuwsbrief en/ of website. Indien sprake is van sponsoring en de school een sponsorovereenkomst aangaat, dan is zij verplicht deze voor te leggen aan de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Hoofdstuk 6.5 Begrotingen Voor de begrotingen verwijzen we naar de overzichten die opgenomen staan in de meerjarenbegroting van het bestuur van de Stichting OBODB.
Hoofdstuk 7 Kwaliteitsbeleid Hoofdstuk 7.0 Kwaliteitszorg We onderscheiden kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na( zie de ambities bij de verschillende beleidsterreinen) en we zorgen ervoor, dat de kwaliteit op peil blijft; we beoordelen de ambities systematisch en cyclisch en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we de kwaliteit. Van belang is ook, dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan integraals personeelsbeleid. We streven ernaar, dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze medewerkers. Onze ambities zijn: 1. We hebben inzicht in de kenmerken van onze leerlingenpopulatie 2. We beschikken over ambities bij diverse beleidsterreinen 3. We beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is, dat de verschillende ambities minstens een keer per vier jaar worden beoordeeld( hoofdstuk 7.9) 4. We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leraren 5. We werken planmatig aan verbeteringen( schoolplan, jaarplan, jaarverslag) 6. We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn 7. We borgen onze kwaliteit ( op schrift stellen van afspraken) 8. We rapporteren aan belanghebbenden(inspectie, bevoegd gezag en ouders) 9. We waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen 10. In het managementcontract dat wordt afgesloten tussen directeur en schoolbestuur wordt door de directeur aangegeven op welke wijze hij vorm en inhoud geeft aan de kwaliteit van het onderwijs. Het managementcontract is onderdeel van de jaarlijkse gesprekscyclus tussen directeur en schoolbestuur. Beoordeling Een keer per vier jaar door directie en leraren Verbeterpunten 1. Evaluatiemomenten inplannen om planmatig werken te verbeteren 2. Op schrift stellen van onze plannen om de kwaliteit te borgen 3. Rapporteren aan belanghebbenden 7.1Wet- en regelgeving De volgende documenten worden in het kader van wet- en regelgeving samengesteld: schoolgids waaronder de jaarkalender 1x per jaar naar inspectie schoolplan 1 x per 4 jaar naar inspectie urenoverzicht per schooljaar: wordt opgenomen in de jaarkalender zorgplan naar inspectie
7.2 Terugblik schoolplan 2010-2014 Het schoolplan wordt geëvalueerd aan de hand van het jaarplan(4x) en het jaarverslag(4x) met MR en wordt het nieuwe jaarplan vastgesteld(MR).
Onderwerp Soc. Veiligheid ouders Soc. Emotionele ontwikkeling Opbrengst gericht werken
2010-2011
2011-2012
Inzet LVS VISEON
personeelsbeleid leerstofaanbod
Nieuwe rekenmethode
leerstofaanbod
Onderwijskundig jaarplan
2012-2013 Enquête ingezet
invoering
2013-2014 Verhogen deelname uitvoering
Onderwijsbehoefte l.l. bepalen In kaart brengen tussen en eindopbrengsten DOTCOM en CITO Verlaging ziekteverzuim uitvoering
uitvoering
Nieuwe taalmethode
Invoering nieuwe taalmethode in groep 6
vervolg
vervolg
Doel bereikt evaluatie
7.3 Strategisch beleid De stichting Openbaar Onderwijs Duin- en Bollenstreek heeft een vernieuwd Strategisch Beleidsplan. De Dubbelburg zal hier de komende 4 jaar op aansluiten.
7.4 Analyse inspectierapport In het schooljaar 2012-2013 heeft de inspectie de beide locaties van de Dubbelburg onderzocht en de ervaringen weergegeven in een tweetal verslagen. Aangezien de beide locaties ieder apart een object van toezicht is een tweetal verschillende inspectierapporten tot stand gekomen. Voor de locatie Rijnsburg meldt de inspectie de volgende verbeterpunten: -verhogen van de leeropbrengsten -inzicht in schoolbrede opbrengsten -diepgaande analyse van toets gegevens -verbeteren kwaliteitszorg -planmatig werken
7.5 Analyse oudervragenlijst De laatste afgenomen ouderenquête Sociale Veiligheid is afgenomen in februari 2013. Voor de locatie Rijnsburg: 75 enquêtes zijn uitgezet, waarvan er 7 zijn geretourneerd. Ook dit aantal is onvoldoende om conclusies te trekken voor de gehele school. Voor de locatie Valkenburg: 125 enquêtes zijn uitgezet, waarvan er 15 zijn geretourneerd. Dit aantal is onvoldoende om conclusies aan de antwoorden te verbinden. Met de MR is overleg gevoerd op welke wijze we de ouderbetrokkenheid op de beide locaties kunnen vergroten.
7.6 Analyse leerlingenvragenlijst In april 2013 is op de beide locaties de vragenlijst sociale veiligheid afgenomen. Voor de locatie Rijnsburg werd duidelijk dat de regels onvoldoende eenduidig met leerlingen werden gecommuniceerd. Voor de locatie Valkenburg geven leerlingen aan dat zij zich over het algemeen veilig voelen binnen de school, maar de regels waren niet altijd even duidelijk. Voor de beide locaties geldt dat leerkrachten de enquête ook hebben ingevuld en met die kinderen in gesprek zijn gegaan waarbij de uitkomsten grote verschillen vertoonden. 7.7 Analyse lerarenvragenlijst In mei 2011 is de vragenlijst sociale veiligheid voor leerkrachten afgenomen. Op een schaal van 1-4 scoorde de sociale veiligheid hoog: 3,65. In mei 2014 wordt de vragenlijst leraren afgenomen. De resultaten worden opgenomen in het jaarverslag 2013-2014 en eventuele verbeterpunten worden opgenomen in het jaarplan 2014-2015. 7.8 Het evaluatieplan In de schoolplanperiode van vier jaar worden alle beleidsterreinen- zoals aan bod gekomen in dit schoolplanmet een zekere regelmaat- geëvalueerd. Welk beleidsterrein wanneer wordt beoordeeld ( geëvalueerd) , staat aangegeven in onderstaand schema. De opbrengsten evalueren we jaarlijks. In onze jaarplannen nemen we steeds op welke beleidsterreinen wanneer in het jaar geëvalueerd wordt. Over de uitkomsten van de evaluaties wordt gerapporteerd aan het bevoegd gezag en de ouders.
Onze beleidsterreinen(kwaliteitszorg) Levensbeschouwelijk identiteit(3.3) Leerstofaanbod (3.4) Taalleesonderwijs(3.5) Rekenen en wiskunde (3.6) Sociaal emotionele ontwikkeling(3.7) Actief Burgerschap(3.8) ICT(3.9) Leertijd(3.10) Pedagogisch klimaat(3.11) Didactisch handelen(3.12) Actieve rol leerlingen(3.13) Schoolklimaat(5.3) Zorg en begeleiding(3.14) Passend onderwijs en afstemming(3.15) Opbrengst gericht werken (3.16) Opbrengsten(3.17) Schoolleiding( 4.2) Beroepshouding(4.3) Professionalisering(4.4) Integraal personeelsbeleid Interne communicatie(5.4) Externe contacten(5.5) Contacten met ouders(5.6) Voor- en vroegschoolse educatie(5.7) Kwaliteitszorg(7.1) Wet- en regelgeving(7.2)
2013-2014
2014-2015
2015-2016
2016-2017 x
x x x x x x x x x
x x
x
x
x x
x x
x x x
x x x x x x x x x
x x x
x x
7.9 Kwaliteitsprofiel- onze mogelijke verbeterpunten Voor het vaststellen van onderstaande( mogelijke) verbeterpunten is gebruik gemaakt van: 1. Het zorgplan WSNS 2. Het ICT- beleidsplan 3. Het integraal Personeelsbeleidsplan 4. De verschillende hoofdstukken in dit schoolplan( zie verbeterpunten per hoofdstuk) 5. De verslagen van de diverse vergaderingen 6. Analyse van: inspectierapporten, ouder-, leerlingen- en lerarenvragenlijst
Onze beleidsterreinen(kwaliteitszorg) Levensbeschouwelijk identiteit(3.3) Leerstofaanbod (3.4)
Mogelijke verbeterpunten
Zaakvakken voldoen niet aan gestelde criteria Leerlijn technisch lezen aan de hand van nieuwe methode voor gr. 4 t/m 8 implementeren nieuwe taalmethode in de bovenbouwgroepen. Verhogen van het rendement met taal, vooral op het gebied van begrijpend lezen, woordenschat en lezen.
Taalleesonderwijs(3.5)
oriëntatie op de referentiekaders Taal technisch lezen in de groep 4 t/m 8 ( aanschaf methode technisch lezen) verrijking van het aanbod taal verrijking leerstof talentvolle leerlingen structureel voorlezen
Rekenen en wiskunde (3.6)
volgen toepassen van moderne rekendidactiek
Sociaal emotionele ontwikkeling(3.7)
Het structureel aanbieden van Kanjertraining Kengetallen verzamelen hoeveel IHP’ s en GHP’ s per jaar worden uitgevoerd.
ICT(3.9)
structureel uitvoeren van ICT-beleidsplan de leraren beschikken over voldoende ICT- kennis en vaardigheden
Leertijd(3.10)
differentiatie in leertijd per vakgebied aangeven op rooster
Pedagogisch klimaat(3.11)
nakomen van afgesproken regels en afspraken. vergroten van de structuur in de groep
Didactisch handelen(3.12)
aanbieden van oplossingsstrategieën differentiëren op tempo en leerstof evalueren van de les met de leerlingen
Zorg en begeleiding(3.13)
Vroegtijdig signaleren van zorg en het bepalen ervan systematisch volgen en analyseren van de voortgang in de ontwikkeling van leerlingen vaardigheid in het analyseren van CITO-LVS gegevens vergroten kennis van het instrument ontwikkelingsperspectief (DOTCOM) vergroten planmatig handelen ouders nog meer betrekken bij de (extra) zorg voor hun kind
Passend onderwijs en afstemming(3.14)
Implementeren OPP Aanpassen format OPP aan WSNS
Toepassen zorgprofiel Opbrengst gericht werken (3.15)
Directe en gedifferentieerde instructie
Opbrengsten(3.16)
analyseren van toetsgegevens verhogen van de leeropbrengsten inzicht in schoolbrede opbrengsten
Schoolleiding( 4.2)
systematisch toepassen van de kwaliteitscyclus planmatig werken werk met anderen bespreken beschikken over reflectieve vaardigheden
Beroepshouding(4.3)
Integraal personeelsbeleid
Uitvoeren van beoordelingsgesprekken als onderdeel van gesprekkencyclus
Interne communicatie(5.4)
actieve deelname tijdens vergaderingen het geven van respectvolle feedback en feedback accepteren van anderen
Contacten met ouders(5.6) Voor- en vroegschoolse educatie(5.7)
verhogen van de ouderbetrokkenheid bij schoolactiviteiten ouders meer betrekken bij de zorg die wij geven aan het kind doorgaande leerlijnen qua aanbod Het pedagogisch handelen is op elkaar afgestemd De zorg en de begeleiding zijn op elkaar afgestemd Er is altijd sprake van een ‘ warme’ overdracht
Kwaliteitszorg(7.1)
Uitvoeren kwaliteitscyclus
Wet- en regelgeving(7.2)
Aanpassen schoolgids
De verbeter- en ontwikkelpunten zijn ondergebracht in diverse plannen van aanpak voor de komende 4 jaren
7.10 PLAN VAN AANPAK SCHOOLJAAR 2013-2014
Onze beleidsterreinen(kwaliteitszorg)
Verbeter- en ontwikkelpunten
Leerstofaanbod (3.4)
aanschaf methode wereldoriëntatie verhogen van het rendement met taal, vooral op het gebied van begrijpend lezen, woordenschat en lezen.
Taalleesonderwijs(3.5)
oriëntatie op de referentiekaders Taal implementatie taalmethode in groep 7 en 8 technisch lezen in de groep 4 t/m 8 compacten leerstof talentvolle leerlingen structureel voorlezen
Rekenen en wiskunde (3.6)
oriëntatie op referentiekaders Rekenen toepassen van moderne rekendidactiek
Sociaal emotionele ontwikkeling(3.7)
structureel aanbieden Kanjertraining analyse kengetallen sociaal emotionele ontwikkeling(VISEON)
ICT(3.9)
structureel uitvoeren van ICT-beleidsplan leraren beschikken over voldoende ICT- kennis en vaardigheden
Leertijd(3.10)
differentiatie in leertijd per vakgebied aangeven op rooster
Pedagogisch klimaat(3.11)
vergroten van de structuur in de groep
Didactisch handelen(3.12)
aanbieden van oplossingsstrategieën differentiëren op tempo en leerstof evalueren van de les met de leerlingen
Zorg en begeleiding(3.13)
vaardigheid in het analyseren van CITO-LVS gegevens vergroten kennis van het instrument ontwikkelingsperspectief (DOTCOM) vergroten planmatig handelen onderwijs op maat aan de hand van ontwikkeling leerling ouders nog meer betrekken bij de (extra) zorg voor hun kind
Passend onderwijs en afstemming(3.14)
implementeren OPP aanpassen format OPP aan WSNS toepassen zorgprofiel
Opbrengst gericht werken (3.15)
gedifferentieerde instructie(IGDI)
Opbrengsten(3.16)
verhogen van de leeropbrengsten inzicht in schoolbrede opbrengsten diepgaande analyse van toets gegevens
Schoolleiding( 4.2)
systematisch toepassen van de kwaliteitscyclus
Beroepshouding(4.3)
werk met anderen bespreken beschikken over reflectieve vaardigheden
Integraal personeelsbeleid
gesprekkencyclus scholing taakbeleid
Interne communicatie(5.4)
actieve deelname tijdens vergaderingen het geven van respectvolle feedback en feedback accepteren van anderen
Contacten met ouders(5.6)
verhogen van de ouderbetrokkenheid bij schoolactiviteiten ouders meer betrekken bij de zorg die wij geven aan het kind
Voor- en vroegschoolse educatie(5.7)
doorgaande leerlijnen qua aanbod pedagogisch handelen is op elkaar afgestemd de zorg en de begeleiding zijn op elkaar afgestemd er is altijd sprake van een ‘ warme’ overdracht
Kwaliteitszorg(7.1)
uitvoering kwaliteitscyclus
Wet- en regelgeving(7.2)
schoolgids aanpassen
7.11 PLAN VAN AANPAK SCHOOLJAAR 2014-2015
Onze beleidsterreinen(kwaliteitszorg)
Verbeter- en ontwikkelpunten
Leerstofaanbod (3.4)
aanschaf methode voortgezet technisch lezen verhogen van het rendement met taal, vooral op het gebied van begrijpend lezen, woordenschat en lezen.
Taalleesonderwijs(3.5)
oriëntatie op de referentiekaders Taal technisch lezen in de groep 4 t/m 8 verrijking leerstof talentvolle leerling structureel voorlezen
Rekenen en wiskunde (3.6)
volgen toepassen van moderne rekendidactiek
Sociaal emotionele ontwikkeling(3.7)
Het structureel aanbieden van Kanjertraining
ICT(3.9)
structureel uitvoeren van ICT-beleidsplan de leraren beschikken over voldoende ICT- kennis en vaardigheden verbeteren website
Leertijd(3.10)
differentiatie in leertijd per vakgebied aangeven op rooster
Pedagogisch klimaat(3.11)
nakomen van afgesproken regels en afspraken. vergroten van de structuur in de groep
Didactisch handelen(3.12)
aanbieden van oplossingsstrategieën differentiëren op tempo en leerstof evalueren van de les met de leerlingen
Zorg en begeleiding(3.13)
vaardigheid in het analyseren van CITO-LVS gegevens vergroten kennis van het instrument ontwikkelingsperspectief (DOTCOM) vergroten planmatig handelen ouders nog meer betrekken bij de (extra) zorg voor hun kind
Passend onderwijs en afstemming(3.14)
Implementeren OPP
Opbrengst gericht werken (3.15)
gedifferentieerde instructie(IGDI)
Opbrengsten(3.16)
analyseren van toets gegevens verhogen van de leeropbrengsten inzicht in schoolbrede opbrengsten diepgaande analyse van toets gegevens
Schoolleiding( 4.2)
systematisch toepassen van de kwaliteitscyclus vastleggen informatie
Beroepshouding(4.3)
werk met anderen bespreken beschikken over reflectieve vaardigheden
Integraal personeelsbeleid
uitvoeren van beoordelingsgesprekken als onderdeel van gesprekkencyclus taakbeleid
Interne communicatie(5.4)
actieve deelname tijdens vergaderingen het geven van respectvolle feedback en feedback accepteren van anderen
Contacten met ouders(5.6)
verhogen van de ouderbetrokkenheid bij schoolactiviteiten ouders meer betrekken bij de zorg die wij geven aan het kind
Voor- en vroegschoolse educatie(5.7)
doorgaande leerlijnen qua aanbod pedagogisch handelen is op elkaar afgestemd de zorg en de begeleiding op elkaar afstemmen er is altijd sprake van een ‘ warme’ overdracht
Kwaliteitszorg(7.1)
toepassen kwaliteitscyclus vastleggen informatie
7.12 PLAN VAN AANPAK SCHOOLJAAR 2015-2016
Onze beleidsterreinen(kwaliteitszorg)
Verbeter- en ontwikkelpunten
Leerstofaanbod (3.4)
aanschaf methode geschiedenis verhogen van het rendement met taal, vooral op het gebied van begrijpend lezen, woordenschat en lezen.
Taalleesonderwijs(3.5)
oriëntatie op de referentiekaders Taal verrijking van het aanbod taal
Rekenen en wiskunde (3.6)
volgen toepassen van moderne rekendidactiek
Sociaal emotionele ontwikkeling(3.7)
kengetallen verzamelen hoeveel IHP’ s en GHP’ s per jaar worden uitgevoerd.
Actief Burgerschap(3.8)
Lessen GVO
ICT(3.9)
structureel uitvoeren van ICT-beleidsplan de leraren beschikken over voldoende ICT- kennis en vaardigheden
Leertijd(3.10)
differentiatie in leertijd per vakgebied aangeven op rooster
Pedagogisch klimaat(3.11)
nakomen van afgesproken regels en afspraken. vergroten van de structuur in de groep
Didactisch handelen(3.12)
aanbieden van oplossingsstrategieën differentiëren op tempo en leerstof evalueren van de les met de leerlingen
Zorg en begeleiding(3.13)
vaardigheid in het analyseren van CITO-LVS gegevens vergroten kennis van het instrument ontwikkelingsperspectief (DOTCOM) vergroten planmatig handelen ouders nog meer betrekken bij de (extra) zorg voor hun kind
Passend onderwijs en afstemming(3.14)
toepassen zorgprofiel
Opbrengst gericht werken (3.15)
gedifferentieerde instructie
Opbrengsten(3.16)
analyseren van toets gegevens verhogen van de leeropbrengsten inzicht in schoolbrede opbrengsten
Schoolleiding( 4.2)
systematisch toepassen van de kwaliteitscyclus
Beroepshouding(4.3)
werk met anderen bespreken beschikken over reflectieve vaardigheden
Integraal personeelsbeleid
gesprekkencyclus, POP en normjaartaak
Interne communicatie(5.4)
actieve deelname tijdens vergaderingen het geven van respectvolle feedback en feedback accepteren van anderen
Contacten met ouders(5.6)
verhogen van de ouderbetrokkenheid bij schoolactiviteiten ouders meer betrekken bij de zorg die wij geven aan het kind
Voor- en vroegschoolse educatie(5.7)
doorgaande leerlijnen qua aanbod het pedagogisch handelen is op elkaar afgestemd de zorg en de begeleiding zijn op elkaar afgestemd er is altijd sprake van een ‘ warme’ overdracht
Kwaliteitszorg(7.1)
toepassen kwaliteitscyclus vastleggen informatie
7.13 PLAN VAN AANPAK SCHOOLJAAR 2016-2017
Onze beleidsterreinen(kwaliteitszorg)
Verbeter- en ontwikkelpunten
Levensbeschouwelijk identiteit(3.3)
openbaar onderwijs
Taalleesonderwijs(3.5)
oriëntatie op de referentiekaders Taal technisch lezen in de groep 4 t/m 8 ( aanschaf methode technisch lezen) verrijking van het aanbod taal compacten leerstof van hoogbegaafde leerlingen
Rekenen en wiskunde (3.6)
volgen toepassen van moderne rekendidactiek
ICT(3.9)
de leraren beschikken over voldoende ICT- kennis en vaardigheden
Pedagogisch klimaat(3.11)
nakomen van afgesproken regels en afspraken. vergroten van de structuur in de groep
Didactisch handelen(3.12)
aanbieden van oplossingsstrategieën differentiëren op tempo en leerstof evalueren van de les met de leerlingen
Zorg en begeleiding(3.13)
vaardigheid in het analyseren van CITO-LVS gegevens vergroten kennis van het instrument ontwikkelingsperspectief (DOTCOM) vergroten planmatig handelen ouders nog meer betrekken bij de (extra) zorg voor hun kind
Passend onderwijs en afstemming(3.14)
Toepassen zorgprofiel
Opbrengst gericht werken (3.15)
gedifferentieerde instructie
Opbrengsten(3.16)
Inzicht in schoolbrede opbrengsten, analyse
Schoolleiding( 4.2)
systematisch toepassen van de kwaliteitscyclus vastleggen informatie
Beroepshouding(4.3)
werk met anderen bespreken beschikken over reflectieve vaardigheden
Integraal personeelsbeleid
gesprekkencyclus en normjaartaak
Interne communicatie(5.4)
actieve deelname tijdens vergaderingen het geven van respectvolle feedback en feedback accepteren van anderen