SCHOOLPLAN ELZENDAALCOLLEGE 2014-2018 Het Elzendaalcollege wil elke leerling een optimale kans bieden om het diploma te behalen, dat het beste past bij zijn capaciteiten.
HART Ik heb een positieve grondhouding Ik ben betrokken Ik dien het belang van de school ZIEL Ik wil iets betekenen voor de school, de collega’s en de leerlingen Ik wil inspireren Ik werk samen met mijn collega’s en help en ondersteun hen. ZAKELIJKHEID Ik ben bekwaam in mijn vak Ik ben didactisch en pedagogisch bekwaam Ik draag bij aan nieuw beleid en voer bestaand schoolbeleid uit Ik voed en ken de leerlingendossiers Ik communiceer met ouders Ik kan reflecteren op eigen gedrag Ik kan feedback ontvangen en geven Ik wil verantwoording afleggen
1
SCHOOLPLAN ELZENDAALCOLLEGE Het Elzendaalcollege ressorteert onder het Bevoegd Gezag van de Raad van Bestuur van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs. Daarmee is de Raad van Bestuur het schoolbestuur. De rector/directeur heeft de eindverantwoordelijkheid voor de goede gang van zaken in de school. INHOUD Inleiding
Blz. 3 Blz. 4
1. 1.1. 1.2. 1.3.
Identiteit Rooms-Katholieke grondslag Waarden en normen Acties
Blz. 6.
2. 2.1. 2.2. 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.5 2.6. 2.7. 2.8.
Onderwijsbeleid Doel en middelen Verantwoordelijkheid Bekwaamheid in het vak, opbrengsten Didactische bekwaamheid en pedagogische bekwaamheid Didactische bekwaamheid ICT als middel Pedagogische bekwaamheid, ontwikkeling van leerlingen Zorg Organisatie van het onderwijs Wettelijke opdracht Schoolondersteuningsprofiel
Blz. 12.
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
Personeelsbeleid Uitgangspunten van Integraal Personeelsbeleid (IPB) Doelstellingen van IPB binnen het Elzendaalcollege Evenredige vertegenwoordiging Werktevredenheidsonderzoek
Blz. 13.
4. 4.1.
Financieel beleid Sponsoring
5
Marketing
6
Communicatie met ouders
7
ICT
Blz. 14. Blz. 15.
Tot slot
2
INLEIDING Het schoolplan is een document dat voor een periode van vier jaren de richting aan wil geven waarin de school zich wenst te ontwikkelen. Het schoolplan biedt een richting en een basis voor het gesprek binnen de school over de verschillende beleidsterreinen. Het schoolplan wordt jaarlijks vertaald en aangescherpt in een jaarbeleidsplan. Het beleid van de school wordt ontwikkeld en krijgt een concrete vorm binnen de volgende kaders: • Wet op de Beroepen in het onderwijs o Vakbekwaamheid o Didactische bekwaamheid o Pedagogische bekwaamheid • Kwaliteitseisen van de Inspectie • Koers 2016 van OMO, daaruit o.a. de beroepswaarden: o Vrolijk o Verrijkend o Verrassend o Vakmanschap o Verantwoordelijk eigenaarschap. • Functieomschrijvingen De leerlingenpopulatie zal in de periode 2014- 2018 gestaag in omvang verminderen van 2300 naar 2000 leerlingen. De inschrijvingen zijn goed. Nochtans zijn de lichtingen die de school na het eindexamen verlaten nog twee jaar groter dan de lichtingen die in het eerste leerjaar instromen. Binnenkort zal de school ook te maken krijgen met de demografische teruggang in de regio.
3
1.
IDENTITEIT
1.1.
Rooms-Katholieke Grondslag Het Elzendaalcollege maakt deel uit van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs en heeft de opdracht goed onderwijs te bieden en haar leerlingen zingevingsvragen voor te leggen. Het Elzendaalcollege is een school met een Rooms-Katholieke grondslag. De school is een gemeenschap van mensen die zich, bij haar oriëntatie op de toekomst, laat inspireren door het Joods-Christelijke gedachtegoed. Zij wil open staan voor mensen met andere ideeën en met een andere inspiratie, mits die niet in strijd zijn met de algemene waarden die binnen de school gelden. Die waarden hebben als doel de gemeenschap van mensen, die de school is, te laten functioneren op een zodanige manier, dat de individuen binnen deze gemeenschap zich veilig voelen en zoveel mogelijk in staat worden gesteld de mensen te worden die zij in aanleg zijn en die verantwoordelijk willen zijn voor hun doen en laten. De waarden maken ook deel uit van de pedagogische opdracht van de school om leerlingen enerzijds uit de dagen tot individuele onderwijskundige prestaties en anderzijds te helpen zich te ontwikkelen tot sociale wezens binnen de school en in de samenleving. Het Elzendaalcollege wil zingevingsvragen verbinden aan de leefwereld en het eigen functioneren van de leerling. De school wil binnen de tabel meer ruimte bieden aan persoonlijke ontwikkeling en weerbaarheidsontwikkeling, dan aan algemene levensbeschouwing. De identiteit van de school blijkt uit een positieve grondhouding naar leerlingen.
1.2.
Waarden en normen De school gaat uit van onderstaande waarden en normen, die in deze formulering zijn opgenomen in het leerlingenstatuut. Respect voor elkaar • Iedereen is anders en mag dat ook zijn. We pesten of discrimineren niet. Rekening houden met elkaar • We zijn niet hinderlijk voor anderen. Zorg voor elkaar • We proberen elkaar waar mogelijk te helpen. Samen verantwoordelijk • We werken positief mee aan de sfeer in de lessen en onze leefomgeving. Dit betekent voor eenieder persoonlijk: • Je bent op tijd op school en in de les. • Je hebt de benodigde boeken, schriften etc. bij je en je taken gedaan. • Je stoort anderen niet in woord, kleding of gedrag. • Je blijft van spullen van anderen en van school af. • Je ruimt in ieder geval je eigen rommel op. • Je hebt op school geen alcohol en/of drugs bij je.
4
1.3.
Acties Bij bijzondere gelegenheden zal de school haar leerlingen oproepen deel te nemen aan acties die als doel hebben hulpbehoevende mensen buiten de school, hier of in de derde wereld, te steunen. Er wordt naar gestreefd structurele ondersteuning te realiseren van een doel in de derde wereld.
5
2.
ONDERWIJSBELEID
2.1
Doel en middelen. Het Elzendaalcollege streeft eerst en vooral naar kwaliteit in de vorm van opbrengsten en ontwikkeling van leerlingen, zoals die in de landelijke toetsingskaders gehanteerd worden. De school wil elke leerling een optimale kans bieden om het diploma te behalen dat het beste past bij zijn capaciteiten. Ten aanzien van de ontwikkeling van leerlingen geldt, dat de school naast de doelen uit de genoemde toetsingskaders, eigen doelen heeft, die in belangrijke mate bepaald worden door de identiteit van het Elzendaalcollege en die elke leerling voorbereiden op het leven en een loopbaan na het diploma. De eigen doelen hebben betrekking op het aanleren van de eerder genoemde waarden en normen. Daarnaast heeft de school de volgende doelen: • Een goede voorbereiding op de maatschappij Het Elzendaalcollege streeft naar: - het ontwikkelen van een goede sociale attitude - oriëntatie op de samenleving • Een goede sociaal emotionele ontwikkeling Het Elzendaalcollege wil haar leerlingen in een sfeer van veiligheid en vertrouwen de ruimte bieden zich ook anders dan uitsluitend cognitief, te ontwikkelen. • Verantwoordelijkheid en reflectie Het Elzendaalcollege leert haar leerlingen zich verantwoordelijk te voelen voor hun eigen leergedrag en voor hun keuzes. De school leert haar leerlingen te reflecteren op eigen gedrag. Om de doelstelling “kwaliteit” te behalen zet de school middelen in. Een aantal van deze middelen zijn indicatoren bij kwaliteitsmetingen door de inspectie en als zodanig ook doelen van het onderwijs. • Een taakgerichte werksfeer • Voldoende afstemming van het onderwijs op de verschillen tussen leerlingen. • Actieve betrokkenheid van leerlingen bij de onderwijsactiviteiten. • Goede uitleg van de leraar. Uit de inzet van middelen en de mate waarin dat gebeurt blijkt het eigen karakter van de school. Het Elzendaalcollege: hart, ziel en zakelijkheid.
6
2.2
Verantwoordelijkheid Kwaliteit is de eindverantwoordelijkheid van de schoolleiding. Leden van de schoolleiding hebben de opdracht, overeenkomstig het kwaliteitsbeleid van de school, om zich met kwaliteit bezig te houden en die te borgen. Zij worden daarbij ondersteund –binnen elke vestiging- door een kwaliteitsmedewerker, een VAS-coördinator, een rekencoördinator en een taalcoördinator. Leden van de schoolleiding gaan, zo mogelijk naar aanleiding van een lesbezoek, in gesprek met een personeelslid. Dit gesprek kan een feedbackgesprek, een functioneringsgesprek of een beoordelingsgesprek zijn. Van elk personeelslid wordt verwacht dat hij bereid is verantwoording af te leggen en desgevraagd of uit eigen beweging relevante gegevens aan te leveren. De schoolleiding brengt onder de aandacht van haar personeelsleden wat de inhoud van het onderwijskundig beleid is. Ze verwacht van hen dat ze daarvan op de hoogte zijn en dat het beleid richtinggevend is bij de inzet van hun scholingsuren. Vanaf het schooljaar 2012-2013 benadrukt de schoolleiding op basis van - het OMO beleid: koers 2016 - de functieomschrijvingen - de wet BIO dat zij van haar docenten verwacht: - dat zij bekwaam zijn in hun vak - dat zij didactisch bekwaam zijn - dat zij pedagogisch bekwaam zijn - dat zij zich inzetten met “hart, ziel en zakelijkheid”. De schoolleiding geeft de docenten gerichte feedback op de wijze waarop en de mate waarin de onderwijsgevenden de doelstellingen van de school behalen. De schoolleiding stimuleert verbondenheid tussen haar personeelsleden, want –in de formulering van OMO – “verbondenheid is wezenlijk voor een stimulerend werkklimaat”. Binnen een dergelijke verbondenheid coachen personeelsleden elkaar, gaan ze bij elkaar op lesbezoek en geven zij elkaar feedback; ofwel: zij leggen horizontaal verantwoording af. Een dergelijk docentengedrag past binnen de bekwaamheidseisen die in het kader van de wet BIO door de beroepsgroep zijn voorgesteld. En het past binnen de functieomschrijvingen.
7
2.3
Bekwaamheid in het vak, opbrengsten. De bekwaamheid in het vak is primair de verantwoordelijkheid van de vakdocent en de vaksectie. De schoolleiding bespreekt de leeropbrengsten met individuele docenten en vaksecties tegen de achtergrond van onderstaande doelstellingen: • • • • • • •
De cijfers voor het CSE liggen voor elke leerweg ten minste op het gemiddelde landelijke niveau. De cijfers voor het schoolexamen wijken niet meer dan 0,5 punt af van het cijfer voor het CSE. Leerlingen behalen het opleidingsniveau dat op basis van de toelatingsgegevens verwacht mag worden. Leerlingen lopen weinig vertraging op in de onderbouw. Leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw. Leerlingen vervolgen met succes hun schoolloopbaan Er is weinig vroegtijdige schooluitval
De schoolleiding bespreekt met de vaksectie hoe zij leerstofaanbod, didactische aanpak en toetsniveau ten opzichte van andere scholen of vestigingen borgt. 2.4
Didactische bekwaamheid en pedagogische bekwaamheid. De didactische bekwaamheid en de pedagogische bekwaamheid worden hieronder in algemene termen beschreven. De didactiek en pedagogiek krijgen een specifieke vorm in een structuur voor een bepaalde onderwijssoort, aangepast aan de algemene kenmerken van de leerlingen en het onderwijs. Binnen deze structuur is er ruimte voor een eigen benadering voor leerlingen met leerachterstanden, voor leerlingen met sociaal emotionele problematiek en voor leerlingen die een extra uitdaging aankunnen. Bij elke didactische en pedagogische activiteit toont de docent een positieve grondhouding naar de leerlingen.
2.4.1
Didactische bekwaamheid De didactische bekwaamheid van een leraar heeft de volgende kenmerken: • • • • • • • •
•
Een goed klassenmanagement. Een taakgerichte werksfeer, die het rendement van het onderwijs bevordert. Een voldoende gerichtheid op de specifieke leerlingkenmerken van de groep, waaraan de leraar les geeft. Een voldoende afstemming van het onderwijs op de verschillen tussen leerlingen. Het actief betrekken van leerlingen bij de onderwijsactiviteiten. Een goede uitleg. Gerichte feedback zowel op het gebied van het leerdoel als het leerproces, tijdens de les en bij de bespreking van toetsen. Structuur die de leraar biedt in de les: o Wanneer moet wat af zijn? (Tijd) o Wat kan de leerling verwachten? Wat moet hij doen? (Vorm) o Hoe moet de leerling een taak aanpakken? (Inhoud) o De leraar geeft de toepassingsmogelijkheden van het geleerde heel expliciet aan. Deskundigheid inzake het lezen van leerlingendossiers.
8
2.4.2
ICT als middel ICT is een middel om de onderwijsdoelstellingen te realiseren. Het Elzendaalcollege start vanaf het schooljaar 2013-2014 met het gebruik van tablets in het onderwijs. Daarnaast wordt de elektronische leeromgeving verder ontwikkeld. De school hoopt op deze wijze leerlingen actiever te betrekken bij de onderwijsactiviteiten. Bovendien kan met behulp van tablets het onderwijs goed afgestemd worden op de verschillen tussen leerlingen.
2.4.3
Pedagogische bekwaamheid, ontwikkeling van leerlingen Alle personeelsleden hebben het boek De vijf rollen van de leraar ontvangen. De inhoud van dit boek wordt als bekend verondersteld. Het boek beschrijft voor elke rol op concrete, praktische wijze welk gedrag een effectieve leraar wel én niet vertoont. Ook worden talloze suggesties gegeven van manieren waarop de leraar zich de rollen, en het gedrag daarbij, kan eigen maken. De pedagogische bekwaamheid van een leraar blijkt als hij de volgende vijf rollen goed beheerst: • De gastheer. • De presentator • De didacticus • De pedagoog • De afsluiter. De school streeft ernaar de positieve grondhouding van het personeel te vertalen in een systematische benadering van de leerlingen. Zij streeft ernaar, dat leerlingen zich in een sfeer van veiligheid en vertrouwen ook anders dan uitsluitend cognitief kunnen ontwikkelen. Het gevoel van veiligheid wordt gemeten door middel van enquêtes en klankbordgesprekken. De school wil haar leerlingen opleiden tot verantwoordelijke jonge volwassenen.
2.5
Zorg De school heeft de volgende doelstelling voor zorg: • Geïntegreerde en preventieve begeleiding op groepsniveau. • Remediërende begeleiding op individueel en op groepsniveau • Begeleiding bij studie- en beroepskeuze De school streeft naar een systematische opzet van de zorg: • Analyse van problematiek o verzamelen van gegevens, met name met behulp van de VAS-toetsen en de Klimaatschaal. o diagnose o opstellen van een handelingsplan • Uitvoeren van de begeleiding • Evalueren van de zorg / begeleiding De school heeft het “basisarrangement” als uitgangspunt. Onderwijs, leerlingbegeleiding en zorg krijgen in eerste instantie vorm binnen een klas in een onderwijssoort binnen een bepaald leerjaar. Daarbinnen wordt een specifieke basisaanpak gerealiseerd op leer- en gedragsgebied. Deze basisaanpak is zo samengesteld dat minimaal 85% van de leerlingenpopulatie hierdoor optimaal kan presteren. Voor leerlingen die een verhoogd risico lopen op de ontwikkeling van leer- en gedragsproblemen (10-15%), pleegt de school gerichte interventies. Feitelijk betekent het een verrijking van de basisaanpak. Het gaat om beginnend en/of licht
9
probleemgedrag, dat door tijdelijke, preventieve ondersteuning kan worden bijgestuurd. Voorbeelden van een dergelijke ondersteuning zijn: • Bespreking in het intern zorgteam • Remedial teaching • Lees- en spellingslessen • Hardnekkigheidstraject • Kortdurende leerlingbegeleiding • Faalangstreductietraining • Examenvreestraining. Leerlingen die intensievere hulp nodig hebben (5%) kunnen een beroep doen op interne specialisten of op professionele hulp buiten de school. Voorbeelden hiervan zijn: • Bespreking in het ZAT • Intensieve (orthopedagogische) leerlingbegeleiding • Diagnostiek • Ambulante begeleiding
2.6
Organisatie van het onderwijs Het Elzendaalcollege biedt onderwijs aan in twee sectoren: het vmbo ( basis- en kaderberoepsgerichte leerweg en mavo) en het havo/vwo. Binnen het vmbo heeft de school alle leerwegen en binnen de beroepsgerichte leerwegen drie sectoren. De school heeft geen sector landbouw. Binnen het vwo biedt de school zowel atheneum als gymnasium aan. De organisatie van het onderwijs wordt beschreven in hoofdstuk 2 van het onderwijsplan. Het onderwijs wordt aangeboden in twee vestigingen. De vestiging in Boxmeer huisvest mavo, havo en vwo. De vestiging in Gennep huisvest beroepsgericht vmbo ( in de sectoren Techniek, Zorg en Welzijn en Economie ), mavo en (bij voldoende aanmelding) de eerste twee leerjaren van het havo/vwo. De organisatie wordt uitgebreider beschreven in de schoolgids. Binnen de vestiging in Boxmeer wordt het gesprek gevoerd over de wenselijkheid van nieuwe lessentabellen. Daarbij komen vragen aan bod over een te voeren kernvakkenbeleid en over voor- en nadelen van het Keuzewerktijdsysteem.
10
2.7
Wettelijke opdracht De school heeft de wettelijke taak een bijdrage te leveren aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving. Bij het uitvoeren van deze taak houdt de school er rekening mee: a. dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. b. dat actief burgerschap en sociale integratie gestimuleerd worden c. dat leerlingen kennis hebben van en kennis maken met verschillende culturen en achtergronden van leeftijdsgenoten. Deze thema’s komen specifiek aan de orde binnen de vakken levensbeschouwing, maatschappijleer, persoonlijke ontwikkeling, zorg en welzijn, aardrijkskunde en geschiedenis. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan deze thema’s tijdens speciale projecten. De waarden en normen van de school gelden ook bij het gebruik van moderne sociale media, waarbij nadrukkelijk wordt opgemerkt dat de grens tussen gebruik op school en daarbuiten niet te trekken is. Bij het uitvoeren van genoemde wettelijke taak gaat de school uit van de beleidsnota “actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen”
2.8
Schoolondersteuningsprofiel Het Elzendaalcollege beschikt over een uitgebreid systeem voor leerlingenbegeleiding en zorg. De mogelijkheden die de school in dezen te bieden heeft zijn geformuleerd in het schoolondersteuningsprofiel, dat als bijlage is toegevoegd.
11
3
PERSONEELSBELEID IPB is het beleid dat mensen en middelen op elkaar afstemt om de missie van de school waar te maken. Het haalt het beste uit mensen. Het personeelsbeleid richt zich op onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel.
3.1.
Uitgangspunten van Integraal Personeelsbeleid: • • • •
3.2.
Er bestaat samenhang tussen het primaire proces van het onderwijs en begeleiding en het beleid voor het personeel. Het IPB is een proces. Voor IPB is een breed draagvlak nodig. Alle fases in de besluitvorming, van beleidsvoorbereiding tot en met evaluatie, krijgen in het proces op duidelijke wijze hun plaats. Personeelsleden voelen zich verantwoordelijk en willen verantwoordelijkheid afleggen. Ze kunnen feedback ontvangen en geven.
Doelstellingen van IPB binnen het Elzendaalcollege.
-
IPB is een middel tot primaire doel van de school: onderwijs en begeleiding
-
IPB is daarnaast een doel op zich: het Elzendaalcollege wil een goede werkplek zijn voor haar personeelsleden
-
IPB is een middel om het personeel te belonen
-
IPB is een middel om het personeel te motiveren.
-
IPB is een middel om ervoor te zorgen dat het personeel vaardig is en blijft.
-
De omvang van de formatie is afhankelijk van leerlingenaantallen (regulier en lwoo)
-
Het IPB wil bijdragen aan het tot stand komen van een professionele cultuur binnen de school.
De school zal in de komende jaren het beleid inzake de nieuwe functiemix toepassen. 3.3.
Evenredige vertegenwoordiging Het Elzendaalcollege gaat in haar personeelsbeleid uit van de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen. De school streeft ernaar dat in alle functies er evenveel mannen als vrouwen zijn aangesteld. Bij de aanstelling van nieuwe personeelsleden wordt er nochtans eerst rekening gehouden met de bevoegdheid en de kwaliteiten van de sollicitant en zijn of haar toekomstige functieomvang.
3.4.
Werktevredenheidsonderzoek Periodiek vindt er binnen elke vestiging een werktevredenheidsonderzoek plaats. De scores van de laatste onderzoeken geven een gunstig beeld. Onvoldoende scores zijn aanleiding tot gerichte verbeteracties.
12
4.
FINANCIEEL BELEID Ten behoeve van de begroting worden deze uitgangspunten gehanteerd: De begroting is: • Sluitend • Inzichtelijk Er wordt naar gestreefd zoveel mogelijk inzichtelijk te maken wat de inkomsten en uitgaven zijn per vestiging. • Beheersbaar Aan beide vestigingen worden budgetten in fte’s toegekend voor de onderscheiden personeelscategorieën. o De begrote uitgaven voor loonkosten worden niet overschreden doordat de feitelijk ingezette formatie groter is dan de begrote formatie. o Het budget voor OOP wordt op beide vestigingen overschreden. Het streven is die overschrijding via natuurlijk verloop terug te brengen. In de periode 2014-2018 zal het leerlingenaantal dalen en zal dientengevolge ook de lumpsum afnemen. In de meerjarenbegroting houdt de school rekening met de teruglopende inkomsten door het personeelsbestand evenredig met het leerlingenaantal te laten dalen.
4.1.
Sponsoring De inkomsten van de school bestaan voor het overgrote deel uit een lump sum, die door de landelijke overheid ter beschikking wordt gesteld. De school maakt slechts in geringe mate en incidenteel gebruik van inkomsten uit sponsoring. Deze inkomsten worden dan gebruikt om bijzondere gebeurtenissen, zoals een jubileum of een theatervoorstelling, te ondersteunen. 5
MARKETING Het Elzendaalcollege is een streekschool. Beide vestigingen trekken leerlingen uit het gebied van de Noordelijke Maasvallei en zelfs van daarbuiten. Binnen deze regio bestaan nog twee scholen voor voortgezet onderwijs. Het aantal leerlingen binnen de regio daalt als gevolg van dalende geboortecijfers. Het is te verwachten dat de concurrentie tussen de drie scholen toe zal nemen. De school voert gericht marketingbeleid om voldoende leerlingen te trekken om het voortbestaan van beide vestigingen te garanderen.
6
COMMUNICATIE MET OUDERS Het Elzendaalcollege streeft naar een goede en open communicatie met de ouders. Communicatie vindt plaats door middel van: o Magister o Oudergesprekken o Vensters voor verantwoording o Ouderinfo De school zal binnen afzienbare tijd via mail met de ouders communiceren.
13
7.
ICT Op het gebied van ICT wil het Elzendaalcollege in de eerstvolgende vijf jaren een inhaalslag plegen. In het schooljaar 2013-2014 is binnen beide vestigingen begonnen met een tablet-project en is er versterkte aandacht gegeven aan het ontwikkelen van een ELO. Ten behoeve van een ICT-beleid heeft de schoolleiding onderstaande uitgangspunten geformuleerd. •
ICT is een middel om het doel te bereiken: kwalitatief goed onderwijs. De school onderzoekt de mogelijkheden van Ipads voor differentiatie binnen de klas en gepersonaliseerd leren.
•
Het doel is tweeledig: naast goed onderwijs ook een goede, betrouwbare bedrijfsvoering.
•
ICT is een proces.
•
ICT past binnen de begroting.
•
De school beschikt over een ICT-infrastructuur, een systeem, met de volgende kenmerken: o Het werkt o Het is snel o Het is flexibel o Het is up to date, in overeenstemming met de eisen die de moderne samenleving aan een opleiding stelt.
•
De school beschikt over voldoende en gekwalificeerd systeembeheer om te garanderen dat het systeem ook blijft werken.
•
ICT is dienend aan onderwijs, dat binnen lokalen wordt gegeven. ICT maakt het de docent mogelijk verschillende werkvormen toe te passen.
•
Er is een goed evenwicht tussen enerzijds het aanbod van ICT-voorzieningen en anderzijds de vraag daarnaar van het personeel.
•
ICT is een uitdaging. Er is sprake van een goede informatievoorziening en communicatie over de mogelijkheden en het gebruik.
14
TOT SLOT Het Elzendaalcollege staat er goed voor. De onderwijsrendementen zijn goed, de financiële positie is goed, er wordt gewerkt aan een verbetering van de huisvesting en de werktevredenheid van het personeel is hoog. De dalende leerlingenaantallen zullen in de regio leiden tot grotere concurrentie en daaraan zal de school een urgentiebesef moeten ontlenen om de kwaliteit van de school op de genoemde gebieden te behouden en zo mogelijk te verbeteren. Over vier jaar zal de huisvesting in Boxmeer en, daarvoor zetten wij ons in, ook in Gennep helemaal op orde zijn. In elk geval zal de inzet van ICT-middelen veel groter zijn dan nu het geval is, waardoor het onderwijs ook een ander karakter zal hebben.
15