SCHOOLPLAN CBS Roemte

SCHOOLPLAN 2011 – 2015 CBS Roemte Leven Leren Vieren

© 2011 copyright cbs roemte

Vooraf “Als Vereniging CPO Noordkwartier staan wij voor kwalitatief goed onderwijs op basis van onze christelijke identiteit. Dichtbij huis en midden in de maatschappij.” Bovenstaande zin geeft in het kort de doelstelling weer van de organisatie waar onze school deel vanuit maakt. Een bewuste keuze voor een hoge ambitie. En dat in een speelveld waarin ons bestaan niet meer als vanzelfsprekend moet worden gezien. Zowel regionale (o.a. krimp) als landelijke ontwikkelingen (o.a. bezuinigingen, resultaatgericht onderwijs) vragen een proactieve houding. Daar willen wij op anticiperen, zowel als school, maar ook gezamenlijk als scholen van Noordkwartier. De belangrijkste thema’s waar we de komende jaren mee te maken krijgen zijn:     

De zal De De De De

inkrimping van de regio, waardoor het totaal aantal leerlingen binnen de vereniging afnemen opgave om als primair onderwijs passend onderwijs te bieden toenemende aandacht voor kwaliteit en verantwoording ontwikkeling naar steeds meer financiële verantwoordelijkheid kans om middelen in te zetten naar eigen inzicht door een beleidsrijke begroting

Elk van deze ontwikkelingen biedt zowel kansen als bedreigingen. Waar de vereniging de kaders stelt voor toekomstig beleid en daarmee de koers aangeeft die we met elkaar gaan varen, geven wij onze eigen kleur en smaak aan de invulling daarvan. Doelstellingen voor beleid In dit schoolplan wordt veel gesproken over leren, samenwerken en ontwikkelen. Oftewel: we zoeken groei. En dat raakt tegelijk ook het hart van ons onderwijs, n.l. onze eigen christelijke identiteit. We zullen als vereniging, maar ook als school na moeten gaan denken in hoeverre we bereid zijn om te gaan samenwerken met andere denominaties, zonder daarbij onze identiteit los te laten. Een uitdaging om vorm te geven aan de eigen identiteit op een manier die aantrekkelijk is en verrijkend voor iedereen. Dit schoolplan beschrijft de beoogde ontwikkeling van onze school voor de periode 20112015. Het geeft naast de gedeelde uitgangspunten met de andere scholen van de vereniging CPO Noordkwartier, aan hoe wij ons als school willen profileren. We beschrijven in dit schoolplan wat de school nu doet, hoe we dat doen en waarom, en vervolgens geven we aan waar we in 2015 willen staan. We informeren over de hoofdlijnen van het schoolbeleid en de punten voor verbetering. Ons schoolplan maakt duidelijk welk beleid op onze school wordt gevoerd. Daarmee bieden we duidelijkheid aan de ouders, de inspectie en het bevoegd gezag over onze huidige uitgangspositie en leggen we verantwoording af over onze plannen tot en met juni 2015. Voor de directie en het schoolteam geeft het schoolplan richting aan de voornemens tot verandering en activiteiten. Totstandkoming van dit schoolplan Het schoolplan is opgesteld in nauwe samenwerking met het team en met ondersteuning van Cadenza Onderwijsconsult. Dit hebben wij gedaan op basis van recente evaluaties en diagnoses. Daarbij hebben we o.a. gebruik gemaakt van de personeels- en ouderenquête en de bevindingen van de inspectie.

schoolplan 2011-2015 CBS Roemte

2

Ook hebben we samen met het team een schoolprofiel opgesteld. Daarin geven we aan waar we als school naar toe willen. Op basis van dit profiel hebben we een zelfevaluatie uitgevoerd. Zo ontdekten we waar we nu staan en wat dat betekent voor de aanpak in de komende jaren. Dat hebben we in dit schoolplan uitgewerkt naar een plan van aanpak. Daarin staat beschreven wat we willen bereiken en wanneer we dat willen doen. Dit werken we uit in actieplannen, die vervolgens uitgevoerd en geborgd zullen worden, waarmee de vierjaarlijkse cyclus wordt afgerond. Vaststellingsprocedure De conceptversie van dit schoolplan, in het bijzonder de beleidsvoornemens en doelstellingen voor de komende planperiode, is besproken met het team en de medezeggenschapsraad. In het afgelopen schooljaar hebben we op drie studiedagen vooruitgekeken, geëvalueerd en plannen bedacht. In teamvergaderingen hebben we de uitkomsten van de studiedagen verder uitgewerkt. Op basis van deze besprekingen is deze definitieve versie van het schoolplan 2011-2015 in juni 2011 tot stand gekomen. Het plan is ter instemming voorgelegd aan de MR en toegezonden aan het bovenschools management en de inspectie. Evaluatie Het schoolplan heeft een looptijd van vier jaar. In het laatste jaar van deze 4-jarige cyclus (2011-2015) wordt het plan door de directeur en het schoolteam geëvalueerd. De uitkomsten daarvan kunnen invloed hebben op het schoolplan voor de nieuwe periode. Elk schooljaar zal er een tussentijdse evaluatie plaatsvinden (einde van het schooljaar). De conclusies naar aanleiding van deze evaluaties, worden verwerkt in het schooljaarplan en worden aan de MR en het bovenschools management verzonden. Daarnaast worden de actieplannen tussendoor geëvalueerd op de aangegeven momenten. Dit gebeurt met de directeur en met het hele team. De directeur brengt 4 keer per jaar verslag uit aan het bovenschools management en dit wordt besproken tijdens de schoolbezoeken van het bovenschools management. Daarbij staan m.n. de acties van dat schooljaar centraal. Elk jaar wordt er een nieuwe jaarplanning opgesteld op basis van dit schoolplan en de evaluatie. De belangrijkste voornemens voor het komende jaar zijn ook opgenomen in de schoolgids. Indeling Dit schoolplan is ook opgesteld op basis van het INK-managementmodel. In hoofdstuk 1 ‘Visie en beleid’ wordt een korte beschrijving gegeven van dit model. De indeling van dit schoolplan volgt het INK-model. In de hoofdstukken 1 t/m 7 beschrijven we achtereenvolgens de zeven organisatiegebieden: visie en beleid (1), leiderschap en management (2), personeel (3), cultuur en klimaat (4), middelen en voorzieningen (5) en management van onderwijsprocessen (6) en management van onderwijsondersteunende processen (7). De waardering door het personeel, de klanten, de maatschappij en de opbrengsten van ons onderwijs zelf komen aan de orde in hoofdstukken 8 en 9. Tot slot Met dit strategische document voldoen wij aan de wettelijke verplichting tot het opstellen van een schoolplan. Echter, het is voor ons een stimulans om planmatig vorm te geven aan het integrale schoolkwaliteitsbeleid en daarbij zijn de gestelde doelen van groot belang. Op basis van richtinggevende doelen kunnen we in de juiste richting blijven groeien ondanks onverwachte tegenslagen of veranderingen van binnen of buiten de school.


3

Wij hopen dat dit schoolplan een duidelijk inzicht geeft in onze ambities. Mocht u onverhoopt toch nog vragen, opmerkingen of suggesties hebben, dan horen wij dat graag! Namens het schoolteam, Henk Ebbers CBS Roemte


4

Inhoud Inleiding: Onze school ............................................................................................. 7 1 Visie en beleid ................................................................................................... 9 1.1 Wat is onze visie op het domein Visie en beleid? ................................................ 9 1.1.1 Missie en Visie ...................................................................................... 9 1.1.2 Beleidsvorming ................................................................................... 10 1.1.3 Externe ontwikkelingen ........................................................................ 12 1.1.4 Omgeving en toekomst ........................................................................ 13 1.2 Wat vinden we belangrijk? ............................................................................ 14 1.3 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................................. 14 2 Leiderschap en management ........................................................................... 18 2.1 Wat is onze visie op het domein Leiderschap en management? .......................... 18 2.1.1 Leiderschap ........................................................................................ 18 2.1.2 Management ...................................................................................... 18 2.2 Wat vinden we belangrijk? ............................................................................ 19 2.3 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................................. 19 3 Personeel ......................................................................................................... 22 3.1 Wat is onze visie op het domein Personeel?..................................................... 22 3.2 Wat vinden we belangrijk? ............................................................................ 24 3.3 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................................. 24 4 Cultuur en klimaat ........................................................................................... 27 4.1 Wat is onze visie op het domein Cultuur en klimaat? ........................................ 27 4.2 Wat vinden we belangrijk? ............................................................................ 28 4.3 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................................. 28 5 Middelen en voorzieningen .............................................................................. 30 5.1 Wat is onze visie op het domein Middelen en voorzieningen? ............................. 30 5.1.1 Huisvesting en uitrusting...................................................................... 30 5.1.2 Financiën ........................................................................................... 30 5.1.3 Materieel beleid .................................................................................. 31 5.2 Wat vinden we belangrijk? ............................................................................ 31 5.3 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................................. 31 6 Management van onderwijsprocessen ............................................................. 33 6.1 Wat is onze visie op het domein Management van onderwijsprocessen? ............. 33 6.1.1 Onderwijsvisie .................................................................................... 33 6.1.2 Leerstofaanbod en differentiatie ............................................................ 33 6.1.3 Leerlingenzorg .................................................................................... 38 6.1.4 LGF(Leerling Gebonden Financiering)-kinderen ....................................... 39 6.1.5 Begeleiding naar het voortgezet onderwijs ............................................. 39 6.1.6 Lesroosters ........................................................................................ 40 6.2 Wat vinden we belangrijk? ............................................................................ 41 6.3 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................................. 42 7 Management van secundaire (ondersteunende) processen ............................. 47 7.1 Wat is onze visie op het domein Management van ondersteunende processen? ... 47 7.1.1 Kwaliteitszorg ..................................................................................... 47 7.1.2 Zorgstructuur ..................................................................................... 48 7.2 Wat vinden we belangrijk? ............................................................................ 48 7.3 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................................. 49 8 Waardering ...................................................................................................... 51 8.1 Wat is onze visie op het domein Waardering? .................................................. 51


5

Waardering door ouders, leerlingen, personeel en maatschappij ........................ 51 8.2 Wat vinden we belangrijk? ............................................................................ 51 8.3 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................................. 51 9 Resultaat en opbrengsten ................................................................................ 53 9.1 Wat is onze visie op het domein Resultaat en opbrengsten? .............................. 53 9.2 Wat vinden we belangrijk? ............................................................................ 53 9.3 Waar staan we nu en wat willen we bereiken? ................................................. 53 10 Actie-Planning ................................................................................................. 55 Bijlage 1 Kerndoelen PO (2006) en leerstofaanbod ............................................... 58 1 Nederlands ................................................................................................. 58 A Kerndoelen......................................................................................... 58 B Middelen ............................................................................................ 59 2 Engels ........................................................................................................ 60 A Kerndoelen......................................................................................... 60 B Middelen ............................................................................................ 60 3 Rekenen/wiskunde ....................................................................................... 61 A Kerndoelen......................................................................................... 61 B Middelen ............................................................................................ 61 4 Oriëntatie op jezelf en de wereld ................................................................... 63 A Kerndoelen......................................................................................... 63 B Middelen ............................................................................................ 64 5 Kunstzinnige oriëntatie ................................................................................. 65 A Kerndoelen......................................................................................... 65 B Middelen ............................................................................................ 65 6 Bewegingsonderwijs ..................................................................................... 65 A Kerndoelen......................................................................................... 65 B Middelen ............................................................................................ 65 Bijlage 2: Prestatie-indicatoren en doelstellingen .................................................. 66 Bijlage 3: Tevredenheidsonderzoek april-mei 2010 ............................................... 76


6

Inleiding: Onze school

Leven Leren Vieren CBS Roemte is een christelijke basisschool in Loppersum. Dat betekent dat we de kinderen Bijbelverhalen vertellen, dat we liederen zingen uit de christelijke traditie en dat we met de kinderen bidden. We vieren de christelijke feestdagen en in de dagelijkse schoolpraktijk doen we ons best blijk te geven van onze christelijke levensovertuiging. Bij het vertellen van Bijbelverhalen hebben wij er oog voor deze te verbinden met onze eigen tijd. Daarbij is ons motto niet: “zo is het”, maar: “zo zien wij het”. Iedereen is welkom op onze school, maar we verwachten dat onze christelijke identiteit wordt gerespecteerd. Schoolpopulatie Dagelijks komen iets meer dan tweehonderd kinderen naar onze school om onderwijs te ontvangen. De kinderen komen uit het dorp Loppersum, maar ook uit de omringende dorpen. Er is sprake van verschillende gezinsachtergronden, verschillende levensovertuigingen en verschillende werken opleidingsniveaus. Er heerst een goede sfeer op onze school en er zijn weinig conflicten. We gaan respectvol met elkaar om en iedereen is daarop aanspreekbaar. We vinden niet dat de resultaten van ons onderwijs slechts in toetsuitslagen zijn terug te vinden, maar schamen ons voor die uitslagen niet: de resultaten van de CITO-Eindtoets liggen al jaren boven het landelijk gemiddelde. Wij leggen ons toe op het geven van kwalitatief goed onderwijs. VCPO Noordkwartier CBS Roemte is een van de scholen van de vereniging Noordkwartier. Het motto van Noordkwartier is met het oog op het kind. De scholen van Noordkwartier doen hun best te functioneren in verbondenheid met elkaar, op een veelzijdige manier en in het volle besef van hun grote verantwoordelijkheid. Directies, zorgcoördinatoren en leraren van de scholen ontmoeten elkaar in diverse vormen van overleg, om van elkaar te leren en elkaar te ondersteunen. We vinden het belangrijk dat ouders een goed beeld hebben van de vereniging Noordkwartier en deze vereniging waarderen. Het onderwijsteam en de groepen Op onze school werken veertien mensen: een directeur, een adjunct-directeur, leraren, een zorgcoördinator (interne begeleider) en een onderwijsassistente. De gemiddelde groepsgrootte is vijfentwintig kinderen. De kleutergroepen zijn gecombineerd, omdat de jongste kinderen op deze wijze veel van elkaar kunnen leren. De leraren van Roemte hechten eraan kinderen te zien en te waarderen in hun eigenheid. We hebben oog voor het wezen van elk kind. Waar het gaat om gewenst gedrag in het schoolgebouw worden de kinderen door alle leraren op dezelfde wijze benaderd. Ieder teamlid kan elk kind aanspreken op zijn gedrag, zodat de goede omgangsvormen gehandhaafd blijven. Uitgangspunt daarbij zijn de vijf schoolregels, die bij de kinderen bekend zijn en regelmatig in herinnering worden geroepen. Er is een goed en open contact met de ouders. Ouders zijn welkom tijdens de inloopmomenten in de onderbouw ’s morgens en ’s middags, tijdens de inloopmiddagen elke


7

eerste maandag van de maand, maar ook tijdens vieringen. Elk teamlid is gemakkelijk te benaderen.

Uitdaging We willen onze goede naam en onze uitstraling behouden. We streven naar continuering van onze goede leerresultaten, we willen ons onderwijs steeds blijven toetsen aan de nieuwste ontwikkelingen en waar nodig aanpassen. We willen kansen bieden aan kinderen en hebben hoge verwachtingen van hun prestaties.

Schoolgegevens Wirdumerweg 16 9919HD Loppersum 0596-571390 Bevoegd gezag: Noordkwartier Directeur: Henk Ebbers Schooltijden: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 8.30 - 11.45 en 13.00 – 15.15 uur Woensdag: 8.30 – 12.15 Aantal leerlingen: 200 Aantal groepen: 8 Aantal leerkrachten voor de groep: 13 Overig personeel:  Onderwijsassistent: 1


8

1

Visie en beleid

Roemte is een christelijke school, waar we de Bijbel gebruiken als een boek waarin Gods omgang met de mensen staat beschreven en waarin Jezus Christus ons voorbeeld is in woord en daad. Dat doen we met verhalen, liederen, gebeden en gesprekken. Die christelijke grondslag betekent ook dat Roemte ruimte biedt aan iedereen die onze levensbeschouwing onderschrijft of respecteert. Roemte is een plaats...  waar de Bijbel een oriëntatiepunt is;  waar Bijbelverhalen, gebeden en liederen een spiegel zijn voor ons eigen leven;  waar ruimte is voor verschillende geloofsovertuigingen;  waar ruimte is voor kinderen;  waar ouders, kinderen en leerkrachten een hechte gemeenschap willen vormen;  waar gewerkt wordt aan de verstandelijke, creatieve en sociale ontwikkeling van de kinderen;  waar zorg en begeleiding is voor elk kind;  waar ouders, daar waar mogelijk, betrokken worden bij het schoolgebeuren;  waar gewerkt wordt in een vernieuwd gebouw;  waar rust en sfeer belangrijk zijn.

1.1

Wat is onze visie op het domein Visie en beleid?

1.1.1

Missie en Visie

School in dorp en regio We zijn een open school voor iedereen die onze identiteit respecteert. We willen deel uitmaken van de dorpsgemeenschap en van de regio. We bieden ruimte voor verenigingen of koren om bij elkaar te komen in ons gebouw. Verenigingen en culturele instanties kunnen in overleg met de directie via school kinderen benaderen voor hun activiteiten. We beseffen dat we onderdeel zijn van een breed sociaal netwerk. CBS Roemte is een bekende en gewaardeerde school in de regio. We willen dat graag zo houden. Een ieder kan kennisnemen van onze visie en onze uitgangspunten op onze website www.cbsroemte.nl. Uitgangspunten Het onderwijs op onze school kenmerkt zich door een groepsgerichte aanpak, waarbij de individuele verschillen tussen kinderen goed in het oog worden gehouden. Zowel voor kinderen die moeilijk leren als voor kinderen die meer kunnen is veel aandacht. Zo is er in het door ons gehanteerde leerstofjaarklassensysteem ruimte voor differentiatie en individuele begeleiding. Voor de overgang van kinderen naar een andere groep hebben we tot en met groep vijf duidelijke overgangsnormen geformuleerd. Zelfstandig werken en samenwerking hebben in ons onderwijs de aandacht. Het onderwijs op Roemte wordt zodanig ingericht dat er voor kinderen sprake is van een zoveel mogelijk ononderbroken ontwikkelingsproces. Het onderwijs richt zich niet slechts op de verstandelijke ontwikkeling, maar heeft oog voor sociaal-emotionele aspecten en heeft veel aandacht voor de ontwikkeling van de creativiteit. Hoge verwachtingen Zoals in het vorige hoofdstuk al benoemd is, willen we ons verdiepen in het wezen van elk kind, om met dat kind de hoogst haalbare doelen te bereiken. We hebben dus hoge verwachtingen van kinderen.


9

We vinden het belangrijk dat kinderen weerbaar zijn en positief over zichzelf denken. Het is daarbij van groot belang dat de kinderen leren omzien naar elkaar en respect hebben voor wat een ander beweegt. We willen ze een basis meegeven voor het goed kunnen functioneren in de maatschappij. Als de kinderen afscheid nemen van CBS Roemte willen we graag dat ze terug kunnen zien op een fijne tijd, waarin ze hun talenten hebben kunnen ontwikkelen en waarin ze als individu gekend zijn.

1.1.2

Beleidsvorming

We hebben er voor gekozen om de beleidsvorming gestalte te geven met behulp van het INK-managementmodel (INK staat voor: Instituut Nederlandse Kwaliteit). In het INKmanagementmodel zijn de verschillende aandachtsgebieden in hun onderlinge samenhang weergegeven. De aandachtsgebieden beslaan alle aspecten die voor de besturing van de school van belang zijn. Ruwweg wordt hierbij onderscheid gemaakt in twee soorten aandachtsgebieden: de organisatiegebieden en de resultaatgebieden. In de organisatiegebieden wordt het functioneren van de school beschreven; in de resultaatgebieden worden de daarmee behaalde resultaten aangegeven. De samenhang tussen ‘resultaat’ en ‘organisatie’ bepaalt de mate waarin wij als school in staat zijn om te leren verbeteren en excelleren. Om eens in de vier jaar een schoolplan te kunnen opstellen is het nodig vooraf een grondige positiebepaling uit te voeren. In onze kwaliteitszorgcyclus (zie schema hierna) is de positiebepaling (lees: sterke-zwakteanalyse) ook als startactiviteit benoemd (fase van evaluatie). Het bepalen van de eigen positie of uitgangssituatie heeft betrekking op alle INKdomeinen. De geformuleerde beleidsvoornemens in dit schoolplan zullen de komende jaren gefaseerd worden opgenomen in de jaarplannen en door werkgroepen worden uitgewerkt in actieplannen. Voor de concrete uitwerking van alle beleidsvoornemens passen we de Deming-cyclus toe (plan-do-act-check). Zie het schema hierna.


10


11

1.1.3

Externe ontwikkelingen

Bovenschools strategisch beleid Onze school maakt deel uit van de Vereniging Christelijk Primair Onderwijs Noordkwartier. In totaal vallen er 14 basisscholen onder het bevoegd gezag. Het bestuur streeft naar een bestuursmodel waarin het ‘besturen op afstand’ meer inhoud zal worden gegeven. Dit dient per 1 augustus 2011 geformaliseerd te zijn in een model waarin uitvoering en toezicht houden gescheiden zijn. Het bovenschools management is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling en de uitvoering daarvan. Het bestuur stelt het voorgenomen beleid vast en ziet toe op de uitvoering daarvan. Het strategisch beleidsplan van de vereniging is daarbij leidend. Op dezelfde wijze is ook de verhouding tussen het bovenschools management en de scholen geregeld. De directeuren hebben een grote autonomie t.a.v. het ontwikkelen, implementeren en evalueren van het schoolbeleid. Het schoolplan is daarbij leidend als het gaat om het afleggen van verantwoording van de directeur aan het bovenschools management en het toezicht houden van het bovenschools management op de scholen. Ondanks de grote mate van autonomie van de afzonderlijke scholen binnen het bestuur, is er een aantal zaken waar onze school rekening mee moet en wil houden. Ten eerste is dat de christelijke identiteit van Noordkwartier. Dit zal in de komende jaren meer dan hiervoor een belangrijk thema zijn om met elkaar over na te denken. Dat heeft te maken met maatschappelijke ontwikkelingen waarin niet alleen aan het bestaansrecht van christelijk onderwijs wordt getornd, maar ook met de zorgelijke ontwikkeling in onze regio als het gaat om de terugloop van het aantal leerlingen. Ten tweede betreft dit het voortbestaan van de scholen door het teruglopend aantal leerlingen en de samenwerking met vooral het openbaar onderwijs in onze regio. Dit kan mogelijk ook gevolgen hebben voor onze school. Ten derde hebben we als school te maken met de wetgeving rond passend onderwijs. Hiervoor zijn bovenschools afspraken gemaakt t.a.v. het ontwikkelen van beleid en de implementatie daarvan. Landelijk beleid Wij volgen de maatschappelijke en regionale ontwikkelingen en houden daarbij rekening met de gevolgen voor onze school. Leidend bij de keuze voor de ontwikkeling binnen de school is uiteraard de visie op onderwijs die gedragen wordt door het team en andere scholen binnen onze vereniging. De school zal rekening houden met de volgende landelijke onderwijsuitgangspunten en andere relevante ontwikkelingen:   

Passend Onderwijs Toezichtkader inspectie Bezuinigingen in het onderwijs

Passend Onderwijs In de nota Vernieuwing van de zorgstructuren in het funderend onderwijs staat de gedachte van de zorgplicht centraal. Het huidige complexe regelstelsel voor speciale leerlingenzorg wordt sterk gedereguleerd. De scholen en hun besturen krijgen de verantwoordelijkheid om voor alle leerlingen, ongeacht de beperking, een passend onderwijsaanbod te realiseren.


12

Wanneer een school dit aanbod niet volledig zelf kan verzorgen, kan het ook in overleg met andere scholen/ besturen gerealiseerd worden. Hiermee is de samenwerking niet vrijblijvend, maar integraal onderdeel van de zorgplicht. Scholen en besturen krijgen een hoge mate van vrijheid in de wijze waarop zij de leerlingenzorg willen organiseren. Met het oog op een evenwichtige sturing wordt de positie van de ouders versterkt, zowel wat betreft de ondersteuning van individuele ouders, als collectief. Ook de bekostigingssystematiek en de indicatiestelling worden sterk vereenvoudigd en wordt het toezichtkader van de inspectie aangepast. Binnen onze vereniging gaan we gezamenlijk aan de slag om hier beleid op te ontwikkelen en implementeren op de scholen: 





Schooljaar 2010/2011: beschrijven van onze visie op onderwijsontwikkeling en personeelsbeleid in het strategisch beleidsplan, resp. schoolplan. Daarin geven we tevens aan wat onze ambitie is voor de komende jaren t.a.v. het versterken van de kwaliteit van het onderwijs. Bovenschools is een organisatieprofiel opgesteld en elke afzonderlijke school heeft een schoolprofiel ontwikkeld. Schooljaar 2011/2012: in het kader van de uitvoering van het strategisch beleidsplan, resp. schoolplan wordt gezamenlijk beleid vastgesteld t.a.v. zorg en begeleiding van leerlingen en het vakbekwaam houden / maken van leerkrachten. Iedere school stelt een onderwijszorgprofiel op ontwikkelt een plan van aanpak om de onderwijsorganisatie in de school te optimaliseren. In vervolg hierop wordt het onderwijszorgprofiel verder geconcretiseerd en geïmplementeerd in de school. Bovenschools wordt deze ontwikkeling ondersteund, begeleid en gefaciliteerd.

Toezichtskader inspectie De inspectie legt steeds meer nadruk op opbrengstgericht werken. Wij willen graag de goede resultaten van de afgelopen jaren continueren en waar mogelijk verbeteren. Daarvoor hebben we met name het afgelopen schooljaar stevig geïnvesteerd in onze leerlingenzorg en het instructiegedrag van leerkrachten. Behalve dat we de komende jaren dit verder willen versterken, willen we ons onderwijs waar nodig aanpassen aan de nieuwste inzichten. De rekencoördinator en de taal/leescoördinator brengen vanuit de opleiding het nieuwste op het gebied van rekenen en taal onze school binnen. Bezuinigingen in het onderwijs en de werkvoorziening We merken duidelijk dat er bezuinigingen in het onderwijs doorgevoerd worden. Bovenschools komt er minder geld binnen dan voorheen, en dat leidt ertoe dat er nadrukkelijk gestuurd wordt op de besteding van de beschikbare middelen. Overschrijdingen op onze schoolbegroting worden steeds minder geaccepteerd en extra budgetten worden minder snel beschikbaar gesteld. Dat trekt uiteraard een wissel op onze financiële ruimte, en daar zullen we rekening mee moeten houden. 1.1.4

Omgeving en toekomst

In de plannen van de gemeente voor huisvesting van de scholen worden verschillende scenario’s geschetst om de huisvestingsproblematiek van het dalende aantal basisschoolkinderen binnen onze gemeente het hoofd te bieden. In alle voorgestelde plannen behoudt onze school haar plek in het dorp.


13

De scholen in de omliggende dorpen verkeren nog in onzekerheid over hun voortbestaan. We merken nu al dat ouders uit deze dorpen voor onze school kiezen. We verwachten dat deze trend zich zal voortzetten. Het is daarom van belang om de ontwikkelingen op dit gebied op de voet te volgen.

1.2

Wat vinden we belangrijk?

Uit de totale set doelstellingen van dit domein (zie bijlage 2) staan de belangrijkste hieronder vermeld. Deze staan de komende jaren centraal en daarop zijn de strategische doelstellingen voor de komende 4 jaren gebaseerd. Tevens maken ze deel uit van het toetsingskader door het bovenschools management in het kader van de interne verantwoording. Visie en beleidsvorming Kritische Prestatie-indicator succesfactor Schoolconcept Identiteit

Maatschappelijk betrokken Profilering

Doelstelling 2.

Eigentijds

3.

Participatie

13.

Ambitieus

14. 17.

Uitstraling

18.

Uit het schoolprofiel blijkt hoe de christelijke levensovertuiging in het onderwijs tot uiting komt. Er is (eventueel kritisch en beargumenteerd) een verbinding gelegd met landelijk beleid en recente opvattingen over wat wordt verstaan onder goed onderwijs en de maatschappelijke functie in de samenleving, bijv. burgerschap en veiligheidsbeleid (verbondenheid). De school is actief ketenpartner in de regio. De school levert een actieve bijdrage aan de beleidsontwikkeling van de vereniging. De directie ontwikkelt en organiseert passende scholing voor teamleden. De school heeft een eigen, actuele website van goede kwaliteit. Dat wil zeggen, gebruikergericht, volledig, overzichtelijk, praktisch. Belangrijke klantinformatie eerst, interactief. Qua uitstraling: herkenbaar, toegankelijk, modern, hoogwaardig christelijk onderwijs. Warm, betrokken. De site is goed te vinden via Google.

Alle prestatie-indicatoren met bijbehorende doelstellingen worden in een kwaliteitszorgmonitor geplaatst, waarmee de realisatie van de doelstellingen bij de prestatie-indicatoren continu gemonitord kan worden.

1.3

Waar staan we nu en wat willen we bereiken?

Om een goed beeld te hebben van waar we nu staan, hebben we als team een zelfevaluatie uitgevoerd onder leiding van een externe deskundige. Hiermee hebben we een goed en betrouwbaar beeld gekregen van de stand van zaken. Dit is voor dit domein verwerkt in onderstaand schema (groen = borging van wat goed is, oranje = vraagt nog aandacht, rood = niet voor elkaar). Naast de kleuren gebruiken we de letters V of O om aan te geven of het om een V = verbetering gaat of om een O = onderzoek. Op basis van deze nulmeting hebben we onze plannen voor de komende 4 jaren uitgewerkt.


14

Visie en beleidsvorming Kritische Prestatiesuccesfactor indicator Schoolconcept Onderscheidend

Beleid

Doelstelling 1.

Identiteit

2.

Eigentijds

3.

Gedeeld

4.

Multimedia

5.

Integraal en cyclisch

6.

Transparant

7.

8. Schoolplan

9.

10.

Schoolgids

11.

Brochure/websi te

12.

Maatschappelijk betrokken

Participatie

13.

Profilering

Ambitieus

14.


Er is een schoolprofiel waarin een eigen, goed onderbouwde visie staat omschreven op het onderwijs. Uit het schoolprofiel blijkt hoe de christelijke levensovertuiging in het onderwijs tot uiting komt. Er is (eventueel kritisch en beargumenteerd) een verbinding gelegd met landelijk beleid en recente opvattingen over wat wordt verstaan onder goed onderwijs en de maatschappelijke functie in de samenleving, bijv. burgerschap en veiligheidsbeleid (verbondenheid). Elke medewerker is bekend met het schoolprofiel en draagt dit uit. In het schoolconcept wordt expliciet gerefereerd aan de digitale samenleving en de voorbereiding daarop. De school werkt aantoonbaar op basis van een vierjarige en eenjarige beleidscyclus. Alle medewerkers – voor zover relevant - kunnen de beleidscycli uitleggen. De beleidscycli zijn gevisualiseerd. Het schoolplan heeft duidelijke streefdoelen voor de middellange termijn. Het schoolplan anticipeert op maatschappelijke en regionale ontwikkelingen. 90% van de ouders waardeert de bruikbaarheid van de schoolgids met ‘goed’. 90% van de ouders waardeert de duidelijkheid van de (verenigings)brochure en (school)website met goed. De school is actief ketenpartner in de regio.

Het schoolprofiel geeft een haalbare ambitie weer.

Evaluatieinstrumenten Vastgestelde criteria

Verbetering/Bor ging/Onderzoek

PO-spiegel Collegiale visitatie

Gesprekkencyclus

Schoolplan Jaarplan Zelftoetsing in gesprekkencyclus

Wettelijk kader

Wettelijk kader Oudertevredenheids-enquête

Lijst met relevante ketenpartners Jaarverslag Management gesprekken Meetbare schooldoelstellingen

15

15.

16.

17.

Uitstraling

18.

19.

PR

20.

21.

Representatie

22. 23.

24.


De school levert een actieve bijdrage aan de beleidsontwikkeling van de vereniging. 80% van de medewerkers beoordeelt de schoolleider als ambitieus. De directie ontwikkelt en organiseert passende scholing voor teamleden. De school heeft een eigen, actuele website van goede kwaliteit. Dat wil zeggen, gebruikergericht, volledig, overzichtelijk, praktisch. Belangrijke klantinformatie eerst, interactief. Qua uitstraling: herkenbaar, toegankelijk, modern, hoogwaardig christelijk onderwijs. Warm, betrokken. De site is goed te vinden via Google. Managementleden hebben visitekaartjes, voor zover dit gewenst wordt. Alle schriftelijke communicatie wordt opgezet in een eenduidige huisstijl. Minimaal tweemaal per jaar brengt de school haar activiteiten onder de aandacht in de regionale pers. Alle teamleden houden zich aan de gedragscode. 90% van de ouders oordelen dat het schoolgebouw goed is onderhouden. 100% van de ouders ervaren dat de medewerkers van de school betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kinderen.

Maandelijkse update

V. Huisstijl Roemte op briefjes e.d.

Oudertevredenheids-enquête

16

Voor de komende planperiode hebben wij de volgende streefdoelen vastgesteld: Schooljaar 2011/2012 (18) Onze profilering en uitstraling willen we verbeteren. In oktober 2011 maken we een Identiteitsscan onder leiding van Mecurius Identiteitsmarketing. Waarbij we o.a. gaan kijken hoe we onze school nog beter kunnen profileren en positioneren in de regio. De ouders, de kinderen en het schoolteam worden hierbij betrokken. Met de verkregen informatie gaat een werkgroep aan de slag om te kijken waar en hoe we ons beter kunnen profileren. In november kunnen dan de uitkomsten aan het team, de ouders en de kinderen worden gepresenteerd. Nb. De nummering van elk streefdoel tussen haakjes correspondeert met de doelstelling uit de bovenstaande tabel.


17

2

Leiderschap en management

2.1

Wat is onze visie op het domein Leiderschap en management?

2.1.1

Leiderschap

Centrale gedachte binnen onze organisatie is om medewerkers zo actief mogelijk in te zetten en verantwoordelijkheid te geven voor zaken waar ze zelf invloed op kunnen uitoefenen. Dat betekent dat de directie veel ruimte heeft en krijgt om de school een eigen gezicht te geven. En eveneens dat de directie aan het onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel ook deze ruimte geeft. Tegelijkertijd betekent dit verantwoording afleggen hoe hiermee omgegaan wordt. Resultaatgericht management doet ook bij ons steeds meer zijn intrede. Een goede aansturing van de scholen is van groot belang voor het functioneren daarvan. De directeur is de aanjager van de onderwijskundige processen en van invloed op de motivatie van het personeel. Daarom wordt er binnen Noordkwartier in de komende planperiode ingezet op het versterken van de leiderschapskwaliteiten van de directeuren. Daarbij staan de volgende kernwaarden centraal:    

Inspirerend Motiverend Ondernemend Innovatief

De kamer van de directeur bevindt zich dicht bij de ingang van de school. De directeur is gemakkelijk bereikbaar voor leraren, ouders en kinderen. De eerste prioriteit van de directeur ligt bij het personeel van Roemte. Als het voor leraren mogelijk wordt gemaakt hun werk goed te doen en met plezier voor de groep te staan wordt er goed onderwijs gegeven en gaan ook de kinderen met plezier naar school. De directeur is regelmatig in de groepen aanwezig, is betrokken bij het wel en wee van de kinderen en denkt mee met de leraren. Hij is gemakkelijk aanspreekbaar voor leraren en kinderen, maar ook voor ouders. Vaak is hij aan te treffen op inloopmomenten of bij activiteiten met hulpouders. Bij het in- en uitgaan van de school is hij regelmatig bij de voordeur te vinden. Op deze manier kunnen contacten gemakkelijk gelegd worden. De directeur houdt als manager de beschikbare middelen goed in het oog en kijkt waar mogelijkheden zijn voor ontwikkeling en vernieuwing. Initiatieven van leraren worden hierbij gestimuleerd en gewaardeerd. De directeur werkt planmatig aan de ontwikkeling van het onderwijs. Hierbij wordt het INKmodel gehanteerd. Hij volgt scholing om zich verder te bekwamen en de school ook in veranderende omstandigheden goed te kunnen blijven leiden.

2.1.2

Management

De directie bestaat uit een directeur en een adjunct-directeur. Zij hebben wekelijks overleg over de lopende zaken en de voorbereiding van de teamvergaderingen. Daarnaast heeft de directeur maandelijks overleg met de IB-er over de zorgkinderen en de coördinatie ervan. Komende periode zal het management uitgebreid worden met de rekencoördinator en de taal/leescoördinator. Dit vijftal komt vier keer per jaar bij elkaar om de voortgang van de doelstellingen van de prestatie-indicatoren te monitoren en waarnodig bij te stellen.


18

De directie maak vanaf volgend jaar ook gebruik van een management informatiesysteem, de z.g. Kwaliteitszorgmonitor. De implementatie van dit systeem zal in het najaar 2011 plaatsvinden. De directeur is in het voorjaar van 2011 gecertificeerd om de Vaardigheidsmeter (VHM) af te nemen bij de leerkrachten. De VHM wordt jaarlijks afgenomen om de doelstellingen van het Activerende Directe Instructie Model te kunnen halen.

2.2


Uit de totale set doelstellingen van dit domein (zie bijlage 2) staan de belangrijkste hieronder vermeld. Deze staan de komende jaren centraal en daarop zijn de strategische doelstellingen voor de komende 4 jaren gebaseerd. Tevens maken ze deel uit van het toetsingskader door het bovenschools management in het kader van de interne verantwoording.

Leiderschap en management Kritische Prestatie succesfactor indicator Toegankelijkheid Transparant

Doelstelling 28.

31.

Ontwikkeling

Inspraak en andere input Innovatief

36.

Gekwalificeerd

44.

42.

De schooldirecteur rapporteert viermaal per jaar aan de algemeen directeur m.b.t. de doelstellingen in het strategisch beleidsplan. De schooldirectie handelt op basis van vastgesteld beleid en legt daarover intern en extern verantwoording af. De schooldirectie betrekt de teamleden bij belangrijke beslissingen. De schooldirectie staat open voor innovatieve ontwikkelingen rond evidence based werken. De schooldirectie voert jaarlijks gesprekken met de teamleden over hun bijdrage aan de resultaten van de school.


2.3


Om een goed beeld te hebben van waar we nu staan, hebben we als team een zelfevaluatie uitgevoerd onder leiding van een externe deskundige. Hiermee hebben we een goed en betrouwbaar beeld gekregen van de stand van zaken. Dit is voor dit domein verwerkt in onderstaand schema (groen = borging van wat goed is, oranje = vraagt nog aandacht, rood = niet voor elkaar). Naast de kleuren gebruiken we de letters V of O om aan te geven of het om een V = verbetering gaat of om een O = onderzoek. Het onderzoek heeft te maken met de korte periode waarin de nieuwe directeur zijn taken vervuld. Het team heeft daarover nog niet in een teamtevredenheidspeiling uitspraken over kunnen doen. Op basis van deze nulmeting hebben we onze plannen voor de komende 4 jaren uitgewerkt.


19

Leiderschap en management Kritische Prestatie succesfactor indicator Toegankelijkheid

Transparant

Doelstelling

Evaluatie instrumenten

25. Rollen, taken en verantwoordelijkheden van de directie- en de teamleden zijn concreet en eenduidig vastgelegd in het functiebouwwerk. 26. 100% van de medewerkers is op de hoogte van alle taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

Personeelbeleidsplan

43. De motivatie en ambities van alle schooldirectie- en teamleden zijn bekend.

POP delen met elkaar

V (2011-2012)

Handboek kwaliteitszorg

V (2011-2012)

Protocollen Map

B en V (20112012)

Ontwikkeling

Gekwalificeerd

Toegevoegd Management Kwaliteitszorg

Vanuit: Secundaire Cyclisch

Toegankelijkheid

Transparant

27. 90% van de medewerkers vindt de besluitvormingsprocedures waarmee ze te maken hebben duidelijk.

Lef

Innovatief

42. De schooldirectie staat open voor innovatieve ontwikkelingen rond evidence based werken.

Toegevoegd Management Kwaliteitszorg

Vanuit: Secundaire Planmatig

Toegankelijkheid

Transparant

Toegevoegd Management Rapportage

Vanuit: Secundaire Rapportage aan bevoegd gezag

Toegankelijkheid

Transparant


Onderwijsprocessen 117. Er is een handboek kwaliteitszorg waarin taken en verantwoordelijkheden duidelijk zijn belegd.

B en V(20112012)

V (2011-2012)

Onderwijsprocessen 119. Alle klasoverstijgende schoolinnovaties worden op toepasbaarheid getoetst door de directie en de coördinatoren. 28. De schooldirecteur rapporteert viermaal per jaar aan de algemeen directeur m.b.t. de doelstellingen in het strategisch beleidsplan. Onderwijsprocessen 123. Periodiek rapporteert de schoolleiding schriftelijk en/of mondeling aan het bevoegd gezag over voortgang in schoolontwikkeling. Prestatie-indicatoren en doelstellingen zijn daarbij leidend.

Borging/ Verbetering/ onderzoek B en V (20112012)

V (2011-2012)

Management rapportage

Management gesprekken

29. De schooldirectie treedt als eenheid op, zowel intern als extern.

20

Toegankelijkheid

Transparant

Inspraak en andere input

Vanuit Cultuur en Professionele cultuur Toegankelijkheid

Betrouwbaar Middelen Collegialiteit Open communicatie

Zichtbaar

Lef

Inspirerend

Ondernemend

30. De schooldirectie heeft de besturingsfilosofie, de wijze waarop zij haar rol wil zien, geëxpliciteerd en vastgelegd. 36, De schooldirectie betrekt de teamleden bij belangrijke beslissingen. 37. De schooldirectie bevordert het goed functioneren van de MR en betrekt de MR bij het nemen van belangrijke beslissingen. 38. De schooldirectie doet wat zij zegt. 82. De schooldirectie wordt door de medewerkers als integer ervaren

Evaluatie vergadering

V (20112012)

32. 95% van de medewerkers ervaart de interne communicatie door de schooldirectie als open en duidelijk. 33. 95 % van de ouders ervaart de externe communicatie door de schooldirectie als open en duidelijk. 34. 90% van de leerkrachten ervaart de directie als zichtbaar. 35. 90% van de ouders ervaart de directie als zichtbaar. 39. 80% van de medewerkers geeft aan dat zij de schooldirectie inspirerend vinden. 40. 80% van de medewerkers geeft aan dat hun directeur het VCPO Noordkwartier-beleid actief uitdraagt. 41. De schooldirectie stimuleert initiatieven van de teamleden.

Directeur nog te kort werkzaam. Vorige peiling daarom niet relevant.

O

Idem

O

idem

O

idem

O

Teamvergaderingen V (2011-2012) MR jaarverslag

Teamtevredenheids-onderzoek

O

Voor de komende planperiode hebben wij de volgende streefdoelen vastgesteld: Schooljaar 2011/2012: (27)Protocollenmap herzien. De adjunct-directeur en directeur bekijken in september samen de bestaande protocollen map en wijzigen of passen aan waar nodig. Begin oktober wordt de vernieuwde protocollenmap besproken in het team en na goedkeuring aangepast zodat elke groep in het bezit is van een correcte protocollenmap. (42, 119)Instellen van het Managementteam. In het vergaderjaarrooster worden vier overleg momenten belegd om de voortgang van de beleidvoornemens uit dit schoolplan te evalueren en waar nodig bij te stellen. (30) De schooldirectie heeft de bestuursfilosofie, de wijze waarop zij haar rol wil zien, geëxpliceerd en vastgelegd

Nb. De nummering van elk streefdoel tussen haakjes correspondeert met de doelstelling uit de bovenstaande tabel.


21

3 3.1

Personeel Wat is onze visie op het domein Personeel?

Met betrekking tot het personeel willen we de sterke kanten van iedere medewerker benutten ten behoeve van leerlingen. De professionaliteit en het welbevinden van de medewerkers zijn de belangrijkste factoren voor het gezamenlijk garanderen van kwalitatief goed onderwijs in een goed functionerende school. Dit sluit prima aan bij het bovenschools ingezette beleid om het professioneel handelen van de medewerkers te versterken. Uitgangspunten in dat beleid zijn:    

een veilig en inspirerend werkklimaat op elke school en in de gehele organisatie competentiegericht integraal personeelsbeleid aandacht voor initiatief en inspraak integrale verantwoordelijkheid op alle niveaus

Bovenschools is er een werkgroep, voorgezeten door de algemeen directeur, die continue werkt aan het verbeteren van het integraal personeelsbeleid. Er is een begin gemaakt met het systematisch afstemmen van de organisatiedoelen op de ambities en motieven van onze medewerkers. Dit betreft m.n. de volgende aspecten:    

werken werken werken werken

aan verbetering van het gebruik van het activerende directe instructiemodel aan omgaan met verschillen aan persoonlijke ontwikkeling met de gesprekkencyclus

Op basis van de zelfevaluatie bovenschools en de uitkomst van het Personeelstevredenheidsonderzoek (PTO) zijn er concrete doelen gesteld en resultaten geformuleerd. De belangrijkste doelen zijn:    

alle leerkrachten zijn gecertificeerde leerkrachten met de vaardigheidsmeter (VHM) alle leerkrachten zijn in staat om toetsresultaten te analyseren en om te zetten in concrete actieplannen de score op het Personeelstevredenheidsonderzoek bedraagt >7,4 het ziekteverzuim is gemiddeld <4% in de gehele organisatie

Daarnaast wordt er op bovenschools niveau nagedacht over een aantal thema’s die ook voor onze school van belang zijn. Dat betreft m.n. intervisie / collegiale consultatie (hoe kunnen we dat met de huidige personele bezetting een plek geven binnen de beschikbare ruimte) en interne mobiliteit (hoe bevorderen we mobiliteit, welke instrumenten hebben we nog meer nodig en vooral ook hoe zorgen we voor een goede afstemming tussen wensen / mogelijkheden van het personeel en de behoefte op de scholen). Ook de invoering van de functiemix is een belangrijk aandachtspunt in het kader van ons functiebouwwerk. Hier zal nog eens goed gekeken moeten worden naar de onderlinge samenhang van de verschillende functies en zal een betere afstemming met de gesprekkencyclus moeten worden gerealiseerd. Het functiebouwwerk in het kader van de functiemix moet verenigingbreed gestalte krijgen. Dit heeft gevolgen voor het systeem van beoordeling en de persoonlijke dossiers van het personeel. Daarnaast is het van belang dat er een cultuuromslag plaatsvindt bij de


22

medewerkers. Collegiale ondersteuning en het benutten van elkaars sterke punten binnen de school zal doelgerichter worden ingezet. De samenhang tussen het personeelsbeleid en de andere domeinen van het INK-model zullen worden aangescherpt. In het bijzonder zal aandacht worden besteed aan het onderschrijven en uitdragen van het nog te ontwikkelen schoolconcept. Als school en organisatie zullen we de komende jaren rekening moeten houden met de gevolgen van de krimp in onze regio. We weten nog niet welke gevolgen dat zal hebben en wat daarvan de implicaties zijn voor het personeel. We merken wel heel duidelijk dat bovenschools hier gericht al op wordt gestuurd en dat er terughoudendheid is m.b.t. het aanstellen van nieuw personeel. Het personeel van CBS Roemte doet haar werk met plezier. Het is nauw betrokken bij het schoolbeleid en is in staat dit aan de buitenwereld uit te leggen. In het schoolteam kan de sfeer als open worden gekarakteriseerd. Als er problemen zijn, worden deze besproken met de betrokken collega's. Als het moeilijk is een oplossing te vinden, is de directeur beschikbaar als gesprekspartner. De collega's proberen de balans tussen aan de ene kant hard werken en aan de andere kant ontspanning en gezellig samenzijn in het oog te houden. 's Morgens voor schooltijd is er thee of koffie, tussen de middag kan er samen geluncht worden. Met enige regelmaat wordt er een uitje georganiseerd. De leraren van CBS Roemte zijn te kenschetsen als competent. Dat wil zeggen dat hun vakbekwaamheid zich op het vereiste niveau bevindt. Zij houden hun vaardigheden op peil door te werken met de Vaardigheidsmeter Instructiegedrag. Ieder personeelslid heeft een persoonlijk ontwikkelingsplan en voert daarover jaarlijks gesprekken met de directeur. Door teamscholing en individuele scholing bevordert ieder zijn eigen ontwikkeling. Leraren kunnen een hogere salarisschaal bereiken door een cursus te volgen op HBO+-niveau. Een van de collega's is specialist op het gebied van meerbegaafdheid. Twee collega’s zijn bezig met een opleiding tot respectievelijk taal/leescoördinator en rekencoördinator. Onze intern begeleider zorgt dat in elke groep de juiste toetsen afgenomen worden en coördineert extra hulp aan kinderen. Ook onderhoudt zij de contacten met externe instanties die advies of hulp kunnen bieden bij de begeleiding van kinderen. Op Roemte is een onderwijsassistent werkzaam, die vooral bij het leesonderwijs wordt ingezet, maar ook breder inzetbaar is. De leraren maken gebruik van elkaars kwaliteiten. Ze respecteren elkaars mening en zijn erop gericht van elkaar te leren. Ze staan open voor verbeteringen en zijn geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen, zonder hun kritisch vermogen uit het oog te verliezen. CBS Roemte biedt stagiaires de gelegenheid praktijkervaring op te doen. Studenten van diverse opleidingen maken gebruik van onze school als stageschool. De leraren dragen graag bij aan de ontwikkeling van gemotiveerde studenten. Op Roemte ontvangen we leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs (maatschappelijke stage, snuffelstage) en studenten van het MBO en het HBO. PABO-studenten uit verschillende studiejaren krijgen jaarlijks de gelegenheid zich in ons vak te bekwamen. Onze school staat bekend als een goede stageplaats. Als heel bijzonder en noemenswaardig ervaren we de dagelijkse aanwezigheid van een viertal vrijwilligers dat als conciërge op onze school werkzaam is. Iedere ochtend is iemand beschikbaar voor taken als kopiëren, koffie en thee zetten, kleine reparaties en boodschappen.


23

3.2


Uit de totale set doelstellingen van dit domein (zie bijlage 2) staan de belangrijkste hieronder vermeld. Deze staan de komende jaren centraal en daarop zijn de strategische doelstellingen voor de komende 4 jaren gebaseerd. Tevens maken ze deel uit van het toetsingskader door het bovenschools management in het kader van de interne verantwoording. Personeel Kritische succesfactor Betrokkenheid Beschikbaarheid personeel Competentie

Effectiviteit

Prestatieindicator Uitdragen

Doelstelling

Stagiaires

51.

Competentieprofiel

55.

Kennisdeling

62.

Bekwaamheidsdossier RI&E

67.

Functioneren

71.

48.

70.

Alle medewerkers onderschrijven het schoolconcept en dragen de identiteit uit. Iedere student en stagiaire op school wordt planmatig ingezet en kwalitatief goed begeleid. Alle medewerkers kennen hun persoonlijke ontwikkelpunten binnen hun competentieprofiel. Alle medewerkers doorlopen de in het personeelsbeleidsplan vastgestelde gesprekkencyclus, waarin bij de verschillende gesprekken de resultaten van de VHM worden meegenomen (voor zover van toepassing). Alle leerkrachten beschikken over een actueel bekwaamheidsdossier. Er is een actuele risico-inventarisatie met een plan van aanpak beschikbaar van het schoolgebouw. De schoolleider treedt adequaat op bij disfunctioneren van medewerkers.


3.3


Om een goed beeld te hebben van waar we nu staan, hebben we als team een zelfevaluatie uitgevoerd onder leiding van een externe deskundige. Hiermee hebben we een goed en betrouwbaar beeld gekregen van de stand van zaken. Dit is voor dit domein verwerkt in onderstaand schema (groen = borging van wat goed is, oranje = vraagt nog aandacht, rood = niet voor elkaar). Naast de kleuren gebruiken we de letters V of O om aan te geven of het om een V = verbetering gaat of om een O = onderzoek. Op basis van deze nulmeting hebben we onze plannen voor de komende 4 jaren uitgewerkt. Personeel Kritische succesfactor

Prestatieindicator

Doelstelling

Evaluatieinstrumenten

Betrokkenheid

Enthousiast

46.

Teamtevredenheidsonderzoek

47.

Uitdragen


48.

80% van de medewerkers waardeert de school als werkorganisatie met ‘goed’. Ieder jaar wordt voor alle personeelsleden een teamuitje georganiseerd. Alle medewerkers onderschrijven het schoolconcept en dragen de

Borging/ Verbetering/ Ondezoek

Verklaring bij akte van

24

identiteit uit. Beschikbaarheid personeel

Werving en selectie Beschikbaarheid invallers Stagiaires

49. 50.

51. 52.

53. Competentie

Competentieprofiel

54. 55. 56.

Ontwikkeling

Competent

57.

Coaching en ondersteuning

58.

59.

Kennisdeling

60. 61.

62.

63.

Ontwikkeling

Persoonlijke ontwikkeling

64.

65.

66.

Bekwaamheid sdossier


67.

Bij vacatures wordt ernaar gestreefd ten minste met drie kandidaten te spreken (na briefselectie). Bij uitval van leerkrachten is continuïteit gewaarborgd. Iedere student en stagiaire op school wordt planmatig ingezet en kwalitatief goed begeleid. Stagiaires worden beoordeeld als potentiële arbeidskracht. Er is een competentieprofiel voor alle medewerkers. Alle medewerkers kennen hun competentieprofiel. Alle medewerkers kennen hun persoonlijke ontwikkelpunten binnen hun competentieprofiel. Alle medewerkers worden als voldoende competent (startbekwaam, ervaren of excellent) beoordeeld. Alle nieuwe medewerkers vinden dat ze daadwerkelijk goed begeleid worden. 80% van de medewerkers ervaart de geboden coaching en ondersteuning als voldoende. Er wordt jaarlijks een scholingsplan opgesteld en uitgevoerd. 90% van de medewerkers ervaart scholing als zinvol. De school organiseert meerdere keren per jaar intervisiebijeenkomsten voor haar medewerkers (leren van en met elkaar). Alle medewerkers doorlopen de in het personeelsbeleidsplan vastgestelde gesprekkencyclus, waarin bij de verschillende gesprekken de resultaten van de VHM worden meegenomen (voor zover van toepassing). Jaarlijks wordt met alle medewerkers een functioneringsgesprek gevoerd. Met alle medewerkers wordt minimaal eens per 4 jaar een beoordelingsgesprek gevoerd. 95% van de medewerkers vindt dat ze adequate feedback van de schooldirectie ontvangen op hun functioneren. Iedere medewerker beschikt over een POP.

benoeming.

Invalpool Protocollen Map

VHM website. Workshops worden bovenschools aangeboden

V(2011-2012)

VHM Beoordelingsgesprekken

V(2011-2012)

Teamtevredenheidsonderzoek Personeelbeleidsplan

Jaarplan of verbeterplan Eigen gekozen scholing in POP Jaarverslag V (2014-2015)

Teamtevredenheidsonderzoek VHM

Gesprekken cyclus


O

Bekwaamheids dossier

25

68. Gezondheid

Ziekteverzuim en reintegratie Verzuim

69.

RI&E

71.

Effectiviteit

Functioneren

72.

Informatie

Personeelsmap

73.

70.

74.

Alle leerkrachten beschikken over een actueel bekwaamheidsdossier. 90% van de medewerkers is tevreden over de begeleiding bij ziekte en re-integratie. De school kent een ziekteverzuim van 4% of lager. Er is een actuele risico-inventarisatie met een plan van aanpak beschikbaar van het schoolgebouw. De schoolleider treedt adequaat op bij disfunctioneren van medewerkers. Alle medewerkers hebben toegang tot het digitale personeelsbeleidsplan. 90% van de medewerkers waardeert de bruikbaarheid van de personeelsmap als goed.

V (2013-2014) Teamtevredenheidsonderzoek

O


Voor de komende planperiode hebben wij de volgende streefdoelen vastgesteld: Schooljaar 2011/2012 (53 t/m 56)Jaarlijks neemt de directeur bij elke groepsleerkracht de vaardigheidsmeter (VHM) af. De VHM wordt onderdeel van het competentieprofiel en teamleden kunnen ontwikkelpunten uit de VHM gebruiken voor hun persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Tijdens de popgesprekken, tussen de directeur en het teamlid, aan het begin van het schooljaar worden deze ontwikkelpunten besproken. Schooljaar 2013/2014 (67)Elk personeelslid kan het bekwaamheidsdossier(zie personeelsbeleid Noordkwartier) overhandigen aan de directeur tijdens het POP gesprek.

intranet

Schooljaar 2014/2015 (61)Viermaal per jaar worden intervisie bijeenkomsten georganiseerd. In een werkvergadering worden regels van intervisie geïntroduceerd. Tijdens de intervisiebijeenkomsten wordt er op gelet dat de intervisieregels goed worden gehanteerd, zodat er veilige effectieve intervisie kan plaatsvinden. Nb. De nummering van elk streefdoel tussen haakjes correspondeert met de doelstelling uit de bovenstaande tabel.


26

4

Cultuur en klimaat

4.1

Wat is onze visie op het domein Cultuur en klimaat?

Schoolklimaat Ons schoolklimaat zien we als het visitekaartje van onze school. In de school heerst een gezellige, open sfeer. Leraren, ouders en kinderen hebben op een vriendelijke manier contact met elkaar. Ieder mens is in principe even waardevol. Deze houding is in principe gebaseerd op onze identiteit als christelijke school. We willen op een goede manier met elkaar omgaan en elkaar daar ook op aanspreken. We geloven dat de taal die we in ons schoolgebouw gebruiken hier een cruciale rol speelt. Ruw en onbeschaafd taalgebruik bevordert dito gedrag. We zijn overtuigd van het heilzame effect van onze corrigerende invloed op ongewenst taalgebruik. De volgende vijf regels zijn voor iedereen duidelijk en er wordt regelmatig aan gerefereerd, ook in situaties waar behoefte is aan correctie van gedrag of taalgebruik. -

Wees aardig voor elkaar Denk om je taalgebruik Luister goed naar elkaar Probeer ruzie te voorkomen Wees zuinig op elkaars spullen

Van groot belang is nog het volgende: alle kinderen weten dat ze door alle leraren op dezelfde manier worden aangesproken. Elke onderwijsgevende voelt zich vrij zo nodig corrigerend op te treden, ook als het een kind betreft dat niet behoort tot zijn eigen groep. Gastvrij voor ouders We vinden het belangrijk dat ouders merken dat ze welkom zijn en altijd op school terecht kunnen als er iets te bespreken is over hun kind. We willen de ouders stimuleren een bijdrage te leveren aan ons onderwijs door hulp bij allerlei activiteiten. Daarbij denken we aan ouderhulp op de creatieve middag of het documentatie centrum. Interne communicatie De leraren van CBS Roemte gaan op respectvolle wijze met elkaar om. Ze voelen zich vrij om elkaar aan te spreken op de effectuering van gemaakte afspraken. Tijdens personeelvergaderingen is er aandacht voor een efficiënte manier van vergaderen. Er zijn onder- en bovenbouwvergaderingen om specifieke afspraken te maken of zaken te bespreken die van toepassing zijn op bepaalde groepen. Op werkvergaderingen werken we aan de ontwikkeling van ons onderwijs of aan de realisering van nieuw beleid in de praktijk. Inspraak van de kinderen In onze school hebben kinderen een stem. Door middel van een tevredenheidsonderzoek stellen we vragen aan de kinderen van de groepen vijf tot en met acht. Zo krijgen we een indruk van wat de kinderen goed vinden aan onze school en van wat volgens hen beter kan. Zo nodig passen we zaken aan, in overleg met de kinderen. We denken erover in de toekomst nader met de kinderen van de bovenbouw in gesprek te gaan over hun schoolperiode op CBS Roemte. Voor dit gesprek moet nog een goede vorm worden gevonden.


27

4.2


Uit de totale set doelstellingen van dit domein (zie bijlage 2) staan de belangrijkste hieronder vermeld. Deze staan de komende jaren centraal en daarop zijn de strategische doelstellingen voor de komende 4 jaren gebaseerd. Tevens maken ze deel uit van het toetsingskader door het bovenschools management in het kader van de interne verantwoording. Cultuur en werkklimaat Kritische Prestatie-indicator succesfactor Professionele Verantwoordelijkheid cultuur Excellentie Verantwoording

Doelstelling 83. 87. 88.

Alle medewerkers ervaren dat het team zich gezamenlijk verantwoordelijk weet voor de school. De schooldirectie daagt medewerkers uit om te excelleren binnen de school (talentontwikkeling). Binnen de school heerst een cultuur waarin het afleggen van verantwoording vanzelfsprekend is.


4.3


Om een goed beeld te hebben van waar we nu staan, hebben we als team een zelfevaluatie uitgevoerd onder leiding van een externe deskundige. Hiermee hebben we een goed en betrouwbaar beeld gekregen van de stand van zaken. Dit is voor dit domein verwerkt in onderstaand schema (groen = borging van wat goed is, oranje = vraagt nog aandacht, rood = niet voor elkaar). Naast de kleuren gebruiken we de letters V of O om aan te geven of het om een V = verbetering gaat of om een O = onderzoek. Op basis van deze nulmeting hebben we onze plannen voor de komende 4 jaren uitgewerkt. Cultuur en werkklimaat Kritische Prestatiesuccesfactor indicator

Doelstelling

Communicatie

Effectief en duidelijk

75.

Vergaderen

80.

Collegialiteit

81.

Professionele cultuur

Verantwoordelijkheid

83.

Feedback

84.

85. 86.


90% van de medewerkers ervaart een duidelijke informatievoorziening vanuit de schooldirectie. 80% van de medewerkers ervaart de overleggen als functioneel. 90% van de medewerkers voelt zich opgenomen in professionele collegiale relaties. Alle medewerkers ervaren dat het team zich gezamenlijk verantwoordelijk weet voor de school. Alle medewerkers ervaren dat er met en niet over hen wordt gecommuniceerd. Alle medewerkers stappen bij problemen op de juiste persoon af. Alle medewerkers van de school evalueren jaarlijks hun functioneren en ontwikkeling.

Evaluatieinstrument en Teamtevredenheidsonderzoek Teamtevredenheidsonderzoek Teamtevredenheidsonderzoek Teamtevredenheidsonderzoek Teamtevredenheidsonderzoek

Borging Verbetering Onderzoek O

Zie ook 132.

V (2013-2014) Zie ook 133 en 134. V(2013-2014)

Jaargesprek -kencyclus

28

Excellentie

Verantwoording

87.

88.

De schooldirectie daagt medewerkers uit om te excelleren binnen de school (talentontwikkeling). Binnen de school heerst een cultuur waarin het afleggen van verantwoording vanzelfsprekend is.

Zie ook 41

Voor de komende planperiode hebben wij de volgende streefdoelen vastgesteld: Schooljaar 2013/2014 (84,85)In een tweetal bijeenkomsten worden knelpunten benoemd en besproken, eventueel onder begeleiding van een externe deskundige. Nb. De nummering van elk streefdoel tussen haakjes correspondeert met de doelstelling uit de bovenstaande tabel.


29

5

Middelen en voorzieningen

5.1

Wat is onze visie op het domein Middelen en voorzieningen?

5.1.1

Huisvesting en uitrusting

We voelen ons thuis in ons schoolgebouw, dat door verscheidene verbouwingen in de loop der tijden is getransformeerd tot een gebouw waar het goed is om te zijn. Voor iedere groep is er een lokaal, er is ruimte beschikbaar voor vieringen en er zijn volop mogelijkheden om met individuele kinderen of met groepjes te werken. Onze school heeft tien lokalen, een speellokaal, een gemeenschappelijke ruimte (het Roemteschip), er is een keuken voor kooklessen, er zijn vijf kleinere ruimtes om in groepjes te werken, een directiekamer, een grote kelder en bergruimtes op zolder. De toiletruimten zijn fris en goed schoon te houden. Rondom de school zijn drie speelpleinen, het achterplein (groepen 1 t/m 4), het middenplein (groepen 5 en 6) en het voorplein (groepen 7 en 8). In de groepen 3 t/m 8 bevindt zich een digitaal schoolbord. De lokalen zijn zodanig ingericht dat kinderen worden uitgenodigd tot leren. In onze school bevinden zich vierendertig computers. Het grootste deel daarvan treffen we in de verschillende lokalen aan. Een tiental computers bevindt zich op een zogenaamd computereiland. We werken met moderne lesmethodes. Waar nodig worden methodes vervangen. Begrijpend lezen is nog maar voor een deel een apart vak. Er wordt gestreefd naar integratie van begrijpend lezen in de zaakvakken en in het taalonderwijs. Er zijn programma’s en materialen voor meerbegaafde kinderen, maar ook voor kinderen die extra zorg behoeven. De per groep voor de kinderen beschikbare leesboeken worden jaarlijks aangevuld met nieuwe boeken. Verouderde en kapotte boeken worden vervangen. Elke groep heeft een abonnement op de bibliotheek.

5.1.2

Financiën

Het schoolbudget bestaat uit de rijkssubsidie en incidenteel uit projectsubsidies. De directie van de school is selectief terughoudend als het gaat om het aannemen van middelen van sponsoren. Een belangrijk criterium is dat de school zich niet te veel moet binden aan andere belangen. Ieder jaar vindt er in november overleg plaats tussen de directeur en het bovenschools management om tot de vaststelling van de jaarbegroting te komen. In 2011 is er een start gemaakt met resultaatgericht financieel management. Dat wil zeggen dat de directeur verantwoordelijk is voor het beschikbare budget en ervoor moet zorgen dat de uitgaven dit budget niet overschrijden. Hiertoe is er regelmatig overleg tussen de directeur en het bovenschools management in het kader van de planning- en controlcyclus. Zo houden we elkaar scherp. We zijn een school midden in het dorp met mooie faciliteiten die ook door andere belanghebbenden worden gebruikt. Koren, cursussen en verenigingen vinden hun weg naar onze school. Vaak is er ’s avonds of op de woensdagmiddag iets georganiseerd in ons gebouw. Dat levert extra inkomsten middels huurovereenkomsten. Deze inkomsten kunnen deels weer gebruikt worden voor onderwijskundige aanpassingen of voor aanschaf van materiaal waar via de reguliere weg geen budget voor is.


30

5.1.3

Materieel beleid

Bovenschools is er een meerjarenplanning, waarvan de jaarbegroting afgeleid wordt. Daardoor weten we als school redelijk goed hoe we ervoor staan, welke middelen we in de komende jaren beschikbaar hebben en hoe dit is afgestemd op de eigen meerjarenbegroting als onderdeel van dit schoolplan. Wij beschikken over een meerjarenplanning voor het onderhoud van gebouwen en inventaris, meubilair, ICT en vervanging van methoden. Dit vormt het raamwerk voor de te verwachten uitgaven op lange termijn. Omdat het bovenschools management goede plannen ook wil belonen, is er jaarlijks een budget voor alle scholen gezamenlijk beschikbaar voor bijzondere (innovatieve) onderwijsprojecten. Een ander belangrijk punt is, dat we als organisatie steeds meer over gaan naar mantelcontracten, waardoor gunstige prijsafspraken worden gerealiseerd. Dit gaat echter over materiële zaken die niet van invloed zijn op de eigen keuze voor de inrichting van het onderwijs. Het motto is daarbij: ‘Samen waar dat kan’. Met de beschikbare budgetten proberen we binnen onze bevoegdheden onze school zo netjes mogelijk in te richten. Waar nodig vervangen we verouderd of kapot materiaal. We zijn blij met onderwijskundige mogelijkheden die de digitale borden ons bieden. Een nadeel van deze innovatie is de snelle achteruitgang van de lichtopbrengst en dus de leesbaarheid van de digitale borden. Ook het gemis van goede zonwering in een aantal klaslokalen maakt het gebruik van de digibord in sommige omstandigheden onmogelijk. Komende jaren willen we daar oplossingen voor vinden. Deels door betere zonwering en anderzijds door het vervangen van de digiborden door touchscreens.

5.2


Uit de totale set doelstellingen van dit domein (zie bijlage 2) staan de belangrijkste hieronder vermeld. Deze staan de komende jaren centraal en daarop zijn de strategische doelstellingen voor de komende 4 jaren gebaseerd. Tevens maken ze deel uit van het toetsingskader door het bovenschools management in het kader van de interne verantwoording. Middelen en voorzieningen Kritische Prestatiesuccesfactor indicator Accommodatie Uitdagend, rijk en inspirerend Beheer en onderhoud Faciliteiten Ruimtes Begroting

Solide

Doelstelling 89. 90. 92. 97.

Het schoolgebouw is een uitdagende leeromgeving die past bij de visie van de school/het schoolplan. Het schoolgebouw voldoet aan de veiligheidseisen conform RI&E. Alle medewerkers ervaren de werkfaciliteiten als voldoende. De schooldirectie opereert binnen de vastgestelde begroting.


5.3


Om een goed beeld te hebben van waar we nu staan, hebben we als team een zelfevaluatie uitgevoerd onder leiding van een externe deskundige. Hiermee hebben we een goed en


31

betrouwbaar beeld gekregen van de stand van zaken. Dit is voor dit domein verwerkt in onderstaand schema (groen = borging van wat goed is, oranje = vraagt nog aandacht, rood = niet voor elkaar). Naast de kleuren gebruiken we de letters V of O om aan te geven of het om een V = verbetering gaat of om een O = onderzoek. Op basis van deze nulmeting hebben we onze plannen voor de komende 4 jaren uitgewerkt. Middelen en voorzieningen Kritische Prestatiesuccesfactor indicator

Doelstelling


Accommodatie

Uitdagend, rijk en inspirerend

89.

Tevredenheidsonderzoek

Beheer en onderhoud Ruimtes

90.

Faciliteiten

91.

92. Multimedia

93.

94.

Meubilair

95. 96.

Begroting

Solide

97.

Het schoolgebouw is een uitdagende leeromgeving die past bij de visie van de school/het schoolplan. Het schoolgebouw voldoet aan de veiligheidseisen conform RI&E. De school heeft afgebakende ruimtes voor team, directie, RT en IB. Alle medewerkers ervaren de werkfaciliteiten als voldoende. Door middel van multimediale voorzieningen stimuleert de schooldirectie het met en van elkaar leren. De beschikbare multimediale voorzieningen en digitale mogelijkheden worden optimaal benut. Alle medewerkers hebben Arbogoedgekeurd meubilair. Alle leerlingen hebben passend en Arbo-goedgekeurd meubilair. De schooldirectie opereert binnen de vastgestelde begroting.

Borging Verbetering Onderzoek

RI&E Teamtevredenheidsonderzoek V (2011-2012)

V (2012-2013)

Voor de komende planperiode hebben wij de volgende streefdoelen vastgesteld: Schooljaar 2011/2012 (92)Er is goede zonwering in de groepen 3, 6, 7 en 8. Schooljaar 2012/2013 (94)De digitale borden zijn of vervangen of van dusdanige kwaliteit dat onder alle omstandigheden (met goede zonwering) het digitale schoolbord of touchscreen kan worden gebruikt onder schooltijd. Nb. De nummering van elk streefdoel tussen haakjes correspondeert met de doelstelling uit de bovenstaande tabel.


32

6

Management van onderwijsprocessen

6.1

Wat is onze visie op het domein Management van onderwijsprocessen?

6.1.1

Onderwijsvisie

De primaire taak van de school is en blijft het geven van onderwijs en het begeleiden van de leerlingen. Competente en betrokken leerkrachten vormen het hart daarvan. De school moet daarom ook zo zijn ingericht dat de leerkrachten in staat zijn om optimaal en maximaal hun werk te kunnen doen. Dit vraagt van de leidinggevenden duidelijkheid als het gaat om de koers van de school en vaardigheden om het personeel zo goed mogelijk te begeleiden. Hier wordt ook extra op ingezet als het gaat om scholing en ondersteuning van de leidinggevenden. Gelukkig heeft Noordkwartier dit op een hele goede manier ingevuld door te willen sturen op hoofdlijnen, waarbij de verantwoordelijkheden laag in de organisatie liggen. Dat betekent voor de school een grote mate van vrijheid, waarbij ruimte wordt gegeven aan eigen verantwoordelijkheden. Daar staat tegenover dat het bovenschools management wel toezicht uitoefent op de voortgang op de scholen en de resultaten van het onderwijs. Het afleggen van verantwoording vinden we daarom ook heel gewoon in het kader van een professionele organisatie. Pedagogisch klimaat Onze regels en afspraken zijn duidelijk voor alle kinderen. De leraren doen hun best een goed pedagogisch klimaat en een veilige leeromgeving te bewerkstelligen, waarin leerlingen zich verantwoordelijk voelen voor hun werk en trots zijn op hun resultaten. Onderwijsaanbod We besteden in ons onderwijs veel tijd aan taal/lezen en rekenen, omdat we het als onze kerntaak zien kinderen op deze gebieden voldoende kennis en vaardigheden bij te brengen. Het leesonderwijs wordt de komende jaren nader geanalyseerd om de effectiviteit te verhogen en te komen tot een verbeterde doorgaande leerlijn. We willen ons graag verdiepen in de nieuwste inzichten, gebruik makend van de referentiekaders die de overheid ons biedt. Het onderwijs dat gericht is op het vergroten van de woordenschat willen we meer in kaart brengen en meetbaar maken. We worden daarin begeleid door de taal/leescoördinator. Ook voor het vak rekenen is er een coördinator, die ons helpt het rekenonderwijs naar de nieuwste inzichten vorm te geven. We werken met het effectieve instructiemodel, waarbij samenwerkend leren een dagelijks toegepaste werkvorm is. We kijken kritisch naar onze methoden en we passen waar nodig het lesprogramma aan, als we merken dat het beter en effectiever kan. De lessen dienen een hoog leerrendement te hebben. 6.1.2

Leerstofaanbod en differentiatie

Belangrijk zijn de volgende criteria:  voldoen aan de kerndoelen (uitgave april 2006); Zie bijlage 1  zorgen voor een ononderbroken ontwikkelingslijn; Zie ook hoofdstuk 7.1.2.  het bevorderen van het zelfvertrouwen en de positieve ervaringen van het kind;  het afstemmen van het onderwijs op de belevingswereld en op het niveau van het kind. De onderwijskundige doelen


33

 





Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat het ontwikkelingsproces van de kinderen een ononderbroken proces is en afgestemd is op de kinderen. Het onderwijs richt zich in ieder geval op de emotionele ontwikkeling, de verstandelijke ontwikkeling en op de ontwikkeling van de creativiteit. Evenzeer richt het onderwijs zich op het verwerven van de noodzakelijke kennis en op de ontwikkeling van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Het onderwijs gaat ervan uit dat kinderen opgroeien in een multiculturele samenleving. Op Roemte is de ontmoeting met kinderen en ouderen uit andere culturen tot nu toe niet voor de hand liggend. Ons onderwijs is gericht op het bevorderen van actief burgerschap en zal ook gericht zijn op het kennisnemen van andere culturen en godsdiensten. Voor de kinderen die extra zorg nodig hebben, is het onderwijs gericht op een individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de kinderen.

Onderwijs aan langdurig zieken Het kan op Roemte voorkomen dat een kind langdurig ziek is. Het is belangrijk dat het onderwijsproces zo goed mogelijk doorgaat en misschien nog belangrijker is, dat het kind het gevoel houdt erbij te horen. Dat kan door bezoek van andere kinderen en van de leraren, door het sturen van e-mails of post, door telefoontjes en ook met behulp van een webcam. Per situatie wordt bekeken hoe te handelen door goed overleg met de ouder(s). De procedure is te vinden in het Zorgprofiel. De verstandelijke ontwikkeling Door het aanbieden van kennis worden de kinderen voorbereid op de steeds veranderende maatschappij. Voor deze ontwikkeling is het van groot belang dat er een goede basis wordt gelegd voor de taalontwikkeling. Kinderen moeten zich bewust worden van hun mogelijkheden en deze leren gebruiken en toepassen. Ook beperkingen zullen moeten worden geaccepteerd om een evenwichtige ontwikkeling niet in de weg te staan. De sociaal-emotionele ontwikkeling Een evenwichtige sociaal-emotionele ontwikkeling geeft kinderen veiligheid, vertrouwen en een kritisch vermogen om te onderscheiden wat wel en wat niet kan. Goede ervaringen zijn:  het samenwerken, het samen spelen, het samen kunnen delen en het willen helpen;  respect hebben voor elkaars mening, houding en inbreng;  elkaar ruimte geven om zelf ruimte te krijgen;  het kunnen omgaan met conflicten en deze te kunnen voorkomen en te kunnen oplossen;  het zich kunnen inleven in gevoelssituaties;  het kunnen accepteren dat anderen anders kunnen zijn dan jezelf;  een saamhorigheidsgevoel;  een zelfstandig en verantwoord gedrag. De creatieve ontwikkeling Creativiteit kan worden ontwikkeld en is te ontwikkelen binnen alle vak- en vormingsgebieden:  het bedenken van oplossingen;  het zelfontdekkend bezig zijn;  het toepassen van kennis en vaardigheden in verschillende situaties;  het experimenteren met problemen waarbij meerdere oplossingen denkbaar zijn;  het zich eigen maken van culturele vaardigheden. De motorische ontwikkeling Voor een goede motorische ontwikkeling zijn beweging, ontspanning en ruimte van groot belang. De leraar zal altijd op de hoogte moeten zijn van belemmerende factoren. In het schooljaar 2010-2011 heeft het team een cursus Neuro Motorische Training gedaan om motorische problemen te signaleren en op tijd te kunnen doorverwijzen. Zie voor meer informatie het zorgprofiel.


34

De instrumenteel-cursorische vakken De beschrijving en de verantwoording van het activiteitenaanbod voor de groepen 1 t/m 4 zijn apart beschreven in een overzicht dat in de genoemde groepen aanwezig is. Voor het doorstroomprotocol geldt hetzelfde. Verder verwijzen we naar bijlage 1 voor de gebruikte methodes en hulpmiddelen Rekenen en wiskunde Doelstelling: het onderwijs in rekenen en wiskunde is erop gericht, dat de kinderen:  verbanden kunnen leggen tussen het onderwijs in rekenen en wiskunde en de dagelijkse leefwereld;  zich basisvaardigheden eigen maken, eenvoudige wiskundetaal begrijpen en toepassen in praktische situaties;  reflecteren op eigen wiskundige activiteiten en de resultaten daarvan op juistheid controleren;  eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren kunnen opsporen;  onderzoek- en redeneerstrategieën in eigen woorden kunnen beschrijven en gebruiken. Nederlandse taal Doelstelling: het onderwijs in de Nederlandse taal is erop gericht, dat de kinderen:  vaardigheden ontwikkelen, waarmee ze de taal zowel mondeling als schriftelijk doelmatig kunnen gebruiken in situaties die zich in het dagelijkse leven voordoen;  zich kennis en inzicht eigen maken omtrent betekenis, gebruik en vorm van de taal;  plezier hebben en houden in het gebruiken en beschouwen van taal. Engelse taal Doelstelling: het onderwijs in de Engelse taal is erop gericht, dat de kinderen:  vaardigheden ontwikkelen, waarmee ze deze taal op een zeer eenvoudig niveau kunnen gebruiken als communicatiemiddel;  kennis hebben van de rol die de Engelse taal speelt in de Nederlandse samenleving en als internationaal communicatiemiddel. De wereldoriënterende vakken In de groepen 1 en 2 wordt hoofdzakelijk thematisch gewerkt. Uitgangspunt is de eigen belevingswereld, waarbij kijken, voelen, tillen, ruiken, bewegen, aanraken, tasten en luisteren belangrijke elementen zijn. De kinderen leren gaandeweg de wereld om zich heen kennen en gaan relaties leggen met ruimte en tijd, met de natuur, met andere kinderen en volwassenen. De taalverwerving is belangrijk evenals de ontwikkeling van de kijk die het kind op zichzelf heeft. Deze benadering is er ook in de groepen 3 en 4, maar in deze groepen wordt ook gewerkt met methodisch materiaal om begrippen te introduceren die te maken hebben met geschiedenis, aardrijkskunde en natuuronderwijs. Vanaf groep 5 wordt een begin gemaakt met methodisch onderwijs. Aardrijkskunde Doelstelling: het aardrijkskundeonderwijs is erop gericht dat de kinderen:  zich een beeld kunnen vormen van de aarde en haar belangrijkste regio’s;  inzicht verkrijgen in de manier waarop de natuur en het menselijke handelen de ruimtelijke inrichting beïnvloeden;  zich geografische kennis en vaardigheden eigen maken.


35

Geschiedenis Doelstelling: het geschiedenisonderwijs is erop gericht, dat de kinderen:  zich een beeld kunnen vormen van de in de tijd ontstane verschijnselen en ontwikkelingen;  besef krijgen van de continuïteit en verandering in het leven en in de geschiedenis van de samenleving;  kennis en inzicht krijgen omtrent de inrichting en structuur van de maatschappij;  kennis en inzicht krijgen omtrent de kenmerkende verschillen tussen de geestelijke stromingen in de samenleving. Natuuronderwijs en Gezond gedrag Doelstelling: het natuuronderwijs is erop gericht, dat de kinderen:  plezier beleven aan het verkennen van de natuur vanuit een kritische en vragende houding en zorg gaan dragen voor een gezond leefmilieu;  kennis, inzicht en vaardigheden opdoen, die mensen nodig hebben om op een juiste wijze met de levende en niet-levende natuur om te gaan;  een onderzoekende en waarderende houding ten opzichte van de natuur en een gezond leefmilieu ontwikkelen;  kennis, inzicht en vaardigheden opdoen ten aanzien van een verantwoord gedragspatroon, dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. Door middel van kooklessen doen de kinderen ervaring op met betrekking tot de bereiding, de smaakontwikkeling, gezond en verantwoord eten en de voedselproductie. Jaarlijks krijgen de kinderen van groep 8 les in jeugd-EHBO en halen hun EHBO-diploma. Bij de wereldoriënterende vakken worden de kinderen wegwijs gemaakt in het documentatiecentrum en in de wereld van internet. Ze maken werkstukken, verslagen en houden spreekbeurten of presentaties. Bevordering van de sociale redzaamheid, waaronder het gedrag in het verkeer We vinden het belangrijk dat er een goed klimaat is op school, waarin de kinderen zichzelf kunnen zijn en daarbij ook de ander niet uit het oog verliezen en op waarde leren schatten. Aan de sociale redzaamheid wordt niet alleen aandacht besteed bij de dagelijkse gang van zaken of als er aanleiding toe is, maar ook met behulp van specifiek materiaal, dat tijdens lessen wordt gebruikt, bijvoorbeeld bij lessen over gewoontes, beleefdheid en normen en waarden. We kunnen dan gebruik maken van de Ik-Jij-Wij map, waarin onderwerpen staan over sociale vorming. Ook door middel van individuele gesprekken met kinderen trachten we steeds te werken aan een verbetering van het schoolklimaat. Een onderdeel van de sociale redzaamheid is het verkeersonderwijs. Vanaf groep 1 wordt er aandacht aan besteed. We willen de kinderen inzicht, kennis en vaardigheden bij brengen om zo als verkeersdeelnemer veilig en vaardig mee te kunnen doen. Er wordt gewerkt met thema’s en met de uitgaven van Veilig Verkeer. Eens in de twee jaar doen de groepen 7 en 8 mee aan het landelijk verkeersexamen, dat gemeentelijk wordt georganiseerd door Veilig Verkeer Nederland. Tevens heeft Roemte een verkeersouder als contactpersoon tussen school en partijen, die te maken hebben met de verkeersveiligheid rondom de school en in de gemeente Loppersum. De multi-culturele samenleving In ons land ontmoeten veel culturen en stromingen elkaar. Op onze school vinden we het belangrijk om open te staan voor andere culturen dan de onze, voor andere tradities en andere godsdiensten. Tijdens gesprekken, projecten en zo vaak als de mogelijkheid zich voordoet wordt hieraan gewerkt.


36

De expressie vakken Dans, drama, handvaardigheid, muziek en tekenen Het helpen ontwikkelen van een harmonieus gevoelsleven is een belangrijk uitgangspunt. Het ontplooien van de eigen creatieve mogelijkheden is van groot belang om het kind te laten ervaren, dat elk mens uniek is met zijn of haar mogelijkheden en beperkingen. Het durven uiten van gevoelens en gedachten moet gestimuleerd en begeleid worden. Wij gebruiken de methode ”Moet je doen” in alle groepen. In deze methode komen dans, drama, handvaardigheid, muziek en tekenen voor. Ook zijn er in alle groepen kookactiviteiten, die vanaf groep 4 ingepast zijn in het programma en uitgevoerd worden door ouders. We vinden het belangrijk dat er zo breed mogelijk gewerkt wordt aan de creatieve ontwikkeling van de kinderen, waarbij een goede aansluiting van groep naar groep noodzaak is. De creatieve ontwikkeling van kinderen is voor ons even belangrijk als de kennisontwikkeling. Creativiteit manifesteert zich ook op allerlei andere terreinen, waar gezocht wordt naar oplossingen. Kinderen leren zoeken naar oplossingen, leren flexibel te zijn, leren afstand te nemen en leren zich bewust te worden van wat ze kunnen. Het Instituut Voor Amateuristische Kunst (IVAK) in Delfzijl kan ondersteuning bieden bij de verschillende expressievakken. Jaarlijks is er een aanbod van het IVAK. Bewegingsonderwijs Met het bewegingsonderwijs willen we een bijdrage leveren aan de persoonlijkheidsontwikkeling van de kinderen. Dit proberen we te bereiken door het helpen overwinnen van weerstanden, door het leren accepteren van eigen beperkingen, door sociale vorming en lichaamsontwikkeling. Bij de kleuters zijn kleutergymnastiek en spel belangrijk en bij de oudere kinderen meer gerichte bewegingsvormen en ook hier is spel van groot belang. In het lokaal van alle groepen hangt een kalender met bewegingsopdrachten. Op elk moment van de dag kan de leraar met de kinderen een bewegingsopdracht uitvoeren. Godsdienstonderwijs Bij de visie van de school staat verwoord hoe wij om willen gaan met de identiteit van onze school en hoe we die in de wereld om ons heen willen verwoorden en in praktijk willen brengen. Met respect voor andere overtuigingen proberen we vanuit de Bijbel vorm te geven aan ons leven, waarbij Jezus ons voorbeeld is in woord en daad. Informatie/Communicatie/Technologie (ICT) Voor de uitvoering van de ICT-activiteiten is een jaarplan en een meerjarenplan opgesteld. In deze plannen is aangegeven hoe de ICT-activiteiten voor de kinderen in de verschillende groepen plaatsvinden. Er is gezorgd voor een goede opbouw, waarbij steeds als uitgangspunt is genomen kinderen zo snel als mogelijk is zelfstandig te laten werken en te leren hoe op allerlei terreinen deze technologie toepasbaar is. Het ICT-plan: Groep Educatieve programma’s Instrumenteel gebruik Programma’s 1 en 2

3

Eenvoudige programma’s en computers. Kennis maken met de computer. Sterke ondersteunende


Leren omgaan met de muis.

Bevorderen van de

Bas gaat digitaal Schatkist met de muis Bas tel mee Rekenen Totaal

37

4

5 t/m 8

programma’s om het proces van aanleren van basisvaardigheden zoveel mogelijk te bevorderen. Structuele inzet van de computer. Als groep 3. De aangeleerde basisvaardigheden worden verder eigen gemaakt. De programma’s worden ingezet ter ondersteuning van de vakken: lezen, rekenen en taal. In deze groepen wordt met name uitvoering gegeven aan kerndoelen met betrekking tot nieuwe media. Daarnaast ondersteunende programma’s voor rekenen, taal, tafels, dictee aardrijkskunde en gebruik doc. centrum. De kinderen maken kennis met internet en e-mail en leren omgaan met multimedia zoals encyclopedieën.

muisvaardigheid. Verkennen van de computer en het toetsenbord voor de programma’s.

Woorden Totaal Veilig leren lezen software Leescircus Pluspunt 3

Het leren typen van eenvoudige teksten.

Woorden Totaal Rekenen Totaal Tafel Totaal Rekensom Type4kids

Tekstverwerking. Gebruik computer bij taalactiviteiten en werkstukken.

Rekenen Totaal Tafel Totaal Woorden Totaal Encarta (Encyclopedie) Educat (documentatienaslagwer k) Word4kids Web4kids Powerpointcursus

Leren omgaan met internet en e-mail. Gebruik kunnen maken van een digitaal naslagwerk.

Er is een ict-coördinator op onze school. Samen met een automatiseringsbedrijf is een en ander tot stand gekomen. In totaal zijn er nu 34 netwerkcomputers aangesloten. De software is op de server gezet, zodat alle werkstations van de programma’s gebruik kunnen maken. We maken gebruik van een digitale schoolborden vanaf groep 3. De groepen 1 en 2 zullen komende jaar van touchscreens worden voorzien. De ict-er is geschoold en wordt via het ICT-netwerk binnen de vereniging op de hoogte gehouden van de nieuwste ontwikkelingen en geeft de opgedane kennis door aan de teamleden. De teamleden zijn geschoold in het gebruik van de digitale schoolborden. De kinderen volgen cursussen zoals typ4kids, word4kids en web4kids. In de bovenbouw leren de kinderen omgaan met PowerPoint presentaties en maken gebruik van internet om informatie te zoeken. Over het gebruik hebben we duidelijke afspraken met de kinderen gemaakt. Ons e-mailadres is [email protected]. Het adres van onze website is www.cbsroemte.nl . De site is steeds in ontwikkeling. Er wordt naar gestreefd om zo actueel mogelijk te zijn. Op de website van Roemte worden foto’s geplaatst van de activiteiten op school. Als er bezwaar is dat kind(eren) daarop voorkomen, kan dat op school aan de directie worden doorgeven. 6.1.3

Leerlingenzorg

In het afgelopen schooljaar stond de leerlingenzorg op de scholen binnen Noordkwartier sterk in het middelpunt. Daar was ook alle reden toe, want daar is nog heel veel te verbeteren. Ook onze school heeft hiervan geprofiteerd. We hebben een hele slag vooruit kunnen maken.


38

De komende jaren gaan we dit verder uitbouwen en versterken. Daarbij is er specifiek ook aandacht voor de IB’er(s) op onze school. Zij worden steeds bekwamer gemaakt in het begeleiden van de leerkrachten in hun taak voor goed onderwijs en goede leerlingenzorg. Daarnaast is een belangrijk aandachtspunt de afstemming tussen de directeur en de IB’er als het gaat om de leerlingenzorg.

Zorgstructuur De leerlingenzorg heeft voor het grootste deel plaats in de groepen. Voor de kinderen van de groepen 3 en 4 is er hulp van een onderwijsassistent. De invoering van toetsgegevens in het leerlingvolgsysteem geeft ons een beeld van de ontwikkeling van kinderen. We gebruiken de nieuwste landelijk genormeerde toetsen. De halfjaarlijkse trendanalyses van de niet methodegebonden toetsen geven ons inzicht in de doorgaande ontwikkeling van kinderen. Dat geeft ons de mogelijkheid om bij te sturen. Elke leraar maakt tweemaal per jaar een groepsoverzicht voor rekenen, lezen en spelling. De groepsoverzichten worden besproken met de interne begeleider. Groepsoverzichten en handelingsplannen worden opgeslagen in het leerlingvolgsysteem Parnassys. We streven ernaar op effectieve wijze leerlingen te bespreken. Na het afnemen van de niet methodegebonden toetsen worden de toetsuitslagen door de leraren besproken met de interne begeleider. De leraar begeleidt kinderen met een eigen leerlijn. Voor kinderen met een eigen leerlijn wordt een uitstroomprofiel gemaakt. De afspraken voor samenwerking met hulpverleningsinstanties zijn voor iedereen duidelijk.

6.1.4

LGF(Leerling Gebonden Financiering)-kinderen

In het kader van Passend Onderwijs gaan we het komende schooljaar een gezamenlijk zorgprofiel opstellen voor Noordkwartier en eentje voor elke school afzonderlijk. We hebben bij onze inventarisatie gemerkt dat er veel aanwezig is aan protocollen en beleid, maar dat het nog ontbreekt aan een (gezamenlijke) visie en procedures. Nu we dit schooljaar een grote slag hebben gemaakt in de hele opzet en implementatie van de leerlingenzorg o.l.v. de bovenschoolse IB’er past dit ons ook goed om hier volgend schooljaar mee aan de slag te gaan. Daarmee kunnen we het meteen een goede plek geven in ons hele zorgsysteem voor alle kinderen. Omdat we nog geen gezamenlijk beleid is vastgesteld binnen Noordkwartier hanteren we onze huidige afspraken en procedures als leidend. 6.1.5

Begeleiding naar het voortgezet onderwijs

De school begeleidt kinderen en ouders bij de keuze voor een school voor voortgezet onderwijs. We adviseren de ouders op grond van de jarenlange ontmoeting met de kinderen en op grond van hun persoonlijke mogelijkheden, wensen en leerresultaten. Het traject ziet er als volgt uit: september : informatieve ouderavond; oktober/november : gesprekken: leerresultaten, voorlopig advies en wensen; januari/februari februari februari/maart vóór 1 april


: : : :

open dagen voortgezet onderwijs; Cito eindtoets; afrondingsgesprekken en definitief schooladvies; aanmelding bij een school voor voortgezet onderwijs

39

De Cito eindtoets is richtinggevend, niet bepalend. De school verspreidt het toegezonden promotie- en informatiemateriaal van het voortgezet onderwijs en verzorgt de aanmelding. De school biedt de mogelijkheid aan leerlingen om op de nieuwe school kennis te maken. Voor vragen kunt u terecht bij meester Kees Kugel.

Uitstroom van kinderen naar het voortgezet onderwijs De inspectie van het onderwijs eist een vermelding van de opbrengsten van de school. Deze opbrengsten worden uitgedrukt in scores, die ontleend zijn aan de Cito-eindtoets die afgenomen wordt in groep 8. Deze Cito-scores vormen ook voor het voortgezet onderwijs het uitgangspunt voor toelating. We hebben herhaaldelijk aangegeven tijdens het bezoek van de inspecteur deze benadering te cijfermatig en te eenzijdig te vinden, zowel voor publicatie naar aanleiding van een inspectiebezoek, als voor de toelating tot een vorm van het voortgezet onderwijs. Vanaf groep 1 tot en met groep 8 wordt op Roemte de ontwikkeling van de kinderen bijgehouden in het leerlingvolgsysteem met daarnaast de gegevens van de kinderen, die sociaal-emotioneel extra begeleiding krijgen. Toen het proces Weer Samen Naar School is begonnen, met als bedoeling de kinderen zoveel mogelijk op de reguliere basisschool te houden, hebben we ons tot op heden ingespannen om dat te realiseren. Het gevolg is dat er groepen zijn, waarin zich veel niveauverschil voordoet, omdat er kinderen zijn die een extra jaar over de onderbouw hebben gedaan of die met een apart programma voor bepaalde vakken doorgestroomd zijn. Als het dan om opbrengsten gaat, die zo hoog mogelijk dienen te zijn, is het te begrijpen, dat wij de cijfermatige vermelding van opbrengsten erg eenzijdig vinden. Voor ons zijn de gegevens die we zelf hebben en het gesprek met de scholen voor voortgezet onderwijs over toelating minstens zo belangrijk. De opbrengsten van de Cito-toets, laat dat ook duidelijk zijn, geven een goed beeld van de school ten opzichte van het landelijke gemiddelde en ook kunnen ze van bepaalde vakgebieden laten zien of de school op de goede weg is of niet. De laatste jaren ligt de Citoeindtoetsscore van onze school boven het landelijke gemiddelde. Hieronder staat aangegeven hoe de uitstroom naar het voorgezet onderwijs de laatste jaren is geweest, waarbij we ons steeds tot het uiterste inspannen om de kinderen, in overleg met de ouders, op die school voor voortgezet onderwijs te krijgen, waar hun verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling ruimte krijgt. Schooljaar Aantal lln

VMBO leerweg ondersteuning

VMBO basis/kader

’02-‘03 ’03-‘04 ’04-‘05 ’05-‘06 ’06-‘07 ’07-‘08 ’08-‘09 ’09-‘10 ’10-‘11

0% 11% 5% 0% 3% 8.6% 0% 0% 4%

5,6 % 14,6% 16% 16% 17% 13% 15.7% 6% 16%

6.1.6

18 27 19 18 30 24 19 32 25

VMBO gemengd theoretisch HAVO 27,6 % 30,3% 26% 28% 17% 21.8% 31.3% 44% 36%

HAVO VWO

Gymnasium

55,6 % 40,5% 53% 50% 63% 52.2% 42.4% 44% 40%

11,2 3,6% 6% 4.4% 10.6% 6% 4%

Lesroosters

In de wet staat vermeld dat de kinderen in de groepen 1 t/m 4 in elk geval 3520 uren les krijgen. Ook staat vermeld dat de kinderen van de groepen 5 t/m 8 per jaar in elk geval 1000 uren les krijgen. Uren die worden gebruikt voor bijzondere gebeurtenissen of vergadermiddagen van het team (margemiddagen) zijn afkomstig uit extra uren. Voorbeeld:


40

In een schooljaar zijn er, met aftrek van de vakantie-uren, 1010 lesuren beschikbaar. Er moeten in elk geval 1000 lesuren zijn en dus kunnen er 10 uren worden gebruikt voor vergadermiddagen, waarop de kinderen vrij zijn.

De leertijd voor de basisvaardigheden voor de groepen 3 t/m 8 is als volgt verdeeld: groep

taal

lezen

schrijven

rekenen

ontwikkelingsgericht onderwijs

3

5

5

2½

4½

3

4

6

2¾

1

5

4

5

5½

2¾

1¼

5

6

4½

3¼

½

5¼

7

4½

3¾

½

5

8

4½

3

½

5

In de groepen 1 en 2 worden alle onderdelen meestal in themavorm aangeboden vanuit het ontwikkelingsgericht onderwijs. Het activiteitenaanbod voor de groepen 1 en 2, als ook voor de groepen 3 en 4 zijn door ons vastgelegd, zodat de activiteiten een verantwoorde opbouw hebben. Dit activiteitenaanbod bestaat uit de volgende gebieden:  spelactiviteiten;  constructieve, ontwikkelings- en beeldende activiteiten;  gespreksactiviteiten;  lees- en schrijfactiviteiten;  rekenen wiskunde activiteiten. In groep 3 zijn taal en lezen het eerste half jaar één geheel. Het voortgezet lezen omvat naast technisch lezen, begrijpend en studerend lezen, voordrachtslezen en stillezen.

6.2


Uit de totale set doelstellingen van dit domein (zie bijlage 2) staan de belangrijkste hieronder vermeld. Deze staan de komende jaren centraal en daarop zijn de strategische doelstellingen voor de komende 4 jaren gebaseerd. Tevens maken ze deel uit van het toetsingskader door het bovenschools management in het kader van de interne verantwoording. Management van primaire onderwijsprocessen Kritische PrestatieDoelstellingen succesfactor indicator Lesgeven Duidelijke opbouw 98. 90 % van de instructielessen verloopt volgens de fasering van het directie (activerende) instructiemodel. Activeren van 99. In 90 % van de instructielessen worden kinderen door kinderen werkvormen, interacties en uitdagende materialen geactiveerd. Afstemming 100. In 90 % van de instructielessen wordt aantoonbaar gedifferentieerd. Toetsing Eindopbrengsten 111. In groep 8 zijn de leerresultaten ten minste van voldoende niveau. Toetsing Valide en 114. Alle leerkrachten zijn vaardig in het afnemen en betrouwbaar interpreteren van toetsuitslagen.



41

6.3


Om een goed beeld te hebben van waar we nu staan, hebben we als team een zelfevaluatie uitgevoerd onder leiding van een externe deskundige. Hiermee hebben we een goed en betrouwbaar beeld gekregen van de stand van zaken. Dit is voor dit domein verwerkt in onderstaand schema (groen = borging van wat goed is, oranje = vraagt nog aandacht, rood = niet voor elkaar). Naast de kleuren gebruiken we de letters V of O om aan te geven of het om een V = verbetering gaat of om een O = onderzoek. Op basis van deze nulmeting hebben we onze plannen voor de komende 4 jaren uitgewerkt. Management Kritische succesfacto r Lesgeven

van onderwijsprocessen PrestatieDoelstellingen indicator Duidelijke opbouw

Activeren van kinderen

Pedagogisch klimaat

Sociaalemotioneel

Lesgeven

Afstemming

Toetsing

Valide en betrouwbaar

Lesgeven

Veiligheid


98.

90 % van de instructielessen verloopt volgens de fasering van het directie (activerende) instructiemodel. 99. In 90 % van de instructielessen worden kinderen door werkvormen, interacties en uitdagende materialen geactiveerd 103. In alle lessen wordt door leerkrachten aantoonbaar gewerkt aan het vergroten van motivatie en zelfvertrouwen van leerlingen. 100. Instructie In 90 % van de instructielessen wordt aantoonbaar gedifferentieerd. 101. Klassenmanagement De organisatie van de onderwijsleersituatie is zo ingericht dat er tegemoet gekomen wordt aan de onderwijsbehoefte van de leerlingen 102. Zorg Alle leerkrachten houden de zorgboekhouding op groepsniveau bij afgestemd op vier zorgperiodes. - groepsoverzichten - beknopte analyse - groepsplannen - individuele handelingsplannen - bijhouder 114. Alle leerkrachten zijn vaardig in het afnemen en interpreteren van toetsuitslagen. 104. Alle leerkrachten handelen op basis van het sociaal veiligheidsbeleid.

Evaluatieinstrumente n VHM en klassenbezoek en

Verbetering/ Borging/ Onderzoek V Scholing (2011-2012)

VHM en klassenbezoek en

V (2013-2014) Zie 98.

VHM en klassenbezoek en

V (2012-2013) Zie ook 98.

VHM en Klassenbezoek en

V (2012-2013) Zie ook 98.

V (2011-2013)

Trendanalyse

V (2011-2013) Zie ook 142.

Sociaal veiligheidbeleid. (protocollen map)

42

Onderwijstijd

Groepsroosters

Aanbod

Beredeneerd

Relevant

Toetsing

Tussenopbrengsten

Eindopbrengsten

Toetsing


105. In alle lesroosters is voor basisvaardigheden (taal en rekenen) 50% van de onderwijstijd gereserveerd. 106. Er is een beredeneerd aanbod beschikbaar voor alle kerndoelen. 107. Alle leerkrachten ervaren het leerstofaanbod als relevant en actueel 109. De aan de inspectie te rapporteren tussenopbrengsten worden gemeten met een – Cotan-gecertificeerd leerlingvolgsysteem. 110. In groep 8 worden leerresultaten gemeten met een door de inspectie erkende toets (dat kan ook de toets van het leerlingvolgsysteem zijn).

Parnassys en klassen bezoeken

V (2012-2013) Kleuters rekenen V (2011-2015)

V (2011-2015)

Cito-toetsen

Cito-eindtoets

112. Er is toetsbeleid vastgesteld. 113. Het toetsbeleid wordt door alle leerkrachten onderschreven en uitgevoerd.

Voor de komende planperiode hebben wij de volgende streefdoelen vastgesteld: Schooljaar 2011/2012: (98)Alle groepsleerkrachten gebruiken het Activerende Directe Instructie Model (ADIM) bij hun instructielessen. In hun POP schrijven de teamleden de ontwikkelpunten op dit gebied en ze kunnen daarbij gebruik maken van het verslag van de Vaardigheidsmeter (VHM). Er worden bovenschools cursussen aangeboden specifiek gericht op ontwikkelpunten vanuit de VHM. We volgen als team in vier bijeenkomsten een cursus over coöperatieve werkvormen. (102)De IB-er bespreekt de zorgleerlingen per groep met de groepsleerkracht op de ELB(Effectieve Leerlingen Bespreking) methode. Deze werkwijze wordt in een teamvergadering en in het IB-netwerk geëvalueerd. (102)Tijdens een werkvergadering spreken we een eenduidige werkwijze af hoe het handelingsplan en logboek worden ingevuld en bijgehouden, waarbij de doelen SMART zijn geformuleerd. (102,106)Naast het reken-groepsoverzicht komt er nu ook een spelling-groepsoverzicht. Met eenzelfde indeling. We besteden één werkvergadering aan het begin van het jaar om gezamenlijk een spelling-groepsoverzicht te maken, zodat invulproblemen gezamenlijk aangepakt kunnen worden. Daarna volgen nog twee evaluatiemomenten n.a.v. de Cito toetsen. Tegelijk met het bespreken van het spelling-groepsoverzicht bespreken we ook de doorgaande lijn van het spellingsonderwijs en passen waar nodig aan. (114 en 128)Leerkrachten maken twee keer per jaar een analyse van de Cito-scores. De leerkracht wordt vaardig in het interpreteren van de toetsgegevens. We besteden hier een werkvergadering aan. De conclusies kunnen leiden tot aanpassingen in het lesprogramma. De conclusies worden gedeeld met de intern begeleider (IB-er).


43

(106)De IB-er volgt op één middag een cursus ZIEN en instrueert het team op een werkvergadering. Dit instrument om de sociaal-emotionele ontwikkeling in kaart te brengen wordt in elk geval 1x per jaar afgenomen en daarna kan op basis van de door dit instrument aangedragen suggesties en uitspraken verder gehandeld worden. (106)Op een werkvergadering maken we kennis met de tussendoelen voor taal en lezen. Deze vergelijken we met de tussendoelen van de methoden, zodat eventuele hiaten en/of aanpassingen kunnen worden gesignaleerd. (106,107) In twee werkvergaderingen bespreken we het boek ‘Zaakvakken en Taal’. Dit boek gaat over het stimuleren van taalontwikkeling bij het zaakvakonderwijs en heeft als subtitel ‘Twee vliegen in een klap’. De taalcoördinator zal het boek toelichten en ook uitleggen waarom een specifieke begrijpend leesmethode niet noodzakelijk is. Als we gezamenlijk afspreken welke strategieën we gebruiken en vastleggen kunnen we tot een betere doorgaande lijn komen. (106)In groep 3 beginnen we vanaf het begin van het schooljaar met de methode Veilig Leren Lezen. We krijgen zo een betere doorgaande lijn met de kleuters, die met de methode Schatkist werken. (106)Op een margemiddag gaan we onze visie op rekenen vastleggen. Daarna gaan we bezig met de leerlijn optellen en aftrekken. In elke groep wordt in doorgaande lijn op dezelfde wijze met optellen en aftrekken omgegaan. (106)In vier cursusbijeenkomsten leren de juffen van groep 1 en 2 hoe je dagelijks gebruik kunt maken van de methode ‘Met sprongen vooruit’. Daarnaast wordt in bouwoverleg de nieuwe werkwijze geëvalueerd en worden de afspraken geborgd. (106)In een teamvergadering wordt verslag gedaan van wat horizontaal lezen is. Er worden voorbeelden gegeven en we zullen er met elkaar over moeten beslissen of het wat voor onze school is. In een volgende vergadering wordt vastgelegd op welke tijden we lezen en hoe we de groepen gaan indelen. Het rooster kan gemaakt worden door een voorbereidingsgroepje. Als we dit voor de zomervakantie bespreken kunnen in het nieuwe schooljaar 2011/2012 beginnen. De taalcoördinator kan deze vergadering voorbereiden. (106)Als we overgaan tot ‘Ralfi lezen’ in de groepen 5,6,7,8, is het nuttig om alle collega’s hier kort over voor te lichten. Ook kunnen leerkrachten die al met Ralfi gewerkt hebben hun ervaringen delen. De remediërende methode ‘Connect’ voor lezen in groep 3 en 4 moet ook aan de orde komen om al in een eerder stadium leesproblematiek aan te pakken. Schooljaar 2012/2013 (100, 101) Er komt een inventarisatie ronde om de gebruikte differentiatie mogelijkheden op een rij te krijgen. In een vergadering bespreken we de differentiatie mogelijkheden en verwerken dat in een doorgaande lijn. Iedereen gaat er mee aan de slag en we laten dit voor evaluatie en borging nog tweemaal terug komen op een vergadering. (102) Één werkvergadering aan het begin van het jaar om gezamenlijk een groepsoverzicht lezen te maken, zodat invulproblemen gezamenlijk aangepakt kunnen worden. Verderop in het jaar zijn er twee evaluatie momenten na de Cito toetsen (106) Een nieuwe methode voor voortgezet technisch lezen. Een groepje teamleden doet voorwerk. We beslissen in teamvergadering. Dan kan er besteld worden. Iedereen leest de handleiding. Op een bouwvergadering worden afspraken gemaakt over de doorgaande lijn.


44

(114 en 128)Leerkrachten maken twee keer per jaar een analyse van de Cito-scores. De leerkracht wordt vaardig in het interpreteren van de toetsgegevens. De conclusies worden gedeeld met de intern begeleider (IB-er). We besteden hier nog twee maal een teamvergadering aan om te evalueren en te borgen. (106)We evalueren de methode ZIEN en bespreken de bruikbaarheid van de suggesties en uitspraken die het programma aanbiedt. (106)Op een teamvergadering evalueren we de kennis die we met de tussendoelen voor taal en lezen hebben opgedaan. De eventuele hiaten en/of aanpassingen die dit teweeg hebben gebracht worden besproken en vastgelegd. (106,107)In een werkvergadering over woordenschat kunnen leerkrachten die een cursus bijeenkomst over woordenschat hebben gevolgd hun bevindingen aan de collega’s vertellen. Er zal een werkgroepje samengesteld worden die een opzet zal voorbereiden zodat er vastgelegd wordt wat we met elkaar afspreken t.a.v. woordenschat. Wat bieden we aan en hoe organiseren we de lessen. Hoeveel woorden per week en hoe toetsen we die? (106) In een werkvergadering gaan we bezig met de leerlijn vermenigvuldigen. In elke groep wordt in doorgaande lijn op dezelfde wijze met vermenigvuldigen omgegaan. (106,107) Nieuwe schrijfmethode uitzoeken. Een groepje teamleden doet voorwerk. Beslissen in teamvergadering. Bestellen. Handleiding lezen. Een werkvergadering om afspraken te maken voor de doorgaande lijn.

(105) Leerkrachten groep 1 en 2 zetten de rekentijd op het lesrooster en plannen de dagelijkse rekenactiviteit voor de risico leerlingen in. (106)In een teamvergadering krijgen we handreikingen van de rekencoördinator om elke dag kort met automatiseren bezig te zijn. Verderop in het jaar evalueren hoe het gaat. Schooljaar 2013/2014 (99, 103) We evalueren het ADIM(activerende directe instructie model) en kijken m.n. of er voldoende activering van kinderen plaatsvindt met werkvormen, interacties en materialen. (106,107)Nieuwe rekenmethode uitzoeken. Een groepje teamleden doet voorwerk. Teamvergadering + bezoek Heutink Drachten. Bestellen. Handleiding lezen. Een werkvergadering om afspraken te maken voor de doorgaande lijn. (106,107)Nieuwe aardrijkskundemethode uitzoeken. Leerkrachten groep 5 t/m 8 doen voorwerk. Teamvergadering + bezoek Heutink Drachten. Bestellen. Handleiding lezen. Een werkvergadering om afspraken te maken voor de doorgaande lijn. (106,107)We moeten eerst inventariseren wat voor materiaal we hebben t.a.v. stelopdrachten, wat we missen en welke nieuwe materialen we eventueel kunnen aanschaffen. Als het over schrijven van teksten gaat zouden we ons ook meer kunnen toeleggen op Interesse Verbredend lezen. De taalcoördinator kan daar meer over vertellen in een teamvergadering. (106,107) De leerkracht bovenbouw, die zich gespecialiseerd heeft in het vak geschiedenis, is klaar met de geschiedenis methode voor grp 6 t/m 8. Het team maakt kennis met de methode. Er wordt gekeken in hoeverre deze methode ook door andere teamleden gegeven kan worden.


45

Schooljaar 2014/2015 (106,107) ‘Muziek moet je doen’ en alle andere muzikale uitingen worden op elkaar afgestemd van groep 1 t/m 8. Een werkgroepje maakt een stappenplan waardoor de doorgaande lijn geborgd wordt. Daarna enkele teamvergaderingen om af te stemmen. (106,107) Leerkrachten groep 7 en 8 kiezen nieuwe methode Engels. Stellen dit voor aan het team. Na goedkeuring kan besteld worden. Een overlegmoment 7/8 om afspraken te maken voor de doorgaande lijn. (106,107) In een werkvergadering gaan we bezig met de leerlijn meten en meetkunde. In elke groep wordt in doorgaande lijn op dezelfde wijze met meten en meetkunde omgegaan. Nb. De nummering van elk streefdoel tussen haakjes correspondeert met de doelstelling uit de bovenstaande tabel.


46

7

Management van secundaire (ondersteunende) processen

7.1

Wat is onze visie op het domein Management van ondersteunende processen?

7.1.1

Kwaliteitszorg

Integraal en cyclisch Voor het bieden van kwalitatief goed onderwijs is kwaliteitsbeleid van groot belang. Onderwijskwaliteit is daarom ook één van de speerpunten binnen onze school. We werken met het INK-model om alle domeinen in en rond de school goed te kunnen volgen (zie hoofdstuk 1 voor meer informatie over het INK-model). We handhaven daarbij het cyclisch karakter van het INK-model: voorbereiden beleid, plannen van uitvoering, uitvoering van beleid, evalueren en reflecteren, bijstellen en borgen (vastleggen) van beleid en opnieuw plannen van beleid. De komende planperiode zullen we meer nadruk leggen op borging, want dat kan en moet op sommige punten nog beter. Wat voor ons nieuw is binnen Noordkwartier, is dat we met een digitaal instrument gaan werken om de kwaliteitsontwikkeling in kaart te brengen. Deze ‘Kwaliteitsmonitor’ is helemaal ingericht op de situatie van onze school. Het bevoegd gezag volgt en begeleidt de kwaliteitsontwikkeling door middel van managementinformatie vanuit de directie. Kwaliteit mag geen toeval zijn, en daarom werken we systematisch aan de verbetering van onze school. Dat betekent het juiste beleid formuleren voor de komende vier jaar, dat we vervolgens systematisch uitvoering geven aan de beoogde concrete doelen en op een goede manier evalueren of bereikt is wat als school wilden bereiken. Kwaliteitszorg betekent voor ons: het geheel van samenhangend beleid, concrete doelstellingen en goed management. Daarmee kunnen de nodige acties en controles uitgevoerd worden waarmee de school de gewenste kwaliteit systematisch levert en continu kan verbeteren. Evaluatie Om te bezien of al deze inspanningen ook het beoogde effect opleveren voor de school, de personeelsleden en de kinderen, wordt op vaste tijdstippen kritisch geëvalueerd of er werkelijk resultaten behaald worden. Met andere woorden, de school kijkt in de spiegel. We evalueren door gebruik te maken van verschillende instrumenten:          

Leerlingenvolgsysteem Jaarlijkse afname vaardigheidsmeter (VHM) bij de leerkrachten Klassenbezoeken Functioneringsgesprekken Voortgangsgesprekken op basis van POP Beoordelingsgesprekken Jaarlijkse teamevaluatie Tussenevaluaties van actieplannen en jaarlijkse evaluatie van het jaarplan Inspectiebezoek Schoolbezoeken bovenschools management


47

Borging door vastleggen van succesvolle ervaringen en ontwikkelingen Om de onderwijsinhoud, de veranderde werkwijzen en afspraken en regels overzichtelijk te houden, worden deze na goedkeuring van team en MR vastgelegd in het schoolplan en de schoolgids. De directie bewaakt door een systeem van open interne communicatie, groepsbezoeken en (jaar)functioneringsgesprekken, de uitvoering van de gezamenlijk gemaakte afspraken en de hantering van de schoolvisie. De IB’er bewaakt samen met de groepsleerkrachten de onderwijsinhoudelijke lijnen, de vorderingen van de leerlingen en de noodzakelijke (ortho)didactische en (ortho)pedagogische aanpak van de leerlingen. Alle in de school geldende afspraken, werkwijzen en de jaarlijks opgestelde doelstellingen worden minimaal een keer per jaar geëvalueerd.

7.1.2

Zorgstructuur

De zorgstructuur is beschreven in het zorgprofiel. Komend jaar zullen we met externe begeleiding van Cadenza een nieuw zorgprofiel gaan schrijven. In de praktijk moet de zorgstructuur zoals die beschreven is in het zorgprofiel zorgen voor een ononderbroken ontwikkeling. Dat is niet altijd eenvoudig. We hebben op Roemte een aantal zaken geformuleerd om zo dicht mogelijk bij dit doel te komen:  de leraar houdt rekening met de persoonlijkheid van elk kind;  de leraar biedt kinderen de mogelijkheid, als dat nodig is, in eigen tempo een eigen leerlijn te volgen of een minimum aanbod te verwerken. Daarnaast zijn er voor de kinderen, die meer kunnen, aanvullende opdrachten.  regelmatig wordt gezocht naar de problemen die kinderen ondervinden in hun leer- en ontwikkelingsproces. Na de vaststelling van de problematiek volgt het overleg met de interne begeleider en de ouder(s). Het verdere begeleidingstraject is beschreven in het zorgprofiel van Roemte.  Op Roemte willen we, zoveel als mogelijk is, zorg op maat geven aan kinderen die moeite hebben met het leer- en ontwikkelingsproces en aan de kinderen die meer uitdaging nodig hebben.  Op Roemte streven we naar optimale resultaten, waarbij binnen het leerstofjaarklassensysteem mogelijkheden zijn tot differentiatie en individuele begeleiding.

7.2


Uit de totale set doelstellingen van dit domein (zie bijlage 2) staan de belangrijkste hieronder vermeld. Deze staan de komende jaren centraal en daarop zijn de strategische doelstellingen voor de komende 4 jaren gebaseerd. Tevens maken ze deel uit van het toetsingskader door het bovenschools management in het kader van de interne verantwoording. Management van secundaire (ondersteunende) processen Kritische PrestatieDoelstellingen succesfactor indicator Kwaliteit

Toetsingkader inspectie Cyclisch Borging


115. Alle medewerkers met lesgevende taken kennen het toetsingskader van de inspectie van het onderwijs. 117. Er is een handboek kwaliteitszorg waarin taken en verantwoordelijkheden duidelijk zijn belegd. 120. De belangrijkste primaire processen (zorg, lesgeven,

48

Zorg

Externe contacten

Rapportage aan bevoegd gezag

123.

Transparant Ontwikkelingsperspectieven Trendanalyses leerlingopbrengsten Actief netwerk

124. 126. 128.

kwaliteitszorg, IPB) zijn eenduidig beschreven en voorzien van een stappenplan. Periodiek rapporteert de schoolleiding schriftelijk en/of mondeling aan het bevoegd gezag over voortgang in schoolontwikkeling. Prestatie-indicatoren en doelstellingen zijn daarbij leidend. Er is een procesbeschrijving van de zorgstructuur. Voor alle leerlingen met een eigen leerlijn is een onderbouwd ontwikkelingsperspectief beschikbaar. Twee keer per jaar brengt de school een opbrengstrapport uit. Dit rapport wordt met bevoegd gezag besproken.

131. Er is een communicatieplan waaruit blijkt wie welke contacten onderhoudt en hoe vaak.


7.3


Om een goed beeld te hebben van waar we nu staan, hebben we als team een zelfevaluatie uitgevoerd onder leiding van een externe deskundige. Hiermee hebben we een goed en betrouwbaar beeld gekregen van de stand van zaken. Dit is voor dit domein verwerkt in onderstaand schema (groen = borging van wat goed is, oranje = vraagt nog aandacht, rood = niet voor elkaar). Naast de kleuren gebruiken we de letters V of O om aan te geven of het om een V = verbetering gaat of om een O = onderzoek. Op basis van deze nulmeting hebben we onze plannen voor de komende 4 jaren uitgewerkt. Management van secundaire processen Kritische PrestatieDoelstellingen succesfactor indicator Kwaliteit

Toetsingkader inspectie

Kwaliteitszorg

Integraal

Cyclisch

Borging

Rapportage

Inzichtelijk


115. Alle medewerkers met lesgevende taken kennen het toetsingskader van de inspectie van het onderwijs. 116. Het schoolplan is gebaseerd op het INK-model en heeft het karakter van een ondernemingsplan. 118. In de uitwerking van het schoolplan wordt de Demingcyclus (plan-docheck-act) gehanteerd. 120. De belangrijkste primaire processen (zorg, lesgeven, kwaliteitszorg, IPB) zijn eenduidig beschreven en voorzien van een stappenplan. 121. 95% van de medewerkers kent de belangrijkste primaire processen, wie ervoor verantwoordelijk is en welke taken zij binnen het betreffende primaire proces te vervullen hebben. 122. Vierjaarlijks wordt een schoolgids uitgebracht. In de tussenliggende jaren wordt er een aanvulling op de schoolgids uitgebracht. In deze

Evaluatieinstrumenten Personeelsmap Kwaliteit handboek

Verbetering/ Borging/ Onderzoek V

V

Protocollen map Toetskalender Zorgprofiel Personeels beleidsplan

V (2012-2013)

V(2012-2013)

Schoolgids met jaarlijkse bijlage

49

Ontwikkelingsperspectieven

Trendanalyses leerlingopbrengsten Externe contacten

Actief netwerk

schoolgids en aanvullingen wordt gerapporteerd over leerlingopbrengsten en schoolontwikkeling. 126. Voor alle leerlingen met een eigen leerlijn is een onderbouwd ontwikkelingsperspectief beschikbaar. 128. Twee keer per jaar brengt de school een opbrengstrapport uit. Dit rapport wordt met bevoegd gezag besproken. 131. Er is een communicatieplan waaruit blijkt wie welke contacten onderhoudt en hoe vaak.

V (2011-2012)

Opbrengst rapport

V (2011-2012)

Communicatie plan

V (2013-2014)

Voor de komende planperiode hebben wij de volgende streefdoelen vastgesteld: Schooljaar 2011/2013 (118) Dit schoolplan is de uitwerking van deze doelstelling (126) De IB-er stelt samen met de leerkracht een eigen leerlijn en ontwikkelperspectief op voor kinderen die daarvoor in aanmerking komen. De richtlijnen hiervoor zullen door het bovenschools IB-netwerk aangeleverd worden. (128)De niet-methode toetsresultaten worden twee keer per jaar door de IB-er verwerkt in het opbrengst rapport. De toetsanalyses van de leerkrachten zullen door de IB-er en de directie geïnterpreteerd worden en verwerkt worden in de trendanalyses van het opbrengstrapport. Schooljaar 2012/2013 (115) Ieder teamlid leest het toetsingskader van de inspectie en op een teamvergadering worden eventuele vragen beantwoord. (25, 26, 30, 43, 117, 120, 121)Het kwaliteitshandboek dat gemaakt wordt n.a.v. een bovenschools format beschrijft de rollen, taken en verantwoordelijkheden van alle personeelsleden.

Schooljaar 2013/2014 (120, 121) Alle afspraken van de belangrijkste primaire processen komen in een stappenplan. Een werkgroep maakt dit stappenplan en presenteert dat op een teamvergaderingen. De teamleden kennen daarmee hun verantwoordelijkheden en taken binnen de belangrijkste primaire processen. (131) Een werkgroep vult het communicatieplan in n.a.v. het format binnen onze vereniging. Daarna bespreken we dit in een teamvergadering, waarna eventueel aanpassingen en aanvullingen worden toegevoegd.

Nb. De nummering van elk streefdoel tussen haakjes correspondeert met de doelstelling uit de bovenstaande tabel.


50

8 8.1

Waardering Wat is onze visie op het domein Waardering?

Waardering door ouders, leerlingen, personeel en maatschappij Het tevredenheidsonderzoek dat periodiek wordt herhaald laat op alle onderdelen (ouders, kinderen en personeel) scores zien die ver boven die van de referentiescholen liggen. Daar zijn we trots op en dat willen we zo houden. Het is goed om de waardering voor elkaar ook regelmatig uit te spreken. Via organen als ouderraad en medezeggenschapsraad oefenen ouders invloed uit op het beleid van onze school. De ouderraad toont haar waardering door een attentie op de dag van de leraar, door klassenbezoeken en door aandacht voor langdurig zieken. Ouders helpen en ondersteunen ons bij diverse activiteiten: sportactiviteiten, creatieve middagen, overblijven, schoolreizen, excursies, projectweken, Sinterklaas en tijdens Kerstvieringen. De school onderhoudt goede contacten met organisaties als het IVAK, de bibliotheek, de GGD en met diverse welzijnsorganisaties. Onze betrokkenheid bij het dorp Loppersum willen we tonen door aanwezig te zijn op evenementen in het dorp waar de kinderen bij betrokken zijn. Ook bij het wel en wee van de kinderen en hun ouders willen we betrokken zijn. In bijlage 3 staat de samenvatting van het tevredenheidonderzoek 2010

8.2


Uit de totale set doelstellingen van dit domein (zie bijlage 2) staan de belangrijkste hieronder vermeld. Deze staan de komende jaren centraal en daarop zijn de strategische doelstellingen voor de komende 4 jaren gebaseerd. Tevens maken ze deel uit van het toetsingskader door het bovenschools management in het kader van de interne verantwoording. Waardering door personeel/ouders/leerlingen Kritische PrestatieDoelstelling succesfactor indicator Inspectie Schoolkwaliteit 139. De school valt basisarrangement.

Evaluatieinstrumenten onder

het


8.3


Om een goed beeld te hebben van waar we nu staan, hebben we als team een zelfevaluatie uitgevoerd onder leiding van een externe deskundige. Hiermee hebben we een goed en betrouwbaar beeld gekregen van de stand van zaken. Dit is voor dit domein verwerkt in onderstaand schema (groen = borging van wat goed is, oranje = vraagt nog aandacht, rood


51

= niet voor elkaar). Naast de kleuren gebruiken we de letters V of O om aan te geven of het om een V = verbetering gaat of om een O = onderzoek. Op basis van deze nulmeting hebben we onze plannen voor de komende 4 jaren uitgewerkt. Waardering door personeel/ouders/leerlingen Kritische PrestatieDoelstelling succesfactor indicator Personeel

Veilige omgeving Tevredenheid

Ouders

Veilige omgeving Tevredenheid

Leerlingen

Inspectie

Veilige omgeving

132. 95% van de medewerkers vindt de school een veilige omgeving. 133. Elke vier jaar wordt de medewerkertevredenheid gemeten (uniform instrument). 134. 90% van de personeelsleden is tevreden. 135. 95% van de ouders vindt de school een veilige omgeving. 136. 90% van de ouders is tevreden met het onderwijs dat hun kinderen ontvangen. 137. 95% van de leerlingen vindt de school een veilige omgeving.

Tevredenheid

138. 95% van de leerlingen is tevreden met zijn school.

Schoolkwaliteit

139. De school valt onder het basisarrangement.



Verbetering/ Borging/ Onderzoek

Teamtevredenheidsonderzoek Teamtevredenheidsonderzoek

Oudertevredenheids-enquête Oudertevredenheids-enquête

Zie ook 129.

Leerlingtevredenheidsonderzoek Leerlingtevredenheidsonderzoek

52

9 9.1

Resultaat en opbrengsten Wat is onze visie op het domein Resultaat en opbrengsten?

Op alle onderdelen van het rapport dat de inspecteur na zijn laatste bezoek aan ons voorlegde behaalde onze school minimaal een voldoende. We streven ernaar op het onderdeel opbrengsten goed te scoren. We willen minimaal een punt boven het landelijke gemiddelde van de CITO-Eindtoets scoren. Alle leraren kennen de normen die de onderwijsinspectie aanlegt. De resultaten van onze leerlingen liggen ruim boven het niveau, dat je op grond van de leerling-populatie mag verwachten. Van de leerlingen die uitstromen naar het voortgezet onderwijs zit 95% na drie jaar op het niveau dat men mocht verwachten. Minstens zo belangrijk vinden we het om de kinderen goed voor te bereiden op hun toekomstig burgerschap. We willen de kinderen graag goede omgangsvormen leren, respect voor een ander bijbrengen en oog laten krijgen voor verschillen tussen mensen. Uiteindelijk gaat het om omzien naar elkaar.

9.2


Uit de totale set doelstellingen van dit domein (zie bijlage 2) staan de belangrijkste hieronder vermeld. Deze staan de komende jaren centraal en daarop zijn de strategische doelstellingen voor de komende 4 jaren gebaseerd. Tevens maken ze deel uit van het toetsingskader door het bovenschools management in het kader van de interne verantwoording. Resultaat en opbrengsten Kritische Prestatie-indicator succesfactor Opbrengsten leerlingen

Doelstelling

Niveau

140.

Doorstroomrendement

143.

144.

De resultaten van de leerlingen liggen ten minste op het niveau dat verwacht mag worden op grond van de leerlingpopulatie. De schooldirectie rapporteert jaarlijks aan de algemeen directeur over de kwantitatieve en kwalitatieve in- en uitstroom van de leerlingen. De schooldirectie analyseert het doorstroomrendement trendmatig.


9.3


Om een goed beeld te hebben van waar we nu staan, hebben we als team een zelfevaluatie uitgevoerd onder leiding van een externe deskundige. Hiermee hebben we een goed en betrouwbaar beeld gekregen van de stand van zaken. Dit is voor dit domein verwerkt in onderstaand schema (groen = borging van wat goed is, oranje = vraagt nog aandacht, rood = niet voor elkaar). Naast de kleuren gebruiken we de letters V of O om aan te geven of het om een V = verbetering gaat of om een O = onderzoek.


53

Op basis van deze nulmeting hebben we onze plannen voor de komende 4 jaren uitgewerkt.

Resultaat en opbrengsten Kritische Prestatiesuccesfactor indicator Opbrengsten leerlingen

Niveau

Doorstroom rendement


Doelstelling


140. De resultaten van de leerlingen liggen ten minste op het niveau dat verwacht mag worden op grond van de leerlingpopulatie. 141. De directie rapporteert tweemaal per jaar de leeropbrengsten aan de algemeen directeur. 142. De school analyseert de resultaten trendmatig. 143. De schooldirectie rapporteert jaarlijks aan de algemeen directeur over de kwantitatieve en kwalitatieve in- en uitstroom van de leerlingen. 144. De schooldirectie analyseert het doorstroomrendement trendmatig.

Cito-eindtoets Inspectieverslag

Verbetering/ Borging/ Onderzoek Zie ook 111.

Zie ook 128

Zie ook 114

Uitstroom overzicht VO Noordkwartier

54

10 Actie-Planning In dit hoofdstuk clusteren we de doelstellingen waaraan we deze planperiode gaan werken per thema. Vervolgens plannen we de thema’s en niet-geclusterde doelstellingen binnen de vierjarige planperiode. In de volgende stap van onze kwaliteitszorgcyclus werken we de thema’s uit in actieplannen. In onderstaande tabel staan de thema’s en overige doelstellingen uitgezet in de tijd.

Thema/doelstelling

2011 2012

Gereed in: 2012 2013 2013 2014

2014 2015

Thema 1: Optimalisering instructielessen 98 90 % van de instructielessen verloopt volgens de fasering van het directie (activerende) instructiemodel. 53 Er is een competentieprofiel voor alle medewerkers. 54 Alle medewerkers kennen hun competentieprofiel. 55 Alle medewerkers kennen hun persoonlijke ontwikkelpunten binnen hun competentieprofiel. 56 Alle medewerkers worden als voldoende competent (startbekwaam, ervaren of excellent) beoordeeld 100 In 90 % van de instructielessen wordt aantoonbaar gedifferentieerd. 101 De organisatie van de onderwijsleersituatie is zo ingericht dat er tegemoet gekomen wordt aan de onderwijsbehoefte van de leerlingen 99 In 90 % van de instructielessen worden kinderen door werkvormen, interacties en uitdagende materialen geactiveerd. 103 In alle lessen wordt door leerkrachten aantoonbaar gewerkt aan het vergroten van motivatie en zelfvertrouwen van leerlingen. 61 De school organiseert meerdere keren per jaar intervisiebijeenkomsten voor haar medewerkers (leren van en met elkaar). Thema 2: Zorg 102 Alle leerkrachten houden de zorgboekhouding op groepsniveau bij afgestemd op vier zorgperiodes. - groepsoverzichten - beknopte analyse - groepsplannen - individuele handelingsplannen - bijhouder 114 Alle leerkrachten zijn vaardig in het afnemen en interpreteren van toetsuitslagen. 128 Trendanalyses leerling-opbrengsten Twee keer per jaar brengt de school een opbrengstrapport uit. Dit rapport wordt met bevoegd gezag besproken. 126 Voor alle leerlingen met een eigen leerlijn is een onderbouwd ontwikkelingsperspectief beschikbaar 106 Er is een beredeneerd aanbod beschikbaar voor alle kerndoelen: ZIEN methode sociaal emotionele ontwikkeling Thema 3: Taal en Lezen 108 Het leerstofaanbod is in 95% van de gevallen relevant gelet op het ontwikkelingsperspectief van de leerlingen (afstemming tussendoelen en methoden) 106 Er is een beredeneerd aanbod beschikbaar voor alle


55

Thema/doelstelling

107

2011 2012

Gereed in: 2012 2013 2013 2014

2014 2015

kerndoelen en alle leerkrachten ervaren het leerstof-aanbod als relevant en actueel verspreid over de jaren; Geïntegreerde methode begrijpend lezen Nieuwe methode ‘Veilig leren lezen’ Woordenschat doorgaande lijn Stelonderwijs

Thema 4: Rekenen 108 Het leerstofaanbod is in 95% van de gevallen relevant gelet op het ontwikkelingsperspectief van de leerlingen (afstemming tussendoelen en methoden) 106 Er is een beredeneerd aanbod beschikbaar voor alle 107 kerndoelen en alle leerkrachten ervaren het leerstof-aanbod als relevant en actueel verspreid over de jaren; Visie ontwikkeling voor rekenen Leerlijn optellen en aftrekken Vermenigvuldigen Meten en meetkunde Zelf instructiekaarten Automatiseren en gebruik Tempotoets 105 In alle lesroosters is voor basisvaardigheden (taal en rekenen) 50% van de onderwijstijd gereserveerd Thema 4: Methode vervanging 106 Er is een beredeneerd aanbod beschikbaar voor alle 107 kerndoelen en alle leerkrachten ervaren het leerstof-aanbod als relevant en actueel verspreid over de jaren; ‘Met sprongen vooruit’ groep 1 en 2 Voortgezet technisch lezen Schrijfmethode Rekenmethode Aardrijkskunde Geschiedenis Muziek Engels Thema 4: Kwaliteitszorg 25 Rollen, taken en verantwoordelijkheden van de directie- en de teamleden zijn concreet en eenduidig vastgelegd in het functiebouwwerk. 26 100% van de medewerkers is op de hoogte van alle taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. 27 90% van de medewerkers vindt de besluitvormingsprocedures waarmee ze te maken hebben duidelijk. 30 De schooldirectie heeft de besturingsfilosofie, de wijze waarop zij haar rol wil zien, geëxpliciteerd en vastgelegd. 42 De schooldirectie staat open voor innovatieve ontwikkelingen rond evidence based werken. 43 De motivatie en ambities van alle schooldirectie- en teamleden zijn bekend. 84 Alle medewerkers ervaren dat er met en niet over hen wordt gecommuniceerd. 85 Alle medewerkers stappen bij problemen op de juiste persoon af. 115 Alle medewerkers met lesgevende taken kennen het toetsingskader van de inspectie van het onderwijs. 117 Er is een handboek kwaliteitszorg waarin taken en


56

Thema/doelstelling

2011 2012

Gereed in: 2012 2013 2013 2014

2014 2015

verantwoordelijkheden duidelijk zijn belegd. Alle klasoverstijgende schoolinnovaties worden op toepasbaarheid getoetst door de directie en de coördinatoren. 120 De belangrijkste primaire processen (zorg, lesgeven, kwaliteitszorg, IPB) zijn eenduidig beschreven en voorzien van een stappenplan. 121 95% van de medewerkers kent de belangrijkste primaire processen, wie ervoor verantwoordelijk is en welke taken zij binnen het betreffende primaire proces te vervullen hebben. 131 Er is een communicatieplan waaruit blijkt wie welke contacten onderhoudt en hoe vaak. 67 Alle leerkrachten beschikken over een actueel bekwaamheidsdossier. Overige doelstellingen 18 De school heeft een eigen, actuele website van goede kwaliteit. Dat wil zeggen, gebruikergericht, volledig, overzichtelijk, praktisch. Belangrijke klantinformatie eerst, interactief. Qua uitstraling: herkenbaar, toegankelijk, modern, hoogwaardig christelijk onderwijs. Warm, betrokken. De site is goed te vinden via Google. 92 Alle medewerkers ervaren de werkfaciliteiten als voldoende. 94 De beschikbare multimediale voorzieningen en digitale mogelijkheden worden optimaal benut. 119


57

Bijlage 1 Kerndoelen PO (2006) en leerstofaanbod 1

Nederlands

Mondeling, Schriftelijk onderwijs en Taalbeschouwing (waaronder strategieën) A

Kerndoelen

1

De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.

2

De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.

3

De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.

4

De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen.

5

De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.

6

De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale.

7

De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten.

8

De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur.

9

De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.

10

De leerlingen leren bij de doelen onder 'mondeling taalonderwijs' en 'schriftelijk taalonderwijs' strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.

11

De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen a. regels voor het spellen van werkwoorden; b. regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden; c. regels voor het gebruik van leestekens.


58

12

B

De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. Middelen

Methoden die volgens de handleiding worden gebruikt: Schatkist Taal Actief Taal actief spelling Taal Actief woordenschat Leeslijn Veilig leren lezen Schrijftaal Goed gelezen Nieuwsbegrip Toetsen: Methodegebonden toetsen Taal voor Kleuters Toetsen beginnende geletterdheid Kleuter observatielijst Horeb Eindtoets Cito (groep 8) Extra hulpmethoden: Woordbouw Ambrasoft, Woordenstart Schoolbibliotheek Educat-B Spreekbeurten en boekbesprekingen Educatieve software: Bas gaat digitaal Ambrasoft


59

2 A

Engels Kerndoelen

1

De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten.

2

De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal.

3

De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen.

4

De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek.

B Middelen Methoden die volgens de handleiding worden gebruikt: Let’s do it Toetsen: Methode gebonden toetsen Extra hulpmethode:

woordenboeken, beeldwoordenboeken, leesboekjes en kwartetspelen, internet met verhaaltjes en liedjes in het engels.


60

3

Rekenen/wiskunde

Getallen en bewerkingen/Meten en meetkunde A

Kerndoelen

1

De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken.

2

De leerlingen leren praktische en formele reken-wiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven.

3

De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van reken wiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen.

4

De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen.

5

De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn.

6

De leerlingen leren schattend tellen en rekenen.

7

De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

8

De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures.

9

De leerlingen leren de rekenmachine met inzicht te gebruiken.

10

De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.

11

De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.

B

Middelen

Methoden die volgens de handleiding worden gebruikt: Pluspunt Met Sprongen Vooruit (groep 3 en 4) Met Sprongen Vooruit (groep 1 en 2 in ontwikkeling) Met Sprongen Vooruit (groep 5 en 6 in ontwikkeling) Toetsen: Methode gebonden toetsen van Pluspunt Niet methode toetsen zoals: Cito Niveau test rekenen Tempotoets rekenen


61

Extra hulpmethode: Pluspunt computerprogramma Maatwerk Oefenboekjes rekenen Somplex Levelkisten waarin het onderdeel rekenen voor meerbegaafde kinderen Routeboekjes Pluspunt Softwareprogramma’s zoals Ambrasoft, het World Wide Web Pluspunt computerprogramma Als kleuters leren tellen Schatkist rekenen Zelfinstructiekaarten rekenen Rekenmakkers, Rekenmeesters Verder materiaal zoals het rekenrek, kralenketting, fiches, maatbekers etc


62

4

Oriëntatie op jezelf en de wereld

Mens en samenleving, Natuur en techniek en Ruimte A

Kerndoelen

1

De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen.

2

De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.

3

De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en hun rol als burger.

4

De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.

5

De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.

6

De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.

7

De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.

8

De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.

9

De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.

10

De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.

11

De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.

12

De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.

13

De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon leidt tot natuurverschijnselen, zoals seizoenen en dag-/nachtritme.

14

De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid worden/ werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.


63

15 16

Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/ werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken. De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren.

17

De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.

18

De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen, zoals aanwezig in ons cultureel erfgoed, en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

19

De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en Holocaust; televisie en computer.

20

De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

B

Middelen

Methoden die volgens de handleiding worden gebruikt: Kind op Maandag Geestelijke stromingen Geobas Riskante regio’s Bij de tijd Leefwereld ‘Op voeten en fietsen’ en ‘Jeugdverkeerskrant’ van Veilig Verkeer Toetsen: Methode gebonden toetsen Extra hulpmethode: - Eigen geschiedenis leerlijn groep 7 en 8 a.d.h.v. de Nederlandse canon en met PowerPoint presentaties. - Internet - Techniektorens . - Bij de wereldoriënterende vakken wegwijs worden gemaakt in het documentatiecentrum en het internet. Ze maken werkstukken, verslagen en houden spreekbeurten of presentaties. - Jaarlijks krijgen de kinderen van groep 8 les in jeugd-EHBO en halen hun EHBO-diploma - Een keuze uit het aanbod van de Schooltelevisie als ondersteuning en aanvulling.


64

- Doormiddel van kooklessen doen de kinderen ervaring op met betrekking tot de bereiding, de smaakontwikkeling, gezond en verantwoord eten en de voedselproductie.

5 A

Kunstzinnige oriëntatie Kerndoelen

1

De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.

2

De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.

3

De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

B

Middelen

Methoden die volgens de handleiding worden gebruikt: Moet je doen, Extra hulpmethode: Het Instituut Voor Amateuristische Kunst (IVAK) in Delfzijl kan ondersteuning bieden bij de verschillende expressievakken. Jaarlijks is er een aanbod van het IVAK

6 A

Bewegingsonderwijs Kerndoelen

1

De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren.

2

De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden.

B

Middelen

Methoden die volgens de handleiding worden gebruikt: Basislessen deel 1 en 2 Extra hulpmethode: In het lokaal van alle groepen hangt een kalender met bewegingsopdrachten. Op elk moment van de dag kan de leraar met de kinderen een bewegingsopdracht uitvoeren


65

Bijlage 2: Prestatie-indicatoren en doelstellingen Visie en beleidsvorming Kritische Prestatiesuccesfactor indicator Schoolconcept Onderscheidend

Beleid

Doelstelling 4.

Identiteit

5.

Eigentijds

6.

Gedeeld

7.

Multimedia

8.

Integraal en cyclisch

9.

Transparant

10.

11. Schoolplan

12.

13.

Schoolgids

14.

Brochure/websi te

15.

Maatschappelijk betrokken

Participatie

16.

Profilering

Ambitieus

17.


Er is een schoolprofiel waarin een eigen, goed onderbouwde visie staat omschreven op het onderwijs. Uit het schoolprofiel blijkt hoe de christelijke levensovertuiging in het onderwijs tot uiting komt. Er is (eventueel kritisch en beargumenteerd) een verbinding gelegd met landelijk beleid en recente opvattingen over wat wordt verstaan onder goed onderwijs en de maatschappelijke functie in de samenleving, bijv. burgerschap en veiligheidsbeleid (verbondenheid). Elke medewerker is bekend met het schoolprofiel en draagt dit uit. In het schoolconcept wordt expliciet gerefereerd aan de digitale samenleving en de voorbereiding daarop. De school werkt aantoonbaar op basis van een vierjarige en eenjarige beleidscyclus. Alle medewerkers – voor zover relevant - kunnen de beleidscycli uitleggen. De beleidscycli zijn gevisualiseerd. Het schoolplan heeft duidelijke streefdoelen voor de middellange termijn. Het schoolplan anticipeert op maatschappelijke en regionale ontwikkelingen. 90% van de ouders waardeert de bruikbaarheid van de schoolgids met ‘goed’. 90% van de ouders waardeert de duidelijkheid van de (verenigings)brochure en (school)website met goed. De school is actief ketenpartner in de regio.

Het schoolprofiel geeft een haalbare ambitie weer.

Evaluatieinstrumenten Vastgestelde criteria

PO-spiegel Collegiale visitatie

Gesprekkencyclus

Schoolplan Jaarplan Zelftoetsing in gesprekkencyclus

Wettelijk kader

Wettelijk kader Oudertevredenheids-enquête

Lijst met relevante ketenpartners Jaarverslag Managementgesprekken Meetbare schooldoelstelling

66

18.

19.

20.

Uitstraling

21.

22.

PR

23.

24.

Representatie

25. 26.

27.

Leiderschap en management Kritische Prestatie succesfactor indicator Toegankelijkheid

Transparant

Maandelijkse update

Oudertevredenheids-enquête

Evaluatie instrumenten

28.

Personeelbeleidsplan

30.

31.

CBS Roemte

en

Doelstelling

29.

schoolplan 2011-2015

De school levert een actieve bijdrage aan de beleidsontwikkeling van de vereniging. 80% van de medewerkers beoordeelt de schoolleider als ambitieus. De directie ontwikkelt en organiseert passende scholing voor teamleden. De school heeft een eigen, actuele website van goede kwaliteit. Dat wil zeggen, gebruikergericht, volledig, overzichtelijk, praktisch. Belangrijke klantinformatie eerst, interactief. Qua uitstraling: herkenbaar, toegankelijk, modern, hoogwaardig christelijk onderwijs. Warm, betrokken. De site is goed te vinden via Google. Managementleden hebben visitekaartjes, voor zover dit gewenst wordt. Alle schriftelijke communicatie wordt opgezet in een eenduidige huisstijl. Minimaal tweemaal per jaar brengt de school haar activiteiten onder de aandacht in de regionale pers. Alle teamleden houden zich aan de gedragscode. 90% van de ouders oordelen dat het schoolgebouw goed is onderhouden. 100% van de ouders ervaren dat de medewerkers van de school betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kinderen.

Rollen, taken en verantwoordelijkheden van de directie- en de teamleden zijn concreet en eenduidig vastgelegd in het functiebouwwerk. 100% van de medewerkers is op de hoogte van alle taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. 90% van de medewerkers vindt de besluitvormingsprocedures waarmee ze te maken hebben duidelijk. De schooldirecteur rapporteert

Protocollen map

67

32. 33.

34.

Open communicatie

35.

36.

Zichtbaar

37. 38.

Inspraak en andere input

39.

40.

Lef

Betrouwbaar Inspirerend

41. 42.

43.

Ontwikkeling

Ondernemend

44.

Innovatief

45.

Gekwalificeerd

46.

47.

Geregistreerd


48.

viermaal per jaar aan de algemeen directeur m.b.t. de doelstellingen in het strategisch beleidsplan. De schooldirectie treedt als eenheid op, zowel intern als extern. De schooldirectie heeft de besturingsfilosofie, de wijze waarop zij haar rol wil zien, geëxpliciteerd en vastgelegd. De schooldirectie handelt op basis van vastgesteld beleid en legt daarover intern en extern verantwoording af. 95% van de medewerkers ervaart de interne communicatie door de schooldirectie als open en duidelijk. 95 % van de ouders ervaart de externe communicatie door de schooldirectie als open en duidelijk. 90% van de leerkrachten ervaart de directie als zichtbaar. 90% van de ouders ervaart de directie als zichtbaar. De schooldirectie betrekt de teamleden bij belangrijke beslissingen. De schooldirectie bevordert het goed functioneren van de MR en betrekt de MR bij het nemen van belangrijke beslissingen. De schooldirectie doet wat zij zegt. 80% van de medewerkers geeft aan dat zij de schooldirectie inspirerend vinden. 80% van de medewerkers geeft aan dat hun directeur het VCPO Noordkwartier-beleid actief uitdraagt. De schooldirectie stimuleert initiatieven van de teamleden. De schooldirectie staat open voor innovatieve ontwikkelingen rond evidence based werken. De motivatie en ambities van alle schooldirectie- en teamleden zijn bekend. De schooldirectie voert jaarlijks gesprekken met de teamleden over hun bijdrage aan de resultaten van de school. De directeur is geregistreerd bij de NSA of op een andere aantoonbare wijze gekwalificeerd.

Directeur nog te kort werkzaam. Vorige peiling daarom niet relevant. Onderzoek nodig. Idem

idem

idem idem

68

Personeel Kritische succesfactor

Prestatieindicator

Doelstelling

Betrokkenheid

Enthousiast

49.

50.

Beschikbaarheid personeel

Uitdragen

51.

Werving en selectie

52.

Beschikbaarheid invallers Stagiaires

53. 54.

55. Competentie

Competentieprofiel

56. 57. 58.

Ontwikkeling

Competent

59.

Coaching en ondersteuning

60.

61.


80% van de medewerkers waardeert de school als werkorganisatie met ‘goed’. Ieder jaar wordt voor alle personeelsleden een teamuitje georganiseerd. Alle medewerkers onderschrijven het schoolconcept en dragen de identiteit uit. Bij vacatures wordt ernaar gestreefd ten minste met drie kandidaten te spreken (na briefselectie). Bij uitval van leerkrachten is continuïteit gewaarborgd. Iedere student en stagiaire op school wordt planmatig ingezet en kwalitatief goed begeleid. Stagiaires worden beoordeeld als potentiële arbeidskracht. Er is een competentieprofiel voor alle medewerkers. Alle medewerkers kennen hun competentieprofiel. Alle medewerkers kennen hun persoonlijke ontwikkelpunten binnen hun competentieprofiel.

Alle medewerkers worden als voldoende competent (startbekwaam, ervaren of excellent) beoordeeld. Alle nieuwe medewerkers vinden dat ze daadwerkelijk goed begeleid worden. 80% van de medewerkers ervaart de geboden coaching en ondersteuning als voldoende.

Evaluatieinstrumente n Teamtevreden heidsonderzoek

Verklaring bij akte van benoeming.

Opmerking: Actie in het kader van ontwikkelen van profielen en implementatie ervan bovenschools

Teamtevreden heidsonderzoek

69

Kennisdeling

62.

63. 64.

65.

Persoonlijke ontwikkeling

66.

67.

68.

Bekwaamheidsdossier

69. 70.

Gezondheid

Ziekteverzuim en re-integratie

71.

Verzuim

72.

RI&E

73.

Effectiviteit

Functioneren

74.

Informatie

Personeelsmap

75.

76.


Er wordt jaarlijks een scholingsplan opgesteld en uitgevoerd. 90% van de medewerkers ervaart scholing als zinvol. De school organiseert meerdere keren per jaar intervisiebijeenkomsten voor haar medewerkers (leren van en met elkaar). Alle medewerkers doorlopen de in het personeelsbeleidsplan vastgestelde gesprekkencyclus, waarin bij de verschillende gesprekken de resultaten van de VHM worden meegenomen (voor zover van toepassing). Jaarlijks wordt met alle medewerkers een functioneringsgesprek gevoerd. Met alle medewerkers wordt minimaal eens per 4 jaar een beoordelingsgesprek gevoerd. 95% van de medewerkers vindt dat ze adequate feedback van de schooldirectie ontvangen op hun functioneren. Iedere medewerker beschikt over een POP. Alle leerkrachten beschikken over een actueel bekwaamheidsdossier. 90% van de medewerkers is tevreden over de begeleiding bij ziekte en re-integratie. De school kent een ziekteverzuim van 4% of lager. Er is een actuele risicoinventarisatie met een plan van aanpak beschikbaar van het schoolgebouw. De schoolleider treedt adequaat op bij disfunctioneren van medewerkers. Alle medewerkers hebben toegang tot het digitale personeelsbeleidsplan. 90% van de medewerkers waardeert de bruikbaarheid van de personeelsmap als goed.

Jaarplan of verbeterplan

Jaarverslag Teamtevreden heidsonderzoek

Teamtevreden heidsonderzoek

70

Cultuur en werkklimaat Kritische Prestatie-indicator succesfactor Communicatie Effectief en duidelijk

Doelstelling 77.

78.

79.

Vergaderen

80.

81.

82.

83.

Professionele cultuur

Collegialiteit

84.

85.

Verantwoordelijkheid

86.

Feedback

87.

88.

89.

Excellentie

90.

Verantwoording

91.


90% van de medewerkers ervaart een duidelijke informatievoorziening vanuit de schooldirectie. 90% van de MR-leden ervaart een duidelijke informatievoorziening vanuit de schooldirectie. De communicatie met de medewerkers wordt jaarlijks geëvalueerd. 90% van de personeelsleden geeft aan dat hun mening gehoord wordt. 90% van de personeelsleden geeft aan de agenda’s van overleggen duidelijk te vinden. 90% van de personeelsleden ervaart de informatievoorziening voorafgaand aan de vergaderingen als goed. 80% van de medewerkers ervaart de overleggen als functioneel. 90% van de medewerkers voelt zich opgenomen in professionele collegiale relaties. De schooldirectie wordt door de medewerkers als integer ervaren. Alle medewerkers ervaren dat het team zich gezamenlijk verantwoordelijk weet voor de school. Alle medewerkers ervaren dat er met en niet over hen wordt gecommuniceerd. Alle medewerkers stappen bij problemen op de juiste persoon af. Alle medewerkers van de school evalueren jaarlijks hun functioneren en ontwikkeling. De schooldirectie daagt medewerkers uit om te excelleren binnen de school (talentontwikkeling). Binnen de school heerst een cultuur waarin het afleggen van verantwoording vanzelfsprekend is.

Evaluatieinstrumenten Teamtevredenheidsonderzoek





71

Middelen en voorzieningen Kritische Prestatiesuccesfactor indicator Accommodatie Uitdagend, rijk en inspirerend

Beheer en onderhoud Faciliteiten

Ruimtes

Multimedia

Meubilair

Begroting

Management Kritische succesfacto r Lesgeven

Solide

92.

Het schoolgebouw is een uitdagende leeromgeving die past bij de visie van de school/het schoolplan. 93. Het schoolgebouw voldoet aan de veiligheidseisen conform RI&E. 94. De school heeft afgebakende ruimtes voor team, directie, RT en IB. 95. Alle medewerkers ervaren de werkfaciliteiten als voldoende. 96. Door middel van multimediale voorzieningen stimuleert de schooldirectie het met en van elkaar leren. 97. De beschikbare multimediale voorzieningen en digitale mogelijkheden worden optimaal benut. 98. Alle medewerkers hebben Arbogoedgekeurd meubilair. 99. Alle leerlingen hebben passend en Arbo-goedgekeurd meubilair. 100. De schooldirectie opereert binnen de vastgestelde begroting.

van onderwijsprocessen PrestatieDoelstellingen indicator Duidelijke opbouw

Activeren van kinderen

Afstemming


Doelstelling

Evaluatieinstrumenten Tevredenheidsonderzoek

RI&E



101. 90 % van de instructielessen verloopt volgens de fasering van het directie (activerende) instructiemodel. 102. In 90 % van de instructielessen worden kinderen door werkvormen, interacties en uitdagende materialen geactiveerd. 103. Instructie In 90 % van de instructielessen wordt aantoonbaar gedifferentieerd.

VHM en klassenbezoeken

104. Klassenmanagement De organisatie van de onderwijsleersituatie is zo ingericht dat er tegemoet gekomen wordt aan de onderwijsbehoefte van de leerlingen

VHM en Klassenbezoeken



72

Pedagogisch klimaat

Sociaalemotioneel

Veiligheid

Onderwijstijd

Groepsroosters

Aanbod

Beredeneerd Relevant

Toetsing

Tussenopbrengste n

Eindopbrengsten

Toetsing


105. Zorg Alle leerkrachten houden de zorgboekhouding op groepsniveau bij afgestemd op vier zorgperiodes. - groepsoverzichten - beknopte analyse - groepsplannen - individuele handelingsplannen - bijhouder 106. In alle lessen wordt door leerkrachten aantoonbaar gewerkt aan het vergroten van motivatie en zelfvertrouwen van leerlingen. 107. Alle leerkrachten handelen op basis van het sociaal veiligheidsbeleid. 108. In alle lesroosters is voor basisvaardigheden (taal en rekenen) 50% van de onderwijstijd gereserveerd. 109. Er is een beredeneerd aanbod beschikbaar voor alle kerndoelen. 110. Alle leerkrachten ervaren het leerstofaanbod als relevant en actueel. 111. Het leerstofaanbod is in 95% van de gevallen relevant gelet op het ontwikkelingsperspectief van de leerlingen (afstemming). 112. De aan de inspectie te rapporteren tussenopbrengsten worden gemeten met een – Cotangecertificeerd leerlingvolgsysteem. 113. In groep 8 worden leerresultaten gemeten met een door de inspectie erkende toets (dat kan ook de toets van het leerlingvolgsysteem zijn). 114. In groep 8 zijn de leerresultaten ten minste van voldoende niveau. 115. Er is toetsbeleid vastgesteld. 116. Het toetsbeleid wordt door alle leerkrachten onderschreven en uitgevoerd. 117. Alle leerkrachten zijn vaardig in het afnemen en interpreteren van toetsuitslagen.

Management van secundaire processen Kritische PrestatieDoelstellingen succesfactor indicator Kwaliteit

Toetsingkader inspectie

Kwaliteitszorg

Integraal


118. Alle medewerkers met lesgevende taken kennen het toetsingskader van de inspectie van het onderwijs. 119. Het schoolplan is gebaseerd op het

Cito-toetsen

Cito-eindtoets

Evaluatieinstrumenten Personeelsmap Map kwaliteitszorg

73

Cyclisch

120.

121.

Planmatig

122.

Borging

123.

124.

Rapportage

Zorg

Inzichtelijk

125.

Rapportage aan bevoegd gezag

126. Periodiek rapporteert de schoolleiding schriftelijk en/of mondeling aan het bevoegd gezag over voortgang in schoolontwikkeling. Prestatie-indicatoren en doelstellingen zijn daarbij leidend. 127. Er is een procesbeschrijving van de zorgstructuur. 128. Planning en uitvoering van zorg verlopen voor 85% conform de procesbeschrijving. 129. Voor alle leerlingen met een eigen leerlijn is een onderbouwd ontwikkelingsperspectief beschikbaar. 130. Er is een model handelingsplan en groepsplan beschikbaar dat bruikbaar en relevant is. 131. Twee keer per jaar brengt de school een opbrengstrapport uit. Dit rapport wordt met bevoegd gezag besproken. 132. Alle ouders ervaren in voldoende mate betrokken te worden bij het onderwijs voor hun kind. 133. Alle leerkrachten vinden dat ouders voldoende betrokken zijn bij de school van hun kind. 134. Er is een communicatieplan waaruit blijkt wie welke contacten onderhoudt en hoe vaak.

Transparant

Ontwikkelingsperspectieven Functionele handelingsplann ing Trendanalyses leerlingopbrengsten Educatief partner

Externe contacten

Actief netwerk


INK-model en heeft het karakter van een ondernemingsplan. Er is een handboek kwaliteitszorg waarin taken en verantwoordelijkheden duidelijk zijn belegd. In de uitwerking van het schoolplan wordt de Demingcyclus (plan-docheck-act) gehanteerd. Alle klasoverstijgende schoolinnovaties worden op toepasbaarheid getoetst door de directie en de coördinatoren. De belangrijkste primaire processen (zorg, lesgeven, kwaliteitszorg, IPB) zijn eenduidig beschreven en voorzien van een stappenplan. 95% van de medewerkers kent de belangrijkste primaire processen, wie ervoor verantwoordelijk is en welke taken zij binnen het betreffende primaire proces te vervullen hebben. Vierjaarlijks wordt een schoolgids uitgebracht. In de tussenliggende jaren wordt er een aanvulling op de schoolgids uitgebracht. In deze schoolgids en aanvullingen wordt gerapporteerd over leerlingopbrengsten en schoolontwikkeling. Managementgesprekken

Oudertevredenheids -enquête

74

Waardering door personeel/ouders/leerlingen Kritische PrestatieDoelstelling succesfactor indicator Personeel Veilige omgeving 135. 95% van de medewerkers vindt de school een veilige omgeving. Tevredenheid 136. Elke vier jaar wordt de medewerkertevredenheid gemeten (uniform instrument). 137. 90% van de personeelsleden is tevreden. Ouders Veilige omgeving 138. 95% van de ouders vindt de school een veilige omgeving. Tevredenheid 139. 90% van de ouders is tevreden met het onderwijs dat hun kinderen ontvangen. Leerlingen Veilige omgeving 140. 95% van de leerlingen vindt de school een veilige omgeving. Tevredenheid 141. 95% van de leerlingen is tevreden met zijn school. Inspectie Schoolkwaliteit 142. De school valt onder het basisarrangement.

Resultaat en opbrengsten Kritische Prestatie-indicator succesfactor Opbrengsten leerlingen

Niveau

Doorstroomrendement


Evaluatieinstrumenten Teamtevredenheidsonderzoek Teamtevredenheidsonderzoek

Oudertevredenheidsenquête Oudertevredenheidsenquête Leerlingtevredenheidsonderzoek Leerlingtevredenheidsonderzoek

Doelstelling


143. De resultaten van de leerlingen liggen ten minste op het niveau dat verwacht mag worden op grond van de leerlingpopulatie. 144. De directie rapporteert tweemaal per jaar de leeropbrengsten aan de algemeen directeur. 145. De school analyseert de resultaten trendmatig. 146. De schooldirectie rapporteert jaarlijks aan de algemeen directeur over de kwantitatieve en kwalitatieve in- en uitstroom van de leerlingen. 147. De schooldirectie analyseert het doorstroomrendement trendmatig.

Cito-eindtoets Inspectieverslag

Uitstroomoverzicht VO Noordkwartier

75

Bijlage 3: Tevredenheidsonderzoek april-mei 2010 CBS Roemte Hierbij een verkorte versie van de rapportage van het gehouden tevredenheidsonderzoek. In de rapportage staan in cijfers en percentages de behaalde scores. we blij zijn met deze uitkomst. Het geeft het vertrouwen aan dat de ouders stellen in de school waar zij hun kind(eren) aan hebben toevertrouwd. De kritiekpunten zijn besproken en er wordt actie ondernomen. Getracht wordt om de toiletten, met name die bij de kleutergroepen zo te veranderen dat de hygiëne wordt verbeterd. Dat is niet in september gerealiseerd, maar er wordt werk van gemaakt. Onze verkeersouder heeft gesprekken met de gemeente over het verhogen van de veiligheid in Loppersum voor de kinderen. Het tevredenheidsonderzoek 2010 door het Bureau voor Praktijkgericht Onderzoek, Groningen. (130 gezinnen, waarvan 109 de vragenlijsten hebben ingevuld = 84%). De ouders

De ouders zijn over het algemeen zeer tevreden over de school en geven een waardering van 8,3. De referentiegroep scoort 7,5. Ouders vinden de leerkracht het belangrijkst, daarna de begeleiding, de sfeer, de persoonlijke ontwikkeling en tenslotte de kennisontwikkeling. Bij de referentiegroep staan de laatste 2 andersom. Overzicht waarderingen: Onderwerp: referentiegroep

peiling 2010

peiling 2006

Schoolgebouw Omgeving van de school Begeleiding Sfeer Kennisontwikkeling Persoonlijke ontwikkeling Schooltijden Schoolregels, orde en rust De leerkracht Contact met de school

8,1 7,2 8,0 8,2 8,0 7,8 8,3 8,2 8,6 8,0

7,8 7,3 7,8 8,0 7,7 7,4 8,0 8,2 8,3 8,1

  

6,8 6,3 7,3 7,2 7,2 7,2 7,5 7,1 8,0 7,2

Van de ondervraagden geeft 67% aan soms of vaak actief te zijn binnen de school als hulpouder of als commissielid. 91% geeft aan dat de ouders enthousiast over de school praten. Volgens (bijna) alle ouders, 96%, gaat hun kind over het algemeen met plezier naar school.


76

Pluspunten  Sfeer in de klas, 99%  Sfeer en inrichting schoolgebouw, 98%  Huidige schooltijden, 98%  Uiterlijk van het gebouw, 97%  Aandacht voor normen en waarden, 97%  Omgang van kinderen onderling, 96%  Aandacht voor creatieve vakken, 96%  Omgang leraar-kind, 95%  Rust en orde in de groep, 94%  Duidelijkheid van schoolregels, 94%  Vakbekwaamheid leerkracht, 94%  Speelmogelijkheden plein, 94%  Mate waarin leraar naar ouders luistert, 94%  Inzet en motivatie leraar, 94%  Informatievoorziening over het kind, 93%  Aandacht soc.- emot. ontwikkeling, 92%  Aandacht voor uitstapjes-excursies, 92%  Aandacht voor taal, 91%  Regels, rust en orde op school, 91%  Informatievoorziening over de school, 91%  Veiligheid op het plein, 90%  Aandacht godsdienst/levensbeschouwing, 90%  Aandacht voor rekenen, 87%  Aandacht voor werken met computer, 86%  Opvang bij afwezigheid van de leraar, 85% Kritiekpunten  Hygiëne en netheid binnen de school (toiletten), 19%  Veiligheid op weg naar school, 19%  Aandacht voor gymnastiek, 17%

Het personeel

De personeelsleden zijn over het algemeen zeer tevreden over de school en geven een waardering van 8,7. de referentiegroep scoort 7,6. Belangrijk wordt gevonden: Roemte 1. schoolklimaat 2. management 3. pedagogisch klimaat 4. werkklimaat 5. leermiddelen

Overzicht waarderingen: Onderwerp: referentiegroep


referentie 1. pedagogisch klimaat 2. schoolklimaat 3. werkklimaat 4. leermiddelen 5. management

peiling 2010

peiling 2006

77

Schoolgebouw Schoolklimaat Pedagogisch klimaat Leerstofaanbod en leermiddelen Werkklimaat Primaire arbeidsvoorwaarden Secundaire arbeidsvoorwaarden Loopbaanmanagement Interne communicatie Externe communicatie Management Organisatie

   

8,6 9,3 8,6

8,6 9,4 8,6

6,5 7,6 7,6

7,9 8,1

8,3 7,7

7,2 7,1

7,7

7,6

7,1

7,9 8,5 8,1 8,9 9,3 7,8

7,7 8,7 8,1 8,8 9,2 8,2

6,7 7,3 7,0 7,6 7,4 7,2

Alle ondervraagden gaan overwegend met plezier naar school. 100% van de personeelsleden geeft als rapportcijfer een 8 of hoger. 93% zou anderen aanraden in het basisonderwijs te gaan werken. 100% zou anderen aanraden om dan op Roemte te komen werken.

Pluspunten (de eerste 40 plus- of kritiekpunten van de gevonden 76 zijn vermeld; tussen haakjes het percentage personeelsleden dat tevreden is over het genoemde onderwerp).                         

Sfeer en inrichting schoolgebouw, 100% Netheid binnen de school, 100% Sanitair voor personeel, 100% Meubilair voor personeel, 100% Uiterlijk van het gebouw, 100% Onderhoud van het gebouw, 100% Sfeer op school, 100% Rust en orde op school, 100% Duidelijkheid schoolregels, 100% Aanpak ordeproblemen, 100% Aanpak pestgedrag, 100% Aandacht voor normen en waarden, 100% Aanpak schoolverzuim, 100% Contact met kinderen, 100% Motivatie van kinderen, 100% Begeleiding gedragsproblemen, 100% Extra mogelijkheden snelle leerlingen, 100% Eigen tempo leerlingen, 100% Samenwerking externe instanties, 100% Kwaliteit leermiddelen, 100% Beschikbaarheid leermiddelen, 100% Benutting ict-mogelijkheden, 100% Aantal personeelsleden, 100% Vervanging collega bij ziekte, 100% Waardering voor het werk, 100%


78

              

Sfeer in het team, 100% Vakantie- en verlofregeling, 100% Pensioenregeling, 100% Mogelijkheden voor part-time werken, 100% Duidelijkheid functiebeschrijving, 100% Personeelsuitjes, 100% Aandacht voor jubilea, 100% Aansluiting op capaciteiten, 100% Mogelijkheden voor nascholing, 100% Functioneringsgesprekken, 100% Samenwerking met collega’s, 100% Bespreekbaarheid problemen, 100% Vergaderingen, 100% Vastleggen afspraken, 100% Interne informatie, 100%

Kritiekpunten 

Functioneren van bestuur, 21%

Leerlingen (groep 7 en 8, 55 kinderen)

De leerlingen zijn over het algemeen zeer tevreden over de school en geven een waardering van 8,6. Bij de vorige peiling in 2006 was dit 8,5. De referentiegroep scoort 8,0. Overzicht waarderingen: Onderwerp referentiegroep

peiling 2010

peiling 2006

Moeilijkheidsgraad Harde vakken Zaakvakken Expressievakken/gymnastiek De groep De klas Omgang kinderen onderling Contact leraar met kinderen Feedback en ondersteuning Schoolgebouw en omgeving Welbevinden op school Algemene tevredenheid Ouderbetrokkenheid

8,3 7,5 6,4 9,2 8,4 8,3 8,1 9,1 8,0 8,5 7,6 8,7 7,5

8,1 6,9 6,3 9,1 8,1 8,4 7,4 8,3 7,5 8,4 7,7 8,7 6,8

 

8,1 7,4 6,3 9,2 7,7 7,4 7,1 8,7 7,3 7,1 6,9 8,2 7,0

Van de ondervraagde kinderen leest 71% soms of vaak een boek (referentiegroep 70%). 15% gaat na 21.00 uur naar bed (referentiegroep 24%).

Pluspunten


79

                  

Uitstapjes met de groep, 95% Moeilijkheidsgraad computerwerk, 89% Oudertevredenheid, 89% Handvaardigheid, 85% Beperking van eigen pestgedrag, 85% Wijze van uitleg van juf of meester, 85% Vergelijking met andere scholen, 85% Duidelijkheid van regels, 84% Hulp van juf of meester, 84% Binnenkant schoolgebouw, 84% Leren op school, 84% Gymnastiek, 82% Beperking van gepest worden, 84% Omgang met juf of meester, 82% Werken met computer, 80% tekenen, 80% welbevinden in de groep, 80% juf of meester luistert, 80% veiligheid op weg naar school, 80%

Kritiekpunten    

geschiedenis, 35% aantrekkelijkheid van overblijven, 33% zitplaats in de klas, 24% levensbeschouwelijke vorming, godsdienst, 20%


80

SCHOOLPLAN CBS Roemte

Recommend Documents