CBS De Sluis Schoolplan “Light” 2015 2019
“Handelings- en opbrengstgericht, professioneel en met visie” Leren in de 21e eeuw!
Inleiding: Het voorliggende schoolplan 2015-2019 is als volgt opgebouwd: Een korte omschrijving van de school en haar omgeving ter inleiding. (1) Daarna het strategisch - en het kwalitatieve beleidskader van de stichting CBO Zeist (2.1-2.2) als kaders voor het schoolbeleid. De visie en de missie van de school (3) en de uitwerking alsmede ook de aanvullingen die volgens het team noodzakelijk zijn voor de komende vier jaar. Deze zijn omschreven in de “ID kaart” . (3.2-3.3) Het kwaliteitssysteem op stichtingsniveau (4.1) omschrijft de lijnen waarbinnen het schoolspecifieke kader wordt omschreven (4.2). De gebruikte methoden zijn omschreven in (4.3). In (4.4) omschrijven wij wat onze leerlingen de komende vier jaar nodig hebben. Daarbij gebruiken we de input uit de onderzoeken van CPS en de inspectie . Dan volgt een terugblik op de voorgaande vier jaar (5.1) Dan volgt een samenvatting van de onderzoeken door CPS en de analyse van de onderwijsinspectie (5.2) Hieruit volgen aanbevelingen die in (6.0) uitgewerkt worden in het uiteindelijk vierjaren plan. Het eerste schooljaarplan wordt als deel daarvan specifiek uitgewerkt en ook vertaald in een uitgewerkt werkplan. Dit dient als bijlage bij dit schoolplan. Jaarlijks zal een deelplan toegevoegd worden.
1 De school en haar omgeving; een korte biografie De school: De Sluis is een school met 420 leerlingen verdeeld over 17 groepen gesitueerd in ZeistWest. Aan onze school zijn 320 gezinnen verbonden. De naam van de school is afgeleid van de nabijgelegen monumentale waterkering gelegen in De Grift. Het gebouw dateert uit 1974 en is zeer ruim van opzet. De school is ingedeeld in drie afdelingen; onder- midden en bovenbouw. Elke afdeling is voorzien van een ruim bemeten eigen speelplein. De pleinen en het schoolgebouw zijn in 2014-2015 ingrijpend verbouwd. Het gebouw is verduurzaamd en geschikt gemaakt voor onderwijs in de 21e eeuw. Het schoolplein is op basis van de wensen van kinderen voorzien van nieuwe speeltoestellen. De leerlingen: De leerlingen van De Sluis vormen een dwarsdoorsnede van de Nederlandse bevolking. Hoewel de meeste leerlingen uit de wijk komen heeft de school door de diversiteit in woningaanbod in de buurt een diverse groep leerlingen. In de wijk staan zowel huurflats alsook koopwoningen uit het hogere segment. Van de leerlingen heeft 16% een weging. Van deze groep is het grootste deel van Marokkaanse afkomst. Dit mooie palet biedt kinderen een goede voorbereiding op de samenleving waarvan zij later deel uit maken. De eindresultaten laten al drie jaar op rij een score boven het hoogste niveau van de onderwijsinspectie zien.
De leerlingen geven aan dat ze zich prettig en veilig op school voelen. (panelgesprekken cps en inspectie) Het leerlingaantal daalt licht door demografische ontwikkelingen in de wijk Zeist –West. De leerkrachten: De school heeft 35 personeelsleden waaronder 30 leerkrachten. Veelal werkzaam in een duo-baan. Eén vijfde deel van het personeel is man, vier vijfde vrouw. De leerkrachten zijn gemiddeld boven de dertig en zijn vaak langdurig aan de school verbonden. De identiteit: CBS De Sluis is een protestants christelijke basisschool. Wij proberen vanuit ons handelen en denken christen te zijn. De school is toegankelijk voor iedereen die onze christelijke manieren wil respecteren. We vertellen bijbelverhalen en beginnen en eindigen de dag met een gedicht of een gebed. Wij zien de kanjertraining als leidend in de omgang met elkaar, zoals we dat vinden passen bij christelijk zijn.
2 uitgangspunten schoolbestuur 2.1. Strategisch beleid in een notendop In april 2015 heeft het bestuur van CBO Zeist een strategisch beleid vastgesteld voor de periode van 2015 t/m 2019 met de ondertitel “professioneel en ondernemend”. Dit richtinggevende document dient als basis voor dit schoolplan. Alle scholen van onze stichting geven eigenstandig vorm aan de richting-gevers en doelstellingen van dit plan. Dit doen zij allen vanuit de missie: “Vanuit onze christelijke levensovertuiging, gebaseerd op het evangelie van Jezus Christus, bereiden wij kinderen voor op actieve deelname aan de samenleving. Wij leren hen te functioneren in sociale verbanden om daarin vanuit hun eigen kracht en competentie duurzame relaties aan te gaan. Wij werken samen met de ouders om de kinderen te laten ontwikkelen.” CBO Zeist heeft voor de ontwikkeling van haar scholen binnen deze planperiode de volgende speerpunten geformuleerd:
Alle scholen leveren goede kwaliteit van werkelijk passend onderwijs, uitgaande van onderwijsbehoeften van kinderen op het gebied van kennis-, vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling. (ICT-ontwikkeling; 21th centuryskills)
Binnen CBO Zeist werken we met een op ontwikkeling gerichte kwaliteitszorgcyclus, die gericht is op de opbrengsten van het onderwijs, de kwaliteit van de medewerkers en de professionele ontwikkeling van de school.(Planmatige kwaliteitszorgcyclus; professionele cultuur; actualisering en gedegen uitvoering gesprekscyclus; zorgvuldige selectie; interne mobiliteit, professionalisering)
De ouderbetrokkenheid ontwikkelt zich tot educatief partnerschap, waarbij ouders samenwerken aan het vraagstuk: wat is het beste aanbod voor onze kinderen? (ouderbetrokkenheid 3.0 – CPS)
De organisatie wordt professioneler, effectiever en efficiënter. (scheiding toezicht bestuur; samenwerken; dialoog met plaatselijke kerken; positionering school in de wijk; bedrijfsvoering; ICT-fundament; maatschappelijk verantwoord)
Voor de complete tekst van het strategisch beleid zie www.cbozeist.nl
2.2. Kwaliteitsbewaking Stichting CBO Zeist en haar scholen streven naar kwaliteit. In onze ogen is kwaliteit te omschrijven als “de mate waarin de organisatie of school de eigen doelstellingen realiseert”. In de komende beleidsperiode definiëren we kwaliteit als volgt: De school voldoet aan de wettelijke kaders en de kerndoelen realiseert. De school is een veilige plek voor de leerlingen, wat blijkt uit veiligheids en omgangsprotocollen en de naleving ervan. De school genereert opbrengsten, die op of boven het landelijke gemiddelde liggen, wat blijkt uit het monitoren van afgesproken toetsen. De school organiseert haar leerlingenondersteuning zo, dat zowel leerlingen met meer als met minder mogelijkheden dan de gemiddelde leerling een passend aanbod ontvangen, wat blijkt uit de ondersteuningsplannen en de uitvoering daarvan in de scholen. De school biedt naast haar aanbod op de cognitieve vakken een gestructureerd en kwalitatief onderbouwd aanbod op minimaal 3 van de volgende vakgebieden en voert dit aanbod gestructureerd en vakbekwaam uit: Muziek ; Tekenen; Handvaardigheid A en B; Drama; Bewegingsonderwijs De school integreert de mogelijkheden van ICT en sociale media in haar dagelijks aanbod aan de leerlingen. De school bespreekt haar eigen kwaliteit cyclisch en stelt haar definities van kwaliteit bij en maakt daarbij gebruik van zowel interne als externe informatie. Binnen CBO Zeist worden diverse instrumenten gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs en de leeropbrengsten van de leerlingen vast te stellen. De komende jaren brengen we al die instrumenten onder in Parnassys/Integraal. Met deze instrumenten voeren we op onze scholen periodiek een zelfevaluatie uit. De uitkomsten van deze zelfevaluatie vormen mede de basis onder het schoolplan en jaarplannen. Het bestuur bewaakt planmatig en cyclisch of de scholen voldoen aan de zeven hierboven geformuleerde kwaliteitscriteria. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de planmatigheid en hanteren van een cyclus nog in ontwikkeling zijn en naar verwachting in het schooljaar 2016-2017 pas ten volle zijn ontwikkeld.
Voor de complete tekst van ons kwaliteitsbeleid, zie www.cbozeist.nl
3 De visie en missie van De Sluis: We realiseren ons dat goed onderwijs geven ook keuzes maken is. Door die keuzes te maken zijn we effectief in het besteden van aandacht daar waar het hoort. Onze school wil een leergemeenschap zijn van kinderen, ouders en leerkrachten die proberen christen te zijn. We richten ons onderwijs zodanig in dat alle kerndoelen en referentieniveaus gehaald worden. Daarnaast vinden we dat het onze opdracht is om talenten van kinderen te herkennen en te ontwikkelen. De school zien we in beginsel een instituut voor onderwijs. Vanuit die gedachte vinden wij dat de basis die op school gelegd wordt een belangrijk fundament voor verdere ontwikkeling is. Dat fundament moet daarom stevig zijn. We gebruiken daar veel bouwstenen en enkele sluitstenen voor. De vakken die wij geven zijn de bouwstenen en onze speerpunten de sluitstenen. Op De Sluis zijn deze sluitstenen: taal, sociaal- emotionele ontwikkeling en het vak *programmeren. ( *vanaf 2016/2017). Een bouwwerk blijft pas staan als het stevig staat, een fundament en goede stenen zijn belangrijk, het cement dat is wat alles bij elkaar houdt; dat zijn onze medewerkers in goede samenwerking met ouders en kinderen. We kiezen voor de kanjertraining als basis voor onze omgang met kinderen, ouders en elkaar. De uitgangspunten van de kanjertraining zijn van toepassing op al onze beslissingen. Dat betekent dat kanjertraining op De Sluis geen methode maar een ‘way of life’ is. Kanjertraining legt de basis voor een goede ontwikkeling. Doordat kinderen zichzelf ontplooien en voelen dat “ze er mogen zijn” herkennen ze waar ze goed in zijn en waar ze beter in kunnen worden. Doordat kinderen zich beter voelen, presteren ze beter op school en in de omgang met elkaar. Omdat kanjertraining alleen werkt als ouders, school en kinderen met elkaar samenwerken maakt u door voor De Sluis te kiezen ook een bewuste keuze voor de kanjertraining. We streven naar een hoge vaardigheid op het gebied van lezen en taal. Taal is een belangrijk vak in alle leerjaren van De Sluis . Een goede taalontwikkeling is een solide basis voor ontplooiing. Onderzoek heeft aangetoond dat het resultaat van het leesonderwijs eind groep 3 veel zegt over de kansen van kinderen in het voortgezet onderwijs. Dit betekent dat wij als school een opdracht hebben om kinderen goed toegerust in groep 3 in te laten stromen, daar ( en in groep 4) de maximale ondersteuning te bieden in en buiten de klas. Deze aandacht voor de speerpunten gaat onverminderd door tot het einde van groep 8. Naast de kanjertraining en taal vinden we een grote vaardigheid in zelfstandigheid, zelfverantwoordelijkheid en zelfstandig leren belangrijk. Hierin willen we kinderen helpen te groeien. Dat doen we door een goede opbouw van zelfredzaamheid naar zelfstandigheid te bieden.
We zien de school als een professionele organisatie met een opdracht van de ouders. We gaan er daarbij vanuit dat ouders en medewerkers succesvol kunnen zijn in de begeleiding van onze leerlingen, maar alleen als er een nauwe samenwerking tussen school, thuis en kind kan ontstaan. Als school verwachten we van ouders dat zij gedurende hun loopbaan op De Sluis betrokken zijn op de ontwikkeling van hun kind. Vanzelfsprekend mag u dat van ons als school ook verwachten. We informeren ouders daarom uitvoerig over het hoe en waarom van de keuzes die we maken voor het onderwijs. Bouwen, leren en opvoeden doen we samen!
3.1 uitwerking van de Visie en Missie: * We geven groepsgerichte gedifferentieerde instructie via het model Activerende directe instructie. * Als nieuwe stof wordt aangeboden houden we tijdens die instructie al rekening met verschillen. Al naar gelang de leerstijl van een kind is meer of minder instructie nodig. Extra instructie kan altijd op De Sluis, daar zijn we voor! Vanaf groep 3 staat daarom in elke groep een instructietafel. * We dagen kinderen uit tot actieve betrokkenheid bij hun leerproces. *We kiezen ons lesmateriaal met de grootste zorg, het moet altijd aansluiten bij onze speerpunten en deze versterken. *Kanjertraining doen we altijd, zo zijn onze manieren. *We hebben hoge verwachtingen van onze leerlingen. * Kinderen met dyslexie krijgen gedurende de hele schoolloopbaan specialistische ondersteuning. Dat gebeurt binnen en ook buiten de groep . Bij kinderen met dyslexie kijken we per kind welke vorm van begeleiding nodig is. * Om kinderen optimale kansen te bieden zetten we de ondersteuning buiten de klas voornamelijk in op groep 1 t/m 4. * We besteden veel tijd aan zelfstandigheidsbevordering. Dat is iets wat we samen met u doen. Wij begeleiden als ouders en leerkrachten kinderen om zoveel mogelijk zelf te doen.. Zelf iets volbrengen geeft een gevoel van “iets kunnen” en “succes” . Deze gevoelens zijn benzine voor je motivatie. “Vanuit het team is gekeken naar het strategisch beleidsplan van CBO 2015- 2019 en in welke mate wij de teksten van de huidige visie en missie kunnen aanvullen ten behoeve van de veranderingen van de komend vier jaar. Dit resulteerde na een intensieve studiedag in de “ID kaart” van De Sluis.”
3.2 ID kaart: Zo willen we zijn Hoe kijken we naar leerlingen en ouders? “Het geheel is meer dan de som der delen” . We realiseren ons dat een goede ontwikkeling van kinderen zoveel meer succesvol kan zijn als ouders en leerkrachten het kind steeds centraal stellen. We willen kinderen actief daarbij betrekken. In de driehoek leerling, ouders en leerkrachten werken wij , ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid en in sterke gezamenlijkheid nauw samen aan de ontwikkeling van het kind.. Wat beloven we? We streven ernaar talenten van kinderen en teamleden optimaal te ontplooien binnen de visie en de missie van de school. Kinderen worden gekend en gezien op De Sluis. Duidelijke en tijdige communicatie met ouders. Kinderen vaardigheden te leren van de 21e eeuw. ( Samenwerken, communiceren, kritisch denken, creativiteit, ICT geletterdheid, sociale en culturele vaardigheden en probleemoplossend vermogen). Voortdurende aandacht voor de cognitieve ontwikkeling van kinderen. De school is voor iedereen een veilige plek. Wat is onze unieke kracht? Rust en structuur bieden. We gaan goed om met teleurstellingen en weten deze om te buigen tot uitdagingen. Waar mag men ons op aanspreken? Als wij ons niet aan onze belofte of uitwerking van de visie en missie houden. Als we als school niet systematisch kritisch en kwaliteitsgericht blijven. Als u zich als ouder niet gehoord voelt.
Wanneer hebben we onze belofte ingelost? Als wij ieder kind recht doen in zijn of haar ontwikkeling en we kunnen zeggen dat we er alles aan gedaan hebben om dat te realiseren. Als kinderen zeggen: “Wij gaan met plezier naar school”! De ID kaart is samen met de input van de kwaliteitsonderzoeken door CPS en de visitatie van de onderwijsinspectie en haar aanbevelingen de grondslag voor het meerjarenplan 2015-2019. (6)
4.1. Kwaliteitssysteem CBO Zeist is begonnen te werken met het kwaliteitssysteem Integraal dat volledig in het leerlingadministratiesysteem ParnasSys wordt geïntegreerd. In het schooljaar 2015-2016 wordt deze tool aangepast aan de standaarden van CBO Zeist. De interne kwaliteitszorg is een cyclisch proces, waarbij de school regelmatig beoordeelt of zij de goede dingen nog altijd op de goede manier doet. Kwaliteitszorg strekt zich uit over alle beleidsterreinen. Alle scholen monitoren in ieder geval de kwaliteit op zes relevante kwaliteitsgebieden (dikgedrukt): 1. De levensbeschouwelijke kwaliteit: Hierbij gaat het om de visie die we hebben op mens en samenleving, geïnspireerd door de bijbel. We maken duidelijk wat we doen en laten op dit gebied. 2. Pedagogisch klimaat: Een Protestants Christelijke basisschool laat de verantwoordelijkheid die zij heeft voor de manier van omgaan met kinderen duidelijk tot uiting komen in al haar protocollen en streeft hierin naar veiligheid, zelfstandigheid en autonomie van kinderen. Een school met een goed pedagogisch klimaat straalt een sfeer uit van acceptatie en saamhorigheid. Mensen zijn betrokken op elkaar. Het personeel dient een grondhouding te hebben die uitgaat van het principe van gelijkwaardigheid. Samenwerking tussen leerkrachten en leerlingen onderling is vanzelfsprekend. Reflectie op eigen handelen een must. 3. Didactisch handelen: het gedrag en handelen van elke leerkracht is erop gericht het maximale uit ieder aan hem of haar toevertrouwde leerling te halen. Het klassenmanagement, de uitvoering van de instructie, de verwerkingen, de planning van de activiteiten, de doelgerichtheid ervan en het realiseren van voldoende effectieve leertijd voor iedere leerling, zijn hier aspecten van. 4. Leerstofaanbod: het leerstofaanbod op het gebied van Nederlandse taal, rekenen en wiskunde en begrijpend lezen en wereldoriëntatie, sociale redzaamheid en burgerschap voldoet aan de kerndoelen. Daarnaast bieden onze scholen een kwalitatief aanbod op de expressieve, musische en sportieve vakgebieden. Het aanbod is uitdagend en biedt de leerkrachten en de leerlingen mogelijkheden tot keuzes, zodat meer uitdaging ontstaat en beter aangesloten wordt bij de mogelijkheden van een ieder. 5. Resultaten van het onderwijs: Naast de opbrengsten op de genormeerde methodeonafhankelijke toetsen, kijken we naar tevredenheid van ouders en leerlingen en de uitstroom van leerlingen naar het vervolgonderwijs. We analyseren wat we zien en denken na over verbeteringsmogelijkheden die we vervolgens implementeren. 6. Leerlingenondersteuning: Naast een goede organisatie van de leerlingenondersteuning zorgen we ervoor dat de gegevens uit onderzoeken geanalyseerd worden en leiden tot vervolgacties, die op hun beurt ook weer op effectiviteit worden geëvalueerd. Niet alleen de leerling met ondersteuningsvragen op het gebied van leren of gedrag, maar ook de leerling met
meer dan gemiddelde mogelijkheden krijgt een uitdagend aanbod, passend bij zijn/haar mogelijkheden.
Om vast te stellen hoe medewerkers, ouders en leerlingen de kwaliteit van de school beleven wordt ieder jaar de basisvragenlijst van Integraal aan de medewerkers voorgelegd, eens per twee jaar wordt deze aan ouders en aan leerlingen van groep 6 en hoger voorgelegd. Deze kwaliteitsdomeinen worden in kaart gebracht door:
Oudertevredenheidsonderzoek (eens per twee jaar);
Medewerkerstevredenheidsonderzoek (ieder jaar);
Leerlingtevredenheidsonderzoek voor groep 6 en hoger (eens per twee jaar);
Ouderpanel: waar wenselijk wordt een klankbordgroep van ouders ingesteld om schoolzaken te bespreken;
Leerlingenpanel: waar wenselijk wordt een klankbordgroep van leerlingen uit de bovenbouw ingesteld om schoolzaken te bespreken.
De uitkomsten van de tevredenheidsonderzoeken en panels worden in het team besproken; hier wordt jaarlijks tenminste één teamvergadering aan gewijd. Daarbij wordt gezamenlijk vastgesteld welke verbeteracties uitgezet worden. De uitkomsten van de tevredenheidsonderzoeken en de voorgenomen verbeteracties worden door de directeuren besproken met de algemeen directeur/bestuurder. Om onze kwaliteit te meten en tot voortdurende verbetering te komen in de leerlingresultaten, wordt op de scholen van CBO Zeist na elke CITO-ronde met de leerkrachten een trendanalyse gemaakt en besproken (met IB-er, directeur en/of in teamverband). Elke school heeft hiervoor een eigen procedure. Voor onze school geldt dat de directeur onderwijs de analyse opstelt en deze eerst bespreekt met de betrokken leerkrachten tijdens de leerlingbespreking en in het MT, daarna met het team. De ouders worden uitgebreid geïnformeerd in begrijpelijk taal. De directeur onderwijs stelt vast of er acties uitgezet worden of beleid gemaakt of aangepast wordt. De school heeft vanaf groep 2 een CITO leerlingvolgsysteem en zit dit in voor taal, lezen, spelling, woordenschat en rekenen. ( de school gebruikt de meest actuele versie). Voor SEO gebruikt de school KANVAS van de kanjertraining.
4.2 kwaliteit en kwaliteitsbewaking. Specifiek voor De Sluis
Kwaliteitszorg is cyclisch en gaat altijd uit van het telkens hereiken van eerder gestelde doelen. De doelen worden altijd SMART geformuleerd. Op De Sluis evalueren en bestuderen we daarom ons handelen om steeds beter te worden. Grondgedachte is dat elk proces dat met regelmaat terugkeert geëvalueerd wordt via de PDCA cyclus en dat er een nieuwe doelstelling gekoppeld aan een maximum tijd volgt.
Kwaliteit: personeel Naast het sturen op kerndoelen en het inzetten van goede methoden en bewezen methodieken ziet de school goed personeel als kernonderdeel van een goede onderwijskwaliteit. Het selecteren van goed personeel (ook tijdelijk) wordt daarom zo zorgvuldig mogelijk uitgevoerd. Het team als geheel schoolt zich jaarlijks bij en via de POP gesprekken die met coördinatoren gevoerd worden stelt ieder voor zich een ontwikkeldoel vast. Leerkrachten geven tijdens deze gesprekken aan waarvoor zij hun nascholingsbudget willen aanwenden.
Kwaliteit leerlingzorg: Voor het uitvoeren van onze cyclus handelingsgericht werken gebruiken wij het ALL-IN systeem van Bureau Meesterschap. Wij zetten groepsplannen, handelingsplannen en ondersteuningsplannen in en omschrijven daarin specifiek de te behalen doelen in vaardigheidsscores van leerlingen.
Schooldoelen: De school stelt voor de komende vier jaar per vakgebied de te behalen vaardigheids scores vast. De school streeft ernaar voor technisch lezen, leestempo, spelling, begrijpend lezen, rekenen en wiskunde, taal en rekenen voor kleuters de gemiddelde vaardigheidsscores per leerjaar te behalen. Bij een minimale vaardigheidsscore wordt de leerling als aandachtsleerling aangemerkt. Bij een stagnatie in de vaardigheidsscore volgt een actie door de leerkracht. Bij een aanhoudende stagnatie volgt overleg met IB dan wel RT. Hieruit volgt altijd een actie en altijd worden ouders hiervan verwittigd. De school streeft ernaar de komende jaren de CITO 3, 4 en 5 leerlingen met 10% te verminderen. De focus bij het verder professionaliseren van leerkrachtvaardigheden zal liggen op de volgende onderdelen:
Leerkrachtdoelen: -
Meer en sneller differentiëren beginnend tijdens de instructie meer inspelen op individuele onderwijsbehoeften een verbeterde analysevaardigheid
Veiligheid en welbevinden leerlingen:
Voor het monitoren van de sociaal emotionele ontwikkeling van onze leerlingen gebruikt de school KANVAS. De uitkomsten worden besproken tijdens de leerlingbespreking en waar nodig kan eerder actie ondernomen worden op individueel of op groepsniveau. (interventie) Bij sociaal emotionele vraagstukken is het streefdoel zoals vermeld in de ID kaart: Als elk kind zegt “ Ik ga met plezier naar school”. Daarbij stellen we als meetbaar streefdoel dat we in het geval van ernstige scores daadkrachtig actie ondernemen. Instrumenten: Leerlingvragenlijst , sociogram en docentenvragenlijst. Categorieën leerlingvragenlijs: negatieve intenties (zwarte pet) ongelukkig somber ( gele pet) onrustig verstorend, (rode pet) hulpvaardig sociaal (witte pet) Aparte categorie: “Pesten” met subcategorieën : A: ik pest, B: ik word gepest, C: ik ben bang dat ik gepest wordt Score; 1 of 2 goed, 3 is alert zijn, 4 is interventie is noodzakelijk. Drie vermelden bij leerlingbespreking, 4 is overleg met IB en kanjercoördinator. Sociogram; categorieën : A: vriendschap, B samenwerking. Score 1 t/m 10 Vanaf 5 alert, 4 is interventie De school oriënteert zich in 2015/2016 op een kijkwijzer die alle facetten de leerkrachtvaardigheden kan beschrijven en voert deze in.
4.3 de inhoud van ons onderwijs (overzicht van de methodes) -
Taalverhaal taal en - spelling ( taal- en spelling gr 4 t/m 8) Veilig leren lezen ( lezen, gr 3) Station Zuid ( voortgezet technisch lezen, gr 4 t/m 8) Lezen in Beeld ( begrijpend lezen, gr 4 t/m 8) Wereld in Getallen (rekenen, gr 3 t/m 8) Pennenstreken ( schrijven, gr 3 t/m 6) De Wereld dichtbij (aardrijkskunde, gr 5 t/m 8) Bij de Tijd (geschiedenis, gr 5 t/m 8) The Team ( engels, gr 7/8) Dorr (beredeneerd aanbod groepen 1/2) Kanjertraining (schoolbreed) Kind op Maandag (schoolbreed)
4.4 Wat hebben onze leerlingen nodig in 2015 tot 2019? Wat hebben ze structureel nodig? Het leerstof aanbod van het jonge kind: Groep 1 en 2: Bij de jongsten ligt het accent op het wennen aan naar school gaan en leren door te spelen. We zorgen er dan ook voor dat er veel spelmateriaal in de groepen aanwezig is. De ervaring en de belevingswereld van de kinderen staat centraal. Er wordt gewerkt met thema’s. De scholing en vorming worden in samenhing binnen die thema’s gegeven. Op De Sluis werken we vanaf schooljaar 2012-2013 met heterogene kleutergroepen. Kinderen van verschillende leeftijden zitten bij elkaar in één groep. Kinderen ontwikkelen zich op verschillende gebieden niet even snel. Terwijl ze op een bepaald gebied meer bij groep 1 passen, passen ze op een ander gebied meer bij groep 2. Door heterogene groepen kunnen we flexibeler aansluiten bij deze verschillen in ontwikkelingsleeftijd. Er zijn verschillende ontwikkelingsactiviteiten te onderscheiden: - Zintuiglijke en lichamelijke ontwikkeling - Taal –denkontwikkeling - Ontwikkeling van de grote en kleine motoriek - sociaal-emotionele ontwikkeling - creatieve ontwikkeling Er wordt gewerkt in de verschillende hoeken; poppenhoek, bouwhoek, leeshoek, zand-waterhoek en wisselende hoeken. Spelen gebeurt niet alleen in de lokalen, maar ook in de gang, in de kleutergymzaal en buiten. Veel kinderen zitten ruim twee jaar in de groepen 1 en 2. Dit is afhankelijk van hun geboortedatum, aard en aanleg. Voor de jongste kleuters ligt de nadruk op gewenning aan het naar school gaan en vooral op spelend leren. Er is veel aandacht voor regelmaat en structuur. In groep 2 leren de kinderen nog steeds al spelend de onderdelen uit de verschillende ontwikkelingsgebieden. Op die manier worden ook voorbereidende activiteiten aangeboden voor het leren lezen, schrijven en rekenen. In de beide leerjaren is veel aandacht voor woordenschatontwikkeling. Dit wordt gekoppeld aan de wisselende thema’s
Groepen 3: Het ministerie van onderwijs stelt extra formatie beschikbaar om de begeleiding van de jonge kinderen in de basisschool zo goed mogelijk te laten verlopen. Op De Sluis zetten we deze formatie in om de ondersteuning van groep 3 zo optimaal mogelijk te houden. Voor twee groepen drie zetten we structureel drie FTE in. Dat betekent dat er twee groepen drie zijn, waar een derde leerkracht aan toegevoegd is. We kiezen bewust ervoor om de klassen niet te verkleinen. Uit onderzoek weten we dat groepsgrootte geen invloed heeft op het leerrendement van leerlingen. De kwaliteit van instructie en mate waarin wel. Ontwikkeling volgen van het jonge kind: De ontwikkeling van de kinderen wordt nauwgezet gevolgd via ons kleuterleerlingvolgsysteem; Dorr. Resultaten komen ter sprake tijdens de leerlingenbesprekingen met de IB’ er. Zonodig wordt er extra hulp geboden door de remedial teacher op motorisch, sociaal-emotioneel gebied of bij de taal-/ denkontwikkeling. Op grond van observaties wordt in de maand mei van het tweede leerjaar beslist welke leerlingen in aanmerking komen voor instructie en geleide oefening in kleine groepjes op de lees/taalvoorwaarden. Op deze manier hebben de kinderen een eerlijke kans bij de start van het gestructureerde lees- en taalproces. Gedurende de eerste maanden van groep 3 worden de resultaten van de driewekelijkse toetsen voor aanvankelijk leesonderwijs keer op keer besproken met de IB’ er om vroegtijdige uitval van de beginnende lezers te voorkomen. Ook de rekentoetsen worden op vorderingen bekeken. Waar nodig wordt directe hulp geboden door de remedial teacher. In groep 3 wordt rond de herfstvakantie en voorjaarsvakantie de toets van het BOV-project afgenomen (BOV= Bewust Omgaan met Verschillen). Op grond van de resultaten wordt beslist of er leerlingen in aanmerking komen voor het volgen van een zeer intensieve leesbegeleiding. We hopen daarmee uitval en demotivatie van de jonge lezers te voorkomen. * Voor het technisch lezen worden in groep 3 (vanaf voorjaarsvakantie) tot en met groep 5 de Leestempotoets en de Drie-minuten-toets afgenomen. De resultaten worden met de IB’ er geëvalueerd. Op grond van die evaluatie krijgt een deel van de kinderen intensievere begeleiding. De remedial teacher helpt in het gehele proces leerlingen die toch achterstand oplopen en leerlingen die heel makkelijk leren.
Als het even wat moeilijker of makkelijker gaat: Leerlingen zijn onze zorg! Een slogan die zeker op CBS De Sluis van toepassing is. Elke leerling wordt zorgvuldig gevolgd. Om dit zo goed en overzichtelijk mogelijk te doen hebben we een speciaal systeem aangelegd, met als basis “ALL IN” . Dit is een ondersteuningstructuur die vanuit de praktijk door Klaas Politiek van Bureau Meesterschap is ontstaan en door hem is beschreven en doorgegeven. Deze manier van werken is getoetst aan de 1-ondersteuningroute en is door de inspectie goedgekeurd. Onze school heeft 2 Intern Begeleiders: - voor de onderbouw (groep 1 en 2) - voor de middenbouw (groep 3 en 5) - voor de bovenbouw ( 6 t/m 8)
Edwin Methorst Roelien Hiltrop Edwin Methorst
De IB’ers zijn tevens RT’ers in hun eigen bouw. Omdat De Sluis een taalschool is en het zwaartepunt daarvan in de groepen 3 en 4 ligt is er een extra RT’er voor deze groepen ingezet. De IB’ers komen 2 wekelijks bij elkaar om leerlingen te bespreken, ontwikkelingen op het gebied van leerlingenondersteuning te bespreken en voorstellen tot beleid te maken en te beschrijven. De directeur onderwijs zit 5x per jaar bij deze vergaderingen (1x per periode tussen de vakanties). Eén van de Interne Begeleiders is 6x per jaar afgevaardigde naar het IB-overleg van het SamenWerkingsVerband “ZOUT”. Bij toerbeurt gaat een IB’er naar het Intervisieoverleg (6x per jaar ) van de eigen Stichting CBO Zeist, afhankelijk van het onderwerp. De IB’er van de bovenbouw verzorgt de voorlichting aan ouders in de groepen 7 over de schoolkeuzeadviesprocedure en hij /zij verzorgt in goed overleg met de leerkrachten van de groepen 8 de aanvragen voor het LWOO. Verder hebben de IB’ers van de OB en MB regelmatig overleg met leidsters van Peuterspeelzalen/Kinderdagverblijven, GGD, logopedisten, fysiotherapeuten, netwerk gezinnen met jonge kinderen, BJG (Bureau Jeugd en Gezin) en Op Stap/Overstap/KLAC en de IB’er van de BB onderhoudt het contact met het VO. De IB’ er valt onder verantwoordelijkheid van de directeur onderwijs. Hij/zij legt in eerste instantie verantwoording af over zijn/haar functioneren aan de teamleider.
Welke leerlingen krijgen extra ondersteuning? Ondersteuningleerlingen zijn leerlingen die extra aandacht of begeleiding nodig hebben op een bepaald gebied van hun ontwikkeling. Dit kan op verstandelijk- , sociaal - emotioneel- of motorische gebied zijn. Dit geldt voor zowel leerlingen die wat extra uitleg nodig hebben als voor kinderen die meer leerstof, verrijking of andere leerstof nodig hebben. De eerste zorg en verantwoordelijkheid ligt bij de groepsleerkracht. Wanneer de groepsleerkracht zich zorgen maakt om een leerling kan deze ondersteuning vragen aan de Intern Begeleider (IB ‘er). Leerlingen kunnen in principe 4x per jaar tijdens de leerlingenbespreking aangemeld worden. In bijzondere gevallen kan een leerling tussentijds aangemeld worden, bijvoorbeeld bij tussentijdse instroming op De Sluis. De begeleiding kan bestaan uit: onderzoek, door observaties en/of testen met daaraan gekoppeld tips voor in de groep, een handelingsplan dat door de leerkracht uitgevoerd wordt in de klas een handelingsplan buiten de groep uitgevoerd door de RT’er. een aanvraag van externe hulp. Wanneer een leerling 2x een handelingsplan van 10 weken heeft gehad en daar nog niet voldoende aan heeft gehad krijgt hij/zij een individueel ondersteuningsplan. In onze ondersteuning voor leerlingen gebruiken we de volgende termen: - Volgleerlingen: leerlingen die we volgen zonder extra aandacht, wel noteren, geen letter. - Aandachtsleerling (A): dat zijn leerlingen die zonder extra tijdelijke hulp de leerstof niet oppakken. Zij krijgen een handelingsplan voor hooguit 2x 10 weken. - Probleemleerling (P) : dat zijn leerlingen die een langdurig probleem hebben (langer dan 2x 10 weken). Bijna altijd groepsoverstijgend. Krijgen een Ondersteuningsplan. - Ondersteuningleerling (Z): dat zijn leerlingen die veel extra aandacht nodig hebben en een psychologisch onderzoek hebben gehad. Zij krijgen een Ondersteuningsplan. Bijvoorbeeld leerlingen met een rugzak waarbij een diagnose is gesteld. Bovenstaande termen worden in het Groepssignaleringsplan gebruikt. Makkelijk en zeer makkelijk lerende kinderen: Zoveel kinderen; zoveel verschillen. All-in betekent dat we veel aandacht besteden aan kinderen die behoefte hebben aan uitdaging op de basisschool. Wij maken onderscheid tussen makkelijk en zeer makkelijk lerende kinderen. Makkelijk lerende kinderen hebben in de groep extra uitdaging nodig. Dat wordt geboden door extra opdrachten uit de beschikbare methodes aan te bieden. Ook zijn er leerlingen die zeer gemakkelijk leren. Deze kinderen vormen een bijzondere groep. Voor hen is er ook begeleiding buiten de groep. Op De Sluis is daarvoor de ‘Trajectgroep’. Kinderen werken daar aan projecten; veelal samen met ontwikkelingsgelijken. Deze leerlingen worden daarin een donderdag per week door een leerkracht begeleid.
Trajectklas: In de trajectklas worden vanuit de volgende algemene doelstellingen per leerling concrete doelstellingen opgesteld en vastgelegd in een individueel handelingsplan ; - Leren, leren ( cognitief ) - Leren denken ( metacognitie ) - Leren ( voor het) leven ( sociaal- emotioneel) ad 1 Het ontwikkelen van inzichten en vaardigheden die wezenlijk zijn voor het toepassen en verwerven van kennis. Daarbij zijn een goede werkhouding ( taakgerichtheid, doorzettingsvermogen en motivatie), werken volgens plan ( leerdoelen formuleren, werkverdeling maken) , manieren van leren ( verschillende leerstrategieën inzetten om informatie te verwerven en op te slaan)en kunnen reflecteren op eigen leergedrag van wezenlijk belang. ad 2 Het ontwikkelen en reflecteren op hogere denkvaardigheden. Het analytisch denken ( verhoudingen van verschillende delen ten opzichte van elkaar of het grotere geheel), het creatief denken ( flexibel inspelen op nieuwe omstandigheden) en het kritisch denken ( meningsvorming, argumenteren, oplossingen kiezen) ad 3 Het ontwikkelen van kennis, houding en vaardigheden op het intra- en inter-persoonlijke gebied. Inzicht in jezelf ( gepaste doelen stellen, kritiek en consequenties van je keuzes accepteren, positief zelfconcept) en goed omgaan met de ander ( leren van en met anderen, besef wat jouw rol daarin is) . De Kanjertraining geldt hierbij als uitgangspunt. Organisatie: De trajectklas wordt 1 dag in de week begeleid door een speciale leerkracht. Er is een aparte ruimte voor deze klas, met de daarbij behorende inrichting en materialen. Het aantal leerlingen dat tegelijk onderwijs kan volgen in de trajectgroep hangt af van het aanbod van leerlingen uit de diverse leerjaren. Er wordt afhankelijk van het leerlingenaanbod bekeken of een leerling de hele dag onderwijs volgt in de trajectklas of dat er een deel van de dag beschikbaar is.
Wat hebben onze kinderen specifiek nodig in de komende vier jaar: Aandacht voor verschillende categorieën leerlingen : Om de specifieke populatie van De Sluis zo specifiek mogelijk onderwijs te geven werken wij met verschillende aandachtsgroepen: *Wegingsleerlingen met een taalachterstand: Voor deze leerlingen is extra aandacht nodig voor woordenschatonderwijs. Het huidige aanbod opnieuw onderzoeken en effectiviteit nagaan. (Resultaten van deze groep leerlingen blijft op woordenschat achter) Zo nodig bijstellen of methodiek aanschaffen specifiek gericht op vergroten woordenschat.
*Gemiddelde leerlingen: Cito 3 scorend: 10 procent afname van deze categorie door verbeteren inzet differentiatie (leerkrachtvaardigheden) *Zeer makkelijk lerende leerlingen Cito 1 scorend, geen verwijzing naar Trajectgroep. Aanschaf uitdagend materiaal waarbij “diepte” en niet zozeer verbreding van de geleerde stof voorop staat. *Zeer makkelijk lerend, met indicatie voor Trajectgroep: Verwijzing vanaf groep 5, in uitzonderlijke gevallen groep 4. *Dyslectische leerlingen of leerlingen met leesachterstand: ondersteuningsplan opstellen en jaarlijks evalueren en bijstellen. (actie specialist dyslectie in overleg met IB) *Leerlingen met een zorgbehoefte die evident is, maar niet specifiek omschreven. We denken aan leerlingen die hun klachten niet uiten en daar voornamelijk zelf last van hebben. Hiervoor wordt het kindgesprek ingezet. *Alle overige beleidsdocumenten betreffende de zorg zijn op school aanwezig en in te zien. Ander IT onderwijs: Leerlingen leren Programmeren als onderdeel van het vak techniek geïntegreerd in de vakken Rekenen en techniek. De leerlingen leren vanaf groep 2 programmeren . Daar besteden wij vanaf 2016/2017 een uur per week aan in alle groepen. Waarom? Om goed te kunnen functioneren in de 21e eeuw. Omdat wij voorzien dat dit een vaardigheid is waardoor je in deze en de komende tijd beter inpast in de samenleving als je weet wat er aan de achterkant van een computerprogramma werkt. Zo oefen je ook abstract denken. Net als bij rekenen. Iedereen kan het ongeacht niveau. Niemand mag uitvallen in deze samenleving en dit is een bouwsteen om dat te voorkomen. Je hierdoor ook leert samenwerken. Omdat we op deze manier het vak techniek vorm geven op De Sluis. Door te leren typen op school. Hier wordt het uitgelegd door Neelie Smit Kroes; Eurocommissaris voor ICT. http://www.42bis.nl/2014/10/waarom-iedereen-vanaf-nu-moet-leren-programmeren/ Creativiteit, muzikaliteit en drama. Het team heeft de wens geuit structureler aandacht aan creativiteit, muzikaliteit en drama te willen besteden. De komende jaren zullen we via carrousselroostering en een beredeneerd aanbod voor deze vakken dit vorm geven. .
21st century skills: De school heeft in 2019 alle 7 deelgebieden zodanig in haar onderwijsaanbod verwerkt dat er sprake is van een structureel aanbod. Deze gebieden worden niet vertaald naar vakgebieden maar naar elementen uit de vakken die in leerlijnen en leerdoelen vertaalt worden. In de deeljaarplannen wordt dit verder uitgewerkt.
Ouderbetrokkenheid 3.0 Als school en ouders nauw samenwerken heeft dit een positief effect op het welbevinden en leerrendement van kinderen. De school streeft ernaar om binnen de komende vier jaar het certificaat ouderbetrokkenheid 3.0 te behalen.
Culturele vaardigheden: De school stelt zich tot doel een leerlijn cultuur aan te bieden in de vorm van een museumbezoek per leerjaar waar een project in klas deel van uit maakt. Procedure schorsen en verwijderen: De procedure voor schorsen en verwijderen staat vermeld in de schoolgids:
5 Analyse van de kwaliteit van de school: Eerst terugkijken, dan vooruit. 5.1 Terugblik periode 2011-2015 In 2010 is in het najaar een tevredenheid enquête afgenomen bij kinderen, ouders en leerkrachten: De belangrijkste opmerkingen en verbetersuggesties: Gebouw en omgeving:
Actie: Schoolplein: Actie: Werktijden:
Actie: Communicatie:
Hygiëne ; de schoonmaak van de school werd als onvoldoende aangemerkt en de toiletten werden door vrijwel alle respondenten genoemd als zorgwekkend vies. Toiletten vervangen in 2011 en 2012. De staat van het schoolplein en de slechte conditie van de speeltoestellen samen met het vele zand werd door veel respondenten genoemd. Aanleg Ontmoetingsplein in 2014. door meerdere respondenten werd aangegeven dat de school haar activiteiten plande op dagen dat ouders juist werkten. Ook werd het ontbreken van een continurooster in dat kader genoemd. Excursies e.d. waar mogelijk inplannen op woensdag en vrijdag. Ouders wilden zich welkom voelen, ook als het goed ging met hun kinderen. Verbeter de website en de informatievoorziening per briefjes. Ouders wilden eerder en duidelijker geïnformeerd worden.
Onderwijs:
ontbreken van specifieke onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen
Actie:
Trajectklas is gestart in 2013.
Identiteit:
De christelijke identiteit was onvoldoende zichtbaar.
Actie:
Hereiking identiteit, Wat zijn onze manieren?
De leerkrachten
gaven specifiek aan dat er een handboek voor leerkrachten met schoolspecifieke afspraken ontbrak.
Actie:
Handboek leerkracht is opgesteld door de teamleider MB. Interne communicatie een verbeterpunt was.
Actie:
Interne memo ingevoerd, leerkrachtgedeelte website (besloten)
Genoemde punten zijn opgepakt, uitgevoerd en waar mogelijk in het beleid verankerd. Niet volledig uitgevoerd en meegenomen naar de volgende periode worden: (Zie H6) -
Continurooster Communicatie extern
5.2 Externe onderzoeken: CPS en Inspectie: Wat zeggen anderen van ons? In 2015 is de school vanuit de wens van de directie om naar ouderbetrokkenheid 3.0 te gaan onderzoek gedaan door CPS. Een open inloopochtend, panelgesprekken met ouders, leerkrachten en leerlingen en een enquête maakten deel uit van de inventarisatie. Het accent ligt op de analyse van de contacten tussen ouders en school. Wat gaat al goed: - De school biedt een veilige en gestructureerde omgeving. Wat kan beter: - Communicatie met ouders. Informatie beter en tijdiger. Het initiatief voor overleg over het kind ligt gevoelsmatig teveel bij de ouders. - Zorg dat ouders zich meer gehoord voelen. De inspectie van het onderwijs heeft op 19 mei de school bezocht in het kader van het nieuwe toezicht. De school is ad random geselecteerd. De school behoudt het huidige toezicht en is op alle punten voldoende beoordeeld. Wat gaat goed: - De school behaalt goede resultaten (drie jaar al boven de hoogste inspectienorm) - De school wordt als veilig ervaren Wat kan beter: - Differentiatie tijdens de instructie - Doelgroepenbeleid o.a. gericht op gewichtenleerlingen - Cyclisch kwaliteitsbeleid (PDCA)
-
Analyse van toetsen, structureler en van hoger niveau Stellen van tussendoelen ( vaardigheidsscores per leerjaar) Opbouw van leerresultaten evenrediger spreiden over de leerjaren
De aanbevelingen van beide onderzoeken zijn overgenomen en zullen worden uitgevoerd. De school wil verder professionaliseren en wil zich daarom richten om een lerende professionele cultuur te ontwikkelen. Dit zal met externe partners in de komende vier jaar uitgevoerd worden. Als doel stellen wij ons dat in 2019 alle kenmerken van een professionele cultuur: (Van Emst) zichtbaar en meetbaar zijn.
6 Lange termijn ontwikkelingen: Nu we dit allemaal weten, wat gaan we doen? Het meerjarenplan 2015-2019 2015-2016 Onderwijskundig:
Vervanging methode aardrijkskunde
Onderwijskundig:
Leerplein onderwijskundig beleid ontwikkelen
Onderwijskundig:
Verbeteren analyse toetsresultaten (scholing)
Onderwijskundig:
kijkwijzer invoeren
Ondewijskundig:
Schoolbibliotheek (aanbod vaststellen jeugdliteratuur, aanschaffen)
Onderwijskundig:
Vaardigheidsdoelen per leerjaar opstellen en invoeren.
Onderwijskundig:
21st century skills vertalen in leerdoelen , leerlijnen. (voorbereiding invoering 2016-2017)
Onderwijskundig:
Continurooster ( wijzigingsvoorstel voorleggen MR)
Communicatie:
extern: start ouderbetrokkenheid
Communicatie:
intern: invoeren dagelijkse teambriefing ( elke werkdag om 0800 uur)
Beheer: gebruik
Chromebooks en uitrol cloudbased werken werknemers en llng. (eerste tranche)
Beheer:
Aanleg zonnepanelen dak onderbouw
Kwaliteit:
medewerkertevredenheidsonderzoek
Kwaliteit:
Afname Cito 3, 4 en 5 leerlingen met 3%
Veiligheid:
Arboscan (gebouw, personeel )
Werkgroepen:
identiteit versterken; Creativiteit aanbod en leerlijnen beleid ontwikkelen Talentontwikkeling
Scholing:
Teamscholing google omgeving CBO studiedag, onderwerp nog nader te bepalen
2016-2017 Onderwijskundig:
Implementeren “programmeren” schoolbreed.
Onderwijskundig:
Aanschaf methode aanvankelijk leren lezen
Onderwijskundig:
21st century skills ( drie deelgebieden invoeren leerlijn)
Onderwijskundig:
Doelgroepenbeleid uitvoeren.
Onderwijskundig:
Typen op school tijdens lestijd
Beheer:
chromebooks ( tweede en laatste tranche)
Kwaliteit:
Afname Cito 3, 4 en 5 leerlingen met 6% (2015 benchmark)
Kwaliteit:
Ouder- en leerling tevredenheidsonderzoek
Kwaliteit:
vervolg ouderbetrokkenheid 3.0
Kwaliteit:
medewerkertevredenheidsonderzoek
Beheer:
leerlingmeubilair vervangen
Communicatie:
leerlingraad invoeren.
Scholing:
Systematisch evalueren (team)
2017-2018 Kwaliteit:
Afname Cito 3, 4 en 5 leerlingen met 9% (2015 benchmark)
Kwaliteit:
medewerkertevredenheidsonderzoek
Kwaliteit:
Ouderbetrokkenheid (certificering 3.0 )
Onderwijskundig:
21st century skills ( 4 deelgebieden invoeren leerlijn)
Onderwijskundig:
Programmeren evalueren en bijstellen.
2018-2019 Kwaliteit:
Afname Cito 3, 4 en 5 leerlingen met 10% (2015 benchmark)
Kwaliteit:
Ouder- en leerlingtevredenheidsonderzoek
Kwaliteit:
medewerkertevredenheidsonderzoek
Kwaliteit:
Opstellen vierjarenplan 2019-2023
Kwalititeit:
Professionele cultuur (Van Emst) Alle kenmerken zijn zictbaar.
Onderwijskundig:
21st century skills evalueren en bijstellen.
Namens het bestuur:
Naam:___________________________________
Handtekening:____________________________
Namens de medezeggenschapsraad:
Naam:___________________________________
Handtekening:________________