SCHOOLPLAN Abbs Otto Clantskoalle Boksum 2011-2015
Brinnummer:
04JZ
Adres:
Blessumerpaed 3 Boksum
Postcode:
9031 XM
Telefoon:
058-2541314
E-mail:
[email protected]
Website:
www.ottoclant.nl
Identiteit:
algemeen bijzonder
Directeur:
Diana van der Schoot- van der Werf
Bevoegd gezag:
Onderwijsgroep FIER
Datum vaststelling: Directeur:
MR:
Schoolplan 2011-2015
2
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2
Inleiding. ............................................................................................................. 5 Publieke Verantwoording .......................................................................................... 5 Pedagogisch Ondernemerschap................................................................................. 5
2.1 2.2 2.3
Onze school ......................................................................................................... 8 Huidige situatie....................................................................................................... 8 Leerling- en ouderpopulatie ...................................................................................... 8 Overige omstandigheden die beleidskeuzes beïnvloeden ............................................. 10
3.1 3.2 3.3 3.4
De opdracht van de school ................................................................................. 11 Visie en missie ....................................................................................................... 11 Externe ontwikkelingen ........................................................................................... 12 De sterkte en zwakte analyse .................................................................................. 13 Beleidsvoornemens. ............................................................................................... 16
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
De onderwijskundige vormgeving ...................................................................... 17 Onze onderwijskundige doelen................................................................................. 17 De ordening van ons onderwijs. ............................................................................... 22 Vak- en vormingsgebieden ...................................................................................... 23 Leerstofaanbod: Overzicht Vervanging/Afschrijving .................................................... 24 Zorg voor onze kinderen. ........................................................................................ 25 Beleidsvoornemens. ............................................................................................... 27
5.1 5.2 5.3 5.4
Opbrengsten ...................................................................................................... 28 Algemeen ............................................................................................................. 28 Organisatiedoelen .................................................................................................. 30 Schooldoelen ......................................................................................................... 30 Beleidsvoornemens ................................................................................................ 30
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
De inzet en ontwikkeling van ons personeel ...................................................... 31 Doelen van het Integraal PersoneelsBeleid ................................................................ 31 Huidige situatie...................................................................................................... 31 Beleidsvoornemens ................................................................................................ 32 Doelen van het integraal personeelsbeleid en huidige situatie. ..................................... 33 Beleidsvoornemens. ............................................................................................... 33
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
De kwaliteitszorg ............................................................................................... 34 Beschrijving .......................................................................................................... 34 Onderdelen voor verantwoording en planning ............................................................ 35 Evaluatie-instrumenten ........................................................................................... 35 Borgingswerkwijzen en –instrumenten. ..................................................................... 36 Beleidsvoornemens ................................................................................................ 36
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Overige beleidsterreinen.................................................................................... 37 Het algemeen strategisch beleid .............................................................................. 37 Het financieel beleid ............................................................................................... 37 Het materieel beleid ............................................................................................... 38 Het relationeel beleid.............................................................................................. 38 Beleidsvoornemens ................................................................................................ 39
9.1
Beleidsvoornemens ............................................................................................ 40 Totaaloverzicht 2011 – 2015. .................................................................................. 40
10. 10.1 10.2
Bijlagen ............................................................................................................. 41 Uitkomsten KwaliteitsScan Primair Onderwijs ......................................................... 41 Formulieren vaststelling en instemming schoolplan ................................................. 47
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Schoolplan 2011-2015
3
Schoolplan 2011-2015
4
1. Inleiding. Ons schoolplan voor de schoolplanperiode 2011-2015 is gebaseerd op en tweetal belangrijke pijlers, te weten: Publieke verantwoording Pedagogisch ondernemerschap We zetten hier graag kort uiteen wat deze pijlers voor ons inhouden en wat dat vervolgens betekent voor de functie en de status van ons schoolplan.
1.1 Publieke Verantwoording De school is een maatschappelijke onderneming die met publiek geld in stand wordt gehouden en onderdeel is van de samenleving. Bij zo’n onderneming hoort “goed bestuur”. “Good governance” zet stevig in op het afleggen van verantwoording. Daaronder wordt tegenwoordig meer verstaan dan enkel het afleggen van verantwoording aan de “eigenaren”. De school als maatschappelijke onderneming verantwoordt zich naar meer betrokkenen/belanghebbenden en trekt die verantwoording breder dan alleen inzicht in de financiën. Belanghebbenden naast de overheid (inspectie) zijn: ouders, peuterspeelzaal, kinderopvang, voortgezet onderwijs, de lokale overheid en andere partners waar de school mee samenwerkt. De school als maatschappelijk instituut heeft belang bij: een breed draagvlak; input van een ruime schoolomgeving voor leren en kwaliteitsverbetering; het afleggen van rekenschap/ verantwoording over bereikte resultaten. Publieke verantwoording past in het rijtje van lumpsumfinanciering, integrale kwaliteitszorg, onderwijstoezicht. Het schoolplan hoort daarbij. Het schoolplan enkel zien als een “verplicht” wettelijk document (bekostigingsvoorwaarde) achten wij een gemiste kans. Wij zien ons schoolplan vooral als een intern sturingsdocument met een belangrijke functie voor interne en externe verantwoording. 1.2 Pedagogisch Ondernemerschap In het onderwijs, óók in het primair onderwijs, verandert de besturingsfilosofie ingrijpend. Aan het rijtje autonomievergroting (lumpsumfinanciering, actief kwaliteitsbeleid en onderwijstoezicht) dient herijking van de zorg (invoering zorgplicht) te worden toegevoegd. In het beleid van de rijksoverheid wordt de school de centrale schakel in een keten van zorgvoorzieningen voor kinderen. Scholen (Bevoegde gezagen) dienen elke aangemelde leerling een passend onderwijsarrangement aan te bieden. Daarnaast is er lokaal de brede schoolontwikkeling met dagarrangementen. De inspanningsverplichting van scholen voor voor-, tussen- en buitenschoolse opvang gaat toe naar een resultaatsverplichting. Kortom: van scholen wordt steeds meer een ondernemende rol gevraagd met een ondernemende instelling als grondhouding, die resultaatgericht werkt. Voor de ondernemende school zal het schoolplan 2011-2015 meer dan voorheen het karakter krijgen van een ondernemingsplan blijkens: de geformuleerde visie en missie; de inventarisatie van sterktes, zwaktes, kansen, bedreigingen; de afname van de kwaliteitsScan; de richting van de schoolontwikkeling op basis van het kwaliteitsprofiel; de formulering van beleid(voornemens); de meerjarenbegroting; het meerjareninvesteringsplan. Met deze 2 pijlers als fundament vormen een drietal uitgangspunten de basis van ons schoolplan.
Schoolplan 2011-2015
5
Positionering schoolplan binnen de kwaliteitszorg Het planmatig werken in school aan schoolverbetering en –ontwikkeling is gevat in een cyclus van plannen, uitvoeren, evalueren en bijstellen. Bij elk onderdeel van de cyclus gaat het om een adequaat antwoord op de vraag: Fase 1. Plan 2. Do 3. Check
Omschrijving Zeggen wat je doet Doen wat je zegt Evalueren
4. Act
Bijstellen
Vragen Hebben we goed vastgelegd/beschreven wat we doen? Handelen we conform de eisen die we aan onszelf hebben gesteld? Doen we de dingen goed? Doen we de goede dingen? Hoe weten we dat? Vinden anderen dat ook? Wat gaan we verbeteren/bijstellen en hoe doen we dat?
Binnen de kwaliteitscyclus neemt het schoolplan een centrale positie in. Het is bij uitstek het kwaliteitsdocument dat het kwaliteitsbeleid van de school zichtbaar maakt. intern: team, directie, bestuur, MR extern: ouders, onderwijstoezicht, overheid, samenleving Het schoolplan is hét kompas voor de schoolontwikkeling en de kwaliteitsverbetering. Het geeft de richting aan voor de keuzes die de school maakt en het geeft sturing aan de uitwerking in concrete activiteiten die per schooljaar jaar beschreven en uitgewerkt worden in het schooljaarplan en verantwoord in het schooljaarverslag en (deels) in de schoolgids voor de ouders.
Kwaliteitszorg
ar ho ol ja
Activiteiten
ag sl er
Jaarplanning
rv
a ja
Sc
ol ho Sc
pl an
Schoolplan
Schoolgids
Kwaliteitssysteem
positionering schoolplan
Schoolplan 2011-2015
6
Integraliteit/samenhang Het schoolplan geeft de kaders aan waarbinnen de school werkt aan schoolverbetering en –ontwikkeling. Het schoolplan geeft zicht op de samenhang. Verbeteringen op een onderdeel van het primaire proces hebben implicaties voor andere onderdelen van het primaire proces, maar hebben óók gevolgen voor het personeelsbeleid, voor het financieel beleid. In de verschillende hoofdstukken van het schoolplan geven we waar mogelijk die samenhang weer.
Kinderen
Personeel
Ouders
Schoolklimaat Management
Opbrengsten
Middelen Leerlingenzorg
samenhang tussen verschillende kwaliteitsaspecten Hoofdlijnen Het schoolplan is een richtinggevend document dat aangeeft waar de school (voor) staat, waar ze naar toe wil, hoe ze dat wil bereiken en welke middelen daarvoor worden ingezet. De doelen en beleidsvoornemens zijn algemeen geformuleerd. De vertaling in operationele doelen en concreet uitgewerkte acties vindt plaats in het schooljaarplan dat per cursusjaar wordt opgesteld en verantwoord in het schooljaarverslag. Het schoolplan is niet het enige beleidsdocument in school. Er zijn er meer. Een willekeurige greep: strategisch (bestuurs)beleidsplan personeelsbeleidsplan taakbeleidsplan zorgplan kwaliteitsbeleid beleidsplan sociale veiligheid schooljaarplan schooljaarverslag taalbeleidsplan, etc. Deze documenten voegen we niet toe als bijlagen aan het schoolplan. Evenmin doen we een poging ze in dit schoolplan een plaats te geven door de inhoud ervan samen te vatten. We beperken ons hooguit tot een enkel citaat en volstaan met verwijzingen. In het kader van meervoudige publieke verantwoording zijn documenten waarnaar we verwijzen in het schoolplan te allen tijde opvraagbaar en toegankelijk.
Schoolplan 2011-2015
7
2. Onze school
2.1 Huidige situatie Voorheen was de Otto Clantskoalle een protestants-christelijke school. Omdat de school vanwege het leerlingenaantal met opheffing werd bedreigd is in december 1993 op een ledenvergadering unaniem besloten de identiteit te wijzigen in algemeen bijzonder. Gezien de levensbeschouwelijke achtergrond van de meeste leerlingen was dit een reëel besluit. Omdat de instandhouding van onze kleine school veel problemen oplevert zijn wij in augustus 2001 een samenwerkingsverband aangegaan met de SABPONON, Stichting Algemeen Bijzonder Primair Onderwijs Noord-Oost Nederland. Op 01-01-2011 is onze school onder de paraplu van Onderwijsgroep Fier gekomen. Onderwijsgroep Fier heeft meer scholen in de gemeente Menameradiel. Doordat Onderwijsgroep Fier de statuten heeft aangepast kon de identiteit van de school worden behouden. Momenteel is de stichting SABPONON in liquidatie.
2.2 Leerling- en ouderpopulatie Omgevingsaspect Schoolomgeving
Beschrijving De school is gelegen in een plattelandsomgeving, midden in het dorp. De afgelopen jaren is er op kleine schaal nieuwbouw geweest. Relevante ontwikkeling is de nieuwe uitbreiding van Leeuwarden aan de kant van Boksum.
Voedingsgebied
-
-
Ouders / leerlingenpopulatie
-
-
-
Schoolgebouw
Brede school
Leerlingen zijn afkomstig uit de directe schoolomgeving. De school heeft een streekfunctie. Ouders kiezen daarom niet altijd bewust voor de school vanwege de identiteit of het onderwijsconcept. Relevante ontwikkeling/trend is de nieuwbouw in Leeuwarden. In een enkel geval hebben we leerlingen uit Leeuwarden en/of Deinum op school Het opleidingsniveau van de ouders is gemiddeld en gemengd. Problematiek: de kleine leefgemeenschap. Mensen zijn op elkaar aangewezen en weten alles van elkaar. Doordat er weinig leerlingen in een groep zitten kan de score van de uitstroom procentueel extreem hoog of laag uitvallen. De school telde op 01-10-2010 48 leerlingen. Het percentage gewogen leerlingen is 0,2%, bijna allemaal 1,00. Het percentage leerlingen van allochtone afkomst is momenteel 0% Relevante ontwikkelingen/trends zijn: nieuwe inwoners van buiten het dorp en verjonging van de inwoners. Er is een stabiele aanwas in de groepen 1 en 2.
-
De school is gehuisvest in een modern gebouw. Onlangs is er groot onderhoud gepleegd, het plein is vernieuwd en er is nieuwe vloerbedekking en meubilair gekomen. Onlangs is de school uitgebreid met een Ib-ruimte en directiekamer. Helaas is er geen gymnastieklokaal bij de school en zijn we voor de bewegingslessen aangewezen op het gymlokaal in Deinum. De leerlingen worden 1x per week met bussen gehaald en gebracht.
-
Op dit moment is er bij de school geen ruimte voor de voor- en
-
Schoolplan 2011-2015
8
-
Kenmerken Aantal leerlingen Aantal jongens Aantal meisjes Extern onderzoek Dyslexieverklaring Dyscalculie Visuele handicap Auditieve handicap Motorische handicap Syndroom van Down Trauma Faalangst Concentratieproblemen Werkhoudingsproblemen PDD-NOS ADHD Logopedie Fysiotherapie Handelingsplan/leerlijn Doubleren versnellen Zij-instroom LeerlingGebondenFinanciering Ontwikkelingsperspectief Weging Thuistaal
Thuissituatie
Fries Nederlands Overig Gehuwd Gescheiden Alleenstaand
naschoolse opvang. De TSO wordt geregeld door de Stichting Kinderopvang Friesland. Iedere dag is er TSO op school. Buitenschoolse opvang vindt plaats in Deinum. De bibliobus is afgeschaft, in het dorpshuis is nu een Lytse bieb. Ook voor ouderavonden en musicals maken we gebruik van dit dorpshuis. Relevante ontwikkeling en trend is de organisatie van de vooren naschoolse opvang. De school zou graag een lokaal/multifunctionele ruimte hiervoor hebben. Deze ruimte kan tevens worden gebruikt voor het geven van muziek- en bewegingslessen, schoolartsonderzoek, toetsruimte en voor peuterspeelzaal/ verenigingsactiviteiten.
gr. 1 5 3 2
gr. 2 4 2 2
gr. 3 7 5 2
gr. 4 6 5 1
gr. 5 10 4 6
gr. 6 10 5 5
gr. 7 2 1 1
gr. 8 4 1 3
1
1
tot. 48 26 22
1 1
6 1 1 1 6 1
1 1
1
1 1
1
1
1
1
* gemeten: 1-10-2010
Schoolplan 2011-2015
9
Resultaten einde schoolperiode Schoolresultaten Cito Eindtoets 2008 –2011
Schooljaar Aantal leerlingen Aantal leerlingen LWOO of PRO Schoolgroep
2008- 2009 3 1 7 en 8
2009 - 2010 1 0 8
2010- 2011 4 0 8
529,5 65 64 71 -
529 68 57 73 -
534,6 76 66,5 74,8 -
Schoolscore Gemiddelde gestandaardiseerde Cito-score
Gemiddeld % goed op taal Gemiddeld % goed op rekenen & wiskunde Gemiddeld % goed op studievaardigheden Gemiddeld % goed op wereldoriëntatie
2.3 Overige omstandigheden die beleidskeuzes beïnvloeden
Wij willen op het platteland een aantrekkelijke, moderne basisschool zijn die zich onderscheidt van andere basisscholen. Ouders en kinderen willen graag naar ons toe komen. Wij proberen dat te bereiken door het aanbieden van een aantrekkelijke schoolomgeving, moderne lesmethodes, (team)onderwijs op maat, een veilig onderwijsklimaat en een goede kinderopvangregeling. Op die manier kunnen we de concurrentie aan met stadsscholen en het hoofd bieden tegen de constante dreiging van opheffing vanwege het leerlingenaantal. Dat heeft tot gevolg dat wij meer faciliteiten moeten kunnen bieden. (Uitbreiding/nieuwbouw) Als lerende organisatie zijn we actief binnen netwerken zoals TOM, de trije talige skoalle, cultuurnetwerk en stellen wij ons open om met andere collega’s kennis te delen. Als team willen we d.m.v. scholing en collegiale consultatie op de hoogte blijven van onderwijsvernieuwingen. Vanwege de kleine leefgemeenschap vinden we burgerschap en de omgang met elkaar erg belangrijk. Daarom hanteren wij de lesmethode “De Vreedzame School” op school en hebben we het label aan de muur van de verkeersveilige school. Nu aangesloten bij FIER: samenwerkingsmogelijkheden met de scholen in Deinum.
Schoolplan 2011-2015
10
3. De opdracht van de school 3.1 Visie en missie “Groot in kleinschaligheid met respect voor verschillen” Op onze school wordt modern onderwijs gegeven vanuit de algemeen bijzondere / openbare identiteit, waarden en normen. Dit onderwijs bereidt kinderen voor op een volwaardige plaats in de huidige en toekomstige samenleving en het kenmerkt zich door: -
Een positief schoolklimaat vanuit de pedagogische basisbehoeften aan relatie, competentie en autonomie Een gestructureerde, veilige leeromgeving met rust, orde, respect en regelmaat De mogelijkheid authentiek en zelfverantwoordelijk te mogen zijn, ook voor hun eigen leerproces Het met en van elkaar leren Het uitgaan van de kwaliteiten van leerlingen en leerkrachten Effectiviteit bij het verwerven van de in de kerndoelen vastgelegde kennis en vaardigheden en doorgaande lijn in onderwijs met brede ontwikkeling van de leerlingen Onderwijs en zorg op maat. Een rijke, uitdagende leeromgeving met eigentijdse middelen
Wat bedoelen wij met bovenstaande kernwoorden en hoe is dit zichtbaar? -
-
-
-
-
-
-
Respect voor verschillen: dit betekent oog en oor hebben voor elkaars kwaliteiten, /meningen en overtuigingen. Positief schoolklimaat: wij betrekken leerlingen bij het onderwijsproces en voeren individuele gesprekjes met leerlingen. Te merken aan onze open houding naar de kinderen en hun ouders toe. Veilige leeromgeving: Veilig door een pedagogisch klimaat te creëren, waarin het kind tot zelfontplooiing kan komen. Zichtbaar door schoolregels, klassenregels, toezicht bij evenementen, pleinwacht, geven van complimenten, het hebben van een luisterend oor. Authentiek: onderscheidend, enig in zijn soort. Zichtbaar door twee bordjes op de school, onze inrichting, de website. Stimuleren van eigen verantwoordelijkheid: wij werken met uitgestelde aandacht, weekplanningen, planbord, gesprekjes over resultaten. Zichtbaar door de weekplanning, het stopbord, de timetimer en het stiltelokaal. Samenwerkend leren: wij stimuleren het van elkaar te leren en elkaar om hulp vragen en bieden. Dit is te merken aan het samenwerklokaal en het werken in leerteams. Kwaliteit leerkracht en leerling: wij benutten elkaars kwaliteiten. Te merken aan het werken met vakleerkrachten, de resultaten, scholingen en projecten. Effectief kennis verwerven: Wij geven doelgericht en effectief instructie. Dit is in de school te zien aan het hanteren van het directe instructiemodel, de klassendoorbrekende instructies, het instructieschema en het zelfstandig werken van de leerlingen. Onondoorbroken ontwikkeling: wij hebben doorgaande leerlijnen, waarbij elk kind kan werken op eigen niveau. Dit is zichtbaar door de inzet van vakleerkrachten die de doorgaande lijn bewaken, de verslaglegging door middel van rapport/weekplanning. Onderwijs op maat: ieder kind kan werken op eigen niveau, waarbij we rekening houden met de individuele behoefte. Zichtbaar door het hebben van groepsplannen en individuele leerlijnen. Rijke leeromgeving: de leeromgeving sluit aan bij leerbehoeftes van kinderen. Dit is zichtbaar door het flexibele gebruik van de ruimtes, de inrichting, het gebruik multimedia, nieuwste methodes en leermateriaal. Eigentijds: wij zijn vernieuwend, innovatief. Dit is te merken aan het werken in miniteams, de digiborden en de nieuwste methodes.
Schoolplan 2011-2015
11
3.2 Externe ontwikkelingen Binnen de Onderwijsgroep Fier ontstaan door regiokrimp als gevolg van vergrijzing en ontgroening een groeiend aantal kleine( <60 lln) scholen. De kleine en kleiner wordende school moet inspelen op deze krimp met geleidelijke en voortdurende aanpassingen in de schoolorganisatie. De onderwijskwaliteit en financiële exploitatie van de scholen komen door de krimp onder druk te staan. Tegelijkertijd leidt de maatschappelijke trend van schoolverbreding tot de vraag naar kindcentra met peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en aangepaste dagarrangementen. De onderwijsgroep Fier erkent deze trend en kiest voor zo lang mogelijke handhaving van kleine vitale scholen met een brede maatschappelijke taak binnen de dorpen/ kernen. Daarnaast wil Onderwijsgroep Fier de gemeentes volgen in hun beleid de leefbaarheid van de kernen te behouden en verbeteren; dit met het oog op de sociale cohesie, leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de kernen voor de inwoners. Samenwerking met scholen van andere denominatie en maatschappelijke voorzieningen op het gebied van opvang en ontmoeting kunnen in dit proces een rol spelen. In toenemende mate wordt afstemming gezocht met andere organisaties rondom het kind, zoals een Centrum voor Jeugd en Gezin en jeugdzorg. Basisonderwijs en de verdere invulling van het CJG. Onderdelen van de Wet Maatschappelijke Opvang kunnen goed via de basisscholen, het (school-) maatschappelijk werk en de zorgteams worden uitgevoerd. Het schoolbestuur is bereid de regie over de functies in de buurtscholen en over de buurtnetwerken in elke wijk / dorp vorm en inhoud te geven. Basisscholen vervullen in toenemende mate een centrale rol voor de opvang, ook voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Ouders vragen advies aan onderwijzers, pedagogen en directies. Het Rijk verplicht scholen voorschoolse en buitenschoolse opvang te regelen en de tussenschoolse opvang is een taak van de schoolbesturen. Peuterspeelzalen en kinderopvang werken intensief samen en worden mogelijk geïntegreerd met basisscholen in voorscholen. Op dit moment zijn al een zevental scholen bezig om te gaan “samenwonen”. Dit aantal zal de komende vier jaar gaan toenemen. De basisschool wordt een kindcentrum in de buurt / het dorp met onderwijs, opvoedings- en opvangtaken voor kinderen eventueel vanaf 0 jaar, maar in elk geval van 2 tot 12 jaar. De basisschool als brede basisvoorziening voor kinderen van 0 tot 12 jaar en hun ouders De basisscholen zijn de basisvoorziening met het meest fijnmazige netwerk in Nederland. Dit fijnmazige netwerk bereikt alle ouders en kinderen in de wijken en dorpen. Basisscholen vervullen de onderwijs- en opvoedingsfunctie en bieden steeds meer dagarrangementen aan. Op scholen wordt vorm en inhoud gegeven aan een maatschappelijke functie vanwege hun laagdrempelig karakter. Alle basisscholen hebben een intern begeleider. Signalering van problemen in gezinnen, opvoedingsvoorlichting aan ouders, doorverwijzingen naar zorginstellingen zijn taken die scholen vervullen in samenhang met het zorgteam van onderwijsgroep FIER. Buurtschoolconcept als samenwerkingsverband onder de regie van de schoolbesturen Integratie van onderwijs, zorg en welzijn wordt voorgestaan door Rijk en gemeentebestuur. Het schoolbestuur van de openbare basisscholen is bereid de regierol te vervullen aangaande onderwijs, zorg en welzijn voor de inwoners in de wijken en dorpen. Het buurtschoolconcept staat centraal. Het bestuur wil graag structurele afspraken maken over het aanwenden van gesubsidieerde arbeid (Wet Werk en Bijstand) in relatie tot de versterking van de basisscholen. Basisonderwijs: spreiding en schaal staat ter discussie. De gemeente bepaalt via de huisvestingsverordening de locaties van de scholen. De onderwijskundige functie van de school wordt het best gegarandeerd als er zo weinig mogelijk versnippering van de onderwijsorganisatie en van personeel en middelen over te veel ook kleine dislocaties plaatsvindt. Voor de komende vier jaar is er over het algemeen sprake van een
Schoolplan 2011-2015
12
terugloop van het aantal leerlingen. Dit vraagt om een gezamenlijke visie van gemeenten en andere schoolbesturen over de toekomst van het scholennetwerk in het Middelsee gebied. De grens van betaalbaar goed onderwijs ligt namelijk hoger dan de wettelijk afgesproken opheffingsnorm. Om eerder genoemde ambities waar te maken is een goede balans in de regio noodzakelijk. Anders dreigt versterking van school A ten koste te gaan van de naburige school B. Bestuurlijke verzelfstandiging en samenwerking in gemeente en provincie. Onderwijsgroep Fier is sinds 1-1-2008 verzelfstandigd. Dit om tegemoet te komen aan de toenemende risico’s die op het schoolbestuur af komen en te werken aan een verdere kwalitatieve impuls voor het basisonderwijs op Middelsee niveau. De komende vier jaar zullen er ontwikkeling zichtbaar zijn tot een nog verder schaalvergroting. Daarnaast kan de gemeentelijke herindeling indirect gevolgen hebben voor de omvang en opzet van onderwijsgroep Fier. Op dit moment valt de omvang van het voedingsgebied samen met het Middelsee gebied. Een wijziging van deze beoogde herindeling vraagt ook herijking van het gebied van onderwijsgroep Fier. Voor de komende vier jaar gaat onderwijsgroep Fier samenwerken met andere schoolbesturen in de regio Leeuwarden/ Noord- West.
3.3 De sterkte en zwakte analyse SWOT-analyse Resultaten SWOT analyse volgens het team 18-04-2011 Sterktes 3-Taligheid, TOM, korte lijnen, vakmanschap personeel, flexibiliteit, sociaal bewogen, open cultuur, adequaat leerstofaanbod, groepsdoorbrekend werken, kleinschaligheid, proactiviteit, rust en landelijkheid. Zwaktes
Kleinschaligheid, daardoor kwetsbaarheid team, geen gymlocatie,
Kansen
Meer geboortes, nieuwbouw, de landelijke omgeving, nieuwbouw in Leeuwarden aan onze kant, positieve publiciteit. De school kan nu samen met kleine scholen binnen het bestuur de kwaliteit in brede zin versterken
Bedreigingen
Leerlingenaantal, bezuinigingen
Belangrijkste verklaring(en) voor (belangrijkste Het leerlingenaantal en de instandhouding van probleem) de school is altijd de meest belangrijke motivator geweest en heeft geleid tot de situatie waar we nu in verkeren. Sterktes die we kunnen benutten om zwakte Positieve publiciteit, de landelijke omgeving, en/of bedreigingen het hoofd te bieden. goed onderwijsaanbod, proactiviteit.
Schoolplan 2011-2015
13
KwaliteitsScan Samenvatting KwaliteitsScan team, zie bijlage, (datum 19-04-2011) Nr
1 2 3
4 5 6
Kwaliteitsaspect
G V M O Gemiddeld op aspectnivea u
Systematisch zorg voor behoud X en verbetering kwaliteit onderwijs. De voorwaarden voor zorg voor kwaliteit zijn aanwezig. Leerstofaanbod bereidt X leerlingen voor op het vervolgonderwijs. Leerlingen krijgen voldoende tijd om leerinhouden eigen te maken. Pedagogisch handelen leraren leidt tot veilige leeromgeving. Didactisch handelen leraren ondersteunt leren van leerlingen. Leraren stemmen onderwijsleerproces af op onderwijsbehoeften. Leerlingen spelen actieve en zelfstandige rol. De sfeer op school is veilig en ondersteunend voor de leerlingen.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Leerlingen kunnen zich naar X hun mogelijkheden ontwikkelen. Passende zorg voor leerlingen X met specifieke onderwijsbehoeften. Resultaten liggen tenminste op X het niveau dat mag worden verwacht. De leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting.
X
14
Management en organisatie.
X
15
Integraal Personeelsbeleid.
16
Inzet van middelen.
17
Interne en communicatie.
9
10 11 12 13
(scores Matig en Onvoldoende= geen!) Rapporteren aan ouders scoort het laagst Waarborgen sociale veiligheid het hoogst
Leerstof is dekkend voor de kerndoelen en wordt t/m 8 aangeboden: het hoogst, aandacht voor actuele maatschappelijke thema’s en andere culturen: het laagst
X
X
8
op indicatorniveau
X
X
7
Steekwoorden verbetering
X
X
Weloverwogen gebruik maken van complimenten en correcties scoort het laagst Invulling geven aan zelfverantwoordelijkheid leerlingen scoort het hoogst Expliciet onderwijs in strategieën het laagst
Leerling- en ouderbetrokkenheid scoort het laagst Betrokkenheid personeel en respect voor elkaar het hoogst.
Niet van alle VO-scholen ontvangen we 3 jaar lang informatie over de vorderingen van ex-leerlingen.
X X
externe
X
Communicatie peuterspeelzalen scoort het laagst
Schoolplan 2011-2015
14
Kwaliteitsprofiel Hieronder geven wij een opsomming van onze interne en externe kwaliteitsinstrumenten met daaruit voortvloeiende consequenties voor ons beleid. Per item is de prioritering aangegeven, hoogste punten, hoogste prioriteit. Interne en externe Consequenties voor ons beleid kwaliteitsinstrumenten (inclusief onze competenties): Kengetallen leerlingen Kengetallen personeel
Prioritering (punten)
Stabiliteit waarneembaar, hoofdzakelijk leerlinggewicht 1 0. Gemengde leeftijden, 6 vrouwen, formatie voor 3.79. 1
Kengetallen resultaten Evaluatie onderwijs
Leerlingen scoren naar verwachting, vergelijkbaar op 2 landelijk niveau. inrichting Combinatiegroepen, groepsdoorbrekende instructies, 2 in ontwikkeling met TOM.
resultaat SWOT KwaliteitsScan
en/of Onze kans is kleinschaligheid.
tevens
onze
bedreiging,
de 3
Conclusies ouderenquête Verbetering mogelijk van de pleininrichting en externe 1 officiële communicatie. Conclusies Bovenbouwleerlingen voelen zich niet altijd ‘gehoord’. 2 leerlingenenquête Conclusies personeelsenquête
Tevredenheid over de werksituatie en management, 1 minder tevreden over de secondaire arbeidsomstandigheden en functioneren Conclusies andere intern oudercommissie. kwaliteitsinstrumenten Conclusies inspectierapport
Aandachtspunt: vastleggen individuele leerlijn. Onze school valt onder het reguliere toezicht.
2
Conclusies rapportage RI&E en Plan van aanpak is uitgevoerd. Arbo/Schoolveiligheid
1
Beleid bestuur / Is net nieuw. bovensch. management
2
Beleid lokale overheid
Gemeente gaat bezuinigen. De school krijgt van de 3 provincie Boppeslach subsidie (taal)
Beleidsplannen OC&W
Subsidie voor Cultuur vervalt. gesubsidieerd project Slim-Fit
Beleid samenwerkingsverband
Omgaan met krimp, project Fierkr8.
Doen
mee
aan 2 2
Conclusies externe Het afgelopen jaar zijn we ge-hercertificeerd als trije 1 visitatie (certificering) talige skoalle en verkeersveilige school.
Schoolplan 2011-2015
15
3.4 Beleidsvoornemens.
Consequenties voor ons beleid (inclusief onze competenties): De grootste bedreiging die onze school ervaart is het leerlingenaantal en daardoor het voortbestaan van de school. We zetten vanwege de bezuinigingen in op een niet meer dan noodzakelijke formatie. In geval van nood moet de school het met een basisbezetting kunnen redden. Als school zorgen we ervoor om een goed onderwijsaanbod te hebben en een aantrekkelijke school te zijn voor bewoners uit de omgeving. Daarom blijven we participeren in het netwerk van 3-talige scholen, blijven we bezig met onderwijsvernieuwing zoals TOM, groepsdoorbrekend werken en houden we de vernieuwing van lesmethodes op peil. Het ICT-gebeuren wordt professioneel uitbesteed, in alle groepen zijn digitale schoolborden, enkele computers zijn recent vervangen en de school is uitgebreid met een IBruimte en directiekamer. We laten geen gelegenheid voorbij gaan om de (positieve) publiciteit te zoeken. Onlangs heeft de school een nieuw logo gekregen, een professionele website is in ontwikkeling. Onderwijsgroep Fier heeft de ambitie de onderwijskwaliteit op de kleine scholen te versterken. Kleinschaligheid en kwaliteit, vakmanschap en samenwerking zijn daarbij de centrale thema’s. (Fierkr8). Kleinschaligheid en kwaliteit Kleinschaligheid vraagt om (financieel) passende en toekomstgerichte onderwijsvoorzieningen binnen de dorpen. Kwaliteit van onderwijs moet structureel worden behouden en versterkt op een zodanige wijze dat het betaalbaar is en blijft. Binnen het inspectiekader is de kleine school in de beoordeling van de kwaliteit kwetsbaar. Het opbrengstgericht werken vraagt nadrukkelijk om aandacht binnen deze context. Vakmanschap en samenwerking Kleine scholen vereisen extra kwaliteiten en talenten van onderwijzend personeel vanwege de diversiteit in leeftijden binnen een lokaalgroep. Didactisch handelen, aanbod, zorg en begeleiding vragen om nieuwe structuren en aanvullende kwaliteiten van de school als totaal. Van de leerkracht worden in het primaire proces aanvullende kwaliteiten, talenten en vaardigheden gevraagd om optimale leerling-resultaten waarborgen. De scholen willen een concept ontwikkelen waarin de kwaliteit van de schoolorganisatie wordt verbonden aan structuren en geborgde processen en minder sterk aan de individuele kwaliteit van de leerkracht. Het gevaar van braindrain van kleine naar grotere scholen bestaat. De erkenning van het specifieke vakmanschap op een kleine school verdient aandacht. De professional aan een kleine school verdient status te krijgen door aanscherping van de competenties die binnen dit specifieke functioneren worden gevraagd. De Onderwijsgroep Fier heeft voor de realisering van bovengenoemde ambities een projectgroep ingericht voor een periode van twee jaar die concrete doelen heeft geformuleerd voor: de professionalisering van leerkracht en team, het flexibiliseren van het leerstofaanbod versterking van didactisch handelen versterking van het klassenmanagement Naar aanleiding van de enquête/tevredenheidonderzoek die het vorige schooljaar is afgenomen bij ouders, personeel en leerlingen hebben er al verbeteringen plaatsgevonden voor wat betreft inrichting van het schoolplein en de externe communicatie. Aandachtspunt blijft het informeren van ouders, d.m.v. de ‘Nieuwsbrief’ en een nieuw op te starten informatieavond aan het begin van het schooljaar. Vanaf dit schooljaar wordt de “open dag” ingevoerd. Het schoolrapport en de schoolgids worden opnieuw vorm gegeven. Daarbij wordt geprobeerd om een ouder bereid te vinden om als redactielid de organisatie van dit nieuwsbulletin op zich te nemen. De personeelsleden zijn niet altijd op de hoogte van het bovenschools beleid en beleidslijnen. Ook gaat hun interesse hier niet werkelijk naar uit. Bij aanpassingen van het beleid in het algemeen wordt de MR/GMR om instemming of advies gevraagd. De personeelsgeleding moet tijdens de Schoolplan 2011-2015
16
personeelsvergadering bij het agendapunt MR het team hierover informeren. De oudercommissie wordt een oudervereniging vanwege de fusie met FIER. Zij gaan professionaliseren en krijgen het beheer over de oudergelden. Ict-middelen zijn transparanter gemaakt door het uitbesteden van het computerbeheer en intranet. Hierdoor is een vaste afschrijvingspost ontstaan en heeft de ict-er een meer coachende taak i.p.v. een technische. Door middel van teamscholing TOM wordt er het komende schooljaar gewerkt aan punt 8: leerlingen gaan werken met het formuleren van eigen leervragen binnen bepaalde leerstofgebieden. Daarbij willen we themagericht projectmatig aandacht gaan besteden aan maatschappelijke ontwikkelingen en verschillende culturen. Punt 13: vanuit het vervolgonderwijs ontvangen we gedurende 1 schooljaar de vorderingen van onze schoolverlaters. Deze komen in de postmap en worden bewaard in het dossier. Doordat de gemeenschap klein is zijn we goed op de hoogte van de vorderingen van onze schoolverlaters. Bij het behalen van het diploma voortgezet onderwijs ontvangen de voormalige leerlingen een felicitatie.
4. De onderwijskundige vormgeving
4.1 Onze onderwijskundige doelen. Onze samenleving wordt steeds ingewikkelder. We leven in een sterk veranderde dynamische wereld. Het is dan ook de taak van de school elk kind zodanig te begeleiden, zodat het straks een voor hem of haar bevredigende plaats in de multiculturele samenleving kan verwerven. We zoeken naar vormen die het kind aanspreken en het aanbod dient te passen bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Onze onderwijskundige doelen zijn in de eerste plaats de doelstellingen zoals die in artikel 8 van de Wet op het Basisonderwijs zijn omschreven en wij interpreteren deze als volgt: Aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling zijn:
het samenwerken, het samen spelen, het samen kunnen delen, hulpvaardig zijn; respect hebben voor elkaars mening en inbreng; elkaar de ruimte geven om zelfontdekkend bezig te zijn; het kunnen oplossen van conflictsituaties; het kunnen inleven in gevoelssituaties; anderen accepteren en respecteren in hun anders zijn; een gevoel van saamhorigheid.
De verstandelijke ontwikkeling De school tracht vaardigheden als kritisch vermogen, zelfredzaamheid, solidariteit te stimuleren. Kennis is deels het resultaat van eigen ervaringen, deels overgedragen. Door het aanbieden van kennis worden de leerlingen voorbereid op de (steeds) veranderende maatschappij. De school begeleidt de leerprocessen van de kinderen en geeft er vorm aan. Het ontwikkelen van de creativiteit Creativiteit is niet alleen aangeboren, het kan ook ontwikkeld en aangeleerd worden. Het ontwikkelen van de creativiteit omvat, in ieder geval, alle vak- en vormings-gebieden. Aspecten verbonden aan de ontwikkeling van de creativiteit zijn onder meer het ontwikkelen van de creativiteit in ruimere zin:
zelfontdekkend bezig zijn; komen met eigen oplossingen; verschillende oplossingen vinden voor één probleem; experimenteren; het toepassen van kennis en vaardigheden in uiteenlopende situaties; het ontwikkelen van creativiteit in de zin van de expressievakken. Het verwerven van de noodzakelijke kennis In de huidige maatschappij veroudert kennis snel. Dit betekent voor de school, dat zij voor de basisleerstof moet uitgaan van de school van nu, mogelijk zelfs van die van morgen. De kennis van de leerlingen moet functioneren in de samenleving van morgen. Schoolplan 2011-2015
17
Het verwerven van culturele vaardigheden Onder culturele vaardigheden wordt verstaan: luisteren, spreken, schrijven, rekenen, gezond gedrag en sociale redzaamheid. Daarnaast vinden wij het van belang dat leerlingen:
zich oriënteren op de maatschappij; leren omgaan met anderen (respect kunnen opbrengen voor andermans ideeën, meningen, overtuigingen, levenswijzen, culturen).
Het verwerven van lichamelijke vaardigheden Het verwerven van lichamelijke vaardigheden is behalve doel op zich ook van belang voor de verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. De onderwijskundige uitgangspunten van onze school zijn: Het onderwijs : is bestemd voor kinderen vanaf de leeftijd van/ omstreeks vier jaar; is zodanig ingericht, dat de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van acht aaneensluitende jaren de school kunnen doorlopen; legt mede de grondslag voor het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs; is zodanig ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen; is afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen; houdt er rekening mee, dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving; draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden; wordt gegeven met eerbiediging van iedere godsdienst of levensbeschouwing; Onderwijsinhoudelijke beleidsterreinen Veiligheid. Kinderen horen zich op onze school veilig te kunnen ontwikkelen. Daarom zorgen wij voor een veilige omgeving. Een omgeving zonder geweld, pesten en intimidatie, waarin de fysieke veiligheid van kinderen gewaarborgd is en de kans op brand en ongelukken zo klein mogelijk is. Veiligheid is een zaak van iedereen die bij de school betrokken is en namens de school optreedt: het schoolbestuur, de schoolleiding, leerkrachten en andere werknemers, leerlingen, ouders en vrijwilligers. Wettelijk kader. De volgende wetten en regels vormen het wettelijk kader waarbinnen het schoolbestuur en de schoolleiding hun veiligheidsbeleid op school opzetten en uitvoeren: -
Wet op het primair onderwijs; Wet op de arbeidsomstandigheden (Arbo-wet); Wet collectieve preventie volksgezondheid; Gemeentelijke bouwverordening; CAO PO
Onze school waarborgt de sociale veiligheid aan de hand van de volgende documenten: -
minimaal eens per twee jaar alle leerlingen en personeelsleden (of een representatieve groep van hen) systematisch ondervraagd worden over hun veiligheidsbeleving. (inzicht) in het veiligheidsbeleid is vastgelegd, dat aandacht wordt besteed aan de preventie van incidenten; dit beleid regelmatig geëvalueerd en bijgesteld wordt. (voorkomen) in het veiligheidsbeleid is vastgelegd, dat aandacht wordt besteed aan de afhandeling van incidenten; dit beleid wordt regelmatig geëvalueerd en bijgesteld. (optreden)
Schoolplan 2011-2015
18
Veiligheid wordt samenhangend aangepakt, waarbij zowel aandacht aan preventie als aan curatie wordt besteed. Het veiligheidsbeleid wordt planmatig aangepakt, waarbij de school zicht heeft op de huidige situatie op het terrein van veiligheid. Iedereen wordt bij een veilige school betrokken:ook leerlingen en ouders. De uitwerking van veiligheid is in het Arbobeleidsplan Onderwijsgroep Fier vastgelegd. Onze school voert een actief veiligheidsbeleid met de volgende uitgangspunten: -
-
Inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen, ouders en personeel (bijv. via een adequate incidentenregistratie, vragenlijsten sociale veiligheid voor leerlingen, ouders en personeel, functioneringsgesprekken, etc.), Leerstofaanbod Sociale Vaardigheden en Actief Burgerschap; Preventiebeleid sociale veiligheid; Draaiboek/protocollen.
Burgerschap Bevordering van burgerschap en integratie is belangrijk. De betrokkenheid tussen burgers onderling en tussen burgers en overheid is afgenomen. De plichten en de rechten die bij burgerschap horen, lijken soms wat op de achtergrond te zijn geraakt. Daar komt nog bij dat sommige ouders/ verzorgers en kinderen niet gewend zijn aan burgerschapstraditie en gebruiken van onze samenleving. De opdracht aan scholen om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen is vastgelegd in een aantal wetsartikelen en luidt: Het onderwijs: -
gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving; is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie; is er mede opgericht dat leerlingen kennis van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten.
Naast deze opdracht zijn de wenselijke opbrengsten van het onderwijs voor wat betreft burgerschap en integratie ook terug te vinden in de herziene kerndoelen voor het basisonderwijs. Naast het belang van een goede beheersing van de Nederlandse taal voor deelname aan de maatschappij bevattende kerndoelen ook allerlei andere onderwerpen die daarvoor van belang zijn. De school stemt het aanbod af op specifieke omstandigheden in en rond de school, die van belang zijn voor burgerschap en integratie of deze onder druk kunnen zetten. Onderdeel daarvan is ook dat de school alert is op risico’s die zich daarbij kunnen voordoen, bijvoorbeeld als er sprake is van tendensen tot onverdraagzaamheid of radicalisering onder leerlingen of in de omgeving waar leerlingen opgroeien. De school speelt daar zonodig met haar onderwijs op in. De uitwerking van burgerschap en integratie is op schoolniveau vastgelegd in de notitie burgerschap. Taalbeleid Als trije talige skoalle beschikt onze school over een taalbeleidsplan. Dit taalbeleidsplan bestaat o.a. uit: een inleiding waarin beschreven is wat de aanleiding was voor het opstellen van een taalbeleidsplan; een beschrijving van onze huidige situatie voor wat betreft taal (o.a. schoolresultaten); een analyse van die situatie, uitmondend in verbeterpunten; onze prioriteiten; verbeterplannen + een (meerjaren)planning Ict Voor elke bouw zijn er meerdere computers en een digitaal schoolbord beschikbaar. De leerlingen mogen zelf de handelingen uitvoeren en een programma opstarten. Bij het gebruik van internet (via C3LO) worden ze door de groepsleerkracht geholpen. De bovenbouw werkt met Schoolplan 2011-2015
19
een internetprotocol waarin de wederzijdse afspraken staan over het gebruik van internet op school. Een van de leerkrachten coördineert de zaken die te maken hebben met informatica en volgt daarin het bovenschools beleid. Het computer- en netwerkbeheer zijn uitbesteed. Ontwikkelingen op ICT-gebied gaan erg snel en vragen om een te grote tijdsinvestering door de ICT-er. De taak van ICT-er gaat dan veranderen in een meer coachende en controlerende rol naar de collega’s toe. Cultuureducatie Ten aanzien van cultuureducatie willen wij aansluiten bij de veelkleurigheid van de samenleving. In de maatschappij zien we op allerlei manieren terug dat de mens zich uit d.m.v. cultuur. Ook vinden we dat de kinderen unieke mensen zijn en ook moeten leren dit te durven zijn. Dit houdt in dat we als school het kind de mogelijkheid moeten bieden om zich te ontplooien op het gebied van cultuureducatie in de ruimste zin. We sluiten aan bij de kerndoelen Kunstzinnige Oriëntatie 54 t/m 56: De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. (Ook d.m.v. Taal op Maat) De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. (Cultuureducatie sluit soms ook aan bij andere kerndoelen.) De creatieve ontwikkeling van de kinderen wordt gestimuleerd tijdens de wekelijkse lessen creatieve vorming, tekenen, textiel, handvaardigheid. Afhankelijk van de groepsgrootte en beschikbare mensen gebeurt dit al dan niet in circuitvorm. Er is voldoende tijd ingeruimd voor deze lessen. Een keer per jaar is de hele school in samenwerking met ouders bezig met het organiseren van ‘Boksum Oeral’ en een feestelijke ouderavond. Hierbij wordt op verschillende creatieve manieren gewerkt: handvaardigheid, tekenen, schilderen, textiel, muziek-dans-toneel, tentoonstellingen, foto-film en presentaties. Hierbij wordt d.m.v. zang, dans, koken, kunst ook aandacht besteed aan de multiculturele samenleving. Mede d.m.v. excursies, (buitendijks, musea) geven wij aandacht aan het culturele erfgoed. Ook schoolreisjes, schaatsles en de Fryske taal vallen hieronder. Ieder jaar gaan alle groepen naar een voorstelling van Uurcultuur. Techniek Op 1 april 2007 is onze school gestart om wetenschap en techniek een vaste plek te geven. Dat is gebeurd in het kader van het Programma Verbreding Techniek Basisonderwijs (VTB). Het Programma VTB is gestart in opdracht van het ministerie van OCW en de technische branches om techniek een stevige positie in het basisonderwijs te geven. Net als ruim 1300 voorgangers kregen we als nieuwe VTB-school drie jaar de tijd om wetenschap en techniek in ons programma, organisatie en onderwijsbeleid te integreren. Om dit goed te organiseren en te borgen, kregen VTB-scholen gedurende die drie jaar ondersteuning. Techniek is nu geïntegreerd in ons onderwijs en er is een beleidsplan aanwezig. Het VTB-programma is met goed gevolg afgerond. Op onze school is er een leerkracht als een coördinator/initiator voor techniek aangesteld. De verkeersveilige school. In het schooljaar 2004-2005 hebben we als team en schoolcommissie de keuze gemaakt om in samenwerking met het ROF, de provincie Fryslân en de schoolbegeleiding ons in te zetten om als school het "Verkeersveiligheidlabel" te behalen. Dit streven is ontstaan vanuit de behoefte aan een nieuwe verkeersmethode. Ook vonden we, vanuit onze visie, dat er te weinig aandacht werd besteed aan het verkeersgedrag in de praktijk. Net als onze keuze voor de methode voor sociaalemotionele ontwikkeling “De Vreedzame School” heeft ook verkeerseducatie alles te maken met sociale redzaamheid en actief burgerschap. Een school die het "Verkeersveiligheidlabel" voert heeft bewezen dat de verkeerseducatie aan de leerlingen en de verkeersveiligheid rond de school uitstekend verzorgd zijn. Om een doorgaande lijn te krijgen in het verkeersonderwijs op onze school hebben we gekozen voor de methode “Rondje Verkeer” voor de onderbouw, “Op Voeten En Fietsen” en “JeugdVerkeersKrant” voor de hogere groepen. Ook wordt er geoefend in de praktijk en doen de hoogste groepen mee aan het verkeersexamen. In 2010-2011 hebben we de herijking van het label van: “Verkeersveilige school” behaald!
Schoolplan 2011-2015
20
Kerndoelen De kerndoelen zijn streefdoelen die aangeven waarop basisscholen zich moeten richten bij de ontwikkeling van hun leerlingen. Scholen mogen zelf bepalen hoe de kerndoelen binnen bereik komen. De kerndoelen zijn een operationalisering van de doelstelling zoals genoemd in artikel 8 van de Wet op het Basisonderwijs. Het geheel van samenhangende en daarom doorgenummerde kerndoelen geeft een beeld van het inhoudelijke aanbod van het basisonderwijs. De kerndoelen in deze opsomming zijn ingedeeld in hoofdstukken voor Nederlandse taal, Engelse taal, Friese taal, rekenen en wiskunde, oriëntatie op jezelf en de wereld, kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs. Kerndoelen zijn streefdoelen. Ze geven aan wat iedere school in elk geval moet nastreven. Daarbij kunnen echter drie kanttekeningen worden geplaatst: 1. de doelen omschrijven de doelen het eind van een leerproces, niet de wijze waarop ze kunnen worden bereikt; 2. inhouden en doelen worden zo veel mogelijk op elkaar afgestemd, hebben verbinding met het dagelijks leven en worden in samenhang aangeboden; 3. er dient aandacht te worden besteed aan doelen die voor alle leergebieden van belang zijn: goede werkhouding, gebruik van leerstrategieën, reflectie op eigen handelen en leren, uitdrukken van eigen gedachten en gevoelens, respectvol luisteren en kritiseren van anderen, verwerven en verwerken van informatie, ontwikkelen van zelfvertrouwen, respectvol en verantwoordelijk omgaan met elkaar en zorg voor en waardering van de leefomgeving. Referentieniveaus taal en rekenen Scholen zijn sinds 1 augustus 2010 wettelijk verplicht de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in het onderwijsaanbod als uitgangspunt nemen. In de referentieniveaus is beschreven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan. De referentieniveaus gelden voor het basis- en speciaal (basis)onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. De beoogde doelen zijn: -
-
de referentieniveaus dragen bij aan efficiëntere en effectievere onderwijsprogramma’s; met de referentieniveaus kunnen - binnen het opbrengst gericht werken – doelen worden gesteld en leerprestaties van leerlingen worden gemeten en zo nodig kunnen bijstellingen plaatsvinden; door de referentieniveaus sluiten de programma’s van de verschillende schooltypen beter op elkaar aan waardoor herhalingen of hiaten worden voorkomen; door het gebruik van de referentieniveaus is bij de overstap tussen scholen voor de ontvangende school direct duidelijk hoe ver de leerling is op het gebied van taal en rekenen. Daardoor kan de school makkelijker vaststellen of en waar remediëring nodig is, of onderhoud volstaat, of dat een leerling kan doorwerken naar het volgende niveau.
De referentieniveaus beschrijven welke basiskennis en –vaardigheden leerlingen moeten beheersen voor taal en rekenen. Er zijn vier fundamentele niveaus en vier streefniveaus over alle onderwijssectoren heen. Tussen de vier niveaus is er sprake van overgangen of drempels. Niveau 1F en 1S zijn van toepassing op het einde van het basis- en speciaal (basis)onderwijs. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk leerlingen een zo hoog mogelijk niveau halen, maar tenminste 1F. Voor leerlingen die meer kunnen, wordt toegewerkt naar niveau 1S of hoger. De referentieniveaus voor taal en rekenen zijn ingedeeld in domeinen, met per domein een nadere beschrijving. Voor taal gaat het om de domeinen: mondelinge taalvaardigheid (gespreks-, luister- en spreekvaardigheid); lezen (zakelijke teksten en fictionele, narratieve en literaire teksten; schrijven; begrippenlijst en taalverzorging.
Schoolplan 2011-2015
21
De -
domeinen voor rekenen zijn: getallen; verhoudingen; meten en meetkunde; verbanden.
Godsdienstonderwijs Het bevoegd gezag stelt de leerlingen in de gelegenheid onder schooltijd levens- beschouwelijk vormingsonderwijs te ontvangen. Het bevoegd gezag draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit onderwijs.
4.2 De ordening van ons onderwijs. In artikel 9 van de Wet op het Basisonderwijs is globaal aangegeven wat het onderwijs - waar mogelijk in samenhang- moet omvatten. Wij hebben deze inhoud geordend en afgesproken wat op de weekplannen staat (zie ook de schoolgidsen). Dit heeft de volgende ordening/ afspraken opgeleverd. Ordening van de inhoud van het onderwijs
Wat op het weekplan staat
Werken met ontwikkelingsmaterialen Taalontwikkeling in groep 1 en 2 Nederlandse taal mondeling schriftelijk taalbeschouwing, waaronder strategieën Engelse taal Fryske taal Rekenen/wiskunde Wiskundig inzicht en handelen Getallen en bewerkingen Meten en meetkunde Oriëntatie op jezelf Mens en samenleving Natuur en techniek Ruimte Tijd Kunstzinnige oriëntatie Beweginsonderwijs
Werkles/Wiskor/Onderbouwd Taal Taalkring, taal Lezen, spelling, taal, schrijven Begrijpend lezen, taal Engels Frysk Onderbouwd Rekenen Rekenen Rekenen Aardrijkskunde/Soc.Emo.Ontw./Vieringen Natuuroriëntatie Rekenen/Aardrijkskunde Geschiedenis Muziek/Tekenen/Handvaardigheid/Drama Gymnastiek/bewegingsonderwijs
Schoolplan 2011-2015
22
4.3 Vak- en vormingsgebieden Vak-/ vormingsgebied
Methode(s) Materiaal Specifieke werkwijze(n)
Dekkend voor kerndoelen
NEDERLANDS - mondeling - schriftelijk - taalbeschouwing, waaronder strategieën
O.bouw Onderbouwd, Lijn 3
ja
M.bouw Taal op Maat Leeszin B.bouw Taal op Maat Leeszin O.bouw Take i t easy, AIM M.bouw Take it Easy, AIM B.bouw Take it Easy, Ik lear Ingelsk, sCool O.bouw Studio F, Lêstrep. M.bouw Studio F, Begripend lêzen en harkjen B.bouw Studio F, Skriuwtaal, Begripend lêzen en harkjen O.bouw Onderbouwd M.bouw Pluspunt B.bouw Pluspunt, Got it
ja
nvt
Methode, groepsmap, borgingsmap. x
ja
nvt
x
ja
nvt
x
ja ja
nvt nvt
x x
ja
nvt
x
ja ja ja
nvt nvt nvt
x x x
O.bouw Koekeloere, Rondje verkeer, Toptechneut M.bouw Huisje boompje beestje, Topondernemers Toptechneut, Rondje verkeer, Op Voeten en Fietsen,
ja
nvt
x
ja
Niet voor wat betreft ‘’tijd’
ja
nvt
B.bouw Topondernemers, Toptechneut, Nieuws uit de natuur, Wereldwijd geloven, JeugdVerkeerskrant
ja
Niet volledig wat betreft ‘ruimte’ en ‘tijd
ja
nvt
O.bouw M.bouw B.bouw O.bouw
ja ja ja ja
nvt nvt nvt nvt
Groepsmap, Borgingsmap Hiaten opvullen d.m.v. werken met thema’s. Groepsmap, Borgingsmap. Hiaten opvullen d.m.v. werken met thema’s. x x x x
ja
nvt
x
ENGELS
FRIES - mondeling - schriftelijk - taalbeschouwing, waaronder strategieën REKENEN/WISK. - wiskundig inzicht en handelen - getallen en bewerkingen - meten en meetkunde ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD - mens en samenleving - natuur en techniek - ruimte - tijd
KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE BEWEGINGSONDERWIJS
Vier Muziek Met! Vier Muziek Met! Vier Muziek Met! Bewegingsonderwijs in het speellokaal M.bouw Basislessen bewegingsonderwijs
Afspraken gemaakt t.b.v. continuïteit en doorgaande lijn* nvt
Vindplaats afspraken
B.bouw Basislessen bewegingsonderwijs SOCIAAL-EMOTIONELE O.bouw De Vreedzame ONTWIKKELING School M.bouw De Vreedzame School B.bouw De Vreedzame School SCHRIJVEN O.bouw Pennenstreken M.bouw Pennenstreken B.bouw Pennenstreken * N.v.t. = De methode wordt gevolgd, zoals beschreven in
ja
nvt
x
ja
nvt
x
ja
nvt
x
ja
nvt
x
ja ja ja de handleiding
nvt nvt nvt
x x x
4.4 Leerstofaanbod: Overzicht Vervanging/Afschrijving Vak NEDERLANDS - mondeling - schriftelijk taalbeschouwing, w.o. strategieën ENGELS
FRIES - mondeling - schriftelijk taalbeschouwing, w.o. strategieën REKENEN/WISK. - wiskundig inzicht en handelen - getallen en bewerkingen - meten en meetkunde ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD - mens en samenleving - natuur en techniek - ruimte - tijd KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE BEWEGINGSONDERWIJS SOCIAAL EMOTIONELE ONTWIKKELING
Methodes OB MB BB
‘10
‘11
‘12
‘13 x
‘14
‘15 ‘16
‘17
‘18 ‘19 X X
X OB MB BB OB MB BB
X X X
X X X
OB MB BB
X X X
OB MB BB
X X X
OB MB BB OB MB BB OB MB BB
X X X
Schoolplan 2011-2015
24
Consequenties voor ons beleid Ons leerstofaanbod kent veel nieuwe methodes en is over het algemeen dekkend voor de kerndoelen te noemen. Door lesmateriaal aan te schaffen van meerdere lesmethoden creëren wij een uitdagende leeromgeving met daarbij een leerstofaanbod wat dekkend voor de kerndoelen is. Zo hebben we als uitbreiding op Topondernemers topografie aangeschaft. Als trije talige skoalle zijn we een voorbeeldschool voor wat betreft de combinatie in het gebruik van Nederlands, Engels en Fries. Er is een nieuwe methode voor begrijpend en studerend lezen aangeschaft;”Lezen in beeld”. Deze methode sluit meer aan bij wat gevraagd wordt in de Cito-toetsen. Voor de groepen 1 en 2 stappen we met ingang van het schooljaar 2013-2014 over op de methode Onderbouwd ( als vervanging van Schatkist). Groep 3 doet mee aan een pilot m.b.t. aanvankelijk lezen. I. p. v. Veilig leren lezen gaan we werken met Lijn 3 ( als pilotschool). Aangezien er groepsdoorbrekend wordt gewerkt is er 1 leerkracht verantwoordelijk voor de doorgaande lijn van de methode. In de meerjarenbegroting zijn de bedragen opgenomen die beschikbaar moeten zijn voor het vervangen van de genoemde lesmethodes.
4.5 Zorg voor onze kinderen. Zorg en begeleiding Onderwijsgroep Fier verstaat onder zorg en begeleiding: de uitbreiding en versterking van maatregelen en activiteiten, vooral op school- en groepsniveau, ten behoeve van een zo intensief mogelijke zorg voor leerlingen, in het bijzonder voor hen die specifieke pedagogische/ didactische behoeften tonen, opdat zij door de school te bepalen doelen en tussendoelen bereiken. Met zorg en begeleiding willen wij dat zoveel mogelijk leerlingen die speciale zorg nodig hebben bij ons op school kunnen blijven. Belangrijk hierbij is dat de school steeds de balans zoekt tussen de hulpvraag van het kind (in termen van pedagogische aanpak, didactische aanpak, kennis en vaardigheden van de leerkracht/ het team, organisatie binnen de school en de groep, gebouwelijke en materiele aspecten, de positie van de medeleerlingen, de rol van de ouders en de externe ondersteuning) én de (on)mogelijkheden van de school. Als de balans verstoord raakt wordt het kind aangemeld bij het leerlingzorgteam van onderwijsgroep Fier. In het leerlingzorgteam worden de casussen met zwaardere en complexe problematiek besproken.. De speciale zorg wordt vanuit het leerlingzorgteam in gang gezet Het zoeken van de balans tussen de hulpvraag van het kind en de (on)mogelijkheden van de school is ook nodig bij de toelating van een leerling, in het bijzonder bij toelating van een leerling met een handicap/ rugzakje. De scholen hebben hun beleid omtrent hun handelen bij toelating en verwijzing beschreven in het intern zorgplan en het toelatingsbeleid. Hierin wordt beschreven op welke wijze de school te werk gaat als er een aanvraag komt voor toelating van een kind met specifieke behoeften en welke criteria dan worden nagelopen om tot tot toelating of afwijzing te komen. De uitwerking van de zorg voor onze kinderen staat beschreven in het deelzorgplan “onderwijsgroep Fier”. Samenwerkingsverband Onderwijsgroep Fier is georganiseerd binnen het SamenWerkingsVerband “het Spectrum”. Dit is een verband waarin ongeveer tachtig basisscholen en twee voor Speciaal BasisOnderwijs samenwerken. Elke school binnen het SWV “het Spectrum” werkt aan de kwaliteitsverbetering van de zorg aan leerlingen. De uitgangspunten staan genoemd in het zorgplan van het samenwerkingsverband. Het Spectrum speelt een rol in de ondersteuning van de scholen in hun ontwikkeling naar een bredere zorg voor leerlingen. Het samenwerkingsverband en het deelzorgverband “onderwijsgroep Fier” stimuleren de ontwikkeling van scholen door initiatieven te nemen die leiden tot gezamenlijke
Schoolplan 2011-2015
25
deskundigheidsbevordering, het uitwisselen van ideeën tussen scholen, het opzetten van netwerken en het inventariseren van scholingsbehoeften. De vertaling en implementatie van het zorgbeleid wordt door de coördinator van het deelverband ondersteund Binnen het samenwerkingsverband speelt het leerlingzorgteam [in het deelverband] een belangrijke rol. In het leerlingzorgteam worden school, interne zorg en de externe voorzieningen op elkaar aangesloten. Het zorgteam bestaat uit de coördinerende IB’er, de schoolpsycholoog of orthopedagoog, de schoolarts, de vertegenwoordiger van de basisschool voor speciaal onderwijs en de interne begeleiders van de deelnemende scholen die een leerling inbrengen. Daarboven functioneert de Permanente Commissie Leerlingenzorg voor het gehele samenwerkingsverband. Zij heeft een smalle taakstelling. De PCL beoordeelt of de leerling voor plaatsing op een SBaO in aanmerking komt. De uitgangspunten en de werkwijze van het samenwerkingsverband staan beschreven in het zorgplan van “SWV het Spectrum”. Schoolgids In de schoolgids is het volgende over de zorg voor onze kinderen beschreven: De zorgprocedure(structuur) en het toelatingsbeleid; Het toelatingsbeleid; Het in- uit- en doorstroombeleid; De opvang van nieuwe leerlingen in de school; Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school; Het leerling-dossier; De zorg voor kinderen met een specifieke behoefte; De zorg voor leerlingen voor wie een leerlinggebonden budget beschikbaar is; Beoordeling en rapportage; De overgang van de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Intern zorgplan Het intern zorgplan is opgesteld om inzicht te geven in de zorgstructuur van de school ten behoeve van de leerkrachten, de ouders, de onderwijsinspectie en het bestuur. Daarnaast bevat het plan alle bijbehorende beleidsnotities met betrekking tot zorg en begeleiding. Elk schooljaar stelt de school het jaarplan zorg en begeleiding op. Hierin staat verwoord wat er in het voorgaande schooljaar gerealiseerd is ten aanzien van zorg en begeleiding en wat de school wil realiseren in het lopende schooljaar. De kaders voor het jaarplan zijn aangegeven in het zorgplan “SWV het Spectrum” en het deelzorgplan “onderwijsgroep Fier”. Passend onderwijs Het doel van de aanpassing van de zorg voor leerlingen in en in de school is het bieden van passend(er) onderwijs. Dit zal worden gerealiseerd door een zorgplichtbepaling. Deze zorgplicht betekent dat elk bestuur de opdracht heeft om voor elke aangemelde of toegelaten leerling een passend onderwijsaanbod in de regio te verzorgen. Besturen zullen dit in regionaal verband moeten afstemmen. Alleen samen is in elke regio een dekkend aanbod te realiseren waarmee elke leerling het onderwijs en de ondersteuning kan krijgen die nodig zijn. Er zal gezorgd moeten worden voor een sluitende aanpak. Hiermee wordt bedoeld: Geen kind tussen wal en schip; Voor elk kind een passende plek in het onderwijs; Een dekkend netwerk van samenwerkende besturen uit de sectoren PO/VO/WEC/ MBO om dit te kunnen realiseren; Samenwerking met organisaties voor maatschappelijke ondersteuning, gezondheidszorg en jeugdzorg; Betrokkenheid op basis van gelijkwaardigheid van alle betrokkenen (bestuur, management, personeel en ouders). De besluitvorming over de invoering van Passend onderwijs heeft nog niet plaatsgevonden. Belangrijk in dezen zijn de referentiekaders voor de zorgplicht. Deze moeten nog worden vastgesteld. Wel is er een werkversie van de sectorenorganisaties naar het ministerie gestuurd. Schoolplan 2011-2015
26
Om enig zicht te krijgen op deze referentiekaders worden deze hieronder genoemd: -
De school heeft een onderwijszorgprofiel dat deel uitmaakt van een dekkend regionaal onderwijsaanbod; De school krijgt onderwijszorgmiddelen op basis van een transparante toewijzigingssystematiek; De school biedt ouders/ studenten toegang tot informatie en tot ondersteuning bij de toewijzing van de onderwijszorg (loketfunctie); De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijszorgprofiel en betrekt ouders/ studenten bij de beoordeling hiervan; De school bewaakt dat de medewerkers voldoen aan de professionele functie- eisen behorend bij het onderwijsprofiel; De school beschikt over ondersteuning voor leraren en leerlingen bij specialistische (ortho)pedagogische, (ortho)didactische en psycho- sociale problemen; De school waarborgt voor al haar leerlingen een effectieve overdracht van en naar school of sector; De school heeft de medezeggenschap over het onderwijszorgprofiel en de zorgmiddelen conform WMS/ WOR geregeld; De school legt (achteraf) verantwoording af over de besteding van de toegekende zorgmiddelen en de behaalde resultaten; De school heeft een klachtenregeling en is daarnaast aangesloten bij de geschillencommissie Zorgplicht Passend onderwijs. Het vormen van een dekkend regionaal netwerk zal in bestuurlijk overleg gestalte krijgen. Voor de scholen is met name het opstellen van het zorgprofiel belangrijk. Verder zullen een aantal kaders verder worden uitgewerkt binnen onderwijsgroep Fier. Belangrijk is op dit moment de besluitvorming van de regering.
Zorgcyclus In de zorgcyclus worden de periodes van de groeps- en leerling-besprekingen aangegeven en zijn de hieruit voort komende taken voor de interne begeleider en leerkracht beschreven. De zorgcyclus is conform de organisatie van groepsbesprekingen en leerling-besprekingen uit 1zorgroute [WSNS+]. In het document “Zorgcyclus onderwijsgroep Fier” is de cyclus verder uitgewerkt. Zorgstructuur De zorgstructuur is conform de zorgpyramide van SWV “het Spectrum”. Deze structuur is verder uitgewerkt in hoofdstuk 2 “De Zorg” van het deelzorgplan “onderwijsgroep Fier”. Leerlingen voor wie een leerlinggebonden budget (rugzakje) beschikbaar is. Voor leerlingen met een rugzakje wordt extra formatie, extra materialen en ambulante begeleiding ingezet. De rugzak is een andere naam voor de wet op de leerling gebonden financiering (lgf-wet). Deze wet geeft ouders van een kind met een handicap het recht om die school voor hun kind te kiezen die zij het meest geschikt vinden. De inzet van het leerlinggebonden budget wordt in een plan van aanpak opgenomen. Dit plan wordt opgesteld met de ouders. 4.6 Beleidsvoornemens. Onderwijsgroep Fier Onderwerp
‘11/ ‘12 ‘12/ ‘13 ‘13/ ‘14 ‘14/ ‘15
Taalreferenties Rekenreferenties Passend onderwijs Zorgcyclus Groepsplannen[ leerlijnen en handelingsplannen] Dyslexieprotocol Zorgprofiel
X X X X X X X
Schoolplan 2011-2015
X X X X X
X X
X
X
X X
27
Abbs Otto Clantskoalle: Onderwerp Taalreferenties Rekenreferenties Afstemmen zorgroute vw fusie Integreren binnen Het Spectrum (SWV) Zorgplan (schoolniveau) Werken met portfolio/ nieuw rapport ontwikkelen
‘11/‘12
‘12/ ‘13
X X X X X X
X X X X
‘13/‘14 ‘14/ ‘15 X X X
X
X
5. Opbrengsten
5.1 Algemeen Visie Opbrengstgericht werken is cyclisch werken aan de kwaliteit van het totale onderwijs dat uitgaat van verschillen in capaciteiten en behoeften en die de ontwikkeling en prestaties van alle leerlingen ten goede komt. Opbrengstgericht werken leidt tot hogere prestaties, opbrengstgericht werken kan een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van het aantal zeer zwakke en zwakke scholen en aan het verkorten van de verbetertrajecten. Doel Het leveren van een betere kwaliteit van het didactisch handelen en het verbeteren van de opbrengsten. Definitie Opbrengstgericht werken is een bewuste, systematische en cyclische werkwijze waarbij betrokkenen in en om de school (leerling, leerkracht, team, directeur, bestuurder en ouder) zich in het streven naar de kwaliteit van de totale ontwikkeling van de leerlingen, hun professioneel handelen mede laten sturen door de uitkomsten van metingen, toetsen en observaties van de vooraf gestelde doelen. Bij opbrengsten gaat het dan om: -
cognitieve resultaten van leerlingen;evalueren; sociaal-emotionele resultaten; tevredenheid van leerlingen, ouders en het vervolgonderwijs.
-
Opbrengstgericht werken is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties.
Opbrengstgericht werken en de cyclische aanpak Scholen die systematisch en planmatig naar hun eigen kwaliteit kijken, hebben daarmee kennis in handen waarmee ze gericht beleid kunnen voeren. Het gaat om een cyclische manier van werken die bestaat uit de volgende vier stappen: plannen; uitvoeren; evalueren; handelen [verdere beslissingen nemen]; Scholen die opbrengstgericht werken doorlopen alle stappen van de evaluatieve cyclus: -
het vastleggen van doelen en standaarden; het verzamelen van informatie; Schoolplan 2011-2015
28
-
het registreren van vorderingen; het interpreteren van vorderingen; het nemen van beslissingen.
In het reguliere waarderingskader van de inspectie verwijzen de volgende vijf indicatoren naar elementen van opbrengstgericht werken: het jaarlijks evalueren van de leerresultaten; het regelmatig evalueren van het onderwijsleerproces; het systematisch volgen van vorderingen door leraren; de kwaliteit van het toetssysteem; het nagaan van de effecten van de leerlingenzorg. Kenmerken van opbrengstgericht werken op vier niveaus 1. Opbrengstgericht werken op schoolniveau Opbrengstgericht werken op schoolniveau betekent goed zicht hebben op de onderwijsresultaten van de leerlingen op de gehele school. De schoolleiding stuurt hierop door: doelen te stellen resultaten analyseren verbeteracties ondernemen met het doel de resultaten te verbeteren of de kwaliteit te behouden. 2. Opbrengstgericht werken op groepsniveau -
Leerkrachten hebben goed zicht op de capaciteiten van hun leerlingen [mogelijkheden en beperkingen]. Op basis van deze kennis hebben leerkrachten hoge verwachtingen van hun leerlingen, ze stellen doelen en proberen uit ieder kind te halen wat erin zit.
De resultaten worden geanalyseerd en vormen de basis van voor het onderwijs in: -
leerstofaanbod verwerkingsstof instructie
Opbrengstgericht werken komt op groepsniveau tot uitdrukking in: -
het leerstofaanbod de onderwijsleertijd de afstemming van het onderwijsleerproces op de onderwijsbehoeften van de leerlingen het didactisch handelen van de leerkrachten
De hierboven genoemde punten worden gebruikt om een groepsplan uit te werken. Leerlingen met gelijke onderwijsbehoeften worden geclusterd. De realisatie en uitvoering van het groepsplan is de leidraad voor het onderwijs in de komende periode. 3. Opbrengstgericht werken op leerling-niveau Bij opbrengstgericht werken op leerling-niveau draait het om de rol die de leerlingen zelf hebben in het onderwijsleerproces. De extra zorg aan de individuele leerling speelt hierin een belangrijke rol. Een goed toetsinstrumentarium[methodeafhankelijk en methodeonafhankelijke toetsen] en actieve betrokkenheid van de leerling zijn belangrijk. Extra zorg en begeleiding bij uitvallende leerlingen bestaat uit: analyse van de onderliggende problemen[intern en/of extern] handelingsplannen met concrete doelen een goed onderbouwde evaluatie van de effecten van de zorg
Schoolplan 2011-2015
29
4. Opbrengstgericht werken op bestuursniveau Bij opbrengstgericht werken op bestuursniveau is het bestuur goed op de hoogte van de leerresultaten van de scholen. Het bestuur is een goede gesprekspartner voor de school en ondersteunt en faciliteert de school om prestaties van de leerlingen te verbeteren. Het bestuur brengt de begeleidingsbehoeften van scholen in kaart, de ankerpunten hierbij zijn: 1. 2. 3. 4.
levert(en) de school/ scholen de prestaties die wij hadden verwacht (check), wat moet er bijgesteld worden aan sturing of doelen en wat kan geborgd worden (act), wat moet er echt anders in de school/ scholen (plan), het formuleren van strategisch beleid gericht op wat er anders moet (do).
Informatiebronnen Bronnen, die verschillende typen informatie opleveren zijn: observaties; methodegebonden toetsen; methodeonafhankelijke toetsen van het LOVS Cito; sociaal- emotionele module (A, B, C, gedragslijst) van Dotcomschool; personeels-, leerling- en ouderenquête van Beekveld en Terpstra; het MetaManagementSysteem van Dotcomschool. 5.2 Organisatiedoelen -
In het schooljaar 2014 scoren alle scholen van Fier de streefdoelen voor de basisvaardigheden minimaal op de landelijk gemiddelde norm. Het bestuur voelt zich verantwoordelijk voor de resultaten van elke individuele leerling en ondersteunt de scholen om de opbrengsten van leerlingen te vergroten.
5.3 Schooldoelen -
-
Onze school heeft hoge verwachtingen van leerlingen en stellen daarom ambitieuze doelen om het maximale uit de leerlingen te halen. De school stelt voor alle groepen streefdoelen op voor de basisvaardigheden, waarbij de vaardigheidsscore minimaal op de inspectienorm ligt en het D/E percentage afhankelijk van het leerlingenaantal per groep maximaal op 25% ligt. De school analyseert de toetsgegevens minimaal tweemaal per schooljaar door ze te vergelijken met de streefdoelen. De school bekijkt ontwikkeling van de resultaten van de groepen over een periode van meerdere jaren. [trendanalyses] De school trekt conclusie uit de analyses van de leerresultaten, deze leiden tot zichtbare maatregelen in de dagelijkse lespraktijk.
5.4 Beleidsvoornemens Onderwijsgroep Fier Onderwerp
‘11/ ‘12 ‘12/ ‘13 ‘13/’14 ‘14/ ‘15
Opbrengstgericht werken
X
Abbs Otto Clantskoalle: Onderwerp
X
X
‘11/ ‘12 ‘12/ ‘13 ‘13/ ‘14 ‘14/ ‘15
Taal/begrijpend lezen opbrengsten verhogen Werken met LOVS Cito Trendanalyse
X X
Schoolplan 2011-2015
X X
X X
30
6.
De inzet en ontwikkeling van ons personeel
6.1 Doelen van het Integraal PersoneelsBeleid “Investeren in mensen” zal de komende jaren het belangrijkste uitgangspunt zijn van het personeelsbeleid. Het omgaan met menselijk kapitaal vraagt om een professionele benadering. Een goed integraal personeelsbeleid is dan een vereiste. Ons personeelsbeleid is gebaseerd op twee uitgangspunten, namelijk: 1. Capaciteiten van mensen worden als uitgangspunt genomen als belangrijkste hulpbron binnen de organisatie. Deze capaciteiten moeten optimaal gekend, gemobiliseerd, ontwikkeld en benut worden in alle fasen van de loopbaan. Verder zijn ook de kwaliteit van het werk en van de organisatie belangrijke aandachtspunten. 2. Een organisatie is niet alleen in staat om te leren, maar ook om ‘leren te leren’. Het gaat hierbij zowel om individueel leren als om collectief leren. De basis hiervoor is zelfkennis en reflectie. Dit laat zich vertalen in de volgende doelen: Het creëren van goede arbeidsvoorwaarden en een duidelijke rechtspositionele basis die zekerheid geeft en perspectieven biedt; Het bevorderen van een goede werksfeer en een goed werkklimaat waarin het personeel tot zijn recht komt, zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samenwerking bevorderd wordt; Komen tot verbetering en optimalisering van de kwaliteit van de arbeid; Het realiseren van een effectieve inzet van mensen ten behoeve van de doelstelling van de school: het verzorgen van goed onderwijs; De school maakt gebruik van individuele bekwaamheden van leerkrachten om er als geheel beter van te worden; Een gedeelde visie of gezamenlijk schoolconcept geeft richting aan de te ondernemen activiteiten; Het woordje “integraal” in Integraal Personeels Beleid betekent voor ons:” een systematische afstemming van de kennis en bekwaamheden van het personeel op geformuleerde inhoudelijke en organisatorische doelen van de onderwijsinstelling. In -
de praktijk betekent dit, dat: Er sprake is van duidelijke strategische doelen van de school/ organisatie; De realisatie van de doelen vorm krijgt in een pro-actief proces van planning en control; Er in dit proces een praktische samenhang bestaat tussen personeelsinstrumenten: formatiebeleid, stroombeleid, arbeidsvoorwaarden, taakbeleid, ARBO- beleid, informatie & communicatie en gesprekkencyclus;
6.2 Huidige situatie Het personeelsbeleidsplan is klaar en zal voortdurend aangevuld c.q. verbeterd worden conform de afspraken in de CAO. Het personeelsbeleidsplan is bedoeld voor alle werknemers van onderwijsgroep Fier In het hiernavolgende schema wordt een overzicht gegeven van de documenten personeelsbeleid van onderwijsgroep Fier, zoals genoemd in het bestuursvademecum: GMR- en MR- reglement Werving en selectie Bestuursformatieplan Sollicitatieprocedure Regeling ontslagbeleid/ afvloeiingsvolgorde Regeling overplaatsing
Schoolplan 2011-2015
31
Taakbeleid Gesprekkencyclus (wet BIO, functionerings- en beoordelingsgesprekken) Nascholingsbeleid Mobiliteitsbeleid Evenredige vertegenwoordiging vrouwen in schoolleiding Functiebouwwerk/ functiedifferentiatie Toelagen en gratificatie Mobiliteitsbeleid Beleid introductie en begeleiding beginnend personeel en vervangers Regeling nevenwerkzaamheden Attentieregeling Verplichtingenlijst Sociaal jaarverslag Arbo-, ziekteverzuim- en veiligheidsbeleid Preventiemedewerker Contract Arbodienst Risico Inventarisatie en Evaluatie Arbeids- en rusttijdenregeling Verlenen buitengewoon verlof Verplaatsingskosten Spaarloonregeling Vakbondcontributie Spaarverlof Levensloop Ziektekostenregeling Fiets-privé-regeling Evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding. Onderwijsgroep Fier is de stichting voor openbaar en algemeen bijzonder primair onderwijs, die gevestigd is in Stiens. Twintig scholen werken samen in onderwijsgroep Fier. De verdeling man / vrouw in de schoolleiding is op dit moment: 10 mannen en 10 vrouwen. Deze verdeling lijkt ons wel evenredig.
6.3 Beleidsvoornemens Onderwijsgroep Fier Onderwerp
‘11/‘12 ‘12/ ‘13 ‘13/ ‘14 ‘14/ ‘15
Abbs Otto Clantskoalle: Onderwerp Personeel inzetten op basis van kwaliteiten Werken in combinatiegroepen van 3 groepen ‘s( 1,2,3/ 4,5,6/7,8) morgens en 4 groepen (1,2,3,4/ 5,6,7,8) ‘s middags
Schoolplan 2011-2015
‘11/ ‘12 X
‘12/ ‘13 X X
‘13/ ‘14 X X
‘14/ ‘15 X
32
6.4 Doelen van het integraal personeelsbeleid en huidige situatie. Op stichtingsniveau is algemeen personeelsbeleid vastgesteld. Dit beleid met al zijn aspecten is op school aanwezig in de beleidsmap. Het behalen van een onderwijsbevoegdheid betekent niet dat je alleen op grond van het behaalde diploma in het onderwijs werkzaam kan zijn. Waar de maatschappij in snel tempo verandert, verandert ook het onderwijs. Wij verwachten dan ook dat mensen die werkzaam zijn in het onderwijs hun vak bijhouden. De Wet BIO (Wet beroepen in het onderwijs) spreekt in dat opzicht van het onderhouden en verder ontwikkelen van bekwaamheidseisen. Ons IPB is o.a. gericht op deze continue ontwikkeling, waarbij we zorgen voor een juiste afstemming tussen de doelen van de school en het functioneren en de ontwikkeling van iedere medewerker. Het startpunt is onze visie en missie, zoals beschreven in hoofdstuk 2 van dit schoolplan. Van daaruit zijn we ons steeds bewuster gaan worden van functies en kwaliteiten die nodig zijn om die visie te realiseren. Dit heeft o.a. geleid tot het opstellen van competenties die richtinggevend zijn voor de ontwikkeling van de medewerkers. In het schooljaar 2010-2011 is beoordelingsbeleid vastgesteld op basis van de volgende competenties: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
inter-persoonlijk competent pedagogisch competent vakinhoudelijk en didactisch competent organisatorisch competent competent in het samenwerken met collega’s competent in het samenwerken met de omgeving competent in reflectie en ontwikkeling
De nulmeting is besproken met de desbetreffende leerkracht in het functionerings-/popgesprek. De onderstaande instrumenten worden ingezet om de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers zo vorm te geven, dat zij in toenemende mate gaan voldoen aan de bovenstaande competenties: 1. Begeleiding nieuwe leerkrachten 2. Collegiale consultatie 3. Intervisie 4. Klassenbezoeken 5. Opstellen POP’s 6. POP-gesprekken 7. Bijhouden bekwaamheidsdossiers (inclusief leerkrachtportfolio) 8. Scholing / professionalisering 9. Functioneringsgesprekken 10. Beoordelingsgesprekken Verslagen van de gesprekken worden op school bewaard. Iedere leerkracht is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van het eigen portfolio, registratie deskundigheidsbevordering en het bijhouden van het POP. Voor het volgen van scholing wordt het criterium gehanteerd dat het persoonlijke belang in ieder geval ook schoolbelang moet zijn.
6.5 Beleidsvoornemens. Voortzetten van beoordelingsgesprekken en een systeem van bewust belonen. Over dit laatste moet echter op stichtingsniveau beleid worden gemaakt. Ook zal er op stichtingsniveau voor de diverse functies een duidelijke functieomschrijving ontwikkeld moeten worden met daaraan gekoppeld een bijbehorende functiewaardering.
Schoolplan 2011-2015
33
7. De kwaliteitszorg
7.1 Beschrijving De kwaliteit van het onderwijs wordt getoetst door de Inspectie. Uitgangspunt bij de kwaliteitsbeoordeling is dat onderwijsgroep Fier de eindverantwoordelijkheid heeft en de school zelf primair verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het door haar gegeven onderwijs. Vanuit deze verantwoordelijkheid geven onderwijsgroep Fier en haar scholen op bestuurlijk- en schoolniveau op samenhangende wijze vorm en inhoud aan hun kwaliteitszorgbeleid. Zij gaan daarbij uit van een aantal betekenisvolle vragen die zij willen zien beantwoord: doet de school de goede dingen? doet de school de dingen goed? hoe weet de school dat? weten anderen dat ook? vinden anderen dat ook? wat doet de school met die wetenschap? De antwoorden op deze vragen leiden tot de inhoudelijke vulling van het kwaliteitszorgbeleid zoals dat hierna is beschreven. Uitgangspunten Bij het vormgeven van een adequaat kwaliteitszorgbeleid zijn voor onderwijsgroep Fier 5 uitgangspunten van toepassing: Er wordt systematisch gewerkt, het gebeurt op structurele en frequente wijze. Het wordt cyclisch toegepast. De stappen van de kwaliteitszorgcyclus worden in vaste volgorde doorlopen: plannen – het uitvoeren – controleren – borgen/ bijstellen – plannen. Er is sprake van een structurele borging van bereikte ontwikkelingen. Het wordt integraal toegepast. De verschillende kwaliteiten van de school, op verschillende beleidsgebieden en niveaus zij in samenhang onderwerp van de kwaliteitszorg. Het dient voor de horizontale en verticale verantwoording van het vastgestelde beleid. Cyclische werkwijze Binnen onderwijsgroep Fier is vanuit deze uitgangspunten het kwaliteitszorgbeleid op alle niveaus cyclisch vormgegeven. Op bestuursniveau is dat inhoud gegeven en vastgelegd in het beleidsdocument “Schoolplan 2011 – 2015”, waarin het totale kwaliteitszorgbeleid is omschreven en een cyclus van 4 jaren wordt gehanteerd voor de uitvoering, evaluatie, bijstelling en borging van dat beleid. Op schoolniveau geven de individuele scholen vorm aan de kwaliteitszorg. Via documenten van verantwoording en planning wordt het beleid van onderwijsgroep Fier uitgevoerd en wordt de schoolspecifieke situatie nader uitgewerkt in schoolbeleid. Het schoolplan en het jaarplan spelen hierin de centrale rol en zijn leidend in de schoolontwikkeling. Op groepsniveau wordt in de school en groepen het kwaliteitszorgbeleid vormgegeven door het hanteren van specifieke evaluatie- instrumenten, werkwijzen en instrumenten ten bate van de borging. Het jaarplan wordt jaarlijks en het schoolplan vierjaarlijks geëvalueerd. De daaruit voortvloeiende opbrengsten en ontwikkelingen worden via specifieke borgingsactiviteiten en – middelen in een cyclus van één jaar vastgelegd.
Schoolplan 2011-2015
34
7.2 Onderdelen voor verantwoording en planning Op bestuursniveau: -
-
Strategisch beleidsplan 2011 – 2015. Dit plan is een document, waarin op bestuursniveau het beleid voor vier jaar op de volgende terreinen is geformuleerd: onderwijsinhoudelijk, organisatie en personeel,PR en communicatie, huisvesting en financiën. Het schoolplan. Dit plan is een vierjarig document. In het schoolplan is het strategisch beleid van onderwijsgroep Fier vertaald naar het schoolniveau.
Op schoolniveau: -
-
Het schoolplan. Dit plan is een vierjarig document. In het schoolplan is het strategisch beleid van onderwijsgroep Fier vertaald naar het schoolniveau. Daarnaast is in dit document ruimte voor schooleigen beleid. Het jaarplan. Het jaarplan is een éénjarig document. In dit plan wordt het in het schoolplan geformuleerde beleid uitgewerkt. Het jaarverslag. Het jaarverslag is een éénjarig document. In dit verslag geeft de school aan welke acties er op de diverse beleidsterreinen zijn uitgevoerd en welke van de in het jaarplan gestelde doelen zijn verwezenlijkt.
Op leerkrachtniveau: -
-
Het persoonlijk ontwikkelingsplan. Het persoonlijk ontwikkelingsplan is een onderdeel van de gesprekkencyclus. In dit plan heeft de leerkracht eigen ontwikkelingsdoelen geformuleerd in relatie tot de competenties van de wet BIO en/ of de schooldoelen. De groepsmap. De groepsmap is in iedere groep aanwezig en wordt jaarlijks bijgewerkt. De map bevat minimaal de lesroosters, het werkrooster, het taakbeleid, de regels en afspraken, de leerstofplanning en leerstoflijnen en de borgingsdocumenten.
7.3 Evaluatie-instrumenten Werken met kwaliteitskaarten De scholen van onderwijsgroep Fier werken met het instrument “Werken met Kwaliteitskaarten” voor het in kaart brengen van hun kwaliteit. De cyclus is vierjarig. Met het hanteren van dit instrument is het mogelijk antwoord te geven op de vragen “doen we de goede dingen” en “doen we de dingen goed”. Door de kwaliteitskaarten in te vullen heeft de school zicht op de stand van zaken m.b.t de diverse indicatoren, waaronder de indicatoren die door de inspectie van het onderwijs worden gehanteerd. Het Meta- Management Systeem Het MMS (Dotcomschool) is een bestuurlijke monitor en is direct gekoppeld aan de instrumenten van Dotcomschool (het OAS) en van Beekveld en Terpstra (de kwaliteitsvragenlijsten: leerlingen-, ouder en personeelsenquête) Hierdoor is het mogelijk om op detailniveau in te zoomen op de gegevens waarop de kengetallen en indicatoren zijn gebaseerd. Dit maakt het mogelijk om zicht te krijgen op het primaire proces en daar gericht beleid op te ontwikkelen. De afzonderlijke scholen kunnen dit instrument voor de eigen school gebruiken. De planning, normeringen en andere zaken staan vermeld in het handboek “Meta Management Systeem”. De uitkomsten van de enquêtes worden opgenomen in het jaarverslag. Het LeerlingVolgSysteem Het Cito LOVS (methode onafhankelijk) omvat o.a. het basispakket “toetsen” van onderwijsgroep Fier en de Entreetoets groep 6. Deze toetsen worden verplicht door de school afgenomen. Met de toetsen van het volgsysteem kan de school de vorderingen van leerlingen op een systematische wijze volgen. Zo krijgt de school informatie over het resultaat van het geboden onderwijs op leerling, groeps- en schoolniveau, kan de school aandachtspunten formuleren en waar nodig
Schoolplan 2011-2015
35
maatregelen treffen om het onderwijs te verbeteren. Voor de verwerking van de toetsgegevens maakt de school gebruik van het Computerprogramma LOVS. Dit programma is gekoppeld aan het MMS. De Drempeltoets wordt in groep 8 afgenomen. In het jaarverslag neemt de school de tussen- en eindopbrengsten en de analyse van deze opbrengsten op. De methodeafhankelijke toetsen zijn ook onderdeel van het LVS. De opbrengsten hiervan worden geanalyseerd en verwerkt in het groepsplan en/ of handelingsplan. Rapportages van de inspectie van het Onderwijs. De uitkomsten van deze rapportage worden, indien nodig, meegenomen in het jaarplan. Risico inventarisatie en evaluatie van de Arbo- dienst. In het kader van het Arbo-beleid voert onderwijsgroep Fier een vierjaarlijkse R&I en E uit. De uitkomst wordt, indien nodig, verwerkt in het jaarplan. 7.4 Borgingswerkwijzen en –instrumenten. De gesprekkencyclus Binnen het integraal personeelsbeleid vinden gesprekken plaats tussen het bestuur en de algemene directie, de algemeen directeur en de directeur, de directeur en de medewerker. Het gaat hierbij om het startgesprek, het functionering- doelstellinggesprek en het beoordelingsgesprek. Klassenconsultatie door de directeur De directeur voert jaarlijks minimaal twee consultaties uit. Hiervoor wordt een kijkwijzer opgesteld. De kijkwijzer staat in relatie met de schoolontwikkeling en/ of de persoonlijke ontwikkeling van de leerkracht. De consultaties worden afgerond met een gesprek en een schriftelijk verslag. Uit de totaliteit van de ingevulde kijkwijzers kunnen conclusies getrokken worden over de stand van zaken betreffende de invoering en borging van de school/ kwaliteitsontwikkeling. De uitkomsten van de klassenconsultatie met betrekking tot de persoonlijke ontwikkeling worden meegenomen naar de gesprekkencyclus. Klassenconsultatie en/ of voortgangsgesprek door de interne begeleider Dit vindt minimaal twee keer per jaar plaats met de leerkracht en richt zich op de zorgstructuur en klassenmanagement. De afronding vindt plaats met een gesprek en een schriftelijk gesprek. Planning/ voortgangsgesprek met de algemene directie Dit gesprek vindt minimaal twee keer per jaar plaats. Er wordt een vaste agenda gehanteerd o.a. gebaseerd op de indicatoren van de inspectie. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt. Voortgangsgesprek met de coördinerende interne begeleider Dit gesprek met de directeur en de interne begeleider vindt minimaal twee keer per jaar plaats en richt zich op de zorgstructuur van de school. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt. Borgingsdocument In het borgingsdocument worden afgeronde schoolontwikkelingen vastgelegd in afspraken. Dit document wordt op vastgestelde momenten (cyclisch) besproken en indien nodig bijgesteld.
7.5 Beleidsvoornemens Werken met kwaliteitskaarten is op onze school nog niet bekend. Daarom is ons beleid er op gericht om hiermee kennis te maken en te implementeren. Vanaf het schooljaar 2012-2013 wordt d.m.v. een vierjarige cyclus gewerkt met de WMK kwaliteitskaarten.
Schoolplan 2011-2015
36
8. Overige beleidsterreinen
8.1 Het algemeen strategisch beleid Op 18 oktober 2010 is tijdens een avond met GMR en Bestuur een begin gemaakt met het strategisch beleidsplan 2011-2015. Dit leidde die avond tot een vijftal speerpunten. -
Een proactief (mogelijk leidend) beleid samen met de lokale overheden i.v.m. de demografische ontwikkelingen. Het realiseren van een breed aanbod BSO in combinatie met het onderwijs. (cultuur,sport,natuureducatie) Het vergroten van de ouderbetrokkenheid. Het uitwerken van de verantwoordelijkheden die liggen bij passend onderwijs. Het nadrukkelijker profileren van de scholen van Onderwijsgroep FIER.
Dit is uitgemond in een strategisch beleidsplan geldend voor de schoolplancyclus 2011-2015. Het plan is voorlopig vastgesteld door het bestuur. Het directieberaad heeft de gelegenheid om het plan bij te punten en mogelijk nog te amenderen. Vervolgens wordt het plan voorgelegd aan de GMR voor advies. Hierna zal het bestuur overgaan tot definitieve vaststelling. De bestuursvisie en de bestuurlijke uitgangspunten vormen de kapstok voor het functioneren van onze scholen en de mensen die er werken. Jaarlijks wordt een activiteitenplan vastgesteld waarin concrete doelen worden afgesproken.
8.2 Het financieel beleid Sinds de inwerkingtreding van de vereenvoudiging van het bekostigingsstelsel (= Londo-stelsel) op 1 januari 1997 worden bij de berekening van de vergoeding voor materiële instandhouding die een schoolbestuur ontvangt drie soorten programma's van eisen onderscheiden, namelijk: de groepsafhankelijke programma's van eisen; de leerlingafhankelijke programma's van eisen; de aanvullende programma's van eisen. Deze programma's zijn als volgt opgebouwd: A. Groepsafhankelijke programma's van eisen
B. Leerlingafhankelijke programma’s van eisen
1. Onderhoud a. gebouw b. tuin c. schoonmaak
1. Middelen a. medezeggenschap b. bijdragen voor activiteiten van ouders in verband met de medezeggenschap c. W.A.-verzekering d. culturele vorming e. overige uitgaven f. dienstreizen g. onderhoud, vervanging en vernieuwing OLP en onderhoud meubilair h. vervanging en aanpassing meubilair
2. Energie- en waterverbruik a. elektriciteitsverbruik b. verwarming c. schoonmaak
3. Publiekrechtelijke heffingen a. zuiveringslasten b. waterschapslasten c. rioolrecht d. reinigingsrecht
2. Administratie, beheer en bestuur a. administratie b. onderhoudsbeheer c. beheer en bestuur
Schoolplan 2011-2015
37
C. Aanvullende programma's van eisen 1. Nederlands onderwijs aan anderstaligen (NOAT)
De situatie t.a.v. de materiële instandhouding is als volgt: De rijksvergoeding is de norm. De vergoedingen voor het onderhoud van de gebouwen van de verschillende scholen worden samengevoegd. De vergoedingen voor administratie, beheer en bestuur van de verschillende scholen worden ook samengevoegd. Het leerlingenbudget (onderwijsleerpakket) staat ter beschikking van de school(directie). De school beslist, via een op te stellen begroting, hoe het budget gebruikt wordt. Er wordt voor duurzame leermiddelen (methoden) gereserveerd . Jaarlijks wordt er afgerekend en gecontroleerd. Bestuur en scholen moeten met de bovenstaande middelen en reserveringen rondkomen. Over de besteding van de vergoeding van huisvesting maakt onderwijsgroep FIER overleg met de andere schoolbesturen in de Middelsee-gemeenten , plannen in het kader van lokaal onderwijsbeleid. De vergoeding voor het personeel komt aan de orde bij het opstellen en uitvoeren van het bestuursformatieplan. Overleg tussen het bestuur en de directies van onze scholen hebben geleid tot beleid op het gebied van nascholing, arbozorg, personeels-,/kwaliteitsbeleid en innovatie, ouderschapsverlof, herintreders, Lio en knelpunten. Beleid op het gebied van taak-, belonings- en functiedifferentiatie kan nog ontwikkeld worden. Ten aanzien van sponsoring voert het bestuur het volgende beleid: de school wordt niet gesponsord en dat is ook niet de bedoeling. Als in de toekomst een bepaalde situatie erom vraagt, zullen we daarover nadere afspraken maken.
8.3 Het materieel beleid Het beheer van onze schoolgebouwen en -terreinen is aanbesteed. De gemeentelijke planning geeft tegenwoordig aan wanneer het onderhoud (vervanging na het verstrijken van de afschrijvingstermijn) aan de binnen- èn aan de buitenkant van de diverse schoolgebouwen (met uitzondering van het klachtenonderhoud) zal plaatsvinden. Ook wordt het beschikbare budget per onderdeel getoond. De planning wordt doorgenomen met het bestuur van onderwijsgroep FIER. Er is een ander budget beschikbaar voor de kosten van vervanging van bijvoorbeeld meubilair.
8.4 Het relationeel beleid Direct bij het onderwijs betrokken zijn: de kinderen, de ouders/ verzorgers, het team, de directie, het bestuur en de (G)MR. Over deze relaties zijn ook afspraken gemaakt en in een aantal gevallen formeel vastgesteld. In ons geval gaat het om: schoolregels (zie de groepsmap); de contacten school en ouders (zie de schoolgids); de contacten bestuur, directie en GMR (zie het managementstatuut); de contacten school directeuren en MR (zie het reglement MR); de contacten tussen bestuur en GMR (zie het reglement GMR);
Schoolplan 2011-2015
38
-
de contacten tussen gemeente en bestuur (zie het toezichtsdocument).
De teamleden hebben alle andere taken dan lesgeven onderling verdeeld (zie groepsmap/ taakbeleid). Alle geledingen hebben externe contacten maar in het kader van deze paragraaf zijn de externe contacten van team en directie van belang. Deze externe contacten zijn opgenomen in het overzicht van de taakverdeling (zie groeps-map). De school maakt in het kader van WSNS deel uit van het samenwerkingsverband: ‘Het Spectrum ‘. De schoolregels, het managementstatuut en de reglementen van MR en GMR worden in het kader van kwaliteitszorg besproken.
8.5 Beleidsvoornemens Onderwijsgroep Fier Onderwerp
‘11/‘12 ‘12/‘13 ‘13/‘14 ‘14/‘15
Op bestuursniveau wordt met duidelijke kengetallen gewerkt (onderwijs, personeel, financiën, leerlingen, ouders, schoolleiding) zodat er gericht kan worden gerapporteerd en kan worden bijgestuurd naar alle geledingen. Het realiseren van een breed aanbod BSO in combinatie met het onderwijs. (cultuur,sport) Een proactief (mogelijk leidend) beleid samen met de lokale overheden i.v.m. de demografische ontwikkelingen om te komen tot een nieuw spreidingsplan basisonderwijs. Het nadrukkelijker profileren van de scholen van Onderwijsgroep FIER. Het vergroten van de ouderbetrokkenheid. Abbs Otto Clantskoalle: Onderwerp
‘11/‘12 ‘12/‘13 ‘13/‘14 ‘14/‘15
Contacten peuterspeelzaal verbeteren Samenwerken dorpshuis (bso, lytse bieb) intensiveren Samenwerking scholen Deinum Functioneren Oudervereniging Vervanging kleutermeubilair wegens afschrijving Het vergroten van de ouderbetrokkenheid
Schoolplan 2011-2015
X X X X X
X X X X X
X
X
X
39
9. Beleidsvoornemens
9.1 Totaaloverzicht 2011 – 2015.
Op basis van de in het kwaliteitsprofiel genoemde consequenties voor het beleid (en prioritering daarvan) stelt de directeur een meerjaren beleidsplanning op. Criteria voor de meerjarenplanning zijn o.a.: - haalbaarheid; - draagvlak - deskundigheid personeel - financiën - bovengenoemde criteria. De beleidsvoornemens worden per schooljaar (telkens voor het komende schooljaar) SMART uitgewerkt in een schooljaarplan.
Nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Beleidsvoornemens / comp.ontwikkeling In termen van gewenst resultaat Begrijpend en studerend lezen FIERkr8 Werken met CITO LOVS/ trendanalyses Deskundigheidsbevordering IB/BHV TOMontwikkeling/groepsdoorbrekend werken Collegiale consultatie Techniekontwikkeling Systematische methodevervanging Invoeren/ vormgeven open dagen Veiligheidsbeleid schoolniveau Zorgplan schoolniveau Werken met kwaliteitskaarten Werken met portfolio/ nieuw rapport ontwikkelen Vervanging kleutermeubilair Pedagogisch klimaat verbeteren Vergroten ouderbetrokkenheid
‘11 /‘12 X X X X X X X X X X X X
Schoolplan 2011-2015
‘12 /‘13
X X X X X X X X X X X X X X
‘13 /‘14
‘14 / ‘15
X X X X X X
X X
X
X
X X X
X X
40
10. Bijlagen
10.1 Uitkomsten
KwaliteitsScan Primair Onderwijs
Schoolverzamelstaat uitkomsten KwaliteitsScan School :
Otto Clantskoalle Boksum
Aantal G
Aantal V
Indicator 1.1
2
Indicator 1.2
Datum :
Aantal M
Aantal O
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
4
20
6
3,3
Voldoende
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 1.3
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 1.4
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 1.5
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 1.6
1
5
19
6
3,2
Voldoende
Indicator 1.7
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
145
42
3,5
Voldoende/Goed
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
Voorwaarden kwaliteit
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 1
Aantal M
Aantal O
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
Aantal G
Aantal V
Indicator 2.1
2
4
20
6
3,3
Voldoende
Indicator 2.2
1
5
19
6
3,2
Voldoende
Indicator 2.3
2
4
20
6
3,3
Voldoende
Indicator 2.4
1
5
19
6
3,2
Voldoende
78
24
3,3
Voldoende
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
KW2
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 2
Aantal M
Aantal V
Indicator 3.1
5
1
23
6
3,8
Voldoende/Goed
Indicator 3.2
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 3.3
1
4
18
6
3
Indicator 3.4
5
1
23
6
3,8
1
Aantal O
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
Aantal G
KW3 Leerstofaanbod
19-04-2011
Totaal
KW1
Zorg voor kwaliteit
(Blanco indicatoren-vragenlijst is ter inzage op school)
Schoolplan 2011-2015
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
Voldoende Voldoende/Goed
41
Indicator 3.5
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 3.6
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 3.7
1
4
18
6
3
Voldoende
Indicator 3.8
2
4
20
6
3,3
Voldoende
Indicator 3.9
1
5
19
6
3,2
Voldoende
185
54
3,4
Voldoende
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
23
6
3,8
24
6
4
1
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 3
Aantal G
Aantal V
Indicator 4.1
5
1
Indicator 4.2
6
Indicator 4.3
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 4.4
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 4.5
5
1
23
6
3,8
Voldoende/Goed
114
30
3,8
Voldoende/Goed
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
23
6
3,8
24
6
4
Tijd
KW4
Aantal M
Aantal O
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 4
Pedagogisch handelen
Aantal O
Goed
Aantal V
Indicator 5.1
5
1
Indicator 5.2
6
Indicator 5.3
6
1
27
7
3,9
Voldoende/Goed
Indicator 5.4
5
1
23
6
3,8
Voldoende/Goed
Indicator 5.5
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
119
31
3,8
Voldoende/Goed
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 5
Aantal M
Aantal O
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O) Voldoende/Goed Goed
Aantal G
Aantal V
Indicator 6.1
5
1
23
6
3,8
Voldoende/Goed
Indicator 6.2
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 6.3
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 6.4
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
KW6 Didactisch handelen
Voldoende/Goed
Aantal G
KW5
Aantal M
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
Schoolplan 2011-2015
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
42
Indicator 6.5
1
5
19
6
3,2
Voldoende
Indicator 6.6
2
4
20
6
3,3
Voldoende
Indicator 6.7
2
4
20
6
3,3
Voldoende
Indicator 6.8
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 6.9
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 6.10
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 6.11
5
1
23
6
3,8
Voldoende/Goed
233
66
3,5
Voldoende/Goed
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 6
Aantal G
Aantal V
Indicator 7.1
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 7.2
5
1
23
6
3,8
Voldoende/Goed
Indicator 7.3
5
1
23
6
3,8
Voldoende/Goed
Indicator 7.4
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
90
24
3,8
Voldoende/Goed
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
6
18
6
3
Voldoende
Afstemmen
KW7
Aantal M
Aantal O
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 7
Actieve rol leerlingen
KW8
Aantal G
Indicator 8.1
Aantal V
Aantal M
Aantal O
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
Indicator 8.2
1
5
19
6
3,2
Voldoende
Indicator 8.3
5
1
23
6
3,8
Voldoende/Goed
Indicator 8.4
1
5
19
6
3,2
Voldoende
79
24
3,3
Voldoende
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
18
6
3
22
6
3,7
18
6
3
22
6
3,7
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 8
Aantal G
Aantal V
Aantal M
Indicator 9.1
1
4
1
Indicator 9.2
4
2
Indicator 9.3
1
4
Indicator 9.4
4
2
KW9
Veilige sfeer
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
1
Aantal O
Schoolplan 2011-2015
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O) Voldoende Voldoende/Goed Voldoende Voldoende/Goed
43
Indicator 9.5
2
3
1
19
6
3,2
Voldoende
Indicator 9.6
2
3
1
19
6
3,2
Voldoende
Indicator 9.7
6
18
6
3
Voldoende
Indicator 9.8
6
18
6
3
Voldoende
Indicator 9.9
6
18
6
3
Voldoende
172
54
3,2
Voldoende
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 9
Aantal V
Aantal M
Indicator 10.1
4
1
1
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 10.2
3
2
1
20
6
3,3
Voldoende
Indicator 10.3
1
4
1
18
6
3
Voldoende
Indicator 10.4
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 10
80
24
3,3
Voldoende
Aantal G
Aantal V
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
Indicator 11.1
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 11.2
2
4
20
6
3,3
Voldoende
Indicator 11.3
2
4
20
6
3,3
Voldoende
Indicator 11.4
1
5
19
6
3,2
Voldoende
Indicator 11.5
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 11.6
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 11
125
36
3,5
Voldoende/Goed
Aantal G
Aantal V
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
Indicator 12.1
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 12.2
3
1
19
6
3,2
Voldoende
40
12
3,3
Voldoende
Begeleiding leerlingen
Aantal G
KW10
Resultaten eind
Passende zorg
KW11
KW12
Aantal M
Aantal M
Aantal O
Aantal O
Aantal O
2
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 12
Schoolplan 2011-2015
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
44
Aantal G
Aantal V
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
Indicator 13.1
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 13.2
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 13.3
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 13.4
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 13.5
4
2
24
8
3
Voldoende
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 13
108
32
3,4
Voldoende
Aantal G
Aantal V
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
Indicator 14.1
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 14.2
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 14.3
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 14.4
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 14.5
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 14.6
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 14.7
2
4
20
6
3,3
Voldoende
Indicator 14.8
1
5
19
6
3,2
Voldoende
Indicator 14.9
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 14
191
54
3,5
Voldoende/Goed
Aantal G
Aantal V
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
Indicator 15.1
2
4
20
6
3,3
Voldoende
Indicator 15.2
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 15.3
5
1
23
6
3,8
Voldoende/Goed
Indicator 15.4
5
1
23
6
3,8
Voldoende/Goed
Indicator 15.5
5
1
23
6
3,8
Voldoende/Goed
Indicator 15.6
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Resultaten ontwikkeling
KW13
Leiderschap en management
KW14
Personeelsbeleid
KW15
Aantal M
Aantal O
2
Aantal M
Aantal M
Aantal O
Aantal O
Schoolplan 2011-2015
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
45
Indicator 15.7
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 15.8
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
14
6
2,3
Matig
Indicator 15.9
3
2
2
2
18
6
3
3
2
13
5
2,6
Matig/Voldoende
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 15
220
65
3,4
Voldoende
Aantal G
Aantal V
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
Indicator 16.1
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 16.2
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 16.3
4
2
22
6
3,7
Voldoende/Goed
Indicator 16.4
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 16
86
24
3,6
Voldoende/Goed
Aantal G
Aantal V
Totaal
Aantal (n)
Gemiddeld Totaal / n
Indicator 17.1
1
5
19
6
3,2
Voldoende
Indicator 17.2
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 17.3
3
3
21
6
3,5
Voldoende/Goed
Indicator 17.4
2
4
20
6
3,3
Voldoende
6
18
6
3
Voldoende
99
30
3,3
Voldoende
Indicator 15.10
2
Indicator 15.11
Inzet middelen
KW16
Communicatie
KW17
Indicator 17.5
Aantal M
Aantal M
1
Aantal O
Aantal O
Gemiddelde waardering kwaliteitsaspect 17
Schoolplan 2011-2015
Voldoende
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
Gemiddelde waardering indicator (G,V,M,O)
46
10.2
Formulieren vaststelling en instemming schoolplan
Naam school : ABBS Otto Clantskoalle Adres
: Blessumerpaed 3
Plaats
: 9031 XM Boksum
Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het schoolplan van bovengenoemde school voor de planperiode 2011-2015 vastgesteld overeenkomstig art. 16 lid 1 van de Wet op het Primair Onderwijs voor de periode van 4 jaar.
Namens het bevoegd gezag,
______________________ (datum)
______________________ (naam)
______________________ (functie)
______________________ (handt.) Formulier Instemming Schoolplan
Schoolplan 2011-2015
47
Naam school : ABBS Otto Clantskoalle Adres
: Blessumerpaed 3
Plaats
: 9031 XM Boksum
Verklaring De Medezeggenschapsraad van bovengenoemde school verklaart hierbij in te stemmen met het schoolplan van bovengenoemde school voor de planperiode 20011-2015 overeenkomstig art. 6 van de Wet op de Medezeggenschap (WMO) in het Onderwijs\artikel 10b van het wetsvoorstel Medezeggenschap op Scholen (WMS)
Namens de medezeggenschapsraad,
____________ (datum)
______________________ (naam)
______________________ (functie)
______________________ (handt.)
Schoolplan 2011-2015
48