Jaarverslag 2013
1
SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK Ouders en leerkrachten merken het snel als een kind zich anders gedraagt dan normaal. Soms is er niks ernstigs aan de hand en zit een kind gewoon even wat minder lekker in zijn vel. Het is wel goed om dan te kijken hoe het kind weer zo snel mogelijk lekker in zijn vel gaat zitten. Een gesprek met de schoolmaatschappelijk werker kan daarbij vaak helpen. Schoolmaatschappelijk werk is erop gericht om in een zo vroeg mogelijk stadium problemen te signaleren en zo nodig op te pakken, om zo schooluitval of escalatie van problemen te voorkomen. De schoolmaatschappelijk werker heeft een breed pakket aan werkzaamheden en is betrokken bij het vormgeven van de zorgverbreding in het onderwijs. In dit jaarverslag worden enkele belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten van het schoolmaatschappelijk werk in Nijmegen beschreven. Welke problemen komen schoolmaatschappelijk werkers tegen? Hoe pakken zij dit op? En welke ontwikkelingen zijn er in de samenwerking met de scholen of andere partijen?
Soorten problematiek Het schoolmaatschappelijk werk in Nijmegen heeft te maken met problemen op uiteenlopende gebieden. In tabel 1 is te zien met welke probleemgebieden cliënten in 2013 te maken hadden. Vaak heeft een hulpvraag betrekking op meerdere probleemgebieden, zoals bijvoorbeeld huiselijk geweld en opvoeding. Echtscheiding In relatief veel hulpvragen van kinderen speelt echtscheidingsproblematiek een rol. Wanneer echtscheidingen vechtscheidingen worden, hebben kinderen daar veel last van. Soms gaat dit bijvoorbeeld gepaard met financiële problemen thuis, bijvoorbeeld wanneer een huis niet snel verkocht kan worden, waardoor de spanningen bij het kind verder oplopen. Niet zelden zorgt dit voor gedragsproblemen zoals concentratieproblemen. Het is voor leerkrachten soms moeilijk om de zorgen over een kind dat te maken krijgt met een echtscheiding bespreekbaar te maken. Zeker wanneer de ouders onderling veel ruzie maken en het belang van het kind minder prioriteit lijkt te hebben. Op dit punt kan een school hulp vragen van het schoolmaatschappelijk werk: "ga eens met die ouders praten om te bespreken hoe ze met elkaar hun kind opvoeden na de scheiding". De schoolmaatschappelijk werker probeert in zo n geval af te tasten of het direct mogelijk is om met beide ouders in gesprek te gaan. Ook kijkt een schoolmaatschappelijk werker of mensen in de directe omgeving van het kind betrokken kunnen worden, omdat zij mogelijk ondersteunend kunnen zijn voor zowel het kind als de ouders. Soms kan een verwijzing naar omgangsbemiddeling een goede keuze zijn om de verhouding tussen vader, moeder en kind weer werkbaar te maken; de schoolmaatschappelijk werker verzorgt dan het voorwerk hiervoor. Op verschillende scholen wordt op advies van de schoolmaatschappelijk werker nu ook gebruik gemaakt van een echtscheidingsprotocol . Opvoeding en gedrag Vaak wordt het door het negatieve gedrag van kinderen voor leerkrachten en ouders lastig om kinderen positief te benaderen en om aandacht te besteden aan het emotionele probleem dat schuilt achter het negatieve gedrag. De schoolmaatschappelijk werker krijgt door in gesprek te gaan met het kind het achterliggende probleem helder en maakt de vertaalslag naar positieve steun en waardering. Wanneer nodig gaat de schoolmaatschappelijk werker vaker op huisbezoek om ouders handvaten te geven die zij nodig hebben om het kind positiever te benaderen en meer zelfstandigheid te geven.
pagina 1 van 7
Vaak doorbreken de opvoedtips en de begeleiding van de schoolmaatschappelijk werker een negatieve spiraal en het afnemen van de zorgen rondom een kind.
Trainingen en gespreksgroepen NIM biedt naast schoolmaatschappelijk werk nog verschillende andere vormen van maatschappelijk werk aan. Eén daarvan is hulpverlening middels trainingen of gespreksgroepen, welke ook voor kinderen worden georganiseerd. Geregeld worden leerlingen door schoolmaatschappelijk werkers verwezen naar een trainingsgroep of gespreksgroep van NIM. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om groepen over echtscheiding en opvoeding, waarbij ouders in steeds grotere mate worden betrokken. NIM faciliteert bijvoorbeeld groepen over opvoedingsondersteuning voor ouders. Een aantal groepen worden verzorgd door de schoolmaatschappelijk werker, maar vaak wordt een groep verzorgd door een andere professional van NIM. Een groepstraject kan na afloop of tijdens het SMW-traject van een kind worden ingezet. Het komend jaar willen diverse schoolmaatschappelijk werkers bekijken of het mogelijk is om groepsaanbod voor kinderen uit te breiden naar andere wijken. Wanneer een groep in de buurt wordt verzorgd, verlaagt dit de drempel voor kinderen om hieraan mee te doen. Daarnaast wordt gekeken of het groepsaanbod kan worden uitgebreid met andere thematiek, zoals een door de school ingekochte training voor leerkrachten over omgaan met agressie die het afgelopen jaar succesvol op een basisschool in Dukenburg verzorgd is. Ook is het voor scholen mogelijk een groep in te kopen zodat deze op de school zelf kan plaatsvinden.
Samenwerking Steeds meer basisscholen vormen een Brede School, waarbij er meer geboden wordt dan alleen onderwijs. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over een huiskamer waar kinderen na schooltijd terecht kunnen of een aanbod van naschoolse activiteiten. Kinderen komen in contact met andere kinderen en kunnen bijvoorbeeld meedoen aan sportactiviteiten die vanuit hun thuissituatie niet mogelijk zijn. Het bereikte resultaat is hierin tweeledig: enerzijds ondervindt het kind voordelen door het aangaan van sociale contacten en anderzijds worden de ouders in de thuissituatie ontlast. Door een goede samenwerking met de Brede Schoolcoördinator wordt er breder overlegd en beter afgestemd wanneer er sprake is van signalen over leerlingen en/of ouders. De komst van het (B)SOT heeft een positieve uitwerking op het schoolmaatschappelijk werk. De schoolnabijheid wordt vergroot en ouders worden direct betrokken. Ouders meteen onderdeel laten uitmaken van het plan, dat werkt! , aldus een schoolmaatschappelijk werker over het BSOT Dukenburg. Er ontstaat betere samenwerking tussen scholen, NIM en de GGD door de komst van het BSOT . Leerkrachten en schoolmaatschappelijk werkers werken intensief samen met intern begeleiders en andere organisaties zoals GGD, Bureau Jeugdzorg of huisartsen. De lijnen tussen de verschillende betrokkenen zijn vaak kort, wat zorgt voor een integrale aanpak van problemen van zo licht mogelijk naar zwaardere hulpverlening indien nodig. Door deze korte lijnen is het bijvoorbeeld beter gelukt om zorgmijdende kinderen in beeld te krijgen, en deze toe te geleiden naar schoolmaatschappelijk werk of andere vormen van hulpverlening. . NIM is direct betrokken bij de organisatie en de uitvoering van de Sociale Wijkteams. Het komend jaar zal er aandacht worden besteed aan het ontstaan van nieuwe directe verbindingen die de ontwikkeling rondom de Sociale Wijkteams met zich mee zullen brengen.
pagina 2 van 7
Orde aanbrengen in de problematiek
een casusvoorbeeld voor SMW
Na een verhuizing kwam een jongetje van vier nieuw op een school in Nijmegen-Noord. Zijn ouders waren onlangs gescheiden en er speelden verschillende problemen in het gezin. Met een verwijzing van een hulpverlener meldde de moeder zich aan bij het schoolmaatschappelijk werk. De schoolmaatschappelijk werker heeft ondersteuning geboden bij het maken van een plan van aanpak. Eén van de onderdelen uit het plan was het organiseren van een Familie Netwerk Beraad. Daarin werd onder andere informatie gegeven over de mogelijkheden van hulp bij het ordenen van schulden. Ook de gevolgen van trauma s bij kinderen werden besproken. Na deze bijeenkomst heeft de moeder, samen met haar familie en andere personen uit haar sociale netwerk, een plan voor de toekomst gemaakt. Gezamenlijk zijn beslissingen genomen over wat moeder zelf kon doen, en waar ze professionele hulp bij nodig had. Op die manier zijn de taken verdeeld. De moeder was erg tevreden met het plan, omdat het structuur biedt in de chaos van problemen die vaak met elkaar samenhangen. Een vriendin van de moeder vertelde over de totstandkoming van het plan: Iedereen heeft zo zijn eigen ideeën. Het is fijn om samen op hetzelfde moment daarover met elkaar in gesprek te gaan .
pagina 3 van 7
SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK - CIJFERS Tabel 1. Problematiek afgesloten dossiers SMW (n = 889) Categorie Gezondheid Psychosociale problematiek
% van totaal 34,98 % 34,20 %
Gezondheid (overig)
0,79 %
Opvoeding
26,32 %
Partnerrelatie
14,17 %
Echtscheiding
11,14 %
Partnerrelatie (overig)
2,14 %
Omgangsregeling
0,90 %
Relatie met school
4,05 %
Verwerking
3,82 %
Huiselijk geweld
3,37 %
Huiselijk geweld (overig)
2,47 %
Fysiek huiselijk geweld
0,45 %
Psychisch huiselijk geweld
0,45 %
Financiën
2,81 %
Schulden
1,46 %
Inkomen
1,35 %
Identiteit
2,70 %
School, opleiding
2,70 %
Familierelatie
2,02 %
Cultuurverschil
1,12 %
Maatschappelijke organisaties
0,90 %
Justitiële zaken
0,45 %
Maatschappelijke organisaties (overig)
0,45 %
Verslaving
0,56 %
Huisvesting
0,22 %
Werk en maatschappelijke participatie
0,22 %
pagina 4 van 7
Tabel 2. Bestede uren SMW per school School / Gemeente
Uren besteed
Budget periode
Verschil
Verschil in %
Akker
90,5
80,0
10,5
13,1%
Aldenhove
96,5
80,0
16,5
20,6%
Aquamarijn
179,0
160,0
19,0
11,9%
Bloemberg
83,3
80,0
3,3
4,1%
Brakkenstein
71,5
80,0
-8,5
-10,6%
BS Het Talent
200,5
160,0
40,5
25,3%
Buut
99,0
80,0
19,0
23,8%
Driemaster
103,0
80,0
23,0
28,8%
Dukendonck
211,5
160,0
51,5
32,2%
Geldershof
97,5
80,0
17,5
21,9%
Hazesprong
206,3
160,0
46,3
28,9%
Het Kleurrijk (vh Groot Nijeveld )
169,0
160,0
9,0
5,6%
Hidaya
116,0
80,0
36,0
45,0%
Kampus
98,5
80,0
18,5
23,1%
Kleine Wereld
145,3
160,0
-14,8
-9,2%
Klein Heijendaal
85,0
160,0
-75,0
-46,9%
Klokkenberg
57,0
80,0
-23,0
-28,8%
Klumpert
171,3
160,0
11,3
7,0%
Lanteerne
180,0
240,0
-60,0
-25,0%
Lindenhoeve
77,5
80,0
-2,5
-3,1%
Luithorst
121,8
160,0
-38,3
-23,9%
Meiboom
125,0
160,0
-35,0
-21,9%
Michiel de Ruyter
93,0
80,0
13,0
16,3%
Montessorischool Dukenburg
124,5
80,0
44,5
55,6%
Montessorischool Lindenholt
54,8
80,0
-25,3
-31,6%
Montessorischool Nijmegen
50,0
80,0
-30,0
-37,5%
Muze
176,0
160,0
16,0
10,0%
NSV II
95,8
160,0
-64,3
-40,2%
Nutsschool Lankforst
209,0
160,0
49,0
30,6%
Octaaf
342,8
320,0
22,8
7,1%
Oversteek
253,0
240,0
13,0
5,4%
Petrus Canisius
79,0
80,0
-1,0
-1,3%
Prins Clausschool
140,0
160,0
-20,0
-12,5%
Prins Maurits
117,3
80,0
37,3
46,6%
Sterredans
73,0
80,0
-7,0
-8,8%
St. Nicolaas
57,5
80,0
-22,5
-28,1%
Vossenburcht
193,8
160,0
33,8
21,1%
Vrije School Meander
123,5
80,0
43,5
54,4%
Wieken
166,5
160,0
6,5
4,1%
Wingerd
169,8
160,0
9,8
6,1%
Zonnewende
118,0
160,0
-42,0
-26,3%
Nijmegen PO
5422
5181
241
4,6%
Op basis van 204 van 204 schooldagen in deze periode
pagina 5 van 7
Tabel 3. Bestede uren SMW per school (SBO) School / Gemeente
Uren besteed
Budget periode
Verschil
Verschil in %
Windroos
24,0
Windroos (locatie Goffert)
840,9
920,0
-79,1
-8,6%
865
920
-55
-6,0%
Nijmegen SBO
Op basis van 204 van 204 schooldagen in deze periode Toelichting: Scholen waar (nog) geen uren op geboekt zijn, worden niet getoond. De budgetafspraken van deze scholen zijn wel meegenomen in het totaal van de betreffende gemeente.
pagina 6 van 7
CASEMANAGEMENT 12Aan gezinnen met complexe problemen op meerdere leefgebieden de zogenaamde multiproblem huishoudens biedt NIM casemanagement 12-. Vier professionals van NIM hebben gezamenlijk elke week 40 uur te besteden om deze complexe problematiek op te pakken. De casemanager is veel aanwezig in een gezin en sluit aan bij het gezinsleven door mee te doen met gewone activiteiten in het gezin. Het eerste doel is om contact te leggen en vertrouwen op te bouwen. Vanuit het opgebouwde contact kan de casemanager zorgelijke situaties onder de aandacht brengen en het gezin ondersteunen bij het aanpakken van de zaken waarover zorgen bestaan.
Aanmelding en doelgroep In tegenstelling tot voorgaande jaren komen de aanmeldingen voor casemanagement niet meer binnen via het ZorgAdviesTeam (ZAT), maar via allerlei partijen die in hun werk te maken hebben met kinderen. Dit heeft er onder andere mee te maken dat casemanagers niet meer deelnemen in het ZAT daar intern begeleiders of schoolmaatschappelijk werkers dit hebben overgenomen. Dit heeft ertoe geleid dat er veel minder cases zijn aangemeld door scholen. Het afgelopen jaar zijn er cases aangemeld onder andere door de GGD, het regieteam en NIM (vanuit algemeen maatschappelijk werk of schoolmaatschappelijk werk). Ook vanuit Sociale Wijkteams en via HatertWerkt zijn cases aangemeld bij casemanagement. Vaak hebben deze gezinnen al veel hulpverleners gehad, maar heeft die inzet niet het gewenste effect gehad. Dit kan komen door de aanpak van de hulpverlening, maar ook door de houding van de gezinnen zelf. Hun gedrag maakt soms dat professionals niet langer hulp willen verlenen, bijvoorbeeld doordat cliënten niet thuis geven wanneer ze een afspraak hebben of voortdurend afspraken niet nakomen.
De aanpak Casemanagement gaat outreachend te werk. Tijdelijk worden taken van het gezin overgenomen door de casemanager om het gezin daarmee wat lucht te geven. Daarnaast gaat de casemanager met alle gezinsleden aan de slag en niet alleen met één of beide ouders. In de hulpverlening worden alle probleemgebieden aangepakt, zodat er een duidelijk totaalbeeld ontstaat. In kleine stapjes wordt planmatig naar het doel toe gewerkt. De casemanagers proberen te stimuleren dat gezinsleden stapsgewijs weer taken kunnen uitvoeren en daarbij uit durven gaan van hun eigen kracht. In het proces van casemanagement wordt veel samengewerkt met andere organisaties of hulp die nodig is om het gezin weer op de rails te krijgen. Casemanagement is een proces dat veel tijd en energie kost, maar ook perspectief biedt wanneer blijkt dat successen geboekt worden. Daarmee is casemanagement een effectieve aanpak die lonend is voor gezinnen die op een andere manier niet meer geholpen kunnen worden.
Evaluatie In 2013 zijn er 11 casussen door de casemanagers opgepakt. Eind 2013 is er door Conexus en NIM in gezamenlijkheid een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar het schoolmaatschappelijk werk en het Casemanagement 12-. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek is er onder andere afgesproken dat er komend jaar gewerkt gaat worden aan de bekendheid van het casemanagement en dat er uitvoerig aandacht zal worden besteed aan de werkafspraken tussen de schoolmaatschappelijk werker en de IB er. Middels deze aanpak, en doordat aanmeldingen vaker via verschillende partijen binnenkomen in plaats van via het ZAT, wordt geprobeerd om in 2014 meer casussen op te kunnen pakken.
pagina 7 van 7