Jaarverslag 2014
Schoolmaatschappelijk Werk Voortgezet Onderwijs
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding
3
2. Doel en visie 2.1 Doel 2.2 Visie
4 4 4
3. Samenwerking en kwaliteit 3.1 Samenwerking 3.2 Kwaliteit
5 5 6
4. Ontwikkelingen
6
5. De hulpverlening in 2014 5.1 Aantal nieuwe cliënten/dossiers 5.2 Nieuwe aanmeldingen: een nadere beschouwing 5.3 Afsluitingen en duur trajecten
7 7 8 9
6. Tevredenheidsonderzoek 6.1 Leerlingen 6.2 Scholen
11 11 11
Bijlagen Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4. Bijlage 5. Bijlage 6. Bijlage 7.
14 15 16 17 18 19 20
Inzet uren per school Korte contacten Aanmeldingen Problematiek bij aanmeldingen Duur van de hulpverlening Reden afsluiting Klanttevredenheidsonderzoeken
1. Inleiding In 2014 heeft het IMW het schoolmaatschappelijk werk verzorgd voor 16 scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Tilburg. De schoolmaatschappelijk werkers helpen leerlingen (en soms ook hun ouders), wanneer zij zich door een of meerdere problemen niet meer optimaal kunnen ontwikkelen op school. Het schoolmaatschappelijk werk (SMW) richt zich op het bevorderen van het welbevinden van leerlingen door het versterken van hun competenties. Dit vergroot de kansen op het succesvol afronden van de schoolloopbanen van de leerlingen in het onderwijs. Het schoolmaatschappelijk werk heeft een belangrijke rol in de zorgstructuur van de school, waarin de school onder meer via het management en zorgcoördinatoren vertegenwoordigd is, maar ook andere zorgdeskundigen van de school kunnen hierin een rol spelen. Daarnaast werkt het IMW uiteraard nauw samen met de GGD, die op elke school voor een aantal uren een jeugdverpleegkundige en soms ook jeugdartsen inzet en ook een structurele plaats heeft in de zorgstructuur en waar nodig met partners in de gespecialiseerde (jeugd)zorg, waarvan Kompaan en De Bocht de meest prominente is. Ook de verbinding met het jongerenwerk van ContourdeTwern, R-Newt, wordt in toenemende mate van belang geacht. Ook in 2014 hebben we met deze partijen samengewerkt op het gebied van voortijdig schoolverlaten (VSV) en in de pilot Jeugdzorg dichterbij Onderwijs. Het zorglandschap is op dit moment vanwege nieuwe landelijke wetgeving en de grotere verantwoordelijkheden op lokaal niveau sterk aan het veranderen. Dat vertaalt zich in een andere manier van kijken naar zorg, ook de specifieke zorg op scholen en mogelijk specifieke veranderingen in de inrichting van het schoolmaatschappelijk werk in het primair en voortgezet onderwijs. Die veranderingen kunnen alleen succesvol worden ingezet, wanneer daarover overeenstemming is tussen de belangrijkste partners, waarbij de gemeente en scholen uiteraard de belangrijkste stem hebben. In het voorjaar van 2015 wordt hierover gezamenlijk nagedacht, waarna eventuele nieuwe inzichten worden vertaald naar inrichting van het schoolmaatschappelijk werk vanaf het schooljaar 2015-2016. In deze rapportage geven we een toelichting op alle relevante ontwikkelingen en de hulpverlening van het schoolmaatschappelijk werk in 2014 met waar nodig een doorkijk naar de komende jaren. In samenspraak met de gemeente Tilburg en coördinator Hub Quaedflieg van Portvolio is dit jaar gekozen voor een compactere rapportage, waarin naast de belangrijkste ontwikkelingen en cijfers ook opnieuw ruimte is gemaakt voor de resultaten van een basaal klanttevredenheidsonderzoek.
3
2. Doel en visie 2.1 Doel Het schoolmaatschappelijk werk heeft als doel om kinderen, en onder omstandigheden de ouders, ondersteuning te bieden zodanig dat kinderen beter kunnen functioneren op school en de ontwikkelingskansen van de leerling worden vergroot. Het schoolmaatschappelijk werk richt zich op het bevorderen van het welbevinden van leerlingen door het versterken van hun competenties. Dit vergroot de kansen op het succesvol afronden van de schoolloopbanen van de leerlingen in het onderwijs. De schoolmaatschappelijk werker biedt hulp aan leerlingen met psychosociale problemen, ontwikkelingsproblematiek of gezinsproblematiek en indien nodig ook aan de ouders. Daarnaast heeft de SMW-er een advies/consultatietaak richting docenten, zorgcoördinatoren en zorgteam, waarin actief wordt samengewerkt met de jeugdverpleegkundige van de GGD, maar ook met eventuele andere zorgprofessionals binnen en buiten de school. De inzet van schoolmaatschappelijk werk draagt eraan bij dat: • • • •
de belemmeringen voor het goed kunnen functioneren van de leerling zijn opgeheven of hanteerbaar gemaakt en/of de leerling is verwezen naar geëigende hulpverlening; de ouders in staat zijn hun kind adequate steun te geven waar nodig; docenten en andere professionals van school bruikbare informatie/adviezen en/of handvatten hebben gekregen; leerlingen vanwege sociaal-emotionele en gedragsproblemen minder verwezen worden naar andere scholen, tweede of derdelijns zorginstellingen en/of het onderwijs voortijdig verlaten.
2.2 Visie Het schoolmaatschappelijk werk is een belangrijke samenwerkingspartner, gesprekspartner van het onderwijs en is samen met de GGD de verbindende schakel tussen onderwijs en zorg in Tilburg en omgeving. De SMW-ers zijn generalisten en hebben daar hun specialisme van gemaakt. We bekijken problemen van mensen en gezinnen altijd in hun samenhang en context. SMW-ers van IMW Tilburg hebben een brede blik, zijn goed benaderbaar en proactief. De kerntaken zijn consultatie aan scholen/schoolondersteuning, kortdurende hulpverlening aan leerlingen en ouders en doorverwijzing naar andere vormen van hulpverlening, zoals eerstelijns voorzieningen (waaronder ook andere werksoorten van het IMW) of meer gespecialiseerde hulpverlening. Het SMW levert een bijdrage aan een gezond en veilig leefklimaat voor kinderen, thuis en op (en rond) school. Het doel is dat de schoolloopbaan van alle leerlingen zo goed mogelijk verloopt. Dit doen we door leerlingen, hun ouders en de leerkrachten te adviseren en ondersteunen waar dat nodig is. In de benadering van de schoolmaatschappelijk werkers staan het ondersteunen en faciliteren van de eigen kracht van kinderen en ouders centraal. Wij geloven dat dit leidt tot meer duurzame ‘eigen oplossingen’ voor hulpvragen. Methodisch werken wij vanuit de principes van oplossingsgericht werken.
4
3. Samenwerking en kwaliteit 3.1 Samenwerking Intern De schoolmaatschappelijk werkers van het IMW werken intern nauw samen met collega’s met andere specialisaties, wanneer de problematiek die zij via school in beeld krijgen te veelomvattend of te complex is (bijvoorbeeld wanneer niet alleen het kind, maar een heel gezinssysteem hulpvragen heeft). IMW heeft daarvoor naast generalistische hulpverleners ook specialisten op het gebied van onder andere materiële hulpverlening, gezinscoaching of begeleid wonen. Bij overgang van kinderen van de ene school naar de andere, bijvoorbeeld in de overgang van primair naar voortgezet onderwijs, vindt uiteraard desgewenst ook een warme overdracht plaats tussen schoolmaatschappelijk werkers. Samenwerking met ketenpartners buiten het onderwijs Het IMW werkt nadrukkelijk vanuit het principe ‘één gezin, één plan’’. Hiervoor is nauwe samenwerking met andere professionals vereist, zowel binnen het IMW als daarbuiten. Het IMW werkt samen met allerlei organisaties in de regio, wat belangrijk is voor een goed en sluitend aanbod voor de scholen, ouders en kinderen. Veelvuldig wordt samengewerkt met Kompaan en De Bocht, Bureau Jeugdzorg, Loket Vroeghulp, MEE, ContourdeTwern, GGZ, Steunpunt Huiselijk Geweld (nu Veilig Thuis) en het Zorg- en Veiligheidshuis. Zowel intern (binnen het IMW) als met externe organisaties zijn er afspraken gemaakt over verwijzing en afstemming. Vaak is dit georganiseerd in ketenverband. Uit preventief oogpunt en om sneller te kunnen interveniëren in complexe situaties werkt het IMW op 7 scholen voor voortgezet onderwijs (Mill Hill, Beatrix College, Vakcollege, 2College Cobbenhagen Lyceum en Mavo, 2College Ruiven en 2College Wandelbos) al enige jaren samen met Kompaan en De Bocht in het project ‘Jeugdzorg dichterbij Onderwijs’. Opvoedondersteuners van Kompaan en De Bocht werken een aantal uren per week op school samen met de schoolmaatschappelijk werkers en pakken complexe hulpvragen van scholieren, zeker wanneer deze gerelateerd is aan gezinsproblematiek, meteen op. De resultaten van deze aanpak worden door alle betrokkenen, en zeker ook door de betrokken scholen, als waardevol en positief ervaren. Het project is tot 1 januari 2015 bekostigd door de provincie. Momenteel wordt onderzocht of een bredere inzet van de principes van deze aanpak wenselijk en mogelijk is. Daarnaast is er in toenemende mate aandacht voor uitwisseling en samenwerking met het jongerenwerk (R-Newt), dat vanuit een andere context jongeren in beeld heeft en zowel in het signaleren van hulpvragen als in het bijdragen aan een oplossing een belangrijke rol speelt. Het jongerenwerk en Kompaan en De Bocht zijn ook partners in het project VSV, waarin schooluitvallers die uit beeld zijn geraakt worden opgespoord en toe geleid worden naar zorg en/of onderwijs en/of werk. Als onderdeel van deze ketengerichte samenwerking meldden de schoolmaatschappelijk werkers in 2014 nog alle hulpverlening aan cliënten tot 23 jaar in het signaleringssysteem ‘Zorg voor Jeugd’ (op naam, niet op inhoud). Alle organisaties in Midden-Brabant die professioneel werken met jeugd (0-23 jaar) namen deel aan Zorg voor Jeugd. Hierdoor kunnen risico’s met kinderen en jongeren worden voorkomen en kan in het belang van de jeugdige en zijn ouders/verzorgers hulp beter op elkaar worden afgestemd. Vanaf 2015 worden hierover nieuwe afspraken gemaakt.
5
3.2 Kwaliteit Deskundigheidsbevordering Het IMW heeft in 2012 alle medewerkers geschoold in de methodiek van ‘oplossingsgericht werken’. Oplossingsgericht werken is een doelgerichte en positieve aanpak om samen met de cliënt tot een goed werkende oplossing te komen die aansluit bij de behoefte van de cliënt. Een methodiek die bij uitstek geschikt is om de eigen kracht van een cliënt te mobiliseren en te activeren, met als doel: kortere hulpverleningstrajecten. De cliënt behoudt daarbij zelf verantwoordelijkheid en eigenaarschap bij het realiseren van de benodigde veranderingen. In 2014 hebben de maatschappelijk werkers in het voortgezet onderwijs een hierop geënte, specifiek op hen gerichte nascholingsleergang ‘Mission Possible’ gevolgd. Deze methodische benadering staat ook centraal in de Tilburgse Aanpak. Daarom is voor alle medewerkers van de Toegang in het najaar van 2014 een nascholingstraject op dit terrein begonnen. Daarnaast zijn zij geschoold in het instrumentarium dat in de hele Toegang gebruikt wordt: de Quick Scan (QS, als intake instrument), de Integrale Vraaganalyse (IVA, als breedte inventarisatie wanneer er signalen zijn dat er op meerdere levensgebieden zorgen zijn) en het Integrale Plan van Aanpak (IPvA, op basis waarvan de zorg gaat worden verleend). Ten slotte zijn de schoolmaatschappelijk werkers op verschillende niveaus geaccrediteerd voor Triple P (opvoedondersteuningsmodules) en zijn ze in 2014 opnieuw geschoold door het Steunpunt Huiselijk Geweld. Keurmerk Het IMW hecht veel belang aan een goede kwaliteit van onze dienstverlening. We stellen de klant centraal en werken voortdurend aan verbetering van de dienstverlening. Niet voor niets werken we al jaren met het HKZ-keurmerk. Dit keurmerk voeren we sinds 2009 ook voor het schoolmaatschappelijk werk. Het huidige keurmerk loopt tot eind 2015.
4. Ontwikkelingen De decentralisaties van onder meer de jeugdzorg en de WMO naar de gemeenten per 1 januari 2015 hebben in 2014 hun schaduw vooruit geworpen. Het IMW heeft daarop geanticipeerd door per 1 juli 2014 het eigen werkgebied in Tilburg, conform de indeling van de gemeenten, op te delen in 11 deelgebieden. Sommige stedelijk georiënteerde disciplines, zoals het schoolmaatschappelijk werk in het voortgezet onderwijs en het MBO, zijn daarnaast als zelfstandige eenheden blijven bestaan. Per 1 januari 2015 is in de gemeente Tilburg de Tilburgse Aanpak van start gegaan. Het IMW, een deel van de GGD (jeugdverpleegkundigen, jeugdartsen), MEE en twee ambtelijke disciplines (WMO en Werk & Inkomen) vormen in deze aanpak gezamenlijk de Toegang. Ook de SMW-ers in het voortgezet onderwijs zijn onderdeel van de Toegang. Genoemde partijen verrichten gebiedsgericht lichte hulpverlening en zijn verantwoordelijk voor de doorverwijzing naar een aantal vormen van gespecialiseerde zorg. Zij doen dat vanuit 11 deelgebieden in de stad en een 12+ team. In dat team zitten vanuit de verschillende samenwerkende partners de professionals die zich specifiek met de doelgroep 12+ bezig houden. De gemeente heeft haar visie hieromtrent aan de stad gepresenteerd via een aantal factsheets, waarvan één specifiek gaat over het maatschappelijk werk in het voortgezet onderwijs. Deze zijn reeds in uw bezit.
6
Schoolmaatschappelijk werkers in het voortgezet onderwijs maken primair deel uit van het zorgteam van de school. Op elke school is minimaal één, op maat en naar de wens van de school vormgegeven ZAT, waaraan de schoolmaatschappelijk werker actief deelneemt. Tegelijkertijd zijn zij onderdeel van de Toegang. Hoe de positie en de wensen van het onderwijs en de inrichting van de toegangsrol van het schoolmaatschappelijk werk in de komende jaren met elkaar in balans worden gebracht, is onderwerp van overleg waarin gemeente, scholen én de relevante toegangspartners in het voorjaar van 2015 hebben geparticipeerd. Gezamenlijk gedragen nieuwe afspraken die hieruit volgen, krijgen pas op zijn vroegst met ingang van het schooljaar 2015-2016 hun beslag.
5. De hulpverlening in 2014 In 2014 heeft het IMW het schoolmaatschappelijk werk verzorgd voor 16 scholen voor voortgezet onderwijs in Tilburg, Goirle, Dongen en Oisterwijk. Daarbij tellen we het Vakcollege, met ingang van het schooljaar 2014-2015 voortgekomen uit Vakschool en MBC Economie en Groen, als één. In totaal heeft IMW 5,19 fte ingezet (186,93 uur per week). Een overzichtslijst van de ureninzet per school per 1 augustus 2014 vindt u in bijlage 1. 5.1 Aantal nieuwe cliënten/dossiers Het aantal aanmeldingen (tabel 1) is in 2014 licht toegenomen, van 316 naar 323. Naast deze nieuwe aanmeldingen waren er nog 154 dossiers uit 2013 in behandeling. Hoewel dit correspondeert met de trend van de laatste jaren en de door scholen en maatschappelijk werkers gevoelde toename van de werkdruk, is uit deze cijfers alleen niet veel af te leiden. De aantallen weerspiegelen immers niet de zwaarte van de hulpvraag. Tegen die achtergrond is vanaf 2014 met de gemeente in het subsidiecontract met IMW ook niet langer een getalscriterium afgesproken, maar inzet in fte. Tabel 1. Aanmeldingen – afsluitingen – in behangeling
Jaar
Aanmelding
Afsluitingen
2012 2013 2014
285 316 323
305 317 300
Eind v.h. jaar nog in behandeling 152 154 177
7
In Tabel 2 is de top 5 opgenomen van de meeste nieuwe aanmeldingen per school. Tabel 2. Top 5: nieuwe aanmeldingen per school
2014 Vakcollege De Rooi Pannen Cambreur Beatrixcollege 2College Durendael
2013 Vakschool + MBC E&G De Rooi Pannen 2College Durendael Beatrixcollege Cambreur
53 33 26 25 23
57 28 27 25 25
Deze cijfers geven een eerste kwantitatief inzicht in de vraag per school. Scherp inzicht bieden deze cijfers niet, omdat een school met meer uren schoolmaatschappelijk werk logischerwijs meer aanmeldingen kan verwerken. Daarnaast verrichten schoolmaatschappelijk werkers binnen en in overleg met de school veel meer werkzaamheden. Met in achtneming van deze kanttekeningen bij de cijfers, stellen we desalniettemin dat de top 5 in samenstelling en volgorde maar ook getalsmatig vrijwel identiek is aan 2013. In bijlage 2 is ook nog een overzicht opgenomen van het aantal korte contacten. Korte contacten zijn contacten met leerlingen en/of ouders of docenten waarbij een oriënterend gesprek voldoende is en er geen verdere hulpverlening hoeft te worden opgestart. Dit aantal is gedaald ten opzichte van 2013. We constateren dat dit beeld per school dermate ver uiteen loopt dat hieruit geen conclusies kunnen worden getrokken. Dit heeft vermoedelijk te maken met het feit dat het niet door alle schoolmaatschappelijk werkers op dezelfde wijze wordt geregistreerd. Hierover worden ten behoeve van de rapportage 2015 nieuwe afspraken over gemaakt. 5.2 Nieuwe aanmeldingen: een nadere beschouwing Ten aanzien van de nieuwe aanmeldingen hebben we een nadere stedelijke analyse gemaakt van de aard van de problematiek en de aanmeldingen per leerjaar. Als referentie zetten we deze kwantitatieve gegevens af tegen de cijfers uit de rapportage van 2013. Problematiek Tabel 3. Aard van de problematiek bij aanmelding
Aard problematiek 2014 Ouder/kind relatie Sociaal/emotioneel Scheidingsproblematiek Relatie leerling - school Gedragsproblemen
20% 14% 12% 10% 6%
Aard problematiek 2013 Ouder/kind relatie Sociaal/emotioneel Scheidingsproblematiek Gedragsproblemen Relatie leerling - school
24% 15% 13% 9% 7%
Het IMW registreert de aard van de problematiek bij aanmelding. Voor inzicht per school verwijzen we u naar bijlage 4. Hoewel dit cijfer zeker inzicht geeft in de belangrijkste hulpvragen, houden we er rekening mee dat gedurende het hulpverleningstraject nieuwe of onderliggende hulpvragen aan de oppervlakte komen.
8
Uit een vergelijking met de cijfers van 2013 blijkt dat zowel in absolute omvang als in volgorde de aard van de aanmeldproblematiek vergelijkbaar is. Problemen in de ouder/kind relatie scoren ook in 2014 het hoogst. Het gaat daarbij om aanmeldingen die te maken hebben met opvoedingsonmacht; onvoldoende toezicht op betrokkenheid bij kinderen, gezinsproblematiek, persoonlijke problemen van ouders etc. Ook problemen van sociaal/emotionele aard scoren onverminderd hoog; daarbij kan gedacht worden aan ontwikkelingsproblematiek, zoals identiteitsvraagstukken, pesten, weinig zelfvertrouwen, een laag zelfbeeld en weinig weerbaarheid. Ook scheidingsproblematiek scoort sinds enkele jaren hoog. De top 5 aan problematieken is ook in 2014 gezamenlijk verantwoordelijk voor ongeveer 2/3e van alle aanmeldingen. Nieuwe aanmeldingen onderverdeeld naar leerjaar Om inzicht te krijgen in de leeftijdscategorie van aangemelde leerlingen hebben we voor de nieuwe aanmeldingen ook het leerjaar van de betreffende leerling geregistreerd (zie bijlage 3). De meeste aanmeldingen komen dit jaar uit de laagste klassen van het voortgezet onderwijs. Dat is een verandering ten opzichte van 2013, toen de meeste nieuwe aanmeldingen uit de 2e en 3e klas kwamen. Belangrijkste stijging is zichtbaar bij het aantal aanmeldingen van leerlingen uit de eerste klas (+ 7%) en een even grote daling van aanmeldingen van leerlingen uit de derde klas (-7%). We kunnen op basis hiervan nog niet aangeven of hier sprake is van een structurele trend, maar het is wel goed om de ontwikkeling van de vraag nauwlettend in de gaten te houden. 5.3 Afsluiting en duur trajecten Redenen van afsluiting De redenen van afsluiting van een hulpverleningstraject geven basaal inzicht in de mate waarin de interventies van het schoolmaatschappelijk werk effectief zijn geweest. Tabel 4. Reden afsluitingen
Reden afsluitingen 2014 Doel behaald Opvolging externe hulpverlening Cliënt niet gemotiveerd Anders
38% 23% 14% 25%
In 2014 is ruim 60% van de trajecten met een concreet resultaat afgesloten, hetzij omdat het doel behaald is hetzij omdat er doorverwezen is naar meer specialistische zorg van andere hulpverleners. Uiteraard is de hulpverlening erop gericht dit percentage omhoog te brengen. De duur van trajecten kan inzicht geven in de gemiddelde omvang en intensiteit van de hulpverlening. We maken onderscheid naar korte (<3 maanden), middellange (3-12 maanden) en lange (>12 maanden) trajecten en rekenen uiteraard alleen met de trajecten die in 2014 zijn afgesloten. Daarbij maken we de kanttekening dat kortdurende hulpverlening zeker niet altijd gelijk staat aan lichtere problematiek en langdurige trajecten niet per definitie iets zeggen over de zwaarte van de vraag.
9
We constateren dat er ten opzichte van 2013 de verhouding tussen het aantal korte, middellange en lange trajecten vrijwel gelijk is gebleven. Tabel 5. Duur van de trajecten Duur aanmelding – afsluiting
Aantal dossiers in 2014
Aantal dossiers in 2013
Kort (0-3 maanden)
114 (25 %)
125 (27 %)
Middel (3-12 maanden)
271 (60 %)
283 (60 %)
Lang (> 12 maanden)
69 (15 %)
63 (13 %)
Openstaande dossiers *
208
154
Totaal
662
625
* Openstaande dossiers zijn de dossiers van cliënten die per 1 januari 2015 nog in begeleiding waren.
10
6. Tevredenheidsonderzoek 6.1 Leerlingen IMW heeft tot 2014 bij de afsluiting van een hulpverleningstraject een enquêteformulier meegegeven, waarin cliënten anoniem mogen reageren op de hulpverlening. Omdat de respons hierop al enkele jaren zeer laag is (in 2013 nog geen 20%) hebben we er in 2014 voor gekozen het uitreiken van de enquête optioneel te maken. Op 8 scholen zijn dit jaar nog enquêtes uitgereikt. Omdat inzicht in de tevredenheid over de hulpverlening belangrijke inzichten kan opleveren, wordt in de loop van 2015 binnen IMW (uiteraard in samenhang met de keuzes hieromtrent in de Tilburgse Toegang en in de omliggende gemeenten) onderzocht op welke manieren deze beter in beeld gebracht kan worden. In 2014 zijn uiteindelijk 45 enquêtes geretourneerd (zie bijlage 7.2). Deze jongeren zijn in de regel positief over de aanwezigheid van de maatschappelijk werker en zijn ondersteuning. De jongeren bij wie in het kader van de hulpverlening contact is gezocht met de ouders, zijn ook daar positief over.
6.2 Scholen Zeker in tijden van verandering is het goed regelmatig bij scholen te informeren naar hun tevredenheid over de inzet van het schoolmaatschappelijk werk. Daarom is ook in 2014 een enquête uitgezet onder directieleden en zorgcoördinatoren van de scholen voor voortgezet onderwijs. In totaal zijn 52 enquêtes uitgezet, waarvan er 44 geretourneerd zijn. De enquête bestond ook dit jaar uit 9 schaalvragen op het terrein van de algemene indruk, uitvoering en organisatie van het maatschappelijk werk op school. Daarnaast was er gelegenheid voor aanvullende opmerkingen. Een overzicht van het aantal uitgezette en geretourneerde enquêtes is opgenomen in bijlage 7.1.
11
In tabel 6 zijn de resultaten van de antwoorden in percentages weergegeven. Tabel 6. Resultaten tevredenheidsonderzoek kalenderjaar 2014 ++
+
+\-
-
Algemeen Hoe is uw ervaring met het feit dat er op school MW geboden wordt? Hoe beoordeelt u het toegewezen aantal uren SMW?
27 14 2 1 11 19 12
Uitvoering Hoe ervaart u de samenwerking met de SMW-er? Hoe ervaart u de bereikbaarheid van de SMW-er? Hoe ervaart u de beschikbaarheid van de SMW-er? Hoe ervaart u de werkwijze van de SMW-er? Hoe ervaart u de inbreng van de SMW-er in het zorgteam?
22 12 6 17 24
20 2 27 5 21 13 23 4 18 2
Organisatie Hoe ervaart u de organisatie van het SMW door het IMW? Hoe ervaart u de communicatie met het IMW?
2 3
17 16 12 20
--
nvt tot
1 1
44 44
44 44 44 44 44
4
9 9
44 44
De scholen die de enquête hebben geretourneerd ervaren het feit dat er SMW op scholen wordt aangeboden als (zeer) positief, maar zijn kritischer over het geboden aantal uren per week; in 27 % van de enquêtes wordt hierover een negatief oordeel geveld. Ten aanzien van de uitvoering van het schoolmaatschappelijk werk zijn scholen over het geheel genomen positief. Voornaamste aandachtspunt is hierbij de beschikbaarheid, die in 4 enquêtes als onvoldoende wordt beschouwd. Mogelijk is hier sprake van een verband met de zorg van een aantal scholen over de beschikbare capaciteit. De organisatie van het SMW wordt door de meeste scholen als voldoende tot goed ervaren. Vervolg We beschouwen de resultaten van deze enquête als een stimulans om door te gaan op de ingezette weg. Tegelijkertijd zien we verbeterpunten, in de breedte, maar ook op schoolniveau. Waar er op basis van de opmerkingen op de enquête aanleiding voor is, zal de schoolmaatschappelijk werker het initiatief nemen om hierover in gesprek te gaan met de school om specifieke aandachtspunten te bespreken. Het breder gedragen aandachtspunt van de capaciteit SMW per school nemen we mee in het regulier overleg met de gemeente.
12
BIJLAGEN
Bijlage 1. Inzet uren per school
Scholen VO 2 College Durendael
Per augustus 2014 12,79
2 College Cobbenhagen lyceum
7,03
2 College Cobbenhagenmavo
8,43
2 College Jozefmavo
10,48
2 College Ruiven
8,26
2 College Wandelbos
4,50
Beatrixcollege
16,56
Cambreurcollege
12,76
De Nieuwste School
6,24
Koning Willem II College
13,36
Mill Hill College
11,97
Reeshof College
11,00
St. Odulphuslyceum
9,56
Theresialyceum
9,03
Vakcollege
32,06
VMBO De Rooi Pannen
12,90
Totaal netto uren
186,93
14
Bijlage 2. Korte contacten Korte contacten Jaar 2013 2014
VO 288 179
KORTE CONTACTEN School
Totaal
2 College Durendael
1
2 College Cobbenhagen lyceum
3
2 College Cobbenhagenmavo
5
2 College Jozefmavo
7
2 College Ruiven
19
2 College Wandelbos
5
Cambreurcollege
1
De Nieuwste School
7
Koning Willem 2 College
3
Mill Hill college
2
Theresialyceum
2
Vakcollege
56
VMBO De Rooi Pannen
68
Eindtotaal
179
15
Bijlage 3. Aanmeldingen
1
2
3
4
5
6
Totaal
School
Anders*
AANMELDINGEN PER LEERJAAR
2 College Durendael
0
4
4
8
5
1 1
23
2 College Cobbenhagenlyceum
0
3
2
3
4
0 0
12
2 College Cobbenhagenmavo
0
4
2
2
1
0 0
9
2 College Jozefmavo
0 10
5
2
1
0 0
18
2 College Ruiven
0
5
1
1
2
0 0
9
2 College Wandelbos
0
0
2
3
3
0 0
8
Beatrixcollege
0
8
6
5
4
2 0
25
Cambreurcollege
0
2 14
6
2
2 0
26
De Nieuwste School
0
5
2
2
6
0 0
15
Koning Willem 2 College
0
5
6
4
2
1 0
18
Mill Hill college
0
5
6
3
1
3 0
18
Reeshof College
0
4
6
6
4
0 0
20
St. Odulphuslyceum
0
5
2
3
5
5 1
21
Theresialyceum
0
2
5
2
2
4 0
15
9 12
4
0 0
53
8
8
0 0
33
13 89 80 67 54 18 2
323
Vakcollege Tilburg VMBO De Rooi Pannen Totaal
13 15 0 12
5
* Internationale schakelklas
16
Bijlage 4. Problematieken bij aanmelding
'Jeugd en Gezin'
Echtscheiding
Gedragsproblemen
Huiselijk geweld
Lichamelijk en/of gezondheidsproblemen
Ouder / kindrelatie
Ouders in problemen
Overig
Pesten
Prestaties
Problemen in relatie met school
Psychisch
Seksueel misbruik slachtoffer
Sociaal / emotioneel
Spijbelen
Verlieservaring / rouwproblematiek
Verslaving
Totaal
PROBLEMATIEK
2 College Durendael
2
4
1
3
1
7
1
1
0
0
0
3
0
0
0
0
0
23
2 College Cobbenhagen lyceum
2
1
1
0
0
1
0
0
2
1
2
1
0
1
0
0
0
12
2 College Cobbenhagenmavo
1
1
0
0
1
2
0
1
0
0
1
0
0
2
0
0
0
9
2 College Jozefmavo
0
4
1
1
0
4
0
0
1
1
1
0
1
2
0
2
0
18
2 College Ruiven
1
0
1
1
2
1
0
0
0
0
0
1
0
2
0
0
0
9
2 College Wandelbos
1
0
1
0
0
1
1
0
1
1
1
0
0
1
0
0
0
8
Beatrixcollege
0
7
5
1
1
4
0
0
0
0
1
3
0
2
1
0
0
25
Cambreurcollege
0
2
1
2
0
6
2
1
1
0
3
3
0
2
1
2
0
26
De Nieuwste School
0
6
0
1
0
6
0
0
0
0
0
0
0
2
0
0
0
15
Koning Willem 2 College
0
0
0
1
1
2
0
3
0
0
2
1
0
5
0
3
0
18
Mill Hill college
0
0
0
0
1
5
0
5
0
1
3
0
0
2
0
1
0
18
Reeshof College
0
4
4
0
0
6
0
0
1
0
0
0
0
2
2
1
0
20
St. Odulphuslyceum
0
3
2
0
2
5
0
1
0
1
0
0
0
5
0
2
0
21
Theresialyceum
0
4
0
1
0
4
1
2
0
0
1
0
1
0
0
0
1
15
Vakcollege Tilburg
2
0
0
2
0 10
1
6
1
0 15
1
3
9
1
1
1
53
VMBO De Rooi Pannen
5
3
2
0
1
0
1
0
1
3
1
7
1
0
3
33
6 21
7
6 33 16
School
Totaal
2
14 39 19 13 10 66
3
6 44
6 12
5 323
17
Bijlage 5. Duur van de hulpverlening
0-1 weken
1-3 weken
3-5 weken
5-8 weken
9-13 weken
Middel: 3-12 mnd
Lang: > 12 mnd
Totaal
DUUR VAN DE HULPVERLENING
2 College Durendael
0
0
3
1
9
16
4
33
2 College Cobbenhagen lyceum
0
0
0
0
2
9
6
17
2 College Cobbenhagenmavo
0
0
0
1
1
11
7
20
2 College Jozefmavo
0
0
2
0
1
10 11
24
2 College Ruiven
0
0
0
2
1
8
3
14
2 College Wandelbos
0
0
0
0
0
10
5
15
Beatrixcollege
0
1
2
2
7
21
0
33
Cambreurcollege
0
1
0
0
5
26
2
34
De Nieuwste School
0
0
0
2
5
10
0
17
Koning Willem 2 College
1
0
1
1
1
13
3
20
Mill Hill college
0
2
2
1
1
14
4
24
Reeshof College
0
1
1
1
4
18
1
26
St. Odulphuslyceum
1
0
2
4
4
19
0
30
Theresialyceum
0
0
1
1
1
16
5
24
Vakcollege Tilburg
1
1
4
4 10
45 15
80
VMBO De Rooi Pannen
0
2
0
3 10
25
43
Totaal
3
8 18 23 62 271 69 454
School
3
18
Bijlage 6. Reden afsluiting
Cliënt -> Beroeps Onderwijs
Cliënt -> Voortgezet Onderwijs
Cliënt -> niet gemotiveerd
Ouders/voogd -> niet gemotiveerd
Cliënt -> doelen behaald
Cliënt/SMW -> doelen behaald
SMW -> doelen behaald
Wegens bestaande externe hvp
Leerlingbegeleiding via school
Initiatief ouders, kinderen of onderling overleg
Initiatief cliënt
Initiatief SMW
Gestopt met school/opleiding
Verhuizing
Wisseling school/opleiding
Totaal
REDEN AFSLUITING
2 College Durendael
0
0
5
2
1
10
0
8
0
0
0
1
0
0
0
27
2 College Cobbenhagen lyceum
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
2 College Cobbenhagenmavo
1
1
1
0
2
2
0
1
0
1
0
0
0
0
0
9
2 College Jozefmavo
0
0
2
0
0
7
1
2
0
0
1
0
1
0
1
15
2 College Ruiven
0
0
0
0
0
7
0
3
0
0
0
0
0
0
0
10
2 College Wandelbos
1
0
1
0
0
2
0
2
0
1
0
0
0
0
0
7
Beatrixcollege
0
0
4
0
7
6
0
9
0
0
0
0
0
0
0
26
Cambreurcollege
0
0
2
2
4
5
0
5
0
0
0
0
0
1
1
20
De Nieuwste School
0
0
0
0
3
6
0
2
0
1
0
0
0
0
1
13
Koning Willem 2 College
1
0
0
0
1
7
2
1
0
0
0
0
0
0
0
12
Mill Hill college
0
0
1
1
0
2
2
5
0
1
0
0
0
0
0
12
Reeshof College
0
0
4
2
0
4
0
2
0
0
0
0
0
0
1
13
St. Odulphuslyceum
0
0 10
0
3
3
0
5
0
0
0
0
0
0
0
21
Theresialyceum
0
0
2
2
1
4
0
3
0
0
0
0
0
0
1
13
Vakcollege Tilburg
2
0
5
1
2
23
1 10
0
4
1
0
0
1
6
56
VMBO De Rooi Pannen
1
1
2
2
1
14
2
6
2
0
0
0
0
0
1
32
Totaal
6
2 39 12 25 102
8 65
2
8
2
1
1
2 12 287
SCHOOL
19
Bijlage 7. Klanttevredenheidsonderzoeken
Aantal reacties
Naam van de school 2 College Cobbenhagen lyceum 2 College Cobbenhagen MAVO 2 College Durendael 2 College Jozef 2 College Ruiven 2 College Wandelbos Beatrix College Cambreur College De Nieuwste School Vakcollege - Reitse Hoevenstraat/Gershwinstraat Koning Willem II College Mill Hill College Reeshof College De Rooi Pannen VMBO St. Odulphuslyceum Theresialyceum Totaal
Aantal verstuurd
7.1. Reacties scholen
0 0 3 3 4 4 1 1 4 4 1 1 4 3 4 3 4 4 2 2 4 3 2 2 4 4 9 4 2 2 4 4 52 44
20
7.2. Reacties leerlingen Naam van de school 2 College Durendael 2 College Cobbenhagen lyceum 2 College Cobbenhagenmavo 2 College Jozef 2 College Ruiven 2 College Wandelbos Beatrix College Cambreur College De Nieuwste School Koning Willem II College Mill Hill College Reeshof College St. Odulphuslyceum Theresia Lyceum Vakcollege Tilburg De Rooi Pannen VMBO Totaal
Aantal reacties 4 3 6 9 4
6 6 7 45
OP SCHOOL Hoe vind je het dat er op school een maatschappelijk werker is? Hoe vond je de gesprekken met de SMW-er? Hoe vond je dat je geholpen bent door de SMW-er? Begreep de schoolmaatschappelijk werker jouw problemen? THUIS Had de schoolmaatschappelijk werker wel eens contact met thuis? THUIS Hoe vond jij dat? Hoe vond jij het als je ouders contact hadden met de SMW-er?
++ 13 14 15 21
+ 25 25 20 18
JA 17 ++ 1 7
+/7 6 10 6
-
NEE 27 + 13 16
MNU* 23 20
-- NVT
NVT 1 1
-- NVT 8 1
21
Instituut voor Maatschappelijk Werk Postbus 119 5000 AC TILBURG T: 013 - 595 27 10
[email protected] www.imwtilburg.nl