Beleidsregels Schoolmaatschappelijk werk 2016 De concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling, Gelezen het voorstel d.d. 13 juli 2015 en de daarop uitgebrachte adviezen; Gelet op artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene Wet Bestuursrecht, het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012 en het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de Algemeen Directeur 2012; besluit in te trekken: Beleidsregel Schoolmaatschappelijk werk 2016 en 2017, vastgesteld op 1 juni 2015 besluit vast te stellen: Beleidsregels Schoolmaatschappelijk werk 2016 Aldus vastgesteld op 13 juli 2015, Het College van Burgemeester & wethouders Rotterdam, Namens deze, Concerndirecteur cluster Maatschappelijke Ontwikkeling,
De heer W.A.J.J. Houtman
Inleiding: Maatschappelijke uitdaging De snel veranderende samenleving stelt ons keer op keer voor nieuwe vragen en problemen. Typerende veranderingen zijn de groeiende individualisering, het verdwijnen van eenduidige normen en waarden, de toenemende informatiestroom en het ingewikkelder worden van het functioneren van de maatschappij. Ouders zoeken in deze dynamische samenleving naar nieuwe wegen en middelen om hun kinderen op te voeden en hebben soms extra steun nodig. De drempel naar opvoedingsondersteuning of hulpverlening is voor hen vaak te hoog. Schoolmaatschappelijk werk is een laagdrempelige voorziening die ouders vaak wel weet te bereiken. Met de meeste kinderen/jongeren gaat het goed. Soms staan individuele factoren een voorspoedige ontwikkeling van jongeren in de weg. Toegenomen kennis maakt dat deze nu eerder onderkend en behandeld kunnen worden. Dit legt extra druk op de school, want met name daar zullen leerlingen met ontwikkelingsproblemen opgespoord moeten worden. De wens om kinderen/jongeren met verschillende mogelijkheden en kenmerken weer samen te laten leren en opgroeien, maakt dat de leraar in het reguliere onderwijs in de begeleiding van leerlingen met problemen ook een belangrijke rol heeft. De opvoedingstaken en de behoefte aan zorg vragen meer van leerkrachten dan zij op grond van hun opleiding kunnen bieden. Een schoolmaatschappelijk werker kan hier uitkomst bieden. Naast het bieden van hulp kan hij de verbinding realiseren tussen de basiszorg in de school en (gespecialiseerde) zorg buiten de school (bron: www.servicepuntsmw.nl).
Blad: Datum:
2/6 13 juli 2015
Soms verhinderen omstandigheden leerlingen om optimaal te presteren op school. Dit kan zijn door problemen met leren en in hun ontwikkeling, in dit geval is de school verantwoordelijk voor het primaire proces (onderwijs) en de daarbij behorende schoolondersteuning. Soms is er meer aan de hand en worden de problemen veroorzaakt door gedrag of thuissituatie. In dit geval levert de gemeente een bijdrage door subsidies ter beschikking te stellen voor onder andere schoolmaatschappelijk werk (SMW) dat functioneert volgens de in bijlage 1 opgenomen kwaliteitscriteria. Maatschappelijk effect De jeugd beweegt zich op drie zogenaamde leefdomeinen. Dit zijn de gebieden waarin de jeugd zich min of meer dagelijks bevindt. Per domein zijn er andere partijen actief. Ook kan de rol van een partij wisselen per domein. Deze drie domeinen zijn: • • •
Thuis School (en later: werk) Vrije tijd
In het leefdomein ‘school’ is de schoolmaatschappelijk werker de specialist op het gebied van (preventieve) hulpverlening. Het schoolmaatschappelijk werk signaleert in een vroeg stadium hulpsignalen en hiermee neemt op de langere termijn zwaardere zorg af. De schoolmaatschappelijk werker is de ‘linking pin’ naar de wijkteams en hij/zij bepaalt aan de hand van een risicotaxatie of een casus wordt toegeleid naar het wijkteam. Landelijk beleidskader Jeugdwet Wet Passend Onderwijs Gemeentelijk beleidskader Beleidsplan Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel 2015-2018 “Rotterdam Groeit” Beleidskader Jeugd 2015-2022 “Leren loont!” Rotterdams Onderwijsbeleid 2015-2018 Werkdocument Verbinding Passend Onderwijs - Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel dat door FOKOR, de vereniging voor samenwerkende schoolbesturen voor primair en voortgezet onderwijs in Rotterdam, en de Gemeente in januari 2014 is vastgesteld. Juridische grondslag Subsidieverordening Rotterdam 2014 Algemene Wet Bestuursrecht Subsidieregeling schoolmaatschappelijk werk in het MBO (regeling vervalt per 01-01-2018) Beschikbaar budget Het budget voor het voorschoolse veld is nog nader te bepalen. Op dit moment is met schoolmaatschappelijk werk in het voorschoolse veld gestart en worden de bevindingen uit de eerste praktijkervaringen gevolgd tot het eind van het jaar in een aantal proefgebieden. De omvang van het beschikbare budget vanaf 2016 is afhankelijk van de uitkomsten van de proeffase. De verdere implementatie van voorschools maatschappelijk werk vindt plaats in de eerste helft van 2016 en de wijze waarop dit vormgegeven wordt hangt af van de evaluatieresultaten van de ervaringen in de praktijk in 2015. De gemeente stelt voor de uitvoering van het schoolmaatschappelijk werk in het primair-, voortgezeten praktijkonderwijs/MBO in 2016 een budget van € 4.653.231,00 beschikbaar. Dit bedrag bestaat uit een bedrag per school (BRIN-nummer volgens DUO) van maximaal € 8.000,per primair onderwijs school en een bedrag per leerling van € 30,02 voor reguliere basisscholen. Voor het voortgezet onderwijs geldt een bedrag van maximaal € 16.000,- per locatie met een eigen BRIN-nummer. Bij het voortgezet onderwijs geldt geen bedrag per leerling.
Blad: Datum:
3/6 13 juli 2015
Voor het MBO geldt in 2015 onderstaande verdeelsleutel. De verdeelsleutel blijft voor 2016 in de basis hetzelfde. Er kunnen nog kleine verschuivingen optreden aan de hand van de meest recente gegevens van DUO.
Naam mboinstelling
Vaste voet
Aantal leerlingen uit Rotterdams APCgebied
% van het totaal aantal Rotterdamse 1 APC-leerlingen binnen het Rotterdamse mbo, per instelling
Aandeel in restant bedrag voor APCverdeling (€ 621.000)
Beschikbaar budget per instelling
ROC Albeda College
€43.000
7509
50,6%
€ 314.226
€ 357.226
ROC Zadkine
€43.000
5682
38,3%
€ 237.843
€ 280.843
11,1%
€ 62.100
€ 105.100
Overige mboinstellingen Grafisch Lyceum Rotterdam Hout- en Meubileringscollege Scheepvaart & Transport College Wellantcollege
Totaal
€43.000 €10.750
538
3,6%
€ 22.356
€ 33.106
€10.750
179
1,2%
€ 7.452
€ 18.202
€10.750
815
5,5%
€ 34.155
€ 44.905
€10.750
117
0,8%
€ 4.968
€ 15.718
€129.000
14279
100%
€ 621.000 € 750.000,00
Bron: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) ieder jaar wordt subsidie verstrekt op basis van de meest recente gegevens van DUO.
Bij deze subsidie wordt uitgegaan van co-financiering tussen gemeente en onderwijsinstellingen. De verdeling is als volgt:
Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs Middelbaar Beroepsonderwijs
Schoolbesturen 25% 75% 50%
Gemeente 75% 25% 50%
Een vermindering van de eigen bijdrage van de schoolbesturen zal leiden tot een evenredige vermindering van de bijdrage van de gemeente. Daarnaast moet er aantoonbaar maximaal gebruik worden gemaakt van de rijksbijdrage. Een vermindering van de rijksbijdrage zal leiden tot een evenredige vermindering van het aantal fte SMW gefinancierd door de gemeente. Vooralsnog is er alleen een specifieke Rijksregeling SMW voor MBO, welke aflopend is. Begrotingsvoorbehoud Uw subsidie zal worden verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd en wordt daardoor verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld (art 4:34 Awb). 1 Met een Rotterdamse APC-leerling wordt gedoeld op een leerling woonachtig in een Rotterdams armoedeprobleemcumulatiegebied.
Blad: Datum:
4/6 13 juli 2015
Doelstelling Doel van het SMW is het bieden en/of regelen van schoollocatiegebonden zorg- en hulpverlening aan leerlingen en indirect aan de ouders/ verzorgers van leerlingen en het ondersteunen van de school in de zorgstructuur waarvan de SMW’er deel uitmaakt. De SMW’er biedt kortdurende hulpverlening, toeleidingen naar het wijkteam en schoolondersteuning daar waar nodig. Doelgroep De subsidie is bestemd voor alle bij een Rotterdamse school of bij een Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) instelling ingeschreven leerlingen van 0-23 jaar (Voorschools 0-4, PO, VO en MBO 423). Kwaliteitseisen Zie bijlage 1: Kwaliteitsindicatoren SMW 2014-2015. Het servicepunt SMW maakt op basis van een enquête onder scholen een analyse van de uitvoering van de kwaliteitsindicatoren en stuurt deze naar de gemeente en de afzonderlijke schoolbesturen. De rapportage vindt plaats na afloop van het schooljaar. Voorschools schoolmaatschappelijk werk (VSMW) Voor de invulling van de subsidievoorwaarden wordt voor zover mogelijk aangesloten bij de subsidievoorwaarden voor PO, VO en MBO. Zie hieronder. De definitieve invulling is afhankelijk van de resultaten uit de proeffase en wordt opgenomen in de subsidieverleningen aan de instellingen. PO, VO en MBO 1. U realiseert op alle scholen waar u schoolmaatschappelijk werk verzorgt de kwaliteit die is verwoord in bijlage 1. Kwaliteitsindicatoren SMW 2014-2015. 2. De schoolmaatschappelijk werkers hebben een HBO opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MDW), Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) of een andere relevante opleiding aangevuld met de basiscursus SMW met succes afgesloten zoals afgesproken met de gemeente. Minimaal eens per 2 jaar vindt bijscholing plaats. De ondersteuning bestaat uit individuele werkbegeleiding en intervisie. Scholen en SMW- aanbiedende instellingen leggen hun werkafspraken -in onderling overlegvast in een jaarlijks vast te stellen werkplan. Dit werkplan is gebaseerd op de kwaliteitsindicatoren SMW. In het werkplan worden afspraken gemaakt over de verhouding tussen de improductieve uren, de indirect productieve uren en de declarabele uren. Onder declarabele uren worden die uren verstaan waarbinnen schoolgebonden taken worden verricht, inclusief registratie en voorbereiding, doch exclusief bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering. Bij deze subsidie wordt uitgegaan van co-financiering. (zie de verdeling onder het kopje ‘beschikbaar budget’). Een vermindering van de eigen bijdrage van de schoolbesturen zal leiden tot een evenredige vermindering van de bijdrage van de gemeente. 3. Er wordt gewerkt volgens het draaiboek (Servicepunt SMW), het toeleidings- en werkdocument schoolmaatschappelijk werk. 4. Conform het kostprijsonderzoek 2011 is de maximale kostprijs van het SMW € 63,69 per uur. (op basis van een maximale kostprijs van € 85.981,50 per fte, 1350 uren x € 63,69). Afrekening vindt plaats op basis van verantwoorde uren. 5. Het schoolmaatschappelijk werk vormt een sleutelrol in afstemming met de jeugdketen en fungeert als schakel tussen onderwijs en jeugdhulp. Wanneer meer of andere ondersteuning nodig is dan de school, het schoolmaatschappelijk werk of het samenwerkingsverband Passend Onderwijs kan bieden, schakelt de schoolmaatschappelijk werker tijdig naar het wijkteam waar het kind woont. Hiervoor volgt de schoolmaatschappelijk werker het stappenplan ‘toeleiding naar jeugdhulp vanuit primair/ voortgezet onderwijs’. Voor het MBO zal er in de loop van 2015 een vergelijkbaar stappenplan gemaakt worden. 6. Voor het primair onderwijs (uitgezonderd speciaal basisonderwijs) geldt dat de inzet van schoolmaatschappelijk werkers zoveel mogelijk volgens het principe van wijkteampoule’s georganiseerd dient te worden. Daar waar het meerwaarde heeft wordt er gestreefd naar een poule van gemiddeld 2 SMW’ers per wijk. De SMW wijkteampoule dient vijf dagen per week gedurende kantooruren bereikbaar te zijn voor het wijkteam. De eerste helft van 2015 wordt beschouwd als een overgangsjaar waarin de poule’s gevormd worden en vanaf september 2015 zijn de wijkteampoule’s operationeel.
Blad: Datum:
5/6 13 juli 2015
7. Uw schoolmaatschappelijk werkers verlenen hun medewerking aan het verstrekken van gegevens ten behoeve van onderzoek van de gemeente. 8. De schoolbesturen leveren samen met de gemeente en in samenwerking met de aanbieders van het SMW een wezenlijke bijdrage aan het versimpelen van de registratiesystematiek van het SMW tezamen met de gemeente. 9. Afrekening vindt plaats op basis van verantwoorde uren. Tevens moeten de aanbieders rapporteren over de kwaliteitscriteria. Bij de aanvraag voor vaststelling van de subsidieverlening via de website van de gemeente verstrekt u per school over kalenderjaar 2016, onderstaande gegevens: o Totaal declarabele uren gemeente o Totaal declarabele uren schoolbestuur o Totaal declarabele uren gemeente + schoolbestuur o Plus extra ingekochte uren o het aantal cases voor schoolmaatschappelijk werk. o het aantal toeleidingen die er in die periode heeft plaatsgevonden. Deze gegevens dienen te worden uitgesplitst naar postcode 4 gebied (cijfers van de postcode) waar het kind woont en naar leeftijdsgroep bij aanmelding: 0 t/m 3 jaar, 4 t/m11 jaar, 12 t/m 17 jaar. Deze gegevens worden zowel per kalender- als per schooljaar gerapporteerd. In het kader van ‘Leren Loont’ worden in de loop van 2015 nieuwe afspraken gemaakt en uitgewerkt over monitoring en evaluatie. MBO 10. Er moet aantoonbaar maximaal gebruik worden gemaakt van de rijksbijdrage. Een vermindering van de rijksbijdrage zal leiden tot een evenredige vermindering van het aantal fte SMW gefinancierd door de gemeente. 11. Voor het MBO geldt dat de schoolmaatschappelijk werkers deelnemen aan de Zorgadviesteams (ZAT’s). Betalingssystematiek Het subsidiebedrag wordt uitbetaald in een betalingssystematiek van 8 betalingen per jaar. Trekkingsrecht schoolmaatschappelijk werk PO/VO Doel van het trekkingsrecht: Scholen in staat stellen om middels het trekkingsrecht dat zij ontvangen voor SMW de zorg- en hulpverlening aan leerlingen / ouders van leerlingen en het ondersteunen van de school in de zorgstructuur waarvan de SMW-er deel uitmaakt uit te voeren. Financiering: Per school draagt de gemeente maximaal 251 declarabele uren trekkingsrecht (€ 16.000,00) per brinnummer voor scholen voor voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs bij aan de financiering van de inzet van schoolmaatschappelijk werk. Per school draagt de gemeente maximaal 125,5 declarabele uren trekkingsrecht (€ 8.000,00) per brinnummer voor basisscholen en speciale basisscholen bij aan de financiering van schoolmaatschappelijk werk. Voor regels omtrent de co-financiering tussen gemeente en onderwijsinstellingen zie hierboven.
Wijze van aanvragen PO, VO en MBO De aanvraag voor het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs wordt gedaan door de SMWaanbieders. En de aanvraag voor het MBO wordt gedaan door alle Rotterdamse MBO-instellingen. De deadline voor de aanvraag van subsidie voor 2016 is 1 september 2015. Aanvragen dienen te worden aangevraagd via het digitale subsidieportaal van de gemeente Rotterdam www.rotterdam.nl/subsidies. Het streven is om de subsidieregels vanaf schooljaar 2017/2018 onderdeel te laten zijn van de beleidsregel Onderwijs.
Blad: Datum:
6/6 13 juli 2015
In het werkdocument ‘Verbinding Passend Onderwijs - Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel’ is vastgelegd dat is besloten dat de Rotterdamse schoolbesturen met medewerking van PPO een SMW wijkteampoule vormen als bedoelt in punt 6 van de voorliggende subsidievoorwaarden. Daar waar het meerwaarde heeft wordt er gestreefd naar een poule van gemiddeld 2 SMW’ers per wijk die vijf dagen per week bereikbaar is voor het wijkteam. De eerste helft van 2015 wordt beschouwd als een overgangsjaar waarin de poule’s gevormd worden en vanaf september 2015 zijn de wijkteampoule’s operationeel. Dit betekent voor het primair onderwijs dat u in uw aanvraag inzichtelijk moet maken hoe u deze poule op wijkniveau gaat organiseren met eventueel andere aanwezige schoolbesturen in de wijk. Voorschoolse periode De aanvraag voor de voorschoolse periode wordt gedaan door de aanbieders SMW. De subsidiëring vindt rechtstreeks plaats aan de instellingen (aanbieders SMW) en niet via de schoolbesturen. Het is de bedoeling om nauw aan te sluiten bij de inzet van voorschoolmaatschappelijk werk vanuit Passend Primair Onderwijs (PPO) en aan te sluiten bij de beleidsregel onderwijs vanaf het schooljaar 2016/2017.
Wijze van verantwoorden Afrekening vindt plaats op basis van de door de instelling verantwoorde uren aan inzet schoolmaatschappelijk werk. Tevens moeten de aanbieders rapporteren over de kwaliteitscriteria. Bij de aanvraag voor vaststelling van de subsidieverlening via de website van de gemeente verstrekt de aanbieder per school over kalenderjaar 2016, onderstaande gegevens: o Totaal declarabele uren gemeente o Totaal declarabele uren schoolbestuur o Totaal declarabele uren gemeente + schoolbestuur o Plus extra ingekochte uren o het aantal cases voor schoolmaatschappelijk werk. o het aantal toeleidingen die er in die periode heeft plaatsgevonden. Deze gegevens dienen te worden uitgesplitst naar postcode 4 gebied (cijfers van de postcode) waar het kind woont en naar leeftijdsgroep bij aanmelding: 0 t/m 3 jaar, 4 t/m11 jaar, 12 t/m 17 jaar. Deze gegevens worden zowel per kalender- als per schooljaar gerapporteerd. In het kader van ‘Leren Loont’ worden in de loop van 2015 nieuwe afspraken gemaakt en uitgewerkt over monitoring en evaluatie. Voor het overige dient verantwoord te worden conform de SvR2014. In de verleningsbeschikking worden de verantwoordingseisen aangegeven. Wijze van vaststellen Voor de periode van 1 januari 2016 – 31 december 2016 is de deadline voor de aanvraag tot vaststelling uiterlijk 1 april 2017 via het subsidieportaal van de gemeente Rotterdam. Zoals hierboven aangegeven is er bij deze subsidie uitgegaan van co-financiering (zie de verdeling onder het kopje ‘beschikbaar budget’). Een vermindering van de eigen bijdrage van de schoolbesturen zal leiden tot een evenredige vermindering van de bijdrage van de gemeente. Daarnaast moet er aantoonbaar maximaal gebruik worden gemaakt van de rijksbijdrage. Een vermindering van de rijksbijdrage zal leiden tot een evenredige vermindering van het aantal fte SMW gefinancierd door de gemeente. De afrekening van het subsidiebedrag vindt plaats op basis van de door de instelling verantwoorde uren aan inzet schoolmaatschappelijk werk. Conform het draaiboek schoolmaatschappelijk werk is de maximale kostprijs van het SMW € 63,69 per uur (op basis van een maximale kostprijs van € 85.981,50 per fte, 1350 uren x € 63,69).