Schoolgids Openluchtschool 2014-2015
Schoolgids juni 2014
Schoolgids Openluchtschool 2014-2015
Voorwoord INOS geeft je ontwikkeling kleur Het logo van de Openluchtschool De Schoolgids 1. De Schoolgids: de Openluchtschool, algemene beschrijving
4 5 6 4 5
Niet ieder kind gaat naar de basisschool
5
Kengetallen
5
Netwerk
5
Passend Onderwijs 2. Toelaatbaarheid en plaatsing
6 9
Doelgroep Criteria De toelatingsprocedure
9 9 10
3. Algemene uitgangspunten
11
Onze opvatting over opvoeding en onderwijs A. het orthopedagogische aspect B. het levensbeschouwelijke aspect C. het orthodidactische aspect D. waarden en normen
11 11 11 11 11
Onze definitie van goed onderwijs 4. Opvoedings- en onderwijsaanbod
12 14
Onderwijskundige vormgeving
14
Orthodidactische organisatie De kerndoelen Zorgen voor een ononderbroken ontwikkelingsgang
Onderwijsaanbod De instrumenteel - cursorische vakken Lezen Nederlandse taal Rekenen/wiskunde Schrijven Engelse taal De wereldoriënterende vakken Expressievakken Sociaal-emotionele vorming Informatie en Communicatie Technologie (ICT) Actief burgerschap en Integratie Jaarlijkse activiteiten Speciale voorzieningen van de Openluchtschool
5. Leerresultaten en uitstroom leerlingen Leerresultaten Het vervolgonderwijs
Eureka!
14 14 14
18 18 18 18 19 20 20 21 24 26 27 28 28 29
37 37 38
40
Schoolgids juni 2014
6. Algemene afspraken en richtlijnen Gedragscode INOS Inleiding Seksuele intimidatie Pesten Racisme en discriminatie Lichamelijk geweld Privacy Informatievoorziening aan gescheiden ouders Kleding Omgangsregels Aankomst, vertrek en vervoer van leerlingen Pauzes In de eetzaal In de school Specifieke afspraken voor teamleden Regels voor stagiaires Mediaprotocol Internet Risico’s en bescherming Aanpak Gebruik van (digitale) media en internet Media, privacy en veiligheid Voorzieningen en beschikbaarheid
41 41 41 41 41 41 42 42 43 43 44 45 45 45 46 46 47 47 47 47 48 48 48 48
Computer- en Internetgebruik
49
De klachtenregeling volgens INOS
50
Beleid schorsing en verwijdering volgens INOS
51
Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen
Aansprakelijkheid en verzekeringen 7. Vervoer 8. Taakverdeling binnen de school
51
54 55 57
Openluchtschool als stageplaats. 58 De organisatie van de Openluchtschool 59 Bestuur Openluchtschool 59 Medezeggenschapsraad 59 De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad 59 De Oudervereniging 59 Waar richt de oudervereniging zich op 60 Andere mogelijke activiteiten door ouders 60 Structuur van de Openluchtschool 60 De opbouw van de school 61 Teamcoördinator en intern begeleider 61 De onderbouw: groepen A, B, C 61 De bovenbouw: groepen D, E, G 61 Groep F (Praktijkgericht) 61 Medewerkers 63 Medicijnen 63 Diëten 63 Verzorging 64 De bijdrage 64 De overeenkomst voor de verzorging 64 Betalingen 64 Overige informatie 65 Contacten met de school 65 Kleding 65 Overige belangrijke spelregels 65 Leerplicht en verlof 65 Afspraken over bewegingsonderwijs 66 Externe therapie, Remedial Teaching en zorg onder onderwijstijd 66 Sponsoring 67 Snoepen en trakteren 67 Schooltijden, pauzes 67 De onderwijstijd 67 Jaarboekje 2014-2015 68 Vakantiedata 2015-2016 69 Let op: buiten deze dagen komen er ook nog dagen bij dat de leerlingen zijn vrij zijn i.v.m. studiedagen van het personeel. 69
9. Procedure Schoolgids
70
Schoolgids juni 2014
Voorwoord Beste ouders, verzorgers,
Alle noodzakelijke informatie over de school van uw kind vindt u in deze schoolgids. Er zijn slechts een paar kleine veranderingen ten opzichte van vorig jaar. Uiteraard betreft het de data van de vakanties, maar er zijn ook kleine aanpassingen in de regelgeving. Alle leerlingen starten op onze scholen met een ontwikkelingsperspectief en wij horen graag van u terug hoe dit u bevalt. Uw mening over dit onderwerp en talrijke andere onderwerpen kunt u ook kwijt in het tweejaarlijkse tevredenheidsonderzoek dat in het najaar zal plaatsvinden op alle INOS-scholen. Op 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs in werking getreden en behoren de oude indicaties zoals lichamelijk gehandicapt, langdurig ziek en zeer moeilijk lerend tot het verleden. Voortaan spreken we over leerlingen die ‘zware ondersteuning’ nodig hebben. Het komend jaar is een overgangsjaar waar het de toeleiding tot speciaal onderwijs betreft. Uiteindelijk streeft de minister er naar om meer leerlingen in het regulier onderwijs op te kunnen vangen. Met elkaar hebben we afgesproken dat de datum 1 augustus 2015 voor ons belangrijk is omdat we dan de organisatorische eenheid van Liduinaschool, Openluchtschool en de Schalm gerealiseerd willen hebben. Reden te meer om het komende jaar hard te werken aan de plannen om de huisvesting voor het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs voor elkaar te krijgen. Ook voor de medezeggenschapsraden en ouderverenigingen wordt het een druk jaar met het adviseren en instemmen van alle samenwerkingsactiviteiten. De scholen gaan de komende tijd verder met de samenwerking. Inmiddels is het duidelijk hoe onze uitstroomprofielen er uit komen te zien. Er komt een gezamenlijk stagebureau tot stand met Schalmen Liduinamedewerkers. Mocht u nog vragen hebben over dit boekje of over andere zaken die u van belang vindt, aarzel dan niet contact op te nemen met de leerkracht van uw kind of de directie van de school.
Ik wens iedereen een heel plezierig schooljaar toe. Met vriendelijke groet,
Ton Metselaar, Algemeen Directeur Speciaal Onderwijs INOS
Schoolgids juni 2014
INOS geeft je ontwikkeling kleur Onze school is onderdeel van INOS Stichting Katholiek Onderwijs Breda. Wie wij zijn INOS is een vernieuwende, ambitieuze stichting voor Katholiek Onderwijs in de gemeente Breda (Breda, Effen, Prinsenbeek, Teteringen en Ulvenhout). INOS kent 25 basisscholen, 1 school voor Speciaal Basisonderwijs en 3 scholen voor Speciaal Onderwijs (REC-3 scholen). Ongeveer 1200 medewerkers verzorgen onderwijs aan ruim 10.000 leerlingen. De organisatie wordt aangestuurd door een College van Bestuur en ondersteund door een eigen bestuursbureau. INOS vindt het van belang de leerlingen een uitdagende leeromgeving te bieden op scholen met een sterke maatschappelijke verankering. Het is de kernopdracht van de gezamenlijke scholen van INOS om talenten van leerlingen te ontdekken en hen te begeleiden in hun groei tot zelfbewuste en verantwoordelijke mensen die in een steeds veranderende wereld willen blijven leren. Hier staan wij voor Als katholieke organisatie met een maatschappelijke opdracht beseffen we hoe belangrijk het is om woorden betekenis te geven. Daarom zijn de volgende kernwaarden voor INOS van bijzondere betekenis: INOS is Verbindend INOS wil verbindingen mogelijk maken op meerdere terreinen. Binnen en buiten de klas, binnen en buiten de school. De tijd waarin we leven vraagt om een voortdurende check of we elkaar goed zien, begrijpen en elkaar betrekken. Alles is in beweging en veel gebeurtenissen en processen hangen met elkaar samen. Zeker als je spreekt over leren en talent. Vaardigheden en inzichten die leerlingen opdoen in het ene gebied zijn vaak overdraagbaar op een ander gebied. Een verbindende school neemt verantwoordelijkheid voor leren en ontwikkelen binnen en buiten de school en zoekt actief samenwerking met organisaties rondom de school. INOS is Verantwoordelijk Verantwoordelijkheid kent meerdere facetten. Het gaat over regie nemen en eigen initiatief tonen. Het gaat over ruimte en vertrouwen geven. En het gaat over aanspreekbaar zijn en verantwoording willen afleggen. We stimuleren leerlingen om in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces. We stimuleren respectvolle omgangsvormen, verantwoordelijkheid voelen voor elkaar en voor de natuur en het tonen van zorgzaamheid en medemenselijkheid. Ook het bevorderen van initiatief en leiderschap hoort bij verantwoordelijkheid nemen. Zelfverantwoordelijkheid vormt voor INOS de kern van de besturingsfilosofie. INOS is Authentiek Als we zeggen dat INOS authentiek is, dan bedoelen we dat we allemaal anders zijn en dat we dat toejuichen. Verschillen mogen er zijn. Je eigen persoonlijkheid voegt iets toe aan het geheel, versterkt wat een ander tekort komt. Als je in staat bent om verder te kijken dan de plichten en normen, kun je kiezen voor wat echt belangrijk voor je is, kun je je verwonderen over het onverwachte en je laten beïnvloeden om er sterker van te worden. Dan haal je het beste in elkaar naar boven en bereik je waar je samen voor wil gaan. We willen leerlingen in ontwikkeling brengen tot zelfdenkende burgers met voldoende zelfreflectie. We willen graag dat de puurheid van het kind ook in de volwassenheid door blijft stralen, zodat je jezelf niet serieuzer neemt dan nodig is. Dat je relativeringsvermogen hebt en kunt spelen met de talenten die je gegeven zijn.
Schoolgids juni 2014
Het logo van de Openluchtschool
Verantwoording van de ontwerper Ik heb gekozen voor een ontwerp waar de naam ‘Openluchtschool’ onlosmakelijk mee verbonden zou zijn. Dus niet een plaatje naast de naam, maar een echt logo. (Logos=woord) Uitgaande van de positieve uitgangspunten van de school is het woord ‘open’ voor meerdere interpretaties vatbaar: van oudsher stond het woord openlucht voor het feit dat kinderen blootgesteld konden worden aan de gezonde buitenlucht. In mijn visie kon het woord open ook staan voor de identiteit van de school. De school staat open voor invloeden van ouders, kinderen, maatschappelijke veranderingen, enz. Het zou dus een open ontwerp moeten worden en dus zeker geen gesloten vorm als een blok of een cirkel. De Openluchtschool is heel duidelijk een school in beweging. Die beweging is terug te vinden in de golfbeweging van het woord ‘Openluchtschool’. De school begeleidt en helpt de kinderen zoeken naar hun eigen mogelijkheden en hun identiteit. Dit zoeken wordt verbeeld in de slangvormige vorm die zich tussen de twee cirkels voortbeweegt, al zoekende naar de weg die hij zal gaan. De blauwe kleur van het logo spreekt voor zich: is blauw niet het eerste waar je aan denkt bij het woord lucht? Henk Huinen, Stichting Creatief Beeldwerk
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
De Schoolgids De schoolgids informeert alle belanghebbenden over de Openluchtschool. Belanghebbenden zijn: ouders inspectie partners de onderwijs- en zorgorganisaties in onze regio INOS als bevoegd gezag externe relaties, lokaal, regionaal en landelijk De schoolgids moet voldoen aan de wettelijke kaders die gelden voor de Schoolgids de informatiebehoefte van ouders (Jaarboekje e.d.) Om dit document leesbaar te houden en om de omvang te beperken, verwijst het naar andere documenten van de school. Deze documenten zijn te lezen op de website/portal van de school.
4
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
1. De Schoolgids: de Openluchtschool, algemene beschrijving Niet ieder kind gaat naar de basisschool Soms is het beter een school voor Speciaal Onderwijs te kiezen. Eén vorm daarvan is de Openluchtschool. Volgens de wet is deze school bedoeld voor langdurig zieke kinderen. In 1911 werd in Den Haag de eerste Nederlandse ‘buitenschool’ gesticht, gevolgd door scholen in andere grote steden. In deze scholen werd buiten les gegeven en men richtte zich op kinderen van wie gevreesd werd, dat ze tuberculose zouden krijgen. Later werden kinderen met uiteenlopende medische problemen opgenomen. De Openluchtschool in Breda is bedoeld voor leerlingen met somatische (=lichamelijke) problemen. De gezondheid van onze leerlingen is niet optimaal en is mede de oorzaak van hun ernstige onderwijsbeperking. In het hoofdstuk Indicatie en Toelating vindt u een nauwkeurige beschrijving van de toelatingscriteria. De school is gesticht op 4 januari 1971. Bevoegd gezag: INOS Stichting Katholiek Onderwijs Breda. De uitvoering van het beleid is in handen van het College van Bestuur, gevestigd aan de Haagweg 1, 4814 GA te Breda. Levensbeschouwelijke richting: Katholiek. Voedingsgebied: Samenwerkingsverband ‘Land van Nassau’
Kengetallen De school zal op 1 augustus 2014 waarschijnlijk 84 leerlingen inschrijven. De leerlingen zijn verdeeld in zeven groepen. Daarnaast heeft de school ongeveer 160 leerlingen in ambulante begeleiding in primair, voortgezet onderwijs en in het middelbaar beroepsonderwijs. Personeel: de school heeft in augustus 2014 29 medewerkers: één directielid, 11 onderwijsgevenden en 17 onderwijsondersteuners. Algemeen directeur van de school is Ton Metselaar. Er werken 26 vrouwen en 3 mannen in de school. De school heeft een hoofdgebouw met negen lokalen en een handenarbeidlokaal, een tweede gebouw met aula, keuken, gymzaal en kantoren en een kleiner gebouw waarin de ambulante dienst, Kenniscentrum ‘Flexinos’ is gehuisvest. De staat van onderhoud is redelijk tot goed. Het onderhoud wordt planmatig bewaakt en uitgevoerd. De jaarlijkse begroting beweegt zich rond de 1,4 miljoen euro. Daarvan is het grootste gedeelte (87%) nodig voor personele lasten.
Netwerk De school heeft te maken met de volgende actoren: Intern leerlingen het personeel: OP (onderwijzend personeel) en OOP (onderwijsondersteunend personeel) ambulante begeleiders
ouders hulpouders/vrijwilligers Medezeggenschapsraad Oudervereniging (OV) en Bestuur OV LOS (organisatorische eenheid Liduinaschool, Openluchtschool en Schalm)
Extern oud-leerlingen en hun ouders College van Bestuur van INOS, directieberaad, GMR Samenwerkingsverband P30-03 ouders in traject van indicatie basisscholen en hun zorgstructuur WSNS, PCL jeugdzorginstellingen rijksoverheid, inspectie ARBO-Unie, vervangingsfonds, UWV etc. sponsors
oud-personeel opleidingsinstituten (v)mbo, hbo en wo i.v.m. stages Scholen voor VO en hun zorgstructuur RVC, zorglocaties LECSO (Landelijk Expertise Centrum Speciaal Onderwijs) Vensters V(S)O gemeentelijke overheden (gebouwen, leerlingenvervoer, speelterrein) leveranciers
5
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
adviesbureaus; EDUX, KPC, CED, BMC
vakbonden en besturenbonden scholingsinstituten zoals Avans, en Fontys, Seminarium voor Orthopedagogiek e.d. .
Passend Onderwijs Inleiding Met ingang van 1 augustus 2014 gaat Passend Onderwijs van start en houden de huidige samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School op te bestaan. Dit houdt in dat ons schoolbestuur deel gaat uitmaken van een nieuw samenwerkingsverband Passend Onderwijs met de naam RSV (=Regionaal Samenwerkings Verband) Breda e.o., Optimale Onderwijskansen. In dit nieuwe samenwerkingsverband participeren 26 schoolbesturen voor primair onderwijs met in totaal 137 scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Niet alle schoolbesturen voor speciaal onderwijs zijn wettelijk deel van het nieuwe samenwerkingsverband. Alleen scholen voor langdurig zieke leerlingen, zeer moeilijk lerende leerlingen, leerlingen met een lichamelijke beperking en leerlingen met gedragsproblemen en/of psychiatrische stoornissen doen in het samenwerkingsverband mee. Met de schoolbesturen speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende en dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen zijn samenwerkingsafspraken gemaakt. Passend onderwijs is er voor alle leerlingen. In de praktijk gaat het vooral om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking, een chronische ziekte of bijvoorbeeld gedrags- of leerproblemen. Maar ook hoogbegaafdheid kan aanleiding zijn om extra ondersteuning te organiseren. De nieuwe Wet Passend Onderwijs schrijft enerzijds een aantal zaken voor die het nieuwe samenwerkingsverband moet regelen, anderzijds geeft de wet vrijheden om op lokaal niveau zelf beleid te maken. Dit beleid wordt gemaakt door het bestuur van het samenwerkingsverband dat bestaat uit een vertegenwoordiging van alle deelnemende schoolbesturen. De schoolbesturen die in het samenwerkingsverband samenwerken krijgen van het ministerie van OC&W geld om het onderwijs te regelen voor leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben. Hiertoe maken de schoolbesturen gezamenlijk een ondersteuningsplan dat moet garanderen dat iedere leerling een passend onderwijsaanbod krijgt. Voor de meeste leerlingen zal er door de invoering van passend onderwijs in de dagelijkse praktijk weinig veranderen. Wel verandert mogelijk de organisatie van de ondersteuning op school en worden er op termijn minder kinderen doorverwezen naar het speciaal onderwijs, omdat het samenwerkingsverband de ambitie heeft om voor zoveel mogelijk leerlingen thuisnabij het passend onderwijsaanbod te realiseren. Wat er op korte termijn verandert wordt in het navolgende uitgelegd. Zorgplicht Schoolbesturen krijgen vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dit betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling, die bij de school staat ingeschreven of is aangemeld en die extra ondersteuning nodig heeft, een passend onderwijsaanbod krijgt. Dit houdt in dat na aanmelding de school eerst zorgvuldig gaat onderzoeken wat uw kind nodig heeft en of de school die ondersteuning zelf kan realiseren, eventueel met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband. Als de school de ondersteuning niet zelf kan bieden en aangeeft dat uw kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school, na overleg met u, zorgen dat er een andere school gevonden wordt die wel een passend aanbod kan doen en uw kind kan toelaten. Dit kan een andere basisschool zijn, maar ook een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Goed overleg met de ouders is in deze situatie uiteraard belangrijk. Nieuwe visie op ondersteuning Tot nu toe zijn we in Nederland gewend aan een proces van verwijzing en toewijzing dat is gebaseerd op de vraag wat er met het kind aan de hand is. Op basis van handelingsverlegenheid van de school en kindkenmerken zijn tot nu toe besluiten genomen over verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs of de toekenning van een rugzakbekostiging als de leerling
6
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
ondanks indicatie op de basisschool blijft. Na 1 augustus 2014 kijken we niet meer naar wat er met het kind aan de hand is, maar proberen we de vraag te beantwoorden welke extra onderwijsbehoefte de leerling heeft en welke extra ondersteuning dan geregeld moet worden. De handelingsverlegenheid van de school is dan niet langer een criterium voor indicatie, maar meer een signaal dat de leerling een beter passend onderwijsaanbod nodig heeft. Positie van de ouders De invoering van de Wet Passend Onderwijs leidt tot een andere positionering van de ouders in trajecten van toeleiding, verwijzing en extra ondersteuning. Indien uw kind meer ondersteuning nodig heeft dan de basisondersteuning van de school moet de school op basis van de zorgplicht in actie komen. Dit betekent dat de school de verantwoordelijkheid heeft te onderzoeken welke onderwijsbehoeften de leerling heeft en op welke manier daarop een passend antwoord kan worden gegeven. Uiteraard betrekt school van meet af aan de ouders in dit traject. School is in dit traject leidend en zorgt er voor dat onderzoek plaatsvindt. Het onderzoek kan leiden tot verschillende uitkomsten, te weten: 1 De leerling blijft op school met extra ondersteuning, een arrangement; 2 De leerling gaat naar een andere basisschool; 3 De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor ondersteuningstoewijzing voor plaatsing op school voor speciaal basisonderwijs; 4 De leerling wordt aangemeld bij de bij de commissie voor ondersteuningstoewijzing voor plaatsing op school voor speciaal onderwijs; 5 De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor onderzoek voor toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende leerlingen of dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen, dan wel voor een arrangement voor de leerling in de basisschool. Voor de eerste vier trajecten zijn wettelijk afspraken gemaakt over de positionering van ouders en kunnen ouders zich beroepen op een mogelijk geschil. Het traject met betrekking tot de aanmeldingen voor toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende of dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen, dan wel voor een arrangement voor de leerling in de basisschool valt buiten de wettelijke bevoegdheden van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Met betrekking tot de eerste vier trajecten kunnen ouders na 1 augustus 2014 verschillende commissies benaderen. Geschillencommissie Passend Onderwijs. Deze commissie beslecht geschillen in PO, VO en (V)SO, over toelating van leerlingen, die extra ondersteuning behoeven, de verwijdering van leerlingen en het ontwikkelingsperspectief. Bezwaaradviescommissie toelaatbaarheidsverklaring. Het samenwerkingsverband is aangesloten bij de landelijke bezwaaradviescommissie, waartoe ouders zich kunnen richten bij een bezwaar tegen een besluit over een toelaatbaarheidsverklaring. Ouders behouden daarnaast de mogelijkheid om hun klacht voor te leggen aan het College voor Mensenrechten en Gelijke Behandeling en om een beroep aan te tekenen bij de rechter. Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Iedere school stelt binnen passend onderwijs een ondersteuningsprofiel op, waarin de school beschrijft welke ondersteuning zij kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht op het vaststellen van het schoolondersteuningsprofiel. Aan de hand van dit SOP maakt de school ook duidelijk of de school zich wil specialiseren in een bepaald type ondersteuning of in principe een school wil zijn voor alle leerlingen als het passend onderwijsaanbod kan worden gerealiseerd. Het schoolondersteuningsprofiel speelt een rol in het toelatingsbeleid van de school en is voor ouders een informatiebron die geraadpleegd kan worden als zij op zoek zijn naar een school voor hun kind. Geldigheid huidige beschikkingen Leerlingen die op basis van een beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg of een Commissie voor Indicatiestelling in het speciaal (basis)onderwijs verblijven, mogen daar het onderwijs genieten voor in ieder geval de duur van de beschikking. Voor leerlingen waarvoor een tijdelijke beschikking is afgegeven zal tijdig een besluit moeten worden genomen over de best passende voorziening na afloop van die beschikking.
7
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Voor leerlingen die gebruik maken van de huidige rugzakbekostiging in de basisschool gaat in de toekomst een en ander wijzigen. De huidige rugzak moet straks door het samenwerkingsverband worden omgezet in een arrangement binnen een passende voorziening. Volgens de wet zijn de huidige beschikkingen voor een rugzak vanaf 1 augustus 2014 niet meer geldig. Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft echter het besluit genomen dat tot het moment van omzetten van die rugzak in een arrangement de ambulante begeleiding en de begeleiding vanuit de basisschool voor het schooljaar 2014-2015 worden bekostigd. In de praktijk betekent dit dat het eerste schooljaar voor deze leerlingen in de ondersteuning niets hoeft te wijzigen. Nadat het arrangement is bepaald kan het zijn dat de leerling een grotere onderwijsbehoefte heeft dan nu vanuit de huidige rugzak kan worden gerealiseerd, maar het kan ook zijn dat deze behoefte kleiner is dan de huidig beschikbare middelen. Het samenwerkingsverband levert in die zin in de toekomst maatwerk. Meer informatie nodig? De transitie naar de nieuwe Wet Passend Onderwijs is niet met ingang van het schooljaar 2014-2015 afgerond. De ontwikkelingen in ons samenwerkingsverband kunt u volgen via onze website www.rsvbreda.nl. Daarop vindt u onder andere het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Daarin wordt het beleid van het samenwerkingsverband verwoord. Dan is er ook een aantal informatieve websites over ‘passend onderwijs’: • www.steunpuntpassendonderwijs.nl • www.passendonderwijs.nl • www.medezeggenschap-passendonderwijs.nl • www.mensenrechten.nl • www.onderwijsconsulenten.nl • www.onderwijsgeschillen.nl
8
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
2. Toelaatbaarheid en plaatsing Doelgroep De Openluchtschool is er voor kinderen met een chronische ofwel langdurige somatische, cerebrale, neurologische of psychosomatische stoornis, aandoening of ziekte, waardoor zij aangepaste voorzieningen nodig hebben. Criteria Een leerling is toelaatbaar tot het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs aan langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap indien: 1. Op basis van medisch en psychodiagnostisch onderzoek is vastgesteld: a. een chronisch-somatische stoornis b. een chronisch centrale of chronisch perifere neurologische stoornis of c. een chronische psychosomatische stoornis; die niet in hoofdzaak leiden tot een stoornis in motorische functies. 2. Er sprake is van een ernstige structurele beperking in de onderwijsparticipatie die blijkt uit: e 1 een leerachterstand; e 2 het ontbreken van algemene leervoorwaarden; e 3 schoolverzuim; e 4 een zeer geringe educatieve redzaamheid, en 3. De zorg vanuit het regulier onderwijs onvoldoende effect heeft gesorteerd of zal kunnen sorteren, en de ondersteuning vanuit de zorgsector deelname aan regulier onderwijs niet mogelijk maakt. Medische indicaties op de Openluchtschool Allergieën KNO-problematiek Vermoeidheid Luchtwegaandoeningen Nieraandoeningen Waarvan CF Waarvan Diabetes Stofwisselingsstoornissen
Reeks6
Vaatstelsel, bloedsomloop, hart
Reeks5
Slokdarm/Maag, darm, blaas
Reeks4
Huidaandoeningen, eczeem: 8
Reeks3
Aandoeningen czs,… Chromosomale afwijkingen
Reeks2
Tumoren, kanker
Reeks1
Bewegingsapparaat Groei- en ontw. Achterstand Psychosomatiek Pervasieve ontw.stoornissen Div. versch. indicaties Leerlingen met epilepsie Aantal in comorbiditeit 0
20
40
60
80
Comorbiditeit is het tegelijkertijd hebben van twee of meer stoornissen of aandoeningen bij een patiënt.
9
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
De toelatingsprocedure Het Samenwerkings verband gaat met ingang van 1 augustus 2014 ‘Toelaatbaarheids Verklaringen afgeven’. Het is nog onduidelijk wat precies de procedures worden voor aanmelding. We vermoeden dat er veel overeenkomsten zijn met de procedure die we tot nog toe volgden.
Het toelatingstraject zag er tot 1 augustus 2014 als volgt uit: Aanmelding door de ouders bij de Openluchtschool De trajectbegeleider maakt een afspraak met de ouders voor een intakegesprek Aanmeldingsformulier wordt ingevuld De trajectbegeleider zorgt samen met ouders voor een compleet dossier van het kind, met daarin: o een medisch verslag o een psychologisch rapport o een onderwijskundig rapport Alle informatie gaat naar het samenwerkingsverband. Dit neemt een besluit.
10
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
3. Algemene uitgangspunten Onze opvatting over opvoeding en onderwijs
Als Openluchtschoolteam staan wij achter de universele verklaring van de rechten van het kind. Dat heeft consequenties. Het betekent dat wij, in een steeds veranderende samenleving, moeten proberen het kind te helpen zichzelf te laten zijn. Het betekent, dat wij het kind steunen en stimuleren in zijn persoonlijkheidsontwikkeling. Wij stellen het kind centraal, maar betrekken daarin ook zijn leefomgeving. Wij willen de tijd die het op school doorbrengt, niet uitsluitend zien als een voorbereiding op het volwassen-zijn. Het kind leeft ook nu! Een gelukkige jeugd en een fijne schooltijd vinden wij daarom belangrijk. Het speciale karakter van de Openluchtschool herkennen wij in de volgende vier aspecten: het orthopedagogische aspect (een bijzondere opvoedingssituatie) het levensbeschouwelijke aspect (werken vanuit een visie op mens en leven) het orthodidactische aspect (leren op maat, adaptief onderwijs) waarden en normen (samen leven, respect en waardigheid) A. het orthopedagogische aspect Wij zijn van mening dat de verantwoordelijkheid voor de opvoeding primair ligt in het gezin, of een ander samenlevingsverband waarin het kind is opgenomen. Het komt voor dat kinderen vastlopen, dat een deel van hun persoonlijkheidsontwikkeling achterblijft en dat relaties verstoord raken. Het leiding geven aan de ontwikkeling van het kind zal dan beter kunnen gebeuren via de orthopedagogiek. Dat wil zeggen dat er een meer beredeneerde, doordachte, opzettelijke vorm van zorg voor het kind moet zijn. Plaatsing in het speciaal onderwijs ligt dan voor de hand. Karakteristiek daarbij is de aandacht voor het individuele kind. Het is belangrijk zicht te krijgen op hoe je weer in dialoog kunt raken, hoe je doelgericht op de opvoeding kunt inwerken. De basis van de orthopedagogiek is een actieve interactie. Het opbouwen van een relatie is daarom van wezenlijk belang. Om zich weer (verder) te kunnen ontwikkelen zal het kind zich veilig moeten voelen. Het kind zal zijn eigen kracht tot leren moeten aanspreken. Een geordende omgeving die herkenbaar is, zal meer ontplooiingskansen bieden. Daardoor zal het kind de kans krijgen te groeien. Hier ligt een belangrijke taak voor de school. De groepsleerkracht zal, met hulp van de diverse ondersteuners, op een creatieve wijze een optimaal vertrouwd leefklimaat moeten scheppen. Het kind moet nieuwe kansen, nieuwe impulsen krijgen, ervaren dat hij of zij het ZELF kan. Dit alles vraagt van de opvoeder, zowel thuis als op school, een grote mate van begrip, geduld en liefde. De professionele opvoeder op de school voor speciaal onderwijs zal vooral procesgericht werken. De leerkracht in het speciaal onderwijs zal trachten zeer gericht o.a. via Onderwijs Perspectief Plannen en groepsplannen een antwoord te geven op de hulpvraag van het kind. Daarbij betrekken wij (indien nodig) ook andere specialisten die op school werken. B. het levensbeschouwelijke aspect Van wezenlijk belang is, hoe de opvoeder zelf in het leven staat, hoe hij of zij met vragen rond mens en maatschappij omgaat. Het is noodzakelijk dat de opvoeder een voortdurende heroriëntatie en bezinning op waarden aandurft. Dat betekent voortdurend in discussie, in dialoog met de ander blijven en nieuwe keuzes maken. Als Openluchtschoolteam willen wij proberen steeds in beweging te blijven, te veranderen. Een starre leer spreekt ons daarom niet aan. Toch willen wij ons Katholiek Christelijk noemen. Dat staat verderop uitgewerkt. C. het orthodidactische aspect Door de toepassing van handelingsgerichte diagnostiek trachten we grip te krijgen op het onderwijsleerproces van het kind. Het afnemen van toetsen heeft niet alleen tot doel hiaten op te sporen en het niveau te bepalen, maar vooral het zoeken naar een juiste aanpak van de problemen. We streven naar een zo hoog mogelijk uitstroomniveau voor iedere leerling. Per leerling gaan we, na plaatsing, vaststellen (vanaf didactische leeftijd 15) welk uitstroomprofiel de leerling aan kan en we proberen het onderwijsaanbod daar op af te stemmen. We proberen kinderen te laten ervaren dat ze hun leerproces zelf kunnen sturen en beïnvloeden. Daardoor gaan ze zich meer verantwoordelijk voelen en krijgen de mogelijkheid tot zelfsturing. Zelfstandige werkvormen (o.a. door weektaken) en samenwerken zijn middelen om dit te bereiken. D. waarden en normen
11
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Waardevrij onderwijs bestaat niet. Het onderwijs maakt immers deel uit van de maatschappij en elke cultuurperiode zal opnieuw haar stempel drukken op dat onderwijs. De school beïnvloedt, en wil normen en waarden overdragen. De afgelopen jaren hebben we op OLS gekozen voor vijf kernwaarden: *Respect *Weerbaarheid *Tolerantie *Authenticiteit *Gemeenschapszin Deze waarden zijn samen met de uitgangspunten van PAD de basis voor onze lifeskills: 1. Ik, jij, wij, iedereen hoort erbij! 2. We vinden pesten niet fijn, want dat doet pijn 3. Ruzie moet je laten, je kunt erover praten 4. Leren doen we samen! 5. Ik ben trots op mezelf Onze definitie van goed onderwijs
Het doel van onze inspanning is de ontplooiing van onze leerlingen tot zelfstandige, maatschappelijk betrokken, weerbare mensen. Volwassenen die competent zijn voor onze samenleving. Om dat te bereiken moet de school een antwoord geven op de bijzondere vragen van onze leerlingen. De school moet het antwoord bieden op hun lagere vitaliteit, hun kwetsbare gezondheid, hun geringe weerbaarheid, hun achterblijvende sociaal-emotionele ontwikkeling, hun zwakke of moeizame voortgang in het leerproces, kortom op alle indicaties waarop zij toelaatbaar worden geacht voor onze school. Wij hebben onze expertise vastgelegd in de volgende kernkwaliteiten: een gesaneerde omgeving een veilig en accepterend pedagogisch klimaat een schooldag met structuur en ritme een adaptief leerstofaanbod een cyclisch en planmatig leerlingvolgsysteem zorgverlening en therapie waar nodig Als wij deze kernkwaliteiten realiseren, bieden wij een optimale bijdrage aan de ontplooiing van onze leerlingen. Kernkwaliteit: een gesaneerde, hygiënische omgeving Indicatoren: Een schoonmaakbedrijf maakt de school schoon volgens de richtlijnen in het schoonmaakrooster De school houdt geregeld kwaliteitscontroles Meerdere keren per jaar evalueert de school met het schoonmaakbedrijf aan de hand van het logboek en past zo nodig het schoonmaakonderhoud aan Alle maatregelen die gericht zijn op een gezonde levenswijze staan beschreven in B.4. van het Handboek De Commissie Voeding volgt en controleert de uitvoering van de protocollen en B.4. in het Handboek en stelt, zo nodig, aanpassingen voor. De Commissie rapporteert aan de directie. Kernkwaliteit: zorgverlening en therapie waar nodig Indicatoren: De Commissie van Begeleiding bespreekt in elk overleg of een leerling extra zorg of therapie nodig heeft. De CvB houdt iedere week een leerlingzorgoverleg, waarin men acute zorgkwesties bespreekt De CvB geeft de opdracht voor zorg of therapie aan de verpleegkundige of therapeut De leraar noemt de therapie of zorg in het Onderwijs Perspectief Plan De verpleegkundige of therapeut stelt een protocol of therapieplan op De verpleegkundige of therapeut rapporteert aan de leerkracht, de CvB en de ouders
12
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Kernkwaliteit: een veilig en accepterend pedagogisch klimaat Indicatoren: Medewerkers, leerlingen en ouders houden zich aan de algemene afspraken in de Schoolgids Minstens eenmaal per twee jaar evalueert de school het pedagogisch klimaat en stelt, zo nodig, de afspraken die we hier over hebben bij. Kernkwaliteit: een schooldag met structuur en ritme Indicatoren: De school heeft de activiteiten gepland en geroosterd in het Jaarplan, in de Schoolgids en in deel C van het Handboek De directie controleert de uitvoering van de planning en de roosters en stelt, zo nodig, planning en roosters bij Leraren bereiden hun lessen voor en informeren leerlingen over de planning van de week en de dag Lesroosters en week- en dagplanning zijn zichtbaar in de klas Kernkwaliteit: een adaptief leerstofaanbod Indicatoren: De leerlijnen en kerndoelen (leerstof overstijgend en leerstof specifiek) zijn zoveel mogelijk uitgangspunt van onderwijs, afhankelijk van de leerbaarheid en de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind Leerlingen die dat nodig hebben, krijgen in het Onderwijs Perspectief Plan een aangepast leerstofaanbod Leraren stemmen hun leerstofaanbod af op de belastbaarheid, capaciteiten, vorderingen, tempo en informatieverwerking van groepjes leerlingen Leraren rapporteren daarover aan de ouders in het groepsplan en Onderwijs Perspectief Plan en in het rapport van de leerling Kernkwaliteit: een cyclisch en planmatig leerlingvolgsysteem, waarbij naast het didactische aspect ook het gezondheidsaspect en het sociaal/emotionele aspect de aandacht krijgen Indicatoren: De leraar stelt eenmaal per jaar een groepsplan op, evalueert dit na een half jaar, stelt het bij en aan het einde van het jaar volgt een tweede evaluatie Het Onderwijs Perspectief Plan is besproken met de Commissie van begeleiding en met de ouders gericht op overeenstemming De leraar en de CVB evalueren minimaal één maal per jaar het OPP en stellen, indien nodig, dit bij op grond van vastgelegde criteria. De leraar bespreekt het groepsplan met de TC-er en de IB-ers. De leraar draagt het groepsplan en het Onderwijs Perspectief Plan, in een overdrachtsgesprek aan het eind van het schooljaar, over aan de nieuwe leraar Leraren werken met het leerlingvolgsysteem ParnasSys waarin zij onder meer de toetsgegevens en de sociaal-emotionele ontwikkeling vastleggen
13
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
4. Opvoedings- en onderwijsaanbod Inleiding Alles wat er op de Openluchtschool gebeurt, is gebaseerd op een duidelijk omschreven leefklimaat. Dit leefklimaat is op de eerste plaats orthopedagogisch van aard. Wij proberen een positieve sfeer te creëren waarin het kind zich thuis voelt en waaruit het zich kan ontplooien tot een gelukkig mens in de maatschappij. Het bieden van veiligheid en geborgenheid in een prettige werkomgeving door een hecht elkaar inspirerend team, staat centraal. Daarnaast, en niet minder belangrijk kiezen wij voor een orthodidactisch kader waardoor wij onze leerlingen in staat stellen de kerndoelen van het basis- of speciaal onderwijs te bereiken, voor zover hun mogelijkheden daartoe reiken. Doelstelling Het kind met een beperkte draagkracht, binnen zijn of haar mogelijkheden, helpen en vormen in de ontwikkeling naar de volwassenheid. Het opvoedings- en onderwijsaanbod is niet alleen gericht op het toekomstperspectief, maar ook op de korte termijnontwikkeling. Verzorgingsdoel Uitgangspunt is bescherming en verzorging, waarbij wij naar een evenwicht streven tussen schoolbelasting en draagkracht van de gezondheid in de ruimste zin. Dit houdt in dat de Openluchtschool primair een orthopedagogisch instituut is, waarbij het leren niet altijd centraal staat en toch een belangrijk doel blijft. Onderwijsdoelen De Openluchtschool conformeert zich aan de algemene doelstellingen zoals beschreven in de wet en richt zich daarmee op de sociaal-emotionele, de cognitieve, de zintuiglijke motorische en de creativiteitsontwikkeling. De Openluchtschool biedt, als de cognitieve vermogens van het kind dat mogelijk maken, de leerlingen het onderwijsaanbod van het basisonderwijs aan. Dit betekent het nastreven van de kerndoelen van het basisonderwijs. In het OPP stellen we de leerroute van het kind vast. We kennen drie leerroutes: Havo/Gemengde en Theoretische leerweg, de Basis/Kader leerweg en de Praktijk leerweg. De Openluchtschool streeft naar een goede aansluiting op het voortgezet onderwijs op het niveau dat bij de capaciteiten van de leerling past. Onderwijskundige vormgeving Orthodidactische organisatie Wij werken in de klas met instructiegroepen voor verschillende vakken. We werken vanaf groep A aan het zelfstandig werken, zodat de leerkracht regelmatig tijd vrij kan maken voor extra instructie aan zwakke en sterke leerlingen. Omdat kinderen in het verleden vaak veel frustratie op didactisch gebied hebben opgelopen, proberen wij het onderwijsaanbod op de mogelijkheden van de leerling af te stemmen. Uitgangspunt is: wat kan dit kind op dit moment aan en welke instructie heeft de leerling nodig om verder te kunnen komen? De kerndoelen De eerste generatie kerndoelen voor het speciaal onderwijs en de leerlijnen zijn zoveel mogelijk uitgangspunt van onderwijs, afhankelijk van de leerbaarheid en de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind. Door systematische begeleiding, onder meer door experts op de verschillende vakgebieden, evalueren wij tweejaarlijks ons onderwijsaanbod in relatie tot de kerndoelen. Het aanbod van de kerndoelen is beschreven in eindopbrengsten. Voor de vertaling van de kerndoelen naar het handelen in de klas maken we gebruik van de leerlijnen van het CED en van de leerlijnen die bij onze methodes horen. Zorgen voor een ononderbroken ontwikkelingsgang Werken aan een ononderbroken ontwikkelingsgang betekent dat de groepsleerkracht zijn pedagogisch en orthodidactisch handelen, afstemt op de verschillende instructiegroepen. In ons leerlingvolgsysteem worden de ontwikkeling en de vorderingen van de leerling zoveel mogelijk vastgelegd in groepshandelingsplannen en in het Ontwikkelings Perspectief Plan (OPP). Verder geven de plannen prognoses over de didactiek en doelstellingen die we nastreven bij de verschillende
14
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
therapieën. De resultaten van individuele leerlingen worden twee keer per jaar besproken met de groepsleerkrachten, de teamcoördinatoren en de CvB. Het schoolondersteuningsprofiel
Toelichting Onze school heeft een school ondersteuningsprofiel opgesteld. Dit is een wettelijk voorschrift bij de invoering van passend onderwijs. Een school ondersteuningsprofiel biedt informatie over de kwaliteit van de basisondersteuning en over wat onze school verder aan ondersteuning biedt. Het legt vast waar onze school voor staat. De school ondersteuningsprofielen van alle scholen van ons samenwerkingsverband samen vormen de basis van het aantonen van de dekking van ondersteuningsvoorzieningen in de regio. Op die manier is er voor alle kinderen een plek om onderwijs en ondersteuning te krijgen dat zij nodig hebben. Ons ondersteuningsprofiel bestaat uit de volgende onderdelen: een korte typering van onze school de kwaliteit van onze basisondersteuning. Dat is de ondersteuning waarop alle kinderen kunnen rekenen. de deskundigheid voor extra ondersteuning waarover onze school beschikt (binnen het eigen personeelsbestand en van buiten de school) de voorzieningen die wij als school hebben om leerlingen extra ondersteuning te bieden. Een korte typering van onze school Hier verwijzen wij u naar hoofdstuk 1: Algemene beschrijving De kwaliteit van onze basisondersteuning De basisondersteuning bestaat uit de volgende vijf domeinen:
Onderwijs Wij zijn kritisch over het domein ‘onderwijs’, vooral als het gaat over opbrengsten. Dit is al veel verbeterd maar we blijven er hard aan werken. Wij bieden een veilige leeromgeving voor onze kinderen. Wij werken handelingsgericht. Dat wil zeggen dat wij rekening houden met de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Als het nodig is bieden wij extra ondersteuning. Wij zijn goed in staat om rekening te houden met verschillen tussen kinderen, zowel op het gebied van aanbod, tijd en instructie. Wij analyseren de resultaten van onze leerlingen regelmatig en bespreken deze teambreed. Het gaat daarbij niet alleen om de leerresultaten, maar ook over het welbevinden van de
15
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
leerling. Op basis van de analyses worden groepsplannen aangepast. Wij gebruiken een samenhangend leerlingvolgsysteem. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de kwaliteit van onze basisondersteuning. Als team hebben wij ons geschoold in: het directe instructiemodel, leerlijnen, en het LVS ParnasSys, Dit jaar gaan wij ons verder bekwamen in het sociaal-emotioneel leerling volgsystem (LVS) ZIEN!, het omgaan met gedragsproblemen en het verder uitbouwen van de methode Nieuwsbegrip XL. Handelingsgericht en planmatig werken Door extra aandacht in vergaderingen en tijdens scholing voor dit belangrijke onderwerp, hebben we de laatste twee jaar hier flinke stappen voorwaarts in gemaakt. De plannen die we voor de leerlingen maken; OPP’s (= onderwijs perspectief plan) en de groepsplannen zijn smart geformuleerd en zijn direct uitvoerbaar in de praktijk. Ondersteuning Over onze ondersteuning zijn wij tevreden. Wij zijn een kleine school en daardoor zijn de lijnen kort. Dit voorkomt veel bureaucratie. Wij beschikken over een goed functionerende CvB (= Commissie van Begeleiding). Het zorgteam bestaat uit een orthopedagoog, de voorzitter van de CvB, de jeugdarts en schoolmaatschappelijk werkende. De CvB is een belangrijke schakel in onze ondersteuningsstructuur. Beleid De evaluatie van de leerlingzorg op vooral op het didactisch gebied is sterk verbeterd, maar blijft een aandachtspunt. Organisatie De Openluchtschool is goed georganiseerd. Twee jaar geleden zijn we gaan werken met team coördinatoren en dat bevalt heel goed. Er zijn korte lijnen met de werkvloer. De TC-ers/IB-ers staan immers zelfs voor de klas en maken deel uit van het beleidsteam. Leerlingvolgsysteem Na plaatsing op onze school worden de individuele ontwikkelingen als volgt geobserveerd, getoetst en vastgelegd: plangesprekken groepsplan Ontwikkelings Perspectief Plan (OPP) toetsweek: lezen, spelling, rekenen, begrijpend lezen (alleen in mei) schoolverlatersonderzoeken evaluatie groepsplan adviesgesprekken schoolverlaters facultatieve voortgangsbesprekingen evaluatie OPP en leerlingrapport
tijdstip: september oktober januari
besproken met leerkracht en: eerste aanzet GHP/OPP met ouders TC-ers / IB-ers CvB / ouders
januari mei
resultaten worden vastgelegd in het OPP en in ParnasSys
december februari februari april februari juli
TC-ers / IB-ers TC-er./ IB-er bovenbouw en groepsleerkracht ouders leerling / ouders
Alle medewerkers die kinderen begeleiden, kunnen deze plannen inzien. Drie keer per jaar nodigt de groepsleerkracht de ouders uit voor een gesprek over het groepsplan en/of OPP en de vorderingen van hun kind. Aan het eind van het schooljaar draagt de groepsleerkracht al deze gegevens over aan de volgende groepsleerkracht. Commissie van Begeleiding (CvB) De CvB is samengesteld uit de volgende personen: de voorzitter (sectordirecteur), jeugdarts van de GGD, psycholoog/orthopedagoog en maatschappelijk werkende. In noodzakelijke gevallen neemt de verpleegkundige ook deel aan het overleg. De taak van de CvB is het onderzoeken en bespreken van nieuwe leerlingen, het plaatsen van de leerling in de voor hem/haar geschikte groep, het opstellen van
16
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
een instroomprofiel en het inschatten van de benodigde zorg en het beschrijven van het ontwikkelingsperspectief. Voor dit schooljaar gelden de volgende afspraken:
We plannen tien CvB-vergaderingen van twee uur, op de donderdagochtenden, op de Openluchtschool. De agenda’s voor deze vergaderingen worden een week van tevoren verstuurd, zodat alle betrokkenen zich goed kunnen voorbereiden. Voorafgaand aan die vergaderingen kunnen 2 à 3 onderzoeken ingepland worden. De schoolarts maakt hiervoor gebruik van de kamer van de orthopedagoog. Deze onderzoeken zijn meestal de intredeonderzoeken van nieuw geplaatste leerlingen. Het gaat alleen om leerlingen waarvan na dossierscreening blijkt dat ze niet recentelijk door collegajeugdartsen zijn gezien. Daarnaast is er ruimte voor onderzoek op verzoek van de CvB. Dit kan gaan om het oproepen van bepaalde leerlingen waar zorg over bestaat, het opvragen van informatie over bepaalde ziektebeelden, overleg over de inhoud van medische protocollen of verantwoordelijkheden. Screening van alle 5-6 jarigen en 10-11 jarigen leerlingen per jaarcohort (geboortejaar). De bevindingen die ingebracht worden kunnen afkomstig zijn uit eigen onderzoek of uit diagnostiek, behandeling en onderzoek van derden. Daarnaast blijft de CvB de ontwikkeling van leerlingen op medisch, didactisch en op psychosociaal/emotioneel gebied gedurende de gehele schoolcarrière volgen. De CvB-leden (m.u.v. de jeugdarts van de GGD) zijn aanwezig bij de besprekingen van het OPP en kunnen gevraagd en ongevraagd met adviezen komen over de beste benadering van leerlingen. De CvB kan gevraagd en ongevraagd advies geven aan ST en directie m.b.t. het pedagogisch klimaat binnen de school en leerlingzorg vraagstukken vanuit een multidisciplinaire deskundigheid. De CvB wordt op de hoogte gehouden van de ontwikkeling in de schoolorganisatie. CvB-leden leggen en onderhouden contacten met ouders, externe deskundigen of instanties en verwijzen, indien nodig, door. Leerlingzorgoverleg. Het leerlingzorgoverleg is samengesteld uit de volgende personen: de voorzitter/directeur, IB-er/TCer, psycholoog/orthopedagoog, maatschappelijk werkende en de speltherapeut. Het leerlingzorgoverleg (LZO) is in het leven geroepen om de vragen/mededelingen die vaak ad hoc aan de individuele leden van verschillende disciplines gesteld/gedaan worden, in een professioneel, multidisciplinair kader te bespreken. Het is een laagdrempelig overleg waarin leerkrachten, onderwijsassistenten of andere medewerkers van de school met de leden van het LZO de vragen/zorgen over een leerling bespreken. Deze vragen kunnen betrekking hebben op verschillende ontwikkelingsgebieden. Bijvoorbeeld: Didactiek Sociaal emotionele ontwikkeling Sociaal pedagogische ontwikkeling Gezondheid Gedrag Groepsprocessen Het doel is het in een vroeg stadium signaleren en aanpakken van problemen van leerlingen, het voorkomen dat situaties escaleren, het delen van zorg om een leerling en het adviseren en ondersteunen van leerkrachtwen en onderwijsassistenten hierbij. Het leerlingzorgoverleg vindt wekelijks op een vast tijdstip plaats. Kennismakingsgesprekken In het begin van het schooljaar nodigt de leerkracht de ouders op school uit voor een eerste gesprek. Alle belangrijke zaken kunnen daar aan de orde komen. De leerkracht doet onder andere mondeling verslag over zijn/haar eerste bevindingen, neemt het handelingsplan door en bespreekt zo nodig het gezondheidsprotocol. De leerkracht kan er ook voor kiezen om bij (nieuw geplaatste) leerlingen een huisbezoek afleggen. Terugrapportage De groepsleerkracht zorgt ervoor dat een kopie van het eerste rapport van een nieuwe leerling naar de school van herkomst gaat.
17
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Wanneer een leerling de school verlaat, stuurt de leerkracht van die leerling een psychologisch rapport naar de vervolgschool, met daarbij een onderwijskundig rapport en het laatste individuele handelingsplan. Dossiervorming en privacy Het dossier bestaat uit alle formele verslagen die bij het onderzoek en de begeleiding van een kind verzameld zijn. Het dossier is opgeborgen op de kamer van de secretaresse in een afgesloten kast. Deze kast is alleen toegankelijk voor de directeur en de secretaresse. Inzage van de dossiers door andere medewerkers (ook ouders) is alleen toegestaan na toestemming van de directeur. De leerkrachten beschikken over een interne groepsadministratie, die veelal opgeslagen is in het LVS ParnasSys. Hierin zitten, behalve de onderzoeksverslagen, de toetsgegevens en de persoonlijke aantekeningen van oudercontacten en een duplicaat van het laatste leerlingrapport. Aan het eind van ieder schooljaar bespreekt de groepsleerkracht dit dossier met de volgende leerkracht. Op termijn zal er nog maar één papieren dossier zijn. Als een leerling drie jaar van school is vernietigen wij bijna alle gegevens. Alleen de volgende zaken blijven bewaard: Personalia Onderwijskundig rapport Openluchtschool (het eindverslag) Laatste schoolrapport. De naam van de vervolgschool Terugkeer naar regulier onderwijs In de leerlingbegeleiding stellen wij systematisch de vraag of er nog voldoende zwaarwegende argumenten zijn om de leerling op een speciale school te blijven begeleiden. Formeel stellen wij dat één maal per jaar vast in de bespreking van het OPP. Indien argumenten voor terugplaatsing aanwezig zijn, bereiden wij, in overleg met de ouders, de terugkeer zorgvuldig voor. Onderwijsaanbod De instrumenteel - cursorische vakken Richtinggevend voor ons onderwijs zijn de kerndoelen Speciaal Onderwijs zoals die geformuleerd zijn. Zie ook: http://www.slo.nl/primair/themas Voor de vak- en vormingsgebieden zijn leraren en IB-ers aangesteld als coördinatoren. In de jaarplanning nemen wij een rooster op waarin we deze vakken in de lerarenvergadering één keer in de twee jaar uitvoerig evalueren. Aan de hand van deze evaluaties volgen bijstellingen en verbeteringen. Lezen Werkwijze/kenmerken: In groep A starten wij met lees-/taalvoorwaardentraining. In groep B starten we met het aanvankelijk lezen. Methode en hulpmiddelen: Voor het aanvankelijk lezen gebruiken we de methode Veilig leren Lezen met het bijbehorende computerprogramma. Voor het voortgezet technisch lezen gebruiken we de oude en de nieuwe versie van de methode Estafette en het bijbehorende computerprogramma Estafette Interactief. Voor zwakke leerlingen in de onderbouw gebruiken we incidenteel de methode Connect en in de midden- en bovenbouw Ralfi. Nederlandse taal De basis voor ons taalaanbod in de groepen C t/m G bestaat uit Nieuwsbegrip XL voor begrijpend lezen. Dit lespakket wordt aangevuld met lessen mondelinge taal en taalbeschouwing. Dit schooljaar gebruiken we doelen van deze leerlijnen. Hierbij maken we gebruik van de methodes Taalleesland, Taaltrapeze, Ambrasoft werkwoordspelling en lessen die te vinden zijn op het internet. Daarnaast besteden we aandacht aan mondelinge taalvaardigheid door middel van spreekbeurten en boekbesprekingen. In de groepen A en B besteden wij veel aandacht aan de ontluikende geletterdheid. Klassikale instructie is het uitgangspunt. In alle groepen staat taal dagelijks op het rooster.
18
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Werkwijze en kenmerken spelling: Spelling wordt gegeven aan de hand van de leerlijn spelling van het CED. Iedere les geven leerkrachten een dictee dat ze met de leerlingen bespreken. De oefenstof komt uit verschillende remediërende spellingpaketten (Spelling in de Lift plus, zelfstandig spellen, speciale spellingbegeleiding en Zuidvallei). De leerlingen oefenen tevens met de computerprogramma’s van Ambrasoft en Woordkasteel. Werkwijze en kenmerken taal: Uitgangspunten van de taalmethode zijn: Aandacht voor de verschillende functies van taal: communicatieve, expressieve en conceptualiserende functie Integratie van taal en begrijpend/studerend lezen Werken vanuit thema’s Gerichte instructie afgewisseld met zelfstandig werken Aandacht voor autochtone en allochtone leerlingen Aandacht voor interculturele aspecten Verhoging van de motivatie voor taal en lezen. Op de Openluchtschool streven we naar een zo hoog mogelijk haalbaar niveau voor iedere leerling. Bij zwakke leerlingen leggen we accenten op luisteren, spreken en leesbegrip. Werkwijze en kenmerken spelling: Per leseenheid staan enkele lesdoelen (met daaraan gerelateerd spellingsstrategieën) centraal. Het accent van de didactiek ligt op het beheersen van de vier spellingstrategieën, te weten de fonologische (luisterstrategie), de auditieve herkennings-, (spellingpatronen herkennen), de visuele inprentings-, en de regelstrategie. Alle leerlingen hebben een boekje met daarin deze vier spellingstrategieën. Hierin komen de verschillende spellingstrategieën duidelijk terug en kunnen leerlingen de behandelde stof steeds terug zoeken. Als aanvulling op de spellinglessen in de klas gebruiken we de volgende computerprogramma’s: Spellingwerk nieuw, Woordkasteel en Ambrasoft. Verbeterdoelen: bouwbreed analyseren van de Citotoetsen en het handelen daarop aanpassen. Resultaten en opbrengst taal: Onze aanpak is op het gebied van begrijpend lezen succesvol, de kinderen krijgen een rijke en gestructureerde taalomgeving aangeboden, waardoor ze steeds stapsgewijs verder komen. Door het volgen van een methode is er een doorlopende leerlijn voor de kinderen op het gebied van begrijpend lezen. We zijn nog op zoek naar een dekkend lesaanbod voor de taalonderdelen die niet worden gedekt door Nieuwsbegrip XL. Resultaten en opbrengst spelling: Het resultaat van deze methode is dat kinderen grip hebben op onze zeer gecompliceerde taalstructuur. Het streefniveau spelling is tenminste groep 6. De leerlingen hebben dan de meest voorkomende spellingpatronen en regels aangeboden gekregen.
Rekenen/wiskunde Eigen doelen: Elk kind bereikt een zo hoog mogelijk, bij hem of haar passend niveau van rekenvaardigheid, vooral op de gebieden hoofdrekenen, handig rekenen/hoofdrekenen (inzichtelijk rekenen met getallen), schattend rekenen en bij rekenkundige bewerkingen met niet al te grote getallen, indien nodig met ondersteuning van hulpmiddelen. Werkwijze/kenmerken: In groep A en zo nodig ook nog in groep B starten wij met de rekenvoorwaardentraining. In de volgende groepen: C, D, E, F en G werken de kinderen in een niveaugroepensysteem volgens een cursorisch opgebouwde methode. Wij maken gebruik van de differentiatiemogelijkheden van deze methode en zo nodig ook nog van andere methoden (Maatwerk rekenen) en ondersteuning van
19
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
computerprogramma’s. Er wordt zowel een methodische als inhoudelijke differentiatie mogelijk gemaakt. Bij de methodische differentiatie maken wij onderscheid tussen differentiëren naar oplossingswijze en naar handelingsniveau. Bij de inhoudelijke differentiatie maken we voor de zwakke rekenaars aan de hand van de minimumdoelen een keuze uit de oefenstof en de vlotte rekenaars verwerken naast het basisprogramma de *opgaven of maken gebruik van aanvullende oefenstof uit andere methodes. Na de in de methode opgenomen toetsen krijgen de leerlingen die de behandelde onderdelen nog niet voldoende blijken te beheersen, gericht extra instructie en bijpassende extra oefenstof. Methode: Wij hanteren de realistische rekenmethode: ‘De wereld in getallen’. Voor de zwakkere leerlingen zetten wij het Bijwerkboek uit de methode in en computerprogramma’s. Voor de betere leerlingen gebruiken we het Plusboek uit de methode en losse oefenbladen uit diverse methodes. Als het nodig is, maken leerkrachten een pas op de plaats en bieden een onderdeel uit de methode extra klassikaal of groepsgewijze aan. Schrijven Werkwijze/kenmerken Wij werken volgens de methode. Er is veel aandacht voor een goede pengreep en een goede zit- en schrijfhouding. Daarnaast geven we veel extra oefeningen om de schrijfmotorische ontwikkeling te ondersteunen, vooral in de onderbouw. Methode We gebruiken de methode Schrijven in de Basisschool (vernieuwd). In de groepen A en B ondersteunen wij de schrijfmotorische ontwikkeling met oefeningen uit de methode ‘Le Bon Départ’, daarnaast worden oefeningen uit ‘Schrijven zonder pen’ gebruikt. In de onderbouw besteden wij vijf lessen per week aan het schrijfonderwijs. Dit vermindert in de opvolgende groepen stapsgewijs tot één les schrijven per week voor de schoolverlatersgroepen. Eenmaal per week gebruiken wij in de onderbouw de methode ‘Le Bon Départ’. Deze methode ondersteunt de ontwikkeling van de schrijfmotoriek, het ritmegevoel en de muzikaliteit door zingen en bewegen. Vooral het ritmisch uitvoeren van schrijfpatronen bevordert de schrijfontwikkeling. ‘Le Bon Départ’ sluit naadloos aan op onze schrijfmethode. Hulpmiddelen In de onderbouw wordt met driekantige potloden geschreven. In de midden- en bovenbouw worden fijnschrijvers gebruikt met pengreep en vulpennen. De methoden ‘Le Bon Départ’ en ‘Schrijven zonder pen’ ondersteunen de schrijfmotorische ontwikkeling. Resultaten en opbrengst Op de rapporten wordt het niveau van het schrijfschrift vermeld. Het einddoel van het schrijfonderwijs na acht leerjaren luidt: ‘De kinderen schrijven een duidelijk leesbaar, vlot geschreven en goed verbonden, hellend handschrift’. Hierbij moeten we wel rekening houden met de motorische beperkingen van sommige leerlingen. Engelse taal Typering van het gebied Het aanbieden van Engelse taal heeft tot doel kinderen vertrouwd te maken met een vreemde taal. Tevens wordt hiermee aandacht besteed aan de functie van Engels als belangrijke internationale taal. Leerlingen leggen de basis voor spreken en lezen van de Engelse taal, uitgaand van alledaagse situaties. Ze moeten daartoe een begin maken met de verwerving van een woordenschat, inzicht krijgen in zinsbouw en de betekenis van woorden kunnen achterhalen. Kerndoelen (basisonderwijs)
A. Domein mondelinge taalvaardigheid De leerlingen begrijpen eenvoudige gesproken teksten over alledaagse situaties.
20
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
De leerlingen begrijpen voldoende Engelse woorden om gesproken mededelingen te kunnen begrijpen over persoonlijke gegevens, eten en drinken, woonomgeving en tijdsaanduiding. De leerlingen kunnen met elkaar praten over alledaagse situaties; ze hanteren daarbij een begrijpelijke uitspraak. B. Domein leesvaardigheid De leerlingen begrijpen de hoofdzaken van een eenvoudige, geschreven tekst. De leerlingen kunnen een woordenboek gebruiken en zo de betekenis van woorden achterhalen. Werkwijze / kenmerken De hoogste bovenbouwgroepen krijgen per week 45 minuten Engels. Tijdens de lessen biedt de methode, afhankelijk van de aangeboden stof, de mogelijkheid de leerlingen klassikaal, in groepjes of individueel te laten werken, met daarbij gelegenheid tot differentiatie (herhalings- en verdiepingsstof). Methode en hulpmiddelen Wij maken gebruik van de methode ‘Take it easy’. Deze methode bestaat uit een werkboek, een taalportfolio en digitale lessen (native speaker via het digibord). Elk met een Textbook en een Workbook, resp. op niveau groep 7 en groep 8. Hulpmiddelen Digibord en kopieermateriaal met daarin extra materiaal voor differentiatie. Daarnaast eigen materialen, verzameld door de leerkrachten, van websites en tijdschriften. In de loop der jaren zijn er verschillende leesboekjes en Engelstalige spelletjes aangeschaft. Resultaten en opbrengsten Na ieder behandeld hoofdstuk kan er een toets worden afgenomen, waarbij alle vaardigheden aan bod komen. Wij streven ernaar om in ieder geval de einddoelen van groep 7 te halen. De praktijk leert dat, gezien de populatie en maatgerichte leercondities op school, het effectief bereiken van niveau eind groep 8 voor het overgrote deel van de leerlingen zeer moeilijk realiseerbaar is. De wereldoriënterende vakken Identiteitsonderwijs Eigen doelen Kinderen oriënteren zich op de samenleving Kinderen kennen de basisprincipes van filosoferen Kinderen kunnen nadenken over en weten wat bestaansvragen zijn Kinderen kennen de ‘lifeskills’ die wij haalden uit de kernwaarden van INOS Werkwijze / kenmerken Wij doen dit vanuit een oefenkader van de christelijke levensvisie, open naar en communicatief met andere levensvisies. Concreet: door het geven van lessen levensbeschouwelijke onderwijs door onze aandacht voor vieringen en rituelen door onze omgang met de kinderen en hun ouders Methode
Filosoferend ontdekken (basisboek) Kriebels in je hersens (onderbouw) Wortels en vleugels (bovenbouw)
Geschiedenis We willen een duidelijke doorgaande lijn voor het geschiedenisonderwijs. De doorgaande lijn bestaat uit de 10 tijdvakken volgens de nieuwe kerndoelen:
21
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Tijd van jagers en boeren (prehistorie tot 50 v. Chr.) Tijd van Romeinen en Germanen (ca. 50 v. Chr. – 500 na Chr.) Tijd van monniken en ridders (500-1000) Tijd van steden en staten (1000-1500) Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600) Tijd van regenten en vorsten (1600-1700) Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) Tijd van wereldoorlogen (1900-1950) Tijd van televisie en computer (1950-2000)
De geschiedenismethode Brandaan behandelt alle tijdvakken en vensters van de Canon. Brandaan heeft een duidelijke stappenstructuur. Ontwikkelingen komen één voor één aan bod en worden overzichtelijk in de tijd geplaatst. Moeilijke begrippen en belangrijke personen krijgen extra aandacht. De teksten zijn kort, begrijpelijk en worden ondersteund door realistisch beeldmateriaal. Door de stap-voor-stap-benadering van Brandaan krijgen de kinderen meer inzicht in de lesstof en daardoor meer vertrouwen. Voor de leerkracht is de methode ook eenvoudig om mee te werken. In de heldere handleiding is steeds in één oogopslag duidelijk hoe de les is opgebouwd. Daardoor is maar weinig voorbereidingstijd nodig. Bij de methode kan het volgende aanvullende materiaal gebruikt worden: *beeldmateriaal uit informatieve boeken *verhalen en kinderboeken * video’s (Schooltv / Klokhuis / KlasseTV *informatie op internet * kijk- en praatplaten Aardrijkskunde Eigen doelen De leerlingen zien in dat allerlei maatschappelijke verschijnselen gevolgen hebben voor hun eigen omgeving. De leerlingen kunnen zich een voorstelling maken van de kaart van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld. Werkwijze / kenmerken - reduceren van de stof, controleren op overlap en hiaten uit vorige leerjaren - methode wordt aangepast aan het groepsniveau - het is moeilijk om individueel te differentiëren - moeilijke teksten: mondeling toelichten en samen lezen - veel visualiseren: zie hulpmiddelen - tijdsinvestering: 45 minuten tot 1 uur per week De lessen worden veelal klassikaal aangeboden en op verschillende manieren verwerkt. De verwerkingsstof (en ook de toetsen) wordt indien nodig aangepast aan het niveau van de leerlingen. Methode en verwerking Groep A werkt met projecten. Groep B koppelt wereldoriëntatie aan de thema's uit de taalmethode. De groepen C, D, E, F en G werken sinds 2011 met de methode Meander van uitgeverij Malmberg. Er is een goede aansluiting bij Naut (natuuronderwijs) en Brandaan (geschiedenis). Soms wordt er ter aanvulling zelf ontwikkeld materiaal gebruikt. Ook KlasseTV.nl wordt regelmatig ingezet. Hulpmiddelen Dvd’s, wandkaarten, atlassen, wereldbol, digibord: internet (o.a. beeldbank, Wikipedia), KlasseTV, excursies, bezoek aan musea, beeldmateriaal en boeken. Resultaten en opbrengst: We streven naar de einddoelen van groep 7 voor de basis/kader stroom, de einddoelen van groep 8 in de Theoretische stroom. De zwakkere leerlingen brengen we in aanraking met de kerndoelen van groep 6 (Praktijk stroom). In de onderbouw bieden we geen methodegebonden toetsen aan, in de
22
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
bovenbouwgroepen wel. De toetsresultaten worden genoteerd in ParnasSys. Voor topografie zijn er zelf ontworpen toetsen. Op de rapporten wordt het boek/groepsniveau vermeld. Natuuronderwijs Wij werken met ‘Naut’: een methode voor natuur en techniek Werkwijze / kenmerken Naut bevat de volgende thema’s: groep 5
groep 6
groep 7
groep 8
de wereld om ons heen
natuurlijke verschijnselen
de wereld om ons heen
natuurlijke verschijnselen
planten en dieren
materiaal uit de natuur
planten en dieren
materiaal uit de natuur
voeding en je lichaam
techniek om ons heen
voeding en je lichaam
techniek om ons heen
techniek om je heen
voortplanting
techniek om je heen
voortplanting
weer en klimaat
aarde in het heelal
weer en klimaat
aarde in het heelal
Methode en hulpmiddelen Naut heeft een duidelijke stappenstructuur. Elke les telt vier stappen in het lesboek en het werkboek, steeds één pagina per stap. Daardoor raken de kinderen snel vertrouwd met de methode en kunnen zij antwoorden makkelijk op één pagina terugvinden. Bovendien sluit elk hoofdstuk af met ‘Dit weet ik nu’, zodat het kind kan zien of het alles begrepen heeft. De stapsgewijze opbouw van Naut geeft kinderen zelfvertrouwen. De lesstof is bovendien makkelijk te lezen. Ingewikkelder onderwerpen worden nog eens met illustraties en foto’s uitgelegd. Door de heldere beeldhandleiding is er weinig voorbereidingstijd nodig. Het is meteen duidelijk hoe de les is opgebouwd. Overige hoofdkenmerken van ‘Naut’: Thematisch-concentrische opbouw Unieke beelden Begrijpelijke taal Samenhang met andere vakgebieden Techniek is praktisch en te organiseren Differentiatie Voor techniek kunnen we aanvullend gebruik maken van de volgende onderwerpen: overbrengingen, elektriciteit, constructies, ict etc. Het materiaal dat we hierbij kunnen gebruiken is: Knexx, technisch Lego, tandraderen, microscoop, stroomkringen, stoommachine enz. Vanwege niveauverschillen hebben we gekozen voor differentiatie binnen de bouwen. Groep A en B maken gebruik van eigen projecten. Groep C gebruikt het doeboek van Naut, Brandaan en Meander voor de lessen techniek, natuurkunde en geschiedenis. Verder zitten er in de TV-series ‘huisje boompje beestje’, de Mystrix en ‘Nieuws uit de natuur’ soms techniekonderwerpen en veel proefjes. Verkeer: Eigen doelen - kennis van regels en voorschriften - inspelen op gedragingen van anderen - verantwoordelijk gedrag vertonen en tolerant zijn voor de overige weg- en stoepgebruiker - kinderen kunnen veilig en bewust aan het verkeer deelnemen Werkwijze / kenmerken Iedere groep werkt via een verkeersmethode. De manier van verwerken is groepsafhankelijk.
23
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Ter afsluiting nemen wij in de bovenbouw de verkeerstoets van Veilig Verkeer Nederland af. Tijdsinvestering 30 tot 45 minuten per week. Methode en verwerking We maken gebruik van verschillende verkeersmethoden. Voor de onderbouw. Groep A: projecten. Groep B: Wijzer door het verkeer, groep 3. Groep C: Blokboek Verkeer. Voor de bovenbouw. Groep E, Op voeten en fietsen en Groep D, F en G: Wijzer door het verkeer. Theoretisch verkeersexamen en oefeningen voor het verkeersexamen. De verwerking geschiedt via de werkboekjes van de methoden. Hulpmiddelen Computergebruik voor bordenleer. Resultaten en opbrengsten Op de rapporten vermelden we het boek / groepsniveau. Streven naar het Landelijk Theoretisch verkeersexamen. Geen praktijk examen. Expressievakken Bewegingsonderwijs Eigen doelen - het bevorderen van het plezier hebben in het bewegen. Dat plezier is van groot belang voor een blijvende deelname aan bewegingsactiviteiten - het bevorderen van de ontplooiing van het bewegingsgedrag; leren bewegen - overdracht van en deelname aan onze bewegingscultuur: leren over bewegen - het vermogen ontwikkelen om samen met anderen deel te nemen aan onze bewegingscultuur: leren samen bewegen Methode De onderwijsleerstof krijgt inhoud vanuit de grondvormen van bewegen en vanuit de technieken die behoren tot de domeinen; gymnastiek en atletiek, spel, bewegen op muziek en zelfverdediging. De vakleerkracht geeft in het jaarprogramma de discipline, de lesopbouw en lesinhoud aan. De vakleerkracht verzorgt bijna alle lessen. Bij de lessen in de onderbouw is een assistente bewegingsonderwijs aanwezig. Special Heroes De Openluchtschool neemt voor het zesde jaar deel aan het programma Special Heroes. Het programma Special Heroes is een sportstimuleringsproject voor leerlingen in het speciaal onderwijs in de leeftijd van 6 tot en met 19 jaar. Met een op het speciaal- en het voortgezet speciaal onderwijs gericht sportstimulerings-programma wil de projectorganisatie Special Heroes een enorme impuls geven aan de jeugdsport voor kinderen met een beperking. Het project richt zich eerst en vooral op de plaats waar de leerlingen zich bevinden: de scholen van speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. De school is ‘de spil’ in de aanpak. De school organiseert in hun lokale en/of regionale omgeving een intensieve samenwerking met sportverenigingen en sportaanbieders
24
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Muziek Eigen doelen De muzikale creativiteit en spontaniteit te ontwikkelen en zo mogelijkheden te scheppen voor een individuele wijze van waarnemen en uiten in en door muzikale activiteiten. Daartoe moet bij de leerlingen het vermogen om gevoelens en ervaringen, ideeën en opvattingen vorm te geven met behulp van muzikale middelen ontwikkeld worden. Werkwijze / kenmerken Om bovenstaand doel te realiseren maken wij gebruik van de volgende onderwijsleeractiviteiten: het zingen en spelen van liedjes en muzikale zinnen: stemvorming en melodische vorming het luisteren naar en spelen van ritmen: ritmische vorming het uitvoeren en bedenken van klankspelen het luisteren naar, herkennen van en spelen op instrumenten het beluisteren van muziek het aanbieden van eenvoudige muziektheorie Methode In het lesrooster staan gemiddeld 35 minuten per week muziekonderwijs ingeroosterd. Verder vindt in de vakgebieden schrijven (met inbegrip van Le Bon Départ), rekenen, taal, wereldoriëntatie en bewegingsonderwijs, vooral in de onderbouw, veelvuldig verwerking plaats door muzikale onderwijsleeractiviteiten. Groep Methode / materiaal / bronnen A Kleuterdans, De liedjesspeeltuin, De vrolijke kring, Verschillende bundels, Koekeloere (NOT), Liedjes met een hoepeltje erom B en C Le Bon Départ (liedjes), Thema liedjes CD, Bloe liedjes, Eigen liedmap, Thema liedjes D en E Liedmachien groep 3/4/5 (afl. 1 t/m 10), Hits voor de kids (OB + MB), Schrijfdans Liedjes met een knipoog F en G Engelse liedjes uit de methode songmachine, muziek-spreekbeurten Hulpmiddelen:
Cd-speler Karaoke + Digibord + DVD Instrumentenkast Diverse bronnenboeken
Resultaten en opbrengst: De leerlingen krijgen een gevarieerd muzikaal pakket aangeboden, waarbij het plezier in ‘met muziek bezig zijn’ het voornaamste accent krijgt. Op de rapporten wordt geen groepsniveau vermeld. Wel wordt een waardering gegeven voor inzet en belangstelling tijdens de lessen. Tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen A: Vormgeven De leerlingen kunnen werkstukken maken op basis van gericht waarnemen op basis vanuit hun geheugen, fantasie en/of beleving met een communicatieve functie of een gebruiksfunctie (b.v.: speelgoed, affiche, een masker) De leerlingen kunnen beeldende aspecten zoals kleur, vorm, ruimte, textuur en compositie doelgericht gebruiken in een werkstuk De leerlingen onderzoeken de beeldende mogelijkheden van materialen en passen deze toe in hun eigen werk. Daarbij gebruiken ze de benodigde gereedschappen op een veilige manier. B: Beschouwen De leerlingen kunnen hun werk vergelijken met de gestelde opdracht en met invulling van die opdracht door anderen. De leerlingen kunnen beeldende producten beschrijven en vergelijken op basis van de volgende aspecten:
25
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
1. betekenis (wat is het? waar is het voor bedoeld?) 2. vormgeving (welke beeldende aspecten bepalen de omgeving?) 3. materiaal (welke materialen zijn gebruikt?) 4. techniek (welke technische principes zijn gebruikt?) 5. plaats en tijd (waar en wanneer is het gemaakt?) De leerlingen weten dat mensen door middel van beeldende producten (reclame, media, persoon), cultuur- en tijdgebonden zijn.
Werkwijze / kenmerken De leerstof staat in een raamplan (Raamplan: het jaarrooster C.19, dat jaarlijks wordt bijgesteld door de coördinator). De leerstof is gebaseerd op tekenen; materialen en technieken, handenarbeid: vrije vormen, hout, metaal, klei, papier / karton. Vervolgens textiele werkvormen; stoffen laten ontstaan: haken, vlechten, weven; stoffen bewerken: borduren, appliqueren, stofdrukken, verven, tekenen en stoffen verwerken. De leerstof wordt concentrisch aangeboden. De leerkracht bepaalt zelf het niveau, dat hij zijn groep aanbiedt. Het raamplan Tehatex biedt een cyclus, welke twee- tot driemaal per jaar wordt aangeboden. Iedere leerkracht is mede verantwoordelijk voor het handenarbeidlokaal. Methode: Het eigen raamplan. Uit de kunst: Ideeënboek en groepsboek Tijdschriften: Kinderhanden en Knutselkunst Resultaten en opbrengst: We streven naar de einddoelen groep 7. Er vinden geen toetsen plaats, de werkstukken worden beoordeeld en op het leerlingenrapport genoteerd. Culturele educatie Binnen de Openluchtschool werken we in alle groepen aan culturele educatie. Het is echter geen vakgebied, dat specifiek op het rooster vermeld staat. Doel van culturele educatie: via het onderwijs leerlingen in contact brengen met cultuur in de breedste zin van het woord. Culturele educatie op de Openluchtschool omvat de volgende zaken: Excursies en andere activiteiten: afhankelijk van het lesprogramma en de mogelijkheden binnen de groep organiseren de leerkrachten regelmatig activiteiten buiten de school, in de vorm van excursies, gastlessen e.d.
Een deel van de culturele educatie binnen de Openluchtschool bestaat uit ‘De Kleine Ontdekking’, een lesprogramma, dat organisatorisch en financieel ondersteund wordt door de gemeente Breda. Het is een samenwerkingsverband tussen diverse Bredase culturele instellingen en de BISK. Door deelname aan de ‘Kleine Ontdekking’ willen we alle groepen binnen de school in aanraking brengen met verschillende kunstdisciplines, zoals muziek, theater, dans, schilderen, boeken e.d.
Evaluatie culturele educatie De verschillende onderdelen worden steeds na elke activiteit geëvalueerd d.m.v. een evaluatieformulier, of gedurende de teamvergaderingen. Daarnaast is er een jaarlijkse evaluatie op schoolniveau, en zijn er twee bijeenkomsten per jaar vanuit het project van de Ontdekking, de coördinator culturele educatie bezoekt deze bijeenkomsten. Leerstofgebied overstijgende vakken Sociaal-emotionele vorming Eigen doelen
emotionele bewustwording de ontwikkeling van zelfcontrole leren van strategieën voor het oplossen van sociale probleemsituaties bevorderen sociaal inzicht en sociale vaardigheden het beter laten verlopen van de onderwijskundige en opvoedkundige processen in de groep
26
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Werkwijze / kenmerken Voor iedere groep is er in het lesrooster expliciete tijd voor het PAD-programma aangewezen. Daarnaast zullen klimaat en sfeer bepaald worden door denken en handelen volgens het PADprogramma. Methode Wij maken gebruik van het PAD-programma. PAD staat voor Programma Alternatieve Denkstrategieën. Voor de kinderen gebruiken we ook wel: Proberen Anders te Denken. Het PAD-programma voorziet in een volledig uitgewerkte methode met handleiding. In de loop van de afgelopen jaren is voor iedere groep en voor iedere leerkracht een eigen, specifieke uitwerking van het programma ontstaan. Omdat de persoonlijkheid van de leerkracht, zijn eigen ervaringen, belevingen en gevoelens een grote rol spelen in het proces met de groep, zal de uitwerking van het PAD-leerplan veel meer persoonsgebonden kunnen en mogen zijn dan dat het geval is bij de andere vormingsgebieden. Voor de concrete inhoud van het programma verwijzen wij naar de handleiding, inclusief het spelletjeskatern. Groep A hanteert: ‘Een doos vol gevoelens’ met verwerkingsmaterialen en Pad-programma met het Padverhaal (voor jonge kinderen). Er wordt kennis gemaakt met de 4 basisemoties (blij, bang, boos en verdrietig), benoemen en herkennen. Groep B Pad-programma met het Padverhaal (voor jonge kinderen). Er wordt kennis gemaakt met meerdere emoties. In groep C PAD-programma, met HET PAD-verhaal. Er wordt kennisgemaakt met manieren om controle te hebben over het eigen gedrag: het ‘padden’. Het doosje met gevoelens wordt uitgebreid met andere emoties. De volgende groepen voegen steeds meer gevoelens in verschillende gradaties toe aan het doosje. Er wordt, in alle groepen, gewerkt met de emotiekaartjes, de complimentenlijst, complimenten geven en ontvangen. Het stoplicht wordt geïntroduceerd (va groep c) als hulpmiddel voor zelfcontrole. In de groepen van de bovenbouw vindt nadere verdieping plaats van het PAD-programma. Bovendien wordt er gewerkt met ‘The Emotion Game’. Daarbij wordt in spelvorm gesproken over gevoelens in een veilige situatie, waarbij men op dat moment niet emotioneel betrokken is. Dit krijgt een vervolg in de groepen E en F met het Sociale Vaardighedenspel en het ‘Babbelspel’. M.b.v. kaartjes, tekeningen en rollenspelen worden sociale vaardigheden getraind. De methode van ‘Ringrose’ is hierbij leidraad: de beschreven therapie wordt omgezet in onderwijsactiviteit. Hulpmiddelen: - Padplaatsen incl. padboekjes (oplossingsmodel) Informatie en Communicatie Technologie (ICT) De Openluchtschool zet ICT op verschillende terreinen in: onderwijskundig, administratief en communicatief. Op onderwijskundig gebied vindt er op dit moment een verbreding en verdieping plaats. Leerlingen oefenen vaker op hun niveau met onderwijskundige software en leerlingen gebruiken het Internet voor het opzoeken van informatie en het volgen van digitale lessen. Leerlingen maken bij rekenen gebruik van een uitgebreid softwarepakket dat ook een stuk uitleg verzorgt. In de Onderbouw gebruikt men Veilig Leren Lezen. Dit programma vergroot de effectiviteit van het leesonderwijs. Op administratief vlak gebruiken wij de computers voor verslaglegging, voor het leerlingvolgsysteem ParnasSys en documentatie op het netwerk en op de portal. De medewerkers gebruiken ICT intensief als communicatiemiddel (zowel intern als extern). Een medewerker houdt de portal van de school wekelijks up to date, zodat daar voor ouders en buitenstaanders de nieuwste informatie te vinden is. Ouders maken steeds vaker gebruik van e-mail om met medewerkers te communiceren. De school beschikt over een netwerk met 35 computers, 18 laptops, software, diverse audiovisuele en communicatiemiddelen en acht digitale schoolborden. Ambities Leerlingen Maken intensief gebruik van het Internet voor de zaakvakken (online filmpjes bekijken, informatie zoeken, webquests maken) Leerlingen kunnen hun eigen documenten werkstukken e.d. thuis ook inzien via de portal van de Openluchtschool Leerkrachten Kunnen lessen klaar zetten op het Internet en gebruiken flipcharts
27
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Communiceren met ouders via e-mail Sturen OPP’s en groepsplannen digitaal op naar ouders als voorbereiding op het gesprek Communiceren met zieke leerlingen via Skype en social media
Administratie We streven naar een reductie van papieren dossiers. In het centrale (afgesloten) dossier zit per leerling een map met een papieren exemplaar. Het complete leerlingvolgsysteem, ParnasSys staat veilig op de server en is beschikbaar op de computers. Actief burgerschap en Integratie De vorming van goede burgers is een kerntaak van onze school. Ons programma heeft in het aanbod voldoende aanknopingspunten en voldoende tijd en aandacht voor dit thema. Vooral in ons programma sociaal-emotionele vorming besteden wij expliciet aandacht aan vaardigheden als samen regels afspreken en handhaven, elkaar respectvol aanspreken, goed kunnen omgaan met kritiek en conflicten oplossen. Binnen taal en wereldoriëntatie, vooral bij geschiedenis en aardrijkskunde in de bovenbouw, leren de kinderen over onze staatsvorm, de grondrechten van alle burgers en wat dat betekent voor ons gedrag. Binnen ons aanbod levensbeschouwelijke vorming hebben wij gekozen voor filosoferen met kinderen. Uiteraard komen hier ook facetten van actief burgerschap en integratie aan bod. In de bovenbouw besteden wij aandacht aan aspecten van een pluriforme samenleving en wij brengen onze leerlingen in aanraking met andere religieuze opvattingen. Dat kan ook niet anders, omdat maar een beperkt aantal van onze leerlingen de rooms-katholieke traditie uitdraagt. Ook leerlingen met andere religieuze opvattingen bevolken onze school. Jaarlijkse activiteiten Vieringen Ieder jaar organiseren wij een aantal vieringen met een godsdienstig karakter: een kerstviering en een paasviering. Deze vieringen worden ontwikkeld vanuit het identiteitsonderwijs. Voor iedere viering is er een speciale commissie uit het team samengesteld. Verder houden speciale commissies zich bezig met de voorbereiding van de Kinderboekenweek, het Sinterklaasfeest, Carnaval, de Sportdag en de schoolverlatersviering. De Oudervereniging speelt een erg belangrijke rol bij alle vieringen. Ouders helpen bij de voorbereiding en de uitvoering van de vieringen: materiaal verzamelen, versieren, helpen in de keuken, groepjes begeleiden of spellen begeleiden. Voor de ouders zijn dit plezierige momenten om de sfeer op school te ervaren. Vanaf vorig jaar nodigen wij ook alle ouders bij vieringen uit. Excursies Excursies en uitstapjes worden (buiten de activiteiten van de ‘Kleine Ontdekking’) niet systematisch in het schoolprogramma opgenomen. Iedere groepsleerkracht heeft de mogelijkheid om op eigen initiatief, vaak in relatie tot een van de leerstofgebieden, excursies en uitstapjes te organiseren. Soms maken wij dankbaar gebruik van de beroepsuitoefening of hobby van een van de ouders. Zo komen excursies tot stand naar de brandweer, een bakkerij of een apotheek. Ook bedrijven en instellingen nodigen ons uit om een educatief bezoek te brengen. Een bezoek aan het Milieu Educatief Centrum past in menig project over natuur en milieu. Schoolkampen en introductiedagen Schoolkampen en introductiedagen passen binnen de doelstellingen van de Openluchtschool en zijn een onderdeel van het jaarprogramma. De Openluchtschool kent introductiedagen en een schoolverlaterskamp: 1. de introductiedagen in het begin van het schooljaar voor alle leerlingen 2. het schoolverlaterskamp in de voorlaatste schoolweek Doelstellingen introductiedagen begin schooljaar:
intensivering van het groepsproces het verdiepen van de pedagogische relatie van de groepsleerkracht met zijn leerlingen observeren in een niet-schoolse situatie bevordering van zelfstandig en verantwoordelijk gedrag van de leerlingen
28
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Organisatie van het schoolkamp en de introductiedagen De organisatie van het kamp en de introductiedagen is een verantwoordelijkheid van het team. In een teamvergadering in april of mei wordt de basis van het programma gelegd door de keuze voor een thema. Daarna zorgt de commissie voor de verdere uitwerking in een draaiboek. Op basis van het draaiboek verdelen we de werkzaamheden en voorbereiding onder alle medewerkers. Tijdstip: het uitgangspunt is dat het kamp of de introductiedagen plaatsvinden in de eerste weken van het schooljaar, bij voorkeur in de derde schoolweek. Tijdsduur: de tijdsduur kan verschillend zijn voor de groepen. Niet alle groepen kunnen even veel aan. Introductiedagen duren drie of vier dagen en het schoolverlaterskamp duurt drie dagen Doelstelling schoolverlaterskamp: Op een plezierige wijze de Openluchtschoolcarrière van de leerlingen afsluiten. Organisatie schoolverlaterskamp De organisatie van het schoolverlaterskamp is in handen van de groepsleerkrachten die schoolverlaters in hun groep hebben. Zij maken een draaiboek of tijdschema en een begroting en overleggen hierover met de directie. Het schoolverlaterskamp vindt plaats in de voorlaatste schoolweek in een tentenkamp op het eigen terrein. Bekostiging van de introductiedagen en het kamp De introductiedagen en het kamp worden voor een deel bekostigd door een vrijwillige bijdrage van de ouders. De begroting is opgenomen in de begroting verzorging. De ouders betalen niets hiervoor als zij verzorgingsgeld betalen. Ouders die dat niet doen, krijgen een rekening voor de werkelijke voedings- en verblijfkosten van introductiedagen en eindkamp. Ouders voor wie dit een probleem is, kunnen contact opnemen met onze maatschappelijk werkende. Deelname aan introductiedagen en het eindkamp Dit zijn onderdelen van het onderwijsprogramma van de school. In uitzonderlijke situaties kunnen er soms redenen zijn om een leerling niet deel te laten nemen. De school zorgt dan voor een passend onderwijsaanbod op school. Ouders overleggen daarover met de leerkracht. De leerkracht legt de argumenten voor aan de Commissie van Begeleiding. De directie neemt het besluit. Speciale voorzieningen van de Openluchtschool Medisch-hygiënisch begeleiding De jeugdarts Zo nu en dan komt de jeugdarts op school voor onderzoeken. In de meeste gevallen krijgen de ouders een uitnodiging om met hun kind naar de GGD te komen. De school is doorgaans erg goed geïnformeerd over de ontwikkelingen rondom de kinderen. Alle belangrijke medische informatie geven wij door aan de jeugdarts. De jeugdarts is de contactpersoon naar medische instanties (huisarts, specialisten, ziekenhuizen) en informeert hen of wordt door hen geïnformeerd. De jeugdarts krijgt van de school verslagen van alle leerlingbesprekingen, zodat hij weet waar en wanneer er knelpunten zijn. De jeugdarts is een belangrijke schakel in de protocollen voor de verzorging, de niet-voorbehouden en de voorbehouden medische handelingen. Steunpunt Epilepsie
Wat moet ik doen als mijn kind een epilepsie aanval heeft op school? Kan een kind met epilepsie naar de basisschool om de hoek of moet het naar speciaal onderwijs? Lesgeven aan kinderen met epilepsie, moet dat op een andere manier dan aan kinderen zonder epilepsie? Als een kind in de klas vaak zit te dromen, heeft het dan concentratieproblemen of kan het ook epilepsie zijn? Hoe herken ik als leraar symptomen van epilepsie? Welke extra voorzieningen moet een school treffen om leerlingen met epilepsie te begeleiden? Waar kan een school expertise inhuren? Voor al deze en andere vragen over epilepsie kunnen scholen voor zowel regulier als speciaal onderwijs, maar ook ouders en jongeren contact opnemen met het Steunpunt Epilepsie.
Epilepsie is de meest voorkomende neurologische aandoening bij de jeugd. Nederland telt ongeveer 60.000 schoolgaande kinderen en jongeren die een bepaalde vorm van epilepsie hebben. Ze kunnen
29
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
er veel hinder van ondervinden, zoals vermoeidheid, angst, concentratiemoeilijkheden, geheugenproblemen, traag werktempo, leerproblemen, psychosociale problemen. Sinds 2000 is in West Brabant het Steunpunt Epilepsie op de Openluchtschool Breda gehuisvest. De Openluchtschool en het Steunpunt Epilepsie werken nauw samen. Maar niet alleen de leerkrachten van de Openluchtschool Breda kunnen gebruikmaken van de expertise van het steunpunt, ook voor leerkrachten van scholen in de regio en ouders kan het steunpunt een vraagbaak zijn. Wekelijks op donderdagochtend is Maria Beks als ambulant begeleider van onderwijscentrum De Berkenschutse aanwezig. De Berkenschutse is onderdeel van epilepsiecentrum Kempenhaeghe in het Brabantse Heeze en de Hans Berger Kliniek in Oosterhout. De ambulant begeleider kan u van informatie voorzien voor wat betreft het hanteren van epileptische aanvallen in de schoolsituatie en kan u adviseren over de onderwijskundige behoeften van kinderen en jongeren met epilepsie en voorkomende schoolproblemen. Indien nodig kan een collegiale consultatie plaatsvinden op school. Ook algemene voorlichting of uitgebreide scholing kan vanuit het Steunpunt worden verzorgd. Meer informatie: www.lwoe.nl Steunpunt Epilepsie: Elke donderdagochtend bereikbaar via de Openluchtschool Breda, tel. 076-5600111 De schoolverpleegkundige De schoolverpleegkundige verpleegt en verzorgt kinderen en geeft voorlichting en instructie aan kinderen, ouders en medewerkers van de school over (verpleegkundige) verzorging. Zij heeft werkzaamheden als Het verrichten van voorbehouden medische handelingen bijv. katheteriseren, het spuiten van insuline. Het verrichten van niet-voorbehouden handelingen zoals sondevoeding geven via peg-sonde, bloedsuikers prikken, toedienen van medicatie etc. Het begeleiden van kinderen bij de verzorging Het begeleiden van kinderen bij de acceptatie van het ziek-zijn. Het begeleiden van kinderen naar zelfstandigheid. Het handelend optreden bij spoedgevallen en het verlenen van EHBO Het opstellen van protocollen Het administreren en beheren van medische documenten Het beheren van verpleegkundige voorzieningen in de school Verzorgen van EHBO lessen aan een bovenbouwgroep Zij beslist onder verantwoordelijkheid van de schooldirectie over de organisatie en werkwijze van de verpleegkundige en verzorgende handelingen. Verder heeft zij contacten met artsen, paramedisch personeel e.d. over medische en verpleegkundige aangelegenheden. Tevens heeft zij contacten met ouders/verzorgers over verpleging en verzorging thuis en op school. De lichamelijke en medische verzorging De verzorging van leerlingen is in principe een taak van de onderwijsassistenten. Op onze school komen drie vormen van verzorging voor: 1. de standaard zorg 2. de niet-voorbehouden handelingen 3. de voorbehouden handelingen Onder de standaardzorg verstaan wij de verzorging op het gebied van sanitair (toiletgang, wassen, douchen, luizencontrole, verschonen en voeding. Niet-voorbehouden handelingen zijn (verpleegkundige) handelingen die de onderwijsassistenten uitvoeren volgens een algemeen of individueel protocol. Via scholing en instructie, door de verpleegkundige, worden de onderwijsassistenten geschoold in de handeling. De verpleegkundige controleert de uitvoering. Bij afwijkingen van het protocol moet een verpleegkundige of de ouders de zorg overnemen of houdt de verpleegkundige toezicht op de (vrijwillige) uitvoering door een onderwijsassistente. Voorbehouden handelingen zijn door de Wet BIG aangemerkte verpleegkundige handelingen. Deze handelingen worden dus alleen uitgevoerd door de verpleegkundige.
30
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
De onderwijsassistenten mogen deze voorbehouden handelingen NIET uitvoeren omdat zij niet onder de Wet BIG vallen. In de schoolpraktijk zijn onderstaande handelingen te noemen: Het katheteriseren van meisjes en jongens Het injecteren van Insuline Bij afwezigheid van de verpleegkundige kan een beroep gedaan worden op ouders. Voor wat betreft de persoonlijke juridische consequenties van onderwijsassistenten vallen de onderwijsassistenten onder de civiele wetgeving. De verpleegkundige met een geldige BIG-registratie moet zich in voorkomende gevallen verantwoorden bij het tuchtrecht. In de rechtspraak beoordeelt men of er sprake is van zorgvuldig handelen. Als de handelingen onder normale omstandigheden en volgens protocol zijn uitgevoerd, is er sprake van zorgvuldig handelen. De school heeft een aansprakelijkheidsverzekering bedrijven en beroepen. Bovenstaande betekent dat een kind met een zorgvraag pas geplaatst kan worden of kan terugkeren uit een ziekenhuisopname wanneer de voorbehouden of niet-voorbehouden handeling is besproken met de verpleegkundige. Bijstellingen kunnen op allerlei momenten gebeuren: bij plan- en leerlingbespreking, na huisbezoek, via telefonisch contact, via e-mail of via het contactschriftje. Ouders/verzorgers zijn uiteraard verantwoordelijk voor de overdracht van informatie richting school. Leerkrachten spelen deze gegevens weer door aan de verpleegkundige. Na een doktersbezoek, bij wijziging van behandeling of medicatie gaat de school ervan uit dat de nieuwe feiten onmiddellijk worden gemeld om verwerkt te worden in het protocol. Bijstellingen in het protocol worden door de verpleegkundige uitgevoerd. Onderstaand volgt een overzicht van handelingen die recent op onze school zijn uitgevoerd: standaardzorg
protocol geen protocol noodzakelijk
niet-voorbehouden handelingen niet-voorbehouden handelingen
volgens algemeen protocol volgens individueel protocol
voorbehouden handelingen voorbehouden handelingen
volgens algemeen protocol volgens individueel protocol
handeling wassen verschonen eenvoudige wondverzorging zalven en insmeren begeleiden bij eten toedienen van medicijnen toedienen van medicijnen zindelijkheidstraining meten bloedsuiker toedienen van stesolid bij epileptisch insult sondevoeding via spuit en/of pomp
katheteriseren bij meisjes en jongens Insuline spuiten en insulinepomp, verzorging-controle van een mickey-button en port a cath en trachea-canule
Algemeen protocol medicijnen toedienen onder schooltijd Als een leerling onder schooltijd medicijnen nodig heeft, dan melden de ouders dit (schriftelijk) aan de school. Wij hanteren hiervoor het (wijzigings)formulier medicatie wat te vinden is op www.olsbreda.nl onder het kopje ouders. Ook dient elke wijziging van medicatie gedurende het schooljaar hierin vermeld te worden. Na ondertekening wordt het formulier afgeleverd op school. Op de intakelijst, die aan het begin van het schooljaar wordt meegegeven, staat het volledige medicijngebruik en dus ook het medicijngebruik buiten de schooluren . De ouders zijn verantwoordelijk voor een correcte, schriftelijke melding van het medicijngebruik van hun kind. Het toedienen van de medicijnen dient te gebeuren volgens het voorschrift van de arts en volgens de aanwijzingen op de bijsluiter. De originele verpakking met bijsluiter moet op school aanwezig zijn. Het tijdstip en de manier van toediening moet vermeld worden op het wijzigingsformulier medicatie. Controleer de houdbaarheidsdatum op de verpakking.
31
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Iedere fundamentele wijziging, schrijven ouders op het wijzigingsformulier en leveren dit, ondertekend voor akkoord, in bij de leerkracht of verpleegkundige. Wanneer de leerling het medicijn heeft ingenomen wordt dit door leerkracht of verpleegkundige afgetekend op een individuele aftekenlijst. Bij de ontwikkeling naar zelfverantwoordelijkheid kan de groepsleerkracht/verpleegkundige, in overleg met de ouders, de leerling zelf geleidelijk verantwoordelijk maken voor het innemen van zijn medicijn. Dit vermelden wij op het wijzigingsformulier. De ouders tekenen voor akkoord. Tevens hebben wij de afspraak de medicijnen centraal bij de verpleegkundige of in de klas op een veilige plaats te bewaren.
EHBO Denk bij EHBO aan de volgende vijf regels: 1. Let op gevaar: Denk eerst aan je eigen veiligheid (bijv. aan het gebruik van handschoenen bij bloederige wonden)**. Denk dan aan veiligheid van omstanders en vervolgens aan die van het slachtoffer. 2. Wat is er gebeurd: zorg dat je zoveel mogelijk te weten komt, ter informatie naar ouders en collega’s. 3. Stel slachtoffer gerust: praat met slachtoffer en blijf bij hem/haar. 4. Regel deskundige hulp: Bel indien nodig 112 en vertel welke deskundige hulp je nodig hebt. 5. Help het slachtoffer ter plaatse: voer EHBO-handelingen uit. **Het gebruik van handschoenen is, behalve hygiënisch, ook van groot belang om bloed-bloedcontact (en daarmee een mogelijke overdracht van infectieziekten als AIDS, HIV of Hepatitis B) te voorkomen! Psychologische begeleiding De orthopedagoog/kinderpsycholoog verricht het toelatings- en eindonderzoek van een kind. In de tussenliggende periode zorgt zij voor extra onderzoeken toegesneden op de vraagstelling van de onderwijsgevenden. Zij is lid van de Commissie van Begeleiding en krijgt informatie over alle therapieën die aan het kind worden aangeboden. Maatschappelijke begeleiding De schoolmaatschappelijk werkende is lid van de Commissie van Begeleiding. Zij heeft een intakegesprek met de ouders bij plaatsing van nieuwe leerlingen. Als de school na plaatsing vragen over de gezinssituatie heeft, kan zij de ouders nogmaals op school uitnodigen of thuis bezoeken. Ook zal zij op verzoek van de groepsleerkracht meegaan met een eventueel huisbezoek. Als langdurige of intensieve begeleiding nodig is, kan zij een bemiddelende rol vervullen naar andere instanties. Contacten met ouders/verzorgers De eerste ouderavond en de planbesprekingen In de eerste schoolweek houden wij een ouderavond. U bent welkom in de groep van uw eigen kind. De groepsleerkracht vertelt u hoe hij of zij het onderwijs in zijn/haar groep inricht. Onder het genot van een kopje koffie kan ieder zijn of haar betrokkenheid bij de school uitwisselen. Wat betekent het bijvoorbeeld voor u dat uw kind de Openluchtschool bezoekt? Wij kunnen dan tegelijk bekijken of er behoefte bestaat later in het schooljaar een of meerdere bijeenkomsten te organiseren rondom een thema. Voorheen kwamen o.a. aan de orde: slaap- en eetproblemen, omgaan met angst, leesonderwijs, vrijetijdsbesteding, Passend Onderwijs, enzovoort. In de eerste vier weken van het schooljaar bespreekt de groepsleerkracht de globale doelen voor het komende schooljaar. In dit gesprek, dat tevens een nadere kennismaking is met de ouders, bespreekt de leerkracht de koers die hij voor het kind gaat uitzetten. Ouders worden hierbij, vanuit hun rol als partner, nadrukkelijk betrokken. Algemene ouderavond Deze ouderavond organiseert de Oudervereniging, het is tevens de jaarvergadering van de Oudervereniging. Deze bijeenkomst voor alle ouders richt zich op een thema of onderwerp en beoogt bovendien de onderlinge contacten tussen ouders te verstevigen. Onderwerpen die al aan bod kwamen zijn o.a.: dyslexie, gedragsstoornissen en brandpreventie. Nieuwsbrief
32
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Algemene informatie van en over de school krijgen de ouders door regelmatig (6 x per jaar) verschijnende nieuwsbrieven (ook via e-mail). Ook sturen medewerkers van de school belangrijke informatie via e-mail (vanuit het leerlingvolgsysteem ParnasSys) naar de ouders. Huisbezoek In bepaalde gevallen vindt er een huisbezoek plaats. Behalve een wat meer persoonlijke kennismaking van de ouders met de leerkracht, na de algemene eerste kennismakingsavond aan het begin van het nieuwe schooljaar, kan dit bezoek vooral gezien worden als een wederzijdse informatieuitwisseling over de desbetreffende leerling. Leerkracht en ouders moeten hierin een actieve bijdrage leveren. Voorwaarde is wel dat wederzijds vertrouwen en respect aanwezig zijn en een daaraan gekoppelde bereidheid tot openheid. Als het maar enigszins mogelijk is zijn beide ouders aanwezig. Om het gesprek goed te laten verlopen is het belangrijk dat het gesprek niet gestoord kan worden door extra toehoorders (de andere kinderen, familie, buren) of door de radio of de televisie. De leerkracht kan zich laten vergezellen door de onderwijsassistente of de schoolmaatschappelijk werkende. Dat wordt van tevoren meegedeeld. De leerkracht maakt een verslag van het bezoek om de Commissie van Begeleiding te informeren. Bespreking van het ontwikkelingsperspectief en overige informatie-uitwisseling met ouders Twee keer per jaar, spreekt de leerkracht de ouders over het OPP (=ontwikkelingsperspectief-plan). Hij/zij vraagt de ouders om hun instemming en ondertekening van het plan. Hij nodigt de ouders uit om mee te denken, suggesties te doen en op elkaar af te stemmen. Zelf kunnen de ouders het initiatief tot een gesprek nemen door een telefonische afspraak te maken met de desbetreffende groepsleerkracht. Soms vinden gesprekken plaats op uitnodiging van leden van de Commissie van Begeleiding: de groepsleerkracht, de directeur, de orthopedagoog/psycholoog, de jeugdarts of de schoolmaatschappelijk werkende. Tenslotte houdt de groepsleerkracht regelmatig (meestal dagelijks) contact met de ouders door middel van een contactschrift of de leerlingagenda. De school kent geen ‘Open Dagen’, maar wel kunnen ouders, op verzoek, lesactiviteiten en therapieën meemaken. Speltherapie Speltherapie is een extra zorg voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Het spelen wordt gebruikt als middel om een kind te helpen bij het verwerken van emotionele problemen. Bij speltherapie wordt er tevens gewerkt aan de ontwikkeling van de sociale vaardigheden en aan de kwaliteit van het spel. Volwassenen kunnen dikwijls alleen al door praten hun problemen verwerken. Bij kinderen lukt dit vaak niet, zij kunnen hun emoties niet verwoorden. Omdat bijna alle kinderen spelen leuk vinden, lukt het vaak wel om in de vorm van spel emoties te verwerken. De kern van de speltherapie is de vertrouwensband tussen het kind en de therapeut. Als het kind zich vertrouwd en veilig voelt, zal het in zijn spel durven laten zien waar het mee zit. Daarnaast is het spel een middel om de sociaal emotionele ontwikkeling te stimuleren. De therapie wordt individueel of in kleine groepjes gegeven. Bij de individuele therapie staat het verwerken van emotionele gebeurtenissen (overlijden, uithuisplaatsing, levensbedreigende ziekte, e.d.) centraal. Bij de therapie in groepjes wordt er naast het verwerken van emotionele problemen ook gewerkt aan sociale vaardigheden, spelinhoud en samenspel. De speltherapie vindt plaats in de spelkamer binnen de Openluchtschool. De verwijzing vindt plaats tijdens de individuele leerlingbespreking. De leerkracht meldt het kind aan. Tijdens de bespreking wordt in grote lijnen de doelstelling van de therapie vastgelegd. Deze doelstellingen worden als uitgangspunt genomen voor een observatieperiode van drie of vier weken, het kind heeft dan tevens de gelegenheid om te wennen. Na deze observatieperiode worden de uiteindelijke doelstellingen door de speltherapeute geformuleerd. Deze kunnen in de loop van de tijd aangepast worden als blijkt dat dit nodig is. De therapeut schrijft een handelingsplan, hierin worden de beginsituatie en hulpvraag, doelstellingen en de bijbehorende strategieën beschreven. De leerkracht krijgt een exemplaar van het handelingsplan. Ouders krijgen een brief waarin de inhoud van het handelingsplan beschreven staat.
33
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
De handelingsplannen hebben betrekking op een periode van ongeveer acht weken. Dan volgt er een evaluatie en wordt er bepaald of de therapie voortgezet wordt of kan stoppen. Via het OPP worden de ouders op de hoogte gebracht. In verband met de privacy van het kind is het niet mogelijk om aanwezig te zijn tijdens de speltherapie. Wel is de therapeute altijd bereid om een afspraak te maken om persoonlijk één en ander toe te lichten. Dan is het ook mogelijk om de spelkamer te bekijken. Fysiotherapie De fysiotherapie op de Openluchtschool is erop gericht om de kinderen lichamelijk en motorisch zo optimaal mogelijk te laten functioneren. Er zijn drie belangrijke groepen: 1. kinderen met astma of specifieke longaandoeningen 2. kinderen met problemen in de motoriek 3. kinderen met stoornissen in het bewegingsapparaat, zowel op neurologische als op orthopedische basis Kinderen die dat nodig hebben, krijgen fysiotherapie. Bij plaatsing op de Openluchtschool worden alle nieuwe leerlingen onderzocht. De indicatie voor fysiotherapeutische behandeling wordt gesteld door een verwijzer (huisarts, kinderarts e.d.), de begeleidingscommissie en/of de fysiotherapeut. Als behandeling nodig is, gebeurt dat kosteloos en onder schooltijd. Het aantal behandelingen kan variëren. Op aanvraag van de leerkracht, ouders of de begeleidingscommissie kan ook een tussentijds onderzoek plaatsvinden, waarna fysiotherapeutische behandeling op ieder gewenst tijdstip kan worden opgestart. Logopedie De logopediste houdt zich bezig met de spraak- en taalontwikkeling van de kinderen. Kinderen, die zijn aangemeld op de Openluchtschool, worden onderzocht door de logopediste. Zij kijkt naar: Articulatie Auditieve waarneming Mondmotoriek Ademhaling Het gebit Het gehoor Taal Stem Stotteren en broddelen Na het onderzoek wordt besloten of het kind logopedische behandeling nodig heeft. De logopediste schrijft een handelingsplan, waarin beschreven staat: beginsituatie, doelen, strategie, evaluatie en groepssamenstelling. Dit handelingsplan komt in het dossier en bij de leerkracht. Het kind wordt ingepland in het rooster; soms krijgt een kind individuele therapie. Meestal wordt gewerkt in groepjes. Bij de samenstelling van een groepje wordt gekeken naar de doelstellingen en leeftijd. Soms speelt gedrag een rol bij deze keuze. De ouders krijgen een brief van de logopedist, waarin de doelen en strategie beschreven worden. Voor de leerlingenbespreking reikt de logopedist een verslag uit aan de leerkracht over de vorderingen van de leerling op het gebied van spraak en taal. Tijdens deze zitting wordt besloten tot continueren, pauzeren of stoppen van de logopedische hulp. Wanneer de therapie gepauzeerd of gestopt wordt, krijgen de ouders daarover bericht. Materiële voorzieningen Speelterrein De Openluchtschool staat op een terrein van 3 hectare. Op dit terrein staan ons ter beschikking: één speelplaats, een sportveld en een verspringbak, een speelterrein met gecertificeerde, aantrekkelijke speeltoestellen, een grote zandbak en een bosachtig gebied. Klassen De klaslokalen liggen vrij en hebben een terras als buitenklas.
34
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Vaklokalen Verder beschikt de school over een gymzaal en een handenarbeidlokaal. Locatie Flexinos Een apart gebouw van de Openluchtschool dient met ingang van schooljaar 2011-2012 als huisvesting voor de ambulante dienst Flexinos. Deze dienst van INOS verzorgt ambulante begeleiding aan leerlingen die met een ‘rugzak’ in het reguliere onderwijs zitten. Orthotheek De school beschikt over een uitgebreide orthotheek en een bibliotheek met vakliteratuur voor leraren. In de groepen beschikken de leerkrachten over alle nodige methodische materialen en leermiddelen. audiovisuele hulpmiddelen Het onderwijs wordt ondersteund door audiovisuele hulpmiddelen zoals digitale schoolborden, nieuwe pc’s met verstelbare tft-schermen, DVD’s, en geluidsapparatuur. Het methodisch werken in de leerstofgebieden ondersteunen wij door middel van methodische software op leerlingencomputers welke aangesloten zijn op een netwerk dat via een provider in verbinding staat met het Internet. De school heeft een protocol opgesteld voor het gebruik van moderne media. Badkamer Voor de verzorging van kinderen die een ongelukje hebben gehad (te laat naar het toilet of in een plas gevallen) en die medische verzorging nodig hebben is er een badkamer op school. Aula De maaltijden worden gebruikt in de aula. Voor het bereiden van de lunch beschikken wij over een goed geoutilleerde keuken. De aula, uitgerust met een compleet toneel, is geschikt voor ouderavonden en allerlei andere informatieve of plezierige activiteiten. Schoolbibliotheek Elke woensdag kunnen alle kinderen uit de schoolbibliotheek, ingericht op leesniveau volgens het A.V.I.-systeem, twee boeken lenen om (thuis) te lezen. Er zijn steeds twee ouders aanwezig die dit regelen. Sportdag Op vrijdag 24 april organiseren wij een sportdag, die wij koppelen aan de Koningsspelen. De vakleerkracht bewegingsonderwijs is de eerstverantwoordelijke voor de organisatie. Vieringen, excursies en uitstapjes Wij streven naar vijf tot zes gemeenschappelijke vieringen per jaar: Kinderboekenweek, Sinterklaas, Kerst, carnaval, Pasen en het afscheid van de schoolverlaters. Excursies en uitstapjes worden niet systematisch in het schoolprogramma opgenomen. Iedere groepsleerkracht heeft de mogelijkheid om op eigen initiatief, vaak in relatie tot een van de leerstofgebieden, excursies en uitstapjes te organiseren.
35
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Ambulante begeleiding Samen met Mytylschool de Schalm en de Liduinaschool beschikt de Openluchtschool over een dienst ambulante begeleiding: Kenniscentrum Flexinos. Gespecialiseerde leerkrachten ondersteunen reguliere scholen (PO, VO en MBO) zodat leerlingen met een cluster 3-indicatie (LZ, LG of ZML), binnen het reguliere onderwijs verantwoord begeleid kunnen worden. Wat kunnen wij bieden: Informatie verstrekken over ziektebeeld of handicap Opstellen van een FPP (Flexinos Perspectief Plan) met daarin de hulpvragen van de leerling Bespreken en in kaart brengen van de onderwijsbelemmeringen die de leerling ervaart, en het zoeken naar oplossingen hiervoor Aandacht voor sociaal-emotionele ontwikkeling en zelfredzaamheid Hulp op maat Coaching, collegiale consultatie, video-interactie begeleiding Verzorgen van cursussen, presentaties en workshops Kortom: Flexinos houdt zich bezig met voorlichten, adviseren, informeren, onderzoeken, ondersteunen, coachen en coördineren. Voor meer informatie: www.flexinos.nl Flexinos is gevestigd op het terrein van de Openluchtschool.
36
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
5. Leerresultaten en uitstroom leerlingen Leerresultaten Na plaatsing op de school formuleert de Commissie van Begeleiding het te verwachten uitstroomprofiel van de leerling, een eerste indicatie van het vervolgonderwijs. In de groepsplannen en in het OPP formuleren leraren doelen en te verwachten leerresultaten op kortere termijn. In het overleg met de Commissie van Begeleiding en in de gesprekken met de ouders evalueert en analyseert de leraar de leerresultaten en past zo nodig de verwachtingen en doelen aan. In de schoolverlatersprocedure formuleren wij een schooladvies. Leerroutes op de Openluchtschool
37
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Het vervolgonderwijs Aan het eind van elk schooljaar geeft de Commissie van Begeleiding een advies over mogelijke terugplaatsing naar het basisonderwijs of naar een andere vorm van speciaal onderwijs, het voortgezet onderwijs of een vorm van voortgezet speciaal onderwijs. In de schoolverlatersgroepen wordt al bij de eerste begeleidingsbespreking in september bekeken wie in principe in aanmerking komt om van school te gaan en wat de mogelijke keuze kan worden. In november volgt er een informatieavond voor de ouders en de leerlingen die de school gaan verlaten over de mogelijkheden van het vervolgonderwijs. In december wordt het schoolverlatersonderzoek gehouden. In januari stelt de Commissie van Begeleiding een advies op. Dit advies wordt in een persoonlijk gesprek met de ouders en de leerling toegelicht door de school. De aanmelding bij de vervolgschool gebeurt door de ouders. De school ondersteunt deze aanmelding met een bezoek aan de nieuwe school en het sturen van een onderwijskundig rapport. De ouders krijgen een afschrift. Een enkele keer is de leerling ermee gebaat nog een extra jaar op de Openluchtschool te blijven. Hieronder ziet u in een tabel en in een grafiek de uitstroom van onze leerlingen vanaf 2000. Afgelopen schooljaar stroomden 18 leerlingen uit de eindgroepen door naar het vervolgonderwijs. Enkele leerlingen kregen geen herindicatie of kregen een indicatie voor een ander cluster waardoor zij de school moesten verlaten.
De schoolverlating in 2014 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Havo
VMBO BK/GT Reeks 1
VMBO/LWOO Kolom1
VSO/LZ
REC4
Kolom2
In juli 2014 verlieten 18 leerlingen uit de eindgroepen onze school. Havo Vmbo basis/kader/gemengd/theoretisch Vmbo met LWOO vso-lz REC4 (VMBO-basis t/m Havo) Totaal
1 1 8 5 3 18
38
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Hieronder ziet u een grafiek van de uitstroom over de laatste 10 jaar 40 35 BAO
30
HAVO VMBO-BKGT
25
VMBO-LWOO 20
Praktijkschool VSO REC/mytyl
15
VSO REC/zmlk 10
SVO REC 4 Totaal
5 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Waar komen de kinderen van de Openluchtschool uiteindelijk terecht? Sommigen komen heel ver, anderen hebben het moeilijk. Er zijn natuurlijk beroepen die met bepaalde chronische ziekten niet te combineren zijn. Als je allergisch bent voor stof en meel, kun je beter geen bakker worden. Tijdens de schoolverlatersprocedure houden wij hier al rekening mee. Uit reacties en verhalen van oud-leerlingen blijkt dat persoonlijkheidsaspecten als doorzettingsvermogen, weerbaarheid, sociale vaardigheden en zelfvertrouwen van wezenlijk belang zijn voor slagen in het leven. Ze vertellen ons ook dat het terecht is dat wij daar zoveel aandacht aan schenken.
39
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Eureka! Eureka! Is het kenniscentrum voor meer- en hoogbegaafdheid (http://eureka.inos.nl). Zij verlenen de volgende diensten:
voor
de
INOS-scholen
Trajectbegeleiding Trajectbegeleiding heeft als doel passende begeleiding te zoeken voor kinderen waarbij een vermoeden van hoogbegaafdheid bestaat. Bij een dergelijk vermoeden (gesignaleerd door ouders en/of school) kan de IB-er contact opnemen met Eureka. Door middel van gesprekken met het kind, school en ouders, in samenhang met de schoolresultaten wordt bekeken of het meerwaarde biedt een kind de IQ test af te nemen. Indien de IQ test wordt afgenomen, bepaalt de uitslag hiervan of een kind in aanmerking komt voor deelname aan de verrijkingsklas. Bovenschoolse verrijkingsklassen Kinderen, vanaf groep 3, komen voor de verrijkingsklas in aanmerking als zij een algemeen IQ van 130 of meer hebben dat is vastgesteld in een intelligentieonderzoek. In de verrijkingsklas krijgen de kinderen de kans vaardigheden te leren als plannen, samenvatten, het toepassen van leerstrategieën, omgaan met succes en falen, doorzetten, samenwerken etc. Dat doen ze o.a. door in projecten te werken. Ontdekkend en onderzoekend leren staat centraal. De projecten monden uit in een presentatie voor hun ouders en belangstellenden. De kinderen krijgen ook Spaanse les en technieklessen. Tevens is er veel gevarieerd verrijkingsmateriaal aanwezig. De sociaal-emotionele ontwikkeling neemt een belangrijke plaats in. Ze spelen het spel Kwink, (ontwikkeld voor hoogbegaafde kinderen) en filosoferen samen. Natuurlijk is er ook ruimte voor creativiteit. Ook de ontmoeting met ontwikkelingsgelijken is van groot belang; ze worden herkend en erkend! De kinderen komen één dagdeel per week bij elkaar in een voor hen speciaal ingerichte klas op basisschool De Werft. De groep bestaat uit maximaal 15 leerlingen en er is een onderverdeling gemaakt tussen leerlingen uit de groepen 3, 4 en 5 en leerlingen uit de groepen 6, 7 en 8. Online kenniscentrum voor scholen en ouders (http://eureka.inos.nl) De website van Eureka! biedt een kenniscentrum voor ouders en scholen. Hierop is een schat aan actuele informatie te vinden over hoogbegaafdheid. Daarnaast biedt de website forums waarop ouders, scholen en leerlingen met elkaar in contact kunnen komen. Eureka!Mobiel en Kleuterbegeleiding Eureka!Mobiel ondersteunt en adviseert de leerkrachten van de kinderen die de verrijkingsklas bezoeken, in de eigen onderwijssituatie. Zij helpt de scholen bij het opstellen van beleidsplannen en geeft adviezen ten aanzien van het aanpassen van het curriculum voor (meer- en) hoogbegaafde leerlingen. De Kleuterbegeleiding van Eureka! ondersteunt en begeleidt de leerkrachten van kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong op de scholen van INOS. Voorlichting aan o.a. schoolteams, op landelijke conferenties en aan ouders Met enige regelmaat worden voorlichtingsbijeenkomsten voor verschillende doelgroepen verzorgd. Ook wordt Eureka! geregeld uitgenodigd haar kennis en ervaring buiten INOS te presenteren. Coördineren van een Professionele Leergemeenschap Hoogbegaafdheid, INOS breed Om ervoor te zorgen dat de specifieke vakkennis over hoogbegaafdheid breed wordt gedeeld tussen leerkrachten van INOS, begeleidt Eureka! een INOS-brede leergemeenschap op dit gebied. Mocht u meer willen weten over Eureka! of vragen hebben, dan kunt u zich wenden tot de IB-er van onze school.
40
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
6. Algemene afspraken en richtlijnen Gedragscode INOS Inleiding Richtlijnen en afspraken over het leef-/werkklimaat, waarin je elkaar als team van de school probeert te vinden, zijn nodig. Ze zijn bedoeld voor kinderen èn medewerkers. Deze afspraken moeten in het verlengde liggen van, en ondergeschikt zijn aan het pedagogisch klimaat en de doelstelling van de school (zie schoolgids-schoolplan). Door het opstellen van deze afsprakenlijst willen we duidelijkheid scheppen naar elkaar en houvast geven aan de kinderen. Seksuele intimidatie
Schoolcultuur / pedagogisch klimaat. Medewerkers onthouden zich van seksistisch taalgebruik, seksueel getinte grappen, toespelingen en die wijze van aanspreken, die door leerlingen en/of andere bij de school betrokkenen als seksistisch kunnen worden ervaren. Medewerkers zien er tevens op toe, dat het bovenstaande niet gebezigd wordt in de relatie leerling-leerling. Medewerkers onthouden zich van seksistisch getinte gedragingen of gedragingen die door leerlingen en/of andere bij de school betrokkenen als zodanig kunnen worden ervaren en zien er tevens op toe dat dergelijke gedragingen niet voorkomen in de relatie leerling-leerling. Medewerkers dragen er zorg voor, dat binnen de school geen seksueel getinte affiches, tekeningen, artikelen in bladen e.d. worden gebruikt of opgehangen, die kwetsend kunnen zijn voor een bepaalde sekse. Eén op één contacten: leerkracht-leerling. Leerlingen worden buiten schooltijd niet langer dan een half uur alleen op school gehouden. Bij uitzonderingen worden de ouders op de hoogte gebracht. Zonder medeweten van de ouders worden leerlingen niet bij personeelsleden thuis uitgenodigd. In voorkomende gevallen worden redenen en tijdsduur aangegeven. Troosten, belonen, feliciteren e.d. in de schoolsituatie. Vanaf groep 4 worden in principe geen kinderen meer getroost bij verdriet of pijn door middel van zoenen. In de groepen 1 t/m 4 worden de wensen en gevoelens van zowel de kinderen als de ouders hieromtrent gerespecteerd. Kinderen hebben het recht aan te geven wat zij prettig of niet prettig vinden. Spontane reacties bij troosten / belonen in de vorm van een zoen blijven mogelijk, ook in de hogere klassen, mits het hier genoemde recht van de kinderen wordt gerespecteerd. Vanaf groep 4 worden in principe geen kinderen meer op schoot genomen. Ook hier dienen de wensen en gevoelens van de kinderen in de groepen 1 t/m 4 te worden gerespecteerd. Spontane reacties, ook in de hogere groepen, zijn ondergeschikt aan die wensen. Felicitaties moeten een spontaan gebeuren blijven. De leerkrachten houden hierbij rekening met het hierboven vermelde. In alle groepen volgt de groepsleerkracht in principe de eigen gewoonten in deze, rekening houdend met wat de kinderen als normaal ervaren.
Pesten Pesten is een ingewikkeld probleem, dat serieus moet worden aangepakt. Een eerste vereiste is dat alle betrokkenen, leerkrachten – ouders – leerlingen, pesten als een bedreiging zien en bereid zijn het te voorkomen of te bestrijden. Bij de aanpak van pesten gaan we uit van de vijfsporenaanpak: hulp aan de gepeste hulp aan de pester hulp aan de zwijgende middengroep hulp aan de leerkracht hulp aan de ouders Uitgangspunt is dat signalen over pesten doorgeven niets te maken heeft met klikken, maar juist met opkomen voor elkaar. Bij constatering van pestgedrag maken wij duidelijk dat we dit gedrag niet tolereren. De klassenleerkracht bespreekt met alle betrokkenen (vijfsporenaanpak) hoe we dit een volgende keer voorkomen. Racisme en discriminatie Binnen INOS onthouden wij ons van enige vorm van discriminatie op grond van geloof, uiterlijk, afkomst, sekse, geaardheid of politieke overtuiging. Daarom verwachten wij van alle leerkrachten het volgende:
41
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
De leerkracht behandelt alle leerlingen en hun ouders gelijkwaardig. De leerkracht gebruikt geen racistische en/of discriminerende taal. De leerkracht draagt er zorg voor dat er in zijn/haar lokaal geen racistische of discriminerende teksten en/of afbeeldingen voorkomen op posters, in schoolkrant, te gebruiken boeken e.d. De leerkracht ziet er op toe dat leerlingen en ouders ten opzichte van medeleerlingen en hun ouders geen racistische of discriminerende houding aannemen in taal en gedrag (binnen de school). De leerkracht neemt duidelijk afstand van racistisch / discriminerend gedrag van collega's, ouders en andere volwassenen binnen de school. Hij/zij maakt dit ook kenbaar.
Lichamelijk geweld Bij dit onderwerp hanteren we de regel dat binnen de schoolpoorten iedere vorm van lichamelijk geweld, zowel door volwassenen als door kinderen zoveel mogelijk wordt voorkomen en niet wordt getolereerd. In de relatie leerkracht-leerling: De leerkracht vermijdt lichamelijk geweld als straf. Bij overtreding van bovenstaande regel door een emotionele reactie deelt de leerkracht dit mee aan de directie en neemt de leerkracht zo snel mogelijk contact op met de ouders om het uit te leggen. Als de ouders van de leerling een klacht indienen bij de directie komt er een gesprek tussen de ouders en de directie. Komt er geen bevredigende oplossing, dan kan de klager gebruik maken van de klachtenregeling.
In de relatie overige volwassenen - leerling op school: Bij lichamelijk geweld door een volwassen persoon, niet zijnde een leerkracht, toegebracht aan een leerling, volgt melding bij directeur. Die tracht te bemiddelen tussen betrokken partijen. Bij ernstige situaties schakelt de directie de politie in. Indien nodig legt men de klacht neer bij CvB of de klachtencommissie.
In de relatie leerling-leerling: Zie bij pesten. Als de veiligheid van medewerkers en/of leerlingen door het gedrag van ouders en/of leerlingen niet langer gegarandeerd kan worden, kan dit reden zijn tot schorsing en mogelijk ook verwijdering van het kind (of meerdere kinderen) van de desbetreffende ouders en/of kan ouders de toegang tot het schoolterrein worden ontzegd. Bij herhaaldelijk gebruik van fysiek geweld tussen leerlingen is schorsing en/of verwijdering eveneens niet uitgesloten. Privacy Gegevens over thuissituatie, medische informatie, gegevens van hulpverlenende instanties e.d. beschouwen wij als privacygegevens. Dit geldt ook voor uitslagen van tests e.d. We kennen de volgende afspraken: Relatie leerkracht-kind/ouder: De schoolscore is alleen toegankelijk voor de directie. Privacygegevens (zoals hierboven omschreven) die van belang zijn voor de aanpak/begeleiding van een leerling en die vrijwillig door ouders bekend zijn gemaakt aan groepsleerkracht of directie worden alleen met toestemming van de ouders bewaard in het leerlingdossier. Privacygegevens, die niet relevant zijn voor aanpak en begeleiding van het kind, maar desondanks toch spontaan door ouders bekend zijn gemaakt, neemt men niet op in het leerlingdossier. Uitslagen van testen en onderzoeken worden alleen met toestemming van de ouders en/of betrokken instanties doorgegeven aan derden en uitsluitend dan als het voor de verdere begeleiding van het kind van belang is. Gegevens die ouders of instanties aan de leerkracht in strikt vertrouwen melden, bespreekt men niet met collega’s. Gegevens, die instanties kunnen opvragen, zonder medeweten van het kind en/of ouders, vallen onder het begrip privacy. We verstrekken deze gegevens met de grootste terughoudendheid.
42
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Iedere leerkracht respecteert het recht van ouders privacygegevens niet beschikbaar te stellen aan school of hulpverlenende instanties.
Relatie directie-leerkracht: Gegevens die door ouders en/of instanties bekend worden gemaakt aan de directie en een strikt vertrouwelijk karakter hebben, worden zonder toestemming van de ouders en/of instanties niet doorgegeven aan de overige leerkrachten. Gegevens die door een kind in strikt vertrouwen aan de directie worden bekend gemaakt, worden niet doorgegeven aan anderen, tenzij dit in strijd is met het draaiboek (seksuele) kindermishandeling. Relatie leerkracht- leerkracht: In formele en informele sfeer respecteren wij de privacy van ouders en kinderen. Privacygegevens worden alleen besproken voor zover ze relevant zijn bij de uitoefening van het werk. Leerlinggegevens worden niet besproken in bijzijn van derden (bijv. andere ouders). Informatievoorziening aan gescheiden ouders Indien de ouders van een leerling gescheiden zijn, is het belangrijk dat er duidelijkheid is over de manier waarop de communicatie en consultatie over de vorderingen van de leerling verloopt. De school heeft daarom een protocol ontwikkeld over hoe wij met deze regels omgaan. De school volgt de wettelijke regels met betrekking tot de informatieplicht naar gescheiden ouders. Dat betekent dat de school ervan uitgaat dat ouders die beiden het ouderlijk gezag verkregen hebben elkaar informeren met betrekking tot zaken rondom hun zoon of dochter. Beide ouders zijn dan ook gezamenlijk welkom bij de ouderavonden en bij oudergesprekken. In overleg met de directeur kan daarvan worden afgeweken. Verdere informatie vindt u in het protocol dat via de administratie van de school te verkrijgen is. Beschrijving van kinderen met AIDS, HIV-geïnfecteerd of met Hepatitis-B: Aandachtspunt: Ouders hebben geen meldingsplicht naar school toe! De HIV-infectie en de daarbij behorende behandelingen vormen een zware emotionele belasting voor kind en ouders. Daarom dienen de privacy, het respect en de discretie hieromtrent goed bewaakt te worden. Kinderen met AIDS, Hiv-geïnfecteerden of dragers van het Hepatitis B-virus kunnen anderen alleen besmetten via intiem seksueel contact en via bloed-bloedcontact (het bloed van de ene persoon komt direct in contact met het bloed van de andere persoon). Baby’s kunnen besmet raken door hun moeder tijdens de zwangerschap, bij de geboorte of via moedermelk. Je raakt niet besmet door: huidcontact, zoenen, niezen of hoesten, zweet, tranen of braaksel, urine of ontlasting, gemeenschappelijk gebruik van glazen, borden, potloden of toilet. Normaal sociaal verkeer levert geen besmettingsgevaar op. Welke maatregelen moeten wij nemen?
Er zijn geen bijzondere maatregelen noodzakelijk. De algemene hygiënemaatregelen zijn altijd van belang ongeacht of er een seropositieve persoon aanwezig is of niet (zie EHBO punt 1). Vermijd contact met bloed. Dek wondjes aan de handen zoveel mogelijk af met een waterafstotende pleister. Gebruik bij ongelukjes met bloed wegwerphandschoenen. Ruim gemorst bloed meteen op en desinfecteer de plek met alcohol 70 %. De Hiv-infectie en de daar bijbehorende controles en behandelingen vormen een zware emotionele belasting voor kind en ouders. Houd daar rekening mee. Omdat veel infectieziekten bij Hiv-geïnfecteerde kinderen ernstiger verlopen dan normaal is het belangrijk de ouders van het seropositieve kind altijd op de hoogte te stellen als er infectieziekten heersen in de groep. Dit is vooral van belang bij waterpokken. De ouders kunnen dan in overleg met de kinderarts bepalen of er extra maatregelen nodig zijn en of het zinvol is om het Hivgeïnfecteerde kind tijdelijk thuis te houden.
Kleding Voor de leerlingen geldt: De kleding moet veilig zijn, mag geen risico’s veroorzaken (denk hierbij aan de hoofddoek tijdens de gymles, loshangende kleding bij handvaardigheid enz.). Op schoolniveau maakt men afspraken over
43
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
de grenzen van uitdagende of aanstootgevende kleding, het gebruik van make-up door leerlingen en lichaamsversieringen van uiteenlopende aard. Deze afspraken moeten passen bij de heersende schoolcultuur en kunnen daardoor per school variëren. Het dragen van hoofddeksels in de klas is niet toegestaan. Een uitzondering wordt gemaakt voor hoofdbedekking om levensbeschouwelijke redenen. INOS respecteert de wens van leerlingen om een hoofddoek of ander hoofddeksel te dragen om zo hun levensovertuiging uit te dragen. Dit geldt niet voor gezicht bedekkende kleding. Voor directieleden, onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel geldt: De kleding moet veilig zijn. De kleding moet passen in de schoolcultuur. Omdat binnen INOS hierin een grote variëteit bestaat, dient op schoolniveau aandacht besteed te worden aan wat als passend in de schoolcultuur wordt ervaren. Volwassenen dienen zich te allen tijde te realiseren dat ze een voorbeeldfunctie hebben voor de leerlingen. Ook in kleding, gebruik van make-up en andere lichaamsversieringen dient dit herkenbaar te zijn. Met betrekking tot het gebruik van hoofdbedekking of andere kleding door medewerkers op levensbeschouwelijke gronden neemt INOS een standpunt in dat afwijkt van hetgeen voor de leerlingen is geformuleerd. Het aannamebeleid van leerlingen kent geen beperkingen van levensbeschouwelijke aard. Het wervings- en selectiebeleid van onderwijsgevend personeel kent die beperking wel. Onderwijsgevende medewerkers worden geacht niet alleen de katholieke grondslag van de school te onderschrijven, maar deze ook actief mee vorm te geven. Uitingen in de kleding, zoals het dragen van o.a. hoofdbedekking, gezicht bedekkende kleding of andere kleding, die een andere levensbeschouwing uitdragen, passen hier niet bij. Bij werving en selectie van nieuwe leerkrachten dient hieraan uitdrukkelijk aandacht besteed te worden. Afspraken hierover kunnen in een bijlage bij de akte van benoeming worden vastgelegd. Omgangsregels Een gevoel van veiligheid ontstaat door wederzijds respect voor opvattingen en wensen. In dit licht moeten de omgangsregels worden gelezen en nageleefd. 1. Leerlingen spreken volwassenen aan met meneer of juffrouw, gevolgd door de voornaam. Doen kinderen dit spontaan anders, dan accepteren wij dit als hieruit niet een gebrek aan respect blijkt. Wel zullen wij dit vriendelijk corrigeren. Volwassenen nemen deze aanspreking over als er kinderen in de buurt zijn. 2. Volwassenen spreken de kinderen aan met hun voornaam, soms (functioneel) gevolgd door hun achternaam. Het gebruik van koosnaampjes moet functioneel en passend zijn en mag het kind niet kwetsen of in een uitzonderingspositie plaatsen. 3. Kwetsende grappen, brutaal gedrag, onbeschaafd taalgebruik, intimiderende, discriminerende of kleinerende opmerkingen of uitingen tolereren wij niet. Correctie of signalering volgt onmiddellijk, volledige afhandeling volgt in de emotievrije situatie. 4. Bij de keuze van audiovisueel materiaal (video's, affiches, posters, teksten en illustraties) houden wij rekening met de gevoelens en opvattingen van groepen en personen. 5. In de omgang en bij de, vooral fysieke, begeleiding (troosten, belonen, straffen, verzorgen, opvangen, rustig laten worden, begroeten en afscheid nemen) houden wij rekening met de behoeften en de wensen van de ander en respecteren de grenzen van beide betrokkenen. Belangrijke criteria zijn leeftijd, seksuele geaardheid en ontwikkelingsniveau. Wij vinden het belangrijk om gevoelig te zijn voor de signalen van de ander die wijzen op gevoelens van veiligheid en acceptatie. 6. Het betreden van kleed- en doucheruimten gebeurt functioneel en wordt zo nodig voorafgegaan door kloppen. Het toezicht gebeurt in principe door leden van hetzelfde geslacht op het moment dat schaamtegevoelens zich hebben ontwikkeld en kinderen hierdoor in verlegenheid zouden kunnen worden gebracht. Dit loopt parallel aan het gescheiden omkleden van meisjes en jongens. Als culturele opvattingen een rol spelen houden wij hier rekening mee. 7. Lichamelijke hulp en verzorging wordt verleend, indien noodzakelijk, door onderwijsassistenten en leerkrachten. Bij regelmatige of intensieve hulp of verzorging gebeurt dit door een vaste hulpverlener. Ook hier houden wij zo nodig rekening met seksuele geaardheid en culturele opvattingen. 8. Alle volwassenen houden een respectvolle afstand tot leerlingen in de privésfeer. Leerlingen blijven niet apart na, wij ontvangen geen leerlingen privé tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de ouders en leerlingen krijgen geen extra aandacht in de privésfeer. 9. Buiten school en buiten de dagelijkse routine (zoals op kampen, reisjes en excursies) gelden dezelfde intenties en dus ook regels als boven. Dit betekent bijvoorbeeld dat op kampen de meisjes en jongens
44
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
van de bovenbouw apart slapen en douchen en dat mannelijke leerkrachten en stagiaires bij de jongens en vrouwelijke leerkrachten en stagiaires bij de meisjes slapen en toezicht houden. Aankomst, vertrek en vervoer van leerlingen 1. De leerkrachten zijn om ca. 08.30 uur op school aanwezig. De medewerkers surveilleren (08.15 – 08.45 uur) in ieder geval zo gauw als er kinderen zijn. Minimaal wordt er door twee medewerkers gesurveilleerd. De leerlingen blijven niet bij de ingang hangen, maar gaan naar de speelplaatsen. Leerlingen brengen geen tassen naar de klas. 2. Niemand fietst in de pergola. Fietsen staan in de stalling of in de rekken. De fietsenstalling is géén speelplaats. 3. Alle auto's volgen de verkeersstroom die door de borden op de parkeerplaats staat aangegeven. Na schooltijd moeten de taxi's klaarstaan in de parkeerhavens. 4. De leerkrachten sturen de kinderen na schooltijd naar de taxi's en bussen. Als het nodig is, begeleiden zij hun leerlingen. De school blijft verantwoordelijk totdat de kinderen vervoerd worden, ook als de kinderen de bus missen. In dit geval lossen de surveillanten en/of de eigen leerkracht het vervoersprobleem op. 5. De leerlingen mogen pas om 08.45 uur naar binnen. Bij felle kou of regen surveilleren de onderwijsassistenten in de gangen. De kinderen mogen naar de klas. De leerkrachten maken afspraken met hun groep over wat zij mogen doen. 6. De leerlingen mogen vóór schooltijd spelen op de speelplaats en naast de school. Dus niet in de bossen en achter de school. Pauzes Er zijn minimaal twee surveillanten volgens rooster. Afspraken voor de speelplaats: 1. Karren en steppen zijn alleen in de middagpauze beschikbaar. Deze zijn uitsluitend bestemd voor de kinderen uit de onderbouw. Dit speelmateriaal bergen de kinderen zelf op in de berging. De leerkracht houdt daar toezicht op. 2. In de kleine pauze mag er gevoetbald worden op en naast het sportveld, en in de grote pauze ook achter de school. 3. De leerlingen mogen tijdens de pauzes nooit komen op de Bavelselaan of verder dan de afsluitpaaltjes naast het Centrale Blok. Aan de achterzijde is de dijk de uiterste grens. 4. Rollend en rijdend speeltuig mag anderen niet in gevaar brengen. Karren, fietsen en steppen mogen alleen op de paden gebruikt worden. Gezamenlijk moeten we ervoor zorgen dat het terrein rondom de school netjes blijft (bakken, speelplaats, pergola's en speelterrein). 5. Gebruik van spelcomputers, van eigen spelmateriaal etc. gebeurt op eigen risico. 6. De surveillanten bekijken of er tijdens de pauze buiten gespeeld kan worden of niet. Als we binnen blijven, stellen de surveillanten de andere leerkrachten op de hoogte (omroepinstallatie of tijdens de lunch in de eetzaal). 7. Leerkrachten die in de middagpauze dienst hebben, surveilleren op de speelplaats, op de velden en in de bossen. 8. Groepsleerkrachten letten erop, dat de leerlingen jassen, mutsen etc. aantrekken als het nodig is. 9. Toiletgebruik tussen de middag uitsluitend in het Centrale Blok. 10. Negatief gedrag dienen we om te buigen in positief speelgedrag. Daarom:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Kinderen leren spelen door ideeën aan de hand te doen (klassengesprek, zelf meespelen). Het aantrekkelijker maken van de speelplaats en voortdurend aandacht voor uitbreiding van buitenspeelmateriaal.
In de eetzaal Surveillance volgens rooster. De groepsleerkrachten zijn tijdens het eten bij hun groep aanwezig. Jassen e.d. in het Centrale Blok aan de kapstok. De leerkracht begeleidt zijn groep tot in de eetzaal. Wij streven een prettige, ontspannen sfeer na en vermijden lawaai en onrust. Wij letten op goede tafelmanieren en vooraf handen wassen, Tafeloudsten zorgen voor de goede gang van zaken aan hun tafel. De leerkracht houdt hiervoor de eindverantwoording. Elke dag zijn er twee tafels aangewezen voor corveedienst, volgens rooster. Woensdagmorgen 12.15 uur mogen leerlingen, als ze willen, een boterham in de klas opeten (niet in de bus).
45
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
In de school 1. Binnenkomen: als de zoemer gaat, zijn de leerkrachten beschikbaar om de kinderen op te vangen. De zoemer is het teken dat de kinderen zich in hun groep verzamelen op de aangegeven plaatsen. Daarna gaan de groepen één voor één rustig naar binnen. 2. Jassen, laarzen e.d. worden netjes opgeruimd. Géén rommel in gangen en halletjes. Sloffen op de kapstok of op de stoel. Leerkrachten en assistentes houden hier toezicht op. 3. Tijdens de lessen moet er een rustige werksfeer zijn in de school. Wij beperken zoveel mogelijk geluidsoverlast naar andere groepen (overleg eventueel). Leerlingen en leerkrachten moeten zo weinig mogelijk gestoord worden (boodschappen, ouders, excursies, stagiaires, hulpverleners etc.). 4. Tijdens de lessen moet er ‘rust’ zijn in de gangen. Rennen etc. is niet toegestaan. 5. Wisselen van lessen (handenarbeid, gym): leerkrachten zien toe op een rustige gang van zaken. 6. De leerkracht houdt, voor zover mogelijk, oog op de leerlingen die naar logopediste, psycholoog, arts, etc. gaan en stuurt ze op tijd weg. 7. Toiletten: toezicht houden blijkt noodzakelijk, houd deze netjes. De conciërge controleert dagelijks en zorgt voor voldoende toiletpapier, handdoekjes en zeep. 8. Kinderen die niet mogen of kunnen gymmen, brengen een briefje mee van thuis. 9. De kinderen mogen geen snoep meebrengen naar school. Kauwgom is absoluut verboden, ook buiten op het schoolterrein. Specifieke afspraken voor teamleden 1. Roken: binnen de school (openbaar gebouw) geldt een algeheel rookverbod. Zeker op onze school dient er een voorbeeldfunctie te zijn. Er zijn veel kinderen met astma/COPD. Roken mag alleen op plaatsen uit het zicht en ver weg van kinderen. 2. Met het straffen van leerlingen gaan we zeer zorgvuldig en weldoordacht om, vooral het op straf zetten in de gang. Dit moet een uiterste maatregel blijven. Bij ernstige strafmaatregelen licht de leerkracht de ouders en de directeur in. Leerkrachten zijn ook verantwoordelijk voor kinderen die een straf krijgen. Kinderen worden niet ‘voor straf’ naar de directeur gestuurd. 3. Laat géén leerlingen zonder toezicht in kantoren of klaskamertjes. 4. Er mag door leerlingen niet zonder toezicht gekopieerd worden. 5. De klassen worden na schooltijd opgeruimd achtergelaten. Eenmaal per week worden lokalen schoongemaakt door het schoonmaakbedrijf. De leerkrachten moeten zelf het interieur van de kasten schoonhouden en de bureaus opruimen. 6. Leraren sluiten de klassendeuren als zij naar huis gaan. 7. Radiatoren laten staan op de stand van de gewenste dagtemperatuur. 8. Als één van de teamleden tijdens de lesuren het schoolterrein wil verlaten, licht hij/zij de secretaresse in. 9. Gebruik van de accommodatie buiten schooltijd altijd regelen via de directeur. Bovendien zelf informeren van de beheerders. 10. Bewaar leerlingdossiers altijd in de afgesloten stalen dossierkast of in een beveiligde map op het netwerk. e 11. Van het 1 rapport dat een nieuwe leerling op de Openluchtschool krijgt, stuurt de groepsleerkracht een afschrift (+ eventueel begeleidend briefje) naar de school van herkomst. 12. Alle belangrijke uitgaande post (onderwijskundig rapport, verslagen, verzoeken etc. naar instellingen, scholen, hulpverleners) gaat via de directeur, coördinator en/of secretaresse. Huisstijl: lever brieven als bestand zonder opmaak in en laat de opmaak en het verzenden over aan de secretaresse. 13. Als een leerling één week ziek is, neemt de leerkracht zelf initiatief om ouders te bellen. Na enkele weken volgt een bezoek + attentie. 14. Bij onbekende invallers is de TC-er/parallelcollega mentor voor de invaller. 15. Alle leerkrachten hebben een weekprogramma (klassenmap) voor invallers beschikbaar, zodat op elk moment een groep overgenomen kan worden. 16. Zorg bij aanschaf van artikelen voor school voor echte nota's. 17. Vertrouwelijke stukken die niet meer nodig zijn, moet je altijd (laten) vernietigen in de papierversnipperaar. 18. Houd de voorzitter en leden van de commissie van begeleiding, liefst door een melding in ParnasSys, op de hoogte van alle relevante ontwikkelingen van de leerlingen (gesprekken, ziekte, contacten met externe instanties etc.).
46
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Regels voor stagiaires Voordat de stage van start gaat, vindt er een kennismakingsgesprek plaats tussen de stagiair(e) en de stagecoach. Stagiaires krijgen een rondleiding en algemene informatie over de school. De begeleider bespreekt onderstaande regels. 1. De stagiair(e) stelt zich voor aan de personeelsleden als hij/zij voor de eerste keer komt. De stagecoach ziet hier op toe. 2. Als er pc’s onbezet zijn, kunnen stagiaires er gebruik van maken. 3. Het printen van zaken die direct te maken hebben met lesgevende taken van de stagiair(e) en die daadwerkelijk in de klassensituatie gebruikt worden, is toegestaan. Het uitprinten van werkstukken voor een stageopdracht, dient op de opleiding of thuis te gebeuren (mediaprotocol). 4. Stagiaires kunnen in de middagpauze een broodmaaltijd gebruiken samen met de kinderen van de groep waarin ze functioneren. Dit geldt niet voor de woensdagmiddag, omdat de stagiaires dan toch meestal direct naar huis gaan. Werkt de stagiair op deze middag door dan kan hij/zij van de maaltijd gebruik maken. 5. De stagiair neemt geen boeken uit de personeelsbibliotheek mee naar huis. 6. De mentor en de stagecoach sturen de stagiair(e) aan en geven ook feedback aan de stagiair(e). Deze feedback moet na enige tijd effect hebben op het handelen van de stagiair(e). 7. De stagiair(e) licht de mentor volledig in over de opdrachten die vanuit de stageschool volbracht moeten worden. 8. De stagiair(e) stelt zich open en coöperatief op en aanvaardt opdrachten van de mentor. Wij stellen het zeer op prijs als binnen de ruimte die de mentor biedt eigen initiatief genomen wordt door de stagiair(e). 9. Als de stagiair(e) afwezig is, meldt hij/zij dit tijdig bij de mentor. Ziekmeldingen kunnen via de secretaresse lopen. 10. Afspraken voor het geven van lessen of het uitvoeren van opdrachten worden ruim op tijd gemaakt. 11. Er wordt van de stagiair(e) verwacht dat hij/zij zorgvuldig omgaat met privacygevoelige gegevens. Deze zaken mogen nooit met derden worden besproken. 12. In werkstukken, observaties en andere opdrachten anonimiseert de stagiair altijd namen van leerlingen. Er mogen foto’s gemaakt worden van het schoolgebeuren, maar leerlingen mogen niet duidelijk herkenbaar in beeld gebracht worden. Er mogen bandopnames van leerlingen gemaakt worden, als het gaat om zaken als technisch lezen, logopedie e.d. Het is niet toegestaan om bandopnames te maken van gesprekken over privézaken. 13. Dossiers van leerlingen die de leerkracht heeft, mogen onder toezicht van de leerkracht ingezien worden door stagiaires. 14. Als werkstukken e.d. gemaakt zijn, biedt de stagiair(e) ze eerst ter lezing aan aan de mentor, voordat de stagiair(e) ze inlevert bij de instelling waar de stagiair(e) studeert. 15. De stagiair draagt gepaste kleding. Mediaprotocol Met de komst van nieuwe media wordt de school geconfronteerd met nieuwe manieren van communiceren. Deze media brengen vele mogelijkheden met zich mee: positieve, maar ook negatieve.
1. 2. 3. 4. 5.
Internet Het internet is de naam voor het wereldwijde netwerk dat miljoenen computers met elkaar verbindt. Het netwerk biedt de mogelijkheid informatie uit te wisselen. Dat kan op verschillende manieren. De meest gebruikte manieren zijn: het ‘world-wide-web’ (het bekijken van speciaal voor dit doel gemaakte websites) e-mail (het versturen van berichten als brief) via het internet instant-messengers (MSN, ICQ, voor direct communiceren tussen bekende gebruikers) chatten in chatrooms (anoniem communiceren met anderen) ‘social media’: Faceboek, Twitter, Linkedin, Flickr Risico’s en bescherming Leerlingen en personeelsleden kunnen internet, e-mail, digitale camera en mobiele telefoon gebruiken om anderen te pesten of lastig te vallen. Nu het gebruik van internet en andere digitale communicatiemiddelen niet meer uit onze samenleving is weg te denken, komen bij PPSI (Project Preventie Seksuele Intimidatie van het APS) meldingen binnen van ongewenst gedrag en misbruik van deze nieuwe media:
47
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
1. 2. 3. 4. 5.
leerlingen sturen elkaar hate-mail via de schoolcomputer leerlingen en personeel surfen naar pornosites of komen per ongeluk op deze sites leerlingen en personeel verspreiden porno via e-mail digitale foto’s van leerlingen en personeelsleden worden gemanipuleerd en rondgezonden leerlingen pesten via hun gsm door te bellen, sms-jes te sturen of compromitterende foto’s te maken Als het gaat om het internetten binnen onze school, dan rijst de vraag: Moet (en kun) je gebruikers (volledig) afschermen voor de gevaren van het internet óf is het bieden van begeleiding / opvoeding in het gebruik ervan onze taak? Aanpak Als school staan we voor een dubbele opdracht: We moeten de leerlingen in ieder wijzen op omgaan met zaken waar ze op eigen kracht nog niet tegen opgewassen zijn. Daarnaast moeten wij een bijdrage leveren aan het leren toepassen van digitale media. Duidelijkheid, begrip en structuur zijn de basis voor onze aanpak, zoals vastgelegd in het volgende hoofdstuk. Daarnaast zijn de computers en het netwerk voorzien van anti-virussoftware en een fire-wall. De netwerkbeheerders kunnen via het systeem ‘Klas.nu’ rechten beheren en het pc-gebruik controleren.
Gebruik van (digitale) media en internet De Openluchtschool heeft verschillende (digitale) media. Zij hebben tot doel het onderwijs op de Openluchtschool te ondersteunen: 1. Op onderwijskundig gebied: software en websites met een educatief karakter verbreden, verdiepen of herhalen de aangeboden leerstof. 2. Op administratief gebied: er wordt informatie verzameld en/of vastgelegd (bijvoorbeeld tekstverwerking, leerlingvolgsysteem, schooladministratie,……). 3. Op communicatief gebied: software en netwerk worden gebruikt om intern en extern te communiceren (bijvoorbeeld via de website, e-mail, ……) Het personeelslid dat de media inzet, is primair verantwoordelijk voor het verantwoord gebruik ervan. Voordat een personeelslid leerlingen laat werken met (digitale) media controleert het personeelslid de software of de internetpagina’s die gebruikt moeten worden.
1.
2.
3. 4.
5. 6.
Media, privacy en veiligheid Als media worden ingezet voor communicatie onderling of met derden, dan moet rekening worden gehouden met privacybescherming: Er mag zonder toestemming van de betrokkene geen persoonlijke informatie openbaar worden gemaakt, anders dan openlijk beschikbare informatie (bijvoorbeeld wel namen van personeelsleden, maar geen pasfoto’s). Beeldmateriaal wordt in externe media (bijvoorbeeld foto’s op de website en in brochures) alleen toegepast om een beeld te geven van de activiteiten van de Openluchtschool. Hierbij werken wij terughoudend met beeldmateriaal waar leerlingen en personeelsleden nadrukkelijk herkenbaar zijn. Bij aanmelding (op het aanmeldingsformulier) wordt ouders toestemming gevraagd voor het gebruik van beeldmateriaal (met daarop hun kind) voor bovenstaand doel op bovenstaande voorwaarden. Op de centrale server kan wel persoonlijke informatie worden opgeslagen (bijvoorbeeld handelingsplannen, database van administratieprogramma), maar dit mag alleen gebeuren in (met gebruikersnaam en wachtwoord) afgeschermde profielen. Van alle data op de server wordt meerdere malen per week een back-up gemaakt om veiligheidsredenen De ict-er heeft als beheerder van het netwerk de beschikking over alle informatie. De ict-er heeft geen recht informatie in te zien die niet voor de ict-er bedoeld is, tenzij met uitdrukkelijke toestemming (en in het bijzijn) van de rechtmatige gebruiker.
Voorzieningen en beschikbaarheid 1. De beschikbare media (bijvoorbeeld computers, digitale camera’s, printer, netwerk, videocamera) zijn onder werktijd beschikbaar voor de gebruikers, inzetbaar voor bovenstaand doel. 2. De computers en het netwerk zijn afgeschermd door middel van gebruikersgroepen, -namen en wachtwoorden (bijvoorbeeld: management, personeel, leerlingen en systeembeheer). 3. Kwetsbare, draagbare media (bijvoorbeeld digitale camera’s) worden centraal bewaard en zijn onder beheer van de ICT-er of de directeur.
48
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Computer- en Internetgebruik algemene regels 1. de media van de Openluchtschool (bijv. computers, het netwerk, digitale camera,…..) zijn primair bedoeld voor onderwijs, niet voor ontspanning 2. toon respect voor anderen o stuur geen berichten die je zelf niet zou willen ontvangen o stuur geen gemene of vervelende berichten, dus niet discrimineren, pesten of (seksueel) intimideren o doe je nooit voor als een ander internetregels 1. 2. 3. 4. 5. 6.
leerlingen mogen niet zonder toezicht internetten leerlingen gebruiken de schoolapparatuur niet privé (bijv. hotmail lezen, msn-en,……) surf niet naar pornosites, seks-sites, gewelddadige spelletjes, racistische sites, treiter-, afzeiksites enz. stuur geen anonieme berichten onder schooltijd mag er niet worden gechat het is niet toegestaan om: Buitensporig grote e-mail berichten of bijlagen te verzenden Elektronische kettingbrieven te verzenden of door te sturen. Persoonlijke opvattingen als opvattingen van de school voor te stellen. Het Internet of e-mail te gebruiken voor gokken of onwettige activiteiten. Commerciële software of materiaal waarop copyright berust in strijd met dat copyright te uploaden of te downloaden of anderszins over te brengen. Software of computerbestanden te downloaden en te installeren zonder toestemming van de ICTer De normale werking van het netwerk opzettelijk te verstoren, waaronder tevens wordt verstaan het verspreiden van computervirussen of van netwerkverkeer van grote omvang over langere tijd, waardoor anderen wezenlijk worden gehinderd bij hun gebruik van het netwerk. Vertrouwelijke informatie of informatie die eigendom is van personen of instellingen bekend te maken of te publiceren (bijv. databases van de instelling, opgeslagen gegevens, computersoftware, toegangscodes, ……….). Vijf Gouden Internet regels voor kinderen 1. Ik mag alleen mijn voornaam gebruiken. Ik geef anderen geen persoonlijke gegevens zoals mijn adres, mijn telefoonnummer, mobiele nummer, mijn email-adres, het adres van mijn ouders of van andere bekenden. 2. Ik ga meteen naar de meneer of juf of mijn ouders als ik op Internet hele vervelende informatie tegenkom. 3. Ik zal nooit toestemming geven aan iemand, die ik op Internet ben tegengekomen mij in het echt te ontmoeten. 4. Ik zal ‘Internet-personen’ geen foto's van mezelf toesturen, behalve als mijn ouders en mijn meneer of juf hier toestemming voor hebben gegeven. 5. Ik ga niet reageren op gemene, valse, vervelende berichten. Het is immers niet mijn schuld dat sommige mensen zich niet weten te gedragen. Als het hele gemene dingen zijn, waarschuw ik meteen mijn meneer, juf of ouders, die dan contact opnemen met de politie. Regels mobiele telefonie 1. 2. 3.
Leerlingen mogen geen mobiele telefoon gebruiken tijdens de schooltijden (dus ook niet aan hebben staan). Als leerlingen een mobiele telefoon meenemen naar school, dan gebeurt dat op eigen risico. De telefoon wordt door de leerling niet zichtbaar opgeborgen. Medewerkers zetten hun telefoon uit of op ‘stil’. Zij beantwoorden oproepen alleen in de pauzes.
49
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Opname-apparatuur 1. het is niet toegestaan om zonder toestemming van betrokkenen (bij minderjarigen hun ouders) gericht opnames te maken (zowel geluid- als beeldopnames, bijv. met digitale camera’s, mp3-spelers, videocamera’s, …….) (zie ook mediaprotocol, 4.2) Communicatie na schooltijd 1. personeelsleden en leerlingen communiceren bij voorkeur niet via digitale media 2. bij communicatie tussen personeelsleden en leerlingen via (digitale) media wordt altijd professionele ‘afstand’ bewaard 3. personeelsleden gebruiken nooit hun privé-emailadres, maar altijd hun school-emailadres bij deze contacten Veiligheid Veiligheidsbeleid op de scholen van INOS In scholen zijn veel mensen actief. Daarom dient de aandacht voor veiligheid hoog op de agenda te staan. Er is sprake van een aantal wettelijke kaders die scholen (en schoolbesturen) voorschrijven veiligheidsbeleid te voeren. Denk hierbij aan de Wet op het Primair Onderwijs en de Arbowet. Deze wetgeving stelt kaders aan zowel de fysieke veiligheid in een gebouw, als aan de sociale veiligheid van kinderen en volwassenen die met elkaar leren en werken. Met behulp van de ‘checklist voor een veilige school’ van het landelijke kwaliteitsteam veiligheid is het INOS-brede veiligheidsbeleid geformuleerd. Daardoor is er sprake van een heldere taakverdeling tussen wat de individuele scholen doen op het gebied van veiligheid en wat op bestuursniveau voor de gezamenlijke scholen van INOS wordt gedaan. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11. 12.
Enkele relevante elementen uit het INOS-brede veiligheidsbeleid: Voldoende, geschoolde bedrijfshulpverleners op scholen; Een medezeggenschapsraad op elke school; Minimaal één schoolvertrouwenspersoon op elke school; Een klachtenregeling; Een door de brandweer afgegeven gebruiksvergunning voor elk schoolgebouw; Een actief netwerk met maatschappelijke zorginstellingen rondom de school; Alle INOS-scholen zijn aangesloten bij het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. In dit systeem kan melding worden gedaan van zorgen om de leef- en leersituatie van een kind. In het geval dat meerdere hulpverleningsinstanties actief zijn in één gezin, wordt door dit signaleringssysteem een regievoerder van de gezamenlijke hulpverlening aangewezen (voor meer informatie zie: www.zorgvoorjeugd.nu). Een gedragscode voor alle bij INOS betrokken personen; Een meldcode voor signalering van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling; Alle medewerkers hebben een Verklaring Omtrent het Gedrag; Het gebruik van een methode voor Sociaal Emotionele Ontwikkeling op alle scholen; Een gestructureerd plan voor onderhoud van schoolgebouwen op het gebied van veiligheid; Het stimuleren van het verkeersveiligheidslabel voor scholen. De scholen vullen deze INOS-brede activiteiten aan op een manier die past bij de eigen specifieke situatie. Daarbij is de Medezeggenschapsraad de gesprekspartner van de directie van de school.
De klachtenregeling volgens INOS Hebt u een klacht? Op scholen werken mensen. Waar mensen werken, gaat wel eens wat mis. Dat willen we graag oplossen en we willen daarvan leren. Er zijn afspraken gemaakt over de manier waarop we op school omgaan met een klacht. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Klachtenregeling INOS die op school aanwezig is. In het kort zijn er de volgende mogelijkheden: 1. Eerst een gesprek met de betrokken leerkracht of de betrokken medewerker. Een goed gesprek kan veel problemen oplossen. Bespreek het probleem. Vertel wat u zelf hebt gedaan om het probleem op te lossen. Vertel ook wat u van de leerkracht (of medewerker) verwacht. In de meeste gevallen lukt het om er samen uit te komen. 2. De directeur van de school
50
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Als het niet lukt om een goede oplossing te vinden, kunt u praten met de directeur van de school. Hij (of zij) is verantwoordelijk voor de school. De directeur kan een beslissing nemen in een conflict. Op deze school is de heer Hans Kalle de directeur. 3. De school heeft een schoolvertrouwenspersoon Elke school van INOS heeft een schoolvertrouwenspersoon. Als u dat wilt, kan de schoolvertrouwenspersoon meedenken in het oplossen van een klacht. Het is meestal een leerkracht die de regels goed kent. Hij (of zij) kan u helpen in het zoeken van een manier om uw klacht te bespreken. Op deze school is de vertrouwenspersoon mw. N. Mutsters. Het College van Bestuur Als het op school niet lukt om een goede oplossing te vinden (ook niet met de directeur), kunt u een brief sturen aan het College van Bestuur van INOS (Postbus 3513, 4800 DM Breda). In die brief vertelt u wat uw klacht is en wat u al hebt gedaan om de klacht op te lossen. Het College van Bestuur kan een gesprek met u aangaan. Ook kan het College van Bestuur de interne klachtencommissie van INOS vragen een advies te geven over de klacht. Het College van Bestuur neemt een beslissing. De landelijke klachtencommissie Als het helemaal niet lukt om tot een goede oplossing te komen, kunt u een brief sturen aan de landelijke klachtencommissie katholiek onderwijs (Postbus 82324, 2508 EH Den Haag). Hoe dat moet, staat beschreven in de klachtenregeling. Het staat ook beschreven op de gezamenlijke website van de geschillencommissies in het bijzonder onderwijs (www.gcbo.nl). Zijn er nog meer mogelijkheden om uw klacht te bespreken? Er zijn nog een paar extra mogelijkheden om uw klacht te bespreken. De medezeggenschapsraad of oudervereniging De medezeggenschapsraad of oudervereniging bespreekt geen klachten over personen. Klachten over het beleid van de school kunnen wel worden besproken. De externe vertrouwenspersoon INOS heeft ook een vertrouwenspersoon die niet op een school werkt. Dit is de heer Toine van Dorst van de Arbo-Unie (06-52501975). Hij heeft een beroepsgeheim. Dat is belangrijk als u met iemand in vertrouwen wilt praten over erg moeilijke persoonlijke situaties. De inspectie van het onderwijs U kunt uw klacht ook melden bij de inspectie van het onderwijs (Voor ouders: 0800-8051. Het postadres is Postbus 88, 5000 AB te Tilburg, of www.onderwijsinspectie.nl). De inspectie geeft een signaal af aan de school, maar lost de klacht niet op. Daarvoor moet u echt in gesprek gaan met de school zelf. Zijn er bijzondere afspraken bij (seksuele) intimidatie, (seksueel) misbruik en geweld? Als een klacht te maken heeft met (seksuele) intimidatie, misbruik, of geweld, kunt u daarvoor de gewone klachtenprocedure doorlopen. Let erop dat alle INOS-medewerkers verplicht zijn aangifte te doen bij de politie in dit soort situaties. Als u een klacht over intimidatie, misbruik of geweld wilt bespreken, maar (nog) geen aangifte wilt doen, kunt u contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon (de heer Toine van Dorst van de Arbo-Unie: 06-52501975) of de vertrouwensinspecteur van de inspectie van het onderwijs (0900-1113111). Wel zullen deze mensen u vragen zelf aangifte te doen bij de politie. Als kinderen ergens mee zitten … Kinderen kunnen met vragen en problemen zitten die ze niet thuis of met de eigen leerkracht kunnen (of willen) bespreken. In die gevallen kunnen zij terecht bij de schoolvertrouwenspersoon (op onze school is dat mw. N. Mutsters). Hij/zij wijst eventueel de weg naar externe personen of instanties voor verdere hulp. Beleid schorsing en verwijdering volgens INOS De Openluchtschool volgt het beleid van INOS: Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen Dit protocol treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht. Er worden drie vormen van maatregelen genomen: Time-out Schorsing
51
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Verwijdering
Time-out
1.
2. 3.
4.
5. 6.
Een ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: In geval van een time-out wordt de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de groep of de school ontzegd. In geval van ontzegging van de toegang tot de groep zal de leerling onder toezicht binnen de school geplaatst worden. Tenzij redelijke gronden zich daartegen verzetten worden de ouders/verzorgers onmiddellijk van het incident en de time-out gemotiveerd op de hoogte gebracht (zie noot 1). De time-out maatregel kan eenmaal worden verlengd met één dag. Daarna kan de leerling worden geschorst voor maximaal één week. In beide gevallen dient de school vooraf of – indien dat niet mogelijk is – zo spoedig mogelijk na het effectueren van de maatregel contact op te nemen met de ouders. De ouders/verzorgers worden op school uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij zijn de groepsleerkracht en de bouwcoördinator van de school aanwezig. Van het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. (zie noot 2) De time-out maatregel kan alleen worden toegepast na goedkeuring door de directie van de school. De time-out maatregel wordt na toepassing schriftelijk gemeld aan het bevoegd gezag. Schorsing
1. 2.
3. 4.
5. 6.
7.
Pas bij een volgend ernstig incident, of in het afzonderlijke geval dat een voorgevallen incident zo ernstig is dat een time-out niet meer passend is, kan worden overgegaan tot een formele schorsing. De wettelijke regeling voor het bijzonder onderwijs is hierbij van toepassing (artikel 40 WPO). Hierbij gelden de volgende voorwaarden: Het bevoegd gezag van de school wordt, voorafgaand aan de schorsing, in kennis gesteld van deze maatregel en om goedkeuring gevraagd. Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk worden er maatregelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces van de leerling gewaarborgd kan worden. (zie noot 3) De schorsing bedraagt maximaal drie weken en kan hooguit twee maal worden verlengd. (zie noot 4) De betrokken ouders/verzorgers worden door de directie uitgenodigd voor een gesprek betreffende de maatregel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen. Van de schorsing en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders/verzorgers voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. Het verslag wordt ter kennisgeving verstuurd aan: Het bevoegd gezag De ambtenaar leerplichtzaken De inspectie onderwijs Ouders kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk binnen 14 dagen op het beroep. Verwijdering Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of de onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering. De wettelijke regeling voor het bijzonder onderwijs is hierbij van toepassing (artikel 40 WPO). Hierbij gelden de volgende voorwaarden: 1. Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag. Voordat men een beslissing neemt, dient het bevoegd gezag de betrokken leerkracht en de directie te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt wat aan de ouders ter kennis worden gesteld en door de ouders voor gezien wordt getekend. 2. Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar De ambtenaar leerplichtzaken De inspectie onderwijs
52
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
3. Het bevoegd gezag informeert de ouders schriftelijk en met redenen over het voornemen tot verwijdering, waarbij de ouders gewezen wordt op de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift. 4. De ouders krijgen de mogelijkheid binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen. 5. Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen over het bezwaarschrift. 6. Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. 7. Een besluit tot verwijdering is pas mogelijk nadat een andere basisschool of een andere school voor speciaal onderwijs is gevonden om de leerling op te nemen of dat aantoonbaar is dat het bevoegd gezag, gedurende acht weken, er alles aan heeft gedaan om de leerling elders geplaatst te krijgen. Noot 1: Als veiligheid voorop staat, en dat zal regelmatig het geval zijn, kan de time-out niet afhankelijk gesteld worden van het contact met ouders. Wanneer de ouders niet te bereiken zijn, wordt een tijdelijke regeling binnen de school getroffen. Noot 2: De time-out is geen officieel instrument, maar kan niettemin bruikbaar zijn bij onveilige situaties of bij het herstellen van de rust binnen de school. Het is principieel geen strafmaatregel maar een ordemaatregel in het belang van de school. Er vindt daarom een aantekening van het incident in het dossier van de leerling plaats. Noot 3: Schorsing mag niet betekenen dat het doen van toetsen (denk aan Cito entree- of eindtoetsen) wordt belemmerd. Dit vraagt passende maatregelen, bijv. het wel tot de school toelaten voor het doen van deze toets. Daarnaast kan het beschikbaar stellen van (thuis)studiemateriaal tot de mogelijkheden behoren. Noot 4: Wezenlijk is dat de schorsing aan een maximum termijn gebonden is. Zij mag geen verkapte verwijdering worden. De termijn is zo gekozen dat in het ernstigste geval de school voldoende tijd ter beschikking heeft om een eventuele beslissing tot verwijdering op zorgvuldige wijze voor te bereiden.
53
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Aansprakelijkheid en verzekeringen De school c.q. het schoolbestuur is niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat er tijdens de schooltijd en buitenschoolse activiteiten voorvalt. De school kan pas een schadevergoedingsplicht hebben wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. Het is goed mogelijk dat er schade wordt geleden zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid, bijvoorbeeld een bal tegen een bril tijdens de gymles of een struikelpartij tijdens het buiten spelen. Deze schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en de school stelt zich hiervoor niet aansprakelijk. Met nadruk wijzen wij erop dat de school niet aansprakelijk is voor schade die ontstaan is door het onrechtmatig gedrag van leerlingen zelf. De ouders zijn primair zelf verantwoordelijk voor het doen en laten van hun kinderen, omdat onze leerlingen jonger zijn dan 14 jaar. Het is dus van belang dat ouders zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. Hierdoor wordt de schade gedekt die door uw kind aan anderen wordt toegebracht. Wij denken aan kapotte kleren, brillen of fietsen, maar ook aan schade aan gebouwen of vernield meubilair van de school. De kosten daarvan verhalen wij meestal op de ouders. Het bestuur heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering geldt tijdens schooluren, het vervoer van en naar school en bij schoolkampen of excursies. Het gaat om de aan een ongeval verbonden kosten van arts en tandarts. Verder krijgt men een uitkering bij overlijden of blijvende invaliditeit. Voor ouders die op school komen helpen, of die ondersteuning tijdens het kamp geven, is het van belang dat ze zelf een aansprakelijkheidsverzekering hebben. Ouders, die leerlingen met hun eigen auto vervoeren, moeten een W.A.-verzekering voor hun auto hebben. Nog beter is het om daarbij ook een inzittendenverzekering af te sluiten.
54
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
7. Vervoer Vervoer per schoolbus (betreft alleen leerlingen uit gemeente Breda) Het vervoer wordt geregeld en bekostigd door de gemeente. Er moet ieder jaar voor leerlingen opnieuw een ‘aanvraagformulier leerlingenvervoer’ ingediend worden bij de gemeente Breda. De kilometergrens voor schoolvervoer is 6 km. Wie het busvervoer gaat uitvoeren is nog niet bekend. Er zijn regionale afspraken gemaakt, o.a. dat alle bussen herkenbaar zijn aan een nummer + bordje (‘schoolbus’). Vanuit alle Bredase wijken wordt gereden naar scholen voor S.O. Als opstapplaatsen worden zoveel mogelijk de officiële halteplaatsen aangehouden. In bijna elke bus is een vaste begeleidster(er). Zij (hij) is verantwoordelijk voor het ordelijke verloop van de busrit. Hierover zijn afspraken gemaakt. Als eventuele problemen in de bus niet met de begeleidster(er) opgelost kunnen worden, kunt u contact opnemen met de secretaresse van de school. De verantwoordelijkheid van de busbegeleidsters(ers) houdt op als uw kind uit de bus stapt. Zorg dat u eventueel zelf aan de halte staat om uw zoon of dochter op te halen. Voor onze school rijden een grote bus en taxibusjes in de stad Breda. De overige gemeenten organiseren het vervoer op een andere wijze. Aan het begin van het schooljaar, of bij tussentijdse wijzigingen, krijgt u via de vervoerder bericht over het routeplan van de schoolbus en de manier waarop Uw kind vervoerd wordt. Op dit routeplan staan de haltes en opstaptijden aangegeven. B. Taxivervoer (vanuit eigen gemeente) Over het algemeen geldt, dat uw kind voor taxivervoer in aanmerking komt, als daarvoor een bepaalde indicatie bestaat of als er geen mogelijkheden zijn binnen het groepsvervoer met de schoolbussen. Taxi's zijn kleine busjes of personenwagens. Iedere gemeente regelt dit zelf. Het gevolg is dat er veel bedrijven bij betrokken zijn. De verantwoordelijke instantie is steeds uw eigen gemeente. Daar zullen primair uw klachten terecht moeten komen. De school vervult een adviserende en bemiddelende rol. De verantwoordelijkheden van de ouders De verantwoordelijkheden van de ouders (onder het begrip ‘ouders’ dient in dit geval mede te worden verstaan: voogden en verzorgers): 1. De ouders zijn verplicht om de voor hen in het vervoersreglement opgenomen bepalingen na te leven. 2. De ouders zorgen ervoor, dat de leerling 's morgens tijdig gereed staat als hij wordt opgehaald en dat er 's middags na afloop van de schooldag iemand op het afgesproken tijdstip aanwezig is, om de leerling op te vangen. 3. Indien de ouders hieraan herhaalde malen geen gevolg geven, kan dit erin resulteren, dat de vervoerder in overleg met de directeur van de school en de opdrachtgever besluit tot maatregelen, zoals het tijdelijk niet vervoeren van de leerling. 4. Als gevolg van de gemeentelijke verordening leerlingenvervoer blijft de verantwoordelijkheid voor het schoolbezoek (ingevolge de leerplichtwet) in alle gevallen bij de ouders liggen. Deze verantwoordelijkheid kan door de ouders niet op- of overgedragen worden aan de gemeente. De gemeentelijke verordening leerlingenvervoer beperkt deze verantwoordelijkheid van de ouders niet. 5. Indien een leerling ziek is, of om een andere reden niet aan het vervoer zal deelnemen, dan dienen de ouders dit onmiddellijk aan de vervoerder te melden. Ook indien de leerling daarna weer moet worden vervoerd, dan dient dit uiterlijk een dag tevoren aan de vervoerder te worden gemeld. 6. De ouders zijn, zo nodig, behulpzaam bij het in- en uitstappen van de leerling. Van de ouders mag men bovendien verwachten dat zij mede zorgdragen voor een ordelijk verloop van het vervoer van hun kind. 7. De kleding en bagage van de leerling mogen geen scherpe uitsteeksels bevatten. Dit om beschadiging of verwonding te voorkomen. 8. De leerling mag in het voertuig niet roken, snoepen, eten of drinken en dient er mede zorg voor te dragen dat het busje in een ordentelijke staat blijft. 9. Klachten over de uitvoering van het vervoer worden door de ouders aan de vervoerder gemeld. De verplichtingen van de vervoerder 1.
De vervoerder is verantwoordelijk voor het routeschema en de organisatie van het vervoer.
55
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
2.
3. 4. 5.
6.
7.
De kinderen mogen niet eerder dan een half uur voor aanvang van de les worden afgezet bij de school. De eerste kinderen zijn om 8.15 uur op school. Aan het einde van de dag dienen zij uiterlijk om 15.30 uur te worden opgehaald. De chauffeur dient de veiligheidsvoorschriften in acht te nemen, evenals het route- en tijdschema. Ook de chauffeur of begeleidster mag niet roken in bus of taxi. Al jaren is de praktijk bij een klacht als volgt: Eerst overlegt U met de betrokken chauffeur. Als dat niets oplost: overlegt U met het vervoersbedrijf (directie of coördinator). Gaat het om inhoudelijke zaken (slechte bedrijfsvoering, veel te lange ritten langer dan 1½ uur), combinaties van vervoer, dan dient U met de betrokken afdeling van Uw eigen gemeente contact op te nemen. Gaat het om probleempjes die op school op te lossen zijn (bijv. ruzie tussen twee kinderen), dan kunt U dat melden aan de leerkracht (schriftje) of aan de secretaresse. Tot slot: soms komt een taxi veel te laat voor een bepaalde leerling. Wij kunnen dan het betrokken bedrijf niet bellen, als wij niet weten met wie het kind vervoerd wordt. Het zou dus handig zijn als U aan ons het bedrijf (+adres en telefoonnummer) doorgeeft. Ouders van leerlingen van de Openluchtschool kunnen met de vervoerders een protocol afspreken met betrekking tot het vervoer van kind.
56
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
8. Taakverdeling binnen de school Directie De sectordirecteur leidt de school onder de formele verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. Zij is belast met de uitvoering en ontwikkeling van het beleid, in het bijzonder het financieel beleid en het personeelsbeleid. Daarnaast is de sectordirecteur de vertegenwoordiger van de school in externe contacten. Zij is voorzitter van de team- en lerarenvergadering, adviseur van de Medezeggenschapsraad en heeft zitting in het Management Team van de Openluchtschool, De Schalm en de Liduinaschool. Formeel wijst de sectordirecteur de groepen toe aan de leerkrachten en beslist over het verlenen van verlof. Verder monitort zij de interne schoolorganisatie, is zij verantwoordelijk voor het financieel beheer, de gesprekkencyclus en voert zij de wet ‘Poortwachter’ (begeleiden van werknemers die arbeidsongeschikt zijn) uit. Sectorteam Het sectorteam ondersteunt en adviseert de sectordirecteur en heeft gemandateerde taken. In het sectorteam zitten de sectordirecteur, de directeur in opleiding en de twee medewerkers die de taak van intern begeleider en team coördinator hebben (IB-er/TC-er) . De directiesecretaresse notuleert bij de sectorteamvergaderingen. De directiesecretaresse beheert de administratie en is contactpersoon met gemeenten en bedrijven voor het leerlingenvervoer. Zij notuleert de vergaderingen van het sectorteam en coördineert alle inen uitgaande post en telefoonverkeer. Zij neemt de telefoon op en is de eerste persoon met wie ouders te maken krijgen. Bij haar kunnen de ouders terecht voor de ziekmelding van hun kind, voor allerlei informatie en voor het maken van afspraken. Zij is contactpersoon in verband met het vervoer. Onderwijsgevenden Groepsleerkrachten geven het onderwijs en zijn sleutelfiguur in de zorg voor leerlingen. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor ouders. Zij zijn coördinator van het onderwijs, de therapie en de zorg van de leerlingen van hun groep. De leerkracht speciale leerhulp verzorgt de remedial teaching voor rekenen, taal en schrijven. Zij is dyslexiespecialist en tevens IB-er Didactiek. De vakleerkracht bewegingsonderwijs is verantwoordelijk voor het vakwerkplan en jaarplan bewegingsonderwijs en verzorgt alle lessen. Zij signaleert en rapporteert aan de groepsleerkrachten. Zij organiseert de sportdag in samenwerking met het team. Zij wordt bij de onderbouwleerlingen (groep A en B) bijgestaan door een leraarondersteuner bewegingsonderwijs. Onderwijsondersteuners en therapeuten De verpleegkundige coördineert de medische verzorging van alle leerlingen en voert alle voorbehouden handelingen uit. Zij onderhoudt contact met de jeugdarts en met de ouders. Zij maakt de behandelprotocollen voor leerlingen die speciale medische zorg nodig hebben. Zij vangt als eerste kinderen op die ziek worden en beslist over verdere behandeling. De verpleegkundige begeleidt de onderwijsassistenten bij het uitvoeren van niet voorbehouden handelingen. De onderwijsassistenten ondersteunen de onderwijsactiviteiten in de groepen en dragen zorg voor de medische en hygiënische aspecten in de school. Specifieke taken zijn het medicijngebruik en de opvang van zieke kinderen. De fysiotherapeut en de logopediste zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van onderzoek en therapie op aanwijzing van de Commissie van Begeleiding. Zij doen dat in overleg met de groepsleerkracht. De ouders worden door de groepsleerkracht geïnformeerd over het starten of stoppen van een therapie. De therapeuten brengen ouders op de hoogte van de inhoud van het handelingsplan door middel van een brief. De jeugdarts is lid van de Commissie van Begeleiding en in dienst van de GGD. De jeugdarts wordt ondersteund door de jeugdverpleegkundige van de GGD. De taak van de jeugdarts is gericht op het welzijn en de gezondheid van de kinderen. In het bijzonder voert hij/zij het medisch onderzoek uit, onderzoekt leerlingen op verzoek van ouder, school of leerling zelf en begeleidt de leerlingen op zijn/haar specifieke terrein.
57
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Vergelijkbare taken verricht de psycholoog/orthopedagoog op haar vakgebied. Zij is lid van de Commissie van Begeleiding, is aanwezig bij alle begeleidingsbesprekingen en onderzoekt leerlingen op verzoek van ouders en school. Zij wordt in haar werk bijgestaan door een testassistente. De schoolmaatschappelijk werkende is ook lid van de Commissie van Begeleiding. Als zodanig doet zij onderzoek naar het sociaal functioneren van de kinderen door gesprekken met de ouders of verzorgers. Verder begeleidt zij ouders met hun vragen op opvoedkundig gebied en helpt hen de weg te vinden in de hulpverlening. Conciërges De huishoudelijke zaken worden verzorgd door twee conciërges met ieder een eigen takenpakket. Zo zijn zij belast met de zorg voor de maaltijd en de organisatie in de keuken, en met allerlei andere huishoudelijke taken. Matchpoint: Personele vervangingen op de scholen van INOS Op onze school wordt vervanging van de groepsleerkrachten en/of onderwijsassistenten, en waar mogelijk ook andere functies, geregeld door ‘Matchpoint’. Daar wordt een ‘match’ gemaakt tussen een tijdelijke (vervangings)vacature en een competente en enthousiaste waarnemer. Als een medewerker ziek wordt of verlof heeft, kan de school digitaal een aanvraag voor vervanging melden bij Matchpoint. De planners zoeken daar dan een passende waarnemer bij, die kan zorgen dat het onderwijsproces van uw kind zo ononderbroken mogelijk doorgang vindt. Matchpoint is ook ‘de poort tot het werken bij INOS’. Goede vervangers kunnen bij gebleken geschiktheid doorstromen naar een passende functie op één van de INOS-scholen. Mocht u mensen kennen die de juiste opleiding hebben en die belangstelling hebben om bij INOS aan het werk te gaan, dan kunt u altijd contact (laten) opnemen met Matchpoint via
[email protected] of 076 5611688. Matchpoint wordt georganiseerd vanuit het bestuursbureau van INOS, Haagweg 1 in Breda. Openluchtschool als stageplaats. De Openluchtschool verleent gastvrijheid aan studenten van verschillende opleidingen in het beroepenveld onderwijs en verzorging. Met de volgende opleidingen zijn/worden stagecontracten gesloten: Avans Hogeschool, Sector Pedagogisch Onderwijs: Wij begeleiden TOPClass studenten tijdens hun stage. Deze studenten volgen extra modules voor het verkrijgen van de aantekening ‘Gedragsspecialist’. Fontys Sporthogeschool Tilburg: stages in het kader van differentiatie en specialisatie vierdejaarsstudenten bewegingsonderwijs VSO Mytylschool De Schalm Vitalis college, stage onderwijsassistentes CIOS Verantwoording De opleidingen dienen een verzoek in bij de school om studenten voor een stage te mogen plaatsen. Deze contacten lopen vaak via de stagecoach. Met de opleidingen worden stagecontracten afgesloten. In de stagecontracten staan de rechten en plichten van betrokken partijen geformuleerd.
58
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Schooljaar 2014-2015 Het Jaarboekje stellen wij ieder jaar in juni/juli op. In de eerste schoolweek krijgen alle ouders het Jaarboekje met alle gegevens die voor het komende schooljaar van belang zijn. Het Jaarboekje is ook te vinden op de portal. Het Jaarboekje is een onderdeel van de Schoolgids. De organisatie van de Openluchtschool Bestuur Openluchtschool De Openluchtschool is een van de 31 scholen voor primair onderwijs van INOS, stichting katholiek onderwijs Breda. De uitvoering van het beleid is toevertrouwd aan het College van Bestuur. Een Raad van Toezicht volgt het beleid op afstand. Het College van Bestuur is gehuisvest in het bestuurskantoor Annastede: Haagweg 1, 4814 GA Breda. Telefoonnummer 076-5611688, telefax 076-5640442. Voor meer informatie: www.inos.nl. Voorzitter van het College van Bestuur is F. van Esch, J. Aarts is lid van het College van Bestuur. Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad is een orgaan dat het beleid van het schoolbestuur volgt en controleert, door middel van instemming en advies bij alle voorgenomen besluiten van het Bevoegd Gezag. De raad bestaat uit zes personen: drie personeelsleden en drie ouders. De directie van de school kan op verzoek van de MR de raad bijstaan als adviseur. De zittingsduur in de MR is vier jaar. Daarna kan herverkiezing plaatsvinden. De MR van de Openluchtschool vergadert zes tot acht keer per jaar. De vergaderdata staan in het jaarboekje. Alle ouders en personeelsleden hebben toegang tot deze vergadering. U dient zich wel vooraf aan te melden bij de secretaris. Samenstelling van de Medezeggenschapsraad: Naam
Functie
vacature
voorzitter
A. Huijsmans
secretaris
G. Poirters
lid (personeelsgeleding)
S. Stoop *
ad-hoc lid (personeelsgeleding)
S. Brouwer
lid (oudergeleding)
R. Verweij
lid (oudergeleding)
N. Schilder
lid (oudergeleding)
Mailadres
[email protected] [email protected]
* vertegenwoordiger van de Openluchtschool in klankbordgroep Flexinos De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad In deze raad wordt de medezeggenschap voor alle bovenschoolse aangelegenheden uitgeoefend. Deze raad is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden die de algemene gang van zaken in alle scholen betreffen. De GMR heeft instemmings- en adviesbevoegdheid op diverse belangrijke terreinen. De GMR bestaat uit 14 personen (7 uit de personeelsgelding en 7 uit de oudergeleding). In deze GMR zijn de drie SO scholen (Liduina< Openluchtschool en Schalm) vertegenwoordigd door een Medewerker. De Oudervereniging Alle ouders met een kind op de Openluchtschool zijn lid van de Oudervereniging. Zij betalen, vrijwillig, een bijdrage van € 27,50 per schooljaar. De vereniging gebruikt het geld vooral om plezierige activiteiten voor de kinderen mogelijk te maken (o.a. de schoolreis). Jaarlijks doet de Oudervereniging hiervan verslag in de Nieuwsbrief. U kunt uw vrijwillige bijdrage storten op rekeningnummer 48.08.94.752 van de ABN/AMRO te Breda t.n.v. Oudervereniging Openluchtschool Breda onder vermelding van de naam en de groep van uw kind. Het bestuur van de oudervereniging vergadert ca. negen keer per jaar en is in het bijzonder actief bij vieringen, de kerstmarkt/lentemarkt en de speciale dag of schoolreis aan het einde van het schooljaar. Het bestuur bestaat (juni 2014) uit de volgende leden: Voorzitter vacature Secretaris Ilonka Godschalk penningmeester vacature
59
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Leden
Namens het team
Astrid Tiggelman Conny Goorden Adrienne Augustijn Rebecca Verweij Kitty van de Rijke juf Annelies
Waar richt de oudervereniging zich op Ondersteunende activiteiten bij vieringen of bijzondere dagen Verbetering van de communicatie tussen ouders en school en school en ouders Ouders die willen meedenken en meewerken in de Oudervereniging, kunnen contact opnemen met één van de leden van de Oudervereniging of een vergadering bezoeken. Andere mogelijke activiteiten door ouders Ouders kunnen actief bij de school betrokken worden. Enkele ouders helpen mee met de leerlingenbibliotheek. Ook zijn er ouders die in een groepje op school allerlei karweitjes doen, zoals spelmateriaal opknappen, helpen in de tuin, speelgoed schoonmaken, verkleed- en poppenkleren verstellen of maken. Ouders kunnen gevraagd worden om, indien nodig, te helpen bij het vervoer bij het kamp, bij excursies of bij sportdagen. Voelt u ervoor om eens een keer of regelmatig op school te helpen, neem dan contact op met de Oudervereniging of met de contactpersoon van het team. Structuur van de Openluchtschool Wij verzorgen een onderwijsaanbod dat past bij de mogelijkheden van de kinderen. Uitwisseling en verplaatsing van leerlingen blijven altijd mogelijk. In de bespreking van het OPP ontwikkelen wij een uitstroomperspectief voor iedere leerling. Als een leerling een didactische leeftijd heeft van 20 maanden, krijgt hij/zij een uitstroomprofiel. Op grond hiervan plaatsen wij het kind in een leerroute. Wij kennen de volgende leerroutes: PRO (praktijk onderwijs), BK (basis-kader vmbo) en G/T/Havo (gemende en theoretische leerweg VMBO). Uitgangspunt daarbij is de vraag: krijgt de leerling het aanbod dat hij of zij nodig heeft? Zo kunnen er groepen ontstaan die in aantal niet gelijk zijn. Bij het groeperen van leerlingen hebben we te maken met veel factoren: In de ene groep kan het aanbod, hoewel het tempo lager ligt, nog dicht in de buurt blijven van het basisonderwijs, eindniveau groep 7-8 basisonderwijs. In de andere groep zullen we met aangepaste leerlijnen en speciale trajecten werken en daardoor steeds verder afwijken van het standaardaanbod van het basisonderwijs, eindniveau groep 6-7 basisonderwijs. Daarnaast is er nog een groep waarbij het accent ligt op leren door ervaringen. Zij halen het eindniveau van groep 5 of 6.
Factoren die een rol spelen: pedagogisch
didactische niveaus aantal leerlingen
medische belemmering zorgafhankelijk sociale en emotionele ontwikkeling relatie medeleerlingen
leeftijd
leerlingen
financiën, gebouw
relatie leerkracht
zelfredzaamheid
Het Ontwikkelingsperspectief is leidend voor plaatsing in een leerroute
60
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
De opbouw van de school Groep A: juf Gwen Groep B: juf Janny en juf Francien Groep C: juf Gemma en juf Francien Groep D: meneer Jurgen en juf Ilse Groep E: meneer Ad Groep F (Pro): juf Anneloes Groep G: juf Astrid en meneer Dave
Onderbouw
niveau groep 0, 1, 2 en basisonderwijs niveau groep 3, 4 en basisonderwijs
3
Bovenbouw
niveau groep 4, 5, 6, 7 en 8 basisonderwijs
5
Teamcoördinator en intern begeleider Voor de zeven groepen zijn er twee (TC/IB-ers) aangesteld. Dit zijn meneer Jurgen en juffrouw Gonnie. De visie van INOS gaat uit van zelfverantwoordelijke teams die geleid worden door coördinatoren. Het zelfverantwoordelijke team houdt zich vooral bezig met het primaire proces: goed lesgeven en wat daarvoor nodig is. De TC/IB-ers zijn beiden voor een WTF 0,5 uit geroosterd om deze taken te vervullen. Om voeling met de werkvloer en het team te houden, staat de TC/IB-er (voor een deel van de taak) voor de groep. INOS heeft een kader aangereikt voor de taken van de TC/IBers. De Openluchtschool heeft hier een eigen invulling aan gegeven. Enkele taken zijn: het geven van sturing aan het primaire proces d.m.v. opbrengstgericht werk, voorbereiden en voorzitten van bouwvergaderingen, het bijwonen van groepsplanbesprekingen en het maken van afspraken binnen het team. Het bewaken van het proces van opbrengstgericht werken en de zorg voor leerlingen, de doorgaande lijn, de vorderingen in ParnasSys en het gebruik van dit leerlingvolgsysteem zit ook in hun takenpakket (werk van de IB-er). De TC-er is aanspreekpunt voor ouders als dat nodig is en maakt deel uit van het sectorteam van de school. De TC-er zorgt er voor dat de leerkrachten hun werk goed kunnen doen. De onderbouw: groepen A, B, C De onderbouw is dit jaar gehuisvest in de linkervleugel van het hoofdgebouw. Iedere groep heeft een klaskamertje dat als extra verwerkings- en instructieruimte dienst doet. De bovenbouw: groepen D, E, G De bovenbouw vindt u in de rechtervleugel van het gebouw. Niet iedere klas heeft een klaskamertje. De oudere leerlingen maken vaak gebruik van de personeelskamer waar een zestal netwerk pc’s staan. In de twee hoogste groepen zitten ook dit jaar kinderen die aan het einde van het schooljaar naar het vervolgonderwijs gaan. Groep F (Praktijkgericht) In de schoolverlatingsprocedure merken wij steeds meer dat het moeilijk is om onze leerlingen te plaatsen in het vervolgonderwijs. Vooral de kwetsbaarheid van onze leerlingen en de disharmonische ontwikkeling van hun cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden vragen om een speciale benadering. Wij hebben daarom een groep in de school die meer gebaat is bij het leren door ervaringen. Hiermee hebben wij binnen de Openluchtschool een onderwijsvoorziening ontwikkeld voor leerlingen die door hun kwetsbaarheid, hun laaggemiddelde of moeilijk lerende capaciteiten en/of een disharmonische ontwikkeling het lesprogramma niet gemotiveerd kunnen volgen en baat hebben bij concreet onderwijs. Leraren doen een beroep op de meervoudige intelligentie van hun leerlingen. De kerndoelen speciaal onderwijs zijn richtinggevend voor de inhoud van het onderwijs, de uitvoering is concreet. De nadruk ligt op: werken naar zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid en probleemoplossend denken. We doen dit door de kinderen in te delen op niveau bij taal, rekenen, lezen en spelling. Techniek komt geïntegreerd aan bod in de diverse lessen. Groep F zit in de rechtervleugel van de school. Het lokaal is aangepast aan de speciale manier van werken. Het te bereiken eindniveau is divers en afhankelijk van de capaciteiten van de leerlingen. De ervaring leert dat de uitstroom op het niveau ligt van het VMBO met LWOO en het praktijkonderwijs, indien nodig gaan deze leerlingen naar het VSO. De leer- en vormingsgebieden sluiten aan op de andere groepen van de school. Leerlingen kunnen later mogelijk een overstap maken om een hoger niveau te halen.
61
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
De leer- en vormingsgebieden omvatten de volgende vakken: Kernvakken: Schrijven
Rekenen
Lezen
Aardrijkskunde
Taal
Geschiedenis
Spelling
Engels
Sova
Natuurkunde
LBV
Verkeer
Techniek
De leerlingen onderzoeken zelfstandig materialen en natuurkundige verschijnselen. Proefjes: Brainbox set, Knexx, Lego. (grotendeels geïntegreerd) We werken met de modules: Keuken, koken, en EHBO Deze lessen zijn veelal concrete toepassingen wat datgene wat de leerlingen bij andere vakken geleerd hebben. Zo gebruiken ze toegepast rekenen bij koken.
Verzorging
Bewegingsonderwijs
Tehatex
Muziek
62
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Medewerkers Directie en Sectorteam Algemeen directeur Sectordirecteur Directiesecretaresse IB-ers en TC-ers
Ton Metselaar An van Damme Yvonne Wierckx Gonnie Michielsen Jurgen Versendaal
Onderwijsgevend personeel en onderwijsassistentes Leraren Bovenbouw Leerkracht groep G op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag Leerkracht groep G op vrijdag Leerkracht groep F Leerkracht groep E Leerkracht groep D op maandag, dinsdag en 19 x woensdag Leerkracht in groep D op 19 x woensdag, op donderdag en vrijdag
Astrid van Beckhoven Dave van Gelderen Anneloes Goos Ad Huijsmans Jurgen Versendaal Ilse Langschmidt Leraren Onderbouw
Leerkracht groep C Leerkracht Bapo invullen Leerkracht groep B Leerkracht bapo invullen Leerkracht groep A
Gemma Gerdingh Francien Jacobs Janny van Gils Francien Jacobs Gwen Poirters
Leerkracht bewegingsonderwijs
Astrid Heitling
Leerkracht RT op dinsdag Interne contactpersoon Overig Onderwijs ondersteunend personeel Verpleegkundigen
Ilse Langschmidt Nel Mutsters
Speltherapeute Logopediste Fysiotherapeut Maatschappelijk werkende en lid van de Commissie van Begeleiding Jeugdarts Commissie van Begeleiding Orthopedagoog Commissie van Begeleiding Verzorging Conciërge Conciërge
Onderwijsassistentes Bovenbouw Carla Boschman Margot Claessen Wilma Verbeek
Onderwijsassistentes Onderbouw Ietje Dassen Marion Akkermans
Leraarondersteuner Mary Horvers
Heidy van Hoppe en Vacature Annelies van Hooijdonk Ellie de Jongh Fonny de Kanter Nel Mutsters Paquita Gonzalez Manon de Bresser Lilian Braspenning Jenny Gokke
Medicijnen Veel kinderen gebruiken medicijnen. Ouders moeten er zelf voor zorgen dat er steeds voldoende voorraad op school aanwezig is. Over het innemen van de medicijnen of veranderingen daarin moeten de ouders schriftelijk bericht geven aan de verpleegkundigen en de leerkracht. Diëten Aan het begin van ieder schooljaar krijgen alle leerlingen een lijst mee naar huis waarop staat wat er dat schooljaar op het menu zal staan. U kunt op deze lijst aangeven wat uw kind wel en niet mag eten en wat een mogelijk alternatief is. Op deze manier wordt het dieet van uw kind optimaal bijgehouden en uitgevoerd. Mochten er tussendoor veranderingen en/of wijzigingen ontstaan dan dient u deze tijdig bij Heidy van Hoppe te melden. Dat kan via e-mail:
[email protected]
63
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Voor speciale dagen zoals sportdagen, schoolreisjes, vieringen etc., nemen wij contact met u op als er onduidelijkheden zijn over het dieet van uw kind. Alle (dieet-)producten worden een aantal keren per jaar gecontroleerd op datum en op veranderde samenstelling (etiketinformatie). Producten die speciaal voor een leerling worden aanschaft, worden voorzien van een oranje sticker met daarop de naam van het kind, zodat iedereen weet dat dat product persoonsgebonden is. Voor kinderen met een zeer ernstige (levensbedreigende) allergie, wordt door de verpleegkundigen een medisch protocol opgesteld. Verzorging Tussen de middag krijgen de kinderen een broodmaaltijd die wij bereiden in de eigen keuken. Wij trachten voeding een geïntegreerd onderdeel van de opvoeding te laten zijn. Zowel in de thuis- als in de schoolsituatie moeten wij er alles aan doen om de ziekte of a-vitaliteit van het kind te verminderen. Een gezamenlijke maaltijd met leerkrachten en medeleerlingen heeft ook een grote sociaalpedagogische waarde. Vanzelfsprekend besteden wij de nodige aandacht aan de sfeer, de verzorging en de aankleding van de maaltijd. Regelmatig zorgt de keuken voor een warm of koud bijgerecht (soep, salade e.d.). In de ochtendpauze drinken de kinderen melk of vruchtensap. Met de voeding van dieetkinderen houden wij rekening. Voor de maaltijd wast iedereen de handen. De school biedt de ouders dit verzorgingspakket aan. U betaalt voor de verzorging van een broodmaaltijd op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Wij zorgen voor traktaties en speciale lunches bij vieringen en festiviteiten. Verder bieden wij de verzorging van diëten, dagelijks schoolmelk of aangepast drinken bij de ochtendpauze, en verschoning (in noodgevallen). Vanuit de bijdrage bekostigen wij tevens alle kampen: de introductieweek en de schoolverlatersweek. Ook wordt een kleine bijdrage aan het onderhoud van het speelterrein hiervan betaald. Er gaat vanuit de verzorgingsgelden tevens een bijdrage naar de exploitatierekening voor het energieverbruik en de schoonmaak van de eetzaal, de keuken en het sanitair van de eetzaal. Verder bekostigen wij vanuit uw bijdrage het in stand houden van de keuken en keukenapparatuur en de inrichting van de eetzaal: meubilair, borden, bestek etc. Alle personele kosten zijn voor rekening van de school. Daardoor kan de bijdrage op een aanvaardbaar laag niveau blijven, zelfs lager dan het overblijfgeld op sommige basisscholen. De bijdrage Ouders die kiezen voor deze dienstverlening verplichten zich tot het betalen van een bijdrage van € 408,00 per jaar, te voldoen in twaalf maandelijkse termijnen van € 34,00 bij voorkeur via een automatische maandelijkse overboeking. Nieuwe ouders beginnen te betalen per 1 augustus. Ouders van schoolverlaters betalen t/m 31 juli. Kiezen ouders niet voor deze dienstverlening, dan betalen zij uiteraard niets. Het gevolg is wel, dat deze ouders zelf moeten zorgen voor o.a. lunchpakket en drinken, enz. Alle extraatjes tijdens vieringen e.d. vervallen. Schoolkamp en introductiedagen zijn onderdelen van het schoolprogramma. Wij vragen van de ouders een bijdrage voor de kosten voor vervoer, huisvesting en voeding die wij hiervoor maken. Die bijdrage is opgenomen in de verzorgingsbijdrage. Betaalt u geen verzorgingsbijdrage, dan krijgt u voor het kamp vooraf een aparte rekening. Het percentage van ouders die vrijwillig meedoen aan de verzorging is al jaren ongeveer 90%. De overeenkomst voor de verzorging Alle ouders ontvangen bij toelating van hun kind een overeenkomst ter ondertekening. Na ondertekening ontstaat een betalingsverplichting. Krijgen wij geen overeenkomst terug, dan gaan wij ervan uit dat u zelf zorgt voor de genoemde zaken. Kinderen waarvoor meer dan twee maanden betalingsachterstand is, sluiten wij tijdelijk (totdat er weer betaald is) uit van de verzorging. Ouders die menen niet aan hun verplichtingen te kunnen voldoen, kunnen contact opnemen met onze maatschappelijk werkende mevrouw Nel Mutsters (afspraak maken via 5600111). Alleen op haar advies kunnen we een aangepaste regeling treffen. Betalingen Betalingen bij voorkeur maandelijks aan de school. Handig is het als u uw bank opdracht geeft het bedrag per maand over te maken. Betaalt u voor één jaar in één keer, dan kunt u het geld storten op de RABO-rekening van de Openluchtschool NL07 RABO 011 6 7556 28. Betaalt u contant aan de bank, vermeldt u dan de naam van uw kind, zodat wij weten voor welk kind de betaling is. De tekst van de overeenkomst luidt als volgt:
64
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
"Ondergetekende, ouder/verzorger van leerling X, verklaart hierbij dat hij/zij voor het schooljaar 2014/2015 per jaar € 408,00 zal betalen voor de verzorgingsdienstverlening. Het verzorgingspakket staat in de Schoolgids beschreven. De betaling zal plaatsvinden in twaalf maandelijkse termijnen van € 34,00 (op rekeningnummer NL07 RABO 011 6 7556 28 van de Rabobank te Breda). Als ik deze betaling niet nakom, volgt uitsluiting van deze dienstverlening door de Openluchtschool, totdat ik mijn verplichtingen ben nagekomen." Overige informatie Contacten met de school Telefonische berichten ontvangen wij het liefst tussen 08.30 uur en 09.15 uur. U kunt de leerkrachten niet spreken tijdens de lesuren. Wel kunt u altijd een afspraak maken of bellen buiten de lesuren, tot een uur na schooltijd. U kunt ook vragen of de leerkracht u terug kan bellen. Normaal lopen de telefonische contacten via het nummer van de school (076-5600111). Tijdens het schooljaar ontvangt u regelmatig een nieuwsbrief waarin allerlei interessant en belangrijk nieuws staat. Verder gebruiken de groepsleerkrachten een contactschriftje, e-mail of een leerlingagenda om berichtjes met de ouders uit te wisselen. Ook anderen, de logopediste bijvoorbeeld, kunnen gebruik maken van een dergelijk contactschriftje. Ouders van nieuwe leerlingen ontvangen meestal een uitnodiging om de gang van zaken in de groep eens een morgen of middag mee te maken. Soms kan dat gecombineerd worden met een bezoekje aan logopedie of fysiotherapie. Tijdens de eerste algemene ouderavond zullen de leerkrachten u hun e-mailadres van de school geven. Voor bijzonder urgente mededelingen in de vakantieperiodes kunt u het bestuurskantoor van INOS bellen: 076-5611688. Kleding De kinderen op de Openluchtschool spelen twee tot drie keer per dag buiten, ook als het minder goed weer is. Daarom is het belangrijk dat de ouders erop letten dat hun kinderen hierop gekleed zijn. Voor de lessen bewegingsonderwijs hebben de kinderen gymschoenen, gymkleding en een handdoek nodig. Het is belangrijk dat die spulletjes voorzien zijn van een naam en zeer geregeld gewassen worden. Houd echter rekening met het gymrooster. Na iedere gymles gaan de kinderen onder de douche. Overige belangrijke spelregels Zijn er problemen met uw kind? Neem dan allereerst contact op met de leerkracht. Die is de eerstverantwoordelijke (076-5600111, voor 08.40 uur en na 15.30 uur). Als uw kind ziek is, ontvangen wij uw melding graag tussen 08.15 uur en 08.45 uur. Als er belangrijke (medische of andere) ontwikkelingen zijn, geef dat dan door aan de groepsleraar en/of de verpleegkundigen. Tweemaal per jaar houden we een begeleidingsbespreking over uw kind. Wij zijn graag op de hoogte. Benut de mogelijkheden tot contact met de school. Verwacht u dat een gesprek wat tijd zal kosten, maak dan steeds een afspraak. Als u zomaar binnen komt lopen, is er een grote kans dat men u niet voldoende te woord kan staan. Vindt u dat uw kind naar een andere school kan of moet? Kaart dat dan op tijd bij ons aan. De laatste maand van het schooljaar kunnen we nauwelijks meer iets regelen. Bovendien kunnen wij met u van mening verschillen over de overplaatsing en dan zullen we toch moeten praten. Op de Openluchtschool geldt een algemeen rookverbod. Dat verbod geldt ook op de speelplaats en onder de pergola. Zeker op een school als de onze, is het goede voorbeeld onontbeerlijk. Leerplicht en verlof Ouders/verzorgers zijn er voor verantwoordelijk dat hun kinderen de school bezoeken. De leerplichtwet biedt de directeur van de school beperkte ruimte om leerlingen verlof te geven. Allereerst kunnen ouders verlof vragen om gewichtige omstandigheden. Dat kan bijvoorbeeld de gouden bruiloft van de grootouders zijn, een religieus feest of de doop van een broertje of zusje, maar ook minder prettige gebeurtenissen zoals een sterfgeval of ernstige ziekte in de naaste familie. Soms zijn er, door het werk van de ouders of verzorgers, belemmeringen om met de kinderen op vakantie te gaan in de geroosterde schoolvakanties. Dan kunnen de ouders/verzorgers extra vakantieverlof vragen. U moet dan bij die aanvraag een werkgeversverklaring toevoegen. De directeur
65
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
overlegt daarover met de leerplichtambtenaar. Het gaat meestal over zeer uitzonderlijke omstandigheden. Verlof vragen de ouders aan door het invullen van een verlofaanvraag. Daarvoor hebben wij een speciaal formulier op school. Formeel moet u dit formulier acht weken van tevoren bij de directeur inleveren. Bij onverwachte omstandigheden (sterfgeval) kan het ook later. De directeur van de school mag ten hoogste tien dagen verlof in een schooljaar toestaan. In alle andere gevallen besluit de leerplichtambtenaar van uw gemeente, in overleg met de directeur, over uw aanvraag. Wanneer krijgt u, bijvoorbeeld, geen verlof voor uw kind? Niet in de eerste twee weken van het schooljaar (leerplichtwet) en in de laatste twee weken van het schooljaar (beleid gemeente en school). Om een dag eerder op vakantie te kunnen gaan of een dag langer weg te kunnen blijven. Omdat grootouders een feest vieren door het aanbieden van een lang weekend aan hun kinderen en kleinkinderen en u al op vrijdag de drukte voor wil zijn. Omdat u niet in de zomervakantie weg kunt, maar wel in de kerstvakantie. Omdat u een midweek in een vakantiepark hebt gewonnen. Omdat u toe bent aan een adempauze. Kortom, het gaat altijd om zeer gewichtige omstandigheden en gebeurtenissen. Houdt u daar rekening mee, dat voorkomt teleurstelling. De leerplichtambtenaar en de directeur moeten zich aan de wet houden en moeten daarom streng oordelen over uw verzoek. Zie ook: www.leerplichtwet.nl Afspraken over bewegingsonderwijs Veiligheid en plezier in de lessen bewegingsonderwijs Tijdens de lessen dragen alle kinderen gymschoenen. Gymschoenen moeten de voeten van uw kind beschermen, en goed ook, want de voeten moeten hard werken in een gymnastiekles: rennen, draaien, stoppen, springen, afzetten, enz. Gymschoenen beschermen de voeten tegen voetschimmel, voetwratten, blaren, huidscheurtjes en kloven, schaafwondjes, gekneusde tenen en gescheurde teennagels. Gymschoenen moeten ervoor zorgen dat de kinderen niet uitglijden of wegslippen tijdens kunststukjes of spel. Gymschoenen mogen ook onze vloer niet beschadigen of er lelijke strepen op achter laten. En, tot slot, moeten gymschoenen ook nog goed passen, lekker zitten en blijven zitten. Toch hoeven goede gymschoenen niet duur te zijn. Let u wel op de volgende punten: een witte zool van stroef, zacht rubber, pvc of polyurethaan met een licht profiel (bijv. dunne ribbeltjes) een goede sluiting met veters de juiste maat, zo nodig moeten de steunzolen er ook in passen! Met zulke gymschoenen aan heeft uw kind veel plezier in de gymnastiekles. In verband met het wassen van de gymkleding krijgt u zo spoedig mogelijk een nieuwsbrief met daarin het rooster van de lessen bewegingsonderwijs. De vakleerkracht geeft de lessen. Deze lessen duren 45 minuten, tenzij anders aangegeven. Externe therapie, Remedial Teaching en zorg onder onderwijstijd In toenemende mate worden scholen geconfronteerd met verzoeken van ouder(s)/verzorger(s) om extra zorg (waaronder remedial teaching) voor hun kinderen te organiseren waarbij zij op eigen initiatief en voor eigen rekening externe hulp inschakelen. De school gaat bij het beslissen op een dergelijk verzoek uit van het wettelijke gegeven dat onderwijstijd besteedt moet worden aan onderwijs (en niet aan andere zaken). Daarom staat de school in beginsel afwijzend tegenover verzoeken tot het (laten) verrichten van hulp (waaronder Remedial Teaching) door externe hulpverleners onder schooltijd (binnen of buiten het schoolgebouw). Indien er sprake is van een medische indicatie of indien er kan worden aangetoond dat de te verlenen hulp een onmisbare schakel in het hulpverleningsproces is, wordt hierop een uitzondering gemaakt. Dit ter beoordeling aan de directeur van de school. Daarbij dienen goede afspraken gemaakt te worden over het beperken van het schoolverzuim dat hierdoor ontstaat. Dit betreft bijvoorbeeld afspraken over de frequentie en de tijdsduur van de hulp en de wijze waarop overleg met school plaatsvindt. .
66
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Sponsoring Sponsoring, in de vorm van schenkingen van geld, diensten of goederen, is een welkome bijdrage aan de mogelijkheden van de school, maar moet de school vrijwaren van elke verplichting tot tegenprestatie of beïnvloeding op welke manier dan ook. In februari 2009 is onder andere door de PO-raad het convenant ‘scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring’ ondertekend. INOS voelt zich aan dit convenant gebonden. Voor het convenant en toelichting zie: www.rijksoverheid.nl (zoek op ‘sponsoring in het primair onderwijs’). Relevante achtergrondinformatie: Er is pas sprake van sponsoring als er sprake is van een tegenprestatie door de school. Als er geen tegenprestatie is, is er sprake van een schenking. De vermelding van beeldmerken en (korte) reclameteksten op door de school gebruikte materialen, zijn geen sponsoring. Dit betreft bijvoorbeeld het logo van het computermerk op de Pc’s in de klas, of de reclameslogan van de schoolboekenproducent in het lesboek. Een klacht over de wijze waarop de school omgaat met reclame of sponsoring, kan volgens de klachtenregeling van INOS worden behandeld. Zie hiervoor elders in deze schoolgids. Snoepen en trakteren Het past in onze opvatting over gezonde voeding en een gezonde leefwijze dat wij het niet goed vinden dat kinderen op school snoepen. Toch zien wij wel eens kinderen die snoep op zak hebben. Bij verjaardagen zien wij liever blokjes kaas, fruit of ander gezond snoepgoed. Overdaad schaadt. Ook de leerkracht is blij met een dergelijke traktatie, dus cadeautjes en dergelijke zijn niet nodig. Als er dieetkinderen in de klas zitten, is het attent om daar ook aan te denken. Bij twijfel kunt u even de betrokken leerkracht of assistente bellen. Schooltijden, pauzes De school begint om 08.45 uur. De schooldag eindigt om 15.00 uur. Op woensdag is de eindtijd 12.30 uur. Iedere dag is er een ochtendpauze van 10.15 uur tot 10.30 uur. Voor deze pauze krijgen de kinderen melk, (sinaas)appelsap of iets anders te drinken (als uw kind deelneemt aan het verzorgingspakket). Een enkel sneetje brood mogen ze dan wel hebben, natuurlijk ook fruit. Wij vragen u echter geen stapels brood mee te geven, of krentenbollen, taartjes, snoep of koek, omdat die zaken de eetlust en de tanden bederven. De middagpauze is van 12.30 uur tot 13.15 uur. In de middagpauze krijgen de kinderen een broodmaaltijd (verzorgingspakket). Wij eten dan gezamenlijk in de aula. Na de maaltijd gaan de kinderen naar buiten om te spelen. De onderwijstijd Sinds 1 augustus 2006 geldt de flexibilisering van de onderwijstijden voor het primair onderwijs. De onderwijstijd over acht schooljaren blijft minimaal 7520 uur (is gemiddeld 940 uur per jaar). Scholen hebben meer keuzevrijheid bij de verdeling van het aantal onderwijsuren. Wij hebben het als volgt ingedeeld: groep A heeft 19 woensdagen lesvrij en maakt daarmee 879,75 uur. De andere groepen krijgen 951 uur les per jaar). De extra vrije dagen voor leerlingen vanwege studiedagen van medewerkers vindt u hieronder in het jaarboekje. Als we deze verdeling de komende jaren aan blijven houden, krijgt een leerling die acht jaar bij ons op school zit (en in groep A gezeten heeft) om en nabij 7540 uur les. Dit is boven het minimum. Wij werken met een onderwijsweek van 25,75 uren en een korte middagpauze. Dit is noodzakelijk voor het vervoer van de leerlingen. De vakantieregeling is conform het advies van de provincie en de afspraken binnen ons schoolbestuur INOS. De regeling vindt u terug in het jaarboekje.
67
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Jaarboekje 2014-2015 22 augustus 25 augustus 27 augustus 28 augustus 3 september 9, 10, 11 september 12 september 16 september 22 en 23 september 24 september 8 oktober 20 t/m 24 oktober 27 oktober 29 oktober 12 november 13 november 26 november 5 december 8, 9 en 10 december 10 december 22 december t/m 2 januari 7 januari 12 t/m 23 januari 21 januari 29 januari 30 januari Eind januari, begin februari 4 februari 6 februari 9 en 10 februari 13 februari 16 tot en met 20 februari 25 februari 11 maart 25 maart 2 april 3 april 6 april 8 april 22 april 24 april 27 april tot en met 8 mei 25 mei 14 en 15 mei 20 mei 3 juni 17 juni 1 juli 2 juli 3 juli 6 en 7 juli 8, 9 en 10 juli
Personeelsvergadering Eerste schooldag Groep A vrij Algemene ouderavond Vergadering MR; andere data nader in te vullen op maandagen Groep A vrij Introductiedagen hele school Studiedag team leerlingen vrij schoolfotograaf Plangesprekken met ouders Groep A vrij Studiedag team leerlingen vrij Herfstvakantie INOS-onderwijsdag, alle leerlingen vrij Groep A vrij Groep A vrij Informatieavond schoolverlaters voor ouders Groep A vrij Sinterklaasviering Schoolverlatersonderzoeken Groep A vrij Kerstvakantie Groep A vrij Toetsweken Groep A vrij Studiedag personeel: leerlingen vrij Studiedag personeel: leerlingen vrij Adviesgesprekken schoolverlaters Groep A vrij Rapporten Ouderavonden OPP Carnavalsviering Voorjaarsvakantie Groep A vrij Groep A vrij Groep A vrij paasviering Goede vrijdag Tweede paasdag Studiedag personeel: leerlingen vrij Groep A vrij Koningsspelen/sportdag Meivakantie Tweede Pinksterdag Centrale voorlichting VO Hemelvaart Groep A vrij Groep A vrij Teamdag OLS/Schalm: leerlingen vrij Groep A vrij Studiedag team / LOS-teamdag: leerlingen vrij Rapporten Ouderavonden Eindkamp schoolverlaters
68
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
8 juli 14 juli 15 juli 17 juli
Groep A vrij Afscheidsavond schoolverlaters met musical/bonte avond Groep A vrij leerlingoverdracht: leerlingen vrij
Vakantiedata 2015-2016
Soort vakantie
Regio
Vakantieperiode
Herfstvakantie
zuid
24 oktober t/m 1 november 2015
Kerstvakantie
heel Nederland
19 december 2015 t/m 3 januari 2016
Voorjaarsvakantie zuid
20 februari t/m 28 februari 2016
Meivakantie
heel Nederland
30 april t/m 8 mei 2016
Zomervakantie
zuid
23 juli t/m 4 september 2016
Let op: buiten deze dagen komen er ook nog dagen bij dat de leerlingen zijn vrij zijn i.v.m. studiedagen van het personeel.
Zie ook: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schoolvakanties
69
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
9. Procedure Schoolgids Het sectorteam ontwikkelt de grote lijnen van dit document. Het team levert teksten aan voor deelgebieden. De directie voert de redactie en presenteert de tekst aan de teamvergadering. Vervolgens bespreekt de teamvergadering de Schoolgids. De directie stelt de uiteindelijke tekst vast. In het document verwijzen wij regelmatig naar het Handboek van INOS, de Portal van de Openluchtschool onder INOS, de website en ons Handboek Openluchtschool. De directie biedt de Schoolgids ter instemming aan de Medezeggenschapsraad aan en ter vaststelling aan het College van Bestuur. Na vaststelling stuurt de school de Schoolgids aan de Inspectie voor het Onderwijs. Deze procedure moet voor 31 juli zijn afgerond. Ouders kunnen de schoolgids downloaden van Portal van de Openluchtschool https://portal.inos.nl/scholen/openluchtschool Indien ouders geen internet hebben, kunnen zij op verzoek een uitgeprint exemplaar krijgen. Van de onderdelen die jaarlijks veranderen (hoofdstuk 7), maakt de school een jaarboekje. Hiervan krijgen de ouders een uitgeprinte versie.
70
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Advies en Instemming Medezeggenschapsraad Openluchtschool De MR heeft de schoolgids besproken op 16 juni 2014. De oudergeleding heeft ingestemd met de versie die voorlag. De MR heeft een positief advies uitgesproken Ondertekening, Breda, 16 juni 2014
Mevr. A. Goos, voorzitter
Ad Huijsmans, secretaris
71
Schoolgids Openluchtschool juni 2014
Adres en telefoonnummers Openluchtschool Rijnauwenstraat 201 4834 LD Breda Brinnummer: Telefoon algemeen: Telefoon centraal blok:
16 SN 076-5600111 076-5600022
Portal: www.inos.nl klik op scholen en daarna onderaan de pagina op Openluchtschool Website direct op de portal: https://portal.inos.nl/scholen/openluchtschool e-mail:
[email protected]
Let op: Underscore tussen Openluchtschool en info
Bankrekening school:
116755628
72