Jaarverslag 2012 | 2013 Liduinaschool | Openluchtschool | Mytylschool de Schalm
3
4
5
Inhoud Voorwoord Ton Metselaar
6
Jaarverslag van de Liduinaschool SO en VSO
8
Aanvullingen VSO-afdeling
12
Jaarverslag van de Openluchtschool
14
Jaarverslag van de Schalm
18
Aanvullingen VSO-afdeling
22
Wat vinden ouders van het OPP?
24
Stages in het VSO
25
Belangrijke ketenpartners
27
ICT op de LOS scholen
29
Interview Floortje Michielsen
30
Kwaliteitszorg, interview Theo Lansu
32
Deskundigheidsbevordering binnen LOS
34
De leerlingraden van De Schalm en van de Liduinaschool
36
Flexinos
38
6
2012 2013
Er waren cupcakes met het LOS-logo op de presentaties van de werkgroepen die zich dit jaar met allerlei belangrijke zaken bezig hielden. Het afgelopen jaar stond in het teken van de samenwerking tussen de Liduinaschool, de Openluchtschool en de Schalm. Werkgroepen, bestaande uit collega’s van de verschillende scholen en het stafbureau van INOS, hebben voorstellen gedaan die voorgelegd worden aan directie en college van bestuur. Dan komt er een blauwdruk te voorschijn hoe de nieuwe organisatorische eenheid van de drie scholen voor speciaal onderwijs er uit komt te zien. Belangrijke vragen als: Welke doelgroepen zijn er straks? Wat doen we met onze jonge leerlingen? Welk leerlingvolgsysteem hanteren we? Harmoniseren we het personeelsbeleid? Hoe ziet het er logistiek uit? Komen er ‘parelklassen’? Komt er een arbeids- en trainingscentrum? Vragen die het afgelopen schooljaar aan ons voorbij gekomen zijn. De resultaten zijn voor een ieder terug te lezen in een fraaie brochure. Er is bovendien verslag gedaan op informatiebijeenkomsten voor personeel, bestuur, ouderraden en medezeggenschapsraden. Het komend schooljaar gaan we de resultaten uitwerken.
7
Jaarverslag LOS scholen Natuurlijk ging het onderwijs het afgelopen jaar gewoon door! Er is met name hard gewerkt aan de kwaliteitsverbetering van de drie scholen. Inmiddels hebben alle scholen een audit gehad met behulp van de ‘KwaliteitWijzer’. Een fors traject waarbij de scholen langs de meetlat zijn gelegd om te bekijken waar kwaliteitsverbetering de komende jaren wenselijk is. Wij gaan daar voortvarend mee aan de slag. Dat doen wij ook met de resultaten van het tevredenheidsonderzoek dat INOS laat uitvoeren op haar scholen. De resultaten voor onze scholen waren in het algemeen heel positief maar er blijven natuurlijk zaken die onze aandacht vragen. U merkt dat ons jaarverslag een wat zakelijker karakter krijgt. Dat is iets wat het ministerie ons oplegt, maar ook een eis die we ons zelf opleggen. Wij willen meer, dan we vroeger gewend waren, verantwoorden welke resultaten ons onderwijs oplevert. In het algemeen kun je stellen dat leerlingen het naar hun zin hebben op onze scholen maar dat de focus meer moet liggen op wat leerlingen nu precies leren. Nog nadrukkelijker aan het begin van het jaar afspreken: “dit ga jij dit jaar leren“ en aan het eind van het schooljaar kritisch kijken of dit gelukt is en hoe dit gelukt is. Om vervolgens, in overleg, de juiste pedagogische en didactische maatregelen te nemen om met die leerling de volgende stap te kunnen maken. Dat is volgens mij de essentie van wat onderwijs zou moeten zijn. Toch vind ik dat, ondanks die toegenomen zakelijkheid, er ook voldoende ruimte moet zijn om echt naar leerlingen te kijken en te luisteren. Daarom blijf ik het ook zelf leuk vinden om met leerlingen in gesprek te gaan (tijdens een leerlingenraad, schoolbezoeken of gewoon bij een kampvuur op schoolkamp). Het komend schooljaar staat in het teken van Passend Onderwijs, dat formeel op 1 augustus 2014 ingaat, maar waar wij volgend jaar de bouwstenen voor gaan leggen (je bent tenslotte metselaar of niet!). Veel leesplezier en uw op- en aanmerkingen met betrekking tot dit jaarverslag worden zeer op prijs gesteld.
Ton Metselaar Algemeen directeur speciaal onderwijs INOS.
8
9
Jaarverslag
Liduinaschool SO en VSO Algemene schoolgegevens De Liduinaschool verzorgt een hoogwaardig aanbod van onderwijs en dienstverlening in de regio Breda aan kinderen en jongvolwassenen met een verstandelijke beperking in de leeftijd van vier tot twintig jaar. Binnen de Liduinaschool is er zorg voor specifieke doelgroepen, zoals leerlingen met een beperkt ontwikkelingsniveau en leer lingen met bijkomende gedragsstoornissen. De school biedt ruimte aan verschillende godsdiensten en levensbeschouwelijke opvattingen die er in in onze samenleving bestaan. Zij heeft als doel de leerlingen voor te bereiden op een zo geïntegreerd en zelfstandig mogelijk bestaan op de gebieden van wonen en werken (betaalde en onbetaalde arbeid) en vrijetijdsbesteding. Zie voor verdere gegevens: www.liduinaschoolbreda.nl. SO uitstroom
Aantal leerlingen
Op 1 oktober 2012 bezochten 193 leerlingen de afdeling SO. Dit zijn minder leerlingen dan op 1 oktober 2011. De daling van het aantal leerlingen lijkt dit jaar niet door te zetten. Naar verwachting zal in het nieuwe schooljaar ongeveer hetzelfde aantal leerlingen de school bezoeken.
Schoolondersteuningsprofiel
Onze school heeft een school ondersteuningsprofiel opgesteld. Dit is een wettelijk voorschrift bij de invoering van passend onderwijs. Een school ondersteuningsprofiel biedt informatie over de kwaliteit van de basisondersteuning en over wat onze school verder aan ondersteuning biedt. Het legt vast waar de Liduinaschool voor staat.
Uitstroom SO
Afgelopen schooljaar (01-08-2012 tot 01-08-2013) stroomden 37 leerlingen uit. Zowel de afdeling SO als de afdeling VSO hebben het vertrouwen van de Inspectie van het Onderwijs. Er vindt in principe voor de periode van één jaar geen verder toezicht plaats. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs.
2010-2011
2011-2012 15,3% 18,6% 30,6% 18,5% 10,2% 3,4% 0,017 0,017
2 6 10 12 2 5
Totale leerlingen
59
5,4% 16,2% 27,0% 32,4% 5,4% 13,5%
Tevredenheidsonderzoek INOS doet eens in de twee jaar mee aan een landelijk tevredenheidsonderzoek. Naast alle medewerkers, vullen ook ouders vragenlijsten in. Na verwerking van de gegevens kregen wij de zogenaamde ‘Management letter’. Hierin staan de resultaten van het onderzoek voor Liduina SO uit oktober 2012 afgezet tegen het landelijke gemiddelde en tegen de resultaten van twee jaar terug. Op deze manier kunnen we goed vergelijken (benchmarken). Ook kregen wij suggesties ter verbetering. Hieronder ziet u de scores van de diverse personeelsgroeperingen en ouders. De grijswaarden geven het landelijk gemiddelde weer.
Het ondersteuningsprofiel bestaat uit de volgende onderdelen: • een korte typering van onze school • de kwaliteit van onze basisondersteuning. Dat is de ondersteuning waarop alle kinderen kunnen rekenen • de deskundigheid voor extra ondersteuning waarover onze school beschikt (binnen het eigen personeelsbestand en van buiten de school)
2012-2013
ODC belevingsgericht 2 4,3% 9 VSO C 10 21,3% 11 VSO B 13 19,1% 18 VSO A 12 25,5% 11 PRO 6 12,8% 6 SBO 3 6,4% PI School 2 4,3% 2 Onbekend 3 6,4% Overleden 1 Thuis 1
• de voorzieningen die wij als school hebben om leerlingen extra ondersteuning te bieden In de onderstaande kolom vindt u een overzicht van de gemiddelde score van de school per categorie. In de rechterkolom staat de score van alle scholen binnen het samenwerkingsverband waarvan we deel uitmaken.
Toezichtarrangement Inspectie van het onderwijs
Rapportcijfers kolom 1 = 2012
kolom 2 = 2010 kolom 3 = Landelijk gemiddelde
10 9
7,5
7,0
7,7
7,5
6,9
7,6
7,5
6,9
7,6
8,1
7,8
7,5
7,5
7,5
7,5
8 7
47
37
6 5 4 3 2 1 Management
OP
OOP
Ouders
Leerlingen
10
Interpretatie van de gegevens door het onderzoeksbureau: 1. Het lijkt er op dat als het gaat om de visie op onderwijs er sprake is van een duidelijke discrepantie tussen de visie van de sectordirectie SO en die van het overig personeel in deze afdeling. Hoewel er ook in het domein Cultuur een aantal opvallende scores kan worden geconstateerd lijkt het erop dat de verschillen van inzicht meer te doen hebben met onderwijs dan met vorming, meer met lesgeven dan met opvoeden. 2. Op dit moment voltrekt zich, als gevolg van allerlei stromingen en inzichten, een soort keerpunt: onderwijs wordt belangrijker, ook voor deze leerlingen. Opbrengstgericht werken, voorbereiden op vervolgonderwijs en/of een goede uitstroom, ‘minder pamperen, meer leren en eisen stellen aan leerlingen’. Voor veel onderwijsgevenden in het SO is dit een omslag. Hun hart ligt bij de kinderen en de nieuwe eisen worden vaak gepercipieerd als verkeerde of onterechte eisen die aan kinderen worden gesteld. Terwijl het eigenlijk gaat om eisen die aan de leerkrachten zelf worden gesteld, aan hun professionaliteit, aan hun focus en vaardigheden. 3. We hebben de indruk dat sectordirectie SO en team SO veel met elkaar te bespreken hebben. Misschien is dit al volop aan de gang. We hopen het. Want de cijfers hebben alles in zich voor een vermoeden van een fors verschil in visie én professioneel handelen. 4. We maken de cirkel rond en vestigen er nogmaals de aandacht op dat ouders gewoon erg tevreden zijn over de school. Zo er al intern verschil van inzicht is, hebben ouders hier kennelijk geen last van. En dat is een belangrijk gegeven.
11
Zoals genoemd onder 3. heeft het team in het afgelopen schooljaar veelvuldig met elkaar gesproken over de visie op het onderwijs en het professioneel handelen. Ontwikkelingen met betrekking tot het opbrengst gericht werken zijn volop in gang gezet. We hebben een schoolstandaard vastgesteld. Per leerjaar zijn de streefniveaus vastgesteld. Hierdoor wordt het onderwijsaanbod per leerjaar gekaderd. Ontwikkelingsperpectiefplan Op Liduina SO hebben alle nieuwe leerlingen een ontwikkelingsperspectiefplan. Inhoudelijk is er een kwaliteitsslag gemaakt. De belangrijkste wijzigingen liggen op het gebied van het scherp formuleren van de leer- en ondersteuningsbehoeftes, het formuleren van het beheersingsniveau bij aanvang van het schooljaar en het daarbij passende onderwijsaanbod, en het toevoegen van een tabel waarin het behaald eindniveau gevolgd wordt met betrekking tot de schoolstandaard. Aanvullingen VSO-afdeling Op de teldatum van 01.10.2012 stonden 445 leerlingen ingeschreven. In de loop van het jaar is dit aantal gewijzigd doordat er leerlingen zijn bijgekomen en leerlingen van school zijn gegaan. Op 10 juni stonden er nog 433 leerlingen ingeschreven. Hieronder de uitstroomgegevens van het VSO voor het schooljaar 2012-2013
VSO uitstroom
Totale leerlingen Reguliere arbeidsplaats Beschermde weerkomgeving Sociale werkvoorziening Dagbesteding MBO-opleiding Onbekend
2012-2013
42 3 4 4 21 7 3
7,1% 9,5% 9,5% 50,0% 16,8% 7,1%
12
13
Aanvullingen
VSO-afdeling Schoolondersteuningsprofiel VSO 1. Algemeen Gegevens school: Liduinaschool voor ZML, VSO, REC 3 Landheining 6, 4817 DM Breda Leerwegen sectoren: ZML met uitstroomperspectief A: arbeid/ SW/ jobcoach B: arbeidsmatige dagbesteding C: belevingsgerichte dagbesteding Bijzonderheden: Alle leerlingen hebben een verstandelijke beperking Groepsgrootte: min. 7 (MG) tot max. 13 De klassen zijn apart in die zin dat in één groep geïntegreerde klassen voornamelijk leerlingen zitten die dezelfde leerroute volgen. Daarnaast zijn er in leerroute B en C zogenaamde autigroepen welke zich kenmerken door extra verheldering, visualisatie en structuur voor leerlingen met een auti-problematiek. 2. Typering van de school Binnen de VSO-afdeling (13 tot 20 jaar) streven we ernaar de leerling een uitdagende leeromgeving te bieden waarin de potentiële mogelijkheden worden gemaakt. We richten ons daarbij op de domeinen: werken, wonen, vrijetijdsbesteding en burgerschap. We streven ernaar de leerlingen een volwaardige plaats te bieden in de samenleving. Het verkrijgen van een arbeidsplaats is daarbij een belangrijk thema. Leerlingen die de Liduinaschool verlaten dienen aansluitend een werkplek te vinden die past bij hun mogelijkheden. Van groot belang daarbij is een arbeidsgericht programma aan te bieden gebaseerd op realistische en haalbare doelstellingen. 3. Basisondersteuning • We gebruiken een samenhangend leerlingvolgsysteem (voldoende) • W ij passen handelingsplanning en ontwikkelingsperspectieven aan op basis van toetsgegevens (voldoende)
• Het orthopedagogische en didactische handelen komt overeen met de afspraken in de handelingsplanning en het ontwikkelingsperspectief (voldoende) • Er is een warme overdracht van onze school naar een volgende school of voorziening (goed) • Groeps-en individueel gerichte aanpak. • De didactiek kenmerkt zich door herhaling, visualisatie, praktisch gericht en is afgestemd op de onderwijsbehoefte van de leerling, welke afhankelijk is van de mate van verstandelijke beperking en evt. bijkomende problematiek. • De pedagogische aanpak kenmerkt zich door veiligheid, vaste leerkracht en is afgestemd op de behoefte van de leerling, welke afhankelijk is van de mate van verstandelijke beperking en evt. bijkomende problematiek. De leerlingen met een ASS krijgen een specifieke aanpak welke gestoeld is op TEACCH. • Ouders worden uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de leerlingbespreking of om hun vragen van tevoren aan te leveren. Verder vinden er 3 ouderavonden per jaar plaats. Ouders tekenen het handelingsplan voor akkoord. 4. Deskundigheid • A rbeidsdeskundige UWV (extern tevreden) • Stagebureau bestaande uit stageleerkrachten en praktijkbegeleiders Interne specialisten • Leerkracht Master SEN (Special Educational Needs) • Leraarondersteuner • Klassenassistent • Stagebegeleider • Logopedist • Ergotherapeut • Fysiotherapeut • RT (Remedial Teacher) • MRT (Motorische Remedial Teacher) • Schoolmaatschappelijk werkende • Orthopedagoog • Psycholoog • Sensorische Integratie
5. Aanbod aan onderwijs en ondersteuning De Liduinaschool kent drie leerroutes: A, B en C. Leerlingen van leerroute A en sommige leerlingen van leerroute B zijn alleen aanwezig bij de transitiebepreking waarbij hun toekomst na school besproken wordt (dit vindt plaats ongeveer 1 á 2 jaar voordat zij de school verlaten). De leerlingen van leerroute C zijn hier niet bij betrokken.
Leerroute A: 67 leerlingen IQ: - tussen 50/55 en 70 Vergelijkbaar uitstroom-CITO-niveau: - CITO M5 en hoger. Vergelijkbaar ontwikkelingsuitsroomniveau: - 7 tot 12 jaar Uitstroombestemming: - PRO/ROC/ (Arbeidsmatige dagbesteding) Arbeidsmarktgericht (vrije bedrijf of sociale werkvoorziening) Mate van beschutting is regulier en mate van ondersteuning is nabij/op afroep. • Omgeving is veilig en vertrouwd. • Professionele ondersteuning is op afroep en binnen korte tijd aanspreekbaar. • Hulp wordt geboden op vraag van leerling en indien nodig/of vindt plaats in groepen. • Wonen, werken en vrije tijd op een minder beschutte locatie.
Leerroute B: 141 leerlingen IQ: - tussen 35 en 50/55 Vergelijkbaar uitstroom-CITO-niveau: - CITO M4 Vergelijkbaar ontwikkelingsuitstroomniveau: - 5 tot 7 jaar. Uitstroombestemming: - arbeidsmatige en/of activerende dagbesteding op basis van een CIZ-indicatie Mate van beschutting semi-beschut en mate van ondersteuning is licht intensief.
• De omgeving is vaak een zorginstelling en in te richten op de ondersteuningsvraag van de leerling, voor wat betreft het woon/werk klimaat. • Omgeving is veilig, vertrouwd en beschut. • De leerling behoeft professionele ondersteuning in de directe omgeving. De begeleider is continu aanspreekbaar en aanwezig. • De ondersteuning vindt plaats in kleine groepen. Buiten de beschutte omgeving is direct toezicht nodig. • De leerling heeft aansturing in de planning en controle nodig.
Leerroute C: 67 leerlingen IQ: - < 35 Vergelijkbaar uitstroom-CITO-niveau: - nvt Vergelijkbaar ontwikkelingsuitstroomniveau: - < 5 jaar Uitstroombestemming: - Belevingsgerichte dagbesteding op basis van CIZ-indicatie. • Zeer beschutte omgeving • Voortdurend nabij toezicht en ondersteuning is noodzakelijk 6. Voorzieningen in de fysieke omgeving (aanvulling vanuit VSO-afdeling) Naast de inherent aan het ZML-onderwijs aanwezige therapieruimten (inclusief MGverzorgingsruimten), beschikt de VSO-afdeling van de Liduinaschool over de volgende praktijklokalen: • Technieklokaal • Boederijvoorziening (ca 9 kilometer van de school) • A rbeidstrainingslokaal • Grootkeuken en kleinkeuken) Thans wordt onderzocht (plan) of het opzetten van een arbeidstraining en simulatiecentrum haalbaar is. Dit gebeurt in samenwerking met De Schalm.
14
15
Jaarverslag
Openluchtschool Algemene schoolgegevens De Openluchtschool is een speciale school voor Langdurig Zieke Kinderen. Alle kinderen op de school hebben een indicatie vanwege hun chronische ziekte. De school maakte afgelopen schooljaar deel uit van het Regionaal Expertise Centrum (REC) Cluster 3. Komend schooljaar komt hier verandering in door de invoering van ‘Passend Onderwijs’. Zie voor verdere gegevens: www.olsbreda.nl Aantal leerlingen In mei 2013 bezochten 95 leerlingen de school. Dit jaar hadden we weer een groter aantal schoolverlaters dan nieuwe aanwas. Hierdoor krimpt het aantal leerlingen. Uitstroom naar vervolgonderwijs per schooltype Afgelopen schooljaar stroomden 14 leerlingen uit de eindgroepen door naar het VO. Enkele leerlingen kregen geen herindicatie of kregen een indicatie voor een ander cluster waardoor zij de school moesten verlaten. Hieronder een grafiek van de uitstroom over de laatste 10 jaar.
Toezichtarrangement Inspectie van het onderwijs De Openluchtschool heeft in november 2012 op basis van het nieuwe inspectiekader een basisarrangement gekregen. Dat betekent dat de inspectie geen risico’s zag voor de kwaliteit van het onderwijs. Wel heeft de inspectie een aantal domeinen genoemd waarop verbeteringen noodzakelijk zijn. Zie: www.onderwijsinspectie.nl
kunnen worden. Over roostervrije dagen, over het parkeren van de busjes, allerlei kleine en grotere dingen die mogelijk onnodige ergernis veroorzaken. Overigens, er is onder ouders ook veel waardering voor de inzet en prestaties van de school. Geen grote zaken dus voor deze school, maar details kunnen nog een verschil maken.
Tevredenheidsonderzoek Hieronder ziet u de scores van de diverse personeelsgroeperingen en ouders en leerlingen. De grijswaarden geven het landelijk gemiddelde weer. De Openluchtschool scoort over beide onderzoeksjaren op alle onderdelen hoger dan het landelijke gemiddelde.
Het ontwikkelingsperspectief
Interpretatie van de gegevens door het onderzoeksbureau:
Schoolondersteuningsprofiel Iedere school heeft een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Met dit profiel willen wij in beeld brengen welke (extra) ondersteuning wij onze leerlingen bieden. Ook geven wij aan welke stappen wij gaan zetten om de ondersteuning op onze school te verbeteren. Daarmee worden ook de mogelijkheden van ons onderwijs duidelijk. Het profiel is samengesteld samen met het personeel van onze school. Na advies van de MR is het profiel door ons schoolbestuur vastgesteld. Het schoolondersteuningsprofiel maakt onderdeel uit van ons schoolplan. De ouders van onze school worden over de mogelijkheden voor (extra) ondersteuning op onze school geïnformeerd in de schoolgids. Het profiel wordt in de toekomst verder ontwikkeld en getoetst.
Dit jaar schooljaar werkten wij voor het eerst met een Ontwikkelings Perspectief Plan (OPP). Dit plan is in de plaats gekomen van het handelingsplan en zoomt in op de onderwijsbehoeften van de leerling. Centraal staat de vraag: “wat heeft dit kind nodig om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen”? De leerkracht en de Commissie van Begeleiding (CvB), stellen dit plan op en het gaat uit van de bevorderende en belemmerende factoren van het kind. Het Ontwikkelings Perspectief Plan staat in ons leerling volgsysteem ParnasSys, samen met alle verslaglegging en vorderingen die het kind maakt. Van ouders kregen wij terug dat ze hun kind herkenden in het OPP. Vanaf het moment dat het kind 20 maanden (lees twee jaar) onderwijs heeft genoten, stellen we een uitstroomperspectief vast op basis van de capaciteiten en de vorderingen van de leerling. Dit is van belang om het kind in de juiste leerroute te plaatsen.
Allereerst een compliment voor het vasthouden van de hoge scores onder alle responsgroepen. Goed worden is één, goed blijven is moeilijk. We noemen het: succes borgen. En dat is u kennelijk en overtuigend gelukt. Kleine details daargelaten vallen vooral de mooie scores in de domeinen van het primaire proces op: Onderwijs en Leren, en Cultuur. Het vormt een prima basis en uitgangspunt voor een toekomst waarin steeds gesleuteld wordt aan bijzondere voorzieningen voor bijzondere leerlingen. Scores die laten zien waar wellicht nog enige verbetering mogelijk is zijn specifiek, schoonmaak en sanitair in de rubriek Huisvesting. Is daar gericht iets aan te doen? In de lijst met aanvullende opmerkingen lazen we soms opmerkingen van ouders die de vraag oproepen of daar iets aan gedaan zou
Rapportcijfers kolom 1 = 2012 10
9,0
8,5
7,7
7,9
8,1
7,6
kolom 2 = 2010 kolom 3 = Landelijk gemiddelde 8,2
8,5
7,5
8,4
8,5
7,5
8,5
8,4
7,9
9 8 7 6 5 4 3 2 1 Management
OP
OOP
Ouders
Leerlingen
16
17
Samen grenzeloos leren
18
19
Jaarverslag
de Schalm SO en VSO Algemene schoolgegevens De SO-afdeling van de Schalm is een speciale school voor leerlingen met een lichamelijke of meervoudige beperking tussen 4 en 12-13 jaar. Alle kinderen op de school hebben een indicatie vanwege hun motorische beperking. De school maakte afgelopen schooljaar deel uit van het Regionaal Expertise Centrum (REC) Cluster 3. Komend schooljaar komt hier verandering in door de invoering van ‘Passend Onderwijs’. Zie voor verdere gegevens: www.mytylschooldeschalm.nl
Aantal leerlingen In mei 2013 bezochten 88 leerlingen de school. De laatste jaren is het aantal leerlingen vrij stabiel gebleven.
Kengetallen 02 RK SO De Schalm datum mei-10 mei-11 mei-12 mei-13
aantal totaal 87 89 85 86
LG 50 51 53 55
MG 37 36 32 31
In de onderstaande grafiek staan de aantallen met het vso erbij.
Uitstroom naar vervolgonderwijs per schooltype
Afgelopen schooljaar stroomden 18 leerlingen uit de eindgroepen door naar het vervolgonderwijs. Per Uitstroom 1-8 totaal 2009 13 2010 3 2011 16 2012 16 2013 18
Uitstroom andere S(B)O school 1 0 1 1 6
Uitstroom Basisschool 2 0 0 0 0
Uitstroom Uitstroom VSO de Schalm regulier
Overleden
10 3 13 12 12
0 0 1 0 0
0 0 1 3 0
Uitstroombestemmingen van SO naar VSO de Schalm Per Totaal 1-8 2012 12 2013 12
Onderwijs: VMBO-TL en hoger 1 0
Uitstroombestemmingen overig Per Totaal 1-8 2012 5 2013 3
Scala VMBO-TL en hoger 1 0
Onderwijs: VMBO-BK/BB
Arbeid: Dagbesteding Praktijkstroom
2 4
7 2
2 6
Rotonde Praktijkschool VSO Liduina VMBO-BK/BB
REC 4 school
2 0
1
1 1
1 1
20
21
ondersteuning op onze school geïnformeerd in de schoolgids. Het profiel wordt in de toekomst verder ontwikkeld en getoetst.
Toezichtarrangement Inspectie van het onderwijs zie site inspectie
Tevredenheidsonderzoek
INOS doet eens in de twee jaar mee aan een landelijk tevredenheidsonderzoek. Naast alle medewerkers, vullen ook ouders en leerlingen vragenlijsten in. Na verwerking van de gegevens kregen wij de zogenaamde ‘Management letter’. Hierin staan de resultaten van het onderzoek uit oktober 2012 afgezet tegen het landelijke gemiddelde en tegen de resultaten van twee jaar terug. Op deze manier kunnen we goed vergelijken (benchmarken). Ook kregen wij suggesties ter verbetering.
De SO-afdeling van de Schalm heeft in april 2011 op basis van het inspectiekader een basisarrangement gekregen. Dat betekent dat de inspectie geen risico’s zag voor de kwaliteit van het onderwijs. Wel heeft de inspectie een aantal domeinen genoemd waarop verbeteringen noodzakelijk zijn. Zie ook de site van de inspectie: http://www. onderwijsinspectie.nl
Schoolondersteuningsprofiel
Interpretatie van de gegevens door het onderzoeksbureau: • Kenmerkend voor het SO is de grote gedrevenheid van het OP en OOP. Tegelijkertijd doet zich de beweging voor dat SO allereerst wordt opgevat als onderwijsinstellingen en dat alle zorg daaromheen bedoeld is om het onderwijs verder te brengen. U zult ongetwijfeld in uw school met deze wending in het beleid
Iedere school heeft een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Met dit profiel willen wij in beeld brengen welke (extra) ondersteuning wij onze leerlingen bieden. Ook geven wij aan welke stappen wij gaan zetten om de ondersteuning op onze school te verbeteren. Daarmee worden ook de mogelijkheden van ons onderwijs duidelijk. Het profiel is samengesteld samen met het personeel van onze school. Na advies van de MR is het profiel door ons schoolbestuur vastgesteld. Het schoolondersteuningsprofiel maakt onderdeel uit van ons schoolplan. De ouders van onze school worden over de mogelijkheden voor (extra)
Rapportcijfers kolom 1 = 2012 10
8,0
7,3
7,7
7,1
7,5
7,6
Hieronder ziet u de scores van de diverse personeelsgroeperingen en ouders en leerlingen. De grijswaarden geven het landelijk gemiddelde weer.
kolom 2 = 2010 kolom 3 = Landelijk gemiddelde 7,4
7,5
7,6
8,1
7,7
7,5
8,8
6,8
7,9
9 8 7 6 5 4 3 2 1 Management
OP
OOP
Ouders
Leerlingen
richting meer onderwijsopbrengsten bezig zijn. In de lijst met aanvullend opmerkingen is dit te herkennen. • SO is een sector met veel individuele leerlingen- aandacht. Dit veronderstelt veel gericht overleg. Het hoort erbij. Dit kost echter ook heel veel tijd. Efficiënt vergaderen en afstemmen met alle in- en externe partijen zal planmatig en profes- sioneel moeten gebeuren. • Zowel ouders als leerlingen zijn meer tevreden dan bij de vorige meting. Dit kan duiden op het feit dat de afdeling apart is gekomen van het VSO en als zelfstandige dependance werkt. Ouders geven aan de verkeersveiligheid niet voldoende te vinden rond de school.
Het ontwikkelingsperspectief
Dit schooljaar werkten wij voor het eerst met een Ontwikkelings Perspectief Plan (OPP). Dit plan is in de plaats gekomen van het handelingsplan en zoomt in op de onderwijsbehoeften van de leerling. Centraal staat de vraag: “wat heeft dit kind nodig om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen”? De Commissie van Begeleiding (CvB), stelt dit plan op in samenwerking met de leerkracht. Het gaat uit van de bevorderende en belemmerende factoren van het kind. Het Ontwikkelings Perspectief Plan staat in ons leerling volgsysteem ParnasSys, samen met alle verslaglegging en vorderingen die het kind maakt. Van ouders kregen wij terug dat ze hun kind herkenden in het OPP. We stellen een OPP op t/m de eerste vier leerjaren, dit is een voorlopig OPP. Vanaf het vijfde leerjaar stellen we een nieuw OPP op met een uitstroombestemming. Dit gebeurt op basis van de capaciteiten en de vorderingen van de leerling. Dit is van belang om het kind in de juiste leerroute te plaatsen.
22
23
Aanvullingen
VSO-afdeling Algemene schoolgegevens De Schalm biedt onderwijs, zorg en revalidatie aan leerlingen en jongeren met een lichamelijke of meervoudige beperking in de leeftijd van 12 tot 20 jaar (cluster 3). Ook wordt onderwijs geboden aan jongeren met een chronische ziekte en/of een somatische aandoening in de leeftijd van 12 tot 20 jaar (cluster 3). De Schalm is onderdeel van INOS, Stichting Katholiek Onderwijs Breda. De school beschikt over drie leerroutes: Het vervolgonderwijs: in de onderbouw bieden we onderwijs aan op het niveau van basis kader en de theoretische leerweg. Daarna proberen we, waar het kan, de leerlingen over te laten stappen naar het regulier onderwijs om daar hun bovenbouw af te maken en hun diploma te halen. Waar dat niet kan, bekijken we met alle betrokken wat het beste onderwijsaanbod is t.a.v. sw uitstroommogelijkheden. Arbeid: hier richten we ons onderwijsinhoudelijk sterk op de leerinhouden van het praktijkonderwijs. Hierdoor begeleidt het praktijkonderwijs haar leerlingen optimaal op weg naar zelfstandig werken, wonen, vrije tijd en lid zijn van de samenleving. Dagbesteding: deze afdeling richt zich op een aangepast onderwijsprogramma dat meer gericht is op themagericht onderwijs en praktisch, betekenisvol gericht onderwijs.
De leerlingen kunnen zich in hun eigen tempo, op hun eigen manier ontwikkelen in een veilige en uitdagende leeromgeving, en zoveel mogelijk in de richting van arbeidsmatige dagbesteding. Aantal leerlingen In mei 2013 bezochten 123 leerlingen de school. Dit jaar hadden we weer een groei van het aantal leerlingen, maar volgend schooljaar verwachten we krimp. Overzicht leerlingaantal 135 130 125 120 115 110 105
2008
2009
2010
2011
2012
Uitstroom naar vervolgonderwijs per schooltype Afgelopen schooljaar stroomden 28 leerlingen uit. Hieronder ziet u een grafiek van de uitstroom over de laatste vier jaar.
Toezichtarrangement Inspectie van het onderwijs De Schalm heeft in juni 2011 op basis van het oude inspectiekader een basisarrangement gekregen. Dat betekent dat de inspectie geen risico’s zag voor de kwaliteit van het onderwijs. Wel heeft de inspectie een aantal domeinen genoemd waarop verbeteringen noodzakelijk zijn. Zie ook de site van de inspectie: http://www.onderwijsinspectie.nl Schoolondersteuningsprofiel Binnen de wet op passend onderwijs is het straks verplicht dat iedere school in het bezit is van een schoolondersteuningsprofiel. Het formulier basisvoorziening geeft aan waar je als school minimaal aan moet voldoen. Met dit schoolondersteuningsprofiel willen wij in beeld brengen welke extra ondersteuning wij onze leerlingen bieden. Het schoolondersteuningsprofiel maakt onderdeel uit van ons schoolplan. Het formulier is dus nog in ontwikkeling en wordt uiteindelijk vastgesteld binnen het bestuursoverleg van het samenwerkingsverband VO. Tevredenheidsonderzoek Helaas zijn er wat dingen mis gegaan in het verwerken van de cijfers voor het VSO vandaar dat we hier geen grafiek kunnen laten zien van de scores per item.Leerlingtevredenheid uit de managementsletter
25
20 vervolgonderwijs 15
reguliere arbeid beschermde arbeid
10
dagbesteding onbekend
5
overig
0 2010
2011
2012
2013
Interpretatie van de gegevens door het onderzoeksbureau: • Het leeuwendeel van de vragen in het grote domein Onderwijs en Leren wordt door alle responsgroepen gescoord op of rond het landelijk gemiddelde. De ICT-voorzieningen en het leerlingvolgsysteem zijn zaken die nog aandacht vragen. • Met de rubrieken in het domein Cultuur zit het wel goed en valt het op dat ouders boven- gemiddeld evreden zijn over het aspect veiligheid. • De scores van OP en OOP op het vlak van huisvesting zijn aan de magere kant. • De scores in het domein Personeel geven niet echt veel aanleiding tot opmerkingen; hooguit
is de rubriek Arbobeleid te noemen, met name het ziekteverzuimbeleid waar OP en OOP minder tevreden over zijn. • Vanuit de leerlingen is aangegeven dat zij extra ruimtes willen om te kunnen pauzeren voor de leerlingen die het niet prettig vinden om zich in een grote groep te begeven, en zij zouden nog meer gedifferentieerd en zelfstandig willen werken. Het ontwikkelingsperspectief Dit schooljaar werkten wij voor het eerst met een Ontwikkelings Perspectief Plan (OPP). Dit plan is in de plaats gekomen van het handelingsplan en zoomt in op de onderwijsbehoeften van de leerling. Centraal staat de vraag: “wat heeft dit kind nodig om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen”? De leerkracht en de Commissie van Begeleiding (CvB), stellen dit plan op en het gaat uit van de bevorderende en belemmerende factoren van het kind. Het Ontwikkelings Perspectief Plan staat in ons leerling volgsysteem ParnasSys, samen met alle verslaglegging en vorderingen die het kind maakt. Van ouders kregen wij terug dat ze hun kind herkenden in het OPP. Vanaf het moment dat het kind 20 maanden (lees twee jaar) onderwijs heeft genoten, stellen we een uitstroomperspectief vast op basis van de capaciteiten en de vorderingen van de leerling. Dit is van belang om het kind in de juiste leerroute te plaatsen.
24
25
STAGES in het VSO
Ouder over
Onderwijs Perspectief Plan
Liduinaschool Binnen de Liduinaschool hanteren we een 3-tal typen stagemogelijkheden: 1. oriënterende stages onder direct toezicht van praktijkbegeleiders (individueel of groepsgewijs) 2. oriënterende stages zonder direct toezicht van praktijkbegeleiders (individueel) 3. uitstroomstages (individueel)
transitiefase • De CVB geeft een bindend advies over individuele stages. Uitvoering en begeleiding vinden plaats vanuit stagebureau • Klasgebonden groepsstages behoeven niet het advies van de CVB
We gaan ervan uit dat er binnen de drie leerroutes een traject van zes leerjaren is. Een gemiddelde leerling zal dus zes jaar binnen het VSO zitten. Voor een aantal leerlingen geldt nu nog dat er wellicht ook een zevende leerjaar aan wordt toegevoegd.
Praktijktraining
Naar de leeftijden van de leerlingen kan als vuistregel het volgende schema worden gehanteerd: • Oriëntatiefase (13 en 14 jaar) • Beroepsfase ( 15 en 16 jaar) • Transitiefase (17 jaar en ouder)
Wat vinden ouders van het OPP?
Sinds dit jaar ontvangen wij, als ouders, geen individueel handelingsplan meer maar een Onderwijs Perspectief Plan. In het OPP zijn voor een grote deel dezelfde gegevens opgenomen als in het handelingsplan. Er is voor ons echter één groot verschil: er wordt gekeken naar het te verwachten uitstroom niveau oftewel waar kan mijn dochter na de openluchtschool naar toe. Dit wordt woordelijk beschreven maar ook in tabellen weergegeven voor technisch lezen, spelling, begrijpend lezen en rekenen. Als ouders hebben wij de omzetting naar het OPP als positief ervaren. Het geeft voor ons een beter beeld over de ontwikkeling van onze dochter. Door de tabellen kun je direct zien of de ontwikkeling stagneert, daalt of een stijgende lijn doormaakt. Hierdoor kan er ook sneller gereageerd worden als dit niet overeenkomt met de verwachtingen. Voor een jonge leeftijd zal het te verwachten niveau van de middelbare school misschien nog niet zo relevant zijn maar naarmate ze ouder worden geeft het in ieder geval wel een beeld wat je kunt verwachten van je kind.
Wij ervaren dit in ieder geval wel zo. Ons lijkt het een goed idee dat het werken met een OPP ook in het regulier onderwijs tot de standaard gaat behoren. Daarmee komen voor zowel ouders als leerkrachten veel beter in beeld wat de mogelijkheden zijn voor een kind en worden problemen sneller en beter gesignaleerd.
Ilonka Godschalk (ouder van een leerling op de Openluchtschool)
Naar teamindeling hanteren we de volgende indeling: Team 5 (leerroute A en B binnen de oriëntatiefase – locatie Landheining) Team 6 (leerroute C binnen oriëntatie- , beroepsen transitiefase) Team 7 (leerroute B binnen beroeps- en transitiefase – locatie Wolvenring) Team 8 (leerroute A binnen beroeps- en transitie – locatie Wolvenring De volgende kanttekeningen moeten bij deze indeling worden gemaakt: • Op basis van bindend advies van de CVB kan voor de individuele leerling altijd een uitzondering gemaakt worden. • Vanuit het schema mogen duidelijk zijn dat het zwaartepunt van de stages met name ligt bij de leerlingen die worden opgeleid in de richting van loonvormende arbeid. • Ook is duidelijk dat rekening is gehouden met een beperkt stage-aanbod binnen de zorginstellingen. Het zwaartepunt ligt dan hier ook bij de leerlingen in de B-stroom in de
Mytylschool De Schalm LEERROUTE ARBEID
Oriënterende fase 1e + 2e leerjaar
De leerling krijgt met de uitgaven van Praktijk en Loopbaan van de methode Promotie een brede oriëntatie op werken. De beroepssectoren waar de leerling kennis mee maakt zijn: Dienstverlening, Zorg en Welzijn en Techniek. Daarnaast werken ze met ZEDEMO (Zesdeelnemers-mobile), een trainingssysteem waarbij vaardigheden aangeleerd worden die nodig zijn op de arbeidsmarkt
Sectorgerichte fase 4e leerjaar
Leerwerkplek: • 1 dag per week • leerling kiest een leerwerkplek (horeca, groen/ dieren, ICT, administratie, productie en catering) zowel intern als extern. • 3 periodes • met begeleiding vanuit school, onder verantwoording van mentor • excursies
Transitie fase 5e leerjaar • 1 dag catering
LEERROUTE ARBEIDSMATIGE DAGBESTEDING
Praktijktraining Oriënterende fase • 2 dagdelen per week • 6 praktijkvakken (techniek, schoonmaak, administratie, catering, productie, ICT.) • theorie en praktijk aan elkaar gekoppeld • onder verantwoording van mentor • begeleiding van assistente • excursies
26
27
Belangrijke ketenpartners Ketenpartners zijn instellingen waarmee de scholen voor Speciaal Onderwijs contact hebben. Zij leveren veelal diensten aan de scholen zoals ondersteuning op pedagogisch, didactisch en sociaal-emotioneel gebied, maar ook op het gebied van therapieën en arbeidstoeleiding. Sectorgerichte fase • 2 dagen per week LWP • met begeleiding vanuit school, onder verantwoording van mentor • 1 dag catering • excursies Transitie fase • 1 dag catering
Leerroute Vervolgonderwijs
In het 2e en 3e jaar van Beroeps/Kader leerweg en Theoretische Leerweg doet de leerling mee aan Breda on stages. De leerling volgt een traject met als doel één dag stage lopen. In dit traject komen verschillende onderdelen aan bod: • visitekaartjes maken • afspraken plannen • speed date • netwerktraining • beroepenmarkt • sollicitatietraining • onderzoek naar bedrijven De leerling is zelf verantwoordelijk voor de hele gang van zaken, maar wordt hierin wel begeleid door de mentor. In het 4 e en 5e jaar TL, worden er individuele snuffelstages gelopen om zich te oriënteren richting uitstroom; vervolgonderwijs, arbeid of dagbesteding. De nadruk ligt op de sectoren economie en zorg en welzijn. De leerling kan ook gebruik maken van de bestaande leerwerkplekken van de school.De resultaten en vorderingen worden besproken, bijgehouden en vastgelegd middels competentielijsten vanuit Heft in eigen handen en coachingsgesprekken.
Enkele belangrijke ketenpartners zijn: 1. Leerplichtambtenaar 2. Vervoersambtenaar 3. Arbeidsdeskundige 4. Jeugdzorg/AMK (Algemeen Meldpunt Kindermishandeling) 5. MEE 6. ROC (Regionaal Opleiding Centrum) 7. De Schalm 8. REC4 (Regionaal Expertise Centrum) 9. ODC/dagbesteding (Orthopedagogisch Dag Centrum) 10. SW (Sociale Werkvoorziening)
11. Kenniskringen 12. ZAT (Zorg Advies Team) 13. Politie 14. Juzt (Jeugdzorg aanbieder) 15. Revant (Revalidatie centrum) 16. Centrum Consultatie en Expertise 17. De steunpunten Autisme en Epilepsie 18. Leerplicht 19. Onderwijsinspectie 20. Zorgaanbieders: Amarant, Idris (iedereen is)-Amarant, Prisma, SOVAK (dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking) 21. Ambulante Begeleiding Visio (expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen) 22. De Hondsberg 23. Centrum voor neurologische leer- en ontwikkelingsstoornissen (Kempenhaeghe)
28
29
ICT op de LOS scholen Inzet van ICT op de drie scholen
Het afgelopen schooljaar hebben de ontwikkelingen op ict-gebied niet stilgestaan op de Liduinaschool. Onderstaande punten stonden in het beleidsplan voor het schooljaar 2012-2013: • Educatieve software goed en duidelijk in kaart brengen. Hier is, i.s.m. de sectie IB (Interne Begeleiding), een start mee gemaakt en krijgt het komend schooljaar een vervolg. • Verdere scholing Active Inspire (digiborden). Afgelopen schooljaar hebben wederom diverse collega’s hun certificaat ontvangen voor de cursus ‘Digiborden beginners en/of gevorderden’ • Aanschaffen en inrichten van nieuwe servers of één server. Vanwege de ontwikkelingen op INOS-niveau zullen de afzonderlijke locaties ingericht worden met ‘aangepaste werkstations’ • Vervanging van afgeschreven werkstations Afgelopen schooljaar zijn er ca. 30 werkstations vervangen n.a.v. de bestaande afschrijvings- staten • Aanschaffen digiborden en/of LCD schermen Is afgerond mede door de vervanging zoals INOS heeft voorgesteld. Naast bovenstaande ontwikkelingen is ook het programma SafeSchool uitgebreid met een module Formulieren; hierdoor kunnen ouders/ verzorgers zich digitaal aanmelden voor diverse activiteiten. Op De Schalm is het aantal pc’s fors toegenomen. Binnen de Schalm staan momenteel zo’n 200 pc’s/ netbooks. Alle klassen hebben de beschikking over één tot vijf pc’s en/of netbooks, die allemaal aan het Windowsschoolnetwerk (bedraad en draadloos) gekoppeld zijn, welk nu nog in eigen beheer is. Daarnaast hebben alle klassen de beschikking over hetzij digiborden of touchborden. Het bedieningsgemak voor leerlingen met bijvoorbeeld een handfunctiebeperking is sterk verbeterd. Moest zo’n leerling zittend in een rolstoel 12 jaar geleden nog gebruik maken van een ‘vaste’ computer middels een aangepast toetsenbord of cursorbesturing; nu kan er ‘gewoon’ een soort tablet met een volwaardig besturingssysteem zoals Windows middels een steun aan de rolstoel
bevestigd worden en kan deze leerling zonder problemen draadloos toegang hebben tot de digitale wereld zoals internet, mail, social media. De technologische ontwikkelingen op ict-vlak gaan zó hard dat we nu al niet weten hoe we over vijf jaar leven. Social media, cloud computing , smartphones, tablets , internet et cetera hebben zich slechts in een paar jaren ontwikkeld, worden massaal en wereldwijd toegepast en hebben enorme veranderingen teweeg gebracht. Daardoor ontstaan er steeds nieuwe mogelijkheden en uitdagingen voor het onderwijs. Zo wordt momenteel als proef in een aantal klassen van de afdeling SO een iPad als extra leermiddel gebruikt en nemen een paar groepen van het VSO middels internet deel aan een project van de Cliniclowns. Om met de doelstelling van het huidige INOSICT-bestemmingsplan te spreken: ICT is in onze scholen net zo vanzelfsprekend als daarbuiten: GRENZELOOS LEREN! In tegenstelling tot de Liduinaschool en De Schalm, werkt de Openluchtschool wel met SKOOL. De school heeft 36 netwerkstations in Skool. Waarvan er 32 inzetbaar zijn voor leerlingen. De laatste twee jaar heeft de Openluchtschool veel geïnvesteerd in hardware en software. Dit jaar zijn we overgegaan naar Windows 7 servereditie. Wij zijn heel tevreden over Skool en de mogelijkheden die dit biedt voor kinderen. Afgelopen schooljaar gebruikten we het spraaksoftware programma L2S intensief. Dit programma heeft de mogelijkheden van Kurzweil, maar is gebruiksvriendelijker en veel goedkoper. Naast de netwerkstations hebben we ook nog enkele laptops die onafhankelijk van Skool werken. Komend schooljaar zal voor een groot gedeelte in het teken staan van de ontwikkelingen zoals INOS deze heeft voorgesteld in het ICT-bestemmingsplan.
30
31
Interview
Floortje Michielsen ’Samen plezier beleven aan muziek maken.’
Wat zijn je taken binnen de Schalm momenteel?
Twee dagen in de week ben ik werkzaam als groepsleerkracht. Ik geef les aan groep oranje, een LG-middenbouwgroep. De andere dagen van de week ben ik vakdocent muziek. Op het SO geef ik alle klassen een keer per week muziekles. Op het VSO geef ik muziekles aan de leerlingen uit de Dagbesteding en de onderbouw van het VMBOBK/T. De leerlingen uit de Arbeid kunnen muziek kiezen als keuze workshop. Daarnaast heb ik ook een leerlingbandje, geef ik samen met de vakdocent gym lessen Bewegen op Muziek en ben ik dit schooljaar samen met onze logopediste blaastherapie aan het opstarten voor leerlingen met een spierziekte.
Je hebt dit jaar voor het 50-jarig jubileum een musical mede voorbereid, kun je iets vertellen over hoe dit in z’n werk is gegaan?
Die musical was echt een geweldige kers op de taart!!! Elke modulewoensdag zijn we met de leerlingen aan de slag gegaan om alles voor te bereiden. Het ontwerpen en maken van het decor, de rekwisieten en de kleding, het maken van het programmaboekje, het instuderen van de liedjes met de band en het koor en uiteraard de vele drama-repetities. Dinsdag, 2 oktober 2012, DE dag!! De spanning was om te snijden, iedereen was er helemaal vol van, maar had er ook super veel
zin in. De zaal stroomde vol en achter het gordijn moest iedereen rustig blijven. Het doek ging open, de schijnwerpers aan, de show kon beginnen!!! Opperste concentratie bij iedereen. Ongelofelijk bijzonder wat deze leerlingen met elkaar bereikt hebben. Zowel op het podium als daarachter. Ik heb echt ontzettend genoten en was tot tranen toe geroerd. Ontroerd door de kinderen, maar zeker ook door het enthousiasme in de zaal. Om ons heen werd alles door onze betrokken collega’s geregeld. De volgspots, de verzorging van de leerlingen, de garderobe, de frietkar, de kaartcontrole, de bloemen, de decorwissel, de workshops met de leerlingen die nog op de brabantlaan waren, de volloop van de zaal, hulp bij het souffleren, hulp bij het schminken, hulp bij het omkleden van de leerlingen, hulp achter de coulissen en alle voorbereidingen in de modules. Ik kijk hier met trots op terug en zal het nooit vergeten!
Je doet een Master Sen studie, wat is het onderwerp van je onderzoek en kun je er wat over vertellen?
Mijn onderzoek gaat over het opstarten en geven van blaastherapie aan kinderen met een (progressieve) spierziekte op de Schalm. Mijn onderzoeksvraag luidt: “Met welke middelen en competenties kan ik als muziekdocent het plezier in de ademhalingstherapie aan leerlingen met een (progressieve) spierziekte op mytylschool de Schalm vergroten?”
Het is bekend dat de ademhalingsspieren bij kinderen met een progressieve spieraandoening (zoals Duchenne) minder sterk zijn dan die van andere kinderen. De longen zijn hierdoor niet meer voldoende in staat koolzuur uit te scheiden om het lichaam van voldoende zuurstof te voorzien. Zingen, bespelen van blaasinstrumenten en speciale oefeningen onder begeleiding van een therapeut kunnen bijdragen aan het zo goed mogelijk in conditie houden van de longen en de ademhalingsspieren. Op verschillende revalidatiecentra in Nederland wordt ademhalingstherapie door middel van het maken van muziek al toegepast. Uit periodieke vergelijkingen blijkt dat bij het gros van hun kinderen de longinhoud is vergroot. Ze zijn daarom minder vatbaar voor infecties. Ik wil gaan bekijken of ik een lesprogramma kan opstellen aan de hand van mijn bevindingen tijdens het onderzoek. Twee instrumenten hebben we al aangeschaft: een zogenaamde ‘magic flute’ en een elektrische saxofoon. Op beide “fluiten” kun je de meest geweldige muziek maken en de klank van oneindig veel muziekinstrumenten ten gehore brengen door middel van de bijbehorende technische bedieningen en computerprogramma’s.
met ze opbouwt. Juist omdat ik met kleine klassen mag werken kan ik alle leerlingen veel aandacht geven en tijdens mijn muzieklessen kan ik iedereen op een instrument laten spelen. Als ik weer iets nieuws gevonden of bedacht heb waardoor een lichamelijk ernstig beperkt kind zelf op een instrument kan spelen, straal ik net zo hard als dat kind zelf.
Hoe zie jij je toekomst binnen de LOS organisatie?
Ik hoop dat ik als muziekdocent werkzaam kan blijven en de combinatie met het VSO voor mij mogelijk blijft. De samensmelting van de verschillende scholen zie ik als nieuwe uitdagingen waar ik leergierig en open in sta.
Wat maakt je werk aantrekkelijk?
Ik doe mijn werk met ontzettend veel plezier. Ik geniet van de kinderen, van de stappen die ze zetten zowel op cognitief als sociaal gebied. Het vertrouwen dat je van ze krijgt en de band die je
Floortje Michielsen, Groepsleerkracht muziek
32
33
Interview
Theo Lansu, auditor Kwaliteitszorg
De zorg voor goede kwaliteit van onderwijs en zorg is een belangrijke maatschappelijke opdracht. Ook INOS hecht hier veel waarde aan. Bovenschools is er al veel geregeld op het gebied van controles over financiën, verzuim, Bedrijfs Hulp Verlening (BHV), personeelsbeleid en mobiliteit. Sinds anderhalf jaar doen alle INOS-scholen mee aan ‘KwaliteitWijzer’. Dit is een project dat de kwaliteit van het primaire proces moet verbeteren. Door middel van audits op de scholen (het observeren van leerkrachtgedrag en het controleren van opbrengsten) door een auditteam onder leiding van een deskundige, krijgen we de kwaliteit van het primaire proces in beeld. Dit jaar hebben de drie SO-scholen een audit gehad, die op alle scholen verbeterpunten opleverde. Deze verbeterpunten dienen als uitgangspunt voor het nieuwe jaarplan en worden het jaar daarop weer aan een audit onderworpen. Na de winter en een nat en koud voorjaar is het vaak noodzakelijk om uw huis te inspecteren op kleine of grote gebreken. Is de dakgoot vrij van bladeren, zitten de kozijnen nog goed in de verf en is het hang- en sluitwerk zoals het hoort? Het is voor u vanzelfsprekend om op deze wijze het onderhoud van uw huis op orde te houden. Natuurlijk is dat ook van belang voor een school, maar naast het gebouw is het ook belangrijk dat we weten of de kwaliteit van het lesgeven op orde is. In het schooljaar 2011-2012 kreeg ik het verzoek van INOS om de scholen te ondersteunen bij het in kaart brengen van de kwaliteit van het eigen onderwijs. Daarvoor is de KwaliteitWijzer ontwikkeld, inmiddels een begrip dat geleidelijk aan op alle INOS-scholen gemeengoed wordt. Ook de LOS-scholen hebben daar dit schooljaar kennis mee gemaakt.
Hoe werkt dat?
De Projectgroep Kwaliteit, met leraren vanuit de verschillende scholen, hebben een observatieinstrument ontwikkeld dat gebruikt kan worden tijdens de lesbezoeken in de klas. Waar letten we dan zoal op om te achterhalen of er goed les wordt gegeven? We kijken naar de sfeer in de
groep, of er efficiënt met de onderwijstijd wordt omgegaan en de manier waarop de leraar zijn/ haar activiteiten organiseert in de klas? Is er een duidelijke uitleg voor de leerlingen en wordt er ingespeeld op de verschillen tussen de leerlingen? Mogen leerlingen samenwerken en kunnen ze zelfstandig werken? Om dit instrument op een objectieve manier te gebruiken, zijn leraren van het Projectteam getraind. Daarnaast kijken we naar de lesvoorbereidingen en de groepsadministratie. Als we alle leraren van de school hebben geobserveerd, hebben we nog een gesprek met de intern begeleiders, het team en de directie.
‘Is het onderhoud van uw huis op orde?’ Wat levert dat op?
Op basis van bronnenonderzoek, lesobservaties en de gesprekken maken we een schoolrapportage. Hierin worden conclusies getrokken over de kwaliteit van het dagelijks lesgeven en worden er aanbevelingen gegeven ter verbetering. In alle LOS – scholen zien we bijvoorbeeld dat er sprake is van een positief en stimulerend pedagogisch klimaat, waar leerlingen hun tijd effectief benutten en leraren bedreven zijn in het klassenmanagement. Leerlingen zijn actief betrokken bij de lessen en laten zien dat ze zelfstandig kunnen werken. Natuurlijk is er ook wel wat te verbeteren, te denken valt aan de kwaliteit van de instructie (doelen stellen en controleren of ze gehaald worden), het nog beter inspelen op de verschillen tussen leerlingen en het afnemen en verwerken van toetsen. Die aanbevelingen verschillen natuurlijk van school tot school.
Hoe dan verder?
De managementteams van elke school maken – op basis van de schoolrapportage – een Verbeterplan, waarin planmatig en systematisch wordt beschreven wat er aangepakt moet worden, hoe ze dat gaan realiseren en binnen welke termijn dat gaat lukken. Je zou dat het ‘onderhoudsplan’ kunnen noemen. Twee keer per jaar ga ik langs bij de managementteams om te horen en te zien hoe het gaat met de voortgang van het onderhoudsplan: Waar lopen ze tegen aan? Wat gaat er goed? En hoe ga je ervoor zorgen dat je dat ook vast kunt houden? Welke problemen zijn er nog en hoe wil je die oplossen? In de meeste gevallen gaan de scholen zelf het observatie–instrument gebruiken om kritisch te kijken of de verbeterpunten ook daadwerkelijk gerealiseerd zijn. En daarmee zijn ze zover dat ze dan zelf de kwaliteit van het eigen onderwijs onderzoeken.
En de inspectie dan!
Natuurlijk, die blijft ook meekijken naar de kwaliteit van het lesgeven aan uw kind, maar die doet dat meestal maar een keer in de vier jaar. Dankzij de inzet van de leraren, de leidinggevenden en de leden van de Projectgroep ‘KwaliteitWijzer’ werken scholen van INOS jaarlijks aan het op orde houden van de kwaliteit van het lesgeven. Straks is het werken met een ‘onderhoudsplan’ voor de school net zo vanzelfsprekend als voor u het werken aan het onderhoudsplan van uw huis.
Theo Lansu (senior adviseur BMC)
34
35
Deskundigheids-bevordering binnen LOS scholen De LOS-scholen zijn organisaties waarbinnen leerlingen en medewerkers optimaal tot ontplooiing moeten kunnen komen en waar ontwikkeling en vernieuwing centraal staan. De omgeving waarin een school functioneert, is voortdurend in ontwikkeling. Om hier goed op te kunnen aansluiten is er gedurende het schooljaar een aantal collectieve studiedagen gepland, naast alle individuele scholing die medewerkers volgen.
De Liduinaschool
De Openluchtschool
De Schalm
zette in op de volgende onderdelen:
zette in op de volgende onderdelen:
zette in op de volgende onderdelen:
> Organisatieontwikkeling Vakwijzer voor de doorgaande lijn, Scholing in stimulerende en belemmerende factoren en definiëren van de onderwijsbehoeften voor het opstellen van het OPP (Onderwijs Perspectief Plan), ZIEN! scoren in het LVS (Leerling Volg Systeem) ParnasSys > Verplichte basiskennis Scholing epilepsie: de deelnemers hebben handvatten aangereikt gekregen om duiding te kunnen gaan geven aan de signalen en risicofactoren om te komen tot het vaststellen van het onderwijstoekomstperspectief c.q. OPP bij een leerling met epilepsie > Teamontwikkeling/expertise Mentoren cursus op de Pabo, Functionaliteiten van ParnasSys leren kennen en toepassen: instroomprofielen, OPP’s, sublesgroepen, doelen afvinken, koppeling met leerlijnen, groepsplannen samenstellen, toetsresultaten inbrengen, analyseren en hulpplannen maken, journaals en notitievelden gebruiken > Individuele trajecten Opleiding stagecoach > ‘Wettelijk’ verplichte scholing BHV: negen personeelsleden hebben het certificaat behaald Master SEN: In de afgelopen vijf jaar hebben vijf collega’s het diploma behaald.
> Organisatieontwikkeling o.a. leerlijnen, taalleesverbetertraject SO, Scholingsplan ParnasSys, workshops voor leerkrachten en onderwijsassistenten: autisme, CP (Cerebrale Parese), DCD (Developmental Coordination Disorder) en Spina Bifida > Teamontwikkeling/expertise O.a. Communicatie NLP (Neurolinguïstisch programmeren), Hét Congres VSO, Leerlijn handicap verwerking SO, Coaching docenten VSO > Individuele trajecten O.a. Master SEN, opleiding MLE, Dyslexie, management assistent, LECSO 2-daagse directie, Jaarcongres NLF (Nederlandse Logopedie Federatie) en Prompt (logo), Met sprongen vooruit; rekeninzicht, Mater Leren en innoveren, Photoshop, AD(H)D coach (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) > ‘Wettelijk’ verplichte scholing Bijv. BHV, protocol tillen, voorbehouden handeling leerkrachten en onderwijsassistenten, veiligheid/ klachtenregeling en BIG (Beroepen in de Gezondheidszorg) registratie verpleegkundigen. In de afgelopen vijf jaar hebben 8 collega’s een Master SEN opleiding behaald, dit jaar is de verwachting dat er 3 collega’s bij komen.
> Organisatieontwikkeling O.a. leerlijnen en teamontwikkeling, opbrengstgericht werken > Verplichte basiskennis O.a. NMG (Nederlands met Gebaren), DDG (omgaan met dreigend en destructief gedrag), autisme > Teamontwikkeling/expertise O.a. digibord, klassenconsultatie, workshops door afgestudeerden Master SEN, hechtingsstoornissen > Individuele trajecten O.a. Master SEN (Special Educational Needs), opleiding stagecoach, opleiding MLE (Master Leadership in Education), autisme, SI (sensorische integratie) > ‘Wettelijk’ verplichte scholing Bijv. BHV (Bedrijfs Hulp Verlening) en protocol meldcode huiselijk geweld. In de afgelopen 5 jaar hebben 19 collega’s hun diploma Master SEN behaald. Dit schooljaar komen er naar verwachting nog 8 leerkrachten bij.
Collega’s zeggen het volgende over de Master SENopleiding: Wij zijn de opleiding gaan volgen enerzijds wegens professionele ontwikkeling en het vergroten van onze deskundigheid. Anderzijds werd het door INOS als belangrijk criterium in het sociaal plan genoemd. Ook waren diverse collega’s al in bezit van het diploma Speciaal Onderwijs van voor 1992, maar dit werd gezien als verouderd. Het is dus ook een update van je kennis. De opleiding geeft voldoening omdat je meer bewust bent van je professioneel handelen. Nieuwe inzichten en theorieën over onderwijs geven inspiratie voor nieuwe input in het te geven onderwijs. Door het volgen van de verschillende onderwijseenheden gebruiken we theoretische- en praktische informatie in de praktijksituatie waar de leerlingen profijt van hebben.
36
37
Interview
De leerlingenraden Van de Schalm en van de Liduinaschool
Laura van Hassel met de leerlingenraad De Schalm VSO Het VSO heeft een leerlingenraad, die bestaat uit vier leden. Zij vergaderen 6-wekelijks met de sectordirecteur. De leerlingen worden gekozen voor een peri de van twee schooljaren. Ze geven adviezen en wensen door vanuit hun achterban. De leerlingenraad is ook een verlengstuk van de MR, zodat ook de mening van leerlingen in het VSO worden gehoord. Bij dit interview zijn Thieu de Laat, Maarten de Rooij en Demi Osenga aanwezig, helaas was Sven van Beek ziek. Maarten zit het langst in de leerlingenraad. Dit jaar is de leerlingenraad actiever dan vorig jaar. Ter voorbereiding van de vergadering is er overleg met juffrouw Debbie. Er is wisselend een voorzitter. De leden van de leerlingenraad maken om de beurt de notulen. Juffrouw Debbie begeleidt hen hierbij indien nodig. Maarten maakt notulen met kleuren, dat was heel duidelijk. Demi vindt het moeilijk om uit de notulen de actiepunten te halen. Thieu maakt de notulen op zijn laptop als hij aan de beurt is, dan is hij er gelijk klaar mee.
Er is afgesproken dat er niet teveel zaken bij één persoon worden weggelegd. De punten die dit schooljaar zijn besproken: • inrichting en versiering van de aula • pestprotocol • informatiebord van de leerlingenraad • eigen postvak • extra pauzeruimte voor leerlingen, vanwege de drukte vooral met slecht weer in de aula • nieuwjaarsreceptie voor leerlingen organiseren • carnavalsviering • K ar-avonden, dit zijn schoolfeesten voor het VSO Laura bespreekt de punten uit de vergaderingen in de MR. • Doelen voor het nieuwe schooljaar zijn: • Rustige ruimte tijdens pauzes • Postvak voor de leerlingenraad • Werken naar een vergadering zonder juffrouw Debbie of Laura erbij. • Elkaar feedback geven tijdens de vergadering. • Leerlingen die minder goed alles kunnen volgen aan elkaar koppelen. • Leerlingenraad uitbreiden van 4 naar 6 leden.
Kees Ilmer
met de leerlingenraad Liduinaschool De leerlingenraad bestaat uit 15 leerlingen: Naomi de Jong, Bob Kimenai, Rodrico Mol, Ibrahim Benli, Toby van Tilborg, Jeffrey Versluis, Robert van Vuuren, Seda Alp, Wouter de Laat, Thijs Vermeulen, Rowena Luijken, Melanie Konings, Melvin Jansen, Denise Euser, Lot Willems. De juffen Carla de Weerdt, Debby Franken en Simone Heins zijn bij de leerlingenraad betrokken als begeleiders. Juf Simone is de motor geweest in de oprichting van de leerlingenraad op de Liduinaschool. Na een bezoek op een andere school is zij op het idee gekomen om een leerlingenraad op te richten. Vandaag schuift Kees Ilmer, sectordirecteur VSO, aan bij de laatste vergadering van het schooljaar. Na het openen van de vergadering door Rowena, zij is vandaag de voorzitter, en het volgen van het eerste gedeelte van de vergadering vraagt Kees of hij de leerlingenraad vragen mag stellen voor een stukje in het LOS jaarverslag. De eerste vraag gaat over wat zij ervoor gedaan hebben om gekozen te worden in de leerlingenraad.
Thijs blijkt met de meeste stemmen te zijn gerkozen, Hij heeft bij zijn kandidaatstelling aangegeven te willen gaan voor een game uurtje in het lesrooster, meer pauze, een rusthoekje en vooral lessen die hij leuk vindt. Robert heeft tijdens de verkiezing de volgende plannen kenbaar gemaakt: meer computers in de school en een voetbalveld e.d. Denise had als motto: minder pesten op school of eigenlijk helemaal geen pesten! Verder wil ze graag dat er schoolfeesten georganiseerd gaan worden. Ze wil gewoon dat het schooljaar leuker wordt. Behandelde onderwerpen dit jaar zijn o.a. • klassenfeest organiseren • afspraken over hoe om te gaan met kluisjes, het verzetten van de datum van de diploma- uitreiking naar de laatste dag van het schooljaar op verzoek van de leerlingen van de Wolvenring • Kerstmarkt, goede doelen, sportdag. • Het rookbeleid voor leerlingen is naar tevredenheid geregeld door de leerlingenraad. Toby geeft aan dat de leerlingen uit de leerlingenraad de juf en de klas op de hoogte brengen van wat er besproken is. In het nieuwe schooljaar worden er weer verkiezingen gehouden, leerlingen mogen één jaar in de leerlingenraad zitten.
38
39
Flexinos Ook afgelopen schooljaar heeft Flexinos klaar gestaan om de leerkrachten en docenten in het regulier onderwijs te adviseren en begeleiden in hun werk met leerlingen met speciale ondersteuningsbehoefte. Het aanbod dat we hierbij doen is zeer divers. We begeleiden individuele en groepjes leerlingen, incidenteel of structureel; verzorgen scholing op maat aan het team; begeleiden de leerkrachten en docenten en verzorgen scholing bij ons kenniscentrum waarvoor individuele leerkrachten kunnen intekenen.
Wist u dat...
• Wij afgelopen schooljaar 482 leerlingen in het regulier onderwijs begeleid hebben • 231 van die leerlingen in het basisonderwijs zitten, 7 leerlingen in het SBO, 193 leerlingen in het voortgezet onderwijs en 51 leerlingen in het MBO • De leerlingen ondersteuningsbehoefte hebben omdat zij lichamelijk beperkt zijn, langdurig ziek zijn of (zeer) moeilijk lerend zijn • Het team van Flexinos bestaat uit 34 deskundige mensen, waar de kracht van het
team is de gezamenlijke expertise • Ook wij bezig blijven met scholing: we volgen scholing en geven scholing • De cursus ‘signaleren en hulp bij problemen in de fijne motoriek bij het jonge kind’ ook dit jaar weer een groot succes was. Er namen 34 leerkracht van verschillende scholen deel aan deze cursus. • Wij het afgelopen schooljaar 12 trainingen Rots en Water hebben verzorgd • Twee van onze collega’s zijn gestart met de opleiding tot PBS-coach • Het afgelopen schooljaar de voorbereidingen zijn getroffen om bij Flexinos psycho diagnostisch onderzoek af te nemen • Wij in het schooljaar 2012-2013 een tevreden- heidsonderzoek naar de kwaliteit van de ambulante begeleiding hebben uitgevoerd • De geboden ambulante begeleiding in dit onderzoek met overwegend hoge en mooie scores wordt gewaardeerd door de responden- ten. Dat is een compliment voor de inzet van de medewerkers. • Wij ook in het schooljaar 2013-2014 weer voor u en de leerlingen klaar staan.
fotografie diverse bronnen concept en realisatie HeldHavtig
Rijnauwenstraat 205 4834 LD BREDA T 076 560 88 50 www.liduinaschoolbreda.nl
Rijnauwenstraat 201 4834 LD BREDA T 076 560 01 11 www.olsbreda.nl
Brabantlaan 3 4817 JW BREDA T 076 522 32 22 www.mytylschooldeschalm.nl
De LOS scholen zijn onderdeel van INOS Stichting Katholiek Onderwijs Breda.