Schoolgids
2011-2015 jenaplanschool
Dolfijn
Dolfijn
Openbare Basisschool voor jenaplanonderwijs
Inhoudsopgave Voorwoord Hoe kies ik de juiste basisschool?
De school Openbaar onderwijs Openbare basisschool Dolfijn, een Jenaplanschool Twee locaties Schooltijden Lesuren per jaar Ziekmelding Kinderen brengen en halen Aanmelden nieuwe kinderen
Waar wij voor staan Jenaplan De stamgroepen Voordelen van stamgroepen Wendagen De basisprincipes Kwaliteitskenmerken Kernkwaliteiten Jenaplan De jenaplankernkwaliteiten Missie
5 5
6 6 6 6 6 8 8 8 8
11 11 11 12 12 13 13 13 14 15
Een ritmisch weekplan Gesprek Werk Vakgebieden Spel Vieringen Weekopening en weeksluiting Feesten Musical Verjaardagen
De zorg voor kinderen Onderwijs op maat Zorgteam Extra hulp op bovenschools niveau Schriftjesochtend Huisbezoeken Verslagen en voortgangsgesprekken Begeleiding naar het voortgezet onderwijs De rol van de jeugdarts in het basisonderwijs Logopediste/fysiotherapie
De ouders Ouderparticipatie Structurele ouderparticipatie Incidentele ouderparticipatie Medezeggenschapsraad Personeelsgeleding Financiën, geldelijke bijdrage ouders Ouderbijdrage Informatievoorziening
17 18 19 21 24 26 26 26 26 26
29 29 29 29 30 30 30 30 31 31
33 33 34 37 38 39 39 39 41
vervolg inhoudsopgave op volgende pagina
“Het leukst vind ik het om te zien hoe verschillende kinderen toch de dikste vrienden worden.”
Inhoudsopgave (vervolg) In en rond de school De Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Samenwerking Buiten- en tussenschoolseopvang Voorschoolse opvang Tussenschoolse opvang Zelf eten en drinken mee naar school Buitenschoolse opvang BSO Be-fijn Sportieve buitenschoolse opvang Sport BSO Kinderdagverblijf ‘t Vijvertje Leerplicht en wettelijk verplichte lesuren Leerplichtwet De leerplichtambtenaar Extra verlof en verlofregels Registratie afwezigheid Waarschuwing Schorsing en verwijdering van kinderen Time-out Schorsing Verwijdering Maatregelen ter voorkoming van lesuitval Ziekte of afwezigheid van stamgroepleiders Veiligheidsprotocol Klachtenprocedure De klachtenprocedure in het kort. Meldcode
Contactgegevens van de school
43 43 43 44 44 44 45 45 45 46 46 46 46 46 49 49 49 50 50 52 53 53 53 54 54 56 achterzijde
Voorwoord De schoolgids is het visitekaartje van een basisschool. Middels een schoolgids kan een basisschool zich profileren, laten zien wat het in huis heeft, en laten zien wat het met kinderen en ouders wil bereiken en met welke middelen en methodes dit gedaan wordt. In Nederland kennen we een grote diversiteit aan typen (basis)scholen: naast de scholen die met traditionele klassikale concepten werken, zijn er de scholen die daar allerlei vernieuwingen in doorgevoerd hebben. De derde groep bestaat uit de zogenaamde traditionele vernieuwingsscholen. Naast Montessori, Dalton, Freinet en Vrije School behoort het Jenaplanconcept ook tot de laatste groep. Hoe kies ik de juiste basisschool? Het valt niet altijd mee om uit de verschillende scholen met ieder hun eigen onderwijsideeën de juiste school voor u en voor uw kind(eren) te kiezen. Deze schoolgids tracht u een beeld te geven van de wijze waarop wij vorm geven aan het Jenaplanonderwijs, zowel qua inhoud als organisatie. Wij hopen dat dit u verder op weg helpt in uw zoektocht naar een basisschool. Tevens hebben we de missie van de school verwoord en geeft deze gids inzage in de manier waarop wij samen met de kinderen werken. In dit kader achten wij het van belang om u aan te geven, dat het hebben van een duidelijk geprofileerd concept een belangrijk iets is, maar dat het uiteindelijk niet doorslaggevend is. Essentieel is de wijze waarop de mensen die voor de groep staan in staat zijn de Jenaplanvisie over te brengen. Nog belangrijker is de sfeer en het pedagogisch klimaat waarbinnen we met kinderen, ouders en stamgroepleiders willen werken. Het is voor buitenstaanders wellicht wat lastig om een goed beeld te krijgen van zaken als sfeer en pedagogisch klimaat. Als u tijdens de pauze langs het plein loopt krijgt u een indruk. Een belangrijke informatiebron zijn uiteraard ouders die hun kind(eren) reeds op onze school hebben. Ook onze website (www.obsdolfijn.nl) kan u een indruk geven van hoe wij onze doelstellingen in de praktijk weten om te zetten. Een laatste schakel in uw keuzeproces kan het bezoeken van een informatieochtend zijn die wij maandelijks organiseren. Op deze ochtenden wordt de inhoud van de schoolgids nogmaals in verkorte versie gepresenteerd, wordt u rondgeleid door bovenbouwkinderen en kunnen we ingaan op vragen die u wilt stellen. Wij wensen u veel succes toe met het zoeken naar een basisschool en wij hopen u en uw kinderen te kunnen begroeten op onze Jenaplanschool. Namens het team,
Gina Mimpen Openbare school voor Jenaplanonderwijs
5
De school Openbaar onderwijs
Openbare basisschool Dolfijn, een Jenaplanschool
Twee locaties
Kinderen moeten kunnen opgroeien in een leef- en werkgemeenschap (de school) die qua samenstelling lijkt op de maatschappij waarvan zij deel uitmaken. Een openbare school is een ontmoetingsplaats waar alle kinderen welkom zijn, ongeacht de maatschappelijke, culturele en levensbeschouwelijke achtergrond. Binnen de school komen de kinderen, net als in de maatschappij, in aanraking met een veelvormigheid van opvattingen, waarden en normen. Openbaar onderwijs stimuleert de kinderen tot verdraagzaamheid en eerbied voor meningen van anderen. Wij hopen dat hierdoor erkenning en respect voor elkaar ontstaan, opdat zoveel mogelijk overtuigingen tot hun recht kunnen komen.
Dolfijn werkt volgens de uitgangspunten van het Jenaplan. Dit schoolmodel werd in de jaren twintig door de Duitse opvoedkundige Peter Petersen in de stad Jena ontwikkeld. Van de school wilde hij een echte leef- en werkgemeenschap maken. De persoonlijke ontwikkeling van het kind stond voor hem voorop. Op Dolfijn werken allen (kinderen, ouders en teamleden) samen aan een prettig leef- en werkklimaat. Iedereen heeft hierin zijn eigen taak. We kiezen op Dolfijn voor groepen waarin verschillende leeftijden zitten. Door het leeftijdsverschil in deze zogenoemde stamgroepen leren kinderen op een natuurlijke manier om te helpen, maar ook om geholpen te worden.
De school bestaat uit twee locaties: locatie Nood en locatie Zuid. Deze zijn gelegen aan weerszijden van de Hoofdstraat in Driebergen-Rijsenburg. Bij plaatsing wordt uw kind ingedeeld naar postcode. U mag uw voorkeur opgeven, maar de beslissing ligt bij de school.
Schooltijden
6
De schooltijden zijn voor alle groepen gelijk. We werken met een continurooster en beginnen ´s morgens om 8.30 uur met de lessen en stoppen om 14.30 uur. Op woensdag stoppen de lessen om 12.15 uur. Op vrijdagmiddag is er geen school voor de groepen 1 t/m 4. De kinderen uit die groepen zijn om 12.00 uur vrij. Groep 5 t/m 8 is op vrijdag om 14.30 uur uit.
In een groene omgeving van de Hoofdstraat ligt locatie Zuid. Deze locatie beschikt over vijf lokalen, een ruimte voor buitenschoolse opvang en een gemeenschapsruimte annex kleutergymlokaal. Hier gaan 60 kinderen naar school. Zes stamgroepleiders verzorgen de begeleiding.
Locatie Noord is gehuisvest in een ruim schoolgebouw in het centrum van Driebergen-Rijsenurg. Deze locatie heeft tien leslokalen, een bibliotheek, een ruimte voor buitenschoolse opvang, een gemeenschapsruimte en een, naast de school gelegen, gymzaal. De locatie wordt bezocht door 210 kinderen die door 12 stamgroepleiders worden begeleid.
Lesuren per jaar
De groepen 1 t/m 4 gaan 880 uur naar school en groep 5 t/m 8 1000 uur. Wanneer we deze schooltijden volgen, maken de groepen 1 t/m 4 teveel uren. Jaarlijks zijn de kinderen van groep 1 t/m 4 daarom een aantal dagen extra vrij. Deze extra dagen staan vermeld als studiedagen op de kalender.
Ziekmelding
Wanneer uw kind ziek is en dus de school niet kan bezoeken, verwachten wij een tijdige (dat is vóór aanvang van de schooltijd) telefonische of schriftelijke melding daarvan. Een telefoontje is snel gepleegd (0343- 513216 Noord en 0343- 516372 Zuid). Er is altijd vanaf 08.00 uur iemand in de school aanwezig. Een mondelinge boodschap door broertje of zusje achten wij minder gewenst; dit wordt nogal eens vergeten. Wanneer een kind voor 09.00 uur niet is afgemeld, nemen wij contact met u op.
Kinderen brengen en halen
Veel ouders brengen en halen hun kind(eren) naar en van school met de auto, zeker wanneer de weersomstandigheden te wensen overlaten. Op de momenten waarop de school begint of uitgaat, leidt dit soms tot bijzonder onoverzichtelijke en daardoor gevaarlijke situaties. Daarom is het van belang dat auto’s zo geparkeerd worden dat de veiligheid van de kinderen niet in gevaar wordt gebracht. Dus niet voor de ingang van de school. Veel ouders begeleiden hun kinderen tot in de groep. In de onderbouw blijven ouders tot er met een lied om 8.30 uur afscheid wordt genomen. Onze school beschikt over een fietsenstalling, zowel op Noord als op Zuid. Dat betekent niet dat er een overvloed aan plaatsingsruimte bestaat. Omdat de stalling zonder meer beschikbaar moet zijn voor wie verder weg woont, zien we graag dat de kinderen die dichtbij wonen lopend naar school komen. De aanwezigheid van een stalling wil niet zeggen dat de school verantwoordelijkheid draagt voor vernieling aan of vermissing van een fiets. De fietsen worden altijd voor eigen risico in de stalling geplaatst.
Aanmelden nieuwe kinderen
8
Ouders die belangstelling hebben voor Dolfijn worden uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst, gevolgd door een rondleiding door de school. De ouders krijgen de schoolgids, schoolkrant, informatie over het Jenaplanonderwijs en een inschrijfformulier mee naar huis. Als de ouders besluiten hun kind in te schrijven, ontvangen zij een schriftelijke bevestiging van de inschrijving thuis. Het team op Dolfijn gaat ervan uit dat kleuters die naar school gaan zindelijk zijn. Indien dit niet het geval is, zullen ouders in voorkomende situaties gebeld worden om hun kind te verschonen. Voor kinderen die door verhuizing e.d. tussentijds instromen in midden- of bovenbouw wordt na een kennismakingsgesprek met de ouders/verzorgers informatie ingewonnen bij de vorige school en wordt een onderwijskundig rapport opgevraagd.
“Wat ik zo leuk vind aan de weeksluiting? Dat je je elke keer
”
weer mag verkleden!
“Het is soms alsof je er heel veel broertjes en zusjes bij
”
hebt.
Waar wij voor staan Jenaplan
Openbare basisschool Dolfijn is een jenaplanschool. Peter Petersen, de grondlegger van het Jenaplanonderwijs, stelde de volgende eigenschappen centraal: zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, respect, socialiteit en creativiteit. Een kind is zelfstandig als het zonder hulp van volwassenen een doel kan bereiken. Van jongs af aan leren de kinderen op Dolfijn zich doelen te stellen en Ieren ze deze zelfstandig te bereiken. Op school proberen we de kinderen zoveel mogelijk verantwoordelijkheid te laten dragen voor hun leren en hun handelen. Het werken met dag- en weektaken is hiervan een duidelijk voorbeeld. Over de regels die op school gelden, praten ook de kinderen mee. Vaak komen die regels voort uit hun wensen of ideeën . Een van de doelen is het leren van respect. Respect voor jezelf, maar ook respect voor de ander en voor de omgeving. Socialiteit is de vaardigheid om met andere mensen samen te leven en zich om andere mensen te bekommeren. We schenken daarom veel aandacht aan de sociale ontwikkeling van de kinderen . We stimuleren de kinderen zoveel mogelijk met eigen ideeën en oplossingen te komen om problemen van allerlei aard aan te pakken. We noemen dit creativiteit.
De stamgroepen
Kenmerkend voor een jenaplanschool is de stamgroep. We werken op Dolfijn met stamgroepen waarin kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar zitten. In de onderbouwgroepen zitten de kinderen van groep 1 en 2; in de middenbouwgroepen de kinderen van groep 3, 4 en 5 en in de bovenbouw de kinderen van groep 6, 7 en 8. Een stamgroep is een natuurlijke manier van groeperen, het lijkt op een gezin of speelgroep op straat, waarbij ook oudere kinderen met jongere kinderen spelen. De groepsgrootte kan variëren. Er wordt gestreefd naar zo klein mogelijke groepen. De school heeft als richtlijn dat het aantal kinderen in een stamgroep niet boven de 32 uit komt. De kinderen in een stamgroep hebben een leeftijdsverschil van twee tot drie jaar. De kinderen verschillen in belangstelling, aanleg en vorderingen. Hierdoor kunnen ze elkaar positief beïnvloeden. Ze kunnen beter samen werken en elkaar helpen. Binnen een stamgroep kun je niet verwachten dat kinderen dezelfde vorderingen maken, daardoor bestaat er minder wedijver en accepteren ze verschillen gemakkelijker.
11
Voordelen van stamgroepen
Elk jaar vindt er binnen de stamgroep doorstroming plaats. In het eerste jaar in een stamgroep ben je de jongste van de groep. Je bent dan wat afhankelijker van de oudere kinderen. Daarna word je de middelste en tot slot de oudste van een groep. Als je oudste van een groep bent, draag je meer verantwoordelijkheid. Een kind blijft dus in principe twee tot drie jaar in dezelfde stamgroep. Dit geeft de stamgroepleider de mogelijkheid de kinderen beter te leren kennen en te begeleiden. Omdat elk jaar een derde deel van de stamgroep nieuw is, kan de groepsleider de nieuwe kinderen meer aandacht geven. Bovendien kan die jongste groep gemakkelijk door de andere kinderen opgevangen worden. Zo worden de bestaande regels en afspraken voor de jonge kinderen duidelijk en leren de oudere kinderen verantwoordelijkheid te dragen. Bij het samenstellen van de stamgroepen houden we onder andere rekening met de verdeling van jongens en meisjes, broertjes en zusjes en vriendjes en vriendinnetjes. Daarnaast is het ook van belang dat het aantal kinderen met speciale behoeften evenredig over de verschillende groepen verdeeld wordt. Ouders van kinderen uit de onderbouw kunnen hun voorkeur kenbaar maken; ruim voordat het team met de indeling aan de slag gaat, wordt aan betrokken ouders gevraagd waar we rekening mee moeten houden. De uiteindelijke groepssamenstelling wordt door het team vastgesteld.
Wendagen
12
Ongeveer een maand voordat een kind 4 jaar wordt, neemt de stamgroepleider van de stamgroep waarin het kind geplaatst is contact op met de ouder(s) om een afspraak te maken. Er worden vijf wendagen (ochtenden) afgesproken. De ervaring heeft ons geleerd dat het alleszins de moeite waard is om als ouder hierin te investeren. De ouder heeft nu de kans om de stamgroepleider, de andere kinderen, de structuur van de dag, het jenaplanonderwijs en vooral ook de schoolcultuur te leren kennen. Het is belangrijk de basisschoolperiode met een goede en veilige start te beginnen De overgang naar de basisschool is groot. Het kind kan van oudste in de groep ineens weer jongste in de groep zijn. Dikwijls zijn de kleutergroepen groter dan de groepen op de speelzaal of dagverblijf. Er zijn andere kinderen, een nieuwe juf, andere regels, de klas ziet er anders uit. Het kind kan zo met een ouder in zijn/haar nabijheid vanuit een veilige situatie aan deze overgang wennen.
De basisprincipes
Dolfijn is aangesloten bij de Nederlandse Jenaplan Vereniging NJPV (www.jenaplan.nl). Het onderschrijven van de 20 basisprincipes vormt de voorwaarde om lid van deze vereniging te mogen worden. Er zijn vijf uitspraken die aangeven wat de visie op de mens is in de Jenaplanschool. Vijf basisprincipes vertellen meer over de visie op de maatschappij en er zijn tien uitspraken die de visie op het onderwijs weergeven. Deze twintig uitspraken zijn in het schoolplan van Dolfijn opgenomen. Het schoolplan kunt u vinden op onze website www.obsdolfijn.nl.
Kwaliteitskenmerken
De zes kwaliteitskenmerken Jenaplan vormen een ander ‘instrument’ om de uitgangspunten van ons onderwijs op de school te toetsen. Voor meer informatie bezoek de website van de Jenaplanvereniging www.jenaplan.nl.
Kernkwaliteiten Jenaplan
In 2008 heeft de Nederlandse Jenaplan Vereniging een denktank geformeerd die opdracht heeft gekregen om op zoek te gaan naar de essenties van het Jenaplanconcept in de huidige tijd: Wat onderscheidt Jenaplanscholen van andere (vernieuwings)scholen? Om lid te worden van de NJPV was het tot nu toe voldoende dat een school in de schoolgids aangaf dat er conform de twintig basisprincipes wordt gewerkt. Uiteraard heeft iedere school daar - gezien de specifieke situatie een eigen invulling aan gegeven. Dat geldt ook voor de zes kwaliteitscriteria (Jenaplan in de 21e eeuw). De vrijheid om een eigen vorm te kiezen op grond van de basisprincipes en kwaliteitscriteria blijft gehandhaafd. Daarnaast bestaat er in toenemende mate bij de NJPV en bij Jenaplanscholen behoefte om gezamenlijke en concrete kenmerken van het Jenaplanonderwijs te benoemen. Een denktank van mensen uit het veld (gestart in 2008) heeft zich vervolgens als doel gesteld om, naast de basisprincipes en de kwaliteitscriteria, een aantal specifieke, concrete en onderscheidende kenmerken van Jenaplanscholen te formuleren. Om zowel vanuit de praktijk als de opleiding inbreng te hebben, maakten stamgroepleiders, directeuren en opleiders deel uit van de denktank. De denktank formuleerde dat relaties de essentie van het Jenaplanonderwijs zijn, te weten: relatie met jezelf, met de ander en het andere en met de wereld om je heen. Zo kwamen zij tot twaalf kernkwaliteiten, waarvan de denktank vindt dat alle Jenaplanscholen, als zij een erkende Jenaplanschool willen zijn en zich willen onderscheiden van andere (vernieuwings)scholen, deze moeten erkennen, onderschrijven en in de praktijk vormgeven.
13
De jenaplankernkwaliteiten
Het jenaplanconcept is een concept waarin relaties centraal staan. Om het belang van deze relaties in het jenaplanonderwijs te tonen, zijn er twaalf kernkwaliteiten geformuleerd. Een jenaplanschool richt de omgeving zodanig in, dat deze kwaliteiten gerealiseerd worden. 1. Relatie van het kind met zichzelf 1.1. Kinderen leren kwaliteiten/uitdagingen te benoemen en in te zetten, zodanig dat zij zich competent kunnen voelen. 1.2. Kinderen leren zelf verantwoordelijkheid te dragen voor wat zij willen en moeten leren, wanneer zij uitleg nodig hebben en hoe zij een plan moeten maken. 1.3. Kinderen worden beoordeeld op de eigen vooruitgang in ontwikkeling. 1.4. Kinderen leren te reflecteren op hun ontwikkeling en daarover met anderen in gesprek te gaan.
In de periode 2011-2016 werken jenaplan- scholen aan de uitwerking van bovengenoemde jenaplankernkwaliteiten in school- en regioverband. Scholen die hiervan werk maken, ontvangen een erkenningsbord van de NJPV. Op de website van de NJPV zal het overzicht jenaplanscholen in Nederland bestaan uit erkende jenaplanscholen. Scholen die de erkenningsronde niet volgen, kunnen wel gewoon lid blijven van de NJPV. Bij de uitwerking van de jenaplankernkwaliteiten is het van belang dat de concretiseringen zodanig zijn, dat bezoekers bij wijze van spreken de uitwerking kunnen ervaren en zien. Dolfijn is een erkende school binnen NJPV.
14
2. Relatie van het kind met de ander en het andere 2.1. Kinderen ontwikkelen zich in een leeftijdsheterogene stamgroep. 2.2. Kinderen leren samen te werken, hulp geven en ontvangen met andere kinderen en daarover te reflecteren. 2.3. Kinderen leren verantwoordelijkheid te nemen en mee te beslissen over het harmonieus samenleven in de stamgroep en school, opdat iedereen tot zijn recht komt en welbevinden kan ervaren. 3. Relatie van het kind met de wereld 3.1. Kinderen leren dat wat ze doen er toe doet en leren in levensechte situaties. 3.2. Kinderen leren zorg te dragen voor de omgeving. 3.3. Kinderen passen binnen wereldoriëntatie de inhoud van het schoolaanbod toe om de wereld te leren kennen. 3.4. Kinderen leren spelend, werkend, sprekend en vierend volgens een ritmisch dagplan. 3.5. Kinderen leren initiatieven te nemen vanuit hun eigen interesses en vragen.
Missie
De missie van Jenaplanschool Dolfijn beschrijft datgene wat de jenaplanschool wil zijn, wat de kern van haar bestaan is en waarin zij zich onderscheidt van andere scholen. Jenaplanschool Dolfijn is een school waar je elke dag, samen met anderen, kunt werken aan je talenten, leren om trots te zijn op wat je bereikt, zodat je sterk de wereld in kan. Kinderen worden in de gelegenheid gesteld om - daar waar mogelijk - actief en onderzoekend bezig te zijn, zelfontdekkend door middel van interactie met de omgeving vorm te geven aan hun ontwikkeling. Jenaplanschool Dolfijn is een school waar je zelf leert leren, leert kiezen en beslissen, meer verantwoordelijkheid leert nemen, zelfstandig en zelfverantwoordelijk leert werken, kritische gedachten leert verwoorden, samen leeft en werkt. Als je deze vaardigheden kunt combineren met uitdagende leerstof en met de motivatie om graag naar school te gaan, ga je na acht schooljaren goed toegerust naar het voortgezet onderwijs. We vinden het belangrijk dat ‘onze’ kinderen zelfbewuste mensen worden die uiteenlopende uitdagingen vormgeven en oplossen. Kortom Jenaplanschool Dolfijn is een school die: uitgaat van verschillen, Uitgaat van het kind als sociaal wezen, dat met elkaar spreekt, werkt, speelt en viert, het kind leert omgaan met een zo groot mogelijke zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, een uitdagende functionele leef- en werkomgeving schept in een sfeer van veiligheid en geborgenheid, streeft naar een leef- en werkgemeenschap waarin respect voor jezelf, voor anderen, voor materiaal en voor de omgeving centraal staat.
• • • • •
MISSIE: In relatie met jezelf, met de ander en met de wereld leer je zelfverantwoordelijk te zijn voor je inbreng in de kring, je werk, tijdens spel en viering. Leer het zelf te doen!
15
Een ritmisch weekplan Peter Petersen onderscheidde een viertal pedagogische situaties, te weten gesprek, spel, werk en viering. Binnen het ritmisch weekplan wisselen deze vier situaties elkaar op evenwichtige wijze af. Daarbij is ook sprake van een regelmatige (ritmische )afwisseling tussen spanning en ontspanning in het werkplan (rooster). Op Dolfijn openbare school voor jenaplanonderwijs zijn de vier basisactiviteiten als volgt verdeeld: Aantal uren onderwijs onderbouw Gesprek 2.30 uur Werk 10.00 uur Spel 9.45 uur Viering 1.30 uur Aantal uren onderwijs middenbouw Gesprek 2.30 uur Werk 13.45 uur Spel 6.00 uur Viering 1.30 uur Groep 5 wereldoriëntatie 2.00 uur Aantal uren onderwijs bovenbouw Gesprek 2.30 uur Werk 18.15 uur Spel 3.30 uur Viering 1.30 uur
17
Gesprek
Gesprek vindt meestal plaats in de kring waar iedereen elkaar kan zien en gezien kan worden. We kennen verschillende vormen van kringen:
• Vertelkring
Dit kan gaan over de belevenissen van het weekend, maar ook over gevoelens als angst, heimwee of verdriet.
• Observatiekring De stamgroepleider of leerling draagt een onderwerp aan;
vaak gaat dit met discussie gepaard.
• Verslagkring
Een kind of groepje kinderen doet verslag over zijn of hun project of onderzoek.
• Spreekbeurt
Eén of twee kinderen vertellen over een zelfgekozen onderwerp.
• Boekenkring
Kinderen vertellen over een boek dat ze hebben gelezen. Andere kinderen
worden op een idee gebracht om dat boek ook eens te gaan lezen.
• Nieuwskring
Aan de hand van meegebrachte krantenartikelen worden de actualiteiten besproken.
• Taalkring
Er worden taalspelletjes en luisteropdrachten gedaan. Het (taal)thema van de week kan hierin ook geïntroduceerd worden.
• Muziekkring
Er wordt een lied aangeleerd, instrumenten worden gebruikt, er wordt geluisterd naar muziek en erover gesproken en gezongen.
• Evaluatiekring De gebeurtenissen – in en buiten de groep – worden met elkaar besproken.
18
Werk
De leerstof die op Dolfijn wordt aangeboden, voldoet aan de kerndoelen voor het basisonderwijs. Op www.minocw.nl/kerndoelen/index.html is hier meer informatie over te vinden. De inspectie ziet erop toe dat wij deze regels naleven. Zowel de kwaliteit als de kwantiteit van de aangeboden leerstof zijn belangrijk. Kinderen ontwikkelen zich en leren in hun eigen stijl en tempo. Wij onderscheiden drie stijlen van leren; 1. Het instructieafhankelijk leren; deze kinderen zijn afhankelijk van de instructie die de stamgroepleider geeft om zich de leerstof eigen te maken. 2. Het instructiegevoelig leren; deze kinderen hebben een korte instructie nodig en kunnen daarna met de leerstof verder. 3. Het instructieonafhankelijke leren; deze kinderen kunnen, met behulp van de juiste materialen, zichzelf de leerstof eigen maken en hebben weinig instructie van de stamgroepleider nodig. Wij proberen hier zo veel mogelijk op in te spelen door onder andere het zelfstandig laten verwerken van de leerstof in blokuren. Tijdens het blokuur is het voor de stamgroepleider mogelijk een aantal kinderen individueel te instrueren of te ondersteunen en instructie te geven aan kinderen die instructieafhankelijk of instructiegevoelig leren. Natuurlijk wordt er voor de kinderen die instructieonafhankelijk leren, ook tijdens het blokuur een moment voor het stellen van vragen ingeruimd. Voor kinderen die instructieonafhankelijk leren is er verrijkingsstof. Deze verrijkingsstof zit veelal in de gebruikte onderwijsleermethoden ingebouwd. Naast deze verrijkingsstof gebruiken wij per groep voor verschillende vakken “plusstof” Deze leerstof is door de school samengesteld en biedt een extra uitdaging voor kinderen die meer aan kunnen. Voor (hoog)begaafde kinderen is ook extra materiaal beschikbaar: “Bolleboos”, op het gebied van onder andere rekenen. Daarnaast volgt een aantal kinderen, vanaf groep 6, een leergang Spaans. Zo proberen we rekening te houden met verschillen tussen kinderen en hun mogelijkheden en onmogelijkheden.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen wordt binnen de school veel aandacht besteed. Vele facetten komen tijdens kringgesprekken en spelsituaties voortdurend aan bod. Daarnaast maakt de school gebruik van het observatiesysteem “Kijk op sociale competentie” voor groep 1 + 2 en SCOL voor groep 3 t/m 8. Hierdoor krijgt de stamgroepleider nog meer zicht op de ontwikkeling van de kinderen. Met behulp van de “Soemokaarten” worden aandachtspunten besproken.
19
Computers
De kinderen kunnen zelfstandig op de pc’s werken met instructievervangende programma´s. Naast programma´s voor basisvaardigheden als rekenen en taal, leren de kinderen zo omgaan met de computer en internet. In elke groep (op beide locaties) hangt sinds 2010 een digibord dat is aangesloten op het computernetwerk.
Huiswerk
In principe wordt geen huiswerk gegeven omdat het belangrijk is het proces van het leren in de school te begeleiden. Uit gesprekken met het voortgezet onderwijs blijkt dat tot nu toe de kinderen van onze school met het maken van huiswerk niet meer, maar ook niet minder problemen ondervinden dan kinderen van andere scholen. In individuele gevallen kan van de algemene regel afgeweken worden. Bijvoorbeeld wanneer een kind langere tijd ziek is geweest. Doorgaans gebeurt dit dan na overleg van de stamgroepleider met de ouders.
Vakgebieden
De volgende vakgebieden komen op onze school aan de orde: Taal Bij het mondeling taalgebruik is veel aandacht voor het leren praten met elkaar, naar elkaar luisteren en communiceren. Ook het onder woorden brengen van een eigen mening wordt geleerd. Vanaf groep drie wordt door de leerling minimaal één keer per jaar een spreekbeurt gehouden. Bij het schriftelijk taalgebruik besteden we veel aandacht aan het verwoorden van gedachten, spellen, de schrijfstijl en de woordenschat. Om dit te bereiken, hebben wij de methode “Taalactief” in gebruik. Aparte aandacht verdienen de kinderen die een andere moedertaal hebben. Zij leren Nederlands als tweede taal. Voor het tweede taalonderwijs maakt de school gebruik van verschillende methoden. Uit deze methoden is een eigen leerstofaanbod voor groep 1 t/m 8 samengesteld. Lezen Het aanvankelijk lezen gebeurt met behulp van de “Leeslijn”-methode. Met boekjes op niveau, werkbladen en letterblokken maken de kinderen zich de letters eigen. Bij technisch lezen wordt aandacht besteed aan het uitspreken en voordragen van woorden en tekst. Bij begrijpend lezen gaat het om het begrijpen en verwerken van de aangeboden tekst. Hiervoor gebruiken we teksten uit de methode “Goed Gelezen” en “Nieuwsbegrip”.
20
In het ritmisch weekplan besteden we ook aandacht aan het stillezen. Kinderen kunnen boeken halen uit onze eigen bibliotheek. Op deze manier verhogen we het plezier in het lezen. Spelling Voor spelling is ook de methode “Taalactief” in gebruik. Deze methode leert de kinderen een spellingsprobleem in een woord te herkennen. Door een notatiesysteem kan het kind zijn eigen leerproces registreren. Rekenen en wiskunde Voor het leren rekenen wordt de methode ‘Alles Telt’ gebruikt. Daarbij gaat het vooral om het inzichtelijk maken van de rekenkundige problemen. Er is echter ook ruimschoots aandacht voor de basistechnieken van het rekenen. De leerstofonderdelen worden gepresenteerd in onderlinge samenhang. De kinderen leren dat verschillende oplossingsstrategieën naar het goede antwoord kunnen leiden. Binnen de methode wordt ruim aandacht gegeven aan allerlei wiskundige elementen zoals meten, grafieken, tabellen en verhoudingen. Engels Met ingang van het schooljaar 2011-2012 zijn we gestart met de methode Early Bird. Dit betekent dat kinderen vanaf de onderbouw Engels aangeboden krijgen. Dit kan in de vorm van liedjes of tijdens de kring of de gymles. Uit onderzoek en praktijkvoorbeelden blijkt dat het vermogen van kinderen om spontaan een vreemde taal te leren het grootst is bij jonge kinderen. Spelenderwijs ontwikkelen zij een woordenschat, leren communiceren en ontwikkelen ze een juiste uitspraak. Groep 1 t/m 4 werkt met “Ipockets” en “Cookie and friends” en groep 5 t/m 8 met “Backpack English”. Early Bird kent een implementatie-traject van drie jaar. Dolfijn is aangesloten bij Early Bird (www.earlybirdie.nl). Het team wordt in schooljaar 2011 t/m 2013 geschoold in classroom English en wordt middels groepsbezoeken begeleid bij de implementatie van deze nieuwe methode. Wereldoriëntatie (IPC) Wereldoriëntatie vindt op Dolfijn plaats via het International Primary Curriculum (IPC). Aan de hand van thema’s (units) maken we de kinderen bewust van hun competenties op het gebied van kennis, vaardigheden en inzicht. Het is belangrijk dat kinderen hun leerdoelen formuleren en evalueren: Ik weet .…....gaat over kennisdoelen; Ik kan ...........gaat over vaardigheidsdoelen; Ik begrijp .....gaat over inzicht.
21
Het hart van het IPC vormen tachtig thema’s zoals chocolade, speelgoed, handel, wonen en leefomgeving, levende wezens, ontdekkingsreizigers en zonnestelsel. Het werken met een unit gaat volgens een vast schema: Startpunt - doel: motivatie Kennisoogst - doel: activeren van voorkennis en vastleggen Uitleg van het thema - doel: overzicht en verbanden leggen Activiteiten - doel: behalen van doelen Afsluiting - doel: bewust van het geleerde en leren van elkaar Iedere unit neemt ongeveer zes weken in beslag en is aan meerdere vakken gekoppeld zoals techniek, aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, kunstzinnige vorming, muziek, ICT, internationale vorming en maatschappelijke vorming. Als werkvorm kiezen wij hierin coöperatief leren.
IPC
De routing van units: Groep 3-4-5
22
2011-2012 jaar A
Mythen, legenden en fabels
Feesten
Gebouwen
Jong en oud
Airports
2012-2013 jaar B
Circus
Speelgoed
Dag en nacht
Schilderijen, afbeeldingen en foto’s
Regenwoud
2013-2014 jaar C
Dino- saurussen
Mijn wereld/wij
Onze belevingswereld/ zintuigen
Schatten/ archeologie
Plaatsen waar mensen naar toe gaan/ vakantie
Groep 6-7-8 2011-2012 jaar A 2012-2013 jaar B
Invloedrijke personen Ontdekkings- reizigers en avonturiers
Nieuws maken Weer en klimaat
Missie naar mars
Nieuw materiaal maken
Nederland waterland
Big picture, een historisch overzicht
Zo zien zij de wereld
De vakantieshow
2013-2014 jaar C
Aardbevingen en vulkanen
Handelen
Voel je lekker in je vel Nederland
Nederland wordt
Brainstormen/ hoe leren wij
Kleuterplein De onderbouw werkt niet (meer) met de units van IPC, maar met de thema’s van Kleuterplein wordt de structuur van IPC wel gebruikt. Kleuterplein is een lesmethode voor groep 1 en 2 van de basisschool. Met deze lesmethode ontdekken en ervaren kleuters de wereld om hen heen. Kleuterplein besteedt aandacht aan taal en rekenen, maar ook aan motoriek, wereldoriëntatie, muziek, voorbereidend schrijven en sociaal-emotionele ontwikkeling wordt spelenderwijs, maar gericht gewerkt. De onderbouw zal de komende schooljaren de volgende thema’s behandelen: Thema’s schooljaar 2011 – 2012: Thuis – Het weer – Post - Sneeuw en ijs – Kunst – Alles groeit – Gezondheid - Eten Thema’s schooljaar 2012 – 2013: Vakantie – Dieren – Een heel jaar rond - Familie – Bouwen – Op de boerderij – Winkel – Water Schrijven De kinderen werken met de methode Handschrift. Via deze methode leert het kind de juiste letters en cijfers schrijven in een verbonden handschrift. Tijdens de lessen wordt steeds een ander aspect van het netjes schrijven benadrukt. In de bovenbouw heeft een kind een eigen handschrift ontwikkeld. De lessen schrijven omvatten dan, naast het onderhouden van het handschrift, diverse grafische opdrachten.
23
Levensbeschouwelijk onderwijs Voor de vakgebieden geestelijke stromingen en maatschappelijke verhoudingen wordt gebruik gemaakt van wisselende thema’s en/of projecten. Deze behandelen vooral de normen en waarden uit andere culturen en godsdiensten. De nadruk ligt hierbij in de middenbouw- en de bovenbouwgroepen. Voor levensbeschouwelijk onderwijs hebben wij een vakleerkracht. Wij ontvangen hiervoor subsidie, waardoor we een vakleerkracht levensbeschouwelijk onderwijs kunnen aanstellen. Verkeer Voor verkeersopvoeding gebruiken wij de methode “Straatwerk” in de middenbouw. De bovenbouw gebruikt de Jeugd Verkeer Krant van 3VO. Veiligheid van het kind in het verkeer is hierbij de belangrijkste doelstelling. De kinderen van groep 7 doen mee aan het verkeersexamen. EHBO In groep 7 volgen de kinderen EHBO lessen. Deze lessen worden gegeven door het Rode Kruis en afgesloten met een certificaat. Werkstuk maken In groep 6 leren de kinderen een werkstuk te maken. Stap voor stap worden de kinderen bij alle benodigde vaardigheden begeleid. Ter afsluiting worden de werkstukken aan de andere kinderen gepresenteerd. Computeronderwijs / informatica In elk leslokaal is een hoek ingericht met computers. Minimaal twee computers zijn ingericht met programma’s die bij de betreffende groep passen. De computerprogramma’s zijn steeds onderwijsondersteunend. De geïnstalleerde programma’s zijn voornamelijk op de volgende vakgebieden gericht: taal / lezen, rekenen, aardrijkskunde / topografie, wereldoriëntatie. De programma’s voor de kleuters zijn veelal gericht op het leren en automatiseren van een aantal voorwaarden voor het taal-, lees- en rekenonderwijs.
Spel
24
Spel is een belangrijke activiteit en hoort bij het kind. Spelen heeft een belangrijke invloed op de ontwikkeling van het kind. Al spelend verkent het de omgeving en leert het creatief met zijn omgeving om te gaan. Bij de onderbouw neemt het spel een grotere plaats in dan bij de midden- en de bovenbouw. Het spel loopt als een rode draad door alle activiteiten van de onderbouw. In onze ogen speelt het kind de hele dag. Toch zien we ook hier een afwisseling met de andere basisactiviteiten. Bewust gekozen spelmomenten zijn de
activiteiten buiten, op het plein en in de gymzaal. Het kind leert spelenderwijs de eigen mogelijkheden kennen. Klimmend in bijvoorbeeld een wandrek leert het kind niet alleen eigen grenzen kennen: hoe hoog durf ik, maar leert het ook begrippen als hoog, ver, diep, erover etc. In de midden- en de bovenbouw wordt ook gespeeld, maar hoewel er in deze bouwen steeds minder ruimte is voor spel, blijft het belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Het spel houdt een belangrijke functie en zorgt voor ontspanning en afwisseling in het schoolritme.
Expressieactiviteiten
Lichamelijke opvoeding
Kinderen ontwikkelen zich niet alleen cognitief. Daarom is het heel belangrijk, ook de andere ontwikkelingsgebieden ruimschoots aandacht te geven. Er zijn vaste momenten, waarop wij diverse creatieve technieken aanbieden aan de kinderen. Per groep wordt muziek, drama, tekenen en handarbeid gegeven. Jaarlijks verzorgen de kinderen van de bovenbouw een musical, waarbij een beroep wordt gedaan op hun acteer-, dans- en zangtalenten. De musical is een activiteit waaraan personeel, kinderen en ouders gezamenlijk veel plezier beleven.
De regie van de lessen gymnastiek wordt gevoerd door de methode “Basislessen Bewegingsonderwijs.” Per week staat daarin een bepaald onderdeel van het bewegen centraal. Alle groepen werken in deze les(sen) aan hetzelfde bewegingsthema. Met de opstelling van de materialen is hiermee zodanig rekening gehouden, dat alle groepen met hetzelfde materiaal kunnen werken. Er wordt hierdoor veel effectieve bewegingstijd gebruikt. Per week wordt zo één toestellenles (basisbewegingen) en één spelles gegeven. Alle groepen doen hieraan mee. Een groot deel van de gymlessen wordt gegeven door de vakleerkracht. Daarnaast wordt in de kleutergroepen dagelijks aan beweging gedaan. Sinds schooljaar 2011 hebben wij een vakleerkracht gym en een vakleerkracht dans op school. Deze vakleerkrachten worden bekostigd uit de combinatiesubsidieregeling.
25
Vieringen
Weekopening en weeksluiting
Zowel aan het begin als aan het einde van de week laten we door de viering uitkomen dat we als school een gemeenschap vormen. Middels een wisselrooster zullen stamgroepleiders, ouders, kinderen en de groepen beurtelings een zogenaamde kleine weekopening c.q. weeksluiting voor hun rekening nemen. Voor beide locaties zijn de weekopeningen op maandag van 8.30 tot 9.00 uur. Deze zijn voor alle ouders toegankelijk. De ouders van de groep die de weeksluiting verzorgt, zijn van harte welkom op vrijdag van 11.15 tot 11.45 uur op locatie Noord en van 11.30 to 12.00 uur op locatie Zuid.
Feesten
Sinterklaasfeest: De ochtend staat in het teken van Sinterklaas. De Sint bezoekt beide locaties. De Kerstviering wordt ’s avonds samen met de kinderen op school gevierd. Met Pasen is er een paasontbijt.Naast de christelijke feestdagen besteden we ook aandacht aan het Islamitische Suikerfeest, Offerfeest en de Ramadan. Weidemarkt: feestelijke dag met veel workshops en vertier verzorgd door de ouders, oud kinderen en stamgroepleiders. De opbrengst komt een deel ten goede aan de school en een deel aan een goed doel. De laatste maand van het schooljaar zijn er allerlei afscheidsfeesten: schoolslapen groep 2, Onder de Bogen (overgang van de ene bouw naar de andere), afscheid van de middenbouw en van de kinderen van groep 8.
Musical
Aan het eind van het schooljaar voeren de kinderen van de bovenbouw een musical op. De musical wordt begeleidt door professionals van Jeugd Theater School Driebergen (JTS). De laatste weken van het jaar wordt er intensief geoefend. Er wordt gezongen, gedanst, geacteerd en gemusiceerd. De uitvoering vindt plaats in de laatste week van het schooljaar. Als afsluiting van het schooljaar, schitteren de groep acht kinderen van de bovenbouw in hun eigen musical. Groep 6 en 7 maken de kostuums, musicalkrant, decorstukken.
Verjaardagen
26
In onze school kennen we een grote verscheidenheid aan vieringen. Hieronder noemen we ze in willekeurige volgorde. Kijk voor de data op de website of op de schoolkalender.
In de onderbouw vieren de kinderen hun verjaardag op de dag zelf. De ouders mogen daarbij aanwezig zijn. In midden- en bovenbouw vieren groepjes kinderen drie keer per jaar gezamenlijk hun verjaardag. Bij een verjaardag hoort een traktatie. Wilt u bij de keuze van de traktatie denken aan de gezondheid van de kinderen? Ook is het nuttig bij de stamgroepleider te informeren of er kinderen zijn, die een of ander niet mogen eten in verband met geloofsovertuiging of voedselallergieën. Een keer per jaar wordt een gezamenlijk verjaardagsfeest georganiseerd voor de stamgroepleiders/medewerkers.
“Wie......?” 27
“Ze hebben bijna alles, behalve de
”
Donald Duck.
De zorg voor kinderen Onderwijs op maat
Kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Op school stimuleren we de kinderen en dagen ze uit om steeds iets nieuws te ontdekken. Als de ontwikkeling wat minder vanzelfsprekend verloopt, bieden we hulp. De kinderen krijgen extra hulp. Ook als de ontwikkeling voorspoediger gaat dan gemiddeld, bieden we extra uitdaging aan de kinderen. Verdere uitleg over de zorg van uw kind op Jenaplanschool Dolfijn, kunt u vinden in het zorgdocument, te downloaden via www.obsdolfijn.nl.
Zorgteam
Eens per maand komt het zorgteam (Intern begeleiders, rugzakbegeleidster en directeur) samen om kinderen te bespreken die extra begeleiding nodig hebben. De intern begeleidster is de spin in het zorgweb op Dolfijn. De intern begeleidster komt in groepen om stamgroepleiders te observeren, ondersteunen waar het gaat om zorg bieden in de groepen. Indien er handelingsplannen opgesteld worden, wordt de intern begeleidster daarvan op de hoogte gesteld. Om de 6 weken wordt een handelingsplan bijgesteld. Op Dolfijn is een zorgplan opgesteld. Op de website www.obsdolfijn.nl is het zorgdocument te lezen.
Extra hulp op bovenschools niveau
In 1991 is de nota “Weer Samen Naar School” verschenen. In deze nota wordt aangegeven dat men beleid wil ontwikkelen waarbij kinderen die voorheen doorverwezen werden naar het speciaal onderwijs, opgevangen worden binnen de basisschool. Dolfijn maakt deel uit van het samenwerkingsverband ”Zorg gebundeld”. De samenwerking tussen verschillende basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs heeft tot doelstelling de uitstroom naar het speciaal onderwijs te beperken. De school kan voor een leerling om ambulante begeleiding vragen aan het samenwerkingsverband. Deze hulp kan op verschillende terreinen gevraagd worden. Te denken valt aan gedragsproblemen, sociaal- emotionele of leerproblemen.
Verslagen en voortgangsgesprekken
Tweemaal per jaar, in januari en in juni, krijgen de kinderen van groep 1 t/m 7 een verslag mee naar huis. In dit verslag wordt beschreven, hoe het kind functioneert binnen de vier basisactiviteiten gesprek, werk, spel en viering. De ontwikkeling van het kind wordt in kaart gebracht. Naar aanleiding van deze verslagen vinden de zgn. “vijftien- minutengesprekken” plaats. Deze gesprekken worden eveneens gehouden in januari en juni. In november vindt er een voortgangsgesprek plaats tussen ouders en stamgroepleiders.
29
Schriftjesochtend
Tweemaal per jaar is er een schriftjesochtend. Daar kunt u samen met uw kind in de schriftjes kijken. U krijgt dan een idee waar uw kind mee bezig is.
Huisbezoeken
Bij alle nieuwe kinderen op school komt de stamgroepleider thuis op bezoek. Dit bezoekje heeft als doel om elkaar, binnen een voor het kind bekende omgeving, beter te leren kennen. Deze bezoeken vinden aan het begin van het schooljaar plaats.
Begeleiding naar het voortgezet onderwijs
Voor de kinderen van groep 8 geldt een iets ander tijdpad. Zij krijgen in december een pre advies van de stamgroepleider over het vervolgonderwijs. Van elk kind heeft de school een kinderendossier samengesteld. Hierin zijn de resultaten van het leerlingvolgsysteem opgenomen, alsmede relevante informatie uit voorgaande jaren. Onze observaties en dit schooldossier vormt de basis van onze advisering richting voortgezet onderwijs. In groep 8, aan het begin van het schooljaar, wordt de NIO (=intelligentieonderzoek)-toets door de schoolbegeleidingsdienst afgenomen. De resultaten van deze toetsen geven zicht op de persoonskenmerken van uw kind, o.a. werkhouding, concentratie en de intellectuele mogelijkheden worden gemeten. Tevens maken de kinderen kennis met de CITO-toets. Ter voorbereiding nemen we de toets van het voorgaande jaar af. In het najaar volgt een algemene voorlichtingsavond over het voortgezet onderwijs. In december vindt een oudergesprek plaats over een voorlopig schoolkeuze - advies. De school geeft een advies, de ouders hebben/ houden de eindbeslissing. In januari organiseert het voortgezet onderwijs open dagen en voorlichting, waardoor het voor de kinderen van groep 8 mogelijk is om in groepsverband of samen met de ouders een aantal scholen te bezoeken. Ook is er een scholenmarkt waar scholen voor voortgezet onderwijs zich presenteren. Deze markt is in januari. Onze school verspreidt de schriftelijke informatie, die door de diverse scholen wordt toegestuurd. Op school ligt deze informatie ook ter inzage. In twijfelgevallen over het schooladvies en de schoolkeuze kan het resultaat van de CITO-toets mee tellen. Scholen voor voortgezet onderwijs kunnen vragen naar de CITO-resultaten. In maart hebben alle kinderen hun schoolkeuze gemaakt en kan er worden aangemeld. De aanmelding geschiedt door de ouders en zij geven aan de stamgroepleider door bij welke school het kind is aangemeld. De scholen voor voortgezet onderwijs informeren onze school over de vorderingen van de oud-kinderen gedurende de brugperiode.
30
Doorstroom naar het voortgezet onderwijs
In onderstaand overzicht kunt u zien naar welke vormen van Voortgezet Onderwijs de kinderen van Dolfijn de afgelopen jaren zijn doorgestroomd:
Schooljaar
Totaal lln.
2008 - 2009 2009 - 2010 2010 - 2011 2011 - 2012
32 27 42 32
Praktijk- Onderwijs
VMBO/K+B
VMBO-T
HAVO
0 1 0 0
7 2 2 7
4 6 10 2
7 10 7 6
HAVO/VWO
8 1 7 12
VWO/VWO+
6 7 16 5
De rol van de jeugdarts in het basisonderwijs
Vanaf 4 jaar valt het kind onder de zorg van de afdeling jeugdgezondheidszorg GGD Zuidoost Utrecht. Deze zorg houdt het volgen en begeleiden in van de gezondheid en de ontwikkeling van de schoolgaande jeugd. Dit gebeurt via het uitvoeren van preventieve gezondheidsonderzoeken in groep 2 en groep 7. Bij problemen kan de jeugdarts ingeschakeld worden. U wordt altijd vooraf geïnformeerd over een onderzoek. U kunt ook zelf contact opnemen met de Jeugdgezondheidszorg.
Logopediste/ fysiotherapie
Een maal per jaar screent een logopediste de kleuters van groep 2 op spraak- en /of taalproblemen. Wanneer daar de noodzaak toe bestaat, neemt de logopediste contact met de ouders op. In sommige gevallen volgt een kortdurende behandeling door haar onder schooltijd. Vaker zal het voorkomen dat u een verwijzing krijgt naar logopedische hulpverlening buiten school om. Sinds 2011 werkt Dolfijn nauw samen met fysiotherapeut Esther van Maanen en logopediste Anette de Groot. Beide therapeuten zijn op verschillende tijdstippen op school om met kinderen te werken. Deze samenwerking zorgt ervoor dat we met de expertise van deze mensen het kind nog beter kunnen begeleiden. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen de teamleden, ouders en betreffende therapeuten.
31
“En bij een sportdag ben je lekker de hele dag buiten en heb
”
je geen les. 32
De ouders Ieder mens werkt en leeft in groepsverbanden: gezin, vriendenkring, werk, sportkring etc. In een leef- en werkgemeenschap onderscheiden wij het team van stamgroepleiders, ouders en kinderen. Zij dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor alles wat de school aan gaat. Ieder vanuit een eigen rol en bijbehorende verantwoordelijkheid.
Het belang van de betrokkenheid van ouders/verzorgers
Dolfijn wil een aanvulling en uitbreiding zijn van de opvoeding thuis. Een goede samenwerking tussen ouders en school is dan ook een van de belangrijkste voorwaarden. Leren samen leven en samen werken staan hoog genoteerd op Dolfijn. Van jongs af aan betekent dat: samen delen, rekening houden met de ander, anderen niet hinderen of storen, afspraken maken en je er aan houden, luisteren naar elkaar, je eigen mening zeggen en jezelf kunnen zijn. Het zijn allemaal dingen die niet gemakkelijk zijn, maar in welke groep of situatie dan ook, er zal onder begeleiding van de stamgroepleider altijd aan gewerkt worden. Daarvoor is het noodzakelijk dat de ouders vertrouwen hebben in de school en in de stamgroepleider van hun kind, met respect voor elkaars verantwoordelijkheden. De specifieke verantwoordelijkheden van ouders en de professionele verantwoordelijkheden van het team moeten wel van elkaar onderscheiden blijven. In ons communicatieplan beschrijven we uitgebreid de rol van ouders en school. Dit communicatieplan is te downloaden via website www.obsdolfijn.nl of op te vragen bij de administratie van school.
Ouderparticipatie
Ouders zoeken een plek voor hun kind waar het zich thuis kan voelen en het zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. De inbreng van ouders is daarom onontbeerlijk voor onze school. Dolfijn als Jenaplanschool kan alleen draaien met ouders die betrokken zijn en meedoen. Dat meedoen kan op heel veel verschillende manieren. De ouderparticipatie activiteiten zijn in twee groepen te onderscheiden: structurele activiteiten; dit zijn activiteiten waar u zich voor langere tijd aan verbindt en activiteiten waar u zich per keer voor kan aanmelden, de incidentele hulp. Hieronder volgt een beschrijving van de verschillende ouderparticipatie activiteiten. De namen en telefoonnummers van stamgroepouders en van leden van de werkgroepen kunt u vinden op de website van Dolfijn
33
Structurele ouderparticipatie Stamgroepouders
Stamgroepouders zijn ouders die de stamgroepleider assisteren bij bepaalde werkzaamheden in en rond de stamgroep. In elke stamgroep zijn twee of drie stamgroepouders, afhankelijk van het aantal ‘jaargroepen’. Zo zijn er in de onderbouw twee stamgroepouders per stamgroep en in de midden- en bovenbouw drie. De stamgroepleider neemt zelf het initiatief om ouders te benaderen voor deze taak. Stamgroepouders ondersteunen de stamgroepleider bij een aantal groepsactiviteiten zoals: • mede organiseren van diverse vieringen en seizoensactiviteiten in de groep • begeleiden van kamp en schoolslapen • plannen van regelmatige schoonmaakactiviteiten • zorgdragen voor luizen kammen na de vakanties Daarnaast hebben stamgroepouders een informatieve taak ten aanzien van nieuwe ouders. Zij vangen nieuwe ouders op en maken hen wegwijs op school. Verschillende activiteiten worden vooraf gegaan door een centraal stamgroepouderoverleg.
Werkgroepen
De ouderraad is opgedeeld in een aantal werkgroepen. Dit houdt in dat de betreffende werkgroep in overleg en samenwerking met het team de organisatie en uitvoering ter hand neemt. Voor de uitvoering wordt vaak hulp van andere ouders ingeroepen. Hieronder bespreken wij de werkgroepen:
34
Werkgroep Bibliotheek en Documentatie De bibliotheek is in de afgelopen jaren zo opgezet dat zij een ondersteunende functie heeft bij het lees- en projectonderwijs. De bibliotheek is gevestigd op locatie Noord en heeft ongeveer 2000 boeken en enkele videobanden en dvd’s. Regelmatig gaat een wisselend deel van de collectie naar locatie Zuid. Er zijn leesboeken voor de midden- en bovenbouw: groep 5 tot en met 8. Voor groep 3 en 4 is er een kast met boeken gerangschikt op niveau, zodat boeken zoeken op eigen leesniveau makkelijk gaat. Uiteraard is er voor de onderbouw een collectie prentenboeken, dikboekjes en voorleesboeken. Daarnaast is er een documentatiegedeelte waar studieboeken staan die gebruikt kunnen worden bij de projecten. Ook de stamgroepleiders hebben een eigen collectie aan studie- en achtergrondmateriaal. De bibliotheek van onze school is geautomatiseerd waardoor ieder kind met zijn eigen barcodenummer boeken kan lenen voor in de klas. Op deze manier lenen we ook boeken aan locatie Zuid voor gebruik in de groep.
De werkgroep bestaat uit minimaal vier personen en heeft als taak in overleg met het team boeken, video’s en dvd’s aan te schaffen. Het invoeren hiervan in het computersysteem en uitleenklaar maken. Verder verzorgen de werkgroepleden de inname, uitleen en het onderhoud van de boeken en ander materiaal. Van de ouderbijdrage wordt een deel begroot voor de uitgaven van de bibliotheek. In het kader van de Kinderboekenweek wordt af en toe een kinderboekenmarkt op school gehouden, welke bijdraagt aan de uitbreiding van het boekenbestand. Deco-werkgroep Deze werkgroep bestaat uit twee groepjes ouders één voor Noord en één voor Zuid, die zorgdragen voor een gezellige aankleding van de locaties gedurende verschillende periodes in het jaar. Bijvoorbeeld tijdens herfst, Sint en voorjaar. Werkgroep Feest De feestcommissie ondersteunt het team bij de organisatie van het Sinterklaas- en Kerstfeest en organiseert zelf, in overleg met het team, een verjaardagsfeest voor de stamgroepleiders. Taken van de feestcommissie zijn: • organisatie van het bezoek van de Sint en Pieten aan de school • aankoop van de kerstbomen voor alle groepen en versieren van de gemeenschapsruimte op locatie Noord en de hal op locatie Zuid • voorbereiding en organisatie van het juffen- en meestersfeest. De werkgroep bestaat uit zes ouders, drie van locatie Noord en drie van locatie Zuid, en twee teamleden voor het Sinterklaasfeest en twee teamleden voor het Kerstfeest. Het budget is afkomstig uit de ouderbijdrage. Werkgroep Schoolkrant “Flessenpost” De schoolkrant ‘Flessenpost’ is een regelmatig verschijnend blad waarin team, ouders en kinderen elkaar informeren over activiteiten en ontwikkelingen die verband houden met school. De schoolkrant is een onderdeel van de informatievoorziening van Dolfijn. Het redactiebeleid is erop gericht in aanvulling op mededelingen en berichten uit de Nieuwsbrief en informatiebulletins, achtergronden toe te lichten en op het hoe en waarom van vernieuwingen en beleid in te gaan. Zo wordt in de krant in het ouderdeel door middel van vaste rubrieken, interviews en artikelen onder andere informatie gegeven over onderwijsinhoudelijke en organisatorische zaken, worden stamgroepleiders, leden van
35
het bestuur, medezeggenschapsraad aan het woord gelaten en ouders gevraagd over evenementen te berichten. In het kinderdeel staan de bijdragen van de kinderen. Taken redactieleden: • zorgdragen voor kopij • krant opmaken • draaien van de krant • verspreiden van de krant over de groepen Werkgroep Sport De werkgroep Sport organiseert de deelname van de kinderen aan sporttoernooien (sportdag) en de avondvierdaagse. In de werkgroep hebben twee stamgroepleiders en enkele ouders van beide locaties zitting (minimaal twee). De school ontvangt elk jaar van diverse sportverenigingen een uitnodiging voor deelname aan hun schooltoernooien. Het betreft: • Zwemtoernooi (november) • Schaaktoernooi (januari) • Korfbaltoernooi (april) • Voetbaltoernooi (mei) • Eventuele andere toernooien die in Driebergen-Rijsenburg georganiseerd worden. Kinderen worden uitgenodigd om zich op te geven en er wordt een oproep voor hulp van ouders in de Nieuwsbrief geplaatst. Ouders van de werkgroep geven de teams door aan de betreffende sportvereniging en maken een teamindeling met de bijbehorende begeleiding van ouders. Eventueel worden voorafgaand aan het toernooi trainingen georganiseerd. Tevens worden afspraken gemaakt wie de catering, iets te eten en te drinken verzorgt. Tijdens het toernooi zorgt de werkgroep Sport voor de coördinatie van teams en ouders en het contact met de sportvereniging.
36
Voor de Avondvierdaagse kunnen kinderen zich aanmelden via school voor de afstanden 5 of 10 km. De werkgroep zorgt voor de inschrijving. Een lid van de werkgroep controleert of iedereen bij de start aanwezig is en meldt de groep bij de controleposten. Ouders dragen zelf zorg voor de begeleiding van de kinderen of spreken dit onderling af.
Werkgroep Weidemarkt Deze werkgroep organiseert elk jaar de Weidemarkt. Dit is een groots feest op school (locatie Noord gelegen aan de Weidestraat) voor alle kinderen, ouders en teamleden. Doel is iedereen op actieve wijze aan de dag te laten deelnemen. Voor de kinderen, ouders en stamgroepleiders worden allerlei workshops en spelletjes georganiseerd, er is een eetcafé waarin onder andere zelfgemaakte etenswaren worden verkocht. De dag wordt afgesloten met een playbackshow, die grote populariteit geniet. De opbrengst van deze dag is bestemd voor een extra activiteiten van de school en een goed doel. De werkgroep Weidemarkt bestaat uit minimaal zes ouders en twee teamleden. Zij organiseren, coördineren en begeleiden deze jaarmarkt. Voor de uitvoering van de verschillende workshops en activiteiten tijdens de Weidemarkt wordt een beroep op de ouders en teamleden gedaan.
Stichting Vrienden Dolfijn
Leesouders
Incidentele ouderparticipatie
De school heeft een stichting Vrienden Dolfijn in het leven geroepen, die acties gaat houden om extra geld te verkrijgen voor speciale projecten voor de school. Doel van de stichting is schenkingen en sponsorgelden te werven en beheren. Het Stichtingsbestuur bestaat uit de volgende ouders: Byril Willemsen, Ariadne ter Haar, Marjolein Wehrmeijer, Pleun Luykx, Hans Wentink, Monique Bouter. www.vriendenvandolfijn.nl
De school maakt gebruik van leesouders. Dit zijn ouders die kinderen hulp bieden bij het lezen. Deze ouders worden door de stamgroepleider gevraagd.
Naast structurele ouderparticipatie is het ook mogelijk om incidenteel betrokken te zijn bij schoolactiviteiten. Bij veel door het team of door werkgroepen georganiseerde activiteiten is deze hulp van ouders zelfs onmisbaar. Oproepen voor incidentele ouderhulp gaan via de mail. Het is ook mogelijk dat er een intekenlijst hangt op het prikbord bij de ingang van het stamgroeplokaal. Wanneer u interesse heeft om af en toe mee te helpen op school, dan is het goed dit door te geven aan de stamgroepleider van uw kinderen of aan de stamgroepouders van die groep(en). Zij kunnen u dan aanspreken als er hulp nodig is.
37
Excursies
Verzekeringen
Wanneer een groep kinderen een excursie maakt, wordt er geregeld een beroep op ouders gedaan om de kinderen te vervoeren. Kinderen uit de bovenbouw gaan, als de afstand dat toelaat, als regel per fiets.
Voor personeel geldt hier, dat allen die in opdracht van de school werkzaam zijn op de school, onder deze verzekering vallen. Dit geldt dus ook voor stagiaires, hulpouders, klusjesmensen, etc. Door de school wordt jaarlijks een collectieve doorlopende ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering is bedoeld voor buitenschoolse activiteiten, zoals excursies, kampen en sport - en feestactiviteiten. Bij schade door ongevallen tijdens één van deze activiteiten kan een beroep worden gedaan op deze verzekering. Voor het vervoer van kinderen door ouders, stelt de school de verplichting, dat chauffeurs een autoverzekering, alsmede een inzittendenverzekering hebben afgesloten. Er mogen niet meer kinderen mee, dan het aantal beschikbare autogordels. Zie hiervoor ook het veiligheidsplan dat te downloaden is op de website www.obsdolfijn.nl. De school kan niet aansprakelijk worden gesteld voor beschadigde of verloren voorwerpen. De kinderen behoren zelf te passen op privé-spullen die zij meenemen naar school. Het op school achter laten van min of meer waardevolle voorwerpen houdt het risico in van verlies, beschadiging of vermissing. Wij verzoeken de ouders, deze vervelende zaken zoveel mogelijk te helpen voorkomen. In geval van schade, die onder één van de schoolverzekeringen valt, wordt u verzocht contact op te nemen met de directie van de school.
Medezeggenschapsraad
38
Meedenken, meepraten, meebeslissen over Dolfijn. Dat is het werk van de medezeggenschapsraad (MR). De MR houdt zich vooral bezig met het beleid van de school. Aan de orde komen zaken als de begroting, de formatie en veiligheid. De MR heeft een reglement, waarin de instemmings- en adviesbevoegdheid omschreven worden. Bij zaken waarin de instemming van de MR vereist is, kan het schoolbestuur alleen handelen als de MR zijn toestemming geeft. Daarnaast kent de MR ook initiatiefrecht; op door de MR gestelde vragen moet het bestuur binnen 14 dagen antwoorden. De MR bestaat uit 4 stamgroepleiders en 4 ouders (afhankelijk van het aantal kinderen). Voor de oudergeleding worden verkiezingen gehouden. De MR vergadert negen keer per jaar. De vergaderingen worden gehouden in de school en zijn openbaar. Bestuur en directie hebben de taak de MR van alle relevante zaken op de hoogte te brengen.
De Medezeggenschapsraad vindt haar oorsprong in de wet “medezeggenschapsraad onderwijs” van 1981. Er is een gezamenlijke MR voor beide locaties van Dolfijn. De MR houdt zich bezig met beleidszaken die één of beide locaties aangaan en heeft daarvoor veelvuldig contact met de directie en het bestuur van de school. Zij heeft wettelijk vastgelegde advies- en instemmingbevoegdheden ten aanzien van o.a. de jaarlijkse activiteiten- en personeelsplanning, het algemeen personeelsbeleid en het arbo-beleid. De leden van de MR hebben zitting voor een periode van twee jaar, treden daarna tegelijk af en zijn meteen weer herkiesbaar. De MR bestaat op dit moment (zomer 2011) uit: Oudergeleding: Ariadne ter Haar Marjo Otto (voorzitter) Sor Blessing
Personeelsgeleding Eveline Ritsema (stamgroepleider middenbouw Zuid) Caroline Visser (stamgroepleider onderbouw Noord) Malou Zwollo (intern begeleider) Hilma Hartog (stamgroepleider bovenbouw Zuid) De vergaderingen van de MR zijn veelal openbaar en voor iedereen te bezoeken. Wilt u een vergadering bijwonen, meldt u dit dan even vooraf aan de voorzitter of de secretaris. (
[email protected]).
Financiën, geldelijke bijdrage ouders Ouderbijdrage
leder schooljaar wordt er een financiële bijdrage van de ouders gevraagd om de diverse activiteiten en festiviteiten te kunnen organiseren. De school krijgt daarmee jaarlijks een bedrag voor uitgaven, welke niet uit het normale budget kunnen worden bekostigd. Hierbij kan worden gedacht aan Sinterklaas- en Kerstviering, sportdag of jubileumfeesten. De hoogte van de ouderbijdrage wordt door de MR in overleg met de directeur vastgesteld. De ouderbijdrage wordt per schooljaar berekend en in de maand september geïnd. De ouderbijdrage bedraagt €37,50 per jaar. De ouderbijdrage is vrijwillig.
39
Essentieel
40
De ouderbijdrage is heel belangrijk voor onze school. De kring, het werk, en gedeeltelijk het spel zijn onderdelen van het jenaplanonderwijs die in de financiële vergoeding van het Rijk zijn opgenomen. Maar voor het onderdeel Viering, dat toch een belangrijke basisactiviteit is van een jenaplanschool, wordt geen vergoeding verstrekt. De ouderbijdrage is daarom essentieel om een wezenlijk onderdeel van een jenaplanschool (feesten en vieringen) vorm te geven.
Beheer
Het beheer van de ouderbijdrage wordt uitgevoerd door de beheerder, die daartoe door de school is aangesteld. Op dit moment is dat Anneloes Caspers,
[email protected] (ouder locatie Noord). In het Reglement Ouderbijdrage staan de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de beheerder vermeld.
Overblijfgeld
Alle kinderen blijven tussen de middag op school eten. Tijdens de middagpauze houden teamleden en personeels- leden van Béfijn toezicht. Zij ontvangen hiervoor een vergoeding. Deze vergoeding wordt door de ouders bekostigd, evenals de kosten voor melk of yoghurt, welke tussen de middag genuttigd worden. Jaarlijks wordt de hoogte van deze kosten bepaald.
Kampgeld
Het schoolkamp is elk jaar ongeveer in de vierde week na de zomervakantie. De onderbouw gaat één dag, de midden en onderbouw gaan drie dagen en 2 nachtjes. Doel van het kamp is dat kinderen met elkaar en met de stamgroepleiders kennismaken in andere omstandigheden. Dit bevordert de groepsvorming. De kinderen gaan als stamgroep op stap. De kampkosten zijn voor rekening van de ouders/verzorgers. Over de hoogte van de ouderbijdrage kampgelden, andere kosten en de wijze van innen wordt u in de Nieuwsbrief geïnformeerd.
Schoolmateriaal
Om alle schoolbenodigdheden goed te kunnen bewaren, vragen we de kinderen van midden- en bovenbouw een pennenzakje van thuis mee te nemen. Hierin bewaren zij hun vulpen, potlood, kleurpotloden en schaar. Deze spullen krijgen zij van school en bewaren zij gedurende hun schoolloopbaan. We vinden het belangrijk de zorg voor het materiaal te stimuleren en drukken de kinderen op het hart zuinig en zorgvuldig met hun spullen om te gaan. Wanneer iets kwijt raakt of vernield wordt, dient dit door de kinderen zelf vergoed te worden. Op school zijn bovengenoemde spullen tegen kostprijs verkrijgbaar. Normale slijtage wordt natuurlijk wel door school vergoed.
Informatievoorziening
Er zijn verschillende manieren waarop school de ouders op de hoogte houdt van ontwikkelingen op school Informatiekalender Aan het begin van het schooljaar ontvangt u de schoolkalender. Een overzichtelijke kalender met informatie over het nieuwe schooljaar, waarin o.a. opgenomen: vieringen, kennismakingsdagen, praktische onderwerpen, vakanties en vrije dagen, en een praktisch overzicht van het gehele schooljaar met daarop alle belangrijke activiteiten met de daarbij behorende data. Website Op de website www.obsdolfijn.nl staat alle actuele informatie over Dolfijn, inclusief een kalender waarop bijzonderheden (studiedagen) worden vermeld. Nieuwsbrief Een tweewekelijks uitgave met nieuws en mededelingen die u via de website kunt inzien en per mail thuisgestuurd krijgt. Schoolkrant “De flessenpost” Verschijnt 4 keer per jaar voor de vakantie. Spreekuren Indien u één van de teamleden wilt spreken bestaat er de mogelijkheid om na schooltijd een afspraak te maken met desbetreffende. Ouderavonden In januari is de jaarvergadering van de Medezeggenschapsraad. Over onderwijskundige of pedagogische onderwerpen worden incidenteel ouderavonden gegeven. Informatieavond De informatieavond wordt aan het begin van het schooljaar gehouden. Op deze avond geeft de stamgroepleider informatie aan de ouders over de werkwijze in de stamgroep.
41
“Je doet het niet alleen, maar je helpt
”
elkaar ook.
In en rond de school De Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland
Met ingang van 1 januari 2005 is de stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland het schoolbestuur van de openbare basis, speciaal en praktijkonderwijs in de toenmalige gemeenten Amerongen, Doorn, Bunnik, De Bilt, Maarn, Zeist, Leersum, Veenendaal, Driebergen en Maarsen. De stichting kent een raad van toezicht uit 5 vrijwillige toezichthouders. De dagelijkse leiding van de stichting is in handen van het College van Bestuur, L.W. de Wit. Het adres van de Stichting luidt: Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Laan van Vollenhove 2935 Postbus 344 3706 AK Zeist Tel: 030 6969100 Mail:
[email protected] Internet: www.rijnenheuvelland.nl
Samenwerking
Dolfijn participeert in diverse vormen van overleg: Als Jenaplanschool is Dolfijn aangesloten bij de Nederlandse Jenaplanvereniging. De directie maakt deel uit van een directieoverleg voor het openbaar primair onderwijs van de Stichting Rijn- en Heuvelland. In dit managementteam waarin alle directeuren van het openbaar primair onderwijs en speciaal basisonderwijs van de Stichting zitting hebben, worden afspraken gemaakt over huisvesting, personeels-beleid en financieel beheer. Dit overleg staat onder leiding van de Algemeen Directeur. De directie maakt ook deel uit van het directie overleg Driebergen-Rijsenburg. Waarin de directeuren van de basisscholen uit Driebergen-Rijsenburg elkaar ontmoeten om afspraken te maken over activiteiten, kinderen, onderwijsaanbod en doorstroom van kinderen. Regelmatig is de wethouder onderwijs van de Utrechtse Heuvelrug hier ook bij betrokken. Jaarlijks sluit de directie van Dolfijn een samenwerkingscontract af met een onderwijsbegeleidingsdienst. Dit contract betreft zowel ondersteuning van de directie inzake ontwikkeling van nieuw beleid als ondersteuning en begeleiding van de kinderen die extra aandacht nodig hebben.
43
In het kader van Weer Samen Naar School (het samenwerkingsverband Zorg Gebundeld) vindt intensief contact plaats met buurtscholen en scholen voor speciaal onderwijs. Gezamenlijk worden afspraken gemaakt over de opvang en de begeleiding van kinderen die extra zorg behoeven teneinde te bewerkstelligen dat alle kinderen zo goed mogelijk in het basisonderwijs begeleid worden. Tenslotte werkt Dolfijn samen met Boswerf, het milieu-educatief centrum, en Kunst Centraal. Elk jaar wordt op basis van het aanbod van beide instanties een keuze gemaakt.
Buiten- en tussenschoolseopvang
Sinds 2004 werkt Dolfijn samen met Fibou Kinderopvang, die zowel de tussenschoolse als naschoolse opvang verzorgt in de stijl en sfeer van de school. Deze organisatie is opgezet vanuit een groep ouders die voor hun kinderen bewust gekozen hebben voor een Jenaplanschool en die graag een echt leuke BSO wilden organiseren. Resultaat is een professionele en erkende opvangorganisatie, die speciaal voor Dolfijn aansluit op het gedachtegoed van de school, de Jenaplanuitgangspunten. Hierdoor is er voor de kinderen een soepele overgang tussen school, overblijf en BSO en duidelijkheid in hoe wij met elkaar omgaan. Er maken ruim 200 kinderen één of meerdere dagen - vast en flexibel - gebruik van BSO Be-fijn, BSO de Spetters. De Bos BSO en de Sport BSO.
Voorschoolse opvang
Dit aanbod is er nog niet, in het schooljaar 2011-2012 wordt er een enquête gehouden worden onder de ouders om de belangstelling hiervoor te inventariseren. Tot nu toe is er vanuit de ouders weinig tot geen vraag hierover gekomen.
Tussenschoolse opvang
44
Tussen de middag eten de kinderen als onderdeel van het dagprogramma met elkaar in de groep. Aansluitend wordt er onder leiding van de professionele BSO-groepsleiding buiten gespeeld. Elk kind van Dolfijn maakt daarmee gebruik van de TSO. Om het aanbod en de samenwerking goed af te stemmen, vindt regelmatig overleg plaats tussen school en het team van BSO Be-fijn. Ook de MR en het team hebben hier zeggenschap in. Met het inschrijven van uw kind op de school ontvangt u automatisch van Fibou Kinderopvang een contract op basis van het aantal overblijfdagen (in verband met het verschil tussen onder- en bovenbouw). Dit bedrag wordt in 4 termijnen met u, middels automatische incasso, afgerekend.
Zelf eten en drinken mee naar school
Buitenschoolse opvang BSO Be-fijn
Sportieve buitenschoolse opvang Sport BSO
Kinderen dienen op de “lange” dagen een lunchpakket bij zich te hebben. Melk en yoghurt wordt tijdens de lunch verstrekt. Ouders betalen hiervoor een jaarlijkse bijdrage aan de Stichting Fibou. Ook nemen alle kinderen iets mee voor de pauze halverwege de ochtend. Het is de bedoeling dat het ‘tussendoortje’ iets gezonds is, dus geen snoep.
BSO Be-fijn is een leuke BSO voor onze kinderen waar veel activiteiten georganiseerd worden voor, door en met de kinderen. Een plek waar een duidelijke en fijne sfeer heerst. Voor ouders een gerust gevoel, een fijne werkplek voor de collega’s en bovendien een prettige samenwerking met de school. Omdat Fibou, samen met OBS Dolfijn streeft naar volledige beschikbaarheid van de BSO voor Dolfijn-kinderen, zijn er op dit moment 5 locaties beschikbaar voor opvang van kinderen van deze school. 1. Locatie Noord op de Weidestraat (50 kindplaatsen). Hier zijn drie stamgroepen, een ruimte speciaal voor 10 4-jarigen, zodat ook zij bij de BSO rustig kunnen wennen aan de basisschool. Een groep van 20 kinderen in groep 2 en 3 en een groep voor de grotere kinderen. Een groep van 20 kinderen van groep 3 en hoger. 2. Locatie Zuid op het Jagerspad (20 kindplaatsen), waar de kinderen van deze locatie gezamenlijk in een groep samenzijn. 3. BSO de Spetters ligt op loopafstand van locatie Weidestraat (10 kindplaatsen). Hier komen kinderen die doorstromen vanuit het KDV ’t Vijvertje of waarvoor geen plaats is op locatie Noord. Deze BSO is voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 7 jaar 4. De Sport BSO (30 kindplaatsen) is voor kinderen van 7 jaar en ouder. In een sportieve omgeving is hier zowel fysiek als pedagogisch meer en andere ruimte voor kinderen in deze leeftijdscategorie. 5. In schooljaar 2011/2012 is de nieuwe Bos BSO van start gaan. Op het scouting terrein worden kinderen vanaf 7 jaar opgevangen.
Voor kinderen van 7 jaar en ouder is de Sport BSO opgezet. Met z’n allen lekker sporten na schooltijd, buiten op de sportvelden op Sportpark de Woerd. Kinderen kunnen per taxi, onder begeleiding van een pedagogisch medewerker van Fibou, of zelfstandig naar deze BSO komen en zijn de hele middag bezig met sport en spel, onder leiding van ervaren sportinstructeurs. Natuurlijk is er ook een moment van rust aan het einde van de middag en ruimte voor eigen spel. Op deze BSO is - vanwege het succes - nog maar beperkt plaats. Verwacht wordt, dat de uitbreiding van deze accommodatie met de nieuwbouw wordt gerealiseerd.
45
Kinderdagverblijf ‘t Vijvertje
Begin 2009 heeft Fibou een kinderdagverblijf geopend op de Vijverlaan te Driebergen-Rijsenburg. Deze opvang is weliswaar niet specifiek gebaseerd op de Jenaplangedachte, maar vanuit deze werkwijze wordt veel meegenomen vanuit onze huidige werk- en denkwijze. Voor ouders die verhuizen naar Driebergen-Rijsenburg en graag naar Dolfijn komen, is het goed te weten dat zij zich kunnen aanmelden voor plaatsing van hun kind(eren), zodat de totale opvangbehoefte goed is en op elkaar aansluitend ingevuld kan worden. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar de website www.fibou.nl of telefoonnummer 0343 - 531 400; of gewoon ’s middags even binnenlopen op één van de locaties. Vragen over plaatsingsmogelijkheden kunt u mailen naar
[email protected]. Inschrijven kan via de site www.fibou.nl.
Leerplicht en wettelijk verplichte lesuren Leerplichtwet
De leerplichtambtenaar
In de Wet op het Primair Onderwijs staat dat alle kinderen in Nederland vanaf 5 jaar t/m 15 jaar naar school moeten. Ouders, voogden of verzorgers van een leerplichtig kind zijn verplicht hun kind in te schrijven op een school, en zijn er tevens verantwoordelijk voor, dat hun kind ook daadwerkelijk de school bezoekt. Om als leerling tot de basisschool te worden toegelaten moet het kind de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. Een kind is leerplichtig met ingang van de eerste schooldag van de maand, die volgt op de maand, waarin het kind 5 jaar is geworden. Tot het zesde jaar mag aan een kind maximaal 10 uren per week vrijstelling worden gegeven, nadat overleg is gepleegd met de stamgroepleider en de directie. Voor extra verlof is altijd een schriftelijke aanvraag nodig.
De taken van de leerplichtambtenaar zijn o.a.: • Erop toezien, dat ouders, kinderen en scholen zich aan de wet houden, • Onderhouden van contacten met de scholen, onderwijsinstituten en hulpverleningsorganisaties met betrekking tot de leerplicht en schoolverzuim, • Beoordelen van aanvragen voor extra verlof voor meer dan 10 schooldagen, • Geven van voorlichting en advies met betrekking tot leerplichtaangelegenheden. Als blijkt dat ouders/verzorgers of de directie van de school de leerplichtwet overtreden en daarmee de belangen van de kinderen schaden, kan de leerplichtambtenaar proces-verbaal opmaken.
Extra verlof en verlofregels
46
Het is niet toegestaan de kinderen zonder gewichtige redenen thuis te houden. Wanneer er gewichtige redenen zijn, zijn wij verplicht die te toetsen aan de wettelijke bepalingen. Hieronder leest u de richtlijnen voor verlof buiten de schoolvakanties.
Vakantieverlof Een verzoek om vakantieverlof op grond van artikel 13a van de Leerplichtwet 1969 dient minimaal twee maanden tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Verlof indien: • wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan • een werkgeversverklaring wordt overgelegd waaruit blijkt dat geen verlof buiten de officiële school vakantie mogelijk is. Vakantieverlof mag: • éénmaal per schooljaar worden verleend • mag niet langer duren dan 10 schooldagen • mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar. Gewichtige omstandigheden 10 schooldagen per schooljaar of minder Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen per schooljaar of minder dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: 1. voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; 2. voor verhuizing voor ten hoogste 1 dag; 3. voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende; 4. bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad, duur in overleg met de directeur; 5. bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste 4 dagen; van bloed- of aanverwanten in de 2e graad voor ten hoogste 2 dagen; van bloed- of aanverwanten in de 3e of 4e graad ten hoogste 1 dag; 6. bij 25-, 40- en 50-jarige ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- en 60-jarige huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor 1 dag; 7. voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof.
47
Incidenteel verlof Ook het formulier voor incidenteel verlof voor een bezoek aan de arts, ziekenhuis enz. is bij de stamgroepleider te verkrijgen. Bijzonder verlof begeleiding externe deskundigen Het beleid van het bestuur van Dolfijn is, dat in principe kinderen niet onder schooltijd worden behandeld door externe deskundigen. Het regelmatig afwezig zijn is immers een ongewenste inbreuk op de continuïteit van het lesprogramma. In de volgende situaties geeft het bestuur bij monde van de directeur van Dolfijn toestemming voor afwezigheid voor behandeling onder schooltijd: • Gedurende het traject van onderzoek en diagnose • Indien er sprake is van hulp n.a.v. een medische indicatie • Het starten van een behandeling • Indien er sprake is van een absolute noodsituatie Externe deskundigen die in de klas komen observeren, moeten hiervoor toestemming hebben van de directie. Het schoolbestuur heeft de directie verzocht hier echter zeer terughoudend in te zijn. Gewichtige omstandigheden meer dan 10 schooldagen per schooljaar Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient minimaal 1 maand tevoren via de directeur van de school, bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. Verlof indien de ouders een verklaring van een arts of een maatschappelijk werk(st)er kunnen overleggen waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden.
48
Religieuze feest- en gedenkdagen De leerplicht staat toe dat een leerling op godsdienstige feestdagen zijn godsdienstige verplichtingen vervult, maar de ouders moeten dit ruim van tevoren aan de school laten weten. Als richtlijn voor de duur van het verlof geldt één dag per feest. Voorbeelden: Voor Hindoes: het Divali- en het Holifeest Voor Moslims: het Offer- en Suikerfeest Voor Joden: het Joods Nieuwjaar: de grote verzoendag: Loofhutten, Slot, Paas en Wekenfeest.
Registratie afwezigheid
Waarschuwing
Dagelijks wordt in elke stamgroep een afwezigheidsregistratie bijgehouden. De totaaloverzichten daarvan worden periodiek toegestuurd aan de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. In incidentele gevallen van ongeoorloofd verzuim is er overleg tussen de directeur en deze ambtenaar
De directeur is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen die ouders/verzorgers die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden, zal proces-verbaal worden opgemaakt. Geen reden tot verlof zijn: • Familiebezoek in het buitenland. • Vakantie in een goedkopere periode of in verband met een speciale aanbieding. • Het ontbreken van een andere boekingsmogelijkheid. • Een uitnodiging van vrienden of familie om buiten de normale schoolvakanties op vakantie te gaan. • Eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers) drukte. • Deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband. • Het niet samenvallen van de vakantieperiode met de vakantie van andere kinderen uit het gezin die op een andere school zitten.
Schorsing en verwijdering van kinderen
Dit protocol treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht of waarbij verbaal geweld aan de orde is. Tevens kan tot schorsing/verwijdering worden overgegaan indien de school van mening is dat het niet kan voldoen aan het aanbieden van de noodzakelijke onderwijszorg. Onder ongewenst gedrag verstaat de school: • voortdurend, storend agressief en/of grensoverschrijdend gedrag van de leerling; • bedreigend, agressief, grensoverschrijdend en/of voortdurend storend gedrag van ouders/verzorgers van de leerling. Van belang hierbij is dat gegronde vrees bestaat voor de veiligheid van personeel of andere kinderen of voor de ongestoorde voortgang van het onderwijs. De schoolleiding kan hiertoe aangifte doen bij de politie. Indien sprake is van een ernstig incident of indien handelingsverlegenheid ontstaat zal overleg plaatsvinden tussen de contactpersoon van de school en de directeur. De directeur zal na dit overleg een besluit voor de te volgen procedure nemen. Deze procedure is vastgelegd door het bestuur waarbij ook het mandaat van de
49
betreffende directeur is geregeld. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van de school heeft volgens artikel 12 punt i op deze procedure haar instemming verleend. Er worden 3 vormen van maatregelen genomen: • Time-out • Schorsing • Verwijdering
50
Time-out
Een ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: • In geval van een time-out wordt de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de school ontzegd. De schoolleiding ziet erop toe dat de leerling door ouders/verzorgers wordt opgehaald en dat leerling in geen geval alleen naar huis gaat. Verantwoordelijkheid voor de leerling eindigt na ophalen bij schooldeur. Ouders moeten dit schriftelijk ondertekenen. • Tenzij redelijke gronden zich daartegen verzetten worden de ouders/verzorgers onmiddellijk van het incident en de time-out schriftelijk gemotiveerd op de hoogte gebracht. (zie noot 1). • De time-out maatregel kan eenmaal worden verlengd met één dag. Daarna kan de leerling worden geschorst voor maximaal één week. In beide gevallen dient de school vooraf of – indien dat niet mogelijk is – zo spoedig mogelijk na het effectueren van de maatregel contact op te nemen met de ouders/verzorgers. • De ouders/verzorgers worden op school uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij is de leraar en een lid van de directie van de school aanwezig. • Van het incident en het gesprek met de ouders/verzorgers wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders/verzorgers voor gezien getekend en in het kinddossier opgeslagen. (zie noot 2) • De time-out maatregel kan alleen worden toegepast na goedkeuring door de directie van de school. • De time-out maatregel wordt na toepassing schriftelijk gemeld aan het bevoegd gezag.
Schorsing
Pas bij een volgend ernstig incident, of in het afzonderlijke geval dat het voorgevallen incident zo ernstig is, kan worden overgegaan tot een formele schorsing. De wettelijke regeling voor het Bijzonder/Openbaar* onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: • Het bevoegd gezag van de school wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze maatregel en om goedkeuring gevraagd. • Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk worden er maatregelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces van de leerling gewaarborgd kan worden. (zie noot 3)
• De schorsing bedraagt maximaal 3 weken en kan hooguit 2 maal worden verlengd. (zie noot 4) • De betrokken ouders/verzorgers worden door de directie uitgenodigd voor een gesprek betreffende de maat regel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen. • Van de schorsing en het gesprek met de ouders/verzorgers wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders/verzorgers voor gezien getekend en in het kinddossier opgeslagen. Het verslag wordt ter kennisgeving verstuurd aan: - Het bevoegd gezag - De ambtenaar leerplichtzaken - De inspectie onderwijs Ouders/verzorgers kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk binnen 14 dagen op het beroep.
Noot 1: Als veiligheid voorop staat, en dat zal regelmatig het geval zijn, moet de time-out niet afhankelijk gesteld worden van het contact met de ouders/verzorgers. De vraag blijft dan staan wat er moet gebeuren als de ouders/verzorgers niet te bereiken zijn. Eventueel is het verwijderen uit de klas en opvang elders op school een oplossing. Noot 2: De time-out is geen officieel instrument, maar kan niettemin bruikbaar zijn bij onveilige situaties of bij het herstellen van de rust binnen de school: het is principieel geen strafmaatregel maar een ordemaatregel in het belang van de school; daarom geen aantekening van de time-out maar van het incident in het dossier van het kind. Noot 3: Schorsing mag niet betekenen dat het doen van toetsen (denk aan cito-entree of eindtoetsen) wordt belemmerd. Dit vraagt passende
maatregelen, bijv. het wel tot de school toelaten voor het doen van deze toets. Daarnaast kan het beschikbaar stellen van (thuis) studiemateriaal tot de mogelijkheden behoren.
Noot 4: Wezenlijk is dat de schorsing aan een maximum termijn gebonden is; zij mag geen verkapte verwijdering worden; de termijn is zo gekozen dat in het ernstigste geval de school voldoende tijd ter beschikking heeft om een eventuele verwijderingbeslissing op zorgvuldige wijze voor te bereiden.
51
Verwijdering
Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of de onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering. De wettelijke regeling voor het Bijzonder/Openbaar onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: • Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag. • Voordat men een beslissing neemt, dient het bevoegd gezag de betrokken stamgroepleider en de directie te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt wat aan de ouders/verzorgers ter kennis worden gesteld en door de ouders/verzorgers voor gezien wordt getekend. • Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar - De ambtenaar leerplichtzaken - De onderwijsinspectie • Het bevoegd gezag informeert de ouders/verzorgers schriftelijk en met redenen over het voornemen tot verwijdering, waarbij de ouders/verzorgers gewezen wordt op de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift. • De ouders/verzorgers krijgen de mogelijkheid binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen. • Het bevoegd gezag is verplicht de ouders/verzorgers te horen over het bezwaarschrift. • Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. • Een besluit tot verwijdering is pas mogelijk nadat een andere basisschool of een andere school voor speciaal onderwijs is gevonden om de leerling op te nemen of dat aantoonbaar is dat het bevoegd gezag, gedurende acht weken, er alles aan heeft gedaan om de leerling elders geplaatst te krijgen.
52
Maatregelen ter voorkoming van lesuitval
Ziekte of afwezigheid van stamgroepleiders
De vervanging van stamgroepleiders bij arbeidsduurverkorting (ADV) en nascholing wordt door interne teamleden en vaste vervangers gedaan.
Bij ziekte of afwezigheid van stamgroepleiders proberen we zoveel mogelijk gebruik te maken van beschikbare parttimers of andere invallers. Toch zal het ook voorkomen, dat er geen invallers beschikbaar zijn. Wanneer er geen vervanger aanwezig is, wordt intern naar een oplossing gezocht: A. De groep van de leerkracht wordt over de andere groepen verdeeld. Dit opdelen gebeurt maximaal twee dagen. B. De derde dag worden de kinderen van de zieke groepsleerkracht naar huis gestuurd. Dit wordt een dag van tevoren meegedeeld. C. De vierde en volgende dagen wordt steeds een andere groep uit de bouw naar huis gestuurd. De vrijgekomen groepsleerkracht neemt de groep van de zieke groepsleerkracht over. Ook dit wordt een dag van tevoren meegedeeld. Deze regeling duurt de eerste veertien dagen. Wanneer de ziekte of afwezigheid langer gaat duren, wordt binnen die veertien dagen bekeken of er andere mogelijkheden zijn.
Veiligheidsprotocol
Jenaplan Dolfijn heeft een uitgebreid veiligheidsprotocol. Dit is te downloaden van de website www.obsdolfijn. nl. Hierin staan de protocollen ten aanzien van de fysieke veiligheid op school en de omgeving van de school en de sociale veiligheid (onder andere omgangsregels, pestprotocol). Ook veiligheidsaspecten tijdens binnenen buitenschoolse activiteiten worden hierin genoemd, denk hierbij aan excursies, kamp en leerlingvervoer.
53
Klachtenprocedure
De klachtenprocedure in het kort
Het is voor de school belangrijk dat de kinderen en de ouders/verzorgers tevreden zijn over de kwaliteit van het onderwijs. Toch komt het ook op onze school voor dat u als ouder/verzorger niet tevreden bent over de begeleiding van uw kind of van uzelf. Lukt het niet om in het overleg met de stamgroepleider uw probleem op te lossen of te bespreken, dan kunt u een klacht indienen. De bedoeling van de klachtenregeling is om samen te zoeken naar een oplossing en om gevoelens van ongenoegen en frustratie zo veel mogelijk weg te nemen. Ingediende klachten stelt de school bovendien in staat om maatregelen te treffen die het onderwijs verder kunnen verbeteren. De school heeft een klachtenreglement dat is af te halen bij de directeur. In dit reglement staat uitgebreid beschreven hoe u een klacht kunt indienen bij een teamlid, de directeur of bij het bestuur en hoe deze klacht wordt afgehandeld.
1. Indien een ouder/verzorger een klacht heeft over een dienst van de school dan zal hij/zij de klacht in eerste instantie met de betrokken stamgroepleider en eventueel met behulp van de directeur dienen op te lossen. 2. Indien de klacht niet met de betrokken stamgroepleider kan worden opgelost, of indien het een klacht betreft die niet is terug te brengen op de individuele stamgroepleider, dan zal klager zijn/haar klacht op schrift stellen en deze zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand, aan de directeur doen toekomen. 3. De directeur zal binnen een maand na indiening van de schriftelijke klacht zijn/haar standpunt schriftelijk aan klager kenbaar maken. Een afschrift van de beslissing wordt tevens aan de stamgroepleider toegezonden. 4. Indien klager met het standpunt van de directeur niet instemt, dan kan hij/zij zich wenden tot de algemeen directeur van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland. 5. Informatie omtrent de klachtenprocedure zal door de directeur worden verstrekt.
Indien er een klacht binnen komt gericht aan het bevoegd gezag van de stichting, dan treed de volgende procedure in werking. • Binnen 5 werkdagen bericht van ontvangst van de klacht • Mededeling aan klager, aangeklaagde • Binnen vier weken na ontvangst klacht een hoorzitting; • Binnen vier weken na hoorzitting advies aan bevoegd gezag • Binnen vier weken na ontvangst neemt het bevoegd gezag een besluit op basis van het advies en meldt dit aan: klager, aangeklaagde en de directie van de school.
54
Indien er sprake is van klachten van bijvoorbeeld seksuele intimidatie of discriminerend gedrag dan is de vertrouwenspersoon de aangewezen persoon. Bij agressie of geweld dan wordt het bestuur, vertegenwoordigd door de Algemeen Directeur altijd schriftelijk, benaderd. Dit gebeurt via een contactpersoon van de school die mede zorg draagt voor een zorgvuldige procedureafwikkeling. Voor Dolfijn is dat mevrouw Barbara Pruijt (0343- 533 525). Zij is uitsluitend telefonisch bereikbaar op werkdagen tussen 9.00 uur en 19.00 uur. Mevrouw Pruijt zal u over de te volgen procedure informeren en u daaromtrent adviseren. Het bestuur Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland heeft EDUNIEK (www.eduniek.nl) gecontracteerd om een vertrouwenspersoon te leveren. Deze vertrouwenspersoon wordt afhankelijk van de aard van de melding ingezet. Adres: Tolakkerweg 153, 3738 JL Maartensdijk Het bestuur Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland is aangesloten bij de LKC (landelijke klachten commissie). Deze instantie kan optreden als formele klachtencommissie. Adres: LKC, Polderbaan 15, 3440 AD Woerden, tel: 0340 405 245 Op Dolfijn hechten we belang aan een goed contact tussen leraren en ouders. Contact over de leervorderingen maar ook over gedragsproblemen, eventuele conflictsituaties, de ‘gewone’ stand van zaken gesprekken of zomaar een praatje tussendoor. Ouders worden daartoe op school uitgenodigd, of maken zelf een afspraak. Als het op school goed gaat met uw kind is er minder overleg dan wanneer er extra zorg aan uw kind besteed wordt. Wij houden er rekening mee dat ouders ook zelf initiatief nemen om afspraken met de stamgroepleider van hun kind te maken. Wacht niet af tot er wat fout zit, maar kom met vragen en opmerkingen, ook als het goed gaat. Vaak lukt het niet om onmiddellijk met een leraar te praten, maar het lukt zeker om een afspraak te maken. In een bijzondere situatie is het ook mogelijk om een afspraak te maken met de directeur van de school. In alle groepen vindt het contact over uw kind in principe eerst met de stamgroepleider plaats. Indien nodig kan de bouwcoördinator of de interne begeleider uitgenodigd worden.
55
Klachtenprocedure
Als onderwijsinstelling zijn wij verplicht om een handelingsprotocol te hebben wanneer wij vermoedens hebben van kindermishandeling of huiselijk geweld. Wij informeren u hierbij welke stappen wij als school nemen bij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld. stap 1: in kaart brengen van signalen stap 2: collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van het Advies- en Meldpunt kindermishandeling of het steunpunt Huiselijk Geweld stap 3: gesprek met ouders stap 4: de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling afwegen stap 5: beslissen: hulp organiseren of melden Bij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld hebben wij als school een informatieplicht. Er is een toestemmingsbeginsel van toepassing. Dit betekent dat wij in principe als instelling altijd eerst contact met ouders/verzorgers en het kind zullen opnemen. Wanneer school (directie/leerkracht) inschat dat het noodzakelijk is om ouders niet van te voren op de hoogte te stellen, is het ook mogelijk dit achteraf te doen.
56
Contactgegevens van de school Openbare jenaplanschool Dolfijn Hoofdlocatie, locatie Noord: Weidestraat 1 3971 CH Driebergen-Rijsenburg tel: 0343-513 216 fax: 0343-521 249 e-mail:
[email protected] Nevenlocatie, locatie Zuid: Jagerspad 7 3972 XL Driebergen-Rijsenburg tel: 0343-516 372 fax: 0343-539 854
Postadres: Weidestraat 1 3971 CH Driebergen-Rijsenburg Website: www.obsdolfijn.nl © 2011 OBS Dolfijn, Driebergen-Rijsenburg
Dolfijn Openbare Basisschool voor jenaplanonderwijs