Schoolgids De Kornalijn 2010-2011
Geachte ouder(s)/verzorger(s) en verwijzer(s),
Dit is de schoolgids van De Kornalijn in Bergen op Zoom . U leest deze schoolgids omdat u belangstelling heeft voor onze school of omdat uw zoon of dochter hier onderwijs volgt. Binnen het door het bestuur vastgestelde beleid wordt deze gids jaarlijks uitgewerkt om u de noodzakelijke informatie over onze school te geven. In deze gids kunt u ook lezen wat u van onze school mag verwachten. Wij hopen dat deze gids u kan helpen wegwijs te worden binnen onze school en kan bijdragen aan een goed schooljaar.
Juli 2010 Schoolteam De Kornalijn
1
Inhoudsopgave 1. Het Driespan 1.1 Inleiding 1.2 De missie 1.3 Over het Driespan 1.4 Het management van het Driespan 1.5 De scholen 1.6 De inspectie 1.7 Medezeggenschap 1.8 De oudercommissie 1.9 De ouderbijdrage 1.10 Info niet samenwonende ouders 1.11 Privacy 1.12 Het internetstatuut 1.13 De veiligheid / ARBO 1.14 Kwaliteitszorg 1.15 ESF 1.16 De Driespanacademie 1.17 Schorsing en verwijdering 1.18 Fysiek ingrijpen 1.19 Zorg voor jeugd 1.20 Rookbeleid 1.21 Kledingvoorschriften 1.22 Sponsoring 1.23 Verzekeringen 1.24 Schade 1.25 De klachtenregeling 1.26 Het vervoer 1.27 Verlofregeling en absenties 1.28 Vakantierooster
blz. 3 blz. 3 blz. 3 blz. 4 blz. 6 blz. 8 blz. 9 blz. 9 blz. 9 blz. 9 blz. 10 blz. 10 blz. 11 blz. 12 blz. 12 blz. 13 blz. 13 blz. 15 blz. 15 blz. 15 blz. 16 blz. 16 blz. 17 blz. 17 blz. 17 blz. 19 blz. 20 blz. 21
2. REC IV Meander 2.1 Inleiding 2.2 Met de rugzak naar school 2.3 Indicatiestelling van REC IV Meander - Het Driespan 2.4 REC IV Meander- Het Driespan onderwijs en ambulante begeleiding 2.5 Projecten REC IV Meander – Het Driespan 2.6 Het steunpunt Autisme West Brabant
blz. 22 blz. 22 blz. 23 blz. 26 blz. 28 blz. 29
3. Locatie de Kornalijn Bergen op Zoom SO afdeling 3.1 Algemene gegevens 3.2 Voor welke leerlingen is de Kornalijn? 3.3 Het onderwijs op de Kornalijn 3.4 De leerlingbegeleiding 3.5 De kwaliteitszorg op de Kornalijn 3.6 Regelingen en praktische zaken
2
blz. 31 blz. 33 blz. 35 blz. 40 blz. 45 blz. 46
1
Het Driespan
1.1
Inleiding
De scholen voor speciaal onderwijs (SO) en voortgezet speciaal onderwijs (VSO) van het Regionaal Expertisecentrum cluster 4 (REC 4) in West-Brabant vallen onder het bestuur van de Stichting (voortgezet) speciaal onderwijs REC 4 West-Brabant/ Zeeland: Het Driespan. Samen vormen zij REC 4 Meander, Kamer West-Brabant.
1.2
De missie
Het Driespan biedt gespecialiseerde onderwijszorg aan leerlingen met een gedragsmatige onderwijsbeperking en ondersteunt de ouders van deze leerlingen bij de indicatiestelling en schoolkeuze. Deze missie van Het Driespan vormt het hart van de stichting. Zij geeft aan waar we samen voor staan en vormt de boodschap die we graag willen uitdragen aan alle partners in het onderwijs. Binnen Het Driespan geven we inhoud aan de missie door er kernwaarden aan te verbinden: samen, innovatief, onderscheidend en transparant. Ze vormen de eigenschappen van alle scholen. Eigenschappen die in de praktijk tot uiting komen in onze dagelijkse werkzaamheden. Om het voor medewerkers gemakkelijker te maken om de kernwaarden eigen maken, heeft de stichting zeven gouden regels opgesteld. De zeven gouden regels: Creëer een betrokken omgeving Stimuleer een open communicatie Ontwikkel jezelf en elkaar Werk organisatiebreed samen. Blijf gericht op resultaten en de weg daarnaar toe. Ga altijd uit van mogelijkheden en grijp je kansen. Zet de klant centraal
1.3
Over Het Driespan
Binnen Het Driespan werken we met hart en expertise. Dat is te zien en te voelen. We zijn er trots op onderwijs, begeleiding en ondersteuning te bieden aan onze leerlingen, hun ouders en begeleiders. De gespecialiseerde onderwijszorg wordt aangeboden in scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, maar ook in de vorm van ambulante begeleiding binnen reguliere scholen van het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. 3
Het Driespan zet in op voortdurende verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Alle scholen die onder haar koepel staan werken aan professionalisering. En dat is nodig, want het onderwijs is continu in beweging. Het Driespan is een lerende organisatie en dat betekent dat ieder team en medewerker werkt aan zijn deskundigheid en competenties om alle leerlingen een zo goed mogelijke begeleiding te geven en eigentijds onderwijs tot stand te brengen. In Het Driespan wordt uitgegaan van de gelijkwaardige betekenis van levensbeschouwelijke en maatschappelijke stromingen in de uitvoering van het onderwijs. De normen- en waardenoverdracht is zodanig dat de leerling een eigen levensbeschouwing kan opbouwen en van daaruit een inbreng kan hebben. Acceptatie, respect en begrip voor de levens- en maatschappijbeschouwing van anderen is daarbij uitgangspunt. Wij spelen in op ontwikkelingen door aandachtig stil te staan en te kijken naar de identiteit van onze scholen, naar waar wij samen voor staan. Op die manier weten we ook wat we van elkaar mogen verwachten. Als we een helder beeld hebben van onze eigen organisatie kunnen we vervolgens borgen waar we goed in zijn en verbeteringen aanbrengen waar dat nodig is. Met de expertise die ons onderwijsteam in huis heeft, spelen we een belangrijk rol in het tot stand brengen van „Passend Onderwijs‟ in de regio. Goede samenwerking met ouder(s)/verzorger(s) en zorgpartners is noodzakelijk om de leerlingen die onze school bezoeken zo optimaal mogelijk te kunnen helpen met hun sociaal-emotionele problemen. Door de complexe opdracht waar Het Driespan in toenemende mate mee te maken krijgt, is de laatste jaren gezocht naar samenwerkingspartners om de onderwijsopdracht goed vorm te geven. In West-Brabant zijn die partners vooralsnog niet gevonden. Nu wordt de toenadering gezocht met de vergelijkbare REC 4-organisatie Saltho Onderwijs, die onderdeel uitmaakt van de Koraal Groep in Oost-Brabant. Het Driespan wil met Saltho Onderwijs de krachten te bundelen om tot een breder aanbod te komen en kwaliteit te verbeteren door onderlinge afstemming. Dit in overeenstemming met de geformuleerde visie zoals opgenomen in het bedrijfsplan. De mogelijkheden van een bestuurlijke fusie worden momenteel bestudeerd. Verwacht wordt dat in 2010 hier een besluit over genomen wordt.
1.4
Het management van Het Driespan
Het Driespan wordt aangestuurd door het College van Bestuur die onder toezicht staat van een Raad van Toezicht. Het College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor het beleid in Stichting Het Driespan.
4
College van Bestuur:
Dhr. drs. R.S. Hofkes
Voorzitter Raad van Toezicht:
Dhr. mr. Th.A.G.M. van der Weijden
Het onderwijs wordt verzorgd op dertien scholen die onder de verantwoordelijkheid vallen van acht integraal directeuren. Mevr. S. Vingerhoeds Integraal directeur: Het Aventurijncollege Bergen op Zoom/Halsteren, De Kornalijn, Dhr. N. Jonk Integraal directeur: De Fakkel, De Singel, Het Kristal, Dhr. J. Verdaasdonk Integraal directeur: Het Berkenhofcollege, Het Ginnekencollege, Dhr. I. van Riel Integraal directeur: Het Teslacollege, Het Brederocollege, De Kei Dhr. K. van der Linden Integraal directeur: Het Mozaïekcollege, Het Warandecollege, Dhr. H. Beesems Integraal directeur: De Koperakker Rijsbergen/Oosterhout, Mevr. Y. van Hoof Integraal directeur Regionaal Expertisecentrum. Tevens is er een integraal directeur met de portefeuille kwaliteitszorg. Mevr. Drs. C. Ligt:
Het adres van het College van Bestuur, de Raad van Toezicht en de Integraal Directeuren is: Bestuursbureau Het Driespan Hof van den Houte 91-93, 4873 AZ Etten-leur Telefoon College van Bestuur: 076 - 5025990 Telefoon Integraal Directeuren: 076 - 5039210 fax: 076 - 5025999 e-mail:
[email protected] website: www.hetdriespan.nl
Op de schoollocaties zijn onderwijskundig locatiemanagers (OLM) verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding en de leerlingbegeleiding. Zij kunnen in hun werkzaamheden bijgestaan worden door intern begeleiders/leerlingbegeleiders.
5
1.5
De scholen
Het Driespan heeft dertien scholen in West-Brabant.
Scholen voor speciaal onderwijs (4 tot en met 12 jaar) De Fakkel Van Goghlaan 8, 4703 JB ROOSENDAAL telefoon: 0165 - 538151 e-mail:
[email protected]
De Kei: Poolseweg 190, 4818 CG BREDA telefoon: 076 – 5249785 e-mail:
[email protected]
De Koperakker: *locatie: Montenslaan 2a, 4891 SN RIJSBERGEN telefoon: 076 - 5963345 e-mail:
[email protected] *locatie: Muldersteeg 3, 4901 ZG Oosterhout telefoon: 076 – 5963345 e-mail:
[email protected]
De Kornalijn: Guido Gezellelaan 18, 4624 GM BERGEN OP ZOOM Postbus 851, 4600 AW Bergen op Zoom telefoon: 0164 - 245853 e-mail:
[email protected]
Het Kristal: Raaimoeren 17, 4824 KA BREDA telefoon: 076 - 5493005 fax: 076 - 5496005 e-mail:
[email protected]
De Singel: Adriaan van Bergenstraat 428, 4811 SZ BREDA telefoon: 076 - 5231999 fax: 076 - 5201285 e-mail:
[email protected]
6
Scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (vanaf 12 jaar) Het Aventurijncollege: *locatie: Guido Gezellelaan 20, 4624 GM Bergen op Zoom Postbus 851, 4600 AW Bergen op Zoom telefoon: 0164-260744 e-mail:
[email protected] *locatie: Reigerlaan 72, 4661 AE Halsteren Postbus 851, 4600 AW Bergen op Zoom telefoon: 0164 - 273340 e-mail:
[email protected]
Het Berkenhofcollege: Galderseweg 87, 4836 AD BREDA telefoon: 076 - 5658455 fax: 076 - 5659865 e-mail:
[email protected]
Het Brederocollege: *Locatie: Brederostraat 35, 4819 HG BREDA telefoon: 076 - 5233636 e-mail:
[email protected] *Locatie: Nansenweg 17, 4812 CH BREDA telefoon: 076 - 5153890 e-mail:
[email protected]
Het Ginnekencollege: Galderseweg 7, 4836 AB BREDA postbus 4737, 4803 ES BREDA telefoon: 08807 - 18445 fax: 08807 - 18388 e-mail:
[email protected]
Het Mozaïekcollege: Charitasstraat 8, 4702 ZM Roosendaal telefoon: 0165 - 547376 fax: 0165 - 527598 e-mail:
[email protected]
Het Teslacollege: Tijdelijk van juni tot december: Jacob Catssingel 10, 4819 HC BREDA Twikkelstraat 61, 4834 LL BREDA telefoon: 076 - 5653375 e-mail:
[email protected]
Het Warandecollege: Bredaseweg 140, 4904 SC OOSTERHOUT telefoon: 0162 - 453749 fax: 0162 - 458973 e-mail:
[email protected] 7
Regionaal Expertisecentrum ● Integraal directeur
Mevr. Y. van Hoof
Het Steunpunt Autisme, de coördinatie van de projecten Herstart en Op de Rails en het aanmeldpunt REC 4 Meander, Kamer West-Brabant vallen onder directe verantwoordelijkheid van de integraal directeur REC. De aansturing van de Dienst Ambulante Begeleiding wordt verzorgd door een teamleider Basis Onderwijs, een teamleider Voortgezet Onderwijs en een teamleider Middelbaar Beroeps Onderwijs. ● Afdeling Aanmelding, Indicatiestelling en Plaatsing Hof van den Houte 61, 4873 AZ ETTEN-LEUR telefoon 076-5025990 fax 076-5025999 e-mail
[email protected] ● Dienst Ambulante Begeleiding Hof van den Houte 61, 4873 AZ ETTEN-LEUR Telefoon 076-5025991 e-mail
[email protected] ● Regionaal Coördinatiepunt Projecten Herstart en Op De Rails Hof van den Houte 61, 4873 AZ ETTEN-LEUR telefoon 076-5025990 fax 076-5025999 e-mail
[email protected]
● Steunpunt Autisme West-Brabant Riethil 12, 4825 AP BREDA telefoon e-mail:
1.6
076-5717144
[email protected]
De inspectie
De scholen van Stichting Het Driespan vallen onder de inspectie van de Regionale Expertise Centra (REC). Als er vragen zijn over het onderwijs in het algemeen of de inspectie in het bijzonder kunt u die richten aan de Inspectie van het onderwijs. Inspectie van het onderwijs Postbus 51
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 - 8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 - 111 3 111 (lokaal tarief)
8
1.7
Medezeggenschap
Binnen Het Driespan is een bovenschoolse Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) ingesteld. Op de locaties zijn er deelraden (DR). De GMR behandelt bovenschoolse zaken en heeft hierover instemmingsrecht of adviesrecht. De deelraad heeft instemmingsrecht of adviesrecht bij beleidszaken die betrekking hebben op de desbetreffende locatie. Een DR wordt gevormd door ouders en personeelsleden van een locatie. Ouders en personeelsleden kunnen zich aan het begin van het schooljaar verkiesbaar stellen. De zittingsperiode geldt (indien mogelijk) voor drie jaar. De GMR wordt gevormd door een afvaardiging van de personeels- en de oudergeleding van de deelraden en komt maandelijks bijeen. De deelraden hebben hun advies/instemmingsrecht voor bovenschoolse zaken gedelegeerd aan de GMR.
1.8
De Oudercommissies
Op verschillende locaties zijn oudercommissies ingesteld. De oudercommissie probeert de belangen van u en de kinderen goed onder de aandacht te brengen bij het management en het schoolteam. De oudercommissie heeft haar inbreng bij het organiseren van en assisteren bij vieringen, uitstapje, sportdag enz., maar ook door het verrichten van hand- en spandiensten.
1.9
De ouderbijdrage
Niet alle kosten die de school maakt, worden gesubsidieerd: te denken valt aan de schoolreis, Sinterklaas, de vieringen, excursies of een traktatie. Hiervoor wordt een bijdrage gevraagd van € 30,- per schooljaar. Deze gelden worden besteed aan activiteiten voor de leerlingen. Hoewel het een vrijwillige bijdrage betreft, wordt toch nadrukkelijk verzocht deze bijdrage te betalen om deze speciale activiteiten te kunnen regelen.
1.10 Informatieverstrekking aan niet samenwonende ouders In het geval dat de ouders van een leerling niet samenwonen is het soms onduidelijk hoe de communicatie van school en ouders het beste georganiseerd kan worden. Meestal gaat het kind bij één van de ouders wonen en heeft de andere ouder een omgangsregeling met het kind. We spreken dan over een verzorgende en een niet verzorgende ouder. De scholen van het Driespan hebben afspraken gemaakt betreffende het verstrekken van informatie aan beide ouders. Bij gezamenlijk ouderlijk gezag hebben beide ouders evenveel recht op schoolinformatie. Het is de plicht van de verzorgende ouder om de andere op de hoogte te houden van
9
belangrijke zaken die hun kind betreffen, dus ook alle verslagen te verstrekken over de schoolontwikkeling van het kind. Mocht door omstandigheden dit niet gebeuren dan kan de niet verzorgende ouder alsnog de school verzoeken om informatie over de schoolontwikkeling van de zoon of dochter te geven. De school zal dan deze gegevens „moeten‟ verstrekken, maar er zal altijd een verzoek aan vooraf moeten gaan. Daarnaast zal de school de andere ouder hierover inlichten. Op basis van een schriftelijk verzoek kan de niet verzorgende ouder belangrijke informatie van de school zoals de schoolgids, de schoolkalender en uitnodigingen voor ouderavonden of leerlingbesprekingen per post of per e-mail ontvangen. Het feit dat de verzorgende ouder bezwaar heeft tegen informatie verschaffing aan de andere ouder, mag voor de school geen reden zijn om de gevraagde informatie niet te verschaffen. De school is verplicht om twee aparte gesprekken te organiseren als beide ouders over hun kind willen komen praten maar niet samen.
In het geval een ouder niet het ouderlijk gezag heeft kan deze contact opnemen met de school om de belangrijkste zaken omtrent de ontwikkelingen van het kind op school te bespreken. Dit onder voorbehoud dat het belang van het kind niet wordt geschaad of dat de rechter anders besloten heeft. De andere ouder zal over dit verzoek geïnformeerd worden. Voor vragen kan contact opgenomen worden met de onderwijskundig locatiemanager.
1.11 Privacy Ter waarborging van privacy van zowel personeelsleden, leerlingen en hun ouder(s)/verzorger(s) is een privacyreglement opgesteld, dat op te vragen is bij de school.
1.12 Het internetstatuut Behalve de geweldige mogelijkheden van het internet kunnen er door het gebruik van internet ook vervelende situaties ontstaan. Vandaar dat we het gebruik van internet in de school aan regels gebonden hebben. Het internetstatuut van Het Driespan regelt de rechten en plichten met betrekking tot het internetgebruik van de leerlingen en de school. Rechten en plichten leerlingen en school De school zal de leerlingen in een zo veilig mogelijke omgeving voor internet en e-mail laten werken en goede voorlichting geven over veilig internet gebruik. De leerlingen zijn verantwoordelijk voor het goed gebruik van het schoolnetwerk. De leerling is verantwoordelijk voor het bezoeken van sites, het aangaan van services, het gebruik van externe systemen en de communicatie met personen op het internet. De leerling is uiteraard verantwoordelijk voor zijn/haar acties op het internet en voor de eigen inlog gegevens.
10
De school behoudt zich het recht voor om opgeslagen gegevens en eventueel emailverkeer op het schoolnetwerk te controleren. Het recht op toegang tot het netwerk kan worden ingetrokken in het geval van misbruik van het netwerk. Regels gericht op Netiquette - geen racistische, seksueel intimiderende, discriminerende of anderszins beledigde uitingen - leerlingen nemen geen identiteit aan die misleidend is voor de personen tot wie zij zich richten - leerlingen maken geen inbreuk op intellectuele eigendomsrechten van derden. Regels die te maken hebben met het gebruik - Het netwerk en internet worden alleen gebruikt voor educatieve doeleinden. Dit betekent dat downloaden van muziek of films e.d. niet is toegestaan. - Geen koop- en verkoop handelingen zijn toegestaan. - Wachtwoorden e.d. zijn strikt persoonlijk. - Sites die obsceen zijn, tot haat opruien of anderszins aanstotende informatie geven zijn verboden - en dergelijke informatie wordt niet verzonden of ontvangen. - Er worden geen afspraken gemaakt voor ontmoetingen met personen die men via internet heeft leren kennen. - Chatten wordt niet toegestaan. - Leerlingen krijgen geen eigen school-emailadres. Het gebruik van een webmailadres is binnen school niet toegestaan. Het volledige „Internetstatuut‟ kan worden opgevraagd bij de locatie.
1.13 De veiligheid/ARBO Binnen Het Driespan wordt veel aandacht besteed aan veiligheid van leerlingen en medewerkers. Zo is er op alle locaties een risico inventarisatie onderzoek verricht: „Risico Inventarisatie & -Evaluatie‟. Naar aanleiding van dit onderzoek is een plan van aanpak gemaakt wat inmiddels voor een groot deel is uitgevoerd. Op alle locaties zijn bedrijfshulpverleners (BHV) aanwezig die regelmatig bij- en nascholingscursussen volgen. Op de locaties worden ontruimingsoefeningen gehouden. In het geval van een letsel of een incident met een leerling worden de ouder(s)/verzorger(s) per ommegaande op de hoogte gesteld. Incidenten waarbij een leerling of medewerker letstel heeft opgelopen of op had kunnen lopen worden geregistreerd. Vanaf het moment van aankomst waarop een leerling door de taxichauffeur of ouder(s)/verzorger(s) aan de medewerkers van de school wordt overgedragen tot het moment bij vertrek waarop de verantwoordelijkheid over de leerling weer wordt overgedragen, is iedere leerling onder toezicht van medewerkers van de school. Op alle scholen van Het Driespan maken lesprogramma‟s ter stimulering van de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerlingen een belangrijk onderdeel uit van het onderwijsprogramma. Hierin wordt uitgebreid gewerkt aan het creëren van sociale veiligheid en een goede en respectvolle omgang met elkaar.
11
Tijdens deze lessen wordt preventief gewerkt aan het voorkomen van pesten. In het geval er sprake is van pestgedrag wordt dat binnen deze lessen met de leerlingen besproken en begeleid. Als dit onvoldoende helpt wordt er een specifiek plan van aanpak opgesteld.
1.14 Kwaliteitszorg Het verbeteren en in stand houden van de eigen kwaliteit is een belangrijke opdracht van een school. De onderwijsinspectie controleert of de kwaliteit voldoende is. De inspectie let daarbij op: Het wettelijk kader, Onderwijs en leren, Zorg voor kwaliteit en Opbrengsten. De kwaliteitszorg van Het Driespan richt zich op de diverse beleidsterreinen en de samenhang ertussen. Binnen Het Driespan worden aanwezige kwaliteiten zorgvuldig geborgd. Verbeteringen worden op een resultaatgerichte wijze aangepakt, in een cyclus van plannen maken, uitvoeren, evalueren en bijstellen. Dit wordt vormgegeven door het werken met een bedrijfsplan, schoolplannen, jaarplannen en managementcontracten. Het jaarplan van de school geeft sturing aan de ontwikkelingen die zij het komende jaar gaat uitvoeren. Het jaarplan wordt gevormd door het maken van een analyse van de verschillende bronnen waaruit informatie verkregen wordt over de verbeteringen die de school en/of de stichting in gang zal moeten gaan zetten of over de kwaliteiten die ze borgen. Het Driespan heeft kwaliteitskaarten ontworpen waarin aangegeven staat wat onze visie op „goed onderwijs‟ is. Op bovenschools niveau is hiermee vastgesteld aan welke criteria de scholen van Het Driespan moeten voldoen. Daarnaast zijn de kwaliteitskaarten aangevuld met locatiespecifieke indicatoren. Deze zijn voortgekomen uit het vastgestelde onderwijsprofiel van de desbetreffende locatie. Dit heeft als resultaat dat zowel op stichting- als op schoolniveau vastgesteld is wat wij verstaan onder „goed onderwijs‟ en waarop we sturen. De kwaliteit van het onderwijs op de scholen wordt getoetst door het uitvoeren van een interne audit (interne kwaliteitsmeting) aan de hand van de kwaliteitskaarten. Met de audit wordt de kwaliteit van het primaire proces getoetst en geëvalueerd. Daarnaast wordt met betrekking tot de kwaliteit van „goed onderwijs‟ via de audit verantwoording afgelegd op de punten: Doen wat je zegt De goede dingen doen. De goede dingen zeggen De resultaten van de audits worden weer verwerkt in het meerjarenplan en het jaarplan van de school.
1.15 ESF Het Driespan maakt sinds 2008 gebruik van subsidie uit het Europees Sociaal Fonds om de afstand tot de arbeidsmarkt voor zijn leerlingen te verkleinen of de doorstroming naar het MBO te verbeteren. Vooral voor cluster 4 leerlingen is het van groot belang dat ze goed voorbereid worden op deelname aan het vervolgonderwijs en de maatschappij
12
Dankzij deze subsidie zijn tal van activiteiten opgestart waardoor voor leerlingen er een goed toekomstperspectief kan gaan ontstaan. Voorbeelden zijn: Arbeidskundig onderzoek: Veel leerlingen hebben een arbeidskundig onderzoek ondergaan waardoor er zicht gekomen is op hun competenties in relatie tot de arbeidsmarkt. Door dit inzicht is het voor de school mogelijk om het lesprogramma nauwkeurig op de behoefte van de leerling aan te passen. Ook de leerling ziet meteen wat zijn/haar sterke kanten zijn en welke kanten nog ontwikkeld moeten worden. Leerwerkplaatsen: In nauwe samenwerking met de Stichting Sterk in Werk uit Boxtel zijn leerwerkplaatsen in West-Brabant opgezet. Hier oefenen leerlingen algemene werknemersvaardigheden. Stages: De stages van de leerlingen van het Driespan worden begeleid door jobcoaches die de overgang van school naar werk begeleiden en de leerling ook na het verlaten van de school op zijn/haar werkplek blijft begeleiden. Branchegerichte activiteiten: Leerlingen kunnen op een deelgebied een certificaat halen wat door een branchevereniging erkend is. Hiermee kunnen ze aan werkgevers laten zien dat ze beschikken over een deeldiploma dat in Nederland geldig is. Als voorbeelden kunnen genoemd worden het omgaan met motorgereedschap in de tuin, een veiligheidscertificaat (VCA), schoonmaak enz. Netwerkvorming: Door een groot netwerk van bedrijven en instellingen, gemeentes enz. is het mogelijk om voor elke leerling wel een plekje te vinden als deze wil gaan werken. Ook doorplaatsing naar andere onderwijsvormen valt hieronder. Het personeel wordt extra geschoold om onze leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op die naschoolse periode. Zo zijn meerdere leerkrachten opgeleid tot arbeidskundig onderzoeker MELBA waardoor op elke VSO locatie arbeidskundig onderzoek door het eigen personeel gedaan kan worden.
1.16 De Driespan Academie Om meer opleidingskansen te creëren en in te springen op de opleidingsbehoefte van medewerkers, heeft de stichting een „Driespan Academie‟ opgericht. Dit opleidingsinstituut biedt onze medewerkers de gelegenheid nieuwe wegen in te slaan of verdieping aan te brengen in eigen kennis. Elk ontwikkeltraject is afgestemd op de competenties en talenten van de medewerker en de opdracht die hij heeft in Het Driespan. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van competentieprofielen die behoren bij ieders functie en sluit tegelijkertijd aan bij de strategische ontwikkeling van de organisatie. Alle activiteiten die binnen de Driespan Academie plaatsvinden, passen dus binnen de kaders van het strategisch beleid. De Driespan Academie is opgezet in samenwerking met opleidingsinstituut Via Vinci in Breda van IMAGO. Dit opleidingsinstituut bewaakt de kwaliteit van het hele professionaliseringstraject van Het Driespan. De komende vier jaar ontwikkelt Het Driespan opleidingen op maat voor al haar medewerkers.
1.17 Schorsing en verwijdering De REC 4 scholen worden bezocht door leerlingen met forse sociaal-emotionele problemen hetgeen zich kan uiten in verschillende gedragsvormen. Hierbij constateren we dat sommige leerlingen regelmatig een grens overschrijden. Zij kunnen daarbij door
13
hun gedrag een bedreiging zijn voor zichzelf, voor anderen en hun nabije omgeving. Dit kan leiden tot schorsing en/of verwijdering.
Schorsing Een schorsing wordt uitgesproken door de integraal directeur op voorspraak en in overleg met de onderwijskundig locatiemanager en nadat de ouders van de betreffende leerling geïnformeerd zijn. Bij schorsing is het gevolg dat een leerling de toegang tot de school ontzegd wordt gedurende een bepaalde tijd, waarbij een maximum geldt wat betreft de tijdsduur. Het besluit tot schorsing dient tevens schriftelijk en met redenen omkleed gestuurd te worden naar de ouders, in afschrift aan de inspecteur en de ambtenaar leerplicht. Gedurende de schorsing biedt het bestuur aan om uw dochter/zoon huiswerk toe te sturen en de mogelijkheid overleg te voeren met de leerkracht om leerachterstand te voorkomen. Na afloop van de schorsing dient een gesprek plaats te vinden tussen onderwijskundig locatiemanager, ouders en leerling. Dit is een voorwaarde alvorens de leerling op school kan terugkeren. Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat een schorsing een zwaar sanctiemiddel is. De maximumduur van een schorsing is vijf schooldagen. Tot schorsing wordt overgegaan in de volgende gevallen: - indien er een direct bedreigende en/of intimiderende situatie ontstaan is waardoor veiligheid in het geding komt. - bij bezit van vuurwerk, verdovende middelen, wapens. - indien een leerling onder invloed van middelen is (zoals drugs en alcohol) - bij fysiek dan wel verbaal grensoverschrijdend gedrag. - bij langdurig negatief gedrag of structureel wangedrag, zonder zicht op verbetering. - bij gedrag dat in strijd is met de geldende wet- en regelgeving. Voor de officiële wettekst betreffende toelating en verwijdering verwijzen we u naar artikel 40 en 61 van de WEC-wet (www.inclusiefonderwijs.nl/, knop “links”/kopje wetgeving/wec.pdf).
Verwijdering Een verwijdering kan alleen uitgesproken worden door het bevoegd gezag. Een verwijderingprocedure valt onder het bestuursrecht en derhalve kunnen ouders in beroep gaan. Tot verwijdering kan worden overgegaan indien: - er sprake is van voortdurend, storend of agressief gedrag van de leerling waarbij er gegronde vrees is ontstaan voor de veiligheid van het personeel of de andere leerlingen en waarbij herhaling niet is uitgesloten - er sprake is van bedreigend of agressief gedrag van ouders/verzorgers van de leerling waarbij er gegronde vrees is ontstaan voor de veiligheid van het personeel of de andere leerlingen en waarbij herhaling niet is uitgesloten - Een leerling binnen een kalenderjaar (gerekend vanaf de eerste schorsing) drie schorsingen heeft gekregen. - Een leerling binnen de school handelt in verdovende middelen of wapens. - Bij gedrag dat in strijd is met de geldende wet- en regelgeving Gedurende een verwijderingsituatie kan de leerling de toegang tot de school ontzegd worden (schorsen). Een dergelijke schorsing is dan op te vatten als een tijdelijke verwijdering, voorafgaand aan een definitieve verwijdering.
14
Vanuit dit beleid is het zaak om per geval een oordeel te vellen en te komen tot een uitspraak. Elk geval staat namelijk op zichzelf. Bij het uiteindelijk bepalen van het oordeel dienen in ieder geval de volgende factoren aan bod te zijn gekomen: - Leeftijd en begaafdheid van de leerling. - De centrale problematiek van de leerling zoals die beschreven staat in het dossier. De context van het gebeuren. - De mogelijke recidive.
1.18 Fysiek ingrijpen Het Driespan wordt bezocht door leerlingen met forse sociaal-emotionele problemen hetgeen zich kan uiten in verschillende gedragsvormen. Hierbij constateren we dat sommige leerlingen soms een grens overschrijden. Zij kunnen daarbij door hun gedrag een bedreiging zijn voor zichzelf, voor anderen en hun nabije omgeving. Wij zijn van mening dat het niet acceptabel is dat wij kinderen lichamelijk en/of verbaal zo tegemoet treden dat zij daardoor gekwetst worden. Dit neemt echter niet weg dat het soms toch onvermijdelijk is om fysiek in te moeten grijpen als een leerling de confrontatie zoekt met anderen en/of gebouw en meubilair bedreigt dan wel beschadigt.
1.19 Zorg voor Jeugd Het Driespan is aangesloten bij het signaleringssysteem „Zorg voor Jeugd‟. Dit signaliseringssysteem is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en waar nodig de coördinatie van zorg te organiseren. Op deze manier worden problemen vroegtijdig aangepakt en kan escalatie waar mogelijk worden voorkomen. Tevens wordt in het belang van kind en ouders/verzorgers hierdoor de hulp ook beter op elkaar afgestemd. Het signaleringssysteem „Zorg voor Jeugd‟ is beschikbaar gesteld door de gemeente. De gemeente heeft vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) de taak om problemen bij jeugdigen te signaleren en coördinatie van zorg te organiseren. Binnen Het Driespan kunnen onderwijskundig locatiemanagers en maatschappelijk werkers zorgsignalen afgeven in „Zorg voor Jeugd‟. Zo‟n signaal geven zij alleen af, nadat zij de jeugdige en/of zijn ouders/verzorgers hierover hebben geïnformeerd. Bij het afgeven van een signaal wordt geen inhoudelijke informatie geregistreerd. In het systeem komt alleen te staan dat er zorgen zijn over een jeugdige. Als er twee of meer signalen in het systeem staan over dezelfde jeugdige, dan wordt automatisch een ketencoördinator aangewezen. Deze ketencoördinator is een professional van een hulpverleningsorganisatie die inventariseert wat er aan de hand is met de jeugdige en of het nodig is om in overleg met de betrokken partijen een hulpverleningsplan op te stellen. Meer informatie over „Zorg voor Jeugd‟ is te vinden op www.zorgvoorjeugd.nu.
1.20 Rookbeleid Vanaf 01-01-1990 is de wet van kracht geworden dat er in openbare gebouwen een rookverbod geldt. In het verlengde van deze wetgeving geldt dat er een algeheel
15
rookverbod is in de schoolgebouwen van Het Driespan. Tevens geldt de afspraak dat ook buiten in het bijzijn van de leerlingen niet gerookt wordt. Op VSO-locaties wordt op deze regel een uitzondering gemaakt voor leerlingen vanaf 16 jaar. Met een ondertekende toestemmingsverklaring van hun ouder(s)/verzorger(s) mogen zij op een speciaal daarvoor aangewezen plek buiten het gebouw roken. Per locatie zijn daar specifieke afspraken over gemaakt.
1.21 Kledingvoorschriften Het Driespan vindt dat zowel haar medewerkers als haar leerlingen representatief op school verschijnen en naar buiten treden en dat leerlingen zich realiseren dat kleding ook een onderdeel is van respectvol gedrag. Bovendien gelden voor leerlingen de volgende voorschriften: Piercings en oorbellen zijn toegestaan, maar moeten zelfstandig uitgedaan kunnen worden; De buik is bedekt door kleding; Ondergoed is niet aanstootgevend zichtbaar; Shirts, hemden en topjes die transparant zijn of waarbij een makkelijke inkijk onvermijdelijk is, zijn niet toegestaan voor alle VSO leerlingen en de oudste SO leerlingen; Bij korte rokjes dienen VSO leerlingen en de oudste SO leerlingen inkijk te voorkomen; Petten, hoofddeksels en handschoenen zijn in school niet toegestaan (hieronder wordt geen hoofddoek verstaan); Er wordt geen gezichtsbedekkende kleding gedragen (Het Driespan is van mening dat, mede gelet op onze doelgroep, een zichtbaar gelaat een voorwaarde is om te komen tot communicatie); Er worden liever geen teen- of badslippers gedragen.
1.22 Sponsoring Bij wijze van uitzondering maken de scholen van ´Het Driespan´ gebruik van sponsoring. Dat kan een uitkomst zijn om extraatjes van te betalen. Maar er zijn ook risico´s aan verbonden. Leerlingen zijn een kwetsbare groep. Ze zijn gemakkelijk te beïnvloeden. Het is dus belangrijk dat sponsoring zorgvuldig gebeurt en met goede afspraken. Deze afspraken worden vastgelegd in het sponsorbeleid.
De drie belangrijkste afspraken zijn: 1. Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van de leerlingen. Het moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. 2. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen 3. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit beïnvloeden dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het
16
onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen
1.23 Verzekeringen Het Driespan heeft met betrekking tot haar aansprakelijkheid verzekeringen afgesloten. De „Aansprakelijkheidsverzekering‟ dekt de aansprakelijkheid die voortvloeit uit het onrechtmatig of nalatig handelen van de school en/of haar personeel en stagiaires. Ook de aansprakelijkheid van de bestuurder is verzekerd. De „Schoolongevallenverzekering‟ verzekert zowel leerlingen als personeel bij ongevallen op school. Verder is er een „Doorlopende reisverzekering‟ van toepassing bij een schoolreis, kamp, excursie of dienstreis.
1.24 Schade Voor schade die ontstaat door leerlingen zijn de ouder(s)/verzorger(s) aansprakelijk. Leerlingen vanaf 16 jaar zijn volledig aansprakelijk te stellen. (Artikel 6:169, Burgerlijk Wetboek).
Alle schade die door een leerling aan gebouwen (bijv.glasschade), meubilair (bijv. schade aan een bureautje) of andermans eigendom (bijv. auto/fiets) wordt toegebracht, wordt op kosten van de ouder(s)/verzorger(s)/verzorger(s) hersteld! Indien een leerling voor schade aansprakelijk wordt gesteld, zal de groepsleerkracht dit direct aan de ouder(s)/verzorger(s) melden. De rekening van het herstellen van de schade wordt vervolgens naar het adres van de betreffende ouder(s)/verzorger(s) gezonden. Indien u een W.A.P. verzekering (Wettelijke Aansprakelijkheid Particulieren) heeft, kunt u proberen het bedrag terug te vorderen. De school kan dus géén wettelijke aansprakelijkheid aanvaarden voor schade door leerlingen aan zichzelf of anderen/andermans eigendom toegebracht. Ze vergoedt dus géén materiële kosten.
1.25 De klachtenregeling Als er een klacht is, vindt Het Driespan het belangrijk dat de „klager‟ deze eerst bespreekt met degene tegen wie de klacht gericht is of met de leiding van de school. Op deze manier kan dan geprobeerd worden om tot een goede afwikkeling van de klacht te komen waarmee alle partijen tevreden zijn. Eventueel kan er voor gekozen worden om hierbij de interne contactpersoon (vertrouwenspersoon) of de externe vertrouwenspersoon in te schakelen. In het geval van een klacht met betrekking tot een leerling zijn de ouder(s), verzorger(s) en/of voogd de gesprekspartners van de school Als goed onderling overleg echter niet tot stand komt, of niet met het gewenste resultaat, of als de klacht te ernstig is voor bemiddeling dan kan er bij één van de betrokken partijen de behoefte zijn om een klacht in te dienen. De interne klachtenregeling biedt in dat geval een handreiking aan de betrokkenen. De regeling verschaft duidelijkheid over regels en afspraken in geval van een klacht, voorziet in een zorgvuldige behandeling
17
van klachten, geeft termijnen waarbinnen de onderwijslocatie of de afdeling moet reageren en geeft informatie over de procedure. De regeling geeft tevens aan hoe de interne klachtenprocedure aansluit op de externe klachtenprocedure. Als aan het eind van de interne klachtenprocedure geen bevredigend antwoord op de klacht is verkregen, dan staat de weg open naar behandeling van de klacht door de externe klachtencommissie. De adressen van deze landelijke commissie (LKC) treft u aan in de klachtenregeling. Interne contactpersoon Op iedere locatie is er tenminste één contactpersoon met wie de klacht besproken kan worden. De contactpersoon is een medewerker van de school en verwijst de klager indien nodig naar de externe vertrouwenspersoon. Externe vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon bespreekt de klacht met de klager en gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure. De externe vertrouwenspersoon is geen medewerker van Het Driespan. Landelijke klachtencommissie U kunt een klacht rechtstreeks of via het schoolbestuur schriftelijk bij de LKC indienen. De externe vertrouwenspersoon kan u daarbij behulpzaam zijn als u dat wenst. Ongewenste intimiteiten Op grond van de Wet op het Onderwijstoezicht kent de inspectie vertrouwensinspecteurs die fungeren als aanspreekpunt bij klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, fysiek geweld en psychisch geweld. Wat seksueel misbruik betreft zijn scholen wettelijk verplicht contact op te nemen met de inspectie. Vertrouwensinspectie / Inspectie van het Onderwijs 0900-1113111
Namen en adressen m.b.t. de Klachtenregeling Bevoegd gezag College van Bestuur Stichting (Voortgezet) Speciaal Onderwijs REC-4 WestBrabant/Zeeland ‟Het Driespan‟: Dhr. R.S. Hofkes Hof van den Houte 61, 4873 AZ Etten-Leur 076-502 59 90 Integraal directeur Mevr Sacha Vingerhoeds Onderwijskundig Locatiemanager Mevr Jessy de Leede Eenschoten Contactpersoon locatie De Kornalijn Mevr Saskia de Boer
18
Vertrouwenspersoon (voor alle voorkomende zaken met een focus op ongewenst gedrag) Mevr. M.H. Boogaards Mad. Curieplein 5, 4834 XS BREDA 076-5640614 Landelijke Klachtencommissie Postbus 162, 3440 AD Woerden tel: 0348-405245 fax: 0348-405244 website: www.lgc-lkc.nl e-mail:
[email protected] NB De volledige klachtenregeling is op te vragen bij de school.
1.26 Het vervoer Het vervoer van en naar school (externe leerlingen) gebeurt op eigen gelegenheid of per kleine bus of taxi. Als het kind geplaatst wordt op een school van Het Driespan bepaalt de woongemeente op welke manier het vervoer dient te gebeuren. De gemeente betaalt het vervoer en is tevens verantwoordelijk voor de kwaliteit van het vervoer. Afhankelijk van het inkomen kan de gemeente een beperkte eigen bijdrage vragen. Het vervoer van de leerlingen is een verantwoordelijkheid van de ouder(s)/verzorger(s) en de gemeente. In goed samenspel tussen vervoerder en ouder(s)/verzorger(s) dient bewaakt te worden dat de leerling veilig en prettig van en naar de school kan reizen. Dit is vastgelegd in een zogenaamd vervoersreglement. De ouder(s)/verzorger(s) dienen een aanvraag voor vervoer van hun zoon/dochter in bij de gemeente in de woonplaats van de betreffende leerling. De ouder(s)/verzorger(s) kunnen hiervoor telefonisch contact opnemen met de ambtenaar leerlingenvervoer in de plaatselijke gemeente. De school kan de vervoerder adviseren over de gang van zaken tijdens het vervoer. Het vervoer van het kind dient tijdig geregeld te worden. Er zijn diverse afspraken gemaakt tussen de gemeenten en de vervoersbedrijven. Ouder(s)/verzorger(s) van interne leerlingen, kunnen een beroep doen op de vervoerskostenregeling weekend/vakantievervoer. Zij dienen zich in verbinding te stellen met de gemeente van inwoning, afd. Onderwijs. Ingeval van klachten over het vervoer kan dit altijd met de chauffeur of het vervoersbedrijf besproken worden. Mocht dit niet tot een oplossing leiden dan kunnen de ouder(s)/verzorger(s) contact opnemen met de gemeente. In het geval er een weeralarm wordt afgekondigd volgt de school de besluitvorming van de ouder(s)/verzorger(s) of het taxibedrijf of een leerling eerder door hen wordt opgehaald of op de gewone vertrektijd.
19
1.27 Verlofregeling en absenties Verlof wegens bijzondere omstandigheden Ons bereiken regelmatig verzoeken voor verlof van leerlingen buiten de schoolvakanties wegens bijzondere omstandigheden. Wanneer de ouder(s)/verzorger(s) zo'n verzoek indienen, is daar beslist een goede reden voor. Dit verzoek dient schriftelijk ingediend te worden bij de onderwijskundig locatiemanager en die beoordeelt of dit verlof toegekend kan worden. De Leerplichtwet schrijft voor dat dit verlof alleen toegekend mag worden op grond van „gewichtige omstandigheden‟. Dit begrip moet zeer beperkt worden uitgelegd (bijv. bezoek arts, huwelijksfeest aanverwanten, begrafenis, verhuizing). Er kunnen maximaal 10 dagen per jaar aangevraagd worden. Deze regeling is zeker niet bedoeld voor een dagje vrij of extra vakantie! Omdat steeds meer vrij gevraagd wordt buiten de schoolvakanties, willen we de ouder(s)/verzorger(s) vragen alleen indien strikt noodzakelijk een dergelijk verzoek in te dienen.
Vakantieverlof De ouder(s)/verzorger(s) dienen zich te houden aan de vastgestelde schoolvakanties. Dat geldt ook voor wintersportvakanties of familiebezoek in het buitenland. In heel bijzondere gevallen mag de onderwijskundig locatiemanager een leerling vrij geven om met zijn/haar ouder(s)/verzorger(s) op vakantie te gaan. Dat mag hooguit één keer per jaar, voor een periode van ten hoogste tien dagen. Dat geldt alleen voor ouder(s)/verzorger(s) die door hun beroep geen vakantie kunnen nemen tijdens de schoolvakanties. Dit verzoek moet schriftelijk ingediend worden met daarbij een verklaring van de werkgever waaruit blijkt dat er geen ander moment is om met vakantie te gaan. Er mag geen toestemming gegeven worden als het gaat om de eerste twee weken na de zomervakantie.
Ziekmeldingen Als een leerling ziek is kan het niet naar school. Wij verzoeken de ouder(s)/verzorger(s) nadrukkelijk dit telefonisch aan school te melden voor de aanvang van de lessen bij het secretariaat of de groepsleerkracht. Wij moeten immers weten dat een kind afwezig is en waarom. Graag ook een telefoontje of een briefje wanneer een kind om een andere reden niet naar school kan komen of als het niet op tijd kan zijn, liefst ook vóór schooltijd! Ook de chauffeur dient gewaarschuwd te worden.
20
1.28
Vakantierooster
Vakantierooster 2010-2011 Zomervakantie 2010 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie 2e paasdag Meivakantie Hemelvaartonderbreking 2e Pinksterdag Zomervakantie 2011
: 26 juli t/m 3 september 2010 : 25 oktober t/m 29 oktober 2010 : 27 december 2010 t/m 7 januari 2011 : 7 maart t/m 11 maart 2011 : 25 april 2011 : 2 mei t/m 13 mei 2011 : 2 t/m 3 juni 2011 : 13 juni 2011 : 11 juli t/m 19 augustus 2011
NB: Op de VSO-locaties Het Berkenhofcollege, Het Brederocollege, Het Mozaïekcollege, Het Warandecollege, Het Teslacollege en Het Aventurijncollege duurt de zomervakantie 2011 t/m 26 augustus.
21
2 REC 4 Meander- Het Driespan 2.1
Inleiding
In het speciaal onderwijs is veel veranderd. Voorheen waren er meer dan twintig verschillende soorten scholen voor leerlingen met een handicap. Sinds de „Wet op de Expertisecentra‟ (WEC) is ingesteld zijn deze scholen ondergebracht in vier clusters met ieder hun eigen doelgroep. Cluster 1: scholen voor visueel gehandicapte leerlingen Cluster 2: scholen voor dove en slechthorende kinderen of kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden Cluster 3: scholen voor zeer moeilijk lerende, langdurig zieke of lichamelijk gehandicapte leerlingen Cluster 4: scholen voor leerlingen met gedrags- en/ of psychiatrische problemen De scholen van Stichting Het Driespan behoren tot cluster 4. Samen vormen zij REC 4 Meander Kamer West-Brabant. Deze voert de volgende taken uit: Indicatiestelling LGF Begeleiding en advisering van ouders bij indicatiestelling en schoolkeuze Het organiseren en uitvoeren van gespecialiseerde ambulante begeleiding Het coördineren van de ambulante begeleiding in de regio West-Brabant Het inrichten en onderhouden van een Regionaal Steunpunt Autisme Het uitvoeren van landelijke projecten om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. (Herstart, Op de Rails) Het organiseren van Regionaal Schoolplaatsingsoverleg. Het organiseren van regionale samenwerking (V)SO en regulier onderwijs (PO, VO, MBO)
2.2
Met de rugzak naar school
Leerlinggebonden financiering Naast de reorganisatie binnen de scholen voor speciaal onderwijs zijn er nog andere veranderingen. Vroeger kozen ouder(s)/verzorger(s) van leerlingen met een handicap bijna vanzelfsprekend voor het speciaal onderwijs. Tegenwoordig vinden steeds meer ouder(s)/verzorger(s) het belangrijk dat hun kind samen met vriendjes en vriendinnetjes naar een school in de buurt gaat. Maar dan moet deze school wel de juiste zorg en aandacht kunnen besteden aan hun kind. Daarom komt er meer samenwerking tussen reguliere en speciale scholen, zodat ze samen onderwijs op maat en goede zorg kunnen bieden aan leerlingen met een handicap. Om dit mogelijk te maken is het „Rugzakbeleid‟ ontwikkeld. De rugzak is bedoeld om ouders meer keuzevrijheid te geven tussen regulier en speciaal onderwijs. De middelen die voor een kind met een handicap nodig zijn om onderwijs te volgen, gaan als het ware in een „rugzakje‟ mee naar de reguliere school.
22
In het „rugzakje‟ zit geld voor extra personeel en hulpmiddelen voor de leerling. Daarnaast krijgt de school ambulante begeleiding vanuit het REC.
Commissie van Indicatiestelling (CvI) Om te beoordelen of een leerling in aanmerking komt voor een plaatsing in de RECschool of gebruik kan maken van het rugzakje zijn er onafhankelijke commissies ingesteld. Deze Commissies voor Indicatiestelling (CvI) beoordelen op grond van landelijk vastgestelde criteria of een leerling in aanmerking komt voor een rugzakje of een plaatsing in de REC-school. De commissie neemt een besluit na beoordeling van het indicatiedossier dat door ouder(s) en school, met ondersteuning van het REC, wordt samengesteld. Zo nodig helpt het REC ook bij het organiseren van aanvullend onderzoek. De Commissie van Indicatiestelling van cluster 4 bestaat uit: Voorzitter Jeugdarts Orthopedagoog/psycholoog Maatschappelijk deskundige Onderwijskundige. De onderwijsinspectie houdt toezicht op de indicatiestellingen door de CvI.
2.3
Indicatiestelling van REC 4 Meander-Het Driespan
Indicatiecriteria Cluster 4 Uitgebreide informatie over de criteria en eisen waaraan de aanmelddossiers wettelijk moeten voldoen zijn te vinden op www.hetdriespan.nl De dossiers worden beoordeeld op 5 criteria: 1. diagnostisch criterium 2. criterium hulpverlening 3. criterium onderwijsbeperking 4. criterium ontoereikendheid van de zorg van het regulier onderwijs 5. criterium integraliteit van de problematiek Pas als alle 5 de criteria positief getoetst worden kan een positieve REC 4 beschikking afgegeven worden.
23
Het aanmeldpunt, Indicatiestelling en Plaatsing voor REC-4 Meander-Het Driespan in West-Brabant De regio of het verzorgingsgebied van REC 4 Meander/West-Brabant omvat WestBrabant tot aan Tilburg. De grenzen van het REC vallen samen met gemeentegrenzen.
Verzorgingsgebied REC 4 Meander/West-Brabant West-Brabant Bergen op Zoom Breda Drimmelen Etten-Leur Geertruidenberg Gilze en Rijen Halderberge Moerdijk
Oosterhout Roosendaal Rucphen Steenbergen Werkendam Woensdrecht Woudrichem Zundert
Ouders van leerlingen met ernstige gedragsstoornissen en/of psychiatrische problematiek die woonachtig zijn in het verzorgingsgebied van REC 4 Meander kunnen hun kind voor indicatiestelling aanmelden bij het Regionaal Aanmeldpunt West-Brabant. De trajectbegeleider begeleidt de ouders in het traject van de aanvraag van de indicatie.
Aanmeldpunt REC 4 Meander-Het Driespan/West-Brabant Trajectbegeleiders
Adres:
:
Mevr. P. van den Berge Mevr. B. van Gool Mevr. J. Vos Dhr. W. Simons Aanmeldpunt West-Brabant Hof van den Houte 61, 4873 AZ Etten-Leur tel: 076-5025990 fax: 076-5025999 E-mail:
[email protected]
NB Voor indicatieaanvragen van leerlingen die wonen in de provincie Zeeland is het Aanmeldpunt/Zeeland gevestigd in de Korczakschool te Middelburg. Ouders en verwijzers kunnen informatie over de aanmelding vinden op de website : www.hetdriespan.nl . Bij wijzigende regelgeving zal deze steeds bijgesteld worden. Om klantvriendelijker te kunnen werken is er op de website relevante informatie te vinden waardoor ouders zelfstandig een aanmelding kunnen doen. Na het lezen van de informatie op de website en het invullen van de checklist kunnen de ouders/verwijzers/scholen met vragen terecht bij het aanmeldpunt (maandag tot en met vrijdag van 9.30 uur tot 12.30 uur, telefoonnummer 076-5025990). Indien wenselijk is er een mogelijkheid om een afspraak met de één van de trajectbegeleiders te maken.
24
De indicatiestelling en de CvI van REC 4 Meander-Het Driespan De termijn van aanvraag van een indicatie voor cluster 4 gaat in op het moment dat er een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend aanmeldingsformulier ontvangen is met daarbij een compleet dossier. Adres:
Aanmeldpunt CvI REC 4 Meander-Het Driespan Hof van den Houte 61 4873 AZ ETTEN-LEUR Tel.: 076-5025990
De trajectbegeleiders van het aanmeldpunt De trajectbegeleiders ondersteunen ouders bij het completeren van het dossier. In sommige gevallen kan ondersteuning van een school door een trajectbegeleider ook wenselijk zijn. De CvI ontvangt het volledige dossier via de trajectbegeleiders.
De indicatiestelling Tijdens de indicatievergadering besluit de CvI tot een positieve beschikking, een negatieve beschikking of om het dossier op te schorten (indien een dossier nog niet volledig is; extra gegevens worden dan nog opgevraagd en toegevoegd). Ook kan besloten worden tot een observatieplaatsing. De ouders worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld door het secretariaat van de CVI . Het dossier wordt binnen de wettelijke termijn (Algemene Wet Bestuursrecht) van acht weken (met een mogelijke verlenging van nogmaals 8 weken)beoordeeld door de CvI.
Herindicatie Beschikkingen voor cluster-4 zijn geldig voor het schooljaar waarin de beschikking is afgegeven, plus de drie daarop volgende schooljaren. Beschikkingen lopen altijd af op 31 juli, de laatste officiële dag van een schooljaar. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van de herindicatie. De Driespanscholen en de Dienst Ambulante Begeleiding kunnen ouders hierbij helpen. De Regionale Expertise Centra hebben onderling afgesproken dat herindicatie wordt aangevraagd bij de CvI van de REC-regio waar het kind onderwijs volgt. (Voorbeeld: een leerling uit Tilburg die onderwijs volgt op het Berkenhofcollege te Breda, vraagt herindicatie aan bij REC-4 Meander-Het Driespan). Voor het herindicatiedossier gelden dezelfde criteria en eisen als voor een eerste indicatie. Belangrijk is dat de Commissie voor Begeleiding van de cluster-4 school of van de Dienst Ambulante Begeleiding het dossier voorziet van een advies.
De afronding van het indicatietraject Als er een positieve beschikking afgegeven is kunnen de ouders kiezen voor of een plaatsing in de REC-school of voor ambulante begeleiding in de reguliere school. De trajectbegeleider stuurt in overleg met de ouders het dossier van de leerling naar de Commissie voor de Begeleiding (CvB) van de gespecialiseerde locatie van REC 4school waar de leerling het best geholpen kan worden. De CvB beoordeelt of een dossier juist is verwezen en nodigt de ouders binnen 4 weken na de indicatiestelling uit voor een kennismakingsgesprek. Dit kan gelden voor zowel een plaatsing in de RECschool als voor een aanvraag van ambulante begeleiding.
25
Als de CvI een negatieve beschikking afgeeft, kunnen ouders een bezwaarschrift indienen bij de Bezwaar en Advies Commissie en tegen dat besluit beroep aantekenen. De trajectbegeleider kan de ouders daarbij begeleiden.
Toelating tot Cluster 4 Alle leerlingen die de REC-school bezoeken of via de „rugzak‟ ambulante begeleiding krijgen zijn in het bezit van een indicatiestelling van cluster 4. Er bestaat de mogelijkheid dat leerlingen zonder indicatie voor een observatieperiode van maximaal een half jaar geplaatst worden in een REC 4-school in het kader van de indicatiestellingprocedure. De indicatiestelling is slechts geldig voor drie schooljaren. De REC-school zal het initiatief nemen om tijdig advies uit te brengen over de herindicatie. De ouder(s) zijn verantwoordelijk voor het indienen van de aanvraag.
Residentiële plaatsing en plaatsbekostiging Leerlingen die voor behandeling geplaatst zijn in de zorginstelling waar de school nauw mee samenwerkt (bijvoorbeeld „Tender‟ en „GGZ Circuit Jeugd Regio Breda’) en waar onderwijs en behandeling samen komen, hoeven geen beschikking te hebben van de CvI om geplaatst te kunnen worden. Zij kunnen in de school geplaatst worden middels de regeling „residentiële plaatsing‟ of „plaatsbekostiging‟. De regeling is gebaseerd op een samenwerkingsovereenkomst tussen de REC-school en de zorginstelling en geldt voor de leerlingen die gebruik maken van het geïntegreerde onderwijs-zorgarrangement. Hierbij moet wel bedacht worden dat op het moment dat de plaatsing van de leerling op de zorginstelling beëindigd wordt, de plaatsing op de REC 4-school alleen gehandhaafd kan blijven als er voor die leerling een beschikking is voor cluster 4.
2.4
REC 4 Meander-Het Driespan onderwijs en ambulante begeleiding
Regulier of speciaal onderwijs? Krijgt een leerling van de CvI een beschikking voor cluster 4 dan moeten de ouders een keuze maken tussen een plaatsing op een REC-school of een plaatsing op een reguliere school. Als er gekozen wordt voor een reguliere school dan gaan de ouders daar een gesprek aan. In dit gesprek geven de ouders aan wat zij verwachten van de school en geeft de school aan welke mogelijkheden er zijn om de leerling onderwijs te bieden. Een reguliere school mag een leerling alleen weigeren als er goede redenen voor zijn. Als de school kan aantonen dat ze geen goed onderwijs kan bieden aan de leerling, is het niet in het belang van de leerling om toelating af te dwingen.
26
Plaatsing op een REC 4-locatie Als ouders kiezen voor onderwijs op de REC-school wordt de leerling geplaatst als er plaats is en start de leerlingbegeleiding. De locaties van onze REC-scholen hebben zich gespecialiseerd in het begeleiden van en onderwijs geven aan specifieke doelgroepen. Leerlingen worden voor plaatsing in de REC-school op basis van hun leerlingprofiel verwezen naar een gespecialiseerde locatie. De leerlingprofielen van REC 4 Meander-Het Driespan worden ingedeeld op basis van: de orthopedagogische hulpvraag (wat heeft een leerling nodig), leeftijd en woonplaats (onderwijs in de regio waar de leerling woont).
Ambulante begeleiding De ambulante begeleiding van REC 4 Meander-Het Driespan wordt verzorgd door een ambulant begeleider met expertise, die deel uitmaakt van de Dienst Ambulante Begeleiding onder supervisie van de Commissie voor de Begeleiding. De ambulante begeleiding is gericht op begeleiding van leerlingen binnen het regulier basis, regulier voortgezet en regulier middelbaar beroeps onderwijs . Binnen het basisonderwijs richt de begeleiding zich met name op de leerkracht en het team dat de leerling begeleidt. Bij het voortgezet onderwijs en MBO richt de begeleiding zich met name op de leerlingen. Uiteraard worden er wel handelingsadviezen gegeven aan mentoren of zorgcoördinatoren. Er zijn drie vormen van ambulante begeleiding Preventieve Ambulante Begeleiding (PAB) Rugzak Ambulante Begeleiding (RAB) Terugplaatsings ambulante begeleiding (TAB)
Preventieve Ambulante Begeleiding (PAB) Leerlingen met ernstige sociaal-emotionele problemen die vooralsnog niet binnen de criteria van cluster 4 vallen komen in aanmerking voor PAB. De verwachting is daarbij dat door een kortdurend traject van begeleiding er voldoende hulp geboden kan worden om een leerling weer goed te kunnen laten functioneren op de reguliere school. De PAB is met name gericht op de leerkracht of op de school en is zowel voor het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs in te zetten. De ambulant begeleider kan voor PAB één of meerdere consulten afleggen, die uit de PAB gelden , die beschikbaar worden gesteld aan de samenwerkingsverbanden, worden betaald. De reguliere school kan in overleg met de ouders de PAB aanvragen via een aanvraagformulier. Het formulier kan gedownload worden van de website of aangevraagd worden bij de Dienst Ambulante Begeleiding.
Rugzak Ambulante Begeleiding (RAB) Leerlingen die van de CvI een beschikking voor cluster 4 hebben kunnen in aanmerking komen voor RAB. De Commissie voor de Begeleiding (CvB) heeft de supervisie over de ambulante begeleiding en bestaat uit een gedragswetenschapper, maatschappelijke werkende en een didacticus. De afdelingsmanager van de dienst Ambulante Begeleiding is voorzitter van de CvB. De CvB voert de handelingsgerichte diagnostiek uit. Er worden
27
handelingsadviezen gegeven die het uitgangspunt vormen van de ambulante begeleiding. De reguliere school stelt een handelingsplan op. De ambulant begeleider maakt een begeleidingsplan en bespreekt dit met de Commissie voor de Begeleiding, de ouders en de desbetreffende reguliere school. Minimaal twee keer per jaar vindt er een evaluatie plaats. Tijdens het uitvoerende werk kan door de ambulant begeleider een beroep gedaan worden op de deskundigheid van de CvB, zoals bij het afnemen van een psychologisch onderzoek of het inschakelen van schoolmaatschappelijk werk. Leerlingen van de REC-school, die teruggeplaatst worden in het regulier (voortgezet) onderwijs krijgen ook RAB mits zij een beschikking hebben van cluster 4.
Terugplaatsings Ambulante Begeleiding (TAB) Leerlingen die teruggeplaatst worden in het regulier onderwijs waarvan de beschikking beëindigd is en niet verlengd wordt hebben gedurende een jaar recht op begeleiding van medewerkers van de locatie van waar zij vertrekken. Zij zorgen voor de goede overdracht en handelingsadviezen. Dit geldt ook voor leerlingen zonder een REC 4-beschikking die langer dan een jaar ingeschreven zijn geweest op basis van de „residentiële plaatsing‟ of „plaatsbekostiging‟.
Bereikbaarheid Dienst Ambulante begeleiding Voor algemene vragen is de Dienst Ambulante Begeleiding bereikbaar op telefoonnummer: 076-5025991
2.5
Projecten REC 4 Meander-Het Driespan
REC 4 Meander-Het Driespan participeert in twee landelijke projecten om voortijdig schoolverlaten te voorkomen.
Herstart Een kleine groep leerplichtige kinderen en jongeren gaat niet naar school. Om diverse redenen zitten zij langdurig thuis. Het project Herstart helpt deze thuiszitter weer naar school te gaan. Het project Herstart heeft twee doelstellingen: Bepalen welke school het beste past bij iedere thuiszitter Hem of haar weer leren wennen aan school. Leerlingen die schoolloos zijn en geen REC 4 indicatie hebben, kunnen door de leerplichtambtenaar aangemeld worden voor het project Herstart .Deze leerlingen worden voor een periode van 16 weken op een REC 4 school van Het Driespan of in een individueel traject met de Dienst Ambulante Begeleiding geplaatst. Tijdens deze periode doet de school handelingsgerichte diagnostiek en geeft zij een advies over welk soort onderwijs zij het best vindt aansluiten bij de leerling. Na de periode van 16 weken vervalt de Herstart plaats op de REC 4 school.
28
Het project Herstart wordt gecoördineerd door: Mevr. T. Creemers Hof van den Houte 61 tel. : 076-5025990 4873 AZ Etten-Leur
[email protected]
Op de Rails Sommige leerlingen vertonen ernstige gedragsproblemen op school. Hierdoor kunnen conflicten ontstaan tussen leerling, school en/of medeleerlingen en gaat het niet goed met ze op school. Toch hoeven leerlingen in deze situatie niet direct naar het speciaal onderwijs. Wel hebben zij en hun ouders hulp nodig om te voorkomen dat ze niet meer naar school (terug) kunnen. Het project „Op de Rails‟ helpt om een oplossing te vinden bij dergelijke problemen. Het doel is : terugkeer naar school, naar het regulier onderwijs. Voor dit project heeft „Het Driespan‟ afspraken gemaakt met de samenwerkingsverbanden VO in de regio. Leerlingen van 12 jaar en ouder zonder REC 4 indicatie en afkomstig uit het reguliere onderwijs, met grote gedragsproblematiek kunnen door het samenwerkingsverband aangemeld worden voor het project. Deelname aan het project is maximaal 1 jaar, het doel is het terugplaatsen van een leerling naar het reguliere onderwijs. Het project „Op de Rails‟ wordt gecoördineerd door: Mevr. T. Creemers Hof van den Houte 61 tel. : 076-5025990 4873 AZ Etten-Leur
[email protected]
2.6
Het Steunpunt Autisme West-Brabant
REC 4 Meander-Het Driespan biedt een specifiek op de (individuele) problematiek van leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen (ASS) afgestemd onderwijsaanbod. Het Steunpunt Autisme heeft hier een eigen opdracht in. Sinds 1 april 2008 zijn de Steunpunten Autisme van REC 3 West-Brabant en REC 4 Meander-Het Driespan samen gegaan in één steunpunt: Steunpunt Autisme WestBrabant. Het Steunpunt bundelt en ontwikkelt expertise met betrekking tot autisme spectrum stoornissen en draagt deze uit. Zowel door de REC-scholen als door de reguliere scholen kan hier consultatie aangevraagd worden. Het Steunpunt Autisme maakt deel uit van regionale en landelijke netwerken om tot een goede afstemming te komen van het onderwijs en overig begeleidingsaanbod.
29
Het Steunpunt Autisme West-Brabant biedt: Voorlichting over autisme spectrumstoornissen Consultaties Deskundigheidsbevordering Scholing (o.a. basiscursus autisme) Informatiemateriaal (o.a. mappen voor basis-, voortgezet -,middelbaar beroepsonderwijs en peuters en kleuters) Voor consultaties met betrekking tot algemene vragen rondom autisme spectrum stoornissen kan het Steunpunt Autisme rechtstreeks benaderd worden door zorgcoördinatoren en schoolleiders. Indien er specifieke vragen zijn betreffende een individuele leerling die langer of meer begeleiding nodig heeft, dan moet daarvoor het traject gevolgd worden van ambulante begeleiding via de indicatiestelling cluster 3 of 4.
Bereikbaarheid Steunpunt Autisme West-Brabant Het Steunpunt Autisme heeft twee medewerkers vanuit REC 4 t.w.: Mevr. drs. W. van Eijl (coördinator) en Mevr. J. van Loenhout En drie medewerkers vanuit REC 3 t.w.: Mevr. M. den Haan, Dhr. B. Kusters en Mevr. C. van den Berg Het Steunpunt is bereikbaar van maandag tot en met donderdag (m.u.v. de schoolvakanties). Steunpunt Autisme West-Brabant Riethil 12, 4825 AP Breda Tel: 076-5717144 e-mail:
[email protected] website: www.steunpuntautismewestbrabant.nl
30
3. Locatie De Kornalijn 3.1 Algemene gegevens De Kornalijn in Bergen op Zoom is onderdeel van Stichting (Voortgezet) speciaal onderwijs REC 4 West-Brabant-/Zeeland: „Het Driespan‟.
Doelgroep van de Kornalijn De Kornalijn is een SO school binnen het REC 4 met de profielen zeer individueel gerichte aanpak (ZIGA) en individueel gerichte aanpak (IGA). De leerlingen op de Kornalijn behoren tot de leeftijdsgroep 6 t/m 12 jaar en hebben een REC 4 beschikking. Daarnaast beschikken de leerlingen over een totale intelligentie van 80 of hoger, of functioneren op dit niveau. De aanpak binnen de groepen op de Kornalijn is met name gericht op kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS) of kinderen die behoefte hebben aan een aanpak behorende bij ASS. Het samengaan met andere psychiatrische en/of gedragsproblemen komt ook voor. Het kleuteronderwijs uit het verzorgingsgebied West Brabant met een REC 4 indicatie krijgen onderwijs op een andere school binnen het Driespan. De Kornalijn werkt nauw samen met de GGZ-WNB. Leerlingen die daar dagbehandeling ontvangen, krijgen onderwijs aangeboden door de Kornalijn. De klas bevindt zich in het gebouw van de Zoomkant. Er wordt gewerkt met de IGA en de ZIGA. (zie pagina 34 voor meer informatie over de deeltijdbehandeling)
Adres school De Kornalijn Adres: Postadres: Telefoon: Bij telefonische storing: E-mail: Locatie GGZ-WNB Adres: Telefoon:
Guido Gezellelaan 18 4624 GM Bergen op Zoom postbus 851 4600 AW Bergen op Zoom 0164-245853 06-190 543 69
[email protected]
Pater Hermanstraat 1 4615 DD Bergen op Zoom 0164-289100
Het management De algehele leiding op de school is in handen van de locatiemanager. Deze wordt ondersteund door een intern begeleider. De eindverantwoording ligt bij de integraal directeur. Locatiemanager: Intern begeleider: Integraal directeur
Mevr. J. de Leede Eenschoten Mevr. N. Smout Mevr. S. Vingerhoeds
31
Medezeggenschap en deelraad (DR) In Het Driespan is een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) die bovenschoolse zaken behandelt en hierover instemmings- of adviesrecht heeft. Op de scholen zijn deelraden ingesteld. De deelraad (DR) van een locatie heeft instemmingsof adviesrecht bij beleidszaken die betrekking hebben op de desbetreffende school. De deelraad wordt gevormd door ouder(s)/verzorger(s) en personeelsleden van de school.
Ledenlijst deelraad Kornalijn Dhr. Van der Muuren Carla Verbeek Annette van Dam Mevr. Van Aalst
oudergeleding, voorzitter schoolgeleding, secretaris schoolgeleding, lid GMR oudergeleding
Namens het bestuur wordt het overleg met de DR gevoerd door de directie. De deelraad komt ongeveer 9 keer per jaar bij elkaar. De vergaderdata worden aan het begin van het jaar vastgesteld. Ouder(s)/verzorger(s) en personeelsleden kunnen zich aan het begin van het schooljaar verkiesbaar stellen. De zittingsperiode geldt (indien mogelijk) voor drie jaar of langer.
De oudercommissie De oudercommissie probeert de belangen van u en de kinderen zo veel mogelijk onder de aandacht te brengen van het schoolteam, de GMR/deelraad en het schoolbestuur. Deze vergadering wordt ook bijgewoond door een teamlid, Saskia de Boer. Verder heeft de oudercommissie haar inbreng bij het organiseren van en assisteren bij vieringen, uitstapje, sportdag enz., maar ook door het verrichten van hand- en spandiensten. Een keer in de twee maanden vergadert de oudercommissie. Deze vergaderingen staan open voor alle ouder(s)/verzorger(s). Op deze vergaderingen worden alle activiteiten die dat jaar plaatsvinden besproken. Nieuws en mededelingen van de oudercommissie komen in de nieuwsbrief te staan of u krijgt daar aparte brieven over. Aan het begin van het schooljaar worden nieuwe leden gezocht om zitting te nemen in de oudercommissie. Nadere berichtgeving hierover wordt aan het begin van het schooljaar gegeven. Voor suggesties of vragen voor de oudercommissie kan er contact opgenomen worden met de secretaris. Wij hopen dit schooljaar weer op de hulp van veel enthousiaste ouder(s)/verzorger(s) te kunnen rekenen om zo onze kinderen, in samenwerking met het team, een aantal leuke activiteiten te bieden. De secretarissen van de oudercommissie zijn Addy Baars en Patricia de Jager.
32
Algemene uitgangspunten Visie van de Kornalijn De Kornalijn heeft als uitgangspunt „Gewoon waar het kan, speciaal waar moet‟. Binnen de mogelijkheden van de doelgroep van de Kornalijn sluiten wij op individueel niveau aan bij de basisbehoeften van het kind, namelijk relatie, autonomie en competentie. We stimuleren een positieve groei in de didactische en sociaal-emotionele ontwikkeling waarbij o.a. zelfvertrouwen, weerbaarheid en zelfredzaamheid belangrijke aspecten zijn. Binnen de beperking van de stoornis van het kind streven wij er naar de cognitieve mogelijkheden zo optimaal mogelijk te ontwikkelen.
Grondslag De Kornalijn gaat uit van de gelijkwaardige betekenis van levensbeschouwelijke en maatschappelijke stromingen voor het onderwijs. De normen- en waardenoverdracht is zodanig dat de leerling een eigen levensbeschouwing kan opbouwen en van daaruit een inbreng kan hebben. Acceptatie, respect en begrip voor de levens- en maatschappijbeschouwing van anderen is daarbij uitgangspunt. Een Kornalijn is een oranje-rode edelsteen met een motiverende, helende werking, die zelfvertrouwen geeft. De latijnse naam is Carneool. De Carneool trekt succes aan en bevordert het vermogen om problemen snel en pragmatisch op te lossen. Ook beschermt het tegen negatieve emoties van andere mensen zoals jaloezie en woede. We zijn er trots op onze school te verbinden aan een steen die hiervoor staat. Goede samenwerking van ouder(s)/ verzorger(s) met betrekking tot onze handelingsplanning is noodzakelijk om de kinderen die onze school bezoeken zo optimaal mogelijk te kunnen helpen met hun sociaal-emotionele problemen.
3.2 Voor welke leerlingen is De Kornalijn? Onderwijsprofilering De Kornalijn (Z)IGA SO De missie van Het Driespan is om met “hart en expertise”onderwijs te bieden aan leerlingen met een sociaal-emotionele problematiek. Het Driespan neemt daarbij het uitgangspunt “Gewoon waar kan, speciaal waar moet” om de onderwijsprofilering en de daarbij behorende pedagogische aanpak verder vorm te geven. Het onderwijsconcept (onderwijsaanbod en de pedagogische aanpak) zal afgestemd zijn op de behoeften van de leerlingen en op het te verwachte ontwikkelingsperspectief / uitstroomprofiel van de leerling. Daarbij worden daar waar mogelijk, de leerlingen met dezelfde behoeften en ontwikkelingperspectieven in een gezamenlijke groep geplaatst waarbij het onderwijsconcept het uitgangspunt vormt van het groepsplan. Om dit uitgangspunt te kunnen verwezenlijken zal er altijd sprake zijn van “maatwerk”. Dit houdt in dat als een individuele leerling een andere aanpak nodig heeft, er ingezet zal gaan worden op differentiëren binnen de groep. De aanpak passend bij de behoeften en mogelijkheden van de leerling zal leidend zijn en niet het groepsprofiel.
33
Individueel Gerichte Aanpak (IGA) Het onderwijsconcept van de IGA kenmerkt zich door , daar waar nodig, een individueel gerichte aanpak binnen een groep voor wat betreft de pedagogische aanpak. De leerlingen worden in sociale situaties individueel expliciet begeleid. De begeleiding bestaat uit het inoefenen en (technisch) aanleren van sociale vaardigheden en het voorstructureren en voorspelbaar maken van sociale situaties . Daarnaast zal er gewerkt worden aan een positieve groei in de sociaal-emotionele ontwikkeling waarbij o.a. zelfvertrouwen, weerbaarheid en zelfredzaamheid belangrijke aspecten zijn. Groepsdynamische processen worden waar nodig ingeperkt om een voldoende veilig klimaat te waarborgen. De leerlingen leren functioneren binnen groepsverband of leren deel te nemen aan een groep. Met deelnemen aan een groep wordt bedoeld dat de leerling zich minimaal kan handhaven binnen een groep middels het toepassen van de aangeleerde sociale vaardigheden. De leeromgeving is enerzijds voorspelbaar en gestructureerd, en geeft het anderzijds de leerling de ruimte en wordt de zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid ,waar mogelijk, gestimuleerd. Instructie in groepsverband (klassikaal/ subgroepen) is het uitgangspunt, waarbij waar nodig individuele instructie wordt aangeboden.
Zeer Individueel Gerichte Aanpak (ZIGA) Het onderwijsconcept van de ZIGA kenmerkt zich door, daar waar nodig, een zeer individueel gerichte aanpak binnen een klassensituatie voor zowel de pedagogische als de didactische aanpak. Daarnaast wordt er gestructureerd in ruimte en tijd, onder andere door middel van individuele afgeschermde werkplekken. De leerlingen worden in sociale situaties individueel expliciet begeleid en/of sociale situaties worden afgebakend. De begeleiding bestaat uit het inoefenen en (technisch) aanleren van sociale vaardigheden en het voorstructureren en voorspelbaar maken van sociale situaties. Daarnaast zal er gewerkt worden aan een positieve groei in de sociaalemotionele ontwikkeling waarbij o.a. zelfvertrouwen, weerbaarheid en zelfredzaamheid belangrijke aspecten zijn. Groepsdynamische processen zijn minimaal aanwezig. Zij worden gekaderd en ingeperkt om een voldoende veilig klimaat te waarborgen. Waar mogelijk worden zij gestimuleerd. De leerlingen leren functioneren binnen een groepsverband of leren deel te nemen aan een groep. Met deel nemen aan een groep wordt bedoeld dat de leerling zich minimaal kan handhaven binnen een groep middels het toepassen van de aangeleerde sociale vaardigheden.
Deeltijdbehandeling De Zoomkant In de samenwerking tussen de Kornalijn en GGZ-WNB is het contact en de afstemming tussen beiden intensief. Het pedagogisch klimaat van beide plekken sluit zo veel mogelijk op elkaar aan. Dit brengt voor de leerlingen duidelijkheid en rust. Minstens één keer per week vindt er overleg plaats tussen de leerkrachten en het behandelteam. Daarnaast is de intern begeleider vanuit school nauw betrokken bij het behandelteam. Hierdoor kan er zoveel mogelijk vanuit één plan aan de hulpvragen van elk kind gewerkt worden. De school is, in deze samenwerking, verantwoordelijk voor het functioneren van het kind op school. De Zoomkant is verantwoordelijk voor het functioneren van het kind op de behandelgroep. Gezamenlijk wordt er zorg gedragen voor een zo optimaal mogelijke ontwikkeling van het kind. In de klas wordt gewerkt met de individueel gerichte aanpak (IGA) en de zeer individueel gerichte aanpak (ZIGA), zoals hierboven beschreven.
34
3.3 Het onderwijs op De Kornalijn Leerinhoud en doelen van het onderwijs op De Kornalijn Kerndoelen en eigen doelen In de kerndoelen primair onderwijs heeft de overheid beschreven welke leerinhouden de school de leerlingen in het regulier onderwijs moet bieden en wat zij aan het eind van de basisschool moeten weten en kunnen. Ook wij bieden alle voorgeschreven leerinhouden van de kerndoelen aan. De inhoud en vorm worden waar nodig aangepast aan de mogelijkheden van de leerlingen. Er zijn leergebiedoverstijgende en leergebiedspecifieke doelen. De leergebiedoverstijgende kerndoelen zijn gegroepeerd rond de thema‟s: Stimulering van de sociaal-emotionele ontwikkeling Zintuiglijke en motorische ontwikkeling Leren leren Spelontwikkeling Omgaan met nieuwe media (o.a. computergebruik) De leergebiedspecifieke doelen zijn: Nederlandse taal, mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid, taalbeschouwing, spelling, schrijfvaardigheid Rekenen: getallen en bewerkingen, meten, tijd en geld Oriëntatie op mens en wereld: biologie, aardrijkskunde, geschiedenis, verkeer, samenleving, gezond en redzaam gedrag, techniek en milieu Kunstzinnige vorming: tekenen, handvaardigheid, muziek, textiele werkvormen en daarbij de stimulering van de creativiteit en expressie bevorderend Lichamelijke opvoeding Schrijven Engelse taal Het onderwijs richt zich niet alleen op de verstandelijke ontwikkeling, maar vooral ook op de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. Op De Kornalijn willen we het kind helpen om die vaardigheden, gewoonten en houdingen, die belangrijk zijn voor het functioneren in een groep, eigen te maken. Daarbij is het leren omgaan met en het accepteren van eigen gevoelens/gedachten en het kennen en herkennen van gevoelens/gedachten bij anderen bepalend voor sociale processen. Het PADprogramma is daarbij een belangrijk instrument.
Proberen Anders te Denken: PAD PAD is een afkorting van Programma Alternatieve Denkstrategieën ofwel Proberen Anders te Denken. Het PAD-leerplan is een programma waarmee leerkrachten en ouder(s)/verzorger(s)/begeleiders op systematische wijze de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun kinderen kunnen stimuleren en begeleiden. In het leerplan wordt uitgebreid aandacht besteed aan het ontwikkelen van de zelfcontrole en wordt het kind manieren aangereikt waarmee het zelfstandig sociale probleemsituaties op kan lossen. Belangrijk daarbij is de opvatting dat zo'n programma pas effect zal hebben als het
35
gedurende een lange tijd wordt aangeboden en dat het kind in veel verschillende situaties gestimuleerd wordt er iets mee te doen. De bedoeling van het PAD-leerplan is om de kinderen te leren zelfstandig sociaalemotionele problemen oplossen en dat natuurlijk binnen de mogelijkheden die de kinderen hebben. Om dit doel te bereiken leren de kinderen een algemeen toepasbare manier van denken (denkstrategie). Belangrijke onderdelen daarbij zijn het ontwikkelen van zelfcontrole, positief zelfbeeld en het onderkennen van gevoelens bij jezelf en daarna bij anderen.
Toetsing Om het leerstofaanbod steeds goed te kunnen afstemmen op de mogelijkheden van de leerlingen en om te bepalen of ze vorderingen maken, screenen en onderzoeken wij ze regelmatig. We gebruiken daarvoor CITO-toetsen, AVI-leestoetsen en de methoden gebonden toetsen. D.m.v. toetsing kijken we of de vooraf gestelde doelen bereikt zijn.
De organisatie van het onderwijs De sociaal-emotionele ontwikkeling is op De Kornalijn de basis voor de stimulering van de didactische ontwikkeling. De Kornalijn geeft adaptief onderwijs. Een combinatie van sociaal-emotionele problematiek, didactisch niveau en leeftijd en is het uitgangspunt bij de groepssamenstelling. De leerlingen op De Kornalijn hebben ieder een eigen groep met een groepsleerkracht. In alle groepen wordt deze bijgestaan door een klassenassistent. In de ZIGA zitten gemiddeld 11 leerlingen, in de IGA zitten gemiddeld 14 leerlingen. Op de Kornalijn werken wij met stagiaires. Stagiaires horen bij 1 klas en blijven, in principe, een heel schooljaar.
Vieringen op de Kornalijn De Kornalijn is een locatie met als profiel de individueel gerichte aanpak (IGA) en de zeer individueel gerichte aanpak (ZIGA). Dit profiel vereist een specifieke aanpak tijdens de reguliere gang van zaken op school, maar ook zeker tijdens vieringen. Vieringen zoals Sinterklaas en carnaval kunnen voor grote onrust, onduidelijkheid en onzekerheid zorgen bij onze leerlingen. Om deze reden vieren wij de diverse vieringen op een gepaste wijze die aansluit bij de IGA en ZIGA, waarin altijd gekeken wordt naar de individuele leerling. Omdat wij het belangrijk vinden dat al onze leerlingen aan deze vieringen meedoen, al dan niet op een aangepaste wijze, zijn alle feestdagen verplichte schooldagen. De vier grootste vieringen (Sinterklaas, kerst, carnaval, Pasen), die ieder schooljaar terug komen, zijn uitgewerkt, en ontvangt u bij de eerste nieuwsbrief van het schooljaar.
36
Onderwijstijd De Kornalijn Om goed onderwijs tot stand te brengen is het efficiënt inzetten van onderwijstijd van groot belang. De tijd dient zo effectief mogelijk besteed te worden, zodat de leerlingen voldoende gelegenheid krijgen om zich binnen hun mogelijkheden op de verschillende ontwikkelingsgebieden zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen. Op De Kornalijn is voldoende onderwijstijd gepland. Op jaarbasis is er tenminste 1000 lesuren ingepland. Op de hele dagen krijgen de leerlingen 5.35 uur onderwijs en op woensdag 3.40 uur. Zodra de leerlingen op school komen, tussen 8.15 uur en 8.35 uur, gaan zij naar de klas. Om 8.35 uur start de les. Alle onderdelen van het lesprogramma zijn in een goed en duidelijk lesrooster vastgelegd dat een zelfde opzet heeft door de hele school. Er is een vastgestelde verdeling van de onderwijstijd over de verschillende vakgebieden. De inzet van de onderwijstijd is gebaseerd op het behalen van de kerndoelen. In onze REC 4-school wordt een belangrijk deel van de onderwijstijd gebruikt voor het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hierdoor is er in vergelijking met de urenverdeling in het regulier onderwijs minder tijd voor de andere vakgebieden. Een aantal leerlingen hebben naast hun sociaal-emotionele problematiek ook leerproblemen waardoor er een beperkter leerrendement is per ingezette onderwijstijd. Ondanks dat er minder leertijd te besteden is of het leerrendement lager is wordt er naar gestreefd om de geplande leerdoelen per vakgebied toch te behalen waar dat mogelijk is. Hierbij valt te vermelden dat de vakgebieden Nederlandse taal en spelling, rekenen, schrijven en de sociaal emotionele ontwikkeling de hoogste prioriteit hebben. De overige lestijd is zodanig verdeeld over de andere vakgebieden dat er toch een zo goed mogelijk uitgebalanceerd onderwijspakket aangeboden kan worden. Efficiënt klassenmanagement, adequate pedagogische aanpak en gedifferentieerde instructie zijn voorwaarden om het potentieel van de leerling optimaal tot ontwikkeling te kunnen brengen. Enkele leerlingen in de school volgen parttime onderwijs. 18 Leerlingen krijgen onder schooltijd, gedurende maximaal 2 jaar, een therapeutisch aanbod in de zorginstelling waar de school mee samenwerkt (GGZWNB De Zoomkant). Deze leerlingen zijn ingeschreven bij De Kornalijn op basis van „residentiële plaatsing‟(RP). De onderwijstijd voor de desbetreffende leerling is dan minder dan het wettelijk vastgestelde aantal uren. Voor die leerlingen die vanwege behandeling tijdens schooltijden niet op school kunnen zijn, wordt ontheffing aangevraagd voor de verplichte lestijd van 1000 uur per schooljaar voor de uren waarop ze behandeling krijgen. De inzet van de resterende, beschikbare onderwijstijd is er op gericht om de leerling na afronding van de behandeling weer zo goed mogelijk te kunnen laten instappen in het regulier of speciaal onderwijs. Het streven is dat de leerling geen (grotere) onderwijsachterstand oploopt gedurende de behandeling. De beperkte onderwijstijd en de opdracht om de schoolcarrière zo min mogelijk te verstoren maakt dat het accent met betrekking tot het invullen van de onderwijstijd voor die leerlingen vooral op de didactische ontwikkeling komt te liggen. In dit geval hoeft er minder tijd ingezet te worden voor de sociaal-emotionele ontwikkeling omdat daar tijdens de behandeling in de zorginstelling aan gewerkt wordt. De school richt zich dan dus meer op het borgen van de didactische ontwikkeling. Onderstaande tabellen geven inzicht in de inzet van de onderwijstijd over de verschillende vakgebieden. 37
Aantal onderwijsuren op jaarbasis groep 3-8 Sociaal-emotionele ontwikkeling Nederlandse taal Rekenen en Wiskunde Oriëntatie op mens en wereld Kunstzinnige vormgeving Lichamelijke opvoeding Overig: Engels/ spelontwikkeling Omgaan met nieuwe media Ochtendpauze
1020
500
143 327 150 123 80 100 47 0 50
70 200 150 20 20 0 20 0 20
Om de onderwijstijd zo efficiënt mogelijk te gebruiken wordt er vaak individueel en in kleine groepjes gewerkt. Het werken gaat volgens duidelijke afspraken die vastgesteld zijn binnen de pedagogische aanpak, (Zeer) Individueel gerichte aanpak. Er wordt gebruik gemaakt van hulpmiddelen zoals vragenkaartjes, klassikale planborden en instructietafels. Er zijn klassenassistenten die het gedifferentieerd werken ondersteunen. De instructie gebeurt voornamelijk in kleine groepjes of individueel. Er is een zorgvuldige afwisseling in vakken en didactische werkvormen. Tevens is er een goede balans tussen inspannings- en ontspanningsmomenten en wordt er zorgvuldig rekening gehouden met activiteiten waarbij veel concentratie gevraagd wordt en waar er ruimte is voor geleide bewegingsontlading. De leerdoelen, leerinhoud, de planning en de organisatie in de groep is per leerling vastgelegd in het groepsplan. Naast de mogelijkheden in de klas om in te spelen op de behoeften van de individuele leerling kan er ook bij remedial teaching en logopedie ingespeeld worden op de specifieke behoeften van een leerling. Om aan „dagelijkse‟ sociaal-emotionele problemen effectief aandacht te besteden zijn er preventief „emotierondjes‟ ingeroosterd, zodat daar snel en adequaat mee omgegaan kan worden. Tijdens de lessen in het kader van de sociaal-emotionele ontwikkeling (PAD) leren de leerlingen hoe ze met problemen kunnen omgaan, hoe ze erover kunnen communiceren en hoe deze op te lossen. Er zijn vaste regels in de school en bij overgangsituaties worden de leerlingen expliciet begeleid zodat conflicten voorkomen worden. Als er problemen van sociaal-emotionele aard zijn die de voortgang van het programma in de klas verstoren, neemt de leerkracht of klassenassistent de leerling(en) uit de groep om de problemen op een andere plaats te bespreken en op te lossen. Bovendien bestaat er een time-out mogelijkheid op een stoel buiten de klas of bij een collega (in een klas of kantoor). Er is een goede registratie van het verzuim van leerlingen. In gesprek met de ouder(s)/ verzorger(s) blijft het verzuim zo beperkt mogelijk. Als het nodig is wordt hierbij de betrokken maatschappelijke deskundige van school of de schoolarts ingeschakeld. Bij uitzondering vindt overleg plaats met de leerplichtambtenaar. Een vrije dag moet schriftelijk aangevraagd worden bij de locatiemanager die voor het toekennen ervan de vigerende regelgeving hanteert. Voor opvang van de leerlingen bij afwezigheid van de leerkracht wordt gezorgd, in de vorm van een vervangende leerkracht en/of assistent. De belangrijkste doelstelling
38
daarbij is om de voortgang en continuïteit van het onderwijsproces, in zowel didactisch als pedagogisch opzicht, zoveel mogelijk te waarborgen.
Het schoolplan en de schoolgids In het schoolplan staat weergegeven wat er in de school gebeurt, waarom het gebeurt en wat de school in de komende jaren van plan is. In dit plan beschrijft de school één keer per vier jaar de hoofdlijnen van het eigen beleid; dat betreft het onderwijskundig-, het personeels- en het kwaliteitsbeleid. In de schoolgids maken wij duidelijk welke doelen wij nastreven en hoe wij deze bereiken. Tevens zijn daar allerlei zaken en regelingen betreffende ouder(s)/verzorger(s) in opgenomen. Ieder jaar komt er een nieuwe schoolgids.
Behaalde resultaten in het schooljaar 2009-2010 In het schoolplan is ook een activiteitenplan opgenomen waarin staat welke activiteiten rondom kwaliteitszorg er dat jaar ondernomen zullen worden. Naast de resultaat afspraken die ieder schooljaar terug komen, zoals werken volgens de handelingsgerichte diagnostiek, zijn er ook specifieke resultaten m.b.t. kwaliteitszorg behaald in schooljaar 2009-2010: Het onderwijsprofiel van De Kornalijn is verder uitgewerkt De inzet van de onderwijstijd is aan de hand van het nieuwe onderwijsprofiel uitgewerkt. Er wordt gewerkt met een nieuw format groepsplan Voor het vak schrijven wordt de nieuwe schrijfmethode „Handschrift‟ gebruikt. De leerlijn seksuele opvoeding voor de midden- en onderbouw is geïmplementeerd. De nieuwe methode „Natuur en techniek‟ wordt in alle midden- en bovenbouwgroepen gebruikt. Het directe instructiemodel is besproken en op SO IGA en SO ZIGA niveau gespecialiseerd. Professionalisering van het team heeft onder andere plaats gevonden op locatiespecifieke en stichtingsbrede cursussen, op studiedagen en themamiddagen en middels collegiale consultatie. De vernieuwde Cito-toetsen op het gebied van rekenen, spelling, begrijpend lezen en woordenschat zijn geïmplementeerd.
Gestelde doelen voor het schooljaar 2010-2011 De doelen waar we ons het komend schooljaar o.a. op willen gaan richten zijn: De visie op samenwerking tussen De Kornalijn en de GGZ-WNB wordt verder uitgewerkt. Het onderwijsaanbod en de samenwerking met de GGZ-WNB wordt geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. De zorgstructuren met betrekking tot de Rekenen/Wiskunde en Nederlandse taal worden geëvalueerd en bijgesteld. Het zelfstandig werken en de zelfstandige rol van de leerling wordt verder uitgewerkt. De Meichenbaum methode wordt aangepast aan het profiel van De Kornalijn. 39
Samenwerken en interactief werken in de klas op de Kornalijn. Professionalisering van het team vindt plaats o.a. door locatiespecifieke en stichtingsbrede studiedagen, intervisie, collegiale consultatie en het bijwonen van specifieke cursussen. Het methodisch werken met de „techniektorens‟ wordt geïmplementeerd.
De ouderkalender Aan het begin van het schooljaar wordt een overzicht meegegeven met belangrijke data van het schooljaar. Zo staat hier o.a. op aangegeven wanneer de vakanties zijn en wanneer de ouderavonden gehouden worden. Ook diverse activiteiten en vieringen staan hierin vermeld.
3.4. De leerlingbegeleiding Het volgen van de leerling Verwijzing naar gespecialiseerde school Het Driespan kent verschillende gespecialiseerde scholen. De leerlingen worden ingedeeld in doelgroepen op basis van hun sociaal-emotionele hulpvraag, onderwijsbehoeften, woonplaats en leeftijd. Als een leerling een beschikking heeft gekregen van de „Commissie van Indicatiestelling (CvI)‟ en wordt het dossier besproken in het bovenschoolse plaatsingsoverleg van Het Driespan. Op basis van de voorhanden zijnde gegevens van een leerling wordt een advies afgegeven voor de school met het passende onderwijsprofiel en wordt het dossier naar die school verwezen.
Commissie voor de Begeleiding (CvB) en HandelingsGerichte Diagnostiek (HGD) Op de locatie is een Commissie voor de Begeleiding (CvB) werkzaam die bestaat uit een gedragsdeskundige (psycholoog of orthopedagoog), een onderwijsdeskundige, een maatschappelijk werkende, een schoolarts en wordt voorgezeten door de locatiemanager. De leden van de CvB werken als multidisciplinair team. Zij bestuderen de beschikbare gegevens en stellen gezamenlijk de eventuele onderzoeksvragen op. Zij geven als commissie uitsluitsel over de onderzoeksresultaten en over de plaatsing op de school. De CvB van de school beoordeelt of het dossier van de leerling juist verwezen is. Als dit bevestigd wordt start het toelatingsonderzoek door middel van handelingsgerichte diagnostiek (HGD) die vijf fasen heeft. De intakefase start met het kennismakingsgesprek met de ouder(s)/verzorger(s) en eventueel de leerling (VSO) met de locatiemanager. Doel van het gesprek is een wederzijdse kennismaking en informatie geven over de procedure HGD en de plaatsingsprocedure. In deze fase wordt de problematiek en de hulpvraag beschreven gebaseerd op gegevens uit het kennismakingsgesprek met ouder(s)/verzorger(s), de voorhanden zijnde gegevens en de rapportage van de Commissie van Indicatiestelling. De leerling wordt geobserveerd door een lid van de CvB.
40
Tijdens de strategiefase wordt beoordeeld of er voldoende gegevens ter beschikking zijn om tot een advies te komen of dat er aanvullend onderzoek moet komen. Als dat nodig is vindt dat in de daarop volgende onderzoeksfase plaats. In de integratiebespreking wordt door de CvB alle verzamelde gegevens en onderzoeksresultaten besproken. Dit resulteert in de omschrijving van: de problematiek van de leerling in het ‘integratief beeld’, de ‘beschermende factoren’ (sterke kanten) en ‘belemmerende factoren’, het ‘ontwikkelingsperspectief’ (lange termijn doelen en het uitstroomperspectief) en de „sociaal-emotionele en didactische behoeften en aanpak’ van de leerling. Dit wordt vastgelegd in het Kerndocument. De Commissie voor de Begeleiding besluit op basis van haar onderzoek of de leerling op de desbetreffende school het best geholpen kan worden. Als daaruit blijkt dat een leerling op een andere locatie of op een reguliere school met REC 4-ambulante begeleiding (AB) beter begeleid zou kunnen worden, overlegt de voorzitter van de CvB met de desbetreffende school of Dienst AB. In de laatste fase vindt het adviesgesprek plaats met de ouder(s)/ verzorger(s). In dit gesprek wordt aan de hand van het Kerndocument verslag gedaan van het verloop van het onderzoek, de conclusies en het advies. Ook de plaatsing op de school wordt besproken.
De leerlingbegeleiding De Commissie voor de Begeleiding (CvB) draagt vanaf de plaatsing van de leerling de verantwoordelijkheid over de leerlingzorg. Zij zet de begeleiding uit van de leerlingen en volgt ze gedurende de plaatsing op de school. De onderzoeksresultaten en de adviezen uit de procedure handelingsgerichte diagnostiek die verwerkt zijn in het Kerndocument vormen het startpunt voor de leerlingbegeleiding in de school. Er wordt gewerkt volgens de richtlijnen van handelingsgericht werken (HGW). De individuele leerlingen worden twee keer per jaar systematisch besproken. Wekelijks worden CvB-besprekingen gevoerd waarin actuele zaken betreffende de leerlingen worden besproken. Als het nodig is worden van hieruit acties ondernomen. De schoolarts ziet iedere leerling in de cyclus van het medisch onderzoek zoals dat bij leerlingen in het regulier onderwijs gebruikelijk is. In de basisschoolleeftijd wordt iedere leerling tenminste iedere twee jaar gezien door de schoolarts. In het voortgezet onderwijs is dat iedere drie jaar. Bij de toelating tot de school onderzoekt de medisch deskundige de beschikbare gegevens in het schooldossier (en waar mogelijk in het elektronisch patiënten dossier (EPD) van de GG en GD). De ontwikkeling van de leerling wordt vanuit de medische invalshoek structureel gevolgd in de cyclus van de leerlingbesprekingen. Indien er nader onderzoek nodig is nodigt de schoolarts de ouders(s)/ verzorger(s) met hun zoon of dochter daartoe uit.
De toestemmingsverklaring Tijdens het eerste kennismakingsgesprek wordt een toestemmingsverklaring ondertekend door de ouder(s)/verzorger(s). Hiermee verlenen zij onder andere toestemming voor psychologisch en onderwijskundig onderzoek bij plaatsing op de school en voor de periode dat de leerling in de school is ingeschreven. Indien mogelijk
41
wordt gebruik gemaakt van reeds bestaande rapportage. Tevens geven zij de medisch deskundige toestemming om het medisch dossier te onderzoeken. Daarnaast geven zij toestemming om deze onderzoeksgegevens, gegevens van maatschappelijk werk en andere rapportage te bespreken in de Commissie voor de Begeleiding. Onderzoeksresultaten en handelingsadviezen worden besproken met de ouder(s)/verzorger(s). Als er gedurende de plaatsing van de leerling in de school psychologisch onderzoek afgenomen moet worden, wordt dat van tevoren eerst met de ouder(s)/verzorger(s) telefonisch of schriftelijk overlegd. Na afronding van het onderzoek worden de ouder(s)/verzorger(s) uitgenodigd om de onderzoeksresultaten te bespreken met de psycholoog.
Handelingsgericht werken (HGW) Handelingsgericht werken (HGW) is een cyclisch proces, waarbij het onderwijs- en begeleidingsaanbod voor een leerling wordt bepaald op basis van diens ontwikkelingsperspectief en uitstroomprofiel. Het krijgt vorm in de formulering van onderwijsbehoeften en smartgeformuleerde resultaatafspraken. De begeleiding is erop gericht om het maximale uit de leerling te halen, zowel op de didactische ontwikkeling als op de sociaal-emotionele ontwikkeling en welbevinden. De bevindingen uit het toelatingsonderzoek verkregen door de handelingsgerichte diagnostiek, vormen het startpunt van de leerlingbegeleiding en het handelingsgericht werken. In het Individueel Handelingsplan (IHP) wordt het werken aan de onderwijs-behoeften en het ontwikkelingsperspectief van de leerling uit het Kerndocument vertaald in concrete resultaatafspraken per leerling. Per jaar worden er in juli en februari nieuwe individuele handelingsplannen voor de klas opgesteld. Er kunnen ook handelingsplannen zijn voor individuele begeleiding zoals bij logopedie of maatschappelijk werk. Voor nieuwe leerlingen is er zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken na plaatsing een IHP. Deze wordt tijdens de eerste kennismakingavond met u besproken. Onder supervisie van de CvB verwerkt de leerkracht (individuele) resultaatafspraken van de leerlingen in een individueel handelingsplan en het groepshandelingsplan. Tenminste drie keer per jaar wordt de ontwikkeling van de leerlingen door de CvB met de leerkracht besproken in groepsbesprekingen. Tweemaal per jaar worden de opbrengsten van de begeleiding cyclisch en systematisch geobserveerd, geëvalueerd en geanalyseerd. Vervolgens worden er nieuwe resultaatafspraken gesteld en wordt het onderwijsaanbod waar nodig aangepast. Elke leerling wordt minimaal één keer per jaar expliciet besproken door de CvB tijdens de individuele leerlingbespreking. Hierbij zijn aanwezig: de locatiemanager, de intern begeleider, de psycholoog, de maatschappelijk werkende, de leerkracht, klassenassistent en op verzoek de eventueel andere betrokken medewerkers zoals de logopediste of remedial teacher. In deze bespreking worden de screeningsgegevens en begeleiding van het afgelopen jaar geëvalueerd en wordt de hulpvraag, het integratief beeld en de behoeften van de leerling waar nodig bijgesteld. Tevens wordt het tweede handelingsplan van het schooljaar besproken.
42
Voor deze leerlingbespreking worden de ouder(s)/verzorger(s) uitgenodigd om de ontwikkelingen samen met de CvB te evalueren en nieuwe resultaatafspraken te maken. Zij ontvangen vóór de bespreking de informatie die tijdens de vergadering aan de orde zal komen. In de VSO-scholen sluit ook de leerling een deel van de bespreking aan. Vervolgens wordt ook ieder jaar kritisch bekeken of de school nog steeds het beste antwoord kan geven op de begeleidingsbehoeften van de leerling. Indien dit niet het geval is wordt in samenspraak met de ouder(s)/verzorger(s) gezocht naar een beter aansluitende vorm van onderwijs. Dit kan op een andere onderwijslocatie van Het Driespan zijn, een andere vorm van (voortgezet) speciaal onderwijs, het reguliere basisof voortgezet onderwijs. Het Kerndocument wordt naar aanleiding van wat besproken is bijgesteld. Aan het einde van het schooljaar zijn er nieuwe screeningsgegevens en vindt de tweede algehele evaluatie plaats. Het Kerndocument wordt bijgesteld. Tijdens de ouderavond worden Het Kerndocument HGW en het individuele handelingsplan besproken met de ouder(s)/verzorger(s). Het is op de ouderavonden voor ouder(s)/verzorger(s) ook mogelijk om te spreken met de individuele begeleiders (logopedist, speltherapeut) van de leerling. Alle documenten worden door de betrokken medewerkers en de ouder(s)/verzorger(s) ondertekend. De Commissie voor de Begeleiding (CvB) volgt de leerlingen gedurende hun verblijf op de school nauwlettend. Iedere week is er een CvB-vergadering waarin actuele zaken betreffende de leerling worden besproken. Met het leerlingvolgsysteem wordt zowel de didactische- als de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling gescreend. Het heeft als doel om de opbrengsten van het onderwijs te meten en om het handelen in de klas zo goed mogelijk af te stemmen op de mogelijkheden en vorderingen van de leerling. Deze gegevens worden besproken in de groepsbesprekingen en individuele leerlingbesprekingen en maken onderdeel uit van het Kerndocument Handelingsgericht Werken (HGW). Elke leerling wordt op deze manier nauwlettend gevolgd om zo zijn/ haar ontwikkeling zo goed mogelijk te begeleiden.
Schoolverlating Als de leerling alle leerjaren doorlopen heeft geeft de CvB een advies voor vervolgonderwijs, een plaatsing in het arbeidsveld of dagbesteding en begeleidt zij het traject ernaar toe. In het geval dat de CvB gedurende één van de leerjaren tot de conclusie komt dat een leerling beter of net zo goed op een andere school geholpen kan worden wordt de overplaatsing in overleg met de ouder(s)/verzorger(s) in gang gezet. De leerling wordt op deze overgang goed voorbereid. Over elke leerling die de school verlaat wordt een onderwijskundig rapport opgesteld dat met de ouder(s)/verzorger(s) besproken wordt. Een leerling die een beschikking van de CvI heeft en naar een reguliere school gaat kan Rugzak Ambulante Begeleiding (RAB) krijgen. Als de beschikking is verlopen en er geen nieuwe wordt afgegeven en de leerling in het reguliere onderwijs geplaatst wordt komt deze in aanmerking voor Terugplaatsing Ambulante Begeleiding (TAB).
43
Voor leerlingen die residentieel geplaatst zijn geweest in een samenwerkingsverband met zorg op een van de scholen die geen CvI-beschikking hebben zorgt de school voor een goede overdracht naar de nieuwe school. Zie verder „Ambulante Begeleiding REC 4 Meander‟ in deze schoolgids.
Het pedagogisch klimaat De school vindt het belangrijk dat leerlingen zich in het pedagogisch klimaat van de Kornalijn veilig voelen. Een veilige leer-, werk- en leefomgeving voor leerlingen en leerkrachten wordt bereikt via het hanteren van normen, waarden en afspraken die we als team onderschrijven. De medewerkers proberen zich voortdurend bewust te zijn van hun voorbeeldfunctie naar leerlingen. De inrichting van de school, klas en plein is vriendelijk. De lessen zijn goed gestructureerd en georganiseerd. De organisatie op schoolniveau biedt houvast voor leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en leerkrachten. De Kornalijn werkt met name met een empathische benadering. Dit houdt vooral in dat er begrijpend en onbevooroordeeld naar kinderen geluisterd wordt en begrip wordt opgebracht voor hun situatie. Het is gebleken dat deze benadering leidt tot een betere communicatie en een betere vertrouwensrelatie. Binnen het onderwijsprogramma wordt door interne en/of externe begeleiding de ontwikkeling van het betreffende kind dusdanig gestimuleerd dat het didactisch proces optimaler kan gaan verlopen.
De oudercontacten Als het gaat om het onderwijzen en begeleiden van kinderen met sociaal-emotionele problemen blijkt vaak dat de gedragsproblemen ook thuis in meer of mindere mate voorkomen. Een goed contact tussen school en ouder(s)/verzorger(s) is erg belangrijk en kan de ontwikkeling van het kind alleen maar ten goede komen. De Kornalijn is van mening dat een afstemming tussen de thuis- en de schoolsituatie daarom erg belangrijk is om adequaat met deze problemen om te kunnen gaan. Tussen de leerkracht en de ouder(s)/verzorger(s) zijn er een aantal contactmomenten. Ook voor de interne leerlingen verlopen de contacten betreffende het onderwijs rechtstreeks met de school. Jaarlijks worden er voor de ouder(s)/verzorger(s) van onze kinderen informatieavonden georganiseerd.
Kennismakingsavonden De school stelt de ouder(s)/verzorger(s) van de leerlingen graag in het begin van het schooljaar in de gelegenheid om kennis te maken met de school, de leerkracht en elkaar. De kennismakingsavonden zijn gepland aan het begin van het schooljaar.
Thuisschrift Om zorg te dragen voor een goede communicatie tussen ouder(s)/verzorger(s) enerzijds en groepsleerkracht en klassenassistent anderzijds wordt er gebruik gemaakt van een thuisschrift om elkaar daarin te schriftelijk te informeren.
44
Individuele contacten Uiteraard is het mogelijk met alle medewerkers telefonisch, schriftelijk of mondeling contact op te nemen. Bij telefonisch contact verzoeken wij u dringend de groepsleerkrachten niet te storen tijdens de lessen; zij willen dan graag hun aandacht geven aan uw zoon/dochter. Wilt u een groepsleerkracht spreken, dan kunt u het beste telefonisch contact opnemen vóór aanvang van de lessen van 8.15 tot 8.30 uur of na 15.15 uur. De school is telefonisch bereikbaar vanaf 08.15 uur tot 16.30 uur. Via de administratie kunt u altijd vragen of de leerkracht u terug wilt bellen.
Overige informatie Naast bovengenoemde oudercontacten houden wij u verder op de hoogte middels schoolkrant, nieuwsbrieven, informatieavonden, koffie-ochtenden, ouderkalender en overige brieven.
Recht op inzage Van iedere leerling is een dossier dat zorgvuldig beheerd wordt in de school. Alleen medewerkers die direct betrokken zijn bij het kind mogen het dossier inzien. Ouder(s)/verzorger(s) kunnen het dossier inzien met de locatiemanager. Op De Kornalijn is een privacyreglement dat voor ieder beschikbaar is.
3.5. De kwaliteitszorg op De Kornalijn Leerkrachten die werkzaam zijn op onze school zijn in het bezit van een PA/PABO-diploma aangevuld met een opleiding Speciaal Onderwijs met over het algemeen de specialisatie Autisme. Daarnaast hebben alle medewerkers van De Kornalijn scholing gehad in het PAD-programma omdat dit programma een wezenlijk onderdeel uitmaakt van onze pedagogische benadering naar de kinderen. Elk schooljaar worden er nascholingsactiviteiten voor het gehele team georganiseerd. In de afgelopen periode zijn onder andere de volgende thema‟s aangeboden : Cursus NLP, cursus medezeggenschap, klassenmanagement voor klassenassistenten, logopedie en autisme, het directe instructie model. Dit schooljaar zullen diverse cursussen gevolgd worden bij Fontys OSO m.b.t. autisme, o.a. autisme differentiaal diagnostiek, autisme en pesten, autisme en depressie, autisme en vrije tijd en autisme en hoogbegaafdheid. Daarnaast zullen collega‟s de master SEN opleiding volgen. Ook volgen medewerkers regelmatig studie en nascholingsdagen op het gebied van lezen en rekenen en sociaal emotionele thema‟s. Voortdurend wordt er kritisch gekeken naar de kwaliteit van de onderwijsinhoud. De Kornalijn vindt het belangrijk om steeds weer goed in te kunnen spelen op hetgeen de leerlingen van ons vragen. Vaak hebben zij, ieder op hun eigen manier, moeite met leren. Zo optimaal mogelijk afstemmen op de individuele behoefte van het kind staat centraal waarbij er een duidelijke lijn is in het onderwijs dat het kind aangeboden krijgt in de jaren dat het bij ons is. De kwaliteit van de onderwijsinhoud wordt binnen de school nauwlettend gevolgd, geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Nieuwe aandachtspunten worden opgenomen in een plan van aanpak om de kwaliteit van het onderwijs in de Kornalijn steeds te verhogen.
45
3.6. Regelingen en praktische zaken .
Schooltijden locatie Bergen op Zoom maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
08.35 - 12.00 uur 08.35 - 12.00 uur 08.35 - 12.15 uur 08.35 - 12.00 uur 08.35 - 12.00 uur
12.50 - 15.00 uur 12.50 - 15.00 uur 12.50 - 15.00 uur 12.50 - 15.00 uur
Ochtendpauze Voor de kleine ochtendpauze rond 10.30 uur mag een „gezonde‟ koek of fruit en drinken (zonder koolzuur) meegeven worden. In samenspraak met de oudercommissie is besloten om via Campina kinderen in de gelegenheid te stellen om schoolmelk te drinken voor de kleine ochtendpauze rond 10.30 uur. U kunt kiezen uit volle-, halfvolle-, chocolade- en yoghurtdrank. Als u voor uw kind schoolmelk wenst dient u het inschrijfformulier in te vullen en mee terug te geven naar school. Campina regelt de betalingen met u en levert aan ons de melk. Wij zorgen er dan voor dat uw kind zijn/haar melk op het juiste moment krijgt. Opzeggen van het melkabonnement dient u zelf te doen door het invullen van een mutatieformulier.
Middagpauze Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag blijven de kinderen over op school. Het is aan de ouder(s)/verzorger(s) om een broodmaaltijd eventueel aangevuld met fruit mee te geven. Voor thee / melk tijdens de middagpauze (12.00 uur) wordt gezorgd door school. Hiervoor geldt een verplichte bijdrage van € 15,- als tegemoetkoming van de kosten. Dit bedrag kan samen met de vrijwillige ouderbijdrage van € 30,- overgemaakt worden op de rekening van de school (rekening nummer 500 205 078). Ook contante betaling bij de administratie van de school behoort tot de mogelijkheden. Na het brood eten is er de mogelijkheid om tanden te poetsen. Indien gewenst, mag de leerling een eigen tandenborstel en tandpasta mee naar school nemen, die elke dag mee naar huis gaat.
Data ouderavonden De data van de ouderavonden staan vermeld op de ouderkalender, deze wordt de eerste schoolweek uitgedeeld.
Jeugdbladen Het team is bereid de jeugdtijdschriften, zoals Okki en Taptoe via de school te verspreiden. Aan het begin van het schooljaar krijgt uw kind hierover een foldertje mee. Wij adviseren u naast deze tijdschriften ook een gratis abonnement op de Openbare Bibliotheek te nemen.
Schoolfotograaf De leerlingen worden gefotografeerd door de schoolfotograaf. Ouder(s)/verzorger(s) worden van tevoren op de hoogte gebracht van de datum. Daarna wordt u in de gelegenheid gesteld om deze foto's te kopen. 46
Klassenlijsten Aan het begin van het schooljaar krijgen de kinderen de leerlingenlijst van hun klas mee naar huis. Op deze lijst staan de namen, adressen en telefoonnummers (geen geheime nummers) van hun klasgenootjes. Met deze lijst is het voor u makkelijker om speelafspraken te maken voor uw kind. Mocht u bezwaar hebben tegen het vermelden van het adres en telefoonnummer van uw kind dat kunt u dat bij de locatiemanager kenbaar maken.
Verhuizing Bij verhuizing dient er een adreswijziging gestuurd te worden naar de school. Ook het vervoersbedrijf dient op de hoogte gebracht te worden van het nieuwe adres. Mogelijk vindt verhuizing plaats naar een andere gemeente. Als u verandert van telefoonnummer dient u dit door te geven aan de school, zodat u altijd bereikbaar bent.
Verjaardag Bij verjaardagen mag er getrakteerd worden op school. Hierbij hebben gezonde traktaties onze voorkeur. Ook mogen de leerlingen als ze willen met een kaart langs alle teamleden.
Gymlessen Alle kinderen nemen hieraan deel. Bij verhindering geeft u een briefje van u of een arts mee met uw kind. Alle kinderen dragen gymschoenen (geen turn of ballet schoentjes) met een harde zool die niet afgeeft, shirt en gymbroek. Wanneer één van deze spullen ontbreekt, kan een kind niet mee gymmen. Dit in verband met het waarborgen van de veiligheid van de kinderen. Bij sommige gymzalen kan er gedoucht worden, u hoort van de leerkracht of er een handdoek mee genomen moet worden. Voor de jongere leerlingen adviseren wij u kleding en gymschoenen te merken. In het schooljaar 2010-2011 zullen de gymlessen plaatsvinden in de gymzaal van de Driemaster aan de Populierlaan, de gymzaal aan de Burgemeester Blomlaan en de gymzaal van de Montessorischool aan de Noordsingel.
Zwemmen Een aantal kinderen van de Kornalijn zwemmen op vrijdagmiddag in “De Schelp” in Bergen op Zoom. Van de gemeente Bergen op Zoom kunnen 20 leerlingen aan het schoolzwemmen meedoen. Ze hebben hier de gelegenheid om een zwemdiploma te behalen. Het team van de Kornalijn kiest ervoor om alleen de leerlingen zonder zwemdiploma A mee te laten doen aan de zwemlessen.
Medicatie Veel kinderen gebruiken medicijnen en moeten die dan ook tijdens schooltijden innemen. Als uw kind medicijnen gebruikt, wilt u deze dan in een enveloppe aan de taxichauffeur meegeven. Deze geeft het dan aan de medewerker van school af die ‟s ochtends vanaf kwart over 8 bij het hek staat en wij zorgen ervoor dat het op de juiste
47
plaats terechtkomt. Voor alle zekerheid is het wenselijk dat u in het contactschriftje vermeldt welke en hoeveel medicijnen u meegeeft. Medicijnen worden op school centraal bewaard in een gesloten kast. Wekelijks wordt voor iedere leerling een medicijnendoosje gevuld die in een gesloten kastje in het klaslokaal wordt bewaard. Uiteraard mogen ouders ook zelf de medicijnen van hun kind op school afgeven.
Het team Doordat wij niet alleen aandacht besteden aan het leerproces, maar ook aan de gedragsontwikkeling, is er rondom onze leerlingen een heel team actief.
De samenstelling van het team De integrale directie is eindverantwoordelijk voor de school. De algehele leiding van de locatie berust bij de locatiemanager (LM) die zich bezighoudt met de aansturing van de school en is verantwoordelijk voor de inhoudelijke begeleiding van de leerlingen. De intern begeleider draagt zorg voor de leerlingbegeleiding. De orthopedagoog bestudeert de voor handen zijnde dossiergegevens en doet verder onderzoek als dat nodig is. Dit wordt gedaan bij toelating en bij de verdere begeleiding van de leerlingen gedurende de schoolplaatsing. Daarnaast verzorgt zij de onderzoeken en verslaglegging van de schoolverlaters uit de eindgroepen. De schoolarts onderzoekt elk kind een keer in de drie jaar en werkt bij de GGD. Eventuele medische handelingen worden echter altijd door de eigen huisarts uitgevoerd. Om ouder(s)/verzorger(s) thuis in sociaal maar vooral pedagogisch opzicht te kunnen ondersteunen, is aan De Kornalijn een schoolmaatschappelijk werkende verbonden. De groepsleerkracht is de eerste verantwoordelijke voor de didactische- en pedagogische begeleiding van de leerlingen. De belangrijkste processen vinden in de klas plaats. De klassenassistent assisteert de leerkracht. De vakleerkracht voor lichamelijke opvoeding verzorgt op zijn vakgebied de vaklessen en ondersteunen het groepsproces. De logopedist onderzoekt of er geen achterstanden en stoornissen zijn op het gebied van de taal/communicatie, het spreken, de stemvorming of het gehoor. Indien nodig volgt er behandeling en ondersteuning van de groepsprocessen. De remedial teacher geeft speciale aandacht aan die kinderen die ondanks het specifieke leerprogramma in de klas meer individuele en nog specifiekere didactische begeleiding nodig hebben. Hierbij kunt u denken aan hardnekkige leesproblemen, rekenproblemen e.d. De administratief medewerker verzorgt de leerling- en overige administratie. De contactpersoon (vertrouwenspersoon), zie pagina 17. Als een leerling intern extra begeleiding krijgt, gebeurt dit altijd onder schooltijd. De ouder(s)/verzorger(s) worden vooraf op de hoogte gebracht en zij kunnen op ouderavonden de therapeut van hun kind ook spreken.
48
Het team van de Kornalijn Integraal directeur Onderwijskundig locatiemanager Intern begeleider Orthopedagoog Maatschappelijk werkende
: : : : :
Sacha Vingerhoeds Jessy de Leede Eenschoten Natasja Smout Paula Lamaker-Fabriek Kim Wilbrink
Groep geel Assistent
: :
Groep oranje
:
Assistent
:
Groep bruin Assistent Groep wit
: : :
Assistent Groep paars Assistent Groep blauw Assistent
: : : : :
Groep groen
:
Assistent Groep aqua
: :
Assistent
:
Janneke van Gils Diana van Riet Ellen Thijssens Annelies Cleiren Annette van Dam Ellen Thijssens Bianca Dons Maaike Wagemakers Bianca Vervuren Nataša Dingenouts Linda van Beek Romy Vos Maartje de Viet Lian de Graaf Bianca Wesenbeek Riny van Gils Bianca Vervuren Annette van Dam Carla Verbeek Natascha Metselaar Raghield Froijen Liesbeth Musters Bianca Dons
Leerkracht bewegingsonderwijs
:
Dave de Crom
Remedial Teacher Logopedist Administratief medewerker Contactpersoon
: : : :
Yvonne van Daele Kyra Theune Saskia de Boer Saskia de Boer
49