Schoolgids c.b.s. de Spreng-El 2011-2014
Colofon Naam: Signatuur: Brinnummer: Directie Schooladres
C.B.S. de Spreng-El Protestants Christelijk L05LY J.H. Oosterkamp, interim directeur, R. Martens locatieleider De Steeghe 7 7784 CG Ane 0524-562466
www.cbsdespreng-el.nl
[email protected]
Bevoegd gezag Adres Bevoegd gezag Contactpersoon
Stichting voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs te Noord Oost Overijssel (Chrono) Erve Odinck 7c Hardenberg J. van Dijken
Voorwoord
Van de directeur/bestuurder van de Stichting voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs Chrono, gevestigd te Hardenberg CBSbehoort tot de Stichting voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs Chrono, gevestigd te Hardenberg. Onze stichting van 16 scholen stelt zich ten doel het doen geven van Protestants Christelijk primair onderwijs. Zij tracht dit doel te bereiken door het oprichten en instandhouden van scholen voor Protestants Christelijk primair onderwijs in Noordoost Overijssel. Dit alles zoveel mogelijk in samenwerking met ouderklankbordgroepen, directies, medezeggenschapsraden van de scholen en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Chrono is per 1 januari 2005 ontstaan door een fusie van de Vereniging voor PC basisonderwijs in Avereest en de Vereniging voor PC Primair Onderwijs in Noordoost Overijssel, gevestigd te Hardenberg. Per 1 januari 2012 is de vereniging omgezet in een stichting. De Ledenraad van Chrono heeft op 29 juni 2011 daartoe besloten en er voor gekozen om bestuur en toezicht volledig te scheiden: het College van Bestuur (CvB) bestuurt en de Raad van Toezicht (RvT) houdt (intern) toezicht. Omdat de schoolcommissies zijn verdwenen en we veel belang blijven hechten aan ouderbetrokkenheid, heeft elke school nu een ouderklankbordgroep. Een door de Ledenraad vastgestelde beknopte kaderstelling geeft richtlijnen voor samenstelling en werkwijze van de ouderklankbordgroep. Per 1 januari 2012 zijn de leden van de Raad van Toezicht gestart met hun werkzaamheden. Bij Chrono is gekozen voor een eenhoofdig College van Bestuur. College van Bestuur is de wettelijke term; een College van bestuur kan uit één of meerdere personen bestaan. Indien het om één persoon gaat, zoals bij Chrono, wordt in de praktijk vaak gekozen voor de omschrijving directeur/bestuurder. Op de website van Chrono (www.chronoscholen.nl) staan de Statuten van de Stichting, het bestuursreglement en het organogram. Het Protestants Christelijk onderwijs is onderwijs waarbij ouders een belangrijke rol spelen. Uw meeleven en meedenken is erg belangrijk. Dat zult u vooral doen op de school zelf, bijvoorbeeld in de ouderklankbordgroep of de medezeggenschapsraad (MR). Bovenschools kunt u een rol spelen door u als ouder verkiesbaar te stellen voor de GMR (=gemeenschappelijke medezeggenschapsraad). Deze GMR bestaat uit 8 leden, waarvan de helft ouders en de helft personeelsleden van Chrono. Daarnaast kunt u solliciteren als lid van de Raad van Toezicht, indien er een vacature is. We werken samen aan het onderwijs voor onze kinderen op alle Chronoscholen. De directeuren en directeur/bestuurder worden daarbij ondersteund door de medewerkers van het bestuurscentrum. Wij willen Chrono als professionele organisatie verder uitbouwen. Daarmee
3
zorgen we met name voor goede randvoorwaarden, zoals op het gebied van onderwijs, christelijke identiteit, personeel/ organisatie, financiën, huisvesting en ICT. Door goed samen te werken, solidair te zijn en elkaar te ondersteunen bij zaken die onze aandacht vragen, kunnen we als stichting voor alle Chronoscholen het nodige betekenen! Daar ligt de meerwaarde voor de scholen. Vanuit Chrono willen we planmatig werken en plannen op elkaar aan laten sluiten. Een belangrijk basisdocument is het Strategisch Bestuursbeleidsplan 2010-2014(SBB); u treft het aan op de website van Chrono. De vijf speerpunten daaruit zijn: het scheiden van toezicht en bestuur, binnen daarvoor te bepalen kaders het invoeren van de kwaliteitsmonitor, mede om goed toezicht mogelijk te maken het bespreken en vastleggen van de (Protestants) Christelijke identiteit van Chrono, op zowel school- als bovenschools niveau het sturen op competenties van personeel vorm en inhoud geven aan Passend Onderwijs Elke school werkt volgens het Schoolplan 2011-2015. De schoolplannen sluiten aan op het SBB: naast de vijf speerpunten van Chrono zijn er speerpunten op schoolniveau. Een paar hele praktische voorbeelden van de meerwaarde van Chrono: Alle personeel is in dienst van Chrono en dus niet van een school. Dat betekent dat het personeel de mogelijkheid heeft eens op een andere school te gaan werken. Soms is dat noodzakelijk, bijvoorbeeld als de ene school minder leerlingen krijgt en een andere juist meer. Binnen Chrono bestaat de mogelijkheid voor tweescholendirecteur. Dat is met name aantrekkelijk voor kleine(re) scholen. We organiseren personeelsbijeenkomsten, waar ervaringen worden uitgewisseld. Zo kun je gemakkelijk van elkaar leren. Bijvoorbeeld door het uitwisselen van lesmateriaal. Op het gebied van ICT, bijvoorbeeld de aanschaf van computers en digitale borden, werken we nauw samen. De systeembeheerder werkt voor alle scholen, die hetzelfde systeem gebruiken. Dat maakt het onderhoud gemakkelijker. Het bestuurscentrum ondersteunt de directeuren bij hun werk. Als je dingen voor één school uitzoekt en ander scholen daarover inlicht, scheelt dat moeite en tijd. Voorbeelden zijn vragen op het gebied van huisvesting en onderhoud, verlofaanvragen voor personeel, veiligheid van speeltoestellen. In het directeurenoverleg worden zaken besproken die voor alle scholen van belang zijn. Bij scholing van personeel werken we nauw samen, zodat we bijvoorbeeld steeds vaker cursussen in Hardenberg kunnen organiseren. Onder de stichting valt, naast vijftien basisscholen, een school voor speciaal basisonderwijs, de Professor Waterinkschool. De expertise die in deze school aanwezig is, kan door alle Chronoscholen gebruikt worden. De directeur/bestuurder en een aantal directeuren nemen deel aan overleg binnen het samenwerkingsverband rondom de Professor Waterinkschool en het regionaal overleg Passend Onderwijs. De afgelopen schooljaren hebben we een systeem ontwikkeld voor kwaliteitszorg, op zowel schoolniveau als bovenschools. Daarmee krijgen directies, MR, GMR en Raad van Toezicht meer zicht op de kwaliteit van de diverse onderdelen die we belangrijk vinden. We willen zo voorkomen dat we verrast worden. Het “Jaarbericht juni 2012” is te vinden op de website www.chronoscholen.nl Mocht u liever een leesexemplaar willen, dan kunt u deze verkrijgen via de directeur van de school; op elke school ligt een aantal exemplaren van het Jaarbericht. Door het lezen van het Jaarbericht weet u wat er speelt binnen Chrono en de scholen.
4
Het komend cursusjaar zullen we u een aantal keren via de nieuwsbrief van de scholen op de hoogte houden van actuele ontwikkelingen. Ook kunt u daarvoor de websites van de scholen en Chrono raadplegen (www.chronoscholen.nl). De bedoeling van deze schoolgids is om u als ouder een helder en duidelijk beeld te geven waar de school voor staat. Scholen verschillen, ook binnen onze stichting. Als directeur/ bestuurder ben ik daar blij om. De stichting streeft naar “eenheid in verscheidenheid”. Dat betekent dat iedere school de nodige ruimte krijgt om zichzelf te profileren in samenspraak met de directe omgeving van de school (team, ouderklankbord, mr en ouders). Daarnaast is het zo dat in de schoolgids ook verantwoording wordt afgelegd door de school over de manier van werken en de resultaten. Ook dat aspect van de schoolgids juich ik toe. U als ouder hebt er recht op om te weten waar de school voor staat, maar ook waar u op mag rekenen. Uw kind(eren) brengt/brengen veel tijd door op de basisschool. Als directeur/bestuurder ben ik blij dat u uw kind(eren) wilt toevertrouwen aan een van onze Chronoscholen. Ik wens u, samen met allen die bij de school betrokken zijn, een goede tijd toe. Voor al uw vragen kunt u contact opnemen met de school.
Jan van Dijken, directeur/bestuurder Gegevens van het bestuurscentrum van Chrono Bestuurscentrum en postadres van het bestuur: Bestuurscentrum Chrono Erve Odinck 7c 7773 DE HARDENBERG Tel.: 0523-272821 De medewerkers zijn bereikbaar tijdens kantooruren (behalve vrijdag) e-mail:
[email protected] website: www.chronoscholen.nl Medewerkers bestuurscentrum: Mr. Jan van Dijken (directeur/bestuurder) Roelineke Gommer (beleidsmedewerker Personeel en Organisatie) Dalida Harders (beleidsmedewerker Financiën, Huisvesting en ICT) Janine Murk (managementassistent) Ada van der Linden (administratief medewerker)
Leden van de Raad van Toezicht, situatie per 1 augustus 2013: De heer K. Muis Mevrouw A. Meijer De heer H. Meilink De heer H.J. Waterink De heer R. van de Klippe De heer E.M. Mulder De heer J. Rieks
Voorzitter Vice-voorzitter
5
Procedure voor het opstellen en vaststellen van het schoolgids Door het bestuur is bepaald dat de school de keuze van inhoud en lay-out zelf kan maken vanuit een door Chrono aangeleverd format, zodat de verschillende onder Chrono vallende scholen ook hierin blijk geven van verbondenheid met elkaar. Over het schoolgids heeft tussentijds overleg plaats met de medezeggenschapsraad (MR), IB’er, het personeel en de bestuursdirecteur. De MR is al in een vroeg stadium betrokken bij de totstandkoming van het schoolgids en stemt uiteindelijk in met het schoolgids. De schoolgids wordt op de website geplaatst. Willen ouders een uitgeprint exemplaar ontvangen, dan mag men dit aangeven en wordt de schoolgids op school uitgeprint. De jaarkalender en enkele andere documenten worden jaarlijks, als schoolgidsbijlage, verstrekt aan de ouders. De afgelopen jaren hebben wij gewerkt aan : Teamscholing: de scholing heeft ertoe geleid dat het rekenonderwijs in de groepen goed op elkaar is afgestemd en de mogelijkheden van onze methode goed benut worden. De computer als hulpmiddel bij goed klassenmanagement: door middel van een cursus hebben we ervoor gezorgd dat de computer een vaste plaats binnen ons onderwijs heeft gekregen. Borging van de leerlingenmap en de klassenmap: De gegevensverwerking en de administratie werken nu volledig naar wens. Het Cito LVS wordt functioneel ingezet bij de registratie van toetsresultaten, analyse hiervan en notatie van (naar het oordeel van de leerkracht) belangrijke voorvallen die mogelijk van belang zijn voor de verdere ontwikkeling van de leerling. Meerbegaafdheid: De scholing is afgerond, In de komende jaren zullen we door middel van compacten en verrijken op meerdere vakgebieden tot verdere uitbouw komen. Inmiddels zijn hiervoor ook de zogenaamde levelboxen aangeschaft voor alle groepen. IPB: Er is een gesprekkencyclus in gang gezet waarbij de vaardigheden en ontwikkelpunten van de leerkrachten effectief worden gevolgd. Ten aanzien van de te hanteren instrumenten verdiepen de directies van Chrono zich nog in verschillende mogelijkheden. Borging: Tijdens de teamvergaderingen worden alle actuele protocollen structureel en planmatig geëvalueerd en zonodig bijgesteld. Mentorencursus: Hoe begeleiden we op een juiste wijze studenten. Sociaal – emotionele ontwikkeling: Methode “Goed gedaan” is ingevoerd.
Jan Oosterkamp, Interim directeur CBS de Spreng-El
6
Inhoudsopgave
Voorwoord ............................................................................................................................................. 3 Inleiding ................................................................................................................................................ 9 1 Visie en beleid ............................................................................................................................. 11 1.1 Voldoen aan de eisen van de wet ................................................................................................11 1.2 Missie en visie op goed onderwijs ................................................................................................11 1.3 Toelatingsbeleid ........................................................................................................................11 1.4 Werkklimaat .............................................................................................................................12 1.5 Beleidsvorming .........................................................................................................................12 1.6 De kwaliteitsmonitor .................................................................................................................13 1.7 Passend onderwijs ....................................................................................................................13 1.8 Samenhang met het Zorgplan ....................................................................................................18 1.9 Brede School ............................................................................................................................19 1.10 Ambities t.a.v. Visie en beleid .....................................................................................................19 2 Leiderschap en management ....................................................................................................... 20 2.1 Leiderschap ..............................................................................................................................20 2.2 Besluitvormingsprocedures ........................................................................................................21 2.3 Ambities t.a.v. Leiderschap en management ................................................................................21 3 Personeel .................................................................................................................................... 22 3.1 Integraal Personeelsbeleid .........................................................................................................22 3.2 Personeelsbeleid op Chrono-niveau .............................................................................................23 3.3 Personeelsbeleid op schoolniveau ................................................................................................25 3.4 Ambities t.a.v. Personeel ..........................................................................................................28 4 Cultuur en klimaat ....................................................................................................................... 29 4.1 Schoolcultuur ...........................................................................................................................29 4.2 Cultuur voor medewerkers .........................................................................................................31 4.3 Cultuur voor leerlingen ..............................................................................................................32 4.4 Cultuur voor ouders ..................................................................................................................32 4.5 Partners...................................................................................................................................34 4.6 Ambities tav cultuur en klimaat ..................................................................................................34 5 Middelen en voorzieningen .......................................................................................................... 35 5.1 Zorgmiddelen ...........................................................................................................................35 5.2 Budget impulsgebieden..............................................................................................................35 5.3 Sponsoring...............................................................................................................................35 5.4 Begroting .................................................................................................................................35 5.5 Inzet van middelen ...................................................................................................................36 5.6 Ambities t.a.v. Middelen en voorzieningen....................................................................................36 6 Management van onderwijs en ondersteunende processen. ........................................................ 37 6.1 Visie op ontwikkeling en onderwijs ..............................................................................................37 6.2 Pedagogische huisstijl................................................................................................................37 6.3 Didactisch ontwerp ....................................................................................................................38 6.4 Onderwijstijd ............................................................................................................................38 6.4.1 Groep 1 ...................................................................................................................................39 6.4.2 Groep 2 t/m 4 ..........................................................................................................................39 6.4.3 Groep 5 t/m 8 ..........................................................................................................................39 6.5 Leerstofaanbod .........................................................................................................................39 6.6 Begeleiding naar het voortgezet onderwijs ...................................................................................44 6.7 Leerlingenzorg ..........................................................................................................................44 6.8 Samenhang met het Zorgplan ....................................................................................................45 6.9 Leerlingvolgsysteem ..................................................................................................................46 6.10 Kwaliteitszorg (vierjarig en eenjarig beleidscyclus): ......................................................................47 6.11 Schooladministratie ...................................................................................................................47 6.12 Ambities t.a.v. Management van processen ..................................................................................47
7
7 Resultaatgebieden ....................................................................................................................... 47 7.1 Waardering ..............................................................................................................................47 7.2 Opbrengstgerichte cultuur ..........................................................................................................47 7.3 Ambities t.a.v. Resultaatgebieden ...............................................................................................48 7.4 Toetskalender...........................................................................................................................48 8 Praktische zaken ......................................................................................................................... 50 8.1 Fruit ........................................................................................................................................50 8.2 Gevonden en verloren voorwerpen ..............................................................................................50 8.3 Gymnastiek en zwemmen ..........................................................................................................50 8.4 Schoolzwemmen in groep 3 t/m 8. ..............................................................................................51 8.5 Computer ................................................................................................................................51 8.6 Werken in de klas .....................................................................................................................51 8.7 Huiswerk .................................................................................................................................52 8.8 Werk afmaken ..........................................................................................................................52 8.9 Verkeerssituatie voor school .......................................................................................................52 8.10 Kleding ....................................................................................................................................52 8.11 Ouderbijdrage ..........................................................................................................................52 8.12 Oud papier ...............................................................................................................................53 8.14 Projecten en excursies .....................................................................................................................53 8.15 Schoolfotograaf .......................................................................................................................53 8.16 IJspret / “Elfstedentocht” op de ijsbaan .......................................................................................53 8.17 Kleuterfeest groep 1 / 2 .............................................................................................................54 8.18 Sportactiviteiten .......................................................................................................................54 8.19 Sportdag................................................................................................................................54 8.20 Verjaardagen kinderen ..............................................................................................................54 8.21 Verjaardagen van meester of juf .................................................................................................54 8.22 Verjaardag van familieleden .......................................................................................................54 8.23 Verlof leerkracht .......................................................................................................................54 8.24 Verlof leerling ...........................................................................................................................54 8.25 Bezoek huisarts, ziekenhuis, therapie of tandarts. .......................................................................55 8.26 Verlof voor huwelijken, jubilea, begrafenissen en dergelijke. ..........................................................55 8.27 Verlof voor vakantie. .................................................................................................................55 8.28 Vervoer van kinderen ................................................................................................................56 8.29 Verzekering leerlingen ...............................................................................................................56 8.30 Sinterklaasfeest ........................................................................................................................56 8.31 Kerstfeest ................................................................................................................................56 8.32 Paasviering ............................................................................................................................56 8.33 Vlekken verwijderen ..................................................................................................................56 8.34 Kinderboekenweek ....................................................................................................................57 8.35 Dierendag ................................................................................................................................57 8.36 Kamp (groep 7/8) .....................................................................................................................57 8.37 Kindermusical ...........................................................................................................................57 8.38 Schoolreizen.............................................................................................................................57 8.39 Bonte middag. ..........................................................................................................................58 8.40 Schoolontbijt ............................................................................................................................58 8.41 Wisselmorgen/wisselmiddag .......................................................................................................58 8.42 Ziekte leerkracht.....................................................................................................................58 8.43 Ziekte leerling ..........................................................................................................................58 8.44 zendingsgeld ..........................................................................................................................59 8.45 “Wel en wee” in de familie. ........................................................................................................59 8.46 Het Sprengeltje ........................................................................................................................59 8.47 Rapportage aan de ouders. ........................................................................................................59 8.48 Huisbezoek. ...........................................................................................................................59 8.49 Afspraken. ...............................................................................................................................60
8
Inleiding Het bevoegd gezag Onze school is één van de zestien scholen van de Stichting Chrono. Een Stichting voor protestants christelijk primair onderwijs. De scholen zijn verspreid over de gemeente Hardenberg. Één van de scholen is een school voor speciaal basisonderwijs. De dagelijkse leiding van Chrono ligt bij de bestuursdirecteur. Hij wordt op het bestuurscentrum ondersteund door twee beleidsmedewerkers, voor Personeel-Organisatie en FinanciënHuisvesting-Onderhoud-ICT, een managementassistent en een administratief medewerkster. In het kader van de wet scheiding van bestuur en toezicht is Chrono bezig met het opzetten van een stichtingsmodel, met een College van Bestuur en een Raad van Toezicht. Een project groep werkt dit traject verder uit. Het streven is dit uiterlijk per 1 januari 2012 te realiseren. De school CBS de Spreng-El is een protestants-christelijke basisschool in het buurtschap Ane, onderdeel van de groeiende stad Hardenberg. De kinderen komen uit de ruime omtrek rondom de school. De school is gelegen aan een straat met doorgaand verkeer. Om de school te bereiken komen veel kinderen op de fiets. De kleinere kinderen worden meestal gebracht en gehaald. De routes richting school zijn overwegend veilig te noemen. De school ligt ±5 minuten rijden (met de bus) van de sporthal. Naar het zwembad gaat men ook met de bus. Er is hard gewerkt aan de vernieuwing van het schoolplein. Door de samenwerking met de buren, Stichting De Aner School (DAS), hebben we de mogelijkheid om ons plein uit te breiden. Gebouw en plein voldoen hierdoor aan alle eisen die aan een school en haar omgeving gesteld mogen worden. Onze christelijke identiteit Onze identiteit is herkenbaar aan diverse activiteiten zoals gebed aan het begin en eind van de dag, bijbelvertellingen, vieringen (bijvoorbeeld Pasen en Kerst) en extra aandacht voor de overige Christelijke feestdagen. Er wordt verteld uit, gepraat over en/of gelezen in de Bijbel. Wij vertalen de inhoud van de Bijbel zoveel mogelijk naar de actualiteit. Dit alles in een sfeer van respect, openheid en verdraagzaamheid ten opzichte van andersdenkenden. De leerlingen leren de hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen. Ze leren respectvol om te gaan met sexualiteit en met de diversiteit van de samenleving, waaronder exuele diversiteit. (kerndoel 38) De christelijke identiteit van de school is meer dan het gebed en de vertellingen. We hopen onze identiteit dagelijks uit te stralen door onze wijze van omgaan met elkaar. Ook hebben we enkele ‘Kerk en Schooldiensten i.s.m. de PKN kerk van Gramsbergen.
De leerlingenpopulatie CBS de “Spreng-El” wordt bezocht door ongeveer 90 leerlingen Zij zijn verdeeld over 4 combinatiegroepen. Verwacht wordt dat het leerlingenaantal in de toekomst stabiel zal blijven. Het overgrote deel van de ouders behoort tot de autochtone bevolking en komt uit de naaste omgeving. De beroepsbevolking bestaat uit kleine zelfstandigen, geschoolde en ongeschoolde arbeiders. We hebben weinig kinderen uit zwaksociale milieus.
9
De meeste ouders behoren tot de Protestante Kerk Nederland. Daarnaast zijn er enkele ouders van een andere kerkelijke gezindte. Het merendeel van de kinderen gaat voor het voortgezet onderwijs naar het Vechtdalcollege in Hardenberg. Daarnaast kiezen ouders voor de Nieuwe Veste in Coevorden of Hardenberg. De afstand en schoolorganisatie spelen bij die schoolkeuze een belangrijke rol. De medewerkers De “Spreng-El” heeft op dit moment een interim directeur. Hij is eindverantwoordelijk. De dagelijkse leiding is in handen van de locatieleider. Een aantal leerkrachten heeft naast lesgevende taken ook IB-taken, RT-taken, en de zorg voor begeleiding rugzakleerlingen en ICT. Op school werken 8 leerkrachten: 6 vrouwen en 2 mannen onder wie de interim directeur. De gemiddelde leeftijd van het team ligt tussen de 40 en 45 jaar.
10
1
Visie en beleid
1.1
In 1. 2. 3.
Voldoen aan de eisen van de wet
de Wet Primair Onderwijs wordt gesteld dat het onderwijs drie belangrijke functies heeft: het draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen, het zorgt voor de overdracht van maatschappelijke en culturele verworvenheden, het rust kinderen toe voor participatie in de maatschappij.
De belangrijkste dingen die kinderen moeten leren om actief deel te nemen aan de samenleving staan vastgelegd in de kerndoelen. De kerndoelen zijn streefdoelen waarop basisscholen het onderwijs moeten richten. De kerndoelen zijn geformuleerd voor grotere leergebieden zoals de talen, rekenen/wiskunde, oriëntatie op jezelf en de wereld, kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs. Bij de omschrijving van de ontwikkelingsgebieden zal op de kerndoelen worden ingegaan. De kerndoelen liggen ter inzage op school. 1.2
Missie en visie op goed onderwijs
Wij willen kinderen de kans geven om hun eigen mogelijkheden te ontplooien. Ze moeten leren om zelfstandig, verantwoordelijk, creatief en kritisch te kunnen leven. Wij vinden dat we gezamenlijk zorg dragen dat de leerlingen op eigen niveau een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen zowel op cognitief als op sociaal-emotioneel gebied De Spreng-El is een school waar iedereen zich thuis moet voelen. Het gevoel van veiligheid en geborgenheid vormt de basis om je te kunnen ontplooien. Het stellen van grenzen en kaders om binnen te leven met anderen zijn hiervoor een voorwaarde. We gaan uit van de positieve groeimogelijkheden van elk kind. We vertellen de kinderen steeds weer dat er regels gelden op school en we leren hen die te hanteren. We steken veel energie in het belonen van gewenst gedrag maar natuurlijk wordt er wel eens een kind gestraft. We werken vanuit het leerstofjaarklassensysteem en bieden ons onderwijs adaptief aan op alle momenten die wij daartoe geschikt vinden. Als didactisch concept hebben we daarom gekozen voor effectief klassenmanagement met dagtaken (en waar mogelijk weektaken) gecombineerd met de ideeën van het zelfstandig werken. De computer wordt als effectief hulpmiddel ingezet. Wij vinden dat de 'mens' voor de klas, de kwaliteit van de leerkracht zeer belangrijk is. Effectieve leerkrachten kenmerken zich wat ons betreft door het geven van een goede, effectieve instructie en een duidelijke klassenorganisatie, waarbij de leraar optimaal gebruik maakt van de beschikbare onderwijstijd. Leraren op onze school hechten veel waarde aan het activeren en het steeds meer verantwoordelijk maken van kinderen. Kinderen moeten goed zelfstandig (samen) kunnen werken. Tenslotte vinden wij het aanleren van strategieën van groot belang: het gaat hierbij zowel om automatisering als inzicht. 1.3
Toelatingsbeleid
De Spreng-El staat middenin de samenleving. Dat betekent dat in beginsel alle kinderen van harte welkom zijn om bij ons onderwijs te volgen. Als wij een leerling niet toelaten, verwijzen of verwijderen moeten wij hier een hele goede reden voor hebben. In beginsel zijn alle leerlingen welkom op onze scholen indien: - de ouders de grondslag van de Stichting en van het onderwijs op school respecteren 11
-
het kind kan functioneren binnen het pedagogisch klimaat van de school en wanneer op basis van toets- en onderzoeksgegevens redelijkerwijs verwacht kan worden dat het kind het onderwijs zowel cognitief als sociaal-emotioneel kan volgen.
1.4
Werkklimaat
We vinden een goed contact belangrijk, ook informeel. We respecteren elkaars sterke en zwakke punten. We maken graag gebruik van elkaars kwaliteiten. We leren van elkaar, door bij elkaar in de klas te kijken tijdens het lesgeven. We zorgen door middel van teamscholing voor een effectieve deskundigheidsbevordering. 1.5
Beleidsvorming
De doelstellingen van het onderwijs op CBS de Spreng-El worden in overleg met het team uiteindelijk bepaald door de directie en de MR. Uitgangspunt bij de beleidsvorming is, dat het onderwijs op onze school op een kwalitatief hoog niveau gegeven wordt. De sterke punten willen we borgen en verbeterpunten moeten worden opgespoord en uitgevoerd. Binnen de scholen van CHRONO is gekozen voor het INK-model (Instituut Nederlandse Kwaliteit). Het INK-model sluit goed aan bij hoe de schoolorganisatie functioneert: er wordt gewerkt voor resultaten en om die te bereiken levert de school een inspanning. Het INK-model onderscheidt twee soorten domeinen, namelijk organisatiegebieden en de resultaatgebieden. In de organisatiegebieden wordt het functioneren van de school beschreven. In de resultaatgebieden worden de daarmee behaalde resultaten aangegeven. De samenhang tussen ‘resultaat’ en ‘organisatie’ bepaalt de mate waarin wij als school in staat zijn om te leren verbeteren en te excelleren. Voortdurend verbeteren is de brandstof waarop een organisatie draait. In het INKmanagementmodel is de motor voor de verandering de zogenoemde ‘plan-do-check-act’-cirkel van Deming. Deze cyclische aanpak vormt de basis voor het verbeteren van de schoolorganisatie. Jaarlijks vindt een evaluatie plaats van actieplannen en borgingsdocumenten en worden resultaten en opbrengsten in kaart gebracht. Op basis van de evaluatiegegevens en de schoolgids worden de actieplannen/borgingsdocumenten bijgesteld.
INK-model in schema:
Cycli en documenten op schoolniveau:
12
Eens in de vier jaar vindt een grondige positiebepaling plaats, waarin met behulp van instrumenten wordt gemeten en geëvalueerd hoe school voorstaan. Op basis van deze evaluatie nieuwe schoolgids opgesteld. Voor de evaluatie we de volgende instrumenten: Zelfevaluatierapport (ZER) a.d.h.v. de prestatieindicatoren voor alle INK domeinen Inspectierapport Tevredenheidmetingen onder personeel, ouders leerlingen Gegevens vanuit de Kwaliteitsmonitor (het Early Warning System).
1.6
diverse we er als wordt het gebruiken
en
De kwaliteitsmonitor
Om beter zicht te krijgen op de kwaliteit van de schoolorganisatie en om te voorkomen dat er kwaliteitsverlies optreedt, beschikken de scholen van Chrono over een systeem dat tijdig waarschuwt voor kwaliteitsverlies. In een uitgewerkt overzicht zijn de inspectienormen en de eigen kwaliteitsindicatoren (zowel vanuit Strategisch bestuursbeleidplan (SBB), als schoolbeleid) beschreven. Ieder jaar beschrijft de school haar kwaliteit van de hand van deze indicatoren. Hiervoor is een digitaal hulpmiddel ingericht: de Kwaliteitsmonitor. De Kwaliteitsmonitor is operationeel vanaf juni 2010 en alle scholen werken inmiddels met dit systeem. De Kwaliteitsmonitor zal de komende jaren een vast onderdeel zijn van de kwaliteitsmonitoring binnen de scholen van Chrono.
1.7
Passend onderwijs
WSNS (Weer Samen Naar School) Onze school is aangesloten bij het Christelijk Federatief Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School rond de Prof. Waterinkschool in Hardenberg. Bij dit samenwerkingsverband zijn aangesloten de Christelijke Basisscholen in Coevorden en de Christelijke Basisscholen in de gemeente Hardenberg. Doel van het samenwerkingsverband is de zorg zodanig te organiseren dat leerlingen, zolang dit mogelijk is, op hun eigen school kunnen blijven. Binnen het samenwerkingsverband is een doorgaande lijn in de zorgvoorzieningen ontwikkeld, waarbij kinderen zo goed mogelijk een ononderbroken ontwikkelingslijn kunnen doorlopen.
13
Het samenwerkingsverband stimuleert de daartoe al in gang gezette ontwikkeling waarbij scholen en met name ook individuele leerkrachten steeds meer kunnen omgaan met verschillen in het leerniveau en de sociaal-emotionele ontwikkeling van met name die kinderen die extra zorg behoeven. Het zal duidelijk zijn dat de vertaling van de "grote lijn" per school verschillend is. Elke school ontwikkelt een eigen leercultuur (pedagogisch en didactisch) waarin de betrokken school zelf verantwoordelijk is voor de professionalisering en kwaliteitsverbetering. Binnen het samenwerkingsverband fungeert de prof. Waterinkschool als een speciale onderwijsvoorziening voor leerlingen waarvoor binnen de eigen school de condities voor een goede afstemming op de onderwijsbehoeften onvoldoende zijn. Met ingang van de cursus 20132014 is er bovendien in zowel Coevorden als Hardenberg een speciale deeltijd-voorziening (een dagdeel per week) voor excellente leerlingen. ( zie ook voor andere activiteiten van het SWV: www. profwaterinkschool.nl, kopje WSNS/PCL) .
Passend onderwijs: “Het bestuur van de school waar uw kind is ingeschreven of wordt aangemeld is verantwoordelijk voor een goed onderwijsaanbod ook wanneer uw kind is aangewezen op speciaal onderwijs.” Geen mens is het zelfde en ook als het op leren aankomt bestaan er grote verschillen. In onderwijs en opvoeding houden ouders en leraren meestal vanzelfsprekend rekening met die verschillen en stemmen zij als het even kan hun complimentjes, correcties, verwachtingen en doelen af op hun kind of de betreffende leerling. Ieder kind vraagt in onderwijs en opvoeding als het even kan “maatwerk” van de opvoeders. In de “gewone” school voor basisonderwijs betekent dit maatwerk bijvoorbeeld dat niet van alle leerlingen na acht jaar onderwijs verwacht mag worden dat zij dan even goed kunnen rekenen of lezen. Ook de wijze waarop leerlingen zich het rekenen en lezen eigen hebben gemaakt kan erg verschillen. De een heeft op onderdelen of over de hele linie veel begeleiding of instructie nodig gehad en de ander leek het “aan te waaien”. Voor de meeste leerlingen lukt het in de basisschool om goed rekening te houden met de wijze waarop kinderen leren. Soms echter vraagt een leerling om goed te kunnen leren zo’n gespecialiseerde ondersteuning en begeleiding dat deze in de basisschool niet meer geboden kan worden. In die gevallen is dat de ouders en leraren meestal ook in een vroeg stadium duidelijk en kan in onderling overleg besloten worden dat de school onvoldoende in huis heeft om een voldoende afstemming te bieden. Voor een onderwijsvorm waarin beter rekening gehouden kan worden met wat deze leerling nodig heeft kan dan verwezen worden naar bijvoorbeeld een “speciale school voor basisonderwijs” of een school voor “speciaal onderwijs”. Om in die gevallen te voorkomen dat de ouders en de school bij het zoeken naar een school die goed “past” bij deze leerling van het kastje naar de muur verwezen worden, heeft de minister het onderwijs (de scholen voor gewoon onderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs) de opdracht gegeven om hierover sluitende afspraken te maken. Wanneer de “wet op passend onderwijs” op 1 augustus 2014 van kracht wordt, is het bestuur van het regulier onderwijs (deze wet geldt dan voor zowel basis- als voortgezet onderwijs) verplicht om voor iedere leerling die bij één van haar scholen (voor regulier onderwijs) staat ingeschreven of wordt aangemeld “passend onderwijs” te bieden. Wanneer dat niet lukt in de betreffende school, dan moet het bestuur een alternatief kunnen bieden waarin wel op een goede wijze maatwerk geleverd kan worden. In onze regio (Ommen, Hardenberg, Coevorden) wordt deze wet voorbereid door de gezamenlijke besturen van basis en voortgezet onderwijs en de besturen van scholen die speciaal onderwijs in en buiten de regio aanbieden. In mei 2008 hebben zij hierover een intentieverklaring ondertekend waarin zij verklaren samen te willen werken voor “passend onderwijs”. De besturen zijn hierin bovendien overeengekomen om het passend onderwijs zo “thuis-nabij” mogelijk te realiseren. Voor veel vormen van speciaal onderwijs moeten leerlingen nu nog iedere dag naar bijvoorbeeld Zwolle of Emmen reizen. De gezamenlijke besturen geven in de intentieverklaring
14
aan dat leerlingen- waar het maar even kan- ook voor het speciaal onderwijs in de regio terecht moeten kunnen. Om de wet op het passend onderwijs voor te kunnen bereiden, stelt de minister de besturen en het onderwijs in staat om te onderzoeken op welke wijze dit in iedere regio het best zijn beslag kan krijgen. Voor onze regio wordt hiervoor in aansluiting op de intentieverklaring een “ondersteuningsplan” opgesteld dat in het voorjaar van 2014 wordt voorgelegd aan de “ondersteuningsplanraad” (waarin de MR-en van alle besturen vertegenwoordigd zijn) en de betreffende gemeenten. In dit ondersteuningsplan wordt onder meer voor twee jaar beschreven welke afspraken over passend onderwijs gemaakt zijn, hoe voorkomen kan worden dat de ouders bij het zoeken naar een goede school van de ene naar de andere commissie verwezen worden, hoe het speciaal onderwijs zoveel mogelijk thuis nabij georganiseerd kan worden en hoe de ouders en leraren bij deze plannen betrokken kunnen worden. Het “ondersteuningsplan” moet de instemming krijgen van de “ondersteuningsplanraad” en ook de gemeenten moeten voldoende perspectief zien in bijvoorbeeld de wijze waarop de afstemming tussen onderwijs en het Centrum voor Jeugd en Gezin in het plan beschreven zijn. Ouders van leerlingen die zijn aangewezen op speciale onderwijsvoorzieningen moeten op basis van dit plan tenminste merken dat zij niet alleen staan in het zoeken naar een goede onderwijsvoorziening voor hun kind. Het bestuur van de school blijft- ook wanneer de school zelf het gewenste niet kan leveren- verantwoordelijk voor een goed passend alternatief.
Permanente Commissie Leerlingenzorg / ZAT. De PCL is een op wettelijke grond (ex art. 23 WPO) door het samenwerkingsverband ingestelde commissie. De wettelijke taak van de PCL is, zulks op aanvraag van de ouder(s) dan wel degene die krachtens de wet het gezag heeft / hebben over een kind, te beoordelen of plaatsing op de speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. De PCL vraagt gegevens op bij die instanties / personen waar door aanvrager toestemming voor is gegeven en doet, indien nodig, eigen aanvullend onderzoek. N.B.: scholen hebben de wettelijke verplichting binnen 4 weken de gevraagde gegevens aan te leveren bij de PCL. Na bespreking van de gegevens geeft de PCL een beschikking af. Hierbij zijn 3 mogelijkheden: positieve beschikking (leerling is toelaatbaar tot de speciale school voor basisonderwijs); negatieve beschikking (leerling is niet toelaatbaar tot de speciale school voor basisonderwijs. In dit geval zal de PCL adviseren over het schooltype dat het best geschikt is voor deze leerling); tijdelijke beschikking (leerling is toelaatbaar tot de speciale school voor basisonderwijs voor de termijn die op de beschikking is aangegeven. Voor het verstrijken van deze termijn zal de PCL opnieuw een uitspraak doen.) Ouders kunnen binnen een termijn van 6 weken bezwaar aantekenen tegen een genomen beslissing. In dat geval zal de PCL de zaak voorleggen aan de Regionale Verwijzingscommissie. Nadat de RVC een advies heeft gegeven en de PCL de ouders heeft gehoord zal de PCL, met in acht neming van deze nieuwe gegevens, opnieuw een beslissing nemen. Wanneer ouders het niet eens zijn met deze beslissing kunnen zij in beroep gaan bij de rechtbank. De rechter neemt dan een bindende beslissing. Nadat een beschikking onherroepelijk is geworden (d.w.z. na verstrijken van de bezwaartermijn dan wel nadat ouders schriftelijk hebben verklaard af te zien van bezwaar en beroep) kunnen ouders desgewenst opnieuw een aanvraag indienen bij de PCL van een ander samenwerkingsverband. Dit komt voor in gevallen waarin ouders een andere dan de “eigen” SBO prefereren. 15
De tweede taak van de PCL in ons SWV is de adviesfunctie. Scholen kunnen, zulks met toestemming van de ouders, de PCL advies vragen over de behandeling van een leerling. Uitvoeriger informatie over de PCL is te vinden in de door het SWV aan alle scholen verstrekte informatiemap over het SWV.
ZAT (Zorg Advies team). Met ingang van 1 augustus 2010 is de adviesfunctie van de PCL uitgebreid. Daartoe is de PCL aangevuld met medewerkers van het Centrum voor Jeugd en Gezin en Bureau Jeugdzorg. Vragen van school en ouders waarbij een gezamenlijke inzet van onderwijszorg en jeugdzorg van belang is kunnen aan dit team (het Zorgadvies team) voorgelegd worden. In het ouderformulier kunnen de ouders aangeven of zij bij deze ZAT-bespreking aanwezig willen zijn. Het ZAT sluit aan op de zorgteams zoals deze in alle scholen van het SWV functioneren. De aanvragen voor een indicatiestelling voor het speciaal onderwijs lopen ook via dit ZAT. We lopen daarmee vooruit op de regelgeving in het kader van passend onderwijs zoals deze door het ministerie is aangekondigd (wet passend onderwijs m.i.v. augustus 2014). Voor deze adviesaanvragen speciaal onderwijs zal het ZAT dan uitgebreid worden met de partners vanuit het speciaal onderwijs.
Zorgverbreding op onze school De laatste jaren is zorgverbreding op de basisschool een belangrijk aandachtspunt geworden. Hieronder vindt u beschreven hoe wij de leerlingenzorg op onze school inhoud proberen te geven. De leerlingenzorg op de basisscholen is er op gericht om , zoals het woord al zegt, extra zorg te bieden aan kinderen die extra hulp behoeven. Dit kan voor van een enkel vak zijn, maar kan ook voor meerdere vakken gelden of voor kinderen met een “rugzak”. Ook kan het zijn dat kinderen op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling extra hulp behoeven. Leerlingenzorg is niet enkel bedoeld voor kinderen die aan de onderkant uitvallen, maar ook kinderen die hoog (of meer-) begaafd zijn, hebben onze zorg nodig. Om de kinderen zo goed mogelijk te kunnen volgen en hun niveau in kaart te brengen worden de leerlingen getoetst. Hiertoe hebben wij het CITO leerlingvolgsysteem ingevoerd. Dit leerlingvolgsysteem bestaat uit een aantal toetsen voor lezen, rekenen, spelling, Begrijpend Lezen, technisch lezen en sociaal emotionele vaardigheden. De school voert daarnaast een volledig geautomatiseerde leerlingenadministratie. De komende jaren zullen we Chronobreed overstappen van Winsas naar Parnassys, waardoor alle scholen hetzelfde administratie- en leerlingvolgsysteem zullen gaan gebruiken in de toekomst. Volgens een toets kalender worden deze toetsen verspreid over het schooljaar afgenomen. We proberen zo nauwgezet de ontwikkeling van de kinderen op de betreffende gebieden te volgen. De resultaten van de toetsen worden besproken met de betreffende leerkracht en één van de Interne Begeleiders (IB-er). Tijdens dit gesprek wordt bekeken welke kinderen extra hulp nodig hebben, of wat we met de hele klas extra kunnen oefenen. Soms is het een schoolprobleem en wordt er, maar dan in teamverband, gekeken naar oplossingen op schoolniveau. We maken hiervoor handelingsplannen ook weer op individueel niveau, dan wel klassen- of schoolniveau. Gebeurt de aanpak buiten de groep dan noemen we dat Remedial Teaching (RT). Een ‘remedial teacher’ is dus een gespecialiseerde leerkracht die extra hulp geeft aan kinderen die dit nodig hebben. Bij ons op school is dat meester Herman Martens. We passen deze plannen gedurende 6 tot 12 weken toe en evalueren vervolgens weer de resultaten van de aanpak. Soms komt het voor dat
16
we niet precies weten wat de oorzaak van de uitval is. In overleg met de Schoolbegeleidingsdienst (de IJsselgroep) nemen we dan nog wat specifieke toetsen af en bepalen we welke hulp het best geboden kan worden. Deze gesprekken met de IJsselgroep noemen we consultatiegesprekken. Hierover en over de toepassing van handelingsplannen worden ouders van de betreffende kinderen altijd door ons geïnformeerd. In enkele gevallen is het noodzakelijk dat de IJsselgroep een beperkt of een uitgebreid onderzoek gaat afnemen. Hiervoor vraagt de IJsselgroep altijd toestemming van de ouder(s) en voert de leerlingbegeleider soms voorafgaand aan het onderzoek een gesprek met de ouder(s). We hopen echter dat we door het leerlingvolgsysteem, de leerlingenbesprekingen en de consultatiegesprekken, het onderzoeken van kinderen door de IJsselgroep zoveel mogelijk kunnen beperken. Kan het kind het niveau van de groep niet volgen en is zittenblijven geen optie en verwijzing naar speciaal basisonderwijs niet aan de orde, dan is het mogelijk een kind op een zgn. tweede leerweg te zetten. Dat wil zeggen dat het kind dan losgekoppeld wordt van de reguliere reken-, taal- of leeslessen en deze op eigen niveau gaat volgen. Dit betekent, dat de einddoelen voor dit vak anders worden dan bij de overige leerlingen. Mocht na alle hulp blijken dat het beter is om een kind toch te verwijzen naar een speciale school voor basisonderwijs, dan zal het kind eerst bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (P.C.L.) moeten worden aangemeld. De PCL beoordeelt of een leerling toelaatbaar is tot een speciale school voor basisonderwijs. Ook kinderen met een beperking worden soms op de basisschool toegelaten, mits de beperking dat toelaat en/of de school in staat is de gevraagde hulp te bieden. Deze kinderen moeten namelijk vaak speciaal begeleid worden. Op 1 augustus 2003 is de Wet op Expertisecentra in werking getreden. Deze wet en de regeling “Leerling Gebonden Financiering” houden in dat leerlingen met een beperking met een zogenaamde rugzak op een gewone basisschool kunnen worden toegelaten (zie artikel hierna). Zorgteam Op alle basisscholen van het samenwerkingsverband is er met ingang van het cursusjaar 20102011 een zorgteam. In het zorgteam worden vragen van school en/of ouders over de ontwikkeling van kinderen besproken. Daarbij hebben we het vooral om vragen rond gedrag en sociaal-emotionele ontwikkeling Bij een zorgteambespreking zijn altijd de IB-er en een CJG-medewerker (jeugdverpleegkundige of schoolmaatschappelijk werker) aanwezig. Afhankelijk van wat de vraag is, zijn nog andere deskundigen aanwezig bij de bespreking, zoals bv. de orthopedagoog. Doel van de bespreking is om samen na te gaan wat er nodig is om er voor te zorgen dat het kind zich goed kan (blijven) ontwikkelen. Zo nodig zorgt de CJG-medewerker er na afloop voor dat voor ouders en/of kind snel de ondersteuning wordt geregeld die nodig is. Dat gebeurt natuurlijk altijd in nauw overleg met de ouders. Wanneer de school een kind wil bespreken in het zorgteam wordt hier altijd vooraf toestemming voor gevraagd aan de ouders. Samenhang met het Zorgplan Zoals u al hebt kunnen lezen maakt onze school deel uit van het Samenwerkingsverband rondom de Professor Waterinkschool. Een aantal directeuren van de deelnemende scholen vormen samen een coördinatiegroep en deze stelt jaarlijks een zogeheten Zorgplan voor het SWV op. In dit plan staat beschreven wat er binnen het samenwerkingsverband allemaal gedaan wordt voor de zorgleerlingen en hoeveel geld de scholen hier voor krijgen. Aan de hand van dit zorgplan wordt er op de afzonderlijke scholen nog een eigen zorgparagraaf opgesteld. Deze zorgparagraaf geeft aan hoe onze school deze zorgmiddelen inzet.
17
Het Zorgplan ligt voor belangstellenden op school ter inzage. Wet op Expertisecentra Op 1 augustus 2003 is de Wet op Expertisecentra in werking getreden. De regeling “Leerling Gebonden Financiering” maakt hier onderdeel van uit. Deze regeling houdt in dat kinderen met een beperking met een zogenaamde ‘rugzak’ op een gewone basisschool kunnen worden toegelaten. Een speciale indicatiecommissie bepaalt of een leerling voldoet aan de criteria voor het speciaal onderwijs (het onderwijs voor kinderen met een beperking). Daarmee heeft het kind recht op een rugzak, waarin middelen zitten voor de basisschool en begeleiding vanuit het speciaal onderwijs. De ouders kunnen een basisschool vragen hun kind met deze rugzak toe te laten. Ons beleid is erop gericht om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de verschillen tussen kinderen. Dit hebben we binnen onze school op verschillende manieren vormgegeven, zoals een goed zorgsysteem, een positief pedagogisch klimaat en zelfstandig werken binnen de groepen en een passend leerstofaanbod. In principe zijn ook kinderen met een beperking welkom op onze school. Wij vinden dat elk kind in beginsel de mogelijkheid moet hebben om samen met de vriendjes en vriendinnetjes uit de eigen leefomgeving naar school te kunnen gaan. De zorg op onze basisschool is over het algemeen voldoende om onze zorgleerlingen op te vangen binnen de eigen school. Voor kinderen met een beperking is deze zorg echter niet toereikend. Hiervoor heeft de overheid een rugzak ter beschikking gesteld met daarin faciliteiten voor extra zorg. Bij elke aanmelding van een leerling met een beperking zullen we opnieuw de afweging maken of onze school met deze extra faciliteiten in staat zal zijn om de extra zorg die dit kind nodig heeft te bieden. Als gedurende de schoolloopbaan wordt geconstateerd dat een leerling voor een rugzak in aanmerking komt, wordt ook de afweging gemaakt of onze school de extra zorg die de leerling nodig heeft kan bieden. Bij deze afweging spelen de volgende factoren een rol:
De omvang en de aard van de pedagogisch didactische behoefte van het aangemelde kind. De zorgmogelijkheden van de school. (Die worden mede bepaald door bv: het aantal zorgleerlingen dat we al begeleiden op onze school, de groepsgrootte, eventuele combinatiegroepen, toegankelijkheid van het schoolgebouw etc.) De mate waarin wij een beroep kunnen doen op specialistische hulp van de betrokken SOschool of andere externe instanties.
Onze school heeft de aanmeldingsprocedure van kinderen met een beperking vastgelegd in een protocol. Wanneer u uw kind wilt aanmelden op onze school kunt u contact opnemen met de directeur. Hij/zij zal u dan informeren over deze procedure. Overigens vragen wij aan ouders die voor hun kind een rugzak aanvragen om hun kind op een plaatsingslijst voor het Speciaal Onderwijs te zetten, zodat hun kind op het moment dat blijkt dat wij de zorg die nodig is niet meer in voldoende mate kunnen bieden, zonder wachtlijst op een school voor Speciaal Onderwijs geplaatst kan worden. 1.8
Samenhang met het Zorgplan
Zoals u al hebt kunnen lezen maakt onze school deel uit van het Samenwerkingsverband rondom de Professor Waterinkschool. Een aantal directeuren van de deelnemende scholen vormen samen een coördinatiegroep en deze stelt jaarlijks een zogeheten Zorgplan voor het SWV op. In dit plan staat beschreven wat er
18
binnen het samenwerkingsverband allemaal gedaan wordt voor de zorgleerlingen en hoeveel geld de scholen hier voor krijgen. Aan de hand van dit zorgplan wordt er op de afzonderlijke scholen nog een eigen zorgparagraaf opgesteld. Deze zorgparagraaf geeft aan hoe onze school deze zorgmiddelen inzet. Het Zorgplan ligt voor belangstellenden op school ter inzage. 1.9
Brede School
De Spreng-El neemt niet deel aan projecten met betrekking tot de brede school ontwikkeling. Dat hier in de loop van de komende jaren verandering in gaat komen, is niet ondenkbaar. 1.10 Ambities t.a.v. Visie en beleid
Vanuit de resultaten van de meetinstrumenten zijn beleidsvoornemens gecreëerd voor de komende vier jaar: De nieuwe taalmethode krijgt een update. Meer differentiatie binnen de groep door realisatie van meer extra leerhulp binnen de groep wat binnen de klassenorganisatie wordt opgenomen. Organisatie en communicatie ten aanzien van verandering in de tussenschoolse opvang die met ingang van maart 2011 buiten de school plaats vindt (zie actieplan Tussenschoolse opvang). Chrono-breed richten wij ons de komende 4 jaar vooral op het sturen op competenties van personeel door middel van observatie-instrumenten en daarbij behorende Persoonlijke Ontwikkelingsplannen (zie actieplan Sturen op competenties van personeel). Tevens bestaat er de behoefte om het rapport te vernieuwen. Oriëntatie hierop zal de komende vier jaren plaats vinden. Wellicht dat, ondanks de andere actieplannen, ruimte bestaat, om dit daadwerkelijk te realiseren (zie actieplan Rapport). De rekenmethode wordt vervangen.
Deze beleidsvoornemens zijn verder uitgewerkt in de actieplannen die u tevens in deze schoolgids aantreft. Om deze beleidsvoornemens meetbaar te maken, leggen wij de resultaten hiervan vast in de kwaliteitsmonitor. Ten aanzien van Passend Onderwijs zijn op dit moment nog besprekingen gaande met de verschillende betrokken instanties.
19
2 2.1
Leiderschap en management Leiderschap
De Stichting voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs Chrono te Hardenberg kent onder beschreven organisatorische opzet. In de Stichting zijn vier, voor de beleidsontwikkeling relevante, organisatorische eenheden te onderscheiden: -
het bestuur de bestuursdirecteur met het bestuurscentrum het directeurenoverleg de scholen
Het bestuur functioneert als een ‘bestuur op hoofdlijnen’ waarbij de dagelijkse leiding van de organisatie is gemandateerd aan de bestuursdirecteur. Een bestuur op hoofdlijnen vervult onder andere de volgende taken: Bepalen van missie, visie en strategische doelen van de organisatie Nemen van beslissingen; zorgen voor begrotingen, jaarverslag, statutenwijzigingen, belangrijke beleidsplannen en beleidskaders Maken van afspraken met de bestuursdirecteur over evenwichtige informatievoorziening Adviseur, klankbord zijn van de bestuursdirecteur Als speerpunten voor het bovenschools beleid van de komende vier jaar gelden: het scheiden van toezicht en bestuur, binnen de daarvoor te bepalen kaders het invoeren van een kwaliteitsmonitor, mede om goed toezicht mogelijk te maken het bespreken en vastleggen van de (Protestants) Christelijke identiteit van Chrono, op zowel school- als bovenschools niveau het sturen op competenties van personeel vorm en inhoud geven aan Passend Onderwijs In het bestuurs-en managementstatuut is vastgelegd welke taken en bevoegdheden het bestuur aan zich houdt en welke zijn gemandateerd aan de bestuursdirecteur. De bestuurdirecteur geeft direct leiding aan de directeuren van scholen. De bestuursdirecteur wordt bij de dagelijkse werkzaamheden ondersteund door een aantal medewerkers te weten: beleidsmedewerker Personeel en Organisatie, beleidsmedewerker Financiën, managementassistente en administratief medewerkster. De bestuursdirecteur houdt functionerings- en beoordelingsgesprekken met de directeuren en komt jaarlijks met hen een ‘managementcontract’ overeen. De schooldirecteuren zijn integraal verantwoordelijk voor hun scholen en hebben de dagelijkse leiding in de school. Hij/zij legt verantwoording af aan de bestuursdirecteur. Het overleg van en met de directeuren in het managementteam is de schakel tussen de bestuursdirecteur en de afzonderlijke scholen. Hier wordt Stichtingsbeleid voorbereid en vindt afstemming plaats m.b.t. het Stichtingsbeleid. Een gedetailleerde uitwerking van bovenstaande is te vinden in “Bestuur- en management statuut”.
20
2.2
Besluitvormingsprocedures
Ontwikkelingen van belang voor de totale organisatie op het gebied van het onderwijs, personeel, financiën en huisvesting worden besproken in het directieoverleg. Dit geldt ook voor concrete beleidsvoornemens. De beleidsvoornemens worden aan het bestuur en de GMR voorgelegd. Na definitieve vaststelling door het bestuur wordt het beleid uitgevoerd door de directies. Voor de ontwikkeling van beleidsvoornemens zijn er portefeuillegroepen gevormd uit de directies en de stafmedewerkers van Chrono. De portefeuillegroepen kunnen ondersteund worden door projectgroepen. 2.3
Ambities t.a.v. Leiderschap en management
Op dit moment is er sprake van een directieschap gecombineerd met lesgevende taken. In hoeverre dit in de toekomst zo blijft, is nog niet geheel duidelijk. De nieuwe plannen op onderwijskundig vlak ten aanzien van financiering zullen hierin voor een belangrijk deel bepalend zijn. De zelfevaluatie geeft geen aanleiding tot het inzetten van een veranderingsproces hieromtrent. Voor de exacte weergave van de resultaten betreffende leiderschap wordt verwezen naar de zelfevaluatie.
21
3 3.1
Personeel Integraal Personeelsbeleid
CAO Personeel in dienst van de Stichting Chrono valt onder de sector CAO Primair Onderwijs. Hierin zijn afspraken gemaakt over de primaire arbeidsvoorwaarden zoals salarisontwikkeling, eindejaarsuitkering, sociale zekerheid, arbeidsduur en budgettaire afspraken over personeelsbeleid. Daarnaast geldt voor het onderwijs de CAO-PO 2009. De CAO-PO regelt de secundaire arbeidsvoorwaarden voor werknemers in het primair onderwijs zoals de hoogte van het salaris, vakantiedagen, bapo-regeling en spaarloon. Ontwikkelingen IPB binnen de Stichting(stichting) en school Om de kwaliteit van het onderwijs hoog te houden, is het van groot belang de mensen die het werk uitvoeren te voeden en stimuleren. Vanuit onze visie vinden we het belangrijk dat we een lerende organisatie zijn, waar ons personeel kansen krijgt op interactie, persoonlijke ontwikkeling en mobiliteit. Voor de planperiode 2011-2015 liggen er bovenschools meerdere beleidsvoornemens om de kwaliteit te waarborgen en verhogen. Een aantal van die beleidsvoornemens zijn: Evaluatie van de gesprekkencyclus en ontwikkelen vervolg beleidslijn De tweede fase van de functiemix zal verder worden uitgevoerd. Het basisdocument vormt de ‘Notitie functiemix’. Er wordt actief nagedacht over stimulerende maatregelen om mobiliteit van leerkrachten te verhogen Het leren van elkaar zal verder worden uitgebouwd; intervisiebijeenkomsten voor leerkrachten Scholing van leerkrachten combineren en uitvoeren op locatie D.m.v. opleiden in de school de kwaliteit en afstemming praktijkopleiding van studenten verhogen Mentoren op de scholen die studenten begeleiden Competentie gestuurd werken en werven van personeel Voor een nadere uitwerking zie Strategisch Bestuursbeleidsplan 2010-2014. Wet BIO: De wet BIO (1 augustus 2006) richt zich op het thema ‘bekwaamheid’. De Wet BIO vereist, dat de school bekwaamheidsdossiers bijhoudt van het onderwijzend personeel. In school wordt van iedere leerkracht een bekwaamheidsdossier bijgehouden. Dit dossier bevat getuigschriften en diploma’s, gespreksverslagen van het functionerings- en beoordelingsgesprekken en de hierop gebaseerde plannen. Evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding (art.5 WPO): De Stichting Chrono spant zich actief in om te zorgen voor een evenredig vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding. Zij doet dit door vrouwen te stimuleren bij vacatures op het managementterrein te solliciteren en mogelijkheden te creëren voor directieleden, in deeltijd te werken.
22
De komende jaren zal Chrono de ontwikkeling van evenredige vertegenwoordiging actief blijven volgen. Instrumenten personeelsbeheer, -zorg en –sturing “Biedt medewerkers volop kansen op ontwikkeling en laat ze groeien”. Dit is het thema van het Strategisch Beleidsplan (2010-2014) van Chrono. Belangrijk uitgangspunt van Chrono is dat mensen die bij de Stichting werken met plezier hun werk doen, zicht hebben op hun eigen kwaliteiten en gebruik maken van elkaars kwaliteiten. Door medewerkers de kans te geven zich te scholen proberen we de kwaliteit van het personeel en dus het onderwijs te behouden en uit te bouwen. Chrono stimuleert mobiliteit van medewerkers, waarbij de onderwijskundige doelen van de scholen in de gaten wordt gehouden. Er is een convenant gesloten met twee pabo’s ten aanzien van “Opleiden In de School”. Alle mentoren die studenten begeleiden gaan nascholing volgen. Met deze manier van werken verwachten we de kwaliteit en betere afstemming met de praktijkopdrachten van studenten te verhogen en beter zicht te krijgen op talent en potentiële nieuwe collega’s. In het kader van Integraal Personeelsbeleid is op bovenschools niveau een groot aantal procedures en instrumenten ontwikkeld. Deze zijn ondergebracht in het Integraal Personeelsbeleidsplan voor Chrono. Alle procedures en instrumenten zijn in de Kwaliteitsmappen ondergebracht. Deze liggen ter inzage op school en zijn toegankelijk via de website van Chrono. In Chroniek (de nieuwsbrief van Chrono) wordt hiervan melding gemaakt. 3.2
Personeelsbeleid op Chrono-niveau
Om kwalitatief goed onderwijs te kunnen blijven geven, is goed gemotiveerd en geschoold personeel nodig. Vanuit onze visie vinden we het belangrijk dat we een lerende organisatie zijn, waar het personeel kansen krijgt op interactie, persoonlijke ontwikkeling en mobiliteit. We willen werken vanuit een positief en veilig leer- en werkklimaat. Het belang van kinderen, ouders en medewerkers staat steeds voorop. Personeelsbeleid wordt in hoofdlijnen bovenschools bepaald. Alle personeelsleden hebben een aanstelling bij de Stichting, waaruit logisch volgt dat het personeelsbeleid op Chrononiveau gevoerd zal worden. De vraagstelling vanuit de scholen zal vooral zijn gericht op de wijze waarop de onderwijskundige doelen waar gemaakt kunnen worden en hoeveel personeel daar voor nodig is. Elk jaar wordt in mei het meerjarenformatiebeleidsplan vastgesteld. Daarin wordt voor een periode van vier jaar de formatie zo goed mogelijk bepaald. Voor een schooljaar gebeurt dat nauwkeuriger en elk jaar volgt bijstelling van het vierjaren plan. Het is een belangrijk document om op zowel school- als Chrononiveau de behoefte aan personeel te bepalen. In deze schoolgids worden de hoofdlijnen van het personeelsbeleid voor de komende jaren beschreven en het schoolspecifieke deel volgt daarna. Voor de al vastgestelde en ingevoerde plannen van de afgelopen jaren verwijzen wij u naar de Chronowebsite of de bestuursordners die op school aanwezig zijn. Het Strategisch Beleidsplan 2011-2015 bevat de volgende aandachtspunten op het gebied van personeelsbeleid voor de komende jaren: de invoering van een gesprekkencyclus
23
het maken van een functiebouwwerk het bevorderen van mobiliteit verdere professionalisering seniorenbeleid ziekteverzuimbeleidsplan De invoering van een gesprekkencyclus In schooljaar 2006-2007 is begonnen met de invoering van de gesprekkencyclus voor leerkrachten. Het streven is gericht op eenduidigheid in de toepassing op alle Chronoscholen, op kwaliteitsverbetering met betrekking tot de beroepsuitoefening en op uitvoering daarbij van bepalingen in de wet BIO (=beroepen in het onderwijs) We willen het bewust worden van eigen functioneren bevorderen en komen tot het aanleggen van een bekwaamheidsdossier. De afgelopen paar jaar is begonnen met de invoering van de tweejaarlijkse cyclus in de vorm van een pilot. De komende planperiode zal de regeling voor leerkrachten definitief worden vastgesteld. Het maken van een functiebouwwerk Om de onderwijsdoelen te bereiken is personeel nodig dat bepaalde competenties heeft. Alle functies die er binnen Chrono zijn, worden beschreven in een zogenaamd functieboek hetgeen terug te vinden is in het meerjarenformatie-beleidsplan. Hierin worden alle functies opgenomen, met een functiebeschrijving en waardering volgens de systematiek die door de CAO-PO is bepaald. In het voorjaar van 2007 is afgesproken dat de functie van onderwijsassistent binnen Chrono kan worden ingevoerd. Scholen die dat willen, kunnen dat doen binnen de formatieruimte die daarvoor is. De kaders worden bepaald in het meerjarenformatie-beleidsplan. Het bevorderen van mobiliteit Elk jaar wordt in november aan alle personeelsleden gevraagd of er behoefte is om elders binnen Chrono of buiten Chrono te werken. Ook is dit een vast agendapunt in de gesprekkencyclus. Chrono stelt zich daarbij voor om dit mobiliteitsbeleid vooral vanuit vrijwilligheid vorm te geven en het te zoeken in stimulerende maatregelen. Seniorenbeleid Voor alle personeelsleden geldt dat we ze scherp willen houden en we ernaar streven dat ze gezond en met plezier blijven werken. We kijken kritisch naar het ziekteverzuim. Voor senioren geldt extra aandacht voor de werkomstandigheden, bijvoorbeeld bij de verdeling van de taken. De mogelijkheden zijn afhankelijk van de schoolspecifieke situatie. We bieden ondersteuning naar wens op maat aan. Een punt van aandacht is de vraag hoe we medewerkers voorbereiden op de pensionering. Ziekteverzuimbeleidsplan In april 2007 is het ziekteverzuimbeleidsplan vastgesteld. Tevens hebben de directeuren een verzuimcursus gevolgd in samenwerking met de arbo-arts. Het ziekteverzuimbeleid heeft als doel:
- arbeidsongeschiktheid en beroepsziekten te voorkomen - ziekteverzuim tot een minimum te beperken - de wetgeving op dit gebied na te leven
24
Gelukkig is het ziekteverzuimpercentage binnen Chrono de laatste jaren laag te noemen en is dit dus niet de aanleiding tot bijstelling van beleid. Er is bewust gekozen voor een nog sterker preventief beleid voor de komende planperiode. Dat is onder andere de reden de bedrijfsarts iets meer naar de achtergrond te verschuiven en meer in te zetten op coaching door een verzuimcoach. Dat is vooral bedoeld ter ondersteuning van de direct leidinggevenden, de directeuren en de bestuursdirecteur. Een en anders is vastgelegd in een beleidsnotitie om duidelijkheid en houvast te bieden voor werknemers en werkgever. Samen hebben we een grote verantwoordelijkheid in preventie van ziekte. We willen blijven(d) werken aan kennisverhoging en deskundigheidsbevordering, waarbij we enerzijds de maatschappelijke eisen volgen en anderzijds ruimte bieden aan ambities van medewerkers. Het verhogen van de kwaliteit op de Chrono-scholen staat daarbij voorop. De scholen bepalen in belangrijke mate de behoefte aan scholing voor individuele personeelsleden en de teamscholing. Waar mogelijk wordt de scholing afgestemd door de directeuren. Dat geldt ook voor de scholing van de directeuren en de bestuursdirecteur. Wat betreft scholing krijgt Opleiden in de school (OIDS) bijzondere aandacht. Chrono doet mee aan twee pilots. We werken nauw samen met de pabo’s uit Emmen (Stenden) en Zwolle (Windesheim). Dit wordt jaarlijks geëvalueerd in het DO. Voor personeel van Chrono liggen hierin kansen tot verdere professionalisering. Het gaat daarbij om eigen deskundigheidsbevordering van opleiders in de school en mentoren en ook om teamontwikkeling. Door een goede samenwerking bij het opleiden van studenten ontstaat een win-win situatie voor Chrono en de Pabo’s. De opleiders in de school zijn buiten dit traject ook inzetbaar voor andere (scholings-/coachings-) trajecten, bijvoorbeeld voor beginnende leerkrachten binnen Chrono. 3.3
Personeelsbeleid op schoolniveau
De bekwaamheden van het personeel worden zo optimaal mogelijk worden ingezet waarbij rekening wordt gehouden met het beleid van de school en het welzijn van de medewerkers. Waar mogelijk krijgen de leerkrachten de mogelijkheid om zich persoonlijk te ontplooien door middel van nascholing of taakverantwoordelijkheid (bv. coördinator, Ib’er, stagecoördinator). Jaarlijks organiseert de schoolleiding gerichte teamnascholing die past bij de schoolontwikkeling. Gezamenlijke nascholing impliceert gezamenlijke groei. Iedere leerkracht mag naast deze teamscholing individuele nascholing aanvragen. De nascholing moet wel passen binnen het schoolbeleid, of gericht zijn op persoonlijke ontplooiing van de leerkracht. Dit kan voortkomen uit de jaargesprekken en onderdeel vormend van het Persoonlijke ontwikkelingsplan van de leerkracht (wet Bio). Begeleiding van invalkrachten en nieuwe leerkrachten Iedere leerkracht heeft een leerkrachtenmap/klassenmap waarin duidelijk staat aangegeven hoe de organisatie en het klassenmanagement in de groep is georganiseerd. Dit vormt voor een invalkracht een houvast. Daarnaast kan een invalkracht altijd informatie vragen bij de collegaleerkracht. Nieuwe leerkrachten worden ingewerkt en gecoacht door de (parallel)collega eventueel gecombineerd met klassenbezoeken. De directie legt in het eerste jaar ook enkele klassenbezoeken af en houdt regelmatig functioneringsgesprekken en een beoordelingsgesprek.
25
Scholing Jaarlijks kunnen de leerkrachten gebruik maken van het nascholingsaanbod van de diverse nascholingsinstituten. De aanvragen worden gehonoreerd mits het in het scholingsplan van de school past. Het afgelopen jaar en de komende jaren zal er met name geïnvesteerd worden in teamgerichte nascholing ter ondersteuning van de nieuwe taalmethode (zie actieplan Taal) en de nieuwe rekenmethode.
Interne mobiliteit Ieder jaar kunnen leerkrachten aangeven of ze openstaan voor interne mobiliteit. Indien de groepsverdeling en schoolorganisatie het toelaat zal er positief op een dergelijk verzoek worden gereageerd. Ziekteverzuim Leerkrachten die ziek zijn, melden zich zo spoedig mogelijk persoonlijk af bij de directeur. In de loop van de eerste dag van het verzuim zal er contact zijn om vast te stellen of het verzuim kort of lang zal gaan duren. De Spreng-El heeft een laag ziekteverzuim en gelukkig geen langdurig arbeidsgerelateerd ziekteverzuim. Overige procedures personeelsbeleid Op school zijn afspraken gemaakt m.b.t. de gedragscodes van het personeel. Deze zijn opgenomen in de schoolgids en in het document gedragscode. Ook beschikt de school over een afsprakenlijst voor stagiaires die de school bezoeken. Deze is te vinden in het document richtlijn voor stagiaires. Formatiebeleid De daadwerkelijke inzet van de medewerkers is van groot belang voor de ontwikkelingsmogelijkheden van zowel de organisatie als de school. Door de inzet van zowel de medewerkers als de middelen wordt duidelijk waar we aan willen werken de komende periode. Het bevoegd gezag formuleert het meerjarenformatiebeleid, dat jaarlijks wordt geactualiseerd in een bestuursformatieplan. Het bestuursformatieplan wordt op hoofdlijnen vastgesteld door de GMR. Hierin worden de kaders aangegeven voor de scholen. Bij de totstandkoming en vaststelling van het formatieplan van de school volgen de directeur en de bestuursdirecteur de onderstaande procedure, tenzij zwaarwegende redenen of omstandigheden hen noodzaken daarvan af te wijken: Voor 10 april dient het concept schoolformatieplan ingeleverd te zijn bij het bovenschools management volgens het Stichtingsmodel. Na goedkeuring van de bestuursdirecteur legt de directeur het ontwerp formatieplan als voorgenomen besluit voor aan de MR voor 1 mei. Het bevoegd gezag neemt medio mei een voorgenomen besluit om het bestuursformatieplan vast te stellen en legt dit voor aan de GMR. De besteding van het formatiebudget geschiedt mede met inachtneming van het perspectief op behoud van werkgelegenheid. Extra formatierekeneenheden die door de Rijksoverheid zijn verstrekt voor een specifiek doel worden in beginsel aangewend ter realisering van dat doel. Voor onze school gelden de volgende uitgangspunten voor de besteding van de formatie:
26
De groepsformatie wordt volledig ingezet ten behoeve van de groepen. De inzet ten behoeve van ICT wordt jaarlijks herzien. Er wordt gestreefd naar maximaal twee vaste leerkrachten per groep. Restant zorgformatie WSNS (na aftrek zorgplan) gaat in zijn geheel naar IB en/of RT taken. Het management van de school verbruikt minimaal het budget door het ministerie beschikbaar worden gesteld Het schoolbudget wordt eerst op bestuursniveau verdeeld in overleg met de GMR. Het specifieke schooldeel wordt verdeeld in overleg met de MR. Extra formatiemiddelen worden voornamelijk aangewend voor extra leerlingenzorg, hulp aan kinderen met een rugzak en groepsgrootteverkleining. Arbobeleid In 2011 is de vierjaarlijkse Risico Inventarisatie en Evaluatie afgenomen. Op basis van de gekregen informatie is een plan van aanpak geschreven om de eventuele risico’s die een bedreiging vormen voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van onze leerlingen en leerkrachten tot een minimum te beperken. De verkregen informatie wordt ingezet om te komen tot een gezonde en efficiënte bedrijfsvoering. Zie hiervoor het pan van aanpak in de map Arbo-zaken. Jaarlijks volgende de BHV-ers van school de verplichte opfriscursus. Er vinden op school twee ontruimingsoefeningen per jaar plaats. Ook de directeur is aangewezen als preventiemedewerker (afspraak op bestuursniveau).
RT RT staat voor Remedial Teaching. Deze leerkracht helpt met individuele aanpak leerlingen buiten de groep. Dit betreft ook kinderen met een rugzakje, indien aanwezig. Onze RT’er is meester Herman Martens IB De Intern Begeleider (IB’er) coördineert de hulp aan leerlingen die extra zorg nodig hebben, zoals beschreven bij “onderwijs op maat”. Ook voor vertrouwenszaken kunnen kinderen en ouders bij haar terecht. Onze IB’er is Juf Roelien Martens
ICT De ICT-er, juf Roelien Martens, coördineert het ICT(computer) onderwijs op school. Stagecoördinator Juf Roelien Martens onderhoudt alle contacten met PABO’s (onderwijsopleiding) en andere opleidingsinstituten.
27
Interieur:
Mevr. Herma Nijmeijer Korte Slagenweg 5a 7784 DN Ane. Tel. 0524-561908 Mevr. Miny Lamberink Weidehuisstraat 31 7771 WB Hardenberg. Tel. 0523-266001
Administratief medewerkster :
3.4
Mevr. Lilian Westenberg, Winterhallstrasse 10 49824 Emlichheim Tel. 00495943-985158
Ambities t.a.v. Personeel
De werkwijze ten aanzien van POP’s en de hiermee samenhangende gesprekkencyclus wordt voortgezet. Wanneer nodig zal het proces worden bijgesteld (zie actieplan Sturen op competenties) Er is een actieplan communicatie opgesteld om de communicatie te verbeteren. Uit de personeelsenquete kwam naar voren dat de onderlinge samenhang op personeelsgebied verder ontwikkeld zou moeten worden De groepsgrootte in de onderbouw maakt de inzet van klassenassistentes in de klas en bij toetsafnames interessant. De financiële ruimte hiervoor is hierbij uiteraard een belangrijke factor. Chronobreed wordt er naar gestreefd, om alle leerkrachten de coachingscursus te laten volgen, waardoor de begeleiding van studenten op alle scholen op dezelfde wijze plaats vindt.
28
4 4.1
Cultuur en klimaat Schoolcultuur
We proberen te handelen vanuit de Bijbelse waarden en normen en verwachten dat die door alle betrokkenen gerespecteerd worden. Pedagogisch klimaat De Spreng-El is een school waar de kinderen naar toe komen om zich een aantal vaardigheden en houdingen eigen te maken en kennis en inzicht op te doen. Samen als school activiteiten ontplooien door middel van projecten en vieringen vinden we belangrijk (samen school zijn). Het kind moet waardering leren opbrengen voor andermans mening en zal ook aangemoedigd worden een standpunt te bepalen. Gelijkwaardigheid tussen mensen is een belangrijk uitgangspunt. Onze kinderen moeten respect op kunnen brengen voor waarden en normen van anderen, die zich onderscheiden in kleur, status, beperking, cultuur of geloof. Het is ons streven om ieder kind zich prettig en veilig te laten voelen en zich ook op sociaal– emotioneel gebied zo volledig mogelijk te laten ontplooien. We zijn alert op discriminatie en pesten en werken vooral aan het voorkomen ervan. En als het toch gebeurt, grijpen we direct in.
Klachtenregeling Chrono
“Een goed gesprek voorkomt erger” Waar mensen werken worden fouten gemaakt. Deze fouten kunnen leiden tot klachten, die vaak op te lossen zijn door met elkaar in gesprek te gaan. Veruit de meeste klachten zullen in onderling overleg op deze manier kunnen worden opgelost. Het te lang blijven lopen met een klacht is niet goed voor ons en voor u. Komt u er dus mee als er iets niet op een goede manier verloopt. Dan kunnen we er samen wat aan doen. Komt het niet tot een oplossing op schoolniveau, dan kunt u zich wenden tot de directeur/bestuurder. Contactpersoon: Iedere school heeft één of twee contactpersonen aangesteld. Als u met een klacht naar de contactpersoon gaat, zal hij/zij u uitleggen welke stappen u kunt zetten en u in contact brengen met de vertrouwenspersoon, de directeur/bestuurder of de klachtencommissie. Vertrouwenspersoon: U kunt zich ook wenden tot de één van de twee vertrouwenspersonen van de Stichting voor PCPO Chrono. De vertrouwenspersoon zal kijken of bemiddeling een oplossing kan bieden of dat u beter een klacht kunt indienen. Als u dat wilt, kan hij u hierbij ook helpen. Hij kan u ook doorverwijzen naar een organisatie die zijn gespecialiseerd in opvang en nazorg.
29
Melden grensoverschrijdend gedrag Elke school heeft een meldingsplicht bij het vermoeden van grensoverschrijdend gedrag. Dit kan gedrag zijn van leerlingen tegenover leerlingen en/of leerkrachten tegenover leerlingen en omgekeerd. Het gaat om gedrag in de schoolsituatie, niet bij de thuissituatie. De melding gaat dan naar de directeur/bestuurder. Klachtencommisie: De stichting voor PCPO Chrono heeft een klachtenreglement en is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs. Het klachtenreglement van de stichting voor PCPO Chrono is op te vragen bij de directeur van de school en staat ook op de website van de stichting; www.chronoscholen.nl Vertrouwenspersoon inspectie: Daarnaast is er een meldpunt bij de inspectie voor klachten over seksuele intimidatie, misbruik en fysiek of psychisch geweld. (zie ook beleidsplan ‘Agressie, geweld en seksuele intimidatie” op www.chronoscholen.nl) U kunt daarvoor terecht bij het meldpunt vertrouwenspersoon van de inspectie: 0900 1113111 Zijn er klachten op het gebied van sponsoring en bestuursbeleid, dan graag in eerste instantie melden bij de directeur/bestuurder. Namen en adressen voor melding van klachten: Contactpersoon/personen: Juf Roelien Martens Vertrouwenspersonen van de stichting: Mevr. D.A.L.M. Jansen Tel. 0524-562747 Directeur/bestuurder: Dhr. Mr. J. van Dijken, Erve Odinck 7c, 7773 DE Hardenberg Tel. 0523-272821
Dhr. J. Kruiter Tel. 0523-264462 Landelijke klachtencommissie: Postbus 82324, 2508 EH Den Haag Tel.070 386 16 97 www.klachtencommissie.org Email:
[email protected]
30
4.2
Cultuur voor medewerkers
De interne afspraken voor personeelsleden zijn vastgelegd in de interne schoolgids. Communicatie Onze school vindt goede communicatielijnen met alle betrokkenen buitengewoon belangrijk. De schoolleiding zorgt daartoe voor optimale overlegstructuren. De optimalisering hiervan wordt verder beschreven in het actieplan Communicatie aan het eind van deze schoolgids. Vergaderstructuur De Spreng-El beschikt over een effectieve vergaderstructuur. Bijna elke week wordt plenair vergaderd volgens het jaaroverzichtschema. Werkgroepen (boven)schools Diverse personeelsleden hebben zitting in bovenschoolse netwerkgroepen. Dit geldt voor de Ib’er (netwerken en overleg voortgezet onderwijs, WSNS), ICTer, de Rt’er, de leerkracht van de kleutergroep (werkgroep Jonge Kind) en de directeur (directieoverleg, portefeuillegroepen, GOA, werkgroep personeelszaken).
Professioneel De school behoort een lerende organisatie te zijn, dat betekent dat er een continu proces gaande behoort te zijn van evaluatie en bijstelling. Voorwaarde daarbij is dat de teamleden handelen vanuit gemeenschappelijke ideeën. Ze dienen open te staan voor elkaars deskundigheid, hulp, kritiek en ondersteuning. Teamleden werken op diverse terreinen samen. Te denken valt hierbij aan het taakbeleid, parallelcollega’s die regelmatig werkoverleg hebben, bouwvergaderingen, teamgerichte nascholing. Beginnende leerkrachten krijgen coaching van een ervaren parallelcollega of van de directie. Op diverse specifieke gebieden, zoals ICT en zorg, stimuleert de schoolleiding gerichte nascholing om de deskundigheid te vergroten. Ieder jaar wordt er samen met het team een actieplan opgesteld, voor één of meerdere jaren. Ook is deze gerichte nascholing terug te vinden in de SMART geformuleerde POP ’s. Uitgangspunten om tot verdere professionalisering te komen zijn: De teamleden handelen vanuit een gemeenschappelijke visie over ontwikkelingen en onderwijs. De teamleden ervaren een grote mate van collegialiteit. De schoolleiding bevordert de actieve betrokkenheid van teamleden bij verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De schoolleiding ondersteunt en stimuleert de teamleden bij hun werk. De schoolleiding bevordert de professionele ontwikkeling van teamleden. De schoolleiding bevordert dat leerkrachten over voldoende deskundigheid kunnen beschikken voor een functioneel gebruik van ICT bij hun onderwijs. De school zorgt voor een functionele begeleiding van stagiairs en leraren in opleiding.
31
4.3
Cultuur voor leerlingen
Tussen mensen, dus ook tussen kinderen, bestaan grote verschillen, wat betreft wijze van leren, het leervermogen en het leertempo. Dat betekent dat wij als leraren ons onderwijs zullen moeten aanpassen aan deze verschillen, aandacht en ruimte moeten bieden aan kinderen onder de zorglijn, maar ook aan de hoog (meer) begaafden. De belangrijkste gedragsregels staan vermeld in hoofdstuk 8 en in de documenten pleinregels, ICT-afspraken en de gedragscode van Chrono welke ter inzage liggen op school. In groep 8 bedenken we samen een regel van de maand. 4.4
Cultuur voor ouders
Een opgeruimde, uitnodigende school en plein vormen de plek waar ouders, leerlingen en leerkrachten proberen, samen de gestelde doelen en idealen te verwezenlijken: een school voor, door en met elkaar. Communicatie Goede contacten met ouders zijn belangrijk. Het uitspreken van waardering doet wonderen. Wij gaan uit van een wederzijdse openheid hetgeen zich uit in het streven, om niet over maar met elkaar te praten. Jaarlijks verstrekt de school voor het begin van het nieuwe schooljaar een schoolgidsbijlage aan de ouders. Deze gids wordt tevens aan nieuwe ouders gegeven/toegezonden en besproken tijdens een kennismakingsgesprek met de directeur. In de schoolgidsbijlage bevindt zich ook een jaarkalender en een adressenlijst. Ouders kunnen met hun vragen en opmerkingen bij de leerkracht van hun kind terecht (afhankelijk van de aard en duur van het gesprek volgens afspraak buiten de lesuren). Iedere twee weken ontvangen ouders een nieuwsbrief (het Sprengeltje). Jaarlijks is er een ouderavond. De avond wordt in samenwerking met het team georganiseerd door de schoolcommissie en de medezeggenschapsraad. Tevens is er elk jaar een informatie-avond per groep om de ouders te informeren over groepsspecifieke onderwerpen. De gezinnen van de nieuwe kleuters worden na een korte gewenningsperiode bezocht door de kleuterjuf. Ook in groep 8 vindt er een huisbezoek plaats om de schoolkeuze door te spreken. Huisbezoek doen we verder alleen op aanvraag van de ouders en/of indien de leerkracht dit nodig acht. Rapportage aan de ouders Twee keer per jaar krijgen de leerlingen een rapport mee. Hieraan voorafgaand worden de ouders in de gelegenheid gesteld om daarover met de leerkracht te spreken. Uiteraard kunnen ouders ook tussendoor een afspraak met de leerkracht maken om te informeren naar de ontwikkelingen van hun kind. Elke leerling heeft een dossier waarin alle relevante individuele gegevens zijn vermeld van de hele basisschoolperiode. Dit dossier is vertrouwelijk.
32
Activiteitencommissie Mevrouw J. van Faassen Mevrouw A. Waterink Mevrouw C. Wilpshaar Mevrouw R.Veldsink Mevrouw G. Kok Namens het team:
Keizersteeg 8 7784 Pothofweg 12 7785 Holthonerweg 16 7779 de Steeghe 19 7784 Schansweg 18 7784 Juf Marjolijn ten Zijthoff
CL Ane JB Ane DE Holthone CG Ane DM Ane
tel: 561470 tel.: 561265 tel.: 563772 tel: 562996 Tel. 563588
Gelukkig zijn heel veel ouders op vele manieren actief op school. Een moderne basisschool als onze school kan eenvoudigweg niet zonder. Niet alleen de medezeggenschapsraad en de schoolcommissie spelen een belangrijke rol, maar ook andere ouders zijn actief bij veel activiteiten onder en na schooltijd. Een paar voorbeelden: hulp bij vervoer naar activiteiten. hulp bij het spelen. begeleiden van groepjes kinderen tijdens een uitstapje. hulp bij sportactiviteiten. hulp bij handvaardigheid/koken. hulp bij ramen wassen, schoonmaak plein en materiaal hulp bij de klusactiviteiten in en rond de school. hulp bij spelletjes van ‘Veilig leren lezen’. hulp bij ‘Spel en boekenplan’. hulp bij eindschoonmaak materialen. Wij hopen dat u als ouder(s) u wilt opgeven voor één of meerdere activiteiten. Zonder uw hulp lukt het niet. Natuurlijk vallen alle activiteiten van onze school waarbij de hulp van ouders wordt ingeroepen onder de verantwoordelijkheid van de directie van de school. Graag zouden wij als activiteitencommissie ook graag een beroep op u willen doen. Dit betreft het wassen van de ramen, het vegen van het plein en het onkruidvrij maken van de tuin. We willen graag om ± 15.00 uur beginnen. Wie niet kan, graag zelf voor vervanging zorgen. Wij hopen dat u hier allemaal aan mee wilt werken, want vele handen maken licht werk. Het rooster hiervoor wordt elk jaar opnieuw gemaakt en aan de ouders verstrekt. (Gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad GMR Ouders kunnen meedenken,-praten en- beslissen over de gang zaken scholen. Daartoe zijn verschillende overlegorganen opgezet: Op schoolniveau is medezeggenschapsraad (MR) actief. De gesprekspartner van de MR is de directeur. Op Stichtingsniveau bestaat een GMR. De scholen van Chrono zijn ingedeeld in 4 clusters. Uit deze clusters is één ouder en één personeelslid vertegenwoordigd in de GMR. De taken en bevoegdheden van de GMR zijn vastgelegd in reglementen. Leden MR: Dhr. T. Roossien Pothofweg 14a 7785 JB Anevelde tel.: 562924 Mevr. G. Meilink de Steeghe 17a 7784 CG Ane tel.: 561943 Namens het team Juf Ria de Wilde Juf Ria de Wilde is tevens onze contactpersoon richting de Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad (GMR).
33
4.5
Partners
We werken samen met de jeugdgezondheidszorg van de GGD Regio IJssel-Vecht. In de schoolgids wordt uitgelegd wat de jeugdgezondheidszorg in het algemeen en op school doet. Kleuters worden eenmalig gescreend door een logopedist. Voor buitenschoolse opvang heeft het bestuur van Chrono gekozen voor het zogenaamde makelaarsmodel. Dit houdt in dat de buitenschoolse opvang is uitbesteed aan de stichting ProKind en de Stichting Kinderopvang Hardenberg. De afspraken zijn na te lezen in het convenant met deze stichtingen. Kinderopvang en tussenschoolse opvang worden ook verzorgd door “de Dassenburcht” in Ane. De afspraken zijn vastgelegd in een TSO-protocol. Dit protocol is op de Dassenburcht in te zien. De peuters kunnen terecht bij de peuterspeelzaal ‘’t Purkennest’,te Gramsbergen. We werken samen met de schoolbegeleidingsdienst IJsselgroep. De schoolbegeleiding is met zowel een leerlingbegeleider als een systeembegeleider regelmatig in de school te vinden. Van de beschikbare uren gaat echter het overgrote deel naar de leerlingbegeleider. De systeembegeleider heeft een ondersteunende rol. 4.6
Ambities tav cultuur en klimaat
De uitbesteding van TSO wordt verder uitgewerkt (zie actieplan Tussenschoolse opvang) . Op communicatievlak wordt gestreefd naar verbetering door het leren toepassen van enerzijds communicatievaardigheden op teamniveau en anderzijds het leren toepassen van het programma Outlook (zie actieplan Communicatie). Vernieuwing van het bestaande rapport (zie actieplan Rapport).
34
5 5.1
Middelen en voorzieningen Zorgmiddelen
Naast bekostiging vanuit het rijk ontvangt Chrono zorgmiddelen van het samenwerkingsverband. Binnen het Samenwerkingsverband rondom de prof. Waterinkschool zijn duidelijke afspraken gemaakt over de inzet van de gelden/zorgmiddelen voor 15 Chrono-scholen (CNS Balkbrug is aangesloten bij het samenwerkingsverband Ommen). De inzet van de gelden wordt verantwoord in het zorgplan van het samenwerkingsverband. In het kader van de wet Passend Onderwijs 2012 vindt er binnen het Samenwerkingsverband een heroriëntering plaats over de verdeling van de zorgmiddelen voor de komende jaren. 5.2
Budget impulsgebieden
Vanaf augustus 2009 ontvangt Chrono van het rijk voor één school een klein budget voor achterstandbestrijding, de zogenaamde gelden voor impulsgebieden. Dit is, zoals het nu lijkt, een tijdelijk budget tot en met juli 2013. 5.3
Sponsoring
Op 19 februari 2009 heeft het Ministerie van Onderwijs een “Convenant sponsoring onderwijs” afgesloten met partijen die het onderwijs, het bedrijfsleven, ouderStichtingen, scholieren en de overheid vertegenwoordigen. Chrono volgt de richtlijnen en aanbevelingen uit dit Convenant. Dat is de reden dat Chrono niet een eigen sponsorreglement heeft opgesteld. Voor directeuren, schoolcommissies en MR-leden is het van belang kennis te nemen van dit Convenant op het moment dat er afspraken worden gemaakt over sponsoring. Als sponsoring gebeurt op een zorgvuldige wijze, is daartegen geen bezwaar. Het is goed nog op te merken dat er sprake is van donatie als er geen enkele tegenprestatie wordt gevraagd. Zodra dit wel het geval is, is er sprake van sponsoring. Het meest recente convenant, getekend 9 februari 2009, is bijvoorbeeld te downloaden via Google onder: “Convenant sponsoring onderwijs”. 5.4
Begroting
Financieel beleid wordt in hoofdlijnen bovenschools bepaald. Om tot goede keuzes te komen waar Chrono het geld aan gaat besteden, wordt er overlegd met bestuur, (G)MR en directeuren. Jaarlijks zijn alle scholen binnen de Stichting verplicht een begroting op te stellen. Hiervoor worden met name richtlijnen aangedragen voor reserveringen om te komen tot vervanging van de onderwijsmethoden, meubilair en het onderhoud. Elke school heeft naast de jaarbegroting ook een investeringsbegroting voor minimaal 10 jaar voor de onderdelen meubilair, ICT en methoden. Hieruit is dan op te maken hoeveel geld een school de komende jaren nodig heeft om goed onderwijs te geven.
35
5.5
Inzet van middelen
Voor de Ib’er en de ICT-er worden formatie-uren beschikbaar gesteld, deels uit de basisformatie en deels uit de zorgformatie van het Samenwerkingsverband (zie Zorgplan) en deels uit het BPA budget. Incidenteel worden er middelen beschikbaar gesteld voor schoolontwikkeling. Inzet voor ICT. Sinds mei 2003 beschikt de school over een modern netwerk en zijn alle computers in de lokalen en in de nevenruimtes en de gemeenschapsruimte aangesloten. De schooladministratie en het leerlingvolgsysteem zijn beiden volledig geautomatiseerd. Voor de leerlingen administratie maakt de school gebruik van WINSAS en voor het leerlingvolgsysteem van CITO. De komende jaren zullen we Chronobreed overstappen van Winsas naar Parnassys, waardoor alle scholen hetzelfde administratie- en leerlingvolgsysteem zullen gaan gebruiken in de toekomst.
De Spreng-El beschikt over een eigen computerlokaal en heeft daarnaast nog een aantal andere computers in een netwerk staan. Elk kind kan op elke plaats in de school inloggen. Onze Stichting heeft nog en bovenschools systeembeheerder in dienst die het meer geavanceerde onderhoud verzorgt. We hebben in alle lokalen een digitaal schoolbord. 5.6
Ambities t.a.v. Middelen en voorzieningen
Aangezien er vanuit de zelfevaluatie geen redenen waren, om dit onderdeel structureel te wijzigen, houden wij voor zover de financiële middelen dit toelaten, vast aan de huidige werkwijze, waarbij aandacht is voor de door de gemeente beschikbaar gestelde subsidies.
36
6 6.1
Management van onderwijs en ondersteunende processen. Visie op ontwikkeling en onderwijs
Wij gaan uit van verschillen tussen kinderen. Wij zullen als leerkrachten ons onderwijs moeten aanpassen aan het leervermogen, het leertempo en de leerstijl van de leerling en moeten zorgen voor een ononderbroken ontwikkeling. Veel kinderen zitten tweeënhalf à drie jaar in een kleutergroep. Het is afhankelijk van hun geboortedatum en hun aard en aanleg. We voeren regelmatig observaties uit om vroegtijdig eventuele problemen met leren op te sporen. We vinden het belangrijk dat een kind lang genoeg in een kleutergroep zit. Succesvol groep 3 doorlopen lukt pas als een kind daaraan toe is. We zien een kind liever een jaar langer in een bepaalde groep, dan dat het jarenlang op de tenen de school moet doorlopen. In overleg met de ouders kan ook besloten worden dat groep 3 in twee jaar wordt doorlopen. Het programma wordt dan aangepast zodat in twee jaar de stof van de groep 3 doorgewerkt wordt. We werken volgens het leerstofjaarklassensysteem binnen combinatieklassen. Dat stelt op zich al hoge eisen aan klassenmanagement, maar ook ons didactisch concept vereist effectief klassenmanagement. Onze leerlingen leren zelfstandig werken. We gebruiken dagtaken en waar mogelijk weektaken. We maken daarbij, gebruik van het principe “grote groep, kleine groep”. Door ons te houden aan gemeenschappelijk afspraken ontstaat duidelijkheid voor de leerlingen waardoor zij weten binnen welke grenzen ze kunnen werken. Ook ten aanzien van lezen, spelling en rekenen zijn afspraken gemaakt die de doorgaande lijn herkenbaar maken (o.a. werken met dagritmekaarten). Deze gestructureerde en gelijksoortige aanpak wordt in de laatste leerjaren vaak vervangen door eigen leerstrategieën. We willen de kinderen een zodanige scholing en vorming geven, dat zij na acht jaar probleemloos kunnen aansluiten bij het voortgezet onderwijs. 6.2
Pedagogische huisstijl
Groeiende vrijheid is gerelateerd aan groeiende verantwoordelijkheid ten opzichte van jezelf en de ander, waarbij het grote gebod “de liefde” centraal staat. Dit houdt in dat we elkaars sterke en zwakke kanten respecteren, waarbij de positieve waardering voorop staat en faalangst wordt tegengegaan. Ieder mens is uniek. Ouders, kinderen en leerkrachten werken samen aan die dagelijkse ontwikkeling. Goed overleg, hulp waar nodig en een sterke betrokkenheid (van zowel ouders als leerkrachten) helpen bij de optimale ontwikkeling van de kinderen. Dit alles binnen de capaciteitsgrenzen van zowel kind als school teneinde een voor het kind zo optimaal mogelijke situatie te creëren vanuit onderwijskundig perspectief in de wetenschap dat overschrijding van deze grenzen afbreuk doet aan het welbevinden van de (mede)leerling.
37
6.3
Didactisch ontwerp
Wij geven volgens het directe instructiemodel les. Hierbij hebben wij de individuele leerlingenzorg centraal gezet in ons didactiek, leerstof en organisatie. Onze voortdurende inspanningen zijn erop gericht de leerstof op niveau bij de leerling te krijgen door middel van diverse (samen)werkvormen. Daarbij verliezen wij de grenzen van het “kunnen” (bij zowel leerlingen als leerkrachten) niet uit het oog. Aansluitend op de visie van Chrono streven wij ernaar, een lerende organisatie te zijn waarbij het maken van fouten gezien wordt als een uitdaging tot verbetering van de kwaliteit. De jongste kinderen dienen (met goed materiaal) uitgedaagd te worden om spelend te leren. In de kleutergroepen werken we thematisch. De leerkracht speelt hierbij een duidelijk begeleidende rol. In de kleutergroepen werken we met een taak, d.w.z. aan het begin van een thema worden de werkjes uitgelegd. In de loop van de periode moeten de werkjes gedaan worden, opbouwend in aantal. De kinderen mogen (meestal) zelf weten wanneer ze deze werkjes maken. Bij deze manier van werken zijn de kinderen wat vrijer, maar tegelijk hebben ze ook een stukje eigen verantwoordelijkheid: alle werkjes moeten af in een bepaalde periode. De kinderen houden zelf op het "planbord" bij of hun werk af is. In de hogere groepen werken we volgens de methodes. Zelfstandig werken, onderlinge hulp, uitgestelde aandacht, werken met leerstrategieën, de extra- instructiegroep, zijn differentiatievormen in de leerstofaanbieding die gemeengoed zijn geworden in ons onderwijs. Natuurlijk wordt er daarnaast volop gewerkt met basis- herhaling- en verdiepingsstof. De volgende kenmerken geven een duidelijk beeld van waar we met het onderwijs op onze school naar toe willen: 1. De leraren geven gestructureerd les (heldere opbouw, duidelijke uitleg, navragen) op basis van het directe instructiemodel. 2. De leraren laten de kinderen actief meedenken en meedoen (interactie) 3. De leraren bevorderen de zelfstandigheid en het samenwerken van de kinderen 4. De kinderen krijgen zo veel mogelijk toepassingsgerichte opdrachten 5. Er wordt expliciet lesgegeven in strategieën 6. Bij de instructie houden we steeds meer rekening met niveauverschillen 7. Bij de verwerking houden we rekening met niveauverschillen 8. De klassenorganisatie is doelmatig 9. De leraren gebruiken de leertijd optimaal 10. De leraren hanteren het systeem van leerlingenzorg
6.4
Onderwijstijd
We gaan uit van een lessentabel van 25,75 uur per week, dat is minimaal 1000 lesuren per jaar. (Groep 3 en 4 maakt 23 ½ uur, wat neerkomt op minimaal 880 lesuren per schooljaar.) We proberen een goed evenwicht te vinden in het aanleren van kennis, het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van praktische vaardigheden. De vakken rekenen en vooral taal en lezen vormen de kern van ons onderwijs. Rekenen, taal en lezen krijgen veel nadruk. De exacte lesurenverdeling ligt ter inzage op school in het document lesroosters.
38
6.4.1
Groep 1
's morgens woensdagmorgen 's middags woensdagmiddag en vrijdag vrij. 6.4.2
08.45 - 12.15 uur; 08.45 - 12.30 uur; 13.15 - 15.15 uur;
Groep 2 t/m 4
's morgens woensdagmorgen 's middags woensdagmiddag en vrijdagmiddag vrij.
08.45 - 12.15 uur; 08.45 - 12.30 uur; 13.15 - 15.15 uur;
6.4.3 Groep 5 t/m 8 's morgens woensdagmorgen 's middags woensdagmiddag vrij.
08.45 - 12.15 uur; 08.45 - 12.30 uur; 13.15 - 15.15 uur;
Voor de vakanties en vrije middagen wordt verwezen naar de jaarkalender die jaarlijks wordt verstrekt. De schoolbel gaat 5 minuten voor aanvang van de schooltijd. 6.5
Leerstofaanbod
Ons leerstofaanbod voldoet aan de wettelijke eisen. Hieronder beschrijven we bijzonderheden van ons onderwijs. Godsdienstige vorming Methodes: groepen 1-8: Kind op maandag Door middel van verhalen, liederen en gebed zullen de leerkrachten op eigen wijze met de kinderen vormgeven aan de godsdienstige beleving. Geloven kun je niet leren, maar door gesprek met en respect voor elkaar kunnen kinderen gaandeweg eigen keuzes maken. Zodoende willen wij de kinderen de ruimte en handvatten bieden om hun beleving en de wereld om hen heen te betrekken op het gedachtegoed van de bijbel met haar rijke bron aan gegroeide, kleurrijke, doorgegeven verhalen. Taalontwikkeling Methodes: Groep 1-2: Schatkist Groep 3: Veilig leren lezen;Taal in Beeld; Schrijven in de basisschool Groep 4-8: Goed gelezen; Lekker lezen; Taal in Beeld; Schrijven in de basisschool, Spelling in Beeld. Bij de taalontwikkeling wordt ook het VVE-project betrokken (Voor- en Vroegschoolse Educatie). Een speciale doelgroep kinderen doet mee aan educatieve programma’s, die starten in een voorschoolse voorziening (peuterspeelzaal, kinderopvang) en doorlopen tot in de eerste twee groepen. Centraal staat het leren van de Nederlandse taal. Het informele leren gaat spelenderwijs. De doelgroepkinderen zijn kinderen van 2 tot en met 5 jaar, die een taalachterstand hebben of het risico lopen een taalachterstand te krijgen.
39
Een van de leerkrachten heeft meegedaan aan dit project en een cursus hiervoor gevolgd. De cursus werd destijds bekostigd vanuit de GOA- gelden (Gemeenschappelijk Onderwijs Achterstanden beleid). Lezen We streven ernaar dat alle kinderen aan het einde van groep 6 het hoogste AVI-niveau hebben bereikt. De kinderen leren niet alleen technisch en begrijpend lezen. We proberen ze ook leesplezier bij te brengen. We lezen op school veel voor en we doen mee aan allerlei activiteiten die het lezen onder de aandacht van de kinderen willen brengen. Voor Technisch lezen gebruiken we de methode “Lekker Lezen”. Leesmaterialen In groep 1 , 2 , 3 en groep 4 kunnen ouders en kinderen gebruik maken van het spel- en boekenplan (gecombineerde uitleen van een boek met bijbehorend speelgoed). Het spel- en boekenplan is in het verleden gestart vanuit het G.O.A. (Gemeentelijk Onderwijs Achterstanden beleid). Eens per 14 dagen mogen de kinderen een boekje uitkiezen. Dit gaat in de bijbehorende tas, waar ook het speelgoed/voorleesboek in zit. Deze tas gaat mee naar huis. De uitleen wordt verzorgd door ouders. Er is een regelmatig contact met de bibliotheek. We brengen er klassenbezoeken, lenen projecten, doen mee aan activiteiten zoals het voorleesontbijt e.d. Engels Methode:
Groep 7-8: Real English / Groove Me
Rekenen Methode:
Groep 1-2: Ideeënboek; Schatkist Groep 3-8: Wereld in getallen
Oriëntatie op mens en wereld Methodes: Natuuronderwijs : Aardrijkskunde : Geschiedenis : Verkeer :
Natuur buitengewoon, Nieuws uit de natuur, Huisje - boompje – beestje, Koekeloere,Naut De Blauwe Planeet Bij de tijd Wijzer op weg, Jeugdverkeerskrant, Op Voeten en Fietsen, Rondje verkeer, Stappen Vooruit.
Op de Spreng-El praten we op heel veel momenten met de kinderen over de wereld om ons heen en we brengen hen kennis bij over het heden en het verleden van de aarde. Het gaat hierbij niet alleen om feitenkennis maar veel meer om het aanleren van een juiste houding ten opzichte van de natuur, volkeren in andere landen en onze voorouders. Soms gebeurt dit in aparte vakken aan de hand van een boek, maar vaak ook door middel van klassengesprekken, spreekbeurten, schooltelevisie, werkstukjes enzovoort. Via de gemeente Hardenberg worden we in de gelegenheid gesteld lesmateriaal van de Natuur en Milieu Educatieve Dienst van de provincie Overijssel te betrekken. Ieder jaar maken we daar als school selectief gebruik van.
40
Lichamelijke opvoeding Methode: Groep 1-8: Planmatig bewegingsonderwijs In de onderbouw staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. We spelen op het schoolplein en in het lokaal. Tevens werken we door de hele school met “Planmatig bewegingsonderwijs” (gymlessen in de sporthal). Informatie- en communicatietechnologie (ICT) Groep 1-2: Babbelbij, Schatkist Lezen, Ik lees, Ik speel, Ik tover, Ik reken, Ambrasoft, Bas. Groep 3-8: Kinderen werken onder leiding van de leerkracht aan de computer, maar daarnaast werken zij ook zelfstandig aan het maken van werkstukken, zoeken informatie op en gebruiken de computer voor extra oefenstof. Hierbij heeft de leerkracht over het algemeen goed zicht op de activiteiten van de leerlingen d.m.v. digitale controlemogelijkheden zoals leerling-administratie en sessieoverzichten behorend bij de gehanteerde programma’s: Wereld in Getallen (rekenen), De Blauwe Planeet (aardrijkskunde), Rondje verkeer, In Beeld (taal).
Kunstzinnige oriëntatie Methode: Groep 1-8: Moet je doen (muziek, tekenen, handvaardigheid, drama, dans) Naast de methodes, doen we mee aan diverse projecten, bijvoorbeeld probeerinstrumenten, klassenorkest, stemmen in de klas, culturele voorstellingen (waaronder Windkracht 6 in samenwerking met de plaatselijke muziekverenigingen Crescendo en Soli Deo Gloria), bezoek musea. Verder maken we gebruik van het aanbod van de Culturele Commissie Hardenberg. Dit levert jaarlijks meerdere leuke en creatieve activiteiten op. Bekostiging vindt plaats vanuit de Culturele Commissie vanuit een door de aangesloten scholen gebundelde financiering. Sociale veiligheid De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen (sociale competenties) en personeel. Minimaal eens per twee jaar worden de leerlingen, personeelsleden en ouders ondervraagd over hun veiligheidsbeleving via een enquête. In alle groepen worden gesprekjes met leerlingen gehouden. Ook wordt in groep 6 t/m 8 de SchoolVragenLijst wordt afgenomen.
We hebben een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op preventie en vastlegging van incidenten (Melding Incidenten leerlingen, Melding Incidenten Leerkrachten en melding kindermishandeling). Dit beleid wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Wekelijks is er een groepsevaluatie op vrijdag waarin positieve punten en verbeterpunten worden besproken.
41
We hanteren het pestprotocol, structurele pleinwacht volgens rooster voor en na schooltijd. Gedragsregels worden besproken. De leerlingen van groep 8 hebben bij de vaststelling van de regel van de maand inbreng middels een klassengesprek. Tevens werken zij daadwerkelijk me aan de vormgeving van de aan de regel gerelateerde poster. Via de methode “Goed gedaan” wordt maandelijks een thema centraal gesteld Ook is er een rouwprotocol om houvast te bieden in geval van ernstige ziekte of overlijden.
Bevordering burgerschap en sociale integratie
De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. Door middel van wekelijkse gesprekken leren kinderen elkaar op positieve wijze aan te spreken. We staan jaarlijks stil bij het thema gezondheid. Tijdens natuur behandelen we gezond gedrag. Wij stimuleren het meebrengen van gezond eten en praten daar met de kinderen over. Groep 8 doet jaarlijks mee met de klassenlunch om actief na te denken en te ervaren dat gezond eten ook lekker kan zijn.
De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. De groepen 3 en 4 krijgen elke week 30 minuten verkeer. De groepen 5 t/m 8 krijgen elke week 30 minuten verkeer. In groep 7 en 8 wordt het verkeersexamen 1 x per 2 jaar afgenomen.
De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. Groep 1 en 2 kijken wekelijks koekeloere en groep 3 en 4 huisje boompje beestje. Hierin komen actuele onderwerpen aan het bod, zoals Prinsjesdag e.d. In groep 5 en 6 werken de kinderen over Nederland waarbij ook de politiek aan bod komt. Centraal staat jezelf als burger van het land. Groep 7 en 8 doet met Prinsjesdag regelmatig mee met de 3e Kamer. Daarin leren ze de hoofdzaken van de politiek in Nederland. Ook komen ze er achter wat een politieke partij is en hoe je je standpunt kunt verdedigen. Bij tv-weekjournaal komt ook de Europese staatsinrichting aan bod. Ook bij het vak geschiedenis komt de geschiedenis van onze staatsinrichting aan bod.
De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. Via de methode Kind op Maandag krijgen de kinderen verhalen en gesprekken over waarden en normen. Ook gebruiken we diverse werkbladen over thema’s die met gevoel etc. te maken hebben,we geven elkaar complimenten, behandelen actuele problemen in de klas d.m.v. prentenboeken en spelletjes die bij dit thema passen.
42
Via de methode Kind op maandag krijgen de kinderen verhalen en gesprekken over geloofszaken en andere geloven. In de weken voorafgaand aan de christelijke feesten vertellen we verhalen, werken thematisch aan de feesten en bereiden ons voor op een viering. We vieren deze feesten vaak gezamenlijk met de ouders, in groeps- of schoolverband (afhankelijk van de geplande activiteit m.b.t. Pasen en Kerst). We praten ook over de gebruiken bij de kinderen thuis en hoe dat bij anderen is. Andere geloven worden in gesprekken met kinderen besproken. Dit komt aan bod in de groepen 7,8.
Dienst van school en kerk. Ieder jaar organiseren we een kerkdienst door en voor kinderen rond een afgesproken thema i.s.m. de PKN-kerk in Gramsbergen. De dominee brengt dan een bezoekje aan de klas. De PKNkerk, de christelijke scholen in Gramsbergen en Ane hebben een liedboek samengesteld waaruit elke maand een lied centraal staat.
De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Natuuronderwijs wordt wekelijks aangeboden. We werken met de school tv. programma’s en ook met de methode NAUT. De kinderen van de bovenbouw doen elk jaar mee met het project ‘zwerfafval’. Zij ruimen in de buurt het zwerfafval op. Op school is er aandacht voor het scheiden van afval. Oude batterijen worden ingezameld en er staat elke 5 weken een oud-papierbak bij school.
Actieve rol in de maatschappij Om kinderen kennis te laten maken met de wereld van ondernemerschap en techniek gaan wij op bedrijvenbezoek. Ieder jaar brengen de kinderen een bezoek aan een bedrijf rondom het thema wetenschap, techniek en ondernemerschap. Aan de hand van een eventuele leskist bereiden de kinderen zich voor op dat bezoek. Eén keer in de twee jaar, rond dierendag bezoeken de kinderen diverse bedrijven in de buurt.
4 mei Een keer per twee jaar zijn we betrokken bij de 4 mei viering. In de klas wordt aandacht besteed aan de Tweede Wereldoorlog. Kinderen maken daarbij een verwerking in vorm van een gedicht. Tijdens de 4 mei herdenking lezen een aantal kinderen hun gedicht of i.d. voor. De andere kinderen mogen hier ook bij aanwezig zijn. We leggen een bloem bij het monument.
Sociale redzaamheid We willen kinderen kennis laten nemen van, confronteren en leren omgaan met feiten en vaardigheden, zelfstandigheidopvoeding, mondelinge uitingsvaardigheden en algemene hulptechnieken, die de leerlingen in staat stellen hun eigen weg te vinden in onze samenleving. Tevens wordt aandacht geschonken aan het onafhankelijk en mondig zijn: weerbaar zijn.
43
Zelfredzaamheid Kinderen uit groep 1 mogen evt. met hun ouders de tas ophangen in de gang. Het is niet de bedoeling dat u uw kind mee de klas in neemt. Hierna kan uw kind nog even buiten spelen. Kinderen uit groep 2 nemen bij de buitendeur afscheid en komen zelfstandig binnen. Dit om de rust en ruimte in de gang te waarborgen en de zelfstandigheid van de kinderen te bevorderen. Ook afscheid nemen is hiervan een wezenlijk leeraspect voor kinderen (en ouders). Mocht een jonger broertje of zusje blijven spelen op het plein, terwijl u nog even gezellig staat te praten, houdt u dan uw kinderen wel in de gaten en spreek hen aan op de regels van school. Houdt u hierbij het looppad vrij voor kinderen en volwassenen. Om ervoor te zorgen dat we niet teveel tijd verliezen met aan- en uitkleden, willen we u vragen of u uw kind op woensdag makkelijk aan- en uit te trekken kleren aan wilt doen. Als uw kind naar school komt, gaan we ervan uit dat uw kind zelfstandig naar de wc gaat. Een knoop losmaken is zo gedaan, maar billen afvegen of jongens uitleggen dat ze moeten zitten en goed moeten richten, kost veel effectieve leertijd. Tevens verschonen wij geen luiers meer. Ritsen, knopen en veters zijn soms lastige obstakels voor kleuters, hiervoor geldt: oefening baart kunst. Dit aanleren staat niet in de kerndoelen, oefen dus thuis. Als uw kind thuis zijn veters heeft leren strikken, kunnen ze op school hun veterstrikdiploma halen. 6.6
Begeleiding naar het voortgezet onderwijs
T.a.v. de volgende punten kunt u uitgebreider lezen in het onderdeel “contacten met ouders”: adviesgesprekken met ouders en kinderen CITO-eindtoets documenten naar VO documenten naar ouders (zie ook hoofdstuk 4). 6.7
Leerlingenzorg
De zorg is duidelijk gestructureerd en er vindt veel overleg plaats tussen de zorgleerkrachten en de groepsleerkrachten. Zorgkinderen moeten een teamzorg zijn. We werken met SMART-geformuleerde handelingsplannen waarin we aangeven wat we als school denken te kunnen bereiken. De extra zorg wordt zowel in als buiten de groep gegeven. De handelingsplannen worden regelmatig geëvalueerd om na te gaan of de leerling voldoende van de extra hulp heeft geprofiteerd.
Zorgleerlingen worden twee keer per jaar besproken tijdens consultatiebijeenkomsten waarbij de leerkracht, de leerlingbegeleider van de IJsselgroep, RT-er, directeur en begeleider van Samen naar School aanwezig zijn. Wanneer wenselijk, worden ook de ouders uitgenodigd. Maandelijks vindt er een zorgoverleg plaats tussen de Ib’er en de directeur. Voor details van onze leerlingenzorg verwijzen we naar het zorgplan welke ter inzage ligt op school.
44
6.8
Samenhang met het Zorgplan
Zoals u al hebt kunnen lezen maakt onze school deel uit van het Samenwerkingsverband rondom de Professor Waterinkschool. Een aantal directeuren van de deelnemende scholen vormen samen een coördinatiegroep en deze stelt jaarlijks een zogeheten Zorgplan voor het SWV op. In dit plan staat beschreven wat er binnen het samenwerkingsverband allemaal gedaan wordt voor de zorgleerlingen en hoeveel geld de scholen hier voor krijgen. Aan de hand van dit zorgplan wordt er op de afzonderlijke scholen nog een eigen zorgparagraaf opgesteld. Deze zorgparagraaf geeft aan hoe onze school deze zorgmiddelen inzet. Het Zorgplan ligt voor belangstellenden op school ter inzage.
Wet op Expertisecentra Op 1 augustus 2003 is de Wet op Expertisecentra in werking getreden. De regeling “Leerling Gebonden Financiering” maakt hier onderdeel van uit. Deze regeling houdt in dat kinderen met een beperking met een zogenaamde ‘rugzak’ op een gewone basisschool kunnen worden toegelaten. Een speciale indicatiecommissie bepaalt of een leerling voldoet aan de criteria voor het speciaal onderwijs (het onderwijs voor kinderen met een beperking). Daarmee heeft het kind recht op een rugzak, waarin middelen zitten voor de basisschool en begeleiding vanuit het speciaal onderwijs. De ouders kunnen een basisschool vragen hun kind met deze rugzak toe te laten. Ons beleid is erop gericht om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de verschillen tussen kinderen. Dit hebben we binnen onze school op verschillende manieren vormgegeven, zoals een goed zorgsysteem, een positief pedagogisch klimaat en zelfstandig werken binnen de groepen en een passend leerstofaanbod. In principe zijn ook kinderen met een beperking welkom op onze school. Wij vinden dat elk kind in beginsel de mogelijkheid moet hebben om samen met de vriendjes en vriendinnetjes uit de eigen leefomgeving naar school te kunnen gaan De zorg op onze basisschool is over het algemeen voldoende om onze zorgleerlingen op te vangen binnen de eigen school. Voor kinderen met een beperking is deze zorg echter niet toereikend. Hiervoor heeft de overheid een rugzak ter beschikking gesteld met daarin faciliteiten voor extra zorg. Bij elke aanmelding van een leerling met een beperking zullen we opnieuw de afweging maken of onze school met deze extra faciliteiten in staat zal zijn om de extra zorg die dit kind nodig heeft te bieden. Als gedurende de schoolloopbaan wordt geconstateerd dat een leerling voor een rugzak in aanmerking komt, wordt ook de afweging gemaakt of onze school de extra zorg die de leerling nodig heeft kan bieden. Bij deze afweging spelen de volgende factoren een rol: De omvang en de aard van de pedagogisch didactische behoefte van het aangemelde kind. De zorgmogelijkheden van de school. (Die worden mede bepaald door bv: het aantal zorgleerlingen dat we al begeleiden op onze school, de groepsgrootte, eventuele combinatiegroepen, toegankelijkheid van het schoolgebouw etc.) De mate waarin wij een beroep kunnen doen op specialistische hulp van de betrokken SOschool of andere externe instanties Onze school heeft de aanmeldingsprocedure van kinderen met een beperking vastgelegd in een protocol. Wanneer u uw kind wilt aanmelden op onze school kunt u contact opnemen met de directeur. Hij/zij zal u dan informeren over deze procedure. Overigens vragen wij aan ouders die voor hun kind een rugzak aanvragen om hun kind op een plaatsingslijst voor het Speciaal Onderwijs te zetten, zodat hun kind op het moment dat blijkt dat
45
wij de zorg die nodig is niet meer in voldoende mate kunnen bieden, zonder wachtlijst op een school voor Speciaal Onderwijs geplaatst kan worden. Bevordering gezond gedrag Zorg betekent voor ons letten op het welbevinden van het kind en daarom ook het bevorderen van gezond gedrag. Dit onderwerp komt jaarlijks aan de orde in teamvergaderingen en leerling-besprekingen als het gaat over een totaalbeeld van het kind. Tevens wordt er thematisch mee gewerkt (fruitweken, omgaan met elkaar, wekelijkse evaluatie met de kinderen etc.)
Orthotheek. In de orthotheek bevinden zich allerlei remediërende methodes en zorgverbredingsmaterialen.
Meerbegaafden Het beleid voor de minder goed presterende leerling is ook van toepassing op de beter presterende leerling. Ten aanzien hiervan is er op school een protocol meerbegaafden aanwezig wat bovenschools is uitgewerkt. Doubleren In het overgangsprotocol staat beschreven aan welke voorwaarden/verwachtingen een kind moet voldoen, om te kunnen doorstromen naar de volgende groep. Het laten doubleren van een kind is echter niet een beslissing van het team, maar het einde van een heel proces, waarbij ouders vroegtijdig worden betrokken. 6.9
Leerlingvolgsysteem
Ieder jaar wordt een toetskalender vastgesteld. De kennis en vaardigheden worden globaal in beeld gebracht met behulp van zogenaamde signaleringstoetsen. Tijdens groepsbesprekingen worden deze resultaten besproken. Daarnaast worden de vakken rekenen, lezen en taal op verschillende onderdelen getoetst door gebruik te maken van de toetsen uit de methode . Becijfering van het leerlingenwerk wordt zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Cijfers worden naast de beoordelende functie ook pedagogisch toegepast. Toetsing vinden wij belangrijk wanneer de toets in dienst van de kinderen wordt gebruikt en het kind niet in dienst van de toets staat. Hoewel er uiteraard altijd sprake is van een momentopname, geeft de toets een beeld van de behaalde resultaten ten opzichte van de gestelde doelen en afspraken. De resultaten van alle afgenomen toetsen blijven op school aanwezig in het digitale leerlingvolgsysteem (Cito) en zullen jaarlijks gebruikt worden om een vergelijking met voorgaande jaren te maken. De CITO-eindtoets kan gebruikt worden om onze resultaten te vergelijken met voorgaande jaren, maar ook met scholen die met onze school te vergelijken zijn en met het landelijk gemiddelde. Ook wordt in groep 8 de NIO-toets afgenomen, die mede richtinggevend is voor de te maken schoolkeuze.
46
6.10 Kwaliteitszorg (vierjarig en eenjarig beleidscyclus):
Voor het realiseren en borgen van een goede kwaliteitszorg is binnen de scholen van CHRONO gekozen voor het INK-model (zie ook paragraaf 1.5). In het INK-managementmodel staat de zogenaamde ‘plan-do-check-act’-cirkel centraal. Dit cyclische model wordt zowel vierjaarlijks als wel jaarlijks doorlopen. Een uitgewerkte handleiding kwaliteitszorg staat beschreven in de op school aanwezige Handleiding Kwaliteitszorg Chrono. 6.11 Schooladministratie
Eens per 4 jaar stelt de school een Schoolgids op en biedt dit de inspectie aan. Jaarlijks ontvangen de ouders een Schoolgids(bijlage), deze wordt tevens aan de Inspectie toegezonden. De school voert een volledig geautomatiseerde leerlingenadministratie. De komende jaren zullen we Chronobreed overstappen van Winsas naar Parnassys, waardoor alle scholen hetzelfde administratie- en leerlingvolgsysteem zullen gaan gebruiken in de toekomst. In de map Leerplicht wordt verzuim geregistreerd (Winsas). De bestuursmap beschrijft het beleid ten aanzien van evenredige vertegenwoordiging vrouwen in de schoolleiding, de klachtenregeling, en incidentenregistratie. 6.12 Ambities t.a.v. Management van processen
De huidige taalmethode krijgt een update. De komende 4 jaar zullen wij de nieuwe taalmethode invoeren binnen ons onderwijs wat tevens het onderdeel spelling en woordenschat omvat (zie actieplan Taal). Daarnaast zullen wij een nieuw instrument implementeren voor de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen van groep 8 aangezien de huidige meetmethode niet meer voldoet aan de binnen het VO gehanteerde normen. Het protocol protocol meerbegaafden wordt geïmplementeerd (zie actieplan Meerbegaafdheid).
7 7.1
Resultaatgebieden Waardering
Om de waardering te meten worden er op gezette tijden door Chrono enquêtes uitgezet onder leerlingen, ouders en leerlingen. 7.2
Opbrengstgerichte cultuur
De school meet de eindopbrengsten vanaf het leerjaar 2006 met behulp van de NIO. Deze test doet ook een onderzoek naar de leervermogens van de kinderen. Tevens worden de eindresultaten gemeten met behulp van de cityeindtoets. De eindopbrengsten van de school liggen boven het landelijk gemiddelde. Een belangrijke oorzaak hiervan is gelegen in een goed functionerend systeem van zorg en begeleiding. Belangrijk hierin is een intern begeleider die samen met de leerkrachten de ontwikkeling van de zorgleerlingen nauwlettend volgt. Ook de tussentijdse opbrengsten liggen hoger dan op grond van de populatie van de leerlingen verwacht mag worden. Met betrekking tot het technisch lezen moeten we de conclusie trekken dat de tussentijdse opbrengsten in groep 3 in verhouding enigszins achterblijven bij de verwachtingen. De oorzaak van deze achterstand is (nog) niet bekend. De directeur en intern begeleider geven aan dat een doorgaande lijn voor het taal- en leesonderwijs in ontwikkeling is.
47
VMBO Kader 2008 2009 2010 2011 2012 2013
VMBO KL 7 1
2
VMBO TL
TL/HAVO
3 3 1 1
3
HAVO
HAVO/ VWO
VWO
Gymnasium
1
2
1 2 2 2
5 3 3 3
1 2 1 1
3
We vragen het Voortgezet Onderwijs in het 2e leerjaar of het gegeven schooladvies de juiste is geweest. Chronobreed wordt een en ander ondersteund door het BAO-VO overleg wat regelmatig plaats vindt. Ook hierin is de gezamenlijke overlegstructuur binnen Chrono zichtbaar. Tevens is er sprake van een gezamenlijke verbondenheid met het voortgezet onderwijs en de scholen buiten onze Stichting. 7.3
Ambities t.a.v. Resultaatgebieden
In verband met de aansluiting op het voortgezet onderwijs zullen wij ons het komende jaar oriënteren op een ander instrument met betrekking tot overdracht van de sociaal-emotionele leerlingkenmerken die voorheen gemeten werden met de inmiddels door het VO niet meer geaccepteerde SVL. 7.4
Toetskalender
Gr 1
Okt./Nov. Soc.em.ontw. SiDi A 1.3 Observatiekaart 1: 1e 6 ontw.gebieden
Januari Soc.em.ontw. Cito : Taal v.kleuters Cito: Rekenen v. kl. ‘kleur’ en ‘lichaamsdelen’
Februari Woordenschat
Maart Observatie kaart 3
2
Soc.em.ontw. Observatiekaart 6: 1e 6 ontw.gebieden SiDi A 1.3
Woordenschat
Observatie kaart 8: 1e 6 ontw.geb
3
Soc.em.ontw. Meth.toets: Rekenen, Spelling, Lezen (223dp). SiDi B 1.2
Soc.em.ontw. Cito: Taal v.kleuters Cito: Rekenen v. kl. Observatiekaart 7: Laatste 4 ontw.geb Bijlage 13: Fonem. bewustzijn Evt.OVSO ‘kleur’ en ‘lichaamsdelen’ Soc.em.ontw. Cito: Rekenen M3 Spelling M3
4
5
6
Soc.em.ontw. DMT AVI (B) Meth.toets: Rekenen, Spelling SiDi B 1.2 * evt. cito Dyslexie Soc.em.ontw. DMT AVI (B) Meth.toets: Rek., Spelling,Begr. Lzn. SiDi B 1.2 * evt. cito Dyslexie Soc.em.ontw. Meth.toets: Rekenen, Spelling, Begr.lezen SiDi B 1.2 * evt. cito Dyslexie
----DMT/AVI Soc.em.ontw. Cito: Rekenen M4 Begrijpend lezen M4 Spelling M4
April/Mei Evt.zwakke ll. bepaalde gebieden van observatie kaart 4 Evt.zwakke ll. bepaalde gebieden van observatie kaart 9
Evt.Licor DMT/AVI----
Cito: Spelling M4 Evt.Licor.
----DMT/AVI Soc.em.ontw. Cito: Begrijpend lezen M5 Rekenen M5 Spelling M5
DMT/AVI---Cito: Spelling M5 Evt.Licor
----DMT/AVI Soc.em.ontw. Cito: Begrijpend lezen M6 Rekenen M6 Spelling M6 ----DMT/AVI
DMT/AVI---Cito: Spelling M6 Evt.Licor
DMT/AVI----
48
* evt. cito Dyslexie
Mei/Juni Soc.em.ontw. Cito; Taal v.kleuters Cito: Rekenen voor kl.
Soc.em.ontw. GOVK pk.9 Cito; Taal v.kleuters Cito: Rekenen voor kl. Evt. leesvwt. Bijlage 13: Fonem. bewustzijn Observatiekaart 10: Laatste 4 ontw.geb. Soc.em.ontw. Cito: Spelling E3 Rekenen E3 DMT/AVI Begrijpend lezen E3 Soc.em.ontw. Cito: Spelling E4 Rekenen E4 DMT/AVI Begrijpend lezen E4 Soc.em.ontw. Cito: Spelling E5 Rekenen E5 DMT/AVI
* evt. cito Dyslexie SVL (A)
* evt. cito Dyslexie
Soc.em.ontw. Cito: Spelling E6 Rekenen E6 DMT/AVI
Gr 7
8
Okt./Nov. Soc.em.ontw. Meth.toets: Rekenen, Spelling, Begr.lezen. SiDi B 1.2 * evt. cito Dyslexie Soc.em.ontw. Meth.toets: Rekenen, Spelling, Begr.lezen. NIO SiDi B 1.2 * evt. cito Dyslexie
Januari Soc.em.ont. Cito: Begrijpend lez. M7 (dec. jan. febr.) Spelling M7 Rekenen M7 ----DMT/AVI Soc.em.ontw. Cito: Begr lezen toetsen M8 (dec. jan. febr.) Rekenen M8
----DMT/AVI
Februari Cito: Spelling niet ww M7 Begr lez. M7 (dec. jan. febr.) Evt.Licor DMT/AVI---Cito: Spelling niet ww M8 Begr lezen toetsen M8 (dec. jan. febr.) Eindtoets cito Evt.Licor DMT/AVI----
49
Maart Cito entree? SVL (B)
April/Mei
Entreetoets (apr.-juni) * evt. cito Dyslexie
Cito Eindtoets? SVL (A)
* evt. cito Dyslexie
Mei/Juni Soc.em.ontw. Cito: Spelling E7 Spelling niet ww E7 Spelling ww E7 Rekenen E7 DMT/AVI Spelling ww E8
8 8.1
Praktische zaken Fruit
's Morgens kunt u uw kinderen schoongemaakt fruit, een liga of iets dergelijks meegeven. Geef niet teveel mee. De school heeft slechts 1 afvalcontainer en dat beperkt de verwerking van afval aanzienlijk. Het meebrengen van drinken in pakjes geeft op school een grote berg onnodig afval. Geef uw kind(eren) drinken mee in goed afgesloten bekers.
8.2
Gevonden en verloren voorwerpen
Het komt nogal eens voor dat kinderen allerlei spullen op school kwijtraken. Enkele raadgevingen om dit te voorkomen: - Oorbellen, sieraden, kettingen, horloges, ringen en dergelijke. Het dragen of meebrengen is voor eigen risico. - Speelgoed en apparatuur naar school ? Ook dan voor eigen risico. - Mobieltjes alleen bij wijze van uitzondering en in overleg met de leerkracht. - Zet naam in jassen, laarzen en sportkleding. - Controleer geregeld of uw kind iets kwijt is (zie bak ‘gevonden voorwerpen’ in de gang). 8.3
Gymnastiek en zwemmen
Kleuters In ons speellokaal gymmen en spelen we. Maar we gymmen ook op woensdag in de sporthal. (Als het mooi weer is, gaan we natuurlijk buiten spelen.) Het is handig dat alle kinderen gymspullen op school hebben, zodat we die elk moment kunnen gebruiken. Het hoeven geen flitsende gympakjes/-schoenen te zijn. Gewoon een korte broek + Tshirt is prima en wat de schoenen betreft graag met handige sluiting, bijv. klittenband of elastiek, zodat de kinderen ze zelf aan en uit kunnen doen. Deze gymspullen bewaren we in een tas aan de kapstok. Het spreekt vanzelf dat de spulletjes herkenbaar moeten zijn, dus graag voorzien van de naam. Mocht u de gymspullen op een bepaalde dag mee naar huis willen nemen voor bijv. een wasbeurt of gymles, dan kan dat natuurlijk altijd.
Groep 3-8 Voor de gymlessen maken we gebruik van de sporthal in Gramsbergen. We gaan hierheen met de bus. Kinderen uit deze groepen dienen op woensdagmorgen een tas met een gymbroek, shirt of gympakje, gymschoenen zonder zwarte zolen en een paar extra sokken mee te nemen (groep5 t/m8 ook een handdoek). Wilt u ervoor zorgen dat de gymschoenen die ze in de gymles aandoen, niet overdag gebruikt worden tijdens het spelen. Noteer eventueel de naam in gymschoenen en kleding. Voor de veiligheid van uw eigen kind tijdens de gymlessen vragen we u vriendelijk, doch dringend om sieraden als kettinkjes, ringen en armbanden thuis af te doen. We krijgen ze soms moeilijk af en de sieraden raken kwijt. Sommige sieraden zijn zelfs gevaarlijk om te dragen tijdens de gymles.
50
Gymtijden We gymmen op de woensdagmorgen in de sporthal. Daarnaast hebben we nog een buiten-gymmoment op: Groep 3 / 4 : maandagmiddag. Groep 5 / 6 : donderdagmiddag. Groep 7/ 8 : vrijdagmiddag. 8.4
Schoolzwemmen in groep 3 t/m 8.
We moeten de naam schoolzwemmen eigenlijk vervangen door de naam “natte gymnastiek”. Het doel van schoolzwemmen was in het verleden “diploma zwemmen”. Aangezien het de bedoeling van de gemeente is om, in het kader van de gemeentelijke harmonisatie, de inhoud van dit onderwijs te verbreden, heeft men voor deze wijziging gekozen. Zo krijgt elk kind ongeveer 10 natte gymlessen per jaar en komt in de hele schoolloopbaan 40 keer in het zwembad. In de weken dat er gezwommen wordt, vervalt één van de twee gymlessen voor de groep of wordt er gecombineerd gebruik gemaakt van de sporthal en het zwembad. Dit heeft natuurlijk alles met de temperatuur te maken. Naast het leren zwemmen wordt ook aandacht besteed aan sport en spel te water en zwemmend redden. De “zwemlessen” worden door de gemeente betaald. 8.5
Computer
In het lesrooster is structureel het werken met de computer opgenomen. Wij hanteren hierbij de volgende regels: Log altijd in met je eigen gebruikersnaam (groep 5 t/m 8) of met het “leerling-account” (overige groepen). Je zit rechtop achter de computer. Bezoek alleen sites die op school mogen; seks, geweld en wrede “humor” zijn verboden Houd je aan de computeropdracht die je kreeg Als je praat of schrijft op de computer met iemand anders, gebruik je nette woorden en maak je niemand bang Als je zelf wordt bang gemaakt met chat of e-mail zeg je dit tegen de meester of juf Geef nooit je adres of telefoonnummer of foto’s of wachtwoorden aan anderen op internet; je weet nooit wat een ander er mee doet. E-mailen doe je op school alleen via je eigen schoolaccount . Buiten school is er geen mail-verkeer tussen de leerling en de leerkracht. Na afloop zet je het toetsenbord weer recht, de muis op de computerkast, het scherm uit (goed kijken of de groene lamp van de computerkast uit is en zet je de kruk of stoel onder de tafel. 8.6
Werken in de klas
Kinderen hebben geen eigen placemat op hun tafel. Eigen pennenbakjes en grote etuis mogen niet mee naar school. Kinderen stoppen hun schoolspullen (blauwe balpen, schaar, groene nakijkpen, gum, blokje, potlood, kleurpotloden e.d.) in het rode pennenbakje van school. Aan het einde van de schooldag worden de rode pennenbakjes in het vak gestopt. Kinderen kijken na met hun groene nakijkpen. De leerkracht gebruikt een rode nakijkpen. Kinderen mogen een eigen etui (niet zo'n grote uitklapbare, maar eentje met één rits) meenemen met bijv. stiften voor de vrije momenten.
51
8.7
Huiswerk
Vanaf groep 4 wordt een begin gemaakt met het geven van huiswerk. Ook kan het voorkomen dat uw kind (in overleg met u als ouder) extra oefenstof mee krijgt. Uiteraard is het van groot belang dat u toeziet op het maken en leren hiervan. In groep 7/8 wordt een agenda gebruikt om het huiswerk te noteren. Heeft u vragen over het huiswerk, neemt u dan gerust contact op met de groepsleerkracht. 8.8
Werk afmaken
Hoewel er getracht wordt het werk binnen de daarvoor gestelde tijd op school af te maken, kan het voorkomen dat de leerkracht van mening is dat werk buiten schooltijd afgemaakt moet worden omdat dit naar redelijkheid verwacht had kunnen worden. Wanneer hier meer dan een kwartier voor nodig is, zal de leerkracht de ouders hiervan op de hoogte stellen. Het werk wordt in principe niet mee naar huis gegeven om daar af te maken. In individuele gevallen kan hier in overleg van worden afgeweken. 8.9
Verkeerssituatie voor school
Met het oog op de veiligheid van onze kinderen is het niet toegestaan, auto’s voor school te zetten aan de hegkant om kinderen in en uit te laten stappen. Andere verkeersdeelnemers op de weg kunnen de kinderen tussen de auto’s nl. niet of niet op tijd zien. Kinderen die met de fiets oversteken moeten dit daarom ook alleen maar doen op de plek waar de verkeersbrigadier (leerkracht) staat. Nauw hiermee verbonden is de afspraak dat op het plein met de fiets in de hand wordt gelopen (niet gefietst of gestept). Wij hebben hierin als betrokkenen van de school samen een gedeelde verantwoordelijkheid waar wij elkaar ook op de juiste wijze mogen aanspreken. 8.10
Kleding
We kleden ons zodanig dat dit geen aanstoot geeft aan anderen of anderen ongewild uitdaagt. Dit geldt voor zowel leerlingen als leerkrachten. (geen topjes, ‘blote buiken’, te korte rokken, opzichtige piercings, ‘zware make-up’, sportkleding, versleten laaghangende spijkerbroeken, petjes – deze worden bij binnenkomst af gezet en bij/ in/ op de kapstok/ tas neer gelegd) 8.11
Ouderbijdrage
Als uw kind bij ons op school komt gaan wij er van uit dat u als ouders een bijdrage betaalt. Deze ouderbijdrage heeft tot doel een aantal voorzieningen te bekostigen die de overheid niet vergoedt. Voorzieningen die het mogelijk maken uw kind(eren) met nog meer plezier naar school te laten gaan. Wij noemen hier met name: Sinterklaasfeest, kerstviering, paasviering, schoolreizen, e.d. We willen u erop wijzen dat de ouderbijdrage niet verplicht kan worden gesteld. Deze is vrijwillig, maar we gaan er wel van uit dat alle ouders/verzorgers de ouderbijdrage zullen betalen. De hoogte van deze bijdrage verschilt per school. Dat komt o.a. omdat sommige scholen bijvoorbeeld opbrengsten van oud-papier in de ouderbijdragenpot doen en daardoor de kosten voor schoolreizen, sinterklaas- en kerstvieringen verlagen.
52
De hoogte van de ouderbijdrage wordt elk jaar opnieuw vastgesteld. Op dit moment bedraagt deze € 47,50 Voor kinderen die tijdens het schooljaar op school komen wordt het schooljaar in 10 maanden verdeeld en betaalt men 1/10 deel per maand. U kunt de ouderbijdrage overmaken op het Rabo-bankrekeningnummer van de school, nr. 3227.16.764 t.n.v. “Stichting vrienden van school De Spreng-El”, onder vermelding van de roepnaam van uw kind(eren). Jaarlijks ligt er een overzicht van de inkomsten en uitgaven van het schoolfonds ter inzage bij de penningmeester van het schoolfonds. 8.12
Oud papier
Op maandag wordt de container bij school gebracht en woensdagmorgen daarna wordt hij weer opgehaald. Brengt u het papier zelf naar school? Gelieve het papier niet naast de container te plaatsen. De deuren van de container staan op maandagmorgen open tot 12.00. Daarna kunt u het papier via het trapje in de container doen. Voor de data verwijzen we naar de jaarkalender. 8.13 Pleinwacht Natuurlijk valt het toezicht op uw kind onder onze verantwoordelijkheid. Daarom is er 10 minuten voor de bel gaat en in de pauze een leerkracht op het plein aanwezig om toezicht te houden. Wilt u uw kind a.u.b. niet te vroeg naar school laten gaan. Tien minuten voor tijd op het plein is echt vroeg genoeg. Wilt u hier samen met uw kind op letten?
8.14 Projecten en excursies
Jaarlijks worden er één of meerdere projecten in de klas gedaan. Denk aan culturele activiteiten, sport, thema’s enz.. Tweejaarlijks wordt er een gezamenlijk project door de hele school gehouden. Thema’s zoals pestgedrag komen regelmatig aan de orde. Voorbeelden van klas-projecten zijn het Halt-project (vuurwerkvoorlichting), schrijvers in de klas, boomplantdag, kinderboekenweek, enz. In de kleuterbouw wordt zeer regelmatig met thema’s gewerkt . Gekoppeld aan een thema kan er gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid om op excursie te gaan. 8.15
Schoolfotograaf
De schoolfotograaf komt elke twee jaarHij is in 2013 geweest, dus in het schooljaar 2014 -2015 zal hij weer komen. 8.16
IJspret / “Elfstedentocht” op de ijsbaan
Natuurlijk als er voldoende ijs ligt brengen wij een bezoek aan de (kunst)ijsbaan.
53
8.17
Kleuterfeest groep 1 / 2
Rond een bepaald thema samen leuke dingen doen in en rond de bijna lege school . Joepie, want de groepen 5 t/m 8 hebben dan sportdag. Groep 3/4 is die dag vrij. 8.18
Sportactiviteiten
Voetbal-, korfbal- , volleybal-, schaak/dam- toernooi, loopevenementen etc. 8.19
Sportdag
Bij slecht weer stellen we de sportdag eventueel uit. De schooltijden zijn die dag aangepast aan het programma. Groep 3 en 4 hebben hun eigen spel/sportdag in de sporthal in Gramsbergen.
8.20
Verjaardagen kinderen
Als uw kind jarig is, mag hij of zij uiteraard trakteren. We beperken dit tot een traktatie in de eigen klas. We zouden het zeer op prijs stellen als uw kind op een gezonde manier trakteert. Voor het personeel hoeft u geen andere traktatie mee te geven. Alle kinderen krijgen van school een prachtige verjaardagskaart . 8.21
Verjaardagen van meester of juf
De kinderen mogen die dag evt. verkleed op school komen of doen een andere gezellige activiteit, bijv. een morgen naar het bos o.i.d. Op deze dag hoeven de kinderen geen fruit en drinken mee te nemen. Voor de kinderen blijft het leuk om iets voor de leerkracht te doen. Nooit kostbare cadeaus meebrengen. Een tekening of een plakwerkje is net zo leuk. Om voor de jarige leerkracht een cadeau te kopen wordt geld ingezameld. Hiervan krijgen de leerlingen t.z.t. bericht mee. 8.22
Verjaardag van familieleden
Alleen voor jarigen in het gezin en oma of opa mogen de kinderen een kleurplaat maken. Wilt u hiervoor aan uw kind een briefje meegeven, ongeveer een week van tevoren? Voor de kleuters kunt u de data op de verjaardagskalender op het prikbord in de gang zetten. 8.23
Verlof leerkracht
Enkele leerkrachten hebben ADV of BAPO. 8.24
Verlof leerling
De leerplichtige leeftijd is vijf jaar. Tot uw kind 6 jaar wordt, mag u uw kind vijf uren per week thuis houden. Dat is natuurlijk niet wenselijk, maar als u het echt noodzakelijk vindt, kan het. Als u uw kind meer uren per week thuis wilt houden, dan heeft u de toestemming van de directeur nodig. Dat kan ook maximaal voor vijf uren. Totaal komt dat dus neer op maximaal tien uren per week. U moet dat wel melden en ook bespreken met de school. In voorkomende gevallen zult u dus verlof moeten aanvragen. Dit zijn de richtlijnen die we bij het aanvragen van verlof hanteren:
54
8.25
Bezoek huisarts, ziekenhuis, therapie of tandarts.
Verlof Bezoek aan huisarts, ziekenhuis, therapie of tandarts. Zo'n bezoek hoeft u slechts mede te delen aan de betrokken leerkracht. We vragen u wel om dergelijke afspraken zoveel mogelijk na schooltijd te maken. Indien de afspraak onder schooltijd valt, dan bent u verplicht om uw kind (van groep 1 t/m 8) op school te komen ophalen. Zonder uw toestemming sturen we geen kinderen alleen naar huis. Aangezien het “vrij vragen” (verlofaanvraag) af en toe een ingewikkeld onderwerp is, wordt een en ander hieronder nog even toegelicht.
8.26
Verlof voor huwelijken, jubilea, begrafenissen en dergelijke.
U kunt voor een verlofaanvraag een speciaal formulier vragen aan de directeur bij wie u dit ingevuld weer kunt terug geven met een kopie van de evt. uitnodiging. Indien de directeur voor verlof op basis van onderstaande regelgeving geen verlof kan verlenen, zal hij u dit meedelen. U kunt het formulier dan zelf opsturen naar de leerplichtambtenaar van de gemeente Hardenberg. Deze zal het verzoek vervolgens beoordelen.
8.27
Verlof voor vakantie.
Hiervoor wordt slechts in uitzonderingsgevallen toestemming gegeven. Een verzoek hiervoor dient schriftelijk, liefst met een mondelinge toelichting, ingediend te worden bij de directie, minstens zes weken voor aanvang van het gevraagde verlof. De directie is op dit punt gebonden aan bepaalde afspraken met de leerplichtambtenaar van de gemeente aan wie hij tevens verantwoording verschuldigd is. Uiteraard dient iedereen zich te houden aan de vastgestelde schoolvakanties. Dat geldt ook voor wintersportvakanties e.d. Een paar uur eerder vrijgeven in dit verband kan daarom door de directie niet worden goedgekeurd. In heel bijzondere gevallen mag de directeur van de school een leerling vrijgeven om met zijn ouders op vakantie te gaan. Dat mag hooguit één keer per jaar voor een periode van ten hoogste tien dagen (Twee keer vijf dagen mag bijvoorbeeld niet). Dat geldt alleen voor ouders die door hun beroep niet in de schoolvakanties vakantie kunnen nemen. De directeur mag geen toestemming verlenen als het gaat om een (aantal) dag(en) vallend in de eerste twee weken na de zomervakantie. Indien u bezwaar hebt tegen het besluit van de directie (die bij onwettige toekenning wettelijk vervolgd kan worden) dan wel de leerplichtambtenaar, kunt u binnen 30 dagen in beroep gaan bij de Raad van State. In geval van twijfel kunt de directie uiteraard altijd vragen om toelichting.
55
8.28
Vervoer van kinderen
Vanaf 1 maart 2006 moeten kinderen kleiner dan 1,35 meter in een goedgekeurd kinderzitje vervoerd worden. Volwassenen en kinderen groter dan 1,35 meter moeten de autogordel om en mogen zonodig ook een kinderzitje (zittingverhoger) gebruiken. Om de regels in de praktijk hanteerbaar te maken, zijn er uitzonderingen opgenomen. Zo is bijvoorbeeld in de bus en de taxi een kinderzitje niet verplicht.
8.29
Verzekering leerlingen
De school is verzekerd tegen WA (Wettelijke Aansprakelijkheid) van het personeel. Tot het personeel worden t.a.v. WA ook anderen (bijv. ouders) gerekend die de leerkrachten assisteren. Dit betekent alleen dat wanneer de leerkrachten en assistenten inderdaad wettelijk aansprakelijk zijn, onze verzekering uitbetaalt bij "schade" aan de kinderen. Naast deze WA-verzekering heeft de school een collectieve school-ongevallenverzekering voor de kinderen afgesloten, overigens met beperkte dekking. Deze verzekering geldt alleen tijdens de schooluren. Ook bij uitstapjes of sporttoernooien die door school georganiseerd worden, zijn deelnemers en begeleiders verzekerd. 8.30
Sinterklaasfeest
De groepen 1 t/m 4 krijgen een cadeautje van Sinterklaas, dat bekostigd wordt uit de ouderbijdrage. De groepen 5 t/m 8 "trekken lootjes" en maken een surprise met gedichtje voor een medeleerling. De kinderen mogen als Sint/Piet verkleed op school komen 8.31
Kerstfeest
Alle groepen vieren het kerstfeest ’s avonds in school. Vaders en moeders zijn na afloop van harte welkom om gemeenschappelijk af te sluiten. Meestal begint de avond om 19.00 uur. De viering duurt ongeveer een uur.
8.32
Paasviering
Het paasfeest wordt op school in de klas gevierd en er is een gezamenlijke lunch in de klas, op de donderdag vóór Pasen.
8.33
Vlekken verwijderen
In de school wordt met veel verschillende materialen gewerkt. Een ongeluk zit dan ook al gauw in een klein hoekje. Voor je het weet, zit er een vlek in een kledingstuk. In de onderbouwgroepen proberen we dit d.m.v. een verfschort zoveel mogelijk te voorkomen, maar ook daar gaat het wel eens mis.
56
Voor die momenten kunt u gebruik maken van de volgende vlekkenlijst.
Vulpeninkt Balpeninkt Bloed Ecoline Klei Kleurkrijt en pastel
Lijm
Plakkaatverf Stijfselvlekken Viltstift op waterbasis Viltstift op acetonbasis Waskrijt (vetkrijt)
Zo snel mogelijk reinigen met melk en nabehandelen met water en zeep. Zo snel mogelijk reinigen met spiritus en nabehandelen met water en zeep. Direct uitspoelen in water (koud tot lauw). Zo snel mogelijk reinigen met karnemelk en nabehandelen met water en zeep. Goed laten drogen en daarna uitborstelen. Zoveel mogelijk droog borstelen en daarna de resten uitwassen. Niet meteen in het water stoppen, want dan kan de kleur zich in de stof vastzetten. Schoonmaken met aceton (maar niet bij acetaatzijde, want dat lost op bij gebruik van aceton). Niet eerst wassen. Op school hebben we ook een oplosmiddel dat hiervoor gebruikt kan worden. Vlek laten drogen en daarna uitborstelen. Nooit met heet water, wel met koud water. Nog beter is het de vlek te laten drogen en deze daarna zoveel mogelijk uit te borstelen. Spoelen in koud of lauw water. Verwijderen met aceton (denk aan het gevaar van aantasting van bepaalde kledingstukken). Deppen met tetra (buiten.).
N.B. “Kleurvlekken” kan men het best met een handwasmiddel wassen omdat er in de machinewasmiddelen een kleurbevestiger zit. 8.34
Kinderboekenweek
Tijdens de kinderboekenweek worden er verschillende activiteiten rond een thema behandeld op leesgebied. 8.35
Dierendag
Het ene jaar brengen we een boerderijbezoek. Het andere jaar besteden we hier op school in de klas aandacht aan. 8.36
Kamp (groep 7/8)
Groep 7/8 gaat elke twee jaar op kamp. De bestemming is meestal Schiermonnikoog.
8.37
Kindermusical
Elk jaar zingen en spelen we de vonken er vanaf. Er wordt een musical opgevoerd door groep 7 en 8. Ook andere kinderen kunnen dan een rol/functie hebben bij dit schouwspel. Voor de juiste datum verwijzen wij u naar de jaarkalender in deze gids. 8.38
Schoolreizen
Jaarlijks gaat groep 2 t/m 6 op schoolreis. Groep 7 en 8 elke twee jaar. Voor de juiste data verwijzen wij u naar de jaarkalender in deze gids. 57
8.39
Bonte middag.
De laatste donderdagmiddag voor de zomervakantie nemen de kinderen van groep 1 t/m 7 afscheid van groep 8 d.m.v. een eigengemaakt gevarieerd programma, het is een feestelijke middag vooral voor groep 8. 8.40
Schoolontbijt
Samen ontbijten om het jaar in de klas onder het genot van een heerlijk Slatman-ontbijt .
8.41
Wisselmorgen/wisselmiddag
Op de laatste vrijdagmorgen gaan de kinderen van groep 2 t/m 7 na de pauze een kijkje nemen in de nieuwe klas. Zodoende hebben alle leerlingen vóór de zomervakantie een beeld van hun komende situatie en dat is belangrijk voor hen. De kinderen van groep 2 gaan ook nog een keer een les volgen in groep 3 en groep 8 gaat een keer kennismaken met het V.O. 8.42
Ziekte leerkracht
Het ziekteverzuim van enkele dagen tot enkele weken is op onze school gelukkig erg laag. Bij ziekte van de meester of juf komt er in principe een invalkracht. Wanneer er geen interne oplossing gevonden kan worden, wordt iemand uit de invalpool van Chrono gevraagd. Er worden zo mogelijk geen kinderen naar huis gestuurd bij ziekte van één van de leerkrachten. Op bestuurlijk niveau is er een regeling voor al onze scholen afgesproken (zie schoolgids).
8.43
Ziekte leerling
Als uw kind om welke reden dan ook niet (of niet op tijd) op school kan zijn, verzoeken wij u, de leerkracht van de betreffende groep op de hoogte te stellen. Bij afwezigheid zonder bericht maken wij ons zorgen en nemen dan contact met u op. U begrijpt dat dit lastig is omdat de leerkracht de klas dan moet verlaten. Uw kind kan natuurlijk ook tijdens de schooluren ziek worden of gewond raken. Als een kind op school ziek wordt, proberen we de ouders of verzorgers van het kind te bereiken. Dit gebeurt meestal telefonisch. We vragen u dan het kind op school te komen ophalen. We sturen kinderen niet zelf naar huis. Als we geen gehoor krijgen, ook niet op uw telefoonnummer (2e nummer bij geen gehoor) blijft het kind dus op school. Als het zodanig ziek is, dat verzorging onmiddellijk nodig blijkt, dan schakelen we medische hulp in. Als uw kind meteen naar de dokter of naar het ziekenhuis moet, proberen we uiteraard eerst u als ouders te bellen, zodat u met uw kind naar arts of ziekenhuis kunt gaan. Dat is prettiger voor uw kind en de leerkracht kan dan bij de groep blijven. Als we u niet kunnen bereiken en ook niemand op uw 2e telefoonnummer, gaan we zelf als begeleiding mee. We hopen dat u dan later het kind kunt overnemen.
58
Wilt u in verband hiermee jaarlijks even controleren of het door u opgegeven 2e telefoonnummer nog wel juist is? 8.44
zendingsgeld
De benaming "zendingsgeld" stamt uit oude tijden. De besteding ervan is niet wat de benaming u doet vermoeden. Noem het “goede doelen-geld” of “samen delen-geld” . Elke maandagmorgen mogen de kinderen zendingsgeld meebrengen naar school. Deze gelden worden besteed voor: 1. Een vooraf bepaald project. (Kunnen er meerdere per jaar zijn). 2. Actuele nood in de wereld. Via het Sprengeltje vindt verantwoording plaats. 8.45
“Wel en wee” in de familie.
Er kunnen in de familiekring situaties voorkomen die veel invloed kunnen hebben op een kind. We denken o.a. aan ziekte– en sterfgevallen en geboortes. Indien mogelijk willen we daarvan graag op de hoogte worden gehouden.
8.46
Het Sprengeltje
In principe ontvangt u elke twee weken het digitale Sprengeltje. Hierin zijn de data van de komende activiteiten opgenomen. Voorts vindt u er een toelichting op bepaalde activiteiten in of een kort verslagje ervan. We proberen alle informatie in dit stencil te verwerken, zodat u verder zo weinig mogelijk aparte brieven krijgt. Zorgt u ervoor dat het op school bekende e-mail adres actueel blijft. De school ziet alleen af van informatieverstrekking aan een ouder die niet het ouderlijk gezag heeft, indien daaraan een gerechtelijke uitspraak ten grondslag ligt, waarin een contactverbod of een beperking van de informatieplicht is opgenomen,.
8.47
Rapportage aan de ouders.
Op verschillende manieren kunt u zich op de hoogte stellen van de vorderingen van uw kind. Twee keer per jaar krijgen de leerlingen een rapport mee. Hieraan voorafgaand wordt u in de gelegenheid gesteld om daarover met de leerkracht te spreken. U krijgt daarvoor een uitnodiging. Uiteraard kunt u ook tussendoor een afspraak met de leerkracht maken om te informeren naar de ontwikkelingen van uw kind. Elke leerling heeft een dossier waarin alle relevante individuele gegevens zijn vermeld van de hele basisschoolperiode. Dit dossier is vertrouwelijk. Uw kind krijgt tweemaal per jaar een rapport in groep 1 t/m 8. 8.48
Huisbezoek.
De gezinnen van de nieuwe kleuters worden na een korte gewenningsperiode bezocht door de kleuterjuf. Ook in groep 8 vindt er een huisbezoek plaats om de schoolkeuze door te spreken. Huisbezoek doen we verder alleen op aanvraag van de ouders en/of indien de leerkracht dit nodig acht. 59
8.49
Afspraken.
Het personeel van de school is graag bereid om buiten de vaste avonden met u te praten over uw kind. Als u daar behoefte aan heeft, kunt u altijd een afspraak maken.
60