Scholingsbeleid in de CAO voor het voortgezet onderwijs
December 2006 7.0078
Inhoud
Inleiding
Inzet scholingsbudget
Integraal Personeelsbeleid
Scholingsplan Vergoeding
Meer informatie
Inleiding Jaarlijks wordt een scholingsbudget vastgesteld door de werkgever. Hierbij heeft de pmr uitdrukkelijk geen instemmingsrecht: de CAO-VO vermeldt na overleg.
Het ministerie van OC&W stelt gelden beschikbaar voor een scholingsbudget. Het scholingsbudget moet niet verward worden met het begrip schoolbudget. Het ministerie stelt extra budget beschikbaar onder de naam schoolbudget. Het schoolbudget is een vrij besteedbaar budget dat wordt uitgekeerd in de vorm van geld. Scholen beschikken daarmee structureel over financiële ruimte om zelfstandig een afweging te maken. Het ministerie verwacht wel dat gelden uit dit budget onder meer besteed worden aan: -
kosten voor nascholing en deskundigheidsbevordering
-
integraal personeelsbeleid.
-
Naast het reguliere budget voor scholing, is er in 2006 een convenant Professionalisering afgesloten tussen het Ministerie van OC&W en werkgevers en vakorganisaties in het PO en VO. Dat betekent dat alle scholen extra geld krijgen voor verdere scholing van hun personeel.
Inzet scholingsbudget Bij de inzet van middelen moet gekeken worden naar de uitvoering van het strategisch beleidsplan en naar het werkgelegenheidsbeleid van de organisatie/ werkgever. Een school/werkgever waar de werkgelegenheid behoorlijk onder druk staat, ziet zich (mogelijk) genoodzaakt het overgrote deel van het scholingsbudget in te zetten voor het werkgelegenheidsperspectief van de werknemers. Tegelijkertijd zal in een krimpsituatie een school juist ook extra willen inzetten op algemene scholing. Het is nog geen uitgemaakte zaak of organisatiebelang - en daarmee het algemene werkgelegenheidsbelang - prevaleert boven behoud van individuele werkgelegenheidsbelangen binnen of buiten de jurisdictie van de werkgever. De inzet van de middelen uit het budget voor de algemene scholing wordt gegeven in het scholingsplan.
Personeelsbeleid Een aantal jaren geleden zijn meerjarige afspraken gemaakt over een impuls voor integraal personeelsbeleid en verbetering loopbaanperspectief in het onderwijs.
Hierin zijn afspraken gemaakt over een zorgvuldige implementatie van Integraal Personeelsbeleid (IPB). Het doel van deze regeling is dat de aanvullende middelen worden besteed aan de introductie van IPB. In het eerste jaar (2000) is het aanvullend budget met name bedoeld voor scholing van het management van de scholen. In de volgende jaren kunnen de middelen - die in oplopende reeks worden overgemaakt - worden gebruikt voor de verdere inbedding van het personeelsbeleid in de school.
Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs, scholen en afdelingen voor speciaal voortgezet onderwijs en scholen voor praktijkonderwijs waarop het declaratiestelsel van toepassing is ontvangen ten behoeve van invoering van IPB een extra nascholingsbedrag Het personeelsdeel van de medezeggenschap heeft instemmingsrecht over de besteding van deze middelen en dient hierover afspraken te maken met het bevoegd gezag.
Scholingsplan De werkgever stelt een scholingsplan vast in overleg met de pmr. Idealiter is het scholingsplan een afgeleide van een strategisch beleidsplan. In dit strategische beleidsplan komen onder andere aan de orde hoe de school invulling wil geven aan onderwijsontwikkelingen als het studiehuis en de leerwegen vmbo. Bij de introductie van nieuwe vakken vindt om- en nascholing plaats. Ook de strategische keuzes waarmee de organisatie zich wapent voor de ontwikkelingen die op de school afkomen komen aan de orde, variërend van de veranderingen in de leerlingenpopulatie, de verwachtingen die men aan het onderwijs stelt tot een nieuwe CAO. Jaarlijks wordt dit scholingsplan geactualiseerd en geconcretiseerd. Met concretisering wordt bedoeld dat aangegeven wordt welke specifieke vormen van scholing voor het komende jaar op het programma staan, welke doelen daarmee gediend worden en welke (groepen van) werknemers erbij betrokken zullen worden. Het is van belang dat er een controleerbaar scholingsplan opgesteld wordt. De pmr is in deze zin mede verantwoordelijk voor de uitvoering. Een scholingsplan met bijvoorbeeld te algemene doelstellingen, een onduidelijk tijdpad en vage criteria, zal ertoe leiden dat collega’s zelf gaan onderhandelen over voorwaarden en wenselijkheid van scholing. Dit kan tot ongelijkheid en willekeur leiden. Bovendien is op termijn ook het belang van de school er niet mee gediend. Een goede invulling van scholing is belangrijk voor de instandhouding en het tot stand brengen van een vitale schoolorganisatie. Daarnaast is per 1 augustus 2006 de Wet BIO in werking getreden met de bekwaamheidseisen. Elke school dient een bekwaamheidsdossier te hebben over elke leraar en de werkgever is verantwoordelijk voor het onderhouden van dat dossier. Dat wil zeggen dat de werkgever verantwoordelijk is voor het
laten volgen van scholing die noodzakelijk is om te voldoen aan de bekwaamheidseisen, c.q. aan de onderhoudsplicht te voldoen. De AOb vindt ook dat werknemers in zichzelf moeten investeren door scholing te volgen: niet alleen om te voldoen aan wettelijke eisen of om werkloosheid te voorkomen, maar ook om met plezier aan het werk te blijven.
Vergoeding De vergoeding van de kosten die aan scholing zijn verbonden, is in omvang afhankelijk van de vraag in wiens belang de scholing plaatsvindt. Volledige tegemoetkoming vindt plaats als de scholing wordt opgedragen door de werkgever. Gedeeltelijke tegemoetkoming vindt plaats als de scholing mede in het belang van de instelling is. Dit vergt een heldere procedure en criteria om te bepalen of en in welke mate scholing in het belang van de school en/of het individu is.
De CAO-vo geeft in principe recht op bezoldigd studieverlof als scholing wordt opgedragen (onder andere als de functie van de werknemer in het risicodragend deel van de formatie is geplaatst), tenzij het belang van de instelling zich daartegen verzet. Het werkgevers- en organisatiebelang om de voortgang van het onderwijs zoveel mogelijk te waarborgen en het werknemersbelang om binnen werktijd scholing te kunnen volgen, staan met elkaar op gespannen voet. Het volgen van scholing binnen de werktijd betekent veelal (gedeeltelijke) lesuitval. Bij het bepalen van scholingsplannen - in het overleg tussen schoolleiding en pmr - moet daarom expliciet aandacht worden besteed aan dit dilemma. Als buiten de reguliere school- of werktijden scholing wordt gevolgd, moet dit verdisconteerd worden in de individuele taakbelasting. Met wat creativiteit kan veel geregeld worden, zodat tijdens de verbouwing de verkoop gewoon door kan gaan. Zeker met het oog op de actuele aanscherping van de controle op de onderwijstijd door de Onderwijsinspectie, is dit van groot belang.
Meer informatie Heeft u een vraag over uw rechtspositie? Bent u lid van de MR en wilt u een advies over iets dat op uw school speelt? Wilt u weten welke cursussen u kunt volgen bij de AOb? Heeft u een algemene vraag of wilt u informatie ontvangen over het AOb lidmaatschap? Een brochure opvragen? Met al uw vragen en verzoeken kunt u terecht bij het Informatie en Advies Centrum van de Algemene Onderwijsbond. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag bereikbaar van 8.30 tot 17.00 uur op 0900 - 463 62 62 ofwel 0900 - Info AOb (5 eurocent per minuut) en 24 uur per dag via
[email protected] . U kunt ook faxen naar 030 - 2989862.
Meer informatie vindt u ook op www.aob.nl.