Advieswijzer voor plaatsing in het voortgezet onderwijs 2015-2016 Inleiding Deze advieswijzer is opgesteld door de werkgroep POVO en kan door basisscholen gebruikt worden als hulpmiddel om het advies VO voor een leerling te bepalen. Het is ook niet meer dan dat - een hulpmiddel - het uiteindelijke advies wordt door het PO bepaald. Een eventueel ingevulde Advieswijzer wordt niet overgedragen naar het VO. Uitgangspunt daarbij is dat de advisering door de basisschool naar het vervolgonderwijs gebaseerd wordt op de meerjarige ontwikkeling van de leerling, zoals die zichtbaar wordt in het leerlingvolgsysteem van de basisschool. Bij de totstandkoming van de advisering betrekt de basisschool het beeld van de leerling op de domeinen 1) schoolvorderingen (en eventueel IQ), 2) schoolfunctioneren. Daarnaast betrekt de basisschool de uitslag van de verplichte centrale eindtoets als 2e objectief toetsgegeven. Deze advieswijzer bevat: 1) Informatie over de eisen aan leerlingen in het VO als het gaat om schoolvorderingen - met daarin informatie over wanneer IQ-gegeven nodig is. 2) Informatie over de uitslag van de eindtoets. 3) Informatie over de eisen aan leerlingen in het VO als het gaat om schoolfunctioneren. 4) Een invulschema dat alle drie domeinen combineert en zo snel een compleet beeld van een leerling genereert, dat het PO kan gebruiken bij het opstellen van het advies. 1) Schoolvorderingen Bij de Advieswijzer staan de gegevens uit het leerlingvolgsysteem vanaf groep 6 centraal. Er wordt gekeken naar de ontwikkeling van de leerling bij: Begrijpend lezen; Rekenen en wiskunde; Technisch lezen; Spelling. De eerste twee onderdelen tellen hierbij het zwaarst. De eisen per onderwijsniveau op het gebied van leerlingvorderingen VWO De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op I/A-niveau.
1
Advieswijzer POVO-overstap 2015-2016 Vastgesteld 3 december 2015 Versie definitief
HAVO De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op II/A en B-niveau. VMBO-TL/MAVO De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op III/C-niveau en heeft daarnaast ook B-scores. VMBO-KB De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op lV-niveau/hoog D- en lager C-niveau. VMBO-BB De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald met overwegend V/E-scores en voor technisch lezen lV-scores/E- en D-scores. PM 1 Aangezien de gemengde leerweg in het vmbo klas 3 begint, is dit onderwijsniveau weggelaten bij de advisering vanuit groep 8. Qua niveau is de gemengde leerweg gelijk aan VMBO-TL. PM 2: Voor de leerlingen in het VMBO is het per schooljaar 2016-2017 niet meer nodig om apart een Lwoo-beschikking aan te vragen voor een leerling in het VMBO. De VO-school kan voor leerlingen die dat nodig hebben, voortaan zelf lichte ondersteuning inzetten. De VO-school heeft nog wel aanvullende informatie nodig om de lichte ondersteuningsbehoefte goed in te kunnen schatten. Deze wordt aangegeven middels het invullen van het specifiek deel van het warme overdrachtsformulier. Indien u twijfelt of er lichte ondersteuning nodig zal zijn voor een leerling, bespreek dat dan met de VO-school of met een consulent passend onderwijs van het samenwerkingsverband VO Noord-Kennemerland. Praktijkonderwijs De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op V/E-niveau. Daarbij gelden de volgende twee aanvullende criteria om in aanmerking te komen voor praktijkonderwijs: 1. Middels onderzoek is vastgesteld, dat het IQ lager is dan 76. Het IQ dient getoetst te worden met een instrument uit COTAN-lijst, bijvoorbeeld NDT. Het IQ-bereik 75 – 80 vormt het grensgebied tussen VMBO met lichte ondersteuning (het voormalige Lwoo) of praktijkonderwijs. Met name de leervorderingen en de persoonlijkheidsfactoren zijn dan doorslaggevend bij de definitieve keuze voor een advies. 2. Op twee van de vier domeinen (technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en inzichtelijk rekenen) is sprake van een leerachterstand van meer dan 50%, waaronder in elk geval begrijpend lezen en/of inzichtelijk rekenen. 2) Interpretatie uitslag eindtoetsen Met de invoering van het toetsbesluit PO is het schooladvies leidend geworden voor plaatsing in het VO. Dit schooladvies brengt het bevoegd gezag vóór 1 maart aan ouders uit. Naast dit schooladvies komt er, door de invoering van de verplichte eindtoets PO, voor alle leerlingen in Nederland1 een zogenoemd ‘objectief tweede gegeven’ bij, in de vorm van een resultaat op de Centrale Eindtoets of op een andere eindtoets PO. Deze eindtoets wordt ieder schooljaar na 1 maart afgenomen (tussen half april en half mei). Bij een hogere score op de eindtoets dan het oorspronkelijke basisschooladvies, is de school verplicht te heroverwegen. De school is niet verplicht het advies bij te stellen. De uitslagen van de eindtoets kunnen met onderstaande tabellen worden geïnterpreteerd. 1
De volgende leerlingen mogen wel, maar hoeven niet verplicht mee te doen aan de eindtoets: Zeer moeilijk lerende leerlingen, meervoudig gehandicapte leerlingen voor wie het zeer moeilijk lerend zijn een van de handicaps is, leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen.
2
Advieswijzer POVO-overstap 2015-2016 Vastgesteld 3 december 2015 Versie definitief
Bron: Regeling van het College voor Toetsen en Examens van 15 juni 2015, nummer CvTE-15.01451, houdende wijziging van de Regeling beoordelingsnormen en de daarbij behorende scores centrale eindtoets PO. Zie steeds voor de meest actuele informatie: www.centraleeindtoetspo.nl www.nieuweregelgevingovergangpo-vo.nl In onderstaande tabel kunt u zien welk schooltype bij welke standaardscore van de centrale eindtoets van CITO hoort:
In onderstaande tabel kunt u zien welk schooltype bij welke standaardscore van de IEP eindtoets van Bureau ICE hoort: vmbo-b en vmbo k/b
50 – 61
vmbo-k en vmbo-k/t
62 – 70
vmbo-t
71 – 76
vmbo-t/havo
77 – 81
havo
82 – 86
havo-vwo
87 – 92
vwo
93 - 100
In onderstaande tabel kunt u zien welk schooltype bij welke standaardscore van de Route8-eindtoets hoort: Leerweg Praktijkonderwijs (pro) Basisberoepsgerichte leerweg (bbl) Kaderberoepsgerichte leerweg (kbl) Theoretisch leerweg (tl) Havo Vwo
3
Advieswijzer POVO-overstap 2015-2016 Vastgesteld 3 december 2015 Versie definitief
Standaardscorebereik 141 141-168 169-190 191-210 211-234 >234
3) Schoolfunctioneren VWO Werkhouding
De leerling werkt adequaat, kan zijn of haar huiswerk plannen; De leerling oefent zelfstandig, met het oog op goede resultaten; De leerling levert meestal op tijd zijn of haar werk in; De leerling kan klassikale instructie volgen; De leerling benut de les om te werken en tot begrip te komen; De leerling kan minder voorgestructureerde opdrachten aan; De leerling vormt zich onafhankelijk van de leerkracht een beeld van de leerstof ; De leerling kan zich goed concentreren en heeft een lange spanningsboog; De leerling kan zelf structuur aanbrengen in het leerstofaanbod van de leerkracht; De leerling vindt op eigen kracht de essentie uit een informatie; De leerling is in staat veel informatie in korte tijd te verwerken vanuit eigen overzicht .
Motivatie
De leerling is intrinsiek gemotiveerd, wil veel weten; De leerling heeft plezier in het leren.
Sociaal emotioneel
De leerling is sociaal vaardig of weet om te gaan met zijn beperking; De leerling kan omgaan met wisselende situaties en invalkrachten; De leerling is coöperatief; De leerling kan omgaan met feedback; De leerling vraagt om hulp.
Gedragscomponent
De leerling heeft geen extra ondersteuning of begeleiding nodig.
HAVO Werkhouding
De leerling werkt leerkrachtgericht aan huiswerk; De leerling kan zelfstandig oefenen met het oog op goede resultaten; De leerling heeft regelmatig een herinnering nodig m.b.t. wat er wanneer ingeleverd moet worden; De leerling kan klassikale instructie volgen; De leerling benut de les om te werken en om tot begrip te komen; De leerling kan zelfstandig aan opdrachten werken; De leerling kan zich met enige aansporing concentreren; Als het abstractievermogen zwak is, kan de leerling succesvol zijn dankzij een flink doorzettingsvermogen; De leerling heeft begeleiding nodig bij het vormen van abstracte voorstellingen uit concrete zaken; De leerling is afhankelijk van de structuur en het leerstofaanbod van de leraar ; De leerling kan de lesstof toepassen op andere situaties. 4
Advieswijzer POVO-overstap 2015-2016 Vastgesteld 3 december 2015 Versie definitief
Motivatie
De leerling is geïnteresseerd, als er een koppeling is tussen leerstof en de werkelijkheid; Sociale interactie (ook met de leerkracht) is belangrijk voor het leerplezier.
Sociaal emotioneel
De leerling is sociaal vaardig of weet om te gaan met zijn beperking; De leerling kan omgaan met wisselende situaties en invalkrachten; De leerling is coöperatief; De leerling heeft tijd nodig om feedback te verwerken; De leerling heeft aansporing nodig om om hulp te vragen.
Gedragscomponent
De leerling heeft nu en dan ondersteuning en begeleiding nodig.
VMBO TL/MAVO Werkhouding
De leerling werkt leerkrachtgericht aan huiswerk; De leerling kan, als hij daartoe door de leerkracht wordt uitgenodigd, zelfstandig oefenen ; De leerling moet regelmatig herinnerd worden aan wat wanneer ingeleverd wordt ; De leerling kan concrete klassikale instructie volgen; De leerling moet in de les worden aangespoord om de zelfwerktijd te benutten ; De leerling werkt goed aan kortdurende, concrete opdrachten; De leerling kan zich concentreren op een taak zolang die duidelijk en concreet is ; De leerling is afhankelijk van de uitleg van de leerkracht om tot overzicht van de leerstof te komen ; De leerling kan de leerstof herhalen, maar niet toepassen op andere situaties .
Motivatie
De leerling heeft interesse in praktische zaken; De interesse van de leerling kan gestimuleerd worden door de leerstof te koppelen aan de werkelijkheid.
Sociaal emotioneel
De leerling is sociaal vaardig; De leerling is coöperatief; De leerling heeft tijd nodig om feedback te verwerken; De leerling heeft hulp nodig bij conflictsituaties; De leerling moet leren om hulp te vragen; De leerling heeft hulp nodig om te leren omgaan met beperkingen.
Gedragscomponent
De leerling heeft ondersteuning en begeleiding nodig.
5
Advieswijzer POVO-overstap 2015-2016 Vastgesteld 3 december 2015 Versie definitief
VMBO KB Werkhouding
De leerling werkt leerkrachtgericht aan huiswerk; De leerling kan, als hij daartoe door de leerkracht wordt uitgenodigd, zelfstandig oefenen ; De leerling moet herinnerd worden aan wat er wanneer ingeleverd moet worden; De leerling kan concrete klassikale instructie volgen; De leerling moet in de les worden aangespoord om de zelfwerktijd te benutten; De leerling werkt goed aan kortdurende, concrete opdrachten; De leerling kan zich concentreren op een taak zolang die duidelijk en concreet is ; De leerling is afhankelijk van de uitleg van de leerkracht om tot overzicht van de leerstof te komen; De leerling heeft een korte spanningsboog (maximaal 10 min); De leerling leert door doen; De leerling kan de leerstof herhalen, maar niet toepassen op andere situaties .
Motivatie
De leerling heeft interesse in praktische zaken; De interesse van de leerling wordt gestimuleerd door leerstof te koppelen aan de praktijk ;
Sociaal emotioneel
De leerling is sociaal vaardig; De leerling is coöperatief; De leerling heeft tijd nodig om feedback te verwerken; De leerling heeft hulp nodig bij conflictsituaties; De leerling moet leren om hulp te vragen; De leerling heeft hulp nodig om om te gaan met beperkingen; De leerling heeft baat bij structuur en duidelijkheid.
Gedragscomponent
De leerling heeft meer dan gemiddeld ondersteuning en begeleiding nodig.
VMBO BB Werkhouding
De leerling werkt leerkrachtgericht; De leerling kan, als hij daartoe door de leerkracht wordt uitgenodigd, zelfstandig oefenen gedurende een korte periode (max. 10 min); De leerling moet herinnerd worden aan wat er wanneer ingeleverd moet worden; De leerling moet aangespoord worden om concrete klassikale instructie te volgen ; De leerling moet in de les regelmatig worden aangespoord om de zelfwerktijd te benutten ; De leerling werkt goed aan kortdurende, concrete opdrachten; De leerling kan zich concentreren op een taak zolang die duidelijk en concreet is ; De leerling is afhankelijk van de uitleg van de leerkracht om tot overzicht van de leerstof te komen; De leerling heeft een korte spanningsboog (maximaal 5 min.); De leerling leert door voordoen en nadoen; De leerling kan de leerstof herhalen, maar niet toepassen op andere situaties ; 6
Advieswijzer POVO-overstap 2015-2016 Vastgesteld 3 december 2015 Versie definitief
Motivatie
De leerling heeft interesse in praktische zaken; De interesse van de leerling wordt gestimuleerd door leerstof vanuit de praktijk aan te bieden.
Sociaal emotioneel
De leerling gedraagt zich jonger dan zijn leeftijd; De leerling heeft vaak dezelfde feedback nodig om het toe te passen; De leerling heeft hulp nodig bij conflictsituaties; De leerling moet leren om hulp te vragen; De leerling heeft hulp nodig om om te gaan met beperkingen; De leerling heeft veel baat bij structuur en duidelijkheid.
Gedragscomponent
De leerling heeft vaak ondersteuning en begeleiding nodig.
Wanneer denk je aan OPDC Als de schoolvorderingen op het niveau liggen van VMBO en er meerdere aandachtsgebieden op het schoolfunctioneren zijn. 4) Invulschema : advieswijzer PO-VO Onderstaande tabel kan dienen als hulpmiddel voor het opstellen van het advies door het PO. Deze is ook als los document op A4 beschikbaar.
*1: Test niet ouder dan 2 jaar *2: Per subonderdeel wordt aangegeven hoe de leerling functioneert d.m.v. + , +/ - , of -
WH: Werkhouding (huiswerk, concentratie, werkverzorging, enz.) MO: Motivatie/interesse SE: Sociaal emotioneel (plaats in de groep, omgaan met veranderingen, enz.) GC: Gedragscomponent Indien bij 2 onderdelen een’ –‘ van toepassing is, dan volgt daaruit een score die naastliggend lager is dan die van onderdeel A. De optelsom van A, B, en C geeft advies aan. Bij gelijke uitslag (niet altijd is onderdeel B afgetoetst) geeft de score bij onderdeel A: BL en RE de doorslag.
7
Advieswijzer POVO-overstap 2015-2016 Vastgesteld 3 december 2015 Versie definitief
Bijlage: Informatie vanuit cito leerlingvolgsysteem Vaardigheidsniveau: vergelijking met leeftijdsgenoten Alle toetsen in het Cito Leerlingvolgsysteem primair onderwijs zijn genormeerd. Deze normen zijn bedoeld om de vaardigheid van leerlingen te vergelijken met die van andere leerlingen in eenzelfde jaargroep. Bij Cito hanteren we twee verschillende soorten niveau-indelingen:
Een indeling in niveaus I tot en met V; Een indeling in niveaus A tot en met E.
In Tabel 1 ziet u hoe de verdeling over de niveaugroepen er in beide indelingen uitziet. De niveaugroepen geven aan hoe een leerling het doet ten opzichte van een landelijke steekproef leerlingen. Bijvoorbeeld: als een leerling aan het eind van groep 4 op de toets Spelling het vaardigheidsniveau I behaalt, dan betekent dit dat deze leerling op dat tijdstip tot de 20 procent hoogst scorende leerlingen behoort wat betreft zijn spellingvaardigheid. Tabel 1 Verdeling over de groepen bij de niveau-indelingen A tot en met E en I tot en met V I–V I
A–E 20% hoogst scorende leerlingen
20%
II 20%
A 25%
20% leerlingen boven het landelijk gemiddelde B 25%
III
25% hoogst scorende leerlingen
25% ruim boven tot net boven het landelijk gemiddelde
20% leerlingen op landelijk gemiddelde
20%
C
25% net tot ruim onder het landelijk gemiddelde
25% IV 20%
20% leerlingen onder het landelijk gemiddelde
D V
20% laagst scorende leerlingen
15% ruim onder het landelijk gemiddelde
15%
20% E 10%
8
Procedure POVO-overstap 23-11-15 Versie 1 |AV|
10% laagst scorende leerlingen