Scenario Leraar In Opleiding (LIO) De bedoeling van dit scenario is het LIO-traject kritisch door te lichten in functie van een optimalisatie van de stagebegeleiding met beperkte fysieke aanwezigheid van de opleider op de werkplek. Het scenario bestaat uit drie stappen: een beschrijving van de stage de toepassing van het analyse-instrument op het traject de keuze en implementatie van tools ter optimalisatie van de begeleiding terwijl de fysieke aanwezigheid van de opleider op de werkplek niet opgedreven wordt.
Beschrijving van de stage: Een eerste stap bestaat in het beschrijven van de stage. Immers, door het traject in kaart te brengen aan de hand van de kenmerken die dankzij elke stap van dit analyse-instrument aangereikt worden, stimuleer je de bewustwording van elke stap van het parcours, met zijn sterktes en zijn werkpunten. Het is een eerste stap om het LIO-traject te bekijken in functie van een optimalisatie van de begeleiding, terwijl je een minimale fysieke aanwezigheid als contextgegeven meeneemt. Hoewel elke SLO eigen accenten legt en een trajectbegeleiding volgt die overeenkomt met de eigen visie en overtuiging, is dit scenariovrij algemeen generisch opgevat. Daardoor is het herkenbaar voor sommige situaties, niet van toepassing voor andere concrete werkpunten. Het opleidingscentrum We beschrijven een LIO-traject (Leraar in Opleiding, zie ook Soort stage) dat wordt aangeboden door een Centrum voor VolwassenenOnderwijs (CVO). Het soort stage Omdat een LIO reeds werkzaam is als leerkracht is de stage een combinatie van zelfstandig werkplekleren, observaties bij vakcollega’s of collega’s die dezelfde klasgroep begeleiden, inoefenen van theoretische kaders en uitwerken van taken binnen de eigen onderwijsopdracht. Het gaat om een actieve stage omdat de leraar in opleiding zelf in het werkveld staat, in zijn eigen specifieke schoolcontext. In dit uitgewerkte scenario bevat het LIO-traject de 4 didactische modules (van de 10 SLO modules) die geïntegreerd zijn. Het traject steunt op drie pijlers: werkplekleren, afstandsleren, contactmomenten en focust zoveel mogelijk op de eigenlijke werksituatie van de LIO. Daartoe personaliseert het de taken en begeleiding, in samenspraak met de werkplek en de LIO zelf. De LIO heeft vooral tijdens het eerste semester contactmomenten, waarop de theoretische kaders aangeboden worden, die dan hun toepassing vinden in de dagdagelijkse praktijk van de LIO in zijn opdracht als leraar. De onderwerpen sluiten zo nauw mogelijk aan bij de werksituatie van de LIO op dat moment. Zo analyseren we het didactisch model in september en spitsen we ons toe op evaluatie in de maand november, terwijl een grondige en kritische kijk op proces/productgericht onderwijs in de maand maart aan bod komt. 1
Stagetoewijzing Omdat een LIO als echte leerkracht de opleiding volgt, is er niet echt sprake van een ‘stagetoewijzing’. De LIO is immers vanuit zijn vakexpertise aangeworven als leraar en zoekt vanuit deze behoefte een aangepast traject om zijn diploma van leraar te behalen. Bijgevolg past hij alle opdrachten toe op zijn eigen werksituatie. Voor de aanvang van het schooljaar heeft er met elke LIO een intakegesprek plaats om het traject toe te lichten en de rollen van elk van de deelnemers (LIO en begeleiders vanuit het werkveld en het opleidingscentrum) te duiden. De LIO beslist nadien zelf om in het LIO-traject te stappen ofwel de gewone SLO te volgen. Als LIO dien je namelijk over een aantal kwaliteiten te beschikken zoals: autonoom leerstof kunnen verwerken, vertrouwd zijn of willen worden met afstandsleren, coöperatief leren via een elektronische leeromgeving, reflectief leren dankzij Toledo+, …Cursisten die van zichzelf weten niet over deze kwaliteiten te beschikken, schrijven zich in voor de gewone modules (waarbij ze wekelijks contactmomenten bijwonen). Perspectief van de student De LIO neemt zijn eigen leerproces in handen, met de focus op zijn opdracht en zijn professionele groei. Daarnaast gaat zijn bekommernis ook uit naar het leerproces van de leerlingen.Vanuit de werksituatie volgt de LIO de lerarenopleiding, met de bedoeling om zo geïndividualiseerd mogelijk ondersteuning te krijgen en de vorming toe te spitsen op de eigen leerbehoeften. Afstemming opleidingseisen, leerbehoeften van de student, organisatieontwikkeling op de werkplek Het opleidingscentrum, de werkplek/stageschool en de LIO bestendigen hun engagement in een contract dat de afspraken en de samenwerking tussen de drie actoren vastlegt. De praktische begeleiding en samenwerking tussen de stageschool en het opleidingscentrum kunnen verschillen naargelang de individuele situatie en de concrete lesopdracht van de LIO. In die zin is de begeleiding grotendeels afhankelijk van de leerbehoeften van de cursist en – in mindere mate – deorganisatieontwikkeling van de werkplek. Dit veronderstelt van de stagebegeleider een flexibele en aanpasbare begeleiding op maat. Tijdens de eerste schoolweek heeft het opleidingscentrum een gesprek met de directie en/of stagebegeleiding van de werkplek van elke LIO om het LIO-traject toe te lichten en de begeleiding af te spreken en te personaliseren.De begeleiding vanuit het opleidingscentrum bestaat dus uit het aanbieden van theoretische kaders, het maken van afspraken rond begeleiding door vertegenwoordigers van de werkplek, het coachen op de werkplek en het sturen en ondersteunen van afstandsleren. Het betreft een continubegeleidingsproces waarbij de LIO vlug en vlot de begeleider kan contacteren.
Analyse-instrumenttoegepast op de stage: Een tweede stap bestaat erin het traject volledig door te lichten aan de hand van het analyse-instrument. Elk kwaliteitscriterium dat is gerelateerd aan stagebegeleiding is opgelijst en ingedeeld naargelang het engagement van elk van de actoren of van hun samenwerking. Er staan ook tips voor tools ter optimalisatie.
2
Het analyse-instrument kan als reeks van meerkeuzevragen geïnterpreteerd worden. Soms is meer dan één antwoord mogelijk. In dit scenario staat de keuze per criterium in het cursief/vetaangeduid, aangevuld met een verklaring onder elk criterium.Ook het selecteren van toolsvoor optimalisatie staat telkens geduid met een korte verantwoording. Visie op stages en kwaliteitszorg technisch, praktische aanpak + persoonlijk, denken/beleven + meta, verbinden aan toekomstdoel (werkbegeleiding) (leerbegeleiding) (loopbaanbegeleiding) De LIO krijgt een aantal tips en coaching rond de concrete aanpak van zijn stage. Hij wordt hierin ondersteund door de stageschool. Uiteraard krijgt hij loopbaanbegeleiding door het ontwikkelen van persoonlijke ontwikkelings-/actieplannen (POP en PAP) en een groeiportfolio. Sturing in stage opleider bepaalt leerdoelen studenten formuleren leerdoelen leerdoelen worden in overleg afgestemd (opleidingsgestuurd) (studentgestuurd: zelfsturing) (dialogisch gestuurd: leren centraal) *leraarsnest *leraarsnest *ankerlectoren *ankerlectoren Omdat LIO een gepersonaliseerd traject is, worden alle theoretische kaders toegepast op de eigen lessituatie van de LIO. Samen met de LIO en de mentor focust de begeleider op de concrete werksituatie en lesopdracht van de cursist. Hierbij formuleert de cursist zelf leerdoelen ter optimalisatie van zijn groeiproces. Dit toetst hij telkens af bij de begeleider en de mentor. Cultuur van de werkplek stagiair zo snel mogelijk inwerken in met stagiair uitzoeken welke taken hij consensus tussen opleidingstaken, taken binnen werkplek graag wil opnemen belangen van werkplek (innovatie) en leerwens en -behoefte van student (beroepsgerichte cultuur) (studentgerichte cultuur) (dialogische cultuur) *leraarsnest *leraarsnest *ankerlectoren *ankerlectoren De LIO is én cursist én leerkracht, waardoor er steeds, bij elke opdracht of toepassing een consensus bestaat tussen de verschillende spanningsvelden. De onderwijsopdracht wordt verrijkt, gestoffeerd, geprofessionaliseerd dankzij de opleiding, met respect van de eigen werksituatie. Rol van praktijk en praktijkvoorbeelden ter ondersteuning theorie in functie van praktijkvragen opleiders en stagiairs analyseren praktijkervaringen van theorie van stagiairs samen praktijkvragen *discussieforum met scaffolding *micro-teaching Van de LIO wordt verwacht dat hij de eigen lesopdracht aangrijpt om samen met de opleider en de mentor van de stageschool de praktijkvragen te bekijken. Naast de contactmomenten waar deze ervaringen worden besproken, gebruikt de LIO ook een discussieforum om input te krijgen van peers en begeleiders. In dit forum kunnen LIO’s terecht met hun vragen en onzekerheden. Daar het forum deel uitmaakt van de officiële leeromgeving gebruiken de cursisten ook Facebook. Samen zijn we lid van een geheime-Facebook groep waar de cursisten kunnen ventileren, zonder dat ze daarom veel antwoord verwachten. Voor sommigen doet het deugd om deze uitlaatklep te hebben. Anderen vinden het overbodig om er echt actief op te zijn. Een derde groep richt zijn vragen rechtstreeks aan de stagebegeleider om zo tot een oplossing te komen. Een vierde groep blijft met zijn vragen zitten en durft er niet goed mee naar buiten te komen. Doelen in stage
3
Aangewezen hier zijn volgende tools: -Micro-teaching kan hier zeker ondersteuning bieden. Als cursisten via korte, gerichte oefeningen deelvaardigheden trainen, zijn ze beter voorbereid op de praktijk. Niet alleen de vakkennis overbrengen, maar ook groepsmanagement en communicatie worden automatisch getraind dankzij micro-teaching. -Het discussieforum met scaffolding heeft een meerwaarde voor het uitwerken van dit criterium. Dankzij scaffolding weet de cursist dat er een veilige omgeving is verzekerd, waarbij er effectieve ondersteuning komt zonder vrees voor ‘blootstellen aan kritiek van anderen’. Constructieve, steunende coaching via een leerplatform kan een faciliterende factor zijn om cursisten uit te nodigen online te gaan met hun vragen en problemen. De extra informatie die aangeboden wordt kan de LIO vrij consulteren en er, indien nodig anoniem, uit putten om zijn leerproces bij te sturen. Rol van basiscompetenties weten aan welke basiscompetenties overleg tussen opleiding en basiscompetenties gebruiken als het stageaanbod bijdraagt stageschool om stageaanbod af te richtsnoer om stageaanbod in stemmen op basiscompetenties trialoogte optimaliseren *leraarsnest *ankerlectoren De trialoog is een essentiële methode voor de maximale begeleiding van de LIO. Door de afstemming van de begeleiding op de werksituatie van de LIO kan de coaching samen gebeuren met de werkplek en heeft de LIO een essentiële rol in het verwerven van zijn basiscompetenties en attitudes van een beginnend leerkracht. Daar waar dit niet mogelijk is, wordt de trialoog vervangen door bilaterale gesprekken en overleg. Opmerkingen
Deskundigheid betrokkenen docent begeleidt vanuit vooropleiding + overleg met werkveld + literatuur en vorming en ervaring (professionalisering) *overleg met werkveld inbouwen *vorming met werkveld delen *vorming met werkveld delen *coachende website *coachende website *professionalisering *MCO De docent begeleidt de LIO vanuit een eigen opgebouwde expertise (ervaring werkveld, literatuur, vorming, nascholing). Gesprekken met mentoren oriënteren docenten eveneens in de keuze van navorming. Dankzij een mentorendag in het opleidingscentrum kunnen mentoren en lectoren in dialoog gaan en aanvoelen waar en hoe de werkpunten van elkeen beter kunnen weggewerkt worden. Beroepsontwikkeling docent/stagebegeleider
Aangewezen hier zijn volgende tools: -Overleg- en vormingsmomenten, samen met het werkveld, bieden ook de kans om de kennis en voeling van de lector met het werkveld te perfectioneren. Door samen bepaalde nascholingen te volgen, kan er specifiek gezocht worden naar toepassingen die de coaching van een LIO voor een bepaalde school optimaliseren. -Een coachende website is ideaal om de deskundigheid te bevorderen. Als alle actoren elkaar vinden op een website waar feedback mogelijk verder aangevuld wordt door elk van de actoren en waar woorden gegeven worden aan elementen in stagepraktijk die moeilijk te grijpen zijn, helpt het om met elkaar te converseren, om raad te vragen, tips te geven. Dit kan een effectieve ondersteuning bieden voor elk van de betrokkenen.
4
Beroepsontwikkeling mentor
mentor begeleidt vanuit + overleg met opleiding + literatuur en vorming vooropleiding en ervaring (professionalisering) *overleg met werkveld inbouwen *vorming met werkveld delen *vorming met werkveld delen *coachende website *coachende website De mentor is aangeduid door de school. Soms heeft een LIO én een mentor én een vakleerkracht als coach. Het is de verantwoordelijkheid van de stageschool om deskundige mentoren aan te stellen. Meestal gebeurt dit weloverwogen. Er is regelmatig overleg tussen de begeleider en de mentor en eventueel de directie. Aangewezen hier zijn volgende tools: - De meeste mentoren begeleiden vanuit hun ervaring en volgen nascholing. Uiteraard worden er overlegmomenten met het werkveld ingebouwd in de begeleiding, want zowel het opleidingscentrum als de stageschool werken (samen) aan de professionalisering van de LIO. - De tools van de beroepsontwikkeling van de docent en die van de mentor zijn gelijklopend. Als opleidingscentrum nodigen we onze mentoren uit op gezamenlijke vormingsavonden, waar elkeen vrijblijvend aan kan deelnemen. Volgende tools zijn niet weerhouden als hulpmiddelen: - Coachende website: Deze tool is zeer interessant, maar op dit moment hebben wij als opleidingscentrum nog geen website ontwikkeld waar alle actoren elkaar kunnen ontmoeten in een gemeenschappelijke virtuele ruimte.. Het is tevens tijdrovend om deze tool op te zetten en uit te werken. Een uitdaging voor de toekomst misschien? Probleemgevoeligheid stagiair aanvaardt praktijk zoals het stagiair neemt - geconfronteerd met stagiair stelt - geconfronteerd met (kritische zin) stagiair zich voordoet eigen grenzen (kritisch incident) eigen grenzen (kritisch incident) kader vanuit praktijk over individueel kader in vraag en (pre-kritisch) (conformistisch) exploreert (kritisch-reflexief) *leergemeenschap *discussieforum met scaffolding *discussieforum met scaffolding *synchrone begeleiding via interactive whiteboard De LIO staat in de praktijk en ervaart regelmatig problemen, die geduid worden naarmate het schooljaar vordert. Bij het uittekenen van zijn eigen referentiekader als leerkracht stelt hij dit voortdurend in vraag en stuurt hij het voortdurend bij. De LIO’s zijn gewoonlijk heel kritisch en stellen het gangbare systeem erg in vraag. Na een contactsessie waarbij ze theorie bestuderen, vertalen ze die naar hun eigen praktijk en durven ze heel kritisch zijn en fundamentele vragen stellen. Uiteraard stellen ze deze vragen vaak niet aan de mentor, maar wel aan de begeleider. Aangewezen is hier volgende tool: -Een discussieforum met scaffolding is hier heel zinvol omdat het de cursist in staat stelt zich breder te informeren, een tegenwicht te vormen voor de gangbare praktijken en een kritische aanpak te wettigen, gesteund door de aangeboden literatuur of getuigenissen. Het aanbieden van een reader kan de LIO sterken in het ontwikkelen van een eigen overtuiging en een gepersonaliseerde aanpak. Volgende tools zijn niet weerhouden als hulpmiddelen: - Synchrone begeleiding via interactief whiteboard: het opleidingscentrum en ook de meeste stagescholen beschikken niet over voldoende technologie om synchroon te werken.
5
Mate van zelfsturing stagiair
stagiair heeft sturing nodig bij plannen stagiair heeft begeleiding nodig bij stagiair kan zich persoonlijke van opleidingsdoelen: regels en opstellen persoonlijke leerdoelen: leerdoelen stellen en die planmatig afspraken richtlijnen uitwerken met enige ondersteuning *digitale videobespreking peers en *digitale portfolio *actieonderzoek opleider *digitale videobespreking peers *video-reflectie *supervisie bijeenkomst in opleiding *scaffolding met achtergrondliteratuur *lokale leergemeenschap *supervisie via videoconferencing *sterke on-campus begeleiding vooraf *(digitale) portfolio *coachende website *camera in de klas *video-begeleiding *micro-teaching De LIO is ‘genoodzaakt’ zichzelf te sturen van bij de aanvang van het traject. Dankzij reflectief werken, het groeiportfolio en de persoonlijke actie- en ontwikkelingsplannen leert hij zelfstandig vorm geven aan zijn verwerving van de basiscompetenties en attitudes van een beginnend leerkracht. Het is een vereiste om deel te kunnen nemen aan het LIO-traject. Aangewezen hier zijn volgende tools: -Het digitale portfolio helpt om eigen prioriteiten te formuleren, een eigen tijdspad uit te zetten en hiervoor regelmatig bijsturing te ontvangen. Volgende tools zijn niet weerhouden als hulpmiddelen: - Coachende website: Deze tool is zeer interessant, maar op dit moment hebben wij als opleidingscentrum nog geen website ontwikkeld waar alle actoren elkaar kunnen ontmoeten in een gemeenschappelijke virtuele ruimte. - Videoreflectie: De restricties betreffende privacy wetten zijn nogal stringent in de meeste scholen en laten geen video opnames toe. - Micro-teaching is niet relevant voor de LIO op dit niveau. Opmerkingen
Verwachtingen of ruimte die werkplek krijgt (rol van werkplek in opleiding)
school als leverancier van stageplaatsen
Samenwerkingsafpraken/organisatie + school als medeopleider, wederkerigheid in realiseren van doelstellingen
partners in leren (professionele leergemeenschap) + helpen ontwikkelen, processen verbeteren en creëren van meerwaarde met win-win voor 3 partijen (producerend leren)
*coachende website *ankerlectoren *digitale mentorenvorming *leraarsnest Een LIO functioneert in een stageschool en volgt zijn opleiding, vooral gebaseerd op werkplekleren, opdrachten en contactmomenten. De drie actoren zijn dus partners in leren.
6
Verwachtingen of ruimte stageleerlijn met taken en verantwoor- stagiairs vullen zelfstandig leraarspersoonlijk ontwikkelingsplan obv taken en verantwoordelijkheden in die stagiair krijgt (rol van delijkheden die vastliggen vanuit ervaringen van de stagiair en in (flexibiliteit) stagiair in opleiding) opleiding of werkplek (standaard) overleg met de mentor (maatwerk) Door het gepersonaliseerde traject krijgt de LIO begeleiding op maat, in functie van de stageschool en zijn persoonlijke competenties en achtergrond. Afspraken over rollen opleiding neemt rol van begeleiding en rollen in begeleiding en beoordeling begeleiding en beoordeling zijn beoordeling op zich zijn duidelijk afgesproken met stageduidelijk afgesproken met stageschool school, niet onderscheiden (gelijktijdig + onderscheiden door ze toe te en/of door dezelfde persoon) kennen aan afzonderlijke personen Zowel begeleiding als beoordeling gebeuren door de drie actoren en deze rollen worden duidelijk vastgelegd bij de aanvang van het traject. Meestal zijn de mentoren coaches en geen beoordelaars. De begeleider is altijd én coach én beoordelaar. Ook de LIO zelf is beoordelaar. Opmerkingen Begeleiding en beoordeling regelmatig ingebouwde feedback- en feedback- en reflectie momenten diepgaande feedback en reflectie momenten, op ingevuld door stagiair, op persoonlijk reflectiemomenten, op persoonlijk opleidingstraject opleidingsplan ontwikkelingsplan *supervisie bijeenkomst in opleiding *(digitaal) portfolio *supervisie via videoconferencing *leerjournaal *discussieforum met scaffolding *micro-teaching De begeleiding gebeurt tijdens contactmomenten, via een digitaal platform, een groeiportfolio, persoonlijke ontwikkelings- en actieplannen, … Begeleiding door docent/stagebegeleider
Aangewezen hier zijn volgende tools: - Het digitale portfolio is een uitstekend instrument om elke stap van het leerproces te volgen. De LIO kan voor elke activiteit een reflectie posten, die dan door de begeleider wordt opgevist en verder geïnterpreteerd om er nieuwe leerkansen uit te distilleren. Elke stap van het POP (persoonlijk ontwikkelingsplan) kan door de begeleider gevolgd en bijgestuurd worden, waardoor de begeleiding intens en op maat gebeurt. - Het leerjournaal helpt de LIO om zich te verplichten neer te schrijven wat de verrijking is vanuit het persoonlijke leerproces. Door te verwoorden en geschikte termen te zoeken, bevordert de LIO een bewust gestuurd leerproces. -Supervisie (in de opleiding en via videoconferencing) is een schitterende vorm van begeleiden. Het grote voordeel hiervan is de input van peers, die samen met de begeleider en vanuit hun eigen werkveld luisteren, gericht vragen stellen en op die manier de LIO uitnodigen om vragen en problemen vanuit een andere invalshoek te bekijken. Het openstellen van een probleem aan een heterogene groep LIO’s, met elk hun eigen vakbekwaamheid en levenservaring, bevordert sterk het ‘out-of-the-box’ denken. -Een discussieforum met scaffolding geeft heel wat achtergrondinformatie, steun en nuttige wenken die de LIO veel deugd kunnen doen wanneer die met vragen zit. Dankzij de scaffolding weet de cursist dat er een veilige omgeving is verzekerd, waarbij er effectieve ondersteuning komt zonder vrees voor ‘blootstellen aan kritiek van anderen’. Constructieve, steunende coaching via een leerplatform kan een faciliterende factor zijn om cursisten uit te nodigen online te gaan met hun vragen en problemen. De extra informatie die aangeboden wordt kan de LIO vrij consulteren en er, indien nodig anoniem, uit putten om zijn leerproces bij te sturen.
7
- Micro-teaching kan hier zeker ondersteuning bieden. Elke startende LIO heeft heel wat vragen rond het didactisch proces, klasmanagement, verantwoordelijkheden, omgaan met het doelpubliek enz… Dankzij korte, gerichte oefeningen kunnen cursisten deelvaardigheden trainen en zich dus voorbereiden op allerlei situaties nog voor die zich in de realiteit voordoen. Niet alleen vakkennis overbrengen, ook groepsmanagement en communicatie worden automatisch getraind dankzij micro-teaching. Begeleiding door mentor feedback en tips nav concrete situaties feedback- en reflectiemomenten nav diepgaande feedback- en (ad hoc) concrete situaties reflectiemomenten door linken van ervaringen aan onderliggende principes *coachende website *coachende website Vanuit de afspraken bij de aanvang van het schooljaar begeleidt de mentor/directie uit de stageschool de LIO meestal heel grondig en reflectief, op basis van eigen ervaring, overleg in trialoog, formatieve evaluatie. Beoordeling adhv verslagen en rapporten van + portfolio’s en assessments door + ook formatief mentoren en opleiders, summatief stagiair zelf en/of peers, summatief *(digitale) portfolio *self-assessment De beoordeling gebeurt gedurende vaste, vooraf meegedeelde momenten. In de loop van het schooljaar is dit formatief en op het einde van het schooljaar krijgt de LIO een evaluatiegesprek. Aangewezen hier zijn volgende tools: - Dankzij het digitale portfolio kan de LIO zelfstandig zijn leerproces vorm geven en geeft de begeleider heel gerichte, geïndividualiseerde feedback. Structuur stagiairs krijgen basisinformatie over wegwijs begeleiding is structureel wegwijs begeleiding is in functie van de klas en de school ingebed in werking van de school aard en duur van de stageperiode structureel ingebed *ZOISS *ZOISS Niet relevant voor een LIO want die is werknemer in de stageschool. Uitdaging ruimte geven voor oefenkansen en stagiairs stimuleren om de ‘veilige uitdagen om elkaars grenzen te succeservaringen zone’ te verlaten verleggen *discussieforum met scaffolding *actieonderzoek *micro-teaching *leergemeenschap *onderzoekslessen De opdracht van elke LIO is in aanvang een enorme uitdaging omdat alles nieuw is en de LIO meestal uit een heel andere structuur komt en dus met een andere bril naar het onderwijs kijkt. Daarbij volgt de LIO dankzij zijn opleiding een leertraject dat hij voor een groot deel zelf uittekent. De LIO gaat zelfstandig op zoek naar uitdagingen om zijn basiscompetenties te bereiken/verbeteren. Hij verwoordt dit en reflecteert hierop in zijn portfolio. Gezien de specifieke situatie van de LIO is hier geen enkele tool echt van toepassing. Opmerkingen
8
Media voor communicatie en gegevensopslag Ondersteuning vanuit het beleid in kostenplaatje voor Er is geen budget voorzien Er is enig budget om de Er is voldoende budget aanschaf media om de nodige media te nodige media aan te voorzien om de nodige vernieuwen of aan te schaffen of te vernieuwen, media te vernieuwen of aan schaffen. toch zijn er behoeften te schaffen. Er is ruimte om waar het budget niet echt te kiezen in functie van toereikend voor is.Binnen de behoeften en leerstijlen afzienbare tijd zal het van studenten. nodigemateriaal kunnen worden aangeschaft. Er is budget om bepaalde middelen aan te schaffen als dit kan gemotiveerd worden, maar vooral dient de beslissing over aanschaf en het latere gebruik gedragen te worden door de collega’s. in beschikbare E-coaching vindt plaats Er zijn een aantal Er zijn voldoende specifieke infrastructuur waar op dat gegeven specifieke ruimtes waar e- ruimtes waar e-coaching moment een lokaal met coaching ongestoord kan ongestoord kan computer beschikbaar is. plaatsvinden. plaatsvinden. Af en toe kan men daar gestoord worden. Onze school bezit een goede infrastructuur. in opleiding begeleiders Opleiders moeten nog Opleiders beheersen al Opleiders zijn gevormd in evorming krijgen in eeen aantal e-coaching coaching, ze beheersen alle coaching. competenties. e-coaching competenties. Het probleem is mensen te motiveren en stimuleren om er extra tijd en energie voor te vinden om eerst de vorming te voltooien en het nadien ook nog te implementeren. Van de lerarenopleider wordt heel wat verwacht en het is niet altijd evident om naast alle bijkomende taken ook extra tijd te voorzien om een training te volgen in e-coaching. in beschikbaarheid E-coaches lossen de Er is (enige) E-coaches kunnen beroep deskundigen opduikende problemen ondersteuning van doen op een goed zelf op. deskundigen die geïnformeerd ICT-team dat (enigszins) op de hoogte zowel deskundig is in ICT zijn van de eigenheid van aangelegenheden als in e-coaching. digitale didactiek. Onze school heeft een deskundig ICT-team dat heel aanspreekbaar is. in invulling curriculum Stagiairs stappen in het Stagiairs krijgen een Stagiairs krijgen voldoende voor de student systeem van e-coaching introductie in het gebruik oefening in het gebruik van met de beginkennis die ze van de media voor ede e-coaching instrumenten zelf meebrengen. coaching. Oefenen om vlot te kunnen instappen gebeurt meteen in de ein een systeem van ecoaching-praktijk. coaching. Voor de LIO is het voornamelijk een zelfhulppakket waar hij mee aan de slag gaat (wordt besproken tijdens intake). Media richness Afstemming media op taak Er wordt gebruik gemaakt De e-coach probeert eVoor begeleiding van van één vooraf vastgelegd coaching instrumenten af opdrachten met hoge instrument voor ete stemmen op de onzekerheid of ambiguïteit coaching. eigenheid van de taak. maakt men gebruik van communicatiebrede media die doorstroming van veel informatie mogelijk maken.Voor de begeleiding van opdrachten met een hoge analyseerbaarheid wordt gebruik gemaakt van goedkopere media die een minder brede communicatie toelaten. Meerdere media worden functioneel ingezet, in functie van het enthousiasme/eventuele weerstand van cursisten.
9
Implementatie van een aantal tools ter optimalisatie van de begeleiding met een minimum aan fysieke aanwezigheid: De derde stap van dit scenario bestaat in het implementeren(AANDESLAG_IMPLEMENTEER_INLEIDING) van een aantal ontwikkelde tools, die een optimalisatie van de stagebegeleiding beogen terwijl de fysieke aanwezigheid van de opleider op de werkplek constant blijft. Afhankelijk van de beschikbare tijd en de voorziene opdracht voor het LIO-traject kunnen de begeleider en de LIO een aantal tools selecteren en die vertalen naar en toepassen op de eigen situatie. Bij wijze van voorbeeld worden hier drie tools uitgewerkt die de begeleiding optimaliseren zonder de fysieke aanwezigheid te verhogen. Immers, hoewel het LIO-traject een combinatie is van werkplekleren, afstandsleren en contactmomenten kan de begeleiding zeker nog meer virtueel verlopen, waarbij de tijdbesparende factor niet de belangrijkste is die voor online instrumenten doet kiezen. Ook de input van peers en (op termijn) van experts betekenen een reële verbetering van het begeleidingstraject. Tenslotte is de vrijheid voor zowel de LIO-begeleider als de LIO zelf om bepaalde opdrachten flexibeler te plannen ook een aspect dat autonoom en authentiek leren en begeleiden in praktijk brengt. De tools die voor het besproken LIO-traject haalbaar kunnen ingezet worden zijn: Supervisie via videoconferencing Coachende website Leergemeenschap
Supervisie via videoconferencing Situering Supervisie organiseren met een grote groep LIO’s vraagt ofwel veel tijd, ofwel een doorschuiven van supervisie naar sessies met intervisie. Het organiseren van een videoconferentie met Skype of Hangout levert tijdswinst op omdat je geen verplaatsing hoeft te doen om toch een efficiënte supervisie te organiseren. Uiteraard speelt ook het ‘innoverende’ aspect mee als smaakmaker voor de LIO. Implementatie supervisie via videoconferencing: Voorwaarden De online sessie vraagt voorbereiding. Bij het gebruik van Skype maakt elk lid een Skype account aan. Voor Hangout zorgt ieder vooraf voor een gmail-adres en wordt lid van Google+. Elke deelnemer zorgt voor een computer met geluid en beeld dat kan ontvangen en gezonden worden. Vervolgens spreek je met de LIO’s een moment af of stel je een doodle op om een gezamenlijk vrij moment te kiezen voor de sessie.
10
Uitvoering Iedere deelnemer zit in zijn vertrouwde omgeving, vertelt vanuit zijn eigen, concrete situatie en durft zich heel open en kwetsbaar op te stellen. Hoewel online, heerst er vlug een vertrouwelijke sfeer. De coaching van de sessie is makkelijker dan een face-to-face (F2F)-sessie omdat het ‘gefragmenteerde’ beeld automatisch een bepaalde volgorde en discipline creëert. Bij een contactsessie is de verleiding groter om te interageren zonder de vooropgestelde afspraken te respecteren. Wanneer je effectief samen zit, is je lichaamstaal belangrijker dan wanneer je een schermafbeelding ziet van iemands bovenlichaam. Het scherm geeft een lineaire volgorde van de deelnemers en de spreker komt groter op het scherm. Je ziet wie er spreekt (je hoort het ook natuurlijk), wat meer discipline en volgzaamheid bevordert. De focus richt zich heel sterk op de boodschap die wordt overgebracht omdat het verhaal veel dwingender op elke deelnemer afkomt omwille van het gebruikte medium. Dit nodigt de leden dan ook uit tot relevante input die effectief ook telkens een stap is naar een mogelijke oplossing van het probleem.
Coachende website Situering Het LIO-traject vraagt bepaalde competenties van elke cursist zoals: zelfsturend leren, autonoom kunnen werken, coöperatief willen werken, reflectief leren, authentiek leren, ICT-kennis bezitten of binnen een korte tijdspanne willen verwerven. Een cursist die niet over deze competenties beschikt, kan beter het gewone traject volgen dan wel zich in te schrijven voor LIO waarbij werkplekleren en het gebruik van een leerplatform voor opdrachten belangrijke componenten zijn. Om voor toekomstige LIO’s een duidelijk beeld op te hangen van het traject en de startcompetenties die verwacht worden bij de aanvang van het traject zou het nuttig zijn om via de website van het opleidingscentrum een vragenlijst en informatie ter beschikking te stellen zodat er een online intake kan gebeuren. Dit is een tijdsbesparing voor de lector omdat heel wat informatieve vragen via de intake kunnen aangekaart worden. Het geeft de toekomstige LIO de vrijheid om de informatie in te vullen en te bekijken wanneer die het zelf wil en kan inplannen binnen zijn tijdsbesteding. Implementatie De website van een opleidingscentrum bevat allerlei informatie over de opleidingen dieaangeboden worden. Naast een informatief luik kan de website ook een inschrijvingsluik bevatten. Als deel van dit inschrijvingsluik kan er voor de LIO een checklist opgenomen worden die peilt naar de startcompetenties, motivatie, attitudes, concrete lesopdrachtgegevens van de toekomstige LIO en die zo als ‘intake-luik’ kan fungeren. De LIO kan via deze digitale intake vernemen wat de voorwaarden zijn om LIO te worden en controleren of hij hieraan voldoet. In de vorm van een meerkeuzevragenlijst werkt de student/cursist reflectief. De lector ontvangt de nodige informatie tijdig. Nadien contacteert de lector de cursist voor eventuele bijkomende informatie.
11
Leergemeenschap: Situering: De LIO’s werken tijdens hun opleiding met een elektronisch leerplatform. Hierop vinden ze informatie, wisselen ze van gedachten, posten ze opdrachten, consulteren ze goede praktijkvoorbeelden, kunnen ze blogs aanvullen enz… De beperking van elke elektronische leeromgeving is het formele karakter van leren en de beschikbaarheid ervan uitsluitend tijdens de opleidingsperiode en alleen voor de lectoren en de cursisten/studenten. Het zou een mooi SoE-project zijn om een alternatief aan te bieden, waarbij de beschikbare informatie toegankelijk blijft en de LIO’s elkaar kunnen blijven contacteren en raad vragen, interessante ideeën uitwisselen enz… Facebook en Google+ bieden wel mogelijkheden maar zijn nog niet echt geïmplementeerd. Het zou een boeiende uitdagingzijn om een manier te vinden om informatie te delen, van elkaar te leren, input te krijgen van mentoren die lid zijn van de leergemeenschap zodat het een plaats wordt van ontmoeting, van expertise, nieuwkomers, en gedeelde documenten, tips enz… die jaar na jaar kan aangroeien. Implementatie Toekomstmuziek want niet alleen voor LIO maar voor de ganse specifieke lerarenopleiding binnen het CVO, dus veel overleg en afstemming nodig om alle modules zoveel mogelijk te betrekken.
12