Scenario i.k.v. herziening mobiliteitsplan Lanaken Het scenario wordt uitgewerkt volgens werkdomeinen A, B en C. Werkdomein A bestaat uit de ruimtelijke ontwikkelingen, de ontwikkelingen van de verkeersnetwerken per modus zijn ondergebracht onder werkdomein B en ten slotte wordt in werkdomein C verder ingegaan op de ondersteunende en flankerende maatregelen van het nulscenario. 1.1
Werkdomein A – Ruimtelijke ontwikkelingen
1.1.1
Ruimtelijke planning
Woongebieden en handel Ontwikkeling van de woongebieden dient te gebeuren binnen de richtlijnen van het RSV, het RSPL en het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het vergt dus een goed ruimtelijk beleid om de bebouwingsdruk op te vangen in de kernen en de open ruimte te vrijwaren. De gemeente legt bijgevolg het accent op kernversterking, vooral in en rond de centra, omwille van de aanwezige functies en/of de bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Er dient gezocht naar een ruggengraat / structurerend element voor het versnipperde patrimonium, zodat een grotere leesbaarheid wordt bekomen voor de kernstructuur. De resterende onbebouwde ruimte in de woonlinten dient te worden gevrijwaard van bebouwing. Lanaken wordt aanzien als het centrum van de gemeente, enerzijds omwille van de ruimtelijke ligging, anderzijds omwille van het verzorgende karakter. Het is noodzakelijk dat deze centrumfunctie wordt versterkt door een Figuur 1: Nederzettingsstructuur (bron: GRS) doorgedreven kernversterking en een koppeling van diensten, handel en voorzieningen. Nieuw te ontwikkelen woonzones worden in de toekomst vooral in het hoofddorp gerealiseerd. De uitbouw van Lanaken centrum met woon- en voorzieningenfuncties is terug te vinden in de geplande projecten. Het gaat hierbij o.a. over de sporten recreatiezone aan het Heilig Hart College, het Masterplan Lanaken centrum, …. Het accent wordt gelegd op kernversterking onder andere door de goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer. De komst van Spartacus zal dit nog versterken. Neerharen en Rekem kunnen aanzien worden als één ruimtelijk samenhangende deelruimte waarbij Rekem weerhouden is als hoofddorp en Neerharen als woonkern. Oud Rekem streeft naar de instandhouding van het cultuurhistorisch karakter en de invulling van de woonbehoefte op een kwalitatieve manier. Het Masterplan Reckheim is bedoeld om een nieuwe input te geven aan OudRekem en voorziet de ontwikkeling van het voormalige kasteeldomein binnen het bestaande cultuurhistorische kader. Voor Nieuw-Rekem is het handels- en voorzieningencentrum gericht op de kern Rekem. Zowel voor Rekem als Neerharen primeert de woonfunctie. Smeermaas blijft een verblijfsgebied. Men wenst de verkeersleefbaarheid van Smeermaas te bevorderen door het voorzien van een omleiding rond Smeermaas. Belangrijkste doelstelling is een sterke binding van de verschillende delen van deze geïsoleerde kern, ook in functie van de
bereikbaarheid. In het kader van het verbeteren van de woonfunctie in Smeermaas werd het concept van een omleidingsweg reeds voorgesteld. De realisatie van de ontsluitingsstructuur van het bedrijventerrein Lanakerveld biedt mogelijkheden om deze omleiding te voorzien. Aanleg hiervan is dan ook een wezenlijk onderdeel van dit scenario. Een samensmelting van Veldwezelt en Briegden zal de verankering van deze kern met het stedelijk netwerk verduidelijken. De woonfunctie primeert hier. In Kesselt blijft de woonfunctie de belangrijkste. Voor de invulling van de dagelijkse behoeften is Kesselt aangewezen op Veldwezelt. Gellik wordt weerhouden als hoofddorp. Het beleid dat er zal gevoerd worden leunt aan bij een woonkernbeleid waar de woonfunctie primeert. In Gellik zal geen nieuwe bedrijvigheid toegelaten worden. Ook andere hoogdynamische functies horen hier niet thuis. Het voorzieningenniveau zal zich richten op de lokale gemeenschap. De gemeente gaat uit van het verwevingsprincipe. Dit wil zeggen dat tot op een bepaald niveau andere functies in het woongebied kunnen voorkomen. Dit geldt zeker voor de vrije beroepen en kleine bedrijven. Met betrekking tot handel wordt een concentrerend beleid gevoerd. De grenzen aan het verwevingsprincipe worden gesteld door de woonfunctie.
Figuur 2: Synthese gewenste structuur (bron: GRS) Industriegebieden Ten aanzien van de verdere invulling van bestaande industriegebieden zal dit gebeuren op basis van een locatiebeleid. Zo zal er bij iedere nieuwe vestiging op nieuw terrein een mobiliteitseffectenrapport (MOBER) vereist zijn, waarbij eventueel nieuwe bedrijven geweerd kunnen worden als het profiel van de ontwikkeling niet in overeenstemming is met dat van de locatie. Bij nieuwe vestigingen gaat de prioriteit uit naar de uitbouw van bestaande bedrijven. De ontsluiting van de industrieterreinen wordt zodanig ontwikkeld in functie van de afbouw van het zwaar verkeer t.v.v. de eventuele waterontsluiting.
In het grensoverschrijdend denken is het belangrijk dat de randen en de inrichting van de industriezone denkpistes openhouden en geen hypotheek vormen voor de ontwikkeling van het tussengebied Lanaken-Maastricht. De ontwikkeling van het grensoverschrijdende bedrijventerrein Lanakerveld is het perfecte voorbeeld van de samenwerking over de landsgrenzen heen om tot een optimale inplanting en ontsluiting van een bedrijventerrein te komen. Lanakerveld zal trimodaal ontsloten zijn, zodat alle mogelijkheden aanwezig zijn om tot een duurzaam bedrijventerrein te komen. Locatiebeleid is hierin cruciaal. De aangetrokken bedrijven moeten inpassen in de ontwikkelingsperspectieven van het industrieterrein. Ook aan de westzijde van het Verbindingskanaal wordt door middel van een GRUP een bedrijventerrein met watergebonden karakter voorzien. Ook hier wordt de aanwezigheid van het kanaal benut om een goed locatiebeleid te kunnen voeren. Toerisme en recreatie De gemeente Lanaken wordt geselecteerd als toeristisch recreatief knooppunt type I. Dit betekent dat er nog grootschalige toeristische recreatieve infrastructuur kan bijkomen. De hoofdfuncties van het Nationaal Park Hoge Kempen zijn natuurbehoud, recreatief medegebruik en natuurgericht toerisme. Pietersheim is weerhouden als toegangspoort. Kwaliteitsvolle verblijfsaccommodatie aan de rand van het Kempisch Plateau zal gestimuleerd en ondersteund worden. De uitbouw van Lanaken als toeristisch recreatief knooppunt wordt gestuurd vanuit het GRUP GEN “Hoge Kempen”. Zo werd een deelgebied langs de N77-Maastrichterweg omgezet naar natuurgebied. Het PRUP Jocomo biedt mogelijkheden tot uitbreiding van dit kampeerverblijfpark buiten de huidige perimeter van de recreatiezone. De potenties van Oud Rekem voor dag- en verblijfstoerisme worden onderkend en omkaderd. Elk kern moet beschikken over polyvalente spel- en ontmoetingsruimtes in de nabijheid van de woonomgeving. Voor Veldwezelt werd de Structuurschets OC Berenhof opgesteld waarin een gefaseerde ontwikkeling wordt voorzien. In het structuurondersteunend hoofddorp Lanaken worden de voorzieningen die voor de hele gemeente functioneren, gebundeld. In Lanaken centrum worden voorzieningen gepland die voor de hele gemeente functioneren, zoals de sport- en recreatiezone achter het Heilig Hart College. Het gemeentelijk padennetwerk voor fietsers en wandelaars wordt geoptimaliseerd ondermeer door de inrichting van de lokale poorten vanuit de woonomgeving naar het Kempisch Plateau en door de ontwikkeling van een recreatieve groene as langs het Albertkanaal. Rondom het gemeentelijk padennetwerk wordt in het Masterplan Langkeukelbeekvallei gewerkt in functie van de uitbouw van het netwerk der trage wegen. Strategische projecten Spartacus De komst van de sneltramverbinding Hasselt – Maastricht zal belangrijke potenties voor Lanaken met zich meebrengen. De ontsluitingsmogelijkheden, vooral richting Maastricht maar ook richting Hasselt, zullen sterk verbeteren. In het kader van de realisatie van deze sneltram wordt de N78 en de aansluiting van het centrum hierop herzien. Er wordt een ongelijkgrondse kruising voorzien van de sneltram met de N78. De huidige rechts-in – rechts-uitconstructie aan de Euroscoop verdwijnt en wordt vervangen door een parallelweg langs de sneltramhalte die aantakt op de N78 ter hoogte van de Jan Rosierlaan waar een rotonde voorzien wordt. Dit wordt een belangrijk toegangspoort tot het centrum. Via de parallelweg kan het Europaplein bereikt worden. Het huidige bochtige en smalle tracé aan de rechtsin – rechts-uit verdwijnt.
De Stationsstraat wordt ter hoogte van de N78 licht omgeleid, zodat aangetakt kan worden op een rotonde ter hoogte van Sappi. De halte zal gelegen zijn aan de Euroscoop. De busbediening wordt hierop afgestemd. De nieuwe hoofdhalte komt hier te liggen. Tussen de N78 en de parallelweg wordt een P+R-parking voorzien, die via de parallelweg op de rotonde aan de Jan Rosierlaan zal ontsluiten. Mogelijkheden tot verdere uitbreiding van de P+R aan de buitenzijde van de N78 zijn aanwezig.
Rotondes P+R-parking
Sneltramhalte
Figuur 3: Maatregelen i.k.v. sneltram Spartacus
Lanakerveld - omleiding Smeermaas Langsheen het Albertkanaal wordt een landsgrensoverschrijdend multimodaal bereikbaar industrieterrein ontwikkeld. De realisatie van de ontsluitingsstructuur hiervan wordt aangegrepen om een omleidingsweg voor Smeermaas te creëren. Vrachtverkeer van en naar Lankerveld moet via de E25 ontsluiten (richting Maastricht) en niet via de N78. Daarom worden maatregelen voorzien om het vrachtverkeer uit Smeermaas te houden. De hoofdbeweging op de nieuwe ontsluitingsstructuur moet voorzien zijn richting Lanakerveld zodat het verkeersaantrekkend effect via Lanaken beperkt wordt.
Lanakerveld
Figuur 4: Situering Lanakerveld en omleiding Smeermaas 1.1.2
Wegencategorisering
De wegencategorisering wordt uitgewerkt conform het RSV, het RSPL (incl. partiële herziening) en het GRS. Deze wegencategorisering wordt gerelateerd aan te nemen maatregelen, typedwarsprofielen maar vooral aan ruimtelijke voorwaarden. Deze wegencategorisering dient sturend te zijn. De verschillende ontsluitingsmogelijkheden van eenzelfde entiteit worden afgebouwd. De bovenlokale wegencategorisering in de omgeving van Lanaken is onderwerp geweest van uitvoerige studie. De relatie met Maastricht en de verbinding richting het noorden zijn uitgeklaard. De ste lokale wegencategorisering wordt hierop afgestemd. Ten opzichte van het 1 generatie mobiliteitsplan worden geen andere wijzigingen doorgevoerd. 1.2
Werkdomein B – Ontwikkelingen verkeersnetwerken per modus
1.2.1
Verblijfsgebieden en voetgangersvoorzieningen
In de kernen zijn de zwakke weggebruikers maatgevend voor de inrichting van de openbare ruimte. Het voetgangersnetwerk wordt uitgebouwd in functie van de beïnvloeding van de modal-split en het netwerk openbaar vervoer. Het voetgangersnetwerk vindt gedeeltelijk uitbouw in het Masterplan Langkeukelbeekvallei (trage wegen). Ook in Briegden, Veldwezelt en Kesselt werden trage wegen opgewaardeerd.
1.2.2
Fietsroutenetwerk
Het functionele fietsroutenetwerk, zoals voorzien in het 1ste generatie mobiliteitsplan, wordt stelselmatig gerealiseerd en voorzien van adequate fietsvoorzieningen. Zo worden (werden) fietspaden aangelegd onder andere langs de N78-Kiezelweg en de N2-Bilzerbaan via een module 13. Een geplande module 13 is deze voor de N77b-Nijverheidsbaan. Langs de Koning Albertlaan, de Lindestraat en de Smisstraat werden fietspaden gerealiseerd. Tussen de Neergelikkerstraat en de Wijerdijk werd een fietsweg voorzien (Boonakkerstraat). 1.2.3
Openbaar vervoernetwerk
In het nulscenario wordt het openbaar vervoernetwerk uitgebouwd waarbij er een onderscheid wordt gemaakt tussen verbindende en ontsluitende lijnen die door een aantal systemen zullen worden bediend. De Spartacussneltram zal een traject tussen Hasselt en Maastricht bestrijken met een halte in Lanaken ter hoogte van de Euroscoop. De halte van de sneltram in Lanaken zal grote mogelijkheden bieden, in de eerste plaats richting Maastricht. Het Maaskruisend (auto)verkeer krijgt een volwaardig alternatief. Belangrijk is om het openbaar busvervoer af te stemmen op het regionale openbaar vervoerknooppunt in Lanaken. 1.2.4
Herinrichting van wegen
Personenautoverkeer Een goede autobereikbaarheid van alle bestemmingen is niet meer prioritair. Wel dient de bereikbaarheid gegarandeerd te zijn. Het autoluw maken van het centrum behoort tot het gevoerde beleid. Het bestuur voert tevens een gedifferentieerd snelheidsbeleid. Zo zullen de woongebieden weerhouden worden als zone 30 en straten geknipt worden. De wegencategorisering is bepalend bij het uitwerken van de bereikbaarheid van de woongebieden en economisch belangrijke gebieden. Zwaar verkeer Het zwaar vrachtverkeer wordt in de woongebieden aan banden gelegd conform de wegencategorisering. Door bewegwijzering en gewichtsbeperkingen wordt het zwaar verkeer gestuurd naar hoofdwegen, met een differentiatie van doorgaand verkeer versus lokaal vrachtverkeer. De secundaire wegen en lokale wegen type I worden ingeschakeld voor sturing van vrachtverkeer. De geplande bedrijventerreinen en de aangepaste ontsluitingsinfrastructuur (cfr. Lanakerveld) betekenen ook dat de vrachtroutes lokaal aangepast moeten worden. De bewegwijzering moet dan volgen. De wegencategorisering (met wijzigingen in het RSPL) en het vrachtroutenetwerk (BMV) zullen hiervoor de leidraad vormen. 1.2.5
Verkeersveiligheidsmaatregelen
In het kader van TV3V werden verschillende gevaarlijke punten aangepakt. Een gekend probleempunt in de gemeente is het kruispunt N78 x Jan Rosierlaan. Dit zal aangepakt worden in het kader van Spartacus (rotondeoplossing). Het snelheidsbeleid is gebaseerd op een segmentering van het grondgebied in zones met maximumsnelheid 70km/u, 50km/u en 30km/u. De handhaving vormt een belangrijk onderdeel.
Locaties waar de snelheid in de praktijk te hoog blijkt worden aangepakt met snelheidsremmende maatregelen. 1.2.6
Parkeerbeleid
De gemeente Lanaken zal een hiërarchisch parkeerbeleid voeren met kortparkeren in de centra, middellang parkeren daar waar noodzakelijk en langparkeren aan de rand van de centra. In het centrum zijn momenteel reeds verschillende blauwe zones. Aan de randen zijn er grote parkings (Molenweideplein en Europaplein). In het kader van het masterplan Lanaken centrum werd een parkeerplan opgemaakt, rekening houdend met de geplande ontwikkelingen en het Spartacusplan (P+R). Eens deze ontwikkelingen plaatsvinden, zal een ruimere blauwe zone ingesteld worden om de parkeerplaatsen in het centrum af te schermen van pendelaars. Deze moeten op de P+R parkeren. De parkeerplaatsen in het centrum zijn bedoeld voor bezoekers en bewoners. 1.2.7
Vervoer over water
Het Albertkanaal is prioritair in het goederentransport. De ontwikkeling van Lanakerveld kadert hierin. Het watergebonden karakter wordt verder uitgebouwd. De procedure rond de schrapping van de reservatiestrook van het Cabergkanaal werd opgestart door de Vlaamse Regering op 7 oktober 2011. 1.3
Werkdomein C – Ondersteunende en flankerende maatregelen
1.3.1
Vervoersmanagement
Voor de school in Smeermaas werd in het kader van een module 10 een schoolvervoerplan opgesteld. Dit wordt in uitvoering gebracht. Ook voor andere scholen wordt een schoolvervoerplan opgemaakt. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt steeds een MOBER vereist volgens de wettelijke normen. Er werden pogingen ondernomen qua fietspooling, echter zonder succes. 1.3.2
Tarifering
Op gebied van parkeerbeheer De tarifering van het parkeren wordt niet gewijzigd. Wel worden blauwe zones ingevoerd / vergroot. Na indiensttreding van Spartacus en de ontwikkelingen in het centrum zal dit aangepast moeten worden. Hieromtrent werd in het kader van het masterplan Lanaken centrum een parkeerbeleid opgesteld. Op gebied van openbaar vervoer Er wordt een tariefaanpassing voorzien voor het scholenvervoer. De gemeente wil een eenheidstarief in te voeren. De promotie rond het openbaar vervoer gebeurt conform de bijaktes van het mobiliteitsconvenant. Qua tarifering werd een nultarief voor verplaatsing binnen Lanaken op de marktdag ingevoerd. Dit blijft behouden. 1.3.3
Algemene sensibilisering
De gemeente neemt deel aan verschillende acties (bv. Met belgerinkel naar de winkel).
1.3.4
Marketing, informatie en promotie naar doelgroepen
Er wordt een onthaalbrochure met alternatieve vervoerstrajecten ( openbaar vervoer, fietsnetwerken….) opgemaakt, net als een communicatieplan. In het kader van de verspreiding van informatie over verschillende vervoerwijzen werden campagnes opgezet. Er wordt promotie rond het openbaar vervoer gemaakt. 1.3.5
Bewegwijzering
Er werd reeds een bewegwijzering van de recreatieve fietsroutes geïnstalleerd, maar niet voor de functionele routes. Dit wordt in de toekomst uitgewerkt. 1.3.6
Handhaving
Elk mobiliteitsbeleid staat of valt met een goede handhaving. In samenspraak met de politie wordt een handhavingsbeleid uitgewerkt dat focust op snelheid en foutparkeren. 1.3.7
Beleidsondersteuning
De mobiliteitsambtenaar initieert, coördineert en volgt de mobiliteitsdossiers op. 1.3.8
Monitoring en evaluatie
Er worden geen bijkomende maatregelen getroffen qua monitoring en evaluatie. Het mobiliteitsplan wordt geëvalueerd conform richtlijnen. De politie beschikt over een ongevalregistratiesysteem, zodat de verkeersveiligheid gemonitord kan worden.