Samenwerkingsverklaring Pilootproject CO3 Inleiding Geweld in het gezin (‘intrafamiliaal geweld’) is een maatschappelijk vraagstuk waar veel diensten en organisaties in Antwerpen veelvuldig mee in contact komen. Binnen het arrondissement Antwerpen worden er jaarlijks duizenden incidenten geregistreerd die gerelateerd zijn aan geweld binnen de intrafamiliale sfeer. De aanpak van intrafamiliaal geweld is een multidisciplinaire aangelegenheid, want het vergt aandacht van verschillende disciplines; hulpverleners, politiediensten en/of justitiële ketenpartners. De samenwerkingspartners in arrondissement Antwerpen ontwikkelen een effectieve en efficiënte aanpak voor cliëntsystemen waarbinnen intrafamiliaal geweld aanwezig is. Hiervoor worden de activiteiten door professionals uit de domeinen Zorg, Handhaving, Veiligheid en Bestuur integraal met elkaar verbonden. De samenwerkingspartners hebben gekozen om volgens een gezamenlijk (keten)organiseermodel samen te werken rond doelgroepen van intrafamiliaal geweld. De samenwerking tussen al deze actoren is gestoeld op het principe van de subsidiariteit: hulpverlening komt voor vervolging, lichte hulp voor zwaardere vormen van hulpverlening, en daarbij telkens uitgaande dat een gelijk effect kan bekomen worden. Onder aanvoering van Provincie Antwerpen en Stad Antwerpen wordt het ‘pilootproject CO3’ opgestart voor de inrichting van de samenwerking. CO3 staat voor ‘Cliëntcentrale Organisatie’ waarbinnen de 3 sectoren zorg/welzijn, politie/justitie en bestuur met elkaar worden verbonden. Er wordt een fysieke omgeving gecreëerd waarbinnen diensten vanuit de verschillende sectoren met elkaar samenwerken rondom de dossiers, zodat cliëntsystemen een integraal hulpaanbod kan worden geboden, waarover adequaat wordt geregisseerd.
Doelstellingen De ketenaanpak is gericht op het stoppen van intrafamiliaal geweld, voorkomen van herhaling en het vergroten van de beschermende factoren in cliëntsystemen in arrondissement Antwerpen. Binnen het pilootproject CO3 beogen de samenwerkingspartners de volgende (sub)doelstellingen te bereiken: • • • • • •
1
Samenwerking organiseren tussen ketenpartners rond dossiers van intrafamiliaal geweld, zodat interventies van diensten, met elk een eigen missie op elkaar worden afgestemd en cliëntsystemen een integraal en effectief aanbod krijgen. Creëren en organiseren van een fysieke omgeving en facilitaire voorzieningen om de samenwerking tussen diensten uit de domeinen zorg/welzijn, politie/justitie en bestuur te ondersteunen. Organiseren van informatiedeling tussen de betrokken partners en beschrijven van de randvoorwaarden en procedures waarbinnen dit kan gebeuren met respect voor de eigen deontologische richtlijnen (bv bescherming persoonlijke levenssfeer minderjarigen. Inrichten van samenwerkingsprocessen voor de multidisciplinaire behandeling van dossiers. Organiseren van regievoering over de uitvoering van de dossiers. 1 Behandeling van 100 pilootdossiers .
Met pilootdossiers bedoelen we dossiers binnen de pilootfase, die strikt opgevolgd en gemonitord worden.
Doelgroepen Het pilootproject CO3 richt zich op cliëntsystemen waarbinnen sprake is van intrafamiliaal geweld. ‘Intrafamiliaal geweld’ kan bestaan uit één of meerdere vormen van geweld: • • • • • • •
Partnergeweld (ongeacht burgerlijke staat); Stalking; Kindermishandeling; Ouderenmis(be)handeling; Oudermishandeling; Siblinggeweld; Eergerelateerd Geweld
Het ‘cliëntsysteem’ bestaat uit meerdere verschillende cliënten: pleger, slachtoffer, kinderen als slachtoffer en/of getuigen van geweld, getuige, en omstanders. Één of meerdere personen van de cliëntsystemen zijn afkomstig uit en/of aangetroffen in arrondissement Antwerpen. Het pilootproject CO3 richt zich in het bijzonder op cliëntsystemen die gekenmerkt worden door één of een combinatie van de volgende criteria: • • • •
Complexe situatie die vraagt om gecombineerde aanpak van hulp/zorg, strafrecht en bestuur; Gevaar voor slachtoffer en/of kinderen, waarvoor preventieve maatregelen kunnen worden getroffen; Meervoudige problematiek in meerdere leefdomeinen (minimaal 3 problematische leefdomeinen); Moeizame opstart van hulpverlening, strafrechtelijke maatregelen en/of bestuurlijke maatregelen.
Tot de doelgroep behoren zowel cliëntsystemen die instromen via strafrechtelijke maatregelen als via de hulpverlening.
Uitgangspunten Gedeelde overtuiging van de deelnemende diensten De deelnemende diensten richten gezamenlijk het pilootproject CO3 op vanuit de gedeelde overtuiging dat: • • • • • • •
Intrafamiliaal geweld in geen geval acceptabel is; Volwassen slachtoffers van intrafamiliaal geweld, alsook kinderen die getuige en/of slachtoffer zijn van intrafamiliaal geweld, bescherming moet worden geboden voor toekomstige geweldsdelicten in de huiselijke kring; Ingegrepen moet worden bij kinderen die zich in een problematische opvoedingssituatie bevinden als gevolg van intrafamiliaal geweld; Plegers moeten worden aangepakt, zodat zij stoppen met het plegen van geweld en recidive wordt tegengegaan; Intrafamiliaal geweld niet langer een ‘ver-van-ons-bedshow’ is; Er zowel een hulpverlenings- als een veiligheidsvraag is binnen de cliëntsystemen; bij gelijk effect wordt gekozen voor de meest aangepaste maatregel vanuit het subsidiariteitsprincipe. De aanpak van intrafamiliaal geweld een multidisciplinaire aangelegenheid is, die de aandacht vergt van verschillende disciplines; hulpverleningsdiensten, politiediensten, justitiële diensten en bestuurlijke diensten;
• • •
De aanpak van intrafamiliaal geweld een multidisciplinair vraagstuk is waarbij intensieve afstemming, coördinatie van activiteiten, het delen van informatie en het nemen van verantwoordelijkheid succesfactoren zijn; Alle betrokken ketenpartners de noodzaak erkennen om de aanpak van intrafamiliaal geweld gezamenlijk en in onderlinge samenhang verder door te ontwikkelen. Alle betrokken ketenpartners maximaal de eigen krachten in gezinnen en hun directe leefomgeving willen versterken door inzet van geëigende methodieken, zoals netwerktafels en eigen kracht conferenties.
Experimenteel karakter Het pilootproject CO3 is een proeftuin voor arrondissement Antwerpen om te experimenteren met de samenwerking tussen diensten ‘onder één dak’ rond maatschappelijke thema’s. Het pilootproject heeft een experimenteel karakter, waarbij de deelnemende diensten samen verkennen hoe de samenwerking binnen het CO3 het meest effectief en efficiënt georganiseerd kan worden. Aan het einde van het pilootproject wordt kritisch gekeken en beoordeeld of de noodzaak bestaat om het CO3 samenwerkingsverband voort te zetten, rond welke maatschappelijke thema’s, in welke vorm, en met welke bijdrage van welke ketenpartner. Benaderingswijze De aanpak van intrafamiliaal geweld wordt ingericht op basis van de volgende (inhoudelijke) uitgangspunten met betrekking tot de rol van zowel cliënten als professionals: • • • • • • • • • • •
Systeemgericht werken: het gelijktijdig bieden van dienstverlening aan zowel slachtoffer(s), pleger(s), en kind(eren); Aanklampende hulpverlening: cliënten motiveren om hulp te zoeken om de geweldsituaties te stoppen en tot herstel te komen; Preventie, vroegdetectie en vroegtijdige interventie; Doorbreken van de intergenerationele overdracht; Doelgroepspecifieke programma’s (plegers, slachtoffers, kinderen en gezinnen als cliëntsysteem); Zoveel mogelijk gebruik maken van evidence based interventies; Waar nodig gebruik maken van drang- en dwangmaatregelen; hierbij worden afspraken gemaakt over de timing van de justitiële afhandeling als tegelijk een hulpverleningstraject loopt (bv nieuwe verhoren, op zitting brengen…). Responsibilisering: de verantwoordelijkheid van de cliënten in het gezinssysteem vooropstellen; Empowerment: de aanwezige, maar soms onderdrukte, eigen mogelijkheden en krachten bij alle gezinsleden aanspreken Betrokkenheid van de cliënt: het cliëntsysteem wordt zoveel mogelijk betrokken bij het selecteren van en besluiten over interventies die ingezet gaan worden (vrijwillig kader); Diversiteit: binnen de aanpak is aandacht voor cliëntsystemen met verschillende achtergronden, etniciteiten en nationaliteiten.
Multidisciplinaire ketensamenwerking Intrafamiliaal geweld omvat verschillende vormen. Gezien de verschillende oorzaken die hieraan ten grondslag liggen, alsook de vele gevolgen die het teweegbrengt, is er zowel een hulpverlenings- als 2 een veiligheidsvraag . Hierdoor zijn er vaak verscheidene organisaties betrokken bij een gezin waar sprake is van intrafamiliaal geweld. Binnen CO3 zullen de deelnemende diensten rond dossiers van intrafamiliaal geweld gaan samenwerken volgens een ‘ketenaanpak’ (zie ook bijlage 2). De ketenaanpak van intrafamiliaal geweld wordt gevormd door de volgende achtereenvolgende deelprocessen: 1. Onthaal en intake: in dit proces worden incidenten van mogelijke intrafamiliaal geweld gesignaleerd door verschillende diensten en (indien deze voldoen aan de criteria) aangemeld bij het CO3. De deelnemende diensten screenen de dossiers op gevaarrisico’s en indien nodig worden crisisinterventies uitgevoerd om acuut gevaar af te wenden. Ze respecteren daarbij ook bestaande of nieuwe initiatieven, zoals het Protocol van Moed in geval van kindermishandeling en het Meldpunt Misbruik en Geweld en Kindermishandeling. De signalen van intrafamiliaal geweld zijn afkomstig van diensten vanuit zowel de strafuitvoering (justitie), processen-verbaal van de politie, als hulpverleningspartners (zowel volwassenen als jeugd). 2. Dossiervorming en analyse: de pilootdossiers die voldoen aan de criteria voor CO3 worden hierbinnen multidisciplinair besproken tijdens ronde tafel bijeenkomsten. Er wordt binnen het CO3 een dossierhouder aangewezen die onder andere aanvullende informatie verzameld over het cliëntsysteem. Daarnaast worden in dit proces de dossiers geanalyseerd om een inschatting te maken van de problemen die zich binnen een cliëntsysteem voordoen, ter voorbereiding op het proces ‘weging en kwalificatie’. 3. Weging en kwalificatie: in dit proces worden dossiers van intrafamiliaal geweld gewogen (ernst van de problematiek), gekwalificeerd (welke problemen) en geprioriteerd (hoe urgent in te grijpen). Daarnaast wordt binnen dit deelproces voor elk dossier een globaal interventieplan opgesteld waarin de duurzame interventies/maatregelen worden voorgesorteerd en besloten. Dit interventieplan bevat 3 mogelijke trajecten: strafrechtelijk, bestuurlijk en hulpverlenend. In het interventieplan wordt het cliëntperspectief maximaal opgenomen. M.b.t. situaties kindermishandeling wordt gebruik gemaakt van bestaande instrumenten (bv risicotaxatie VK). 4. Toewijzing casusregie: in dit proces wordt het dossier gekoppeld aan een casusregisseur (namens CO3), wordt het interventieplan geconcretiseerd met de uitvoerende ketenpartners, en afgestemd met alle betrokken leden van het betreffende cliëntsysteem. Na bespreking met het cliëntsysteem kan het interventieplan bijgestuurd worden; om maximale betrokkenheid en samenwerking met het cliëntsysteem te realiseren. 5. Uitvoering: In dit proces worden de interventies uitgevoerd, gemonitord, gecoördineerd en bijgestuurd op basis van de beoogde resultaten voor het cliëntsysteem. 6. Evaluatie: in dit proces worden de effecten van de interventies op het cliëntsysteem geëvalueerd en wordt geëvalueerd hoe de samenwerking van ketenpartners (binnen het buiten het CO3) is verlopen.
2
Bronnen: Hilgert, T. (2010-2011). Intrafamiliaal geweld. Niet gepubliceerde cursus, Lessius Antwerpen, groep Gezondheid & Welzijn, Bachelor in de toegepaste psychologie, Antwerpen; Provinciaal domein. (2009). Themanummer Intrafamiliaal geweld. Provincie Antwerpen.
Ketenregie De coördinatie en regie over de inrichting en uitvoering van het pilootproject CO3 wordt gevoerd vanuit een ketenregieteam, dat wordt gevormd door de leden van de projectgroep CO3, voorgezeten door de procesmanager CO3.
Deelnemende diensten CO3 De volgende diensten en organisaties nemen deel aan het pilootproject CO3 en zullen met elkaar gaan samenwerken binnen de fysieke omgeving van CO3: • • • • • • • • • •
Provincie Antwerpen Stad Antwerpen Lokale Politie Antwerpen Vertegenwoordiger Politiezones buiten Stad Antwerpen Parket Antwerpen CAW Antwerpen Justitiehuis Antwerpen OCMW Antwerpen Integrale Jeugdhulp CGG Vagga
Bijdrage deelnemende diensten (addendum) Per deelnemende dienst wordt een addendum gevoegd bij deze samenwerkingsverklaring. Hierin staan de concrete afspraken die gemaakt worden tussen Stad Antwerpen, Provincie Antwerpen en de betreffende dienst over de inzet van personeel binnen CO3, personele voorwaarden van de medewerkers die afgevaardigd worden en afspraken over de aanvullende bijdrage van een dienst.
Mandaat Alle professionals die betrokken zijn bij het pilootproject CO3 beschikken over een mandaat om namens hun eigen organisatie een constructieve bijdrage te leveren aan de multidisciplinaire aanpak van intrafamiliaal geweld. Zij hebben ruimte om in het kader van het pilootproject cliëntinformatie te delen met de andere deelnemende diensten, volgens hun eigen deontologische richtlijnen.
Overige samenwerkingspartners Naast de bovengenoemde diensten zullen in de keten ook de volgende samenwerkingspartners participeren, maar niet fysiek in CO3 plaatsnemen: • Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Antwerpen • BZN De Stobbe • Vereniging voor Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims (VOEM) • Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning • Gevangenis Antwerpen • Meldpunt CLB’s • Jongerenwelzijn, verwijzende instanties (consulenten Comité en sociale dienst jeugdrechtbank)
Deze samenwerkingspartners leveren hun bijdrage aan het pilootproject CO3 door middel van (onder andere): • Deelname aan ronde tafel bijeenkomsten (op afroep, vanwege betrokkenheid in dossier); • Deelname aan weegploeg bijeenkomsten (op afroep, vanwege specifieke expertise); • Bijdrage aan de informatieverzameling rond een cliëntsysteem; • Uitvoering van interventies ten behoeve van cliëntsystemen.
Projectinrichting De inrichting en uitvoering van het pilootproject CO3 wordt georganiseerd door (een samenwerking tussen) een Bovenlokale stuurgroep CO3, een Lokale Stuurgroep CO3, een Projectgroep CO3, en verantwoordelijke medewerkers voor de inrichting van de afzonderlijke organisatieonderdelen (Communicatie, Organisatie, Personeel, Administratie- Financiën- Juridisch, Informatica, en Huisvesting- Techniek). In onderstaande figuur wordt de projectinrichting van het pilootproject CO3 schematisch weergegeven:
Bovenlokale Stuurgroep CO3 De Bovenlokale Stuurgroep CO3 is verantwoordelijk voor: • Het informeren van politiek belanghebbenden (ministers); • Het bewaken van politieke onderwerpen die in lijn liggen met de prioriteiten van het CO3; • Het monitoren van de voortgang van het pilootproject CO3.
Lokale Stuurgroep CO3 De Lokale Stuurgroep CO3 is verantwoordelijk voor: • het gemandateerd sturen richting de opstart van het pilootproject CO3: - inrichting ketenaanpak - dossiers - informatiehuishouden • Garanderen van de operationalisering van het pilootproject: - strategische werkafspraken - beschikbaar stellen en mandateren van medewerkers - mandaat verlenen aan de projectleiding • In consensus (beleids)aanbevelingen formuleren voor de ketenoptimalisering Projectgroep CO3 De leden van de projectgroep CO3, voorgezeten door de procesmanager CO3, vormen tevens het ‘ketenregieteam IFG’ voor de ketensamenwerking rond dossiers van intrafamiliaal geweld. Naast de aansturing van het CO3, dragen zij verantwoordelijkheid voor de aansturing van de ketensamenwerking in zijn geheel die ingericht is/wordt voor het arrondissement Antwerpen. In de taken en verantwoordelijkheden van de projectgroep CO3 wordt het volgende onderscheid aangebracht: • De op- en inrichting van CO3, van 1 september 2011 tot en met 31 december 2011 (inrichtingsfase); • De uitvoering van CO3, van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 (operationele pilootfase). De procesmanager van het CO3 is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en procesmatige beslissingen die worden genomen en de bijdrage die deze leveren aan de overall doelstellingen. Zij is verantwoordelijk voor de controle van de inhoudelijke beslissingen op kwaliteit, juistheid en volledigheid. Tevens is zij eindverantwoordelijk dat het CO3 operationeel wordt. Ronde tafel bijeenkomsten De ronde tafel bijeenkomsten vormen een overleg tussen ketenpartners voor de behandeling van operationele casuïstiek van intrafamiliaal geweld. • Frequentie: bij aanmelding van dossier door een professional van een dienst bij CO3 • Doel: bespreking pilootdossiers • Deelnemers ronde tafel bijeenkomsten: operationele medewerkers van deelnemende diensten binnen CO3 (standaard), operationele medewerkers van overige samenwerkingspartners (op afroep), aanmelder (die het cliëntperspectief inbrengt).
Weegploeg De weegploeg bijeenkomsten vormen een overleg voor het wegen en kwalificeren van de casussen van intrafamiliaal geweld, het inventariseren van de capaciteit in de uitvoeringspraktijk en het opstellen van een integraal plan van aanpak per casus. • Frequentie: 1 keer per week/ 1 keer per 2 weken binnen CO3 • Doel: weging en kwalificatie van pilootdossiers, bepalen globaal interventieplan, rekening houdende met het cliëntperspectief • Deelnemers weegploeg: operationele medewerkers van deelnemende diensten binnen CO3 (standaard), operationele medewerkers van overige samenwerkingspartners (op afroep), materiedeskundigen intrafamiliaal geweld (op afroep)
Duur en werkgebied van het pilootproject Het pilootproject CO3 loopt van 1 september 2011 tot en met 31 december 2014. Het pilootproject CO3 wordt geografisch gezien uitgevoerd binnen de grenzen van het gerechtelijke arrondissement Antwerpen. Van de 100 pilootdossiers worden er 80 dossiers geselecteerd die afkomstig zijn uit Stad Antwerpen. De overige 20 dossiers zijn afkomstig buiten Stad Antwerpen, echter binnen de grenzen van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen.
Gegevensverwerking en informatiedeling Het verwerken en tussen deelnemende diensten delen van persoonsgegevens en procesmatige gegevens over de status en voortgang van casuïstiek is mogelijk, mits bepaalde voorwaarden. Integrale behandeling van 100 pilootdossiers Het registreren van 100 pilootdossiers binnen het CO3 biedt de mogelijkheid om informatie tussen medewerkers van betrokken diensten te delen. Uitgangspunt is dat een geïntegreerde aanpak van een individueel dossier efficiënter en effectiever is. Uitsluitend casuïstiek waarbij er sprake is van een gezamenlijke doelstelling worden opgenomen in het pilootproject. Casussen die niet tot de 100 pilootdossiers behoren, kunnen anoniem worden behandeld voor advisering over een geschikte aanpak. Voorwaarden Om het doorgeven van niet-anonieme cliëntinformatie in overeenstemming te brengen met de met de deontologische en wettelijke regels van de diensten, wordt rekening gehouden met volgende voorwaarden: • • • • • • • •
De veiligheid van de cliënt moet gegarandeerd zijn Alle betrokken personen in het cliëntsysteem worden geïnformeerd. Ten aanzien van het/de slachtoffer(s) geldt het principe van ‘informed consent’: bij instemming voor deelname aan het project moet men duidelijk op de hoogte zijn gebracht wat dit inhoudt en de mogelijke gevolgen. De toestemming moet specifiek zijn: er wordt zo precies mogelijk omschreven over welke informatie het gaat, wie geïnformeerd zal worden binnen welke fase van het project. Toestemming van de justitiële opdrachtgever (dit geldt voornamelijk voor het justitiehuis) In het belang van het cliëntsysteem; Enkel voor die gegevens die noodzakelijk en relevant zijn; Belangen van derden mogen niet worden geschaad. Het decreet rechtspositie minderjarigen wordt gerespecteerd
Gedurende het pilootproject CO3 wordt verkend of het uitvoeringsteam van medewerkers van verschillende diensten ondersteund kan worden door het ontwikkelen van een gezamenlijk beroepsgeheim. De personen werkzaam binnen CO3 die uit hoofde van hun gedeelde werkzaamheden binnen CO3 kennis dragen van geheimen die ook hun zijn toevertrouwd, zijn gebonden aan het beroepsgeheim zoals voorzien in artikel 458 van het Strafwetboek, onverminderd art 458bis van het Strafwetboek waarbij deze personen uit hoofde van hun gedeelde werkzaamheden binnen CO3, wanneer zij kennis hebben van een misdrijf zoals omschreven in de artikelen 372 tot 377, 392 tot 394, 396 tot 405ter, 409, 423, 425 en 426, gepleegd op een minderjarige of kwetsbare volwassene, onverminderd de verplichtingen hen opgelegd door artikel 422bis, het misdrijf ter kennis kunnen brengen van de procureur des Konings, op voorwaarde dat zij het slachtoffer hebben onderzocht of door het slachtoffer in vertrouwen werden genomen, er een ernstig en dreigend gevaar bestaat voor de psychische of fysieke integriteit van de betrokkenen en zij deze integriteit zelf of met hulp van anderen niet kunnen beschermen. Toegang tot gegevens Toegang tot het registratiesysteem wordt afgeschermd voor niet-betrokken gebruikers en er wordt voorzien in een monitoring wie het registratiesysteem gebruikt heeft. Er zijn sancties voor personen die oneigenlijk gebruik gemaakt hebben van het registratiesysteem. Het delen van informatie houdt in dat de leden van het ketenregieteam niet zomaar eenzijdig handelen zonder overleg.
Aansprakelijkheid CO3 als overlegorgaan neemt de aansprakelijkheid niet over van de betrokken diensten. De diensten blijven verantwoordelijk voor eigen handelen tav cliënten en/of cliëntsystemen.
Evaluatie De werking van het samenwerkingsakkoord zal worden geëvalueerd. De evaluaties houden een procesevaluatie en een resultaatmeting in. Procesevaluatie Deze evaluatie heeft betrekking op de voortgang van het samenwerkingsproces, de vormgeving van de samenwerking tussen ketenpartners en eventuele ontwikkelingen die kunnen leiden tot bijstelling van de werkafspraken. Resultaatmeting (doelbereiking) Dit betreft de wetenschappelijke evaluatie van mate waarin de inhoudelijke doelstellingen en effecten van het pilootproject CO3 (voor zowel cliëntsystemen als de betrokken organisaties) worden gerealiseerd. Rapportage Op de volgende momenten wordt schriftelijk gerapporteerd over de (tussentijdse) evaluaties van de samenwerking: • • •
Ieder kwartaal van het pilootproject; Na afloop van ieder kalenderjaar van het pilootproject (na afloop van 2011, 2012, en 2013); Na afloop van het gehele pilootproject (eindrapportage na afloop van het kalenderjaar 2014).
Evaluatiecriteria De procesmanager CO3 is de initiatiefnemer van de evaluatie en zal in samenspraak met de andere ketenpartners de toetsingscriteria vaststellen.
Voortzetting na het pilootproject CO3 Op basis de ervaringen met het pilootproject CO3 zoals gerapporteerd in de eindrapportage wordt besloten of, en op welke manier, de samenwerking binnen het CO3 wordt voortgezet.
Ondertekening Deze overeenkomst wordt opgemaakt te Antwerpen, op [ datum ]. De vertegenwoordiger namens iedere deelnemende dienst verklaart een exemplaar van de overeenkomst ontvangen te hebben.
……………………….
BIJLAGE 1: Begrippenlijst Casus het geheel van de activiteiten door medewerkers van ketenpartners met betrekking tot één specifiek cliëntsysteem waarbinnen intrafamiliaal geweld is geconstateerd en/of vermoed. Casusregisseur natuurlijke persoon in dienst van een ketenpartner, die de uitvoering van interventies/maatregelen en activiteiten door de ketenpartners binnen een specifieke casus coördineert en bewaakt. Cliënt iedere natuurlijke persoon die betrokken is bij een casus van intrafamiliaal geweld vanwege een verdenking van een strafbaar feit, of vanwege signalen die aanleiding kunnen vormen voor het bieden van zorg- en/of hulpverlening. Ook wel aangeduid als ‘betrokkene‘ of ‘lid van een cliëntsysteem’ Cliëntsysteem een groep van meerdere cliënten die een onderlinge relatie hebben binnen een casus van (mogelijke) intrafamiliaal geweld CO3 een ‘cliënt centrale organisatie’ in arrondissement Antwerpen voor ketenpartners waarin diensten vanuit politie, justitie, hulpverlenings- en zorgsector alsmede bestuur (Stad Antwerpen en Provincie Antwerpen) multidisciplinair samenwerken met het doel intrafamiliaal geweld tegen te gaan. Dossier het geheel van informatie in het registratiesysteem over cliënten en de activiteiten van ketenpartners met betrekking tot een specifiek geval van intrafamiliaal geweld binnen een cliëntsysteem, waaronder signalen, procesgegevens, en (bijzondere) persoonsgegevens. Geweld De definitie van ‘geweld’ omvat zowel fysiek, psychisch en seksueel geweld, alsook economische verdrukking, isolatie, verwaarlozing. Het geweld kan zowel actief als passief zijn, inclusief de dreiging met geweld. Het geweld kan één of meer strafrechtelijke inbreuken vormen, maar kan ook vormen aannemen die niet als dusdanig als strafrechtelijk feit zijn omschreven. Hulpverleningsfinaliteit gezamenlijke doelstelling van ketenpartners vanuit politie, justitie, hulpverlenings- en zorgsector die betrokken zijn bij de aanpak van intrafamiliaal geweld om activiteiten uit te voeren die bijdragen aan het stoppen en voorkomen van geweld binnen de familiale sfeer van betrokkenen. Interventie / maatregel geheel van activiteiten waarmee casusmedewerkers voor en met cliënten(groepen) problemen voorkomen of oplossen om zo een bijdrage te leveren aan het bevorderen en in stand houden van de veiligheid, gezondheid en welzijn van cliënten. Intrafamiliaal geweld is elk dwingend, intimiderend gedrag dat uitgeoefend wordt tegenover een gezins- of familielid of intieme (ex-)partner én waarbij dit dwingende, intimiderende gedrag gepaard gaat met geweld of dreiging met geweld en een langdurige intrafamiliale invloed heeft op het systeem of individuen in het systeem. Binnen het begrip ‘intrafamiliaal geweld’ wordt onderscheid gemaakt tussen:
a. b. c. d. e. f.
Kindermishandeling Ouderenmis(be)handeling Oudermishandeling Partnergeweld (ongeacht burgerlijke staat) Sibling-geweld Stalking
Intrafamiliaal Primair telt dat het geweld zich voordoet in de intieme kring (familiaal of relationeel). In die zin mag misbruik/geweld door (intieme) huisvrienden niet uitgesloten worden. Het geweld kan gepleegd worden door volwassenen en minderjarigen. Kinderen en volwassenen kunnen er het slachtoffer van zijn, rechtstreeks of indirect (getuige zijn van). Zowel het plegen van gezinsgeweld als het slachtoffer zijn van intrafamiliaal geweld is niet sekse gebonden. Ketenaanpak een integrale procesgerichte samenwerking tussen ketenpartners waarbinnen de gemaakte werkafspraken tussen de diensten niet-vrijblijvend zijn. Het woord ‘keten’ heeft betrekking op een aaneenschakeling van opeenvolgende processen, die leiden tot een gewenst eindresultaat dat is afgestemd op de vraag van het cliëntsysteem. Ieder afzonderlijk proces in de keten levert op zichzelf een concreet tussenresultaat op. Aan de hand van een aantal opeenvolgende processtappen worden de activiteiten van ketenpartners binnen deze procesketen ingericht; binnen ieder proces kunnen meerdere ketenpartners een bijdrage leveren. Ketenpartner een deelnemende organisatie in de ketensamenwerking. De ketenpartners vormen de partijen die in het kader van dit samenwerkingsakkoord bijdragen aan de ketenaanpak van intrafamiliaal geweld. Ketenregieteam het team dat gevormd wordt door de ketenregisseur en procesverantwoordelijken, die gemandateerd zijn door de deelnemende diensten (middels ondertekening van dit samenwerkingsakkoord) om de ketensamenwerking in de aanpak van intrafamiliaal geweld te organiseren, stimuleren, evalueren en bewaken. Ketenregisseur natuurlijke persoon die als organisator samen met de ketenpartners doelen en resultaten van de volledige ketenaanpak intrafamiliaal geweld vaststelt, en de realisatie daarvan organiseert, stimuleert, evalueert, en bewaakt. Persoonsgegeven iedere informatie betreffende een geïdentificeerd of identificeerbaar natuurlijk persoon (de ‘cliënt’ genoemd). Proces een afzonderlijk deelproces (schakel) binnen de procesketen. Procesgegevens informatie over de status en voortgang van activiteiten door medewerkers van ketenpartners binnen een casus van intrafamiliaal geweld. Procesverantwoordelijke natuurlijke persoon die als organisator (facilitator) binnen een afzonderlijk proces van de keten samen met de ketenpartners doelen en resultaten van het proces vaststelt, en de realisatie daarvan organiseert, stimuleert, evalueert, en bewaakt.
Regie het organiseren, faciliteren, stimuleren, evalueren, en bewaken van de inrichting en uitvoering van de ketenaanpak. Ronde tafel gezamenlijk afstemmingsoverleg tussen ketenpartners over casussen van intrafamiliaal geweld op één dezelfde locatie en tijd, en met eenzelfde vooraf vastgesteld doel. Signalen informatie over de incidenten en eigenschappen binnen een cliëntsysteem die aangemeld worden bij een of meerdere ketenpartners, voorafgaand aan of tijdens de behandeling van een casus van intrafamiliaal geweld door de ketenpartners.
BIJLAGE 2: Ketenplaat
Pilootproject CO3: keten Intrafamiliaal Geweld
Doel: stoppen van geweld, voorkomen van herhaling en verhogen beschermende factoren in cliëntsysteem Lokale stuurgroep CO3
Signalerende diensten
Bovenlokale stuurgroep CO3
CO3 + partners
Onthaal Onthaal&& Intake Intake
DossierDossiervorming vorming
Activiteiten:
Activiteiten:
Activiteiten:
Activiteiten:
Activiteiten:
Activiteiten:
•Intake •Risicotaxatie •Crisisinterventie
•Ronde tafel •Informatie verzamelen •Screenen betrokkenen
•Multidisciplinair overleg •Plan van aanpak
•Plan van aanpak invullen met partners en cliënten
•uitvoeren •Coördineren •Opvolgen •Bijsturen •Nazorg
•Casus •Beleid
•Diagnosticeren cliënten
Weging Weging
Casusregie Casusregie
Uitvoering Uitvoering
Evaluatie Evaluatie
•Wetenscha ppelijk : 100 pilootdossier s