1
Pilootproject Dilbeek Horizontale samenhang
Academie “Dil’arte” September 2012- juni 2013
2
Inhoud 1.Uitgangspositie 2. Basisconcept 3. De structuur 4. De competenties 5. Het ontwikkelen van leerlijnen 6. Concrete voorbeelden 7. Evaluatie 8. Wat moet er nog gebeuren? 9. Slotconclusie
3
1.Uitgangspositie Reeds voor er ook maar sprake was van een nieuwe structuur, laat staan van pilootprojecten, bestond er in de Gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans, “Dil’arte” Dilbeek een drang naar vernieuwing van de traditionele AMV. Een eerste stap was het gebruik van kleine ritme instrumenten in de AMV les. Het aanleren van ritmen gebeurde voordien op de toentertijd normale wijze. Handgeklap, ritme taal, analyseren van ritme en vanuit de notenleerlesjes. Het gebruik van de slagwerkinstrumentjes zoals woodblock, claves en handtrom was een eerste stap naar vernieuwing. Het enthousiasme van de leerlingen en de goede evaluaties op ritmisch vlak steunden ons daarin. Verdergaan op die weg was moeilijk gezien de door de inspectie gevraagde nauwgezette toepassing van de minimumleerplannen daterend van 1990! Ons kandidaat stellen tot deelname aan het pilootproject was dan ook een voor de hand liggende keuze. De vernieuwing en de filosofie daarachter ook vertalen naar de instrumentles, horizontale samenhang, is een volgende uitdaging. Primordiaal was het vastleggen van een algemeen concept. De filosofie achter het geheel vormt een duidelijk uitgangspunt. Een uitgangspunt dat zowel voor de AMV klas (we spreken nu van een muziekles) als voor de instrumentles een basis vormt. Aanvaardbaar voor ieder. Een impuls om tot verandering over te gaan.
4
2.Het basisconcept Eerste vaststellingen We besluiten om vanuit enkele basisprincipes te vertrekken. Wat is echt essentieel voor de beginnende muzikant. Wat is er fundamenteel gelijklopend in zowel de instrument- als muziekles. Vlug werden volgende punten duidelijk
Streven naar een werkbaar verband tussen de muziek- en instrumentles Het eigenlijk doel van het pilootproject: horizontale samenwerking. Een voor de leerling bevattelijke overeenkomsten tussen de instrument- en muziekles Er is weinig verband tussen de beginmethodes van de instrumenten Een bevraging: vioolstart in D, saxofoon start met.., Fluit: klankproblemen, gitaar:…., piano: te divers (80 beginmethodes), Het “leren luisteren” Gaat gekoppeld met het ontwikkelen van het inwendig gehoor, klankvoorstellingsvermogen. Essentieel voor zowel instrument- als muziekles Het al spelend leren is een belangrijke factor Filosofie gebaseerd op de “Muzische Mens” van Bjorkvold. Een kind leert gemakkelijker, vlugger, blijvender en enthousiaster al spelend. Een kind leert al spelend, speelt om te leren. Vanaf de eerste noot wordt er gemusiceerd Geen saaie voorbereidende oefeningen, musiceerplezier is primordiaal Imitatie, inoefenen, luisteren en corrigeren zijn belangrijke didactische factoren De parallel tussen dit stadium van muziek leren en een taal leren is evident Het samenspelen wordt bevorderd vanaf het prille begin Het samen musiceren. Zowel op vocaal gebied (koor) als op instrumentaal vlak: slagwerk, ook melodisch (klokkenspel) en instrumenten: melodica. Het leren lezen van noten blijft noodzakelijk, Maar zo concreet mogelijk en slechts na het verwerven van de vaardigheden voorafgaand aan het lezen. Alles wordt eerst aangeleerd vertrekkend vanuit imitatie. Geleidelijk aan wordt een grafische voorstelling (bv. Notenbeeld) in gevoerd. Het aanleggen van een repertorium bevordert het speelplezier Het musiceren wordt door het kennen van de muziek gestimuleerd
5
De theorie uitsluitend in functie van de uitvoering, Niet abstract, geen theorie om de theorie. Een “theorieles” behoort tot de verleden tijd Het muzische in elk kind moet worden ontwikkeld Al spelend, lees musicerend, leert het kind alle muzikale parameters beheersen Drie pijlers: ritme – melodie – samenspelen Ritme: slagwerkinstrumenten: claves, woodblock, djembé Melodie: zang, klokkenspel, melodica, eigen instrument Samenspel: zang, alle instrumenten De instrumentles hanteert de zelfde uitgangspunten als de muziekles Het zingen en het samen zingen blijft een belangrijk factor
De punten staan willekeurig opgesomd. Er is geen hiërarchisch verband in belangrijkheid. Wat niet betekent dat ieder, academie – vakgroep – leerkracht, zelf een rangorde, een werkorde kan vastleggen.
6
3. De structuur
P I L O O T P R O J E C T
Tweede graad Muziekles en instrument Drie jaar Acht, negen en tien jarigen BaO: derde, vierde en vijfde leerjaar vroeger
AML L1 AMV en Samenzang
AML L2 AMV, samenzang en instrument
AML L3 AMV, samenzang en instrument
Nu: pilootproject
Tweede Graad 1 Muziekles en instrument
Tweede graad 2 Muziekles en instrument
Tweede graad 3 Muziekles en instrument
Het pilootproject omvat de twee eerste jaren van de tweede graad nieuwe structuur. Officieus zou de tweede graad tot drie jaar worden uitgebreid. In welke mate elke academie de autonomie zal hebben bovenstaande structuren zelf in te vullen, denk aan het verdelen van het urenpakket, is niet duidelijk.
T(weede) G(raad) 1 muziekles (twee lesuren) individuele zang groepszang instrumenten: boomwackers, claves, handtrom, woodblocks ritme ensemble, djembe ensemble, klokkenspel, melodica
TG 2
TG 3
instrumentles (één lesuur) individueel en kleine groep (max. 4 ll) vanaf dit schooljaar: beperkt experiment muziekles (anderhalf lesuur) zie TG 1 instrumentles (anderhalf lesuur) zie TG 1 samenspel in grotere groepen als onderdeel van instrumentles homogene groepen (zelfde instrument) ; heterogene groepen (drie lesuren) vanaf schooljaar 2014-2015 NOG NIET INGEVULD!
7
Een bijkomende mogelijkheid. Door het samenvoegen van klassen muziekles kan de cursus samenzang blijven bestaan. Het aantal lesuren wordt zo beperkt. Voor 12 klassen muziekles van gemiddeld 15 ll volstaan 4 koren van elk 45 ll of slechts 2 leraarsuren.
8
4. De competenties
Kunstig Competent in de tweede graad musiceren
Zes velden De (onder)zoeker
Nieuwsgierigheid: verwondering, zich vragen stellen, Willen: -vasthouden,-delen,-weten, -onthouden,-begrijpen Ontdekken: invalshoeken, durf, Zelfonderzoek: in vraag stellen, voorkeuren Informatie
Willen weten – in vraag stellen – naar binnen kijken – oog hebben voor het ongewone – ontdekkingen doen - verzamelen De performer
Raken: aandacht trekken, oogcontact, Tonen: uitstralen, er staan Afstemmen: verwachtingen, oog voor publiek Rituelen: opwarmen, stemmen, concentratie
9
Plankenkoorts Zich tonen – raken – plankenkoorts overwinnen – afstemmen op publiek – voorbereiden – publiek meenemen De kunstenaar
Spelen: spelplezier Verwonderen: geraakt worden Schoonheid: Scheppen: vertolken, kiezen Uitdrukken: eigen smaak Confronteren: afzetten Kwetsbaarheid Intuïtie Experimenteren
Uitdrukken – verbeelden – spelen – oog hebben voor schoonheid – experimenteren – verwonderen. De samenspeler
Eerste viool spelen Uitspelen: in de verf zetten Instemmen: volgen, luisteren, belangstelling tonen Afwachten: Tegenspelen:
Inspelen op anderen – verantwoordelijkheid nemen – zich afstemmen op anderen – teamspeler – eigen kwaliteiten uitspelen - feedback De unieke ik Eigen passie ontwikkelen – eigen dromen hebben – eigen weg bepalen – eigen valkuilen kennen – eigen troeven inzetten – eigen verhaal maken De vakman Oefenen- Finishing Touch – Techniek – Discipline - Concentratie Oefenen- Vakwerk - Vakkennis Het lijkt evident dat de academie, vakgroep, leerkracht, leerling keuzes zal maken. Zelf accenten kunnen leggen!
10
5. Het ontwikkelen van leerlijnen Uitgangspunten:
Het streven en ontwikkelen naar en van de competenties. Wij leggen de nadruk op het verwerven van vaardigheden: Verworven kunde: toepasbaar, overdraagbaar, extrapoleerbaar Dit wordt bereikt door: oefenen, herhalen, verbeteren, opbouw van een repertorium Werkvolgorde: imiteren – herkennen – uitvoeren – noteren – uitvoeren – dictee uitvoeren Luisteren en daarmee gekoppeld het ontwikkelen van het klankvoorstellingsvermogen zijn primordiaal.
Leerlijnen: een stapsgewijze weg om een bepaald doel te bereiken. Aanpasbaar aan de leerling(en) en klas en ook soepel genoeg om ad hoc op bepaalde situaties in te spelen.
Drie voorbeelden van leerlijnen voor de muziekles
Voor het djembé-ensemble Voor een ritmesectie met melodie Voor een eigen compositie
De leerlijnen zijn min of meer uitgewerkt en dienen slechts ter illustratie. Iedere vakgroep, leerkracht is in staat zelf zijn leerlijnen, naargelang zijn/haar prioriteiten te ontwikkelen
Leerlijn voor het djembé ensemble Iedereen zit in een grote cirkel, heeft eigen djembé De eerste lessen, hoeveel hangt af van de groep, zijn volledig op imitatie gebaseerd. Actief luisteren, herkennen, uitvoeren, samenspelen, improvisatie zijn doelstellingen. Hier worden er slechts drie ritmen gebruikt maar het is zeker mogelijk dit te verveelvoudigen. Iedere stap kan, soms moet worden herhaald vooraleer over te gaan tot een nieuwe stap. Alle leerlingen kunnen op die manier blijven participeren. Het inoefenen, het opbouwen van een repertorium met toonmomenten is voor het speelplezier van cruciaal belang. 1. Imitatie: leerkracht speelt voor, leerling om beurt antwoordt met zelfde ritme ( ), maak er een spel van. 2. Imitatie: aantal ritmes worden uitgebreid tot 3 ( ), 3. Imitatie/improvisatie: speel met die ritmes, laat ll een ritme kiezen 4. Imitatie:Plaats de ritmes na elkaar, laat ll in maat na elkaar spelen (zinsbouw,structuur)
11
5. Imitatie/improvisatie: laat ll ritme voorspelen, dan door andere leerlingen om beurt, per groep, samen, in dialoog, dubbelkoor. 6. Een eenvoudige meerstemmigheid, laat leerlingen een ostinaat spelen, leerkracht improviseert. 7. Ll kiezen een ritme, ostinaat; andere leerlingen kiezen ander ritme, ostinaat. Vraag en antwoord, dubbelkoor, twee ritme samen. 8. Uitbreiding van het aantal ritmen. Muzikale complexiteit wordt groter. De mogelijkheden zijn werkelijk onbeperkt. Het wanneer inbrengen van een grafische voorstelling (noten) van de ritmen hangt van de groep af. Hoe dan ook alles eerst aanbrengen door imitatie dan notatie.
op imitatie - uitvoering – musiceren (klanksterkten) op tekst – lezen – uitvoeren – musiceren er kan steeds met improvisatie-elementen worden gewerkt spelen, samenspelen, inoefenen, verbeteren zijn steeds terugkerende werkvormen.
Algemene leerlijn 1 werken op imitatie 2 invoeren van grafische (kan van alles zijn, notenschrift) voorstelling door:
Herkennen ritmen Uitvoeren, lezen ritmen aan de hand van grafisch voorstelling Eerst eenstemmig dan meerstemmig Visueel dictee: notenschrift ritmen tonen: herkennen uitvoeren Eerste eenstemmig dan meerstemmig Compositie: laat ll zelf ritmes improviseren, zelf laten noteren, zelf monteren (horizontaal/vertikaal), hun werk uitvoeren. Voeg andere muzikale gegevens toe (op imitatie, nadien notatie)
Voorbeeld van wat er mogelijk is (tweede- - derde jaar) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Laat vier leerlingen een ritme improviseren in 2/4, twee maten Oefen op imitatie ieder ritme met de klas in Laat ieder de ritmen noteren Laat ieder de ritmen uitvoeren/herkennen/voorspelen/imiteren Maak ostinaat met 1 ritme door helft van de klas Voeg een ritme met de andere helft bij Twee ostinaten met twee derden klas Tot vierstemmig Tips: Ieder onderdeel inoefenen, musiceren! Afwerking?
12
Leerlijnen
Voor een ritmesectie met melodie Voor een compositie door de leerlingen
Leerlijn: ritmesectie met melodie Uitgangspositie: leerlingen tweede leerjaar. Kunnen gemakkelijk imiteren zowel ritmisch als melodisch. Kunnen ritme in noten herkennen en uitvoeren en zelf noteren. Hebben noties van compositie (leerlijn compositie)
Vertrek van een meerstemmige compositie waar zowel melodie, tweede stem als ritmesectie aanwezig is. Leerlingen hebben voorlopig geen inzage in dit werk! Oefen en werk per onderdeel in (volgens bovenstaande methode (djembé) Breng geleidelijk aan de onderdelen bij elkaar. Verwissel regelmatig van uitvoerder (roulatiesysteem zodat alle leerlingen alle partijen kan uitvoeren en “bezit”) Vergeet nooit het muzikaal aspect; bij ons is dit klanksterkten, structuur) Werk het verkregen resultaat af (bereiken van “flow”)
Melodie kan zowel door klokkenspel en melodica maar natuurlijk ook door de ll zelf gekozen instrument , dwarsfluit bv., worden uitgevoerd. Betrek de leerkracht instrument erbij. Laat de melodie daar instuderen.
Leerlijn: compositie door de leerlingen
Laat alle onderdelen van de hierboven beschreven leerlijn door leerlingen zelf zoeken Geef zeer gerichte opdrachten: Bepaal melodie zelf, laat ritme ervan door leerlingen vinden Vertrek vanuit improvisatie (chunck’s van zes noten, plaats ze in logische volgorde (voor- en nazin) Bepaal de mogelijke ritmen voor de ritmesectie Bepaal het aantal stemmen Geef de raadgevingen op een praktische manier Beperk het compositorisch materiaal
6. Concrete voorbeelden Zie bijlage
13
7. Evaluatie Tweede graad eerste jaar Evaluatiemoment
a prima vista: zelfde opgave als enkele jaren voordien, echter met toevoeging van dynamieken en zinsbouw voorbereide les: zelfde opgave als enkele jaren voordien, echter met toevoeging van dynamieken en zinsbouw ritmeoefening: ritmen: halve, kwart, achtsten, zestienden. Ui te voeren op een instrument naar keuze (claves, woodblock, handtrom) intonatieoefening: gebaseerd op imitatie en notenbeeld. Toon wordt gespeeld, wordt door ll gelezen en nagezongen. Een twintigtal noten in totaal.
Toonmoment
“koor”: twee liedjes: “klassiek” en modern ritme ensemble klokkenspellen/melodica djembé ensemble
Tweede graad tweede jaar
Idem als TGL1 met verhoogde moeilijkheidsgraad Een zelfgemaakte groepscompositie uitvoeren cfr leerlijn schrijven Een stuk voorbereid bestaande uit melodie en ritme sectie als toonmoment uitvoeren. Met eigen gekozen instrument of zang met meerstemmige ritmesectie. Een herkenning dictee, imitatie, neerschrijven, uitvoeren Ritme en melodie in “chunck’s (hapklare brokken informatie)
Besluit: Het is nog veel te vroeg om nu reeds conclusies uit de evaluaties te trekken. Voorlopig zijn de resultaten positief. Ook op het “klassiek” examengedeelte presteren de kinderen beter dan voorheen. Wat vooral opviel was dat de overgrote meerderheid behoorlijk juist kon intoneren. De a prima vista en voorbereide les werden frequent muzikaal uitgevoerd met aandacht voor zinsbouw, ademhaling en klanksterkten. De ritme- en intoneeroefening stelden, op enkele uitzonderingen na, geen probleem. Dat de leerlingen dikwijls stressvrij op het “examen” waren, was leuk meegenomen.
14
8. Wat moet er nog gebeuren? Aankoop instrumenten Een vlugge berekening geeft ons voor een basispakket het volgende weer Djembé:
130 euro
Klokkenspel
25 euro
Melodica
25 euro
Claves, woodblock
20 euro
Dit brengt het totaal op een investering van ongeveer 200 euro per leerling. Indien de academie ter zelfde tijd werkt met twee klassen, dus ongeveer 30ll, wordt het een investering van 6000 euro. Niet onoverkomelijk maar toch.
Lesmateriaal Het quasi volledig gebrek aan lesmateriaal stelt een nijpend probleem. Alles zelf moeten schrijven kost heel wat inspanning en inzet. Ook is het niet evident te veronderstellen dat iedere leerkracht muziekles ook componist is! Een van onze leerkrachten is volop aan het werk om aan die vraag te voldoen.
Didactiek Een nieuwe didactiek vergt in de klas een geheel nieuwe aanpak. Een aanpak die ontwikkeld moet worden en dit gebeurt niet zomaar. Het uitschrijven van leerlijnen is geen sinecure voor de leerkrachten of de vakgroep maar een noodzakelijk gegeven. De vorming van de leerlingen is immers belangrijker dan de leerstof. Leerlijnen leiden die vorming in goede banen.
Cursus instrument De toepassing van de filosofie van het pilootproject in de klassen instrument/samen musiceren is nog volop aan de gang. Het ontwikkelen daarvan is een hoofdstuk apart maar om de horizontale samenwerking te optimaliseren een conditio sine qua non.
Tijdsgebrek Twee jaar van experimenteren, vergaderen, denkwerk en toepassen van ideeën is veel te weinig om alle implicaties aan te pakken. De verwerking van alle ideeën naar de instrumentles is volop in een experimentele fase. Vaststellingen daarover zijn ten vroegste pas volgend academiejaar te verwachten.
15
9. Slotconclusie Het pilootproject heeft in de academie gezorgd voor een lawine aan nieuwe ideeën. Pedagogie en didactiek staan centraal. De plaats waar ze thuis horen in een creatieve omgeving: onze academie.