Kapucijnenvoer 39 3000 Leuven +32(0)16 33 69 10 fax: +32(0)16 33 69 22 www.kuleuven.be
EVALUATIE VAN HET PILOOTPROJECT “VORMING ORIËNTATIE NAAR ERVARINGSDESKUNDIGHEID”
Else Tambuyzer Iris De Coster Prof. dr. Chantal Van Audenhove
Leuven januari 2011
Colofon
Opdrachtgever Project „Kwaliteitsbevordering van het zorgaanbod door patiëntenparticipatie‟
Onderzoeksleiding Prof. dr. Chantal van Audenhove
Financiering Koning Boudewijnstichting
Wetenschappelijk medewerkers Else Tambuyzer Iris De Coster
Leuven, januari 2011
Inhoud
1
2
3
4
5
6
Situering van het project
5
1.1
Achtergrondkader
5
1.2
De partners
5
1.3
Opzet en verloop van de vorming
5
1.4
Inbreng van LUCAS
7
Selectie van deelnemers
8
2.1
Selectiecriteria
8
2.2
Concreet verloop van de selectie
11
2.3
Bespreking van het selectieproces
12
Verwachtingen en leernoden van de deelnemers
14
3.1
Algemeen
14
3.2
Sessie 1: De eigenheid van ervaringsdeskundigheid
14
3.3
Sessie 2: Plaats van het eigen verhaal
15
3.4
Sessie 3: Kennis van de geestelijke gezondheidszorg(sector)
15
3.5
Sessie 4: Basiscommunicatie en communicatie in groepen
16
Evaluatie van de vorming
17
4.1
Sessie per sessie
17
4.2
De volledige vorming
24
Leerpunten en sterke punten
29
5.1
Leerpunten
29
5.2
Sterke punten
32
Bijlagen
33
6.1
Bijlage 1: Folder
34
6.2
Bijlage 2: Formulier leernoden, leerdoelen en verwachtingen van de deelnemers
38
6.3
Bijlage 3: Evaluatieformulier vormingssessie
40
6.4
Bijlage 4: Evaluatieformulier volledige vorming
42
3
6.5
Bijlage 5: Verslag sessie 1 – De eigenheid van ervaringsdeskundigheid
43
6.6
Bijlage 6: Verslag sessie 2 – Plaats van het eigen verhaal en herstel
47
6.7
Bijlage 7: Verslag sessie 3 – Kennis van de GGZ(-sector)
50
6.8
Bijlage 8: Verslag sessie 4 – Basiscommunicatie en communicatie in groepen 55
6.9
Bijlage 9: Observatiebril
60
Lijst tabellen Tabel 1
Planning en inhoud vormingssessies. ............................................................. 6
Tabel 2
Aanzet selectiecriteria. ....................................................................................8
Tabel 3
Voorstel selectiecriteria LUCAS. ...................................................................9
Tabel 4
Beoordeling van sessie 1 door de deelnemers. .............................................18
Tabel 5
Beoordeling van sessie 2 door de deelnemers. .............................................19
Tabel 6
Beoordeling van sessie 3 door de deelnemers. .............................................21
Tabel 7
Beoordeling van sessie 4 door de deelnemers. .............................................23
Tabel 8
Aantal deelnemers per sessie. .......................................................................24
Tabel 9
Beoordeling van de vorming door de deelnemers. .......................................25
4
1 1.1
Situering van het project Achtergrondkader
In 2010 diende het samenwerkingsverband GGALIMERO 1 het project „Kwaliteitsbevordering van het zorgaanbod door patiëntenparticipatie‟ in bij de Koning Boudewijnstichting, in samenwerking met de patiëntenorganisatie UilenSpiegel vzw. Het project werd goedgekeurd en omvatte drie luiken: 1. Identificatie van patiëntenvertegenwoordigers en met hen de beschikbare gegevens over patiëntentevredenheid van de voorzieningen kritisch bespreken (april – juni 2010). 2. Aanwerving van een ervaringsdeskundige 13u/week voor de periode september –december 2010. 3. Organisatie van een beperkte vorming voor ervaringsdeskundigheid (september – december 2010). Het project vroeg LUCAS om het derde luik mee uit te werken.
1.2
De partners
GGALIMERO: Tanja Gouverneur (projectcoördinator) Bob Cools Yoeri Coenen UilenSpiegel vzw: Rafaël Daem LUCAS: Prof. dr. Chantal Van Audenhove Else Tambuyzer Iris De Coster 1.3
Opzet en verloop van de vorming
In samenspraak met GGALIMERO en UilenSpiegel vzw werkte LUCAS de vorming ervaringsdeskundigheid concreet uit. Gezien het om een pilootproject gaat, besloten de initiatiefnemers de vorming gratis aan te bieden aan de deelnemers. De partners kozen de titel „Vorming Oriëntatie naar ervaringsdeskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg‟
1
Geestelijke Gezondheidszorg As Lier-Mechelen Regionaal Overleg.
5
Situering van het project
vanuit de idee dat het onmogelijk is een volledig (volwaardig) vormingstraject ervaringsdeskundigheid te bieden met het beperkt budget en tijdsbestek waarover het project beschikte. Rekening houdend met deze beperkingen leek een vorming van vier halve dagen aangewezen. LUCAS stelde vier thema‟s voor die het meest prioritair leken: 1. 2. 3. 4.
Eigenheid van ervaringsdeskundigheid Plaats van het eigen verhaal Context: kennis van de GGZ(-sector) Basiscommunicatie in groepen
In september 2010 verspreidden de deelnemende organisaties een folder over de vorming via hun netwerken (zie bijlage 1). Vervolgens werkte LUCAS in samenwerking met Tanja Gouverneur en Rafaël Daem een selectieprocedure voor de kandidaat-deelnemers uit (zie Hoofdstuk 2). De selectiegesprekken vonden eind oktober plaats en in november startte de vorming. Tabel 1 geeft de planning en inhoud van de verschillende sessies weer. Tabel 1
Planning en inhoud vormingssessies.
Datum & docenten 15 november 2010 Rafaël Daem Else Tambuyzer
29 november 2010 Tanja Gouverneur Johan Verstraeten
6 december 2010 Rafaël Daem Bob Cools
13 december 2010 Rafaël Daem
Onderwerp De eigenheid van ervaringsdeskundigheid Wat is ervaringsdeskundigheid? Mogelijke rollen en functies van een ervaringsdeskundige Meerwaarde van ervaringsdeskundigheid in deze rollen Plaats van het eigen verhaal Gangbare visies op herstel, empowerment, rehabilitatie en hulpverlening Stigma en discriminatie Wat/wie heeft me persoonlijk geholpen bij mijn herstel en wat is juist niet helpend? Noodzakelijke voorwaarden voor herstel Kennis van de geestelijke gezondheidszorg(sector) Organisatie van zorg met diverse partners Omgaan met psychische klachten Patiëntenrechten en juridische aspecten Basiscommunicatie & communicatie in groepen Assertiviteit Actief luisteren Spreken in publiek Efficiënt vergaderen
Wegens ziekteverlof van Rafaël Daem nam Tanja Gouverneur zijn inbreng in de sessies van 6 en 13 december over.
6
Situering van het project
1.4
Inbreng van LUCAS
LUCAS voerde de volgende activiteiten uit voor de vorming: Afbakening van de doelgroep; Voorstel voor de inhoud en structuur van de vorming; Ontwikkeling van de informatiefolder in samenwerking met Rafaël Daem en Tanja Gouverneur; Uitwerking van de inhoud van de eerste module in samenwerking met Rafaël Daem; „Doceren‟ van de eerste module samen met Rafaël Daem; Inhoudelijke ondersteuning bij de selectie van de kandidaten; Verslagvoering van de vorming; Evaluatie van de vorming (schriftelijk en mondeling); Rapportering over de vorming en de evaluatie hiervan.
7
2
Selectie van deelnemers
Bij de uitwerking van de vorming konden we niet inschatten hoe groot de interesse voor de vorming zou zijn. De groepsgrootte was vastgesteld op maximaal 12 deelnemers, opdat nog interactie mogelijk zou zijn. Rafaël Daem (ervaringsdeskundige van UilenSpiegel) en Tanja Gouverneur (projectcoördinator) voerden een selectiegesprek met elk van de kandidaten.
2.1
Selectiecriteria
Tanja Gouverneur gaf een zeer waardevolle aanzet voor de selectiecriteria (zie Tabel 2). Tabel 2
Aanzet selectiecriteria. Vragen intakegesprek
Voorkeurantwoord
Via welk kanaal bij de vorming terechtgekomen?
(Enkel ter informatie voor ons)
Kan je je eenvoudig vrijmaken voor de vorming?
Ja
Is verplaatsing / verplaatsingskosten geen probleem?
Neen
Huidig statuut? (invaliditeit/werknemer /werkloze/zelfstandige/ gepensioneerde…) Dagbesteding / engagementen? (huishouden / dagactiviteiten / vrijwilliger/werknemer) Momenteel al actief in GGZ?
Invaliditeit Vrijwilliger Ja
Wat wil je bijdragen in GGZ?
Constructief antwoord
Hoe wil je dat doen?
Concreet antwoord
Wat zijn je troeven voor die opdracht?
Blijk van inzicht
Wat denk je nog nodig te hebben vooraleer je?
Blijk van inzicht
Met één woord je hersteltraject omschrijven
Positief Totaal
LUCAS vulde de lijst van criteria aan (zie Tabel 3) en stelde een beoordelingssysteem voor: 0: probleemdomein (“rood licht”) 1: vraagt extra aandacht/twijfel (“oranje licht”) 2: constructief/kansrijk (“groen licht”) De eigenlijke selectiecriteria waren opgedeeld in de categorieën motivatie, haalbaarheid, krachten, aanvoelen vraagsteller, lerende houding & verwachtingen. Per categorie zijn er een aantal onderdelen, telkens vergezeld van één of meerdere voorbeeldvragen, gevolgd door een omschrijving van wat we precies te weten willen komen. LUCAS stelde voor om met drie basiscriteria te werken die doorslaggevend zijn in de selectie: drie criteria waar goed op gescoord moet worden. De andere criteria zijn aanvullend.
8
Selectie van deelnemers
Tabel 3
Voorstel selectiecriteria LUCAS.
Thema
Motivatie
Haalbaarheid
Voorbeeldvraag
Omschrijving
Via welk kanaal ben je bij de vorming terechtgekomen?
kennisneming van de vorming: vb. folder, e-mail, iemand bracht me op de hoogte
Wat brengt je hier? Waarom wil je graag deelnemen?
redenen, motivatie
Komt de vorming op een goed moment in je leven?
redenen, motivatie, werd er al een proces afgelegd?
Kun je je vrijmaken voor de vorming?
aanwezigheid op de 4 momenten tenzij geldige reden (ziekte etc.)
Is verplaatsing / verplaatsingskosten geen probleem?
Ben je momenteel al actief in GGZ? Welke rol neem je op?
Krachten
Antwoord deelnemer
Score (0/1/2)
Opmerkingen vraagsteller
Geen scoring
basiscriterium
Vervoer op eigen kosten. Er kan wel gezocht worden naar oplossingen (vb. samenrijden) indien er problemen zijn. kan belangrijk zijn om een goede 'mix' van deelnemers te kiezen Vb. vertegenwoordiging & belangenbehartiging; informatie, voorlichting, advies (vb. getuigenis); training, vorming, lotgenoten helpen
Wat wil je bijdragen aan de GGZ?
drijfveren, we verwachten constructief antwoord
een
inschatting, geen vraag: houding t.o.v. de GGZ
houding t.o.v. de GGZ: heeft de persoon een open, constructieve houding? (kritische houding is geen probleem, een vijandige houding wel)
Hoe wil je dat doen?
concreet antwoord
Wat zijn je troeven voor die opdracht?
blijk van inzicht, zelfkennis
basiscriterium
9
Selectie van deelnemers
Aanvoelen vraagsteller
Lerende houding & verwachtingen
Wat denk je nog nodig te hebben vooraleer je die opdracht kunt vervullen?
blijk van inzicht, zelfkennis, verwachtingen; vb. Praktische zaken, ondersteuning, …
Hoe voel ik mij, als vraagsteller, ten aanzien van de kandidaat?
ruimte laten voor subjectief aanvoelen
inschatting: lerende houding: formuleert de persoon zelf doelen, hoe stelt hij zich op? Passief, afwachtend, of formuleert hij leerdoelen?
peilen naar wens tot bijleren, (maar ook weten dat de vorming beperkt is tot 4 thema's op 4 momenten)
Volgde je recent nog vormingen? Zo ja, welke?
nagaan lerende houding
andere
Wat interesseert je het meeste? Welke module spreekt je het meeste aan?
overlopen aan de hand van de folder; inschatting drijfveren, leerdoelen
Heb je het gevoel dat je al kennis hebt over één of meer van de thema's?
nagaan van voorkennis
In welke mate ben je in staat je te concentreren? Vb. 1 uur lang,
Bereidheid zich te concentreren gedurende de module (aandachtspunt: voldoende pauzes voorzien)
Verwachtingen formulier)
Na het gesprek wordt een kort formulier meegegeven dat peilt naar de verwachtingen per module. Dit formulier wordt ter plekke ingevuld en afgegeven. Vooral ter voorbereiding van de vorming eerder dan voor de selectie.
per
sessie
(via
basiscriterium
/
Geen scoring
10
Selectie van deelnemers
De drie basiscriteria: 1 2 3
2.2
Aanwezigheid: de persoon moet aanwezig kunnen zijn op de 4 momenten (tenzij ziekte etc.). Hier is dus een 2-score vereist. De persoon moet een lerende houding hebben: hier verwachtten we minstens een 1score De persoon moet constructief staan t.o.v. de GGZ: ook hier verwachten we minstens een 1-score.
Concreet verloop van de selectie
Op 22 en 28 november vonden 29 selectiegesprekken plaats, geleid door Rafaël Daem en Tanja Gouverneur. Zij lieten zich inspireren door de voorgestelde criteria, maar volgden deze niet strikt op. Bij de beoordeling baseerden de beoordelaars zich vooral op de vijf grote thema‟s binnen de selectiecriteria (motivatie, haalbaarheid, krachten, aanvoelen vraagsteller, lerende houding & verwachtingen). Er werd rekening gehouden met de subcategorieën, maar tijdens de gesprekken zelf werd geen score toegekend aan de criteria. De quotering gebeurde telkens na de gesprekken. Enkele criteria waarmee in deze selectieprocedure geen rekening gehouden werd, zijn het statuut 2 van de kandidaten, hun dagbesteding 3 , hun opleiding, hun geslacht, etc. De beoordelaars hadden bovendien geen specifieke groepssamenstelling voor ogen: er werd geen specifieke verdeling naargelang geslacht, leeftijd, statuut etc. nagestreefd. Tijdens de gesprekken werden 5 selectiecriteria gebruikt: Beschikbaarheid Motivatie Lerende houding Krachten Aanvoelen van de vraagstellers bij de kandidaat o Vb. Een kandidaat die reeds een druk, actief engagement heeft en voor wie de oriëntatievorming eerder overbodig is, wordt niet weerhouden. o Vb. Een persoon voor wie de oriëntatievorming niet op het juiste moment in zijn/haar herstelproces valt, wordt niet weerhouden.
2
Statuten: werknemer, werkloze, invaliditeitsuitkering, zelfstandige, gepensioneerde, ander.
3
Dagbesteding: huishouden, dagactiviteiten, vrijwilliger, werknemer/zelfstandige, ander.
11
Selectie van deelnemers
Na ieder onderhoud met de kandidaten gaven de vraagstellers elk apart volgende quotering per kandidaat: +: bijzonder geschikte kandidaat 0: vraagtekens bij antwoorden gegeven door de kandidaat -: minder geschikte kandidaat Bij unanimiteit over een +-beoordeling door de twee vraagstellers kregen deze kandidaten voorrang op die kandidaten waarover er geen unanimiteit was. Met deze werkmethode werden 15 kandidaten weerhouden. Gelet het vooropgestelde aantal van 12 kandidaten, werd een tweede selectieproces uitgevoerd. Hierbij werden vier criteria gebruikt, die door de twee vraagstellers afzonderlijk gequoteerd werden van 1 tot en met 5: Beschikbaarheid Lerende houding Houding ten aanzien van de GGZ Aanvoelen van de vraagstellers bij de kandidaat (voorbeelden zie hoger op deze pagina) De resultaten werden eerst afzonderlijk en vervolgens gemeenschappelijk opgeteld, waardoor er een rangschikking van de 15 resterende kandidaten ontstond. De 12 kandidaten met de hoogste rangschikking werden uitgenodigd voor de vorming. De drie kandidaten met laagste rangschikking (van de 15) werden opgenomen in een reservebestand, voor het geval iemand van de 12 kandidaten onverwacht zou uitvallen. Op het einde van de gesprekken met alle kandidaten werd als blijk van waardering voor de deelname aan de selectiegesprekken lidmaatschap aangeboden door vzw UilenSpiegel. Rafaël Daem bracht de kandidaten via e-mail op de hoogte of ze al dan niet geselecteerd waren. De kandidaten kregen ook de mogelijkheid om telefonisch met hem te communiceren over de beslissing. 2.3
Bespreking van het selectieproces
Selectieprocedure De ambitie van dit pilootproject was om proef te draaien met een beperkt aantal personen met de bedoeling deze belangrijke beweging van ervaringsdeskundigheid beter te leren kennen en kracht bij te zetten. De selectieprocedure is vlot verlopen. Een aandachtspunt voor de toekomst is dat de procdure op een nog objectievere wijze kan gebeuren, bijvoorbeeld indien er tijdens het gesprek een formulier ingevuld wordt en er onmiddellijk gescoord wordt op de verschillende criteria. Het is best om de procedure in de toekomst nog concreter uit te werken en de impact ervan goed in te schatten. Bij de aanvang van de huidige vorming wisten de projectpartners niet hoeveel geïnteresseerden er zouden zijn. Ze
12
Selectie van deelnemers
bepaalden een minimum en maximum aantal deelnemers, maar dachten vooraf niet uitgebreid na over het omgaan met niet-geselecteerde kandidaten. In toekomstige initiatieven is het aangewezen om de selectieprocedure nog nauwkeuriger uit te werken, inclusief de communicatie met niet-geselecteerde kandidaten. Uit verschillende hoeken hoorden we dat sommige personen die niet weerhouden waren teleurgesteld waren. Hoewel de niet-selectie in de meeste gevallen een organisatorische kwestie was (“veel kandidaten voor weinig plaatsen”), ervaarden enkele kandidaten dit als een afwijzing of mislukking. Het is van belang om erop te letten dat een vorming die een empowerend doel heeft, niet het tegenovergestelde effect heeft op niet-geselecteerde kandidaten. Het is ook van belang om degenen die de selectieprocedure uitvoeren voldoende te ondersteunen. Een tandem ervaringsdeskundige – professional kan hierbij zinvol zijn. Enkele leerpunten voor de toekomst: Werk een duidelijke selectieprocedure uit o Het is belangrijk erover te waken dat de kandidaten de selectie niet ervaren als een ‘sollicitatiegesprek’ of als een uitspraak over hun capaciteiten, maar dat de selectie gebeurt in een open gesprek waar de criteria transparant zijn en samen besproken worden. Communiceer in de folder duidelijk over deze selectieprocedure: o Benoem hoeveel personen de vorming kunnen volgen o Communiceer over de selectiecriteria Werk een communicatieprocedure uit voor geselecteerde en niet-geselecteerde kandidaten. o Geef aan welke andere vormingskansen er zijn zodat er toch een positief alternatief is.
De geselecteerde groep De resultaten van de selectieprocedure lijken positief. Over het algemeen leek de vorming goed afgestemd op de profielen van de deelnemers. Eén deelnemer benoemde tijdens de evaluatie ook dat het een sterke groep was. In de toekomst kan er misschien nog meer expliciet gepeild worden naar de rollen die de kandidaten in de toekomst wensen op te nemen, omdat er op dat punt een verschil lijkt te bestaan. De vorming was vooral gericht op vertegenwoordigersrollen, terwijl verscheidene deelnemers een rol in de hulpverlening of in lotgenotencontact ambiëren. Gaandeweg haakten twee deelnemers af omdat ze zich mentaal nog niet volledig „klaar‟ voelden om effectief als ervaringsdeskundige aan de slag te gaan.
13
3
Verwachtingen en leernoden van de deelnemers
Alle kandidaat-deelnemers kregen vóór het selectiegesprek een korte vragenlijst toegestuurd over hun verwachtingen en leernoden (zie Bijlage 2). Hieronder een samenvatting van de antwoorden. 3.1
Algemeen
De kandidaten wilden deelnemen vanuit 5 verschillende insteken: 1. 2. 3. 4. 5.
Ze willen een vertegenwoordigingsrol opnemen; Ze willen lotgenoten helpen, een herstelgroep of zelfhulpgroep begeleiden; Ze willen een hulpverlenerrol opnemen; Ze willen hun eigen verhaal brengen via een getuigenis; Ze willen hun eigen herstelproces bevorderen.
Vooral de eerste drie motivaties kwamen dikwijls voor. Voor een aantal deelnemers betekent de vorming een eerste stap naar erkenning en herkenning van de taken die ze al uitvoeren. Het uitwisselen van ervaringen en van aangenaam lotgenotencontact kwam ook meermaals aan bod. Verscheidene personen drukten de wens uit op een positieve manier hun steentje te kunnen bijdragen aan anderen of aan de maatschappij. De vraag werd ook gesteld of er nog iets met/na de vorming gebeurt achteraf en of er verwachtingen bestaan ten aanzien van de cursisten. Enkele deelnemers gaven meer informatie over de concrete werkvorm die ze verkiezen tijdens de cursus. Het is duidelijk dat men een wisselwerking van theorie en ervaring of praktijk wenst. Naast de 4 grote thema‟s die in de verschillende sessies aan bod komen, willen de deelnemers volgende zaken leren: Meer inzicht verkrijgen in de eigen mogelijkheden (sterktes, zwaktes); Een rol spelen in het herstelproces van anderen: hen helpen concrete stappen op weg naar zelfrespect te zetten, hen motiveren om het goede te zien en te doen, hen op sleeptouw te nemen om hen in hun herstel te laten geloven. Belangrijk hierbij is het bewaken van de eigen grenzen. 3.2
Sessie 1: De eigenheid van ervaringsdeskundigheid
Eerst en vooral willen de deelnemers weten wat ervaringsdeskundigheid precies inhoudt, wat zijn verschillende mogelijke rollen en functies zijn en op welke werkterreinen hij ingezet kan worden. Men is ook benieuwd naar de huidige situatie, wat het aandeel is van (ex-)patiënten in de kijk op psychiatrische zorgverlening en hoe men dit ziet evolueren. Ook het statuut van de ervaringsdeskundige roept vragen op: “gaat het om vrijwilligerswerk of kan het op termijn een echte job worden?” Daarnaast zijn er een aantal 14
Verwachtingen en leernoden van de deelnemers
vragen over hoe de rol van ervaringsdeskundige zich verhoudt tot andere rollen, zoals de hulpverlenerrol en de patiëntenrol. Er bestaan ook vragen rond de verwachtingen die gesteld zullen worden aan personen die een rol als ervaringsdeskundige wensen op te nemen. Specifiek leven er veel vragen rond de eigen geschiktheid om zulke rol op te nemen en welke rol het best bij hen past. Men vraagt zich ook af wat de grenzen van zulke rol zijn: wat niet mogelijk is. Verscheidene deelnemers zijn geïnteresseerd in hoe ze de rol van ervaringsdeskundige kunnen invullen op een helpende manier. Sommigen verwijzen naar concrete situaties zoals Beschut Wonen, cliëntenraden, etc. en willen dus ook over praktijktoepassingen leren. De meerwaarde en valkuilen (vb. eigen kwetsbaarheid) van ervaringsdeskundigheid en in hoeverre een ervaringsdeskundige mee kan wegen op het beleid roepen ook vragen op. Het liefst hoort men de ervaringen van iemand die momenteel al een rol van ervaringsdeskundige inneemt. Ten slotte vragen enkele deelnemers naar een theoretisch achtergrondkader ter structurering, naar conflicterende visies en mogelijk conflicterende reacties op ervaringsdeskundigheid. Er is alleszins aandacht nodig voor diversiteit, creativiteit en uniciteit. 3.3
Sessie 2: Plaats van het eigen verhaal
Heel wat vragen gaan over de inzet van het eigen verhaal om anderen te helpen. Verscheidene mensen willen een ondersteunende rol opnemen en vragen zich af hoe ze hun ervaringskennis op een positieve manier kunnen overbrengen. Men wil ook leren op welke manier men best omgaat met cliënten in de GGZ. Eén persoon wil het eigen verhaal specifiek gebruiken om scholieren bewust te maken van het feit dat ook zij ziek kunnen worden. Veruit de meeste vragen gaan over de wijze waarop het eigen verhaal concreet gebracht kan worden. Hoe brengt men dit verhaal op een boeiende, gestructureerde manier, hoe plaatst men het en hoe bewaakt men zijn eigen grenzen. Men wil graag een “mooi sluitend levensverhaal maken” maar dit toch ook overstijgen. Verscheidene personen willen graag de ervaringen horen van andere deelnemers met het omgaan met het eigen verhaal. Ze zijn zowel geïnteresseerd in de ervaringen zelf als in hoe deze overgebracht worden. Men is zowel geïnteresseerd in praktijkverhalen als in theorie over herstel, stigma etc. Enkele deelnemers willen leren hoe ze hun ervaringen kunnen gebruiken om knelpunten bespreekbaar te stellen binnen een organisatie. 3.4
Sessie 3: Kennis van de geestelijke gezondheidszorg(sector)
Een eerste groep vragen gaat over kennis van de verschillende ziektebeelden, men wil een “cursus psychologie voor dummies”, zoals één van de deelnemers het verwoordt. Hierbij wil men ook weten hoe men best kan omgaan met de verschillende ziektes en hoe ziektes door de omgeving ervaren worden. Naast theorie is men ook geïnteresseerd in ervaringen met psychische klachten. Daarnaast willen enkelen de verschillende soorten 15
Verwachtingen en leernoden van de deelnemers
behandelingen/therapieën en hun beoogd doel leren kennen. Eén iemand wil professionele kennis opdoen, “zodat je je echt als een hulpverlener kan opstellen”. Er leven ook heel wat vragen over de organisatie van de GGZ. Van belang is dat deze kennis op een praktische wijze gebracht wordt. Men wil een hanteerbaar overzicht, een organigram van de verschillende organisaties en hoe deze zich tot elkaar verhouden. Men wil weten welke organisaties zich bezighouden met welke problemen en hoe de verschillende vormen van zorg gecombineerd kunnen worden. Iemand is geïnteresseerd in de bevoegdheidsverdeling (federaal/Vlaams). Een ander wil graag een evaluatie van de sterktes en zwaktes van ons systeem, eventueel in internationaal perspectief. Men vraagt zich ook af wat de plaats is van de ervaringsdeskundige in dit geheel. Daarnaast vraagt iemand zich af hoe mensen terechtkomen in de GGZ. Er bestaan ook enkele vragen over de toekomstige organisatie van de zorg, wat de beleidsplannen zijn. Men wil bovendien meer weten over wetgeving in het algemeen en hoe dit in praktijk van belang kan zijn bij een rol als ervaringsdeskundige. Meer specifiek bestaan er vragen over patiëntenrechten, het beroepsgeheim, rechten en plichten van cliënten en organisaties binnen de GGZ, de wet op de privacy. Daarnaast wil men leren over de ethische codes van de GGZ in omgang met psychische klachten (beroepsethiek) en hoe cliëntenparticipatie wettelijk vastgelegd zijn. Ten slotte is iemand geïnteresseerd in wetgeving i.v.m. uitkeringen, medisch adviseurs, vrijwilligersstatuut binnen een vzw, … 3.5
Sessie 4: Basiscommunicatie en communicatie in groepen
Verscheidene personen willen hun communicatievaardigheden in gesprekken in het algemeen verbeteren en anderen willen hun assertiviteit verbeteren. Verscheidene kandidaten willen leren spreken voor publiek en willen bijleren over efficiënt vergaderen.
16
4
Evaluatie van de vorming
Na elke sessie vulden de deelnemers een evaluatieformulier in en vond een mondelinge evaluatieronde plaats. Tijdens de laatste sessie werd een bijkomend evaluatieformulier over de volledige vorming uitgedeeld (formulieren zie bijlagen 3 en 4). De evaluatieformulieren waren niet anoniem, maar werden wel vertrouwelijk behandeld. Behalve de onderzoeker had niemand toegang tot de evaluatieformulieren. Deze werkwijze werd gekozen om het proces van de deelnemers te kunnen opvolgen en de vorming te kunnen bijsturen indien nodig. Daarnaast is een belangrijk aspect bij het verwerven van ervaringsdeskundigheid het leren uitkomen voor je eigen mening. De gegevens werden geanonimiseerd verwerkt (elke deelnemer kreeg een code) en de papieren formulieren werden na het beëindigen van de vorming vernietigd. In de toekomst is het belangrijk om dergelijke werkwijze goed te kaderen. Een uitgebreid verslag van elke sessie is terug te vinden in bijlagen 5 tot 8. De docenten en de observatoren registreerden hun observaties en oordeel over de verschillende sessies aan de hand van een observatiebril (bijlage 9). Hieronder geven we eerst per sessie de beoordeling door de deelnemers en door de docenten en observatoren weer en daarna bespreken we de evaluatie van de gehele vorming. 4.1
Sessie per sessie
De vorming bestond uit vier sessies: 1) de eigenheid van ervaringsdeskundigheid; 2) de plaats van het eigen verhaal; 3) kennis van de GGZ(-sector) en 4) basiscommunicatie en communicatie in groepen. 4.1.1
Sessie 1 – De eigenheid van ervaringsdeskundigheid
We bespreken eerst de evaluatie door de deelnemers en daarna door de docenten en beoordelaars. Evaluatie door de deelnemers De startsessie kreeg een goede score van 4,19 op 5 waarbij de deelnemers aangaven dat ze geboeid waren door de inhoud (Tabel 4). De deelnemers vonden volgende zaken interessant: De definitie, meerwaarde, doelen, rollen en valkuilen van ervaringsdeskundigheid Ervaringen uitwisselen met lotgenoten
17
Evaluatie van de vorming
Voor sommigen was de sessie inhoudelijk echter niet vernieuwend genoeg. Zij misten onder meer volgende aspecten: Wat niet de bedoeling is als ervaringsdeskundige Praktijkvoorbeelden, vb. hoe op de werkvloer omgaan met patiënten Luisteren naar een “echte” ervaringsdeskundige (vb. iemand die de opleiding ervaringsdeskundigheid in de armoede en sociale uitsluiting volgde en een betaalde functie als ervaringsdeskundige uitoefent) Praktische informatie om aan de slag te gaan als ervaringsdeskundige (vb. organisaties om te solliciteren, overzicht van wat andere organisaties zoals Similes ervaren rond ervaringsdeskundigheid) Oplossingen voor de valkuilen Iets meer ruimte voor discussie Tabel 4
Beoordeling van sessie 1 door de deelnemers.
Legende: 1 = Onvoldoende 2 = Matig 3 = Voldoende 4 = Goed 5 = Zeer goed
Boeien van deelnemers Didactische methoden Tevredenheid over de praktische aspecten Tevredenheid over de sessie Aansluiting bij voorkennis Aansluiting bij verwachtingen Aanreiken nieuwe informatie Totaal
Gemiddelde score (N = 12) 4,58 4,50 4,50 4,08 4,08 3,83 3,75 4,19
Minimum
Maximum
4 4 3 3 3 2 2
5 5 5 5 5 5 5
De didactische methoden en praktische aspecten kregen een goede beoordeling. De afwisseling tussen theorie en praktijk en lesmomenten en pauzes werden geapprecieerd. Het lesmateriaal en het taalgebruik waren aangepast en duidelijk. Evaluatie door docenten & observator Inhoudelijk leverden de delen over de rollen, het statuut en de valkuilen van ervaringsdeskundigheid de meeste vragen en discussie op. De definitie riep nauwelijks vragen op. De meeste concepten en termen waren duidelijk, al was Wilma Boevink (als „schoolvoorbeeld‟ van ervaringsdeskundigen) nog niet gekend door de deelnemers. Het is een grote meerwaarde als er (zoals het geval was) een ervaringsdeskundige aanwezig is die praktijkvoorbeelden kan geven. Het deel over de valkuilen kan in de toekomst best interactief verlopen, zodat de deelnemers eigen ervaringen kunnen inbrengen. Nu was er hier en daar wat aandachtsverlies bij dit deel. Eén van de observatoren vraagt zich af of deze sessie inhoudelijk niet beter als derde sessie gepland wordt in de toekomst. Anderzijds is er wel een inleiding nodig, en daarvoor is deze inhoud zeer geschikt. Een 18
Evaluatie van de vorming
tussenweg kan zijn om een korte inleiding te geven in de eerste sessie en er later op terug te komen met meer concrete uitwerking en praktijkvoorbeelden en – oefeningen. Didactisch verliep de sessie vlot. De PowerPoint voorstelling werkte ondersteunend en de discussie in twee groepen was een aangepaste werkvorm, al zou het nog beter zijn als de groepen verder uiteen konden zitten (om elkaar zo niet te storen). De planning en het time management gebeurde goed, al waren sommige delen misschien wat te krap getimed, zodat er soms net te weinig ruimte voor discussie was. De groep deelnemers was zeer divers. Zo heeft een aantal deelnemers al concrete toepassingen en/of werkvelden als ervaringsdeskundige voor ogen terwijl anderen nog meer aan het begin van een proces staan en nog zeer zoekend zijn. Onderling was er veel respect voor elkaars inbreng en wisselden de cursisten al voorzichtig ervaringen uit, zowel tijdens de lesmomenten als tijdens de pauzes. De houding van de deelnemers was lerend en constructief, maar wel kritisch. 4.1.2
Sessie 2 – Plaats van het eigen verhaal en herstel
Evaluatie door de deelnemers De tweede sessie kreeg gemiddeld de beste beoordeling van de vier sessies. Vooral het boeien van de deelnemers en de didactische methoden scoorden zeer hoog (Tabel 5). De veelvuldige verwijzingen naar werkzame ervaringsdeskundigen en naar boeken werden sterk geapprecieerd. Inhoudelijk werden vooral volgende zaken als boeiend beschouwd: De voorwaarden voor herstel Het feit dat herstel een voortdurend proces is Herstel is de draad van het gewone leven weer opnemen Dat ervaringsdeskundigen een voorbeeldfunctie kunnen hebben en hoop kunnen geven Tabel 5
Beoordeling van sessie 2 door de deelnemers.
Legende: 1 = Onvoldoende 2 = Matig 3 = Voldoende 4 = Goed 5 = Zeer goed
Boeien van deelnemers Didactische methoden Tevredenheid over de praktische aspecten Aanreiken nieuwe informatie Tevredenheid over de sessie Aansluiting bij voorkennis Aansluiting bij verwachtingen Totaal
Gemiddelde score (N = 12) 4,67 4,50 4,42 4,42 4,25 3,67 3,67 4,23
Minimum
Maximum
4 4 3 1 1 1 1
5 5 5 5 5 5 5
Ondanks de positieve beoordeling kwamen ook enkele leemtes naar voren:
19
Evaluatie van de vorming
Te weinig tijd voor discussie Eigen verhaal Graag meer theorie Te veel nadruk op zorg en individuele benadering (soms medische invulling). Slechts beperkt empowerment en burgerrechtenconcept. Te weinig aanzetten om zelf op zoek te gaan. Materiële thema‟s bij de voorwaarden tot herstel (woonsituatie, inkomen) Didactisch waardeerden de cursisten de inbreng van de docenten in hoge mate: ze kwamen geloofwaardig en enthousiast over. Sommigen vonden dat er een goede afwisseling tussen het academische en het interactieve was, terwijl andere deelnemers vonden dat er te weinig tijd voor verdieping was. De praktijkoefeningen hadden wisselend succes: waar sommigen deze sterk apprecieerden, vonden anderen de oefeningen weinig interessant. De laagste score voor deze sessie betrof het aansluiten bij de verwachtingen van de deelnemers. Dit is te verklaren doordat de inhoud van deze sessie niet helemaal overeenkwam met wat er in de folder stond. Veel deelnemers verwachtten concrete informatie over het brengen van het eigen verhaal: de begrenzingen, wat anderen kan helpen, … Evaluatie door docenten & observator Er leefde veel interesse bij de cursisten voor deze sessie. Ze waren dan ook zeer aandachtig. Er is wel een blijvende nood aan extra informatiebronnen (websites, boeken, namen). Tijdens deze sessie werden veel afkortingen en vaktermen gebruikt. Sommige afkortingen4 en concepten waren niet gekend en moesten uitgelegd worden. Iemand ervaart de term “het gewone, dagelijkse leven” als stigmatiserend. Verder stelde iemand de vraag naar de link tussen langdurige psychische problemen en handicap. Volgens hem/haar kwam dit te weinig aan bod. De omgang tussen de deelnemers verloopt positief. Eén persoon vertoonde wel lichte weerstand. Over het algemeen zijn de cursisten positief ingesteld. Onder de deelnemers leefde de vraag wat de toekomstperspectieven waren na deze vier vormingssessies. De docenten konden hier nog geen antwoord op geven.
4
Vb. ADL = Activiteiten Dagelijks Leven; IBP = Individueel Begeleidngsplan; Liberman-modules, bemoeizorg,
20
Evaluatie van de vorming
4.1.3
Sessie 3 - Organisatie en wetgeving van de GGZ
Evaluatie door de deelnemers Deze sessie kreeg in het totaal een eerder goede beoordeling van 3,97 op 5 (Tabel 6). Voor veel deelnemers was de aangereikte informatie nieuw. Tijdens deze sessie werd een groot aantal afkortingen en vaktermen vermeld. Het deel over patiëntenrechten bleef iets minder hangen bij sommige cursisten. De deelnemers apprecieerden de inbreng van Tanja (die op korte tijd bijgesprongen is) zeer sterk. Inhoudelijk onthielden de deelnemers vooral volgende aspecten uit deze sessie: De evolutie van de GGZ naar “samenleven” en “welzijn”, en naar ambulante hulpverlening De complexe bevoegdheidsverdeling en organisatie van de zorg Dat België nog een groot inhaalmanoeuvre te maken heeft Dat de patiëntenrechten te weinig gekend zijn en toegepast worden Tabel 6
Beoordeling van sessie 3 door de deelnemers.
Legende: 1 = Onvoldoende 2 = Matig 3 = Voldoende 4 = Goed 5 = Zeer goed
Aanreiken nieuwe informatie Boeien van deelnemers Tevredenheid over de sessie Aansluiting bij voorkennis Tevredenheid over de praktische aspecten Didactische methoden Aansluiting bij verwachtingen Totaal
Gemiddelde score (N = 11) 4,55 4,00 4,00 4,00 3,82 3,73 3,73 3,97
Minimum
Maximum
4 3 3 3 3 3 3
5 5 5 5 5 5 4
Daarnaast waren er ook enkele leemtes: Omgaan met psychische klachten kwam niet aan bod; erg spijtig. Wettelijk kader van beroepsgeheim, collocatie, … Praktijk. Concrete informatie. Hoe gaat het in zijn werk in een ziekenhuis. Meer zicht op hoe mensen terecht komen in de GGZ, hoe worden ze benaderd individueel, in groep, hoe betrekt men de omgeving, … De interactie met de deelnemers. Bij het eerste deel van „organisatie van de zorg‟ duidelijker aantonen waar mogelijke inbreng van „cliënten‟ mogelijk is De PowerPoint vertrekt misschien wat te veel vanuit hulpverlenerperspectief Ondersteuning over hoe de dingen concreet verlopen. 21
Evaluatie van de vorming
Er is altijd te weinig tijd. De beoordeling van de didactische methoden lag iets lager dan tijdens de twee vorige sessies. Dit had er waarschijnlijk mee te maken dat verscheidene deelnemers de inhoud als “droge kost” ervaarden. Toch vonden de deelnemers de sessie interessant. Eén iemand vond dat de sessie gebracht werd met “doorleefde deskundigheid”. Tijdens het tweede deel over patiëntenrechten waren de cursisten blij met de discussiemomenten. Algemeen vonden sommigen dat er te veel theorie in één keer werd gegeven en dat er iets te weinig plaats was voor groepswerk, vragen en bedenkingen. De verstrekte informatie werd wel als zeer duidelijk en overzichtelijk ervaren. Praktisch gezien vragen enkele deelnemers om afgedrukte slides te krijgen met schrijfruimte. Ook bij deze sessie kreeg de aansluiting bij de verwachtingen de laagste score. Opnieuw had dit te maken met een discrepantie tussen de werkelijke inhoud van de sessie en wat er vermeld was in de folder. Deze vermeldde immers ook „omgaan met psychische klachten‟. Enkele deelnemers hadden bijgevolg meer concrete informatie over de „werkvloer‟ verwacht: hoe omgaan met iemands psychische klachten? Ga je erin mee of juist niet? Hoe komen mensen terecht in de GGZ, hoe worden ze behandeld, … Evaluatie door docenten & observator Tijdens het eerste deel van deze sessie – organisatie van de GGZ – waren de deelnemers zeer stil en noteerden ze veel. Aan het einde waren ze een beetje passief. Wellicht waren ze wat overdonderd door de grote hoeveelheid informatie. Er waren ook minder vragen en discussie dan de vorige keren, maar de vragen waren wel pertinent. Ook tijdens deze sessie werd een groot aantal afkortingen en vaktermen vermeld, maar de meeste werden toegelicht. Eén cursist vroeg naar pauze en ging voortijdig naar huis wegens concentratieproblemen. Tijdens het deel over de patiëntenrechten is er veel interesse en interactie. Twee thema‟s die daar sterk aanspreken zijn de “second opinion” en het inkijken van het eigen dossier. Verscheidene deelnemers zijn kritisch over de toepassing van de patiëntenrechten in de praktijk. Didactisch bekeken leek alles vlot te verlopen: de deelnemers waren geboeid en Bob gaf een bevlogen indruk. Anderzijds was het voor sommige deelnemers misschien een te grote brok “droge” informatie in één keer. Een aantal discussiemomenten inlassen kan de grote hoeveelheid misschien ook wat “verteerbaarder” maken. De sessie begon en eindigde ook op tijd. Een klein stuk van de slides werd overgeslagen, maar achteraf ontvingen de cursisten verscheidene teksten ter uitdieping. Tijdens deze sessie kwam een duidelijk verschil naar voren tussen de focus van de vorming en het perspectief van sommige deelnemers. De vorming werd impliciet vooral op de vertegenwoordigersrol gericht, terwijl verscheidene deelnemers de hulpverlenersrol lijken te verkiezen. Er zijn dus discrepante rolverwachtingen.
22
Evaluatie van de vorming
4.1.4
Sessie 4 - Basiscommunicatie en communicatie in groepen
Evaluatie door de deelnemers De laatste sessie over communicatie behaalt een goede totaalscore van 4,01 op 5 (Tabel 7). Hier scoren de didactische methoden het hoogst. Een belangrijke reden voor deze goede score zijn de vele oefeningen: “praktijk is leuk”. De theorie werd goed gecombineerd met de praktijk. Deze vorming was volgens een deelnemer de belangrijkste om aan de slag te gaan als ervaringsdeskundige. Inhoudelijk bleven vooral volgende aspecten hangen: Parafraseren, actief luisteren De praktijkgerichte oefeningen, de herkenbaarheid Het belang van goed communiceren Zorgen dat je mee bent tijdens een vergadering, durven vragen naar samenvatting, verduidelijking … Enkele leemtes die de cursisten ervaarden: Basiscommunicatie i.v.m. psychische klachten (op de „werkvloer‟) Wat kun je doen als ervaringsdeskundige? Waar kun je concreet gaan werken? Het vertellen van het “eigen” verhaal of getuigenis afleggen van eigen ervaringen kwam niet aan bod, noch ervaringen van deelnemers met het afleggen van getuigenissen Iets meer theorie, o.a. over assertiviteit en efficiënt vergaderen Tabel 7
Beoordeling van sessie 4 door de deelnemers.
Legende: 1 = Onvoldoende 2 = Matig 3 = Voldoende 4 = Goed 5 = Zeer goed
Didactische methoden Boeien van deelnemers Tevredenheid over de praktische aspecten Tevredenheid over de sessie Aansluiting bij voorkennis Aansluiting bij verwachtingen Aanreiken nieuwe informatie Totaal
Gemiddelde score (N = 10) 4,30 4,20 4,20 4,10 4,00 3,73 3,60 4,01
Minimum
Maximum
3 3 3 3 3 3 2
5 5 5 5 5 5 5
Sommige cursisten hadden meer theorie verwacht. De score voor het aanreiken van nieuwe informatie is „voldoende‟. Enkele deelnemers gaven immers aan dat ze de aangeboden informatie al kenden en dus niet zo veel leerden tijdens deze sessie.
23
Evaluatie van de vorming
Evaluatie door docenten & observator De deelnemers gaven de indruk niet echt geïnteresseerd te zijn in de slides en/of theorie, maar de evaluatieronde sprak dit tegen. Misschien moet de inhoud van de slides dus aangepast worden. Sommige deelnemers hadden het moeilijk om geconcentreerd op de oefeningen te blijven en gaan inhoudelijk verder op thema‟s die hen aanspreken. Er waren weinig vragen naar uitleg, maar dit leek ook niet nodig. Ook tijdens deze sessie was time management geen enkel probleem. De slides werden misschien iets te snel overlopen, maar anders was er waarschijnlijk te weinig tijd voor de oefeningen. Didactisch bekeken werden er bewust veel oefenmomenten ingelast met veel ruimte voor feedback van elkaar. Ook de “tafelloze momenten” waren een bewuste keuze. Bij de voorbereiding aarzelde de docent om ook een “spreekoefening”, staande vóór de groep in te lassen, maar vond dit bij nader inzien te “bedreigend”. De werkvorm was perfect aangepast aan de inhoud van de sessie. Dit was waarschijnlijk een goede inschatting, aangezien er bij verscheidene deelnemers een aarzeling voelbaar was wanneer er kandidaten gezocht werden om een oefening (alleen) te doen. Toch waren zowat alle cursisten zeer bereid om bij te leren. De omgang tussen de deelnemers verliep zeer goed. Sommigen gingen na de sessie samen nog iets drinken. Daarnaast hoorden we zeer mooie tussenkomsten en persoonlijke feedback aan elkaar. 4.2
De volledige vorming
Hieronder bekijken we de vorming in zijn geheel. Dit doen we enerzijds via den specifieke beoordeling van de deelnemers over de ganse vorming en anderzijds door de gegevens van alle individuele sessies samen te leggen. 4.2.1
Aantal deelnemers
De vorming startte zoals voorzien met 12 deelnemers. Gaandeweg haakten enkele deelnemers af om verschillende redenen (Tabel 8). Eén persoon haakte af na omdat hij/zij de vorming te confronterend vond en zijn/haar grenzen wilde bewaken. Een andere vond dat er “nog genoeg werk aan zichzelf" was, waardoor de motivatie om effectief iets te gaan doen met de cursus verminderd was. Een derde persoon meldde zich ziek voor de laatste sessie. Tabel 8
Aantal deelnemers per sessie.
Sessie 1
12 deelnemers
Sessie 2
12 deelnemers (1 nieuwe persoon t.o.v. de 1 ste sessie)
Sessie 3
12 deelnemers (1 persoon haakte af na een uur)
Sessie 4
10 deelnemers
24
Evaluatie van de vorming
4.2.2
Evaluatie door de deelnemers
Wanneer we de gemiddelde scores van de verschillende sessies met elkaar vergelijken, zien we dat sessie 2 het hoogst scoorde, maar de onderlinge verschillen zijn niet groot (Tabel 9). Over de hele lijn blijkt dat de deelnemers sterk geboeid waren door alle sessies en dat ze er ook tevreden over zijn. Ook de didactische methoden en het aanreiken van nieuwe informatie behalen een goede beoordeling. De aansluiting bij de verwachtingen en de voorkennis van de deelnemers scoorde iets lager, maar nog steeds meer dan voldoende. De deelnemers gaven ook hun mening over enkele aspecten van de vorming in zijn geheel (zie Tabel 9, onderste rij). Globaal bekeken sloot de vorming goed aan bij hun verwachtingen – beter dan we uit de scores van de individuele sessies zouden vermoeden. Ze zijn ook tevreden over de vorming in zijn geheel.
Aansluiting bij verwachtingen
Aansluiting bij voorkennis
Aanreiken nieuwe informatie
Boeien van deelnemers
Didactische methoden
Tevredenheid
Tevredenheid praktische aspecten
Beoordeling van de vorming door de deelnemers. Gemiddelde van de sessie
Tabel 9
Sessie 1*
4,19
3,83
4,08
3,75
4,58
4,50
4,08
4,50
Sessie 2*
4,23
3,67
3,67
4,42
4,67
4,50
4,25
4,42
Sessie 3**
3,97
3,73
4,00
4,55
4,00
3,73
4,00
3,82
Sessie 4Ɨ
4,01
3,70
4,00
3,60
4,20
4,30
4,10
4,20
Totaal
4,10
3,73
3,94
4,08
4,36
4,26
4,11
4,23
Volledige vorming
4,17 Ɨ Ɨ
4,00 Ɨ
*12 deelnemers; ** 11 deelnemers; Ɨ 10 deelnemers; Ɨ Ɨ 6 deelnemers. Legende: 1 = Onvoldoende; 2 = Matig; 3 = Voldoende; 4 = Goed; 5 = Zeer goed.
Tijdens de laatste sessie vulden de cursisten ook in wat hen het meest bijblijft uit de vorming. Hieronder een kort overzicht: De gangbare visies op herstel (sessie 2) Alles uit de eerste en tweede sessie (wat is ervaringsdeskundigheid, herstel) De sessie over communicatie: de oefeningen, de bespreking en de adviezen De evolutie naar een sociale, integrale aanpak in de GGZ, zoveel mogelijk in de thuissituatie (sessie 3) Dat ervaringsdeskundigheid in België nog in zijn kinderschoenen staat De organisatie van de zorg (sessie 2, sessie 3) Het enthousiasme van lesgevers De structuur van de GGZ en de laatste sessie. (sessie 3 en 4) 25
Evaluatie van de vorming
De sessies rond ervaringsdeskundigheid en rond wetgeving/rechten van de patiënt vond ik goed omdat ze ruimte lieten voor ervaringsuitwisseling op menselijk vlak, zonder te oordelen. Inhoudelijk waren die sessies ook voor mensen zonder veel voorkennis goed te volgen. Er was ook heel wat betrokkenheid voelbaar terwijl jullie toch de nodige afstand en respect konden tonen. De groep cursisten: o Het is een toffe groep, er is “beweging” o Blij om kennis te maken met mensen die ik nog niet kende, de groepsgeest was heel positief. Gevraagd naar welke onderdelen zeker behouden moeten worden, zeggen de deelnemers het volgende: De evolutie van de psychiatrie Communicatie in groepen Wetgeving in de GGZ “Wat is ervaringsdeskundigheid?” Visie over herstel Organisatie van de zorg Alle onderdelen – maar meer tijd voorzien om alles diepgaander en met meer voorbeelden te voorzien Praktisch/organisatorisch vonden de deelnemers het aantal pauzes goed en vinden ze dat er per sessie naast theorie ook een doe-oefening gegeven moet worden. Algemeen bekeken werd de afwisseling tussen theoretische en interactieve stukken en eigen inbreng geapprecieerd. Een deelnemer vond de sessies goed voorbereid en leerde nieuwe invalshoeken kennen. Hij/zij vond ook de evaluatiesessies heel goed en nodig, hoewel het jammer was dat het snel moest gaan. Hij/zij zou ook graag weten wat ermee gedaan wordt, en hoe de organisatoren en docenten zelf terugkijken op de vorming. Het meeste van mijn feedback heb ik wel op mijn document ter plekke kunnen invullen. De cursisten hebben enkele inhoudelijke aspecten gemist: Het brengen van het eigen verhaal o Hoe kan ik met mijn eigen verhaal andere mensen vooruithelpen o Wat mag je als ervaringsdeskundige over jezelf prijsgeven in een groep of bij een individueel gesprek met een patiënt. o Waar ligt de grens om niet te persoonlijk te worden? o De herstelverhalen van de andere deelnemers. De ervaringen van de andere deelnemers. o De plaats van het eigen verhaal en wat heeft me wel/niet geholpen bij mijn herstel. Het eigen verhaal als opstap naar ervaringsdeskundigheid 26
Evaluatie van de vorming
Wat en hoe in de praktijk? Misschien is het interessant om een stage te koppelen aan de opleiding om dan effectief als ervaringsdeskundige op de werkvloer te functioneren Omgaan met psychische klachten o Praktijkoefeningen o Een eigen herstelverhaal schrijven met oog voor sterktes en zwaktes; grenzen van empathie aanvoelen om de waarheid dichter te benaderen en zo constructief mogelijk op een verhaal te reageren. Mensen vanuit Nederland laten overkomen: werkzame ervaringsdeskundigen. Vragen waar zij concreet werken. Hoe kan je je ervaringsdeskundigheid uitoefenen en er nog voor betaald worden ook. Wat denken ziekenhuizen, CGG‟s, mutualiteiten over ervaringsdeskundigheid? Uitdieping, theorie. o Meer tijd voorzien voor sommige zaken zoals efficiënt vergaderen, omgaan met psychische klachten, … o De eerste sessie was niet diepgaand genoeg. Het toekomstgerichte: wat na deze vorming? Mogelijkheden tot ondersteuning bij het opstarten van een traject als ervaringsdeskundige. Sommige deelnemers hebben een kritische noot of een alternatieve visie over sommige aspecten of concepten: Een deelnemer vindt het begrip ervaringsdeskundige een heel kwetsbaar begrip. Hij/zij gelooft sterk in cliëntenparticipatie, maar stelt de inzetbaarheid als ervaringsdeskundige toch wat in vraag. Een cursist vond de sessies van de „hulpverleners‟ (sessie 2 en 3) soms denigrerend vanuit het standpunt dat iedereen recht heeft op zijn beleving van eigenheid en handicap-identiteit. Ook hun jargon was soms ingewikkeld, het mag wat laagdrempeliger en meer 'easy-read'. De keuze van welk model moet vrij gelaten worden, dat hoeft niet meteen het herstelmodel te zijn. De manier hoe dit uitlegd werd, ging naar zijn/haar mening sterk de medisch-individuele toer op. Hij/zij vraagt zich ook af of het niet interessanter geweest was om in een dialoog met de hulpverleners via groepswerk tot een eigen visie te komen. Een deelnemer stelt zich de vraag: moet je om als ervaringsdeskundige te functioneren een „crash-course hulpverlening‟ krijgen? Hij/zij stelt voor om als ervaringsdeskundige aan te sluiten bij een organisatie die af en toe supervisie/intervisie/vormingen geeft of anderzijds om een klassieke opleiding (orthopedagogie/maatschappelijk assistent/verpleegkunde) te volgen en daar op het curriculum te drukken of in samenwerking met studenten ervaringen door te sluizen in eindwerken en projecten.
27
Evaluatie van de vorming
Ten slotte focust deze vorming zich volgens een cursist onterecht te beperkt op enkel de GGZ. Mensen met ervaringsdeskundigheid vanuit de GGZ kom je ook tegen in de sector van mensen met een handicap, in de allochtonenwerkingen, in kringen kansarmoede.
28
5
Leerpunten en sterke punten
Het organiseren van een eerste vormingsreeks „ervaringsdeskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg‟ was een leerrijke ervaring. De eerste reeks ging veelbelovend van start, maar had – zoals dat meestal gaat – last van enkele kinderziekten. Hieronder lijsten we op wat beter kan, hoe we deze knelpunten kunnen oplossen en welke zaken wél al goed zaten. 5.1
Leerpunten
We zetten de belangrijkste knelpunten op een rijtje en stellen enkele oplossingen voor. 1. Discrepante rolverwachtingen Deze vormingsreeks was bedoeld om mensen voor te bereiden op een rol als ervaringsdeskundige. Tijdens de voorbereidingen werd deze rol meestal (min of meer impliciet) ingevuld als vertegenwoordiger of belangenbehartiger. In de folder stond het volgende vermeld: “De vorming is bestemd voor mensen die geestelijke gezondheidszorg hebben ervaren als (ex-)patiënt en overwegen om een rol op te nemen als ervaringsdeskundige in de GGZ en zo het patiëntenperspectief te vertegenwoordigen. “
Hierin gaven we wel enigszins aan dat de vorming zich op een vertegenwoordigersrol richtte. Anderzijds besprak de eerste sessie de verschillende mogelijke rollen die ervaringsdeskundigen willen opnemen en staat het elke cursist vrij een eigen pad te kiezen. Al bij de bevraging van de leernoden en verwachtingen van de cursisten kwam naar voren dat verscheidene personen interesse hadden om een hulpverlenersrol op te nemen. Er kwamen evenwel weinig tot geen concrete voorbeelden hierover aan bod in de vorming en verscheidene deelnemers benoemden dit als lacune. OPLOSSING: Wees van het begin af aan duidelijk over het doel van de vorming en stem de inhoud hierop af.
2. Verschil tussen de gecommuniceerde en werkelijke vormingsinhoud De folder over de vorming vermeldde per sessie een aantal thema‟s die behandeld zouden worden. In de praktijk kwam het tweemaal voor dat er iets in de folder vermeld stond dat in realiteit niet aan bod kwam: Plaats van het eigen verhaal: wat/wie heeft me persoonlijk geholpen bij mijn herstel en wat is juist niet helpend? Omgaan met psychische klachten
29
Leerpunten en sterke punten
Verscheidene deelnemers vermeldden deze twee aspecten als lacune tijdens de evaluaties. OPLOSSING: Zorg ervoor dat de folder en de daadwerkelijke inhoud van de sessies met elkaar overeenkomen.
3. De selectieprocedure Hogerop gingen we al uitgebreid in op de gebruikte selectieprocedure en diens knelpunten. Het is duidelijk dat de selectieprocedure en de communicatie hierover voldoende aandacht vereisen. OPLOSSING 1: Werk een duidelijke selectieprocedure uit o Het is belangrijk erover te waken dat de kandidaten de selectie niet ervaren als een ‘sollicitatiegesprek’ of als een uitspraak over hun capaciteiten, maar dat de selectie gebeurt in een open gesprek waar de criteria transparant zijn en samen besproken worden. OPLOSSING 2: Communiceer in de folder duidelijk over deze selectieprocedure: o Benoem hoeveel personen de vorming kunnen volgen o Communiceer over de selectiecriteria OPLOSSING 3: Werk een communicatieprocedure uit voor geselecteerde en niet-geselecteerde kandidaten. o Geef aan welke andere vormingskansen er zijn zodat er toch een positief alternatief is.
4. Werkvorm en duur van de vorming Hoewel de didactische methoden algemeen bekeken goed beoordeeld werden, is er nog ruimte voor verbetering wat betreft de werkvorm. Zo maakten de deelnemers duidelijk dat ze meer eigen inbreng wensen, bijvoorbeeld via meer discussies of via het inbrengen van eigen ervaringen of het eigen levensverhaal. Dit was natuurlijk niet mogelijk binnen het beperkte tijdsbestek dat eigen was aan deze vorming. Dat brengt ons meteen tot een gerelateerd knelpunt: verscheidene deelnemers ervaarden een gebrek aan tijd om bepaalde zaken beter uit te werken of te verdiepen. Nieuwe vormingsinitiatieven omvatten bijgevolg meer sessies en dus meer tijd om bepaalde zaken beter uit te werken. Verder appreciëren verschillende deelnemers het aanreiken van boeken andere informatiebronnen om zich te verdiepen in bepaalde thema‟s sterk. OPLOSSING 1: Bouw nog meer ruimte in voor eigen inbreng van de deelnemers. Voorbeelden: o Groepsdiscussies o Inbrengen eigen ervaringen en het eigen levensverhaal van de deelnemers o Een gedeelde visie ontwikkelen over bepaalde concepten via interactie
30
Leerpunten en sterke punten
OPLOSSING 2: Voorzie meer tijd voor de vorming: meer sessies, een meer langdurige vorming OPLOSSING 3: Reik deelnemers nog meer informatiebronnen aan. Enkele voorbeelden: o Verwijzen naar boeken, websites, belangrijke figuren, … o Een syllabus samenstellen
5. Begeleiding De titel van de vorming was: “Oriëntatie naar ervaringsdeskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg”. Deze titel werd gekozen om duidelijk te maken dat het slechts om een beperkte vorming ging. De keuze van deze titel zorgde echter mogelijks voor verwarring, omdat sommige deelnemers hieruit begrepen dat zij letterlijk georiënteerd en dus “de weg gewezen” zouden worden in hun traject op weg naar ervaringsdeskundigheid. De deelnemers stelden herhaaldelijk vragen over begeleiding, supervisie, adressen waar ze kunnen solliciteren, organisaties om contact mee op te nemen, coaching, etc. Dit alles was – wederom door de beperkte reikwijdte van het project – niet mogelijk, waardoor sommige deelnemers een tekort ervaarden. UilenSpiegel kan deze taak eventueel op zich nemen, maar heeft dan nood aan bijkomende middelen. Gerelateerd aan dit onderwerp is het feit dat er in de huidige vorming nauwelijks plaats was voor het persoonlijk leerproces van elke deelnemer. Dit had ook te maken met de beperkte beschikbare tijd. In een vervolgtraject verdient dit echter uitgebreide aandacht. OPLOSSING 1: Kies een duidelijke titel voor de vorming. OPLOSSING 2: Voorzie (zoveel mogelijk individuele) begeleiding in ieders traject op weg naar ervaringsdeskundigheid. OPLOSSING 3: Voorzie in nieuwe vormingsinitiatieven voldoende ruimte voor het persoonlijk leerproces van de deelnemers
6. Belasting van docenten De inzet van ervaringsdeskundigen als docenten was een bewuste keuze in dit project. Hun inbreng had een enorme meerwaarde doordat ze hun eigen ervaringen kunnen delen. Daarnaast kunnen ze zich ten volle inleven in de ervaringen van de deelnemers. Eén van de uitdagingen bij het inschakelen van ervaringsdeskundigen is het feit dat zij soms hervallen en (tijdelijk) onbeschikbaar zijn. Het is dus van belang om een afweging te maken tussen hun draagkracht en draaglast. Het lijkt ons bijgevolg waardevol om te werken met een team van docenten, zodat de eventuele stress gedragen en verdeeld kan worden over een ganse equipe. Daarnaast strekt het tot aanbeveling om in duo‟s van docenten te werken, zodat er een back-up docent is in het geval iemand (tijdelijk) wegvalt.
31
Leerpunten en sterke punten
5.2
Sterke punten
Behalve bovenstaande knelpunten waren er veel zaken die al heel goed verliepen en zeker voor herhaling vatbaar zijn. Getuige hiervan zijn de positieve beoordelingen van de vorming: de gemiddelde tevredenheid van de deelnemers over de volledige vorming bedraagt 4 op 5. De hoogste scores waren voor het boeien van de deelnemers en de didactische methoden. De afwisseling tussen theorie en praktijk werden sterk geapprecieerd en de docenten gaven een enthousiaste en bevlogen indruk. De deelnemers vonden zowat alle besproken onderwerpen bovendien interessant. Samenvattend kunnen we stellen dat dit een veelbelovende eerste vormingsreeks was. De ingeslagen weg dient dus vervolgd te worden, met inachtname van bovenstaande oplossingen voor de knelpunten.
32
6
Bijlagen Bijlage 1: Folder Bijlage 2: Formulier leernoden, leerdoelen en verwachtingen van de deelnemers Bijlage 3: Evaluatieformulier vormingssessie Bijlage 4: Evaluatieformulier volledige vorming Bijlage 5: Verslag vormingssessie 1 – eigenheid van ervaringsdeskundigheid Bijlage 6: Verslag vormingssessie 2 – Plaats van het eigen verhaal Bijlage 7: Verslag vormingssessie 3 – Kennis van de GGZ(-sector) Bijlage 8: Verslag vormingssessie 4 – Basiscommunicatie en communicatie in groepen Bijlage 10: Observatiebril
33
Bijlagen
6.1
Bijlage 1: Folder
Zie volgende pagina.
34
Bijlagen
Inlichtingen & inschrijving
Partners GGALIMERO, Geestelijke Gezondheidszorg as LierMechelen Regionaal Overleg
Informatie en aanmelden: Rafaël Daem Ervaringsdeskundige - Projectcoördinator Hovenierstraat 45 1080 Brussel tel 02 410 19 99 gsm 0497 57 52 27
GGALIMERO is het netwerk van alle voorzieningen in de geestelijke gezondheidszorg uit de regio LierMechelen dat zich uitstrekt van de Rupelstreek tot Heist-op-den-Berg. Dit netwerk beoogt het verbeteren van de zorg voor mensen met ernstige psychische problemen. De toenemende GGZ-problemen in onze samenleving worden er aangepakt vanuit een voorzieningsoverschrijdende inhoudelijke samenwerking. http://ggalimero.oggpa.be
[email protected]
UilenSpiegel Vzw, Patiëntenvertegenwoordiging geestelijke gezondheidszorg
Inschrijvingsprocedure: Na uw aanmelding wordt tijdens een gesprek nagegaan of de vorming iets voor u is.
De vzw UilenSpiegel streeft kwalitatieve verbeteringen na van de GGZ en van de samenleving in het algemeen. UilenSpiegel is er voor: patiënten, gebruikers, cliënten en ervaringsdeskundigen die te maken hebben (gehad) met geestelijke gezondheidszorg – ook voor mensen met psychische moeilijkheden, levensmoeilijkheden en mensen met bijzondere psychische ervaringen – ook voor hen die zich solidair verklaren met de belangen van deze groep. http://www.uilenspiegel.net
Onze verwachtingen als u instapt: Uw gemotiveerde aanwezigheid tijdens de 4 vormingsnamiddagen Uw mening over de vorming, zodat wij deze kunnen evalueren
35
Vorming ‘Oriëntatie naar ervaringsdeskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg’
Kwam u als (ex-)patiënt in aanraking met de geestelijke gezondheidszorg?
Had dit een grote impact op uw leven?
Wilt u deze moeilijke ervaring op een positieve manier inzetten?
Dan is deze vorming wellicht iets voor u!
vzw UilenSpiegel
Bijlagen
Uiterste aanmeldingsdatum: 15 oktober 2010! Gesprekken: Eind oktober 2010
Kostprijs: gratis
Locatie CGG De Pont, Hanswijkstraat 48, 2800 Mechelen
Situering Mensen die te maken hebben gehad met psychische problemen worden vaak vooral als slachtoffers beschouwd. Ze worden meestal gezien als zorgbehoevend en afhankelijk. Sinds enige tijd leeft echter de idee dat deze mensen zélf veel kennis hebben over wat psychische kwetsbaarheid is, welke gevolgen dit heeft voor het dagelijks leven en wat zou kunnen helpen. Zij worden dan ook terecht beschouwd als experts: ze hebben ervaringskennis.
LUCAS, centrum voor zorgonderzoek en consultancy van de K.U. Leuven LUCAS is een interdisciplinair kenniscentrum van de K.U.Leuven op het gebied van zorg en welzijn en realiseert 3 opdrachten: onderzoek, vorming en consultancy. Bij al deze opdrachten verbindt LUCAS inzichten uit onderzoek, praktijk en beleid in voortdurende dialoog met alle belanghebbenden. LUCAS specialiseerde zich de afgelopen twintig jaar in enkele cruciale thema’s: maatschappelijke evoluties die betrekking hebben op zorg, ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg, communicatie in de zorgrelatie en welzijn, armoede en sociale uitsluiting. http://www.kuleuven.be/lucas Programma/inhoud
Met de steun van de Koning Boudewijn Stichting in het kader van de projectoproep ‘Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mét patiëntenparticipatie’.
Personalia De eigenheid van ervaringsdeskundigheid
15 november
R. Daem E. Tambuyzer
Wat is ervaringsdeskundigheid? Mogelijke rollen en functies van een ervaringsdeskundige
Bob Cools is directeur van De Pont vzw, Centrum Geestelijke Gezondheidszorg met vestigingsplaatsen in Mechelen, Boom en Lier.
Meerwaarde van ervaringsdeskundigheid in deze rollen Rafaël Daem is ervaringsdeskundige en projectcoördinator bij UilenSpiegel vzw, patiëntenvertegenwoordiging geestelijke gezondheidszorg.
36
Bijlagen
De inbreng van ervaringskennis in de GGZ sector is waardevol als aanvulling op professionele kennis. Daarom ontwikkelden we deze vorming in verband met ervaringsdeskundigheid.
Plaats van het eigen verhaal 29 november
T. Gouverneur De vorming verkent de verschillende functies die ervaringsdeskundigen kunnen opnemen in de GGZ. De deelnemers krijgen voeling met de GGZ-sector en leren hoe ze hun eigen verhaal daar kunnen inzetten. In de laatste sessie leren ze praktische methodieken om de verworven inzichten in de praktijk te brengen. Tijdens elk vormingsmoment is er naast het aanbod van inzichten en feitenkennis ruimte voor discussie om de theorie te toetsen aan de praktijk. Via uitwisseling staan de deelnemers stil bij hun sterke punten en bij de competenties waaraan ze nog moeten werken. Doelgroep De vorming is bestemd voor mensen die geestelijke gezondheidszorg hebben ervaren als (ex-)patiënt en overwegen om een rol op te nemen als ervaringsdeskundige in de GGZ en zo het patiëntenperspectief te vertegenwoordigen.
J. Verstraeten
6 december
R. Daem B. Cools
13 december
R. Daem
Gangbare visies op herstel, empowerment, rehabilitatie en hulpverlening Stigma en discriminatie Wat/wie heeft me persoonlijk geholpen bij mijn herstel en wat is juist niet helpend? Noodzakelijke voorwaarden voor herstel Kennis van de geestelijke gezondheidszorg(sector) Organisatie van zorg met diverse partners Omgaan met psychische klachten Patiëntenrechten en juridische aspecten
Tanja Gouverneur coördineert twee projecten voor de Koning Boudewijn Stichting met betrekking tot de geestelijke gezondheidszorg. Zij inspireert werkgroepen en organisaties vanuit haar verworven expertise.
Else Tambuyzer is wetenschappelijk medewerker van LUCAS-K.U.Leuven en maakt een doctoraat over participatie van patiënten en familieleden binnen de GGZ.
Jo Verstraeten is coördinator van vzw De Vliering, een Initiatief voor Beschut Wonen te Boechout.
Basiscommunicatie & communicatie in groepen Assertiviteit Actief luisteren Spreken in publiek Efficiënt vergaderen
Telkens van 13.00 tot 17.00, met voldoende pauzemomenten.
37
Bijlagen
6.2
Bijlage 2: Formulier leernoden, leerdoelen en verwachtingen van de deelnemers
Algemeen Wat verwacht u van de vorming? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……… Wat wilt u graag leren? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……… Sessie 1: De eigenheid van ervaringsdeskundigheid Leerdoelen: wat wil u bijleren in deze sessie? …………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………… ……… Sessie 2: Plaats van het eigen verhaal Leerdoelen: wat wil u bijleren in deze sessie? …………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………… ……… Sessie 3: kennis van de geestelijke gezondheidszorg(sector) Leerdoelen: wat wil u bijleren in deze sessie? …………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………… ……… 38
Bijlagen
Sessie 4: Basiscommunicatie en communicatie in groepen Leerdoelen: wat wil u bijleren in deze sessie? …………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………… ………
39
Bijlagen
6.3
Bijlage 3: Evaluatieformulier vormingssessie
Naam: …………………………………………………………………….
Gelieve de gevolgde vormingssessie te beoordelen.
Omcirkel de letter die uw beoordeling best weergeeft en licht toe. O Onvoldoende
M Matig
V Voldoende
G Goed
ZG Zeer goed
Hoe beoordeelt u de vormingsdag op het vlak van: 1. De aansluiting bij uw verwachtingen (zie ook ingevuld formulier met uw verwachtingen)
O M V G ZG
2. De aansluiting bij uw voorkennis
O M V G ZG
3. Het aanreiken van nieuwe informatie
O M V G ZG
4. Het boeien van de deelnemers
O M V G ZG
5. De didactische methoden (werkvorm)
O M V G ZG
6. Wat beschouwt u als de belangrijkste winst uit de vormingssessie? (wat blijft er hangen?)
40
Bijlagen
7. Wat beschouwt u als de belangrijkste leemte in de vormingssessie?
Omcirkel het cijfer dat uw beoordeling best weergeeft en licht toe. 1 Zeer ontevreden
2 Ontevreden
3 Noch tevreden Noch ontevreden
4 Tevreden
5 Zeer tevreden
8. Over deze vormingssessie ben ik tevreden
zeer ontevreden
1 2 3 4 5 zeer
9. Over de praktische aspecten van de dag ben ik tevreden
zeer ontevreden
1 2 3 4 5 zeer
10. Aanvullingen:
41
Bijlagen
6.4
Bijlage 4: Evaluatieformulier volledige vorming
Naam: …………………………………………………………………….
Hoe beoordeelt u de volledige vorming op het vlak van:
1. De aansluiting bij uw verwachtingen: O Onvoldoende
M Matig
V Voldoende
2. Over de volledige vorming ben ik
G Goed
zeer ontevreden
ZG Zeer goed
1 2 3 4 5 zeer tevreden
3. Wat blijft u het meest bij uit de vorming?
4. Welke onderdelen van de vorming moeten in de toekomst zeker behouden worden?
5. Wat hebt u inhoudelijk gemist in de vorming? Wat zou er nog extra aan bod moeten komen?
6. Aanvullingen:
42
Bijlagen
6.5
Bijlage 5: Verslag sessie 1 – De eigenheid van ervaringsdeskundigheid
1. Kennismaking De meerwaarde van zelf ervaringen doorgeven; hoe iets goed overbrengen Negatieve ervaringen ombuigen; hoe dingen overbrengen; grenzen stellen Bepalen of ik in een CGG als ervaringsdeskundige tewerkgesteld kan worden; getuigenis leren afleggen Duwtje in de rug in eigen proces; rol en functie op de werkvloer in de GGZ; meerwaarde Herstelwerkgroepen leiden VDIP, aanstelling als ervaringsdeskundige: helpen zien hoe dit in te vullen; begrenzing: hoeveel vertel ik? Vaardigheden leren om op te komen voor de rechten van psychisch hulpbehoevende personen; project KBS OPZ Geel patiëntenparticipatie Voordrachten geven in scholen; wat vertel ik van mezelf? Voorzitter cliëntenraad; handvaten krijgen Weg delen + vruchtbaar maken Ervaringsdeskundige binnen GRIP, autisme centraal, Vlaamse vereniging Autisme; zelfhulp; hoe overbrengen; grenzen
2. Groepsdiscussie over ervaringsdeskundigheid Wat is ervaringsdeskundigheid? Ruim begrip Gaat over verschillende problematieken Ervaring opdoen leidt tot de deskundigheid. De ervaring kan gevoed worden door te lezen, door contact met een therapeut, door lid te zijn van een organisatie. ‟t Gaat over jezelf, over lotgenoten, over de maatschappij Het is een evolutie Het gaat over maturiteit Het is een leerproces (om vroegtijdig herval te voorkomen en signaleren) Er is scholing nodig om ervaringsdeskundig te worden: psychologisch en communicatie Je moet afstand kunnen nemen van je verhaal Contact met andere problematieken is van belang Welke rollen en functies kan een ervaringsdeskundige opnemen? In beleid, naar lotgenoten toe, naar samenleving toe Een ervaringsdeskundige kan momenteel nog geen professionele rol opnemen (betaald) 43
Bijlagen
Getuigenis afleggen Vertegenwoordigen Op verschillende niveaus (ook bvb. In een sportclub) Er is een spanning tussen deskundigen en ervaringsdeskundigen Op de werkvloer kan je naast de psychiatrisch verpleegkundigen staan Je kunt in het bestuur zetelen Het kan drempelverlagend werken (in je eigen sociaal leven; in een hulpverleningssetting: bvb. Het nemen van medicatie) Herstelwerkgroepen leiden Het is belangrijk om niet “maar” de ervaringsdeskundige te zijn. De inzet is evenwaardig en moet ook zo geëvalueerd worden. Je kunt de visie van de psychiatrisch verpleegkundigen wijzigen ( kruisbestuiving) Wat is de meerwaarde van ervaringsdeskundigheid in deze rollen? Er is een spanning tussen deskundigheid en ervaringsdeskundigheid. Deskundigen vertrekken vanuit het medisch model. Ervaringsdeskundigen zijn authentiek en leggen het accent op eigen ervaringen. Er is soms verzet tegen het oprichten van een cliëntengroep omdat men bang is voor kritiek Elkaar opvoeden Leren luisteren naar elkaar Kritisch durven zijn Klein beginnen (voorzichtig en authentiek) Er zijn nog niet veel ervaringsdeskundigen professioneel bezig dit moet groeien Jargon wordt soms als verdediging gebruikt. (het is wél goed dat we dezelfde taal spreken) Het staat nog in zijn kinderschoenen. Er is een basis van vertrouwen nodig tussen beide partijen. Ervaringsdeskundigen zijn geloofwaardig naar cliënten toe het is gemakkelijker om een vertrouwensrelatie op te bouwen Ervaringsdeskundige, kunnen beter meevoelen. Dit is een voordeel (anderen helpen) én een nadeel (jezelf destabiliseren) Legale aspecten (dossier inkijken, beroepsgeheim, privacy): perfect excuus om ervaringsdeskundigen te weren Scholing in gesprekstechnieken Niet om de kloof te dichten met de professionals, het gaat om iets anders Professionelen leren omgaan met ervaringsdeskundigen: hun attitude moet veranderen, ze zijn dikwijls nog onwennig
44
Bijlagen
3. Definitie en eigenheid van ervaringsdeskundigheid Aanvulling bij de slides over de onderwerpen: kennis over het sociale, het gezin, vrienden toevoegen. “Ik baseer me op de WHO-definitie van gezondheid, die spreekt over het lichaam, de geest en het sociale. Dat sociale mis ik hier.” Wat is de grens van verwerking van waaraf we van ervaringsdeskundigheid kunnen spreken?
4. Doelen en meerwaarde Vertegenwoordiging: we doen het niet voor onszelf/we doen het voor onszelf; buikgevoel Wie is Wilma Boevink? Zijn er organisaties die we zouden kunnen aanspreken om ons perspectief aan bod te laten komen? Kan dit bezoldigd? Bruggenbouwer: ook tolk (in beide richtingen) Meerwaarde van ervaringsdeskundige: tijd hebben
5. Functies, rollen statuut Er is een nijpend tekort aan psychiatrisch verpleegkundigen: dan is dit toch een uitgelezen kans voor iedereen om p ervaringsdeskundigen in te schakelen? De VDAB zou de opleiding kunnen erkennen. Extra rol: vertrouwenspersoon
6. Valkuilen en uitdagingen Ik heb het gevoel dat we tussen hamer en aambeeld komen te zitten: “langs 2 kanten motten krijgen” Veel zal vallen of staan met de attitude van de organisatie waarin je terecht komt Er is een gigantisch cultuurverschil tussen management en werkvloer (één van beide groepen staat achter de idee; de andere groep niet: probleem) Idee: 3 maanden vrijwillig werken als ervaringsdeskundige (vb. terwijl je nog geld krijgt van ziekte-uitkering) om te zien hoe het loopt en daarna bezoldigd werken. Er wordt precies vanuit gegaan dat iedereen tegen jou als ervaringsdeskundige is. Ik heb dat gevoel niet, in mijn ervaring staan ze er heel open voor Komen we niet in het vaarwater van ombudspersonen? Territorialiteit?
7. Mondelinge evaluatie Heel verhelderend / mooi overzicht; inbreng die ik nog nooit had gehoord; uitwisseling met anderen is positief; ervaringsdeskundigheid is zeer divers
45
Bijlagen
Honger naar meer; overzichtelijk; uitwisseling was boeiend; deugddoende begeestering Heel veel verschillende rollen, je moet zelf je plaats zoeken. De valkuilen weet ik voor een deel al. De cursus is goed voor mensen die er nog niets mee te maken hadden. Het was voor een stuk herhaling. De broosheid van ervaringsdeskundigheid blijft bij mij hangen. Het is maar iets waard als anderen het willen beluisteren en meenemen. Alles werd op een rijtje gezet. Ieder had zijn eigen inbreng. Ik vond de afwisseling goed (ook het deel in groepjes). Ik vond het goed. Ik heb wel de behoefte om te luisteren naar een echte ervaringsdeskundige. Dat heb ik een beetje gemist, bijvoorbeeld iemand die de opleiding van ervaringsdeskundige in de armoede heeft gevolgd en al tewerkgesteld is. (reactie: op Youtube kun je een filmpje vinden) Ik heb behoefte aan ruggensteun van UilenSpiegel of zo bij het zoeken van mijn weg. Ik wil niet alleen staan. Het is pionierswerk. Het is aangenaam om tussen lotgenoten te zitten. Qua informatie ben ik wat op mijn honger gebleven. Ik heb het gevoel dat er negatief naar hulpverleners gekeken wordt, ik voel dat niet zo aan. Je voelt dat iedereen enthousiast is. We konden eigen inbreng hebben, dat was positief. Het zat goed in elkaar. De uitwisseling van ideeën was verrijkend. De diversiteit van rollen is me bijgebleven. Ieder kan kiezen welke rol hij wil. Het is een sterke, spraakzame groep; Het is een goede selectie. Er was een goede afwisseling tussen groepsuitwisseling en theorie. Ik voel wel bescheidenheid: ikzelf ben nog geen ervaringsdeskundige hoewel ik soms al zo genoemd word. Het was een trage start, maar we zijn goed op snelheid gekomen. Ik vond de valkuilen en uitdagingen interessant. Alles werd mooi op een rijtje gezet. Ik vond de inbreng van de groep heel boeiend.
46
Bijlagen
6.6
Bijlage 6: Verslag sessie 2 – Plaats van het eigen verhaal en herstel
1. Inleiding en concept herstel Vraag: is er een link tussen langdurige psychische problemen en handicap? o Antwoord: we spreken van een beperking, niet echt van een psychische handicap. Het gaat ook om andere sectoren. ADL-ondersteuning? Activiteiten dagelijks leven. Johan geeft het visiedocument „Naar herstel en gelijkwaardig burgerschap‟ van GGZ Nederland door. Beschut wonen in Nederland = RIBW (Regionale Instelling voor Beschermd Wonen) Discussie over eigen stigma-ervaringen Groepsbespreking 1: Welk advies geven we aan individuen om met stigma om te gaan? Conclusies: Assertief zijn Kunnen ventileren maar…niet noodzakelijk eerlijk zijn/stuk waarheid weglaten/iets anders zeggen? Wees jezelf Welke situatie? Hoe voel je je op dit moment? Meer afstand nemen = eenvoudiger om met stigmatiserende situatie om te gaan Begrip voor mensen die problematiek niet begrijpen
2. Noodzakelijke voorwaarden voor herstel Voorwaarde 1: begrijpen van de ziekte. Opmerkingen: o Soms zorgt dit er ook voor dat je te veel toeschrijft aan je ziekte. o Soms ga je je hierdoor gedragen naar je ziekte. Voorwaarde 3: hebben van hoop. Vraag: hoe kun je hoop geven in de zorg? Antwoord: via zingeving. Voorwaarde 4: geloof. o Discussie over gelijkwaardigheid en het aanvoelen van een hiërarchie tussen patiënt en hulpverlener. Antwoord: het is niet omdat je hulpverlener deskundig is, dat hij boven je staat. o Vertrouwen is ook belangrijk. Voorwaarde 6: vaardigheden. Liberman-modules niet gekend bij iedereen. Aanvulling: negende voorwaarde: financiële middelen, woonst…” IBP = individueel begeleidingsplan Bemoeizorg is niet gekend.
47
Bijlagen
3. Discussie over het probleem van de wachtlijsten in de CGG Casus: Formuleer aanbevelingen aan directie CGG om problematiek van wachtlijsten aan te pakken. Conclusies: Alles heeft met geld te maken => meer geld van overheid nodig Psychologische hulp moet aftrekbaar zijn => ambulante zorg wordt dan ook haalbaar buiten CGG Mensen blijven langer in psychiatrie => centen naar CGG overhevelen Meer samenwerking van diensten + meer kennis over elkaar Doorverwijzing naar zelfhulpgroepen Meer psychiatrische thuiszorg Buddysysteem Sociale readaptatiewerkers creëren = persoon die verschillende partijen samenbrengt m.b.t. problematiek patiënt (réadapter = aanpassen aan nieuwe situatie) Wachtlijsten meer tijd maken om te luisteren Ervaringsdeskundigen werken veel efficiënter => inschakelen in CGG, ziekenhuizen, politiescholen (cf. interneringen) en scholen Pro-deosysteem voor psychiaters (i.e. eerste drie jaren van carrière van psychiaters moeten zij verplicht werken in CGG) Zo kort mogelijk behandelen; behandeling “op maat van patiënt” / volgens noden Huisarts sensibiliseren: preventie versus correcte doorverwijzing Voor crisissituaties: afzonderlijke spoedafdeling voor psychische problematiek Samenwerking tussen CGG en GTB5 van VDAB => mensen begeleiden naar werk naast zorg
4. Bestaande initiatieven De herstelwerkgroep (HEE6, De Vliering) Werkgroep kwaliteit (onderdeel project GGALIMERO7) Werkgroep Trialoog (VLABO8) Fonds Julie Renson9 & VDAB-project KBS project GGZ en werk i.s.m. VLABO www.hee-team.nl
Koning
Boudewijnstichting
-
5
GTB = gespecialiseerde trajectbegeleiding. HEE = Herstel, empowerment, ervaringsdeskundigheid 7 GGALIMERO = Geestelijke Gezondheidszorg As Lier-Mechelen Regionaal Overleg 8 VLABO = Vlaams Overlegplatform voor Geestelijke Gezondheid Vlaams Brabant 9 Fonds Julie Renson = Fonds van de Koning Boudewijnstichting dat zich inzet om de opvang van en zorg aan mensen met psychische problemen te verbeteren. 6
48
Bijlagen
5. Mondelinge evaluatie Interessant. Ik had wel meer plaats voor het eigen verhaal verwacht: wat kan ik hiervan gebruiken om anderen te helpen? Vertrekken van de idee van herstel is nieuw en interessant. Ik vond het goed dat er gesproken werd over projecten in Nederland die er al mee bezig zijn. Misschien kan er daar eens iemand van komen spreken? Ik had ook graag wat meer theorie gehad, dat had ik wat gemist. Het concept herstel was nieuw voor mij. Ik had er wel eens van gehoord, maar ik kende het niet echt. Negatief was voor mij dat het nogal medisch overkomt. Het doet me denken aan instellingen en dat is negatief voor mij. Het individueel model is ideaal. Ik heb het burgerrechtenmodel een beetje gemist. Ik vond het interessant. Mij blijft vooral blij: herstel en het opnemen van het gewone leven als toetssteen. De theoretische aanzetten smaken naar meer. Het was enthousiasmerend. Je kon de docenten geloven dat ze er zelf in geloven. Wat ik gemist heb is iets meer aanzetten om zelf op zoek te gaan. En ik stel me de vraag: wat na deze vorming? Het was zeer interessant, ik ben enorm enthousiast nu. Er was zeer veel theorie, dat was goed. Er werden boeken en personen aangereikt. Er was ruimte voor vragen. Het oefenmoment over de wachtlijsten was goed. Het sloot niet aan bij mijn verwachtingen (eigen verhaal). Het was wél zeer boeiend en verrijkend. Het was opkikkerend. Voor mij was het allemaal herhaling (deze persoon volgde reeds een herstelwerkgroep die met een soortgelijke inleiding begon). Het was dus niet zo interessant. De praktijkoefeningen vond ik wel leuk. Ik onthoud voor mezelf dat het beter is om eerlijk om te gaan met stigma. Wat ik gemist heb is de link met het eigen verhaal en de begrenzing daarbij. En dat het op de praktijk gericht is. Mijn verwachtingen waren helemaal anders. Ik was wel aangenaam verrast. De boeken, namen en verhalen waren interessant. Het werd ook heel enthousiast gegeven. Wat me minder aansprak was de wachtlijstenoefening. Het was heel interessant. De inleiding over herstel nodigt uit om meer te lezen. De discussie was soms ontroerend: ik hoorde gelijkaardige ervaringen. En ook veel zelfstigma, en daar kunnen we zelf iets aan doen! Het is me ook bijgebleven dat we een voorbeeldfunctie kunnen hebben, voornamelijk bij het geven van hoop. We kunnen een bron van hoop zijn voor anderen die nog aan het begin van hun proces staan. De wachtlijstenoefening was minder interessant, want het komt allemaal neer op financiële middelen. Wat betreft de herstelwerkgroep is het jammer dat het nog een pilootproject is, dat zou breder moeten bestaan. Ik heb veel interessants gehoord. Er was wel te weinig tijd om alles te verdiepen. De leemte voor mij was het eigen verhaal.
49
Bijlagen
Mijn verwachtingen waren anders, namelijk het eigen verhaal. Maar het is waarschijnlijk moeilijk om hier maatstaven voor vast te leggen. Het is wel heel boeiend. En wat ik onthoud is dat herstel het opnemen van het gewone leven is.
6.7
Bijlage 7: Verslag sessie 3 – Kennis van de GGZ(-sector)
Deel 1: Organisatie van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) 1. Discussie over Citizen’s Commission on Human Rights Dit is een commissie die onderdeel is van de Scientology-beweging Zij streven naar: o Een betere diagnose van onderliggende lichamelijke stoornissen o Het schrappen van psychiatrische stoornissen uit de ziekteverzekering Thomas Szasz, een grote naam uit de antipsychiatriebeweging is geassocieerd met deze commissie Het kernpunt van deze commissie is de verantwoordelijkheid van het individu Deze commissie is interessant om te volgen, maar ze moet wel kritisch bekeken worden. 2. Wat is GGZ? Definitie van gezondheid van de Wereldgezondheidsorganisatie: weinigen zijn gezond volgens deze definitie o Als de samenleving de norm zo hoog legt, creëert ze misschien moeilijkheden voor degenen die hier niet aan voldoen o Maar de lat hoog leggen kan soms leiden tot grotere inspanning Dit klopt, maar deze inspanningen worden meestal niet geleverd door de maatschappij 3. Geschiedenis van de GGZ A-bed= acuut bed T-bed = behandelingsbed (cf. traitement in het Frans) BW = Beschut Wonen PVT = psychiatrisch verzorgingstehuis Vraag: Ik dacht dat men het beschut wonen wou afbouwen, klopt dit dan niet? o Neen, men evolueert zelfs naar een toename van individueel beschut wonen Het idee van “de patiënt staat centraal” is niet nieuw. “Samenleven staat centraal”, dat is nieuw. Het komt er dan op aan: Mag mijn collega een ervaringsdeskundige zijn? Mag mijn babysit ervaringsdeskundig zijn? Mijn schoonzoon? In de gehandicaptensector staat men veel verder.
50
Bijlagen
o Opmerking: je zegt zelf: het stigma gaat niet weg. Dan verandert er toch niets? Er is inderdaad nog maar weinig veranderd daaraan. Maar ik geloof wel dat verandering mogelijk is, bijvoorbeeld via contact. Het is geweten dat bekendheid met een persoon die psychische problemen heeft, een belangrijke factor is.
4. Organisatie en sturing RIZIV revalidatieconventies: bijvoorbeeld therapeutische gemeenschappen (vb. voor drugsproblematiek). Dit zijn conventies, contracten die rechtstreeks via het RIZIV verlopen en niet via een wet. Er bestaan vooral veel zulke conventies in Wallonië. 5. Zorgvraag geanalyseerd Niet elke probleem moet professioneel beantwoord worden. Veel mensen met een probleem kunnen er met steun van hun omgeving toch mee leven zonder professionele hulp. 6. Zorgaanbod Er moet gezocht worden naar alternatieven qua werk en deeltijds werken. Nu is het alles of niets. Probleem: psychotherapie is niet wettelijk geregeld; psychologen zijn niet erkend als gezondheidsberoep. Een ander pijnpunt is de financiering van gebruikersorganisaties. Er is beweging, maar het gaat te traag. Forensische bedden: geïnterneerden; het is een mengeling van justitie en volksgezondheid. Voorbeelden: Beernem, Rekem, Zelzate, Bierbeek. 7. Internationale vergelijking Het gebruik van “alternatieve” therapieën is onbekend, hier bestaan geen cijfers over. Dat heeft ook te maken met het feit dat het beroep van psycholoog niet erkend is. Dit wordt deels tegengehouden door de vereniging voor psychiatrie: deze stelt dat psychologen geen diagnose kunnen stellen. Zij kunnen enkel therapie geven na doorverwijzing door de psychiater. Er wordt steeds gezegd dat er te weinig psychiaters zijn. In internationaal perspectief is dat minder zeker: wij hebben een relatief hoog percentage psychiaters. Het is echter zo dat de hulpverlening niet steeds efficiënt verloopt.
51
Bijlagen
8. Recente beleidsvisie Een globale aanpak is nodig. Eerder dan voorzieningsgericht moet de zorg leeftijdsgebonden georganiseerd worden. We streven naar een “weefgetouwmodel” op provincieniveau. Maar misschien is dit ook nodig op een lager niveau: op het niveau van de zorgregio‟s (sociologisch bepaalde regio‟s). Momenteel worden er experimenten voorbereid: “psy107”. 10% van de bedden kan aan iets anders besteed worden, met name aan netwerken. We zien een horizontale netwerksamenwerking. Gezondheidspromotie en -preventie is een Vlaamse bevoegdheid. 9. Evaluatie: GGZ-beleid in België Het GGZ-beleid is een reus op lemen voeten. Vlaanderen is in dit kader klein duimpje met grote ambities. GIS: gezondheidsinformatiesysteem (cf. informatisering, elektronisch dossier).
Deel 2: Wetgeving 1. Wet op de patiëntenrechten Deze wet is ook van toepassing op spoeddiensten en bij controles van de controlearts van de werkgever. Recht op kwaliteitsvolle dienstverlening: hier bestaan precies weinig richtlijnen over. Iemand had hier graag meer informatie over. Het recht op vrije keuze van de beroepsbeoefenaar: het feit dat je een „second opinion‟ kan vragen, was niet voor iedereen bekend. Het recht om te weten: sommige deelnemers kregen de bijsluiters van de medicatie die hen voorgeschreven werd niet. Inzage patiëntendossier: dit thema lokte veel discussie en vragen uit. 2. Groepsdiscussie over de patiëntenrechten Vraag: verjaart een patiëntendossier? Zo ja, wanneer? Opmerking: De patiëntenrechten staan ver van de patiënten zelf! Vraag: Waar vind je de ombudsdiensten? Vraag: Zijn ze verplicht om je te informeren over de patiëntenrechten? Vraag: Is dwang/isolatie/collocatie niet in strijd met de rechten van de patiënt? 3. Ombudsfunctie Graag meer informatie over het beroepsgeheim. Deeltje over “overtuiging op medisch vlak strafrecht” is onduidelijk.
52
Bijlagen
4. Vrijwilligerswetgeving Wat onduidelijkheid over vergoedingen
Varia Vraag naar de e-mailadressen van de deelnemers Voorstel om samen iets te gaan drinken na de laatste sessie
Deel 3: Mondelinge evaluatie Verschillende deelnemers geven aan dat ze het deeltje „omgaan met psychische klachten‟ verwacht hadden: wat versta je eronder? Er wordt verwezen naar de website van Similes. Iemand vraagt zich ook af: bij iemand met psychische problemen, moet je erin meegaan of net niet? antwoord: hangt af van situatie tot situatie. Het benoemen van eigen sleutelmomenten in herstel kan helpend zijn. Ik had de verwachting dat het droge kost zou zijn en dat was het ook. Het was dankbaar dat we even konden samen zitten om te discussiëren, anders had het lang geduurd. Ik onthoud vooral dat we een inhaalmanoeuvre nodig hebben in België. Ja ik ben het daarmee eens. Er was te weinig groepswerk. Het was wel heel interessant. Ik heb dus een dubbel gevoel. Ik onthoud de evolutie naar samenleven en welzijn. Omgaan met psychische klachten kwam niet aan bod, terwijl het wel in de folder stond. En ik wil Tanja bedanken om in te vallen. Het was heel theoretisch. Het globaal beeld was wel interessant: wie is waarvoor bevoegd. Gelukkig was er wel het groepsmoment, dat was nodig. Ik heb trouwens grote vraagtekens of de patiëntenrechten echt wel gegarandeerd kunnen worden. Er zijn veel overtredingen. Ik heb hetzelfde idee over de rechten. Een handleiding bij isolatie is nodig. Het is zo‟n traumatische ervaring. Ik vond het vandaag superinteressant, dat had ik ook verwacht. Ik onthoud het terugverdieneffect van Beschut Wonen (1 bed = 8 plaatsen BW). Ik zou in bewonersraden inspraak vragen over wat er met het geld gebeurt. Ik ben akkoord met wat al gezegd werd. Ik stel me alleen nog de vraag waar in die hele organisatie van de GGZ inspraak van ervaringsdeskundigen mogelijk is. Het was veel theorie en toch nog te weinig. Je moet zelf nog opzoeken waar je heen wil gaan. En wat de specifieke wetgeving is, bijvoorbeeld over Beschut Wonen. En ik heb vraagtekens bij de rechten van de patiënt. Er was veel theorie, ik vond het interessant: hoeveel ministers en organisaties er bij betrokken zijn. Nu kan ik geloven dat het zo traag vooruit gaat. Wat ik vooral onthoud is de bevoegdheidsverdeling. Daarnaast heb ik de eerste sessie gemist, en dat voel ik enorm: ervaringsdeskundigheid, hoe wordt dat ingevuld? Ik blijf op mijn honger zitten (Tanja mailt presentatie door). Ik vind ook weinig ondersteuning. Hoe verloopt alles concreet? Wat houdt het in? Hoe doen ze 53
Bijlagen
dat in Nederland? Ik zou zo graag eens iemand horen die als ervaringsdeskundige werkt. Het was veel theorie. En er was weinig kans op eigen inbreng. Er is altijd ook weinig tijd, dat voel je aan de lesgevers. Ik had ook graag meer zicht gehad op hoe mensen terecht komen in de GGZ: de concrete werking. En hoe ze dan behandeld worden: individueel, of in groep, … Ik vond het een heel mooi overzicht, het was boeiend gebracht. Het was theoretisch, maar toch niet saai. Het groepsmoment was wel zeer welkom. En dat was ook interessant. Sterk van Tanja dat zij dat zo heeft opgevangen op korte termijn. Ik vond het een structureel heel goed gebracht overzicht. Het werd gebracht met doorleefde deskundigheid, gedrevenheid. Het was heel helder. Het moet wel even bezinken, het was veel. Ik voel ook wel wrevel bij de patiëntenrechten: dat is nog zo ver weg. En ik zou graag volgende vormingskansen hebben met deze groep.
54
Bijlagen
6.8
Bijlage 8: Verslag sessie 4 – Basiscommunicatie en communicatie in groepen
Oefening 1: jezelf voorstellen 1. Voorstelling: je naam, wat je onderweg naar hier opviel, je verwachtingen van vandaag 2. Verwachtingen Actie en interactie Aanzetten, oefeningen over spreken in groep Dingen te weten komen Ik dacht dat het theorie ging zijn, maar ik ben blij dat het praktisch is Praktijkgericht Veel zelf aan het woord komen Weer wat sterker buitengaan Casus: hoe moet je reageren in bepaalde gevallen? Wanneer moet je iets zeggen? Wanneer moet je zwijgen? Moet je je impulsen inhouden of moet je je intuïtie volgen? 3. Bespreking Namen zijn moeilijk te onthouden Mensen onthouden dingen op verschillende manieren. Wat ging er door je heen toen je je moest voorstellen, hoe voelde dat? Ik ga door de mand vallen, ik ga helemaal geen goede ervaringsdeskundige zijn. Ik weet ook niet of ik dat wel wil. Het is veel moeilijker als je niets voorbereid hebt. Het voordeel was dat ik als tweede was, dan kun je beter luisteren naar de anderen. Ik was ook even onzeker, maar ik dacht: “als ik het hier nog niet kan vertrouwen, waar dan wel?”. En daarnaast gaat mijn „babbel‟ meestal wel. Ik wil veel te beknopt iets uitleggen. Ik was wel wat zenuwachtig. Ook toen de tafels weggingen… Het is moeilijk om persoonlijke dingen te vertellen. Ik dacht: “ik moet toch niet beginnen zeker”. Maar dat was niet. Het viel ook mee, ik was toch vrij rustig. Ik vond het moeilijk om op te letten omdat ik nog met mijn hoofd op de andere vergadering zat. Ik was niet zenuwachtig. Iedereen voelt zich wat onzeker, maar mij valt dat niet op, het is een gevoel bij jullie. Ik heb meestal geen problemen met me voorstellen. Ik probeer er ook altijd op te letten dat ik me richt naar mijn publiek. Hier ga ik misschien iets meer persoonlijke dingen vertellen dan ergens anders. Humor helpt ook.
55
Bijlagen
Het is moeilijker om voor de ganse groep te spreken dan om concreet op een vraag te antwoorden. Ik was onzeker. Mijn geheugen speelt me ook parten, want ik ben wel een vlotte prater. Het was een onverwachte vraag en daar ben ik altijd onzeker rond. Ik kan dan geen keuze maken, er zit zoveel in mijn hoofd. Ik had dat ook de eerste keer, bij de evaluatie. Ik dacht: mijn verwachtingen moeten hetzelfde zijn als wat ik op dat papier geschreven had, ik heb dat erbij genomen. Ik ben blij dat ik een persoonlijk verhaal mocht vertellen. Ik was ook wat zenuwachtig, misschien heb ik daardoor een beetje minder kunnen opletten.
Oefening 2: spreken voor publiek & feedback geven Iedereen schrijft een voorwerp op een briefje. Daarna worden de briefjes samen in een zak gedaan en wordt er eentje uitgenomen door een vrijwilliger. Deze persoon vertelt iets over dat voorwerp. Tips voor feedback: Speel het niet op de persoon, maar op wat hij zegt Zeg wat het doet bij jou Niet onderbreken Stemgebruik: kracht van de stem, houding. Een lage stem geeft meer vertrouwen dan een hoge. Maar een lage stem kan ook autoriteit uitdrukken.
Theorie Eenzijdige communicatie: vb. een bedrijf dat een folder opstuurt. Tweezijdige communicatie: vb. feedback geven. Opmerking: “mijn psycholoog kijkt me voortdurend aan, ik vind dat heel moeilijk en kunstmatig.” Afwisseling tussen kijken en niet-kijken is comfortabeler De beste gesprekshouding is in een hoek; niet recht tegenover elkaar
Oefening 3: parafraseren 4 personen discussiëren over een thema: iemand geeft z‟n mening en de volgende parafraseert. De gespreksleider en/of de persoon zelf zegt of de parafrasering al dan niet juist was. Sommigen vinden parafraseren kunstmatig, anderen vinden dat dit de aandacht verscherpt. Opmerking: “mijn psycholoog doet dat de hele tijd, dat is echt kunstmatig. Het schept een afstand.” “Het komt ook over alsof ik niet duidelijk ben”.
56
Bijlagen
Oefening 4: assertiviteit Telkens 2 personen doen een oefening. Tips: Duidelijk en direct zeggen wat je wilt. Niet in excuses vervallen, je hoeft geen uitleg te geven. Ik-boodschap gebruiken.
Oefening 5: overleg, compromis zoeken Er is een consensus nodig over de ranglijst van kenmerken van een goede gespreksleider. Proces: Iemand stelt een werkmethode voor (kwantitatief), iemand anders stelt een andere strategie voor. Daarna stelt een derde persoon een manier voor, die dan ook gevolgd wordt. Deze persoon wordt „automatisch‟ gespreksleider en verslaggever. Iedereen komt aan bod, al zeggen sommigen wat minder. Niemand onderbreekt elkaar. Resultaat: 1. Biedt de groepsleden de mogelijkheid om deel te nemen in beslissingen. 2. Houdt de bijeenkomsten ordelijk en gestructureerd. 3. Luistert en tracht anderen te begrijpen. 4. Bereid tot compromis en pragmatisch handelen. 5. Vergewist zich dat iedereen begrijpt wat er verwacht wordt. 6. Gebruikt vaak aanmoediging en zelden negatieve kritiek. Bespreking: “Alle kenmerken zijn belangrijk” Iedereen stelde zich schappelijk op, er was niet echt discussie. Het was geen gevoelig onderwerp. Gespreksleider en verslaggever was dezelfde persoon niet ideaal Gespreksleider: het was soms moeilijk. Ik had de neiging om een beslissing te nemen, maar dan zei iemand anders: “is iedereen akkoord daarmee?”. “je wordt geconfronteerd met je natuurlijke houding in een vergadering.”
Mondelinge evaluatie De vormingssessie over communicatie Vandaag was het leuk, misschien zelfs iets té leuk. Het was best OK. Dat je jezelf moet blijven, dat je spontaan moet blijven: dat is iets te weinig naar buiten gekomen. Er zijn wel bepaalde technieken die je kan gebruiken, zoals parafraseren. Ik moet oefenen op parafraseren. Ik vond het boeiend. Eindelijk oefeningen! Wat ik gemist heb, is een kennismaking met de andere deelnemers: vanuit welke 57
Bijlagen
organisatie zijn zij hier, wat willen zij ermee doen? [deze persoon was er niet in sessie 1, waar een korte kennismaking plaatsvond] Oefeningen liggen me persoonlijk niet zo. Wat me is bijgebleven: ik kan nog veel leren (vooral over parafraseren) en die dingen kunnen belangrijk zijn bij mijn functie binnen UilenSpiegel. Ik vond het vandaag heel leuk, maar ik heb niet veel kunnen leren. Wat ik gemist heb is communicatie rond psychische klachten. Ik ben heel tevreden over vandaag. Het was plezant, maar ook leerzaam. De theorie kende ik zelfs, maar de oefeningen zijn heel goed meegevallen. Vandaag heb ik geleerd dat het belangrijk is om goed te communiceren (dat is niet evident). Ik had graag gehad dat er meer ingegaan werd op ervaringen die deelnemers al hebben, bijvoorbeeld bij het geven van getuigenissen. De oefeningen en de interactie zijn een heel directe vorm van leren. Het moet allemaal nog bezinken, maar je hebt het gevoeld. Er mocht misschien iets meer theorie zijn, ik hou nogal van theorie. Ik zoek concrete aanwijzingen om nog meer theorie te leren kennen. Wat mij het meest bijbleef is het actief luisteren, parafraseren. Ik vond het heel goed. Anderzijds mis ik de theorie. De combinatie is nodig. Ik heb bijvoorbeeld wat theorie gemist rond vergaderen. Ik moet er oog voor hebben dat ik mee ben op vergaderingen. Ik moet verduidelijking durven vragen, dat is een werkpunt. Ik vond het vandaag het plezantste. Ik vind praktijk ook belangrijker dan theorie. Wat ik gemist heb, is wat je als ervaringsdeskundige mag prijsgeven over jezelf in een groep of in een individueel gesprek. De volledige vorming Er was een heel goed evenwicht tussen theorie en praktijk. Wat ik miste is het toekomstgericht: wat later? En ook het brengen van het eigen verhaal., je grenzen, en het hoopgevend maken. Ik vond het ook een goed evenwicht, maar er mocht misschien nog iets meer praktijk zijn. Wat ik gemist heb: mensen vanuit Nederland die komen spreken, of mensen die betaald werken als ervaringsdeskundige, en wat ze dan doen. En wat ziekenhuizen, CGG‟s, mutualiteiten denken over ervaringsdeskundigheid: vrijwillig of als betaalde job. Ik vond sessies 1 en 2 heel goed. De derde was heel theoretisch. Wat ik me afvraag: wat nu? Komt er nog een opleiding, of kunnen we al aan de slag als ervaringsdeskundige. Kunnen we ergens een stage doen? Ik heb vooral omgaan met psychische klachten gemist en het eigen verhaal. En bijvoorbeeld een herstelverhaal schrijven.
58
Bijlagen
Het is me vooral bijgebleven dat je best bij je eigen mening mag blijven. Wat ik gemist heb is omgaan met psychische klachten. De sessie over herstel blijft me het meest bij. Wat ik vooral vind, is dat er meer tijd nodig is voor alles. Dat heeft me soms wel geïrriteerd. Daarnaast heb ik de herstelverhalen van andere deelnemers gemist. En ik vraag me af: wat nu? Wat zijn de mogelijkheden? Ik had een gevoel van beweging in de groep. En dat is al belangrijk op zich vind ik. Wat ook leuk was om te voelen, was het enthousiasme van de lesgevers. Ze geloven erin en dat is belangrijk. Qua theorie was sessie 3 heel interessant en het was doorleefd, echt knap. Wat ik mis: een vervolg. En uitdieping van de theorie. Ik had ook het gevoel dat er op de klok werd gekeken. Ik hoop dus op een realistisch vervolg voor een ingezette dynamiek. Ik vind dat ik nog vorming nodig heb, en liefst met deze groep. Ik vond het aantal pauzes goed. De combinatie theorie en oefeningen ook. Vooral sessie 2 was heel goed. Maar 4 namiddagen is te weinig. We hebben meer voorbeelden nodig. Wat in de toekomst? Wat met ondersteuning? Maar algemeen ben ik tevreden. Ik heb het al eens gezegd: ik vind ervaringsdeskundigheid een heel kwetsbaar begrip. Ik geloof sterk in cliëntenparticipatie en in gelijkwaardigheid. Maar ervaringsdeskundige als betaalde job, de meerwaarde ervan? Dat is heel broos. Ik vond de evolutie die weergegeven werd in sessie 3 heel interessant. En ook de vernieuwde visie op ambulante zorg.
59
Bijlagen
6.9
Bijlage 9: Observatiebril Vormingssessie …………………………………………………………………
Inhoud van de vorming
Welke thema‟s spreken aan? Welke thema‟s vindt men niet interessant?
Kennisniveau & moeilijkheidsgraad
Time management Organisatie van de vorming
Waaraan kun je dit zien? Geen geroezemoes Deelnemers „blijven bij de les‟ (vb. de vragen die ze stellen zijn relevant, niet „naast het onderwerp‟) Bijkomende vragen Opmerkingen van deelnemers
Opmerkingen
Vragen naar meer uitleg Aandachtigheid Niet het juiste niveau / te specialistisch / Jargon Op tijd beginnen Op tijd eindigen Geplande inhoud is gezien
Didactisch: de docenten Werkvorm aangepast aan inhoud
60
Bijlagen
Waaraan kun je dit zien?
Groep & groepsdynamica
Deelnemers
Groepsgrootte: te klein / goed / te groot Groepssamenstelling: mix van deelnemers Omgang tussen de deelnemers Leren van elkaar De selectie: is er een match tussen de inhoud van de vorming en de deelnemers? Houding deelnemers
Opmerkingen
Onderlinge relaties Conflicten Geven van tips
Weerstand Onderwerpen waarover ze kritisch zijn Alternatieve visies
Varia
61