EC-LINC project D.5.2. Rapport voor stakeholders Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject
Etienne Rubens, met medewerking van Tine Van Rumst en An Coninx 19/01/2014
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 2/31
Inhoud 1 Voorwoord ...................................................................................................................................... 2 1.1 Doelpubliek ....................................................................................................................... 3 1.2 Structuur van het rapport .................................................................................................... 3 2 Inleiding en kadering ........................................................................................................................ 3 2.1 Energiearmoede ................................................................................................................. 3 2.1.1 definitie, situatie en omvang en trends in Vlaanderen en België ............................. 4 2.1.2 (enkele) Maatregelen ter bestrijding van energiearmoede..................................... 5 2.2 Korte voorstelling van het project EC-LINC............................................................................. 6 2.2.1 Doelstellingen ................................................................................................ 6 2.2.2 Planning en resultaten van het EC-LINC project .................................................. 7 2.2.3 Onderdelen van de door KOMOSIE ontwikkelde toolbox ........................................ 8 2.3 Organisatie van de energiescans door de Energiesnoeiers (infrastructuur, vorming, middelen …) ... 9 2.3.1 Algemene organisatie in Vlaanderen .................................................................. 9 2.3.2 Specifieke organisatie door KOMOSIE i.k.v. het pilootproject van EC-LINc ............... 9 3 Evaluatieresultaten en ervaringen van het pilootproject ........................................................................10 3.1 Deel 1: resultaten van de uitvoering van SDIP ...................................................................... 10 3.1.1 Opzet ......................................................................................................... 10 3.1.2 Evaluatieresultaten ....................................................................................... 11 3.1.3 Ervaringen / getuigenissen ............................................................................ 13 3.2 Deel 2: resultaten van het extra pakket kleine energie- en waterbesparende maatregelen .......... 14 3.2.1 Opzet ......................................................................................................... 14 3.2.2 resultaten ................................................................................................... 14 3.3 Deel 3: resultaten van de uitvoering van energiescans ........................................................... 15 3.3.1 Evaluatie i.v.m. de vereiste vaardigheden, opleiding en info/hulpmiddelen voor scanners ............................................................................................................. 15 3.3.2 Evaluatie i.v.m. de toeleiding van de doelgroepklanten ...................................... 17 3.3.3 Evaluatie van het resultaat van en de tevredenheid over de energiescan .............. 19 4 Lessons learned / Conclusies / Aanbevelingen .....................................................................................22 4.1 Voor sociale dakisolatie ..................................................................................................... 22 4.2 Voor het extra pakket kleine energie- en waterbesparende maatregelen................................... 24 4.3 Voor de huishoudelijke energiescans ................................................................................... 25 4.3.1 aanbevelingen i.v.m. de vereiste vaardigheden, opleiding info/hulpmiddelen voor scanners ............................................................................................................. 25 4.3.2 aanbevelingen I.v.m. de toeleiding van de doelgroepklanten ............................... 25 4.3.3 Conclusies/aanbevelingen i.v.m. het resultaat van en de tevredenheid over de energiescan ......................................................................................................... 25 5 Bijlagen .........................................................................................................................................27 Bijlage 1: Engagementsverklaring projectpromotoren SDIp i.k.v. pilootproject EC-LINC .. 27 Bijlage 2: Algemene voorstellingsfolder van de Energiesnoeiers ................................... 28 Bijlage 3: Evaluatieformulier SDIP........................................................................... 29 Bijlage 4: Registratieformulier voor rapporering van de geplaatste gratis bijkomende energie- en waterbesparende materialen ................................................................. 31
1 Voorwoord KOMOSIE nam deel aan het project EC-LINC, Energy Checks for Low INCome households, samen met 6 andere Europese partners uit 5 landen. Het project startte op 15 april 2011 en eindigt op 14 februari 2014. Meer info op onze projectwebsite www.ec-linc.info . Dit rapport bundelt de belangrijkste resultaten van dit project voor KOMOSIE. Het behandelt in het bijzonder de resultaten van de evaluatie van het door KOMOSIE uitgevoerde pilootproject tijdens dit project. Gelijkaardige rapporten van de overige Europese partners zijn ook te vinden op de projectwebsite. Die buitenlandse ervaringen zijn immers ook leerrijk om de energiescans in Vlaanderen verder te verbeteren. De huishoudelijke energiescans in Vlaanderen focussen op het energieverbruik van het huishouden en niet specifiek op het waterverbruik.1 Enkel het warm water verbruik wordt in rekening genomen bij de energiescan 1
In kader van de nieuwe sociale openbare dienstverplichtingen voor water is ook voorzien dat de watermaatschappijen een waterscan aanbieden aan prioritaire doelgroepen. De start van de uitvoering van de waterscan is echter in de praktijk pas voorzien voor de 1e helft van 2014. Bovendien is er voorlopig geen gecombineerde uitvoering van de water- en energiescan in
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 3/31
omdat hiermee tegelijk ook energie bespaard wordt. Dit rapport zal daarom enkel aandacht geven aan het koud waterverbruik voor wat betreft de plaatsing van (extra) kleine waterbesparende materialen (zie hfst 3 deel 2).
1.1 Doelpubliek Dit rapport is de “Deliverable 5.2. Stakeholder report” voor het project EC-LINC. Het doelpubliek voor dit rapport zijn: de belangrijkste partners van KOMOSIE en de Energiesnoeiers, waaronder: o De netbeheerders Eandis en Infrax o Het Vlaams Energieagentschap (VEA) en het kabinet van de Minister van Energie Van den Bossche o De VVSG en de geïnteresseerde lokale besturen (gemeenten of OCMW’s) o Provincies o Partnerorganisaties: Samenlevingsopbouw, Netwerk Armoede … o Elke andere organisatie die zich bekommert om het energieverbruik bij maatschappelijk kwetsbare doelgroepen te verminderen en de energiearmoede te bestrijden. de uitvoerders van de huishoudelijke energiescans en de promotoren van de sociale dakisolatie: o De Energiesnoeiersbedrijven aangesloten bij KOMOSIE vzw o Andere uitvoerders (Stebo vzw, IGEMO, EOS …)
1.2 Structuur van het rapport Hoofdstuk 2 is de inleiding. De problematiek van energiearmoede in Vlaanderen wordt geschetst, het project EC-LINC en de energiescans in Vlaanderen worden voorgesteld, alsook hoe KOMOSIE de uitvoering van energiescans binnen het voorziene pilootproject aangepakt heeft. Hoofdstuk 3 “Evaluatieresultaten en ervaringen van het pilootproject” is opgesplitst in 3 onderdelen: Deel 1: resultaten van de uitvoering van SDIP (zie bestaande rapport) a. Gezien de sociale dakisolatie maatregel een nieuwe maatregel is die nauw aansluit bij / als vervolg op de huishoudelijke energiescan, heeft KOMOSIE als extra meerwaarde specifiek voor Vlaanderen ervoor gekozen om deze maatregel mee te evalueren in het pilootproject van ECLINC. b. In totaal zijn 205 SDIP-dossiers geëvalueerd. We lichten de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten toe en evalueren de positieve en mindere ervaringen van de Energiesnoeiers hierbij. Deel 2: resultaten van het extra pakket kleine energie- en waterbesparende maatregelen a. KOMOSIE voorzag in het pilootproject een extra pakket kleine materialen bovenop de materialen die de netbeheerders reeds voorzien. We evalueerden vooral kwantitatief hoe vaak deze nieuwe materialen geplaatst konden worden bij de bewoner. Deel 3: resultaten van de uitvoering van energiescans a. Op basis van de steekproefsgewijze bevragingen bij de huishoudens en de energiescanners. Hoofdstuk 4 bevat de belangrijkste lessons learned en aanbevelingen van het project.
2 Inleiding en kadering 2.1 Energiearmoede Sinds 2012 worden de huishoudelijke energiescans in Vlaanderen steeds meer toegespitst op maatschappelijk kwetsbare doelgroepen, ook “prioritaire doelgroepen” genoemd. Vanaf 2014 zijn de energiescans zelfs uitsluitend naar deze doelgroepen gericht. Hiermee geeft de Vlaamse regering duidelijk aan dat de huishoudelijke energiescan een maatregel is bedoeld ter bestrijding van de energiearmoede eerder dan een algemene maatregel ter vermindering van het energieverbruik bij alle Vlaamse huishoudens. Gezien dit beleidskader is het relevant om vooraf enkele aspecten van de problematiek van energiearmoede te belichten om een idee over de omvang van dit (groeiende) probleem te schetsen.
1 bezoek voorzien, ondanks dat dit aanzienlijke efficiëntievoordelen zou hebben aangezien de aanpak en doelgroepen grotendeels gelijkaardig zijn.
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 4/31
2.1.1 DEFINITIE, SITUATIE EN OMVANG EN TRENDS IN VLAANDEREN EN BELGIË 2.1.1.1 Definitie Een éénduidige en duidelijke definitie voor energiearmoede is er nog niet in België. Daarom wordt voorlopig meestal de definitie gehanteerd die in het Verenigd Koninkrijk gebruikelijk is voor energiearmoede. Volgens die definitie is een huishouden energiearm wanneer meer dan 10% van het inkomen van een huishouden aan energie wordt gespendeerd om in de woonkamer 21°C en in de overige kamers 18°C te kunnen hebben. Deze definitie houdt er echter geen rekening mee dat sommige personen o.w.v. hun beperkt budget al preventief hun energieverbruik (moeten) verminderen en zodoende hun levenskwaliteit (sterk) beperken. Energiearmoede wordt in de praktijk vaak pas zichtbaar en problematisch wanneer de bewoner betalingsproblemen krijgt om zijn rekeningen (voor energie of andere) te betalen. 2.1.1.2 Situatie en omvang Er zijn, voor zover geweten, geen precieze gegevens beschikbaar hoeveel huishoudens zich in de situatie van energiearmoede bevinden in België of Vlaanderen, volgens de Britse definitie hierboven. Het kwantificeren van de diverse prioritaire doelgroepen die volgens het Energiebesluit artikel 6.4.1/8 recht hebben op een energiescan, geeft wel een zeker indicatie van de grootte van de (potentiële) huishoudens die zich in energiearmoede (kunnen) bevinden, alhoewel een onderscheid kan gemaakt worden tussen: Enerzijds doelgroepen die zich reeds in de situatie van energiearmoede bevinden (bvb. personen met een budgetmeter, personen die voor het LAC uitgenodigd worden, personen in schuldbemiddeling …) Anderzijds doelgroepen die een verhoogd risico op energiearmoede hebben, zonder evenwel reeds in situatie van e-armoede te zitten: bvb. beschermde klanten, personen met RVV-statuut, huurders van een woning bij een OCMW, lokaal bestuur, sociaal verhuurkantoor … Hieronder vindt u het overzicht van de prioritaire doelgroepen voor de huishoudelijke energiescans in Vlaanderen en het aantal huishoudens die binnen deze doelgroep vallen. Een nuance is dat doorgaan bepaalde van deze huishoudens tot meer dan 1 doelgroep kunnen vallen. Daarom maken we ook geen totaalsom van de diverse doelgroepen. Dit zou immers een vertekend beeld geven. Bvb. een beschermd afnemer die een huurwoning via het sociaal verhuurkantoor huurt. Of een huishouden met een budgetmeter aardgas heeft kan ook een budgetmeter voor elektriciteit hebben. Prioritaire doelgroepen 1. Beschermde klanten (rechthebbende op de sociale maximumprijs voor elektriciteit en aardgas); 2. Personen voor wie een verzoek tot afsluiting van elektriciteit of gas ingediend bij de lokaal adviescommissie (LAC). 3. Personen met een actieve budgetmeter voor elektriciteit of aardgas 4. De kwetsbare doelgroep van meest behoeftigen, zoals gedefinieerd voor de werking van het FRGE (fonds voor de reductie van de globale energiekost), dit zijn 4.1. Personen die recht hebben op verhoogde tegemoetkoming in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering. Ook genoemd: Personen met RVV-statuut (Recht Verhoogde Verzekeringstegemoetkoming). Dit omvat sedert 1/1//2014 ook de groep van personen met een OMNIO-statuut. 4.2. Personen die in schuldbemiddeling zitten (bvb. via OCMW of CAW) en de verwarmingsfactuur moeilijk kunnen betalen. 4.3. Personen in begeleiding van OCMW voor hulp voor
Schatting van totaal # personen / huishoudens in Vlaand. 200 000 à 230 000 31 567 voor elektriciteit 22 289 voor aardgas 44 035 voor elektriciteit 27 232 voor aardgas
Bron / opmerking Kabinet Minister Van den Bossche VREG, statistiek voor 2012 VREG, statistiek voor 2012
+- 210 000
?
62 183
Dit zijn personen in schuldbemiddeling of (collectieve) schuldenregeling
+- 15 000
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 5/31
onbetaalde facturen voor gas of elektriciteit 4.4. Personen met een jaarlijks bruto gezinsinkomen lager dan € 16.965,47, verhoogd met € 3.140,77 per persoon ten laste (geïndexeerd bedrag op 01/09/2013). 5. Huurders van een woning bij een OCMW, lokaal bestuur of sociaal verhuurkantoor 6. Huurders van een woning bij een sociale huisvestingsmaatschappij 7. Huurders met een huurprijs van max. 450 euro per maand. Dit bedrag wordt vermeerderd met 50 euro per maand indien het een woning betreft die gelegen is in een grootstad, centrumstad of gemeente gelegen in Vlabinvestgebied.
Niet gekend
+- 6 000 +- 146 000 eind 2012. Niet gekend.
stijging verwacht tot 10.000 in komende jaren Stijging verwacht van 2 à 3.000 woningen per jaar (bijna) de helft van de lopende huurprijzen zou onder deze grens vallen?
Tabel1: Aantal personen/huishoudens die behoren tot de prioritaire doelgroepen die recht hebben op een huishoudelijke energiescan.
2.1.1.3 Relatief aandeel van energiearmoede t.o.v. de totale bevolking Enkele cijfers geven een inzicht in het relatieve aandeel van energiearmoede t.o.v. de totale bevolking in Vlaanderen2 Het % huishoudens die beleverd werden door hun netbeheerder o.w.v. betalingsproblemen bij hun commerciële leverancier bedroeg in 2010: 2,91% voor elektriciteit, 3,42% voor gas. Het % huishoudens die een uitnodiging ontvangen voor de LAC (lokale adviescommissie) in het kader van een verzoek door de netbeheerder tot afsluiting van de elektriciteits- of aardgastoevoer bedroeg in 2010: 1,11% voor elektriciteit en 1,75 voor gas. 2.1.1.4 Trends Ondanks dat het huishoudelijk energieverbruik langzaam maar zeker daalde in de afgelopen 10 jaren, is de algemene energiearmoede gestegen, vooral omwille van de stijgende energieprijzen. De diverse statistieken van de VREG geven aan dat de aantallen jaar na jaar stijgen voor bvb. het aantal huishoudens die over een actieve budgetmeter beschikken, het aantal klanten die door een netbeheerder beleverd worden enz. 2.1.2 (ENKELE) MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN ENERGIEARMOEDE Het is belangrijk om goed te begrijpen dat er een onderscheid is tussen: enerzijds de procedure die klanten volgen in geval van betalingsproblemen en waarbij de distributienetbeheerder een grote rol speelt. Meer info over beschermingsmaatregelen bij wanbetaling: http://www.energiesparen.be/sociaal/bescherming en anderzijds de ondersteuningsmaatregelen in kader van het sociaal energie beleid van de Vlaamse overheid in de vorm van premies (al dan niet verhoogd voor beschermde klanten) of openbare dienstverplichtingen of actieverplichtingen voor de distributienetbeheerders. Enkele van deze bespreken we hieronder. 2.1.2.1 In Vlaanderen De Vlaamse overheid hanteert als algemeen kader voor haar inspanningen inzake REG voor bestaande woningen het Energierenovatieprogramma 2020. Dit “urgentieprogramma” voorziet dat alle woningen tegen 2020 moeten voorzien zijn van dakisolatie, hoogrendementsbeglazing en een efficiënte verwarmingsketel. Meer info : http://www.energiesparen.be/2020 Het Vlaamse sociaal energiebeleid voorziet talrijke maatregelen om het energieverbruik specifiek bij kansengroepen te verminderen. De meest relevante REG-maatregelen in het kader van het project EC-LINC zijn de volgende: 1. De huishoudelijke energiescans (sinds 2007) 2. De sociale dakisolatiepremie van 23€/m² voor huurwoningen (sinds 2012) Meer info over deze maatregelen vind je op deze websites: 2
Rapport van de VREG van 31 mei 2011 met statistieken m.b.t. huishoudelijke afnemers i.k.v. art. 5.7/1. van het Energiebesluit.: www.vreg.be/rapp-2011-4
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
-
140119, def 6/31
www2.vlaanderen.be/economie/energiesparen/premies/2014/folderlagereenergiefactuurnov2013.pdf Websites over energiescans: www.energiescans.be (Infrax), www.gratisenergiescan.be (Eandis) of onze website www.energiesnoeiers.net Websites over de sociale dakisolatie maatregel: de website van het VEA www.energiesparen.be/socialedakisolatie of onze website www.energiesnoeiers.net
Beide maatregelen zijn voorzien voor de prioritaire doelgroepen zoals hoger vermeld in de tabel in vorig hoofdstuk 2.1.1.2. Situatie en omvang De Energiesnoeiers in de sociale economie zijn de belangrijkste uitvoerders voor deze 2 maatregelen. Begin 2014 namen 30 sociaal economie organisaties deel aan het project Energiesnoeiers. Hiermee is de sector bijna in gans Vlaanderen actief, met de uitvoering van energiescans, promotorschap sociale dakisolatie, plaatsing van dakisolatie of andere energiebesparende activiteiten. Ze werken hiervoor samen met zo’n 270 lokale besturen (gemeenten en OCMW’s) in Vlaanderen (d.i. +- 90% van alle Vlaamse gemeenten). Eind 2012 waren zodoende meer dan 265 medewerkers tewerkgesteld, waarvan 3/4e personen met voorheen een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Meer info: www.energiesnoeiers.net Enkele andere maatregelen binnen het Vlaamse sociale energiebeleid die specifiek gericht zijn naar bepaalde prioritaire doelgroepen zijn o.a.: Personen met een aardgasbudgetmeter kunnen in de winter tegemoetkomingen krijgen voor de minimale gaslevering via het OCMW Kortingsbon van 150 € voor de aankoop van een energiezuinige wasmachine of koelkast Premie van 800 € voor condensatieketel voor beschermde klanten via aannemer Beschermde afnemers krijgen een extra 50% verhoging op de beschikbare premies voor energiebesparing.
2.1.2.2 Door de Europese Commissie De richtlijn energie-efficiëntie In de Richtlijn Energie-efficiëntie3 zijn, naast talrijk andere maatregelen, de bestrijding van energiearmoede en de huishoudelijke energiescans voor o.a. kwetsbare doelgroepen vooral onderdeel van Art. 7 en 12. Art. 7: Verplichtingsregelingen voor e-efficiëntie voor energieleveranciers- en distributeurs (om cumulatieve e-besparing van 1,5% per jaar te bereiken) o Lidstaten kunnen eisen met een sociale doelstelling opnemen in de besparingsverplichtingen die zij opleggen, waaronder de eis om een gedeelte van de e-efficiëntie maatregelen bij voorrang uit te voeren in huishoudens die met e-armoede kampen of in sociale woningen. Art. 12: Programma voor voorlichting en responsabilisering van de verbruiker Die maatregelen omvatten één of meer elementen van een reeks instrumenten en beleidsmaatregelen voor het bevorderen van gedragswijziging (met inbegrip van fiscale prikkels, toegang tot financiering en subsidies, informatieverstrekking, voorbeeldprojecten en/of activiteit op de arbeidsplaats. T.a.v. deze recente Europese richtlijn heeft de Vlaamse overheid dus een sterke voortrekkersrol opgenomen door reeds vanaf 2007 de huishoudelijke energiescans te lanceren bij voorkeur voor maatschappelijk kwetsbaren.
2.2 Korte voorstelling van het project EC-LINC 2.2.1 DOELSTELLINGEN Het project EC-LINC, Energy Check for Low INCome households, heeft o.a. als doel de kennis- en ervaringsuitwisseling te bevorderen rond het uitvoeren van energiescans bij gezinnen met lage inkomens en andere maatschappelijk kwetsbare doelgroepen. Door pilootprojecten wilden we ook in andere Europese landen deze activiteiten opstarten, (beleids)aanbevelingen formuleren en netwerken opzetten om ze in te bedden in het toekomstige sociaal energiebeleid. We werken samen met een 6tal collega-organisaties uit Oostenrijk, België, Duitsland, Hongarije en Verenigd Koninkrijk in het kader van het Intelligent Energy Europe programma. Het project startte in april 2011 en liep 3
Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG.
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 7/31
tot februari 2014. Behalve in Vlaanderen liepen er ook pilootprojecten van EC-LINC in Berlijn, Budapest, Edinburgh en Oostenrijk. Meer info op www.ec-linc.info/ Voor KOMOSIE en de Energiesnoeiersbedrijven die reeds meerdere jaren energiescans uitvoeren is dit project ook een kans om antwoord krijgen op vragen als “Bestaan er in andere Europese landen ook Energiesnoeiers?, Hoe worden daar huishoudelijke energiescans uitgevoerd?, Wat kunnen we van elkaar leren? …”. Het project focust in het bijzonder op maatschappelijk kwetsbaren en personen met laag inkomen. Het project EC-LINC helpt deze doelgroepen om energie en water te besparen met gratis of goedkope maatregelen. Stijgende energieprijzen zijn thans onderwerp van publieke debatten in de meeste Europese landen, alsook de klimaatverandering en de eindigheid van (fossiele en andere) grondstoffen. Europese lidstaten ondernemen talrijke pogingen om het probleem van energiearmoede te bestrijden. Voor mensen in armoede gaat dit concreet over (gebrek aan) financiële middelen en basiscomfort. Kortom: of je wel of niet je energiefactuur kan betalen op het einde van de maand of je je huis voldoende kan verwarmen. In het bijzonder ontbreekt het deze maatschappelijk kwetsbare personen aan het nodige geld om te investeren in energie- en waterbesparende maatregelen en vaak ontbreekt het hun aan kennis over rationeel water- en energieverbruik. 2.2.2 PLANNING EN RESULTATEN VAN HET EC-LINC PROJECT Het schema hieronder geeft de globale planning en fazen van het hele project weer. (WP = work package)
WP 4: Pilot project implementation
WP 5: Monitoring
WP 6: Expansion on national and European level
WP 8: EACI Dissemination Activities
WP 1: Management
WP 3: Definition of Implementation Schemes; Toolbox
WP 7: Communication and Dissemination
Phase 4: Sustainability
Phase 3: Implementa tion
Phase 2: Development
Phase 1: Preparation
WP 2: Assessment of Framework Situation
De belangrijkste resultaten per werkpakket van het project EC-LINC waren: -
In werkpakket 2 werd de situatie rond diverse relevante thema’s in kaart gebracht voor elk land en bepaalden we een gemeenschappelijk model voor de huishoudelijke energiescan. Naast het thema “elektriciteit” werd ook het thema “verwarming” opgenomen in dit “common model”. Daarenboven kon elke partner eigen specifieke accenten leggen en optionele thema’s toevoegen (waterbesparing, isolatie …) om extra meerwaarde te realiseren. o KOMOSIE koos er voor om een extra focus in het proefproject voor Vlaanderen te leggen op de evaluatie van de uitvoering van het projectpromotorschap van de ‘nieuwe’ sociale
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
-
-
-
140119, def 8/31
dakisolatiepremie voor huurwoningen. Zie lager hoofdstuk 2.3.2. De Berlijnse partner werkte specifiek samen met een sociale huisvestingsmaatschappij en de Oostenrijkse partner focuste op de uitvoering van scans bij de allochtone bevolking (Balkan …). In Werkpakket 3 was KOMOSIE verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een “toolbox” met alle onderdelen nodig om met de uitvoering van deze energiescans in een ander Europees land te kunnen starten. Deze toolbox omvat o.a. opleidingsmateriaal, promotiematerialen, een vragenlijst voor de energiescanner en een software tool op maat. We bespreken in meer detail in volgende hoofdstuk deze onderdelen. De verschillende onderdelen van deze toolbox zijn in Engelstalige versie terug te vinden op de projectwebsite. In werkpakket 4 voerde KOMOSIE, naast 4 andere partners, in dit project ook een pilootproject uit in samenwerking met 14 Energiesnoeiersbedrijven die energiescans uitvoeren én promotor zijn van de sociale dakisolatiepremie. In totaal werden tussen september 2012 en juli 2013 meer dan 200 energiescans en sociale dakisolatieprojecten uitgevoerd in het kader van dit pilootproject. Zo werden de Energiesnoeiers gestimuleerd om hun promotorrol voor sociale dakisolatie (nog) actiever op te nemen en verzamelden we nuttige feedback en praktijkervaringen. In werkpakket 5 evalueerde KOMOSIE, net als de andere partners, dit pilootproject. Dit gebeurde zowel via bevragingen d.m.v. een enquête bij de energiescanners (19) als bij de huishoudens die een energiescan kregen (97) door gegevensverwerking via de online-rapporteringstool Sumatra op www.energiescans.be . De analyse en resultaten van deze evaluatie vindt u terug in de volgende hoofdstukken in dit stakeholder-rapport.
Meer info op www.ec-linc.info/ of bij KOMOSIE vzw, tel: 03 281 03 30
[email protected] 2.2.3 ONDERDELEN VAN DE DOOR KOMOSIE ONTWIKKELDE TOOLBOX In Werkpakket 3 was KOMOSIE verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een “toolbox” met alle onderdelen die een energiescanbedrijf nodig heeft om met de uitvoering van deze energiescans in een ander Europees land te kunnen starten. Dit omvatte de volgende onderdelen: 2.2.3.1 Opleidingsmateriaal Een volledig opleidingshandboek voor toekomstige energiescanners die energiescans bij kwetsbare doelgroepen uitvoeren. Naast info uit Vlaanderen (van KOMOSIE, Eandis, Levanto …) werd ook relevante info van opleidingen uit Duitsland (StromSparCheck-project) en het VK (partner Changeworks) gebruikt om de opleiding te vervolledigen. Deze opleiding omvat alle relevante opleidingsaspecten, ingedeeld in 12 modules. De volledige opleiding omvat 1.820 minuten gemeenschappelijk opleiding en een bijkomende 435 min. optionele inhoud. Een bijhorende “Training Curriculum” is ook ontwikkeld om de toekomstige professionele lesgevers te ondersteunen. 2.2.3.2 Promotiematerialen Het promotiemateriaal biedt een overzicht van alle relevante tips en kleine maatregelen die huishoudens kunnen toepassen. Dit kon door de diverse projectpartners als basis gebruikt worden voor de opmaak van tipfolders, brochures of posters die aan de huishoudens toegelicht en uitgedeeld konden worden. KOMOSIE maakte in het kader van het EC-LINC project een (update van een) algemene voorstellingsfolder van de Energiesnoeiers. Gezien de focus in ons proefproject naast energiescans ook lag op de promotie van dakisolatie en de extra hoge sociale dakisolatiepremie die de Vlaamse overheid voorziet in dit kader, staan in de folder dus deze verschillende activiteiten die Energiesnoeiers uitvoeren in Vlaanderen opgelijst. Deze folder werd gedrukt op 7.500 exemplaren en verdeeld aan alle geïnteresseerde Energiesnoeiersbedrijven in Vlaanderen. U vindt een afdruk van deze folder in bijlage. Om gratis 1 of meerdere exemplaren van deze folder te bestellen, mail naar
[email protected] . 2.2.3.3 Vragenlijst voor de energiescanner Te gebruiken tijdens het huisbezoek. De antwoorden van deze vragenlijst kunnen nadien ook ingevoerd worden in de software die KOMOSIE ook ontwikkelde voor het EC-LINC project. De vragenlijst is mede gebaseerd op de ervaringen die KOMOSIE / Energiesnoeiers hebben met de vragenlijst voor Supernova en het eigen registratiesysteem voor Energiesnoeiers van KOMOSIE.
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 9/31
2.2.3.4 Software, incl. handleiding Het doel van de software is om de vragenlijst van de energiescanner te kunnen ingeven na of tijdens het huisbezoek en automatisch een rapport op maat te genereren. Bij de ontwikkeling van deze software is rekening gehouden met de ervaringen die KOMOSIE / Energiesnoeiers heeft met Supernova en met het eigen registratiesysteem voor Energiesnoeiers van KOMOSIE. We kozen voor de ontwikkeling van een standalone tool en geen webbased software, o.w.v. de relatief kleine schaal van de pilootprojecten en om budgettaire redenen. De frontend (toepassing) was ontwikkeld in Visual basic, de database kan MS Access zijn, maar kan ook een performantere SQL Server database zijn. KOMOSIE voorzag ook een volledige handleiding om het gebruik van de software te leren en voorzag via webconference software opleiding voor de 5 projectpartners in het project in 2013. De software is beschikbaar voor projectpartners en andere geïnteresseerden. Om toegang te krijgen, dient men een email te sturen naar
[email protected] met de mededeling “verzoek tot toegang tot EC-LINC software” met toelichting van het kader waarin u deze wenst te gebruiken. Aangezien de scanbedrijven hun energiescans verplicht moeten ingeven in Supernova is de in het kader van ECLINC ontwikkelde software toch niet gebruikt door KOMOSIE of de Energiesnoeiers tijdens het pilootproject. De software blijft evenwel een nuttige en bruikbare tool, ook na afloop van het EC-LINC project.
2.3 Organisatie van de energiescans door de Energiesnoeiers (infrastructuur, vorming, middelen …) 2.3.1 ALGEMENE ORGANISATIE IN VLAANDEREN Voor lezers die niet vertrouwd zijn met de uitvoering van de huishoudelijke energiescans in Vlaanderen lichten we kort toe hoe de energiescans georganiseerd zijn. Wie welke taken opnemen inzake de praktische omkadering van de uitvoering van deze scans is geregeld in het Energiebesluit. Taken voorzien door de netbeheerder: Opleiding voor energiescanners. o De energiesnoeiers die het pilootproject voor EC-LINC uitvoerden volgden vooraf de verplichte opleiding tot energiescanner van Eandis. Daarom is er niet voor geopteerd om bijkomend de energiescanners in Vlaanderen die deelnamen aan het pilootproject ook de opleiding van ECLINC te laten volgen. o KOMOSIE heeft wel de relevante onderdelen van de Engelstalige opleiding van EC-LINC die nieuw zijn t.o.v. de bestaande opleidingen van Eandis of KOMOSIE vertaald naar het Nederlands om deze aan te bieden aan de Energiesnoeiersbedrijven als bijscholing in 2014. Pakket kleine energiebesparende maatregelen ter waarde van gemiddeld 20 euro Sensibilisatiemateriaal (tipbrochure, meterkaart, promotiefolder) Software voor ingave van de energiescans. Hiermee wordt ook een rapport gegenereerd voor de bewoner en desgevallend de eigenaar-verhuurder. Taken voorzien door het energiescanbedrijf zijn het contacteren van de bewoners, opstellen van een planning , uitvoeren van het huisbezoek en de nodige opvolging achteraf (software ingave, opsturen scanrapport, stockbeheer …). De toeleiding van adressen/klanten is een gedeelde taak, die de netbeheerder maar vooral het lokaal bestuur (gemeenten, maar meer en meer het OCMW) en het Energiesnoeiersbedrijf op zich nemen. Door de tot op heden onvoldoende toeleiding van adressen bij de kwetsbare doelgroepen via de netbeheerder en het lokaal bestuur nemen de meeste Energiesnoeiers zelf ook een actieve rol op bij het verzamelen van adressen. 2.3.2 SPECIFIEKE ORGANISATIE DOOR KOMOSIE I.K.V. HET PILOOTPROJECT VAN EC-LINC Gezien onze Energiesnoeiers reeds heel wat ervaring hebben met de uitvoering van energiescans bij maatschappelijk kwetsbare huishoudens en gezien de komst van de nieuwe “Vlaamse” sociale dakisolatieprojecten (SDIP), wenste KOMOSIE ook de uitvoering van de sociale dakisolatiepremie op te nemen in dit pilootproject. Het project EC-LINC liet immers toe om zulke land specifieke meerwaarden mee op te nemen in het pilootproject. De ambitie van het pilootproject door KOMOSIE werd voor Vlaanderen dan ook uitgebreid tot: “De uitvoering van 250 sociale dakisolatie trajectbegeleidingen. Dit gebeurt bij de prioritaire doelgroepen van maatschappelijk kwetsbare huishoudens. Hier is de uitvoering van de huishoudelijke energiescans een onderdeel van.
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 10/31
Bovendien wordt bij de bewoner ook een bijkomende pakket energie- en waterbesparende materialen geplaatst”. KOMOSIE kon zodoende de volgende meerwaarden/voordelen realiseren in dit pilootproject: 1. Dit pilootproject stimuleert de Energiesnoeiers extra om te starten met de SDIP. Er is nl. een concrete timing en aanleiding om SDIP uit te voeren en er is extra budget beschikbaar voor de Energiesnoeiers. 2. Dankzij de manuren voorzien door KOMOSIE in dit pilootproject en het voorziene budget worden de ES extra ondersteund bij de uitvoering van deze nieuwe SDIP. Gezien 250 SDIP beoogd worden, kan KOMOSIE aan elk SDIP-project dat deelneemt aan dit proefproject een extra budget van 100 € per SDIP voorzien. 3. Doordat aan de deelnemende Energiesnoeiers gevraagd wordt om hun ervaringen te evalueren, onderling uit te wisselen en te delen met nieuwe startende projectpromotoren, levert dit proefproject nuttige feedback en praktijkervaringen op over de uitvoering van SDIP. Dit proefproject helpt/hielp zodoende de hele sector Energiesnoeiers of andere projectpromotoren in de uitdaging om deze SDIP op een succesvolle en kwalitatieve wijze uit te voeren. 4. Bovenop het spaarpakket dat Eandis/Infrax reeds leveren i.k.v. de energiescans, krijgen de Energiesnoeiers gratis bijkomende energie- en waterbesparende materialen die ze kunnen testen en leren plaatsen tijdens de energiescan. Dit extra pakket omvatte volgende materialen en bedroeg in aankoopwaarde gemiddeld 20 euro per pakket.
Materiaalbeschrijving tochtborstel deur thermometer Waterbespaarder kraan Waterstop toilet Bruismondstuk spaarspot 9W GU10 Douchecoach
Gemiddeld aantal per pakket/bezoek 0,5 1 0,9 0,5 0,8 0,5 1
Ontluchtingssleutel
0,9
reflectorlamp 11 W, E27
0,5
reflectorlamp 7 W, E14 thermometer frigo
0,5 1
KOMOSIE deed een oproep bij de sector Energiesnoeiers voor kandidaten om aan dit pilootproject deel te nemen. Er meldden zich 14 Energiesnoeiersbedrijven. Zij tekenden allen een engagementsverklaring met KOMOSIE. (zie sjabloon in bijlage 1)
3 Evaluatieresultaten en ervaringen van het pilootproject We splitsen dit hoofdstuk op in 3 delen: 1. 2. 3.
Deel 1: resultaten van de uitvoering van SDIP Deel 2: resultaten van de plaatsing van het extra pakket kleine energie- en waterbesparende maatregelen. Deel 3: resultaten van de uitvoering van energiescans
3.1 Deel 1: resultaten van de uitvoering van SDIP 3.1.1 OPZET Alle Energiesnoeiersbedrijven die ook SDIP-projectpromotor zijn konden deelnemen. Via de ondertekende engagementsverklaring verklaarden ze zich bereid om het evaluatieformulier SDIP in te vullen (zie sjabloon in bijlage). Dit omvatte 2 delen Deel 1 = info per SDIP-dossier mét opsomming van drempels Deel 2 = algemeen evaluatie aanpak SDIP Er waren 14 deelnemers: Promotor en isoleerder: 1. De Kringwinkel Hageland (10) 2. De Duinenwacht (5)
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 11/31
3. Groep Intro (5) 4. De Schakelaar / OCMW Brugge (58) 5. Goed Wonen Dendervallei (23) 6. Goed Wonen Noorderkempen (13) 7. Goed Wonen Noord-Limburg (12) 8. Goed Wonen Vlaamse Ardennen (10) 9. Goed Wonen Westhoek (17) 10. Natuurpunt (8) 11. Werkspoor (27) Promotoren die niet zelf isoleren: 12. De Kringwinkel Zuiderkempen (1) 13. Levanto (6) 14. REGent (10)
Totaal aantal geëvalueerde SDIP-dossiers: 205. Opmerking: Deze evaluatieresultaten hieronder geven geen globale evaluatie van het instrument SDIP (bvb. getuigenissen geven vooral weer wat promotoren in de praktijk tegenkomen). Het is een element/onderdeel, naast de andere evaluaties (Samenlevingsopbouw, WG SDIP van ES, VEA/DNB) om een globale evaluatie te kunnen maken. 3.1.2 EVALUATIERESULTATEN 3.1.2.1 Kwantitatieve evaluatie Bron: op basis van de excellijsten Eandis (dd.15/10/13) + Infrax (dd.1/10/13) met detail van alle SDIP-dossiers door ES4. Totaal aantal uitgevoerde SDIP door sector Energiesnoeiers sinds de start:
Eandis (tot 15/10/’13) Infrax (tot 1/10/’13) Totaal
Aantal aanvragen goedgekeurd 456 55 511
Aantal uitbetaald 276 30 306
Evolutie? Groei? Tot februari 2012: gem. 18 goedgekeurde SDIP per maand door ES Vanaf april tot nu: gem. 48 goedgekeurde SDIP per maand door ES Dus groei is meer dan verdubbeld sinds februari ’13. Maar in juli/aug. (vakantie) daling tot 36 per maand. September: 40 per maand. ▪ Dus misschien is groei gestopt en blijft het aantal/maand nu stabiel op +- 40 à 50/maand? Idem bij uitbetalingen (met vertraging) Bereik doelgroepen: SVK/OCMW/gemeente FRGE Budgetmeterklant beschermde afnemer / BK
53% 29% 5% 12%
Dit bevestigt dat de doelgroepen waarvan de DNB over de adressen beschikken (BM / BK), amper rechtstreeks door de Energiesnoeiers kunnen bereikt worden.
Gemiddeld bedrag: Kost per m²: altijd 23€/m² premie gevraagd door promotor (op 7 uitzonderingen na) Restbedrag eigenaar: o Gemiddeld: 17,16 €/m². o Mediaan: 13,25 €/m² ~= 811 €. Begeleidingskost: o De meeste organisaties hanteren een begeleidingskost van +- 250 € (incl. of excl. BTW) per dossier (=~ conform richtlijn opgesteld door KOMOSIE): Soms (sociale) correctie voor kleine daken/oppervlakten Enkelen hanteren liever begeleidingskost van €4à5 / m²
4
We verkozen deze lijsten boven de evaluatieformulieren van het pilootproject EC-LINC omdat de lijsten alle uitgevoerde of lopende SDIP-dossiers tot op heden bevat en dus voor deze kwantitatieve analyse een beter totaaloverzicht geeft.
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 12/31
Slechts 1 organisatie vraagt standaard 106 € (enkel voor daken die ze zelf isoleren + o.a. wel hogere marge op materiaal) In 15% van de dossiers wordt 0 euro gevraagd, vooral omdat de begeleiding grotendeels door OCMW/gemeente/SVK zelf gebeurde voor groep van SVK- of OCMWwoningen. De promotoren voelen een druk om enerzijds niet te weinig te vragen om reële kosten te dekken en anderzijds niet te veel opdat eigenaar niet afhaakt.
o
3.1.2.2 Kwalitatieve evaluatie Bron: o.b.v. de evaluatieformulieren SDIP i.k.v. pilootproject EC-Linc. Opm.: doorgaans gaat dit over dossiers die ook daadwerkelijk gerealiseerd zijn. De meest voorkomende oorzaken waarom SDIP-dossiers niet starten/slagen halen we onvoldoende uit deze analyse (cfr. cijfers DNB) Maar oorzaken zijn ondertussen wel algemeen gekend (cfr. opsomming van verbeteringspunten (bvb. case Levanto/Stad Antwerpen). -
Toeleiding: o Bij promotoren die enkel scannen (Levanto vzw en REGent vzw) is vooral via basisscan toegeleid. o Bij promotoren die zelf kunnen isoleren zijn de toeleidingskanelen vaak diverser tot zeer divers (SVK, OCMW, LOI-woningen, gemeenten, particulieren (via eigenaar of huurder), woonwinkel, via basisscan, via publicatie in stadsmagazine, website Eandis, Samenlevingsopbouw …) o meerdere SDIP-dossiers van serie woningen verhuurd door OCMW of SVK = gemakkelijker kanaal voor snel grotere aantallen te bereiken. Nauwe samenwerking van/met bvb. OCMW of SVK loont. (vb. De Schakelaar) (maar deze quick wins zijn in bepaalde regio’s ook bijna voorbij) o Regelmatig contact met de toeleiders (OCMW, SVK …) is nodig en tijdsintensief. o Het project is niet voldoende gekend bij het grote publiek.
-
Combinatie met opvolgscans: o bij promotoren die enkel scannen: Doorgaans combinatie met opvolgscan t2. o Bij promotoren die zelf kunnen isoleren: doorgaans geen combinatie met opvolgscan t2. Soms combinatie met opvolgscan t1. Soms geen combinatie met opvolgscan.
-
FRGE-lening: nooit aangevraagd (1x door huurder!), wel aangeboden
-
Samenwerking met Eandis / Infrax: o Verloopt zeer vlot. Snelle goedkeuring van aanvragen (“is ook belangrijk voor promotor om vertrouwensband met eigenaar te behouden of op te bouwen”).
-
Samenwerking met aannemers (doorgaans voor platte daken): o Sommigen werken met diverse aannemers samen (bvb. omdat klant zelf vooraf al een voorkeur voor bepaalde aannemer heeft.). o Soms wel structurele relatie met bepaalde aannemer(s). Dit is groeiende. o Offerten krijgen van aannemers waarmee je geen structurele of vertrouwensband hebt is zeer moeilijk. O.a. aannemers niet vertrouwd om offertevraag van niet-particulier te krijgen.
-
Creatie van sociale tewerkstelling: o Begeleidingstaken: Sommige promotoren laten doelgroepwerknemers wel mee bepaalde administratieve taken doen ( kan andere promotoren inspireren), maar doorgaans vooral werk (administratief, communicatief) voor instructeur. o Resulterende isolatiewerken creëren veel werk voor doelgroepwerknemers.
-
Drempels: o Het is toch vaker dan gedacht niet zo eenvoudig voor huurder en verhuurder om het SDIPaanvraagformulier te begrijpen. o Sommigen ervaren weinig problemen om huurder of eigenaar te overtuigen en handtekening te krijgen. Anderen ervaren regelmatig problemen. Enkele redenen: Huurder of eigenaar kan “achterdochtig” zijn. overtuigingskracht van promotor is (mee) bepalend. De gevoerde communicatie vanuit VEA en DNB (bv: Eandis-magazine) bemoeilijkt ook een vlotte invoering van begeleidingskost. o Andere drempels kunnen zeer divers zijn en zijn reeds gekend. Bvb.: Premie voor platte daken te laag. Ontvangen van offertes van aannemers Geen akkoord over opruimen zolder Reeds afgewerkte zolders
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 13/31
Bereikbaarheid zolder Zolder niet veilig (bvb. elektriciteitswerken eerst nodig)
3.1.3 ERVARINGEN / GETUIGENISSEN Positieve ervaringen: Toeleiding: o Met het OCMW en het sociaal verhuurkantoor, dat een vereniging van het OCMW is, net zoals vereniging De Schakelaar) verliep dit zeer vlot vanwege de eigen inbedding. o Door het ontwerpen van een eigen aanvraagformulier verliep de samenwerking met andere actoren al bij al vrij vlot. Omtrent uitvoering / samenwerking: o De meeste isolatiewerken worden door Energiesnoeiers uitgevoerd en bij platte daken wordt samengewerkt met reguliere aannemers. o Het meeste wordt in eigen beheer uitgevoerd (e-scans, trajectbegeleiding en dakisolatie plaatsen). Dit verloopt zeer vlot. o Er werd ook samengewerkt met een aannemer voor het plaatsen van veluxen. o Boiler zat te dicht bij dakafwerking om te kunnen isoleren, maar eigenaar heeft dit op ons advies laten verplaatsen. Administratief proces: o Verliep zeer vlot, geen problemen ervaren. Andere getuigenissen: o Het bijkomend pakket aan spaarmateriaal wordt bijzonder geapprecieerd door de bewoners. (zie hoger) o Mooi project. Alle reacties waren over algemeen positief. Wel jammer dat we steeds verveeld zitten met de wet op de privacy (bvb. in samenwerking met OCMW). Negatieve / verbeteringspunten: Toeleiding: o Uitbreiding van de doelgroep naar kansarme eigenaars. o Jammer dat er geen grotere reclame campagnes gebeuren bvb. op TV. Het project is onvoldoende gekend bij het grote publiek. o Privé-eigenaars weten doorgaans niet of de huurder tot de doelgroep behoort. Graag centraal punt waar adressen voor eigenaars kunnen gecheckt worden of de huurders al dan niet tot doelgroep behoren en eigenaar dus in aanmerking komt (cfr. kruispuntbank). N.v.d.r.: VEA/Infrax raadt aan om dit in 1e instantie aan de huurder zelf te vragen. Of tips uit te wisselen tussen ES waar dit kan nagevraagd worden. N.v.d.r.: nieuwe doelgroep met huurbedrag onder 450€ kan dit (deels) oplossen. o Verschillende malen verhaal aan verschillende hulpverleners, eigenaar, etc. dienen te herhalen. Samenwerking met externen: o Reguliere aannemers reageren vaak niet op de vraag om offertes te geven. o Wanneer er met verschillende partners gewerkt wordt, duurt het vaak lang. Zo wordt soms beroep gedaan op een ander bedrijf om de scan te laten uitvoeren, een ander bedrijf voor de dakisolatie, dan nog een aannemer voor bijkomende werken, etc. Als er dan tussen iedere stap een beetje tijd zit, wordt het SDIP-project uiteindelijk pas na enkele maanden afgerond. Administratief proces: o Het is arbeidsintensief alvorens de eigenaar en huurder de nodige handtekeningen hebben geplaatst. (verloopt regelmatig via OCMW of SVK wat betekent dat er veel over en weer moet worden getelefoneerd). o Huurders (uit de doelgroep) zijn soms ook zeer wantrouwig en weigeren te tekenen wat dan weer extra overtuigingskracht of bemiddeling vanuit het OCMW vergt. o Verhuurder was wantrouwig rond ev. extra kosten, wat extra overtuigingskracht vergde. o Het zoeken van de EAN-codes voor het formulier van Eandis en het verzamelen van alle handtekeningen zorgt voor administratieve vertraging, wat m.i. niet altijd nodig is. N.v.d.r.: antwoord Infrax: de netbeheerders vragen standaard de EAN-code op premieaanvraagformulieren.
o
-
In opstartfase verloopt dit moeilijk en hadden we nog geen handige instrumenten om de interne administratie vlot te laten verlopen. omslachtig Scan was nog steeds door netbeheerder niet opengesteld voor opvolgscan 1 en 2.
o o Andere: o Voor alle eigenaars is het interessant als de premie onmiddellijk van de factuur wordt gehouden. o Vaak is er veel tijd besteed aan trajectbegeleiding en gaat het werk uiteindelijk toch niet door. Hierdoor is ook geen enkele begeleidingskost voorzien. .
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 14/31
Eigenaar zegt dat bewoner eerst zolder dient leeg te maken. We blijven momenteel in deze fase zitten. o Van de 8 eerste dossiers liepen er 3 vlot. Andere 5 vroegen veel moeite, o.a.: Huurder moeilijk vast te krijgen. Eigenaar had zelf veel moeite om alles te begrijpen. Kon aanvraagformulier zelf niet invullen omdat hij het niet begreep. Vele uren verloren aan overhead. Veel telefoontjes met eigenaar en huurders moeten doen. Kortom: twas een moeilijk geval. Bewoner heeft dramatisch veel rommel in huis wat de werken moeilijk maakt. Project waar werken niet zelf konden worden uitgevoerd. Veel verloren tijd. Nog veel moeten leren wat we hopelijk meenemen naar volgende gelijkaardige ervaringen. Aanvraag via de post duurde te lang Het contact met de eigenaar is volledig via de huurder verlopen. De huurder gaf dan ook aan dat wij de eigenaar best niet confronteerden met het verslag van de energiescan. Ze wou 'geen slapende honden wakker maken' uit vrees dat de eigenaar indien geconfronteerd met de mankementen van het huis en de kosten – zou overgaan tot de verkoop van de woning. o Bij kleinere platte daken < 50 à 60m² is er voor de SDIP-subsidie geen financieel voordeel en is dit dus zinloos voor een eigenaar verhuurder. (= opmerking van Levanto, cfr. case Antwerpen hieronder) (worst) Case: Stad Antwerpen ~= grootstedelijke context; promotor = Levanto vzw o Van 69 potentiële SDIP-dossiers: 5 goedgekeurd en ev. uitbetaald (meestal tijdens dakvervanging bij platte daken) 22 zeker dead end 9 lopende 2 à 3 zullen succesvol zijn. 32 overige: hangende (info ontvangen door verhuurder, wachtende op reactie) Conclusie: slechts 12 à 15% succesratio? Voornaamste oorzaken: Overwegend platte daken (en/of daken overwegend in relatief slechte staat?) Extra premie van Stad Antwerpen niet van toepassing op SDIP (nl. extra o
-
-
premie van 4 euro per m² indien uitgevoerd door aannemer. Voor beschermde klanten 6 euro/m². Extra premie voor nagroeibare materialen 2 euro/m²).
Concl: premie van ~18€/m² is niet of onvoldoende motiverend (kost isolatie plat dak = ~100 € / m²) (best) Case: regio Midden West-Vlaanderen ~= landelijkere regio met overwegend hellende daken; promotor = Werkspoor vzw. o Gemiddelde succesratio voor SDIP bij particuliere eigenaars: zowat 85% o Gemiddelde succesratio bij woningen verhuurd door OCMW/SVK/lokale bestuur is nog hoger.
3.2 Deel 2: resultaten van het extra pakket kleine energie- en waterbesparende maatregelen 3.2.1 OPZET Bovenop het spaarpakket dat Eandis/Infrax reeds leveren i.k.v. de energiescans, kregen de Energiesnoeiers gratis bijkomende energie- en waterbesparende materialen die ze kunnen testen en leren plaatsen tijdens de energiescan. Dit extra pakket omvatte een 11-tal materialen en bedroeg in aankoopwaarde gemiddeld 20 euro per pakket. Via een standaard registratieformulier (zie bijlage) ontving KOMOSIE de resultaten van het aantal geplaatste materialen. 3.2.2 RESULTATEN In totaal heeft KOMOSIE het registratieformulier over de geplaatste materialen ontvangen voor ongeveer 200 huisbezoeken. Onderstaande resultaten zijn gebaseerd op een steekproef bij 74 evaluatieformulieren. Cellen in groen: resultaat is relatief hoog. Cellen in oranje: resultaat is relatief laag. materiaal voorzien in spaarpakket netbeheerder buisisolatie per m
In x% van de bezoeken geplaatst 7%
Gemiddeld aantal geplaatst* 6,4
radiatorfolie (lopende meter)
11%
4,29
Spaardouchekop
36%
1
Spaarlamp
84%
4,48
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 15/31
Timer
11%
1
tochtstrips per m
22%
4,16
Verdeelstekker
extra materiaal
Bruismondstuk debietbeperker kraan Douchecoach ontluchtingssleutel radiator reflectorlamp 11W E27 reflectorlamp 7W E14 spaarspot 9W GU10 Thermometer thermometer frigo tochtborstel deur waterbespaarder toilet
8%
1
In x% van de bezoeken geplaatst Gemiddeld aantal geplaatst* ** 28% 1,14 27% 1,00 68% 1,06 41% 1,00 samen +/- in 30 24% à 40% van de 1,22 bezoeken de ene 12% 1,33 of andere lamp 14% 1,80 geplaatst. 70% 1,02 77% 1,04 34% 1,12 42% 1,00
* enkel berekend voor die woningen waar ook effectief dit materiaal geplaatst is. Dus te begrijpen als volgt: “Als dit extra materiaal geplaatst wordt, hoeveel is er dan van geplaatst?” ** dat deze aantallen niet hoog zijn, is mede te verklaren door het feit dat de Energiesnoeiers slechts een beperkt aantal stuks van elk extra materiaal kregen.
3.3 Deel 3: resultaten van de uitvoering van energiescans Steekproefgrootte: De evaluatie gebeurde : zowel via kwalitatieve bevragingen d.m.v. een enquête ingevuld door 19 energiescanners afkomstig van 8 Energiesnoeiersbedrijven . o Periode van bevraging: september – oktober 2013 als via kwalitatief en kwantitatief evaluatie van de verzamelde gegevens bij huishoudens tijdens 97 energiescans o Periode van uitvoering van de e-scans: januari - juli 2013. o door gegevensverwerking o.b.v. de online-rapporteringstool op www.energiescans.be De analyse en resultaten van deze evaluatie vindt u hieronder. We selecteerden vooral die resultaten die KOMOSIE het meest relevant/leerrijk lijken i.f.v. verdere optimalisatie van de uitvoering van energiescans, o.a. rekening houdende met het feit dat de e-scans vanaf 2014 nog uitsluitend gericht zijn naar de prioritaire doelgroepen. Gezien de beperkte steekproefgrootte, leek het ons bvb. weinig relevant om achtergrondinfo over # inwoners, oppervlakte van de woning of type verwarmingsinstallatie op te nemen in deze evaluatie. De vragen en evaluatieresultaten hieronder zijn ingedeeld in 3 thema’s : 1. de vereiste vaardigheden, opleiding en info/hulpmiddelen voor scanners 2. de toeleiding van de doelgroepklanten 3. het resultaat van en de tevredenheid over de energiescan 3.3.1 EVALUATIE I.V.M. DE VEREISTE VAARDIGHEDEN, OPLEIDING EN INFO/HULPMIDDELEN VOOR SCANNERS 3.3.1.1 Beschikbaarheid van energiefacturen Resultaat: In slechts 52% van de gevallen was er een energiefactuur beschikbaar. In 48% van de gevallen ontbrak de e-factuur. Conclusie: In bijna de helft van de bezoeken ontbreekt de energiefactuur/eindafrekening (ondanks dat de Energiesnoeiers bij het maken van de afspraak de bewoner vragen om deze bij de hand te hebben op het moment van de energiescan). Dat is een te hoog%. Aanbeveling: Bij het ontbreken van de energiefactuur bij de bewoner, zouden de netbeheerders (Infrax en Eandis) moeten toestaan dat de energiescanner (in overleg met de bewoner) op een snelle en vlotte manier de
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 16/31
verbruiksgegevens kan opvragen bij de netbeheerder, bvb. telefonisch. Zeker gezien de inhoud van de nieuwe basisscan (V-test …) en opvolgscan typ1 (opvolging abnormaal hoog verbruik …) is het beschikken over de energiefactuur of e-verbruiksgegevens van de laatste 3 jaren essentieel. 3.3.1.2 Nood aan bijkomende opleiding voor energiescanners voor adviseren van de (maatschappelijk kwetsbare) prioritaire doelgroepen over e-besparing. Resultaat: -
In 63% (= bijna 2/3e) van de gevallen antwoorden de energiescanners: Ja In 37% van de gevallen antwoorden de energiescanners: Nee.
Welke soort bijkomende opleiding of specifieke vaardigheden heb je nodig voor deze doelgroep? Communicatieve vaardigheden om duidelijk, begrijpbaar en overtuigend te communiceren (5) o Bv. een OCMW-klant die moeilijk Nederlands verstaat en buiten energiefacturen nog genoeg andere problemen heeft vraagt een totaal andere benadering dan bv. mensen in een gezonde financiële situatie met interesse voor het milieu Hoe omgaan met mensen in armoede? o Bvb. omdat ze andere grotere dringende zorgen hebben dan e-besparing. Goede talenkennis (2x) (Frans, Engels maar ook vaak Arabisch, Berbers, Turks, Spaans, Russisch enz.) Hoe omgaan met eenzame klanten? Hoe klanten overtuigen om de e-besparende tips toe te passen in hun dagelijks leven. Empathie, respect en beleefdheid zijn belangrijke vaardigheden. Hoe om te gaan met “minder gemotiveerde” klanten, moeilijke situaties of weerstand van de bewoner (weerstand t.a.v. de scanner of om zijn inspanningen vol te houden) (3) Daarnaast werden ook eerder technische bijscholingen gesuggereerd: opleiding voor watergebruik en elektriciteitsberekeningen ( verbruik) (3x) Instellen van kamerthermostaten (2x) basisopleiding elektriciteit en sanitair CO-meting kunnen uitvoeren. … Conclusie: Het uitvoeren van energiescans bij een doelgroep die overwegend in armoede leeft of maatschappelijk kwetsbaar is, vergt bijkomende sociale en communicatieve vaardigheden. Deze “soft skills” worden belangrijker naast de vereiste technische kennis. Aanbeveling: Er zou in de opleiding meer/voldoende aandacht moeten gaan naar sociale en communicatieve vaardigheden specifiek t.a.v. de doelgroepklanten. Zo volgen bvb. de kandidaat-energiescanners in het StromSparCheck-project in Duitsland standaard een communicatietraining van een week. Daarnaast is het ook belangrijk om via continue bijscholing de algemene technische kennis op een hoog niveau te houden. Bvb. over het instellen van kamerthermostaten, watergebruik of elektriciteitsberekeningen. 3.3.1.3 Is de energiescan bij de kwetsbare doelgroep moeilijker/stressvoller dan bij andere doelgroepen? (sociale situatie, gedrag van de klanten,…) -
In 79% (= bijna 4/5e) van de gevallen antwoorden de energiescanners: Ja In 21% van de gevallen antwoorden de energiescanners: Nee.
Redenen voor Ja-antwoorden: de energiegegevens (energiefactuur) zijn minder aanwezig (4) de taalbarrière afspraken zijn moeilijker te maken er is meer overtuigingskracht / betere communicatievaardigheden nodig want: o er is meer wantrouwen of minder motivatie als bvb. de energiescan verplicht is aangeboden o er is minder motivatie (andere zorgen, als mensen hun factuur niet zelf betalen (bv. In LOIwoningen), staan ze ook niet stil bij de kosten o minder verstandelijke capaciteiten; het is moeilijk om zaken op een zeer eenvoudig verstaanbare en duidelijke wijze uit te leggen. Meer emotionele belevingen (door de moeilijkere woon- en leefsituatie van de bewoners) Conclusie: Dit bevestigt de conclusies van de vorige 2 vragen: - er nood is aan aangepaste sociale en communicatieve vaardigheden bij de prioritaire doelgroepen.
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 17/31
- de energiefactuur is (te) vaak niet voorhanden bij de doelgroep. 3.3.1.4 Welke hulpmiddelen gebruik je al of heb je nog nodig/zou je graag willen om de energiescans te verbeteren en/of gemakkelijker te kunnen uitvoeren? Technische / elektronische toestellen: Energiemeters (voor aantonen sluipverbruik) (4x) Vochtigheidsmeters, warmtemeters, afstandsmeters zaklamp (bvb. voor controle isolatie) I-pad (voor opzoeken info voor klant, V-test VREG uitvoeren, Foto’s nemen, …) Andere gewenste tools: Thermografische camera (2x) CO-meter (4x) Watertemperatuurmeter, thermometer Andere hulpmiddelen: Tabel met verbruik van verschillende toestellen. Voorbeelden met cijfers van hoe het goedkoper kan Tabellen met indicaties van laag, gemiddeld of hoog verbruik voor gezinnen van diverse/gelijkaardige grootte. Voorbeelden van gelijkaardige situaties Slides of didactisch materiaal om situaties te kunnen visualiseren Meer en meer continue bijscholing zodat je nog beter kan antwoorden op de vragen van de bewoners. Conclusie: Meerdere energiescanners gebruiken op eigen initiatief bepaalde extra handige toestelletjes en hulpmiddelen, andere beschikken hier niet over. Ook o.w.v. het bereik van overwegend kwetsbare doelgroepen zijn er nieuwe specifieke hulpmiddelen gewenst. Aanbeveling: Tijdens een scanborrel of werkgroep “Energiescans” met energiescanners specifiek in kaart brengen en evalueren welke hulpmiddelen nuttig en haalbaar zijn. Bekijken hoe het gebruik ervan veralgemeend/standaard kan worden: “Wat kan de netbeheerder ter beschikking stellen (energiemeter, CO-meter, didactisch materiaal …)” versus “Wat dienen de Energiesnoeiersbedrijven zelf aan te schaffen (eventueel binnen de lopende groepsaankopen van KOMOSIE)”. Eventueel onderscheid maken tussen hulpmiddelen die standaard door ieder worden gebruikt versus optionele “gadgets”. 3.3.2 EVALUATIE I.V.M. DE TOELEIDING VAN DE DOELGROEPKLANTEN 3.3.2.1 Ontving je vóór het huisbezoek informatie over de sociale en woonsituatie van de klanten? -
In 84% van de gevallen antwoorden de energiescanners: Ja In 16% van de gevallen antwoorden de energiescanners: Nee.
Zo ja, welke informatie over de klanten is/zou nuttig kunnen zijn alvorens de energiescan uit te voeren? Informatie over het energieverbruik en de eindfactuur (11 !) Enkele quotes: o “Zonder de facturen kunnen wij moeilijk inschatten hoe zuinig of niet zuinig de bewoner leeft.” o “Dit is immers het uitgangspunt /vertrekbasis voor een scan.” Redenen waarom de e-scan aangevraagd wordt (5) bvb.: o Was er een specifieke reden waarom de scan aangevraagd wordt. Zijn er zaken die specifieke aandacht nodig hebben? Bvb. abnormaal hoog e-verbruik / hoge afrekening, hygiëne, gevaarlijke toestanden o In welke mate de klant vrijwillig een scan aanvroeg, bepaalt mee de motivatie van de bewoner. Tot welke categorie van prioritaire doelgroep de bewoner behoort (3) (zodat de scanner zich hier niet mee moet bezighouden, wat vaak moeilijk te weten of te vragen is voor de scanner) Woonsituatie (appartement versus woning, ev. beschikbare info over de isolatie van de woning, EPC …) Taal van de bewoners Inkomenssituatie (of men werkt of uitkering krijgt , steun via OCMW …) … Aanbevelingen:
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
1) 2)
140119, def 18/31
Dit bevestigt voorgaande aanbeveling dat het nodig is dat de netbeheerders (naast Infrax, ook Eandis) toestaan dat de energiescanners (in overleg met de bewoner) op een snelle en vlotte manier de verbruiksgegevens kunnen opvragen bij de netbeheerder. Het is nuttig en nodig dat de energiescanners extra informatie ontvangen over de sociale en woonsituatie van de klanten. De OCMW’s (via VVSG), de netbeheerders en de sector Energiesnoeiers dienen te regelen en te promoten hoe de professionele toeleiders deze informatie aan de scanbedrijven kunnen bezorgen, met respect voor de privacy-regelgeving en op een gebruiksvriendelijke manier. Concreet dient o.a. nagegaan of de bestaande of geplande tools hiervoor gebruikt (kunnen) worden.. (zie opgelijste antwoorden hierboven). Deze tools zijn o.a.: a. Het standaardaanvraagformulier opgesteld door KOMOSIE in overleg met de sector Energiesnoeiers. b. Het tabblad “professionele begeleiders” op www.energiescans.be (sinds januari 2014). In februari/maart zou Eandis klaar zijn om ook via www.gratisenergiescan.be toeleiders toe te laten deze info online te kunnen invullen.
3.3.2.2 Hoe komen de meeste klanten bij de Energiesnoeiers terecht? Hoe wisten ze van het bestaan van de energiescan? via het OCMW (maatschappelijk werkers) Via gemeente Via sociale huisvestingsmaatschappij / sociaal verhuurkantoor Via de netbeheerder Via brochure via kennissen/vrienden/buren Via advertentie in de krant Andere: eigen initiatieven, eigen reclame, samenlevingsopbouw en andere sociale organisaties …
35% 15,6 % 17% 13,7% 8% 8% 1,9% 1%
Wat is volgens jou de beste manier om de doelgroepen te bereiken? Samenwerking en goede afspraken met sociale toeleiders en maatschappelijk werkers die in contact staan met de doelgroepen en deze persoonlijk kunnen aanspreken. (10) Samenwerking met instellingen/organisaties die toegang hebben tot (de adresgegevens van) de doelgroep, zoals SHM, netbeheerders. (10) Vlotte doorstroming van adressen, oplossing van het privacy-knelpunt (2) Heldere promotie en communicatie over de inhoud van de energiescan, via info-sessies, communicatiematerialen (flyers) en –campagne. Het is ook belangrijk dat de personen ook meer en correct geïnformeerd worden over wat de scan inhoudt zodat er minder wantrouwen is (duidelijk maken dat het vrijblijvend is en dat het met een goede bedoeling is. Mensen weten niet altijd wat te verwachten als ze vb via het OCMW zijn doorgestuurd.) Conclusie: De sociale toeleiders (in bijzonder het OCMW maar ook SHM/SVK, gemeenten en netbeheerder) zorgen samen voor meer dan 80% van de adressen. Er is evenwel toch een grote diversiteit van toeleidingskanalen. Samenwerking met sociale toeleiders (OCMW, …) en kunnen beschikken over de adresgegevens is cruciaal. Aanbeveling: Cruciaal voor het bereik van de prioritaire doelgroepen is: een vlotte/eenvoudige samenwerking met en toeleiding van adressen door alle sociale toeleiders (in bijzonder het OCMW maar ook gemeente en andere (SHM, SVK, netbeheerder …)). Een oplossing om eenvoudig adreslijsten te verkrijgen (privacy-probleem) van netbeheerders en andere derden (OCMW, mutualiteiten …) De doorbraak die er in 2013 gekomen is om – via Vlaamse wetgeving – alvast toelating te krijgen om de adresgegevens van de netbeheerders te mogen doorgeven aan de scanbedrijven en promotoren SDIP, is in dit kader hoopvol. 3.3.2.3 Verloopt het maken van afspraken met de gezinnen voor het huisbezoek meestal op een vlotte manier?
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
-
140119, def 19/31
In 95% van de gevallen antwoorden de energiescanners: Ja In 5% (= 1 van de 17 scanners) van de gevallen antwoorden de energiescanner: Nee. o Aangehaalde reden: in veel gevallen is er enige vorm van wantrouwen. We worden bekeken als controleurs van bv. het OCMW, SHM of SVK.
Conclusie: ondanks de veel gehoorde opmerking van energiescanners dat het moeilijk is om een afspraak te maken bij de bewoners en “binnen te geraken”, blijkt dit niet uit deze bevraging. Een ruimere kwantitatieve bevraging of eerder kwalitatieve bevraging kan nuttig zijn om hierover duidelijker resultaat te hebben. 3.3.2.4 Waarom heeft de bewoner deelgenomen aan de energiescan (motivatie) De energiescanners antwoorden: 34% Om energie te besparen 24% Omdat het gratis is 24% Omdat er energiebesparende materialen geplaatst worden 10% Omdat iemand het hen had aangeraden 4% Omdat de sociale toeleider het hun sterk aanbevolen had 4% voor de premies en subsidies te (leren) kennen Conclusie: De 3 belangrijkste motivaties/redenen/succesfactoren om de energiescan aan te vragen zijn: Om energie te besparen Omdat het gratis is Omdat er energiebesparende materialen geplaatst worden. Ook de mond-aan-mond reclame is niet te onderschatten. Aanbeveling: Energiescans zijn/blijven succesvol als ze gratis zijn en het geven van tips rond energiebesparing gecombineerd wordt/blijft met de plaatsing van gratis energie- en waterbesparende materialen tijdens dit bezoek. 3.3.3 EVALUATIE VAN HET RESULTAAT VAN EN DE TEVREDENHEID OVER DE ENERGIESCAN 3.3.3.1 Hebt u uw gedrag aangepast op basis van de energiescans? -
91,2% van de huishoudens antwoordt: Ja. 8,8% van de huishoudens antwoordt: Nee.
Opm: de steekproefgrootte is voor deze vraag 73 huishoudens i.p.v. 97. Zo ja, welke gedragstips die de energiescanner u heeft gegeven, hebt u sindsdien met succes toegepast? De top 7 antwoorden zijn: 23% Ik let op het energielabel wanneer ik nieuwe toestellen koop. 19% Ik heb spaarlampen geplaatst op alle zinvolle plaatsen 13% Ik installeerde tochtstrips 8% Ik trek laders uit om sluimerverbruik te vermijden. 8% Toestellen ouder dan 15jaar zijn vervangen (koelkast …) 5% De temperatuursverlaging ‘s nachts in mijn thermostaat is ingesteld op 16°C. 5% Alle tips die ik heb gekregen zijn opgevolgd. Zo nee: waarom niet? De top 2 antwoorden zijn: 32% ik ben het zo gewoon. Niet bereid/in staat om mijn gedrag te veranderen. 18% financiële drempel. De bewoner heeft onvoldoende geld (bvb. voor aankoop nieuwe koelkast). Er is daarnaast nog een hele variatie aan antwoorden, maar die lagen allen onder de 6%. Conclusie: De energiescan is effectief. Het zet de grote meerderheid (91,2%) van de huishoudens aan tot gedragsverandering. Zowel gedragstips worden toegepast als bijkomende e-besparende materialen worden geplaatst. Slechts een minderheid (< 10%) van de bewoners zijn niet bereid of moeilijk te overtuigen om hun gedrag aan te passen.
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 20/31
3.3.3.2 Hoe tevreden bent u over de uitgevoerde energiescan in het algemeen (1 = helemaal niet tevreden; 5= uiterst tevreden) De gemiddelde score (bij 73 respondenten) is 3,88 op 5. Opm: de steekproefgrootte is voor deze vraag 73 huishoudens i.p.v. 97. Conclusie: de tevredenheid over de energiescans ligt met (omgerekend) 7,76 op 10 hoog. 3.3.3.3 Beseffen de gezinsleden na de energiescan dat zij hun energieverbruik actief kunnen beïnvloeden, erkennen ze hun eigen impact? De energiescanners antwoorden: 21%
Ja, ze erkennen hun eigen impact zeer goed
63%
ze erkennen hun eigen impact eerder wel
5%
Neutraal/ik weet het niet
5%
Ze erkennen hun eigen impact eerder niet
5%
Nee, ze erkennen hun eigen impact helemaal niet
Conclusie: de grote meerderheid (94%) van de bewoners erkennen zeer goed of eerder wel dat ze een eigen impact kunnen hebben op hun energieverbruik. Dat is een positieve vaststelling. Dit geeft aan dat de huidige energiescan - die focust op het gedrag en kleine eenvoudige maatregelen die bewoners zelf kunnen doen - een groot potentieel heeft om te helpen de energiefactuur te verminderen. 3.3.3.4 Kwalitatieve vraag: Wat zou je willen veranderen aan de energiescan en waarom? Antwoorden: 7x: Omtrent verdere begeleiding na de (basis)energiescan Een langdurigere begeleiding. Mogelijkheid om 2 of 3 keer terug langs te gaan. Een manier om een opvolging ( jaarlijkse evaluatie) te kunnen doen. Het vlugger opvolgen van de situatie door volgende bezoeken. Mensen die tot de doelgroep behoren moeten op langere termijn begeleid worden. Gezinnen meer opvolgen en begeleiden. Uitbreiding naar rationeel waterverbruik (2x) en afvalbeheer (1x). 3x omtrent de energiebesparende materialen Uitbreiding van het aantal e-besparende materialen die mogen aangeboden/geplaatst worden bij de bewoner (tochtborstels en –honden voor deuren, spaarlampspots, ook LED-lampen …) 3x over de doelgroepen Aangepaste scans voor doelgroep. Focus op andere zaken zetten. Doelgroep uitbreiden naar klanten die het economisch moeilijk hebben zonder tot de officiële doelgroep te behoren. 2x Meer stimulansen om de tips achteraf te kunnen implementeren of om verhuurders te verplichten. 2x Beter scanrapport op maat van de persoonlijke situatie. Vragenlijst verbeteren. Meer ruimte voor eigen opmerkingen. 1x Ik vind het goed zo. 4x niets vermeld. Conclusie/Aanbeveling: Er zijn diverse mogelijkheden/wensen om de energiescans nog effectiever en efficiënter te maken, o.a. i.f.v. de bereikte doelgroep. Meest opvallend is dat 7 personen antwoorden dat het belangrijk is om meer langdurige begeleiding te (kunnen) geven na de (basis)energiescan(s). De nieuwe
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 21/31
opvolgscan type 1 en 2 (vanaf februari 2014) zullen dit misschien deels kunnen invullen, maar de verwachting is toch dat een langdurigere intensievere begeleiding voor bepaalde personen uit de doelgroep wenselijk is. 3.3.3.5 Kwalitatieve vraag: Je hebt al heel wat ervaring met de energiescans. Vertel over het bezoek dat je het meest geslaagd vond. Wat was de situatie? Waarom was dit bezoek het meest geslaagd? Omtrent energiebesparing en bestrijding energiearmoede: -
De realisatie van zeer grote energiebesparingen. o “Bvb. Door uitvoering van diverse kleine ingrepen (afstellen kamerthermostaat en gebruik van de CV-installatie, V-test en de overschakeling naar een andere leverancier …) en opvolging achteraf realiseerden we een besparing van 50% voor elektriciteit en 30% voor aardgas of een besparing van € 110 per maand.” o “Een scan waar we via een wissel van energieleverancier meer dan € 500/jaar konden besparen.” o “V-test, omdat vele mensen die vergelijkingstest niet kennen.”
-
“Bij iemand een energiescan gedaan die met veel schulden zat. De gegeven tips werden zeer goed gebruikt waardoor deze persoon veel minder moest gaan betalen aan haar energieleverancier. Ze werkt nu ook als ervaringsdeskundige bij een armoedevereniging “Een scan bij een bejaard paar dat na ons bezoek zeer gemotiveerd was om zuiniger met energie om te gaan. Onze tips waren voor hen een verrijking en ze apprecieerden onze job bijzonder. “Moeilijk om daar één scan uit te halen… Eén van de leukste was bij een oude vrouw die volledig over haar toeren was over een enorme afrekening, maar tijdens het huisbezoek konden we makkelijk achterhalen dat er een foute meteropname gebeurd was… 1 telefoontje en het probleem was opgelost! Ook veel tevreden mensen dat er eindelijk eens iemand is die onafhankelijk bouwadvies kan geven… maar eigenlijk te veel om op te noemen.
-
-
-
“Als er veel zinvol advies en tips kunnen gegeven worden aan de klant om effectief energie te kunnen besparen en dat zowel de klant als de scanner heel tevreden zijn. “Het meest geslaagd zijn die scans waar je een maximum aan nuttige en eenvoudige tips kan geven, waar je voldoende tijd kan nemen om ze uit te leggen (desnoods blijven herhalen) en daardoor het gevoel krijgt dat het ook begrepen wordt en dat het toegepast zal worden. De deur uit gaan en met zekerheid weten dat bij een financieel zwakkere bewoner er in de toekomst op een makkelijke manier gaat kunnen bespaard worden. “Bij de “gewone” huishoudens. Die zijn eigenaar van de woning, bereidt om aanpassingen aan de woning uit te voeren en hebben ook de financiële mogelijkheden. Die begrijpen het nut en de technische kant van energiebesparende maatregelen. Vaker zitten die met een hoger verbruik (willen comfort en hebben geen probleem om de facturen te betalen) waardoor er meer marge is om te besparen. Na die energiebesparende maatregelen kan je dan ook duidelijk de besparing op de energiefactuur vaststellen.
Omtrent woonkwaliteit Tijdens een bezoek constateerde ik: kans op CO-vergiftiging, kinderen sliepen onder blote pannendak, allerhande beestjes. Door samenwerking met OCMW, huurdersbond, SVK werd woning onbewoonbaar verklaard en het gezin kreeg een nieuwe woning toegewezen door OCMW/SVK. Enige tijd later belde mevrouw me op om naar haar nieuwe huis te komen kijken. Vol vreugde deden we samen de energiescan Een persoon die in een heel slechte woning woonde heb ik na de basisscan kunnen helpen met zijn verhuurder in gebreke te stellen en een nieuwe woning voor deze persoon gevonden. Ik heb deze persoon van een heel slechte naar een goede woning kunnen helpen. (door door te verwijzen naar / en samen te werken met een collega die rond herhuisvesting werkt). Een gezin dat in een krot leefde en deze door de energiescan en de verdere opvolging ervan en informatie over de huurwetgeving en dergelijke hebben kunnen helpen (overhalen) snel een andere nieuwe en betere woning te kunnen vinden Conclusie: deze ervaringen tonen aan dat de energiescan voor sommige mensen en in bijzonder (maar niet uitsluitend) voor mensen met energie(armoede)problemen een zeer grote hulp geweest is om hun energieverbruik onder controle te krijgen. Energiescans kunnen echt een verschil maken in de energiefactuur!
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 22/31
3.3.3.6 (afsluitende vraag) Wat was de meest onverwachte situatie die je tot nu toe meemaakte of de meest onverwachte vraag die je kreeg? -
Te veel om op te noemen :-) gaande van dames in negligé, tot mensen die dood waren, mensen die denken dat je alles kan oplossen Een grote leguaan naast mij in de zetel Een slaande ruzie tussen eigenaar en huurder tijdens ons bezoek. Een woning die we niet konden binnen gaan vanwege een uit de hand gelopen verzamelwoede. Agressieve bewoners, bewoner die 6000€ moest opleggen doordat hij schrik had van CO gevaar met elektrische verwarming en de hele winter met zijn ramen open verwarmd had, …. Elk huisbezoek is uniek. Bewoonster die na je bezoek ‘contact wil blijven houden’ Of wij dit tegen betaling konden doen in een appartementsgebouw.. Of ik lange studies heb moeten volgen om zoiets “simpels” te moeten kunnen. Een klant die totaal geen interesse vertoonde, alles beter wist en op de koop toe ook nog begon te roepen en te tieren. Als de mensen niet thuis zijn na een afspraak gemaakt te hebben of niet geïnteresseerd zijn in uw uitleg. Een energiescan die werd aangevraagd door de verhuurder voor zijn huurwoning.
Enkele denkvragen ook: Heeft isolatie zin als je op de bovenste verdieping niet verwarmt? ( veel voorkomende vraag) We ontdekken wel eens reptielen op alle onmogelijke plaatsen. “Verbruikt een terrarium met klimaat regeling en vochtigheidsregeling van 2 bij 3 m eigenlijk veel?” Conclusie: Dit geeft aan dat de woon- en leefsituaties waarin energiescanners terechtkomen van heel diverse aard kunnen zijn. Aanbeveling: Dit bevestigt bovenstaande conclusie dat het uitvoeren van energiescans bij de prioritaire doelgroep de nodige emotionele/sociale/communicatieve uitdagingen met zich meebrengt en dat meer/voldoende sociale en communicatieve vaardigheden en opleiding vereist zijn. 3.3.3.7 Enkele andere weetjes/antwoorden: 89% van de scanners antwoordden dat evenveel mannen als vrouwen worden geadviseerd. Niemand antwoordde dat dit overwegend mannen waren. In 84,2% van de scanners antwoordden dat de klanten geen of zelden klachten geuit hebben i.v.m. het verzamelen van (persoonlijke of gevoelige) informatie. Bij de overige 16% scanners gebeurde dit wel regelmatig. 68,4% (13 op 19) van de scanners verwacht dat een huishouden door de energiescan jaarlijks meer dan 100€ zal besparen. 21% (4) schatten de besparing tussen 75 en 100 €/jaar. 10% (2) schat tussen 50 en 75€/jaar.
4 Lessons learned / Conclusies / Aanbevelingen Op basis van vorig hoofdstuk lijsten we hieronder de belangrijkste lessons learned en aanbevelingen nog eens gebundeld op. We geven ze achtereenvolgens voor 1. de uitvoering van SDIP 2. de plaatsing van het extra pakket kleine energie- en waterbesparende maatregelen. 3. de uitvoering van energiescans
4.1 Voor sociale dakisolatie De evaluatieresultaten hieronder geven geen globale evaluatie van het instrument SDIP (bvb. getuigenissen geven vooral weer wat promotoren in de praktijk tegen komen). Het is een element/onderdeel, naast de andere evaluaties (Samenlevingsopbouw, WG SDIP van ES, VEA/DNB) en belangrijke input om een globale evaluatie te kunnen maken. Toch kunnen er op basis van de resultaten en ervaringen tijdens dit pilootproject van EC-LINC tips t.a.v. de collega-Energiesnoeiers en scanners gegeven worden en concrete aanbevelingen gemaakt worden t.a.v. de overheid. Tips en lesson learned: Het succes van SDIP is afhankelijk van diverse factoren:
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
1)
2)
3)
4)
140119, def 23/31
Omgevingsfactoren: a.
Bv. Zijn er extra premies die SDIP versterken (Vlaams-Brabant, …) of premies die in het nadeel werken van de SDIP-maatregel (bvb. stad Antwerpen)
b.
Bv. Wat is het meest voorkomend daktype: i.
Vooral hellende daken (bvb. in regio midden West-Vlaanderen)
ii.
Vooral platte daken (bvb. stad Antwerpen, Mechelen …)
Het instrument zelf: a.
De hoogte van de premie is doorgaans voldoende voor zoldervloeren en heeft ook een stimulerend effect bij eenvoudig te isoleren hellende daken. Maar voor platte daken en voor (hellende) daken die in slechte staat zijn en waar bijkomende dakwerken vereist zijn, is de premie onvoldoende om een stimulerend effect te hebben.
b.
Indien het (isolatie)werk uiteindelijk niet doorgaat ener is al wel veel tijd besteed aan de begeleiding, ontvangt de promotor geen SDIP-vergoeding voor de begeleiding van het dossier.
De partners: a.
De mate waarin sociale toeleiders mee adressen zoeken en bemiddelen tussen huurder-verhuurder (bvb. SVK’s, sommige OCMW’s …).
b.
Samenwerking met externe aannemers verloopt doorgaans niet zo eenvoudig. Redenen: weinig respons op offertevragen. (aannemer heeft voldoende werk, is niet gewoon om met een promotor/tussenpersoon te werken, complexere administratief-financiële afhandeling van de premie (onbekend is onbemind?) …
c.
Samenwerking met Eandis en Infrax loopt doorgaans vlot tot zeer vlot. Beperkt aantal klachten over trage uitbetaling van de afgewerkte SDIP-dossier bij Eandis.
De eigen organisatie: a.
b.
Plaatst de promotor (het Energiesnoeiersbedrijf) ook zelf dakisolatie, dan is doorgaans het aantal SDIP-dossiers hoger. Is de promotor enkel een scanbedrijf dat niet zelf isoleert, dan is doorgaans het aantal SDIP-dossiers lager. Redenen hiervoor zijn: i.
Voor Energiesnoeiers-isoleerders is de bijkomende administratie voor een SDIP-dossier t.o.v. gewone isolatieopdrachten gering. Belangrijkste verschil is dat het aanvraagformulier anders en uitgebreider is, dat de offerte met een verhuurder-eigenaar overeengekomen moet worden die niet op het werfadres woont en de begeleiding/bemiddeling tussen huurder/verhuurder.
ii.
De sociaal tewerkgestelde Energiesnoeiers kunnen via de dakisolatieopdrachten aan de slag. Dit is veel minder het geval met het administratieve (opvolgings)werk van een SDIPdossier dat bij de meeste organisatie door de omkadering wordt opgenomen.
De schaalgrootte van de organisatie (een minimale schaalgrootte is nodig opdat iemand zich voldoende kan toeleggen op SDIP) en de mate waarin het promotorschap SDIP als een kernactiviteit van het Energiesnoeiersbedrijf uitgebouwd wordt.
Enkele aanbevelingen: Omtrent toeleidings- en andere partners: 1)
De toeleiding van doelgroepen door de professionele toeleiders zou veel hoger mogen en een automatisch reflex moeten zijn. Cruciaal hiervoor zijn o.a.: a.
een goede/vlotte/eenvoudige samenwerking met de sociale toeleiders (het OCMW, gemeente en andere (SHM, SVK, netbeheerder …)). Hopelijk brengen de verruimde doelgroepen (van kracht vanaf 2014), het goedgekeurde energieconsulentenproject bij KOMOSIE en de bijhorende geplande communicatieacties vanwege Energiesnoeiersbedrijven en VEA/netbeheerders hierin soelaas.
o
Een oplossing om eenvoudig adreslijsten te verkrijgen (privacy-probleem) van netbeheerders en andere derden (OCMW, mutualiteiten, CAW….) De doorbraak die er eind 2013 gekomen is om – via Vlaamse wetgeving – toelating te krijgen om alvast de adresgegevens van de netbeheerders te mogen doorgeven aan de scanbedrijven en promotoren SDIP, is in dit kader hoopvol.
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 24/31
2)
Blijvende communicatie-inspanningen op Vlaams niveau, zowel naar de kwetsbare doelgroep als naar de ‘intermediairen’ met een doorverwijsrol erg nodig. De sociale dakisolatiepremie is onvoldoende gekend bij het grote publiek en bij de specifieke doelgroepen (bvb. privé-eigenaars met huurovereenkomst lager dan 450 euro).
3)
Uitbreiding naar bijkomende doelgroepen, bvb. kansarme eigenaars.
4)
Aandacht voor (verbetering van de) samenwerking met externe reguliere aannemers
5)
Aandacht door de netbeheerders voor tijdige uitbetaling van de premie voor de afgeronde en ingediende SDIP-dossiers.
Omtrent het instrument zelf: 6)
Blijven vereenvoudigen van het proces waar mogelijk. Bvb. Kan het aanvraagformulier nog eenvoudiger worden opgesteld? Eigenaars weten doorgaans niet of huurder tot de doelgroep behoort. ...
7)
Het toegankelijk maken van de Vlaamse verbeteringspremie en renovatiepremie voor eigenaars voor de woning die zij verhuren, zodat deze premie ook kan gecombineerd worden met de SDIP-premie. En/of het bedrag van de SDIP-premie voor platte daken verhogen (en liefst ook voor hellende daken waar meerwerken nodig zijn alvorens er kan geïsoleerd worden).
8)
Een vergoeding voorzien niet enkel wanneer een SDIP-dossier volledig afgerond is, maar ook een (gedeeltelijke) premie voorzien indien het werk uiteindelijk niet uitgevoerd/afgewerkt geraakt. De promotor besteedde immers heel wat ‘onbezoldigde’ tijd Omtrent de eigen aanpak als promotor-Energiesnoeiers:
9)
Regelmatige uitwisseling van ervaringen en best practices tussen projectpromotoren/Energiesnoeiers via (verder zetting van) Werkgroep of Lerend Netwerk SDIP. Thema’s die aan bod kunnen komen: cases, samenwerking met partners (toeleiders, aannemers …), gebruikte tools en aanpak administratief proces, inzet van doelgroepmedewerkers, enz. Eventueel ook individuele ondersteuning van promotoren waar nodig. Hierin kan KOMOSIE als ondersteunende koepel een rol spelen (bvb. verderzetting Werkgroepen SDIP) i.f.v. de beschikbare tijdsinzet en middelen.
10) Hoe meer van de deelactiviteiten van SDIP en dakisolatie in eigen beheer gebeuren of hoe meer partners ingebed zijn binnen dezelfde organisatie, hoe vlotter de samenwerking. Bvb. als de toeleiders zich binnen de eigen organisatie bevinden, als je als promotor ook zelf dakisolatie plaatst. 11) Aandacht voor de inzet van (doelgroep)medewerkers. De interne organisatie/taakverdeling zo organiseren dat het haalbaar wordt/blijft om bepaalde taken in de SDIP-begeleiding of –administratie door de medewerkers-Energiesnoeiers te laten uitvoeren.
4.2 Voor het extra pakket kleine energie- en waterbesparende maatregelen De kwantitatieve resultaten tonen aan dat er zeker potentieel is om verschillende bijkomende kleine e- of waterbesparende materialen te plaatsen tijdens het huisbezoek. Voordelen zijn: -
bijkomende en onmiddellijke besparingen in (koud en/of warm) water en energie.
-
kostenefficiëntie doordat de scanner/promotor reeds in de woning aanwezig is en een rondgang deed en doordat de kostprijs van deze materialen ook erg laag is.
-
bijkomende sociale tewerkstelling voor (doelgroep)medewerkers door de plaatsing van deze extra materialen.
Aanbevelingen: 1)
Actievere evaluatie en desgewenst bijsturing van de gebruikte materialen i.f.v. het succes van de plaatsing ervan. Bvb. bij spaarlampen dienen steeds minder klassieke staaflampen geplaatst te worden (door verbod op verkoop van gloeilampen), maar is wel opportuniteit om specialere lamptypes zoals reflectorlamp 11W E27 of spaarspots GU10 te plaatsen ter vervangen van halogeenlampen en spots.
2)
Uitbreiding van het gamma aan gratis kleine materialen dat de netbeheerders ter beschikking stellen van de scanbedrijven. Bvb. de meest succesvolle extra materialen o.b.v. de resultaten van dit pilootproject. Opm.: de forfaitaire vergoeding per energiescan dient dan ook rekening te houden met de extra plaatsingstijd van deze bijkomende materialen. Een nauwkeurige (bvb. bij strips) en daadwerkelijke plaatsing (bvb. bij spaarlampen) bepalen immers of de theoretische energiewinsten ook daadwerkelijk gehaald worden in de praktijk.
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 25/31
4.3 Voor de huishoudelijke energiescans Hieronder zijn de belangrijkste aanbevelingen opgelijst o.b.v. de resultaten en conclusies. 4.3.1 AANBEVELINGEN I.V.M. DE VEREISTE VAARDIGHEDEN, OPLEIDING INFO/HULPMIDDELEN VOOR SCANNERS 1)
Bij het ontbreken van de energiefactuur bij de bewoner, zouden de netbeheerders (Infrax én Eandis) moeten toestaan dat de energiescanner (in overleg met de bewoner) op een snelle en vlotte manier deze verbruiksgegevens kan opvragen bij de netbeheerder. Zeker gezien de inhoud van de nieuwe basisscan (Vtest …) en opvolgscan typ1 (opvolging abnormaal hoog verbruik …) is het beschikken over de energiefactuur of e-verbruiksgegevens van de laatste 3 jaren essentieel.
2)
Het uitvoeren van energiescans bij een doelgroep die overwegend in armoede leeft of maatschappelijk kwetsbaar is, vergt bijkomende sociale en communicatieve vaardigheden. Deze “soft skills” worden belangrijker naast de vereiste technische kennis. Hiervoor zou in de opleiding meer/voldoende aandacht moeten gaan. Zo volgen de kandidaat-energiescanners in het StromSparCheck-project in Duitsland standaard een communicatietraining van een week. Daarnaast is het ook belangrijk om via continue bijscholing de algemene technische kennis op een hoog niveau te houden. Bvb. over het instellen van kamerthermostaten, watergebruik of elektriciteitsberekeningen.
3)
Tijdens een scanborrel of werkgroep Energiescans met de energiescanners specifiek in kaart brengen en evalueren welke hulpmiddelen nuttig en haalbaar zijn. Bekijken hoe het gebruik ervan veralgemeend/standaard kan worden: “Wat kan de netbeheerder ter beschikking stellen (energiemeter, CO-meter, didactisch materiaal …)” versus “Wat dienen de Energiesnoeiersbedrijven zelf aan te schaffen (eventueel binnen de lopende groepsaankopen van KOMOSIE)”. Eventueel onderscheid maken tussen hulpmiddelen die standaard door ieder worden gebruikt versus optionele “gadgets”.
4.3.2 AANBEVELINGEN I.V.M. DE TOELEIDING VAN DE DOELGROEPKLANTEN 4)
Het is nuttig en nodig dat de energiescanners extra informatie ontvangen over de sociale en woonsituatie van de klanten. De OCMW’s (via VVSG), de netbeheerders en de sector Energiesnoeiers dienen te regelen en te promoten hoe rofessionele toeleiders deze informatie aan de scanbedrijven kunnen bezorgen, met respect voor de privacy-wetgeving en op een gebruiksvriendelijke manier. Concreet dient o.a. na te worden gegaan of de bestaande of geplande tools hiervoor gebruikt kunnen worden. (zie opgelijste antwoorden hierboven). Deze tools zijn o.a. het standaardaanvraagformulier en tabblad “proff. Toeleiders op www.energiescans.be en hopelijk spoedig ook op www.gratisenergiescan.be.
5)
Cruciaal voor het bereik van de prioritaire doelgroepen is: a. een goede/vlotte/eenvoudige samenwerking met en toeleiding van adressen door sociale toeleiders (het OCMW, gemeente en andere (SHM, SVK, netbeheerder …)). b. Een oplossing om eenvoudig adreslijsten te verkrijgen (privacy-probleem) van netbeheerders en andere derden (OCMW, mutualiteiten, CAW….) De doorbraak die er eind 2013 gekomen is om – via Vlaamse wetgeving – toelating te krijgen om alvast de adresgegevens van de netbeheerders te mogen doorgeven aan de scanbedrijven en promotoren SDIP, is in dit kader hoopvol.
6)
De 3 belangrijkste motivaties/redenen/succesfactoren om de energiescan aan te vragen zijn: Om energie te besparen Omdat het gratis is Omdat er energiebesparende materialen geplaatst worden. Ook de mond-aan-mond reclame is niet te onderschatten.
4.3.3 CONCLUSIES/AANBEVELINGEN I.V.M. HET RESULTAAT VAN EN DE TEVREDENHEID OVER DE ENERGIESCAN 7)
De energiescan is effectief. Het zet de grote meerderheid (91,2%) van de huishoudens aan tot gedragsverandering. Ook volgens de scanners erkennen de grote meerderheid (94%) van de bewoners zeer goed of eerder wel dat ze een eigen impact kunnen hebben op hun energieverbruik.
8)
De tevredenheid over de energiescans ligt met (omgerekend) 7,76 op 10 voldoende hoog.
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
9)
140119, def 26/31
Er zijn diverse mogelijkheden/wensen om de energiescans nog effectiever en efficiënter te maken, o.a. i.f.v. de bereikte doelgroep. Meest opvallend is dat 7 personen antwoorden dat het belangrijk is om meer langdurige begeleiding te (kunnen) geven na de (basis)energiescan(s). De nieuwe opvolgscan type 1 en 2 zullen dit misschien deels kunnen invullen, maar de aanbeveling is toch dat een langdurigere intensievere begeleiding voor bepaalde personen uit de doelgroep wenselijk is.
10) De succeservaringen tonen aan dat de energiescan voor sommige mensen en in bijzonder (maar niet uitsluitend) voor mensen met energie(armoede)problemen een zeer grote hulp is om hun energieverbruik onder controle te krijgen. Energiescans kunnen echt een verschil maken in de energiefactuur! 11) De opsomming van “meest onverwacht(st)e situaties” bevestigt bovenstaande conclusie dat het uitvoeren van energiescans bij de prioritaire doelgroep de nodige emotionele/sociale/communicatieve uitdagingen met zich meebrengt en dat meer/aangepaste sociale en communicatieve vaardigheden en opleiding vereist zijn.
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 27/31
5 Bijlagen BIJLAGE 1: ENGAGEMENTSVERKLARING PROJECTPROMOTOREN SDIP I.K.V. PILOOTPROJECT ECLINC De projectpromotoren Sociaal Dakisolatieproject (SDIP) kunnen per uitgevoerd SDIP een extra budget krijgen van 80 euro en een extra spaarpakket ter waarde van 20 euro. Looptijd van het project is 1 jaar, nl. van 1 mei 2012 tot 1 mei 2013. Deze vergoeding kan verkregen worden voor in totaal 250 SDIP’s. Voor dit extra budget worden de volgende engagementen verwacht: 1.
Het doorlopen van een volledig SDIP-traject. ▫ D.w.z. dat je effectief zelf als projectpromotor optreedt voor de betreffende woning. De plaatsing van de isolatiewerken kan gebeuren door de promotor of door een andere aannemer/ES-bedrijf. ▫ In principe moet het SDIP-traject volledig afgerond zijn, incl. de plaatsing van de isolatie en de financiële afhandeling.
2.
Plaatsen van het extra spaarpakket tijdens de basisscan of opvolgscan. ▫ Het ES-bedrijf kan kiezen uit een standaardpakket van kleine energiebesparende maatregelen, naargelang wat in de woning technisch haalbaar en zinvol is. Dit pakket heeft een waarde van 20 euro. Bijlage 2 beschrijft de inhoud van dit spaarpakket. ▫ Het ES-bedrijf noteert welke materialen worden geplaatst en rapporteert dit aan KOMOSIE. ▫ Niet-geplaatste materialen worden eigendom van het ES-bedrijf en kunnen tijdens andere energiescans – wanneer zinvol – worden geplaatst. ▫ KOMOSIE zorgt voor een evenredige verdeling van het materiaal, naargelang het aantal kandidaten voor dit project en naargelang het gepland aantal uit te voeren SDIP-dossiers.
3.
Vorming van een netwerk van relevante stakeholders. ▫ Gezien de toeleiding van bewoners uit de afgebakende doelgroepen cruciaal is voor het welslagen van de energiescans en het SDIP, is het nodig dat de ES-bedrijven samenwerken met sociale organisaties die contact hebben met deze doelgroep. ▫ Via het evaluatieformulier zal gevraagd worden welke partners betrokken zijn en met welk resultaat. Deze resultaten worden door KOMOSIE op de projectwebsite gerapporteerd.
4.
De noodzakelijke registratie en rapportage aan KOMOSIE. Naast het invullen van de energiescan in Supernova dienen per SDIP een aantal gegevens bijkomend geregistreerd te worden via het Excel-bestand in bijlage (zie bijlage 3) en dit indien mogelijk binnen de 15 dagen na afronding van het SDIP-project.
5.
Bereid zijn tot evaluatie en delen van praktijkervaringen. Dit gebeurt door: ▫ het invullen van een evaluatieformulier per SDIP, waarbij de focus ligt op drempels bij de uitvoering van dit project (zie bijlage 4) ▫ deelname aan de werkgroepen SDIP die KOMOSIE organiseert voor de sector
6.
Aanwezig zijn op het slotevent van het EC-Linc project in Brussel in sept/oktober 2013.
Ik wens me kandidaat te stellen voor deelname aan dit pilootproject en verklaar me akkoord met bovenstaande engagementen. Naam en voornaam: Functie: Organisatie: Datum:
……………………………………………………………. ……………………………………………………………. ……………………………………………………………. …… / ….. / 2012
Handtekening en functie: …………………………………………………………….
Gelieve dit ingevuld en ondertekend terug te sturen naar
[email protected] tegen ten laatste 29 juni 2012
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 28/31
BIJLAGE 2: ALGEMENE VOORSTELLINGSFOLDER VAN DE ENERGIESNOEIERS U vindt een afdruk van deze folder in bijlage. Om gratis 1 of meerdere exemplaren van deze folder te bestellen, mail naar
[email protected]
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 29/31
BIJLAGE 3: EVALUATIEFORMULIER SDIP DEEL 1: in te vullen bij elk sociaal dakisolatieproject. Naam uitvoerder: Organisatie: Naam bewoner-huurder Telefoon / gsmnr bewoner Gemeente: 5.1.1 HOE WERD HET ADRES VOOR HET SDIP VERKREGEN? als gevolg van een basisscan via het OCMW via het FRGE via het SVK ander, nl. 5.1.2 IS ER EEN OPVOLGSCAN UITGEVOERD? neen ja, opvolgscan type 1 ja, opvolgscan type 2 ja, opvolgscan type 1 én type 2 ander, nl. 5.1.3 WIE HEEFT DE ISOLATIEWERKEN UITGEVOERD de eigen organisatie een collega Energesnoeiersbedrijf, nl. een andere (regulier) bedrijf, nl. 5.1.4 WELKE DREMPELS HEB JE ERVAREN TIJDENS DE TRAJECTBEGELEIDING? (TECHNISCH, SOCIAAL, FINANCIEEL, ADMINISTRATIEF …) Bij de huurder?
Bij de eigenaar/verhuurder?
Andere drempels?
5.1.5 BEGELEIDINGSKOST Welke kost voor begeleiding van huurder en eigenaar door projectpromotor inclusief BTW voorzie je in het SDIP-aanvraagformulier (in euro of euro/m²): Dekt deze begeleidingskost uw reële kosten voor de nodige trajectbegeleiding? ja nee, reden: 5.1.6 SLUIT DE EIGENAAR EEN LENING AF MET LOKALE ENTITEIT FRGE VOOR BETALING RESTBEDRAG? ja nee Aub ingevuld terugsturen naar
[email protected] binnen 15 dagen na afronding van elk SDIP
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
140119, def 30/31
DEEL 2: in te vullen ter evaluatie van de aanpak van alle SDIP -
Eenmalig bij de tussentijdse evaluatie tegen 1 februari 2013 Eenmalig bij de eindevaluatie eind april 2013.
SAMENWERKING MET EXTERNEN Benoem de toeleiders en beschrijf kort hoe de samenwerking met hen verliep (communicatie, evaluatie...)
Met welke organisaties werkte je samen voor de uitvoering van dit SDIP (OCMW, LE FRGE, collegaES-bedrijf, …). Beschrijf kort waarvoor (plaatsing dakisolatie, doorverwijzing, …) en hoe de samenwerking verliep.
Andere opmerkingen, bedenkingen, suggesties
INTERNE ORGANISATIE Hoe verliep het administratieve proces (document-flow? …)
Is er mogelijkheid tot verbetering van de back-office? Zo ja, beschrijf wat.
Andere opmerkingen, bedenkingen, suggesties
ALGEMEEN Welke elementen zou je willen veranderen aan het SDIP?
Gelieve dit ingevuld terug te sturen naar
[email protected] tegen uiterlijk 1 februari 2013 en eind april 2013.
EC-LINC: D.5.2. RAPPORT VOOR STAKEHOLDERS
Resultaten van de evaluatie van het project en het pilootproject Documentnr: Versie: Pagina:
BIJLAGE 4: REGISTRATIEFORMULIER VOOR RAPPORERING VAN DE GEPLAATSTE GRATIS BIJKOMENDE ENERGIE- EN WATERBESPARENDE MATERIALEN
140119, def 31/31