Evaluatie van het pilot-project ‘Eigen Krachtvoer’
Mark Janssen AdSearch Amsterdam 6 december 2014
1
Colofon M.A. Janssen, Evaluatie van het project ‘Eigen Krachtvoer’. Amsterdam: AdSearch, november 2014 © AdSearch 2014
Begeleidingscommissie:
Harrie van Haaster (IGPB) Wouter van de Graaf (Fragile) Heinz Mölders (Multiloog/St. IPC)
Financiering: Dit onderzoek werd mogelijk gemaakt door subsidies van het Stadsdeel Zuid in Amsterdam en van de Fundatie Van den Santheuvel, Sobbe. AdSearch heeft bijgedragen door een deel van het werk onbezoldigd te verrichten.
Foto cover: Patricia ter Kuile
Uitgever: AdSearch
Website: www.adsearch.nl
Email:
[email protected]
Meer informatie over het project Eigen Krachtvoer is te vinden op Facebook: www.facebook.eigenkrachtvoer.com
2
Inhoudsopgave
Samenvatting …………………………………………………………… 4 A. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
ACHTERGRONDEN …………………………………………………………… 6 Inleiding …………………………………………………………………………. 6 Inspiratie ………………………………………………………………………… 7 Theoretische achtergronden ……………………………………………………... 7 Elementen van de werkwijze ……………………………………………………. 8 Doelstellingen en verwachte resultaten …………………………………………. 9 Proces ……………………………………………………………………………. 9
EVALUATIE …………………………………………………………………… 10 Enkele cijfers over het project ………………………………………………….. 10 Problemen van deelnemers ……………………………………………………… 10 Enquête onder deelnemers ………………………………………………………. 10 Evaluatie …………………………………………………………………………. 12 Evaluatie 1. Het project is zoals bedoeld van de grond gekomen ……………… 12 Evaluatie 2. Er is nog geen levensvatbare club ………………………………… 12 Evaluatie 3. De deelnemers zijn enthousiast …………………………………… 13 Evaluatie 4. Plezier overdragen en delen ………………………………………. 13 Evaluatie 5. Deelnemers voelen zich gezonder ………………………………… 13 Evaluatie 6. Deelnemers hebben meer perspectief …………………………… 13 Evaluatie 7. Deelnemers voelen meer verbondenheid ………………………… 13 Evaluatie 8. Deelnemers voelen meer eigen kracht …………………………… 13 Evaluatie 9. Kennis verworven over voorwaarden en uitvoering ……………… 14 Evaluatie 10. Kennis over en aanzetten tot mogelijke vervolgprojecten ……… 14 5. Plezier en eigen kracht …………………………………………………………… 14 6. Knelpunten ……………………………………………………………………… 15 7. Financiële verantwoording ……………………………………………………… 16 B. 1. 2. 3. 4.
Literatuur …………………………………………………………………………… 17 Bijlage 1. Methode van onderzoek ………………………………………………… 18 Bijlage 2. Vragenlijst ………………………………………………………………… 19
3
Samenvatting Het pilot-project Eigen Krachtvoer ging 8 april 2014 van start. Vanaf die dag zijn vrijwel wekelijks excursies ondernomen met bezoekers van de Voedselbank om eetbare natuur te plukken: paddestoelen, planten, bessen en noten. En soms ook oesters en alikruiken. Doel Het doel van Eigen Krachtvoer is om mensen in armoedesituaties kennis te laten maken met de voedselbronnen die er in de vrije natuur bestaan, om hen macht te geven over hun eigen voedselverwerving, om het plezier van het wildplukken te delen, om hun gezondheid en verbondenheid te bevorderen en om perspectieven te helpen scheppen. Pilot-project Als pilot-project was het doel om uit te proberen of en hoe een dergelijk project mogelijk zou zijn. Bovendien werd beoogd om te verkennen welke vervolgmogelijkheden er konden zijn voor het project, vooral ook in de richting van ruil- en verdienmodellen. Onderzoek In een begeleidend en evaluatief onderzoek werden deze doelstellingen onder de loep genomen. Het onderhavige rapport is de vrucht van dit onderzoek (dat wegens geldgebrek sterk moest worden ingeperkt). Werkwijze Hoofdbestanddelen van de werkwijze in dit project zijn voor en tijdens de proefperiode geëxpliciteerd: niet-uitsluiten, mensen accepteren zoals ze zijn, ze actief benaderen en rappelleren, niet-hulpverlenen maar wel present zijn, gelijkwaardigheid en samen delen. Cijfers Er hebben tot 1 november 20 excursies plaatsgevonden naar diverse parken in Amsterdam, naar de Utrechtse Heuvelrug en de Kennemerduinen. Aansluitend is er 16 keer een maaltijd bereid. In totaal hebben 22 mensen deelgenomen (de 2 begeleiders niet meegerekend). Op een na hebben zij een minimuminkomen, 18 bezoeken de Voedselbank, 20 wonen in Zuid. Van de 22 deelnemers namen er 8 eenmalig deel, 6 af en toe (2 tot 4 keer) en 8 regelmatig (5 tot 15 keer). Gemiddeld waren er 4,2 deelnemers per excursie, de eerste twee maanden lag dat op 3, daarna steeg het tot 5. Enquête onder deelnemers Een vragenlijst is verspreid en is vooral door de ‘harde kern’ van de deelnemers ingevuld. Zij tonen zich uitermate positief over het project (rapportcijfers 8,9 tot 9,3). Zij hebben veel geleerd, zij voelden zich verbonden en hebben vrienden gemaakt, zij vinden dat het project de gezondheid en de kwaliteit van leven bevordert en zij zouden allen volgend jaar weer meedoen als het project doorgaat. Evaluaties De meeste doelstellingen van het project worden behaald: -het project is van de grond gekomen zoals bedoeld in het projectvoorstel. -deelnemers zijn duidelijk enthousiast. -het lukt om plezier in wildplukken over te dragen en te delen. -deelnemers voelen zich gezonder. 4
-deelnemers hebben meer perspectief. -deelnemers voelen meer verbondenheid. -deelnemers voelen meer eigen kracht. -er is kennis verworven over de voorwaarden en uitvoering van een dergelijk project. -er is kennis verworven over mogelijke vervolgprojecten en er zijn aanzetten gedaan. Eén doelstelling is echter niet behaald: -er is nog geen levensvatbare club ontstaan. Eindconclusie Eigen Krachtvoer is een feelgood project dat vrolijkheid en enthousiasme wekt. Het blijkt een krachtig instrument om mensen in armoedesituaties te inspireren en vrolijk te maken. Het versterkt je eigen kracht door zelf je voedsel te verzamelen en daarover kennis op te doen, maar ook door plezier te delen, je verbonden met anderen te voelen, gezond bezig te zijn, er uit te zijn en een perspectief te hebben. Ondanks het kleine aantal deelnemers heeft het project vrucht gedragen. Het was immers een pilot. Het toont aan dat de opzet haalbaar is, het laat zien dat de werkwijze en de bijstellingen daarin succes hebben en het verheldert een aantal voorwaarden. De pilot biedt voorts inzicht in verschillende vervolgmogelijkheden, waartoe zelfs enkele aanzetten zijn gemaakt. Een belangrijke vervolgstap die de initiatiefnemers èn de deelnemers wensen is het continueren en uitbreiden van Eigen Krachtvoer in 2015.
5
1. Inleiding Op 8 april 2014 gaat Eigen Krachtvoer van start. Die dag trekken bezoekers van de Voedselbank-Zuid voor het eerst de natuur in om wilde eetbare planten en paddestoelen te zoeken. Aan het eind van de middag verwerken zij hun oogst tot een maaltijd die gezamenlijk wordt genuttigd in het Huis van de Wijk De Pijp. Er zouden in 2014 nog 19 van zulke uitstapjes volgen. Initiatiefnemers Mark Janssen en Dieuw van ’t Spijker behoren zelf tot de doelgroep van mensen met een minimum-inkomen die (veelal) bij de Voedselbank lopen. Mark weet alles van paddestoelen, Dieuw kent de eetbare planten, bessen en noten op haar duimpje. Beiden zijn enthousiaste koks. In het project zijn de twee begeleiders zelf ook deelnemers. Het streven is naar gelijkwaardigheid en gezamenlijkheid. Dat neemt niet weg dat Mark en Dieuw een coördinerende rol hebben en verantwoordelijkheid dragen voor de veiligheid en het welzijn van de deelnemers. Dankzij kleine subsidies van het Stadsdeel-Zuid en de Fundatie Van den Santheuvel, Sobbe kunnen deelnemers gratis meedoen. De maaltijden kosten hen geen geld en hun reiskosten worden vergoed. Dat blijkt een belangrijke voorwaarde voor deelnemers die vaak met 35 euro per week moeten rondkomen. In 2014 is Eigen Krachtvoer 20 keer op stap geweest naar uiteenlopende lokaties: diverse parken in Amsterdam, bossen op de Utrechtse heuvelrug, de duinen in Zuid- en Noord Kennemerland en de Oosterschelde. In Zeeland beleefden we een van de hoogtepunten van het project, toen we 12 emmers wilde oesters raapten (naast alikruiken en zeekraal) en een heuse oesterparty belegden in het buurthuis. Andere hoogtepunten waren de oogst van 5 kilo eekhoorntjesbrood bij Hilversum of 3,5 kilo bosbessen bij Amersfoort. Gedenkwaardig was ook het morieljes plukken in Castricum en het hazelnoten rapen in het Beatrixpark. Met deze onalledaagse ingrediënten hebben we heerlijke maaltijden samengesteld van een hoog culinair gehalte. Zoals gegratineerde oesters, risotto met mousserons, morieljes in roomsaus, eekhoorntjesbroodtaart, etc. Culinair èn sociaal hoogtepunt was de barbeque die we hielden in de Almatuin, samen met de kookclub van de Voedselbank, de Almatuiniers en visser Bob, die grote, verse snoekbaarzen meebracht. Tot ver na zonsondergang hebben we gesmikkeld van onze zelfgevangen, -geteelde en -geplukte producten, vers uit de natuur en zonder chemische toevoegingen. In een journaal hebben we onze tochten en oogsten vastgelegd, en de recepten beschreven die we hebben bereid. Zestien afleveringen zijn verschenen van dit journaal. Doel hiervan was om de ervaringen en vondsten vast te leggen voor de deelnemers, maar ook om gegevens vast te leggen voor de evaluatie. De afleveringen van het journaal bleken ook goede reclame te vormen om nieuwe deelnemers te werven. Ook droegen journaals bij aan de PR van het project (delen ervan verschenen op de facebookpagina – zie het colofon). Het doel van Eigen Krachtvoer is om mensen met een minimuminkomen kennis te laten maken met de voedselbronnen die er in de vrije natuur bestaan. Om hen een gevoel van macht terug te geven over hun eigen bestaansmiddelen, om het plezier van het wildplukken te delen, om gezondheid en verbondenheid te bevorderen en om perspectieven te helpen scheppen. We hoopten dat er een club zou ontstaan die op eigen kracht verder zou gaan. Eigen Krachtvoer is opgezet als een pilot, als een proefproject. We wilden op kleine schaal uitproberen of zo’n project haalbaar en doenlijk zou zijn. Of er bij de doelgroep behoefte aan zou zijn. Of het inderdaad zou uitwerken op de manier die we voor ogen hadden. En welke voorwaarden en methodische richtlijnen we daarbij zouden kunnen onderscheiden. Bovendien
6
wilden we verkennen welke vervolgmogelijkheden er zouden zijn voor dit project, ook in de richting van ruil- en verdienmodellen. Daarom is een begeleidend onderzoek gekoppeld aan het project. Het onderhavige evaluatieverslag is het resultaat van dit onderzoek. Om financiële redenen moest de aanpak van het onderzoek sterk worden beperkt. De onderzoeksmethode en de aangebrachte inperkingen worden verantwoord in Bijlage 1. In de komende paragrafen zullen we bespreken wat de achtergronden zijn van het project en welke doelen precies werden beoogd. Vervolgens zullen we ingaan op de vraag in hoeverre deze doelen zijn bereikt. Ook geven we de bevindingen over de vervolgmogelijkheden die we zien en geven we enkele beschouwingen. 2. Inspiratie Mark en Dieuw hebben als initiatiefnemers van dit project aan den lijve ervaren hoe bevredigend het kan zijn om eetbare paddestoelen, planten, vruchten en noten te verzamelen in de natuur. Beiden hebben ze hun ‘deprisodes’ en onafhankelijk van elkaar zijn ze tot de conclusie gekomen dat wildplukken een sterk antidepressief en stemmingsverbeterend effect heeft. Inspiratie voor dit project komt ook uit de sloppenwijken van steden in de derde wereld, waar bewoners in staat werden gesteld om hun eigen voedsel te verbouwen op zeer kleine oppervlakten (‘sack farming’). Het bleek dat relatief kleine opbrengsten een groot effect hadden op het levensperspectief van de deelnemers. Vooral bij een groepsaanpak vergrootte dit hun ‘sociaal kapitaal’ (Gallaher, 2013). In Nederland zijn de afgelopen jaren projecten gestart waarbij aan mensen met een minimuminkomen volkstuintjes beschikbaar zijn gesteld. Met behulp van enige plantkundige begeleiding kunnen zij hun eigen groenten verbouwen. Dit activeert de deelnemers, doet beroep op hun eigen verantwoordelijkheid, verbetert hun sociale contacten en komt hun gezondheid ten goede (www.volkstuinenzalkerdijk.nl). 3. Theoretische achtergronden -Over het begrip armoede bestaan veel visies. Wij zien armoede niet als een louter financieel probleem, maar als een deprivatie, een tekortkomen in de vervulling van de menselijke behoeften. Geldgebrek is daar veelal mee verweven, maar geld hoeft niet de belangrijkste oorzaak te zijn, noch de aangewezen oplossing te vormen. Armoede is vooral een kwestie van uitsluiting. Daarbij gaat het om materiële en immateriële zaken. Gebrek aan erkenning, respect en vriendschap is evenzeer armoede als gebrek aan voedsel, woonruimte en kleding. Armoede is een gebrek aan middelen en steun om in de eigen behoeften te voorzien, en bijgevolg een afhankelijkheid en machteloosheid. Veel is daarbij afhankelijk van de omgeving en de omstandigheden, het gaat om kansarmoede. -Armoede gaat samen met cognitieve beperkingen, doordat het dagelijkse overleven teveel denkkracht in beslag neemt. Schaarste veroorzaakt tunnelvisie en beperkt het denkvermogen (Mullainathan & Shafir, 2013). -Sociaal kapitaal is het geheel van hulpmiddelen en ondersteuning die men vindt in de sociale verbanden waartoe men behoort. Vaak op basis van wederkerigheid, delen en ruilen. Armoede is ook een gebrek aan sociaal kapitaal. -Over armoede wordt vaak gesproken in de context van de moderne neoliberale maatschappij, waarin alles om geld draait. Een samenleving die sterk geïndividualiseerd is, waarin de sociale vangnetten en solidariteit steeds verder worden afgebouwd en waarin het steeds meer ieder voor zich is. De neoliberale ideologie gaat er aan voorbij dat niet alles voor geld te koop is, en dat delen van de maatschappij niet volgens een marktmodel functioneren 7
(uitwisselingen binnen gezinnen bijvoorbeeld). Naast een markteconomie functioneert vaak ook een ruileconomie. -Oplossingen voor armoede hoeven niet alleen uit de markteconomie voort te komen (economische groei, werkgelegenheid, hogere uitkeringen), maar kunnen ook (mede) binnen de ruileconomie gezocht worden. Noppes is een voorbeeld dat al langer bestaat. De laatste jaren is een trend waarneembaar naar meer delen en ruilen, vaak ook met behulp van internet (bv: amsterdam deelt/geeft; sites waarin men gereedschap deelt; autodaten). -Het herwinnen van eigen kracht komt overeen met het begrip empowerment. Deze is niet alleen binnen het individu gelegen, maar wordt mede bepaald door de sociale verbanden waar men deel van uitmaakt en de omstandigheden die zich voordoen. Sterke individuen ontlenen kracht aan sterke gemeenschappen, en vice versa. Eigenwaarde, grip op eigen leven, sociale steun, mondigheid e.d. zijn elementen van empowerment. Het begrip empowerment is geformuleerd en ontwikkeld door emanciperende groeperingen (Van Haaster e.a., 2012), maar beleidsmakers en hulpverleners zijn op de loop gegaan met deze ideeën, zodat behoeftige mensen tegenwoordig in ‘hun kracht gezet moeten worden’, mede omdat dat goedkoper is. Koopkracht kan men ook zien als een onderdeel van eigen kracht. Helaas gaat die voortdurend achteruit. -In de huidige massaproductie en supermarktcultuur zijn mensen vervreemd geraakt van de productie, conservering en zelfs de bereiding van voedsel. Velen vertrouwen alleen nog wat in pakjes, liefst kant-en-klaar, in de schappen ligt binnen de houdbaarheidsdatum. Kwaliteit, smaak en gezondheid zijn ondergeschikt geraakt aan prijs en gemak. Dit gaat samen met een enorme verspilling van voedsel. Steeds sterkere bewegingen strijden voor biologisch voedsel, duurzaamheid en dierenwelzijn. Er is een beweging tegen voedselverspilling (bv. dumpsterdivers, overdatum-eetclubs), er zijn culinaire trends om meer natuurproducten te gebruiken (bv. Nordic cooking). Steeds meer mensen proberen het contact te herstellen met de voedselproductie, door producten te kweken, te verzamelen of zelfs te jagen. -Op het platteland kan je vrijwel zelfvoorzienend zijn door je eigen voedsel te verbouwen, te verzamelen en te vangen (Freed, 2011; Seymour, 2014). In de steden ontwikkelt zich steeds meer stadslandbouw en -veeteelt. De uitersten tussen een hobby van biologisch tuinieren en een radicaal living off the grid liggen op een schaal van maatschappijkritische, ecologische en vrijheidslievende motieven. Al deze ideeën en theorieën konden in dit project niet systematisch worden uitgewerkt en opgeschreven (zie Bijlage 1.). Maar ze behoren tot het gedachtengoed dat voor en tijdens het project een rol heeft gespeeld. 4. Elementen van de werkwijze In de werkwijze van Eigen Krachtvoer zijn een aantal principes richtinggevend: -Niet-uitsluiten. Iedereen mag meedoen, ongeacht uiterlijk, religie, taal, handicap, leeftijd, afkomst, et cetera. Het project past zich aan de deelnemers aan, niet andersom. Als er mensen in een rolstoel zitten zoeken we een route die daarbij past. Een blinde kan wellicht wel meefietsen achterop een tandem. Er wordt op aanstaande deelnemers geen selectie toegepast, behalve de voorwaarde van het Stadsdeel dat het project bestemd is voor bewoners van Zuid met een minimuminkomen.1 Wie mee wil doen, kan meedoen en kan kijken of het bevalt.
1
Aan het begin van het project speelde Mark met de gedachte om een voorgesprek te houden met kandidaatdeelnemers om toch een soort drempel in te voeren. Dieuw hielp hem daarvan af. Enige reflectie op de eigen intake-ervaring bij de Voedselbank deed hem bovendien beseffen hoe (goedbedoeld, maar) disempowerend dergelijke gesprekken kunnen zijn.
8
-Accepteren. We nemen mensen zoals ze zijn en proberen te begrijpen waarom ze doen zoals ze doen. We verwachten van de deelnemers dat ze elkaar in hun waarde laten. -Actief benaderen. Geïnteresseerden kunnen intekenen op een lijst met naam, telefoonnummer en emailadres. Elke week worden zij mondeling aangesproken tijdens de uitgifte op de Voedselbank en elke dag voor een excursie worden zij opgebeld of gemaild ter herinnering. -Niet-hulpverlenen. Deelnemers hebben vaak grote problemen. Vaak hebben ze in het begin behoefte om te spuien. We luisteren naar hen, we zijn present (Baart, 2001) en we steunen, maar we gaan geen oplossingen formuleren of organiseren. Hooguit geven we een vrijblijvend advies. -Gelijkwaardigheid. We zitten allen in het zelfde schuitje van geldgebrek en beroep moeten doen op de Voedselbank. Daarin zijn we peers, lotgenoten. Dat neemt niet weg dat Dieuw en Mark als begeleiders en organisatoren een andere rol hebben en verantwoordelijkheid dragen voor de goede gang van zaken. En als enigen een vrijwilligersvergoeding ontvangen. Maar alle deelnemers van Eigen Krachtvoer kunnen zien dat Mark zich ook met grote tassen naar het uitgiftepunt begeeft: alleen dat al schept een verstandhouding. -Samen delen. De oogsten die we binnenhalen zijn een gezamenlijk resultaat. De producten worden verdeeld naar evenredigheid of naar behoefte, maar niet naar de hoeveelheid die de afzonderlijke deelnemers hebben geoogst. 5. Doelstellingen en verwachte resultaten De doelstellingen van het project Eigen Krachtvoer zijn als volgt geformuleerd: -wie: mensen met minimuminkomen/voedselbanktoelating die een nieuw perspectief zoeken. -wat: wildplukken van eetbare natuur en bereiden/opeten/conserveren ervan, kennis en vaardigheden daaromtrent overdragen. -een levensvatbare club vormen die op eigen kracht verder gaat. -plezier overdragen en delen. -bijdragen aan de gezondheid van deelnemers. -helpen scheppen van perspectieven (bv. hobby, uitzicht op werk). -bevorderen van verbondenheid. -bijdragen aan meer eigen kracht. -kennis opdoen over opzet, voorwaarden en uitvoering van een dergelijk project. -concrete ideeën en mogelijkheden onderzoeken voor vervolgprojecten (samenwerken met andere projecten, bv. in stadslandbouw/visserij, ruilmodellen, verdienmodellen). In het projectvoorstel (Janssen, 2014) werden de verwachte resultaten als volgt geformuleerd: -er is een levensvatbare club ontstaan. -deelnemers zijn enthousiast. -deelnemers voelen zich gezonder. -zij hebben meer perspectief (nieuwe hobby, uitzicht op vrijwilligerswerk of betaald werk). -zij voelen meer verbondenheid en onderlinge steun (toename sociaal kapitaal). -zij hebben meer eigen kracht. -het project levert kennis/knowhow over optimale opzet/uitvoering/voorwaarden. -het project levert concrete ideeën en aanzetten voor vervolgmogelijkheden. In het volgende hoofdstuk zullen we bezien in hoeverre deze doelen en resultaten zijn behaald. 6. Het proces Het is in dit bestek niet mogelijk om een volledige procesbeschrijving te geven. Een paar zaken verdienen vermelding. 9
-Trage start. De eerste maanden is het aantal deelnemers gering, ondanks dat we voortdurend blijven rappeleren. We zien af van een uitbreiding van de werving, omdat de spanning al hoog is en we meer rust willen inbouwen. De werkwijze ontwikkelen, de samenwerking vorm geven, wennen aan elkaar, praktische problemen oplossen – dat alles kost energie. -Niet te snel gaan. Het project heeft meerdere ambities. Perspectieven op werk onderzoeken, contacten met verwante initiatieven leggen, etc. We moeten ons inhouden en niet teveel druk op onszelf en de deelnemers leggen. -Meer dan voorzien kost het moeite om deelnemers te blijven betrekken. Hun soms chaotische leven staat een regelmatige opkomst in de weg. Er wordt veel met hen getelefoneerd. De oestertocht naar Zeeland vormt een omslagpunt. De activiteiten worden zichtbaarder en bekender. Daarna vertonen deelnemers meer eigen initiatief, informeren ze zelf of excursies doorgaan of maken ze zelf afspraken. -Geleidelijk ontwikkelt zich onze werkwijze. Sommige aspecten die impliciet waren bij de start, kunnen we later expliciteren. Door na te denken over de problemen die we tegen komen kunnen we uitgangspunten aanvullen of aanscherpen. -Tijdens de excursies en de maaltijden wordt er intensief gepraat. Vaak gaat het over de natuur, de eetbare producten, de herkenning ervan, de smaak en de bereiding. Het gaat ook over voedsel en over wat gezond is. Wat goed voor je is en wat niet. Dan gaat het ook over onszelf en ons leven. De problemen die je hebt (in het begin moeten sommigen spuien), de nare ervaringen met instanties. Om de gedachten te verzetten helpt het dan vaak om een prachtige bloem of paddestoel te vinden. De gesprekken zijn vaak heel persoonlijk en indringend. -Langzame processen. Na zeven maanden kunnen we ontwikkelingen zien, maar zien we ook hoe langzaam die soms gaan. Er ontwikkelt zich samenwerking, groepsgevoel, perspectief, vriendschap, vertrouwen, eigen kracht, kennis over eetbare natuur, vaardigheden in bereiding, etcetera. Dit alles gaat veel langzamer dan vooraf gedacht. Van een zelfstandige club is nog geen sprake.
10
EVALUATIE 1. Enkele cijfers over het project Tussen 8 april en 1 november 2014 hebben 20 excursies plaatsgevonden in het project Eigen Krachtvoer. Aansluitend zijn er 16 keer maaltijden bereid. Vier keer zijn geplande excursies afgezegd vanwege te slecht weer. Excursies duurden meestal 4 uur (inclusief reistijd), aansluitende maaltijden duurden 3 tot 4 uur (inclusief boodschappen, bereiding en afwas). In totaal hebben 22 mensen deelgenomen aan Eigen Krachtvoer, waaronder 16 vrouwen en 6 mannen. Bijna alle deelnemers (21) hebben een minimum-inkomen2, de meerderheid (18) bezoekt de Voedselbank, de meesten (20) zijn woonachtig in Stadsdeel Zuid en een minderheid (8) is migrant. Van de 22 deelnemers hebben er 8 eenmalig deelgenomen, 6 af en toe deelgenomen (2 tot 4 keer) en 8 regelmatig (5 tot 15 keer). Gemiddeld waren er 4,2 deelnemers per excursie. De eerste twee maanden lag dat gemiddelde op 3, daarna steeg het tot 5. In deze cijfers is niet de deelname van begeleiders Mark en Dieuw meegerekend. Zij gingen 16 keer samen mee, en elk 2 keer alleen. 2. Problemen van deelnemers Vrijwel alle deelnemers hebben financiële problemen. Velen zitten in een strak schuldhulptraject. Vrijwel alle deelnemers hebben daarnaast ook andere problemen. Veelal is er sprake van een stapeling van meerdere soorten problemen: lichamelijke, psychische, sociale en/of relationele. Deze zijn niet nader onderzocht, want Eigen Krachtvoer richt zich niet op de problemen van deelnemers, maar op hun mogelijkheden. 3. Enquête onder de deelnemers Voor de evaluatie van het project Eigen Krachtvoer is een vragenlijst uitgedeeld onder de 22 deelnemers (zie Bijlage 2). Deze vragenlijst kon anoniem worden ingevuld en per antwoordenvelop worden teruggestuurd. Twee deelnemers konden niet worden bereikt, van de overige 20 hebben 7 de vragenlijst geretourneerd, oftewel een response van 35%. Deze 7 respondenten hebben samen 48 keer deelgenomen aan de excursies (dat is 56% van het totaal aantal deelnames). De enquête is met andere woorden vooral beantwoord door de ‘harde kern’ van regelmatige deelnemers. Deze ‘harde kern’ is zeer enthousiast over het project en de resultaten van de enquête laten zich gemakkelijk samenvatten: - Hoge waardering voor het project. Het gemiddelde rapportcijfer dat de respondenten toekennen aan Eigen Krachtvoer is 9,3. ‘Heel leuk’, ‘Mooi initiatief’, ‘Een zaligheid’, ‘Superinitiatief’, zijn enkele toelichtingen. - Hoge waardering voor de uitstapjes. Het gemiddelde rapportcijfer voor de uitstapjes is 9,1. ‘Veel van geleerd en genoten’, ‘Heerlijk en zeer gezellig’, ‘Mooie plekken’, ‘Afwisselende natuurgebieden’, schrijft men. - Hoge waardering voor de gezamenlijke maaltijden. Het gemiddelde rapportcijfer voor de maaltijden is 8,9. ‘Erg leerzaam’, ‘Samen zijn’, ‘Brengt je bij elkaar’, zijn enkele van de opmerkingen.
2
Een deelnemer is vrijwilligster/gastvrouw bij de Voedselbank en gaat de eerste drie excursies mee. Zij helpt zeer om het ijs te breken en zij maakt goede reclame voor het project. Hoewel zij qua inkomen niet tot de doelgroep behoort, waren we toch zeer blij met haar aanwezigheid en steun.
11
- Men voelde zich verbonden en heeft vrienden gemaakt. Bijna alle respondenten beamen dit, een respondent zegt ‘misschien’. ‘Veel boeiende en leuke mensen’, ‘Als je eenzaam bent is dit een goede oplossing’, ‘De vriendelijkheid zelve’, wordt gemeld. - Men heeft veel geleerd van Eigen Krachtvoer. De respondenten zijn hierover unaniem. ‘Toegepaste veldkennis van paddestoelen en kruiden’, ‘Geleerd welke planten eetbaar zijn en hoe je ze klaar kunt maken’, ‘Naast verschillende gerechten koken heb ik veel geleerd over de natuur, niet alleen planten maar ook dieren’, licht men toe. - Eigen Krachtvoer is goed voor je gezondheid. De respondenten zijn hierover unaniem. ‘Verse, onbespoten producten rechtstreeks uit de natuur’, ‘Ruimte en gezonde frisse lucht’, ‘Hoe bewuster je wordt, hoe beter je je keuzen kunt maken in gezondheid’, ‘Je bent dan in beweging’, merkt men op. - Eigen Krachtvoer bevordert de kwaliteit van je leven. ‘Ja, veel’ zeggen 5 respondenten, ‘Ja, een beetje’, geven 2 respondenten aan. ‘Beter bewustzijn over mijn gezondheid’, ‘Meer buiten dan eerst’, ‘Samen zijn’, ‘De vrijheid, het avontuurlijke’, zegt men. - Wat er beter zou kunnen. Vijf respondenten geven geen antwoord, zetten een vraagteken of noteren ‘Geen idee, er is ruimte om iets in te brengen’. Anderen schrijven: ‘Meer eten naar huis, zodat we thuis meer met deze producten kunnen werken.’ of ‘Leuk zou zijn om vaker verder weg op ‘project’ te gaan, want oesters plukken en jam maken was een succes’. - Als het project doorgaat wil men volgend jaar weer meedoen. De respondenten zijn hierover unaniem. Deze resultaten kunnen als uiterst positief worden benoemd. Echter, het ligt voor de hand dat regelmatige en enthousiaste deelnemers ook het meest bereid zullen zijn om een enquête in te sturen. Staan zij wellicht in contrast met een groep incidentele en teleurgestelde deelnemers? Daarvan lijkt weinig sprake. Van de 8 deelnemers die één keer hebben meegedaan, kennen we in 6 gevallen de reden van hun afhaken: dat waren medische problemen (4x) of schoolverplichtingen (2x). En men was in meerderheid niet teleurgesteld, maar juist blij met het uitstapje. De selectieve response heeft waarschijnlijk de resultaten van de enquête wat geflatteerd, maar heeft ze zeker niet ernstig vertekend. Het project Eigen Krachtvoer wordt door de deelnemers duidelijk positief ervaren. 4. Evaluatie Evaluatie 1: Het project is zoals bedoeld van de grond gekomen We zijn erin geslaagd om het project op te zetten, met de in het projectvoorstel voorziene contouren: we hebben volop eetbare planten, bessen, paddestoelen en noten verzameld, bereid en geconserveerd tijdens 20 excursies en 16 maaltijden. Die kwamen ten goede aan mensen met een minimuminkomen, in ruime meerderheid bezoekers van de Voedselbank. Daarbij is goed aan de voorwaarden van Stadsdeel Zuid voldaan: 91% van de deelnemers woont in het Stadsdeel, er zijn geen drempels opgeworpen voor mensen met handicaps of mensen uit andere culturen en er is een begeleidend onderzoek uitgevoerd. Er is een Journaal uitgegeven na bijna elke excursie en er zijn verbindingen gelegd met diverse verwante initiatieven. Wel kan worden opgemerkt dat het aantal deelnemers lager was dan was verwacht (het voorziene maximum van 10 is nooit gehaald). En in afwijking van het projectvoorstel hebben er vrijwel geen evaluatieve vergaderingen plaatsgevonden. De reden hiervan was dat het begeleidende onderzoek beperkter moest worden uitgevoerd. Evaluatie 2. Er is nog geen levensvatbare club Het doel dat de begeleiders zich geleidelijk zouden kunnen terugtrekken en dat er een club zou ontstaan die zelfstandig verder kan, is duidelijk niet bereikt. De processen blijken veel 12
trager te verlopen dan voorzien. De opstart van het project verliep traag en die hebben we om meerdere redenen niet willen forceren. De deelnemers hebben we vaak moeten rappelleren: tot augustus hebben we bijvoorbeeld de deelnemers elke week gebeld om ze te helpen herinneren aan de komende excursie.3 Vanaf de zomer hebben we nog weinig gerappelleerd en het initiatief om te bellen en/of te komen aan de deelnemers overgelaten. In september kunnen we constateren dat er een vaste kern is ontstaan van 10 mensen. Die overlapt met de ‘harde kern’ van 7 mensen uit de enquête, die volgend jaar zeker door wil gaan. Er is duidelijk een begin van een club met zeer gemotiveerde deelnemers, maar het zal meer tijd vergen om die op eigen benen te laten staan. Evaluatie 3. De deelnemers zijn enthousiast De enquête die is gehouden, spreekt wat dit betreft boekdelen. De deelnemers, en met name de vaste kern daarvan, zijn bijzonder enthousiast. Evaluatie 4. Plezier overdragen en delen Het project Eigen Krachtvoer levert onmiskenbaar veel plezier op. Als begeleiders kunnen we ons plezier in het wildplukken delen en herkennen bij de deelnemers. Hieronder zullen we trachten te analyseren waaruit dit plezier bestaat en hoe het tot stand komt. Evaluatie 5. Deelnemers voelen zich gezonder De respondenten van de enquête onderschrijven deze conclusie unaniem. De uitstapjes zijn gezond, de beweging die je krijgt, frisse lucht die je ademt, de verse onbespoten producten die je verzamelt, het bewustzijn over voedsel dat vergroot wordt in de talrijke gesprekken, dat alles draagt bij aan je gezondheid. Evaluatie 6. Deelnemers hebben meer perspectief Bij sommige deelnemers is het duidelijk dat zij hun hobby in het wildplukken gevonden hebben: ‘het virus heeft me aangestoken’ of ‘ik ben helemaal verslaafd’, zeggen zij. In gesprekken en emails blijkt hoe zij zelf op stap gaan om bessen of paddestoelen te plukken. Regelmatig vragen zij om advies bij een onbekende plant of paddestoel. Het perspectief kan er ook uit bestaan dat mensen uitzien naar het volgende uitstapje (en dat is niet onbelangrijk als je leven door geldgebrek van alle luxe en franje is ontdaan). Perspectief op werk kon in dit project echter niet worden geboden. Alleen als wij onszelf, Dieuw en Mark, bezien in de rol van deelnemers, kunnen we stellen dat het project ons werkgelegenheid heeft geboden, met krappe maar voldoende inkomsten om geen beroep meer te hoeven doen op de Voedselbank. Evaluatie 7. Deelnemers voelen meer verbondenheid Dit is een conclusie die duidelijk wordt onderschreven door de respondenten aan de enquête. Het is ook een thema dat door alle onderdelen heenloopt. ‘De gezamenlijke maaltijden brengen ons bij elkaar’, ‘Ik heb veel vrienden gemaakt’, ‘Mensen te leren kennen en de rust te vinden in de natuur’, ‘Ik heb er bijzondere vriendschappen aan over gehouden’, ‘Je ontmoet mensen en leert weer van hun gezelschap, het samen zoeken en samen koken. Voel me minder op mezelf gewezen, de verbondenheid met je medemens en de kennis van de natuur’. Meer feitelijk kunnen we constateren dat deelnemers emailadressen en telefoonnummers uitwisselen, afspraken maken, bij elkaar over de vloer komen, kortom een netwerk vormen.
3
Chaotisch leven en gebrekige agendavoering zien we bij verschillende deelnemers. De cognitieve beperkingen die Mullainathan & Shafir (2013) signaleren bij armoede herkennen we. Soms wordt die chaos bevorderd door hulpverleners die hun afspraken plannen alsof hun cliënten toch alle tijd van de wereld hebben.
13
Evaluatie 8. Deelnemers voelen meer eigen kracht Dit is een conclusie die niet makkelijk onderbouwd kan worden, omdat eigen kracht geen eenduidig begrip is. Verbondenheid maakt deel uit van eigen kracht, en die neemt duidelijk toe. ‘Rust door in de natuur te zijn’, wordt genoemd als een opbrengst van Eigen Krachtvoer. Weg zijn uit de spanningen en de chaos kan helpen om te ontspannen en de problemen te overzien, en dus kracht te herwinnen. Een perspectief hebben door een hobby te ontwikkelen en een uitzicht te hebben op leuke activiteiten, kan helpen om je sterker te voelen. Je eigen voedsel verzamelen en bereiden is een nieuwe competentie, je produceert zelf en bent niet afhankelijk van anderen, en dat maakt je sterker. Het project levert de deelnemers een economische opbrengst: een zelfgeplukte maaltijd per week en wat potjes of bakjes oogst voor later, wat niet veel is, maar wat wel wat betekent als je weekbudget 35 euro bedraagt. Het is bovendien uit-eten, een luxe die je je met dat budget in het geheel niet kunt permitteren. Evaluatie 9. Kennis verwerven over voorwaarden en uitvoering van een dergelijk project Als pilot-project heeft Eigen Krachtvoer veel resultaten opgeleverd. Het project laat zien dat er animo is in het veld, het laat zien dat er voortdurend interessante en veelzijdige oogsten mogelijk zijn, het laat zien dat een problematische doelgroep geboeid en gemotiveerd kan worden, en het leert enkele voorwaarden voor de aanpak. De aspecten van de methodiek, hierboven geformuleerd, zijn tijdens de projectperiode ontdekt of geformuleerd. De krachtige positieve werking die uitgaat van het wildplukken, kon worden aangetoond. Enkele knelpunten die zich voordeden konden worden beschreven (zie hieronder). Evaluatie 10. Kennis over en aanzetten tot mogelijke vervolgprojecten Een evident vervolgproject is het voortzetten en uitbreiden van het huidige project door inschakeling en uitbreiding van de huidige kerngroep. Werving zou dan in meerdere Stadsdelen en Voedselbanken moeten plaatsvinden. Zicht is verkregen op mogelijke loonvormende nevenprojecten: -denkbaar is om zelfgeplukte natuurproducten te gaan leveren aan winkels en restaurants. Dat is niet wenselijk bij zeldzame of beschermde soorten, maar wel mogelijk bij overvloedig aanwezige natuurproducten zoals brandnetel, zevenblad, vlierbloesem, bosbessen, bramen, vlierbessen of kastanjeboleten. Er is vraag naar deze producten en er is bereidheid om redelijke prijzen te betalen, zo leerden we uit enkele marktactiviteiten en navragingen. -behoefte is er aan kennis en vaardigheid op het gebied van voedselconservering. Een cursusaanbod voor het inmaken, drogen, invriezen van groenten, paddestoelen, vruchten e.d. zou welkom zijn, zeker bij klanten van voedselbanken, stadstuiniers en wildplukkers. -een inzamelingsproject van conservenpotten zou loonvormend kunnen zijn, gezien de marge die bestaat in de prijs tussen een gerecyclede en een nieuw aangeschafte pot en het ruime aanbod van weggegooide potten. 5. Plezier en eigen kracht Plezier is een sleutelwoord in het project Eigen Krachtvoer. Mark en Dieuw hebben beiden de ervaring dat wildplukken sterk antidepressief werkt. ‘Wat leuk’ is steeds de reactie die we horen van buitenstaanders. Deelnemers lachen veel, op de foto’s in het journaal zien we steeds lachende gezichten (die uitstijgen boven geposeerde ‘cheese smiles’). ‘Ik vind het zo leuk’, is de reactie van veel deelnemers na afloop van een excursie. De jacht op eetbare natuur geeft voldoening. Het vinden van een prachtige boleet geeft een kick. Maar ook het plukken van een mooi wildboeket of het oogsten van een kom bramen. Het is de vreugde van de jacht: jagers en vissers herkennen dat. Wellicht spelen hierbij oude 14
instincten een rol. Voldoening geeft het ook om zelf de kennis te verwerven, toe te passen en het resultaat te zien: dat geeft een goed zelfgevoel. Macht herwinnen over je eigen voedselvoorziening, dat is anders dan afhankelijk te zijn van giften. In de natuur zijn is ook gezond: bewegen en frisse lucht doen je goed. En wat gezond is, voelt ook goed. Bewegen werkt stemmingsverbeterend en is goed voor je brein, zo is aangetoond (De Jongh, 2012). De maaltijden zijn erg lekker, we genieten ervan. Wilde planten smaken bijzonder. Voor morieljes met room, pasta met mousserons of verse gegratineerde oesters zou zelfs Johannes van Dam een blokje zijn omgelopen. De maaltijden in de prachtige tuin van Dieuw krijgen een extra dimensie in de zomerse avondlucht. Ze zijn gezellig, intensief en warm. Genieten is ook er weer eens uit zijn. ‘Ik ben al 16 jaar niet op vakantie geweest’, zegt een deelneemster, ‘Ik verheug me enorm op ons uitstapje naar Castricum’. Er uit zijn betekent even weg van de hectiek, het vuil en de sores van de grote stad. Rust vinden, tot je zelf kunnen komen en (ook letterlijk) afstand nemen. Afleiding vinden uit de problemen. Daarbij is het ook genieten van de natuur. De pracht, de geuren, de stilte, de kleuren, de dieren, de bloemen, het bos. De verwondering over de rijkdom en veelvormigheid van het leven. Voor sommigen is wandelen in het bos een vorm van meditatie, waarbij ze een goed gevoel van kalmte en innerlijke vrede ervaren. Ook is er de vreugde van goed gezelschap, met dezelfde interesses, met uiteenlopende kennis en vaardigheden, maar waarin velen elkaar iets te vertellen hebben. Samen genieten betekent extra genieten. Tegelijkertijd mag je ook je sores delen. Gedeelde smart, dubbele vreugd, onder dat motto verscheen een studie over lotgenotengroepen (Janssen & Geelen, 1996), waarin soortgelijke processen zijn beschreven. Al deze aspecten van vreugde, plezier, genieten, voldoening en zelfwaardering zijn ons inziens deel van het begrip empowerment: datgene wat je opwekt, geeft je ook kracht. 6. Knelpunten In het project deed zich een aantal knelpunten voor. Het was allereerst moeilijk en tijdrovend om financiën te werven. Een vernieuwend en beginnend project wordt niet snel subsidiabel geacht. Zeker als men nog geen rechtspersoonlijkheid bezit (vrijwel alle fondsen eisen dat men een stichting of vereniging is). Maar een rechtspersoon optuigen voor een club die nog niet bestond leek geen goede keuze. Gelukkig kon het Stadsdeel Zuid in het kader van het armoedebeleid wel een subsidie verstrekken aan een startend initiatief zonder rechtspersoonlijkheid. Een praktisch knelpunt dat zich voordeed was het vervoer van de deelnemers. Velen hebben geen fiets of kunnen niet fietsen. Enkelen bewegen zich per scootmobiel, die wel in een trein of metro past, maar niet in een tram. Geld voor het openbaar vervoer kunnen velen niet goed missen, dus was het belangrijk dat het project die kosten kon vergoeden. Een keer is een personenbusje gehuurd voor de trip naar Zeeland, maar dit soupeerde een onevenredig groot deel van het beschikbare budget op. Andere keren is een personenauto geleend of is een Greenwheels-autootje gebruikt. Ook hier stelde het budget beperkingen. Pogingen om een vrijwilliger/chauffeur te werven met auto zijn op niets uitgelopen. Regelmatig kwam het uitstippelen van een route, binnen de fysieke, transport-, budgettaire en natuurlijke beperkingen, neer op een heuse puzzel. In de werving van deelnemers hebben we uiteenlopende bevolkingsgroepen weten te bereiken. De 36% migranten onder de deelnemers vormen een redelijke afspiegeling van de bevolking in het Stadsdeel. Wel kunnen we opmerken dat er geen deelnemers van Turkse of Marokkaanse komaf waren. Niet duidelijk is waarom deze groepen niet zijn bereikt. Mogelijk
15
zouden zij in de toekomst gerichter kunnen worden aangesproken, wellicht met een folder in de eigen taal. 7. Financiële verantwoording Voor de uitvoering in 2014 van het project Eigen Krachtvoer en het verrichten van het de evaluatieonderzoek was € 5773 beschikbaar, dankzij subsidies van Stadsdeel Zuid en Fundatie Van den Santheuvel, Sobbe (en enkele kleine giften van particulieren). Dit bedrag was minder dan de helft van het voorziene budget. Er is daarom de helft bezuinigd op de voorziene onkosten en tweederde op de voorziene personeelskosten. De begroting van het onderzoek is met 60% teruggebracht. De feitelijke uitgaven laten zich als volgt specificeren: - De onkosten bedroegen 2273 € (voor ingrediënten, vervoer, PR, materialen, documentatie – in deze volgorde van grootte). - Vrijwilligersvergoedingen bedroegen 2500 € (voor de organisatie- en begeleidingsuren). - Onderzoekskosten beliepen 1000 € (20 uur gefactureerd door AdSearch). Het project is uitgevoerd op een ‘shoestring budget’. Er is tot het uiterste beknibbeld. De twee vrijwillige begeleiders (een daarvan is ZZP-er die heeft afgezien van honorarium) ontvingen minder dan 5 euro per uur. AdSearch heeft voorts een deel van de onderzoekstijd onbezoldigd ingezet. Dit alles is begrijpelijk bij een pilot-project dat zich moet bewijzen in crisistijd. En het is zeker niet de bedoeling dat mensen rijk worden van armoede-projecten. Wel mag geconcludeerd worden dat bij continuering van het project ruimere middelen noodzakelijk zijn.
16
Literatuur Coenen, H. (1989). Handelingsonderzoek als exemplarisch leren. Proefschrift. Utrecht: Jan van Arkel. Donker, M. (1990). Principes en praktijk van programma-evaluatie. Proefschrift. Utrecht: NcGv. Freed, D. (2011). Possum living. How to live well without a job and with (almost) no money. 4e, Portland, Oregon: Tin House Books. Gallaher, C.M. e.a. (2013). Urban agriculture, social capital and food security in the Kibera slums of Nairobi. Agriculture and Human Values, 2013, 30, 3, 389-404. Geuns, R. van (2013). Every picture tells a story. Armoede: een gedifferentieerd verschijnsel. Amsterdam: HVA-publicaties. Haaster, H. van, M. Janssen & A. van Wijnen (2012). Persoongebonden budget, eigen regie en empowerment. Amsterdam/Eexterveen: IGPB, AdSearch, Visie in Uitvoering. Hilhorst, P. & J. van der Lans (2013). Sociaal doe-het-zelven. De idealen en de politieke praktijk. Amsterdam: Atlas Contact. Janssen, M. (2014). ‘Eigen Krachtvoer’. Projectvoorstel. Amsterdam: AdSearch. Janssen, M. & K. Geelen (1996). Gedeelde smart, dubbele vreugd. Lotgenotencontact in de psychiatrie. Utrecht: NcGv. Jong J. de & W. Kuiper (2011). Evaluatieverslag Volkstuinen voor minima. Een project voor volkstuinverenigingen en gemeenten. Utrecht: Stichting CliP. Jongh, R. de (2012). Verbeter je brein. Zin en onzin van het streven naar een scherpere geest. Amsterdam: Atlas Contact. Lewin, K. (1946). Action research and minority problems. Journal of Social Issues, 1946, 2: 34-46. Mullainathan, S. & E. Shafir (2013). Schaarste. Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen. Amsterdam: Maven Publishing. Seymour, J. (2014). The new complete book of self-sufficiency. Opgehaald op 12-1-2014 uit: http://www.cityfarmer.info/2012/12/16/1976-revolutionary-book-the-complete-book-of-selfsufficiency/ Videler, H. (2010). Eetbare natuur. Een kookboek voor wat in Nederland uit het wild te halen valt. Amsterdam: Atlas.
17
Bijlage 1. Methode van onderzoek De aanvankelijke ambitie van dit begeleidende en evaluatieve onderzoek was om het vorm te geven volgens de methodologie van actieonderzoek (Lewin, 1946) en handelingsonderzoek (Coenen, 1989). Onderzoek en praktische verandering gaan daarbij hand in hand en dat levert evidente valkuilen op (bijvoorbeeld hoe je objectief je eigen werk evalueert of hoe je je blinde vlekken kunt onderkennen). Explicitering, reflectie, intersubjectieve toetsing, theorievorming, e.d. behoeven daarom een uitgewerkte strategie. Door het gebrek aan middelen moest het onderzoek veel bescheidener worden opgezet. Daarbij is teruggevallen op principes van programma-evaluatie (Donker, 1990), hoewel op de achtergrond het idee van actieonderzoek is blijven meespelen. Wat we in dit onderzoek feitelijk hebben gedaan is het volgende: -Zo goed mogelijk vooraf opschrijven wat onze uitgangspunten, overwegingen, doelen en verwachte resultaten zijn. -Een (zeer beperkte) verkenning van de literatuur over armoede, aanverwante praktijkvoorbeelden en theoretische noties. -Feitelijke gebeurtenissen en foto’s van onze uitstapjes en gerechten vastleggen in een Journaal. -Dit Journaal steeds terugkoppelen naar de deelnemers. -Voortdurend reflecteren op de ervaringen en de gevoelens. De inzichten, twijfels en conclusies vastleggen in memo’s. -In werkbesprekingen hebben Mark en Dieuw de ervaringen bediscussieerd en de aanpak van het project aangepast. De inzichten en keuzes zijn vastgelegd in memo’s. -Tijdens maaltijden hebben we met de deelnemers de gang van zaken besproken. Dat kon leiden tot nieuwe inzichten of praktische keuzes. -Sommige van die inzichten, ervaringen en keuzes zijn besproken met individuele leden van de begeleidingscommissie. -Aan het eind van het project is aan de deelnemers een evaluatieformulier voorgelegd. -Vervolgens is een concept-rapport opgesteld dat is besproken met de begeleidingscommissie. -Het bijgewerkte concept-rapport is voorgelegd aan de 7 meest actieve deelnemers aan Eigen Krachtvoer. -Tenslotte zijn de commentaren verwerkt in het onderhavige eindrapport.
18
Bijlage 2. Vragenlijst - Het Stadsdeel wil graag weten of hun subsidie goed is besteed. Daarom vragen we alle deelnemers aan Eigen Krachtvoer om deze vragenlijst in te vullen. - Deze vragenlijst is anoniem. Graag opsturen in bijgevoegde antwoordenvelop. - Gebruik zo nodig een extra vel papier voor je toelichtingen op de antwoorden.
Vragenlijst Evaluatie Eigen Krachtvoer Hoe vaak heb je deelgenomen aan Eigen Krachtvoer? Kruis het juiste antwoord aan
□ □ □ □
1 keer 2 tot 5 keer 5 tot 10 keer meer dan 10 keer
Wat vind je van Eigen Krachtvoer?
1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 – 10 Geef je waardering in een rapportcijfer. (1=waardeloos, 5=net onvoldoende, 6=net voldoende, 10=uitstekend) Toelichting:………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Hoe leuk vond je de uitstapjes?
1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 – 10
Geef je waardering in een rapportcijfer. Toelichting:………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Hoe leuk vond je de gezamenlijke maaltijden?
1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 – 10
Geef je waardering in een rapportcijfer. Toelichting:………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Voelde je je verbonden? Heb je vrienden gemaakt? Kruis het juiste antwoord aan
□ □ □ □
ja misschien nee weet niet
Toelichting:………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… zoz
19
Hoeveel heb je geleerd van Eigen Krachtvoer Kruis het juiste antwoord aan
□ □ □ □
veel beetje weinig weet niet
Toelichting:………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Is Eigen Krachtvoer goed voor je gezondheid? Kruis het juiste antwoord aan
□ □ □ □
ja misschien nee weet niet
Toelichting:………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Bevordert Eigen Krachtvoer de kwaliteit van je leven?
□ □ □ □
ja, veel ja, een beetje nee, weinig nee, niet
Toelichting:………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Wat zou er beter kunnen in het project? ………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Als het project doorgaat, zou je volgend jaar dan weer meedoen?
□ □ □ □
ja misschien nee weet niet
Hartelijk dank voor het invullen. Stuur dit papier op in de bijgevoegde envelop.
20