Inleiding De gevolgen van Leids beleid zijn vaak groter zijn dan alleen voor onze stad. Een goed voorbeeld hiervan zijn de klimaateffecten van ons het beleid. In deze nota staan voorstellen voor een klimaatbeleid van Leiden. Het merendeel van Nederland en ook Leiden ligt namelijk onder NAP en is daarom extra kwetsbaar voor klimaatverandering en het daarbij behorende stijging van de zeespiegel. Om echt wat te kunnen doen aan de verandering van het klimaat moeten we en kunnen we, concrete maatregelen nemen. In deze nota doen wij een aantal voorstellen hiertoe.
Het klimaatprobleem houdt in dat het klimaat verandert als gevolg van (een toename van) het aantal broeikasgassen dat door menselijke invloed in de atmosfeer komt. De belangrijkste broeikasgassen zijn CO2, methaan, N2O en Koolwaterstoffen, waarbij voor Leiden CO2 het meest belangrijk is. Door de toename van deze broeikasgassen neemt de temperatuur op aarde toe. Dit heeft een aantal gevolgen. De meest bekende daarvan is de stijging van de zeespiegel. De gevolgen hiervan zijn dat we hogere dijken nodig zullen zijn en dat problemen met neerslag zullen toenemen. Een ander gevolg van de klimaatverandering kan zijn dat de golfstroom die Nederland relatief warm houdt, ophoudt waardoor het hier veel kouder wordt. Naast deze twee redelijk voorspelbare gevolgen, is er ook een hoop onzekerheid over de gevolgen van de klimaatverandering en wat er gebeurt als bepaalde, onbekende, drempelwaarden worden overschreden. Naast dat we als Leiden last kunnen krijgen van deze gevolgen, zullen vooral armere landen hier eerder en meer de gevolgen van voelen. De rol van de mens rond het klimaatprobleem wordt wel eens in praatprogramma’s in twijfel getrokken, maar bijna alle milieu- en klimaatwetenschappers zijn het eens over de klimaatverandering. Dit blijkt onder andere uit de diverse IPCC rapporten.
Klimaatbeleid lijkt veel te groot om als middelgrote gemeente, zoals Leiden, aan te pakken, maar juist op het lokale niveau liggen er veel kansen. Zo heeft de gemeente Leiden met een begroting van circa 450 miljoen euro een grote invloed op de duurzaamheid van diverse producten. Ook zijn er naast Leiden al meerdere grote steden met klimaatplannen, als alle gemeenten in Nederland een klimaatplan maken en daadwerkelijk uitvoeren, kan Nederland klimaatneutraal worden op een manier die bij iedere gemeente past, niet opgelegd vanuit het Rijk, maar lokaal bedacht en toegepast. Echter, veel gemeentelijk klimaatbeleid is er nog niet. Zelfs goede kennis over de door Leiden veroorzaakte CO2-uitstoot en de gevolgen daarvan voor de klimaatverandering is er niet. Daarom wil GroenLinks met deze nota de aanzet geven voor een Leids klimaatbeleid. Onze doelstelling is een klimaatneutrale stad in 2035. De gemeente moet hier het voortouw in nemen en streven om als gemeentelijke organisatie al in 2020 klimaatneutraal te zijn. Iedereen ziet de noodzaak van een klimaatplan in, het milieu en de klimaatverandering is niet langer alleen van belang voor aanhangers van GroenLinks maar een noodzaak die breed gedragen wordt door de bevolking. Steeds meer mensen doen al aan klimaatcompensatie: bij het kopen van producten wordt er gelet op de energielabels; zelfs bedrijven zien er de noodzaak van in en komen steeds vaker met duurzame en klimaatneutrale producten. Maar helaas, het is nog niet voldoende. Natuurlijk is het ook zaak om ons aan te passen aan de al in gang gezetten klimaatverandering. Dit ligt echter niet in het doel van deze nota.
2
Samenvatting Willen we het klimaatbeleid echt aanpakken, dan kan de gemeente een hoop doen. Maar ook valt er een hoop te bereiken en te verwachten van de inwoners en de bedrijven. In deze korte samenvatting zijn een aantal punten uit de klimaatnota samengevat. De doestelling is dat de gemeentelijke organisatie in 2020 klimaatneutraal is en de stad Leiden in 2035. Om dit te kunnen realiseren moet de gemeente haar CO2 uitstoot gaan bijhouden en een nulmeting houden in 2008 bovendien moet de gemeente een klimaatactieplan opstellen.
Vervoer Verkeer en vervoer zijn een van de grootste oorzaken van CO2 uitstoot en verslechtering van de luchtkwaliteit. Wat kan de gemeente doen? • Het wagenpark van de gemeente wordt zo groen mogelijk. Werknemers van de gemeente die veel rijden, krijgen een cursus zuinig rijden. • Het openbaar vervoers- en fietsnetwerk naar werklocaties wordt verbeterd. • Het college van B&W geeft het goede voorbeeld door zoveel mogelijk te fietsen en het openbaar vervoer te gebruiken. Wat kunnen de inwoners en ondernemers samen met de gemeente doen? • Vervuilende vrachtwagens zijn niet meer welkom in de stad en zullen om de stad heen moeten. • Er komen verschillende parkeertarieven, hoe meer je vervuilt hoe meer je betaalt. • Het openbaar vervoer wordt verbeterd, er komen naar de grote en omliggende steden frequente hoogwaardige openbaarvervoersverbindingen. • Het gebruik van de fiets wordt gestimuleerd, door het verbeteren van de fietsparkeergelegenheid en verbetering van de fietspaden. • Autogebruik wordt ontmoedigd. De maximumsnelheid op de snelwegen binnen de gemeente, wordt verlaagd naar 80km en binnen de stad naar 30km.
Energie Kiezen voor groene stroom is belangrijk, daarmee kiezen we voor duurzaamheid en zeggen we nee tegen CO2 uitstoot. Groene stroom is duurzaam omdat we dan geen gebruik meer maken van olie, kolen en gas, die CO2 uitstoten, maar van onuitputtelijke bronnen zoals de zon en de wind. Wat kan de gemeente doen? • De gemeentelijke organisatie schakelt geheel over naar groene stroom. • Op de gemeentelijke gebouwen worden zonnepanelen en/of groene daken aangelegd. • De gemeente zet een klimaatteam op, dit team gaat onderzoeken of de gemeentelijke gebouwen beter geïsoleerd kunnen worden en beter gebruik kunnen maken van energie. • Bedrijven krijgen alleen nog een milieuvergunning als ze zich conformeren aan doelstelling CO2 neutraal in 2035. • Bij relevante aanbestedingen stelt de gemeente ook klimaateisen in de aanbestedingsvoorwaarden. • De gemeente neemt in de subsidievoorwaarden op dat in elke relevante subsidieaanvraag aandacht moet zijn voor het klimaatbeleid van de organisatie.
3
Wat kunnen de inwoners en ondernemers samen met de gemeente doen? • De gemeente gaat het gebruik van zonnepanelen, zonneboilers en groene daken in de stad stimuleren, zodat de inwoners en ondernemers die makkelijker kunnen aanschaffen. • Er komt een “actieprogramma isolatie” om in samenwerking met de woningcorporaties de oudere huurwoningen in de stad te isoleren en van dubbel glas te voorzien. Alle woningen kunnen zo gaan voldoen aan hedendaagse normen. • Nieuwe woningen en nieuwe bedrijfsterreinen in de stad worden energiezuiniger gebouwd. • Er komen klimaatloketten in de stad waar inwoners en ondernemers terecht kunnen voor informatie over energiebesparing en duurzame producten. Wat kan de gemeente voor het onderwijs doen? • We gaan de natuur en milieueducatie (NME) uitbreiden zodat ook de klimaatproblematiek behandeld wordt. NME zal ook op middelbare scholen gegeven moeten gaan worden. • Bij het bouwen of renoveren van scholen worden scholen klimaatneutraal gemaakt om scholieren laagdrempelig met het klimaatthema kennis te laten maken.
Compensatie Het is te verwachten dat ondanks de maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken de gemeente niet direct geheel klimaatneutraal zal zijn. Om de doelstellingen toch te bereiken zal de gemeente deze kleine uitstoot moeten compenseren door bijvoorbeeld meer bomen aan te planten.
4
Inhoud Inleiding
p.2
Samenvatting
p.3
Inhoud
p.5
1. Kennis
p.6
2. Gemeentelijke organisatie 2.1 Doelstelling 2.2 Vervoer 2.3 Energie 2.4 Voedsel 2.5 Compensatie 2.6 De gemeente als regisseur
p.7
3. Stad 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
p. 10 Doelstelling Vervoer Energie Inwoners Onderwijs Ondernemers Non-profit instellingen
4. Tijdspad
p.13
5
1. Kennis De gemeente weet op dit moment nog niet hoeveel CO2 er in Leiden wordt uitgestoten. Om goed klimaatbeleid vast te stellen en ook de effecten te monitoren is dit nodig. 1. De gemeente start met het monitoren van de globale CO2 uitstoot van burgers, bedrijven en de eigen organisatie. 2. In 2008 wordt een 0-meting gehouden.
6
2. Gemeentelijke organisatie 2.1 Doelstelling De gemeentelijke organisatie kan relatief eenvoudig klimaatneutraal worden. Door zuinig met energie om te gaan en door groene stroom te gebruiken. Daarnaast kan de gemeente nog een inhaalslag maken met betrekking tot de klimaatvriendelijkheid van de producten die ze inkoopt. Als laatste is het ook nog mogelijk om eventuele overtollige uitstoot van broeikasgassen te compenseren met meer bomen die bij voorkeur in Leiden, worden aangeplant. Dit alles vergt natuurlijk ingrijpende stappen voor de gemeente. 2.1.1 De gemeentelijke organisatie is in 2020 klimaatneutraal, hiervoor maakt het college een klimaatactieplan.
2.2 Vervoer Vervoer is een van de grootste veroorzakers van de uitstoot van broeikasgassen. In de gemeentelijke organisatie liggen diverse kansen om de uitstoot van vervoersmiddelen terug te dringen. Zo kan de gemeente met zuinigere auto's rijden en (lange) reizen zo zuinig mogelijk af leggen. 2.2.1 De gemeente streeft naar een zo groen mogelijk wagenpark. Bij vervanging van auto's wordt voor auto's met het energielabel A gekozen. Zo veel mogelijk wordt ook gekozen voor hybride auto's of auto's die rijden op schone brandstoffen, zoals (bio)gas. 2.2.2 Medewerkers van de gemeente die voor hun werk veel rijden krijgen een cursus zuinig rijden (bijvoorbeeld; Het Nieuwe Rijden) 2.2.3 Voor het woon-werkverkeer van de medewerkers wordt het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer gestimuleerd. 2.2.4 De gemeente neemt voor alle auto's een groene autoverzekering die de CO2 uitstoot compenseert. 2.2.5 Bij verre reizen wordt klimaatvervuiling als overweging meegenomen bij de keuze van het vervoermiddel. 2.2.6 Voor bestemmingen die met de trein snel en makkelijk te bereiken zijn wordt de trein gebruikt. Alleen bij echt verre reizen wordt voor het vliegtuig gekozen. 2.2.7 Als er wordt gevlogen dan wordt de CO2 uitstoot gecompenseerd door het aan laten planten van bomen. 2.2.8 Het college geeft het goede voorbeeld door te fietsen, het openbaar vervoer te gebruiken en alleen als het niet anders kan groene taxi's te gebruiken.
2.3 Energie De gemeente gebruikt een hoop energie. Dit is ook nodig om haar werkzaamheden goed uit te kunnen voeren. Echter er moet kritisch worden gekeken naar mogelijkheden voor 1
energiebesparing Ook is het nodig om verder te gaan richting de 100% groene stroom .
1 Op dit moment heeft de gemeente Leiden volgens de duurzaamheidsmeter (http://www.duurzaamheidsmeter.nl/resultaten/2006/nl/klimaat/gemeente/Leiden) nog geen 100% groene stroom
7
Groene stroom is in tegenstelling tot grijze stroom opgewekt uit duurzame energiebronnen, deze zijn hernieuwbaar en stoten geen schadelijke emissies uit (CO2). De stroom wordt onder andere opgewekt uit zonne-energie, windenergie en waterkracht. Kernenergie is in de visie van GroenLinks niet duurzaam, het heeft wel een lage CO2 uitstoot, maar veroorzaakt kernafval en is dus ook zeer slecht voor het milieu. Bovendien kost de winning van uranium extreem veel (fossiele) brandstoffen. 2.3.1 De gemeente moet in de hele organisatie overschakelen op 100% groene stroom. 2.3.2 De gemeente legt waar mogelijk zonnepanelen aan op de gemeentelijke gebouwen of bespaart energie door groene daken aan te leggen. 2.3.3 De parkeermeters van de gemeente worden zo snel mogelijk omgebouwd, zodat zij door middel van zonnepanelen zelfvoorzienend zijn. 2.3.4 De gemeente zet een intern klimaatteam op. Dit team gaat kijken waar de gemeentelijke gebouwen beter geïsoleerd kunnen worden. En welke maatregelen nog meer mogelijk zijn: raam open in plaats van airco!
2.4 Voedsel Naast vervoer en energie is voedsel een belangrijke component in de klimaatvervuiling. Dit komt voor een groot deel doordat dat voedsel veel transport met zich meebrengt. Vooral vlees is om deze reden erg klimaatonvriendelijk. 2.4.1 De gemeente koopt voor haar catering zoveel mogelijk lokale, biologische en klimaatvriendelijke producten in. 2.4.2 Als de DZB als cateraar optreedt, gebruikt zij ook zoveel mogelijk lokale, biologische en klimaatvriendelijke producten.
2.5 Compensatie Het is te verwachten dat ondanks de maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken de gemeente niet direct geheel klimaatneutraal zal zijn. Om de doelstellingen toch te bereiken zal de gemeente deze kleine uitstoot moeten compenseren. De gemeente heeft al klimaatbosjes, die naast een (kleine) compenserende functie, ook een symbolische waarde hebben. Echter op het gebied van compensatie kan en moet nog meer gebeuren. 2.5.1 Bij het aanleggen van groen binnen de gemeente wordt naast esthetische en ecologische waarde ook gekeken naar de klimaatcompenserende waarde. 2.5.2 Als de Oostvlietpolder groen blijft wordt gekeken of er extra bomen kunnen worden geplant om zodoende een deel van de uitstoot van de gemeente te compenseren. 2.5.3 De huidige beleid rond klimaatbosjes wordt gehandhaafd. De klimaatbosjes krijgen een plaats in de educatie rond het klimaatprobleem. 2.5.4 Het hebben van groene tuinen wordt gestimuleerd o.a. door middel van een boomplantaktie. 2.5.5 De kap van bomen wordt tot het uiterste beperkt en in elk geval gecompenseerd.
8
2.6 De gemeente als regisseur De gemeente is ook regisseur van vele zaken in de stad. Ze heeft met veel partijen een bijzondere relatie. Zo is de gemeente aandeelhouder, consument, projectontwikkelaar en subsidieverstrekker. In deze rollen kan de gemeente sturend werken en aandringen op een goed klimaatbeleid van andere organisaties. 2.6.1 Bij relevante aanbestedingen stelt de gemeente ook klimaateisen in de aanbestedingsvoorwaarden. 2.6.2 Leiden zet zich als aandeelhouder van NUON in voor een zo duurzaam en klimaatvriendelijk mogelijk beleid van NUON. 2.6.3 De gemeente neemt in de subsidievoorwaarden op dat in elke relevante subsidieaanvraag aandacht moet zijn voor het klimaatbeleid van de organisatie.
9
3. De stad 3.1 Doelstelling In tegenstelling tot het klimaatneutraal maken van de gemeentelijke organisatie zal het klimaatneutraal maken van een compacte, historische stad als Leiden moeilijk worden. Echter, diverse steden die meer dan Leiden afhankelijk zijn van industrie, nemen hun verantwoordelijk 2
om zo snel mogelijk klimaatneutraal te worden. Leiden kan hier als laaggelegen stad niet bij achterblijven. Het is in ieders belang om droge voeten te houden dus samen met burgers, ondernemers en overheden de stad klimaatneutraal te maken. 3.1.1 Leiden is als stad in 2035 klimaatneutraal.
3.2 Vervoer Mobiliteit hoort bij een stad en is niet meer weg te denken. Gelukkig gebeurt een groot gedeelte van het vervoer per fiets of te voet. Fietsen en wandellen zijn de meest klimaatneutrale vervoermethoden, toch is dat niet voor iedereen of voor verre afstanden mogelijk. Daarom zal Leiden moeten werken aan een duurzaam en hoogwaardig openbaarvervoersnetwerk. Dit zal er toe leiden dat steeds minder mensen de auto hoeven te gebruiken. Er is echter ook nog veel vervuilende automobiliteit in Leiden. Het GVVP zet rond dit thema al goede stappen, maar voor een klimaatneutraal Leiden zullen we nog verder moeten gaan. 3.2.1 Er komt een verbod op vervuilende vrachtwagens binnen de toekomstige ringweg. Er komt een milieuzone voor vrachtwagens, waardoor vervuilende vrachtwagens niet meer door de stad mogen rijden. 3.2.2 Er komen gedifferentieerde parkeertarieven. Schone auto's betalen minder, vervuilende meer. 3.2.3 Het openbaar vervoer wordt gestimuleerd door duurzaam hoogwaardig openbaar vervoer in Leiden te introduceren. 3.2.4 Bij de provincie wordt gelobbyd om bij nieuwe aanbestedingen van openbaar vervoer ook het klimaat mee te laten spelen. 3.2.5 De gemeente gaat aan de slag om de score van de fietsbalans positiever te maken. Onderdeel hiervan is het snel aanleggen van goede fietsparkeermogelijkheden, zoals de gratis bewaakte fietsenstalling onder het stadhuis. 3.2.6 Het autogebruik wordt binnen de toekomstige ringweg ontmoedigd. De binnenstad wordt autoluw, tevens wordt de maximum snelheid op alle wegen binnen de ring verlaagd naar 30km. De maximum snelheid op de snelwegen op Leids grondgebied moet omlaag naar 80km. 3.2.7 De autovrije zondag wordt verder uitgebreid, zowel het evenement als het gebied waarin het plaatsvindt. Naar Amsterdams voorbeeld: autoloos binnen de ringweg.
3.3 Energie Op het gebied van energiebesparing zijn er veel mogelijkheden voor inwoners en bedrijven. Zo zijn niet alle huizen en gebouwen goed geïsoleerd en kan het gebruik van energiezuinige apparaten nog omhoog.
2 Zowel Rotterdam als Amsterdam zijn hard bezig met klimaatdoelstellingen
10
3.3.1 Er komt in samenwerking met de woningcorporaties een actieprogramma om binnen 10 jaar alle woningen goed te isoleren en dus ook van dubbelglas te voorzien. Onderdeel van dit programma is in ieder geval voorlichting over de winst die men behaalt met het plaatsen van dubbelglas en de mogelijkheden die huurders hebben om dit aan te vragen. 3.3.2 Nieuwe woningen moeten energiezuinig worden gebouwd. Leiden verhoogt daarom het EPC (energie prestatie coëfficiënt) voor nieuwe huizen naar een maximum van 0,6 (wettelijk minimum is 0,8) 3.3.3 Het hebben van zonnepanelen en groene daken (lichte beplanting die isolerend werkt) wordt gestimuleerd voor mensen die niet in een beschermd stadsgezicht wonen. 3.3.4 De gemeente gaat met NUON in gesprek om meer gebruik te gaan maken van de restwarmte in de vorm van onder andere stadsverwarming. Dit tegen een redelijke prijs.
3.4 Inwoners Leiden heeft haar inwoners nodig om de ambitieuze klimaatdoelen te verwezenlijken, de gemeente zal daarom de bewoners en de ondernemers betrekken bij het beleid. Zij worden er onder andere op gewezen dat klimaatvriendelijk handelen ook goed kan zijn voor de portemonnee. 3.4.1 Er komen klimaatloketten in de stad waar inwoners terecht kunnen voor informatie over energiebesparing, duurzame energie en duurzame producten. Deze loketten worden ondergebracht bij Raad & Daad-winkels en/of buurthuizen. 3.4.2 Het klimaatbeleid van de gemeente wordt bekend gemaakt in de stadskrant. In de hal van het stadhuis komt een klimaatklok te hangen die aftelt naar het moment dat de gemeente en de stad klimaatneutraal zijn. 3.4.3 Het gebruik van zonneboilers wordt gestimuleerd. 3.4.4 Minder draagkrachtige inwoners kunnen advies krijgen van het milieuteam, die advies geeft over energieverbruik, kosten en klimaatverandering. Hierbij wordt tevens een energiebox geleverd met spaarlampen of led-lampen.
3.5 Onderwijs Het is belangrijk dat kinderen en jongeren op school leren waarom duurzaamheid en goed omgaan met het milieu belangrijk zijn. Daarnaast is het van belang dat ze zich bewust worden van de klimaatverandering en wat ze daar zelf aan kunnen doen. Daarnaast heeft de gemeente Leiden veel invloed op de onderwijshuisvesting, nieuwbouw moet klimaatneutraal en oudbouw moet zo worden aangepast dat het duurzaam is voor de toekomst. De kinderen zouden betrokken kunnen worden bij de bouw door te laten zien wat er met de gebouwen gebeurt (aanbrengen extra isolatie, zonnepanelen, groene daken, gebruik van duurzaam hout enz.). 3.5.1 Natuur- en milieueducatie wordt op zo’n manier uitgebreid dat ook klimaatproblemen erin behandeld worden. Al op jonge leeftijd worden kinderen bewust gemaakt van energiegebruik. Ook komt er een budget voor milieueducatie op middelbare scholen. 3.5.2 De gemeente stimuleert deelname van scholen aan de warme truiendag. 3.5.3 Bij het bouwen of renoveren van schoolgebouwen wordt aandacht besteed aan het zo energiezuinig mogelijk maken. Ook worden deze maatregelen waar mogelijk zichtbaar gemaakt, zodat de scholieren er op een laagdrempelige manier mee in aanraking komen. 3.5.4 De gemeente stimuleert scholen om mee te doen aan The Bet, waarin scholen een weddenschap aangaan met de wethouder om hun CO2 uitstoot te reduceren.
11
3.6 Ondernemers 3.6.1 Er komt een informatiepunt duurzaam ondernemen waar informatie kan worden ingewonnen over energiebesparing, duurzame energie en duurzaam ondernemen, ook benadert de gemeente actief de Leidse ondernemers om ze kennis te laten maken met dit infopunt. 3.6.2 De gemeente maakt samen met de Kamer van Koophandel een informatiepakket over klimaatneutraal ondernemen, dit krijgen nieuwe ondernemers gratis toegezonden. 3.6.3 Als er nieuwe bedrijventerreinen komen, worden deze zo klimaatvriendelijk mogelijk ingericht. Zo zal een groene intermediair er onder andere voor zorgen dat bedrijven die wat aan elkaars reststoffen (warmte/water CO2) hebben, met elkaar in contact gebracht worden. 3.6.4 Bedrijven krijgen alleen nog een milieuvergunning als ze zich conformeren aan doelstelling CO2 neutraal in 2035. 3.6.5 Er moeten betere fiets- en openbaarvervoerverbindingen met de bedrijventerreinen komen, waardoor de werknemers en werkgevers niet met de auto naar hun werk hoeven te gaan. 3.6.6 De gemeente maakt afspraken met de ondernemers om open koelruimtes in supermarkten af te dekken. Ook gaat de gemeente aandringen op het sluiten van de buitendeuren van winkels in de winter.
3.7 Non-profit instellingen 3.7.1 Met Universiteit Leiden, Hogeschool Leiden, Hoogheemraadschap van Rijnland, LUMC en andere organisaties wordt samengewerkt om gezamenlijk goedkoop klimaatvriendelijke producten in te kopen.
12
4 Tijdpad •
Voor 1 juli 2008 vindt een nulmeting plaats van de huidige CO2 uitstoot in Leiden.
•
Jaarlijks rapporteert het college over de resultaten van het voorgaande jaar en de maatregelen voor het komende jaar.
•
In 2010 is de CO2 uitstoot van de gemeentelijke organisatie met 25% afgenomen.
•
In 2010 is de CO2 uitstoot van de stad met 10% afgenomen.
•
In 2020 is de gemeentelijke organisatie CO2 neutraal.
•
In 2020 is de CO2 uitstoot van de stad met 35% afgenomen.
•
In 2035 is Leiden volledig klimaatneutraal.
13