Samenvatting proefles theorie Hoofdstukken uit Van geest tot lichaam, Bouw en functie van het menselijk lichaam en Alle leven is yoga/ Toelichting per les wordt gegeven via DVD materiaal en een powerpoint presentatie.
Grofstoffelijke model van het fysieke lichaam Quantum fysica Fijnestoffelijke anatomie Leptonen/ fotonen/ morfogenetica Neutronen/ elektronen/ protonen Atomen Moleculen Cellen Weefsel Organen Organenstelsels
Aandachtspunten Wordt niet in deze proefles behandeld +deeltjes, - deeltjes en neutrale elektrische deeltjes in de cel
Zenuwcel, bloedcel, spiercellen Steunweefsel, dekweefsel, klierweefsel enz. Hart, long, ogen enz Bloedsomloop, spijsvertering, ademhaling, enz
Organisme
Het lichaam is gecondenseerde energie, welke kan worden teruggevoerd naar steeds subtielere deeltjes en/ of energievelden. Einstein geeft aan dat materie energie is en visaversa. Het lichaam is de uitdrukking van onze bewuste en nog onbewuste innerlijke staat. De wetenschap geeft aan dat de mens m.b.t. zijn/haar bewustzijn nog maar ongeveer 15 procent van de hersenen gebruiken, sommige gebruiken uiteraard wel meer capaciteit van de hersenen, hierin zitten verschillen van mens tot mens. Het doel van de Integrale yoga is om ons bewustzijn verder te ontwikkelen en te verkennen en lichaam en geest verder met elkaar te integreren en te transformeren. Het lichaam is ons arbeidsveld voor onze totale evolutie. Door middel van onze persoonlijkheid worden wij ons bewust van onze bewuste en onbewuste kansen en mogelijkheden, maar ook onze beperkingen, welke van mens tot mens een specifieke innerlijke constitutie vormen, welke zich stoffelijk uitdrukt in ons lichaam. De fysieke/ geestelijke transformatie vindt plaats volgens de volgende volgorde bewustwording via het fysieke en de persoonlijkheid> zuivering> transformatie > reconstructie van het psyche en het fysieke. De functie van de celvernieuwing om de 7 jaar heeft tot doel de totale fysieke constitutie afhankelijk van positieve of negatieve ontwikkelingstendensen te herzien op cel niveau, welke een uitwerking hebben in de organen en het functioneren van het totale lichaam. Het celbewustzijn herbergt zowel het aller hoogste licht/ kosmisch vuur als onze beperkingen.
De Cel (de volledige uiteenzetting van de cel is niet in deze proefles opgenomen) 1 Cel kern Cel
2 Cytoplasma 3 Celwand 4 weefselvocht
Genen/ chromosomen 23 paar, waarvan de laatste xx/ vrouw of xy/ man kan zijn en dus het geslacht bepaald. Eiwit
Proces van de wording van het organisme: Een zaadcel + Eicel> wordt 1> celdeling> embryo > verdere weefsel/orgaanvorming> Foetus> na 9 maanden geboorte. De DNA eigenschappen van de zaadcel en de eicel vormen een specifieke embryo ontwikkeling van het kind/ ziel.
Incarnatie proces/ spirituele embryologie
Ouderbepaling
Zaadcel/ genen
Involutie Geest Psychisch wezen/ Jivatman Formatie blauwdruk Hulp scheppingskrachten persoonlijkheid/ karmische uitwerking DNA fusion /Cel bewustzijn/ Eicel/ genen bevruchting/ celdeling De ontwikkelingsfasen Embroyale vorming Neurale buis Symetrsiche, polariserende en dualistische opbouw organen Bloedeilandjes gesloten bloedsomloop Fœtus Orgaanvorming, vorming zenuwstelsel, spijsvertering, ademhaling enz. Ongeboren kind Verbonden aan navelstreng en is dus nog niet blootgesteld aan de dualistische werking Geboren kind Bevalling, nu wel sprake van blootstelling aan de dualistische krachten.
Een cel bevat in de celkern DNA en genetische informatie. Deze informatie is van voorouder op voorouder doorgegeven en bevat informatie over het fysieke, emotionele, mentale en spirituele aspecten, welke aansluiten bij de levenslessen die de ziel wenst te leren of wil ontwikkelen. De DNA wordt ook wel de karmische blauwdruk genoemd. De 4 elementen ademine, guanine, thymine en cytosine vormen genetisch de brug van het bewustzijn naar de fysieke uitdrukking van het lichaam. Het getal 4 staat ook voor de 4 elementen lucht, vuur, water en aarde. In eerste instantie wordt via de hart chakra en overige chakra´s energetisch informatie doorgegeven die verantwoordelijk is voor de verdere orgaan- fysieke vorming. Het embryo ontwikkelt zich deels symmetrisch (van en aantal organen heb je er twee) en deels asymmetrisch (je hebt bv. maar 1 lever). De Foetus bevindt zich voor de geboorte in een soort beschermde tussenstation en wordt gevoed door de placenta. Na de 7e maand gaat het ongeboren kind zich meer vereenzelvigen met het lichaam. Na de geboorte gaat daadwerkelijk het karmische dualistische levenproces in werking en zal het kind op eigen kracht (zonder placenta e.d.) zijn levensprocessen op fysiek en geestelijk niveau aanvangen.
Het fijnstoffelijke model van de mens Bewustzijns niveau Integrale yoga Supramentale/ geestniveau (nummers 10, 11) Zielniveau (nummers 9,8,7,6,5,4) Boven mentale Mentale
Vitale/ persoonlijkheid ( nummers 4,3,2)
Chakra
Fijnstoffelijke laag
11. Goddelijke bron
Geest
10. Paramatman 9. Jivatman
Universele ziel Individuele ziel
8. Ahamkara 7. Sahashara chakra ( kruin centrum) 6. Ajna chakra (voorhoofd centrum) 5. Vishuda chakra ( keelcentrum) 4. Anahata chakra (hartcentrum)
Ego Kosmische laag
3. Manipura chakra (maagcentrum) 2. Svadisthana chakra (navelcentrum) 1. Muladhara chakra Fysieke mentale/ fysieke onderbewuste (stuitcentrum) (nummer 1)
locatie
Element/kleur
Goud
Kruin
Wit of Violet Indigo
Etherische- causale laag Astrale laag
Tussen de wenkbrauwen Keel kuiltje
Ether-Helder blauw
t.h.v. borstbeen
Lucht-Helder groen
Mentale laag
Maag
Vuur-Helder Geel
Emotionele laag
Navel
Water-Helder Oranje
Etherische laag
Stuit
Aarde-Helder Rood
Intuïtieve laag
Bewustzijnsniveaus binnen de Integrale yoga: Fysieke onderbewuste is het diepste niveau waarmee de allerhoogste zijn eenwording zal aangaan. Het vitale betreft de persoonlijkheid welke het instrument is van de ziel jivatman om het geen wat nog niet bewust is bewust te maken en onverwerkte zaken opnieuw te laten herleven voor verwerking. Het mentale wordt gevormd door het normale mentale, intuitieve mentale, verlichte mentale, wordt in de loop van de opleiding dieper op in gegaan. Het bovenmentale is het niveau waarop grote denkers, filosofen en uitvinders zich vaak bevinden, denk aan Einstein, Socrates enz. Het bovenmentale is het universeel verbindend denken, maar is nog steeds mentaal. Het supramentale is het niveau waarin het allerhoogste bewustzijn wordt gereflecteerd in ons “lagere” niveaus. Dit kan gepaard gaan met totale hoogste onbeschrijfelijke eenheidsgevoelens tussen lichaam en geest, er is geen sprake van gedachten, alleen zijn. (Het supramentale heeft nog meer kenmerken, maar dat wordt verder in de opleiding behandeld)
In het vervolg van de opleiding wordt hier verder op in gegaan.
Alle leven is yoga/ De Moeder Wat is Yoga Yoga betekent eenwording tussen lichaam en geest. Ieder mens in oorsprong voorbestemd om in het evolutie proces te groeien naar een hoger bewustzijn, het goddelijke enz.. De evolutie is een onontkoombare wet van vooruitgang. De evolutie kent zowel fysieke als geestelijke veranderingsprocessen. In de wetenschap wordt een ontwikkelingslink gelegd tussen de ontwikkeling van de oermens naar de mens van nu op het gebied van het fysieke (zoals ontwikkeling van de hersenen, lichaam algemeen) en de geestelijke ontwikkeling en vaardigheden. Wat is het doel van ons bestaan: Het doel van ons bestaan is zelfrealisatie, bewust te worden wie wij in oorsprong zijn en de hoogste geest uit te drukken in ons fysieke bestaan. Waarom doen we yoga: Niet voor het verkrijgen van macht en groter te worden dan de ander. Is het om alleen te zoeken naar innerlijke ontspanning en rust? Is het om alleen de filantroop te kunnen zijn? Hoe kun je je voorbereiden op de Yoga: Wees je bewust van je zelf Hoe werkt jou wezen bewust en onbewust. Het doorzien van je eigen dualistische palet van je frontale persoonlijkheid. Neem je persoonlijkheid niet voor van zelfsprekend aan, maar onderzoek wat je uit je beperkingen en mogelijkheden kunt leren Welke krachten helpen je vooruit en welke krachten/ invloeden ondermijnen jou. De Juiste houding: Het is belangrijk te werken aan je overgave (is overigens geen blinde overgave, maar op basis van innerlijk inzicht en weten dat je een obstakel kunt loslaten met als doel innerlijke groei), met name overgave aan het ontwikkelingsproces/ de houding van het aapje en het poesje (zie boek). Je hebt aspiratie nodig en de wil om dus vooruit te gaan op je pad Je hebt volharding nodig om je obstakels op je pad te overwinnen/de afweging van het gemak van het moment bij een moeilijkheid of het stabiliseren van de innerlijke vrede en stilte. Het is belangrijk om oprecht te zijn op je pad, eerlijkheid naar je zelf en anderen. Kijk objectief naar je zelf, zonder je jezelf te veroordelen en ga dan stap voor stap verder op je pad. Onthechting het is makkelijker om niets te bezitten en onthecht te zijn, dan om veel te bezitten en onthecht te zijn. Hechting heeft een functie zolang je nog onvoldoende gesetteld bent in de universele liefde en kan je behoeden tegen een te grote onverschilligheid? Wat zijn de tekenen van het begin van een spiritueel leven: Je waarden veranderen. De ervaring en ontwikkeling van een grote gelijkmoedigheid en minder stemmingswisselingen. Obstakels te zien als manieren om je zelf creatief te ontwikkelen en je innerlijk te verruimen. Het bewustzijn dat je groter bent dan je lichaam en je dualistische ervaringen Je wordt niet snel overweldigd door je geestelijke ervaringen, alsof dat je eind station is. Overige aandachtspunten: De innerlijke obstakels zijn evenredig aan je mogelijkheden tot groei.
De innerlijke obstakels vertegenwoordigen alle puzzelstukjes van het totaal bewustzijn, wat nog niet is geïntegreerd in de lagere natuur/ fysiek/ frontale persoonlijkheid. De wrijving aan te gaan, te doorleven, te doen wat nodig is en je zelf over te geven, zul je steeds meer innerlijke vrede, geluk en stilte ervaren. Onderzoek op welke wijze een moeilijkheid invloed heeft op je denken, houding en handelen. Je bent bijvoorbeeld boos en depressief, wat wil je daarmee bereiken voor je zelf en de omgeving. Wat is je doel? En wat is je invloed? de functie van het ego heeft als doel je zelfstandig te individualiseren, is dit eenmaal gebeurd, dan mag het ego weer worden losgelaten. Het ego en eigenheid beschermt je tegen een ongewenste vereenzelviging of identificatie met de subjectieve collectiviteit.
Het doel van Yoga en meditatie: Meditatie is iets natuurlijks niet iets dwangmatigs of geforceerd. Het doel van mediteren is je te richten op de hoge innerlijke bron. Meditatie is een hulpmiddel om je in je je dagelijkse activiteit gefocust te houden op je innerlijke bron. Meditatie is geen vluchtmiddel, waar je even in opgaat en zodra je er weer uit komt weer de zelfde beperkte persoon bent als voor heen. Met meditatie verleg innerlijke grenzen op een positieve manier, waardoor de tegenstellingen binnen het leven je minder raken of beperken. De Integrale yoga houdt zich met name bezig met de actieve dynamische meditaties die daadwerkelijk het bewustzijn aanwakkeren/ transformeren.
Lesgeefvaardigheidsles 1 Indicatie Yoga : Het lesgeven aan gezonde kandidaten met lichte stress-gerelateerde aandoeningen. Yoga met als doel geestelijke en fysieke integratie/ bewustwording en transformatie. Yoga met als doel Bewustzijnsontwikkeling. Contra indicatie : Maak in het belang van de juiste indicatie altijd gebruik van de intake Geen les geven aan personen met een zeer zware lichamelijke aandoening Geen les geven aan mensen met een zware geestelijke aandoening Kandidaten die bij jou op les willen gaan voor verbetering van de klachten, maar niet eerst naar hun huisarts zijn gegaan. Karuna kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het afwijken van deze contra-indicaties cq bevoegheden. Voorwaarden voor het maken van een lesprogramma : Zorg voor een vooroverbuiging Zorg voor een achteroverbuiging Zorg voor zijwaartse buigingen Zorg voor een torsie draaiingen Zorg dat je afsluit met een bolle rug oefening Zorg voor afwisseling/ balans in strekkingen/ spanning en ontspanning
Overige aanwijzingen : Bouw de oefeningen rustig op. Zorg voor een deskundige begeleiding in de oefening, tijdens de oefening en het komen uit de oefening. Leg accenten in de coaching tijdens de oefeningen op de ontspanning van lichaamsdelen, balans in spanning en ontspanning en de handhaving van rust en stilte in de oefening. Geef aandacht aan de ademhaling in de opbouw van de oefeningen en tijdens de oefeningen. Bij pranayama recht op zitten, schouders ontspannen. Zorg voor voldoende rust tussen de oefeningen, behalve bij de zonnegroet reeksen en dynamische yogaoefeningen. Sluit af met een meditatie. Pas je aan, aan de grenzen van je groep. Stem ook je lesprogramma af op de groep. Het advies is : doe de oefening eerst voor en/ of geef de instructie, laat dan je student de oefening doen. Doe zelf dan even niet mee om je coaching- en begeleidingsrol op te pakken : Let op de juiste overdracht van de techniek van de oefening zoals : gewichtverdeling benen/knieen bij bv de held, de juiste nekpositie bv bij de kaars enz. Observeer hoe de student in zijn oefening zit, spant hij onnodig spieren aan ? Hoe ademt hij of zij ? Gaat iemand over zijn grens ? dan even iemand vragen uit de oefening te gaan en laten rusten ? Observeer hoe iemand innerlijk in de oefening zit, heeft hij of zij weerstanden, last van ongeduldigheid, vraag deze op de uitademing los te laten. Enz……